Afgiftekantoor Turnhout 1
nr 21 // 30 mei 2013 n
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
over fiscaliteit, accountancy en vennootschapsrecht
De aangifte personenbelasting, vak per vak Guy Poppe, De Broeck Van Laere & Partners
In dit overzicht bieden we een selectie van rechtspraak, rulings en circulaires personenbelasting die betrekking hebben op aanslagjaar 2013.
VAK II – PERSOONLIJKE GEGEVENS EN GEZINSLASTEN Personen ten laste In een circulaire van 14 december 2012 geeft de administratie toelichting bij het aangepaste administratieve standpunt voor het berekenen van de toegelaten bestaansmiddelen van ascendenten en zijverwanten tot de tweede graad van 65 jaar of ouder. Voor de berekening van de grens van de toegelaten bestaansmiddelen moet bij 65-plussers geen rekening worden gehouden met een eerste schijf van hun pensioen. Opmerkelijk is dat het gewijzigde standpunt reeds toepasselijk is sinds ajr. 2006 (addendum van 14 december 2012 bij de Circulaire Ci.RH. 331/594.501 (AAFisc Nr. 65/2010) van 25 oktober 2010). De ouder die de verhoogde belastingvrije som voor kinderen ten laste inroept draagt de bewijslast dat de kinderen effectief deel uitmaken van zijn gezin. De kinderen waren in casu bij de echtgenote ingeschreven, maar de man wou dat aan de hand van verklaringen van de kinderen zelf, de wijkagent en buurvrouw weerleggen. Dit kan het hof te Antwerpen niet overtuigen (Antwerpen, 4 september 2012). Feitelijke scheiding De rechtbank doorprikt een fictieve feitelijke scheiding. Zo steunt zij zich ondermeer op het ontbreken van een vonnis tot regeling van afzonderlijke verblijfplaatsen en het ontbreken van het betalen van onderhoudsgelden. De inschrijving op afzonderlijke adressen volstaat niet om de scheiding aan te tonen. De scheiding moet blijken uit de feitelijke omstandigheden die verband houden met de concrete levenswijze van de partners (Rb.Luik, 24 november 2011). De vaststellingen van de RVA over de gezinssituatie van de echtgenote in het licht van haar recht op werkloosheidssteun als gezinshoofd bindt de fiscus niet in een onderzoek naar een fictieve feitelijke scheiding (Bergen, 10 oktober 2012).
VAK III – INKOMSTEN VAN ONROERENDE GOEDEREN Het begrip woning
Eén van de voorwaarden om de interesten en kapitaalaflossingen i.v.m. een hypothecaire lening in aanmerking te laten komen voor de aftrek enige en eigen woning, is dat op 31 december van het jaar waarin de lening is afgesloten het de enige woning is. Een geneesheer sloot een hypothecaire lening voor de aankoop van een nieuwe gezinswoning. Hij had op dat tijdstip reeds een appartement dat uitsluitend voor zijn praktijk werd gebruikt. Het hof te Luik oordeelt dat de fiscus terecht oordeelde dat er niet langer voldaan was aan de vereiste van enige woning. Een woning kan geheel of gedeeltelijk voor de uitoefening van een beroepsactiviteit worden aangewend zonder de hoedanigheid van woonhuis te verliezen. De actuele bestemming is dan ook niet van doorslaggevende aard (Luik, 16 mei 2012, Fisc., 2012, afl. 1301, 12). Revalorisatiecoëfficiënt De revalorisatiecoëfficiënt die gehanteerd wordt bij het berekenen van het maximale kostenforfait van 40 % inzake onroerende inkomsten die voortkomen uit de verhuur van onroerende goederen aan natuurlijke personen die het beroepsmatig aanwenden is voor ajr. 2013 vastgesteld op 4,10. Dezelfde coëfficiënt is ook van belang om te berekenen vanaf welk bedrag een huurinkomen van een bedrijfsleider van de eerste categorie in de zin van artikel 32 WIB 92 moet worden geherkwalificeerd als beroepsinkomsten in plaats van onroerende inkomsten. Achterstallige huur De achterstallige huurgelden die een verhuurder ontvangt, zijn in één keer belastbaar in de personenbelasting, zo stelt de rechtbank van eerste aanleg van Gent (Rb. Gent, 26 juni 2012, Acc. & Fisc., 2012, afl. 44, 8). Recht van opstal De DVB bevestigde dat de omzetting van een handelshuur naar een recht van opstal wegens belangrijke aanpassingswerken een niet-fiscaal motief kan hebben (Ruling nr. 2012.198 van 19 juni 2012, www.ruling.be en Acc. & Fisc., 2012, afl. 35, 8). Volgens de rechtbank van eerste aanleg te Gent is de onderhandse verlenging van
-1-
n r 21 / / 3 0 m e i 2 0 1 3 / / n
een recht van opstal tegenstelbaar aan de fiscus (Rb. Gent, 19 februari 2013, Acc. & Fisc., 2013, afl. 10, 8). Vrijstelling KI Het Hof van Cassatie bevestigde dat twee afzonderlijke appartementen één eigen woning kunnen uitmaken. Voor de vrijstelling van het kadastraal inkomen is niet vereist dat de woning uit één kadastraal perceel bestaat (Cass., 29 november 2012, www.cass.be). Vrijstelling Alle bedragen verkregen n.a.v. de vestiging of overdracht van een recht van opstal of erfpacht of van gelijkaardige onroerende rechten zijn belastbaar als onroerende inkomsten (art. 7, §1, 3° WIB 92). Hierop bestaat een uitzondering voor bedragen verkregen voor het verlenen van het recht van gebruik van gebouwde onroerende goederen ingevolge een niet-opzegbare overeenkomst van erfpacht of van opstal of van een gelijkaardig onroerend recht onder bepaalde voorwaarden die betrekking hebben op de wedersamenstelling van het kapitaal en het lot van het gebouw op het einde van de overeenkomst. Het hof te Antwerpen bevestigde dat die uitzondering kon worden ingeroepen door een tandarts die het beroepsmatige deel van zijn gebouw voor negen jaar in leasing had gegeven aan zijn bvba. De leasingvergoeding voldeed aan de voorwaarden. Bovendien vereist het begrip ‘aan een recht van opstal of erfpacht gelijkaardig onroerend recht‘ niet dat er een zakelijk recht wordt gevestigd. De fiscus kan op grond van het (oude) artikel 344, §1 WIB 92 het stelsel van financiële leasing niet vervangen door dat van operationele leasing of huur, dat fiscaal nadeliger uitvalt voor de belastingplichtige (Antwerpen, 20 december 2011, TFR, 2012, afl. 427). Huurvoordelen De vergoeding die een verhuurder (natuurlijk persoon) van een handelspand ontvangt wegens uitzonderlijke waardevermindering door het specifieke industriële gebruik is belastbaar als een huurvoordeel (Gent, 22 november 2011, TFR, 2012, afl. 420). De fiscus belast een bedrijfsleider op huurvoordelen voor de belangrijke verbouwingswerken die zijn vennootschap heeft verricht. De belastingplichtige roept in dat hij afstand van natrekking heeft gedaan, en dus niet kan worden belast op de huurvoordelen. De rechtbank te Aarlen verwerpt deze zienswijze omdat de afstand van natrekking geen vaste datum had. Zij werd pas 10 jaar later in een geschrift opgenomen (Rb. Aarlen, 18 april 2012). Erfpachtvergoeding Het gedeelte van een erfpachtvergoeding dat betrekking heeft op de indexatie is niet belastbaar als onroerend inkomen (Brussel, 15 februari 2012, Acc. & Fisc., 2012, afl. 32, 4).
