N° 4
April - Mei 2012
D. A . S. Journaal
Risicoaanvaarding
Tijdschrift voor D.A.S.-makelaars - 50ste jaargang Verantwoordelijke uitgever: D.A.S.-Rechtsbijstand, G. Daemen, Lloyd Georgelaan 6, 1000 Brussel
D.A.S.-JOURNAAL • April - Mei 2012
Risicoaanvaarding
D
e B.A. - autoverzekeraar roept vaak in dat de schadelijder het ri-
sico aanvaardde en dus geen schadever-
goeding kan vorderen, hooguit in aanmerking komt voor een verminderde schadevergoeding. Het begrip risicoaanvaarding heeft echter twee aspecten.
Inhoud Risicoaanvaarding
Eerste aspect
2
Vraag & antwoord • Verkeer – Defecte verkeersborden 4 • Verzekering – B.A. – Overdracht van voertuig 4 • Verzekering – B.A. Auto – Verandering van voertuig aangegeven per telefax – Geen reactie van verzekeraar – Groene kaart 5 • Verzekering – B.A. Auto – Diefstal – Zwakke weggebruikers 5 • Verzekering – B.A.- Auto – Gebruiksdiefstal – Aansprakelijkheid van ouders – Gewonde passagier 6 • Verzekering – Algemeen – Betaling van premies – Compensatie 7
Als iemand schade lijdt door een fout van een derde heeft hij recht op een volledige vergoeding behalve als hijzelf een fout heeft begaan. In dat geval draagt hij zelf dat deel van zijn schade, dat overeenstemt met zijn fout. Als de fout van het slachtoffer de enige oorzaak van zijn schade is, heeft hij geen enkel recht op schadevergoeding. Zo kan de persoon die een vuistslag in het gezicht krijgt, aansprakelijk gesteld worden voor een deel van zijn schade als men kan bewijzen dat hij tegenpartij provoceerde. Maar men kan niet stellen dat het slachtoffer geen enkel recht heeft op schadevergoeding omdat hij het risico heeft aanvaard. Hij moet hoogstens een deel van zijn schade dragen omdat hij door de provocatie van tegenpartij aanvaardde dat hij een risico liep deze reactie te krijgen. Hij heeft dus een fout begaan die aan de basis ligt van zijn schade. De rechtspraak geeft ons nog meer voorbeelden:
INFO Vertrouw nooit het stuur toe aan een bestuurder zonder rijbewijs! Cassatie 7 juni 2010
2
8
- als men zijn voertuig parkeert aan de rand van een bos, op slechts enkele meters van de versperring van een autorace, aanvaardt men het risico dat zijn voertuig beschadigd wordt als één van de coureurs, zonder een fout te plegen uit de bocht vliegt (Vredegerecht Wester-
lo 26.7.1995, R.W.1997-98, p.752). de eigen fout is hier de enige oorzaak van de geleden schade; - het slachtoffer van een verkeersongeval te wijten aan ijzel op de rijweg moet zelf de gehele schade dragen als men vaststelt dat hij geen rekening hield met de correcte en zichtbare signalisatie die de kans op ijzel aankondigde of aanmaande de snelheid te verminderen (Beroep Luik 3.1.2000, R.G.A.R. 2001,13395); - een bromfietser moest de helft van zijn schade dragen in de volgende situatie: hij negeerde art.9.3 van de Wegcode en reed aan hoge snelheid midden op de rijweg, kwam in een put in het wegdek terecht die zich door het slechte weer gevormd had (Burger Brussel 24.3.2005, CRA/VAV 2008, p.67); - diegene die een onbekende hond benadert en gebeten wordt, heeft het risico aanvaard (Beroep Brussel 23.1.2006, R.G.A.R.2007, 14231 en Beroep Luik 14.11.2005, R.G.A.R.2008, 14338). Hebben daarentegen het risico niet aanvaard: de toeschouwer van een autorace die op een toegelaten plaats stond en wordt aangereden door een auto (Burger Verviers 21.6.2000, CRA/VAV 2002, p.121) of de directeur van een autorace, die wordt aangereden toen hij zich midden op de startlijn bevond met de vlag in de hand (Beroep Gent 22.1.1999, A.J.T.1999-2000, p.479).
Tweede aspect Iemand die deelneemt aan een spel of sport aanvaardt bewust de normale risico’s inherent aan dit spel of deze sport.
