Van de redactie
Voor u ligt De Darde Klokke nr. 147. Dit nummer is geheel gewijd aan twee boekjes die Jan van der Veen uit Witharen heeft uitgebracht over Witharen. Onder de titel “Licht en Hoop” heeft hij geheel in eigen beheer de geschiedenis over de pioniers van Witharen, “Van woeste grond naar groene weiden” beschreven. Daarnaast is er nog een boekje van hem, dat voor een groot deel over de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding gaat. We hebben met name de meer algemene verhalen over Witharen en zijn bewoners overgenomen. Dank aan de heer Jan van der Veen en met name ook de werkgroep boerderij en veldnamen bedanken voor al het speurwerk dat gedaan is.
Omslagfoto: Martend van der Veen (1859-1942) en Jennigje Beniers (1859-1941) tijdens hun 50-jarig huwelijk op 25 april 1935. 1
Licht en Hoop Van woeste grond naar groene weiden, De pioniers van Witharen Witharen ligt op een hoge zandrug, het omvat ongeveer de volgende gebieden: van de Woeste of Wuuste inclusief het vroegere Varsenerveld, dat in 1923 met Witharen is samen gevoegd, tot de Vinkenbuurt. De Ommerwoeste of Ommerveld of Biestenland, (dit is het gebied van de huidige Stenenbrug) en ten Oosten daarvan. Zuidelijk het Ommerveld tot aan de Onderhaarse leiding, dit is de grens WitharenEmsland. Op een mooie gave kaart van Overijssel, van enkele eeuwen oud, ligt tussen Ommen en Balkbrug, (ongeveer waar thans de christelijke school staat), een verhoogde zandrug met de naam “Struykhult” .Hult betekent bult, dus een grote zandbult, waar lage struiken en gedeeltelijk heide op zal hebben gestaan. Op een andere kaart staat "Witte haren"; dit zou kunnen betekenen een zandrug met buntgras, wat een overblijvend gras in dichte zoden is, ook wel bentgras of
2
pijpestrootje geheten. Dit buntgras groeide over het algemeen op dorre open zandgrond, maar ook wel op lagere gebieden tegen de zandrug aan. Deze buntepollen waren vaak wit door mistdruppels of opvriezing van mistdruppels. De zogenaamde “Witte wieven" werden hiermede in verband gebracht. Op een andere kaart kom je de naam "De Withaar" tegen; haar is zand dus "Witzand". "Wijtharen" Wijtharen – wijd is ver, en haar betekent zand of een hoge zandrug. Wijtharen zou dus kunnen betekenen: het verre zand, vanuit Ommen gezien. Het duitse woord “weit” is vergelijkbaar met het Nederlandse woord wijd: dit betekent ook ver. Een verre reis is: Eine weite reise. Alles wijst er op dat Witharen is gerelateerd aan een hoge zandrug, waar geregeld zandverstuivingen plaats vonden van wit zand. Witharen lag te midden van een groot moerasgebied. In de Geschiedenis van Ommen door G. Steen en W. Veldsink wordt op blz. 89 vermeld: Tussen de marke van Ommen en Varsen was eeuwen lang als scheitsteken een "Crueskuele" geweest. Maar in 1553 rijzen er moeilijkheden over de grensscheiding, want de Crueskuele was onder gestoven. Reeds in 1418 werd er ook getwist over de plaats van de "Crueskuele. De Bisschop van Utrecht moest er zelfs aan te pas komen. Johan van Keppel moest toen met drie afgevaardigden van Ommen en Varsen de scheiding voorgoed vast stellen. In 1419 schrijft Bisschop Frederik van Blankenheim, dat de landmeter Hendrick Baldekens zoon de scheiding heeft “afgebaecket en gekrueskuelt", zodat nu de beide partijen op straffe van 500 olden schilden boete, gehouden zijn deze "Scheijt" te holden. In 1553 is alles weer onder gestoven. In 1555 getuigen Jan Willems uit Varsen en Jan ten Sande, dat zij met een eed "aver Godt en de heilien zweren dat er 40 jaar geleden een "Krueskule" was op Wijtharen die de gewone man voor een Marckenscheijt hield. Uit de Ommerschans door Dick van Vliet : Ir. Jan van Alberdinghs lanceerde in 1681 een plan om leijdijken aan te leggen. Het principe hiervan was om de moerassen waarin ook Witharen lag, zowel aan de noordzijde als aan de zuidzijde af te sluiten door leijdijken, (zie kaart van 1681 naar J. van Alberdingh. ) 3
In tijden van oorlog of oorlogsdreiging zou men bij Coevorden het water van de rivieren de Vecht en de Reest in het veen laten lopen, de veengronden zouden drassig en nat worden. Het hele gebied en ook de omgeving van Witharen, zou een groot moeras gebied worden. De plannen van Ir. Alberdinghs zijn nooit uitgevoerd. In 1740 of kort daarna werd het 60 jaar oude plan van Van Alberdinghs echter weer uit de kast gehaald. Aan de orde was de renovatie van de Ommerschans. De commissie achtte het noodzakelijk om leijdijken aan te leggen, ten einde de Noord-Overijsselse verdedigingslinie te versterken. In Ommen zijn nog enkele overblijfselen van de leijdijken, die in de jaren 1740 zijn aangelegd. Dit zijn: de Schapendijk, de Dwarsweg in Arriërveld en de Dwarsdijk in Emsland. Deze leijdijken worden ook wel "Vriezendijk” genoemd, omdat het logisch is te veronderstellen dat deze dijken zijn aangelegd door Friese veenarbeiders. Witharen is dus een forse verhoging van meer dan 8 meter boven N.A.P. in een groot uitgestrekt veengebied en laag gelegen gronden van ongeveer 4,5 tot 5,5 meter boven N.A.P. Wanneer precies de eerste bewoners op Witharen zijn neergestreken is moeilijk te zeggen. Wel is bekend dat in 1809 de stad Ommen tolheffing invoerde op Witharen. Op een kaart van rond I859 staan twee boerderijen vermeld: Balkerweg 60 (het tolhuis), thans bewoond door mevrouw Mina Nijenhuis en Balkerweg 61, thans bewoond door Willem van Lenthe. Volgens Willem van Lenthe zijn deze twee boerderijen omstreeks 1850 ongeveer tegelijk gebouwd. Van Jannes van Lenthe, geboren ongeveer 1874, de vader van Willem van Lenthe weten we (uit zijn militaire boekje) dat hij 9 maart 1894 in militaire dienst ging, hij was scherpschutter. Als hij na verlof weer terug ging naar de kazerne, moest hij eerst lopend naar Dalfsen, want Ommen had nog geen spoorwegverbinding met Zwolle; die werd pas geopend op 15 januari 1903. Jannes van Lenthe was actief op het opvoedingsgesticht te Balkbrug. Hij leerde daar de jongens gras te maaien.
