De aanbeveling in het ervaringscertificaat Een goed en een slecht voorbeeld van een aanbeveling Operator A
Inleiding ‘aanbeveling’ In deze toelichting wordt nader ingegaan op de aanbeveling in een ervaringscertificaat. We gebruiken hier een (fictieve) aanbeveling voor een EVC‐kandidaat die een EVC‐procedure heeft gedaan op de standaard: Operator, uitstroom Operator A, niveau 2, Crebonummer 90311. Cohort 2010‐2011. Het kwalificatiedossier vindt u op www.kwalificatiesmbo.nl. Waar moet een goede aanbeveling aan voldoen? In de ‘Schrijfwijzer ervaringscertificaat’ van het Kenniscentrum EVC wordt beschreven aan welke criteria (‘kortoms’) de aanbeveling in een ervaringscertificaat moet voldoen: 1. Is consistent met het loopbaandoel. 2. Is gerelateerd aan / en beperkt zich tot de gekozen (onderdelen van de) beoordelingsstandaard. 3. Beschrijft welke werkprocessen van de gekozen beoordelingsstandaard er (verder) ontwikkeld dienen te worden. 4. Beschrijft wat de kandidaat kan doen om deze werkprocessen (verder) te ontwikkelen. 5. Doet geen beloftes over eventuele verzilvering. U doet als EVC‐bureau slechts de aanbeveling om het ervaringscertificaat te overleggen bij een HR‐manager of om het ervaringscertificaat te laten beoordelen door een examencommissie; u weet niet wat zij van het ervaringscertificaat overnemen.
De aanbeveling in het ervaringscertificaat
1
1 Slecht voorbeeld aanbeveling Onderstaand voorbeeld is een slecht geschreven aanbeveling. Deze voldoet namelijk nog niet aan de criteria/’kortoms’ van een goede aanbeveling, zoals deze zijn opgesteld in de ‘Schrijfwijzer ervaringscertificaat’ van het Kenniscentrum EVC. Voor de volledigheid is ook een loopbaandoel en conclusie opgenomen. Loopbaandoel De heer X werkte vanaf 2005 als CTP‐operator bij een drukkerij in Utrecht. De heer X wil graag een loopbaanstap maken en ambieert de functie van teamleider. Via een EVC‐procedure wil de heer X de beroepscompetenties laten erkennen die hij als operator heeft opgedaan, zodat hij bij zijn huidige werkgever kan aantonen dat hij als teamleider de beroepscompetenties van Operator A beheerst. Conclusie Uit deze EVC‐ procedure blijkt dat de heer X de werkprocessen 1.1 ‘Voorbereiden productieproces’ en 1.3 ‘Bewaken procesverloop’ beheerst. Aanbeveling De heer X kan zijn loopbaandoel realiseren door de 4 werkprocessen van de kwalificatie Operator A die hij nog niet beheerst verder te ontwikkelen. Aanbevolen wordt om een opleiding procestechniek operator A op niveau 2 te volgen. Deze wordt aangeboden door ROC ‘Fictief’. De heer X zal hier op basis van dit ervaringscertificaat vrijstellingen voor kunnen krijgen.
1.1
Toelichting slechte aanbeveling
Hieronder nogmaals hetzelfde slechte voorbeeld van de aanbeveling. In de lopende tekst van deze aanbeveling heeft een reviewer van het Kenniscentrum EVC opmerkingen ingevoegd die laten zien op welke punten de aanbeveling verbeterd kan worden. Aanbeveling De heer X kan zijn loopbaandoel realiseren door de 4 werkprocessen benoem deze afzonderlijk van de kwalificatie Operator A die hij nog niet beheerst verder te ontwikkelen. Aanbevolen wordt om een opleiding procestechniek operator A op niveau 2 te volgen EVC is een arbeidsmarktinstrument dat er vanuit gaat dat men ook via een andere route dan via formele scholing competenties kan aanleren. Beperk u bij het doen van aanbeveling niet tot enkel formele scholing. Wellicht zijn er mogelijkheden tot uitbreiding op de werkplek. Deze wordt aangeboden door ROC ‘Fictief’ Dit is belangenverstrengeling. U mag als EVC‐aanbieder niet wijzen op specifieke opleidingsinstellingen die een maatwerktraject kunnen aanbieden. De heer X zal hier op basis van dit ervaringscertificaat vrijstellingen voor kunnen krijgen Dit is te stellig, of de heer X op basis van dit ervaringscertificaat in aanmerking komt voor een maatwerktraject of vrijstellingen is de beslissing van de examencommissie. Hieronder wordt per criterium/’kortom’ aangegeven waarom deze aanbeveling nog niet voldoet. Dit biedt tevens inzicht in de punten waarop deze aanbeveling verbeterd kan worden.
