Vestigingsspecifiek Pedagogisch Werkplan Zo aan de Riouwstraat / dagopvang
Inhoudsopgave Vestigingsspecifiek pedagogisch werkplan Voorwoord Inleiding De pedagogische doelstelling van de Zo organisatie Basisdoelen Pedagogische uitgangspunten
1 1 2 2 2 2
Vestigingsspecifieke Werkplan Zo aan de Riouwstraat
3
Stamgroepen Samenstelling stamgroep Vaste gezichten Samenvoegen van stamgroepen Pijlers
3 3 3 3 3
Gesloten deurenbeleid Inleiding Babygroepen Peutergroepen
4 4 4 4
Inrichting volgens Pedagogisch Kader Aansluiten op behoeften van het kind Rol pedagogisch medewerker Slapen
4 4 4 4
Vierogenprincipe Inleiding Babygroepen Peutergroepen Aanspreekcultuur
5 5 5 5 5
Openingstijden en soorten opvang Openingstijden Achterwacht Soorten opvang
6 6 6 6
Fysieke omgeving Inrichting locatie (binnen) Inrichting locatie (buiten)
6 6 6
Activiteitenaanbod Dagritme Thema-activiteiten in zeven speelleergebieden Stimuleren van de zintuigen
7 7 7 7
Zelfredzaamheid stimuleren Peuterplus Regels op de groep
7 8 8
Communicatie met ouders Haal- en brengmomenten Weekoverzicht en nieuwsbrief
8 8 8
Wenbeleid Wennen voor nieuwe kinderen Overstap naar nieuwe groep
8 8 9
Ruildagenbeleid en extra dagen Incidentele extra opvangdagen Ruildagen
9 9 9
Vragen en contactgegevens Zo aan de Riouwstraat
10 10
Vestigingsspecifiek pedagogisch werkplan Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch werkplan van Zo aan de Riouwstraat in Den Haag. Het pedagogisch beleid van Zo Kinderopvang is beschreven in het centraal pedagogisch beleidsplan. Dat beleidsplan is samengevat in de brochure Uw kind, onze zorg meer dan waard. Desgewenst kunt u op aanvraag ook het hele beleidsplan ontvangen van de vestigingsmanager. In dit vestigingsspecifieke plan staan de specifieke zaken van Zo aan de Riouwstraat beschreven, zoals hoe onze locatie eruit ziet, op welke wijze we invulling geven aan het dagprogramma, onze openingstijden, onze dienstverlening en vooral op welke zaken wij verbijzonderen ten opzichte van het centrale pedagogische beleid. Ook kunt u lezen welke activiteiten wij organiseren. Het plan is opgesteld door de vestigingsmanager in samenwerking met de pedagogisch medewerkers van de locatie zelf. Dat zijn degenen die dagelijks met de kinderen werken en daardoor het beste juist die kleine details kunnen benoemen, die nodig zijn om een eigen, veilige en geborgen omgeving te creëren voor de kinderen van waaruit zij zich kunnen ontwikkelen. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van dit vestigingsspecifieke pedagogisch werkplan van Zo aan de Riouwstraat. Mocht u nog vragen hebben, dan staan mijn team en ikzelf graag voor u klaar. Bianca Baltus Vestigingsmanager Zo aan de Riouwstraat.
1
Inleiding Bij Zo kinderopvang werken wij volgens het beleid dat is vastgelegd in ons pedagogisch beleidsplan. Dit centrale beleidsplan is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en voldoet aan onze visie. In dit werkplan benoemen we alleen de zaken waar wij als vestiging in verbijzonderen. Hieronder geven wij kort onze pedagogische doelstelling, de basisdoelen en pedagogische uitgangspunten weer. Voor een uitgebreide beschrijving van het pedagogisch handelen en onze visie, verwijzen wij u naar het centrale pedagogisch beleidsplan.
De pedagogische doelstelling van de Zo organisatie De pedagogische doelstelling van de organisatie is het bieden van hele- en halve dagopvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar, buitenschoolse opvang aan kinderen van 4 tot 12 jaar en avondopvang aan kinderen van 0-4 jaar in een geborgen omgeving met een opvoedingsklimaat die het kind veiligheid en de uitdaging bieden, waarin het individuele kind met zijn of haar eigenheden in de ontwikkeling van zijn of haar persoonlijke en sociale competenties volledig tot ontplooiing kan komen.
