DCA analyse prijsontwikkeling graan Seizoen 2013/2014
Juni 2013
DCA Kenniscentrum Middendreef 281 8233 GT Lelystad www.dcakenniscentrum.nl
© 2013 DCA Kenniscentrum Alle rechten voorbehouden. De informatie verzonden in deze nieuwsbrief is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n). Gebruik van deze gegevens door anderen dan de geadresseerde(n) is strikt verboden. Indien u niet de geadresseerde(n) bent, wordt u vriendelijk verzocht bovenstaande afzender hiervan op de hoogte te stellen en de nieuwsbrief te verwijderen. Openbaarmaking, vermenigvuldiging, verspreiding en/of verstrekking van (een gedeelte van) de informatie aan derden is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van DCA Kenniscentrum. Op onrechtmatig gebruik staat een sanctie! DCA Kenniscentrum staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud van een verzonden nieuwsbrief, noch voor de tijdige ontvangst daarvan. Deze informatiefolder is samengesteld door DCA Kenniscentrum. Deze informatiefolder is geen investerings- of beleggingsadvies. Wie in de hier besproken productgroepen investeert of belegt of wenst te investeren of te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. Deze informatiefolder dient uitsluitend ter informatie en mag niet worden opgevat als een aanbod en evenmin als een uitnodiging tot het doen van een aanbod. In dit kader wijst DCA Kenniscentrum. alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze informatiefolder van de hand. De besproken productgroepen vertegenwoordigen een hoog risico.
Inhoudsopgave I De wereld in vogelvlucht: 1. Inleiding a. De Voedselcrisis 2007/2008 b. De oorzaken 2. Amerika a. Effect van Quantitative Easing 1 t/m 4 voor graanmarkt b. Prognoses USDA 3. China a. Gevolgen van afnemende economische groei voor graanmarkt b.Volatiliteit van graanprijzen
3 4 5 8 10 12
II Overige prijsbepalende factoren in de graanmarkt: 1. Weersinvloeden op graanmarktprijzen 2. Bio-brandstof a. De rol van bio-brandstof in graanmarkt b. Het effect van toename bio-brandstof productie c. Bio-brandstof in Europa
16 20 21
III Visie 2013-2014 1. Tarwe 2. Maïs 3. Soja
25 27 28
IV Conclusies
29
Eindnoten
31
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
14
3
I De wereld in Vogelvlucht 1. De voedselcrises a. Inleiding Sinds de Tweede Wereldoorlog is de wereld twee keer opgeschrikt door een mondiale voedselcrisis: in 1972/74 en recent weer in 2007/08. In 2007/08 stegen de prijzen van agrarische producten met een factor 2 à 3 bijna tot recordhoogten.1 Konden de meeste consumenten in de rijke landen de hogere prijzen gemakkelijk betalen, in ontwikkelingslanden was de nood hoog: het aantal hongerenden steeg met 130 miljoen2 tot 1.02 miljard, er braken voedselrellen uit in 30 landen in Azië, Afrika en Amerika en enkele regimes wankelden. In 2010 stegen de voedselprijzen opnieuw tot nog grotere hoogten, braken voedselrellen uit in Noord Afrika en het Midden Oosten en vielen regimes in Tunesië en Egypte. Het rapport ‘Food Insecurity in the World’ uit 2012 van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, spreekt over 870 miljoen mensen die aan hongersnood lijden. De ontwikkelingslanden nemen daarvan 850 miljoen voor hun rekening. Dat is ongeveer 15% van de populatie daar. De voedselprijzen staan weer bijna op recordhoogte. Maar gecorrigeerd voor inflatie is de top van 2008 en 2011 in de wereldvoedselprijs index nog niet bereikt. Index voedselprijzen FAO 5
Foto: Wordpress.com
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
b. De oorzaken van de voedselcrisis van 2007/2008
De voedselcrisis van 2007/08 had niet één dominante oorzaak, maar een combinatie van structurele en incidentele oorzaken. 3,4 • hoge prijzen van energie en kunstmest; • verschuiving van de belangstelling van beleggers van aandelen naar grondstoffen; • droogte in Australië en andere regio’s; • kleine voedselvoorraden. De zogeheten stock-to-use ratio van het totaal van granen en oliezaden was gedaald van 30% tot minder dan 15% .5 Dat was een gevolg van lage investeringen in het voorgaande decennium, veroorzaakt door lage prijzen. Die lage prijzen waren op hun beurt mede veroorzaakt door overproductie in en dumping door westerse landen • sterke stijging van de vraag naar biobrandstoffen als gevolg van stimulerend overheidsbeleid, vooral in de VS en in mindere mate in de EU. • verscherping van de crises doordat verschillende staten - uit vrees voor voedselschaarste en politieke onrust - de export gingen afknijpen en/of de import gingen bevorderen. • de groei van welvaart en vleesconsumptie in China en India, maar dat is een trendmatige ontwikkeling die al in de jaren ‘90 was begonnen en niet de plotselinge prijspiek kan verklaren. De hoge energie- en voedselprijzen hadden ook een wisselwerking met de wereldwijde financiële crisis die begon in 2007 en uitmondde in de grootste economische recessie in het Westen sinds de jaren ‘30 6 7
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
2. Amerika
a. Het effect van Quantitative Easing 1 t/m 4 voor de graanmarkt
De kredietcrisis van 2007 7 heeft de wereld opnieuw hard geraakt. Wereldwijd zagen centrale banken zich gedwongen om maatregelen te treffen om de effecten van de financiële crisis vanaf 2008 te verminderen. In de nasleep van het bankroet van Lehman Brothers8 en de snelle verergering van de kredietcrisis werd het kunstmatig laag houden van de rente tot belangrijkste doelstelling verheven. De Federal Reserve of kortweg Fed, het Amerikaanse stelsel van twaalf regionale federale banken, heeft daarom gekozen voor de strategie van ‘financial repression’, waarbij de overheid geldstromen die in een gedereguleerde wereld niet bij haar terecht zouden komen, nu over haar eigen boeken laat lopen. Deze vorm van geldregulering is met name effectief om het totaal aan uitstaande schulden te verminderen. Deze vorm van financiële repressie is erop gericht te zorgen voor negatieve reële rentes. Daarvan is sprake wanneer de rentes op kredietfaciliteiten van centrale banken en/of staatsobligaties lager zijn dan de inflatie, waardoor overheden als het ware gratis geld lenen. Dit is al enige tijd het geval in de VS en de overige westerse landen.9 Net als in bijna alle westerse en Aziatische landen is de politiek van de Fed en de Amerikaanse overheid erop gericht om met monetaire maatregelen de gevolgen van de financiële crisis te beperken. Zoals goed te zien is in de onderstaande grafiek van de Amerikaanse rente is het kunstmatig laag houden van de rentestanden daarbij tot primair doel verheven. De term ‘financiële onderdrukking’ is daarbij synoniem geworden voor deze vorm van monetair beleid. Al dit soort maatregelen zijn niet alleen bedoeld om de economie rechtstreeks te stimuleren, maar ook om de enorme staatschuld terug te dringen. Renteverloop Verenigde Staten
Bron: dshort.com
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
9
De VS hebben in vier verschillende fases een enorm monetair verruimingsprogramma doorgevoerd. De gevolgen daarvan zijn in alle andere markten, waaronder de aandelenmarkt en de grondstoffenmarkt, merkbaar. Hieronder staan de effecten op de aandelenmarkt in grafiek getekend. Het effect van Quantatitive Easing op de S&P-500 Index
Bron: Advanced Wealth Advisors LLC
10
