PROTECT 50
Bulletin
Onze ervaring, uw zekerheid
Trimestriële nieuwsbrief van Verzekeringsmaatschappij Protect
Jaargang 14 - nummer 50 - 2010
Dat Protect leve, groeie en bloeie! In het verzekeren van de beroepsaansprakelijkheid van architecten en ingenieurs bezit Protect meer dan 60% marktaandeel. In het algemeen, als verzekeraar van vrije en intellectuele beroepen, heeft Protect 20% van de markt in handen. De argwaan is verdwenen, de erkenning kwam in de plaats. In zijn bedrijfsvoering beschouwde Protect van bij aanvang een aantal waarden als zeer belangrijk. Het gaat om waarden die voortspruiten uit het mission statement van de maatschappij, zoals innovatie, duurzaamheid, klantvriendelijkheid, respect, teamwork, beroepsethiek en financiële stabiliteit. Gedurende 20 jaar werden al deze waarden gekoesterd. Op regelmatige tijdstippen werden ze geëvalueerd en gecorrigeerd waar nodig. Het was geen gemakkelijke opdracht om het argwaan om te buigen in waardering. Met een zekere fierheid kunnen wij evenwel stellen dat wij erin gelukt zijn. Zowel de toezichthouder als de collega'sverzekeraars erkennen Protect als een volwaardige partner. In de lente van 1990 stapten een aantal bevriende families naar de notaris om een nieuwe verzekeringsmaatschappij boven de doopvont te houden. Dat was enigszins verrassend, omdat er in de jaren ’80 heel wat fusies en overnames plaatsvonden in de verzekeringssector. Het aantal verzekeraars daalde dan ook zienderogen. Wat kwam een nieuwe verzekeraar met beperkte ambities op die markt uitvoeren? Het was dan ook niet onlogisch dat toenmalig toezichthouder CDV (Controledienst van de Verzekeringen), de verzekeraars en de tussenpersonen met argusogen de eerste stappen van Protect volgden. Ze bekeken de nieuweling met een zekere argwaan en geloofden niet in een langetermijnoperatie. Nochtans stelden wij duidelijk dat er een polarisatie in de sector zou optreden. De grote multibrancheverzekeraars zouden de massaproducten (auto, brand, algemene BA, leven,
beleggingsverzekeringen,...) aanbieden en de kleinere maatschappijen zouden zich specialiseren in welbepaalde doelgroepen met specifieke producten. Producten die macro-economisch en dus qua premieomzet onvoldoende belangrijk waren, maar die door de specifieke knowhow een significante toegevoegde waarde konden leveren. De geschiedenis heeft de oprichters van Protect gelijk gegeven. Zij die er niet in geloofden, kregen ongelijk. Twintig jaar later heeft Protect zich immers gepositioneerd als een vaste waarde, zelfs als 'incontournable' als het om beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen gaat. Het incasso steeg op twintig jaar tijd van € 1,5 miljoen tot € 25 miljoen. Dat komt neer op een gemiddelde toename van 15% op jaarbasis.
Protect zou Protect niet zijn, mocht de horizon van de toekomst geen aandacht krijgen. Waar het verleden in ons leeft en het heden op ons hoopt, moeten we ervoor zorgen dat de toekomst voor ons straalt. Continuïteit is dan ook zeer belangrijk. Eind 2010 zal ik Protect 20 jaar geleid hebben. Ik bereik ook de leeftijd waarop men normaal afscheid neemt van het professionele operationele gebeuren. Een ploeg met dynamisch talent, gedreven enthousiasme en accurate bezorgdheid staat klaar om onze mission statement verder te verzekeren en u gedurende de volgende 20 jaar te dienen. Dat Protect leve, groeie en bloeie. Ides Ramboer Gedelegeerd bestuurder
In dit nummer: t%BU1SPUFDUMFWF HSPFJFFOCMPFJF t1SPCMFNFOCJKIFUGVOEFSFOJOLMFJHSPOEFO t%FKBBSMJKLTFBBOHJGUFWBOFSFMPOFOFOPGXBBSEFWBOEFXFSLFOIPFEF[FDPSSFDUPQTUFMMFO t%FEJHJUBMFBBOHJGUF1SPUFDUPSHBOJTFFSUIFU#FMHJTDIXJFMFSLBNQJPFOTDIBQWBOEFPOUXFSQFS t%FQSPCMFNBUJFLWBOUSBQQFO t7FSOJTTBHFOBBSBBOMFJEJOHKBBS1SPUFDU*OTVSBODF1FSTPOBMJUZ"XBSE
Problemen bij het funderen in kleigronden Minimale funderingsdiepte bij aanwezigheid van bomen Problemen met differentiële zettingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Een bijzondere categorie bij dit soort schadegevallen zijn deze die te wijten zijn aan een onaangepaste fundering aangezet op en in kleigronden die volumevariaties ondergaan.
