De allerliefste oppas Met de ene oppas ga ik buiten spelen door de andere wordt altijd thee gezet bij de derde zal ik mij echt nooit vervelen en van de vierde mag ik lekker laat naar bed
Met de ene oppas ga ik liedjes zingen met de andere kruip ik voor de tv met de derde ga ik soms wel slootje springen en de vierde neemt altijd iets lekkers mee
8
Met de ene oppas ga ik lekker plakken en met de andere iets knutselen van klei met de derde ga ik wel eens koekjes bakken maar de állerliefste oppas dat ben jij!
Het mannenkoor wil oppassen Het mannenkoor stapt opgewekt de kamer binnen. ‘Wij willen oppassen!’ roepen de mannen. ‘Wat grappig,’ zegt tante Dina. ‘En op wie?’ ‘Geen idee,’ zegt het mannenkoor. Even is het stil. ‘Op een baby’tje, denk ik,’ zegt een van de mannen. ‘Dat is het!’ roept het mannenkoor vrolijk. ‘Wij willen op een baby passen.’ Tante Dina schudt haar hoofd. ‘Dat gaat zomaar niet,’ zegt ze. ‘Dan zullen jullie toch eerst eens moeten oefenen.
Je moet flesjes kunnen geven. Je moet het kindje een boertje laten doen. Je moet vieze poepbillen schoonmaken. En ook nog mooie slaapliedjes zingen.’ ‘Maar dát kunnen we al!’ roept het mannenkoor blij. En ze beginnen meteen. Ze zingen over twee wolkjes die gingen dansen. Ze zingen over een vlinder die wilde slapen en over twee rookworsten in een stapelbed. ‘Waren dat mooie slaapliedjes of niet?’ vragen de mannen trots. Maar tante zegt niets. Ze slaapt. Na een poosje wordt tante weer wakker. ‘Kunnen we dan nu oppassen?’ vragen de mannen. ‘Dan gaan we een baby zoeken.’ ‘Ho, ho!’ zegt tante Dina. ‘Jullie moeten toch eerst oefenen.’ Ze gaat naar de zolder en komt terug met een grote babypop. ‘Ziezo,’ zegt ze. ‘Jullie gaan eerst leren om babybillen schoon te maken.’ Ze legt de pop op tafel en dan krijgen alle mannen een doekje. Stomverbaasd kijken ze naar de billen van de pop. ‘Maar deze zijn niet écht,’ zeggen ze verontwaardigd. ‘Deze billen zijn al schoon!’ ‘Geen probleem,’ zegt tante. Ze gaat naar de keuken en komt terug met een grote pot
pindakaas. Daarmee smeert ze de billen van de pop helemaal in. ‘Zo,’ zegt ze. ‘Ook weer geregeld. Maar denk er wel om. Nu is het nog pindakaas, maar straks is het…’ ‘Poep!’ roepen de mannen in koor. En ze knijpen meteen allemaal hun neus dicht.
Daarna gaat het mannenkoor aan de slag. Als de poppenbillen schoon zijn, smeert tante ze weer in. En dan mag de volgende gaan schoonmaken. En ze zingen over een olifant op een potje, over een spetter op een bril, en over een rol wc-papier die op was. 11
Eindelijk zijn de mannen klaar. ‘Kunnen we nu dan op een baby gaan passen?’ ‘Nee,’ zegt tante Dina. ‘Jullie moeten nog veel meer leren. Wat doe je bijvoorbeeld als een baby gaat huilen?’ ‘Dan gaan wij ook huilen,’ zeggen de mannen. ‘Want dat vinden we zielig.’ ‘Fout,’ zegt tante. ‘Dan moeten jullie het baby’tje juist gaan troosten. En wat doen jullie als het baby’tje honger heeft?’ ‘Dan smeren we wel een boterham,’ zegt het mannenkoor. ‘Of we halen friet.’ Tante zucht eens diep. ‘Baby’tjes mogen nog geen boterhammen,’ zegt ze. ‘En ook geen frietjes.’ Nu begint het mannenkoor echt bijna te huilen. Het is allemaal veel moeilijker dan ze hadden gedacht. ‘En toch willen we oppassen,’ zeggen ze somber. ‘Vraag dan of jullie op de hond van de buren mogen passen,’ stelt tante Dina voor. Dat vindt het mannenkoor een goed plan. Even later lopen de mannen vrolijk met het hondje naar het park. En het gaat reuzegoed. Ze mogen het hondje iets lekkers geven, ze mogen het even aaien, en ze mogen om de beurt even de riem vasthouden. En ze vermaken zich prima.
12
Aan het eind van de middag gaan ze naar het bos. Daar zoeken ze een stok. En dan mogen ze een voor een hun stok weggooien. Het hondje haalt ze keurig netjes op. Als de laatste stok terug is, brengen de mannen het hondje weer naar de buren. ‘We zijn echt fantastisch!’ zeggen de mannen trots als ze weer thuis zijn. ‘Oppassen is helemaal niet moeilijk.’ En de hond? Die is meteen in zijn mand in slaap gevallen. Hij is doodmoe van het stokken ophalen. Geen wonder. Want veertig stokken is natuurlijk best veel voor een hond…
De blote koning in een vuilniszak Ergens in een groot paleis daar loopt – heel ongezond van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat een blote koning rond
Dat vindt de blote koning echt een schitterend idee maar hij verstopt zich voor de vuilnisman want straks neemt die hem mee!
Als de koningin niet thuis is dan komt er een oppas aan maar die mag de koning echt niet in zijn blote niks zien staan De koning wil alleen geen broek aan geen overhemd en ook geen pak dan moet je, zegt de koningin maar even in een vuilniszak
13
De ettertjes krijgen een nieuwe oppas Twee stoute ettertjes krijgen een oppas en roepen lachend: heeft die even pech we gaan die meneer wel eens eventjes plagen dan is hij misschien na een uur al weer weg De een roept: ik weet al een paar leuke dingen we maken een glijbaan gewoon in de gang we gaan op de stoelen en tafeltjes springen en we zoeken een spin en we maken hem bang Ze willen zelfs zeep aan de trapleuning smeren en overal snippertjes strooien in huis ze willen de trommel met koekjes omkeren en heel hard gaan gillen: kijk, daar loopt een muis!
Dan gaat de bel en de voordeur gaat open daar staat de oppas en hij heeft een snor hij komt als een brulbeer naar binnen gelopen en zegt: goedemiddag – ik ben ome Cor Hij zegt: jongens, luister – ik zou niet proberen vervelend te zijn – dan weet je dat dus ik pas in het circus op leeuwen en beren dus twee kleine kind’ren… dát is niet zo’n klus! De ettertjes zijn best een beetje geschrokken zo’n oppasser vinden ze echt niet zo fijn daarom besluiten ze om niet te plagen maar juist heel erg lief voor de oppas te zijn!