Modulebeschrijving
Dagbehandeling 6 tot 13 jaar 24-uurs Jongere Jeugd
INDEX
Samenvatting
3
A. Modulebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
4
1. 2. 3. 4. 5.
4 4 4 5 6
Risico- of probleemomschrijving Doel van de module Doelgroep van de module Aanpak van de module Materialen en links
B. Onderbouwing van de module
7
6. 7. 8. 9.
7 8 8 9
Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Samenvatting onderbouwing Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Onderzoek naar de uitvoering van de module
C. Effectiviteit
10
10.
10
Nederlandse effectstudies
D. Overige informatie
12
11. 12. 13.
12 12 12
Toelichting op de naam van de module Uitvoering (uitvoerende en/of ondersteunende organisaties en partners) Overeenkomsten met andere modules
Bijlage CAP-J classificatieoverzicht (assen en rubrieken)
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 2/16
SAMENVATTING
Doel Het doel van de behandeling is bij het kind het bevorderen van sociaal-emotionele vaardigheden, passend bij de leeftijd, ontwikkelingsfase en mogelijkheden. De opvoeders hebben, door het verkrijgen van meer inzicht in de problematiek van hun kind en/of voldoende pedagogische vaardigheden, meer balans in de draagkracht/draaglastverhouding. Het effect vanuit de groep is gegenereerd naar meerdere leefsituaties van kind en gezin.
Doelgroep De doelgroep van de module bestaat uit kinderen van 6 tot 13 jaar waarbij sprake is van gedragsemotionele en/of psychosomatische problemen en/of ontwikkelingsstoornissen en die daardoor een ontwikkelingsachterstand hebben of dreigen op te lopen. Dit gaat meestal gepaard met een complexe opvoedings- c.q. thuissituatie waarbij opvoeders pedagogische onmacht, opvoedings-onzekerheid en tekortschietende opvoedingskwaliteiten ervaren.
Aanpak De kinderen komen minimaal 3 per week, gemiddeld 4 uur per dag, op de groep om op die manier van de groep als middel te kunnen profiteren. Op de groep heerst een positief behandelklimaat waarbinnen de structuur en het consequent handelen van de pedagogisch medewerkers ervoor zorgt dat de kinderen zich veilig voelen en zich kunnen ontwikkelen. Na een eerste observatieperiode van 6 weken, waarin naar sterke en aandachtspunten van het kind op de groep wordt gekeken en de ouderbegeleider samen met opvoeders een gezinsanalyse maakt, wordt met opvoeders een individueel behandelplan opgesteld waarbij de doelen vanuit Bureau Jeugdzorg leidend zijn. Daarna gaan zowel kind als opvoeders met ondersteuning met de doelen aan de slag en vindt frequent overleg met de opvoeders plaats. Binnen de groepsmethodiek vinden, naast het groepsgebeuren, individuele contacten met het kind en soms met de opvoeders erbij plaats. De ouderbegeleider heeft eens in de 4 à 6 weken contact met opvoeders en ondersteund daar waar nodig in het proces. Een half jaar na plaatsing op de groep wordt dit middels een verslag officieel geëvalueerd. De behandeling duurt maximaal 1 jaar.
Materiaal Binnen de groepsmethodiek en het mentoraat wordt gebruik gemaakt van algemene middelen die voor elk kind en de verschillende leeftijden geschikt zijn (knutsel-, spel- en constructiemateriaal, leesboeken) en specifiek voor de doelgroep ontwikkeld materiaal.