VAK IV – WEDDEN-LONEN – VERVANGINGSINKOMSTEN Bezoldigingen De vergoeding die een werkgever betaalt als compensatie voor een na de stopzetting van activiteiten afgesloten niet-
-2-
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
concurrentiebeding en een niet-afwervingsbeding is belastbaar als loon, en niet als toevallige baten in de zin van artikel 90, 1° WIB 92. Volgens het hof te Gent kan niet worden ontkend dat deze vergoeding verkregen werd uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid bij zijn vroegere werkgever (Gent, 26 juni 2012, Fisc., 2012, afl. 1315, 12). Een Belgische rijksinwoner vraagt de vrijstelling voor zijn in Luxemburg uitbetaalde vergoedingen. De taxatiediensten oordelen dat hij niet het bewijs leverde dat hij daadwerkelijk een leidinggevende, technische of commerciële activiteit leverde. Aangezien hij geen enkel document kon voorleggen oordeelde de rechtbank te Luik dat de vrijstelling terecht geweigerd werd (Rb. Luik, 5 oktober 2011). Bezoldiging sportbeoefenaars In een circulaire van 12 november 2012 geeft de administratie toelichting bij de wet van 28 april 2011 inzake de vrijstelling van doorstorting van de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor bezoldiging van sportbeoefenaars (Circulaire CI.RH.244/631.502 (AAFisc nr. 35/2012) van 12 november 2012, www.fisconetplus.be). Opzeggingsvergoedingen In een circulaire van 13 maart 2012 werkt de administratie haar commentaar bij inzake onder meer de (begrensde) vrijstelling voor de bezoldigingen verkregen tijdens de opzeggingsperiode en de eigenlijke opzeggingsvergoeding (Circulaire CI.RH.242/614.675 (AOIF nr. 12/2012) van 13 maart 2012, www.fisconetplus.be en Acc. & Fisc., 2012, afl. 20, 6-8). Een jaar waarin een werknemer loopbaanonderbreking nam (om een zelfstandige activiteit als softwareconsultant op te starten) kan niet als een jaar met een normale beroepswerkzaamheid in de zin van artikel 171, 5° WIB 92 worden beschouwd voor het bepalen van het tarief (Rb. Leuven, 8 augustus 2012).
VOORDELEN VAN ALLE AARD Algemene bewijsvoering De administratie moet het bewijs leveren van de band met de beroepsactiviteit (Cass., 17 maart 2011, www.cass.be en Gent, 8 november 2011, Acc. & Fisc., 2012, afl. 9, 12). – Bedrijfswagens Met ingang van 1 januari 2012 wordt het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens berekend in functie van de (tijdens de eerste vijf jaar) gecorrigeerde cataloguswaarde, die verhoogd of verlaagd wordt in functie van de CO2uitstoot, met minimaal 4 % en maximaal 18 %. Voor de praktische toelichting verwijzen we naar de FAQ-lijst op de website van de FOD Financiën (zie ook Acc. & Fisc., 2012, afl. 5, 1-4). De rechtbank van eerste aanleg te Luik oordeelde dat de verplaatsingen tussen de maatschappelijke zetel van het bedrijf (die samenvalt met de woonplaats van de bedrijfsleiders) en de diverse exploitatiezetels louter beroepsmatige verplaatsingen zijn. Als deze
n r 2 1 / / 30 mei 2013 / / n
verplaatsingen gebeuren met een bedrijfswagen geeft zulks geen aanleiding tot een belastbaar voordeel van alle aard (Rb. Luik, 5 september 2011, RGCF, 2012/6, 435). – Gratis woonst Met ingang van 1 januari 2012 werd het voordeel voor gratis woonst aanzienlijk verzwaard voor onroerende goederen met een (geïndexeerd) kadastraal inkomen van meer dan 745 EUR. Het voordeel wordt berekend als volgt: geïndexeerd KI x 100/60 x 3,98. In antwoord op een parlementaire vraag bevestigde de minister dat bij een gemengd gebruik het voordeel van alle aard enkel dient te worden berekend op het gedeelte van het geïndexeerde KI dat privatief wordt gebruikt. Indien het privégedeelte onder de 745 EUR duikt, kan voor dat deel zelf gebruik worden gemaakt van de lagere coëfficiënt (1,25 i.p.v. 3,98) (Vr. & Antw., Kamer, 2012-2013, nr. 92, vr. 616 Karel Uyttersprot d.d. 06.11.2012 en Acc. & Fisc., 2013, afl. 3, 8). Het hof te Gent stelde dat het voordeel van alle aard steeds op forfaitaire wijze moet worden geraamd, zowel bij huur als bij terbeschikkingstelling. Het voordeel kan niet worden vermeden door tegen een gunstprijs te verhuren. In casu was een vennootschap vruchtgebruiker van een onroerend goed dat zij aan een gunstprijs verhuurde aan haar bedrijfsleider (Gent, 12 juni 2012, Acc. & Fisc., 2012, afl. 39, 6). – Gratis elektriciteit en verwarming De voordelen werden vanaf 1 januari 2012 opnieuw verhoogd voor bedrijfsleiders en leidinggevend personeel. Voor 2012 bedragen ze:
Gratis elektriciteit Gratis verwarming
Bedrijfsleider/leidinggevend personeel 910 EUR
Anderen
1.820 EUR
820 EUR
410 EUR
– Gratis lening Wanneer een zaakvoerder tegelijk een lening heeft toegestaan aan de vennootschap en zijn rekening-courant een debetstand vertoont, en de vennootschap beslist om geen interesten te betalen op de lening in de mate dat er een debetstand rekening-courant bestaat, kan ervan worden uitgegaan dat het ene het andere opheft en dat er geen voordeel van alle aard meer bestaat. De Administratie gaat evenwel niet mee in die redenering gezien de lening en de debetstand van de rekeningcourant een verschillende oorsprong, aard of doel hebben en bijgevolg niet zomaar kunnen worden samengevoegd. De Administratie is van mening dat roerende inkomsten (interesten op de lening) niet zomaar mogen worden gecompenseerd met beroepsinkomsten (fictieve debetintresten, welke kwalificeren als VAA en dus als een beroepsinkomen) (Gent, 18 september 2012, Acc. & Fisc., 2012, afl. 39, 5). Diversen Wanneer een vennootschap een veranda aanbouwt aan de privéwoning van haar bedrijfsleider (over het