Het tolhuis, Balkerweg 60
Aan de Balkerweg 60 te Witharen woonde vroeger mevrouw G. Nijenhuis-Steen. Zij is overleden op 8 maart 1996. Zij is jaren lang tolhoudster geweest voor de gemeente Stad Ommen. Aan de voorkant van de boerderij, staande in de kamer, kan men door de zijramen het verkeer zien aankomen. Vooral op de bissingdagen was het behoorlijk druk bij het tolhuis. De familie Nijenhuis kocht de boerderij op 1 december 1922. Daarvoor woonde er de familie Boezelman. Op Witharen moest men voor paard en wagen 15 cent tol betalen en voor een motorfiets 7 cent. De tol is opgeheven in 1926. Of het tolhuis altijd op het adres Balkerweg 60 heeft gestaan is niet met zekerheid te zeggen. In 2005 spraken wij met mevrouw Mina Nijenhuis de dochter van mevrouw G. Nijenhuis-Steen. Zij is de huidige bewoonster. Zij vertelde ons dat het tolhuis mogelijk eerst aan de overkant van de weg heeft gestaan. Het tolgeld werd door de stad Ommen vastgesteld en mevrouw Nijenhuis-Steen ontving een kleine vergoeding. Het inkomen van de bewoners zal rond 1900 naar onze begrippen laag zijn geweest. Het leven op Witharen en in het algemeen op het platteland was zwaar. In 1888 kwam een wekelijkse botermarkt tot stand in Ommen. In 1890 werd de Coöperatieve zuivelfabriek opgericht in Ommen. In 1930 vond op Witharen de elektrificatie plaats, maar dat wil niet zeggen dat elke bewoner daar ook gebruik van kon maken. Aan de noordkant van Witharen kreeg men pas in 1953 elektriciteit en wel door toedoen van de ruilverkaveling Nieuwleusen 2. In de jaren zestig werd daar de waterleiding aangesloten. 4
In 1953 moest men voor de aansluiting van elektra extra betalen, zie het contract hier onder met de ruilverkaveling. De ondergetekende Jan Hendrik van der Veen voor zichzelf en als mondeling gemachtigde van: ......................... rechthebbende in de ruilverkaveling genaamd Nieuwleusen 2, verklaart er mede akkoord te gaan dat zijn aandeel in de ruilverkavelingkosten wordt verhoogd met een bedrag van fl. 1150.- wegens bijdrage in de aansluitkosten aan het elektrisch net. Te boeken ten laste van kavel 1865 A,B; 1953. Wij gaan terug naar de jaren 1900. Hoe hoog waren de inkomens? “Ommen rond de 19e eeuw" door G. Steen geeft ons hiervan een indruk. De gemeente Stad Ommen telde in 1902 1.595 zielen. Voor het noodzakelijk levensonderhoud had men per jaar fl. l. 250,= nodig. Beneden dit inkomen kreeg men dan ook geen belastingaanslag. Van de 1.595 zielen in de gemeente Stad Ommen kregen er 266 een gemeentelijke belastingaanslag. Aantal aanslagen 21 56 19 36 44 26 16 15 9 6 8 2 5 0 1 1 1
Jaarinkomen fl. 251--fl. 300 fl. 301--fl. 350 fl. 351--fl. 400 fl. 401-- fl. 500 fl. 501--fl. 600 fl. 601--fl. 750 fl. 751--fl. 950 fl. 951--fl. 1250 fl. 1291--fl. 1550 fl. 1551--fl. 1850 fl. 1851--fl. 2150 fl. 2151--fl. 2550 fl. 2551--fl. 2950 fl. 2951--fl. 3450 fl. 3451--fl. 4050 fl. 405l--fl. 5050 fl. 5051--fl. 6550
Aanslag fl. 0,25 fl. 0,75 fl. 1,25 fl. 2,00 fl. 3,00 fl. 4,25 fl. 6,00 fl. 8,50 fl. 11,50 fl. 14,50 fl. 17,50 fl. 21,00 fl. 25,00 fl. 29,50 fl. 35,00 fl. 43,00 fl. 55,50
Er waren dus 266 aanslagen, hiervan had: 50% een inkomen beneden de fl. 500; 37,5% een inkomen tussen fl. 500,= en fl. 1.250; 12,5% een inkomen boven de fl. 1.250. Het inkomen van de bewoners van Ambt Ommen zal zeker niet hoger geweest zijn. Het was geen wonder dat de eerste bewoners van Witharen woonden op de hoge zandrug, thans bekend als Witharenweg, Haarsweg en Balkerweg. Deze hoge langgerekte zandrug had geen overlast van water. Ook de Rondweg was vrij hoog gelegen, de huizen zijn daar gebouwd rond 1920. Het huis van Jan van der Linde (thans nertsenfokkerij) stamt ongeveer uit 1919, Dat van Steven van der Veen van ongeveer 1916. Steven was getrouwd met Aaltje van der Linde en is rond 1928 gestorven. B. Kamphof heeft de boerderij enkele jaren gehuurd, 5
Stouwesloot aan de Leiding
Aaltje van der Linde is hertrouwd met Ter Burg, zij kregen vier kinderen. D.J. de Lange, Witharenweg 1, woonde voor 1920 al op Witharen.
