Handleiding Day for Change
Docenten Voortgezet Onderwijs Versie vmbo
Colofon Samenstelling en redactie: Day for Change Rake taal Nijmegen Steven van Galen Met dank aan iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan deze handleiding.
Het lesmateriaal is ontwikkeld in overleg met scholen en SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.
De Day for Change actie wordt mede mogelijk gemaakt door de Rabobank Foundation en diverse lokale Rabobanken.
Vormgeving:
© Stichting Day for Change
Handleiding Day for Change Docenten Voortgezet Onderwijs | Versie vmbo
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Introductie Day for Change
6
Day for Change en de Maatschappelijke Stage (MaS)
7
Wereldburgerschap | In de les
9
Wereldburgerschap | Achtergrond
10
Microcrediet | In de les
13
Microkrediet | Achtergrond
16
Microkrediet | Projecten in beeld
17
Ondernemen | In de les
19
Ondernemen | Achtergrond
21
Afronding
23
Aansluiting Kerndoelen
24
Bijlagen beschrijvingen & antwoorden bij de werkbladen
27
Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg Bijlagen beschrijvingen & antwoorden bij de werkbladen
35
Gemengde- en Theoretische leerweg Vragenlijst
43
4
Wereldburger van betekenis Een jongere die hier zelfgemaakte cupcakes verkoopt aan zijn buurman kan het begin zijn van een kapperszaakje in Kenia. Zo werkt Day for Change. Terwijl jouw leerlingen leren over wereldburgerschap, microfinanciering, de (relatieve) waarde van geld en ondernemen, helpen zij mensen in ontwikkelingslanden. Bovendien wordt in een tijd waarin veel jongvolwassenen kampen met schulden, jong leren omgaan met geld steeds belangrijker, ook daar speelt Day for Change op in. De financiële crisis, klimaatverandering, honger, voedselveiligheid: het zijn problemen die niet ophouden bij onze grens. Met de kleren die wij hier kopen hebben we invloed op het leven van mensen aan de andere kant van de wereld. Opkomende economieën hebben invloed op de werkgelegenheid in ons land. We zijn als wereldburgers met elkaar verbonden. Geld speelt in die verbondenheid een centrale rol. Soms negatief, soms positief. De Day for Change actie brengt wereldburgerschap in de praktijk en leert kinderen op een toegankelijke en actieve manier verder te kijken dan hun neus lang is. Day for Change verleent iedere klas of groepje leerlingen een eigen microkrediet, een startkapitaal waarmee de leerlingen hun eigen onderneming opzetten. Dat vergt creativiteit en ondernemerschap. Het geld dat de leerlingen verdienen met hun eigen bedrijf, gebruikt Day for Change om arme mensen in ontwikkelingslanden aan een microkrediet te helpen. In veel gevallen is zo’n microkrediet voor hen het begin van een nieuw leven.
“Ik zie de Day for Change actie als een goede invulling van actief burgerschap. Daarnaast is het inpasbaar in de lessen Economie, Beeldende vorming, Natuur en techniek, etcetera. Het is echt een vakoverschrijdende actie!” In deze handleiding staat alles over de actie. Deelname is het gehele schooljaar mogelijk en neemt minimaal drie dagen in beslag. In de handleiding staat per stap beschreven hoe je de actie kunt inpassen en uitvoeren. Samen met diverse lokale Rabobanken biedt Day for Change een aantal extra mogelijkheden, zoals ondernemersgastlessen. Indien je hierin geïnteresseerd bent of wanneer er nog vragen of opmerkingen zijn, neem dan contact met ons op. Wij wensen jou en je leerlingen veel succes en vooral plezier met de Day for Change actie. We zijn benieuwd naar jullie ervaringen. Deel deze met ons via
[email protected].
Hartelijke groet,
Stichting Day for Change Postbus 8058, 1201 HB Hilversum Telefoon: 06 57 33 19 43 ING: 8000 www.dayforchange.nl E-mail:
[email protected]
Marc Klein Essink Stichting Day for Change
5
Introductie Day for Change Deze handleiding geeft een beschrijving van de Day for Change actie. Werkbladen voor de leerlingen zijn te vinden op www.dayforchange.nl. Hier vind je zowel werkbladen gericht op de basis/ kaderberoepsgerichte leerweg als op de gemengde en theoretische leerweg. De werkbladen kun je downloaden met de via de mail verstrekte code. De microkredieten ontvang je op het opgegeven rekeningnummer. Denk na over jouw aanpak van de Day for Change actie. Hoe groot of klein wil je het aanpakken? Hoeveel lessen wil je eraan besteden en werk je samen met andere docenten? Lees onderstaande stappen om meteen aan de slag te kunnen en gebruik de handleiding voor een verdieping van de onderwerpen. Per lesmodule zijn verschillende werkbladen beschikbaar. Je kunt zelf kiezen welke werkbladen je wilt gebruiken. Wil je persoonlijk advies, neem dan contact op met Day for Change via info@dayforchange. nl of 06 57 33 19 43. De Day for Change actie neemt minimaal drie dagen in beslag. Natuurlijk is het mogelijk om meer tijd aan de actie te besteden.
We raden aan om de volgende stappen te volgen: Stap 1
Introduceer Wereldburgerschap
Stap 2
Eigen geld (ism lokale Rabobank)
Stap 3
Introduceer Microkrediet
Stap 4a
Ondernemen Voorbereiden
Stap 4b
Ondernemen Uitvoeren
Stap 5
Afronding en eindopbrengst storten
In de handleiding staan alle stappen beschreven. Je kunt zelf bepalen hoe uitgebreid je de verschillende onderdelen behandelt. Stap 3 t/m 5 zijn essentiële onderdelen van de actie. De Day for Change actie is makkelijk in te passen: • •
•
6
Je kunt het hele schooljaar deelnemen. De actie is in te passen bij vakken als Nederlands, aardrijkskunde, economie, wiskunde, techniek, de kunstvakken en het leergebied mens en maatschappij. Daarnaast is de Day for Change actie in te zetten als maatschappelijke stage (zie voor specifieke kerndoelen, pag 24). De actie sluit aan bij competentiegericht onderwijs.
Day for Change en de Maatschappelijke Stage (MaS) De Day for Change actie biedt leerlingen van het voortgezet onderwijs de kans om zich vrijwillig in te zetten voor een ander. In het kader van de MaS starten de leerlingen een eigen bedrijf met een microkrediet van Day for Change. Terwijl zij creativiteit en ondernemerschap in praktijk brengen, leren ze over microkrediet en worden ze geprikkeld om na te denken over hun eigen rol in de samenleving. Het geld dat de leerlingen verdienen met hun bedrijf gebruikt Day for Change om microkrediet voor meer mensen in ontwikkelingslanden mogelijk te maken. In de praktijk Deelname aan de Day for Change actie in het kader van de MaS is op elk gewenst moment mogelijk. Eigen initiatief van de jongeren is daarbij erg belangrijk. De leerlingen zitten niet vast aan een stageplek binnen onze organisatie, maar zijn vrij om hun eigen actie in te vullen. Er zijn verschillende manieren om de MaS in te richten. Zo kan de activiteit van de leerlingen zich op één dag afspelen, maar ook gedurende een hele week of zelfs gedurende een paar maanden. Hieronder een aantal voorbeelden ter inspiratie: • • • •
De leerlingen organiseren een verwendag voor ouderen in het plaatselijke bejaardenhuis. Tegen een bijdrage kunnen de ouderen zich heerlijk laten verwennen (bijv. manicure/ pedicure). De leerlingen organiseren een schoolfeest in de plaatselijke kroeg of discotheek. De winst van de kaartverkoop gaat naar Day for Change. Elke vrijdagmiddag organiseren de leerlingen een high-tea voor ouders, docenten en buurtbewoners. De leerlingen hebben de leiding over een klusbedrijfje; gedurende een week helpen zij buurtbewoners met hun klusjes.
Begeleiding Probeer voor de leerlingen begeleiding op maat te verzorgen. Als docent kan je de rol van begeleider op je nemen, maar hiervoor kan bijvoorbeeld ook de, speciaal voor de MaS aangestelde, coördinator of een ouder/verzorger worden ingeschakeld. Uiteraard zijn wij altijd beschikbaar voor vragen of hulp. We denken graag met jullie mee over hoe we de Day for Change actie het beste kunnen inbedden in de Maatschappelijk Stage. Jullie feedback is hierbij van groot belang. Evaluatie Reflectie op de stage is belangrijk voor het effect van de MaS. Het is daarom goed om aan het einde van de stage een evaluatiemoment in te bouwen. Kijk samen met de leerlingen terug op wat zij tijdens de stage hebben geleerd. Hoe is het bewustwordingsproces verlopen? Wat zouden ze de volgende keer anders doen en wat juist niet? Wellicht zitten zij na de stage boordevol ideeën over manieren waarop ze hun ondernemerschap kunnen inzetten voor de maatschappij!
Tips! • •
De leerlingen kunnen een logboek bijhouden waarin zij de tijd rapporteren die zij inzetten voor de MaS (datum, activiteiten, aantal uur). Het is handig om een draaiboek te maken waarin je de planning en organisatie rondom de MaS uitwerkt. Neem hier bijvoorbeeld een stappenplan en rooster in op en stel één persoon als coördinator aan.
7
Twents Carmel College, Oldenzaal Klas 3 havo/vwo, 260 leerlingen (¤ 900,- microkrediet) Opbrengst: ¤ 1.621,58
“Van ouders uit de ouderraad hoorde ik dat hun kinderen nooit met verhalen over school thuiskwamen; nu komen zij met enthousiaste verhalen thuis!”, aldus wiskundedocent Rita Grunder over het enthousiasme van de leerlingen tijdens de Day for Change actie. Volgens haar sluit de actie prachtig aan op het individuele programma ‘Onderneem ‘t’ voor leerlingen van het Twents Carmel College; de actie is een goede manier om de theorie in de praktijk toe te passen. Tevens heeft de school de actie gekoppeld aan de Maatschappelijke stage; “twee vliegen in een klap”, aldus Rita. Het ‘Onderneem ‘t’-team en de directeur besluiten de actie dan ook maar gelijk groots aan te pakken door met alle klassen 3 havo/vwo (260 leerlingen) deel te nemen. Door de koppeling met de MaS is de actie geborgd in het onderwijs. De school deed de aftrap voor de actie in oktober, in samenwerking met Day for Change en ambassadeur van de Stichting, Ruben Dingemans. De GeoClips-uitzending ‘Arm en rijk’ werd vertoond aan alle 260 leerlingen en Ruben vertelde over zijn ervaring met microkrediet in Oeganda. Van november t/m mei hadden de leerlingen de tijd om hun eigen ondernemingen op te zetten. In groepjes stelden ze ondernemersplannen op, toetsten hun plannen aan de hand van marktonderzoek en ze schreven een persbericht. Dit moesten ze inleveren en diende voor de toekenning van de 20 euro microkrediet. Tijdens de toekenning tekenden alle leden van het groepje de ‘officiële’ ontvangstbevestiging! “We hebben ervaren hoe weinig 20 euro eigenlijk is! We hebben geleerd dat je goed en slim moet investeren. In het begin was het lastig om de goede prijs te bepalen. We wilden niet te weinig vragen maar ook weer niet te veel om te voorkomen dat we aan het einde van de dag niets verkocht hadden. Ook is de presentatie van je verkoopwaar en het maken van reclame belangrijk. En je moet goed laten zien waar je het voor doet!”, aldus de 14-jarige Marion die met haar groepje (zelfgemaakte) sieraden verkocht. Ter afsluiting van de actie mochten de leerlingen de beste ondernemingen uit hun midden kiezen. Acht groepen presenteerden hun activiteiten aan een deskundige jury, waar onder andere de directeur van de school in zat. Alle creatieve presentaties maakten het tot een lastige keuze, maar uiteindelijk kwam de ‘Kidsclub’ als winnaar uit de bus. De samenwerking die de leerlingen hadden gezocht met een basisschool om kinderen een leuke en creatieve middag aan te bieden en de daarvoor geregelde sponsoring voor de locatie, gaven de doorslag. De leerlingen vonden het zo leuk om te doen dat ze nu onderzoeken in hoeverre zij hun bedrijf kunnen voortzetten!
