VI S UAL ART - B UC HAR E ST
Dan Perjovschi Dan Perjovisch (°1961) is plastisch kunstenaar en woont en werkt in Boekarest. Hij vermengt soms tekeningen met graffiti en aarzelt dan ook niet om voor zijn kunstwerken de muren van musea of culturele ruimtes te gebruiken. Zijn werken vormen een commentaar op de hedendaagse politieke, sociale of culturele context. Als medewerker aan het cultureel tijdschrift Revista 22 heeft Perjovschi een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van de Roemeense maatschappij. Bovendien heeft hij de contacten tussen nationale en internationale kunstenaars steeds aangemoedigd. In 1999 stelde hij op de 48e Biënnale van Venetië rEST voor en vorig jaar werd Project 85 opgenomen in de programmatie van het Moma in New York.Hij won reeds veel onderscheidingen en heeft in verschillende landen gewoond en gewerkt.
DAN PERJOVSCHI. ALL OVER. CREATIE Wiels Artist in residence 9-15/05 (open to the public) Exhibition 16/05-1/06 Wednesday, Thursday, Friday, Saturday: 12:00 > 19:00 Sunday: 11:00 > 17:00
Concept & realisatie: Dan Perjovschi Presentatie: Wiels, Kunstenfestivaldesarts Met de steun van: Romanian Information Centre in Brussels Courtesy: Gregor Podnar Gallery In samenwerking met Le Soir, De Morgen Met dank aan Lia Perjovschi
E-mailcorrespondentie tussen Dan Perjovschi en Birgit Kristiansen Birgit Kristiansen, architect en projectmanager van Zebra Media, Århus (Denemarken) Beste Dan Perjovschi, Ik heb je tentoonstelling gezien in de Kunsthallen Brandts in Odense (Denemarken). Mijn eerste reactie was verbazing. Jouw werk hangt niet in de tentoonstellingsruimten zoals dat van alle andere kunstenaars, maar vind je terug in het trappenhuis, verspreid over drie verdiepingen. Jouw kunstwerken zijn niet ingelijst, maar rechtstreeks op de muur geschilderd met viltstift. Voor de volgende tentoonstelling zullen ze weer overschilderd worden. Mijn volgende reactie was plezier. Door het vernuft en de humor van jouw tekeningen word ik meegetrokken in jouw lijnenspel. En uiteindelijk word ik gedwongen om een positie in te nemen – of tenminste om na te denken over de vele paradoxen van het leven en de wereld. Hoe kreeg je het voor elkaar om je boodschap terug te brengen tot een paar welgemikte streken van een viltstift? Werk je als een tekenaar, door je manier van uitdrukken terug te brengen tot de absolute essentie? Vertel me meer over je werkproces! Beste Birgit Kristiansen, Wat jij nu beschouwt als een ‘in-your-face’, eenvoudige, scherpe uitdrukkingsvorm, is het resultaat van een lang proces. Van zo'n vijftien jaar om precies te zijn. Ik ben gevormd als academisch schilder, en mijn kunst begon als rebellie tegen het concept van de academie. Op dat moment begon de maatschappij rondom mij zo drastisch te veranderen - het leven werd zo opwindend -, dat geen enkele artistieke uitdrukkingsvorm die ik kende daar nog maar aan kon tippen. Ik graaf even in mijn geheugen en ga terug naar de tijd dat ik nog een schooljongen was die cartoons maakte van zijn leraars. Het maakte me erg populair bij mijn medeleerlingen. Pure communicatie was het, zonder enige esthetiek als smeermiddel. Ik vond die oefening erg relevant en pikte de draad opnieuw op. Ik ging werken voor een sociaal-politiek weekblad. Dat heeft me gevormd in de manier waarop ik denk over tekenen. Ik moest een erudiete tekst ‘illustreren’ met een eenvoudig beeld, en het beeld moest ook op zichzelf kunnen staan. Alle teksten en beelden waren gebaseerd op de directe realiteit en gingen over kwesties die iedereen aangingen. Het is precies hetzelfde als wat ik nu doe. Bij elke tekening van mij kun je je een intelligente, analytische tekst voorstellen… Teksten die over ons gaan. En ja, ik laat alle onnodige details weg, ik teken alsof ik er geen opleiding in heb gehad, ik teken snel, geen tijd voor details, de lijn is lelijk maar scherp. Dankzij mijn manier van werken heb ik een maximale vrijheid in beweging en expressie. Ik werk met onuitwisbare markeerstiften, maar mijn projecten zijn uitwisbaar, tijdelijk. Veel van jouw tekeningen – of moet ik ze graffiti noemen – zijn commentaren bij de kunstenaar en zijn levensomstandigheden. Neem bijvoorbeeld sponsor-directeur-curator-kunstenaar: denk je dat de kunstenaar beperkt wordt door de sponsor en de curator, of denk je dat de kunstenaar zelfbeperkend is, en zelfcensuur toepast? Wat