Jan Noordegraaf (geb. 1870) en zijn vrouw Hendrika Petronella
In het algemeen waren op Witharen kleinschalige gemengde bedrijven, maar Frederik en Hendrik Schuttert hadden relatief veel grond (van de Vinkenbuurt tot over de Onderhaarse Leiding). De vader van de gebroeders Schuttert is vrij jong gestorven, hun moeder is hertrouwd met Snijder (Snieder). Ook de vrouw van Frederik is vrij jong overleden. Zij hadden één dochter die eind jaren 30, op eveneens jonge leeftijd, is overleden. Hendrik Schuttert is nooit getrouwd geweest. De familie L. Noordegraaf, Woestendijk 2, had ongeveer 30 ha. grond. Deze familie komt van oorsprong uit de omgeving van Woerden. Zij verhuisden van Woerden naar Tubbergen, vervolgens naar Vroomshoop, aan de Tonnendijk, en omstreeks 1929-1930 naar Witharen. De familie Noordegraaf kwam met ongeveer 20 koeien lopend van Vroomshoop, via Den Ham, naar Witharen. Op hun huis op Witharen stond "EBEN-HAEZER”. Voor zover bekend , was de familie Noordegraaf de enige boer op Witharen, die begin 1930 kaas maakten op hun boerderij. De eerste bewoners van Witharen: Omstreeks Wed. G.H. Nijenhuis 1850 Jannes van Lenthe 1850 M. Praas 1854 J. van Lenthe 1857 H. Schuttert 1857 G. Borger onbekend B.J. Hierink (huurboer)* onbekend * de familie Hierink huurde het van de familie Timmerman. B.J. Hierink zou daar op 1 maart 1894 zijn geboren. Bewoners van voor 1915: Martend van der Veen E. Lups (1e eigenaar) A. Ruiterkamp, huurboer van Lups B.J. Hierink, gekocht van Lups Wed. B. Timmerman J. Schuttert B.G. van Lenthe J. van Leussen G.J. Volkerink Wed. W. Takman H.J.J. Slijkhuis J. Willems H. Brinkhuis De bewoners van De Leiding D. Veldman J.H. van der Veen A. Ruiterkamp A. Marsman L. Noordegraaf Woestendijk 2 H.J. Paarhuis Woestendijk 5 H.J. Paarhuis (De Leiding)
1912 1925 1929 1908
1904
1924 1925 1929 1929 1925 1930
School in Witharen De eerste groep ouders bij de opening van de school te Witharen in 1927. Insiders herkennen de meeste vaders en moeders nog wel, sommige met enige twijfel. De gegevens zijn afkomstig uit het boekje “60 Jaar Christelijk Onderwijs te Witharen”. 6
Staand van links naar rechts: Jannes van Lenthe, de heer Munneke, Jan van Lenthe, mevrouw Van Lenthe-Van der Linde, de heer Van der Linde, mevrouw Van der Linde-Breukelman, de heer Willems, mevrouw Stolte-Hetebrij (?), de heer Kamphuis, mevrouw Kamphuis-Knotter, de heer Ho-
genkamp, de heer Schuttert, mevrouw Seinen-Schuttert, (bekend als “kamer-uiltie”) en mevrouw Timmerman-Baarslag. Zittend: Onbekend, mevrouw Nijenhuis-Steen, mevrouw Van Lenthe-Hierink, mevrouw Schuttert (?), mevrouw Willems-Winters en mevrouw Hogenkamp-Winters. Voor 31 oktober 1927 was er op Witharen geen school. Er waren vijf alternatieven. 1. 2. 3. 4. 5.
Openbare school Stad-Ommen sinds 1776 Gereformeerde school Stad-Ommen sinds 1850 Openbare school Ommerschans sinds 1901 Openbare school Varsenerveld (Vinkenbuurt)sinds 1907 Openbare school Arriërveld sinds 1917
En zo kon het gebeuren dat van de gezinnen, die rond 1920 op Witharen vaak maar enkele honderden meters van elkaar woonden, het ene kind naar de Ommerschans naar school ging, het andere kind naar Varsenerveld (Vinkenbuurt) en weer anderen helemaal naar Ommen. Deze kinderen, van 6 tot 12 jaar, gingen allemaal lopend, op de klompen, naar school over modderige wegen, door sneeuw en regen, door storm en met ijzel. Het was dan ook een grote vooruitgang dat op 31 oktober 1927 de gereformeerde school op Witharen werd geopend. Deze school was een school voor alle gezindten, de naam van deze school was “School met de bijbel". Voor 1945 woonden er geen rooms-katholieken op Witharen. Deze school is van grote betekenis geweest voor Witharen. Vanaf het begin had het hoofd van deze school ook een landbouwakte, zodat hij dus bevoegd was om een landbouwcursus te geven. Deze cursus werd in de wintermaanden gegeven. Er waren drie diploma’s: Met vrucht, met veel vrucht en met héél veel vrucht. Het bestuur van de school met de bijbel op Witharen bestond in het begin van de school uit de volgende personen: G. Wicherson, J.H. Dunnewind W.G. z’n , J .Timmerman H z'n G. Timmerman, H.J. Moddejonge, G.H. Nijenhuis, J. Timmerman, H. ten Tooren, G.J. 7
Volkerink. Voordat het verenigingsgebouw “Irene” werd gebouwd in 1951, werd de school veelvuldig gebruikt door het verenigingsleven. Dat waren o.a. de zangvereniging, knapenvereniging, catechisatie, antirevolutionaire kiesvereniging, meisjesvereniging, Oranjevereniging, christelijke boeren- en tuindersbond.
Opening gebouw “Irene” in 1950
Hoofden der school op Witharen: H. Dijkstra R.Roukema J.W. Groeneveld C.J.C. Koppe
O.a op deze foto: Ds. Van der Linde, Jan van der Linde, G.H. Hogenkamp, F. Breukelkamp
8
1927-1932 1932-1936 1936-1953 1953-1956.
W.T. Gaasbeek J.H. Douma Daarna de heer Bootsma enzovoort.
1956-1959 1959-1965
De school op Witharen had in de beginjaren een bescheiden bibliotheek en leende dus ook boeken uit. Laten we hopen dat deze toen opgerichte school met de bijbel, die zo veel voor Witharen heeft betekend, ook in de toekomst mag bijdragen tot een goed en degelijk onderwijs op Witharen.