Het is duidelijk, dat beleggers massaal uit de renteproducten zijn gestapt en naar andere vormen van beleggen zijn gaan zoeken. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de lage rendementen op staatsschuldpapier. Dit is ook de belangrijkste reden, waarom de prijzen op grondstoffenmarkten zo explosief zijn gestegen. De Amerikaanse overheid haalt per maand nog steeds voor ongeveer $85 miljard aan schuldpapier uit de markt op.10 De bezorgdheid neemt echter steeds meer toe, dat de monetaire verruiming, ook wel aangeduid met de term ‘Quantitative Easing (QE)’ het marktevenwicht in ernstige mate verstoort door vaststelling van de juiste prijs van risico en kapitaalkosten te verhullen. Dat heeft de financiële stabiliteit van het gehele marktmechanisme aangetast. Een direct effect van de kunstmatige extreem lage rentestand, is dat beleggers noodgedwongen naar een andere beleggingsklasse moeten uitwijken om nog enig rendement op hun kapitaal te behalen. Immers, de huidige rentetarieven leveren -gecorrigeerd voor de stijgende inflatie- geen positieve vergoeding op. Beleggers zijn daarom massaal op zoek gegaan naar andere vormen van beleggen. De sterk gestegen vraag naar aandelen en grondstoffen, zowel fysiek als via derivate constructies zoals opties en termijncontracten, is daar een direct gevolg van. De enorme prijsstijgingen van de afgelopen maanden zijn voor het belangrijkste deel dan ook aan deze QE 1/tm 3 toe te schrijven. De voedselcrisis, zoals die nu is ontstaan ten gevolge van de sterke prijsstijgingen in 2011-2013 hebben dus een hele andere oorzaak dan de crises van 2007/2008. Het is nog onduidelijk hoe en met welke gevolgen er een eind gemaakt kan worden aan het enorme stimuleringspakket aan maatregelen door de wereldwijde overheden. De FOMC (Federal Open Market Committee, het besluitvormingsorgaan voor monetaire aangelegenheden binnen het stelsel van federale banken) , heeft tijdens de vergadering van mei 2013 nogmaals besloten om het stimuleringsprogramma van $85 miljard per maand intact te houden.11 De economie laat nog onvoldoende herstel zien en de werkloosheid is nog steeds te hoog. Pas als die twee factoren verbeteren is de Fed bereid om minder te stimuleren. Dan kan de rente weer -langzaam- klimmen. Dat zou het keerpunt voor de trends in de aandelen- en grondstoffenmarkten kunnen zijn. Ook de graanmarkten kunnen daarop omlaag. Naast de veranderende verhouding tussen vraag en aanbod, zien wij dit als belangrijkste reden voor mogelijke prijsdalingen in het komende jaar.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
b. Prognoses USDA
Het afgelopen jaar (2012/2013) was rampzalig voor de oogsten in de grootste delen van de VS. De Mid-West werd geteisterd door langdurige droogte en veel te hoge gemiddelde temperaturen. Daardoor viel de opbrengst voor maïs en soja erg tegen en was de kwaliteit van de productie ver onder de maat. Maar nu de regen de grond weer voor een belangrijk deel heeft verzadigd, is het de verwachting dat dit de oogst van de zomertarwe gunstig zal beïnvloeden. De World Agricultural Outlook Board (WOAB) heeft in mei het belangrijke maandelijkse World Agricultural Supply and Demand Estimates (WASDE) rapport uitgebracht.12 Dit rapport geeft weer hoe de voorraden, consumptie en voorraden van de grondstoffen zich ontwikkelen. Het mei-rapport is de eerste verwachting voor de 2013/14 oogst en staat meestal bol van verrassingen. Meestal is USDA, het Amerikaanse Ministerie van Landbouw, te optimistisch aan het begin van het jaar. De graanmarkten reageerden dan niet of nauwelijks op de hoge productiecijfers voor tarwe, maïs en sojabonen. Uitgaande van een algemene toename in het areaal van de drie belangrijkste grondstoffen (tarwe, maïs en soja) in combinatie met goede groeiomstandigheden nemen de voorraden volgens USDA dit seizoen toe. De verwachte maïsoogst kwam lager uit dan de voorspellingen van februari, ondanks het feit dat het totaal aan beplante hectares hoger uitviel. Het evenwicht in vraag en aanbod voor soja is vrijwel onveranderd ten opzichte van 2012/13, terwijl voor tarwe zowel vraag als aanbod omlaag zijn bijgesteld ten opzichte van een jaar eerder. Het gehele rapport was licht negatief van toonzetting. Hogere maïsvoorraden en lagere prijzen. De maïsproductie in de VS voor 2013/14 wordt geraamd op 14,1 miljard bushels en dat is 3,4 miljard meer dan vorig jaar. De opbrengst komt daarmee uit op 158 bushels per acre. Dat is 5,6 bushels beneden de schattingen van februari. Dit is het rechtstreekse gevolg van de vertraging in de aanplant door de slechte weersomstandigheden. De voorraad 2013/14 wordt geschat op 14,9 miljard bushels (+3 miljard ofwel +25%). De gemiddelde prijs voor 2013/14 ligt tussen $ 4,30 en $ 5,10. Op een eurodollarkoers van 1,30 komt dat omgerekend naar euro per ton neer op een range tussen € 130,00 en € 154,00. En dat is fors lager! Tarwe De Amerikaanse tarwevoorraad voor 2013/14 wordt geschat op 2.917 miljard bushels, dat is 7% lager dan 2012/13. De productie zal met 2.057 miljard bushels naar verwachting 9% onder die van vorig jaar liggen. De opbrengst per acre wordt geschat op 44,1 bushels en dat is 2,2 bushels minder dan een jaar eerder (- 4,75%). Volgens WASDE zal de gemiddelde prijs voor tarwe in 2013/14 bewegen tussen de $ 6,15 en $ 7,45 per bushel. Omgerekend naar euro per ton komt dat bij een eurodollarkoers van $ 1,30 overeen met een range tussen € 173,00 en € 210,00. Daarmee heeft de gemiddelde tarweprijs ongeveer € 35,00 ruimte aan onderzijde. Dat is fors lager en komt overeen met onze verwachtingen op de iets langere termijn. Sojabonen Sojabonen zijn ’s werelds belangrijkste bron als het gaat om proteïnerijk veevoer en de op een na belangrijkste bron voor plantaardige oliën. De Verenigde Staten zijn de belangrijkste en grootste producent en exporteur van sojabonen. In Amerika is 90% van de productie van plantaardige olie afkomstig uit sojabonen. De USDA schat dat de totale aanplant van sojabonen 77 miljoen acres zal bedragen. Maar de US Soybean Export Council (USSEC) verwacht daarentegen, dat de prijs voor sojabonen naar het laagste niveau sinds 2010 kan dalen, doordat agrariërs hectares maïs inruilen voor hectares sojabonen. USSEC verwacht dat de totale aanplant van sojabonen 80 miljoen acres zal bedragen, oftewel 32,4 miljoen hectare. Dat is behoorlijk meer dan de schatting van de USDA en dat was al de hoogste raming voor sojabonen aanplant sinds 1990.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
11
12
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
3. China
a. Gevolgen van afnemende groei voor graanmarkt
De industriële productie in China is in mei iets sterker gekrompen dan werd verwacht. De index van de inkoopmanagers, een belangrijke economische graadmeter gepubliceerd door zakenbank HSBC en onderzoeksbureau Markit, noteerde een stand van 49,2, terwijl er eerder op voorlopige basis nog sprake was van een stand van 49,6. Een niveau van 50 of meer duidt op groei, daaronder op krimp. Het is voor het eerst in 7 maanden dat de productie in China volgens deze HSBC-index krimpt. De Chinese overheid maakte vorige maand overigens al haar eigen inkoopmanagersindex openbaar. Die kwam uit op een stand van 50,8, wat zou wijzen op een iets sterkere groei dan in april, toen de stand 50,6 was.13 China kwam met een groeicijfer van 7,7 %. Dat is zeker geen slecht groeicijfer en menig westers land zou daar jaloers op kunnen worden, maar omdat de groei in het kwartaal ervoor 7,9 % was wordt nu door economen getwijfeld aan de groei, het groeimodel en aan het herstelvermogen van de Chinese – en wereldeconomie.
