Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 16 mei 2008 In opdracht van de gemeente Vlaardingen
© Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Project: 07-2674 Prijs: € 15,-
Adres:
Goudsesingel 78, 3011 KD Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 489 95 00 Telefax: (010) 489 95 01 E-mail:
[email protected] Website: www.cos.rotterdam.nl
2
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
INHOUD
Samenvattende beschouwing
5
1
9
Inleiding 1.1 1.2 1.3
2
3
4
5
Onderzoeksvragen en opzet Respons Leeswijzer
9 10 11
Resultaten vragenlijst huishoudens
13
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2
13 13 14 15 15 16 17 18 18 18 20
Achtergrondkenmerken Respondenten over hun buurt Tevredenheid over de buurt Belangrijkste buurtproblemen Veiligheid Ontwikkeling van de buurt Oordeel over de buurt Verhuisgeneigdheid De opvangvoorziening voor dak- en thuislozen Informatie over de opvangvoorziening De invloed van de opvangvoorziening
Resultaten vragenlijst bedrijven
21
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2
21 21 22 22 23 23 23 24
Achtergrond bedrijven Bedrijven over de buurt Belangrijkste buurtproblemen Veiligheid Ontwikkeling van de buurt De opvangvoorziening voor dak- en thuislozen Informatie over de opvangvoorziening De invloed van de opvangvoorziening
Interviews sleutelpersonen
25
4.1 4.2 4.3
25 26 27
Beschrijving van de buurt Oordeel over de buurt Komst van de dak- en thuislozenopvang
Analyse registraties
31
5.1 5.2 5.3 5.4
31 36 37 38
Gegevens politie Rotterdam-Rijnmond Mate van mobiliteit Transacties op de koopmarkt Ontwikkeling WOZ-waarde koopwoningen
Bijlagen
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
3
4
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Samenvattende beschouwing In opdracht van de gemeente Vlaardingen heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) eind 2007 een nulmeting gehouden in een deel van de Vettenoordse Polder, waar, naar verwachting, in 2009 een opvangvoorziening voor dak- en thuislozen zal openen in het voormalig GAK-gebouw aan de Nijverheidsstraat. Deze nulmeting beschrijft de situatie zoals die is en wordt ervaren in het onderzoeksgebied vóór de komst van de opvangvoorziening. Door ditzelfde onderzoek circa twee jaar na opening van de opvangvoorziening te herhalen, kan worden beoordeeld welke invloed de voorziening heeft op de veiligheid en de leefbaarheid in de directe omgeving. Bewoners over hun buurt en over de opvangvoorziening De inwoners van het deel van de Vettenoordse Polder waar de opvangvoorziening voor daken thuislozen zal komen, zijn wisselend tevreden over hun buurt. Een ruime meerderheid vindt het niet vervelend om in de buurt te wonen en op de vraag of ze hun buurt prettig vinden om in te wonen antwoordt 70% dat ze de buurt als (zeer) prettig ervaren. De sociale kwaliteit van de buurt scoort echter maar een 5,5. De grootste problemen in de buurt die voor overlast zorgen zijn vooral van fysieke aard: er zijn verkeers- en parkeerproblemen, er ligt afval en rotzooi op straat en er is veel achterstallig onderhoud in de buitenruimte. Door deze problemen scoort de netheid in de buurt maar een krappe voldoende en krijgt de parkeergelegenheid in de buurt een dikke onvoldoende. Op de vraag of men zich wel eens onveilig voelt antwoordt iets meer dan één op de drie respondenten bevestigend. Een groot deel daarvan voelt zich soms tot vaak onveilig in de eigen buurt. Groepen jongeren en slecht verlichte plekken, beide ook in de top-10 van belangrijkste buurtproblemen, zijn de voornaamste redenen waarom men zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. Over de (toekomstige) ontwikkeling van de buurt is men overwegend negatief. Over het afgelopen jaar vindt nog geen 10% dat de buurt vooruit is gegaan en in de komende jaren ziet nog geen 5% de buurt vooruit gaan. Deze negatieve insteek komt volgens de respondenten voort uit grote culturele verschillen binnen de buurt en een negatieve ontwikkeling van de mentaliteit van veel mensen, maar de belangrijkste reden voor de negatieve beleving en verwachting van de eigen buurt is de geplande komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen. De heersende opvatting onder de bewoners van het onderzoeksgebied is dat de opvangvoorziening voor overlast zal gaan zorgen en een negatieve uitwerking zal hebben op de leefbaarheid in hun buurt, waar de sociale kwaliteit toch al onder druk staat. Bedrijven over de buurt en over de opvangvoorziening De meeste bedrijven zijn positief over de buurt waarin ze zijn gevestigd. Concrete plannen om met het bedrijf uit de buurt te gaan verhuizen zijn er dan ook niet. Criminaliteit, verkeers- en parkeerproblemen, achterstallig onderhoud van de buitenruimte, slechte verlichte plekken en een eenzijdigheid aan bedrijven worden als belangrijkste buurtproblemen gezien. Deze aspecten zorgen bij sommige respondenten ook wel eens voor een onveilig gevoel. Net als de bewoners zijn de respondenten van de bedrijven vrij negatief over de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar en voor de komende jaren: slechts een enkele respondent Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
5
vindt dat de buurt er op vooruit is gegaan of denkt dat de buurt er nog op vooruit zal gaan. En evenals de bewoners denken de respondenten van de bedrijven in meerderheid dat de komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen voor overlast in de buurt zal gaan zorgen en de leefbaarheid aan zal tasten. Daarnaast denken de meeste respondenten ook dat de komst van de opvangvoorziening een negatieve invloed zal hebben op de bedrijfsvoering. Sleutelpersonen over de buurt en over de opvangvoorziening De sleutelpersonen waar mee gesproken is omschrijven de buurt als ‘sociaal kwetsbaar’, nauwelijks betrokken en moeilijk te mobiliseren. Een laag opleidingsniveau en veel lagere inkomens liggen hier aan ten grondslag. Het woningenbestand in de buurt is aardig in tweeën gedeeld: voor de helft (goedkope) huurwoningen en voor de helft koopwoningen. Een deel van de woningvoorraad in het onderzoeksgebied wordt gekenmerkt als ‘kwalitatief slecht’. Er zijn signalen dat, mits er genoeg aandacht aan bepaalde gebieden besteed wordt, de verloedering serieus tegengegaan kan worden en het klimaat in de buurt opgekrikt kan worden. De leefbaarheid in de buurt verschilt van straat tot straat: in de ene straat zitten bewoners ’s zomers gezellig met elkaar buiten, in de andere straat is regelmatig overlast van junks die tot ’s avonds laat herrie maken. Problemen die de leefbaarheid onder druk zetten zijn gebrekkig onderhoud aan de buitenruimte, hondenpoep op straat en groepen jongeren. Over de veiligheid lopen de meningen uiteen. Volgens de één voelt men zich redelijk veilig in de buurt en durft men gewoon ’s avonds laat de hond uit te laten, volgens de ander is het veiligheidsgevoel in de Vettenoordse Polder het laagste van heel Vlaardingen en is de buurt één van de meest kwetsbare gebieden binnen de gemeentegrenzen. De geïnterviewden hebben verschillende verwachtingen als het gaat om de komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen. De verwachtingen variëren van helemaal geen problemen tot een dubbeltje op z’n kant. Waar de geïnterviewden het wel over eens zijn is dat er bij de inrichting van de opvangvoorziening goed gelet moet worden op de looprichting van en naar het pand. Dit kan al van grote invloed zijn: moeten de cliënten hun pasjes ophalen bij het gemeentehuis, dan zal men meer door de buurt heen gaan zwerven dan als de pasjes worden uitgegeven vlakbij de opvangvoorziening. Ook met de openingstijden moet rekening gehouden worden, zodat deze niet samenvallen met bijvoorbeeld de schooltijden. Daarnaast zal de buurt vooral goed schoon en heel gehouden moeten worden en zal er voldoende toezicht moeten zijn. Objectieve registraties over de buurt Voor een objectief beeld over de buurt is gebruik gemaakt van een viertal ‘harde’ gegevens: gegevens van de politie Rotterdam-Rijnmond over aangiften en meldingen, gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en het CBS over verhuizingen uit de buurt, gegevens van NVM makelaars over transacties op de koopmarkt en gegevens van gemeentebelastingen Vlaardingen over de WOZ-waarde van koopwoningen. De gegevens van de politie Rotterdam-Rijnmond schetsen een goed beeld van de situatie in het onderzoeksgebied wat betreft het aantal aangiften en meldingen, vóór de komst van de opvangvoorziening. Uit de gegevens blijkt dat, zowel in het onderzoeksgebied als in heel Vlaardingen het aantal geweldsdelicten, het aantal vernielingen, het aantal ‘diefstallen overig’ en het aantal overlastmeldingen in de jaren 2005 tot en met 2007 vrij stabiel is gebleven. Er is wel sprake van pieken en dalen in de aantallen, maar daarin is geen vast patroon te 6
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
ontdekken. Het totaal aantal aangiften in het onderzoeksgebied is ongeveer gelijk gebleven; in heel Vlaardingen is dat aantal met ongeveer 400 gedaald in drie jaar tijd. Het aantal drugsgerelateerde meldingen in het onderzoeksgebied is minimaal: het gaat om maximaal 2 meldingen per kwartaal. In heel Vlaardingen is het aantal drugsgerelateerde meldingen de afgelopen drie jaar licht afgenomen. Over heel 2006 genomen is het mobiliteitscijfer van het onderzoeksgebied hoger dan het mobiliteitscijfer van heel Vlaardingen. Per 1.000 inwoners zijn er in het onderzoeksgebied 19 personen meer verhuisd dan in heel Vlaardingen. De gemiddelde verkoopprijs van meergezinswoningen1 is in het onderzoeksgebied in de periode van 2004 tot en met het derde kwartaal van 2007 met bijna 10% meer gestegen dan de gemiddelde verkoopprijs van meergezinswoningen in overig Vlaardingen. Dit heeft er waarschijnlijk wel voor gezorgd dat ook de gemiddelde looptijd (de tijd in dagen tussen het moment dat de woning voor het eerst wordt aangeboden en het moment dat de woning wordt verkocht) in het onderzoeksgebied veel sterker is gestegen dan de gemiddelde looptijd in overig Vlaardingen. Behalve de gemiddelde verkoopprijs laat ook de ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde een sterkere stijging zien in het onderzoeksgebied dan in overig Vlaardingen. Het verschil is ruim 3%. Vergeleken met de hele NVM-regio Rotterdam is de gemiddelde WOZ-waarde in het onderzoeksgebied in de periode tussen 2003 en 2005 meer dan twee keer zo hard gestegen en in vergelijking met heel Nederland ruim anderhalf keer zo hard.
1
Elke woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats,
galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voorzover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur (Bron: CBS) Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
7
8
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
1
Inleiding
Naar verwachting zal in 2009 het voormalig GAK-gebouw aan de Nijverheidsstraat in Vlaardingen in gebruik worden genomen voor de opvang van dak- en thuislozen uit de regio Nieuw Waterweg Noord (NWN: Schiedam, Vlaardingen en Maassluis). De opvang zal ruimte gaan bieden aan de begeleiding en verzorging van maximaal 60 personen, in de vorm van een sociaal pension voor maximaal 30 personen en een nachtopvangvoorziening voor eveneens maximaal 30 personen. Een convenant1 is opgesteld waarin de globale afspraken over de toekomstige opvangvoorziening zijn vastgelegd. Onderdeel van het convenant is onder andere een nulmeting voorafgaand aan de opening van de voorziening en een evaluatie na de opening daarvan. De gemeente Vlaardingen heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) gevraagd de nulmeting uit te voeren. In november en december 2007 is het veldwerk uitgevoerd, zijn de interviews gehouden en de overige gegevens voor de nulmeting verzameld.
1.1
Onderzoeksvragen en opzet
Het gebied waarbinnen de nulmeting plaats heeft gevonden, maakt deel uit van de wijk Vettenoordse Polder (VOP). Het schriftelijke deel van het onderzoek is gehouden in de volgende (delen van) straten2 (zie ook het kaartje): • • • • •
1
Nijverheidsstraat 1e, 2e en 3e Industriestraat Mercuriusstraat Van Beethovensingel Wagnerstraat
• • • • •
Bachstraat Sweelinckstraat Mendelssohnplein Chopinstraat Parallelweg
Convenant voorziening dak- en thuislozen regio Nieuwe Waterweg Noord in het voormalige GAK-gebouw aan de
Nijverheidsstraat 26 (januari 2007). 2
Vastgelegd in de notitie ‘Specificatie Nulmeting rondom GAK-gebouw, Vlaardingen’ van december 2006.
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
9
In de nulmeting staan de beleving, verwachtingen en feiten ten aanzien van de veiligheid en leefbaarheid in het onderzoeksgebied centraal. Het onderzoek is in drie delen opgesplitst. Ten eerste een schriftelijke vragenlijst onder alle huishoudens (n=782) in het onderzoeksgebied. Deze vragenlijst bestaat uit een blok vragen en stellingen met betrekking tot de buurt en een blok vragen met betrekking tot de komst van de opvangvoorziening. Tegelijkertijd is er ook een schriftelijke vragenlijst uitgezet onder alle bedrijven (n=36) die zijn gevestigd in het onderzoeksgebied. Deze vragenlijst bestaat uit een blok vragen en stellingen over het bedrijf en de buurt waarin het bedrijf gevestigd is en een blok vragen over de komst van de opvangvoorziening. Het veldwerk voor beide onderzoeksdelen heeft de hele maand november en de eerste week van december gelopen. Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit interviews met sleutelpersonen. Deze interviews dienen ter aanvulling en nuancering van de diverse uitkomsten van het schriftelijke onderzoek. Het derde deel van het onderzoek bestaat uit de analyse van verschillende registraties in en over het onderzoeksgebied. Het gaat om de volgende registraties: 1. Aangiften (van delicten) en meldingen (van overlast) bij de politie. Aan de hand van de gegevens van de politie wordt gekeken naar de huidige stand van zaken, de trend van de afgelopen periode (per kwartaal) en een eventuele afwijking in het onderzoeksgebied ten opzichte van het Vlaardings gemiddelde. 2. Het aantal verhuizingen uit de buurt. Aan de hand van cijfers over verhuizingen uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) wordt gekeken naar de mobiliteit van huishoudens uit het onderzoeksgebied. Dit wordt vergeleken met Vlaardingen als geheel om te kijken of er in het onderzoeksgebied sprake is van afwijkingen. 3. Transacties op de koopmarkt. Uit de gegevens van NVM makelaars over transacties van koopwoningen wordt afgeleid hoeveel woningen in een bepaalde periode zijn verkocht, hoe de prijs zich heeft ontwikkeld en hoe lang huizen in het onderzoeksgebied te koop hebben gestaan en welke ontwikkeling in deze looptijd is waar te nemen. Dit wordt vergeleken met de rest van Vlaardingen om eventuele afwijkingen aan te kunnen tonen. 4. WOZ-waarde van koopwoningen. Op basis van gegevens van gemeentebelastingen Vlaardingen wordt gekeken naar de waardeontwikkeling van koopwoningen in het onderzoeksgebied. Dit wordt vergeleken met de waardeontwikkeling van koopwoningen in de rest van Vlaardingen om te kijken of er in het onderzoeksgebied sprake is van een afwijkende ontwikkeling. Het onderzoek is dusdanig opgezet dat herhaling na verloop van tijd mogelijk is.