De eerste schoolfoto Hierboven ziet u de eerste groep kinderen van de "School met de Bijbel" te Witharen. Linksboven het eerste hoofd der school, meester Dijkstra. Daarnaast v.l.n.r.: Willem Scholten, Jan Scholten, Derk Hogenkamp, Jan Hendrik Schuttert, Egbert van der Linde, Roelof Volkerink, Johannes de Lange, Gerrit Jan Kosters, Roelof van Lenthe, Martend
Praas en Arend Hogenkamp (van hem zijn de herinneringen in dit boek.ie). Tweede rij: Hermina van Lenthe, Johanna Veldmen, Hermine de Lange, Hendrik ten Klooster, Lucas Buit, Derk Jan Horsman, Frederik Kosters, Herman Willems, Arend Volkerink, Jan Hendrik Westerhuis, Hendrik Horsman, Frederik van Beesten, Jakob Zwiers, Willem Zwiers en juffrouw (Johanna) Calkhoven. Derde rij (te beginnen onder): D.J.Horsman, Arend Nijhuis, Berend Jan van Lenthe, Marten van der Veen, Klaas de Boer Hzn., Jan van Leussen, Tietje Dijkstra, Wijtske Dijkstca, Johava Kamphuis, Hendrikje Praas en Mina Westerhuis. Onderste rij: Berendina Horsman; Hendrik Bouwman, Gerrit van Beesten, Harm Buit, Lucas Buit Dzn., Frederik Winters, Arend Winters, Alberdina Bouwman, Hendrikje van der Linde, Aaltje Hogenkamp, Klazina de Boer, Geertje Buit, Egberdina Volkerink en Hendrikje Volkerink. Het eerste hoofd, de heer R. Dijkstra, gaf, met assistentie van juf Calkhoven, les aan maar liefst 52 kinderen, in één lokaal!! De school werd vanaf de eerste dag schoongehouden door mevrouw Noeverman, die naar dit baantje had gesolliciteerd. (Maar liefst 37 lange jaren zou ze de school schoon houden!)
Meester Groeneveld 9
Meester Groeneveld
Praten we over "een begrip op Witharen", dan staat juffrouw Mulder natuurlijk op eenzame hoogte. Een goede tweede echter is "meister" Groeneveld. In 1936 volgde deze uit Aalten afkomstige onderwijzer de heer Roukema op als schoolhoofd te Witharen. Dat zou Groeneveld blijven tot 1953. Toen vertrok hij naar Arnhem. Twee records bezit meester Groeneveld in ieder geval: geen schoolhoofd kwam op zo'n jonge leeftijd naar Witharen als hij (hij was toen nog maar 26) en verder is geen hoofdmeester hier zolang geweest als de genoemde meester. Meester Groeneveld was in Witharen meer dan alleen schoolhoofd. Om maar enkele nevenactiviteiten van hem te noemen: voorzitter van de Gereformeerde mannenvereniging, voorzitter van de Oranjevereniging, voorzitter van de AntiRevolutionaire kiesvereniging, voorzitter van de plaatselijke C.B.T.B. Verder was Groeneveld de eerste voorzitter van (en nu komt er een mondvol) "De vereniging tot Stichting en Instandhouding van een Vergaderlokaliteit te Witharen" (beter bekend als "Irene"). Waar was meester Groeneveld eigenlijk niet bij betrokken? Over het gezin van de meester: zeven van de acht kinderen van het echtpaar Groeneveld-Visscher werden in Witharen geboren. Enkele van die kinderen kunt u aantreffen op de schoolfoto's in dit boekje
Hoogste klassen in 1951 Staand, v.l.n.r.: Johan Veldman, Gerrit Jan Emmink, Leen Noordegraaf, Evert Breukelman, Alie Kroon, meester Groeneveld, Riek Ramerman en Jan Harm Slotman. Tweede rij: Alie van der Zwaag, Geertje Kuipers, Jennie ten Cate, Lummie Eshuis, Hennie Volkerink, Alie Groeneveld, Hermien Dunnewind en Gerrie van Lenthe.
Onderste rij: Berend Jan Bremmer, Jan Runherd, Wim Petter, Steven van der Veen, Frits Breukelman en Gerrit Jan Brink. Enkele families Familie H.J. Paarhuis is getrouwd aan de Sluijerweg, waar zij een korte tijd hebben gewoond. Daarna woonden zij aan de Balkerweg 33. Midden jaren 1920 hebben zij een boerderij gebouwd aan de Woestendijk 5. In 1930 heeft de familie Paarhuis een nieuwe boerderij gebouwd aan De Leiding 18. In de jaren midden 1950 heeft hij zijn boerderij over gedaan aan zijn zoon. De familie Paarhuis ging toen wonen aan de Plasweg 3, daarna zijn ze in Ommen gaan wonen aan de Markt.
H.J. Paarhuis en A. Sluijer (1921)
Familie Borger, Witharenweg 24 Gerrit, geboren 15 januari 1874, zoon van Hilligje Snijder (geboren 20 juli 1845), ongehuwd. Zij trouwt op 20 februari 1875 met Gerrit Borger. De zoon van Hilligje Snijder wordt op 20-2-1875 zowel door Gerrit Borger als door Hilligje Snijder als wettig kind erkend. 10
Gerrit Borger (1874) trouwt op 20 juli 1898 te Ambt-Ommen met Aaltje van Lenthe (geboren op 15 september 1878). Gerrit hoefde niet in militaire dienst uit hoofde van gebreken. Kinderen geboren uit dit huwelijk: Gerrit Borger, geboren 24-11-1898 Hendrik Borger, geboren 29-3-1905 Berend Jan Borger, geboren 13-3-1908 Dine Borger, getrouwd met Jan Klein, zij hadden één zoon (is overleden) Herman Borger, geboren 6-8-1914. Emigratie naar Canada Na de oorlog ging bijna een derde van Witharen emigreren naar Canada. Hier volgen enkele namen van personen en families die gingen: Van Lenthe, de Breukelman, Kamphof, Makkinga, Van der. Linde, Tempelman, Ten Klooster, Verburg, Ter Burg, Noordegraaf en Brink. Het inkomen van de Nederlanders in Canada was redelijk te noemen. Toen ik in Kampen werkte heb ik eens informatie opgevraagd over de mogelijkheden in Canada. Ik kreeg de hieronder afgedrukte aanbieding.