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
beroepsmatige gebruik van de veranda bestaat geen betwisting), heeft er een stilzwijgende verzaking van het recht op natrekking plaatsgevonden en werd op die manier een stilzwijgend recht van opstal toegestaan. De veranda is en blijft bijgevolg eigendom van de vennootschap. Er is geen reden om een VAA of een abnormaal of goedgunstig voordeel te weerhouden (Rb.Antwerpen, 15 juni 2012, Acc. & Fisc., 2012, afl. 27, 6). De forfaitaire waardering voordelen van alle aard in de regeling PC-privé geldt enkel voor werknemers, en niet voor bedrijfsleiders. De minister van Financiën preciseerde evenwel dat werknemers die een kosteloos mandaat van bedrijfsleider uitoefenen, wel in aanmerking komen (Vr. & Antw., Kamer, 2011-12, nr. 49, 19). Wanneer de ICT-policy van een werkgever uitdrukkelijk voorziet dat de aan de werknemers ter beschikking gestelde draagbare pc’s uitsluitend voor professionele doeleinden mogen worden aangewend, is er geen belastbaar voordeel van alle aard (Ruling nr. 2011.502 van 20 december 2011, www.ruling.be). In het geval een werkgever een gsm ter beschikking stelt voor hoofdzakelijk beroepsmatig gebruik, in combinatie met een beperkt privégebruik, aanvaardt de Rulingcommissie een voordeel van alle aard van 150 EUR op jaarbasis (Ruling nr. 2011.502 van 20 december 2011, www.ruling.be en Acc. & Fisc., 2012, afl. 30, 7-8). Kosten m.b.t. bewaking en beveiliging van een gebouw die een vennootschap draagt zijn voordelen van alle aard voor haar bedrijfsleiders. Het zijn louter privatieve kosten tot vrijwaring van de persoonlijke bezittingen van het welstellende gezin van de bedrijfsleider (Rb. Antwerpen, 16 november 2011).
KOSTENVERGOEDINGEN De afgelopen maanden werden tal van rulings inzake kosten eigen aan de werkgever gepubliceerd, die exacte bedragen bevatten van de vergoeding voor een waaier van kosten, zoals onder meer voor kantoorkosten thuis (inrichten, onderhouden en gebruiken kantoor, elektriciteit, water, verzekering, interesten, kantoorbenodigdheden), secundaire autokosten (d.w.z. parkingtickets en carwash) en representatiekosten (receptiekosten, kleine persoonlijke geschenken, giften en sociale verplichtingen) en liberaliteiten (zoals fooien, steunkaarten, vestiairekosten) (ruling nr. 2011.064 van 5 april 2011, rulings nr. 2012.283 en 2012.389 van 27 november 2012, ruling nr. 2012.368 van 23 oktober 2012 en ruling nr. 2012.395 van 11 december 2012). Kosten eigen aan de werkgever zijn, behoudens tegenbewijs, niet belastbaar bij de genieter. Dit vermoeden van onbelastbaarheid kan de fiscus pas weerleggen door aan te tonen dat de kostenvergoeding een verkapte bezoldiging is (Antwerpen, 20 maart 2012, onuitgeg.). De rechtbank te Brussel stelde evenwel dat het vermoeden van onbelastbaarheid kan worden weerlegd door te wijzen op het onredelijke of onverantwoorde karakter. In casu ging het over restaurantkosten en
-3-
n r 21 / / 3 0 m e i 2 0 1 3 / / n
relatiegeschenken van een notaris (Rb. Brussel, 8 oktober 2012, Acc. & Fisc., 2012, afl. 37, 4-5). Kostenvergoeding buitenlandse dienstreizen Werknemers en bedrijfsleiders kunnen voor korte buitenlandse dienstreizen genieten van een belastingvrije vergoeding kosten eigen aan de werkgever. Die schalen zijn dezelfde als degene die de FOD Buitenlandse Zaken en Handel hanteert voor haar ambtenaren, en die jaarlijks wordt aangepast. De meest recente lijst werd opgenomen in het MB van 21 maart 2012. In antwoord op een parlementaire vraag bevestigde de minister dat de administratie werkt aan een regeling voor langere buitenlandse verblijven (Vr. & Antw., Kamer, 2011-12, nr. 48, 28). Een apotheker die op aanzienlijke afstand van zijn woonplaats was tewerkgesteld brengt per werkdag een bedrag van 8 euro voor een maaltijd in aftrek als beroepskosten. De rechtbank te Brugge benadrukte dat de kosten van een middagmaal in beginsel privékosten zijn, enkel de meerkost die voortvloeit uit een beroepswerkzaamheid kan een beroepskost uitmaken. Voor ajr. 2009 was de normale kost van een thuis bereid middagmaal 3 euro, dat moet worden afgetrokken van de gemiddelde maaltijdkost (11,5 euro). Op het saldo moet dan nog de aftrekbeperking voor restaurantkosten (31 %) worden toegepast (Rb. Brugge, 12 november 2012, Fisc., 2013, afl. 1324, 11). Vrijwilligersvergoeding De fiscus aanvaardt dat de forfaitaire kostenvergoeding, toegekend aan vrijwilligers in verenigingen, werkelijke kosten dekken – en dus vrijgesteld zijn van belastingen en sociale bijdragen in de mate dat zij in 2012 niet hoger zijn dan 31,44 EUR per dag en 1.257,51 EUR per jaar. Wanneer een vrijwilliger naast zijn vrijwilligersvergoeding ook een vergoeding voor verplaatsingskosten ontvangt (maximaal 2.000 km aan het forfait dat de overheid aan de federale ambtenaren toekent) ontstaat er geen ficheplicht. De terugbetaalde verplaatsingskosten moeten wel worden opgenomen op de nominatieve lijst die de vereniging moet bijhouden in het kader van de forfaitaire kostenvergoeding vrijwilligers (Acc. & Fisc., 2012, afl. 37, 5-6).