Basisdoelen De pedagogische doelstelling van de organisatie is onder te verdelen in vier wettelijke basisdoelen: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van een gevoel van veiligheid aan het kind Het bevorderen van persoonlijke competentie Het bevorderen van sociale competentie Het bijdragen aan socialisatie van het kind: aanbieden van regels, normen en waarden
Pedagogische uitgangspunten Als basis van deze doelstelling hanteert de organisatie de volgende pedagogische uitgangspunten:
Respect voor de individuele ontwikkeling van ieder kind. Een goede samenwerkingsrelatie met de opvoeders c.q. ouders/verzorgers. De opvang in een groep heeft toegevoegde waarde voor de individuele ontwikkeling van kinderen. De pedagogisch medewerk(st)ers hebben een voorbeeldfunctie en een actieve rol in het overdragen van maatschappelijke normen en waarden aan kinderen.
De visie van de organisatie bij het tijdelijk overnemen van de zorg en opvoeding van het kind wordt gevormd door de pedagogische basisdoelen. Ouders kunnen meer informatie over de nadere uitwerking van deze centrale doelstellingen en pedagogische uitgangspunten vinden op de website (www.zokinderopvang.nl).
2
Vestigingsspecifieke Werkplan Zo aan de Riouwstraat Stamgroepen Samenstelling stamgroep Onze vestiging telt vier kinderdagopvanggroepen. We werken met horizontale groepen, zoals in het algemeen beleid is omschreven. Wij hebben twee babygroepen van 0-2 jaar en twee peutergroepen van 2-4 jaar. De twee babygroepen bevinden zich op de begane grond. De twee peutergroepen bevinden zich op de eerste etage. We kiezen één stamgroep voor het kind. 1. Babygroep ‘Ballonnen’, 3 vaste pedagogisch medewerkers volgens Beroepskracht/Kindratio, maximaal 11 kinderen per dag; leeftijdsgroep 0 tot ongeveer 24 maanden 2. Babygroep ‘Rammelaars’, 3vaste pedagogisch medewerkers volgens Beroepskracht/Kindratio, maximaal 9 kinderen per dag; leeftijdsgroep 0 tot ongeveer 24 maanden 3. Peutergroep ‘Vliegers’, 3vaste pedagogisch medewerkers volgens Beroepskracht/Kindratio, maximaal 14 kinderen per dag; leeftijdsgroep ongeveer 24 tot 48 maanden 4. Peutergroep ‘Stunters’, 3 vaste pedagogisch medewerkers volgens Beroepskracht/Kindratio, maximaal 14 kinderen per dag; leeftijdsgroep ongeveer 24 tot 48 maanden.
Vaste gezichten In een stamgroep is dagelijks minimaal één van de vaste drie pedagogisch medewerkers aanwezig. Bij de toegang van de groep hangt een bord waarop de namen staan van de medewerkers die desbetreffende dag werken. Zo zien ouders in één oogopslag welke medewerkers op de groep staan. De vestigingsmanager verstuurt ouders ook wekelijks een overzicht van de personeelsbezetting op de groep. Af en toe werken wij met stagiaires op onze vestiging. Wij laten ouders weten dat er een stagiaire op de groep meedraait en er hangt op het informatiebord een melding hiervan. Alle stagiaires zijn in het bezit van een recente VOG.
Samenvoegen van stamgroepen Op bepaalde momenten voegen wij stamgroepen samen. De peutergroepen spelen dan met elkaar en de babygroepen spelen met elkaar. Dit komt voor tijdens het openen en sluiten van de groepen, dus aan het begin en eind van de dag. Ook tijdens de pauzes van onze pedagogisch medewerkers voegen we de groepen samen. Tenslotte doen we dit als het aantal kinderen dit toelaat (bijv. door vakanties of minder bezetting).
Pijlers Wij vinden het erg belangrijk om continuïteit en geborgenheid te bieden aan de kinderen. Zo onderscheidt drie pijlers die zorgen voor continuïteit en geborgenheid voor het kind: 1. de vaste pedagogisch medewerker 2. de vaste groepsruimte 3. de vaste groepsgenoten. Zo heeft met deze pijlers het “Zo Stoplicht” ontwikkeld. Als kinderen buiten hun eigen groep gaan spelen in een andere groep of wanneer wij groepen samenvoegen, dan doen we dat aan de hand van deze pijlers. Wij streven ernaar minimaal één van de drie pijlers voor het kind in stand te houden.