Bewoners Witharen voor 1930 Oud nummer
Nieuw nummer
Bewoner
Ommen Trenton, jan. 4 1957 Geachte heer Van der Veen, In antwoord op Uw schrijven van 24 Dec. &eer ik U mede, dat er letterlijk honderden boeren in Canada zijn, die U gaarne zouden willen huren en U een goed loon willen betalen. Een van de beste plaatsen is hier dicht bij Trenton bij een jonge Canadese boer, die sinds 1948 nooit anders dan Hollanders in zijn dienst heeft gehad. Hij wil US $110,00 per maand betalen plus vrij huis, melk, brandstof, aardappelen en elektrisch licht. De naam van de boer is Harold Morgan en zijn adres is: Hilton, Ontario. Deze boerderij is ongeveer 6 mijl buiten Trenton. Het is een vrij groot bedrijf voor deze streek en ongeveer 300 acres (120 ha.) groot. De heer Morgan houdt uitstekend vee en is een goede boer. Hij is ook iemand van goed karakter, die uitstekend met zijn personeel kan omgaan. Het klimaat is uitstekend. De zomers zijn warm , de winters niet al te koud. De regenval is normaal. Immigration Service
……………….
A247 A248 A248a A246a A249 A250 A252a A252b A252 A251 Varsenerveld P1 P2
T1 T2 T3 T4 T5 T6 T7 T8 T9 T10
J. Beniers D.J. de Lange H. Noeverman A. Nijhuis B. Kamphof J. van der Linde G.H. van Lenthe G.J. Veldman J. Willems J. van Lenthe
T11 T12
M. Praas H. Schuttert 11
P2a P2b P4 P4a P5 P6 P7 P8 P8b P8c P8a Nieuwe woning P3d P3c P3a P3 P3b 253 Ommen A257 A259 A266a A267 A265 A263 A264 A258 A264a A264b Nieuw A264a A247a A247b A247c A247g A247d A247e A247f Olde Venneweg Olde Venneweg A259i A259f A259III A259III A259II A259a A259a A259b A259g A259c A259d A259e A259g Ommerschans P129 Ommen A261a A261
T13 T14 T15 T16 T17 T18 T19 T20 T21 T22 T23 T24 T25 T26 T27 T28 T29 T30
H.J. Westerhuis J. Benning A. Spijkers F. Breukelman B.J. Hierink G. Borger G. Timmerman J. Schuttert W. Bakker L. Noordegraaf H.J. Paarhuis H.J. Paarhuis A. Marsman A. Ruiterkamp D. Veldman M. van der Veen J.H. van der Veen B.J. van Lenthe
T34 T35 T36 T37 T38 T39 T40 T41 T42 T43 T44 T45 T46 T47 T48 T49 T50 T51 T52 T53 T54 T55
Wed. W. Takman H.J.J. Slijkhuis F.J. de Boer D.J. Runhard Joh. Holterman F.J. van Lenthe Jannes van Lenthe Wed. G.H. Nijenhuis school R. Dijkstra H.J. ten Kate H. van de Beld Transformator G.J. Timmerman J. Horsman G.H. Hogenkamp Wed. G.J. Martens Wed. G. Hogenkamp H.J. Schuttert M. van Beesten H. Winkels A. Winters M. Makkinga G.J. Volkerink H. Bakker W. Westerhuis Wed. J. Snippe R. Prins J. Harens L. Buit L. Kreulen E. Broek K. ten Klooster J. Pot D.H. Buit M. Buit H.J.C. Lammerts C. Cornello B. Vonder A. Wittenberg J. Hengeveld H. Gort
S1 S2 ged. S2 ged. S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 12
A261b A261c A260 A260a A263a A263dI A263d A263c A263b A263f A263h A263a
S18 S19 S20 S21 S22 S23 S24 S25 S26 S27 S28 S29 S30
J. Rijkeboer L. van Veen H. van Lenthe K. Waanders A. Pelleboer A. Veldhuis E. Veldhuis R. Hein J. Kampman H. de Boer J. Prins K. Bouwman J. Bouwman
Wie waren toch die mannen en vrouwen die Witharen tot vruchtbare akkers en weiden maakten. Het was hun drang naar vrijheid, zelf baas willen zijn, niet onderhorig zijn. Het was hun liefde voor hun werk, hun vee, voor hun omgeving, de boer en de boerin zij hadden alles over voor hun vee, hun land en hun gezin. Laten wij afsluiten met twee gedichten, die misschien een benadering kunnen geven, van hun inzet, hun moeite en hun zorgen, hun wel en wee en hun bekroning van hun werk.
De Landman Hij was een eerlijk en een rustig man. Hij werkte op het land, bij zon en maan. Met zijn gebogen rug, hij werkte lang. Er was geen tijd voor rustig slapen gaan. Hij molk de koeien, ploegde't land. Hij hooide't gras en maaide't graan. hij peinsde naar de lucht, hij staarde naar het zand. Naar recht getrokken voren, bij het schemer van de maan. Zijn doordringende ogen, Keken waar de zicht door 't graan zou gaan. Met zijn welhaak en zijn rug gebogen. Welde hij de garven van het graan. Zijn vee, zijn land, het was zijn leven. Zijn eigen ik, kwam nergens voor. Voor de zijnen is hu steeds gebleven. Een vader door en door. De laatste dagen van zijn leven. Waren helder als een zuivere bron. Zijn leven is ons steeds gebleven. Zijn wijde blik tot aan de horizon.
Boerin en Moeder Moeder ik ken Uw leven. Uw werken, dag en nacht. Maar gaarne zou ik weten. Wat U, van ons verwacht. Bij het ouder worden. En in Uw grijze dagen. Toen dacht ik er niet aan. Om het U te vragen. Ik zal het niet meer kunnen vragen. Geen stem, die opstijgt uit Uw graf. 13
Frederik Jan van Lenthe
Er heerst hier volmaakte stilte. Uw leven was het, dat mij antwoord gaf. Uw leven ging aan mij voorbij. Een leven vol van vreugde en zorgen. U stond altijd klaar voor ons. Bij dag en nacht en vroege morgen. U stond klaar voor mens en dier. Voor ieder leven. U die nooit iets nam. 't Was altijd geven. Toen ik peinsde bij Uw graf. Ging aan mij voorbij Uw leven. Het antwoord wat ik zag. Was :LOUTER GEVEN.