Dit geldt ook voor een voetballer die door een andere speler verwond wordt. Hij beschikt over geen enkel verhaalsrecht op laatstgenoemde als zijn verwonding veroorzaakt werd door de toepassing van de normale spelregels. Hij kan alleen verhaal uitoefenen als hij bewijst dat de tegenspeler een fout begaan heeft en de normale spelregels overtrad. In dat geval vervalt het argument dat het slachtoffer de risico’s aanvaard zou hebben. In een arrest van 9.1.1996 (Pas.34) was het hof van Cassatie het eens met het hof van beroep van Antwerpen dat een keeper aansprakelijk had gesteld omdat hij de aanvaller opzettelijk had geveld. Een fout waarbij een aanvaller opzettelijk en bewust de tegenpartij verwondt, valt niet onder de normale spelregels. In een arrest van 22.11.2002 (N.j.W.2003, p.93), veroordeelde het hof van beroep van Gent in dezelfde zin een speler die een andere speler foutief tackelde. Een 17-jarige die gewond wordt bij het spelen van paintball (spel waarbij geschilderde ballen op tegenspelers worden geschoten) terwijl hij een beschermingsbril droeg die de uitbater hem bezorgde, heeft het risico verbonden aan dit spel niet aanvaardt hoewel hij een formulier tekende waarbij hij erkende op eigen risico deel te nemen (Beroep Antwerpen 21.10.2003, R.W.2005-06, p.864). In een arrest van 5.2.1999 (R.G.A.R.2001, 13337) oordeelde het hof van beroep van Brussel dat een bejaarde passagier van een luchtballon die bij de landing gewond werd het risico op een ongeval niet aanvaard had. Het hof verwijt de uitbater immers dat hij verzuimd had de deelnemers voldoende in te lichten over de aard en de omvang van de risico’s.
Een ervaren karateka die de risico’s van deze sport (karate) kent, kan zijn tegenpartij niet verwijten dat hij hem verwondde tijdens een trainingsgevecht (Beroep Luik 26.9.2002, J.L.M.B.2003, p.840).
3
D.A.S.-JOURNAAL • April - Mei 2012
D.A.S.-JOURNAAL • April - Mei 2012
VRAAG & ANTWOORD
19
Verkeer – Defecte verkeersborden Mijn cliënt reed op een gewestweg in de Ardennen. Op een kruispunt zonder B1 verkeersbord (omgekeerde driehoek) dacht mijn cliënt dat hij voorrang van rechts had. Hij botste op een ander voertuig dat van links kwam. De tegenpartij is van oordeel dat mijn cliënt aansprakelijk is omdat haaks op de weg waar hij uitkwam een doorlopende witte streep met witte driehoeken was aangebracht. Kan mijn cliënt aansprakelijk gesteld worden voor het ongeval?
In een arrest van 23.1.1998 oordeelde het hof van Cassatie dat bij ontstentenis van het verkeersbord B1, alleen de aanwezigheid van een doorlopende witte streep op de rijbaan en van de vermelding STOP op de grond, de weggebruiker die op deze weg rijdt niet verplicht voorrang te verlenen aan de bestuurder die op het kruispunt van links komt. Men kan hieruit afleiden dat dit ook het geval is voor de bestuurder die rijdt op een rijweg met witte driehoeken op de grond. Dit bevestigde ook de politierechter van Brugge in een vonnis van 8.5.2006 (C.R.A. /V.A.V. 2007, p.310). Uw cliënt is dus niet aansprakelijk voor het ongeval behalve als wordt bewezen dat hij een overtreding beging op art.12.2 van de Wegcode dat stelt dat de bestuurder die een kruispunt oprijdt dubbel voorzichtig moet zijn om alle ongevallen te voorkomen. In dit soort ongevallen, wordt de overheid (Regio en/of gemeente) als beheerder van de openbare
4
weg meestal aansprakelijk gesteld wegens defecte verkeerssignalisatie.
20
Verzekering – B.A. – Overdracht van voertuig Mijn cliënt is eigenaar van een VW Golf, in B.A. verzekerd bij maatschappij X. Omdat hij de kosten niet meer kon betalen, verkocht hij het voertuig op 24/12/2011 aan zijn moeder, zonder mij te verwittigen. Op 13/01/2012 veroorzaakte zijn moeder een ongeval. De maatschappij X weigert nu het schadegeval te dekken omdat het ongeval zich meer dan 16 dagen na de verkoop van het voertuig voordeed. Kan men dit standpunt van de verzekeraar aanvechten?