BNP China (jaarlijkse groei)
Bevolking China en India tot 2050
bron: tradingeconomics.com
bron: hoesnel.nl
Een groei van 7,7 % blijft echter nog steeds een forse groei, die ook goed zichtbaar wordt in de groei van de consumptieve bestedingen. Dat blijkt ook uit de onderstaande grafiek, waarin de jaarlijkse consumptieve groei is uitgezet. De economische vooruitgang zal een veranderend bestedingspatroon met zich meebrengen. Westerse consumenten besteden maar een beperkt deel van het inkomen aan voedsel. In Azië en Afrika vormt dagelijkse voeding het leeuwendeel van het besteedbaar inkomen. Een hoger besteedbaar inkomen zal daardoor ook een hogere consumptie van kwalitatief hoogwaardigere vleesproducten opleveren. Door deze groei zal de vraag naar grondstoffen en vooral naar graanproducten vanuit het land de komende jaren alleen maar verder toenemen. Ook door de –weliswaar geringere, maar tochgestaag toenemende bevolkingsgroei kan China bij lange na (nog) niet in haar eigen voedselbehoefte voorzien.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
13
Maar het mechanisme van termijnmarkten wordt nu eenmaal het sterkst beïnvloed door de ontwikkelingen op de korte termijn en de eerste reactie op het ‘teleurstellende’ groeicijfer in China zorgt ervoor dat de koersen van de financiële markten en de grondstoffen naar beneden gaan. De graanmarkten kunnen zich daar niet aan onttrekken. Chinese huishoudconsumptie 2008-2011 (jaarlijkse groei %)
Tarweprijs 2004 - 2013
Bron: Betaprocess.eu
14
Bron: Alan Clement
b. Invloed van China op volatiliteit van graanprijzen
De oogst van agrarische grondstoffen vindt over een beperkte periode plaats, maar het verbruik is veel gelijkmatiger over een jaar verdeeld. Dat geldt eigenlijk voor de meeste agrarische producten en daarmee zijn dit per definitie “voorraadmarkten”. Die voorraden vormen een buffer en vangen onevenwichtigheden in productie en verbruik op. In 2012/2013 zal de productie van tarwe op wereldniveau iets groter zijn dan het verbruik. De productie van tarwe zal dit oogstjaar –dat begint op 1 juni– naar verwachting op een record uitkomen van 701,1 miljoen ton, een stijging van 6,9%. De vraag zal naar verwachting met 3% stijgen naar 694,1 miljoen ton. Maar het evenwicht is fragiel en bij de minste of geringste verstoring –bijvoorbeeld aanhoudend slecht of juist heel warm weerkan dit kleine verschil omslaan in een tekort. De wereldvoorraden ter grootte van 198 miljoen ton kunnen dit tekort opvangen en zorgen daardoor voor een dempende werking in de prijsvorming. De verhouding tussen wereldvoorraad en wereldverbruik bereikte in 2007/2008 een dieptepunt van 19,6%. Maar niet alle voorraden zijn vrij beschikbaar. Sommige landen houden strategische voorraden aan die bestemd zijn voor de binnenlandse consumptie voor het geval er op de wereldmarkt tekorten ontstaan. Veel landen hanteren dit beleid om onrust onder de bevolking te voorkomen. In China lag medio 2012 27% van de wereldvoorraden (bijna 54 miljoen ton) van tarwe opgeslagen.14 Als er tekorten op de wereldmarkt ontstaan, is het onzeker of deze voorraden beschikbaar komen voor de wereldmarkt en in wat voor tempo dat gebeurt. Daarmee heeft China een grote invloed op prijsstabilisatie op de tarwemarkt.15
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
Inmiddels heeft China een drietal grote futuresmarkten, waarvan de beurzen in Shanghai, de Shanghai Futures Exchange en de China Financial Futures Exchange de grootste zijn. Andere termijnmarkten de Zhengzhou Commodity Exchange (ZCE)en de Dalian Commodity Exchange. De termijnmarkten in China behoren tot de grootste in de wereld.16 Er worden 29 termijncontracten via de beurzen verhandeld in 10 grondstoffen. De omzet bedroeg in 2011 300 biljoen renminbi oftewel 36,5 biljoen euro gerealiseerd in 1,47 miljard transacties. Op de ZCE worden onder andere de contracten in tarwe, maïs, sojabonen en suiker verhandeld. Net als op de CME Globex in Chicago worden alle termijncontracten hier volledig elektronisch verhandeld. De laatste officiële cijfers stammen uit 2010 en lieten zien dat de beursomzet met 118% toenam en dat er bijna 500 miljoen optie- en futurecontracten werden verhandeld.
Totale waarde van verhandelde contracten op Chinese beurzen
15 Bron: Futures Daily
China is een serieuze partij om rekening mee te houden als het gaat om prijsvorming van futures contracten in agrarische producten. De grote en flexibel inzetbare strategische voorraden, de enorme binnenlandse vraag en tenslotte de moderne en efficiënte marktmechanismen op de elektronische futuremarkten kunnen gemakkelijk prijs verstorend werken. Het is daarom belangrijk de ontwikkelingen in China goed te blijven volgen.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
16
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
II Overige prijsbepalende factoren 1 Weersinvloeden op de graanmarktprijzen De maand juli 2012 was de warmste maand van de laatste honderd jaar in de Verenigde Staten. Bovendien brak ook de lange periode van droogte alle records. Sinds 1936 was het niet zo droog en de oogsten van maïs, soja en wintertarwe hebben daar ernstig onder geleden. De prijzen van soja en maïs bereikten recordhoogtes. Alle 105 ‘counties’ in Texas, de grootste producent van wintertarwe, zijn tot rampgebied verklaard. Sterker, het Min. van Landbouw, de USDA, heeft in 1600 provincies in 32 staten de noodtoestand afgekondigd. South Dakota, Nebraska, Missouri en Illinois waren het hardst getroffen. De verwachting is, dat voedselprijzen tot juni 2013 met minstens 4% zullen stijgen. Daar bovenop komt de stijging van de energiekosten, want ook de benzineprijs is fors gestegen. Droogtemonitor VS (4 juni 2013)
17 Bron: USDA
De slechtste maïsoogst in de VS sinds generaties is daardoor nog slechter uitgevallen dan eerder werd verwacht. In 1974, 1976, 1980, 1983 en 1988 was er ook steeds sprake van een grote en lange droogte periode. De totale oogst kwam in die jaren uit rond de 85%. De heetste maand juli sinds 1936 heeft er toe geleid, dat de verwachting door de USDA gedurende het jaar fors neerwaarts moest worden bijgesteld. De USDA verwachtte in juli nog een record-oogst op basis van het feit dat boeren de grootste hoeveelheid maïs hadden geplant sinds 1937. Maar daar bleef uiteindelijk niets van over. De conditie van de oogst was ronduit rampzalig en de slechtste sinds 1988. Dat alles heeft ertoe geleid, dat prijzen voor voedsel, vlees en biobrandstof midden vorig jaar extreme niveaus konden bereiken. De prijs van maïs in de VS steeg vanaf 15 juni binnen anderhalve maand met meer dan 60% en liet daarmee de grootste prijsstijging zien sinds juni. Maar niet alleen in de VS, maar ook in Rusland, Oekraïne en India leidt extreme droogte tot scherpe terugval van de maïsoogst. Ook in Europa was sprake van een tegenvallende oogst van maïs. Het droge en hete weer tastte vooral in Zuid- en Midden-Europa de kwaliteit van de maïsvelden aan. Delen van Italië, Hongarije, Bulgarije, Roemenië en Griekenland hebben al vanaf midden juli geleden onder fors hoger dan gemiddelde temperaturen, die ruim boven de 30°C lagen en uitschieters kenden van boven de 43°C. Maar het was vooral de zeer geringe hoeveelheid water die gevallen was, wat onherstelbare schade aan de gewassen heeft toegebracht. De prijzen reageerden heftig en in Europa liet het termijncontract vanaf half juni tot eind juli een stijging van 32,5% zien!