Maatschappij van weldadigheid in de Ommerschans Dick van Vliet beschrijft deze maatschappij uitvoerig in zijn scriptie " De Ommerschans". Deze scriptie is dan ook de bron van dit verhaal. Traditioneel was de armenzorg een kerkelijke aangelegenheid, maar ook in de achttiende eeuw was er onvrede over de kerkelijke armenzorg. Genieofficier Johannes van den Bosch, vertrouwensman van Koning Willem 1, zette zich in voor de armenzorg. Voor Van den Bosch lag de oplossing voor het armoedeprobleem in de werkverschaffing in de landbouw. De hoeveelheid verkrijgbare levensmiddelen werd bepaald door de hoeveelheid arbeid die verricht wordt. Lonen moeten betaald worden uit de opbrengst van geproduceerde goederen, armenzorg wordt uit deze zelfde pot betaald. Dit veroorzaakt lagere lonen, met verarming als gevolg. De stelregel werd dan ook: De Maatschappij van Weldadigheid zal u voeden en kleden voor den arbeid die gij verricht. Van den Bosch vond de "Ommerschans" een uitstekende plaats voor het stichten van een dwangkolonie. Vanaf 1819 had de Maatschappij de Ommerschans in vruchtgebruik en vanaf 1820 konden er bedelaars gehuisvest worden. Er verrees een groot gebouw waar ongeveer 1000 bedelaars geplaatst konden worden, mannen, vrouwen en kinderen. In 1826 werden 178 legerveteranen met hun gezinnen gehuisvest in de Ommerschans en in Veenhuizen. In 1827 werd de Ommerschans een officiële bedelaars-werkinrichting; een dwang- of strafkolonie. Bij Koninklijk Besluit van 18 augustus 1827 werden de Rijksbedelaarsinrichtingen te Hoorn en Veere opgeheven. De Maatschappij van Weldadigheid te Ommerschans en Veenhuizen, werden daarmee de officiële bedelaarswerkinrichtingen van het Koninkrijk. Veel bewoners van deze bedelaarskolonie verrichten arbeid op Witharen. De mensen van de strafkolonie brachten in Ambt Ommen 180 ha in cultuur en in Stad Ommen zelfs 450 ha land. Zo moest er een kanaal worden gegraven dat van Balkbrug via Witharen een verbinding met de Vecht in Ommen moest maken. Dit nooit voltooide kanaal, de Nieuwe vaart, liep dood op de hoge zandrug van Witharen. In de geschiedenis van "OMMEN 1831 / 1940" door Dr. M.A. Vente staat het volgende 14
over de "Nieuwe Vaart" ( het Vaertie): “Hoewel de Dedemsvaart slechts langs de grenzen van Stad en Ambt-Ommen loopt, was zij toch belangrijk voor deze gemeenten. Reeds vroeg zag de Raad van Stad-Ommen in, dat voor de exploitatie van de op haar domein liggende gronden, een verbinding tussen de Dedemsvaart en de Vecht nodig was. Zo kwam de raad in Juni 1825 tot een overeenkomst met de Maatschappij van Weldadigheid, waarbij de laatste partij zich, in ruil voor de door Stad-Ommen afgestane terreinen, verplichtte een kanaal te graven: Van uit de Dedemswijk tot bij de Stad-Ommen en hetzelve te doen voltooien voor 1827. Stad-Ommen zou de gronden kosteloos afstaan, en daarboven een subsidie van f 3000.-- geven. Deze "Nieuwe Vaart” is niet verder gekomen dan Witharen: Hij liep dood op de zandrug van Witharen! Het was ook onlogisch om een kanaal door zo’n hoge zandrug te willen graven. Deze zandrug lag bijna 4 meter hoger dan zijn omgeving. De Maatschappij van Weldadigheid heeft voor zijn nalatigheid om dit kanaal niet af te maken, volgens afspraak de Stad-Ommen f 9000.-betaald. Met deze f 9000,- moest de Stad-Ommen een kunstweg (grintweg) aanleggen van Ommen via Witharen, Ommerschans naar Balkbrug toe. Dick van Vliet geeft de volgende cijfers over de Ommerschans: Veel bedelaars kwamen geheel verzwakt en afgetakeld in de Ommerschans aan, ziekte en sterfte waren dan ook orde van de dag. Honderden bedelaars, mannen vrouwen en (veelal) jonge kinderen, hebben in de
Plattegrond van Veldzicht in de vorige eeuw
15
Weg van Balkbrug naar Ommen ter hoogte van Veldzicht
Ommerschans hun laatste uren doorgebracht en het tijdige met het eeuwige verwisseld. In het archief van de Maatschappij van Weldadigheid bevindt zich een namenlijst van allen die in de Ommerschans zijn begraven. Er zijn in de Ommerschans 4118 mannen en 1348 vrouwen begraven; in totaal 5466, waaronder ongeveer 500 kinderen. Op het informatie bord van het kerkhof in de Ommerschans wordt een getal van 5448 genoemd. Hoewel men niet kan spreken van een concentratiekamp, was het wel een oord van verschrikking, het was wel een dwangkolonie. De bedelaars kwamen uit geheel Nederland inclusief België (in 1830 scheidde België zich van Nederland af, dit werd in 1839 definitief). Ook werden mensen ten onrechte als bedelaars op gepakt: Een jongetje van 7 jaar uit Rotterdam, zou iets gevraagd hebben, vervolgens door dienders zijn opgepakt en na 8 weken in de gevangenis te hebben gezeten, door gestuurd zijn naar de Ommerschans. Een vrouw van ruim 70 jaar die bij haar dochter een zak aardappelen haalde en naar huis bracht, werd door een veldwachter opgepakt en naar de Ommerschans gezonden. Een arbeider uit Brugge, die onderweg naar huis, werd overvallen door geeuwhonger, werd bijgestaan door een vrouw, maar de marechaussee zag hem voor een landloper aan en stuurde hem buiten medeweten van zijn vrouw en kinderen, naar de Ommerschans. Drie veenarbeiders, die lichtelijk aangeschoten waren door drank, werden door een veldwachter van Avereest voor bedelaars aangezien en naar de Ommerschans gestuurd. Op 15 oktober 1889 werd op hoeve No.11 (Eerste Schansweg), de 13-jarige Zientje Hoogenberk, dochter van de hoevenaar, aangerand door een kolonist en om het leven gebracht met een mes. Zientje Hoogenberk ligt begraven op het kerkhof van de Ommerschans. Haar graf is als één van de weinigen gemarkeerd met een grafsteen. De criminaliteit in de Ommerschans beperkte zich meestal tot kleine diefstallen, moord zoals hierboven beschreven, waren uitzonderingen.