De aanbeveling in het ervaringscertificaat
2
1. Is consistent met het loopbaandoel: Deze aanbeveling is consistent met het loopbaandoel. Het loopbaandoel beschrijft dat de heer X de beroepscompetenties van de standaard Operator A wil aantonen om hiermee een loopbaanstap te kunnen maken (tot teamleider). 2. Is gerelateerd aan / en beperkt zich tot de gekozen (onderdelen van de) beoordelingsstandaard: Deze aanbeveling beperkt zich tot de onderdelen van de gekozen standaard. Dat zou anders zijn wanneer er bijvoorbeeld ontwikkeladviezen werden gegeven ten aanzien van taal en rekenen. Omdat diplomering niet relevant is voor het loopbaandoel en de kandidaat enkel de beroepscompetenties wil laten erkennen, hoeven taal en rekenen namelijk niet aangetoond te worden. 3. Beschrijft welke werkprocessen van de gekozen beoordelingsstandaard er (verder) ontwikkeld dienen te worden: Deze EVC‐kandidaat heeft vier werkprocessen van deze standaard nog niet aangetoond. Deze worden echter niet expliciet benoemd. Het is beter om dat wel te doen. 4. Beschrijft wat de kandidaat kan doen om deze werkprocessen (verder) te ontwikkelen: Om de vier werkprocessen te ontwikkelen die de kandidaat nog niet beheerst, wordt het advies gedaan om een opleiding te volgen bij een bepaald ROC. EVC is echter een arbeidsmarktinstrument dat er vanuit gaat dat men ook via een andere route dan via formele scholing competenties kan ontwikkelen. Beperk u bij het doen van aanbeveling niet tot enkel formele scholing. Wellicht zijn er mogelijkheden tot uitbreiding op de werkplek. 5. Doet geen beloftes over eventuele verzilvering: Dat de heer X op basis van dit ervaringscertificaat vrijstellingen kan krijgen, is te stellig geformuleerd. Dit blijft namelijk de verantwoordelijkheid en beslissing van de examencommissie.
De aanbeveling in het ervaringscertificaat
3
2 Goed voorbeeld aanbeveling Onderstaand voorbeeld is een goed geschreven aanbeveling. Deze voldoet namelijk aan de criteria/’kortoms’ van een goede aanbeveling, zoals deze zijn opgesteld in de ‘Schrijfwijzer ervaringscertificaat’ van het Kenniscentrum EVC. Voor de volledigheid is ook een loopbaandoel en conclusie opgenomen. Loopbaandoel De heer X werkte vanaf 2005 als CTP‐operator bij een drukkerij in Utrecht. De heer X wil graag een loopbaanstap maken en ambieert de functie van teamleider. Via een EVC‐procedure wil de heer X de beroepscompetenties laten erkennen die hij als operator heeft opgedaan, zodat hij bij zijn huidige werkgever kan aantonen dat hij als teamleider de beroepscompetenties van Operator A beheerst. Conclusie Uit deze EVC‐ procedure blijkt dat de heer X de werkprocessen 1.1 ‘Voorbereiden productieproces’ en 1.3 ‘Bewaken procesverloop’ beheerst. Aanbeveling Voor het aantonen van de beroepscompetenties van de standaard Operator A, zal de heer X werkproces 1.2 ‘Bedienen apparatuur’, 1.4 ‘Uitvoeren kwaliteitscontroles aan proces en product’, 1.5 ‘Onderhouden apparatuur’ en 1.6 ‘Bewaken en bijsturen geautomatiseerde processen’ nog verder moeten ontwikkelen. Hij kan hiervoor een cursus of opleiding volgen. Hij kan contact opnemen met de examencommissie van een opleidingsinstelling en een verzoek tot vrijstellingen of een maatwerktraject indienen. Daarnaast kan de heer X met zijn werkgever bespreken of een uitbreiding van taken een mogelijkheid is om deze werkprocessen mee te ontwikkelen.
2.1
Toelichting goede aanbeveling
Hieronder wordt per criterium/’kortom’ aangegeven waarom dit een goede aanbeveling is. 1. Is consistent met het loopbaandoel: Deze aanbeveling is consistent met het loopbaandoel. Het loopbaandoel beschrijft dat de heer X alle beroepscompetenties wil aantonen van de standaard Operator A. Hiermee kan hij namelijk de loopbaanstap naar teamleider maken. Voor de vier werkprocessen die de kandidaat nog niet beheerst worden aanbevelingen gedaan. 2. Is gerelateerd aan / en beperkt zich tot de gekozen (onderdelen van de) beoordelings‐ standaard: Deze aanbeveling beperkt zich tot de onderdelen van de gekozen standaard. Er worden geen aanbevelingen gedaan die hiervoor niet relevant zijn. 3. Beschrijft welke werkprocessen van de gekozen beoordelingsstandaard er (verder) ontwikkeld dienen te worden: Voor de vier werkprocessen die de kandidaat nog niet beheerst wordt de aanbeveling gedaan deze verder te ontwikkelen. 4. Beschrijft wat de kandidaat kan doen om deze werkprocessen (verder) te ontwikkelen: Om de werkprocessen te ontwikkelen die de kandidaat in deze procedure nog niet heeft aangetoond, wordt de aanbeveling gedaan om dit via scholing of op de werkplek te doen. 5. Doet geen beloftes over eventuele verzilvering: De aanbeveling doet geen beloftes over verzilvering, maar geeft aan dat de EVC‐kandidaat een verzoek tot verzilvering kan indienen bij een examencommissie en met zijn werkgever kan bespreken welke mogelijkheden er zijn tot uitbreiding van taken op de werkplek.
De aanbeveling in het ervaringscertificaat
4