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
18
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
Maïs wordt niet alleen gebruikt als grondstof voor voeding– en diervoederproducten, maar is ook belangrijk als grondstof voor bijvoorbeeld kunstmatige suikers en natuurlijk biobrandstof. Prijsstijgingen voor allerlei voedselproducten, alcoholhoudende dranken, vlees en ethanol waren dan ook onvermijdelijk. Daarmee kwam definitief een einde aan de dalingen van de voedselprijzen, die in juni 2012 nog leidden tot de laagste prijzen in 21 maanden. De verwachte jaaropbrengst voor 2012 is gedurende het jaar telkens neerwaarts bijgesteld van 6,73 ton per hectare in juli en 6,28 ton (metrisch) in augustus, totdat we uiteindelijk uitkwamen op 5,91 ton per hectare. In vergelijking met de 7,11 ton per ha. van 2011 betekent dat een terugval van bijna 17% voor heel 2012. De Europese tarweoogst viel gelukkig minder hard terug. De verwachte opbrengst van 5,29 ton per hectare is weliswaar niet behaald, maar met een opbrengst van 5,17 ton per ha ligt dat maar net (-3,5%) onder de opbrengst van 5,35 ton per ha van 2011. De wereldproductie van tarwe zal dit oogstjaar –dat begint op 1 juni– naar verwachting op een record uitkomen van 701,1 miljoen ton, een stijging van 6,9%. De vraag zal naar verwachting met 3% stijgen naar 694,1 miljoen ton. Opvallend is, dat de positie van Amerika als belangrijkste tarweproducent verder verslechterd. De graanproductie voor Rusland stijgt met 48%, in de Oekraïne met 40%, in Canada met bijna 7%, maar in Amerika blijft de productie achter en daalt zelfs met 9,4%. De sterke toename van het aanbod aan tarwe en daardoor het positieve saldo van vraag en aanbod, zullen de prijzen naar verwachting ook komend jaar verder omlaag drukken. Sinds de vierjarige top van 23 juli vorig jaar zijn de prijzen al zo’n 25% gedaald. Dit jaar daalde de prijs van tarwe bijna 9% en daarmee is de tarweprijs meer dan twee keer zo hard gedaald in vergelijking met de belangrijkste agrarische graadmeter, de S&P GSCI Agriculture Index.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
19
2. Biobrandstof
a. De rol van biobrandstof in de graanmarkt
Bio-ethanol lijkt op benzine, en bio-diesel is vergelijkbaar met diesel. Het verschil is dat deze alternatieve brandstoffen gemaakt zijn van biomassa, in plaats van fossiele bronnen. Dit levert minder uitstoot op van broeikasgas. Hoe groot het milieuvoordeel netto is, hangt wel mede af van de teelt van de biomassa. De grondstof van bio-ethanol en bio-diesel bestaat vaak uit energiegewassen. Dit zijn gewassen die speciaal voor biobrandstof verbouwd worden op landbouwgrond, zoals rietsuiker uit Brazilië en koolzaad uit Europa. Nadeel is dat dit concurrentie oplevert met voedselproductie en de natuur. Wereldwijd wordt bio-ethanol het meest toegepast als bio-brandstof. Voornamelijk in Brazilië, de VS en Zweden rijden al vele auto’s op een mengsel van bio-ethanol en benzine. Deze mengsels (blends) worden aangeduid met E en het percentage aan bio-ethanol erna. Zo is E85 85% bio-ethanol gemengd met 15% benzine. De afgelopen jaren is de productie van briobrandstof met maïs als grondstof hard gestegen. Slotkoersen termijnmarkt
20
Foto: Wikimedia
Bron: Betaprocess.eu Bron: DCAkenniscentrum
De Environmental Protection Agency (EPA)17 is verantwoordelijk voor het opstellen en implementeren van regels, die ervoor moeten zorgen dat de brandstof die in Amerika wordt verkocht voor ten minste een gedeelte uit duurzame brandstof bestaat. Deze regels en richtlijnen zijn vastgelegd in het Renewable Fuel Standard (RFS)18 protocol en dit programma is tot stand gekomen door participatie van alle belanghebbende partijen in de industrie. Op basis van de Energy Policy Act uit 200519,20, is de EPA bevoegd om jaarlijks quota aan de industrie op te leggen, waarin verplicht wordt om biobrandstof als vervanger te gebruiken voor ten minste een gedeelte van de totale hoeveelheid verbruikte motorbrandstof. De EPA doet dit door een percentage voor biobrandstof aan te geven, dat moet worden vermengd met fossiele brandstof. Zoals vastgelegd in het Energy Policy Act moest in 2013 13,8 miljard gallons duurzame brandstof (dat is 28.39 miljard liter) vermengd worden met benzine. Daarboven op kwam een toevoeging in de Energiewet uit 200721 die verplicht de VS om in 2014 14,4 miljard gallon aan biobrandstof te gebruiken (+4,3%). Dezelfde wet schrijft overigens ook voor dat dit in 2022 opgelopen moet zijn tot maar liefst 35 miljard gallons ethanol en één miljard gallons biodiesel.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
Percentage maïs VS voor ethanol en maïsprijs per bushel 1980 - 2012
RIN-prijzen Ethanol 2012
Bron: Platts
Bron: Iowa State University / USDA
CME, ‘s werelds grootste futures beurs, gaat starten met de handel in RIN’s (Renewable Identification Numbers).22 RIN-certificaten zijn verplicht gekoppeld aan elke gallon biobrandstof die in de VS wordt geproduceerd. Er kunnen nog 2,1 miljard RIN’s van vorig jaar worden benut, maar dat ligt 20% onder de verwachting. Daarom is de prijs van RIN’s dit jaar zo hard gestegen. De prijs is opgelopen van $0,10 (2012) tot $0,70 nu (zie grafiek). Tegenwoordig wordt 40% van de VS maïsoogst aangewend als biobrandstof. De verwachting is, dat de totale hoeveelheid biobrandstof de 14,4 miljard gallons (54,5 miljard liter) ook werkelijk zal overstijgen. In 2012 werd er voor een totaal van 158,6 bushels (1,49 ton) maïs per acre (0,405 hectare) geproduceerd, maar dat zal over 2013 zakken naar 123,4 bushels per acre. Per bushel maïs wordt 2,77 gallons ethanol geproduceerd. Dat is dus bijna 342 gallons ethanol per acre, oftewel 3197 liter per ha. Voor 54,5 miljard liter komt dat neer op meer dan 17 miljoen ha aan maïs wat nodig is! Er wordt geraamd dat er in 2013 voor ongeveer 97,2 miljoen acres ( 39,3 miljoen ha) aan maïs beplant is. Daarvan zal bijna 10 miljoen acres niet geoogst worden. Daarmee komt de totale maïsproductie uit op 35,4 miljoen ha, dat is ongeveer 274 miljoen ton maïs. Om 54,5 miljard liter biobrandstof te produceren is ongeveer een equivalent van 132 miljoen ton maïs nodig. Dat is iets meer dan 48% van de totale maïsproductie! Volgens het rapport van Action Aid23 werd in 2012 40 procent van alle maïs die in de VS verbouwd wordt, gebruikt voor de productie van ethanol. Tien jaar geleden was dat slechts 5 procent. Omdat 40 procent van de Amerikaanse maïsproductie overeenkomt met 15 procent van de wereldwijde productie, stegen de maïsprijzen met 21 procent in de afgelopen zes jaar. Die stijging heeft de wereldwijde economie 11,6 miljard dollar gekost, waarvan 6,6 miljard voor rekening van ontwikkelingslanden kwam. In 2012 verergerde de situatie als gevolg van de ergste droogte in vijftig jaar in de VS. Daardoor lag de maïsopbrengst 20 procent lager dan verwacht. Aan de eisen van de Renewable Fuel Standard is echter niets veranderd. In 2010 sloten 52 van de 170 biodiesel fabrieken. Elke staat in de VS werd daardoor geraakt, omdat de industrie in iedere staat fabrieken heeft waar ethanol wordt geproduceerd. In de bioindustrie werken ongeveer 64.000 werknemers. De situatie is nu niet lang meer houdbaar. Dat betekent dat er ofwel een neerwaartse bijstelling van het 2014 productieplafond voor C6 RIN’s (ethanol op maïsbasis) moet volgen, ofwel dat er meer RIN’s moeten worden uitgegeven. Dat laatste kan de prijs van ethanol verder onder druk zetten. De consumptie van biobrandstoffen steeg in de EU van 13,2 miljoen ton olie-equivalenten in 2010 naar 13,6 miljoen ton in 2011. De groei is veel minder uitgesproken dan in 2010 (+11%), 2009 (+25%) en 2008 (+42%). Landen hebben hun doelstellingen voor het gebruik van biobrandstoffen gelijk gehouden (Duitsland en Frankrijk) dan wel verlaagd (Midden-Europa). 24