8
Stap 1
Wereldburgerschap - In de les Introduceer het thema wereldburgerschap bij de leerlingen (min. 2 lesuren). Gebruik hiervoor de werkbladen en eventueel de achtergrond informatie. Er zijn voor wereldburgerschap vijf werkbladen beschikbaar. Hieronder vind je een overzicht van deze werkbladen. Per werkblad zijn doelen geformuleerd. In de bijlage van deze handleiding staat een korte beschrijving bij de werkbladen. Met de via de mail verstrekte code kun je op www.dayforchange.nl de werkbladen downloaden.
Werkblad
Inhoud
Doelen
Kerndoel/Vak
Werkblad 1 Ontwikkelingslanden
Dit werkblad is een eerste introductie op ontwikkelingslanden.
De leerlingen leren wat ontwikkelingslanden zijn en waar ze liggen.
Kerndoel 1, 38, 41, 46 Mens en Maatschappij, Aardrijkskunde
Werkblad 2 Handel
De leerlingen onderzoeken hoe de prijs van sportschoenen is opgebouwd.
De leerlingen leren waarom veel producten uit onze winkels in ontwikkelingslanden worden gemaakt.
Kerndoel 41, 42, 46 Mens en Maatschappij, Economie
Werkblad 3 Zelftest
De leerlingen onderzoeken op een speelse manier wat voor type gever zij zijn. Aanvullend G/T leerweg: de leerlingen onderzoeken op een speelse manier wat voor type gever zij zijn en kijken hoeveel ze te besteden hebben.
De leerlingen denken na over hun manier van geven. Aanvullend G/T leerweg: de leerlingen vergelijken hun bestedingsruimte met die van mensen in ontwikkelingslanden.
Kerndoel 5, 6, 46 Mens en Maatschappij
Werkblad 4 Leven in een ontwikkelingsland
De leerlingen vergelijken hun leven met het leven van een leeftijdgenoot in een ontwikkelingsland.
De leerlingen leren dat leerlingen in ontwikkelingslanden veel tijd kwijt zijn met werken.
Kerndoel 36, 46 Mens en Maatschappij
Werkblad 5 Spel “Handel in de wereld” (voor docent)
Een spel waarbij leerlingen leren onderhandelen met als resultaat het afleveren van een eindproduct.
Leerlingen doen ervaring op over onrecht in de wereldhandel en leren onderhandelen.
Kerndoel 6, 20, 46, 47 Mens en Maatschappij, Aardrijkskunde, Economie, Geschiedenis, Nederlands
Tips • Laat de leerlingen hun favoriete microkredietproject op www.dayforchange.nl kiezen en laat ze meer informatie over het land en haar inwoners verzamelen. Gebruik bijvoorbeeld de factsheet over India, die te vinden is onder het kopje ‘Lesmateriaal/wereldburgerschap’ op de website. • Kijk met de leerlingen op de labels van hun kleding. In welke landen wordt hun kleding gemaakt? Voelen ontwikkelingslanden nu ver weg of juist dichtbij? • Laat de Powerpoint-presentatie (op de website onder ‘Lesmateriaal/ wereldburgerschap’) zien met daarin beelden over de diversiteit van ontwikkelingslanden. Koppel dit aan werkblad 1. 9
Stap 1
Wereldburgerschap - Achtergrond Een wereldburger realiseert zich dat zijn wereld groter is dan zijn school, zijn cultuur of zijn land. Wereldburgerschap sluit aan bij onderwerpen als burgerschap en sociale integratie. Het gaat over mondiaal bewustzijn. Jongeren leren inzien dat hun leven op allerlei manieren is verbonden met het leven van mensen elders op de wereld. Of het nu is door de kleding die ze kopen of door het goede doel dat ze steunen. Geldbewustzijn In de veelzijdige samenleving die Nederland is, is het belangrijk dat iedere leerling zich openstelt voor de wereld en een betrokken wereldburger is. Burgerschap houdt niet op aan de grens. Internationale betrokkenheid en participatie in de samenleving en aandacht voor de wereld is van groot belang. De financiële problemen van de laatste jaren hebben aangetoond hoe belangrijk het is dat we goed leren omgaan met geld. Met de Day for Change actie leren jongeren niet alleen goed om te gaan met hun eigen geld, maar worden ze zich ook bewust van de (relatieve) waarde van geld. Vijftig euro in Nederland betekent iets heel anders dan vijftig euro in een ontwikkelingsland. Day for Change wil bijdragen aan het opleiden van een generatie ondernemende wereldburgers die in staat is om kansen te grijpen, zowel in relatie tot het verwerven van een eigen inkomen als tot het bereiken van sociale verandering. Door ondernemerschapsonderwijs aan te bieden in de context van ontwikkelingssamenwerking leren kinderen bovendien dat zij door hun ondernemendheid en creativiteit een bijdrage kunnen leveren aan positieve verandering in de samenleving. Deelnemers aan de Day for Change actie leren hoe het is om in de schoenen te staan van een kleine beginnende ondernemer. Zo spreken we hun ondernemende kwaliteiten en creativiteit aan en ontstaat bewustwording: “Dit is het leven aan de andere kant van de wereld” maar ook “Ik kan iets doen, ik kan iets betekenen”. Doordat de leerlingen zich normale en schoolse kennis eigen maken in een betekenisvolle situatie wordt hun zelfbewustzijn vergroot.
© foto Aflatoun
10
Stella Maris College, Valkenburg Klas 4, vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (KB) (¤ 20,- microkrediet) Opbrengst ¤ 1.437,07
De leerlingen van klas 4d staan binnen en buiten de school niet echt bekend als ‘lieverdjes’. Enkele leerlingen uit de klas hebben het zo bont gemaakt, dat ze bij bepaalde vakken de klas niet meer in mogen. De leerlingen hebben de Day for Change actie aangegrepen om zich eens van een andere kant te laten zien. Dit is goed gelukt! Docent Economie, Erik Ziellemans, staat versteld van het enthousiasme en de gedrevenheid waarmee de leerlingen het project uitvoeren; stuk voor stuk gaan ze er helemaal voor. De veranderingen zijn opmerkelijk; waar de leerlingen er eerst alles aan deden om, tegen de regels in, het schoolterrein te verlaten (tijdens pauzes, spijbelen etc.), vragen ze nu netjes toestemming aan de docenten om van het schoolterrein af te mogen om, in het kader van de Day for Change actie, zaken te regelen (inkopen doen etc.). ‘The Moneymakers’ zijn voorzichtig begonnen met het verkopen van soep in de kantine. Het verdiende geld wordt ingezet voor een tweede actie: de verkoop van truien. De grote klapper is de derde actie geworden: het schoolfeest in café Nurgus in Valkenburg. “De voorverkoop liep niet echt goed, ” zegt leerling Pieter Dupont. “Maar nadat we op school extra reclame hadden gemaakt, verkochten we aan de zaal nog heel wat extra kaartjes.” En wat de naam van de groep al doet vermoeden; er is veel geld verdiend. Een bedrag van 1.437,07 euro! De leerlingen werden gecomplimenteerd door de docenten en bedankt voor hun prestatie. Eén van de leerlingen liep geëmotioneerd naar economiedocent Erik Ziellemans toe en zei: “Ik heb nog nooit in mijn leven zo’n groot compliment gekregen.” Dat er over de leerlingen van klas 4d nu eens positief wordt gesproken in plaats van negatief, en de complimenten die de leerlingen van de docenten ontvangen voor hun activiteiten, is het mooiste aan deelname aan de Day for Change actie, aldus Erik. Overigens heeft het Moneymakers Team de verkiezing ‘Microkredietonderneming van het Jaar gewonnen met dit geslaagde project!
‘The Moneymakers’ van het Stella Maris College in Valkenburg, verkochten soep en truien om zo de Day for Change Klasse!Actie te kunnen afsluiten met een groot schoolfeest en een geweldige opbrengst!
11
Stap 2
Eigen geld (onder voorbehoud van samenwerking met lokale Rabobank) In een tijd dat veel jongvolwassenen kampen met schulden, wordt jong leren omgaan met geld steeds belangrijker. In samenwerking met de lokale Rabobank biedt Day for Change een gastles aan waarin leerlingen leren omgaan met geld (min. 1 lesuur). BOEG (Baas Over Eigen Geld), ontwikkeld door de Rabobank, bestaat uit een online platform en een gastles van 60 minuten. Tijdens deze gastles worden de jongeren financieel bijgepraat door jongerenadviseurs. Daarnaast worden ze geholpen met het maken van een financiële planning om bijvoorbeeld te kunnen sparen voor een nieuwe laptop, vakantie of rijbewijs en gaan ze daar ook direct mee aan de slag. Tijdens de gastles, die gegeven wordt door een medewerker van de lokale Rabobank, wordt ingegaan op wat BOEG betekent en inhoudt, waarom het is opgezet en voor wie het bedoeld is. Ter introductie vindt een klassengesprek plaats waarin leerlingen bespreken waar ze geld aan uitgeven en hoe ze aan dit geld komen. Vervolgens worden verschillende video’s van BOEGbeelden getoond, waarna wordt besproken wat de doelen van deze BOEGbeelden zijn en de aandacht wordt gevestigd op zowel de inkomsten als de uitgaven. Na deze introductie gaan de leerlingen in groepjes op www. baasovereigengeld.nl zelf aan de slag met hun eigen spaarplan. Hierbij worden ze geholpen door de gastspreker. Wanneer leerlingen klaar zijn met hun plan kunnen zij extra opdrachten maken, die ingaan op sparen, slim inkopen en uit de hand lopende kosten. Tijdens de klassikale afsluiting worden de bevindingen besproken en eventuele vragen beantwoord. De gastles BOEG wordt bij voorkeur aan de start van de actie ingepland. Jongeren denken eerst na over hoe zij zelf met geld omgaan en worden zich vervolgens bewust van de waarde van geld in de wereld.
Hoofdvaartcollege, Hoofddorp 2 klassen 4 VMBO (¤ 435,- microkrediet) Opbrengst: ¤ 173,83
Vrijdag 18 februari 2011 was een bijzondere dag voor vier ondernemende meiden van het Hoofdvaartcollege in Hoofddorp. In het kader van de Day for Change actie startten zij een handeltje in zelfgemaakte nagellak, bijzondere, eigentijdse kleuren, ook op bestelling leverbaar. Zij noemen hun bedrijfje ‘Brails’. Wethouder Nederstigt maakte in november 2010 al kennis met de leerlingen uit 4 VMBO. De 52 leerlingen presenteerden toen hun ondernemingsplannen aan onder andere Eric Traa, directeur van de Rabobank in Hoofddorp. De groepen kwamen met veel verschillende ideeën, zoals het verkopen van zelfgemaakte nagellak, sjaals, ijskrabbers en kerstkaarten. Maar ook waren er plannen voor het verkopen van o.a. pizza slices, Marokkaanse koekjes, chocomel en broodjes. De plannen werden allemaal beloond met een microkrediet van minimaal ¤ 20,- en maximaal ¤ 50,-. Samen met Eric Traa kwam de wethouder langs op school om te kijken hoe de meiden het er van af gebracht hadden. Beiden waren erg onder de indruk van de professionele aanpak en presentatie van de vier jonge ondernemers. De meiden gaven aan de actie erg leuk en leerzaam te hebben gevonden: “Zeggen dat je verkoopt voor een goed doel helpt zeker bij het behalen van een mooie omzet!”