1.2
Respons
Voor het schriftelijke deel van dit onderzoek is gebruik gemaakt van een begeleidende brief van de gemeente bij de vragenlijst en, onder de huishoudens, één rappel met een begeleidende brief en een nieuw exemplaar van de vragenlijst. Na afsluiting van de veldwerkperiode zijn in totaal 301 ingevulde vragenlijsten van huishoudens binnengekomen, 10
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
wat neerkomt op een respons van 38,5%. Gezien de huidige trend van steeds lagere responspercentages is dit geen slechte uitkomst. Zeker niet in vergelijking met een soortgelijk onderzoek4 dat enkele jaren geleden in Rotterdam is uitgevoerd en waar de respons uiteindelijk neerkwam op slechts 24%. Van de bedrijven zijn in totaal 23 ingevulde vragenlijsten binnengekomen, wat neerkomt op een respons van 63,9%. De interviews zijn gehouden in de maand december. In totaal is gesproken met vijf personen, die door de gemeente Vlaardingen zijn aangewezen vanwege hun professionele betrokkenheid bij de VOP-wijk.
1.3
Leeswijzer
Deze nulmeting is als volgt opgebouwd. In het tweede hoofdstuk worden de resultaten van het schriftelijke veldwerk onder de huishoudens uit het onderzoeksgebied besproken. Het derde hoofdstuk behandeld de resultaten van het schriftelijke veldwerk onder de bedrijven in het onderzoeksgebied. In het vierde hoofdstuk wordt ingegaan op de interviews. Het beeld dat uit de interviews naar voren is gekomen zal worden gebruikt ter aanvulling en nuancering op de resultaten uit het tweede en derde hoofdstuk. In hoofdstuk vijf tenslotte worden de verschillende registraties geanalyseerd en waar mogelijk gekoppeld aan resultaten uit de voorafgaande hoofdstukken. Dit rapport kent tevens een aantal bijlagen. In de eerste bijlage staan de vragenlijsten voor de huishoudens en de bedrijven in het onderzoeksgebied. In bijlagen twee en drie staan de rechte tellingen, behorende bij de vragenlijsten. In bijlage vier staat een tabel met daarin de cijfers behorende bij de figuren over het aantal aangiften en meldingen van de politie RotterdamRijnmond.
4
Nulmeting Leefbaarheid opvang Pijnackerstaat Oude Noorden (november 2005).
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
11
12
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
2
Resultaten vragenlijst huishoudens
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de schriftelijke vragenlijst onder huishoudens in het onderzoeksgebied besproken. Allereerst wordt ingegaan op de buurt waarin men woont: hoe tevreden is men over de buurt, wat zijn de belangrijkste buurtproblemen en voelt men zich wel eens onveilig in de buurt. Ook wordt gekeken naar de verhuisgeneigdheid van de respondenten. Vervolgens komen de vragen met betrekking tot de opvangvoorziening aan bod: weet men van de waarschijnlijke komst ervan, vindt men dat de gemeente de omwonenden voldoende informeert en denkt men dat de voorziening invloed zal hebben op de buurt.
2.1
Achtergrondkenmerken
Van alle respondenten is 52% tussen de 25 en 44 jaar oud. Nog eens 25% is tussen de 45 en 64 jaar oud. 17% van de respondenten is 65 jaar of ouder en de overige 5% is jonger dan 25 jaar. De verhouding mannen / vrouwen is zo goed als gelijk: 49% om 51%. Onder de respondenten bevinden zich vooral mensen die al vrij lang in de buurt wonen: 24% tussen de 5 en 10 jaar en 51% al 10 jaar of langer. Precies een kwart van de respondenten woont tot maximaal 5 jaar in de buurt; het grootste deel daarvan in ieder geval al meer dan twee jaar. Tabel 2.1
Achtergrondkenmerken respondenten aantal
%
Leeftijd -t/m 24 jaar
16
5%
-25 t/m 44 jaar
157
52%
-45 t/m 64 jaar
76
25%
-65 jaar en ouder
52
17%
301
100%
145
49%
totaal Geslacht -man -vrouw
150
51%
totaal
295
100%
Woonduur -minder dan 2 jaar
26
9%
-tussen 2 en 5 jaar
49
16%
-tussen 5 en 10 jaar
71
24%
-10 jaar of langer
153
51%
totaal
299
100%
2.2
Respondenten over hun buurt
Met betrekking tot de eigen buurt is de respondenten een aantal vragen gesteld. Hieronder worden achtereenvolgens behandeld: de mate van tevredenheid over de buurt, de Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
13
belangrijkste problemen in de buurt, veiligheid in de buurt, de ontwikkeling van de buurt en het oordeel over een tiental buurtkenmerken.
2.2.1
Tevredenheid over de buurt
Op de vraag of de respondenten de buurt waarin ze wonen prettig vinden om in te wonen, antwoordt 70% van de respondenten de buurt als (zeer) prettig om in te wonen te ervaren. 24% antwoordt neutraal; zij vinden de buurt niet prettig, maar ook niet onprettig om in te wonen. De overige 6% vindt de buurt (zeer) onprettig om in te wonen. Behalve de vraag of ze hun buurt prettig vinden om in te wonen is de respondenten ook een zevental stellingen voorgelegd over hun buurt (tabel 2.2). Tabel 2.2
Stellingen over de buurt (helemaal) eens
Het is vervelend om in deze buurt te wonen
(helemaal) neutraal
oneens
6%
19%
75%
De mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks
31%
28%
41%
Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen
23%
20%
57%
Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen
38%
43%
19%
Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is
31%
40%
28%
Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen
46%
37%
17%
De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om
51%
38%
11%
Dat de respondenten hun buurt prettig vinden om in te wonen wordt nog eens onderschreven door de eerste stelling: 75% van de respondenten is het er (helemaal) mee oneens dat het vervelend is om in de buurt waar ze wonen te wonen. Ook met de twee andere negatief geformuleerde stellingen (‘de mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks’ en ‘als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen’) zijn de percentages respondenten die het (helemaal) met de stellingen oneens zijn hoger dan de percentages die het (helemaal) met de stellingen eens zijn. Wel zijn bij deze twee stellingen de verschillen kleiner dan bij de eerste stelling. Zo vindt 31% dat de mensen in de buurt elkaar nauwelijks kennen en wil bijna een kwart uit de buurt verhuizen, mocht de mogelijkheid daartoe zich voordoen. In vergelijking met heel Vlaardingen, waar respectievelijk 91%, 48% en 72% het (helemaal) oneens is met deze drie stellingen1, is men in het onderzoeksgebied iets negatiever over de buurt. Bij de positief geformuleerde stellingen is het verschil tussen het percentage respondenten dat het (helemaal) met de stelling eens is en het percentage respondenten dat neutraal heeft geantwoord gering; de meningen over deze stellingen zijn duidelijk verdeeld. Het negatiefst is men over de stelling dat er veel saamhorigheid in de buurt is (28% (helemaal) oneens), het positiefste is men over de stelling dat de mensen in de buurt op een prettige manier met elkaar omgaan (51% (helemaal) eens).
1
Kernpublicatie WoON2006 gemeente Vlaardingen, pp. 34-35
14
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Wanneer de antwoorden op de stellingen met betrekking tot de sociale kwaliteit van de woonomgeving worden omgezet in een rapportcijfer, dan komt daar een 5,5 gemiddeld uit, een erg krappe voldoende.
2.2.2
Belangrijkste buurtproblemen
De respondenten is gevraagd wat zij zien als de belangrijkste problemen in de buurt die aangepakt moeten worden. Veruit het meest genoemd zijn verkeers- en parkeerproblemen. Onder verkeersproblemen vallen onveilige situaties door fietsers op de stoep en racende auto’s door de wijk; onder parkeerproblemen vallen het enorme tekort aan parkeerplaatsen (vooral ’s avonds) en asociaal/gevaarlijk geparkeerde auto’s. Op de tweede plek komen afval en rotzooi op straat, vaak genoemd in een combinatie met vandalisme. Ook achterstallig onderhoud van de buitenruimte wordt vaak genoemd als probleem dat aangepakt moet worden. In paragraaf 2.2.5 wordt hier verder op ingegaan. De komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen is het op drie na meest genoemde probleem, wat volgens de respondenten aangepakt zou moeten worden. Dit is genoemd door 14% van de respondenten. Tabel 2.3 Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen die in uw buurt aangepakt moeten worden? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer genoemd Verkeers- en parkeerproblemen
164
Afval en rotzooi op straat (door vandalisme)
81
Achterstallig onderhoud van de buitenruimte (openbaar groen, losse stoeptegels, etc.)
66
De komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen
44
Groepen rondhangende jongeren, overlast veroorzaakt door de jeugd
34
Criminaliteit en gevoelens van onveiligheid (meer surveilleren)
24
Onvoldoende (speel-)voorzieningen voor de jeugd
23
Slecht verlichte en donkere plekken
22
De bevolkingssamenstelling (te veel verschillende culturen bij elkaar)
19
Hondenpoep op straat
15
Achterstallig onderhoud van de woningen en portieken
12
Overlast veroorzaakt door zwervers en dealers Overige problemen (stank- en geluidsoverlast, leegstand, luchtkwaliteit) Totaal aantal antwoorden
2.2.3
9 44 557
Veiligheid
Iets meer dan één op de drie respondenten zegt zich wel eens onveilig te voelen. Van die groep heeft 14% vaak onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt, 66% soms, 16% zelden en 3% nooit. Groepen jongeren worden door bijna de helft van de respondenten die zich wel eens onveilig voelen in de buurt genoemd als reden. Ook slecht verlichte / donkere plekken worden door veel respondenten genoemd. Tussen de 20- en 25% noemt (ook) vernielingen, zwervers / alcoholisten, gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s) en criminaliteit als reden waardoor Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
15
men zich onveilig voelt. Onder de noemer ‘anders’ worden vooral antwoorden gegeven die al voor gecodeerd stonden, zoals buren / omwonenden, verkeerssituatie(s), en slecht verlichte / donkere plekken. Ook wordt in deze categorie genoemd: luchtverontreiniging, de komst van de dak- en thuislozenopvang, inbraak / oplichting en overlast door horeca. Zie ook tabel 2.4. Tabel 2.4
Waardoor voelt u zich onveilig in de eigen buurt? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer genoemd
%
Groepen jongeren
58
47%
Slecht verlichte / donkere plekken
46
37%
Vernielingen
31
25%
Zwervers / alcoholisten
30
24%
Gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s)
28
23%
Criminaliteit
27
22%
Stille / afgelegen plekken
22
18%
Drugsgebruikers
21
17%
Groenvoorzieningen / dichte bebossing / etc.
18
15%
Buren / omwonenden
16
13%
Graffiti
4
3%
Anders
23
19%
Totaal aantal antwoorden
2.2.4
324
Ontwikkeling van de buurt
De respondenten is ook gevraagd hoe ze denken over de ontwikkeling van hun buurt; gevraagd is zowel naar de beleving over het afgelopen jaar als naar de verwachting voor de komende jaren. De resultaten hiervan zijn niet al te rooskleurig: over het afgelopen jaar vindt meer dan één op de drie respondenten dat de buurt achteruit is gegaan, tegenover slechts één op de vijftien respondenten die vindt dat de buurt er op vooruit is gegaan. De overige respondenten vinden dat de buurt zich in het afgelopen jaar niet heeft ontwikkeld maar gelijk is gebleven. De verwachting voor de komende jaren is nog negatiever: twee op de drie respondenten denkt dat de buurt er in de komende jaren op achteruit zal gaan, terwijl nog minder dan één op de twintig respondenten denkt dat de buurt zich in positieve zin zal ontwikkelen. De overige respondenten denken dat de buurt gelijk zal blijven. Zie tabel 2.5 voor een overzicht. Tabel 2.5
Beleving en verwachting van de buurtontwikkeling
Ontwikkeling buurt afgelopen jaar Ontwikkeling buurt komende jaren
Vooruit gegaan
Gelijk gebleven
Achteruit gegaan
Totaal
7%
59%
35%
100%
Gaat vooruit
Blijft gelijk
Gaat achteruit
Totaal
4%
31%
65%
100%
De antwoorden op de vraag waarom men denkt dat de buurt er in de komende jaren op achteruit zal gaan laten weinig aan de verbeelding over: een overgrote meerderheid van de respondenten noemt daarvoor namelijk de komst van de dak- en thuislozenopvang. Op grote 16
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
afstand volgen vooral redenen die ook zijn genoemd als belangrijkste problemen in de buurt: ‘te veel verschillende culturen’, de veranderende mentaliteit van de mensen (egoïstischer), overlast door jeugd en groepen jongeren, verloedering van de buurt door slecht onderhoud en vervuiling, slecht onderhoud van de woningen, leegstand en overlast door het verkeer.