3
Een uitzondering hierop is het eerste uur van de dag. De peuters die dan gebracht worden, vangen wij eerst op in de ruimte van de Ballonnen op de begane grond. Als de eerste peuterleidster is gearriveerd, neemt zij de peuters mee naar boven naar hun eigen ruimte.
Gesloten deurenbeleid Inleiding Op onze locatie werken we met een gesloten deurenbeleid, volgens het beleid van Zo. De eigen stamgroep en de vaste pedagogisch medewerkers zijn voor de kinderen hun veilige basis. Vanuit deze veiligheid en vertrouwdheid willen we kinderen wel hun wereld laten vergroten en ze laten ervaren wat er achter de vertrouwde deur gebeurt door op bepaalde momenten activiteiten aan te bieden buiten hun eigen stamgroep. De frequentie en de manier waarop we dit doen, is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen.
Babygroepen De baby’s verlaten hun eigen stamgroep als ze naar onze tuin gaan, als de pedagogisch medewerker met ze gaat wandelen (bos, speeltuin of door de wijk) of als ze een activiteit gaan doen in een ander lokaal. Zo snoezelen we met de baby’s in onze speciale snoezelruimte en organiseren we activiteiten speciaal gericht op de dreumesleeftijd (knutselactiviteit met de grotere kinderen, kookactiviteit in de woonkeuken op de eerste etage).
Peutergroepen
Inrichting volgens Pedagogisch Kader We hebben de peutergroepen zodanig ingericht dat alle speelleergebieden uit het Pedagogisch Kader over twee speelruimtes zijn verdeeld. In de speelruimte van peutergroep Vliegers zijn de speelleergebieden ‘beeldende expressie’ (atelier), ‘taal & communicatie’ (bibliotheek) en ‘samen leven, samen spelen’ (woonkeuken) vertegenwoordigd. In de speelruimte van peutergroep Stunters geven we aandacht aan de speelleergebieden ‘Ordenen, meten en rekenen’, ‘Geluid, muziek, dans & beweging’ (muziekinstrumenten) en ‘Bewegen en zintuiglijk ervaren’ ( muziekinstrumenten). Het speelleergebied Natuur & Fysieke omgeving vindt plaats op het balkon en in onze tuin. Aansluiten op behoeften van het kind Naast de vaste momenten op hun eigen stamgroep, mogen de peuters op bepaalde momenten zelf kiezen waar en met wie ze willen spelen. Ze verdelen zich hierbij over de twee ruimtes die aan elkaar grenzen. In elke ruimte is altijd minimaal één pedagogisch medewerker aanwezig. Op die manier geven we de kinderen ruimte voor eigen initiatief en zorgen we dat ze zichzelf kunnen en mogen zijn. We dagen de kinderen uit door ze verschillende activiteiten in verschillende ruimtes aan te bieden. Rol pedagogisch medewerker De rol van de pedagogisch medewerker is een begeleidende, observerende rol, waarbij ze goed kijkt naar en inspeelt op de behoeftes van kinderen en hun ontwikkeling. We kiezen bewust voor rustmomenten (eetmoment, kringgesprek, verschoonmoment) voor de kinderen waarbij ze op hun eigen stamgroep verblijven, zodat de emotionele veiligheid van het kind voorop staat. Slapen Alle peuters slapen gezamenlijk in de ruimte van de Stunters. Afhankelijk van het aantal slapende kinderen, verblijven de wakkere peuters ofwel in dezelfde ruimte (afgeschermd door een schuifdeur) ofwel in de ruimte van de Vliegers.
4
Vierogenprincipe Inleiding Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren met een collega. De organisatie dient bij de invulling van het vierogenprincipe rekening te houden met de voorspelbaarheid, mogelijkheid en frequentie waarin een collega alleen op de groep is. Vanaf 1 juli 2013 controleert de GGD ook op dit vierogenprincipe. Op onze vestiging passen we ook het vierogenprincipe toe.