is jouw standpunt met betrekking tot de rol van kunst en de kunstenaar in de maatschappij? Ik voeg altijd tekeningen toe over de status van kunstenaars en de stand van zaken binnen de kunstwereld. Ik ben een kunstenaar – ik werk bij gratie van kunstinstituten. Tegenwoordig worden kunst en kunstenaars onder vuur genomen door de markt. Mensen gaan naar de Biënnale van Venetië om kunst te kopen. De meerderheid van de kunstinstituten zien hun budget slinken en staan onder druk om populistische projecten op poten te zetten. En geen enkele kunstenaar is beperkt als hij/zij dat ook niet wil zijn. Ik heb een tekening die zegt: 'sponsors zijn slecht, directeurs zijn slecht, curatoren zijn slecht, kunstenaars zijn goed.' Dat is een fron-
tale aanval op kunstenaars die denken dat ze het epicentrum van het heelal zijn. Alle elementen van het systeem interesseren me. Mijn projecten zijn erg populair bij de suppoosten van het museum waar ik aan het werk ben, dus praat ik veel met hen, en geloof het of niet, maar zij hebben een heel andere visie op kunst. Ik geloof dat kunst een plaats zou moeten hebben in het nieuws van acht uur, dat niet alleen uit politiek, weer en sport moet bestaan. Als burger van mijn land en als wereldburger maak ik een boeiender statement over mijn land en mijn wereld dan de meerderheid van de politici. Ik geloof dus zeker in een actieve, maatschappelijke rol voor kunstenaars en kunst. Kunst en kunstenaars zouden geen weekenduitstapje moeten zijn, geen vrije tijd, geen culturele industrie of om het even welk ander stom idee dat de liberale maatschappij heeft bedacht om creativiteit en vrije expressie te kooien. Tussen haakjes, ik maak geen cartoons en graffiti. Ik maak intellectuele cartoons en graffiti. Je zegt dat de culturele industrie creativiteit en vrije expressie kooit. Kun je daar concrete voorbeelden van geven? Wanneer de postkaart van een kunstwerk interessanter wordt dan het werk zelf. Restaurants en koffiebars vergroten hun territoria in de musea. Je krijgt het gevoel dat ze Monet alleen maar tentoonstellen omdat ze dan leuke plaatjes hebben voor de paraplu’s. Kijk maar naar wat ze gedaan hebben met Van Gogh. Vroeg of laat gaan ze afgesneden oren in latex verkopen… Veel mensen zullen denken dat Documenta een goede tentoonstelling is omdat ze niet veel verlies maakt… Je volgde je kunstopleiding in Roemenië ten tijde van het communistische bewind. Ik neem aan dat je niet opgeleid werd om de ‘satirische, politieke en kritische commentator’ te zijn die je nu bent. Wat is je opleidingsachtergrond, en hoe verschilt die van je huidige activiteiten als kunstenaar? Ik werd opgeleid om stillevens te schilderen, wat de Fransen ‘nature morte’ noemen. Communistisch Roemenië was een ‘nature morte’. Ik werd opgeleid om te zwijgen, te liegen, om niets rechtuit te zeggen, te gehoorzamen. Ik werd opgeleid om te geloven dat kunst helemaal niets te maken heeft met de maatschappij waarin ik leef, dat visuele expressie het dagdagelijkse overstijgt, en dat die ingezet moet worden om de hoogste idealen te dienen, zoals het maximaliseren van de macht. Gelul! Denk nu ook niet dat alles donker en stom was. Er schenen een paar lichtpuntjes in mijn opleiding en in de totaal gecontroleerde maatschappij waarin ik opgroeide. Maar het globale plaatje was beroerd, en eerlijk gezegd ook stom. Vandaag ben ik compleet het tegenovergestelde van wat ze me wilden laten zijn (mijn voormalige leraars verafschuwen wat ik doe). Communisme was een frontale aanval op mijn fysiek en psychologisch welzijn. Maar ik ben zogoed als ongeschonden uit de strijd gekomen. Ik heb gewonnen. Paradoxaal genoeg moet ik nu weerstand bieden aan het gegeven dat ik te populair aan het worden ben. Ik moet proberen om niet verhandeld en geïndustrialiseerd te worden, om niet meegezogen te worden in deze ongelooflijke geldmachine. Daarom moeten mijn projecten uitgewist worden wanneer de tentoonstelling afgelopen is. Een aantal van jouw tekeningen zijn commentaren op de EU en West-Europa. Welke uitdagingen zie je in de relatie tussen Oost- en West-Europa? Oost-Westrelaties houden nog altijd stand, maar andere assen lijken ook belangrijk te zijn (Noord-Zuid). Europa is een hoogst geïntegreerd systeem, en als je een Noor vraagt naar het leven, de cultuur en de geschiedenis van Macedonië, dan zal het antwoord óf vaag, óf stereotiep zijn.