2.2.5
Oordeel over de buurt
Over het onderhoud van de openbare ruimte in de buurt zijn de meeste respondenten matig tevreden, zoals blijkt uit tabel 2.6 en eerder is gebleken uit tabel 2.3. Alleen het onderhoud van het groen in de buurt wordt door meer respondenten als goed dan matig beoordeeld, hoewel ook één op de vijf respondenten van mening is dat het onderhoud van groen in de buurt juist slecht is. Over de snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud op straat wordt hersteld bestaat de meeste onvrede: 25% vindt dit goed, maar 47% vindt dit matig en 19% zelfs slecht. Tabel 2.6
Wat vindt u van …? weet goed
matig
slecht
niet
Het onderhoud van het straatmeubilair (verlichting, banken, hekjes) in uw buurt
35%
44%
18%
3%
De snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud op straat wordt hersteld
25%
47%
19%
9%
De kwaliteit van het onderhoud en herstel van de schade op straat
34%
40%
16%
9%
Het onderhoud van groen in uw buurt
47%
32%
19%
2%
De respondenten is vervolgens gevraagd een rapportcijfer tussen de 1 en 10 te geven voor een tiental kenmerken van de buurt. Zoals in de figuur te zien is scoren negen van de tien kenmerken binnen een marge van 1 punt; al die negen kenmerken scoren (net) een voldoende. De parkeergelegenheid in de buurt krijgt als enige een onvoldoende. Gezien het voorgaande is dat laatste niet verassend: het verkeer (waaronder parkeerproblemen) wordt gezien als belangrijkste buurtprobleem, als reden voor gevoelens van onveiligheid, als reden waarom men verwacht dat de buurt er in de komende jaren op achteruit zal gaan en zelfs als reden om te gaan verhuizen (volgende paragraaf). Figuur 2.1
Rapportcijfer kenmerken buurt
tevredenheid over de buren
6,9
uw eigen straat
6,8
de buurt in zijn geheel
6,6
veiligheid in de buurt
6,6
groenvoorzieningen
6,6
horecavoorzieningen in de buurt
6,4
speelruimte voor kinderen
6,2
rust en ruimte
5,9
schoonheid / netheid buurt
5,9
parkeergelegenheid in de buurt
4,4 0,0
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
17
2.3
Verhuisgeneigdheid
Op de vraag of men van plan is binnen twee jaar te gaan verhuizen, antwoordt 48% dat niet van plan te zijn. Wel verhuisgeneigd is 46%, waarvan 5% binnenkort gaat verhuizen, 16% van plan zegt te zijn binnen twee jaar te gaan verhuizen en 25% misschien binnen twee jaar gaat verhuizen. De laatste 7% zegt niet te weten of ze van plan zijn binnen twee jaar te gaan verhuizen. In 2006 was de verhuisgeneigdheid onder alle inwoners van Vlaardingen 26%2. In vergelijking daarmee is de verhuisgeneigdheid in het onderzoeksgebied relatief hoog. De drie meest genoemde redenen om (wellicht) binnen twee jaar te gaan verhuizen hebben te maken met de woning en met de woonomgeving (tabel 2.7). Ook veranderingen in het huishouden worden veel genoemd. De komst van de opvangvoorziening wordt ook als reden genoemd om (wellicht) binnen twee jaar te gaan verhuizen. Tabel 2.7
Waarom wilt u (wellicht) binnen twee jaar verhuizen? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer
%
genoemd Vanwege de woning (te groot / te klein / etc.)
63
44%
Door overlast in de buurt / woonomgeving
53
37%
Voor minder parkeerdruk (auto kwijt kunnen in de buurt)
49
35%
Vanwege veranderingen in het huishouden (samenwonen / scheiden / gezinsuitbreiding)
42
30%
Voor mijn gezondheid
23
16%
Vanwege de komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen
18
13%
Ik wil dichter bij familie / vrienden / kennissen wonen
9
6%
Voor studie of werk
7
5%
Er wonen hier teveel verschillende culturen door elkaar
6
4%
Ik ga emigreren
2
1%
Voor een betere bereikbaarheid (openbaar vervoer / uitvalswegen)
2
1%
Totaal aantal gegeven antwoorden
2.4
274
De opvangvoorziening voor dak- en thuislozen
Voordat de respondenten een aantal vragen is voorgelegd over de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen is ze gevraagd of ze vinden dat de gemeente Vlaardingen voldoende doet om bewoners te betrekken bij veranderingen in de buurt. De meningen hierover zijn duidelijk verdeeld: 34% vindt van wel, 36% vindt van niet en 30% heeft daar geen mening over.
2.4.1
Informatie over de opvangvoorziening
Na een korte introducerende tekst is gevraagd of men bekend is met het voornemen van de gemeente om de dak- en thuislozenopvang in 2009 te openen en zo ja, hoe ze daar over zijn geïnformeerd.
2
Kernpublicatie WoON2006 gemeente Vlaardingen, p. 37
18
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Dat 93% van de respondenten al wist dat de gemeente Vlaardingen voornemens is om een opvangvoorziening voor dak- en thuislozen te openen mag geen verassing heten. Dat is eerder het feit dat 7% blijkbaar nog niet op de hoogte was van dit voornemen, hoewel het al enkele jaren bekend is en er (met vlagen) erg veel om te doen is (geweest). De respondenten die al wel op de hoogte waren van het voornemen van de gemeente, zijn daarover op verschillende manieren geïnformeerd, zoals blijkt uit tabel 2.8: 70% is geïnformeerd middels een brief van de gemeente, bijna 50% via het huis-aan-huisblad en bijna 40% informeel. De website www.vlaardingen.nl/daklozen is door slechts 6 respondenten genoemd. Ook het verdere bezoek aan de website valt tegen: in een jaar tijd is deze slechts 71 keer bezocht. Tabel 2.8 Hoe bent u geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer genoemd
%
Via een brief van de gemeente
186
70%
Via het huis-aan-huisblad Groot Vlaardingen
130
49%
Informeel (van buren / vrienden)
97
37%
Via één van de informatieavonden
48
18%
6
2%
15
6%
Via de website www.vlaardingen.nl/daklozen Anders Totaal aantal gegeven antwoorden
482
De helft van de respondenten die iets hebben ingevuld bij ‘anders’, noemt brieven en posters van een actiegroep. De klankbordgroep, die bestaat uit bewoners en ondernemers, is door 2 respondenten genoemd als informatiebron. Iets meer dan de helft van alle respondenten is bekend met het bestaan van de klankbordgroep, die samen met de gemeente en de regiopolitie afspraken heeft gemaakt over de toekomstige opvangvoorziening. Er van uitgaande dat respondenten die bij deze vraag ‘weet niet / geen antwoord’ hebben ingevuld ook niets van de klankbordgroep afweten, is de groep respondenten die de klankbordgroep niet kent ongeveer even groot als de groep respondenten die de klankbordgroep wel kent (47% om 53%). Van alle respondenten die al bekend waren met het voornemen van de gemeente Vlaardingen om een opvangvoorziening voor dak- en thuislozen te openen vindt 62% dat ze voldoende door de gemeente zijn geïnformeerd. Hoewel veel respondenten op de één of andere manier zijn geïnformeerd door de gemeente, vindt toch nog 38% dat men niet voldoende is geïnformeerd. De meeste daarvan vinden dat ze te laat zijn geïnformeerd en laten dat ook duidelijk merken: ‘alleen een mededeling, besluit stond al vast’ ‘moest zo lang mogelijk geheim blijven’ ‘we werden geïnformeerd toen alles al in kannen en kruiken was’
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
19
Ook klagen respondenten over een gebrek aan duidelijke, meer praktische informatie. Daarbij gaat het om zaken als “waarom in deze buurt”, “hoe wordt het opgezet”, “wie is verantwoordelijk als er iets misgaat”, “hoeveel personen komen er” etc. Tenslotte klaagt men er over, dat er naar de bewoners niet wordt geluisterd; er zou volgens een aantal mensen een gebrek aan dialoog zijn.
2.4.2
De invloed van de opvangvoorziening
Het overgrote deel van de respondenten denkt dat de komst van de opvangvoorziening (misschien) voor overlast in de buurt zal gaan zorgen: 70% is daar zeker van, 24% houdt nog een slag om de arm. De overige 5% denkt niet dat de opvangvoorziening voor overlast in de buurt zal gaan zorgen. Precies hetzelfde beeld is terug te zien op de vraag of men denkt dat de opvangvoorziening invloed zal hebben op de leefbaarheid in de buurt: 70% is daar zeker van, 25% weet dat nog niet en 5% denkt dat de opvangvoorziening geen invloed zal hebben op de leefbaarheid in de buurt. Gezien het hoge percentage dat verwacht dat de opvangvoorziening voor overlast zal zorgen, kan er hier vanuit worden gezien dat de invloed op de leefbaarheid die men verwacht niet positief zal zijn.
20
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
3
Resultaten vragenlijst bedrijven
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de schriftelijke vragenlijst onder de bedrijven in het onderzoeksgebied besproken. Na kort naar de achtergrond van de bedrijven te hebben gekeken, wordt net als in het vorige hoofdstuk ingegaan op de buurt: hoe vindt men de buurt om in te werken, wat vindt men van het onderhoud van de buitenruimte en wat zijn de belangrijkste problemen in de buurt. Vervolgens komen de vragen met betrekking tot de opvangvoorziening aan bod: behalve de vragen die hierover ook aan de huishoudens zijn gesteld is ook gevraagd of men denkt dat de komst van de opvangvoorziening van invloed zal zijn op de bedrijfsvoering. Gezien het kleine aantal bedrijven dat is gevestigd in het onderzoeksgebied zijn de resultaten vooral indicatief.
3.1
Achtergrond bedrijven
Van de 23 bedrijven uit het onderzoeksgebied die de vragenlijst hebben ingevuld, zijn er 18 al tien jaar of langer in de buurt gevestigd. Eén bedrijf is minder dan twee jaar in de buurt gevestigd, één tussen de twee en vijf jaar en drie tussen de vijf en tien jaar. Van de 23 bedrijven bestaan er 14 uit minder dan vijf personen; vier daarvan bestaan slechts uit één persoon. Van de overige negen bedrijven hebben er drie meer dan 20 personeelsleden. Plannen om binnen twee jaar te verhuizen zijn er niet. In ieder geval niet concreet: vijf bedrijven geven aan misschien binnen twee jaar te gaan verhuizen. Allen geven de mogelijke komst van de dak- en thuislozenopvang op als reden voor een eventuele verhuizing.
3.2
Bedrijven over de buurt
De meeste respondenten vinden de buurt waar hun bedrijf gevestigd is een zeer prettige (4) of prettige (14) buurt om in te werken. Vier respondenten zijn neutraal over de buurt waarin ze werken en één respondent vindt de buurt onprettig om in te werken. Volgens deze respondent zijn er echter geen plannen om binnen twee jaar met het bedrijf uit de buurt te gaan verhuizen. Over de kwaliteit en het onderhoud van de buitenruimte zijn de meningen verdeeld: iets meer respondenten vinden het onderhoud van het straatmeubilair en de kwaliteit van het onderhoud en herstel van schade op straat slecht dan goed. Wat betreft de snelheid waarmee schade en achterstallig onderhoud op straat wordt hersteld en het onderhoud van groen zijn er evenveel respondenten die dit goed dan wel slecht vinden. Tabel 3.1
Wat vindt u van …? (absolute aantallen) weet goed
matig
slecht
Het onderhoud van het straatmeubilair (verlichting, banken, hekjes) in uw buurt
6
9
8
0
De snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud op straat wordt hersteld
8
5
8
1
De kwaliteit van het onderhoud en herstel van de schade op straat
6
7
10
0
Het onderhoud van groen in uw buurt
8
7
8
0
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
niet
21
3.2.1
Belangrijkste buurtproblemen
Criminaliteit en onveiligheid worden als belangrijkste problemen in de buurt genoemd. Er wordt in die context geopperd om vaker te gaan surveilleren in de buurt. Verkeers- en parkeerproblemen, achterstallig onderhoud van de buitenruimte, slecht verlichte en donkere plekken en de eenzijdigheid van de bedrijven / de aanwezigheid van malafide bedrijven worden ook als belangrijke buurtproblemen gezien. De komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen wordt maar door twee respondenten genoemd (tabel 3.2). Tabel 3.2 Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen die in uw buurt aangepakt moeten worden? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer genoemd Criminaliteit en gevoelens van onveiligheid (meer surveilleren)
8
Verkeers- en parkeerproblemen
6
Achterstallig onderhoud van de buitenruimte (openbaar groen, losse stoeptegels, etc.)
6
Slecht verlichte / donkere plekken
6
Eenzijdigheid bedrijven / malafide bedrijfen
6
De komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen
2
Achterstallig onderhoud van de woningen / bedrijfspanden
2
Afval en rotzooi op straat (door vandalisme)
1
Overlast veroorzaakt door dealers / drugsgebruikers
1
Groepen rondhangende jongeren, overlast veroorzaakt door de jeugd
1
Verloedering van de buurt
1
Overig
1
Totaal aantal antwoorden
3.2.2
41
Veiligheid
Net als de huishoudens is ook de respondenten van de bedrijven een aantal vragen voorgelegd over veiligheid. Van de respondenten is er niemand die zich voor, tijdens of na het werk vaak onveilig voelt in de buurt. Wel geven negen respondenten aan zich soms onveilig te voelen. Van de overige 14 respondenten voelen er zes zich zelden onveilig en acht nooit. De redenen die voor de gevoelens van onveiligheid worden opgegeven zijn vooral slecht verlichte / donkere en stille / afgelegen plekken. Ook vernielingen en criminaliteit zorgen voor gevoelens van onveiligheid (tabel 3.3). Tabel 3.3
Waardoor voelt u zich onveilig in de eigen buurt? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer genoemd
Slecht verlichte / donkere plekken
8
Stille / afgelegen plekken
6
Vernielingen
5
Criminaliteit
5
Gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s)
4
22
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Tabel 3.3
Waardoor voelt u zich onveilig in de eigen buurt? Vervolg pagina 22
Graffiti
2
Groepen jongeren
1
Zwervers / alcoholisten
1
Buren / omwonenden
1
Anders
2
Totaal aantal antwoorden
3.2.3
35
Ontwikkeling van de buurt
Wat betreft de ontwikkeling van de buurt zijn de respondenten van de bedrijven, net zoals de huishoudens, vrij negatief: 10 respondenten vinden dat de buurt er het afgelopen jaar op achteruit is gegaan, tegenover vier respondenten die vinden dat de buurt er op vooruit is gegaan. De overige negen zijn van mening dat de buurt gelijk is gebleven. De verwachting voor de komende jaren is nog pessimistischer: slechts 3 respondenten denken dat de buurt er in de komende jaren op vooruit zal gaan en maar liefst 16 respondenten denken dat de buurt er op achteruit zal gaan. Zie voor een overzicht de tabel hieronder. Tabel 3.4
Beleving en verwachting van de buurtontwikkeling (absolute aantallen)
Ontwikkeling buurt afgelopen jaar Ontwikkeling buurt komende jaren
Vooruit gegaan
Gelijk gebleven
Achteruit gegaan
Totaal
4
9
10
23
Gaat vooruit
Blijft gelijk
Gaat achteruit
Totaal
3
4
16
23
De voornaamste reden die men voor de verwachte achteruitgang van de buurt noemt, is de komst van de dak- en thuislozenopvang. Ook de eenzijdigheid van de bedrijven en de aanwezigheid van malafide bedrijven in de buurt wordt als mogelijke factor genoemd, net als gebrekkig onderhoud van de buitenruimte.