SOCIALE VOORDELEN De regeling voor ecocheques geldt volgens artikel 38 WIB 92 voor werknemers en bedrijfsleiders. In antwoord op een parlementaire vraag bevestigde de minister van Financiën dat deze vrijstelling ook geldt voor agenten van openbare diensten, zowel de statutaire als de contractuelen (Circulaire Ci.RH.241/615.676 (AAFisc nr. 11/2012) van 6 maart 2012, www.fisconetplus.be). De administratie bevestigde dat de omzetting van maaltijdcheques in ecocheques (en omgekeerd) niet kwalificeert als betaling, en dus de vrijstelling niet in gevaar brengt. Hiermee volgt de fiscus de RSZadministratie (Circulaire Ci.RH. 242/614.292 (AAFisc nr. 13/2012) d.d. 19.03.2012).
-4-
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
Het gratis verstrekken van fruit als tussendoortje voor de onmiddellijke consumptie tijdens de werkuren is een vrijgesteld sociaal voordeel voor de werknemer. Voor de werkgever zijn de kosten wel aftrekbaar. Deze gunstregeling geldt niet voor grote hoeveelheden fruit of fruitmanden die thuis worden geconsumeerd (Circulaire Ci.RH.242/618.836 (AAFisc nr. 27/2012) van 6 augustus 2012, www.fisconetplus.be). Een éénmalige premie van 500 EUR die een onderneming n.a.v. haar zestigjarige bestaan toekent aan haar werknemers en bedrijfsleiders is een vrijgesteld sociaal voordeel (ruling nr. 2011.484 van 20 december 2011, www.ruling.be, in dezelfde zin premie van 150 EUR n.a.v. het vijftigjarige bestaan: ruling nr. 2012.008 van 21 maart 2012). Het schenken van een fiets of mountainbike n.a.v. het tienjarige bestaan van de aangepaste bedrijfsstructuur, waarop het logo van het bedrijf duidelijk wordt vermeld, is eveneens een vrijgesteld sociaal voordeel (ruling nr. 2011.458 van 17 januari 2012, www.ruling.be). Ook het schenken van een iPod Touch met een waarde van 299 EUR door een innovatief bedrijf aan haar werknemers n.a.v. het binnenhalen van een belangrijk contract is een vrijgesteld sociaal voordeel (ruling nr. 2012.139 van 8 mei 2012). In deze vier casussen waren de sociale voordelen wel als verworpen uitgaven te beschouwen in de vennootschapsbelasting. Het voordeel dat ten name van werknemers voortvloeit uit het aanschaffen tegen een voordelige prijs van computersoftware voor thuisgebruik en dat door een verwante firma wordt gemaakt, is een sociaal voordeel (ruling nr. 2012.186 van 26 juni 2012, www.ruling.be). Ziektevergoedingen Indien een leraar met terugwerkende kracht een hogere ziektevergoeding ontvangt, zijn deze als achterstallen belast aan het gemiddelde tarief m.b.t. het geheel van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige een normale beroepswerkzaamheid had. Het hof te Antwerpen onderstreepte dat dit referentiejaar er ook één kan zijn waarin de leraar uitsluitend vervangingsinkomsten ontving wegens zijn ziekte (Antwerpen, 8 januari 2013, Fisc., 2013, afl. 1336, 11). Volgens het Hof van Cassatie moet men evenwel voor het bepalen van de gemiddelde aanslagvoet van het laatste normale activiteitsjaar kijken naar het laatste jaar waarin de belastingplichtige beroepsinkomsten heeft genoten uit een normale beroepswerkzaamheid. Vervangingsinkomsten voldoen niet (Cass. 14 maart 2013).