Artikel 33 van de modelovereenkomst bepaalt dat in geval van overdracht van het in de polis omschreven voertuig de dekking verworven blijft gedurende 16 dagen en dat na het verstrijken van deze termijn de dekking geschorst wordt tenzij de overeenkomst met instemming van de maatschappij overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. Gezien de VW Golf op 24/12/2011 verkocht (overgedragen) werd en de B.A. -autoverzekeraar nooit instemde met de overdracht van de verzekering ten gunste van de moeder van de verzekeringnemer is hier sprake van niet-verzekering. Het lijkt ons dus niet mogelijk om het standpunt van maatschappij X te betwisten.
21
Verzekering – B.A. Auto – Verandering van voertuig aangegeven per telefax – Geen reactie van verzekeraar – Groene kaart Op 15/02/2012 komt een cliënt wiens BMW bij mij verzekerd is naar mijn kantoor om me te informeren dat hij een tweedehandsvoertuig (Honda) heeft gekocht ter vervanging van zijn BMW, die in zijn garage zal blijven staan. Ik stuur onmiddellijk een fax naar de verzekeraar om hem van deze verandering op de hoogte te brengen en overhandig mijn cliënt een groene kaart voor zijn nieuw voertuig. Op 25/02/2012 veroorzaakt mijn cliënt met zijn nieuwe auto een ongeval waarbij de politie tussenkomt. De verzekeraar beweert dat hij mijn fax niet gekregen heeft (hoewel ik het ontvangstbewijs kan overleggen ) en dat hij het nieuwe voertuig dus niet verzekert. Meer nog, het parket overweegt mijn cliënt te vervolgen wegens niet-verzekering. Hoe kan ik mijn cliënt verdedigen?
Het standpunt van de B.A. -autoverzekeraar is eigenaardig en totaal ongegrond. Om te beginnen kan men argumenteren dat volgens de gangbare gebruiken en de urgentie inzake verzekering, een fax, met ontvangstbewijs, een sluitend bewijs is dat de verzekeraar wel degelijk op de hoogte werd gebracht van de verandering van voertuig. Als de verzekeraar het tegendeel beweert was hij onoplettend of, meer
nog, onzorgvuldig. Zijn stilzwijgen geldt als instemming. Anderzijds, in de hypothese dat de geldigheid van de fax zou kunnen betwist worden, mag men niet vergeten dat u door de verzekeringsmaatschappij gemachtigd werd om groene kaarten uit te reiken. En volgens de wet (art.5 van K.B. van 13.2.1991) bewijst de afgifte van een groene kaart door de verzekeraar of zijn gevolmachtigde dat de wettelijke burgerlijke aansprakelijkheid van het voertuig gedekt is. De Honda van uw cliënt was dus wel degelijk verzekerd op de dag van het ongeval en noch de verzekeraar noch het parket kunnen het tegendeel beweren.
22
Verzekering – B.A. Auto – Diefstal – Zwakke weggebruikers Een voertuig wordt gestolen. Enkele uren later vindt men het terug, volledig beschadigd nadat het op een muur reed. De twee inzittenden van het voertuig, respectievelijk 26 en 28 jaar oud, zijn zwaar gewond en worden per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Een van de twee bezwijkt aan zijn verwondingen. Op grond van art.29bis vorderen de rechthebbenden van de overledene schadevergoeding omdat dat de overleden persoon op het ogenblik van het ongeval een ‘passagier’ was. Van zijn kant vordert de gewonde persoon eveneens schadevergoeding omdat ook hij ‘passagier’ was. Wij staan hier voor een dilemma! Hoe kan men dit oplossen?