3.3
De opvangvoorziening voor dak- en thuislozen
Van de 23 respondenten vinden er 11 dat de gemeente Vlaardingen niet voldoende doet om ondernemers bij veranderingen in de buurt te betrekken. Volgens zes respondenten doet de gemeente dat wel; de overige respondenten weten het niet.
3.3.1
Informatie over de opvangvoorziening
Op twee na zijn alle respondenten bekend met het voornemen van de gemeente om in 2009 een opvangvoorziening voor dak- en thuislozen te openen. De volgorde van de meest genoemde manier waarop men geïnformeerd is, is dezelfde als bij de huishoudens. Meer dan tien respondenten zijn geïnformeerd middels een brief van de gemeente en/of het huis-aanhuisblad. 23 Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Informeel geïnformeerd zijn 8 respondenten en 4 respondenten hebben zich laten informeren via één van de informatieavonden. De website wordt maar één keer genoemd als informatiebron (tabel 3.5). Tabel 3.5 Hoe bent u geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen? (respondenten konden meerdere antwoorden geven) Aantal keer genoemd Via een brief van de gemeente
14
Via het huis-aan-huisblad Groot Vlaardingen
11
Informeel (van buren / vrienden)
8
Via één van de informatieavonden
4
Via de website www.vlaardingen.nl/daklozen
1
Anders
1
Totaal aantal gegeven antwoorden
39
Van het bestaan van de klankbordgroep weten de meeste respondenten. Niet alle respondenten vinden echter dat ze voldoende door de gemeente zijn ingelicht over de komst van de voorziening: 11 wel tegenover 10 niet. Op de vraag waarom niet wordt hetzelfde geantwoord als door de huishoudens: de zaak was al beslecht eer de gemeente ging informeren.
3.3.2
De invloed van de opvangvoorziening
De meeste respondenten (15) denken dat de komst van de opvangvoorziening voor overlast in de buurt zal gaan zorgen. Zeven respondenten weten het niet en één denkt dat er geen overlast zal ontstaan. Invloed op de leefbaarheid zal de opvangvoorziening volgens 15 respondenten zeker hebben, de overige acht respondenten weten het niet. Tenslotte is ook nog gevraagd of men denkt dat de komst van de opvangvoorziening van invloed zal zijn op de bedrijfsvoering. Ook hier antwoorden 15 respondenten instemmend. Nog eens 3 respondenten denken dat dat misschien zo zal zijn en 5 respondenten denken dat de bedrijfsvoering niet zal lijden onder de komst van de opvangvoorziening. Degenen die denken dat de opvangvoorziening (misschien) van invloed zal zijn op de bedrijfsvoering, denken allemaal dat deze invloed negatief zal zijn. Als toelichting daarop wordt de aantrekkingskracht van de opvangvoorziening genoemd op drugsgebruikers, de verwachting voor meer auto-inbraken en een toenemende onveiligheid.
24
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
4
Interviews sleutelpersonen
In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de meningen en verwachtingen van de geïnterviewde sleutelpersonen, die door hun werkzaamheden nauw betrokken zijn bij de VOPwijk.
4.1
Beschrijving van de buurt
Sociale samenstelling De VOP-wijk wordt in de interviews beschreven als een buurt met bewoners uit veel verschillende culturen, die over het algemeen niet of nauwelijks met elkaar mengen. De buurt wordt getypeerd als ‘sociaal kwetsbaar’; er wonen veel lager opgeleide mensen en als gevolg daarvan veel mensen met een lager inkomen. Er wordt gesteld dat de ‘waarden en normen van vroeger’, het elkaar ergens op aan kunnen of durven spreken, niet (meer) aanwezig zijn in de wijk. Deze factoren hebben er voor gezorgd dat de bewoners niet of nauwelijks betrokken zijn bij hun buurt en maar moeilijk te mobiliseren zijn. Als er buurtactiviteiten worden georganiseerd, moet er veel moeite worden gedaan om bewoners te stimuleren die te bezoeken. Fysieke samenstelling De verhouding tussen huur- en koopwoningen in de buurt is ongeveer gelijk. De staat van veel huurwoningen laat te wensen over. Het zijn voornamelijk ‘oude, kleine, gehorige en goedkope huurwoningen’. Het achtergebied van deze woningen is diffuus: deels bestaat dit uit gemeenschappelijke tuinen, deels uit grond van de gemeente. Deze ruimten worden nauwelijks functioneel gebruikt en onderhouden en er wordt veel afval gedumpt. Deze achtergebieden werden door de respondenten vaak genoemd als het ging om vervuiling, achterstallig onderhoud van de buitenruimte en slecht verlichte plekken. Ook een deel van de koopwoningen verkeert in slechte staat. Deze woningen zijn voornamelijk van particuliere verhuurders, die nu van hun bezit afwillen omdat er groot onderhoud nodig is. Meer naar het midden van de buurt, op het Mendelssohnplein, is de situatie anders. Hier staan vooral goed onderhouden koopwoningen. De ontwikkelingen op het Mendelssohnplein zijn hoopgevend voor de rest van de buurt. Door het opknappen van het plein en het openbaar groen is er iets in gang gezet “waardoor het klimaat rondom het plein verbeterd is. De kunst is dat op andere plekken in de wijk ook te bewerkstelligen” “bepaalde delen van de wijk hebben veel aandacht nodig. Geef je die aandacht niet, dan kunnen ze afzakken, maar geef je die aandacht wel, dan kunnen het dus betere plekken worden” Straatbeeld Behalve het achtergebied van de huurwoningen ogen ook enkele straten wat verpauperd. Er is weinig groen op straat, en het groen dat er is, is ‘vervuild en onoverzichtelijk’. Ook bij de vuilcontainers is overlast van vuil, wat volgens één van de geïnterviewden vooral is te wijten Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
25
aan ‘gemakzuchtig handelen van mensen’. Een andere reden die voor de vervuiling wordt gegeven heeft te maken met de sociale samenstelling van de buurt: “mensen hebben het moeilijk om hun hoofd boven water te houden, ze houden geen ruimte over om hun tuintje bij te houden en afval netjes weg te gooien” Toch zien sommige straten er sec best netjes uit, al wordt hier de enigszins cynische opmerking bij gemaakt dat dat vooral het geval is als de vuilniswagen net langs is geweest. Volgens één van de geïnterviewden behoren ook enkele junks/aandachtstypetjes tot het straatbeeld in de VOP-wijk. Ze stelen wel eens wat en zorgen wel eens voor geluidsoverlast op straat, maar “het is niet zo dat ze de hele buurt onveilig maken en het straatbeeld overheersen. Wat scheelt is ook dat het inmiddels vertrouwde gezichten binnen de buurt zijn geworden”
4.2
Oordeel over de buurt
Leefbaarheid De leefbaarheid in de VOP-wijk is lastig te meten volgens één van de geïnterviewden. Het verschilt per straat. De Pieter Karel Drossaartstraat is de beruchtste straat in de buurt, maar ’s zomers zitten de bewoners wel buiten met elkaar te kletsen. Met name op de Van Beethovensingel is wel regelmatig overlast, vooral van junks die tot midden in de nacht veel lawaai maken. Ook de Parallelweg wordt genoemd als aandachtsgebied, maar tegelijkertijd wordt opgemerkt dat hier allemaal koopwoningen staan en de bewoners daarvan dus wel een baan en dus een inkomen moeten hebben. Uit een leefbaarheidsmonitor die in 2006 onder de huurders in de buurt is gehouden komen ‘schoon en heel’, hondenpoep op straat, parkeerproblematiek en groepen jongeren als belangrijkste leefbaarheidsproblemen naar voren. Ook bij de beantwoording van de vragenlijst zijn deze problemen veel genoemd. Veiligheid De bevindingen van de geïnterviewden over de veiligheid in de buurt spreken elkaar enigszins tegen. Enerzijds wordt er gezegd dat de mensen zich in de buurt redelijk veilig voelen en ’s avonds alleen de hond uitlaten, of dat men in ieder geval niet te horen krijgt dat men zich onveilig voelt. Anderzijds wordt gesteld dat de VOP-wijk qua veiligheidsgevoel het laagste scoort in heel Vlaardingen en dat het één van de meest kwetsbare gebieden is binnen de gemeentegrenzen. Dit wordt volgens één van de geïnterviewden (mede?) veroorzaakt door het sterk gestegen aantal mishandelingen en vernielingen. Vernielingen zijn door de bewoners wel genoemd als veroorzaker van onveiligheidsgevoelens, maar mishandelingen zijn als zodanig niet genoemd. Het zou echter kunnen dat het bij de genoemde mishandelingen gaat om incidenten waarbij mensen van buiten de buurt betrokken waren. Om de huurders een veilig gevoel te geven zorgt Waterweg Wonen (de corporatie met bezit in het onderzoeksgebied) voor politie-keurmerksloten en afgesloten portieken.
26
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
4.3
Komst van de dak- en thuislozenopvang
Reactie van de bewoners Dat de (mogelijke) komst van de opvangvoorziening voor dak- en thuislozen in het voormalig GAK-gebouw aan de Nijverheidsstraat voor heel wat opschudding heeft gezorgd in de buurt staat buiten kijf. In de interviews klinken echter verschillende geluiden wat betreft de reacties van bewoners: “de wijk staat op scherp als het gaat om de opvangvoorziening (…) het is begrijpelijk dat bewoners zich afvragen hoe ze het in godsnaam in hun hoofd hebben gehaald om juist op deze plek zo’n opvangvoorziening te openen. Er zijn al veel duistere en anonieme plekken in de wijk en dan haal je er ook nog eens zo’n voorziening naar toe” “bewoners zijn onzeker en negatief over de komst van de opvangvoorziening: wat gaat er gebeuren?” De negatieve reacties worden deels verklaard door verhouding tussen de bewoners en de gemeente: “(…) jullie hebben makkelijk praten, jullie wonen hier niet. Het is onze wijk, maar jullie praten er over” “Daarnaast leeft het gevoel dat niemand naar de bewoners luistert. De gemeente ziet de wijk niet, die houden zich liever bezig met bedrijven en andere wijken” Daarnaast worden negatieve reacties toegeschreven aan de houding van (sommige) bewoners en een gebrek aan goede informatie: “veel mensen baseren hun mening ook op verkeerde informatie of willen alleen de negatieve kanten horen, terwijl de positieve kanten (slaapplaatsen voor daklozen) niet gezien worden” “op de eerste avond dachten de bewoners dat er alleen de grootste criminelen zouden komen” De gedachte dat ‘alleen de grootste criminelen zouden komen’ is volgens één van de geïnterviewden veroorzaakt door slechts enkele bewoners, die op een bijeenkomst zijn gaan schreeuwen, waardoor het meteen heftiger werd gemaakt dan het in de praktijk is. En nadat iemand van het Leger des Heils vertelde dat het iedereen zou kunnen overkomen, veranderden sommige bewoners ook van gedachten. Behalve de negatieve reacties zijn er dus ook enkele positieve geluiden te horen: “ (…) in een groot deel van de wijk leeft het niet erg” “met name in de Pieter Karel Drossaartstraat wonen wat socialere mensen, die vinden dat die mensen ook een dak boven hun hoofd moeten hebben (…) verder is het heel wisselend” Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
27
Invloed van de opvangvoorziening op de buurt Wat de invloed van de opvangvoorziening op de buurt zal zijn wordt natuurlijk pas duidelijk als de opvangvoorziening daadwerkelijk geopend wordt; de verwachtingen van de geïnterviewden daaromtrent zijn wisselend. Eén geïnterviewde verwacht helemaal geen problemen als de opvangvoorziening geopend wordt. Die verwachting is gebaseerd op de ervaring met een andere opvangvoorziening, die al jaren in een bepaalde buurt is gevestigd zonder daar ooit voor problemen te zorgen. Een andere geïnterviewde laat het nog in het midden. De invloed kan zowel positief als negatief uitpakken. Positief omdat er veel aandacht komt van de diverse instanties, negatief omdat elk incident dat na de opening van de opvangvoorziening zal plaatsvinden daar aan zal worden toegeschreven. Maar het zou ook best wel mee kunnen vallen met het aantal incidenten: “die gasten weten trouwens ook dat als ze niet aan de voorwaarden voldoen en er een zooitje van maken, dat ze hun plek kwijt zijn. In de directe omgeving denk ik daarom dat het wel mee zal vallen” Aandachtspunten bij de inrichting en organisatie Bij de inrichting en organisatie van de opvangvoorziening zal er volgens de geïnterviewden veel rekening gehouden moeten worden met de directe omgeving. Een eerste punt van aandacht is de looproute van en naar de opvangvoorziening. De verwachting is dat veel cliënten van de opvangvoorziening aankomen op station Vlaardingen Centrum. Zoals het er nu voorstaat, moeten ze dan bij het stadhuis een pasje halen, voordat ze de opvangvoorziening in mogen. Dat betekent dat ze twee keer de buurt doorkruisen: van het station naar het stadhuis en van het stadhuis naar de opvangvoorziening. Voor de bewoners is dat een onwenselijke situatie. Door te kiezen voor een ander uitgiftepunt van de pasjes komen ze misschien minder in het centrum, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Volgens één van de geïnterviewden is het huidige concept zo, dat clienten om 12 uur ’s middags een pasje op moeten halen en pas om 5 uur naar binnen mogen. Zeker met mooi weer zal men in de vijf te overbruggen uren weer richting centrum uitzwaaien: “aandachtspunt is dus wat je doet met die mensen op de tijden dat ze daar niet binnen mogen zijn” Met betrekking tot de openingstijden van de opvangvoorziening worden ook de schooltijden en de openings- en sluitingstijden van bedrijven genoemd. Geopperd wordt om deze tijden, zeker in het begin, op elkaar af te stemmen, zodat scholieren en personeel en klanten van bedrijven niet in aanraking komen met cliënten die de opvangvoorziening binnenkomen of verlaten. Wat daarnaast erg belangrijk is, is dat de buurt (door de gemeente) goed schoon en heel wordt gehouden en dat er direct veel toezicht door politie is: “als het smerig wordt, wordt het ook gelijk een enge plek” 28