Vanuit preventief oogpunt denken we dat het goed is om deze problematiek nog eens onder de aandacht te brengen. Het is trouwens bekend dat goede bouwgronden met gunstige funderingsomstandigheden schaarser geworden zijn en dat we bij het bouwen meer en meer geconfronteerd kunnen worden met kleilagen.
H
Tot vandaag worden dergelijke probleemgevallen nog regelmatig aangemeld en in vele gevallen liggen de gevorderde bedragen erg hoog. Dat komt omdat voor remediëring meestal teruggegrepen moet worden naar funderingsaanpassingen, naast het herstel van de gevolgschade tot zelfs de afbraak en heropbouw van een gebouw of een gedeelte ervan.
D
D = afstand tussen zijkant constructie en boom
Boomsoort
H = hoogte volwassen boom
1/16
1/4
D/H 1/3 1/2 2/3 Diepte fundering* (m)
Populier Olm Wilg
niet toegelaten
2,8
2,6
2,3
2,1
1,9
1,5
Andere
niet toegelaten
2,4
2,1
1,5
1,5
1,2
1,0
3/4
1
* indien het om een rij of een groep bomen gaat: diepte verhogen met 50% Richtlijnen uit de NHBC Standards (1974)
In deze uiteenzetting beperken we ons tot de ervaringen met lichtere tot middelzware constructies, zoals ééngezinswoningen, met een klassieke fundering op staal en laten we de problemen ten gevolge van geringe draagkracht met slappe kleien buiten beschouwing. Bijzondere eigenschap van klei Klei heeft de eigenschap om, afhankelijk van de soort, in mindere of meerdere mate te krimpen of te zwellen in functie van zijn watergehalte. Bij uitdroging zal de kleigrond krimpen en dus in volume afnemen. Bij bevochtiging zal de kleigrond zwellen. Constructies die gefundeerd zijn in klei kunnen dan ook schadelijke gevolgen ondervinden door zetting bij uitdroging of door oplichting bij bevochtiging van het kleipakket. Meerdere factoren kunnen invloed uitoefenen op de natuurlijke schommelingen van het watergehalte in de kleilagen: seizoensschommelingen, bomen, de funderingssleuf … Het nemen van voorzorgsmaatregelen is dan ook aangewezen.
- 2 - PROTECT
Bulletin
Seizoensschommelingen Door de normale seizoensschommelingen in onze contreien zullen de bovenste grondlagen krimpen in de zomer en zwellen in de winter. Vanaf 1 tot 1,5 meter diepte blijft het watergehalte constant. De seizoensschommelingen kunnen in bepaalde situaties differentiële zettingen veroorzaken. Zo kan bij langdurige droge zomers de grond wat dieper uitdrogen, wat schadelijke gevolgen kan hebben voor op te geringe diepte gefundeerde gebouwen. Bomen In de bouwpathologie is de aanwezigheid van bomen wellicht de meest bekende boosdoener bij differentiële zettingsverschijnselen aan woningen met ondiepe funderingen in kleigronden. In de nabijheid van snelgroeiende bomen (zoals populieren, wilgen …) die via hun wortels een belangrijke hoeveelheid water per dag aan de grond kunnen onttrekken, kunnen de schommelingen van het watergehalte veel groter zijn en ook optreden in diepere grondlagen in vergelijking met de invloed van de seizoensschommelingen.