BEROEPSKOSTEN Bewijsvoering algemeen Naamloze kastickets van grootwarenhuizen tonen niet aan dat de belastingplichtige die ze inbrengt als kosten ook daadwerkelijk deze uitgaven betaald heeft (Brussel, 19 december 2012). Het louter voorleggen van een VISAuittreksel van restaurantkosten en gelegenheidsgeschenken, zonder de achterliggende btw-bonnetjes of facturen, volstaat niet als bewijs van het beroepsmatige
n r 2 1 / / 30 mei 2013 / / n
karakter. Een advocaat kan zich niet verschuilen achter zijn beroepsgeheim wanneer de fiscus vraagt met wie hij gaan eten is, of wie de begunstigde was van de gelegenheidsgeschenken (Rb. Leuven, 1 juni 2012). Diverse kosten De kosten van verdediging die een advocaat moet betalen voor zijn strafrechtelijke verdediging in een oplichtingszaak zijn niet aftrekbaar als beroepskost. De rechter te Leuven oordeelde dat bedrog en oplichting niet behoren tot de activiteiten van een advocaat (Rb. Leuven, 4 april 2012, Fisc., 2012, afl. 1301, 11). De bijdrage voor de Vlaamse Zorgverzekering is geen aftrekbare beroepskost. Het hof te Gent benadrukte dat er geen noodzakelijk verband bestaat tussen de betaling van deze bijdrage en de beroepsactiviteit, in casu een advocaat (Gent, 17 april 2012, Fisc., 2012, afl. 1318, 11). Kosten die betrekking hebben op sollicitaties zijn fiscaal aftrekbare kosten voor een werkloze belastingplichtige. Het zijn kosten gemaakt om een nieuwe baan te vinden, dus om inkomsten te verwerven (Rb.Gent, 25 april 2012, Fisc., 2012, afl. 1301, 11). Een gynaecoloog brengt de kosten van zijn zwembad in als beroepskosten. Het hof te Gent is van oordeel dat deze kosten niet noodzakelijkerwijze betrekking hebben op de beroepswerkzaamheid. Het voorschrijven van prenatale oefeningen in een zwembad kan niet worden gelijkgesteld met het ter beschikking stellen van een zwembad aan de patiënt en de begeleidende kinesitherapeut (Gent, 18 oktober 2011, Fisc., 2012, afl. 1301, 12). De tuinkamer of het zwembad van een doktersvennootschap is geen aftrekbare beroepskost (Rb.Brugge, 10 oktober 2011 en 28 november 2011, Fisc., 2012, 3-4). De heersende opvatting in de rechtspraak huldigt het principe dat kosten van bijscholing slechts aftrekbaar zijn indien de opleiding bijdraagt tot het ‘beter’ uitoefenen van een bestaand beroep. De rechtbank van eerste aanleg te Brussel beschouwt de kosten van een MBA-opleiding als beroepskosten ondanks het feit dat de werknemer zijn werkgever, die hem aangespoord had om zijn technische bagage te verhogen, had verlaten wegens de onmogelijkheid om de studie te combineren met de nieuwe taakinvulling na een reorganisatie (Rb.Brussel, 14 juni 2012, Fisc., 2012, afl. 1312, 12). Ook de Rulingcommissie aanvaardde dat de kosten m.b.t. een MBA-opleiding in België (Ruling nr. 2012.401 van 20 november 2012) en in het buitenland (Ruling nr. 2012.417 van 20 november 2012) aftrekbare beroepskosten zijn, zowel het eigenlijke inschrijvingsgeld als de cursussen, verplaatsingskosten en verblijfskosten. De minwaarde die een ambtenaar realiseert bij de verkoop van zijn personenwagen die hij voor het woonwerkverkeer gebruikte is niet aftrekbaar. Kortom, de minderwaarde wordt geacht begrepen te zijn in de forfaitaire kilometervergoeding van 0,15 EUR (Cass., 31 januari 2013, www.cass.be).
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
Een abonnement op het weekblad Trends wordt niet als vakliteratuur, noch als wachtzaallectuur beschouwd voor een apotheker. Vakliteratuur wordt door de rechter te Gent gedefinieerd als literatuur die noodzakelijk is voor de uitoefening van het beroep en bijdraagt tot het actualiseren en uitbreiden van zijn eigen vakkennis (Rb. Gent, 4 juni 2012, Fisc.Koer, 2012, 473). Ook de lidgelden voor een golfclub zijn voor een apotheker geen beroepskosten. De apotheker toont niet aan dat zijn lidmaatschap bijdraagt tot het verkrijgen of behouden van belastbare inkomsten (Rb. Gent, 4 juni 2012, Fisc.Koer., 2012, 473). Een televisiejournaliste, tevens communicatieverantwoordelijke bij een ministerieel departement, brengt haar kosten van kledij, kapper en tandarts in als beroepskosten. De rechtbank te Leuven aanvaardt dat 30 % van de kledijkosten aftrekbaar zijn, en 50 % van de kosten van kappersbezoeken, tandarts en bril en lenzen (Rb.Bergen, 14 december 2010, Fisc.Koer., 2011, 409). Van een wagen die niet verzekerd was kan aldus het hof te Brussel redelijkerwijze worden aangenomen dat er niet mee gereden werd, en de kosten ervan zijn dan ook ten onrechte in de beroepskosten opgenomen (Brussel, 19 december 2012). Het hof te Brussel aanvaardt 50 % van de bijdragen die een accountant betaalt aan de Lionsclub als beroepsmatige kosten, die zij kwalificeert als bijdragen aan vakgenootschappen en beroepsorganisaties. Langs deze weg kon hij zijn professionele netwerk uitbouwen (Brussel, 25 oktober 2012). Indien het woon-werkverkeer per motor wordt afgelegd zijn deze kosten fiscaal aftrekbaar. De belastingplichtige moet zijn kilometers en kosten (onder meer brandstofkosten) bewijzen. Twee schriftelijke verklaringen van collega’s worden door de rechtbank te Antwerpen terzijde geschoven als bewijsstuk (Rb. Antwerpen, 24 juni 2011, Acc. & Fisc., 2013, afl.3, 7). Het hof te Brussel verwierp de kosten van onderhoud voedsel van twee (waak)honden omdat belastingplichtige niet aantoonde dat zij uitsluitend beroepsmatig gebruikte ruimten bewaakten (Brussel, oktober 2012).
en de de 11
De afschrijving en onderhoudskosten van een grasmachine zijn voor de helft beroepskosten indien het grasveld in het zicht ligt van de klanten (Brussel, 11 oktober 2012). Afschrijvingen Het feit dat na stopzetting van de activiteiten niet meer kan worden afgeschreven is volgens het Grondwettelijk Hof niet discriminerend (GrondW.H., arrest nr.190/211 van 13 december 2011, Acc. & Fisc., 2012, afl. 3, 3). Het hof te Brussel bevestigde dat de stopzetting van een beroepsactiviteit (in casu verzekeringsmakelaar) geen reden is voor een uitzonderlijke afschrijving op het kantoorgebouw. De desaffectatie volstaat niet voor een éénmalige uitzonderlijke afschrijving (Brussel, 13 september 2012, Acc. & Fisc., 2013, afl. 5, 5).