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
“in Rotterdam achter Pompenburg (voormalige klanten van de Pauluskerk) was er eerst veel weerstand, maar nu valt het wel mee. Er is veel politie op straat en ze houden de buurt schoon. Zoiets moet je hier ook zien te krijgen” Bij het schoon en heel houden van de buurt moet er vooral op worden gelet dat dat zichtbaar gebeurt. Als er overdag, als veel mensen niet thuis zijn, wordt schoongemaakt en ’s avonds ligt er al weer rotzooi op straat, dan zullen bewoners niet geloven dat je je best doet. Maak je echter schoon op een moment dat dat voor veel mensen zichtbaar is, dan zien ze dat je je best doet om de buurt schoon en heel te houden. Veel geld hoeft dat niet te kosten, schuiven in de tijden dat vuil wordt opgehaald kan al voldoende zijn. Behalve schoon en heel moet de directe omgeving van de opvangvoorziening ook overzichtelijk en veilig zijn. Dat eerste kan bereikt worden door bosschages te snoeien en die vervolgens ook bij te houden. Vooral achter het benzinestation, vlakbij de opvangvoorziening, is het nu nog erg onoverzichtelijk en fysiek onveilig, vanwege het ontbreken van een trottoir. Veiligheid kan je ten eerste bereiken door veel toezicht van de politie. Daarnaast kan het afsluiten van de binnenplaatsen met hekken de veiligheid aldaar vergroten. Ook cameratoezicht is ter sprake gekomen tijdens de interviews, maar dat wordt, vooral vanwege de hoge kosten die daaraan verbonden zijn, (voorlopig) onwenselijk gevonden. Ook rees de vraag of je door al die veiligheidsmaatregelen niet juist een onveilig gevoel creëert bij de bewoners. Veel politie, hekken en camera’s zou namelijk kunnen suggereren dat het onveilig is in de buurt. Tot slot wordt opgemerkt dat het erg belangrijk is de buurt bij de opvangvoorziening te betrekken: “hou voordat de opvangvoorziening open gaat een open dag voor de wijk. Het is belangrijk dat de voorziening een sociaal gezicht krijgt” Dat sociale gezicht kan gestalte krijgen door de cliënten van de opvangvoorziening hun nachtgeld te laten verdienen door bijvoorbeeld papier te prikken. Door het schoonhouden van de straat, door af en toe een praatje te houden. Een andere manier om de buurt erbij te betrekken, namelijk buurtpreventie, vraagt vooral de inzet van de bewoners zelf. Met buurtpreventie kan je afspraken maken over hoe om te gaan met zaken die gesignaleerd worden. Je creëert zo ook een dialoog tussen de verschillende buurtbewoners: “sociaal krijg je mensen op straat die andere mensen leren kennen en ze aanspreken als dat nodig is” Een bijkomend voordeel is dat mensen van buurtpreventie worden gezien als verlengstuk van de politie. Als deze mensen bellen, zal er binnen no-time een surveillancewagen van de politie staan. Een nadeel van deze manier om de buurt bij de opvangvoorziening te betrekken is dat de bewoners waarschijnlijk zullen zeggen ‘zie je wel, wij moeten het weer doen’. Het eerder genoemde gebrek aan ‘waarden en normen van vroeger’ maakt ook dat men bang is voor wraakacties wanneer er geklaagd wordt. Zolang deze angst aanwezig is, heeft buurtpreventie waarschijnlijk geen kans van slagen. Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
29
30
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
5
Analyse registraties
In dit hoofdstuk worden de verschillende registraties die voor dit onderzoek zijn gebruikt beschreven en geanalyseerd. Daarbij wordt telkens gekeken naar het onderzoeksgebied in vergelijking met de rest van Vlaardingen of Vlaardingen als geheel. Achtereenvolgens worden de volgende registraties besproken: gegevens van de politie, aantal verhuizingen uit de buurt, verkooptijd op de koopmarkt en woz-waarde van de koopwoningen.
5.1
Gegevens politie Rotterdam-Rijnmond1
In deze paragraaf worden de gegevens over aangiften, geweldsdelicten, vernielingen, diefstallen, overlastmeldingen en drugsgerelateerde meldingen behandeld. De cijfers die door de politie Rotterdam-Rijnmond beschikbaar zijn gesteld beslaan de jaren 2005 tot en met 2007 en geven inzicht in de aantallen per maand. Aangezien het, vooral in het onderzoeksgebied, in de meeste gevallen slechts om één of enkele aangiften/meldingen per maand gaat, is er voor gekozen de cijfers per kwartaal te presenteren. Per categorie is een figuur opgenomen met de ontwikkeling per kwartaal in het onderzoeksgebied en in heel Vlaardingen sinds 2005. De blauwe stippellijn en de as aan de linkerkant van de figuur staan voor het onderzoeksgebied; de groene doorgaande lijn en de as aan de rechterkant van de figuur staan voor heel Vlaardingen. Opgenomen aangiften Het totaal aantal opgenomen aangiften bij de politie is opgebouwd uit een zestal aspecten: 1. woninginbraak 2. diefstal/inbraak box, garage, schuur, tuinhuis 3. diefstal uit/vanaf auto 4. diefstal van motorvoertuig 5. diefstal van brom-, snor-, fietsen 6. zakkenrollerij Vanwege de kleine aantallen bij alle aspecten in het onderzoeksgebied is er voor gekozen deze aspecten niet apart te behandelen, maar alleen het totaal aantal aangiften te bespreken. In figuur 5.1 is te zien dat het totaal aantal aangiften in het onderzoeksgebied in de periode van 2005 tot en met 2007 vrij stabiel was. Gemiddeld werden er 17 aangiften per kwartaal gedaan. Het maximum lag in het 2e kwartaal van 2007 met 24 aangiften, het minimum in het 2e kwartaal van 2006 en het 4e kwartaal van 2007 met 10 aangiften. In heel Vlaardingen is het aantal aangiften in de onderzochte periode met ongeveer 400 gedaald van iets meer dan 1.900 naar iets meer dan 1.500. Gemiddeld werden er 430 aangiften per kwartaal gedaan. Het maximum aantal aangiften werd gedaan in het 3e kwartaal van 2005: 546. Het minimum aantal aangiften lag in het 3e kwartaal van 2007: 300. Tot het 1e kwartaal van 2007 was de ontwikkeling van het aantal aangiften in het onderzoeksgebied ongeveer gelijk aan die van heel Vlaardingen. Daarna daalde het aantal aangiften in het onderzoeksgebied, terwijl het aantal aangiften in heel Vlaardingen het laatste
1
Bron: politie Rotterdam-Rijnmond, peildatum 11-03-2008.
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
31
kwartaal van 2007 juist weer iets steeg. Figuur 5.1
Totaal aantal aangiften, onderzoeksgebied en heel Vlaardingen 2005 tot en met 2007 Totaal aantal aangiften
30
700
25
600 500
20
400 15 300 10
200
5
100
0
0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2005 2006 2007 Onderzoeksgebied
Vlaardingen
Geweldsdelicten Ook het totaal aantal geweldsdelicten dat door de politie wordt geregistreerd bestaat uit zes aspecten: 1. zeden 2. misdrijf tegen persoonlijke vrijheid 3. openlijk geweld 4. bedreiging 5. mishandeling 6. straatroof Wederom wordt vanwege de kleine aantallen per aspect alleen het totaal aantal delicten besproken. Het aantal geweldsdelicten in het onderzoeksgebied laat in de periode 2005 tot en met 2007 een grillig beeld zien, terwijl het totaal aantal geweldsdelicten in heel Vlaardingen juist erg stabiel was (figuur 5.2). In het onderzoeksgebied was echter sprake van een zeer klein aantal delicten, waardoor de schommelingen ontstaan. In het onderzoeksgebied varieerde het aantal geweldsdelicten tussen de 2 en 7 per kwartaal; in heel Vlaardingen varieerde dit aantal tussen de 165 en 120. Van een bepaalde trend in het aantal geweldsdelicten lijkt geen sprake te zijn.
32
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Figuur 5.2
Totaal aantal geweldsdelicten, onderzoeksgebied en heel Vlaardingen 2005 tot en met 2007 Totaal aantal geweldsdelicten
16
350
14
300
12
250
10
200
8 150
6 4
100
2
50
0
0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2005 2006 2007
Onderzoeksgebied Vlaardingen Vernielingen Het aantal vernielingen in het onderzoeksgebied lag in de onderzochte periode tussen de 2 en 13; in heel Vlaardingen tussen de 172 en 306. In het 4e kwartaal was er in het onderzoeksgebied sprake van een sterke stijging van het aantal vernielingen: het aantal vernielingen was toen meer dan twee zo hoog als gemiddeld. In het 2e kwartaal van 2006 en 2007 was er sprake van een lichte piek in het aantal vernielingen. In heel Vlaardingen was twee keer sprake van een piek in het aantal vernielingen: tijdens het 1e kwartaal van 2006 én tijdens het 1e kwartaal van 2007. De afwijking van het gemiddeld aantal vernielingen bedroeg tijdens deze twee pieken maximaal 28%.
Figuur 5.3
Totaal aantal vernielingen, onderzoeksgebied en heel Vlaardingen 2005 tot en met 2007 Totaal aantal vernielingen
16
350
14
300
12
250
10
200
8
150
6 4
100
2
50
0
0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2005 2006 2007 Onderzoeksgebied
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Vlaardingen
33
Diefstallen Onder het kopje ‘aangiften’ is een aantal vormen van diefstal opgenomen. De politie hanteert echter ook nog een categorie ‘diefstallen overig’. Hieronder vallen: 1. diefstal/inbraak bedrijf, winkel 2. overige diefstallen. Winkeldiefstal, ook een aparte categorie, is, vanwege de kleine aantallen, opgenomen in de categorie ‘diefstallen overig’. Uit figuur 5.4 blijkt dat het aantal ‘diefstallen overig’ in heel Vlaardingen vrij stabiel was. Het aantal schommelde tussen de 145 en 204. Er was een aantal keer sprake van een piek of dal in het aantal diefstallen, maar de verschillen ten opzichte van de overige kwartalen waren daarin niet groot. Het beeld voor het onderzoeksgebied ziet er een stuk grilliger uit, maar dat komt voornamelijk door de kleine aantallen. Het aantal diefstallen ‘overig’ varieerde hier tussen de 3 en 9. Figuur 5.4
Totaal aantal diefstallen ‘overig’, onderzoeksgebied en heel Vlaardingen 2005 tot en met 2007 Totaal aantal 'diefstallen overig'
16
350
14
300
12
250
10
200
8 150
6 4
100
2
50 0
0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2005 2006 2007 Onderzoeksgebied
Vlaardingen
Overlastmeldingen Het totaal aantal overlastmeldingen is opgebouwd uit een zevental aspecten: 1. burenruzie (zonder gevolgen) 2. geluidsoverlast particulieren 3. melding overlast jeugd 4. niet voldoen aan bevel/verordening 5. overige delicten openbare orde 6. overlast verward/overspannen persoon 7. overlast zwervers Figuur 5.5 laat zien dat het totaal aantal overlastmeldingen in het onderzoeksgebied sinds de tweede helft van 2006 sterk schommelt: van 26 meldingen in het 3e kwartaal van 2006 naar 5 meldingen in het 4e kwartaal en weer 26 meldingen in het 2e kwartaal van 2007. In heel 34
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Vlaardingen is er veel minder sprake van zulke sterke schommelingen: een jaar lang lag het aantal overlastmeldingen rond de 600 maar dat aantal beweegt nu weer richting de 400, hetzelfde aantal overlastmeldingen als aan het begin van de onderzochte periode. Figuur 5.5
Overlastmeldingen, onderzoeksgebied en heel Vlaardingen 2005 tot en met 2007 Totaal aantal overlastmeldingen
30
700
25
600 500
20
400 15 300 10
200
5
100 0
0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2005 2006 2007 Onderzoeksgebied
Vlaardingen
Drugsgerelateerde meldingen Onder overlastmeldingen vallen ook meldingen over drugsoverlast. Deze meldingen worden hier apart behandeld, omdat vaak (al dan niet terecht) een relatie wordt gelegd tussen opvangvoorzieningen en drugs(-gebruikers). Uit figuur 5.6 blijkt dat het onderzoeksgebied de afgelopen drie jaren niet of nauwelijks te maken heeft gehad met drugsproblematiek. Er is in ieder geval maar een minimum aantal drugsgerelateerde meldingen bij de politie binnengekomen. In het onderzoeksgebied gaat het om 11 meldingen in drie jaar, gemiddeld nog niet eens 1 melding per kwartaal. In heel Vlaardingen gaat het om 105 meldingen gedurende drie jaar, gemiddeld 9 per kwartaal. Hoewel het aantal meldingen per kwartaal nogal schommelt, lijkt er in heel Vlaardingen sprake van een afname van het aantal drugsgerelateerde meldingen.