5
D.A.S.-JOURNAAL • April - Mei 2012
D.A.S.-JOURNAAL • April - Mei 2012
VRAAG & ANTWOORD Aangezien het voertuig gestolen was, komt dit schadegeval voor rekening van het Gemeenschappelijk Motor Waarborgfonds (GMWF) dat de gewonde passagier of de rechthebbenden van de overleden passagier schadeloosstelt. Het GMWF kan zijn tussenkomst weigeren als de overleden of gewonde persoon ‘bestuurder van het voertuig’ of ‘medeplichtig aan de diefstal’ was en in dit geval vervalt zijn verplichting tot schadevergoeding. In verschillende arresten (26.10.2007, 20.12.2007, 27.11.2008 en 24.4.2009) heeft het hof van Cassatie geoordeeld dat de rechthebbenden van een overleden of gewonde persoon verplicht zijn de nodige bewijzen te leveren om van schadevergoeding te kunnen genieten. Om van de schadevergoeding te genieten, moeten de rechthebbenden van de overleden persoon hier bijgevolg enerzijds bewijzen dat de overledene op het ogenblik van het ongeval, ‘passagier’ van het voertuig was en anderzijds dat hij niet medeplichtig was aan de diefstal. De gewonde passagier moet eveneens dit dubbele bewijs leveren. Deze bewijslast van rechthebbenden en gewonden is meestal lastig omdat het moeilijk is de voorgeschiedenis aan te tonen. Het strafdossier kan hierbij helpen.
23
Verzekering – B.A.- Auto – Gebruiksdiefstal – Aansprakelijkheid van ouders – Gewonde passagier De 17-jarige zoon van mijn cliënten nam de contactsleutels van de auto van zijn ouders om een ritje te maken. Hij nam zijn vriend mee. In een bocht verloor de zoon van mijn cliënten de controle van het voertuig dat over kop ging. De vriend werd als passagier gewond. Tot wie moet de gewonde passagier zich als zwakke weggebruiker richten voor schadevergoeding? Tot de B.A. - Autoverzekeraar van het voertuig? Tot de verzekeraar B.A. Familiale van mijn cliënten? Tot het Gemeenschappelijk Motor Waarborgfonds? Riskeert de zoon van mijn cliënten een verhaalvordering?
Wij menen dat de B.A.- Autoverzekering van de ouders (art.1384 al.2 Burgerlijk Wetboek) de aansprakelijkheid van zijn verzekeringnemers en eigenaars van het voertuig moet dekken en de gewonde passagier (zwakke weggebruiker) moet schadeloosstellen. Na een arrest van het Benelux Gerechtshof van 21.12.1990 oordeelde ook het hof van Cassatie (arresten van 10.9.1991 en 5.2.1998) dat de B.A.- Autoverzekeraar verplicht is de derde te vergoeden toen die gewond werd door een minderjarige die het voertuig van zijn ouders ontvreemd (gebruiksdiefstal) en bestuurd had. In uw geval
6
moet de B.A. -Autoverzekeraar tussenkomen op grond van art.29bis (automatische schadevergoeding van passagiers) van de wet van 21.11.1989 op de verplichte B.A. -Autoverzekering. Het toepassingsgebied van dit art.29bis wordt naar onze mening beperkt tot de B.A. -autoverzekeraars en kan niet uitgebreid worden tot andere verzekeraars, zoals de verzekeraar B.A. Gezin. De verzekeraar B.A. Gezin dekt de schade veroorzaakt door een minderjarige die rijdt met een motorrijtuig buiten het medeweten van zijn ouders (clausule joyriding), maar alleen wanneer de minderjarige aansprakelijk is. Art.29bis valt niet onder deze bepalingen aangezien het om een automatische schadevergoeding gaat. Maar eens de zwakke weggebruiker schadeloosgesteld werd, kan de B.A. -Autoverzekeraar verhaal uitoefenen op de bestuurder zonder rijbewijs, wat hier het geval was. Om dit verhaal uit te oefenen, moet de B.A. -Autoverzekeraar art.88 van de wet van 25.6.1992 op de landverzekeringsovereenkomst respecteren dat stelt dat de verzekeraar verplicht is zijn verzekerde te informeren over zijn voornemen zodra hij op de hoogte is van de feiten waarop zijn beslissing gegrond is. Als de B.A. -Autoverzekeraar zich aan deze verplichting heeft gehouden, is zijn verhaal tegen de zoon van uw cliënten geldig; heeft hij zich hier niet aan gehouden dan vervalt zijn recht op verhaal. In de veronderstelling dat de B.A. -autoverzekeraar recht heeft op verhaal (tijdige kennisgeving aan de zoon van uw cliënten), dan is het aan de verzekeraar B.A. –Gezin om tussen te komen. Laatstgenoemde is immers wettelijk verplicht de schade te dekken veroorzaakt door een minderjarige bestuurder die buiten medeweten van zijn ouders het voertuig gestolen heeft. De verzekeraar B.A. -Gezin zal dus de uitgaven van de B.A. -Autoverzekeraar moeten terugbetalen.
sprakelijkheid van zijn verzekerde zal waarborgen. In het kader van de schadeloosstelling van de B.A. -Autoverzekeraar, kan hij altijd nagaan of de passagier zelf geen fout beging, bijvoorbeeld door geen veiligheidsgordel te dragen.