Naast zettingsverschijnselen die optreden bij het krimpen van de grond ingevolge het onttrekken van water door bomen, zijn er ook schadegevallen bekend ten gevolge van het zwellen van de grond nadat bomen werden verwijderd bij het bouwrijp maken van het terrein. Het is daarbij niet uitgesloten dat de schadeverschijnselen zich pas jaren na de realisatie van de constructie beginnen te manifesteren door het zwellen ten gevolge van het langzaam weer aanvullen van het tekort aan water dat in de loop der jaren was ontstaan door de aanwezigheid van bomen. Inwatering van de funderingssleuf Door inwatering (neerslag) van de uitgegraven en opgevulde funderingssleuf kan het watergehalte van een kleipakket onder de funderingsaanzet langzaamaan toenemen tot de volle verzadigingsgraad. Als we dan te maken hebben met een kleigrond met een zeer groot zwelpotentiaal, dan kan de zweldruk dermate toenemen dat de hierop gefundeerde lichtere constructies omhoog geduwd worden.
Voorzorgsmaatregelen
van de volwassen boom te hanteren als tussenafstand tussen een gebouw en een boom.
- Grondig bodemonderzoek en terreinverkenning Door middel van terreinproeven (sonderingen, boringen) kan de aanwezigheid van kleilagen en het profiel ervan onderkend worden. Bij aanwezigheid van klei is het aan te bevelen de kleigrond te laten analyseren door middel van laboproeven om zo de krimp- en zwelgevoeligheid te bepalen:
- Voldoende diep funderen De oplossing bestaat erin om de funderingen aan te zetten op een diepte waar er quasi geen schommelingen van het watergehalte van de bodem meer optreden. Lukt dit niet meer met een fundering op staal, dan zal moeten overgestapt worden naar een type van
Funderingsdieptes in zeer krimpgevoelige grond (ip > 40%) H (m) hoogte volw. boom
D (m) Afstand zijkant constructie - boom
Richtlijnen uit de NHBC Standards (1974)
watergehalten, plasticiteitsindex, zwelpotentiaal … De kost en de duurtijd van dergelijke proeven staan totaal niet in verhouding tot het risico op schade. Er dient verder ook nagegaan te worden of er op het bewuste terrein geen bomen werden geveld. - Funderingsstudie Laat een degelijke geotechnische funderingsstudie opmaken. Dit soort van schadegevallen kan vermeden worden door een aangepast funderingssysteem. Vermijd bovendien funderingen aangezet op verschillende niveaus. - Afstand tussen bomen en gebouwen Voorzie voldoende afstand tussen nieuwe constructies en bestaande bomen of bij het aanplanten van een nieuwe boom. In een WTCB-Tijdschrift wordt als richtlijn gegeven om 1 tot 1,5 maal de hoogte
diepfundering. In een WTCB-Tijdschrift wordt aanbevolen om bij ondiepe funderingen de aanzet te voorzien op minimaal 1 meter en voor zeer plastische gronden zelfs 1,5 meter diepte. Bij aanwezigheid van bomen dient omzichtiger te worden omgegaan met het bepalen van de aanzetdiepte van funderingen. Op pagina 2 en 3 vindt u 2 tabellen uit Britse referenties met richtwaarden van aanzetdiepten van de fundering in functie van de boomsoort en de afstand tussen de boom/bomen en de constructie.
JS$ISJTUPQIF3PFMBOEU %JSFDUFVS4DIBEF
Bron: Syllabus TI-KVIV Studiedag "Bouwen op kleigronden: altijd problemen?" (11/05/2004)
“
Meerdere factoren kunnen invloed uitoefenen op de natuurlijke schommelingen van het watergehalte in de kleilagen: seizoensschommelingen, bomen, de funderingssleuf … Het nemen van voorzorgsmaatregelen is dan ook aangewezen. PROTECT
Bulletin
-3-
De jaarlijkse aangifte van erelonen en/of waarde van de werken: hoe deze correct opstellen?