-5-
n r 21 / / 3 0 m e i 2 0 1 3 / / n
Indien een belastingplichtige in het jaar van de aankoop van de wagen de motor moet laten herbouwen, kunnen de kosten ervan rechtstreeks in kosten worden genomen. Het betreft immers kosten voor de instandhouding van het voertuig, dus herstellingskosten (Gent, 14 februari 2012, TFR, afl. 423). Het hof te Brussel verwerpt de afschrijvingen op een pand, alsmede de financieringslasten m.b.t. een pand dat een accountant liet bouwen voor zijn praktijk maar dat gedurende de gecontroleerde jaren niet afgewerkt was en leeg stond (Brussel, 25 oktober 2012). Rollend materieel dat in de maand oktober werd gekocht en gedeeltelijk betaald in dat boekjaar, maar pas in het volgende jaar werd geleverd en waarbij de verkoper eigendomsvoorbehoud heeft gestipuleerd, kan fiscaal in het jaar van aankoop niet worden afgeschreven (Rb.Leuven, 9 december 2011, TFR, afl. 420). In een circulaire van 25 februari 2013 geeft de administratie toelichting bij de fiscale aspecten van carpooling, waarbij zowel de aftrek van de beroepskosten als de vergoeding voor woon-werkverkeer aan bod komt (Circulaire Ci. RH 241/620.842 (AAFisc nr. 9/2013) van 25 februari 2013, Acc. & Fisc., 2013, afl.10, 8). Een bril waarvan het beroepsmatige gebruik niet in vraag werd gesteld is afschrijfbaar op 3 jaar (Rb. Antwerpen, 10 april 2012, Fisc., 2012, afl. 1315, 13). De boeken en tijdschriftcollecties van een kunsthistoricus ondergaan een waardevermindering door het verouderingsproces en de afname van de actuele waarde. Een lineaire afschrijving van 14 % wordt aanvaard (Rb.Gent, 15 mei 2013, Acc. & Fisc., 2013, afl. 14, 7). Onredelijke beroepskosten Het hof te Antwerpen oordeelde dat een Lotus sportwagen een onredelijke beroepskost uitmaakt (Antwerpen, 17 januari 2012, Fisc., 2012, afl. 1294, 9). Een Porsche Carrera 911 werd wel aanvaard als beroepskost van een verzekeringsmakelaar, zelfs nadat bleek dat de wagen niet reglementair was ingeschreven (Rb. Gent, 22 mei 2012, Fisc., 2012, afl. 1302, 11). Een belastingplichtige realiseert gedurende opeenvolgende jaren aanzienlijke verliezen op haar zelfstandig bijberoep. De kosten hebben voornamelijk betrekking op de afschrijvingen op en de leningslasten m.b.t. een onroerend goed dat zij kocht bij aanvang van haar zelfstandige activiteiten. De rechter stelt vast dat de taxatiediensten nalaten aan te tonen waarom de kosten m.b.t. dat pand op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overschrijden. De uitgaven werden dan ook ten onrechte verworpen (Rb. Leuven, 14 september 2012).
VAK V – PENSIOENEN Polis gewaarborgd inkomen Een beoefenaar van een vrij beroep is ingevolge een ongeval tijdens de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheid tijdelijk arbeidsongeschikt. Hij ontvangt uitkeringen uit een individuele polis gewaarborgd inkomen die in een uitkering van een rente
-6-
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
voorziet in geval van economische ongeschiktheid door ziekte of een ongeval. Volgens het hof te Antwerpen is de rente niet belastbaar aangezien zij niet tot doel heeft een inkomstenverlies te vergoeden. Het feit dat er een rechtstreeks of onrechtstreeks verband bestaat met de beroepswerkzaamheid volstaat op zich niet voor taxatie. De fiscus heeft dit bewijs niet geleverd (Antwerpen, 28 februari 2012, FJF, N° 2012/252 en Fisc., 2012, afl. 1297, 10). De vergoeding die een bedrijfsleider ontvangt uit een groepsverzekering ‘invaliditeitsrente’ die in een tussenkomst voorziet bij economische invaliditeit is niet belastbaar, zelfs niet wanneer de verzekeringsmaatschappij ze op de fiche 281.14 heeft vermeld en (ten onrechte) bedrijfsvoorheffing heeft ingehouden. Er is weliswaar een verhoogde graad van economische ongeschiktheid, maar geen sprake van inkomstenverlies (Rb.Brugge, 10 december 2012, Fisc., 2013, afl. 1333, 11). AOW-uitkering In een opmerkelijk arrest komt het hof van beroep tot de vaststelling dat een Nederlandse AOW-uitkering in bepaalde gevallen toch niet belastbaar is in België (Antwerpen, 4 december 2012, Fisc., 2013, afl. 1328, 11, contra Cass., 12 november 2009, www.cass.be). Het hof te Gent acht een AOW-uitkering wel belastbaar wegens het bestaan van een band met de beroepswerkzaamheid (Gent, 29 november 2011, Acc. & Fisc., 2012, afl. 1, 6, in dezelfde zin: Antwerpen, 23 oktober 2012 en Rb.Hasselt, 5 oktober 2012). Volgens de rechtbank te Antwerpen moet een onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarin het pensioen genoten wordt door een persoon die voorheen een dienstbetrekking in Nederland uitoefende dan wel wanneer het pensioen werd genoten op basis van een solidariteitsgedachte aan een belastingplichtige die nooit enige dienstbetrekking had in Nederland. In het laatste geval is het AOW-pensioen niet belastbaar in België (Rb. Antwerpen, 6 juni 2012, TFR, 2012, afl. 431 en Rb. Antwerpen, 13 januari 2012 en FJF, N° 2012/191).
VAK VII – INKOMSTEN VAN KAPITALEN EN ROERENDE GOEDEREN In een circulaire van 1 februari 2013 geeft de administratie toelichting bij de vigerende tarieven roerende voorheffing in 2012 en 2013 (Circulaire CI.RH.233/623.477 (AAFisc nr. 6/2013) van 1 februari 2013). Voor 2012 geldt in bepaalde gevallen een bijkomende heffing op sommige aan het tarief van 21 % onderworpen roerende inkomsten. In een circulaire van 2 juli 2012 geeft de administratie verdere toelichting (Circulaire CI.RH.313/617.711 (AAFisc nr. 24/2012 van 2 juli 2012, www.fisconetplus.be en Acc. & Fisc., 2012, afl. 28, 7-8). In een circulaire van 25 januari 2013 geeft de administratie toelichting bij het fiscale regime van gestructureerde effecten (Circulaire CI.RH.231/532.259 (AAFisc nr. 3/2013) van 25 januari 2013).