24
Verzekering – Algemeen – Betaling van premies – Compensatie Kan een verzekerde een door de verzekeraar verschuldigd bedrag aftrekken van de premie die hij zelf aan zijn verzekeraar moet betalen?
Een verzekerde kan zijn premie compenseren met een schuld van de verzekeraar. Inzake brandverzekering werd destijds geoordeeld (arbitragevonnis van 22.6.1985, R.G.A.R.1986, 11098) dat wettelijke schuldvergelijking mogelijk is tussen de verzekeringspremie verschuldigd door de verzekerde en een deel van de schadevergoeding verschuldigd door de verzekeraar. Volgens art. 1289 van het Burgerlijk Wetboek moet de schuld vaststaande en opeisbaar zijn. Er moet echter ook een nauw verband zijn tussen de verschuldigde premie en het schadegeval, wat niet het geval zou zijn bij een brandverzekeringspremie gebouw en een diefstal voertuig.
Men mag ook niet uit het oog verliezen dat de verzekeraar B.A. Gezin alleen de burgerlijke aan-
7
D.A.S.-JOURNAAL • April - Mei 2012
INFO Vertrouw nooit het stuur toe aan een bestuurder zonder rijbewijs! Cassatie 7 juni 2010 De feiten De verzekeringnemer vertrouwt zijn voertuig toe aan een 18-jarige bestuurder van wie hij weet dat hij geen rijbewijs heeft. De verzekeringnemer neemt plaats als passagier in zijn eigen voertuig. De bestuurder veroorzaakt een ongeval waarbij de passagiers gewond worden, ook de verzekeringnemer zelf. De politierechter veroordeelt de bestuurder voor het onopzettelijk toebrengen van opzettelijke verwondingen, voor het rijden met een voertuig in staat van alcoholvergiftiging en voor het rijden zonder rijbewijs. Alle passagiers worden door de B.A. -Autoverzekeraar als zwakke weggebruikers vergoed. (art.29bis van de wet).
Verhaal van de B.A. -Autoverzekeraar De verzekeraar stelt tegen de verzekeringnemer een verhaalvordering in voor de rechtbank van eerste aanleg van Gent. Dit op basis van art.25.3°.b van de modelovereenkomst (contractuele inbreuk omdat hij zijn voertuig toevertrouwde aan een bestuurder zonder rijbewijs). Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedin-
8
gen toegekend aan alle gewonde passagiers, verzekeringnemer inbegrepen. De rechtbank van Gent oordeelt dat de verhaalvordering van de verzekeraar gegrond is maar alleen voor de schadevergoedingen toegekend aan de andere passagiers en niet aan de verzekeringnemer.
Beroep in cassatie van de B.A. -Autoverzekeraar Het hof van Cassatie verbreekt het vonnis van de rechtbank van Gent en oordeelt dat de verzekeraar zijn recht van verhaal ook kan uitoefenen op de verzekeringnemer voor de aan hem betaalde schadevergoeding als zwakke weggebruiker! Dit standpunt van het hof van Cassatie is nogal onverwacht en vatbaar voor kritiek. Een niet-aansprakelijke verzekeringnemer riskeert aldus de vergoeding die hem als zwakke weggebruiker werd toegekend te moeten terugbetalen alleen omdat hij zijn voertuig aan een bestuurder zonder rijbewijs toevertrouwde.
Conclusie Als bestuurder ben je dus gewaarschuwd als je je voertuig toevertrouwt aan een bestuurder van wie je weet of zou moeten weten dat hij geen rijbewijs heeft…
Uitgegeven door de verzekeringsmaatschappij D.A.S. n.v. Redactieraad: Gérard André, Isabelle Mattelaer, Reinilde van Bergen. Lloyd Georgelaan 6 1000 Brussel Tel. 02 645 51 11 Fax. 02 640 77 33
[email protected] www.das.be Jaarlijks abonnement 10 nrs.: 45 EUR (42,45 + 2,55 BTW). Speciale prijs D.A.S.-producenten 10 nrs.: 28 EUR (26,41 + 1,59 BTW)