12
Stap 3
Microkrediet - In de les Introduceer het thema microkrediet bij de leerlingen (min. 2 lesuren) door naar de video ‘Arm en Rijk’ op onze website (www.dayforchange.nl/videos) te kijken. Laat de leerlingen nadenken over wat armoede voor hen betekent en wat dit betekent voor een jongere in een ontwikkelingsland. Zo wordt ook het thema wereldburgerschap wederom aangestipt. Gebruik de werkbladen en eventueel de achtergrond informatie. Ook kun je ervoor kiezen het thema microkrediet door een gastspreker te laten introduceren (zie ‘Gastspreker in de klas’ op pag. 12). Er zijn voor het thema microkrediet vijf werkbladen beschikbaar. Hieronder vind je een overzicht van deze werkbladen. Per werkblad zijn doelen geformuleerd. In de bijlage van deze handleiding staat per leerweg (basis/kader en gemengd/theoretisch) een korte beschrijving bij de werkbladen. Met de via de mail verstrekte code kun je op www.dayforchange.nl de werkbladen downloaden.
Werkblad
Inhoud
Doelen
Kerndoel/Vak
Werkblad 1 Microkrediet
Dit werkblad is een eerste introductie op het thema microkrediet. De leerlingen kunnen er zelfstandig mee aan de slag.
De leerlingen leren wat een microkrediet is en hoe het werkt.
Kerndoel 1, 3 Nederlands, Aardrijkskunde, Economie
Werkblad 2 ‘Arm en Rijk’
De leerlingen bekijken de GeoClips-aflevering ‘Arm en rijk’ over microfinanciering in Oeganda en beantwoorden vragen op het werkblad.
De leerlingen leren nadenken over wat armoede betekent en hoe microkrediet de levenssituatie van mensen in ontwikkelingslanden kan verbeteren.
Kerndoel 4, 38, 46 Nederlands, Mens en Maatschappij, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Economie
Werkblad 3 Rekenblad
De leerlingen gaan aan de slag met een rekenvoorbeeld over microkrediet.
De leerlingen leren op een praktische manier rekenen met een microkrediet.
Kerndoel 20 Wiskunde
Werkblad 4 Rente
Dit werkblad geeft een korte uitleg over rente.
De leerlingen leren rente te berekenen en leren inzien waarom ook voor arme mensen rente berekend wordt.
Kerndoel 20, 22 Wiskunde, Economie
13
Klassikale introductie • In veel games heb je credits of grondstoffen nodig. Denk bijvoorbeeld aan Habbo of Catan. Wie weet er nog meer voorbeelden? Zonder credits ben je nergens in een game. Zonder geld kun je geen bedrijf opbouwen. Daarom kunnen arme mensen in ontwikkelingslanden een kleine lening krijgen. Met dat geld kunnen ze hun eigen bedrijf beginnen. Als het bedrijf goed loopt, kunnen ze de lening terugbetalen. Zo’n kleine lening noem je een microkrediet. • Vertel de leerlingen dat er meer dan één miljard mensen op de wereld maar één dollar (dat is minder dan één euro) per dag te besteden hebben. Als je die mensen geld of eten geeft, zijn ze maar even geholpen. Met een microkrediet kun je ze helpen een zelfstandig bestaan op te bouwen. • Op dit moment zijn er in ontwikkelingslanden nog te weinig microfinancieringsinstellingen om aan de grote vraag naar microkredieten te voldoen. Er is daarom geld nodig om meer lokale banken op te richten en meer coaches op te leiden. Deze coaches leren mensen op een goede manier met hun microkrediet om te gaan. • Met de Day for Change actie wil Day for Change meer mensen toegang geven tot een microkrediet. Ruben Dingemans, presentator en ambassadeur van Day for Change, over zijn reis naar Oeganda:
“Armoede op televisie zien is één ding. Vier dagen lang op je slippers door de sloppen, vuilnisbelten en open riolen wandelen een ander. Maar ik blijf door de ogen van een Westerling kijken. Ik werd er zelfs Mzungu (witte) genoemd. Ik zag veel armoede, maar ook levenslust en hoop. Van Kampala tot Masaka. Van Bright tot Shafik. Van arm kindje tot gewoon kind. Het zijn veel indrukken, die ik de rest van mijn leven mee zal nemen.” Stellingen Laat de leerlingen eventueel met elkaar discussiëren aan de hand van deze stellingen: • • • • • • •
Ons geld is in ontwikkelingslanden veel meer waard. Je hebt meer aan een goed lopend bedrijf dan aan een grote zak geld. Wie geld leent, voelt zich beter dan wie geld krijgt. Microkrediet werkt alleen in ontwikkelingslanden. Met een microkrediet kun je nooit rijk worden. Alleen microkrediet helpt tegen armoede. Met een kleine lening, een microkrediet, kan je geen bedrijf beginnen.
Gastspreker in de klas Op het inschrijfformulier voor de Day for Change actie kun je een gastles over microkrediet aanvragen. Eén van de medewerkers, of vrijwilligers van Day for Change of van onze partnerorganisatie Oikocredit komt dan op school over microkrediet vertellen. De gastles duurt ongeveer één uur. Ruim voor de aangegeven datum wordt contact met je opgenomen om de precieze datum en tijdstip af te stemmen. Uit ervaring is gebleken dat de interactie met de gastspreker beter verloopt wanneer de leerlingen zelf al iets meer weten over de Day for Change actie. We adviseren je om de (korte) introductie over de Day for Change actie al vóór de gastles te doen. Ed den Besten, directievoorzitter Rabobank Salland, vertelt waarom hij zich inzet voor de Day for Change actie:
“Ik vind dit een geweldig project omdat er zo enorm veel leerervaringen inzitten. Leerlingen ervaren aan den lijve hoe microfinanciering werkt en dat een klein bedrag een wereld van verschil maakt voor de mensen daar. Daarnaast leren ze zelf in praktijk wat ondernemen betekent, het werken in teamverband en onder druk een resultaat behalen. Ze krijgen een echte lening die terugbetaald moet worden en ze ervaren dat je met geld, geld kunt maken. Omdat dit project eraan bijdraagt dat jongeren leren omgaan met geld, doen wij als Rabobank graag mee.”
14
Heb je nog geen gastles aangevraagd en wil je deze alsnog aanvragen, stuur dan een e-mail naar
[email protected]. Graag ontvangen wij deze gegevens uiterlijk een maand van tevoren. Gastlessen waarbij de lokale Rabobank is betrokken zelfs 2 maanden van tevoren aanvragen. Verzoeken die hier niet aan voldoen daarvan kunnen wij helaas niet garanderen dat de aangevraagde lessen gegeven kunnen worden.
Tips • Bekijk op www.dayforchange.nl de microkredietprojecten die Day for Change dit schooljaar steunt. Laat de leerlingen hun favoriete project kiezen en laat ze meer informatie over het land en haar inwoners verzamelen. Gebruik bijvoorbeeld de lesbrieven (India, Kenia) die te vinden zijn onder het kopje “Lesmateriaal/microkrediet” op de website. • Maak met de leerlingen een muurkrant. Gedurende een aantal weken volgen zij het nieuws, de kranten en/of internet met betrekking tot artikelen over armoede, ontwikkelingssamenwerking en microkrediet. De leerlingen verzamelen de artikelen en hangen deze op in de gang van het schoolgebouw of in het klaslokaal. • Laat de leerlingen in groepjes presentaties houden. Ieder groepje krijgt een deelvraag over het onderwerp microkrediet. Het antwoord op deze vraag presenteert de groep aan de anderen.
Johannes Fontanus College, Barneveld 11 klassen, 4 VMBO en 7 VWO (¤ 500,- Microkrediet) Opbrengst: ¤ 3.045,57
De meiden van DFC Deas van het Johannes Fontanus College in Barneveld hebben met hun microkrediet handgemaakte armbandjes verkocht. Nadat zij bij de Rabobank Barneveld-Voorthuizen hun plannen hadden gepresenteerd, gingen ze vol enthousiasme aan de slag. De inkopen werden gedaan en de armbandjes werden gemaakt. Ook werd er behoorlijk veel reclame gemaakt. Zo kon Day for Change DFC Deas volgen via hun website, twitter, of hun promotiefilmpje op youtube. Ook met hun mooie poster kregen de meiden veel voor elkaar. Ze hebben onder andere op Koninginnedag en op de kleedjesmarkt in Scherpenzeel hun armbandjes aan de man gebracht.
“Langzaamaan begonnen er steeds meer mensen -vooral basisschoolleerlingen- belangstelling te tonen voor onze armbandjes. Door het schreeuwen van onze reclame in de microfoon begon het pas echt goed te lopen. We hebben bijna onze gehele collectie verkocht!” Het harde werken was niet voor niets! Met het geld dat de vier vriendinnen verdienden, wordt microkrediet mogelijk gemaakt in ontwikkelingslanden, waardoor arme mensen zelfstandig een bedrijfje kunnen opstarten. DFC Deas was een van drie microkredietondernemingen uit het voortgezet onderwijs dat werd genomineerd voor de eervolle titel van ‘Microkredietonderneming van het Jaar’! De juryleden waren vooral onder de indruk van de goede internetverkoop en reclame van DFC Deas.
15
Stap 3
Microkrediet - Achtergrond Wereldwijd leven 1,4 miljard* mensen in extreme armoede, met een inkomen van minder dan 1 dollar per dag. Om vóór 2015 armoede, ziekte en honger ver terug te dringen, hebben de regeringsleiders van 189 landen in het jaar 2000 afspraken gemaakt, de millenniumdoelen. Microfinanciering, waaronder microkrediet, is een moderne vorm van ontwikkelingssamenwerking, die uitgaat van de positieve en ondernemende instelling van mensen. Het geeft mensen de kans om een duurzame verbetering in hun leefomstandigheden te bewerkstelligen en een zelfstandig bestaan op te bouwen. Zo kan microfinanciering een bijdrage leveren aan het behalen van de millenniumdoelen. Zo werkt het De kracht van microkrediet schuilt in de eenvoud van het concept. Het is een kleine lening waarmee de cliënt vertrouwen, trots en onafhankelijkheid verwerft. Omdat microkrediet geen gift is, maar een lening die gebruikt wordt voor kleinschalige economische activiteiten, is de relatie tussen de kredietverstrekker en kredietontvanger gelijkwaardig. Indien juist ingezet, kan het verstrekken van microkrediet zeer duurzaam zijn; de uitgezette leningen worden geïnvesteerd, terugbetaald en vervolgens weer uitgeleend. Ruim 98% van alle leningen wordt terugbetaald. Inmiddels zijn 205 miljoen (waaronder 137 miljoen allerarmste) mensen met een microkrediet bereikt**. Bij een gewone financieringsinstelling krijgen deze mensen vaak geen lening omdat ze geen geld of bezit als onderpand hebben. Voor het ontvangen van een microkrediet hebben mensen geen onderpand nodig. Een vitaal instrument Microkrediet blijkt een vitaal instrument te zijn om een bijdrage te leveren aan welvaart en vrede. Gebruikers van een microkrediet krijgen doorgaans meer zekerheid over hun inkomen. Deze grotere inkomenszekerheid draagt bij aan een verbetering van de levensomstandigheden van de betrokkenen. Dat komt tot uitdrukking in een groter aantal kinderen dat naar school gaat, minder kindersterfte, betere voeding en meer gebruik van preventieve gezondheidszorg. Het verstrekken van microkrediet biedt ook kansen op het sociale vlak. Het zijn vooral vrouwen die gebruik maken van microkrediet. Daardoor kan microfinanciering de positie van vrouwen versterken. Goede begeleiding van cliënten, zowel zakelijk als sociaal, is echter zeer noodzakelijk. Bovendien is het belangrijk dat arme mensen ook toegang krijgen tot financiële educatie, verzekeringen en de mogelijkheid om veilig te sparen. Kortom een compleet pakket aan financiële dienstverlening, men noemt dit wel ‘inclusive finance’. Kritiek op microkrediet Met enige regelmaat steken kritische verhalen de kop op. Commercialisering, microfinancieringsinstellingen die rijk worden over de ruggen van hun arme klanten, klanten die in de problemen raken door de leningen die zij hebben afgesloten. Dit zijn ongewenst effecten van de snelle groei die de microfinancieringsbranche doormaakt. Goede controle op de processen en het bewaken van de belangen van de cliënten is belangrijker dan ooit. Bij de microkredietprojecten die wij steunen, wordt hier zeer goed op gelet en adequaat op gereageerd. Wist je dat..? • Microfinanciering arme mensen toegang verleent tot financiële dienstverlening van krediet tot sparen en verzekeren? • Day for Change microkredietprojecten ondersteunt in ontwikkelingslanden? • De hoogte van een microkrediet in ontwikkelingslanden kan verschillen van ¤ 15,- (bijvoorbeeld in India) tot een paar duizend euro (in Oost-Europa en Latijns Amerika)? • Circa driekwart van de microkredietklanten vrouw is? • Muhammed Yunus en zijn Grameen Bank in december 2006 de Nobelprijs voor de Vrede ontvingen voor zijn inspanningen voor microkrediet? • Prinses Máxima speciale pleitbezorger is van de Verenigde Naties op het gebied van inclusive finance (waaronder microfinanciering)? • De kosten om een microfinancieringsinstelling te laten draaien, worden betaald uit de rente op de leningen? • Microkrediet een bijdrage levert aan het bereiken van zes van de acht Millenniumdoelen?