Onderzoek Er zijn geen studies voorhanden, wel in ontwikkeling.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 3/16
A. MODULEBESCHRIJVING: PROBLEEM, DOELGROEP, DOEL, AANPAK, MATERIALEN EN UITVOERING
1. Risico- of probleemomschrijving De module richt zich op kinderen van 6 tot 13 jaar met een IQ van 80 of hoger, die een achterstand hebben ten aanzien van hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij het grootste deel van de kinderen is er sprake van psychiatrische stoornissen en/of beperkingen die voor langere tijd of zelfs van blijvende aard van invloed zijn op het leven van het kind. In de meeste gevallen is er bij opvoeders sprake van handelingsverlegenheid of onvoldoende opvoedkundige vaardigheden, al dan niet in combinatie met relevante kindfactoren. Deze beperkingen kunnen van negatieve invloed zijn op het functioneren van het kind. Het behandelaanbod van de Dagbehandeling is er op gericht om deze beperkingen zoveel mogelijk op te heffen dan wel hanteerbaar te maken voor de direct betrokkenen. De draagkracht /draaglast verhouding in de thuissituatie is verstoord. Indien het kind niet op de Dagbehandeling geplaatst wordt heeft dit een belemmerend effect op de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind en in sommige gevallen leidt niet ingrijpen tot een uithuisplaatsing (orthopedagogische en/of psychiatrische setting). Huidige situatie: Aard van de problematiek is onduidelijk. De draagkracht-draaglastverhouding in het gezin is niet in evenwicht. Gewenste situatie: Aard van de problematiek is duidelijk. De draagkracht-draaglastverhouding is in evenwicht, gezinnen kunnen zelfstandig verder.
2. Doel van de module Binnen de behandelduur van 1 jaar wordt gewerkt aan onderstaande doelen: Het kind beschikt in voldoende mate over vaardigheden die nodig zijn ten behoeve van de ontwikkelingstaken passend bij zijn of haar leeftijd of ontwikkelingsfase en mogelijkheden. Opvoeders beschikken over voldoende draagkracht en pedagogische vaardigheden ten aanzien van de aanpak van hun kind: De opvoeders hebben inzicht gekregen in de problematiek van hun kind. Het effect vanuit de groep is gegenereerd naar de thuissituatie, rekening houdend met de wensen en mogelijkheden van opvoeders (overdracht aan opvoeders van de specifieke aanpak bij kinderen met een ontwikkelingsstoornis). De communicatie en interactie tussen ouder en kind is verbeterd. Het gezin is tijdelijk ontlast door het bieden van een gedeeltelijk vervangende opvoedingssituatie.
3. Doelgroep van de module 3.1 Voor wie is de module bedoeld? De doelgroep van de module bestaat uit kinderen van 6 tot 13 jaar waarbij sprake is van gedragsemotionele en/of psychosomatische problemen en/of ontwikkelingsstoornissen en die daardoor een ontwikkelingsachterstand hebben of dreigen op te lopen. Deze kinderen hebben de groep als middel nodig om vaardigheden te leren om hun bedreigende ontwikkelings-achterstand in te lopen/op te heffen dan wel te leren omgaan met hun ontwikkelingsstoornis. Dit gaat meestal gepaard met een complexe opvoedings- c.q. thuissituatie waarbij opvoeders pedagogische onmacht, opvoedingsonzekerheid en tekortschietende opvoedingskwaliteiten ervaren.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 4/16
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Jeugdhulp Friesland biedt specialistische jeugdzorg op het gebied van opgroei- en opvoedingsproblemen, in de leeftijdscategorie 0 t/m 18 (met een uitloop tot 23) jaar. Kinderen, jongeren en hun ouders/opvoeders kunnen een beroep doen op Jeugdhulp Friesland. Dit doen zij als de normale ontwikkeling van het kind wordt belemmerd. Mogelijk is er sprake van psychosociale problemen, psychiatrische problemen, gezinsgerelateerde problemen, psychische problemen, gedragsproblemen of een combinatie daarvan. Kinderen en jeugdigen met een psychiatrische, zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke beperking die redelijk sociaal redzaam zijn, worden ook behandeld en/of opgevangen, als dit past binnen de behandelprogramma‟s en mogelijkheden van Jeugdhulp Friesland. We nemen ook jeugdigen op met een civielrechtelijke maatregel. In specifieke situaties worden kinderen met een strafrechtelijke maatregel behandeld (Gedragsbeïnvloedende maatregel). De door Jeugdhulp Friesland gehanteerde indicatiecriteria en contra-indicaties zijn uitgebreid beschreven in De Betekenis onder het hoofdstuk Doelgroepenbeleid op pagina 15. Deze folder is te downloaden op www.jeugdhulpfriesland.nl onder het tabblad „Jeugdhulp Friesland‟. 3.3 Toepassing bij migranten De module is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen.