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
35
Figuur 5.6
Drugsgerelateerde meldingen, onderzoeksgebied en heel Vlaardingen 2005 tot en met 2007 Totaal aantal drugsgerelateerde meldingen
16 14 12 10 8 6 4 2 0 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2005 2006 2007 Onderzoeksgebied
5.2
Vlaardingen
Mate van mobiliteit
Aan de hand van gegevens over het aantal verhuizingen uit de gemeentelijke basisadministratie van Vlaardingen en CBS-cijfers is gekeken naar de mate van mobiliteit in het onderzoeksgebied en in heel Vlaardingen over het jaar 2006. De mate van mobiliteit is als volgt berekend: Voor de geselecteerde periode (2006) is gekeken naar het totaal aantal verhuisde personen binnen het gebied (kolom 1) én het totaal aantal verhuisde personen uit het gebied (kolom 3). Deze aantallen zijn vervolgens gedeeld door het aantal inwoners van het gebied (gemiddelde tussen 01-01-2006 en 01-01-2007) en met 1.000 vermenigvuldigd. De getallen die hier uit komen, staan voor het aantal verhuisde personen per 1.000 inwoners binnen het gebied (kolom 2) en uit het gebied (kolom 4). Door deze twee getallen vervolgens bij elkaar op te tellen, ontstaat er voor het hele gebied een mobiliteitscijfer (kolom 5). Zie de tabellen 5.1 en 5.2 voor een overzicht. Tabel 5.1
aantal verhuisde
totaal per
aantal verhuisde
totaal per
totale
personen binnen gebied
1.000 inwoners
personen uit gebied
1.000 inwoners
mobiliteitscijfer
4.206
58,4
3.089
42,9
101,3
Tabel 5.2
36
Mobiliteitscijfer gemeente Vlaardingen, 2006 (gemiddeld aantal inwoners: 72.007)
Mobiliteitscijfer onderzoeksgebied, 2006 (gemiddeld aantal inwoners: 2.113)
aantal verhuisde
totaal per
aantal verhuisde
totaal per
totale
personen binnen gebied
1.000 inwoners
personen uit gebied
1.000 inwoners
mobiliteitscijfer
18
8,5
237
112,2
120,7
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Zoals uit tabel 5.1 blijkt, was het totale mobiliteitscijfer voor de gemeente Vlaardingen in 2006 101,3. Dit betekent dus dat in 2006 per 1.000 inwoners van Vlaardingen er iets meer dan 100 zijn verhuisd, dan wel binnen Vlaardingen, dan wel uit Vlaardingen. In het onderzoeksgebied was de mate van mobiliteit in 2006 hoger dan in heel Vlaardingen: per 1.000 inwoners van het onderzoeksgebied verhuisden er 120, waarvan de meeste uit het onderzoeksgebied (tabel 5.2). Van degenen die uit het onderzoeksgebied zijn verhuisd, is overigens 49% ergens anders in Vlaardingen gaan wonen. De overige 51% heeft Vlaardingen helemaal verlaten.
5.3
Transacties op de koopmarkt
De transacties op de koopmarkt worden bekeken aan de hand van een gegevensbestand van NVM makelaars. In dit bestand zit het aantal transacties, de gemiddelde verkoopprijs, de gemiddelde prijsontwikkeling, de gemiddelde prijs per m2, de gemiddelde prijsontwikkeling per m2 en de gemiddelde looptijd (tijd dat de woningen te koop staan) in dagen. Aangezien er in het onderzoeksgebied vrijwel alleen maar meergezinswoningen (zie definitie op pagina 7) staan, worden eengezinswoningen hier buiten beschouwing gelaten. Aan de hand van de gegevens uit de tabellen 5.3 en 5.4 kunnen de volgende conclusies getrokken worden: •
Van 2004 tot en met het derde kwartaal van 2007 zijn er in het onderzoeksgebied 141 transacties van koopwoningen geweest. In overig Vlaardingen was het aantal transacties met 1.527 meer dan tien keer zo hoog.
•
In de periode tussen 2004 en het derde kwartaal van 2007 is de gemiddelde verkoopprijs van meergezinswoningen in het onderzoeksgebied met 12,7% gestegen, van € 111.833 in 2004 tot € 126.024 in het derde kwartaal van 2007. In overig Vlaardingen is de gemiddelde verkoopprijs in dezelfde periode gestegen met 3,8%, van € 131.962 in 2004 tot € 136.986 in het derde kwartaal van 2007. In bijna drie jaar tijd is de gemiddelde verkoopprijs van meergezinswoningen in het onderzoeksgebied dus met bijna 10% meer gestegen dan de gemiddelde verkoopprijs van meergezinswoningen in de rest van Vlaardingen.
•
De gemiddelde prijs per m2 is in de onderzochte periode in het onderzoeksgebied gestegen met 9,3%. Kostte een m2 in een meergezinswoning in 2004 in het onderzoeksgebied nog € 1.324, eind 2007 was dat gestegen naar € 1.447. In overig Vlaardingen steeg de prijs per m2 met één procentpunt minder, van € 1.572 naar € 1.702. Met uitzondering van 2006, toen de prijs per m2 in het onderzoeksgebied daalde, liep de ontwikkeling van de prijs per m2 vrijwel gelijk op: het verschil tussen het onderzoeksgebied en overig Vlaardingen lag steeds rond de € 250.
•
De gemiddelde looptijd van de meergezinswoningen in het onderzoeksgebied is tussen 2004 en 2007 met 66,3% gestegen: in 2004 stonden meergezinswoningen hier gemiddeld nog 95 dagen te koop, eind 2007 was dit opgelopen tot 158 dagen. Ook in overig Vlaardingen is de gemiddelde looptijd van meergezinswoningen gestegen, zij het minder hard: van 91 dagen begin 2004 tot 135 dagen eind 2007. Dat is een stijging van 48,4%.
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
37
Transacties koopmarkt onderzoeksgebied, 2004 t/m 2007 (3e kw.)
Tabel 5.3
2004
2005
2006
2007
totaal
-aantal transacties
39
40
31
31
141
-gem. verkoopprijs
€ 111.833
€ 118.854
€ 118.882
€ 126.024
+ 6,3%
0,0%
+ 6,0%
€ 1.401
€ 1.318
€ 1.447
+ 5,8%
- 5,9%
+ 9,8%
-gem. prijsontwikkeling -gem. prijs / m2
€ 1.324
-gem. prijsontwikkeling / m2 -gem. looptijd / dgn
95
-gem. looptijdontwikkeling / dgn
140
198
158
+ 47,3%
+ 41,4%
- 20,2%
+ 9,3% + 66,3%
Transacties koopmarkt overig Vlaardingen, 2004 t/m 2007 (3e kw.)
Tabel 5.4
2004
2005
2006
2007
totaal 1.527
-aantal transacties
354
453
432
288
-gem. verkoopprijs
€ 131.962
€ 136.407
€ 137.435
€ 136.986
+ 3,4%
+ 0,8%
- 0,3%
€ 1.650
€ 1.673
€ 1.702
+ 5,0%
+ 1,4%
+ 1,7%
-gem. prijsontwikkeling -gem. prijs / m2
€ 1.527
-gem. prijsontwikkeling / m2 -gem. looptijd / dgn -gem. looptijdontwikkeling / dgn
5.4
+ 12,7%
91
115
119
135
+ 26,4%
+ 3,5%
+ 13,5%
+ 3,8% + 8,3% + 48,4%
Ontwikkeling WOZ-waarde koopwoningen
Aan de hand van gegevens van de afdeling gemeentebelastingen van de gemeente Vlaardingen is gekeken naar de waardeontwikkeling van koopwoningen tussen de data 01-012003 (waardepeildatum 01-01-1999) en 01-01-2005 (waardepeildatum 01-01-2003). Daarbij is weer een onderscheid gemaakt tussen het onderzoeksgebied en overig Vlaardingen. In het onderzoeksgebied gaat het om 200 objecten, in overig Vlaardingen om ongeveer 19.500 objecten. Allereerst worden de cijfers per gebied vergeleken, daarna wordt verder ingezoomd op het onderzoeksgebied. Ontwikkeling WOZ-waarde in het onderzoeksgebied en overig Vlaardingen Om de ontwikkeling van de WOZ-waarde van de koopwoningen in beeld te brengen is gebruik gemaakt van de gemiddelde WOZ-waarde van alle koopwoningen in het gebied. Dit gemiddelde is berekend op basis van de bestanden van de gemeente Vlaardingen. In tabel 5.5 is te zien dat de WOZ-waarde van de 200 objecten in het onderzoeksgebied in 2003 varieerde van € 54.000 tot € 199.000. De gemiddelde WOZ-waarde was € 103.865. Twee jaar later, op peildatum 01-01-2005 varieerde de WOZ-waarde in het onderzoeksgebied van € 95.000 tot € 221.000. De gemiddelde WOZ-waarde kwam toen uit op € 116.075. Dit houdt in dat de WOZ-waarde in het onderzoeksgebied in twee jaar tijd is gestegen met 11,8%. In overig Vlaardingen (+/- 19.500 objecten) varieerde de WOZ-waarde in 2003 tussen € 5.000 en € 1.495.000. De gemiddelde WOZ-waarde in dat jaar was € 125.454. In 2005 varieerde de WOZ-waarde van € 23.000 tot € 1.548.000, met een gemiddelde waarde van € 135.686. Voor overig Vlaardingen betekent dit een stijging van de WOZ-waarde in twee jaar tijd met 8,2%. 38
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Ter vergelijking: in de periode 2003 – 2005 steeg de WOZ-waarde van woningen in de hele NVM-regio Rotterdam met 5,4% en in heel Nederland met 6,7%. Zowel de gemiddelde WOZwaarde van de woningen in het onderzoeksgebied als de gemiddelde WOZ-waarde in overig Vlaardingen is dus sterker gestegen dan de gemiddelde WOZ-waarde in de regio en in heel Nederland. Voor Vlaardingen geldt dat de gemiddelde WOZ-waarde in het onderzoeksgebied in de periode 2003 – 2005 met ruim 3% meer is gestegen dan in overig Vlaardingen. Tabel 5.5 Ontwikkeling WOZ-waarde onderzoeksgebied en overig Vlaardingen, 2003 & 2005 Straatnaam
Aantal
Min. WOZ-
Max. WOZ-
Gem. WOZ-
Verschil 2003 – 2005
Jaar
objecten
waarde
waarde
waarde
Onderzoeksgebied
2003
200
€ 54.000
€ 199.000
€ 103.865
2005
200
€ 95.000
€ 221.000
€ 116.075
Overig Vlaardingen
2003
19.480
€ 5.000
€ 1.495.000
€ 125.454
2005
19.589
€ 23.000
€ 1.548.000
€ 135.686
+ 11,8% + 8,2%
Ontwikkeling WOZ-waarde per straat in het onderzoeksgebied Om na verloop van tijd de eventuele invloed van de opvangvoorziening zo specifiek mogelijk in kaart te kunnen brengen, is in het onderzoeksgebied gekeken naar de ontwikkeling van de WOZ-waarde per straat. Uit tabel 5.6 blijkt dat de WOZ-waarde in alle afzonderlijke straten is gestegen in de periode van 2003 tot 2005. De sterkste gemiddelde stijging heeft zich voorgedaan in de Mercuriusstraat: + 38,7%. De oorzaak hiervan is de bijna verdubbeling van de WOZ-waarde van één van de slechts twee objecten in deze straat. Zie voor een compleet overzicht de tabel. Tabel 5.6 Ontwikkeling WOZ-waarde onderzoeksgebied per straat, 2003 & 2005 Straatnaam
Aantal
Min. WOZ-
Max. WOZ-
Gem. WOZ-
Verschil
Jaar
objecten
waarde
waarde
waarde
2003 – 2005
2003
5
€ 91.000
€ 199.000
€ 159.800
2005
5
€ 108.000
€ 214.000
€ 175.200
Chopinstraat
2003
25
€ 86.000
€ 108.000
€ 95.440
2005
25
€ 96.000
€ 126.000
€ 111.320
Mendelssohnplein
2003
20
€ 102.000
€ 156.000
€ 115.600
2005
20
€ 116.000
€ 172.000
€ 127.900
Mercuriusstraat
2003
2
€ 54.000
€ 96.000
€ 75.000
2005
2
€ 104.000
€ 104.000
€ 104.000
Nijverheidsstraat
2003
2
€ 83.000
€ 83.000
€ 83.000
2005
2
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
2003
17
€ 90.000
€ 107.000
€ 95.824
2005
17
€ 106.000
€ 125.000
€ 112.529
2003
22
€ 88.000
€ 197.000
€ 116.727
2005
22
€ 104.000
€ 221.000
€ 135.091
Van Beethovensingel
2003
92
€ 85.000
€ 124.000
€ 99.989
2005
92
€ 95.000
€ 130.000
€ 108.326
Wagnerstraat
2003
15
€ 90.000
€ 136.000
€ 104.267
2005
15
€ 105.000
€ 140.000
€ 115.933
Bachstraat
Parallelweg Sweelinckstraat
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
+ 9,6% + 16,6% + 10,6% + 38,7% + 20,5% + 17,4% + 15,7% + 8,3% + 11,2%
39
40
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Bijlagen
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
41
42
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
BIJLAGE I
VRAGENLIJSTEN Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen -vragenlijst bewoners-
Voordat u begint met het invullen van deze vragenlijst… • • • • •
Wilt u het antwoord dat voor u van toepassing is aankruisen Kruis steeds één antwoord per vraag aan, tenzij anders is aangegeven Schrijf uw antwoorden duidelijk binnen de vakjes Let goed op doorverwijzingen. Soms kunt u een vraag overslaan als die niet voor u van toepassing is Uw antwoorden zullen anoniem worden verwerkt
Eerst enkele vragen over uw eigen buurt 1.
Hoe lang woont u al in deze buurt? minder dan twee jaar tussen 2 en 5 jaar tussen 5 en 10 jaar 10 jaar of langer
2.
Vindt u de buurt waarin u woont een zeer prettige, prettige, onprettige of zeer onprettige buurt om in te wonen? zeer prettig prettig niet prettig, niet onprettig onprettig zeer onprettig
3.
Hieronder volgen enkele stellingen die betrekking hebben op uw directe woonomgeving. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het met de stellingen eens bent? helemaal eens neutraal oneens helemaal eens oneens Het is vervelend om in deze buurt te wonen Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen De mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen 43 Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
4.
Wat vindt u van …? goed
matig
slecht
weet niet
Het onderhoud van het straatmeubilair (verlichting, bankjes, hekjes) in uw buurt De snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud op straat wordt hersteld De kwaliteit van het onderhoud en herstel van schade op straat Het onderhoud van groen in uw buurt 5.