Babygroepen Tussen de ruimte van de Ballonnen (op de begane grond) en de Rammelaars zitten schuifdeuren met glas, waardoor je elkaar altijd ziet en hoort. In de slaapkamerdeuren zitten ramen, zodat je ook altijd de slaapkamer in kunt kijken. Op de groepen gebruiken we babyfoons, zodat we degene in de slaapkamer kunnen horen. Tijdens pauzes maken we gebruik van de babyfoons om elkaar te horen en lopen de medewerkers die met pauze zijn onverwachts bij elkaar binnen. Aan het begin en eind van de dag, zijn de schuifdeuren open, zodat er veel onderlinge controle is. Ook ouders komen onverwacht binnen, omdat zij zelf toegang verkrijgen tot ons pand.
Peutergroepen De peuterruimtes (op de eerste verdieping) grenzen aan elkaar en door de tussenliggende, gezamenlijke sanitaire ruimte lopen zowel de pedagogisch medewerkers als de kinderen regelmatig heen en weer op onverwachte momenten. In de toegangsdeuren van de groepen zitten ramen, zodat je altijd naar binnen kunt kijken. Tijdens pauzes maken we gebruik van babyfoons om elkaar te kunnen horen en de medewerkers die pauze hebben, lopen onverwachts binnen. Aan het begin en eind van de dag vangen we de kinderen op in één lokaal, zodat er meer overzicht is. Ook ouders komen onverwacht binnen, omdat zij zelf toegang verkrijgen tot ons pand. Indien er slechts twee groepen geopend zijn (1 boven, 1 beneden) gebruiken we een babyfoon om elkaar te horen. Ook zullen de leidsters die met pauze zijn onverwacht op de groep binnen lopen. Als we met invalkrachten werken, lopen we vaker onverwacht bij elkaar binnen.
Aanspreekcultuur Door in groepsoverleggen medewerkers elkaar feedback te laten geven, stimuleren wij een cultuur waarin je elkaar aanspreekt op het functioneren. Als het geven van feedback vanzelf gaat, zullen medewerkers ook sneller vervelende zaken melden.
5
Openingstijden en soorten opvang Openingstijden De dagopvang van Zo aan de Riouwstraat is dagelijks geopend van 7.00 tot 19.00 uur.
Achterwacht Als er slechts één pedagogisch medewerker in het pand is, is een achterwacht noodzakelijk. Dit is momenteel het geval ’s morgens tussen 07.00 – 08.00 uur. Er is één pedagogisch medewerker die het pand opent om 07.00 uur en de volgende medewerker komt dan uiterlijk om 08.00 uur. Op deze momenten is de achterwacht als volgt geregeld: de vestigingsmanager woont dicht bij het pand en kan binnen 15 minuten aanwezig zijn. Daardoor is zij inzetbaar voor calamiteiten. Zij heeft een mobiele telefoon en pedagogisch medewerkers kunnen haar hierop bereiken. Als de manager afwezig is of met vakantie, is de achterwacht altijd de adjunct. Ook zij kan binnen 15 minuten op de vestiging aanwezig zijn. Als het adjunct niet aanwezig is, benoemt de vestigingsmanager een andere persoon die als achterwacht optreedt. Bij het afsluiten van de dag zijn er altijd 2 pedagogisch medewerkers aanwezig en is er dan ook geen sprake van een achterwacht.
Soorten opvang Ouders kunnen een vast contract afsluiten voor hele dagen. Ze kunnen kiezen voor een 11 uurs contract (07.30 – 18.30 uur) of voor een 12 uurs contract (07.00 – 19.00 uur). Ouders kunnen ook een flexibel contract afsluiten. Dit houdt in dat ouders opvang afnemen naar behoefte en beschikbaarheid zonder een vast contract met ons te hebben. Het gaat dan om hele dagopvang (11 uur of 12 uur).
Fysieke omgeving Inrichting locatie (binnen) Op de benedenverdieping bevinden zich onze twee babygroepen. De babygroepen hebben aparte slaapkamers die direct grenzen aan de speelruimte. Op de eerste etage bevinden zich de twee peutergroepen. Door een schuifdeur dicht te doen, maken we van de leefruimte een slaapkamer. Kinderen slapen hier op stretchers. In alle slaapkamers hebben we de mogelijkheid om de ruimtes te verduisteren, zodat kinderen rustig kunnen slapen.