het afgelopen verzekeringsjaar. Die aangifte geeft ons een overzicht van uw activiteiten en laat ons toe de afrekening voor het afgelopen verzekeringsjaar op te stellen. Elk jaar opnieuw stellen wij vast dat sommige verzekerden hun aangifte niet correct opstellen. Nochtans is het belangrijk hieraan de nodige aandacht te besteden, gezien het niet indienen van uw aangifte of het indienen van een verkeerde of een onvolledige aangifte ertoe kan leiden dat een eventueel schadegeval niet of slechts gedeeltelijk verzekerd zal zijn. Op het aangifteformulier dat u van ons ontvangt, wordt reeds toegelicht hoe de aangifte moet worden opgesteld. Hieronder wordt hier uitgebreider op ingegaan. Volledigheid Om een correcte aangifte in te dienen, dient u het aangifteformulier dat u van ons ontvangt volledig in te vullen. Het standaardaangifteformulier dat de meeste verzekerden ontvangen bestaat uit twee delen: enerzijds een algemeen deel met een aantal vragen, waaronder het totaal van de erelonen of de waarde van de werken die u aangeeft, anderzijds een tabel waarin u een detail per opdracht moet opgeven. Het totaal van de erelonen of de waarde van de werken dat u vermeldt in het algemeen deel moet overeenstemmen met het totaal van de erelonen of de waarde van de werken die u voor het geheel van uw opdrachten aangeeft in de eerste kolom van de tabel. Indien beide delen zijn ingevuld en de totalen overeenstemmen, dan hebben wij hoogstwaarschijnlijk uw aangifte volledig ontvangen. Indien u daarentegen enkel de tabel invult en er om welke reden ook een bladzijde ontbreekt, dan zullen wij dit vermoedelijk niet detecteren. Ook de andere vragen uit het algemeen deel dienen beantwoord te worden en uw aangifteformulier dient ondertekend te zijn. De tabel is minstens even belangrijk. Bij een eventueel schadegeval zal u immers moeten kunnen aantonen dat u de betrokken opdracht en de daaraan verbonden erelonen of waarde van de werken heeft aangegeven. Niet aangegeven opdrachten zullen niet verzekerd zijn. Enkel het algemeen deel invullen zonder detail is dus totaal onvoldoende. Hierbij dient gepreciseerd te worden dat het bovenstaande geldt voor het standaardaangifteformulier. Voor een aantal activiteiten aanvaarden wij echter dat er geen uitgebreide detail wordt overgemaakt.
- 4 - PROTECT
Bulletin
De verzekerden die hiervoor in aanmerking komen, ontvangen in principe een aangepast aangifteformulier. Tenslotte stellen wij vast dat heel wat verzekerden het gemakkelijker vinden om een eigen excel-lijst op te stellen i.p.v. de tabel in te vullen. Dit kan door ons worden aanvaard, maar die excel-lijst dient dan wel de gegevens te bevatten die door de tabel worden opgevraagd (gelieve de kolommen ook dezelfde titels te geven) en mogen wij u vragen dan niet te vergeten ook het algemeen deel in te vullen. Erelonen of waarde werken? In het standaardaangifteformulier draagt de eerste kolom van de tabel als titel "honoraria opgevraagd in de referentieperiode OF waarde van de werken uitgevoerd in de referentieperiode". Het woordje "OF" betekent zeker niet dat u vrij kan kiezen wat u in deze kolom invult. Of u de erelonen of de waarde van de werken moet invullen, vindt u terug in de bijzondere voorwaarden van uw polis. Indien die bijzondere polisvoorwaarden een premievoet op de erelonen voorzien, dient u de erelonen aan te geven. Indien die bijzondere polisvoorwaarden een premievoet op de waarde van de werken voorzien, dient u de waarde van de werken aan te geven. Welke erelonen / Welke waarde werken? Met een premievoet op de erelonen dient u de in het betrokken verzekeringsjaar gefactureerde of op een andere wijze opgevraagde bedragen aan te geven. Het gaat dus niet om de ontvangen erelonen, maar wel om de opgevraagde erelonen. Het gaat ook niet alleen om vergoedingen die u zelf erelonen noemt, maar het gaat om alle opgevraagde bedragen (dus bijvoorbeeld ook verplaatsingskosten, vergoedingen voor kopies, ...). Het gaat om bedragen exclusief BTW. Met een premievoet op de waarde van de werken dient u de waarde van de in het betrokken verzekeringsjaar uitgevoerde werken aan te geven. Ook hier moet de BTW niet mee worden aangegeven. Zowel met een premievoet op de erelonen als met een premievoet op de waarde van de werken is de kans groot dat er opdrachten zijn die u in meerdere verzekeringsjaren moet aangeven. Bij het opstellen van uw aangifte is het dan ook aangewezen om uw aangifte van het vorige verzekeringsjaar (of eventueel van meerdere verzekeringsjaren) te raadplegen.