4. Aanpak van de module 4.1 Structuur en opbouw De verwijzing komt via het Clientservice bureau terecht bij de gedagswetenschapper van de module. Als het kind van een andere instelling/locatie komt, dan vindt er overleg plaats tussen de gedragswetenschappers. Daarna vind er een gesprek plaats met de opvoeders en het kind (afhankelijk van de leeftijd) en de gedragswetenschapper en mentor en ouderbegeleider, waarbij de behandelovereenkomst wordt opgesteld. Het doel van dit overleg is om, naast kennismaking, bespreken van voorgeschiedenis en risico- en beschermende factoren te bepalen of de juiste zorg geleverd kan worden en wat eventueel nog meer noodzakelijk is. De eerste 6 weken is een observatieperiode. Het kind kan wennen aan de ruimtes, de regels, de groepsgenoten, de groepsleiding. De groepsleiding observeert en rapporteert, de mentor heeft wekelijks mentorgesprekken en onderhoudt de contacten met het systeem/netwerk. De ouderbegeleider maakt in deze periode een gezinsanalyse en zorgt indien nodig voor aanvullende informatie vanuit het gezinssysteem. De mentor en de ouderbegeleider hebben een verslag gemaakt van de ontwikkelingen in deze beginperiode. Afhankelijk van de leeftijd van het kind wordt dit door de mentor met hem doorgesproken. Het kind heeft aan kunnen geven waar hij aan wil werken en hoe hij eraan wil werken. De ouderbegeleider spreekt van tevoren met de opvoeders door wat er in het verslag komt te staan. De gedragswetenschapper heeft naar het concept gekeken en akkoord gegeven. Aan het eind van deze eerste 6 weken vindt een Behandelplanbespreking plaats. In dit gesprek worden gezamenlijk de start/verloop en doelen besproken. Aan deze doelen zullen kind en opvoeders de komende periode gaan werken. Er wordt een plan van aanpak gemaakt, hoe er op de groep en thuis aan gewerkt gaat worden en welke ondersteuning kind en opvoeders kunnen verwachten.. Binnen 6 maanden vanaf de startdatum volgt een evaluatiebespreking. Wanneer dit nodig blijkt te zijn kan er al eerder een tussentijdse evaluatie plaatsvinden. Hierbij zijn wederom de mentor, de ouderbegeleider, gedragswetenschapper en het gezinssysteem aanwezig. In dit gesprek wordt er gekeken naar de doelen, de ontwikkeling van de vaardigheden/competenties en de rol van opvoeders. De doelen zullen worden geëvalueerd, afhankelijk daarvan worden de doelen aangepast, bijgesteld, toegevoegd of weggelaten indien ze zijn behaald. Zo zal er elke daarop volgende 6 maanden een evaluatieverslag worden geschreven dat zal worden besproken. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken en wordt er eerder een evaluatie gepland. Als er geen vervolghulp vanuit Jeugdhulp Friesland wordt geboden, dan volgt een eindevaluatie met een bespreking. Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 5/16
Wanneer het kind en/of gezinssysteem naar een ander programma gaat, zullen de mentor of de ouderbegeleider aanwezig zijn bij het eerste gesprek voor een “warme” overdracht. Indien uit gesprekken met opvoeders en observaties op de groep blijkt dat er meer nodig is voor het kind of het gezin dan de Dagbehandeling kan bieden, kan de betreffende zorg binnen Jeugdhulp Friesland gestapeld of aanvullend ingezet worden. Indien nodig worden opvoeders verwezen naar externe instanties. 4.2 Duur De duur van de behandeling is maximaal 9 maanden. Indien de doelen eerder behaald zijn wordt de behandeling afgesloten. 4.3 Frequentie De kinderen komen 2 dagdelen in de week op de dagbehandeling. 4.4 Intensiteit De kinderen komen maximaal 2dagen op de groep, gemiddeld 4,5 uur per dag. Tijdens vakanties is de Dagbehandeling op aangepaste tijden geopend. 4.5 Setting Het team van de Dagbehandeling bestaat uit pedagogisch medewerkers, ouderbegeleider en een behandelcoördinator/gedragswetenschapper. Op een groep van 8 kinderen werken 2 pedagogisch medewerkers en indien mogelijk een stagiaire (SPH/Pedagogiek). Elk kind heeft een eigen mentor die wat betreft kindzaken voornamelijk het aanspreekpunt voor de opvoeders is en verantwoordelijk is voor de verslaglegging. De behandeling op de groep vindt voornamelijk plaats in de groepsruimte, maar ook gedeeltelijk in de thuissituatie. De fysieke omgeving van een groep bestaat uit groepsruimten (dat wil zeggen de verblijfs- en activiteitenruimte) en overige ruimten voor speciale activiteiten (sport/spel, hobby enzovoort). De gesprekken met de ouderbegeleider vinden op de locatie of thuis bij opvoeders plaats.