Tweede Wereldoorlog De familie Nijenhuis (No. S 12, thans Woestenweg 7) kwam uit Koekange. Zij hadden 4 dochters ( Annie, Tinie, Els en Ina ). In de tweede wereldoorlog hebben zij twee Joodse kinderen tijdelijk onderdak gegeven. Ook werd er een zoon van een dominee ondergebracht als onderduiker. 16
In 1944 werd 's avonds zo rond 10 uur of hevig op de deur gebonsd en tot hun schrik was de boerderij omsingeld door Duitsers of Duitsgezinden. De heer Nijenhuis stond te trillen in de huiskamer. Bij de huiszoeking werd de onderduiker al vrij spoedig gevonden en mee genomen naar Dedemsvaart. Dochter Annie, thans mevrouw Epema, bracht de onderduiker de volgende dag nog een pakje in Dedemsvaart. Zij ondervond daar geen moeilijkheden. Wel zag ze dat de onderduiker was mishandeld. De onderduiker werd van Dedemsvaart naar het strafkamp Erika in Ommen gebracht. Daar is hij redelijk goed behandeld. Hij werd aangesteld als schaapherder. Annie heeft hem ook daar nog eens een pakje gebracht. Hij was toen in de buurt van het Laar. De onderduiker overleefde de oorlog en is beroepsmilitair geworden. De laatste weken van de oorlog werden overdag bij de familie Nijenhuis verplicht Duitse soldaten ondergebracht, in de nacht trokken ze dan verder noordwaarts. De hele familie Nijenhuis overleefde de oorlog. Hun huis werd niet in brand geschoten en hun vee bleef ongedeerd. Toen de oorlog zijn einde naderde, verschenen begin april, in Balkbrug Canadese stoottroepen met pantserwagens. Ze kwamen vanuit de richting Dedemsvaart. Voor het donker werd trokken ze weer terug. Witharen, inclusief het Ommerveld, lag in een niemandsland, een levensgevaarlijke situatie. Op 10 april 1945 stond er een Canadese pantserwagen bij de familie Vonder op het erf. Op het erf aan de overkant van de Balkerweg, tegenover de familie Vonder, stond ook een pantserwagen. Verder waren daar mitrailleurs opgesteld en waren er meerdere pantserwagens in de buurt. Het ging er gemoedelijk aan toe, soldaten bakten eieren in de keuken en ook de buren stonden nieuwsgierig te kijken. Alles leek vredig, maar …. Vanaf Ommen naderden ongeveer zestien Duitse soldaten, gewapend met geweren en pantservuisten. Toen ze de Canadezen tot op ongeveer 500 meter genaderd waren, kwam een jonge vrouw vanuit richting Ommen op de fiets naar de Canadezen en waarschuwde hen voor de Duitsers. Volgens de heer Vonder deed de jonge vrouw op het erf een oranje hoofddoek om voor ze naar de Canadezen ging. Deze jonge vrouw was Annie Nijenhuis, thans mevrouw Epema. Zij ging 10 april brood halen bij kruidenier en bakker Klaas Waanders aan de Balkerweg 64, (tegenover A. Pelleboer Maatschappijwijk 2). Zij kwam langs de familie Vonder, waar de Canadezen vrolijk bezig waren om eten te bereiden. Een pantserwagen van de Canadezen stond daar vredig op het erf. Annie toen 18 à 19 jaar oud, werd vriendelijk staande gehouden, de Canadezen maakten grapjes en opmerkingen. Zij pakten haar oranjestrik of speld en 17
Algemeen beeld tijdens de bevrijding
Duitse militair, gewapend met een Panzerfaust
deden die op hun eigen uniform. Annie vond het langzamerhand welletjes en fietste verder. Toen ze bij Klaas Waanders aan kwam, stond er plotseling een Duitse soldaat, met geweer in de aanslag, tegenover haar. Annie moest uitleggen wat ze kwam doen en nadat ze het meerdere keren had uitgelegd, mocht ze gaan. Direct daarop brak een gevecht uit, Annie vluchtte richting Maatschappijwijk, langs de boerderij van de familie Pelleboer. Volgens Lena Pelleboer, (thans mevrouw Hurink) was het daar ook niet veilig. Het huis werd door meerdere kogels getroffen, maar vloog niet in brand, de bewoners vluchtten richting Maatschappijwijk. Annie vond onderdak bij de familie Scholten aan de Maatschappijwijk. Ze bleef daar tot het gevecht voorbij was en ging toen naar huis. Net na de bevrijding landde een klein vliegtuigje in de omgeving van de familie Petter op het weiland, voor zover mij bekend haalde het vliegtuigje post op van de Canadezen. Annie, maar ook Ina Nijenhuis, thans mevrouw Brand, konden zich dat nog goed herinneren. Ina was toen nog een klein kind. De Canadezen hadden veel aandacht voor zo’n klein meisje en ongetwijfeld ook voor haar grotere zussen. Klaas Waanders, thans Balkerweg 64, was kruidenier en bakker te Witharen. Hij ging 10 april 1945 niets vermoedend naar de Woestenweg, waar een Canadese pantserwagen bij Vonder op het erf stond. Dat was een normaal verschijnsel in die dagen. Witharen lag in een niemandsland. Het waren spannende dagen. Toen het gevecht begon met de Duitsers zocht iedereen dekking. Mevrouw Waanders, die alleen thuis was zocht dekking in de kelder, ze had puur geluk dat ze het gevecht overleefde. De Canadezen schoten de deurkruk uit de deur van de kelder zo dat ze opgesloten zat in de kelder. Gelukkig is het huis, dat wel in de vuurlinie lag, niet in brand geschoten, want dan was ze levend verbrand. Een Duitser met een Panzerfaust probeerde dicht bij een pantserwagen te komen, om deze te vernietigen. Hij kroop door een sloot, maar het lukte niet om dicht genoeg bij de pantserwagen te komen. Aannemelijk is dat Klaas Waanders direct na het gevecht naar huis is gegaan en zijn vrouw heeft bevrijd uit de kelder. Aan de Bakkersweg 1 plaatsten de Duitsers vlak voor het einde van de oorlog luchtdoelgeschut op het erf.