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
21
22
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
b. Het effect van toename biobrandstof productie
De discussie rondom het effect van vraag naar biobrandstof op de voedselprijzen is sinds 2008 alleen maar verder verhevigd. De directe aanleiding daarvoor lag in de wereldwijd verbreide onrust naar aanleiding van de sterk gestegen voedselprijzen. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, vroeg in april 2008 al om een diepgaande analyse van het wereldwijde beleid ten aanzien van biobrandstof. De productie van graan voor biobrandstof werd gezien als een van de belangrijkste redenen voor de sterk gestegen graanprijzen. 25 Uit de cijfers van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw, USDA, blijkt dat agrariërs tussen 2001 en 2012 13% meer agrarische producten zijn gaan verbouwen, die gebruikt kunnen worden als grondstof voor bio-brandstof. Dat is op zichzelf geen slechte ontwikkeling, maar 28% van de totale oogst aan maïs is in de plaats gekomen van gerst, haver en gierst.26 Deze verdringing heeft weer directe gevolgen voor de prijzen van de producten waarvan de oogst omlaag is gegaan. Dit heeft onmiskenbaar geleid tot grote prijsstijgingen in dat segment met niet alleen economische, maar ook grote sociale consequenties. De prijzen van alle belangrijke agrarische producten zijn over dezelfde periode (2001-2012) met minstens 40% gestegen. 27 Hoe belangrijk dit gegeven is, blijkt uit de onderstaande grafiek waarin het verband tussen de wereldwijde sociale onrust en de voedselprijzen in kaart is gebracht. Dictators verdwenen, regeringen stapten op en het volk greep de macht met telkens weer de stijgende voedselprijzen als aanleiding voor de sociale onrust. Voedselprijs in relatie tot onrust in de wereld
Bron: NECSI
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
23
3. Bio-brandstof binnen de Europese Unie Al geruime tijd wordt aan de Nederlandse brandstofpompen 4 procent bio-brandstof bijgemengd bij benzine en diesel. Dit is door de EU verplicht gesteld als bijdrage aan vermindering van de CO2uitstoot door motorvoertuigen. Wageningen University (WU, onderdeel van Wageningen UR) heeft echter in wetenschappelijk onderzoek vastgesteld dat bio-brandstof produceren zeer schadelijk is voor de voedselproductie.28 Duurzaam produceren en duurzaam consumeren heeft tegenstrijdige elementen in zich. Het produceren van bio-brandstof betekent dat veel boeren meer tarwe, maïs, palmolie en suikerbieten moeten gaan verbouwen. Daarvoor is kunstmest nodig en bij de productie van kunstmest gebruiken de fabrikanten nog altijd veel fosfaten. Volgens Wageningen University (WU) is de wereldvoorraad aan fosfaat echter veel sneller verbruikt dan dat de CO2-uitstoot afneemt dankzij bijmengen van bio-brandstof.
24
De onderzoekers, die in juni 2012 hun bevindingen publiceerden in het internationale wetenschappelijk tijdschrift Ambio, pleiten daarom voor het weer afschaffen van het bijmengen. Ze vinden trouwens sowieso dat bio-brandstof beter kan verdwijnen. De relatie tussen fosfaat in kunstmest en het gebruik van fosfaat-kunstmest voor productiedoeleinden in de bio-industrie is volgens de onderzoekers een kwetsbare. Zij stellen dat fosfaat in kunstmest essentieel is voor de wereldvoedselproductie, maar dat de voorraden eindig zijn. Weliswaar weet niemand precies hoeveel fosfaat er nog beschikbaar is (voor hooguit deze eeuw of misschien voor langer), maar zij vinden nu al dat fosfaat-kunstmest beter niet meer gebruikt kan worden voor de productie van biobrandstoffen. Daarvoor is namelijk momenteel 2% van de wereldproductie aan fosfaat nodig, maar dit percentage zal snel stijgen in de komende jaren vanwege het verplichte bijmengen van biobrandstof in benzine en diesel. Ondertussen is ook bekend geworden dat er nóg een nadelig effect is van het verplichte bijmengen van bio-brandstof en dat is de verdere vergroting van illegale houtkap – dus ontbossing – in onder andere Indonesië. Er is namelijk een groeiende vraag naar palmolie voor bio-brandstoffen in onder meer Europa. In Indonesië leidt dit in hoog tempo tot illegale expansie van de palmoliekweek, tot extra kap van beschermde bossen en meer illegale landonteigening van kleine boeren. Onderzoekers van Milieudefensie hebben al in 2009 ontdekt dat de vraag naar biobrandstof, bedoeld als oplossing voor klimaatverandering, steeds grotere problemen geeft. Automobilisten die hier niet aan mee willen werken hebben echter geen keus: biobrandstof wordt van overheidswege verplicht bijgemengd bij alle tankstations. Inmiddels wil de Europese Unie een antidumpingheffing van 9,6 procent voor bio-ethanol uit de Verenigde Staten. Daartoe heeft het adviescomité van de Europese Commissie besloten. EU-lidstaten beschouwen een snelle groei van het gebruik van biobrandstoffen niet langer als een belangrijke prioriteit. Uit de Biofuels Barometer van het Franse onderzoeksbureau EurObserv’ER blijkt dat de biobrandstofconsumptie in 2011 met amper drie procent steeg terwijl voordien dubbele groeicijfers werden opgetekend. De aandacht van de EU gaat nu vooral naar de duurzaamheid van biobrandstoffen. Van de grote landen verhoogden alleen Polen, Italië en Spanje hun doelstelling voor het aandeel biobrandstoffen in de totale brandstofmix. Volgens EurObserv’ER is dat te wijten aan de minder ambitieuze Europese biobrandstofdoelstelling voor 2020 in vergelijking met het objectief dat in 2010 gehaald moest worden. De prioriteit is nu veeleer een duurzaamheidsstandaard zodat biobrandstoffen stroken met de duurzaamheidscriteria van de richtlijn hernieuwbare energie.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
In de EU bleef biodiesel met een aandeel van 78 procent de belangrijkste biobrandstof, gevolgd door bio-ethanol (21%). In 2011 spendeerden de Europese lidstaten tien miljard euro, net zoveel als de steun aan Cyprus, aan de ondersteuning van biobrandstoffen. Dat blijkt uit een studie van het International Institute for Sustainable Development (IISD).30 De verwachting is, dat het aandeel biobrandstof in de komende jaren sterk verder zal stijgen. De onderstaande grafiek maakt dat duidelijk.