De som van de bedragen die u in de verschillende verzekeringsjaren aangeeft voor een bepaalde opdracht in de eerste kolom van de tabel moet overeenstemmen met uw totale ereloon voor die opdracht of met de totale waarde van de werken waarop die opdracht betrekking heeft. Meerdere premievoeten Het is mogelijk dat u voor verschillende activiteiten verzekerd bent, waarvoor de bijzondere voorwaarden van uw polis verschillende premievoeten voorzien. In dat geval is het uiteraard belangrijk dat u uw opdracht omschrijft in uw aangifte. Er is daarvoor een kolom voorzien in de tabel van het aangifteformulier. Indien u veel opdrachten heeft aan te geven, is het nog beter om deze te groeperen per activiteit en de subtotalen per activiteit te vermelden. Niets aan te geven? Ook wanneer u niets heeft aan te geven (omdat u geen erelonen heeft opgevraagd of omdat er geen werken zijn uitgevoerd), moet u een aangifte indienen. Het volstaat dan om het algemeen deel in te vullen en bij de totale bedragen "0" in te vullen. Besluit Het is belangrijk dat u uw aangifte correct opstelt. Neem daarvoor de bijzondere polisvoorwaarden en uw aangifte van het vorige verzekeringsjaar bij de hand. Houd rekening met de toelichtingen op het aangifteformulier en de richtlijnen die in dit artikel gegeven worden. Indien u toch nog specifieke vragen heeft, kan u contact opnemen met uw dossierbeheerder, die u graag zal verderhelpen. Pieter Claesen Diensthoofd productie
De digitale aangifte. NIEUW Sinds kort is het mogelijk om naast de klassieke papieren aangifte, de aangifte via digitale wijze in te dienen. Deze digitale aangifte gebeurt via het klantenluik van de website www.protect.be. Om toegang tot het klantenluik te bekomen, heeft u uw login ID en paswoord nodig. Via de digitale aangifte heeft u onmiddelijk een duidelijk overzicht voor welke op u van toepassing zijnde polissen u een aangifte moet invullen. U weet ook direct of u een aangifte in detail of niet moet indienen. Tevens kan u per polis de toepasselijke bijzondere voorwaarden consulteren zodat de van toepassing zijnde premievoeten van de verschillende verzekerde activiteiten in de polis duidelijk zijn.
De digitale aangifte heeft verder als voordeel dat verwarring en misverstanden makkelijker worden vermeden zoals bijvoorbeeld aangifte van opdrachten aan een verkeerde, te hoge premievoet. Ook zal heel snel duidelijk worden dat u soms opdrachten uitvoert die niet onder de verzekerde activiteiten van uw polis vallen terwijl u in de veronderstelling bent dat dit wel het geval is. Dergelijke zaken worden aldus sneller gedetecteerd en op die manier worden eventuele problemen in geval van een schadedossier vermeden.
Op elk moment kan u een gedeeltelijke ingevulde aangifte bewaren en ze later terug oproepen om ze te wijzigen of te vervolledigen. Nadat de aangifte digitaal werd verstuurd, kan de aangifte niet meer gewijzigd worden. Het door u doorgezonden document wordt in een PDF-document omgezet dat u dan kan afprinten en bewaren. Kortom, zoals alles inzake informatisering, zal de digitale aangifte het voor alle partijen makkelijker, duidelijker en overzichtelijker maken. Verwarring en misverstanden zullen sneller aan het licht komen en zullen sneller verholpen worden !
Protect organiseert het belgisch wielerkampioenschap van de ontwerper Reeds 20 jaar beschermt en ondersteunt Protect de vrije beroepers in de bouwsector. Achter deze naam staat inmiddels een team van 40 gemotiveerde medewerkers, waaronder een aantal fervente wielerliefhebbers. Onder hen groeide het idee om het Belgisch wielerkampioenschap van de ontwerper te organiseren. Op zaterdag 11 september 2010 kunnen niet alleen architecten, maar ook alle andere ontwerpers in de bouwsector aan de start verschijnen. Uw collega's wielerliefhebbers die geen klant zijn bij Protect zijn uiteraard ook van harte welkom om deel te nemen aan dit kampioenschap. De groep wordt in 2 leeftijdscategorieën ingedeeld en op een prachtige omloop zal men kunnen strijden om de titel Belgisch Kampioen van de Ontwerper. Na de prijsuitreiking volgt een diner met de partners: de uitgelezen kans om elkaar te ontmoeten in een ontspannen en ongedwongen sfeer. Bent u geïnteresseerd? Graag hadden wij op voorhand gepeild naar uw interesse voor dit Wielerkampioenschap. Laat ons weten via de antwoordfax in bijlage of mail naar
[email protected] indien wij u op de hoogte mogen houden van dit evenement.