n r 2 1 / / 30 mei 2013 / / n
De terugbetaling van het gestorte kapitaal is geen dividend, indien dit gebeurt ter uitvoering van een regelmatige beslissing tot vermindering van het maatschappelijk kapitaal. Deze bepaling geldt ook voor buitenlandse vennootschappen, mits (i) het betrokken kapitaal dezelfde kenmerken heeft als gestort kapitaal in de zin van artikel 184 WIB 92, en (ii) de terugbetaling effectief wordt aangerekend op het gestorte kapitaal, en (iii) de beslissing tot terugbetaling wordt genomen overeenkomstig het vennootschapsrecht van het land waar de buitenlandse vennootschap is gevestigd en de aldaar ter zake geldende bepalingen gelijkwaardig zijn aan deze die voorzien zijn in het Belgisch Wetboek van Vennootschappen (Circulaire nr. CI.RH.231/602.851 (AAFZ nr. 2/2012) van 10 januari 2012 en Acc. & Fisc., 2012, afl. 5, 5-6). Netto-inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik of concessie van roerende goederen De verhuur van cliënteel blijft veel rechtspraak opleveren. Het Hof van Cassatie oordeelde dat de verhuur van een patiëntenbestand door een huisarts aan een door hem opgerichte bvba geveinsd was, en dit op grond van de wet op de gezondheidsberoepen die stipuleert dat niemand geneeskunde mag beoefenen zonder diploma van dokter. De ontvangen huurvergoedingen werden hierdoor belast als baten i.p.v. roerende inkomsten (Cass., 19 januari 2012, www.cass.be en Acc. & Fisc., 2012, afl. 8, 7). Anderzijds oordeelde het hof te Luik dat de verhuur van een verzekeringsportefeuille niet geveinsd was. De partijen hadden volgens het hof alle gevolgen van de overeenkomst nageleefd (Luik, 27 februari 2012, TFR, afl. 424). De rechter te Leuven bevestigde dat de verhuur van het materieel en wagenpark uit de vroegere eenmanszaak wel degelijk als roerende inkomsten belastbaar zijn, en niet als winsten. Het afsluiten van de huurovereenkomst en het ter beschikking stellen is aldus de rechter een éénmalige handeling terwijl een taxatie als winsten een geheel van verrichtingen vereist die zich vaak genoeg voordoen om een gewone bedrijvigheid op te leveren (Rb. Leuven, 6 januari 2012, Fisc. Koer, 2012, 286). Auteursrechten De administratie bevestigt in een circulaire van 21 mei 2012 dat ook werknemers gebruik kunnen maken van de fiscaal gunstige regeling van auteursrechten mits de overeenkomst waarin de cessie of concessie van auteursrechten vastgelegd wordt uitdrukkelijk in een specifieke vergoeding voorziet die verschillend is van de bezoldiging als werknemer (Circulaire CI.RH.231/65.842 (AAFisc nr. 21/2012) van 21 mei 2013). De Rulingcommissie aanvaardde dat de vergoeding van een spreker voor het geven van een seminarie voor 50 % als een vergoeding voor de cessie of concessie van auteursrechten kwalificeert, mits de spreker een substantiële syllabus opmaakt (Ruling nr. 2012.102 van 24 april 2012, www.ruling.be). Volgens de Rulingcommissie zijn de inkomsten die voortvloeien uit de cessie en concessie van auteursrechten op computerprogramma’s uitgesloten van het fiscale
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
stelsel van auteursrechten (Rulingcommissie Jaarverslag 2010, Parl.St., Kamer, 2011-2012, nr. 53-2313-001). In antwoord op een parlementaire vraag oordeelde de minister van Financiën anders (Senaat, Vr. nr. 5-1266 van 9 februari 2011 en Vr. nr. 5-1265). De minister van Financiën bevestigde dat de opmaak van individuele fiches 281.45 en bijhorende samenvattende staat slechts een facultatief karakter heeft aangezien ze niet verplicht moeten worden ingediend (Vr. & Antw., Kamer, 2011-2012, nr. 49, p. 47-49 en Acc. & Fisc., 2012, afl. 10, 3-4). Levensverzekeringen Een levensverzekeringscontract dat begint te lopen van 1 juli 1994 om te eindigen op 1 juli 2002 heeft wel degelijk een looptijd van meer dan 8 jaar, en voldoet dus aan de vrijstelling. Een periode van acht jaar begint de eerste dag van die periode vanaf de overeengekomen datum, in casu 1 juli 1994 om 00.00 uur en eindigt acht jaar later, in casu 30 juni 2002 om 24.00 uur (Cass., 19 januari 2012, www.cass.be, en Acc. & Fisc., 2012, afl. 10, 1-2; eerder in dezelfde zin: Cass., 20 mei 2010, www.cass.be).
VAK VIII – VORIGE VERLIEZEN EN AFTREKBARE BESTEDINGEN Onderhoudsgelden Onderhoudsgelden zijn voor 80 % aftrekbaar in het jaar waarin ze werkelijk betaald zijn. Bij beslag onder derden wegens het niet nakomen van de onderhoudsplicht is er slechts sprake van betaling zodra de gelden het vermogen van de belastingplichtige effectief verlaten hebben. Dit is nog niet het geval wanneer de gelden op een geblokkeerde rekening bij een derde (werkgever) geparkeerd staan (Gent, 13 maart 2012, FJF, N° 2012/192). Het hof te Antwerpen stelde dat wanneer onderhoudsgelden met terugwerkende kracht worden verhoogd, zij enkel aftrekbaar zijn in het jaar waarin ze hadden moeten worden betaald, en niet in het latere jaar van betaling. Wanneer een belastingplichtige wordt veroordeeld tot het betalen van een bepaald bedrag bij gerechtelijke beslissing in het jaar X, en hij verzet zich hiertegen door in beroep te gaan, en hij betaalt pas wanneer er een uitspraak wordt gedaan in beroep (jaar X+3), komt deze achterstallige betaling in het jaar X+3 niet in aanmerking voor aftrek (Antwerpen, 26 juni 2012, Acc. & Fisc., 2013, afl. 8, 6). Het louter storten van onderhoudsgelden op een rekening van de vrouw zonder enige vermelding volstaat op zich niet om het periodieke karakter van het betalen van onderhoudsgelden te bewijzen, waardoor de man ze niet kan aftrekken (Bergen, 30 mei 2012). Het hof van beroep te Gent bevestigde dat de aftrek voor onderhoud en restauratie van beschermde gebouwen (artikel 104, 8° WIB 92) ook kan worden ingeroepen door de naakte eigenaar (Gent, 5 mei 2012, Fisc., 2012, afl. 1314, 10 en TFR, afl. 432).