* Cijfers Wereldbank 2008 ** State of the Microcredit Summit Campaign Report 2012
16
Stap 2
Microkrediet - Projecten in beeld Wat betekent een microkrediet voor een ondernemer in de praktijk? Hieronder een aantal voorbeelden om in de klas te gebruiken. BWDA India, als een van de grootste landen ter wereld, heeft een zeer diverse economie met veel regionale verschillen. Enerzijds behoort India tot de tien meest geïndustrialiseerde landen ter wereld met een hoog technologisch niveau op het gebied van ruimtevaart, kernenergie en satellietcommunicatie. Anderzijds leeft 27,5% van de bevolking onder de armoedegrens, wat neer komt op ruim driehonderd miljoen mensen. Meer dan 60% van de bevolking is afhankelijk van veelal kleinschalige landbouw. Rabobank Foundation (RF) is al jaren actief in India op het gebied van microfinanciering en op het gebied van het ondersteunen van (boeren)organisaties. Één van de organisaties in India die hulp krijgt van RF is BWDA. BWDA organiseert vrouwen in zogenaamde Self Help Groups (SHG). Een SHG bestaat uit een groepje van 10-20 lokale vrouwen, die gezamenlijk optreden als een soort van intermediair tussen de individuele vrouwen en een geldverstrekker. De leden van de SHG maken regelmatig spaargeld over. Na een paar maanden is genoeg geld verzameld om het gespaarde geld weer uit te lenen aan één van de leden of aan anderen in het dorp, die geld nodig hebben om bijvoorbeeld te investeren in nieuwe zaden. Het is ook mogelijk via een SHG een microkrediet aan te vragen. Met de ondersteuning door RF en Day for Change kan BWDA in de deelstaat Tamil Nadu 175.158 vrouwen, georganiseerd in SHG’s, aan toegang tot financiering helpen en kunnen de vrouwen ook ondersteuning krijgen in de vorm van training en begeleiding op het gebied van gezondheid, hygiëne en financiën. De opbrengsten van de micro-ondernemingen van de leerlingen komen via Day for Change ten goede aan deze begeleiding, zodat de betrokken vrouwen zich kunnen ontwikkelen tot slimme ondernemers. De organisatie streeft ernaar op deze manier de socio-economische welvaartspositie van mensen op het platteland zoals ossenwagenrijders, handarbeiders en arme vrouwen te verbeteren. Aflatoun Aflatoun is een internationaal educatief programma voor kinderen van 6-18 jaar. Het doel van het programma is om kinderen te leren omgaan met sparen, investeren en ondernemen. In Rwanda bracht het Aflatoun programma op school de 14 jarige Gasirikare Emmanuel op het idee om met gespaard geld kippen groot te brengen en te verkopen. Met het geld dat hij daarmee verdiende kocht hij een fiets. Erg handig in het afgelegen gebied waar hij woont. De fiets verhuurt hij voor een klein bedrag en zo spaart hij voor een fiets voor zijn broertje. Kinderen krijgen hulp bij het opstellen van ondernemingsplannen, het maken van beslissingen en het omgaan met geld. Dit bevordert de zelfredzaamheid van de jongeren waardoor ze later beter in staat zijn hun zaken op orde te houden. In Mozambique bijvoorbeeld verkopen zesdeklassers dankzij het programma zelfgemaakt broodbeleg aan de plaatselijk winkels. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de positieve invloed die dit programma heeft op de situatie van de kinderen en hun omgeving. Met de steun van Day for Change kan Aflatoun nog meer kinderen wereldwijd dit educatieve programma aanbieden. ˘
17
Het programma is opgericht door de Indiase mevrouw Yeroo Billimoria die het spaarprogramma voor het eerst ontwikkeld heeft in India. Aflatoun wordt nu al toegepast in 83 landen voor meer dan een miljoen kinderen. In het lesprogramma staat het kind centraal, dat wil zeggen dat het programma is gevuld met spelletjes, kindvriendelijke activiteiten en opdrachten gericht op zelfbewustzijn, sparen en ondernemen. Spelenderwijs leren de kinderen essentiële sociale en economische vaardigheden waar ze de rest van hun leven baat bij hebben. Het resultaat is dat kinderen bewust en zelfverzekerd zijn en weten hoe ze met geld moeten omgaan. Dit heeft niet alleen een enorm effect op hun eigen leven, maar ook op het leven van hun ouders en de gemeenschap waar ze in leven. Advies van de loan officer Day for Change wil de toegang tot microfinanciering vergroten, vooral op het platteland waar vaak de allerarmste mensen wonen. Bij het verstrekken van microkrediet is goede begeleiding van de klanten van belang. Loan officers begeleiden mensen in de opbouw en ontwikkeling van hun zelfstandig bestaan. Emmanuel is zo’n loan officer. Bij het adviseren van ondernemers kijkt hij bijvoorbeeld naar het aanbod van producten in de omgeving. Wanneer er in het dorp van de klant al veel melkgeiten worden gehouden, adviseert Emmanuel zijn klant een koe te kopen. Dat maakt de lening hoger, maar daar staat tegenover dat de producten beter verkopen dan wanneer de klant voor een geit had gekozen. Om alle klanten die wachten op een krediet te kunnen helpen, zijn er veel loan officers nodig om hen goed te begeleiden en ervoor te zorgen dat ze het microkrediet zo goed mogelijk inzetten.
“Ik ben trots op het werk dat ik doe. Ik help mensen uit de armoede te komen en hun eigen bedrijf op te starten. Microkrediet helpt hen daarbij en dat vind ik fantastisch”, aldus Emmanuel.
© foto Aflatoun
18
Stap 4
Ondernemen - In de les De module Ondernemen kan worden onderverdeeld in: Stap 4a - Voorbereiding (min. 6 lesuren) De leerlingen gaan hun eigen bedrijf starten, maar moeten hier eerst over nadenken. Bij dit onderdeel van het project dienen de werkbladen 1 t/m 4 gebruikt te worden. Aan de hand van deze werkbladen krijgen de leerlingen stap voor stap inzicht in wat het betekent om ondernemer te zijn. Stap 4b – Uitvoering (min. 6 lesuren) De leerlingen gaan nu over tot de uitvoering van hun bedrijf. Bij dit onderdeel zijn de werkbladen 5 t/m 7 handig. Tijdens de eerste lesuren ontwikkelen de leerlingen hun product of dienst (bijv. het maken van armbandjes) en maken hier reclame voor. Denk hierbij ook aan de mogelijkheden die bijvoorbeeld Hyves of Facebook bieden. De overige uren worden gebruikt om het product te verkopen (bijv. met een ondernemersmarkt op school). Hierbij kunnen de leerlingen werkblad 7, het huishoudboekje, goed gebruiken. Er zijn voor de module ondernemen negen werkbladen beschikbaar. Hieronder vind je een overzicht van deze werkbladen. Per werkblad zijn doelen geformuleerd. In de bijlage van deze handleiding staat per leerweg (basis/kader en gemengd/theoretisch) een korte beschrijving bij de werkbladen. Met de via de mail verstrekte code kun je op www.dayforchange.nl de werkbladen downloaden.
Werkblad
Inhoud
Werkblad 1 Zelftest
De leerlingen onderDe leerlingen denken na zoeken op een speelse over ondernemen en hoe manier hoe ondernemend ondernemend ze zijn. ze zijn.
Kerndoel 1, 6, 42 Nederlands, Economie, Mens en maatschappij
Werkblad 2 Marktonderzoek
De leerlingen doen een eenvoudig marktonderzoek om te onderzoeken of hun idee kans van slagen heeft.
Kerndoel 1, 6, 9 Nederlands, Economie
Werkblad 3 Ondernemingsplan
De leerlingen vullen een De leerlingen leren het eenvoudige variant van belang van de vier P’s voor een ondernemingsplan in. hun onderneming. De leerlingen leren dat investeerders overtuigd moeten worden van de kansen van hun onderneming.
Kerndoel 1, 2, 6, 9, 42 Nederlands, Economie, Mens en maatschappij
Werkblad 4 Bedrijfsmiddelen
De leerlingen inventariseren welke bedrijfsmiddelen ze nodig hebben en denken na over slim inkopen.
Kerndoel 20, 42 Mens en Maatschappij, Economie, Wiskunde
Doelen
De leerlingen leren enkele onderdelen van een marktonderzoek kennen. De leerlingen leren dat de markt bepalend is voor het succes van een product.
De leerlingen leren het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten.
Kerndoel/Vak
˘
19
Werkblad
Inhoud
Doelen
Kerndoel/Vak
Werkblad 5 Reclame maken
De leerlingen maken posters en/of flyers om reclame te maken. Ook kunnen ze internet inzetten om hun product of dienst onder de aandacht te brengen.
De leerlingen leren verschillende media gebruiken om reclame te maken.
Kerndoel 1, 2, 9 Nederlands, Tekenen/ Handvaardigheid
Werkblad 6 Persbericht
De leerlingen schrijven stap voor stap een persbericht.
De leerlingen leren schrijven en ontwerpen met oog voor de doelgroep. De leerlingen leren een persbericht schrijven.
Kerndoel 1, 2 Nederlands
Werkblad 7 Kasboek bijhouden / Kostenoverzicht
De leerlingen leren hoe ze een kasboek kunnen bijhouden. In het kostenoverzicht of de excelsheet kunnen de leerlingen hun werkelijke inkomsten en uitgaven bijhouden.
De leerlingen leren kort en bondig formuleren. De leerlingen leren inzien dat het bijhouden van het kostenplaatje van belang is voor het succes van de onderneming.
