Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 3) Zakelijke gegevens naam student: Anouk Bluemink stageschool: RKS De Leer Hengelo (gld) Iselinge klas: VR2B mentor/mentrix: Ria Menting datum: 11 december 2013 aantal leerlingen: 22
tijd: 10:30-11:15
groep: 3
Inhoudelijke gegevens: ontwikkelingsgebied: Taal leerlijn: Beginnende geletterdheid tussendoel: -
Technisch lezen en schrijven.
-
Begrijpend lezen en schrijven.
activiteit: De leerlingen leren tijdens de les het woord jas. Tijdens de les maken de leerlingen verschillende opdrachten, zowel individueel als in tweetallen die aansluiten bij het woord jas.. De leerlingen maken na de instructie zelfstandig de opdrachten in het werkboek. De zonkinderen lezen in twee- of drietallen, de maankinderen lezen individueel. Daarna gaan de leerlingen verder met de dagtaak, de weektaak of de kieskast. rol van de leerkracht: leidend en begeleidend. organisatievorm: De leerlingen zitten op hun eigen plek in het lokaal. Bij sommige opdrachten werken de leerlingen in tweetallen. De zonkinderen lezen op de gang. Sommige opdrachten van de weektaak en de kieskast maken de leerlingen op de gang. Het zelfstandig werken wordt in het lokaal gedaan. materiaalgebruik: digibord, digibordsoftware, activ inspire, handleiding “Veilig leren lezen”, wandplaat “jas”, klikklakboekjes, bladen voor het opschrijven van de woorden uit het klikklakboekje, 22x de letter “j” voor het klikklakboekje, zonwerkboeken, maanwerkboeken, zonleesboekje blz 9 en 10, “Veilig en Vlot” blz 15, de grote kleurenklok, potlood, weektaak, gum en blokje. werkwijze loopronde: Van rechts voorin, tussen de groepjes door naar links voor. Componenten van de les beginsituatie van de leerlingen op verschillende niveaus: De leerlingen hebben het verhaal van Hans en Grietje gehoord tijdens het eten en drinken. De zonkinderen hebben de werkinstructie tijdens de gebonden inloop gehad. De leerlingen hebben het woord reus geleerd. De werkboeken worden voor schooltijd uitgedeeld. De leerlingen pakken de klikklakboekjes zelf uit het laadje, wanneer ze deze nodig hebben. De leerlingen hebben allemaal een eigen weektaak in hun laadje. Wanneer de dagtaak af is, maken de leerlingen de opdrachten van de weektaak, daarna mogen de leerlingen iets kiezen uit de kieskast (op de gang). De leerlingen kennen de regels van het blokje.
-
De leerlingen kennen de regels van het stilteteken, vijf seconden om het over te nemen dan krijgen de leerlingen een smiley. De leerlingen kennen de regel van de vinger opsteken. De leerlingen kennen de term “pinkstem gebruiken”. D. heeft moeite met het onthouden van de letters en heeft moeite om te beginnen met zijn werk. Hij krijgt zijn werk daardoor niet altijd af. M. heeft epilepsie. Ze mist daardoor soms delen van de instructie. P, M, M, D en T. zitten in de zorggroep bij taal. Ze lezen ’s morgens samen met de leerkracht “Veilig en vlot” . M, R, D, L, E zitten in de zongroep bij “Veilig leren lezen”. Zij hebben een ander werkboek. M en R lezen samen en D, L en E lezen samen.