Vraag en productie bioethanol en biodiesel
Voedselprijzen versus sociale onrust
Bron: Europese Commissie
Bron: NECSI
25 Toch lijkt het langzaam weer de goede kant op te gaan met de prijsontwikkeling van voedselgrondstoffen. De voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, de FAO, maakte begin dit jaar bekend, dat de index in december met 1,1 procent daalde. De daling kwam doordat de internationale prijzen voor graan, oliën en vetten lager uitkwamen dan een jaar eerder. Over heel 2012 daalden de voedselprijzen met zeven procent. Eerder waarschuwde de FAO nog dat slecht weer, waaronder de extreme droogte in Noord-Amerika, tot een extreme stijging van de voedselprijs zou kunnen lijden. De organisatie waarschuwde zelfs voor een herhaling van de maatschappelijke onrust in 2007-2008, toen door de hoge voedselprijzen rellen uitbraken in verschillende ontwikkelingslanden.31
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
III Visie 2013 – 2014 1. Tarwe Werd het oosten van Europa geteisterd door hitte en vooral droogte, in West-Europa is het overwegend te koud geweest in de eerste maanden van 2013. De stijgende temperaturen in West-Europa hebben er in de eerste maanden van dit jaar voor gezorgd, dat vooruitzichten voor de gehele oogst fors verbeterden, maar in mei waren er nog steeds achterstanden in de winteroogsten in met name de Benelux-landen en het Verenigd Koninkrijk. Voor de 27 EU landen ligt de verwachte opbrengst van de tarwe onder de meerjaars gemiddelden. Dat is voornamelijk te wijten aan de lagere opbrengst in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de Baltische Staten, Polen, Hongarije , Tsjechië en Denemarken.
26
Het blijft spannend wat er met de oogst in Rusland en de Oekraïne gaat gebeuren. Oekraïne heeft voor het komend seizoen geen exportbeperkingen in het verschiet liggen. Om opslagruimte voor nieuwe oogst vrij te maken verwachten analisten dat deze twee landen extra inspanningen zullen plegen om de export te stimuleren. Rondom de Zwarte Zee is nu voldoende regen gevallen om optimistisch te zijn over de maïsopbrengst, maar in Rusland is het nog te droog. Het inzaaien van zomertarwe is daar nu voor 51% compleet en dat is voor deze periode van het jaar de laagste stand ooit.De Amerikaanse tarwevoorraad voor 2013/14 wordt geschat op 2.917 miljard bushels, dat is 7% lager dan 2012/13. De productie zal met 2.057 miljard bushels naar verwachting 9% onder die van vorig jaar liggen. De opbrengst per acre wordt geschat op 44,1 bushels en dat is 2,2 bushels minder dan een jaar eerder (- 4,75%). Graanopbrengst EU27 per ha
Slotkoersen CBOT (vanaf 2003)
Bron: MARS
Bron: DCAkenniscentrum
Volgens WASDE zal de gemiddelde prijs voor tarwe in 2013/14 bewegen tussen de $ 6,15 en $ 7,45 per bushel. Omgerekend naar euro per ton komt dat bij een euro-dollarkoers van $ 1,30 overeen met een range tussen € 173,00 en € 210,00. Daarmee heeft de gemiddelde tarweprijs ongeveer € 35,00 ruimte aan de onderzijde. Dat is fors lager en komt overeen met de verwachting op de iets langere termijn.Voor de wereldwijde oogst wordt een stijging met 4% verwacht. De voorraadstijging is marginaal met 3 miljoen ton en de totale handel wordt geschat op 138 miljoen ton.32
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
2. Maïs Veel analisten voorspellen nu een lagere maïsprijs. Zo heeft ook de Rabobank onlangs nog de prognoses voor de prijs $0,50 verlaagd naar een verwachte prijs van $4,90 per bushel voor begin 2014. Daarmee ligt de prognose van de bank aan de bovenkant van de marktverwachtingen. Rekening houden met een verdere prijsdaling richting $4,50 lijkt realistisch. De afwijking ligt met name in de schatting van de voorraden. De Rabobank gaat uit van een voorraad van 1,58 mrd bushels aan het eind van het seizoen 2013-2014. Dat ligt ruim (400.000 bushels) onder de voorraad prognose van de USDA (2 mrd bushels, 2,5 keer de voorraad eind 2012/13). Mede op basis van tegenvallende exportverwachtingen ligt de schatting nog boven de prognose van USDA. Daar komt nog bij, dat in de schattingen van Rabobank en USDA wordt uitgegaan van een opbrengst van 158 bushels per acre. In de schatting van DCA wordt uitgegaan van een iets lagere opbrengst per acre (157,5), maar het risico ligt wel aan de bovenkant. Er wordt 39,3 miljoen ha aangeplant en 36,2 ha geoogst. Als dit percentage ‘geoogste maïs’ stijgt - en dat kan zo 5% schelen - kan de opbrengst verder oplopen en de gemiddelde prijs nog verder dalen. Slotkoersen CBOT (vanaf 2003) 27
Bron:DCAkenniscentrum
USDA taxeert de totale opbrengst voor 2013/14 op 14,1 miljard bushels, het totale aanbod op 14,9 miljard bushels. USDA houdt rekening met een gemiddelde prijs voor 2013/14 in de range van $4,30 tot $5,10 per bushel, oftewel € 131,00 tot 155,00 per ton bij een dollar op $1,29.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
28
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
3. Sojabonen De US Soybean Export Council (USSEC) verwacht dat de prijs voor sojabonen naar het laagste niveau sinds 2010 kan dalen, doordat agrariërs hectares maïs inruilen voor hectares sojabonen. De USDA schat dat de totale aanplant van sojabonen 77 miljoen acres zal bedragen. Maar de US Soybean Export Council (USSEC) verwacht daarentegen, dat de prijs voor sojabonen naar het laagste niveau sinds 2010 kan dalen, doordat agrariërs hectares maïs inruilen voor hectares sojabonen. USSEC verwacht dat de totale aanplant van sojabonen 80 miljoen acres zal bedragen, oftewel 32,4 miljoen ha. Dat is behoorlijk meer dan de schatting van de USDA en dat was al de hoogste raming voor sojabonen aanplant sinds 1990. De USSEC verwacht dat de prijs van sojabonen voor het midden van de zomer gedaald kan zijn tot beneden de $10,00 per bushel en dat de prijs daarna weer kan opveren door aantrekkende buitenlandse vraag. De overstap van maïs naar sojabonen wordt vooral ingegeven door de vertraging in aanplant van de nieuwe oogst door de slechte weersomstandigheden. Daardoor kan de oogst vanaf september langer blootstaan aan vorstperiodes. Omdat maïs veel gevoeliger is voor vroege vorst dan sojabonen, vrezen de boeren extra negatieve gevolgen door het uitstellen van de nieuwe aanplant. Slotkoersen CBOT (vanaf 2003) 29
Bron:DCAkenniscentrum
De prijs van sojabonen staat bijna 20% onder de top van vorig jaar als gevolg van de verwachting van de SDA, dat de oogst van sojabonen dit jaar 12% hoger zal uitvallen. De nieuwe oogst (vanaf september) kan een record van 92,3 miljoen ton opleveren. Vorig jaar kwam de oogst nog uit op het laagste niveau sinds 1930 door de langdurige droogte en de extreem hoge temperaturen. Dit jaar is de verwachting voor de wereldwijde productie door de USDA geraamd op 285 miljoen ton sojabonen en dat is de hoogste wereldwijde opbrengst ooit. USSEC verwacht verder, dat veel akkerbouwers voor 2013 de prijs van sojabonen via de verkoop van termijn- en forwardcontracten hebben ‘vastgeklikt’ rond $12,00 in afwachting van verdere prijsdalingen.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
30
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