Kerndoel 42 Mens en Maatschappij, Economie
Werkblad 8 Ondernemingsvormen
Leerlingen leren welke ondernemingsvormen er zijn in Nederland en testen welke ondernemingsvorm bij hun bedrijfsplan past.
Leerlingen begrijpen dat er in Nederland meerdere vormen van ondernemingen zijn.
Kerndoel 6, 38, 42 Nederlands, Mens en Maatschappij, Economie, Maatschappijleer
Werkblad 9 Pitchen
Leerlingen maken een korte presentatie (pitch) op basis van hun ondernemingsplan.
De leerlingen leren over wat pitchen is en waar ze op moeten letten bij een pitchpresentatie.
Kerndoel 4, 5, 7, 9 Nederlands
Tips •
• • • •
20
Bespreek het concept ‘netwerken’ met de leerlingen aan de hand van Hyves/Facebook. Weet je nog hoe het was toen je een account aanmaakte voor Hyves of Facebook? Je begon met nul connecties. Dan lijkt het even alsof het nooit wat gaat worden. Maar als je je eerste vrienden hebt gemaakt, kan het ineens snel gaan. Die vrienden hebben weer vrienden, enzovoorts. Het begin van een eerste connectie op Hyves of Facebook kan het begin zijn van een groot vriendennetwerk. Laat de leerlingen sollicitatiebrieven schrijven naar de verschillende functies binnen een bedrijf. Eventueel kun je ze ook sollicitatiegesprekken laten voeren. Verdeel de verschillende taken onder de leerlingen; stel een Hoofd Communicatie, Financiën, Inkoop, etc. aan. Nodig een ‘echte’ ondernemer voor de klas uit om te vertellen wat ondernemerschap inhoudt. Vorm een panel (‘Kamer van Koophandel’) of treed op als bank, zodat de leerlingen hun ondernemingsplan kunnen ‘pitchen’. Zal de bank de leerlingen een microkrediet verstrekken? In regio’s waar Day for Change een samenwerking heeft met de lokale Rabobank is het in overleg mogelijk de leerlingen hun plannen te laten presenteren aan medewerkers van de betrokken Rabobank.
Stap 4
Ondernemen - Achtergrond Creativiteit, doorzettingsvermogen, inzicht: je hebt het allemaal nodig als ondernemer. Dat maakt de Day for Change actie ook zo leuk. De leerlingen vormen samen een onderneming en halen zo het beste uit zichzelf en uit elkaar. Een bedrijf Ondernemen begint met het inventariseren van de mogelijkheden. Waar ben je goed in? Waar is een markt voor? Waarvoor heb je voldoende middelen? In het geval van de jongeren is het waarschijnlijk ook belangrijk om iets te doen dat meerdere leerlingen ligt en dat, binnen de tijd die je hebt, is op te zetten. Vaak wordt gestart met een brainstorm en komen de leerlingen zelf met ideeën voor activiteiten. Desgewenst kun je ze op weg helpen met een aantal suggesties: een schilderijenveiling, restaurant, modeshow, verkoop van zelfgemaakte armbandjes... De markt Zonder klanten ben je nergens met je bedrijf. Laat de leerlingen nadenken over hun doelgroepen en over de marketing. Wie zullen de meeste interesse hebben in hun diensten of producten? Ouders, familie, buren, medeleerlingen, leerkrachten? Hoe gaan ze deze doelgroep bereiken? Met een folder, poster, website, een mailing of via social media? Als er tijd voor is, kunnen de jongeren hun eigen reclamecampagne maken, compleet met originele naam voor het bedrijf en reclameleus. Op de website staat een perskit met de logo’s van Day for Change (www.dayforchange.nl/perskit). Bedrijfsmiddelen Een beginnende ondernemer moet investeringen doen. Hiervoor kunnen de jongeren het microkrediet gebruiken. Het is noodzakelijk om een begroting te maken, zodat het geld goed wordt besteed en de leerlingen bij voorbaat inzicht krijgen in de te verwachten kosten. Bij het opstellen van de begroting hoeft het niet alleen te gaan over de inkoop van productiemiddelen maar bijvoorbeeld ook over het materiaal om een reclamecampagne te produceren of de kosten voor het plaatsen van een advertentie. Het geld kan maar één keer worden uitgeven. Natuurlijk kan het geld dat is verdiend wel weer worden geïnvesteerd in nieuwe bedrijfsmiddelen. De leerlingen moeten ook nadenken over waar ze het beste hun bedrijfsmiddelen kunnen kopen. Prijzen kunnen per winkel verschillen. Wanneer er tijd voor is, kunnen de leerlingen zelf een vergelijkend prijsonderzoek doen. Wellicht zijn er winkeliers die hun producten voor het goede doel voor een gereduceerde prijs willen verkopen of de leerlingen willen sponsoren. Publiciteit Geef bekendheid aan Day for Change op jullie school door een evenement rondom de actie te organiseren en daarbij de lokale pers uit te nodigen. Gebruik hiervoor het evenementenpakket (www. dayforchange.nl/perskit) op de website van Day for Change. Ook kun je ouders, buurtbewoners en andere scholen vertellen over jullie actie door op de website van de school foto’s en berichten te plaatsen of een mailing te versturen.
21
Praktijkschool Emmen, Emmen 4 derde klassen praktijkonderwijs, 55 leerlingen ¤ 80,- microkrediet, ¤ 643,45 opbrengst
“We zullen ons groots presenteren op woensdag 4 juli”, mailt docent Rutger Slim van Praktijkschool Emmen. Tot die tijd wordt er vooral aan de producten gewerkt. De leerlingen hebben een sponsor gevonden voor hun Day for Change actie. Een bedrijf dat zonnepanelen verkoopt, gaat op de school een voorlichtingsavond houden over dat onderwerp. De leerlingen gaan zorgen voor een volle zaal met behulp van persberichten en flyers. In ruil hiervoor is al een flinke bijdrage binnen. Verder zullen de bedrijfjes vooral eigengemaakte producten verkopen. Dit varieert van vlierbloesemthee tot metalen telefoonstandaards. Met veel plezier kijken de leerlingen en docenten terug op de succesvolle actiedag. “Aan het begin van de middag was het druk bij alle kramen en is er heel veel verkocht. Later op de middag was het wel rustig. Het optreden van Margaretha Kleine was ook voor veel leerlingen een verrassing. Dhr. Vrijbloed speelde een stuk mee met zijn bluesharp. Het avondgedeelte was heel erg druk. Meer dan 120 mensen waren gekomen voor de informatieavond over zonnepanelen!” Na de actiedag hebben de leerlingen eerst de leningen afbetaald: een lening van ¤ 80,- van stichting Day for Change en een lening van ¤ 80,- van de ouderraad. De opbrengst van de actie is ¤ 465,- door alle activiteiten van de leerlingen. Daarnaast hebben ze nog een sponsorbijdrage van Duurzame Energiesystemen Nederland ontvangen, á ¤ 200,-. In totaal heeft de school dus ¤ 665,- opgehaald. Uiteraard ging het bij deze actie niet alleen om het geld, volgens Rutger. “Veel meer ging het om belangrijke competenties zoals samenwerken, je afspraken nakomen, verantwoordelijkheid nemen en deze in de praktijk toepassen. Dit viel overigens niet altijd mee en daarom is het juist van belang om op deze praktische manier met leren bezig te zijn. Hiermee is de actie een groot succes geworden en we hebben inmiddels besloten om dit volgend jaar weer in het lesprogramma op te nemen.”
22
Stap 5
Afronding Denk na over een leuke afronding van de actie (min. 1 lesuur). Hiervoor kun je het evenementenpakket (www.dayforchange.nl/perskit) op onze website raadplegen. Bedenk een manier om de klanten van de bedrijfjes te bedanken en evalueer de Day for Change actie door middel van een klassengesprek. Hoeveel hebben de leerlingen met de actie verdiend? Sluit het project definitief af door de opbrengst op te tellen en deze te noteren op het Day for Change certificaat. Deze is te vinden onder het kopje “Afronding” op de website. Om te meten of de kennis over microkrediet bij de leerlingen is toegenomen, verzoeken we je de vragenlijst (te vinden achterin de handleiding) door de leerlingen te laten invullen. Geld storten Stort de ontvangen microkrediet(en) en de meeropbrengst op ING 8000 van Day for Change onder vermelding van de naam en plaats van de school. Tel en sorteer het geld met de leerlingen. Zij vinden het ongetwijfeld leuk om te zien hoeveel er is verdiend. Je kunt voor het gemak het muntgeld eerst omwisselen voor briefgeld. Plaatselijke winkeliers zijn er vaak blij mee. Om stortingskosten bij de bank te vermijden, raden wij aan de opbrengst eerst op de schoolrekening of je eigen bankrekening te storten en vervolgens over te maken op ING 8000. Microkredietonderneming van het jaar Dit schooljaar organiseert Day for Change wederom de ‘Microkredietonderneming van het Jaar’ verkiezing. Alle deelnemende ondernemingen kunnen meedingen naar deze eervolle prijs. Vul het inschrijfformulier voor de verkiezing in op www.dayforchange.nl. Laat de leerlingen (of via de leerkracht) aan Day for Change weten wat ze hebben gedaan, wat ze ervan hebben geleerd en wat het heeft opgeleverd! Je mag natuurlijk ter ondersteuning van je inschrijving een filmpje of fotoverslag opsturen naar
[email protected]. Begin juni zal een deskundige jury uit de top drie beste inzendingen een ’Microkredietonderneming van het Jaar’ aanwijzen.
Microkredietonderneming van het jaar
23
Aansluiting Kerndoelen Elke school in Nederland moet zich bij de ontwikkeling van hun leerlingen richten op de kerndoelen, die zijn gesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze doelen omschrijven het eind van het leerproces en niet de wijze waarop ze kunnen worden bereikt. Scholen mogen zelf bepalen hoe deze kerndoelen binnen bereik komen. De lesinhoud dient zoveel mogelijk op de doelen te worden afgestemd, verbinding te hebben met het dagelijkse leven en in samenhang te worden aangeboden. Bovendien is het belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan doelen die voor verschillende leergebieden overstijgen, zoals samenwerken, verwerven en verwerken van informatie en respectvol met elkaar omgaan. Deelname aan de Day for Change actie is een zeer goede manier om op een interactieve en ondernemende manier de kerndoelen te bereiken. Bovendien bereiken de leerlingen tijdens de Day for Change actie, door concreet onderwijs, meerdere doelen tegelijk. De Day for Change actie sluit aan bij de volgende kerndoelen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Nederlands Spreken en schrijven 1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. Correct taalgebruik 2. De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. Woordverwerving 3. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. Lezen en luisteren 4. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. Omgaan met informatiebronnen 5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, deze informatie te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. Overleg, planning, discussie 6. De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. Presenteren 7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. Planmatig werken met taal 9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. Rekenen en Wiskunde Wiskunde gebruiken in praktische situaties 20. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen. ˘
24
Exact en schattend rekenen (indien BOEG onderdeel uitmaakt van het project) 23. De leerlingen leren exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte en marges die in een gegeven situatie passend zijn. Bij dit kerndoel gaat het erom dat leerlingen: • Getallen gebruiken om kwantitatieve aspecten van de wereld om hen heen te begrijpen en te beschrijven. • Betekenis geven aan getallen die ze tegenkomen in de media, handel, vrije tijd, thuis en op school. • Berekeningen maken die relevant zijn voor de situatie en de uitkomsten gebruiken om verschillende mogelijkheden te vergelijken. • Daarbij de juiste bewerkingen kunnen kiezen. • In staat zijn een geschikt nauwkeurigheidsniveau te kiezen èn voor de getallen die ze gebruiken als input voor hun berekeningen èn voor de uitkomsten. Mens en Maatschappij Meningvorming 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. Geografische basiskennis 38. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. Omgaan met atlas en kaarten 41. De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. Inzicht in eigen omgeving 42. De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. Arm en rijk 46. De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. Oorlog, vrede en mensenrechten 47. De leerling leert actuele spanningen, conflicten en oorlogen in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond en leert daarbij de doorwerking ervan op individuen en samenleving (nationaal, Europees en internationaal), de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. Kunst en Cultuur Produceren van kunst 48. De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. Eigen kunstzinnig werk presenteren 49. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren.