Inrichting locatie (buiten) De leefruimte van de Ballonnen heeft openslaande deuren naar de tuin; de kinderen van de babygroepen gaan via deze route naar de tuin. De kinderen van de peutergroepen komen via de buitentrap vanaf het balkon naar de tuin (alleen onder begeleiding van pedagogisch medewerkers) of via de binnentrap via de voordeur en de stoep. Alle kinderen spelen in de buitenruimte, onze eigen tuin, die grenst aan ons pand. Onze buitenruimte is ingericht als een ontdektuin. We hebben een zandbak en een speelhuisje. De zandbak sluiten we af met een net als hij niet gebruikt wordt. Verder staat er een grote boom in de tuin die in de zomermaanden voor schaduw zorgt. De tuin is omringd door een muur. In deze muur zit een toegangsdeur die altijd op slot zit, zodat de kinderen niet de weg op kunnen.
6
In de tuin hebben we een aparte speelplek waar baby’s veilig op de grond kunnen spelen. We hebben hiervoor een aantal babykleden die we op de grond leggen, een campingbedje, etc. Ook hebben we een duo wandelwagen en een bolderkar om op stap te gaan met de kinderen. De peuters spelen in de tuin, maar ook op ons balkon op de eerste etage. Dit balkon grenst aan de groepsruimte van peutergroep de Vliegers. Kinderen mogen alleen onder begeleiding van hun pedagogisch medewerker op dit balkon. Aan het balkon grenst de buitentrap, maar die is afgesloten, zodat kinderen niet zelfstandig naar beneden kunnen. In onze garage staat al ons buitenspeelmateriaal. Deze garage heeft een schuifdeur vanuit de tuin en is afgesloten. Vanuit de garage is er een afgesloten garagedeur naar de straat. Kinderen komen niet in de garage. Het buitenspeelmateriaal bestaat uit: fietsjes, loopkarretjes, ballen, wipwap, etc.
Activiteitenaanbod Dagritme Wij werken op elke groep volgens het dagritme (ook tijdens vakanties) zoals omschreven in ons algemeen beleid. Het kan weleens zijn dat we iets later aan tafel gaan of naar bed gaan dan gepland, omdat de kinderen nog middenin hun spel zitten. Bij baby’s houden we in overleg met de ouders het dagritme van thuis zoveel mogelijk aan.
Thema-activiteiten in zeven speelleergebieden We werken elke maand met een thema. De pedagogisch medewerkers bedenken in het kader van dit thema activiteiten in de verschillende speelleergebieden van het Pedagogisch Kader: 1. natuur & fysieke omgeving 2. taal & communicatie 3. beeldende expressie 4. bewegen & zintuiglijk ervaren 5. geluid, muziek, dans & bewegen 6. samen spelen & samen leven 7. ordenen, meten & rekenen.
Stimuleren van de zintuigen Om de zintuigen van de baby’s te stimuleren, gaan we met de baby’s regelmatig snoezelen in onze speciaal ingerichte snoezelruimte. We leggen de baby’s op een groot, zacht kleed, zetten een rustgevend muziekje aan en zetten een geurlamp aan. We geven de baby’s speelgoed dat ze kunnen voelen, ruiken, zien en ze genieten en relaxen volop. We verduisteren deze snoezelruimte om het effect te versterken.
Zelfredzaamheid stimuleren We stimuleren de zelfredzaamheid van de kinderen. Zo leren we de kinderen om uit een beker te drinken. We beginnen met een tuitbeker en schakelen vervolgens over naar een gewone beker. Kinderen mogen ook, naar gelang hun leeftijd, kiezen wat ze op hun boterham willen. Verder bieden we de kinderen een vork aan bij de lunch en stimuleren we ze om met een vork te eten. Als ze de peuterleeftijd bereiken, mogen de kinderen ook gaan oefenen om zelf hun boterham te smeren.
7
Ook stimuleren we de kinderen om zichzelf aan- en uit te kleden. Ze zitten dan in een kringetje op de grond met hun mandje voor zich en zien bij elkaar hoe het moet. Ze mogen dan zelf hun kleertjes in hun mandje doen. Vanaf de peutergroep stimuleren we de kinderen met plaskaarten om zindelijk te worden.
Peuterplus De oudste peuters stimuleren wij met extra uitdagende spelletjes, puzzels, opdrachten, etc. om ze voor te bereiden op de basisschool. We doen deze activiteiten vaak op het moment dat de andere peuters slapen.
Regels op de groep Op de groepen gelden bepaalde regels. Deze regels zijn aanwezig in de groep. Hierbij kun je denken aan regels zoals niet rennen op de groep, niet staan in de vensterbanken, opruimen voor elke maaltijd en hoe we met elkaar om gaan.
