Dagchirurgie strabismus bij kinderen
In overleg met u is besloten om uw kind op de wachtlijst voor een scheelziensoperatie te plaatsen. Deze operatie vindt meestal in dagchirurgie plaats. Dagchirurgie houdt in dat uw kind dezelfde dag weer naar huis mag.
Het vooronderzoek Enkele dagen voor de operatie vindt het vooronderzoek plaats. De orthoptist en de oogarts herhalen kort het onderzoek en bepalen dan definitief welke oogspieren geopereerd gaan worden. U ontvangt een recept voor oogdruppels van de oogarts. Het is prettig als u deze vooraf, eventueel bij de apotheek in de polikliniek van
het ziekenhuis, in huis haalt. Deze oogdruppels heeft u nodig na de operatie. Wanneer door het team van orthoptisten en oogartsen besloten is dat uw kind geopereerd gaat worden en op de wachtlijst wordt geplaatst, gaat hij/zij naar de anesthesist. Hierbij wordt bepaald of uw kind onder narcose gebracht kan worden, en worden tevens de regels met betrekking tot de nuchterheid van de operatie met u besproken. Dit inloopspreekuur wordt gehouden op de receptie G, begane grond, op de polikliniek.
De voorbereidingen Op de dag van de operatie moet uw kind nuchter zijn. Dit betekent dat uw kind vanaf middernacht niet meer mag eten of drinken. Een folder over het nuchterbeleid krijgt u bij de anesthesist. Eventuele medicijnen kunnen, in overleg met de arts, worden ingenomen met een klein beetje water. Het is belangrijk dat uw kind nuchter is, anders kan de operatie niet doorgaan. Trek uw kind makkelijk zittende kleding aan. 2
Een pyjama is niet nodig. Wel raden we u aan een ochtendjas en pantoffels mee te nemen. Is uw kind ernstig verkouden, heeft het koorts of een kinderziekte, dan wordt de operatie uitgesteld. U kunt in dat geval bellen naar de polikliniek oogheelkunde, waarvan u het nummer achter in deze folder aantreft.
De operatie • Meldt u zich op het afgesproken tijdstip in het ziekenhuis bij de receptie van de dagchirurgie op 1D. De verpleegkundige haalt u en uw kind af bij de receptie en brengt u samen naar de operatiekamer. Een van de ouders of verzorgers mag hierbij aanwezig zijn. Andere begeleiders kunnen wachten in de wachthal. • Uw kind krijgt speciale operatiekleding aan, deze bestaat uit een hemd en een muts. • Vervolgens wordt uw kind onder narcose gebracht.
3
Anesthesie (narcose) kan op twee manieren gegeven worden: • Door middel van een ‘kapje’. In het eerste geval krijgt uw kind via een kapje over neus en mond de anesthesie toegediend. • Door middel van een infuus. Bij de tweede methode wordt de narcose via een infuus gegeven. Een infuus is een slangetje in het bloedvat, waardoor de arts de anesthesie toedient. Meestal wordt het infuus in de hand aangebracht. Afgezien van de prik van het inbrengen van het infuus, voelt uw kind hier niets van. Eventueel kan de hand verdoofd worden met emlazalf.
Van tevoren bespreekt de anesthesist met u welke methode bij uw kind wordt gebruikt. Eén persoon mag aanwezig zijn bij de inleiding van de anesthesie. Nadat uw kind onder anesthesie is gebracht, kunt u wachten in de wachthal.
4
Ieder oog heeft zes oogspieren waarmee de ogen kunnen bewegen. Deze liggen aan de buitenkant van de oogbol. Eén of meer oogspieren worden tijdens de operatie een stukje ingekort of verplaatst, afhankelijk van de preoperatieve oogstand. Om bij de oogspier te kunnen wordt het oog opzij gedraaid. Het oog wordt dus niet uit de oogkas genomen. De oogspieren worden hierna, met enkele oplosbare hechtingen, weer vastgemaakt aan de oogbol. Aan het eind van de operatie wordt het oog niet afgedekt met verband; wel wordt er wat zalf met antibiotica ingedaan.
Na de operatie Na de operatie wordt uw kind naar de uitslaapkamer gebracht. Een verpleegkundige is hier voortdurend aanwezig. Hier kunt u met uw kind wachten tot de anesthesie is uitgewerkt. De oogarts en anesthesist komen bij u langs voordat u met uw kind naar huis gaat. Een afspraak voor controle op de polikliniek is al gemaakt. 5
Vervoer naar huis Aan het eind van de middag kan uw kind weer naar huis. Als u met de auto bent, is het verstandig iemand mee te nemen om uw kind op de terugweg in de gaten te houden. Als u geen vervoer heeft, belt de verpleegkundige of receptioniste een taxi voor u.
Reizen met het openbaar vervoer wordt afgeraden.
Weer thuis Op de plaats van de geopereerde oogspieren is het oogwit rood, dit wordt binnen enkele weken weer blank. Direct na de operatie en vaak ook nog de volgende ochtend is het moeilijk de ogen te openen. De oplosbare hechtingen geven het gevoel van een zandkorrel in het oog. Dit kan rode, tranende of prikkelende ogen geven. Dit zijn normale verschijnselen. Bij twijfel kunt u contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde. Meestal kan uw kind na enkele dagen weer naar school. De dagen na de operatie druppelt u drie keer per dag 6
de geopereerde ogen. De eerste week na de operatie bent u voorzichtig met shampoo en zeep, deze mogen niet in de ogen komen. Tevens dient u uit te kijken voor zand, stof en vuil in de ogen. Ook mag uw kind de eerste drie weken niet zwemmen.
De orthoptist heeft u instructies gegeven om de dag na de operatie te starten met het oefenen van de oogbewegingen. Uw kind moet dan een aantal keer in de richting van de geopereerde spier(en) kijken en ook in tegengestelde richting. Dit kan in het begin een beetje pijnlijk zijn, maar de pijn wordt minder als uw kind regelmatig oefent.
De nacontrole Ongeveer een week na de operatie vindt de nacontrole door de orthoptist plaats. De orthoptist bepaalt de voorlopige oogstand. De oogstand is pas na enkele weken tot maanden stabiel te noemen. De oogarts controleert het oog en bepaalt of er wel of niet moet 7
worden doorgegaan met druppelen. Ongeveer twee à drie maanden na de operatie kan het resultaat definitief beoordeeld worden. In sommige gevallen is het nodig nogmaals te opereren om het gewenste resultaat te bereiken.
Telefoon Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de oogarts of orthoptist: tussen 08.00 en 16.30 uur: polikliniek oogheelkunde, receptie R telefoon: (020) 444 1170
’s Avonds en in het weekend: verpleegeenheid 1C telefoon: (020) 444 2110
209005
tussen 16.30 en 8.30 uur.
VUmc© augustus 2014 www.VUmc.nl
8