25
26
Bijlagen Beschrijvingen & antwoorden bij de werkbladen Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg
Werkbladen Wereldburgerschap WERKBLAD 1 - Ontwikkelingslanden Dit werkblad is een eerste introductie op ontwikkelingslanden. Doelen De leerlingen leren wat ontwikkelingslanden zijn en waar ze liggen. Antwoorden 1a. Foto C 1b. Eigen antwoord 1c. Er is veel armoede. Er werken veel mensen in de landbouw. Kinderen gaan te weinig naar school. Mensen sterven jonger. 2c. In de ontwikkelingslanden 2d. Australië Bespreken Gebruik de bespreking vooral om eventuele vooroordelen bloot te leggen. Ook in Nederland komt armoede voor. Ook in ontwikkelingslanden hebben leerlingen lol. Wijs erop dat tussen ontwikkelingslanden onderling veel verschillen bestaan. China en Zuid-Afrika staan er bijvoorbeeld beter voor dan Mali en Bolivia.
Werkblad 2 - Handel De leerlingen onderzoeken hoe de prijs van sportschoenen is opgebouwd. Doelen De leerlingen leren waarom veel producten uit onze winkels in ontwikkelingslanden worden gemaakt. Antwoorden 1. Eigen invulling 2b. De Nederlandse 2c. De Vietnamese 2d. Daar zijn de lonen lager. Bespreken Bespreek de antwoorden klassikaal. Als je tijd hebt, is het leuk om de herkomstlanden van kleren en schoenen van alle leerlingen op de wereldkaart te zetten.
Werkblad 3 - Zelftest De leerlingen onderzoeken op een speelse manier wat voor type gever zij zijn. Doelen De leerlingen denken na over hun manier van geven.
˘
27
Bespreken Gebruik de uitkomsten van de test voor een klassengesprek. Vraag wanneer leerlingen wel zouden geven en wanneer niet. Wat maakt het verschil? Overdrijf sommige van de testvragen om de discussie scherp te krijgen. Wat zou je bijvoorbeeld doen als je 1 miljoen won?
Werkblad 4 - Leven in een ontwikkelingsland De leerlingen vergelijken hun leven met het leven van een leeftijdgenoot in een ontwikkelingsland. Doelen De leerlingen leren dat kinderen in ontwikkelingslanden veel tijd kwijt zijn met werken. Bespreken Gebruik de antwoorden op vraag 2d om de opdracht te bespreken. Welke aspecten aan de levens van Abba en Muhammed staan de leerlingen aan en welke niet? Denken de leerlingen dat Abba en Muhammed met hen zouden willen ruilen? Waarom wel of niet?
Werkblad 5 - Spel “Handel in de wereld” Een spel waarbij leerlingen leren onderhandelen met als resultaat het afleveren van een eindproduct. Doelen Leerlingen doen ervaring op over onrecht in de wereldhandel en leren onderhandelen. Bespreken Evalueer het spel met de leerlingen. Laat hen vrij hun mening te vertellen. Probeer een discussie op gang te brengen. Vraag hen in welke situatie ze het liefst zouden verkeren. Maak de vergelijking met de handel in de wereld. Waarschijnlijk zullen de leerlingen die zich in een goede positie bevonden het spel leuk vinden. Trek dit feit door naar het dagelijks leven van armen in ontwikkelinglanden.
Werkbladen Microkrediet WERKBLAD 1 - Microkrediet Dit werkblad is een eerste introductie op het thema Microkrediet. De leerlingen kunnen er zelfstandig mee aan de slag. Doelen De leerlingen leren wat een microkrediet is en hoe het werkt. Antwoorden 1. Eigen antwoorden. 2a. Het meisje. 2b. Dan had hij zijn krediet niet kunnen terugbetalen. 3. Investeren in een eigen bedrijf. 4. Arme mensen hebben vaak niets waardevols als onderpand. 5. 3-4-2-1. 6. 1: Telefoonservice, 2: Kruidenier, 3: Taxibedrijf, 4: Eierhandel, 5: Timmerbedrijf, 6: Landbouwbedrijf. 7. Eigen invulling. ˘
28
Bespreken Neem desgewenst samen de antwoorden door. Vraag anders of er nog moeilijkheden waren en ga alleen op die vragen in. Laat enkele leerlingen hun succesverhaal van opdracht 7 voorlezen en vraag de andere leerlingen te reageren.
Werkblad 2 - ‘Arm en Rijk’ De leerlingen bekijken de GeoClips-aflevering ‘Arm en Rijk’ over microfinanciering in Oeganda en beantwoorden vragen op het werkblad. Doelen De leerlingen leren nadenken over wat armoede betekent en hoe microkrediet de levenssituatie van mensen in ontwikkelingslanden kan verbeteren. Antwoorden 1. Eigen antwoorden. 2. Eigen antwoorden. 3. Zie atlas. 4. Nee, ze hebben het over “zij” als ze het over arme mensen hebben en hebben nette kleren aan. 5. Voedsel, kleding, veilig onderkomen. 6. Microkrediet gaat langer mee. 7. Bijvoorbeeld kapper, telefoonkaarten, pannenwinkel, schoonheidssalon. 8. Een fiets, maar misschien ook wel een koelkast of een krat cola. 9. Eigen antwoord.
Werkblad 3 - Rekenblad De leerlingen gaan aan de slag met een rekenvoorbeeld over microkrediet. Doelen De leerlingen leren op een praktische manier rekenen met een microkrediet. Antwoorden 1. 4 liter 2. 10 liter 3. 7 liter 4. 2.555 liter 5. ¤ 638,75 6. 1,5 jaar Bespreken Neem desgewenst samen de antwoorden door. Vraag anders of er nog moeilijkheden waren en ga alleen op die vragen in of laat de leerlingen in groepjes hun antwoorden vergelijken.
Werkblad 4 - Rente De leerlingen leren rente te berekenen en leren inzien waarom ook voor arme mensen rente berekend wordt.
˘
29
Antwoorden 1. hoog 2. Dekking van de gemaakte kosten bij het verstrekken van het microkrediet en aan de begeleiding en coaching van de ondernemers 3. ¤ 20,80 4. ¤ 0,80 5. Startbedrag ¤ 20,Rente per maand Januari ¤ 0,80 Februari ¤ 0,80 Maart ¤ 0,80 Totaal opgebouwde rente ¤ 2,40 Totaal terug te betalen bedrag ¤ 22,40 6.
Startbedrag ¤ 20,Januari Februari Maart Totaal opgebouwde rente
Nog openstaande lening 20 15 10
Rente per maand ¤ 0,80 ¤ 0,60 ¤ 0,40 ¤ 1,80
Bespreken Als het voor de leerlingen niet helemaal duidelijk is hoe de percentages zich verhouden tot de getallen waarmee vermenigvuldigd moet worden om op het bedrag inclusief rente te komen, is het wellicht handig dit klassikaal te bespreken.
30
Werkbladen Ondernemen Werkblad 1 - Zelftest De leerlingen onderzoeken op een speelse manier hoe ondernemend ze zijn. Doelen De leerlingen denken na over ondernemen en hoe ondernemend ze zijn. Bespreken Gebruik de uitkomsten van de test voor een klassengesprek. Wat zijn de voor- en nadelen van ondernemen? En wat kenmerkt een goede onderneming?
Werkblad 2 - Marktonderzoek De leerlingen doen een eenvoudig marktonderzoek om te onderzoeken of hun idee kans van slagen heeft. Doelen De leerlingen leren enkele onderdelen van een marktonderzoek kennen. De leerlingen leren dat de markt bepalend is voor het succes van een product. Aandachtspunten Opdracht 5 kun je zo eenvoudig of uitgebreid doen als het uitkomt. Bespreken Laat alle groepjes hun bevindingen vertellen. Vraag vooral naar het resultaat van opdracht 6. Aan de hand hiervan kun je verder doorvragen over het doelgroeponderzoek.
Werkblad 3 - Ondernemingsplan De leerlingen vullen een eenvoudige variant van een ondernemingsplan in. Doelen De leerlingen leren welke factoren bepalend zijn voor het succes van hun onderneming. De leerlingen leren dat investeerders overtuigd moeten worden van de kansen van hun onderneming. Bespreken Bespreek de antwoorden aan de hand van 3b. Je kunt de bedrijfjes ook één voor één hun plannen aan de rest van de klas laten presenteren, alsof ze voor een commissie van de bank staan. Laat iedereen één bedrijf kiezen waarin hij/zij het liefst zou investeren. Vraag daarbij naar hun motivatie.
Werkblad 4 - Bedrijfsmiddelen De leerlingen inventariseren welke bedrijfsmiddelen ze nodig hebben en denken na over slim inkopen. Doelen De leerlingen leren het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten. Antwoorden 1a. ¤ 18.1b ¤ 1.38; ¤ 1.20; ¤ 0.81; ¤ 2.97; ¤ 19.96. 1c. nee, het bedrag is ¤ 1.96 meer 1d. ¤ 0.04 over
˘
31
2a. 2b. 2c. 2d. 2e. 2f. 2g. 2h. 2i.
48/8 = 6 1.200 gram tarwebloem; 6 mespunten zout; 12 eieren; 3 liter melk; 300 gram boter. ¤ 9.50 ¤ 0.19 ¤ 2,50; ¤ 5,-; ¤ 7,50; ¤ 10,-; ¤ 12,50; ¤ 15,-; ¤ 17,50; ¤ 20,bij 30 pannenkoeken kosten zijn ¤ 9.50, opbrengst per pannenkoek is ¤ 0.50 19 pannenkoeken 35 x ¤ 0,50 = ¤ 17,50 – kosten voor boodschappen ¤ 9,50 =¤ 8,- winst
3a. Eigen invulling 3b. Eigen invulling 3c. Bedrijven waarvoor de doelgroep van de leerlingen interessant is; bedrijven die een link hebben met het product of de dienst van de leerlingen. 3d. Een speciaalzaak heeft vaak meer keus, meer service en meer kennis. 3e. Vaak is het beter of lekkerder. Maar soms betalen mensen ook voor de naam. Denk aan sportschoenen en cola. 3f. Eigen invulling Bespreken Bespreek de resultaten klassikaal of in groepjes.
Werkblad 5 - Reclame maken De leerlingen maken posters en/of flyers om reclame te maken. Ook kunnen ze internet inzetten om hun product of dienst onder de aandacht te brengen. Doelen De leerlingen leren verschillende media gebruiken om reclame te maken. De leerlingen leren schrijven en ontwerpen met oog voor de doelgroep. Aandachtspunten Bij het kopiëren op groot formaat, het printen en het online publiceren kunnen de leerlingen wellicht wat hulp gebruiken. Bespreken Afhankelijk van de beschikbare tijd kun je klassikaal alle producten beoordelen. Wat zijn goede kanten, wat zijn mindere kanten? Let vooral op leesbaarheid, bondigheid en aantrekkelijkheid. Heb je minder tijd? Neem dan in elk geval de slagzinnen even door.