Kunt u de volgende kenmerken van uw buurt een rapportcijfer tussen de 1 (slecht) en 10 (goed) geven? Rapportcijfer schoonheid / netheid van de buurt speelruimte voor kinderen groenvoorzieningen parkeergelegenheid in de buurt rust en ruimte horecavoorzieningen in de buurt tevredenheid over de buren veiligheid in de buurt uw eigen straat de buurt in zijn geheel
6.
44
Bent u van plan om binnen twee jaar te gaan verhuizen? nee -> ga door naar vraag 8 misschien ja ik ga binnenkort verhuizen weet ik niet
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
7.
Indien u (misschien) van plan bent om binnen twee jaar te gaan verhuizen: waarom wilt u gaan verhuizen? (meerdere antwoorden mogelijk) voor mijn gezondheid voor studie of werk vanwege veranderingen in het huishouden (samenwonen/scheiden/gezinsuitbreiding) vanwege de woning (te groot/te klein/etc.) door overlast in de buurt/woonomgeving voor een betere bereikbaarheid (openbaar vervoer/uitvalswegen) voor minder parkeerdruk (auto kwijt kunnen in de buurt) ik wil dichter bij familie/vrienden/kennissen wonen anders, namelijk
geen antwoord 8.
Voelt u zich wel eens onveilig? ja nee -> ga door naar vraag 10
9.
Voelt u zich wel eens onveilig in uw eigen buurt? vaak soms zelden nooit -> ga door naar vraag 11
10.
Kunt u aangeven waardoor u zich onveilig voelt in uw eigen buurt? (meerdere antwoorden mogelijk) slecht verlichte / donkere plekken stille / afgelegen plekken vernielingen gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s) groepen jongeren drugsgebruikers zwervers / alcoholisten buren / omwonenden criminaliteit groenvoorzieningen / dichte bebossing / etc. graffiti anders, namelijk
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
45
11.
Vindt u dat de buurt waarin u woont, het afgelopen jaar vooruit of achteruit is gegaan? vooruit gegaan achteruit gegaan gelijk gebleven
12.
Denkt u dat de buurt waarin u woont, de komende jaren vooruit of achteruit zal gaan? vooruit -> ga door naar vraag 14 blijft gelijk -> ga door naar vraag 14 achteruit
13.
Als u denkt dat de buurt waarin u woont de komende jaren achteruit zal gaan, waarom denkt u dat dan?
14.
Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen in uw buurt die aangepakt moeten worden? (maximaal 3 antwoorden)
15.
Vindt u dat de gemeente Vlaardingen voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken? ja nee weet niet
46
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
De gemeente Vlaardingen is voornemens in 2009 het voormalige GAK-gebouw aan de Nijverheidsstraat in gebruik te nemen voor de opvang van dak- en thuislozen uit de regio Nieuwe Waterweg Noord. De opvang zal ruimte bieden aan de begeleiding en verzorging van maximaal 60 personen, in de vorm van een sociaal pension van maximaal 30 personen en een nachtopvang voor eveneens maximaal 30 personen. 16.
Bent u bekend met dit voornemen deze dak- en thuislozenopvang in 2009 te openen? ja, dat wist ik al nee, dat wist ik nog niet -> ga door naar vraag 20
17.
Hoe bent u (door de gemeente) geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening? (meerdere antwoorden mogelijk) via het huis-aan-huisblad Groot Vlaardingen via de website www.vlaardingen.nl/daklozen via een brief van de gemeente via één van de informatieavonden informeel (van buren, vrienden) anders, namelijk
18.
Vindt u dat u door de gemeente Vlaardingen voldoende bent geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening? ja -> ga door naar vraag 20 nee
19.
Als u vindt dat u niet voldoende bent geïnformeerd door de gemeente, kunt u dan aangeven waarom u dat vindt?
20.
Denkt u dat deze voorziening voor overlast in de buurt zal gaan zorgen? ja misschien nee
21.
Denkt u dat de voorziening invloed zal hebben op de leefbaarheid in de buurt? ja misschien nee
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
47
22.
Wist u dat er een klankbordgroep van bewoners en ondernemers bestaat die samen met de gemeente en de regiopolitie afspraken heeft gemaakt over de toekomstige opvangvoorziening voor dak- en thuislozen? ja, dat wist ik al nee, dat wist ik nog niet weet niet / geen antwoord
Tot slot nog enkele algemene vragen 23.
Bent u een man of een vrouw? man vrouw
24.
In welk jaar bent u geboren?
1
9
Heeft u tenslotte nog vragen of opmerkingen?
Wij danken u vriendelijk voor uw medewerking. U kunt de vragenlijst terugsturen in de bijgevoegde antwoordenveloppe. U hoeft geen postzegel op de enveloppe te plakken.
48
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen -vragenlijst bedrijvenVoordat u begint met het invullen van deze vragenlijst… • • • • •
Wilt u het antwoord dat voor u van toepassing is aankruisen Kruis steeds één antwoord per vraag aan, tenzij anders is aangegeven Schrijf uw antwoorden duidelijk binnen de vakjes Let goed op doorverwijzingen. Soms kunt u een vraag overslaan als die niet voor u van toepassing is Uw antwoorden zullen anoniem worden verwerkt
Eerst enkele vragen over uw bedrijf 1.
Hoe lang is uw bedrijf al in deze buurt gevestigd? minder dan twee jaar tussen 2 en 5 jaar tussen 5 en 10 jaar 10 jaar of langer weet niet
2.
Hoeveel mensen werken er bij uw bedrijf? alleen ikzelf minder dan 5 tussen de 5 en 10 tussen de 10 en 20 meer dan 20
3.
Bent u van plan om binnen twee jaar met uw bedrijf uit deze buurt te verhuizen? nee -> ga door naar vraag 5 misschien ja ik ga binnenkort verhuizen weet ik niet -> ga door naar vraag 5
4.
Waarom bent u (misschien) van plan om binnen twee jaar met uw bedrijf uit deze buurt te verhuizen of gaat u sowieso verhuizen?
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
49
Nu volgen enkele vragen over de buurt waarin uw bedrijf gevestigd is 5.
Vindt u de buurt waarin u werkt een zeer prettige, prettige, onprettige, of zeer onprettige buurt om in te werken? zeer prettig prettig niet prettig, niet onprettig onprettig zeer onprettig
6.
Wat vindt u van …? goed
matig
slecht
weet niet
Het onderhoud van het straatmeubilair (verlichting, bankjes, hekjes) in de buurt waarin u werkt De snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud op straat wordt hersteld De kwaliteit van het onderhoud en herstel van schade op straat Het onderhoud van groen in de buurt waarin u werkt
7.
Voelt u zich voor, tijdens of na uw werk wel eens onveilig in de buurt waarin u werkt? vaak soms zelden nooit -> ga door naar vraag 9
8.
Kunt u aangeven waardoor u zich onveilig voelt in de buurt waarin u werkt? (meerdere antwoorden mogelijk) slecht verlichte / donkere plekken stille / afgelegen plekken vernielingen gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s) groepen jongeren drugsgebruikers zwervers / alcoholisten buren / omwonenden criminaliteit groenvoorzieningen / dichte bebossing / etc. graffiti anders, namelijk
50
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
9.
Vindt u dat de buurt waarin u werkt, het afgelopen jaar vooruit of achteruit is gegaan? vooruit gegaan achteruit gegaan gelijk gebleven
10.
Denkt u dat de buurt waarin u werkt, de komende jaren vooruit of achteruit zal gaan? vooruit -> ga door naar vraag 12 blijft gelijk -> ga door naar vraag 12 achteruit
11.
Als u denkt dat de buurt waarin u werkt de komende jaren achteruit zal gaan, waarom denkt u dat dan?
12.
Wat zijn de volgens u de belangrijkste problemen in de buurt die aangepakt moeten worden? (maximaal 3 antwoorden)
13.
Vindt u dat de gemeente Vlaardingen voldoende doet om ondernemers bij veranderingen in de buurt te betrekken? ja nee weet niet
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
51
De gemeente Vlaardingen is voornemens in 2009 het voormalige GAK-gebouw aan de Nijverheidsstraat in gebruik te nemen voor de opvang van dak- en thuislozen uit de regio Nieuwe Waterweg Noord. De opvang zal ruimte bieden aan de begeleiding en verzorging van maximaal 60 personen, in de vorm van een sociaal pension van maximaal 30 personen en een nachtopvang voor eveneens maximaal 30 personen. 14.
Bent u bekend met dit voornemen deze dak- en thuislozenopvang in 2009 te openen? ja, dat wist ik al nee, dat wist ik nog niet -> ga door naar vraag 18
15.
Hoe bent u (door de gemeente) geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening? (meerdere antwoorden mogelijk) via het huis-aan-huisblad Groot Vlaardingen via de website www.vlaardingen.nl/daklozen via een brief van de gemeente via één van de informatieavonden informeel (bv. van collega-ondernemers) anders, namelijk
16.
Vindt u dat u door de gemeente Vlaardingen voldoende bent geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening? ja -> ga door naar vraag 18 nee
17.
Als u vindt dat u niet voldoende bent geïnformeerd door de gemeente, kunt u dan aangeven waarom u dat vindt?
18.
Denkt u dat deze voorziening voor overlast in de buurt zal gaan zorgen? ja misschien nee
19.
Denkt u dat de voorziening invloed zal hebben op de leefbaarheid in de buurt? ja misschien nee
52
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
20.
Denkt u dat de voorziening van invloed zal zijn op uw bedrijfsvoering? ja misschien nee -> ga door naar vraag 22
21.
Indien u denkt dat de voorziening (misschien) van invloed zal zijn op uw bedrijfsvoering: denkt u dat deze invloed positief of negatief zal zijn? positief negatief
Ruimte voor toelichting:
22.
Wist u dat er een klankbordgroep van bewoners en ondernemers bestaat die samen met de gemeente en de regiopolitie afspraken heeft gemaakt over de toekomstige opvangvoorziening voor dak- en thuislozen? ja, dat wist ik al nee, dat wist ik nog niet
Tot slot nog enkele algemene vragen 23.
Bent u een man of een vrouw? man vrouw
24.
In welk jaar bent u geboren?
1
9
Heeft u tenslotte nog vragen of opmerkingen?
Wij danken u vriendelijk voor uw medewerking. U kunt de vragenlijst terugsturen in de bijgevoegde antwoordenveloppe. U hoeft geen postzegel op de enveloppe te plakken. Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
53
54
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
BIJLAGE II
RECHTE TELLINGEN HUISHOUDENS aantal
%
Hoe lang woont u al in de buurt? -minder dan twee jaar
26
9%
-tussen 2 en 5 jaar
49
16%
-tussen 5 en 10 jaar -10 jaar of langer
71
24%
153
51%
Hoe vindt u de buurt om in te wonen? -(zeer) prettig
208
70%
-niet prettig, niet onprettig
72
24%
-(zeer) onprettig
17
6%
Het is vervelend om in deze buurt te wonen -(helemaal) eens
18
6%
-neutraal
55
19%
225
75%
-(helemaal) eens
112
38%
-neutraal
128
43%
58
19%
93
31%
120
40%
84
28%
-(helemaal) eens
136
46%
-neutraal
108
37%
52
17%
-(helemaal) eens
92
31%
-neutraal
84
28%
123
41%
-(helemaal) eens
150
51%
-neutraal
112
38%
34
11%
69
23%
-(helemaal) oneens Als je in deze buurt woont, heb je het goed getroffen
-(helemaal) oneens Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is -(helemaal) eens -neutraal -(helemaal) oneens Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen
-(helemaal) oneens De mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks
-(helemaal) oneens De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om
-(helemaal) oneens Als het maar enigszins mogelijk is, ga ik uit deze buurt verhuizen -(helemaal) eens -neutraal -(helemaal) oneens Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
60
20%
169
57%
55
aantal
%
-goed
105
35%
-matig
132
44%
-slecht
53
18%
9
3%
-goed
74
25%
-matig
141
47%
-slecht
55
19%
-weet niet
28
9%
-goed
103
34%
-matig
120
40%
-slecht
48
16%
-weet niet
28
9%
-goed
140
47%
-matig
96
32%
-slecht
57
19%
6
2%
Wat vindt u van: Het onderhoud van straatmeubilair?
-weet niet De snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud wordt hersteld?
De kwaliteit van het onderhoud en herstel van schade op straat?
Het onderhoud van groen in uw buurt?
-weet niet Bent u van plan binnen twee jaar te gaan verhuizen? -nee
139
48%
-misschien
71
24%
-ja
48
16%
-ik ga binnenkort verhuizen
13
5%
-weet ik niet
19
7%
-vanwege de woning
58
100%
-voor minder parkeerdruk
49
100%
Waarom wilt u gaan verhuizen?
-door overlast in de buurt
45
100%
-vanwege veranderingen in het huishouden
42
100%
-voor mijn gezondheid
16
100%
-ik wil dichter bij familie, vrienden, kennissen wonen
9
100%
-voor studie of werk
7
100%
-voor een betere bereikbaarheid
1
100%
36
100%
-anders
56
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
aantal
%
-ja
112
38%
-nee
184
62%
-vaak
15
14%
-soms
69
66%
-zelden
17
16%
3
3%
Voelt u zich wel eens onveilig?
Voelt u zich wel eens onveilig in uw eigen buurt?
-nooit Kunt u aangeven waardoor u zich onveilig voelt in uw eigen buurt? -groepen jongeren
58
100%
-slechte verlichte / donkere plekken
46
100%
-vernielingen
31
100%
-zwervers / alcoholisten
30
100%
-gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s)
28
100%
-criminaliteit
27
100%
-stille / afgelegen plekken
22
100%
-drugsgebruikers
21
100%
-groenvoorzieningen / dichte bebossing / etc.
18
100%
-buren / omwonenden
16
100%
-graffiti
4
100%
-anders
23
100%
Vindt u de buurt waarin u woont, het afgelopen jaar vooruit of achteruit is gegaan? -vooruit gegaan
20
7%
-achteruit gegaan
103
35%
-gelijk gebleven
174
59%
12
4%
Denkt u dat de buurt waarin u woont, het komende jaar vooruit of achteruit zal gaan? -vooruit -blijft gelijk
91
31%
-achteruit
192
65%
-ja
100
34%
-nee
105
36%
88
30%
280
93%
20
7%
Vindt u dat de gemeente Vlaardingen voldoende doet om bewoners te betrekken?