Noorwegen is niet de EU en Macedonië is een onafhankelijke post-Joegoslavische staat en een provincie van Griekenland - daarom luidt de officiële benaming van Macedonië FYROM (Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië), de enige staat met ‘voormalig’ in zijn naam. Is dat niet interessant, een EU met een niet-EU-land, Zwitserland, als absoluut middelpunt? Zoals je ziet gaat het allemaal veel verder dan oost en west, maar omdat ik afkomstig ben van het oosten, en daar nog altijd woon, gaan mensen ervan uit dat ik altijd over het oosten praat. Dat is niet zo. Ik praat en teken over jullie Denen. Ik kan jullie vertellen voor welke uitdagingen jullie komen te staan in het post-Mohammed-cartoon-tijdperk in Denemarken. Je behandelt onderwerpen die universeel zijn, door iedereen begrepen kunnen worden, en je gebruikt ook symbolen die universeel gelden – of toch zeker voor ons in de westerse wereld. Heb je het ooit wel eens meegemaakt dat je tekeningen maakte die niet iedereen begreep? Met andere woorden, zijn er symbolen die niet universeel zijn? Ik ben van de westerse wereld. We rijden allemaal met dezelfde auto’s, we gebruiken dezelfde kredietkaarten en we dromen allemaal van vakanties op Ibiza, toch? De symbolen die ik gebruik zijn symbolen voor ‘onze’ wereld, en die functioneren op Cyprus, in Turkije en in de Verenigde Arabische Emiraten. Ik heb geprofiteerd van de geglobaliseerde wereld en de revolutie in de communicatie. Natuurlijk zijn er ook zaken en symbolen die alleen maar op lokaal niveau aanspreken. Ik probeer ze uit te spitten, maar dat is niet mijn hoofddoel. Ik werk voor de wereld van MTV, Google en McDonalds. De shit-Scheiße-merde-wereld. Maar ik werk ook voor de wereld van menselijkheid, liefde, vriendschap en intelligentie. Zijn er onderwerpen waarop je geen commentaar wil geven? Wanneer je bijvoorbeeld tentoonstelt in de Verenigde Staten, zijn er dan taboe-onderwerpen die je niet wil aankaarten, zoals handicaps, seksualiteit of religie? Wanneer je kijkt naar de muur die ik maakte in het MoMa (Museum of Modern Art, New York), dan zul je verbaasd zijn over de hardvochtige commentaren die ik plaats bij de VS. Ik heb totale vrijheid, en dat betekent ook totale verantwoordelijkheid. Meestal vraag ik me af wat de gevarenzones zijn, waar ik van weg moet blijven. Ik moet het territorium kennen voor ik het probeer te vergroten. Het is niet mijn bedoeling om schandalen te creëren. Ik mik niet op media-aandacht. Mijn revoluties voltrekken zich na de eerste lach in de geest van iedere kijker. Het is niet mijn bedoeling om de curator die me uitnodigt onder druk te zetten, of het instituut dat mijn gastheer is. Geloof het of niet, maar ik respecteer belastinggeld. Daarom gebruik ik cartoons die eruitzien als tekeningen. Dat geeft je de mogelijkheid om een beetje verder te gaan. Maar wanneer ik teken in meer publieke ruimtes, buitenmuren, lobbies of trappenhuizen zoals in Brandts, dan ben ik een beetje voorzichtiger. Mensen hebben geen keuze. Ze moeten langs mijn tekeningen passeren, dus voel ik me verantwoordelijk. Ik denk dat je radicaler kunt zijn door een niet-pornografische of niet-agressieve taal te gebruiken. Aan de Biënnale van Moskou heb ik gevraagd wat ik moest vermijden, en ze zeiden me dat dat de Orthodoxe Kerk was. Dus God, die laat ik dan met rust. Is humor of de Speedmarker je wapen? Ik zie het niet als een wapen, maar een manier van denken. Ik teken de wereld om hem te begrijpen. Ik doe dat met humor omdat dat in mijn aard ligt. Kijken naar de reacties van anderen ligt in de aard van iedereen.
Wat inspireert je: de tekening of de boodschap? Is het het lijnenspel dat je naar de boodschap leidt? Of is het omgekeerd: heb je een duidelijke boodschap die je vervolgens tekent? Voor iedere tekening die je op de muur ziet, heb ik vijftig andere in mijn schetsboek zitten. Ik ben niet spontaan. Ik teken veel, tot ik de juiste uitdrukkingsvorm heb gevonden. De boodschap is het ding. Ik lees veel kranten, kijk televisie, kijk om me heen, praat. Alle informatie die ik krijg transformeer ik in visuele beelden. Dan selecteer ik en verplaats ik ze naar de muur. Ik herteken oude tekeningen, ik verander de tekst ervan, ik combineer ze opnieuw, enzovoorts. Het is altijd een ander proces, afhankelijk van de nieuwe omgeving. Het is een lang, complex en vermoeiend proces. Maar ik geniet van elke seconde ervan.