Doelen persoonlijk leerdoel (gericht op competenties): Organisatorisch competent: Deeltaak 63: De begeleidingstijd zo organiseren dat er aandacht is voor individuele en groepjes leerlingen die met verschillende activiteiten bezig zijn. Tijdens het zelfstandig werken kunnen individuele leerlingen of groepjes leerlingen extra begeleid worden en is er voor de leerlingen tijd om individueel vragen te stellen aan de leerkracht. Door een heldere en duidelijke instructie te geven (korte werkinstructie, de woorden van het werkblad bespreken en met behulp van het digibord ondersteuning bieden) kunnen de leerlingen zelfstandig de opdrachten maken. De leerlingen hebben een blokje op de tafel, daarmee geven ze aan of ze een vraag hebben. Leerlingen vragen eerst elkaar om hulp, daarna wordt de leerkracht pas gevraagd. Zo is er tijd om individuele leerlingen of groepjes leerlingen te begeleiden en vragen van leerlingen te beantwoorden bij verschillende opdrachten. Interpersoonlijk competent: Deeltaak 27: Duidelijk zijn in wat de verwachtingen zijn van leerlingen en hen zo nodig aanspreken op gedrag. Tijdens de les geef ik duidelijk aan wat ik van de leerlingen verwacht. Ik vertel de leerlingen dat ik tijdens de les let op het stilteteken en leg de regel uit. Na de werkinstructie kunnen de leerlingen zelfstandig beginnen met het maken van de opdrachten in het werkboek. Tijdens de les spreek ik leerlingen wanneer het nodig is aan op hun gedrag. Daarbij ga ik uit van het positieve door het geven van complimenten en non- verbale communicatie (duim omhoog). Lesdoelen op verschillende niveaus Maangroep: Productdoel/vaardigheidsdoel. Aan het einde van de les kunnen de meeste leerlingen het woord “jas” herkennen en lezen, zonder het woord te hakken door middel van de oefeningen tijdens de les en de opdrachten in het werkboek. Procesdoel/ vaardigheidsdoel. Tijdens het maken van de opdrachten in het werkboek oefenen de leerlingen met begrijpend lezen door vragen te lezen en daar de goede zin (antwoord) bij te zoeken daarbij maken ze gebruik van het plaatje, die erbij staat. Zongroep: Procesdoel/vaardigheidsdoel. Tijdens de les oefenen de leerlingen met begrijpend lezen door verhaaltjes te lezen en de vragen daarbij te beantwoorden door middel van de opdrachten in het werkboek. Procesdoel/vaardigheidsdoel. Tijdens de les oefenen de leerlingen met technisch lezen door het verhaal te lezen in het zonleesboekje in twee- of drietallen.
lesfase
tijd
didactische route (wat doen de kinderen?) leerstof
inleiding
leerling
X De leerlingen luisteren naar het verhaal van de leerkracht.
2’
X De leerlingen luisteren naar de leerkracht. X De leerlingen vertellen aan hun oogmaatje d.m.v. tweegesprek op tijd wat voor jas ze hebben.
2’
X De leerlingen vertellen en luisteren wat voor jas de andere leerlingen hebben. X De leerlingen kijken naar het filmpje van “jas”. X De leerlingen hakken en plakken het woord “jas” .
2’
X De leerlingen noemen de letters van de letterlijn op.
2’
2’ kern
5’
organisatie en hulpmiddelen
leefwereld
2’
2’
interventies van de leerkracht
X De leerlingen zoeken en schrijven woorden op het blad door middel van tafelrondje per 2- tal in het klikklakboekje die beginnen met de “j”.
De leerkracht vertelt een verhaal dat over een jas gaat. De leerkracht vertelt aan de leerlingen welk woord ze gaan leren. De leerkracht vertelt aan de leerlingen waar ze tijdens de les op let (stilteteken). De leerkracht laat de leerlingen d.m.v. tweegesprek op tijd met het oogmaatje aan elkaar vertellen wat voor jas ze hebben. De leerkracht zet de zandloper. De leerkracht geeft een aantal leerlingen een beurt.