-weet niet Bent u bekend met het voornemen om een dak- en thuislozenopvang te openen? -ja, dat wist ik al -nee, dat wist ik nog niet
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
57
aantal
%
Hoe bent u geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening? -via een brief van de gemeente
186
100%
-via het huis-aan-huisblad Groot Vlaardingen
130
100%
-informeel (van buren / vrienden)
97
100%
-via één van de informatieavonden
48
100%
-via de website www.vlaardingen.nl/daklozen
6
100%
15
100%
-ja
162
62%
-nee
101
38%
213
71%
-misschien
72
24%
-nee
14
5%
-anders Vindt u dat u hier voldoende over bent geïnformeerd door de gemeente Vlaardingen?
Denkt u dat deze voorziening voor overlast in de buurt zal gaan zorgen? -ja
Denkt u dat de voorziening invloed zal hebben op de leefbaarheid in de buurt? -ja
209
70%
-misschien
75
25%
-nee
16
5%
-ja, dat wist ik al
154
53%
-nee, dat wist ik nog niet
113
39%
26
9%
-man
145
49%
-vrouw
150
51%
Wist u van het bestaan van een klankbordgroep van bewoners en ondernemers?
-weet niet / geen antwoord Geslacht
Leeftijd -t/m 24 jaar
16
5%
-25 t/m 44 jaar
157
52%
-45 t/m 64 jaar
76
25%
-65 jaar en ouder
52
17%
58
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
BIJLAGE III
RECHTE TELLINGEN BEDRIJVEN aantal
%
-minder dan twee jaar
1
4%
-tussen 2 en 5 jaar
1
4%
Hoe lang is uw bedrijf al in deze buurt gevestigd?
-tussen 5 en 10 jaar -10 jaar of langer
3
13%
18
78%
Hoeveel mensen werken er bij uw bedrijf? -alleen ikzelf
4
17%
10
44%
-tussen de 5 en 10
5
22%
-tussen de 10 en 20
1
4%
-meer dan 20
3
13%
-minder dan 5
Bent u van plan binnen twee jaar met uw bedrijf uit de buurt te gaan verhuizen? -nee
17
74%
-misschien
5
22%
-ja
0
0%
-ik ga binnenkort verhuizen
0
0%
-weet ik niet
1
4%
Hoe vindt u de buurt om in te werken? -(zeer) prettig
18
78%
-niet prettig, niet onprettig
4
17%
-(zeer) onprettig
1
4%
-goed
6
26%
-matig
9
39%
-slecht
8
35%
-weet niet
0
0%
-goed
8
36%
-matig
5
23%
-slecht
8
36%
-weet niet
1
5%
-goed
6
26%
-matig
7
30%
-slecht
10
44%
0
0%
Wat vindt u van: Het onderhoud van straatmeubilair?
De snelheid waarmee schade of achterstallig onderhoud wordt hersteld?
De kwaliteit van het onderhoud en herstel van schade op straat?
-weet niet
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
59
aantal
%
-goed
8
35%
-matig
7
30%
-slecht
8
35%
-weet niet
0
0%
Het onderhoud van groen in uw buurt
Voelt u zich voor, tijdens of na uw werk wel eens onveilig in de buurt? -vaak
0
0%
-soms
9
39%
-zelden
6
26%
-nooit
8
35%
-slecht verlichte / donkere plekken
8
100%
-stille / afgelegen plekken
6
100%
-vernielingen
5
100%
Kunt u aangeven waardoor u zich wel eens onveilig voelt?
-criminaliteit
5
100%
-gevaarlijke kruispunten / verkeerssituatie(s)
4
100%
-graffiti
2
100%
-groepen jongeren
1
100%
-zwervers / alcoholisten
1
100%
-buren / omwonenden
1
100%
-anders
2
100%
Vindt u de buurt waarin u werkt, het afgelopen jaar vooruit of achteruit is gegaan? -vooruit gegaan
4
17%
10
44%
9
39%
-vooruit
3
13%
-blijft gelijk
4
17%
-achteruit
16
70%
6
27%
11
50%
5
23%
21
91%
2
9%
-achteruit gegaan -gelijk gebleven Denkt u dat de buurt waarin u werkt, het komende jaar vooruit of achteruit zal gaan?
Vindt u dat de gemeente Vlaardingen voldoende doet om ondernemers te betrekken? -ja -nee -weet niet Bent u bekend met het voornemen om een dak- en thuislozenopvang te openen? -ja, dat wist ik al -nee, dat wist ik nog niet
60
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
aantal
%
-via een brief van de gemeente
14
100%
-via het huis-aan-huisblad Groot Vlaardingen
Hoe bent u geïnformeerd over de mogelijke komst van de opvangvoorziening? 11
100%
-informeel (van buren / vrienden)
8
100%
-via één van de informatieavonden
4
100%
-via de website www.vlaardingen.nl/daklozen
1
100%
-anders
1
100%
-ja
11
52%
-nee
10
48%
Vindt u dat u hier voldoende over bent geïnformeerd door de gemeente Vlaardingen?
Denkt u dat deze voorziening voor overlast in de buurt zal gaan zorgen? -ja
15
65%
-misschien
7
30%
-nee
1
4%
15
65%
-misschien
8
35%
-nee
0
0%
15
65%
-misschien
3
13%
-nee
5
22%
Denkt u dat de voorziening invloed zal hebben op de leefbaarheid in de buurt? -ja
Denkt u dat de voorziening van invloed zal zijn op uw bedrijfsvoering? -ja
Denkt u dat deze invloed positief of negatief zal zijn? -positief
0
0%
-negatief
18
100%
17
74%
-nee, dat wist ik nog niet
5
22%
-weet niet / geen antwoord
1
4%
Wist u van het bestaan van een klankbordgroep van bewoners en ondernemers? -ja, dat wist ik al
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
61
62
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
BIJLAGE IV
Cijfers aangiften en meldingen politie 1e kw 2005
Aangiften
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Geweld
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Vernielingen
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Overlastmeldingen
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Drugs
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Diefstal
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Aangiften
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Geweld
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Vernielingen
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Overlastmeldingen
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Drugs
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Diefstal
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Aangiften
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Geweld
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Vernielingen
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Overlastmeldingen
Onderzoeksgebied
Diefstal
4e kw 2005
Totaal 2005
12
13
21
22
68
417
415
546
531
1.909
7
7
2
7
23
140
165
134
142
581
3
2
4
13
22
238
203
219
237
897
10
9
11
16
46
369
356
446
581
1.752
0
1
1
1
3
15
8
7
7
37
4
8
5
6
23
176
193
204
181
754
1e kw 2006
2e kw 2006
3e kw 2006
4e kw 2006
Totaal 2006
18
10
18
23
69
440
383
427
483
1.733
3
8
7
2
20
130
138
154
139
561
6
8
6
6
26
297
235
242
258
1.032
13
14
26
5
58
574
583
572
424
2.153
1
0
2
1
4
11
9
7
12
39
5
6
3
9
23
145
172
150
163
630
1e kw 2007
2e kw 2007
3e kw 2007
4e kw 2007
Totaal 2007
19
24
11
10
64
417
420
300
385
1.522
7
4
4
7
22
131
132
120
129
512
5
7
3
6
21
306
240
172
234
952
12
26
10
12
60
489
497
407
1.742
Onderzoeksgebied
0
1
2
1
4
Vlaardingen
7
9
5
8
29
Onderzoeksgebied Vlaardingen
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
3e kw 2005
349
Vlaardingen Drugs
2e kw 2005
5
4
4
5
18
181
150
162
161
654
63
64
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
Publicatieoverzicht COS Titel rapport (uitgave)
jaar
Algemeen Feitenkaart Omnibusenquête 2007 Kerncijfers Rotterdam 2007 Staat van Rotterdam 2007 Feijenoord in beeld Handleiding voor het opstellen van meetbare doelstellingen Monitor Prins Alexander 2005 Binnenstadsmonitor 2005 Feitenkaart Rotterdam in Europees perspectief Staat van de Jeugd
2007 2007 2007 2007 2006 2006 2005 2004 2004
Arbeid en Inkomen De Rotterdamse marktbezoeker 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Feitenkaart Rotterdamse kantorenmarkt per 1 januari 2007 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2004 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam op deelgemeente- en buurtniveau 2004 Monitor lage inkomens Delft. 1e meting Inventarisatie bedrijventerreinen regio Rotterdam Monitor Gemeentelijke Lastendruk Rotterdam, 2003-2006 Rotterdammers over werken bij de gemeente 2005 Feitenkaart economie en arbeidsmarkt in Rotterdam Economische statistiek per deelgemeente Monitor vraagzijde arbeidsmarkt havengebonden cluster, Rijnmond. Een pilot.
2007 2007 2007 2007 2006 2006 2006 2005 2005 2004 2004
Bevolkingsgroepen Chinezen in Rotterdam Monitor allochtone ouderen IJsselmonde Minderhedenmonitor 2003. Integratie en inburgering Sociale integratie en de islam in Rotterdam Emancipatiemonitor Rotterdam 2004 Lus di Trafiko in 2003. Het jaar van de uitvoering Feitenkaart kerncijfers Antillianen in Rotterdam
2006 2005 2004 2004 2004 2004 2004
Communicatie en klanttevredenheid Tevredenheidsmeting Feijenoord 2007 Rotterdammers over de gemeentelijke dienstverlening 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Kijk- en Luisteronderzoek SLOR 2006 Gebruik en waardering JOS Intranet Stadswinkel op voorhand Rapportage Mediagebruik Rotterdamse Ambtenaren Communicatie wijkveiligheid. Effectmeting maart 2005. Tussendijken Communicatie wijkveiligheid. Effectmeting maart 2005. Middelland Communicatie wijkveiligheid. Effectmeting september 2004 Spangen Klanten over het City Informatie Centrum
2007 2007 2007 2006 2006 2005 2005 2005 2004 2004
Demografie Bevolkingsprognose Rotterdam 2025 Trendprognose Rotterdam 2020 De bevolkingsontwikkeling van Rotterdam 2003-2004
2007 2006 2004
Kunst en cultuur Cultuurparticipatie van Rotterdammers 2005 Klanttevredenheid SKVR Rotterdammers en de bibliotheek 2005 Belangstelling voor opera in Rotterdam 2004
2006 2006 2005 2004
Leefbaarheid en Veiligheid Monitor hot spots Rotterdam, vijfde meting (2007) Nulmeting Monitor CO2-uitstoot Rotterdam, Woningen. Versie september 2007 Rotterdammers over het milieu 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Rotterdammers over singels, sloten en vijvers 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Effectmeting overlast Oude Noorden Beleving luchtkwaliteit onder Rotterdammers 2006 Herkenning van radicalisering Nulmeting Leefbaarheid Opvang Pijnackerstraat Oude Noorden Blokken aan de Laan. Effecten van de fysieke aanpak van twee bouwblokken in de hot spot Dordtselaan
2007 2007 2007 2007 2007 2006 2005 2005 2005
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007
65
Publicatieoverzicht COS (vervolg) Titel rapport (uitgave)
jaar
Onderwijs Leerlingprognoses primair onderwijs Rotterdam 2005 - 2020 Integratie in het primair onderwijs Rotterdam Wonen en leren van volwassenen in de regio Belangstelling Openbaar Daltononderwijs Papendrecht
2006 2005 2005 2004
Politiek en bestuur Rotterdammers over burgerparticipatie 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Feitenkaart Het oordeel van Rotterdammers over het gemeentebestuur voorjaar 2007 Opkomen voor Rotterdam Analyse deelraadsverkiezingen 2006 Analyse gemeenteraadsverkiezingen 2006 Skyline op ooghoogte Feitenkaart negende Belevingsmonitor
2007 2007 2006 2006 2006 2006 2005
Ruimtelijke ordening en verkeer Mobiliteit in Rotterdam, de stadsregio en Nederland 2004-2006 Tevredenheidsonderzoek Evenementenparkeerregeling 2007 Rotterdammers over het verkeer 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Rotterdammers over het openbaar vervoer 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Masterplan Lijnbaanhoven Draagvlakmeting parkeren onder de Noorderhavenkade Belevingsonderzoek groene golf Schiekade/Schieweg Rotterdammers over imagobepalende plekken in de openbare ruimte
2007 2007 2007 2007 2007 2006 2006 2005
Sociaal beleid Jonge moeders in Rotterdam. Stand van zaken 2007 Sociale kaart 2004. Stadsregio Rotterdam
2007 2004
Vrijetijdsbesteding Quick scan Rotterdamse jongeren in hun vrije tijd Rotterdammers in hun vrije tijd 2005 Recreatief bezoek van Rotterdammers aan Rotterdam 2005 Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2005 Relevante trends voor het vrijwilligerswerk in 2020 Rotterdammers in de wintermaanden van 2005 Joffen in Feijenoord.
2006 2006 2006 2006 2006 2005 2005
Welzijn en Volksgezondheid Subsidiëring van welzijnsinstellingen door deelgemeenten en gemeentelijke diensten in Rotterdam, 2007 Sterfte in Rotterdam tijdens de hittegolven in juli 2006
2007 2006
Wonen Kans van Slagen. Monitor Woonruimteverdeling Stadsregio Rotterdam. 2007 kwartaal 3 Monitor Gentrification in pilotgebieden Monitor Woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2006 Monitor woningbouwafspraken stadsregio Rotterdam 2006 Kansen op de sociale huurmarkt in Schiedam 2005 - 2006 Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2004 Bewoners over het nieuwe dure huursegment Monitor Aanbodmodel Rotterdam 2005 Rotterdammers over de verkoop van huurwoningen 2006 Rotterdammers over herstructurering 2006 Evaluatie experiment huisvestingsvergunning Bewonersonderzoek Nesselande
2007 2007 2007 2007 2007 2007 2006 2006 2006 2006 2005 2005
Overig Quick scan objectgebonden vergunningen Evaluatie Flexwerken dS+V Rapportage Warmtekrachtkoppeling Bergschenhoek Rotterdammers en computers 2005 Evaluatie stoelmassage dS+V. Resultaten uit een enquête bij drie dS+V-afdelingen
2007 2006 2005 2005 2004
Bovenstaand overzicht is een greep uit het publicatieaanbod van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek.
Een compleet publicatieoverzicht is te raadplegen op het Internet: www.cos.rotterdam.nl 66
Dak- en thuislozenopvang Vlaardingen Nulmeting 2007