PROTECT
Bulletin
-5-
De problematiek van trappen Als we de schadegevallen met trappen analyseren, dan kunnen we voornamelijk drie types van oorzaken van schade onderscheiden: - het niet respecteren van de stapmodulus - het niet respecteren van de wettelijke voorschriften - het onvoldoende aandacht besteden aan de vrije hoogte In dit artikel zullen we deze drie oorzaken verder toelichten. Ze leiden immers vaak tot aanzienlijke schades en kunnen niettemin zeer eenvoudig vermeden worden als de ontwerper er tijdens het ontwerpstadium de nodige aandacht aan besteedt. De stapmodulus Bij het ontwerpen van een trap dient de ontwerper logischerwijze te streven naar het bekomen van een veilige en goed gedimensioneerde trap. Een eerste vereiste is dat rekening gehouden wordt met de stapmodulus M, die de verhouding tussen de optrede H en de aantrede A vastlegt. Deze stapmodulus is als volgt vastgelegd: M = 2H + A = 60 ±3cm. Het respecteren van deze stapmodulus resulteert in een gemakkelijk beloopbare trap. Uit het hoogteverschil en de stapmodulus volgt automatisch de ruimte die men voor de trap dient te voorzien. Uiteraard bepaalt de vorm van de trap (rechte trap, wenteltrap, trap met of zonder bordes) eveneens de ruimte die de volledige trap zal innemen. Voorschriften
De hogergenoemde formule voor de stapmodulus geeft de ontwerper een zekere (beperkte) vrijheid in het bepalen van de optrede en de aantrede. In de Technische Voorlichting 198 van het WTCB vindt men onder tabel 6 veel gebruikte maten van optreden en aantreden. De voormelde beperkte vrijheid van de ontwerper is echter vaak theoretisch. Hij dient immers ook rekening te houden met de wettelijke voorschriften, die hierna behandeld worden. Wettelijke voorschriften De voorschriften die de dimensionering van trappen het meest zullen beïnvloeden, zijn deze betreffende de basisnormen inzake brandveiligheid. Meer bepaald is het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, laatst gewijzigd door het KB van 4 april 2003, richtinggevend. Dit KB bepaalt de normen waaraan nieuwe gebouwen dienen te voldoen. Belangrijk om op te merken is dat de door het voormelde KB gestelde eisen verschillen naargelang de hoogte van het gebouw. Er worden drie soorten gebouwen onderscheiden: t MBHFHFCPVXFO IPPHUFN
t NJEEFMIPHFHFCPVXFO (10m ≤ hoogte ≤ 25m) t IPHFHFCPVXFO IPPHUFN De hoogte wordt in het KB als volgt gedefinieerd: de hoogte van een gebouw is conventioneel de afstand tussen het afgewerkte vloerpeil van de hoogste bouwlaag en het laagste peil
Lage gebouwen h < 10m
van de door de brandweerwagens bruikbare wegen omheen het gebouw. Het dak met uitsluitend technische lokalen wordt bij deze hoogtemeting niet meegerekend. Uiteraard worden er ook de nodige voorschriften vermeld met betrekking tot de trappen, trappenhuizen, overlopen en dergelijke. Gezien het grote aantal voorschriften en het onderscheid naargelang de hoogte van het gebouw, hebben we de belangrijkste voorschriften in tabelvorm weergegeven. Belangrijk op te merken is dat al deze voorschriften minimale eisen zijn. Dit houdt in dat zij nog kunnen aangevuld worden met gemeenschapseisen, gewestelijke eisen of lokale gemeentelijke voorschriften. Naast de basisnormen inzake brandveiligheid bestaat er nog een hele regelgeving ten aanzien van trappen en de toegankelijkheid van gebouwen met een openbare functie. De wettelijke eisen variëren evenwel van gewest tot gewest. Ook deze regels kunnen de uiteindelijke afmetingen van de trappen gaan bepalen. De vrije hoogte boven trappen Slechts weinig publicaties besteden aandacht aan de vrije hoogte van trappen. Problemen met de vrije hoogte zullen zich niet snel voordoen als de trappen zich op elk niveau perfect boven elkaar bevinden en hetzelfde vertrek- en aankomstpunt hebben, met hetzelfde ritme van trappen.