Staghoundverkenningswagen van de Manitoba Dragoons
Om veiligheidsreden werd hun ongeveer 7jarige dochter Hennie en haar broer ondergebracht bij hun grootouders in de Vinkenbuurt. 18
Op 10 april 1945 waren mevrouw Bakker en oma Bakker thuis aan de Bakkersweg 1. Bakker zelf was bij Lute Bakker achter aan de Bakkersweg. Plotseling zag mevrouw Bakker van uit de richting Ommen Duitsers aan komen. Het waren er ongeveer 16 en voor ze het wist waren ze al op het erf. Ze zag direct het gevaar en zei: “De kelder in.” Maar toen ze in de kelder waren, zag ze een Duitser aan de buitenkant in het keldergat zitten. Ze verzocht de Duitser het keldergat onmiddellijk te verlaten. In de kelder was het inmiddels ook niet veilig meer, ze pakte nog gauw de spaarpotten van de kinderen en probeerde door een droge sloot in veiligheid te komen. Oma Bakker kon het tempo niet bijhouden en kroop in een duiker, maar daar zat inmiddels ook al een Duitser in. Mevrouw Bakker kroop door een droge sloot richting De Leiding. Opeens hoorde ze haar buurman Slijkhuis zeggen: “Ik dacht dat ik mijn nieuwe klompen aan had, maar nu zie ik dat ik mijn oude klompen aan heb.”.. De boerderij van de heer Slijkhuis, met zijn nieuwe klompen, ging in vlammen op. Mevrouw Bakker kroop onder door De Leiding, richting Stenenbrug. Naast De Leiding lag daar toen ook een lage wal. Het was levensgevaarlijk om je hoofd daar boven uit te steken, want je was gelijk een doelwit. Enkele minuten daar voor ontplofte dicht bij mevrouw Bakker nog een granaat. Bakker zelf, die bij zijn broer Lute Bakker aan de Bakkersweg was, kroop ook richting De Leiding. Bakker werd getroffen door een granaatscherf in het gezicht. Zijn hele gezicht zat onder het bloed. Ook gingen twee kogels door zijn jas. Zij vielen bij De Leiding in elkaars armen. Zij hadden het overleefd. Welwas de boerderij van de familie Bakker in vlammen opgegaan. De varkens en de stier kwamen in de vlammenzee om. Mevrouw Prins aan de Bakkersweg werd door het been geschoten. De Duitsers trokken zich terug; zij konden de Canadezen niet terug dringen. Het is onbekend of de Duitsers ook verliezen hebben geleden. Tegen de avond kwam een Duits motorzijspan, met een mitrailleur er op, terug en is de Woestenweg bij de Familie Vonder in gereden. Zij kwamen de zaak nog even bekijken. Waar de motor met zijspan naar toe is gegaan is onbekend. De familie Vonder was bang voor represailles van de Duitsers. Dat ze bijvoorbeeld hun boerderij in brand zouden steken, omdat de Canadese pantserwagen (Staghound) op hun erf stond en ook omdat de Canadese soldaten in hun boerderij aanwezig waren en van daaruit de Duitsers hadden beschoten. Maar gelukkig lieten de Duitsers de familie Vonder ongemoeid. Ik herinner mij nog, dat ik met enkele broers dekking zocht achter de hooiberg, (thans adres De Leiding 7). Wij hoorden een granaat voor ons huis langs komen en ontploffen in een weiland, ongeveer 100 meter verder. We zagen zand en grond opspatten.
BMW met zijspan en infanteristen
19
Jan Hendrik van der Veen 1920
Zoals eerder reeds vermeld werd Jan Hendrik van der Veen geboren op 6 september 1895. Zijn broer was Harm, die bij zijn ouders inwoonde, het brave jongetje waar geen kwaad in zat. Jan Hendrik was anders, zelfstandiger, had kwajongensstreken en was voor niemand bang. Hij hield van de bossen en de heidevelden en net zo als zijn vader Martend, had hij al voor zijn trouwen een jachtgeweer. Niet dat hij een stroper was, maar menig haasje is voor de loop van zijn jachtgeweer gesneuveld. Zijn jachtgeweer moest hij tijdens de Tweede Wereldoorlog inleveren. Omstreeks 1953 kreeg hij een ander jachtgeweer. Hij kreeg van de gemeente Ommen een machtiging om schadelijke vogels af te schieten, zoals kraaien, eksters, houtduiven, roeken, kauwen en Vlaamse gaaien. In zijn jeugd werkte hij als boerenknecht in Hessum (Dalfsen). Begin 1920 kwam hij in dienst bij Teunis Jansen in de Vinkenbuurt. Teunis Jansen had een bakkerij en tevens een gemengd boerenbedrijf. Hier had hij het bijzonder naar de zin.’s Morgens helpen in de bakkerij en ‘s middags met de bakkerskar afgeladen met brood en kruidenierswaren, getrokken door een of twee paarden de boer op. Van uit de Vinkenbuurt ging hij richting Witharen via de Balkerweg, dan de Olde Venneweg in, langs het vaertie (het nooit voltooide kanaal Balkbrug - Ommen) richting Witharenweg. Zo kwam hij uit bij Jan Schuttert achter op Witharen, vandaar de naam Jan van 't eind. Dit was het einde van de bewoning in Witharen. Dan ging het langs de Woestendijk. In de winter één grote modderpoel en dan weer terug naar Teunis Jansen in de Vinkenbuurt. Bij Teunis Jansen leerde hij zijn vrouw Johanna Timmer kennen. Zij was daar bij Teunis Jansen in dienst als hulp in de huishouding. Zij was afkomstig uit Balkbrug. Ze was uit een geslacht van vrachtschippers en scheepsjagers, die turf vervoerden van Klazinaveen tot aan Hasselt toe. Zelfs vaak de Zuiderzee over, naar Amsterdam. Jan Hendrik ven der Veen trouwde met Johanna Timmer op 22 mei 1925.
Jan Hendrik van der Veen en Johanna Timmer
20