Organisatie: De leerlingen zitten tijdens de uitleg op hun eigen plek. Tweegesprek op tijd met het oogmaatje. Hulpmiddelen leerkracht: Digibord. Digibordsoftware “Veilig leren lezen”. Handleiding Wandplaat jas Activ inspire Gynzy zandloper
De leerkracht laat de leerlingen het filmpje van jas zien. De leerkracht hakt en plakt het woord samen met de leerlingen. De leerkracht leert de leerlingen de klankgebaren van “jas”. De leerkracht laat de leerlingen de letters van de letterlijn opnoemen. De leerkracht wijst de letters aan.
De leerkracht laat de leerlingen d.m.v. tafelrondje per 2tal woorden maken en opschrijven met de “j” met behulp van het klikklakboekje. De leerkracht zet de
Organisatie: De leerlingen zitten tijdens de uitleg op hun eigen plek. Zonkinderen lezen op de gang. Tafelrondje (per 2-tal) met schoudermaatje. Hulpmiddelen leerkracht: Digibord. Digibordsoftware “Veilig leren lezen”. Activ inspire.
kleurenklok op de groene tijd. De leerkracht deelt de letter uit.
afsluiting
2’
X De leerlingen noemen een aantal woorden op die ze hebben opgeschreven.
2’
X De leerlingen zoeken woorden die beginnen met de “j” op de zoekplaat.
2’
X De leerlingen bespreken met de leerkracht hoe de les is gegaan.
De leerkracht bespreekt een aantal woorden met de leerlingen. De leerkracht vult de woorden in op het digibord. De leerkracht laat de leerlingen woorden zoeken met de “j” in de zoekplaat.
De leerkracht vraagt aan de leerlingen wat ze hebben gedaan tijdens de les? Welk woord hebben ze geleerd? Hoe is het gegaan met het stilteteken?
Kleurenklok, groen. Letter “j” voor in de klikklakboekjes. Werkbladen voor de lln. Handleiding “Veilig leren lezen”. Hulpmiddelen zon lln: Potlood Gum Blokje Klikklakboekje Werkblad Hulpmiddelen maan lln: Potlood Gum Blokje Klikklakboekje Werkblad Organisatie: De leerlingen zitten op hun eigen plek in het lokaal. Hulpmiddelen leerkracht: Whiteboard. Activ inspire
Kern 2’
X De leerlingen luisteren naar de leerkracht.
5’
X De zonkinderen lezen in het zonleesboekje in twee- of
Zelfstandig werken
De leerkracht vertelt aan de zonkinderen wat ze moeten maken.
Organisatie: De leerlingen zitten tijdens de uitleg op hun eigen plek. Zonkinderen lezen op de gang.
drietallen op de gang.
2’
3’
7’
3’
-
X De maankinderen lezen met de leerkracht de woorden op het digibord. X De maankinderen luisteren naar de werkinstructie.
X De zonkinderen en de maankinderen werken zelfstandig aan de opdrachten in het werkboek in het lokaal. X De maankinderen lezen individueel uit “Veilig en Vlot”. X De zonkinderen/ maankinderen werken aan de dagtaak, weektaak of kieskast.
Hoe evalueer je met de leerlingen de resultaten? Wat hebben we gedaan tijdens de les? Welk woord hebben we vandaag geleerd? Hoe is het gegaan met het stilteteken?
Tafelrondje (per 2-tal) met schoudermaatje. De leerkracht gaat met de maankinderen woorden flitsen op het digibord.
De leerkracht geeft de werkinstructie aan de maankinderen. Bespreekt de woorden. Legt Veilig en Vlot uit. Laat de maankinderen beginnen. De leerkracht loopt hulprondes.
De leerkracht loopt hulprondes.
De leerkracht loopt hulprondes.
Hulpmiddelen leerkracht: Digibord. Digibordsoftware “Veilig leren lezen”. Activ inspire Hulpmiddelen zon lln: Werkboek zon blz 5, 6 Leesboekje (zon) blz 9 en 10 Potlood Gum Blokje Weektaak Hulpmiddelen maan lln: Werkboek maan blz 5,6 Veilig en Vlot blz 15. Potlood Gum Blokje Weektaak