5. Materialen en links Binnen de groepsmethodiek en het mentoraat wordt gebruik gemaakt van algemene middelen die voor elk kind en de verschillende leeftijden geschikt zijn (knutsel-, spel- en constructiemateriaal, leesboeken) en specifiek voor de doelgroep ontwikkeld materiaal (zoals bijvoorbeeld Doos vol Gevoelens, Huis vol gevoelens en axen, het Gardner-spel, kinderkwaliteitenspel en Eigenwijsjes). De Dagbehandeling heeft een abonnement op het tijdschrift ”Balans in Beweging” van de oudervereniging Balans. Via de site van het NJI kunnen medewerkers zich individueel op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 6/16
B. ONDERBOUWING VAN DE MODULE
6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Probleemanalyse De kinderen ervaren gedrags-emotionele en/of psychosomatische problemen en/of ontwikkelingsstoornissen en hebben daardoor een ontwikkelingsachterstand of dreigen die op te lopen. Dit gaat meestal gepaard met een complexe opvoedings- c.q. thuissituatie waarbij opvoeders pedagogische onmacht, opvoedingsonzekerheid en tekortschietende opvoedingskwaliteiten ervaren. Opvoeders weten (tijdelijk) niet meer hoe ze hun situatie zonder hulp kunnen beïnvloeden. Vaak heeft een interactie van verschillende factoren op verschillende gebieden uiteindelijk geleid tot deze situatie. De draagkracht/draaglastverhouding is tijdelijk uit balans. De meeste hulpvragen van opvoeders zijn gericht op problematisch gedrag van hun kind. Dit betekent niet dat dit gedrag de enige oorzaak is en óf het wel de oorzaak is. Het opvoedingsproces verloopt niet meer vanzelfsprekend. Het gehele proces van wederzijdse beïnvloeding (circulaire causaliteit) tussen ouder en kind ligt hieraan ten grondslag. Daarnaast spelen ook interactieprocessen tussen het individu en omgeving een belangrijke rol. De behandelgroep De groep vervult voor het gezin de functie van verlichting van thuis. Voor het kind vervult de groep de functie van verlichting, sociale oefensituatie en versterking van de ontwikkeling van de autonomie. In de groep wordt het kind geconfronteerd met dagelijks terugkerende momenten (dagelijkse routine), waarin wordt gewerkt aan vaardigheden en houdingsaspecten. Dit vindt plaats in een pedagogisch klimaat, dat gecreëerd wordt door pedagogisch medewerkers en zich kenmerkt door veiligheid, structuur en regelmaat. Veel kinderen binnen de Dagbehandeling hebben baat bij een gestructureerd groepsklimaat. Dit zijn met name de kinderen die hyperactief gedrag vertonen of kinderen die een aan autisme verwante contactstoornis hebben. De structuur biedt de kinderen een gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid. Een middel om de kinderen duidelijkheid te bieden, is het maken van afspraken ten aanzien van het doen van activiteiten. Hiermee wordt bedoeld dat de kinderen voor de activiteit afspraken maken over wat ze gaan doen, met wie ze dat gaan doen, waar ze dat gaan doen en hoe lang ze dat gaan doen. De kinderen leren zo in toenemende mate om zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor het maken van afspraken en het zich hieraan houden. De behandeling binnen de groep gebeurt ogenschijnlijk spelenderwijs. Door het bezig zijn met individuele