Werkblad 6 - Persbericht De leerlingen schrijven stap voor stap een persbericht. Doelen De leerlingen leren een persbericht schrijven. De leerlingen leren kort en bondig formuleren. Aandachtspunten Als de leerlingen de opdrachten op de computer maken, kunnen ze het persbericht makkelijk in elkaar zetten en later nog bijschaven. Met pen en papier kan natuurlijk ook. Voorbeelden van persberichten vind je op www.allepersberichten.nl. Adressen van kranten en tijdschriften staan op www.missmag.nl. ˘
32
Bespreken Bespreek de persberichten klassikaal. Of ze echt goed zijn, weet je pas als de pers reageert.
Werkblad 7 - Kasboek bijhouden/ Kostenoverzicht In het huishoudboekje kunnen de leerlingen de inkomsten en uitgaven bijhouden. Doelen De leerlingen leren inzien dat het bijhouden van het kostenplaatje van belang is voor het succes van de onderneming. Antwoorden 1. Om inzicht te krijgen in je uitgaven en inkomsten. 2. Inkomsten 3. Een bonnetje van de winkel waarop staat hoeveel je hebt uitgegeven. 4. De datum, hoeveel geld je hebt uitgegeven en waaraan je dit hebt uitgegeven. 5. Door de uitgaven van de inkomsten af te trekken. 6. Gebruik werkblad 7 van ondernemen. Of gebruik een gewoon schrift of een Excel sheet. Bewaar van alle uitgaven de bonnetjes en schrijf de bedragen op in het kasboek. 7. Dan is er meer geld uitgegeven dan dat er is binnengekomen. Er is meer geld uitgegeven dan er eigenlijk is. 8. Kasboek Day for Change actie Bedrijf: autowasserij ’t Blinkertje Werkweek 2 (10 september - 12 september 2012) Totaal 1e week
¤ 19,80
¤ 31,50
¤ 11,70
Wanneer
Wat
Uitgaven
Inkomsten
Ma 10-9-2012
Schoonmaakmiddelen
¤ 21,79
-
Ma 10-9-2012
4 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 14,-
Di 11-9-2012
1 klant à ¤ 3,- per stofzuigbeurt
-
¤ 3,-
Di 11-9-2012
2 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 7,-
Wo 12-9-2012
5 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 17,50
Totaal 2e week
¤ 21,79
¤ 41,50
¤ 19,71
Totaal
Uitgaven
Inkomsten
Winst
¤ 41, 59
¤ 73,-
¤ 30,41
Bespreek met de leerlingen hoe je op een overzichtelijke manier je administratie kan bijhouden.
33
Werkblad 8 - Ondernemingsvormen Leerlingen leren welke ondernemingsvormen er zijn in Nederland en testen welke ondernemingsvorm bij hun bedrijfsplan past. Doelen De leerlingen leren over de verschillende ondernemingsvormen en waar de keuze voor een bepaalde vorm vanaf hangt. Antwoorden 1. Eigen invulling 2. - Wie aansprakelijk zal zijn voor het geld - Wat je beroep is - Met hoeveel mensen je gaat samenwerken Ook goed te rekenen: Met hoeveel geld je start 3. Eigen invulling 4. Eigen invulling 5. Een verklaring van de bank dat je onderneming genoeg geld heeft 6. Bij een Stichting, een BV en een Coöperatie is niet de eigenaar van het bedrijf aansprakelijk, maar het bedrijf zelf. Als het failliet gaat worden dus de schulden afgelost van het geld/bezit dat nog over is van de onderneming: op is op. Je hebt voor het oprichten van een van deze ondernemingsvormen dus een akte van de notaris nodig om aan te tonen dat je bedrijf genoeg geld heeft om de schulden terug te betalen, mocht het ooit nodig zijn. Bespreken Vraag de leerlingen of ze weten in wat voor soort onderneming hun ouders werkzaam zijn.
Werkblad 9 - Pitchen Leerlingen maken een pitchpresentatie op basis van hun ondernemingsplan Doelen De leerlingen leren over wat pitchen is en waar ze op moeten letten bij een pitchpresentatie Bespreken Laat de leerlingen een korte pitch oefenen in de klas. Laat ze daarbij vooral letten op hun lichaamstaal en stemgeluid.
34
Bijlagen Beschrijvingen & antwoorden bij de werkbladen Gemengde- en Theoretische leerweg
Werkbladen Wereldburgerschap Werkblad 1 - Ontwikkelingslanden Dit werkblad is een eerste introductie op ontwikkelingslanden. Doelen De leerlingen leren wat ontwikkelingslanden zijn en waar ze liggen. Antwoorden 1a. Foto C 1b. Eigen antwoord 1c. Er is veel armoede. Er werken veel mensen in de landbouw. Kinderen gaan te weinig naar school. Mensen sterven jonger. 1d. Bijvoorbeeld Peru, Bolivia, India, Thailand, Ghana, Kenia 2c. In de ontwikkelingslanden
Bespreken Gebruik de bespreking vooral om eventuele vooroordelen bloot te leggen. Ook in Nederland komt armoede voor. Ook in ontwikkelingslanden hebben leerlingen lol. Wijs erop dat tussen ontwikkelingslanden onderling veel verschillen bestaan. China en Zuid-Afrika staan er bijvoorbeeld beter voor dan Mali en Bolivia.
Werkblad 2 - Handel De leerlingen onderzoeken hoe de prijs van sportschoenen is opgebouwd. Doelen De leerlingen leren waarom veel producten uit onze winkels in ontwikkelingslanden worden gemaakt. Antwoorden 1. Eigen invulling 2b. De Nederlandse 2c. De Vietnamese 2d. Daar zijn de lonen lager. Bespreken Bespreek de antwoorden klassikaal. Als je tijd hebt, is het leuk om de herkomstlanden van kleren en schoenen van alle leerlingen op de wereldkaart te zetten.
35
Werkblad 3 - Zelftest De leerlingen onderzoeken op een speelse manier wat voor type gever zij zijn en kijken naar hoeveel ze te besteden hebben. Doelen De leerlingen denken na over hun manier van geven. De leerlingen vergelijken hun bestedingsruimte met die van mensen in ontwikkelingslanden. Bespreken Gebruik de uitkomsten van de test voor een klassengesprek. Neem als startpunt de antwoorden bij opdracht 2d. Wie vindt dat hij genoeg geeft? Wie niet? Vraag wanneer leerlingen wel zouden geven en wanneer niet. Wat maakt het verschil? Overdrijf sommige van de testvragen om de discussie scherp te krijgen. Wat zou je bijvoorbeeld doen als je 1 miljoen won?
Werkblad 4 - Leven in een ontwikkelingsland De leerlingen vergelijken hun leven met het leven van een leeftijdgenoot in een ontwikkelingsland. Doelen De leerlingen leren dat kinderen in ontwikkelingslanden veel tijd kwijt zijn met werken. Bespreken Gebruik de antwoorden op vraag 2d om de opdracht te bespreken. Welke aspecten aan de levens van Abba en Muhammed staan de leerlingen aan en welke niet? Denken de leerlingen dat Abba en Muhammed met hen zouden willen ruilen? Waarom wel of niet? Werkblad 5 - Spel “Handel in de wereld” Een spel waarbij leerlingen leren onderhandelen met als resultaat het afleveren van een eindproduct. Doelen Leerlingen doen ervaring op over onrecht in de wereldhandel en leren onderhandelen. Bespreken Evalueer het spel met de leerlingen. Laat hen vrij hun mening te vertellen. Probeer een discussie op gang te brengen. Vraag hun in welke situatie ze het liefst zouden verkeren. Maak de vergelijking met de handel in de wereld. Waarschijnlijk vonden de leerlingen die zich in een goede positie bevonden het spel leuk. Trek dit feit door naar het dagelijks leven van armen in ontwikkelinglanden.
Werkbladen Microkrediet Werkblad 1 - Microkrediet Dit werkblad is een eerste introductie op het thema Microkrediet. De leerlingen kunnen er zelfstandig mee aan de slag. Doelen De leerlingen leren wat een microkrediet is en hoe het werkt. ˘
36
Antwoorden 1. Dan kun je niets kopen en kom je niet ver in het spel. 2. In games hoef je de credits niet terug te geven. 3. Investeren in een eigen bedrijf. 4. Arme mensen hebben vaak niets waardevols als onderpand. 5. 2-8-5-1-4-6-7-3. 6. 1: Telefoonservice, 2: Kruidenier, 3: Taxibedrijf, 4: Eierhandel, 5: Timmerbedrijf, 6: Landbouwbedrijf. 7. Eigen invulling. Bespreken Neem desgewenst samen de antwoorden door. Vraag anders of er nog moeilijkheden waren en ga alleen op die vragen in. Laat enkele leerlingen hun succesverhaal van opdracht 7 voorlezen en vraag de andere leerlingen te reageren.
Werkblad 2 - ‘Arm en Rijk’ De leerlingen bekijken de GeoClips-aflevering ‘Arm en Rijk’ over microfinanciering in Oeganda en beantwoorden vragen op het werkblad. Doelen De leerlingen leren nadenken over wat armoede betekent en hoe microkrediet de levenssituatie van mensen in ontwikkelingslanden kan verbeteren. Antwoorden 1. Eigen antwoorden. 2. Eigen antwoorden. 3. Zie atlas. 4. Nee, ze hebben het over “zij” als ze het over arme mensen hebben en hebben nette kleren aan. 5. Voedsel, kleding, veilig onderkomen. 6. Microkrediet gaat langer mee. 7. Bijvoorbeeld kapper, telefoonkaarten, pannenwinkel, schoonheidssalon. 8. Een fiets, maar misschien ook wel een koelkast of een krat cola. 9. Eigen antwoord.
Werkblad 3 - Rekenblad De leerlingen gaan aan de slag met een rekenvoorbeeld over microkrediet. Doelen De leerlingen leren op een praktische manier rekenen met een microkrediet. Antwoorden 1. 4 liter 2. 10 liter 3. 7 liter 4. 2.555 liter 5. ¤ 638,75 6. 1,5 jaar Bespreken Neem desgewenst samen de antwoorden door. Vraag anders of er nog moeilijkheden waren en ga alleen op die vragen in of laat de leerlingen in groepjes hun antwoorden vergelijken.
37
Werkblad 4 - Rente De leerlingen leren rente te berekenen en leren inzien waarom ook voor arme mensen rente berekend wordt. Antwoorden 1. hoog 2. Dekking van de gemaakte kosten bij het verstrekken van het microkrediet en aan de begeleiding en coaching van de ondernemers 3. ¤ 20,80 4. ¤ 0,80 5. Startbedrag ¤ 20,Rente per maand Januari ¤ 0,80 Februari ¤ 0,80 Maart ¤ 0,80 Totaal opgebouwde rente ¤ 2,40 Totaal terug te betalen bedrag ¤ 22,40 Startbedrag ¤ 20,Januari Februari Maart Totaal opgebouwde rente
Nog openstaande lening 20 15 10
Rente per maand ¤ 0,80 ¤ 0,60 ¤ 0,40 ¤ 1,80
Bespreken Als het voor de leerlingen niet helemaal duidelijk is hoe de percentages zich verhouden tot de getallen waarmee vermenigvuldigd moet worden om op het bedrag inclusief rente te komen, is het wellicht handig dit klassikaal te bespreken.
38
Werkbladen Ondernemen Werkblad 1 - Zelftest De leerlingen onderzoeken op een speelse manier hoe ondernemend ze zijn. Doelen De leerlingen denken na over ondernemen en hoe ondernemend ze zijn. Bespreken Gebruik de uitkomsten van de test voor een klassengesprek. Wat zijn de voor- en nadelen van ondernemen? En wat kenmerkt een goede onderneming?