IV Conclusies De markten voor granen blijven de komende tijd volatiel. Weersinvloeden blijven de belangrijkste component van de prijs en zullen de aanbodzijde blijven bepalen. Maar daarnaast is ook de toename van de wereldbevolking –China moet het komende decennium 20% van de wereldbevolking voeden- een belangrijke factor. Naast de weersinvloeden en de continue bevolkingsgroei in met name China en India, zullen het vooral politieke keuzes zijn, die de prijs van de granen gaan bepalen. Wat gebeurt en met de exportbeperkingen in Rusland en de Oekraïne? Welke wet- en regelgeving wordt van toepassing voor de biobrandstof industrie en kunnen er maximumprijzen gaan gelden om voedselcrises te voorkomen? Zomaar een paar vragen, die van cruciaal belang zijn voor de bepaling van het evenwicht tussen vraag en aanbod en de uiteindelijke prijsbepaling. Tarwe versus voermaïs
31
Bron: USDA
Voor het komende jaar is DCA niet optimistisch voor wat betreft de prijs van de granen. De keerzijde van de medaille is, dat er wel ontspanning wordt gezien op de markten en dat is vanuit geopolitiek standpunt beschouwd geruststellend. Lagere voedselprijzen zal leiden tot iets minder spanning in ontwikkelingslanden en landen met grote afhankelijkheid van maïs (Mexico) en tarwe (Egypte). Egypte is bijna blut en iedere prijsdaling helpt de politieke onrust voorkomen en bevordert stabiliteit. DCA verwacht dat het belang van tarwe als vervanger voor maïs in diervoeders verder zal toenemen. Dit proces is sinds 2007 in gang gezet en kan nu –door de stijgende vraag naar maïs voor biobrandstof – verder doorzetten. De stijgende productie van tarwe in Rusland, Oekraïne en Canada en de groeiende productie van maïs en vooral sojabonen in Argentinië en Brazilië, zal de exportpositie van Amerika verder verzwakken. Daarmee ontstaat extra prijsdruk in de markt en neemt het belang van de Amerikaanse termijnmarkten verder af. De opkomst van futuremarkten in Azië (China) zal steeds meer een stempel drukken op de prijs en vooral de korte termijn volatiliteit bepalen. DCA verwacht gemiddeld lagere prijzen in de drie belangrijkste graanmarkten. Ook voor de belangrijke grondstof olie verwacht DCA gemiddeld een lagere prijs. Tot slot nog een optimistische noot. Wellicht dat er ondanks prijsdaling van de granen –door lagere kosten enerzijds en door licht oplopende prijzen van halffabricaten en eindproducten anderzijds – toch ruimte is voor margeverbetering in 2013.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
Bronvermelding 1
http://www.fao.org/worldfoodsituation/wfs-home/foodpricesindex/en/
Schatting FAO voor 2008 vergeleken met de periode 2005/07, vóór de piek van de voedselprijzen medio 2008 en de financiële crisis die kort daarna begon. Na een verdere stijging in 2009 was het niveau in 2010 terug op het niveau van 2008, nog altijd 130 miljoen hoger dan in 2005/07. Zie: FAO 2010. The State of Food Security in the World. 2.
http://www.ifpri.org/publication/reflections-global-food-crisis Studie van het International Food Policy Research Institute naar de oorzaken en gevolgen van de voedselcrises en de mogelijke aanbevelingen om soortgelijke rampen in de nabije toekomst te voorkomen. 3.
http://www.iatp.org/documents/resolving-the-food-crisis-assessing-global-policy-reforms-since-2007 4.
http://www.oecd.org/site/oecd-faoagriculturaloutlook/ De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft in verschillende rapporten laten zien, dat lage voorraden vaak gepaard gaan met perioden van sterk variabele prijzen. Zie: OECD-FAO 2010-2019 en OECD-FAO 2012-2021 5.
32
6.
http://www.platformlis.nl/adviezen/Beleidsdocument-compleet-web.pdf
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kredietcrisis en http://vorige.nrc.nl/nieuwsthema/kredietcrisis/article1987320.ece De kredietcrisis is de aanduiding voor de crisis op de financiële markten die in de zomer van 2007 ontstond.De crisis werd in belangrijke mate geïnitieerd doordat door de stagnerende huizenmarkt in de Verenigde Staten de als obligaties verpakte gebundelde hypotheken in het laagste segment (subprime) in een hoog tempo minder waard werden. Hierdoor kwamen financiële instellingen in problemen en werden er uiteindelijk honderden miljarden afgeschreven op gekochte obligaties. Doordat onduidelijk was welke instellingen hierdoor in de problemen zouden komen droogde de interbancaire geldmarkt op, banken leenden elkaar geen geld meer. Verschillende banken zijn genationaliseerd, failliet gegaan of overgenomen. Het opmerkelijke aan de kredietcrisis is dat verschillende negatieve ontwikkelingen op deelmarkten elkaar versterkten. 7.
De ontwikkelingen bedreigden al snel het ongestoord functioneren van het internationale financiële systeem, en ingrijpen van nagenoeg alle centrale banken bleek noodzakelijk. Vanaf oktober 2008 namen diverse overheden op grote schaal rechtstreeks deel in het risicodragend kapitaal van banken. https://nl.wikipedia.org/wiki/Lehman_Brothers In 2008 leed Leman Brothers, uitgegroeid tot een van de bekendste investeringsbanken ter wereld, zwaar onder de Kredietcrisis. Op 9 september 2008 verloor het op één dag 40 procent van haar beurswaarde. Op 15 september 2008 vroeg het bedrijf surseance van betaling of uitstel van betaling (“Chapter 11”) aan. Lehmans faillissement zou de grootste instorting van een investeringsbank zijn sinds sinds Drexel Burnham Lambert instortte te midden van beschuldigingen van fraude 18 jaar daarvoor. 8.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
http://sylvestereijffinger.com/wordpress/2013/01/tijdperk-van-financiele-repressie/ Tijdperk van financiële repressie 21/01/2013 (NRC Opinie) – Overheden dwingen beleggers en centrale banken hen te financieren, stellen Edin Mujagic en Sylvester Eijffinger. 9.
http://awadvisors.com/2013/02/11/the-effect-of-quantitative-easing/ Het ’Quantitative Easing’ pakket en alle monetaire verruimingsmaatregelen uitgelegd
10.
http://www.marketupdate.nl/nieuws/valutacrisis/fed-houdt-qe-op-85-miljard-per-maand/ De Amerikaanse centrale bank handhaaft in mei 2013 de extreem lage rente van 0 tot 0,25%. Ondertussen haalt ze nog steeds iedere maand $40 miljard aan hypotheekleningen en $45 miljard aan staatsobligaties van de markt, met als doel de lange rente te drukken.
11.
http://www.usda.gov/oce/commodity/wasde/index.htm Dit is het belangrijke WASDE rapport van mei 2013 en geeft weer hoe de voorraden, consumptie en voorraden van de grondstoffen zich ontwikkelen. Het mei-rapport is de eerste verwachting voor de 2013/14 oogst.
12.
http://www.trouw.nl/tr/nl/4504/Economie/article/detail/3451597/2013/06/03/Sterkere-krimpindustriele-productie-China.html In China is de inkoopmanagersindex, een belangrijke graadmeter voor economische groei, voor het eerst in zeven maanden gedaald
13.
http://blogs.platts.com/2013/03/07/rins-blendwall/ In China lag medio 2012 27% van de wereldvoorraden (bijna 54 miljoen ton) van tarwe opgeslagen.
14.
https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=3&ved=0CDkQFjAC&url=ht tps%3A%2F%2Fwww.abnamro.nl%2Fnl%2Fimages%2FGeneriek%2FPDFs%2F020_Zakelijk%2F04_ Service%2FPublicaties%2F20120926-agrarischnieuws-grondstoffen2012digitaal.pdf&ei=KVivUdWdCs ib0AWJzIGoBg&usg=AFQjCNGjtNPX-fhTIP7U2pEPnOxxnC-7KA Het sector rapport van de Agrarische Grondstoffenmarkt
15.
16.
http://www.marketswiki.com/mwiki/Zhengzhou_Commodity_Exchange
http://nl.wikipedia.org/wiki/Environmental_Protection_Agency Het Environmental Protection Agency (afgekort tot EPA of soms USEPA) is het federale agentschap van de Verenigde Staten dat belast is met de bescherming van de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. Het agentschap werd op 2 december 1970 ingesteld. EPA maakt geen deel uit van het Amerikaanse kabinet, maar de voorzitter (in het Amerikaans Administrator) heeft wel de rang als kabinetslid. De huidige voorzitter is Lisa P. Jackson (aangetreden op 23 januari 2009).