-7-
n r 21 / / 3 0 m e i 2 0 1 3 / / n
Verliezen zijn slechts aftrekbaar en overdraagbaar indien er sprake is van een beroepswerkzaamheid. Een belastingplichtige stelde dat zijn zeilboot geregeld verhuurd werd, en derhalve de afschrijvingen en kosten van deze (beperkte) inkomsten in mindering konden worden gebracht. Een sporadische huur volstaat niet om van een beroepsactiviteit te kunnen spreken (Antwerpen, 16 november 2012). Als een werknemer voor een bijberoep gedurende vijf opeenvolgende jaren deficitair afsluit, ontbreekt de intentie om winst te maken. Dit volstaat voor het verwerpen van deze verliezen (Rb. Leuven, 2 november 2012). De zelfstandige nevenactiviteit van een belastingplichtige wordt door de fiscus verworpen wegens het beweerdelijk niet bewijskrachtig zijn van de boekhouding. De fiscus zet het resultaat op nul. Het hof te Antwerpen verwerpt deze zienswijze. Zelf als de boekhouding niet bewijskrachtig is, moet de fiscus aantonen wat het precieze belastbare inkomen is. De administratie handelt willekeurig (Antwerpen, 28 juni 2011, TFR, afl. 413).
VAK IX – INTERESTEN EN KAPITAALAFLOSSINGEN VAN LENINGEN De uitgaven (intresten en kapitaalaflossingen) die betrekking hebben op het deel van de hypothecaire lening dat heeft gediend voor het financieren van architectenkosten komen in aanmerking voor de aftrek voor enige en eigen woning, op voorwaarde dat deze rechtstreeks verband houden met de aankoop, de bouw of de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van een in art. 12, § 3, WIB 92 bedoelde woning (Circulaire Ci.RH. 26/614.524 van 19 oktober 2012). In een andere circulaire bevestigde de administratie dat een woonboot niet als woning kan worden aangemerkt in de regeling enige en eigen woning (Circulaire Ci.RH. 241/620.281 van 17 oktober 2012).
VAK XV – DIVERSE INKOMSTEN Uit het op eigen initiatief opstarten van onderhandelingen met potentiële overnemers met het oog op de overdracht van een minderheidsdeelneming aan een Luxemburgse vennootschap kan niet worden afgeleid dat er sprake is van abnormaal beheer waardoor de meerwaarde kan worden belast als diverse inkomsten op grond van artikel 90, 1° WIB 92 (Rb. Leuven, 4 mei 2012, Fisc., 2012, afl. 1302, 12). De aan- en verkoop van 20 appartementen in een tijdspanne van 14 jaar waarbij de verrichting werd gefinancierd met geleend geld, is een abnormale vastgoedtransactie die principieel belastbaar is als een occasionele winst (art. 90, 1° WIB 92). Deze verrichting kadert niet in het normale beheer van een privépatrimonium. Artikel 90, 1° WIB 92 stelt niet de meerwaarde belastbaar die wordt gerealiseerd, maar enkel het deel van de meerwaarde dat de reële waarde of marktwaarde van het onroerend goed overstijgt. De fiscus levert niet het vereiste bewijs dat de onroerende goederen verkocht werden aan een prijs die hoger ligt dan de
-8-
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
werkelijke (marktconforme) waarde, dus is er geen wettelijke grondslag om de meerwaarde te belasten (Antwerpen, 22 november 2011, TFR, 2012, 385).
VAK XVII – WINSTEN Gespreide taxatie meerwaarde Indien een belastingplichtige opteert voor een gespreide taxatie van de verwezenlijkte meerwaarde, dient hij de verkoopprijs van dat actiefbestanddeel te beleggen in afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa. De rechtbank te Brugge bevestigde dat bij wederbelegging in een personenwagen de herbelegging wordt beperkt tot het fiscaal afschrijfbare bedrag van de wagen (Rb.Brugge, 15 oktober 2012, Fisc., 2013, afl. 1328, 12). Indien geopteerd wordt voor een gespreide taxatie van de meerwaarde die verwezenlijkt wordt door de verkoop van een gebouw, dient de volledige verkoopprijs (dus gebouw en grond) te worden herbelegd. Volgens het hof te Gent maken het gebouw en de grond één geheel uit (Gent, 6 januari 2013, Acc. & Fisc., 2013, afl. 9, 7).
VAK XVIII – BATEN Een architect die in het kader van een wedstrijd een project indient waarmee hij een prijs wint, handelde binnen zijn beroepsactiviteit aangezien de deelname tot doel had nieuwe contracten binnen te halen en naambekendheid te verwerven. De ontvangen prijs is dan ook belastbaar als een baat (Rb. Brussel, 20 oktober 2011, FJF, N° 2012/190).
VAK XXI – WINST EN BATEN VAN EEN VORIGE BEROEPSWERKZAAMHEID Stopzettingsmeerwaarde Volgens de rechtbank te Brugge moet het volledige bedrag van de verkoopprijs van een gebouw waarin één van de echtgenoten voordien een handel uitbaatte, en niet de helft ervan, als stopzettingsmeerwaarde belast worden. Door op de volledige aanschaffingswaarde af te schrijven is het volledige pand beroepsmatig gebruikt. De regels van het huwelijksvermogensrecht werken niet door in fiscalibus (Rb. Brugge, 9 oktober 2012, Fisc., 2013, afl. 1323, 12, in dezelfde zin: Gent, 12 oktober 2012, onuitgeg.). Het hof te Brussel kwam tot een volstrekt andere conclusie. De meerwaarde die naar aanleiding van een quasi-inbreng is vastgesteld op materiële en immateriële vaste activa van een handelszaak die tot het gemeenschappelijk vermogen behoort moet voor de helft belast worden in hoofde van elke echtgenoot (Brussel, 26 april 2012, Acc. & Fisc., 2013, afl. 3, 6). Activa die voor een beroepswerkzaamheid worden gebruikt, worden bij het stopzetten in beginsel belast als stopzettingsmeerwaarde. Voor gebouwen volstaat het dat er afschrijvingen werden geboekt op verbouwingswerken die onafscheidelijk met het gebouw verbonden zijn. De administratie moet evenwel het bewijs van de verbouwings- of inrichtingswerken leveren die door hun aard onafscheidelijk verbonden zijn. Bij gebreke daaraan is de stopzettingsmeerwaarde niet belastbaar (Gent, 8 november 2011, TFR, afl. 420).