activiteiten of deelname aan groepsactiviteiten leren kinderen allerlei vaardigheden die de ontwikkeling van het kind ten goede komen. Daarnaast creëren groepsactiviteiten in meer of mindere mate een gezamenlijk gevoel. Individuele begeleiding Individuele begeleiding vindt plaats binnen het groepsgebeuren en tijdens gesprekken tussen het kind en zijn mentor. In sommige gevallen, afhankelijk van de doelen en de ouder-kindrelatie zijn opvoeders (of 1 van beide) aanwezig bij het mentorgesprek. Werken met opvoeders in het gezin De pedagogisch medewerkers onderhouden (wekelijks) contacten met de opvoeders en geven de opvoeders, waar gewenst, pedagogische adviezen. De intensiteit van de contacten varieert van zeer licht tot meer intensief. Licht bij het brengen en halen van hun kind en intensiever via de wekelijkse belafspraak afgewisseld met face-to-face contact: uitwisseling van informatie en bespreking van de voortgang van de doelen op de groep en thuis en/of pedagogische advisering.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 7/16
De ouderbegeleiders onderhouden eens in de 4 tot 6 weken contact met opvoeders. Zij zijn de intermediair tussen de groepsleiding en de opvoeders en fungeren als een spil in de contacten met en eventueel andere hulpverleners/instanties. De ouderbegeleider ziet zichzelf met regelmaat in de positie van vertrouwenspersoon van opvoeders verkeren. De ouderbegeleider signaleert mogelijke dilemma‟s, pakt dit zelf met opvoeders op of ondersteunt doorverwijzing naar mogelijke externe instanties. Vanwege de directe betrokkenheid bij de behandeling is de ouderbegeleider zeer goed in staat om de passende dialoog met opvoeders te voeren. Men schenkt aandacht aan het vertrouwen in de behandeling of het herstel van vertrouwen, daar waar opvoeders soms een langdurige geschiedenis met hulpverleners kennen. De basisbehandeling is gebaseerd op professionele deskundigheid en praktische ervaring van de pedagogisch medewerkers. Er wordt gebruik gemaakt van specifiek gerichte handelingskaders: sociaal competentiemodel en systeemgerichte behandeling. Er wordt zo veel als mogelijk met evidence based programma‟s gewerkt. De trainingen worden door bevoegde en bekwame trainers gegeven. Er wordt gewerkt met door de COTAN goedgekeurd testmateriaal.
7. Samenvatting onderbouwing De kinderen ervaren gedragsemotionele en/of psychosomatische problemen en/of ontwikkelingsstoornissen en hebben daardoor een ontwikkelingsachterstand of dreigen die op te lopen. Dit gaat meestal gepaard met een complexe opvoedings-/thuissituatie, waarbij opvoeders pedagogische onmacht, opvoedingsonzekerheid en tekortschietende opvoedingskwaliteiten ervaren. Opvoeders weten (tijdelijk) niet meer hoe ze hun situatie zonder hulp kunnen beïnvloeden. Vaak heeft een interactie van verschillende factoren op verschillende gebieden uiteindelijk geleid tot deze situatie. De draagkracht/draaglastverhouding is tijdelijk uit balans. De basisbehandeling is gebaseerd op professionele deskundigheid en praktische ervaring van de pedagogisch medewerkers en de ouderbegeleider. Er wordt gebruik gemaakt van specifiek gerichte handelingskaders: sociaal competentiemodel en systeemgerichte behandeling.