17.
EPA telt 18.000 medewerkers, verdeeld over het hoofdkantoor, 10 regionale bureaus en 17 laboratoria verspreid over het land. De medewerkers van het Milieubureau zijn vaak hoog opgeleid, meer dan de helft van de medewerkers zijn ingenieurs, wetenschappers en specialisten op het gebied van milieubescherming. De rest zijn o.a. mensen met grote wetskennis, kennis van het openbaar bestuur, voorlichters en computerspecialisten . http://www.epa.gov/otaq/fuels/renewablefuels/ EPA is responsible for developing and implementing regulations to ensure that transportation fuel sold in the United States contains a minimum volume of renewable fuel. The Renewable Fuel Standard (RFS) program regulations were developed in collaboration with refiners, renewable fuel producers, and many other stakeholders. 18
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
33
http://www.enraedt.nl/NIEUWSBRIEF/include2.php?naam=nieuws341.inc 1 augustus 2005 WASHINGTON (Energeia/ANP) - De Amerikaanse Senaat is vrijdag akkoord gegaan met een hervorming van het energiebeleid die president George Bush al vier jaar geleden voorstelde. De Energy Policy Act 2005 werd aanvaard met 74 tegen 26 stemmen.
19.
http://en.wikipedia.org/wiki/Energy_Policy_Act_of_2005 the Act increases the amount of biofuel (usually ethanol) that must be mixed with gasoline sold in the United States to 4 billion US gallons (15,000,000 m3) by 2006, 6.1 billion US gallons (23,000,000 m3) by 2009 and 7.5 billion US gallons (28,000,000 m3) by 2012;[1] two years later, the Energy Independence and Security Act of 2007 extended the target to 36 billion US gallons (140,000,000 m3) by 2022.[2]
20.
http://www2.epa.gov/laws-regulations/summary-energy-independence-and-security-act Summary of the Energy Independence and Security Act • PDF of the Energy Independence and Security Act, from U.S. Government Printing Office (GPO) (310 pp, 821K,About PDF) • De officiele tekst van de EISA is beschikbaar op theUnited States Code on FDSys, van het US Government Printing Office
21.
34
Public Law 110-140 (2007) Signed on December 19, 2007 by President Bush, the Energy Independence and Security Act of 2007 (EISA) aims to: • move the United States toward greater energy independence and security; • increase the production of clean renewable fuels; • protect consumers; • increase the efficiency of products, buildings, and vehicles; • promote research on and deploy greenhouse gas capture and storage options; • improve the energy performance of the Federal Government; and • increase U.S. energy security, develop renewable fuel production, and improve vehicle fuel economy. http://www.cmegroup.com/education/market-commentary/energy/2013/04/pre-open-_4441. html CME Group will launch nine futures contracts based on Renewable Identification Numbers (RINs), the credits traded by ethanol makers and fuel companies to comply with a federal biofuels mandate.
22.
The contracts, which will begin trading May 13 (2013 red.), will provide a useful hedge for price risk associated with the U.S. Environmental Protection Agency’s renewable fuels standard, CME Group said in an April 25 (2013 red.) statement. http://www.actionaid.org/publications/biofueling-hunger-how-us-corn-ethanol-policy-drivesfood-prices-mexico Biofueling Hunger: How US Corn Ethanol Policy Drives Up Food Prices in Mexico This report looks at one import-dependent country and one crop to gauge the extent of those impacts. Ethanol-related price increases have negative impacts on consumers, particularly food-insecure consumers who are not farming and so do not see any gain from higher corn prices. Corn accounts for roughly 60% of the final cost of tortillas, Mexico’s staple, so a 20%increase in corn prices from ethanol, transmitted to the Mexican market for white corn contributes to food insecurity.
23.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
24.
http://www.vilt.be/Groei_van_biobrandstofmarkt_stokt_in_Europa
http://www.guardian.co.uk/environment/2008/apr/05/biofuels.food The Guardian, Saturday 5 April 2008 The UN secretary-general, Ban Ki-moon, has called for a comprehensive review of the policy on biofuels as a crisis in global food prices - partly caused by the increasing use of crops for energy generation - threatens to trigger global instability
25.
http://www.ers.usda.gov/media/1104149/eib112summary.pdf Farmers have expanded production of agricultural commodities used as energy feedstocks. In particular, corn production increased 13 percent from 2001 to 2012. A 28-percent increase in corn plantings over that time period came partly at the expense of acreage previously allocated to other crops (acreage grew more than production as average yields fell in 2012 as a result of the drought); barley, oat, and sorghum production each declined by 10 percent or more over 2001-2012. The remainder of the increase in corn output came from the intensification of corn production. Entire report, 1,330 kb
26.
http://www.ers.usda.gov/media/1104149/eib112summary.pdf The prices of all major field crops increased by more than 40 percent between 2001 and 2012 (in real terms). As production of other commodities decreased to accommodate increased corn production, increased competition for reduced supplies helped lead to higher prices for all major field crops. Entire report, 1,330 kb
27.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22351599 Klimaatbaten van huidige biobrandstoffen lager dan kosten fosfaatuitputting Gepubliceerd op 1 juni 2012 Door Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse. Bij de productie van gewassen als tarwe, maïs, palmolie en suikerbiet voor biobrandstof zijn de kosten van fosfaatuitputting groter dan de baten van verminderde CO2-uitstoot.
28.
http://www.boerderij.nl/Akkerbouw/Nieuws/2012/12/EU-staten-voor-importtarief-bio-ethanol-VS1133815W/ Brussel – De Europese Unie wil een antidumpingheffing van 9,6 procent voor bio-ethanol uit de Verenigde Staten. Daartoe heeft het adviescomité van de Europese Commissie besloten.
29.
https://www.iisd.org/gsi/sites/default/files/biofuels_subsidies_eu_review.pdf ‘Biofuels - At What Cost? A review of costs and benefits of EU biofuels policies’, is een herziene versie van het rapport ‘Biofuels - At What Cost?’ uit 2007.
30.
http://www.clubofmozambique.com/solutions1/investor/docs/biofuels_subsidies_eu.pdf Dit nieuwe rapport gaat ook na wat de verhouding is tussen de steun die de sector voor biobrandstoffen krijgt en haar omzet. De steun bedraagt meer dan de helft van de omzet in de sector, die voor 2011 op 13-16 miljard euro uitkwam. De steun is ook hoger dan het totale bedrag dat tussen 2004 en nu is geïnvesteerd in installaties voor de aanmaak van biobrandstoffen. Dat suggereert dat de huidige steun weinig te maken heeft met het beschermen van die investeringen. Het merendeel van het geld vloeit weg naar de aankoop van landbouwproducten, ook buiten de Unie. De studie gaat ook na wat de financiële impact is van het verder verhogen van het aandeel biobrandstoffen. Het volume biobrandstoffen opdrijven tot 8,6%, zoals is voorzien onder bestaand beleid, zal cumulatief tussen de 28 en 33 miljard euro steun vergen in de periode 2014-2020.
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
35
http://www.nuzakelijk.nl/economie/3000743/voedselprijzen-wereldwijd-omlaag.html Voedselprijzen wereldwijd omlaag
31.
http://agri.eu/root/files/0/Grain-Market-report-03.2013-resume.pdf Dit zijn de verwachtingen van de IGC, International Grain Council. Zij waarborgen de implementatie van wet-en regelgeving in het kader van de wereldomvattende Grain Trade Convention . Verder monitoren zij de ontwikkeling in de graanmarkt wereldwijd en bestuderen zij eventuele gevolgen van beleidsveranderingen op nationaal niveau en de implicaties daarvan voor de tarwemarkt
32.
36
Analyse prijsontwikkeling graan 2013/2014
exclusief voor:
GRANENMAR K T P R O FE SS I O NA L