Middelhoge gebouwen 10 ≤ h ≤ 25m
Hoge gebouwen h > 25m
Breedte
minimaal 80 cm *
minimaal 80 cm *
minimaal 80 cm *
Helling
maximale hellingshoek van 37°
maximale hellingshoek van 37°
maximale hellingshoek van 37°
Aantrede
in elk punt tenminste 20cm
in elk punt tenminste 20cm
in elk punt tenminste 20cm
Optrede
maximaal 18cm
maximaal 18cm
maximaal 18cm
Mogelijke trapvormen
rechte trappen draaitrappen voor zover de treden verdreven zijn en een aantrede van minimum 24cm hebben op de looplijn
rechte trappen draaitrappen voor zover de treden verdreven zijn en een aantrede van minimum 24cm hebben op de looplijn
rechte trappen
de deurzwaai mag de nuttige breedte niet beperken
de deurzwaai mag de nuttige breedte niet beperken
Overloop
Meer uitgebreide en gedetailleerde informatie vindt u in de technische voorlichting over houten trappen van het WTCB (TV 198) en WTCB-dossier: 'Toegankelijkheid van trappen' * Verdere vereiste: zie bijlage 1 van het KB na wijziging van 19 december 1997
- 6 - PROTECT
Bulletin
Problemen met de vrije hoogte boven trappen doen zich het vaakst voor wanneer de trappen onder de vlakke vloerplaat van een verdieping doorgaan. Ondermeer de toegankelijkheid van het kelderniveau verdient hierdoor de nodige aandacht, aangezien dit
niveau vaak beperkter van hoogte is. Zo’n knelpunt is nooit op de grondplannen zelf zichtbaar. Zij worden enkel zichtbaar door het maken van plaatselijke doorsneden doorheen de trappen.
Besluit Samengevat kunnen we stellen dat de ontwerper gemakkelijk tot een correct ontworpen trap kan komen als hij zich enerzijds houdt aan een aantal ontwerpregels, waarbij de stapmodulus de belangrijkste is, en anderzijds de basisnormen inzake brandveiligheid consulteert en toepast. Het is ten zeerste aan te raden om de nodige doorsneden doorheen trappen uit te tekenen in de ontwerpfase. Zo kan men op eenvoudige wijze en tijdig mogelijke conflicten met betrekking tot een te beperkte vrije hoogte vermijden. Al deze initiatieven moeten genomen worden tijdens de ontwerpfase. Het strekt bovendien tot aanbeveling om in deze ontwerpfase een bespreking te houden met de plaatselijke brandweercommandant. Het pijnlijke aan de problematiek met trappen is dat die meestal voor het eerst vastgesteld wordt na uitvoering en ingebruikname of na een controle door de brandweer. Pas op dat ogenblik wordt vastgesteld dat er onvoldoende ruimte voorzien is voor de trappen. Dit leidt vaak tot grote schadebedragen. Regelmatig zal immers overgegaan moeten worden tot de afbraak van de trappen en de tijdelijke plaatsing van noodtrappen. Als er te weinig ruimte beschikbaar is voor de trappen, heeft men soms geen andere keuze dan over te gaan tot het vergroten van de trapruimte en het innemen van ruimte van de privatieve delen. Het spreekt voor zich dat dergelijke schade zoveel mogelijk vermeden dient te worden. Nochtans kan men in sommige gevallen een beroep doen op de Commissie voor Afwijking, maar wel enkel als aan één of meerdere voorschriften van de basisnormen inzake brandveiligheid niet is voldaan. Via deze weg kan mogelijk een afwijking op de voormelde basisnormen bekomen worden. Nuttige litteratuur over de problematiek met trappen is TV198 van het WTCB en het artikel “Toegankelijkheid van trappen” in WTCB – Dossiers – 4e trimester 2004. Nuttige informatie over de basisnormen inzake brandveiligheid vindt u op www.fireforum.be. Het opstellen van een afwijk ingsaanvraag gebeurt best in samenspraak met de bevoegde brandweerdiensten, die u tevens de nodige inlichtingen hieromtrent kunnen bezorgen. Ir. arch.Guido BEETENS Expertisebureau Inventum+
PROTECT
Bulletin
-7-
Vernissage naar aanleiding van 20 jaar Protect. Wil u uw werken tentoonstellen in het KCB Brussel?