Communicatie met ouders Haal- en brengmomenten Aan het begin en eind van de dag houden wij een overdrachtsgesprek met de ouders. Aan het eind van de dag vertellen we aan de ouders hoe het is gegaan. We vertellen altijd wat het kind gedaan heeft en wat ons is opgevallen. Op ons dagritmebord kan de ouder zien wat/hoeveel het kind gegeten en gedronken heeft en hoe lang het kind heeft geslapen. Wekelijks schrijven we in het schriftje voor het kind. Dat schriftje geven we mee aan ouders en vragen hen om terug te schrijven. Zo ontstaat er een dagboek voor het kind. Wij streven naar een “effectief” haal- en brengmoment voor ouders. Dit bereiken we door de groep in te richten met speelhoekjes, waardoor kinderen zelfstandig kunnen spelen. Op die manier kan de pedagogisch medewerker rustiger met een ouder communiceren. Ook zorgen we dat er voldoende (volgens wettelijke kaders) pedagogisch medewerkers aanwezig zijn voor de overdracht. Ook is de vestigingsmanager of adjunct regelmatig aanwezig op de vestiging om vragen van ouders te beantwoorden en pedagogisch medewerkers te coachen.
Weekoverzicht en nieuwsbrief Ouders ontvangen wekelijks een weekoverzicht. Daarin vertellen we wat we komende week gaan doen en er staan foto’s in van wat we hebben gedaan. Ook staat de personele bezetting in deze weekoverzichten. In de nieuwsbrief die elk kwartaal uitkomt, krijgen ouders meer achtergrondinformatie over onze opvang.
Wenbeleid Wennen voor nieuwe kinderen Twee weken voordat de opvang start, komt het kind twee keer wennen. De pedagogisch medewerkers maken een afspraak met de ouders voor het wennen en de vestigingsmanager legt de wenafspraken schriftelijk vast richting ouders. Ouders ontvangen de volgende informatie: Hoe ziet de procedure van het wennen er uit. Het tijdstip waarop de ouder samen met het kind wordt verwacht Wij hebben in principe alles in huis voor de verzorging, maar handig om mee te nemen bij de eerste wenochtend zijn:
8
bij baby’s: voeding indien het kind andere voeding dan de verstrekte voeding krijgt, speentje, eigen flesje en speen wanneer u dit wilt. reservekleding iets vertrouwds van thuis: een knuffeltje of doekje waaraan het kind gehecht is kopie van de vaccinatiegegevens foto van het kindje zelf foto van het gezin Hoe laat u het kind, na een paar uur op de groep geweest te zijn, weer kunt ophalen.
Overstap naar nieuwe groep Voorafgaand aan de overstap naar de volgende groep vertelt de pedagogisch medewerker minimaal een maand van te voren aan de ouders wanneer en naar welke groep het kind over zal gaan. Ook vertellen we ouders hoe de wenprocedure eruit ziet. De medewerk(st)ers stelt u voor aan de pedagogisch medewerker(s) van de nieuwe groep. U krijgt een rondleiding en de pedagogisch medewerker legt uit hoe een dag op de nieuwe groep eruit ziet en welke regels er gelden. We plannen drie wenmomenten in voor het wennen op de nieuwe groep. De eerste keer brengt de vaste pedagogisch medewerker het kind naar de nieuwe groep en blijft even met het kind op de nieuwe groep. Daarna blijft het kind in de nieuwe groep en gaat de medewerk(st)er terug naar de oude groep. De pedagogisch medewerker van de nieuwe groep houdt het kind tijdens de eerste wendag extra in het oog. Na 2 uurtjes komt de vaste pedagogisch medewerker het kind weer ophalen. We maken nog 2 wenafspraken, waarbij de periode dat het kind op de nieuwe groep verblijft, steeds wat langer wordt. Samen met de ouders bekijken we of drie wenmomenten voldoende is of dat we langer moeten wennen. Om de kinderen die gaan wennen goed te kunnen begeleiden en de veiligheid van de andere kinderen te kunnen waarborgen, kunnen er maximaal 2 kinderen tegelijkertijd wennen op een nieuwe groep. De wenafspraken worden schriftelijk vastgelegd door de vestigingsmanager naar de ouders.