Werkblad 2 - Marktonderzoek De leerlingen doen een eenvoudig marktonderzoek om te onderzoeken of hun idee kans van slagen heeft. Doelen De leerlingen leren enkele onderdelen van een marktonderzoek kennen. De leerlingen leren dat de markt bepalend is voor het succes van een product. Aandachtspunten Opdracht 5 kun je zo eenvoudig of uitgebreid doen als het uitkomt. Bespreken Laat alle groepjes hun bevindingen vertellen. Vraag vooral naar het resultaat van opdracht 6. Aan de hand hiervan kun je verder doorvragen over het doelgroeponderzoek.
Werkblad 3 - Ondernemingsplan De leerlingen vullen een eenvoudige variant van een ondernemingsplan in. Doelen De leerlingen leren het belang van de vier P’s voor hun onderneming. De leerlingen leren dat investeerders overtuigd moeten worden van de kansen van hun onderneming. Bespreken Bespreek de antwoorden aan de hand van 3b. Je kunt de bedrijfjes ook één voor één hun plannen aan de rest van de klas laten presenteren, alsof ze voor een commissie van de bank staan. Laat iedereen één bedrijf kiezen waarin hij/zij het liefst zou investeren. Vraag daarbij naar hun motivatie.
Werkblad 4 - Bedrijfsmiddelen De leerlingen inventariseren welke bedrijfsmiddelen ze nodig hebben en denken na over slim inkopen. Doelen De leerlingen leren het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten. ˘
39
Antwoorden 1a. 48/8 = 6 1b. 1.200 gram tarwebloem; 6 mespunten zout; 12 eieren; 3 liter melk; 300 gram boter. 1c. ¤ 9.50 1d. ¤ 0.19 1e. ¤ 2,50; ¤ 5,-; ¤ 7,50; ¤ 10,-; ¤ 12,50; ¤ 15,-; ¤ 17,50; ¤ 20,1f. bij 30 pannenkoeken 1g. kosten zijn ¤ 9,50, opbrengst per pannenkoek is ¤ 0,50. 1h. 19 pannenkoeken 1i. 35 x ¤ 0,50 = ¤ 17,50 – kosten voor boodschappen ¤ 9,50 = ¤ 8,- winst 2a. Eigen invulling 2b. Eigen invulling 2c. Bedrijven waarvoor de doelgroep van de leerlingen interessant is; bedrijven die een link hebben met het product of de dienst van de leerlingen. 2d. Een speciaalzaak heeft vaak meer keus, meer service en meer kennis. 2e. Vaak is het beter of lekkerder. Maar soms betalen mensen ook voor de naam. Denk aan sportschoenen en cola. 2f. Eigen invulling Bespreken Bespreek de resultaten klassikaal of in groepjes.
Werkblad 5 - Reclame maken De leerlingen maken posters en/of flyers om reclame te maken. Ook kunnen ze internet inzetten om hun product of dienst onder de aandacht te brengen. Doelen De leerlingen leren verschillende media gebruiken om reclame te maken. De leerlingen leren schrijven en ontwerpen met oog voor de doelgroep. Aandachtspunten Bij het kopiëren op groot formaat, het printen en het online publiceren kunnen de leerlingen wellicht wat hulp gebruiken. Bespreken Afhankelijk van de beschikbare tijd kun je klassikaal alle producten beoordelen. Wat zijn goede kanten, wat zijn mindere kanten? Let vooral op leesbaarheid, bondigheid en aantrekkelijkheid. Heb je minder tijd? Neem dan in elk geval de slagzinnen even door.
Werkblad 6 - Persbericht De leerlingen schrijven stap voor stap een persbericht. Doelen De leerlingen leren een persbericht schrijven. De leerlingen leren kort en bondig formuleren. Aandachtspunten Als de leerlingen de opdrachten op de computer maken, kunnen ze het persbericht makkelijk in elkaar zetten en later nog bijschaven. Met pen en papier kan natuurlijk ook. Voorbeelden van persberichten vind je op www.allepersberichten.nl. Adressen van kranten en tijdschriften staan op www.missmag.nl. ˘
40
Bespreken Je kunt de persberichten klassikaal bespreken. Maar of ze echt goed zijn, weet je pas als de pers reageert.
Werkblad 7 - Kasboek bijhouden/ Kostenoverzicht In het kostenoverzicht kunnen de leerlingen de inkomsten en uitgaven bijhouden. Doelen De leerlingen leren inzien dat het bijhouden van het kostenplaatje van belang is voor het succes van de onderneming. Antwoorden 1. Om inzicht te krijgen in je uitgaven en inkomsten. 2. Inkomsten 3. Een bonnetje van de winkel waarop staat hoeveel je hebt uitgegeven. 4. De datum, hoeveel geld je hebt uitgegeven en waaraan je dit hebt uitgegeven. 5. Door de uitgaven van de inkomsten af te trekken. 6. Gebruik werkblad 7 van ondernemen. Of gebruik een gewoon schrift of een Excel sheet. Bewaar van alle uitgaven de bonnetjes en schrijf de bedragen op in het kasboek. 7. Dan is er meer geld uitgegeven dan dat er is binnengekomen. Er is meer geld uitgegeven dan er eigenlijk is. 8. Kasboek Day for Change actie Bedrijf: autowasserij ’t Blinkertje Werkweek 2 (10 september - 12 september 2012) Totaal 1e week
¤ 19,80
¤ 31,50
¤ 11,70
Wanneer
Wat
Uitgaven
Inkomsten
Ma 10-9-2012
Schoonmaakmiddelen
¤ 8,79
-
Ma 10-9-2012
5 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 17,50
Di 11-9-2012
3 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 10,50
Wo 12-9-2012
Schoonmaakmiddelen
¤ 14,29
-
Wo 12-9-2012
6 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 21,-
Do 13-9-2012
1 klant à ¤ 3,- per stofzuigbeurt
-
¤ 3,-
Do 13-9-2012
4 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 14,-
Vr 14-9-2012
5 klanten à ¤ 3,50 per wasbeurt
-
¤ 17,50
Totaal 2e week
¤ 23,08
¤ 83,50
¤ 60,42
Totaal
Uitgaven
Inkomsten
Winst
¤ 42,88
¤ 115,-
¤ 72,12
Bespreek met de leerlingen hoe je op een overzichtelijke manier je administratie kan bijhouden.
41
Werkblad 8 - Ondernemingsvormen Leerlingen leren welke ondernemingsvormen er zijn in Nederland en testen welke ondernemingsvorm bij hun bedrijfsplan past. Doelen De leerlingen leren over de verschillende ondernemingsvormen en waar de keuze voor een bepaalde vorm vanaf hangt. Antwoorden 1. Eigen invulling 2. - Wie aansprakelijk zal zijn voor het geld - Wat je beroep is - Met hoeveel mensen je gaat samenwerken Ook goed te rekenen: Met hoeveel geld je start 3. Eigen invulling 4. Eigen invulling 5. Een verklaring van de bank dat je onderneming genoeg geld heeft 6. Bij een Stichting, een BV en een Coöperatie is niet de eigenaar van het bedrijf aansprakelijk, maar het bedrijf zelf. Als het failliet gaat worden dus de schulden afgelost van het geld/bezit dat nog over is van de onderneming: op is op. Je hebt voor het oprichten van een van deze ondernemingsvormen dus een akte van de notaris nodig om aan te tonen dat je bedrijf genoeg geld heeft om de schulden terug te betalen, mocht het ooit nodig zijn. Bespreken Vraag de leerlingen of ze weten in wat voor soort onderneming hun ouders werkzaam zijn.
Werkblad 9 - Pitchen Leerlingen maken een pitchpresentatie op basis van hun ondernemingsplan Doelen De leerlingen leren over wat pitchen is en waar ze op moeten letten bij een pitchpresentatie Bespreken Laat de leerlingen een korte pitch oefenen in de klas. Laat ze daarbij vooral letten op hun lichaamstaal en stemgeluid.
42
Klasse!Actie Vragenlijst Day for Change Klasse!Actie Om te meten of de kennis over microkrediet bij de leerlingen is toegenomen nadat ze hebben meegedaan aan de Klasse!Actie, verzoeken we je deze vragenlijst door de leerlingen te laten invullen. Voor een goede verwerking is het belangrijk dat deze vragenlijst dubbelzijdig wordt geprint en gekopieerd. De ingevulde vragenlijsten kunnen teruggestuurd worden naar: Stichting Day for Change, postbus 8058, 1201 HB Hilversum.
Welkom bij dit onderzoek, fijn dat je mee wilt werken! Hieronder staan enkele vragen, waarbij je elke keer het hokje mag inkleuren dat het meest bij jou past. Vul elke keer maar één hokje in. 1.
Ben je een jongen of een meisje? Jongen Meisje
2.
Wat is je leeftijd?
3.
Op welk schooltype zit jij nu? Basisschool VWO
jaar
VMBO HAVO
Anders, namelijk
Op veel plaatsen in de wereld heerst armoede en zijn er veel arme kinderen. Er zijn verschillende manieren om iets te doen aan die armoede. 4.
Welke van de volgende manieren om arme mensen te helpen is volgens jou het belangrijkste? Aandacht voor de klimaatverandering Mensen geld lenen, zodat ze eigen geld kunnen verdienen Mensen betere gezondheidszorg geven Kinderen de mogelijkheid geven om naar school te gaan Mensen geld geven Ik weet het niet
5.
Een manier om arme mensen te helpen is het geven van microkredieten. Heb jij wel eens van microkredieten gehoord? Ja Nee
6.
Wat zijn microkredieten volgens jou? Probeer zo goed mogelijk uit te leggen wat microkredieten volgens jou inhouden.
7.
Welk van de volgende antwoorden omschrijft volgens jou het beste wat een microkrediet is? Schenking van een klein bedrag Kleine lening zonder rente om een bedrijfje op te bouwen Kleine lening met een rente om een bedrijfje op te bouwen Belegging in een startende onderneming Weet ik niet
43
Microkredieten Microkredieten zijn kleine leningen die voornamelijk worden gegeven aan mensen in ontwikkelingslanden die zelf geen lening kunnen krijgen via de bank. Met deze lening kunnen zij bijvoorbeeld een koe, naaimachine of winkel kopen en daarmee hun eigen geld verdienen. 8.
Wat vind jij van microkredieten nu jij dit gelezen hebt? Een heel slecht idee Een slecht idee Geen slecht, maar ook geen goed idee Een goed idee Een heel goed idee Ik weet het niet
9.
Heb jij wel eens meegedaan aan de Klasse!Actie? Ja >> naar vraag 10 Nee >> naar vraag 13
10. Wat vond jij van de Klasse!Actie? Helemaal niet leuk >> naar vraag 11 Niet leuk >> naar vraag 11 Niet echt leuk >> naar vraag 11 Leuk >> naar vraag 12 Heel erg leuk >> naar vraag 12 Ik weet het niet >> naar vraag 13 11. Waarom vond jij de Klasse!Actie (helemaal) niet leuk?
12. Waarom vond jij de Klasse!Actie (heel erg) leuk?
Klasse!Actie Met de Klasse!Actie kunnen leerlingen zelf ondernemen met een microkrediet. Van Day for Change krijgt elke groep of klas een kleine lening. Hiermee zetten leerlingen eigen bedrijfjes op. Bijvoorbeeld een autowasstraat, een schoonheidssalon of iets heel anders. De winst die de leerlingen maken, gaat naar de ontwikkelingslanden zodat arme mensen daar ook kunnen ondernemen met een microkrediet. 13. Wat vind jij van de Klasse!Actie voor scholen? Helemaal niet leuk Niet leuk Niet echt leuk Leuk Heel erg leuk Ik weet het niet 14. Vind je dat scholen mee moeten doen aan de Klasse!Actie? Ja Nee Ik weet het niet Dit waren alle vragen. Bedankt voor het invullen! Lever de vragenlijst in bij je docent(e).
44