Insurance Personality Award 2009 Nominatie Ides Ramboer
Op 18 november 2010 viert Protect feest. Op dat moment blaast onze maatschappij 20 kaarsjes uit en nemen we afscheid van Ides Ramboer als gedelegeerd bestuurder.
Jaarlijks wordt de 'Insurance Personality Award' toegekend aan een persoon die zich in de verzekeringssector van België verdienstelijk heeft gemaakt.
De feestelijke avond wordt voorafgegaan door een concert van het Symfonisch orkest van Vlaanderen, en dat in de grote concertzaal van het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Dat omvangrijke architectuurcomplex aan de Zavel is dringend aan renovatie toe. Het kostenplaatje hiervoor bedraagt 50 miljoen euro, maar de nodige middelen hiertoe zijn nog niet voorhanden. Twee jaar geleden werd in dat kader de vzw CONSERVAMUS opgericht. Die lanceert nu een aantal acties om het Koninklijk Conservatorium Brussel van de ondergang te redden. Zo groeide de idee om in de foyer en de receptieruimte van het Koninklijk Conservatorium een tijdelijke tentoonstelling te organiseren met eigen kunstwerken van ontwerpers-klanten van Protect. Heel wat van onze klanten en relaties leven zich wellicht semi-professioneel of zuiver hobbymatig uit in de schilder- of beeldhouwkunst. Een tijdelijke tentoonstelling in hartje Brussel zou een ideale gelegenheid zijn om uw werk te tonen aan andere relaties van Protect en nadien ook aan de bezoekers van het Conservatorium. Uw kunstwerken kunnen – als u dat wenst - ook verkocht worden, waarbij een percentage van de opbrengst aan vzw CONSERVAMUS wordt gestort. Uw werk interesseert ons! Heeft u interesse om hieraan deel te nemen en uw werk op de vernissage van 18 november 2010 te exposeren? Laat het ons weten via de antwoordkaart in bijlage of via e-mail aan
[email protected]. Wij bezorgen u dan alle detailleerde informatie.
Dit jaar vinden we de naam van onze gedelegeerd bestuurder, Dhr. Ides Ramboer, terug bij de genomineerden. De directie en de medewerkers van Protect ondersteunen met volle enthousiasme deze nominatie en vragen u vriendelijk dit eveneens te doen. Nu Ides Ramboer eind 2010 zijn 40 jaar lange actieve professionele loopbaan zal afsluiten, zou een verkiezing een mooie bekroning zijn. Door op hem te stemmen kan u uw steentje bijdragen. U kan stemmen door te surfen naar www.protect.be. U klikt op de banner van de Insurance Personality Award 2009, vult uw gegevens in en vinkt Ides Ramboer aan. Stemmen kan ook via www.insurancepersonality.be In 30 seconden stelt u een mooi gebaar voor ons. Van harte dank. De directie en medewerkers van Protect
Safe the date-seminarie Hoe u als architect opstellen ten aanzien van andere professionele partners ? Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden
Data: dinsdag 20/04 Gent, Huis van de Bouw donderdag 22/04 Lichtervelde, NV Ides Ramboer dinsdag 27/04 Hasselt, VOKA donderdag 29/04 Brussel, NV Protect dinsdag 04/05 Antwerpen, Expo Antwerpen
Protect nv - Jetsesteenweg 221, B-1080 Brussel T 02 411 41 14 - F 02 411 19 29
[email protected] - www.protect.be Redactie: Ides Ramboer, Rebecca Ramboer, Marcel Mertens, Christophe Roelandt Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
- 8 - PROTECT
Bulletin