Ruildagenbeleid en extra dagen Incidentele extra opvangdagen Ouders die extra dagen willen afnemen, moeten deze zo ver mogelijk van tevoren schriftelijk of per email aanvragen bij de vestigingsmanager. Na akkoord van de vestigingsmanager op de aanvraag, zal opvang geschieden volgens de op dat moment geldende condities en voorwaarden. Als ouders toch geen gebruik maken van de extra opvang, maar zij dit niet uiterlijk twee werkdagen voor de dag van opvang schriftelijk of per email hebben gemeld, dan wordt de extra opvang alsnog in rekening gebracht. Extra afgenomen dagen worden in de maand volgend op de maand van opvang aan ouders in rekening gebracht en geïncasseerd. Het kunnen toezeggen van een extra dag is afhankelijk van het aantal reeds aanwezige kinderen op de groep en de personeelsbezetting.
Ruildagen Het ruildagenbeleid is erop gericht om in overleg met ouders een passende oplossing te vinden voor een ruilverzoek dat ouders bij vestigingsmanagers indienen. Uitgangspunt van het ruildagenbeleid is, dat ouders/verzorgers alle opvangdagen die niet gebruikt worden, in mogen zetten als ruildagen. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
9
Ruildagen zijn gekoppeld aan de contractvorm: ouders met een 52-weken contract mogen ruildagen het hele jaar inzetten. Ouders met een 40-schoolweken contract mogen ruildagen inzetten binnen deze 40 schoolweken. Ruildagen zijn gekoppeld aan de opvangvorm: dagopvang kan bijvoorbeeld alleen geruild worden met dagopvang en niet met buitenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang kan alleen geruild worden met buitenschoolse opvang en niet met voorschoolse opvang. Opvangdagen kunnen alleen geruild worden tegen een dag(-deel) van eenzelfde tijdsduur: een korte middag buitenschoolse kan geruild worden tegen een korte middag en niet tegen een lange middag, een hele dag opvang kan geruild worden tegen een hele dag opvang en niet tegen twee halve, enz. Ouders met een contract voor vijf dagen per week hebben geen mogelijkheid om te ruilen. Als zij gedurende een heel kalenderjaar een contract voor vijf dagen per week hebben afgenomen, ontvangen zij na afloop van dat kalenderjaar een creditfactuur voor de dagen waarop zij geen opvang hebben ontvangen, omdat de vestiging gesloten was. Nationale feestdagen mogen geruild worden met als toevoeging, dat bij contracten voor 40 weken alleen feestdagen die in de 40 schoolweken vallen, geruild mogen worden. Ruilen kan binnen een kalenderjaar. Niet ingezette ruildagen vervallen automatisch aan het eind van het kalenderjaar. Ruildagen worden per kind toegekend en kunnen binnen een gezin niet van het ene naar het ander kind worden overgeheveld. Ruilen kan alleen na aanvraag en met toestemming van de vestigingsmanager. Als de groep vol is, kan er niet geruild worden. Ouders met een contract op vaste dagen, krijgen voorrang op ouders die een ruildag willen inzetten. Ruildagen mogen niet verdeeld worden over twee dagen (bijvoorbeeld door een ruildag te verdelen over een ochtend en een middag op twee verschillende dagen). De vestigingsmanager beslist of een ruildag toegezegd kan worden. Dit is afhankelijk van het aantal reeds aanwezige kinderen op de groep en de personeelsbezetting. Het afnemen van een extra opvangdag of een ruildag is in principe altijd op de eigen groep van uw kind. Bij hoge uitzondering zullen wij een kindje opvangen in een andere stamgroep. Dit zal alleen gebeuren wanneer wij het kind niet op de eigen stamgroep kunnen opvangen en een ouder een zeer gegronde reden heeft waarom extra opvang noodzakelijk is. Extra opvang op een andere dan de eigen stamgroep zal altijd plaats vinden na overleg en toestemming van de vestigingsmanager en zal schriftelijk worden vast gelegd tussen vestigingsmanager en ouder.
Vragen en contactgegevens Hebt u na het lezen van dit plan vragen, neem dan gerust contact met ons op:
Zo aan de Riouwstraat Riouwstraat 216 2585 HZ Den Haag t 070-4049475 e
[email protected] m 06 15 88 31 09 Vestigingsmanager: Bianca Baltus
10
Of: Regiomanager: Leonie Wesseling e
[email protected] t 070 345 8563
11