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding De volgend uitvoerend medewerkers zijn betrokken bij de module dagbehandeling 6 tot 13 jaar. Voor de eisen ten aanzien van opleiding, training, etc. wordt verwezen naar de taakfunctieomschrijving van de onderstaande functies: Afdelingsmanager Gedragswetenschapper / GZ-psycholoog / Orthopedagoog-Generalist - WO Ouderbegeleider – HBO Pedagogisch medewerker B – HBO Secretarieel medewerker B Huishoudelijke hulp 8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Er is geen specifieke handleiding of protocol voor overdracht of implementatie. Wel is er een uitgebreide methodiekbeschrijving van het Boddaert beschikbaar. Nieuwe medewerkers worden ingewerkt door de uitvoerend medewerkers in dezelfde functie. 8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De kwaliteit van de module wordt bewaakt aan de hand van de resultaten uit de prestatieindicatoren: doelrealisatie, cliënttevredenheid, reden beëindiging hulp en afname ernst problematiek. Jeugdhulp Friesland voldoet aan de kwaliteitsnormen HKZ, hetgeen betekent dat de cliënt centraal staat en er continu gewerkt wordt aan het verbeteren van de hulpverlening.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 8/16
8.4 Kosten van de module Betrokken professionals: Gedragswetenschapper Pedagogisch medewerker
-
45 minuten per kind per week 0,78 fte per groep
Verblijf: ja Verzorgingskosten: ja Pleeggeld: nee Licentie: nee Training / opleiding: ja, zie 8.1 (altijd ja) Specifiek materiaal: therapiemateriaal Overige kosten: knutsel-, spel en constructiemateriaal
9. Onderzoek naar de uitvoering van de module In de dagbehandeling 6 tot 13 jaar wordt al enige tijd meegedaan aan structurele effectmeting (programma BergOp) door middel van afname van de CBCL (gedragsvragenlijst ouders), TRF (gedragsvragenlijst ingevuld door pedagogisch medewerkers) en OBVL (opvoedingsbelasting ouders). De lijsten worden ingevuld aan het begin van de behandeling van een kind en vlak voor het beëindigen daarvan. De resultaten van deze structurele effectmeting zijn nog niet bekend.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 9/16
C. EFFECTIVITEIT
10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de module in Nederland Karen van Rooijen geeft in haar artikel “Wat werkt in de daghulp” (NJI; 2012) over daghulp voor jeugdigen met emotionele problemen, gedragsproblemen of stoornissen, een overzicht weer van verschillende internationale overzichtsstudies (onder andere Baenen et al., 1986; Sayegh & Grizenko, 1991; Tse, 2006; Zipfel et al., 2002) en een aantal primaire studies (o.a. verschillende studies van Grizenko et al., 1990, 1993, 1994, 1997; Kennair et al, 2010). Daarnaast is gebruik gemaakt van een aantal handboeken (o.a. Hermanns, 2005; Van der Ploeg, 2001) en Nederlandse overzichtsstudies (o.a. Boendermaker et al., 2003). Zij concludeert: “Het is moeilijk om stevige conclusies te trekken over de effecten van daghulp. Dit komt ondermeer doordat er nationaal en internationaal grote verschillen zijn in de inhoud van de daghulp, het theoretisch kader dat gehanteerd wordt en de methodieken waarmee gewerkt wordt. Ook zijn er verschillen in de mate van nazorg die geboden wordt, bijvoorbeeld bij de overgang van de daghulp naar het reguliere onderwijs. Daar komt nog bij dat vaak weinig wordt gespecificeerd wat de daghulp precies inhoudt. Daarnaast wordt het onderzoek gekenmerkt door methodologische beperkingen. Veel studies zijn bijvoorbeeld retrospectief van aard en gebruiken geen gestandaardiseerde vragenlijsten en controlegroepen. In de toekomst moet onderzoek duidelijker uitwijzen welke kinderen en gezinnen het meeste baat hebben bij daghulp, welke problemen het meest beïnvloed worden door daghulp en welke onderdelen het meest effectief zijn. Vooralsnog kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Er zijn positieve effecten gevonden voor daghulp bij jeugdigen met emotionele problemen, gedragsproblemen of gedragsstoornissen. Die positieve effecten bestaan uit verbeteringen in het gedrag van jeugdigen en in het gezinsfunctioneren, uit terugkeer naar school of werk en uit vermindering van de behoefte aan residentiële plaatsing. Echter, de problemen zijn na afloop niet verdwenen. Verschillende studies wijzen uit dat veel jongeren na afronding van de daghulp nog speciaal onderwijs of aanvullende behandeling nodig hebben. Daarnaast laat het onderzoek zien dat daghulp vooral effect lijkt te hebben op het gedrag van jeugdigen en minder op schoolprestaties. Daghulp is mogelijk effectief voor een beperkte groep jeugdigen. Diverse studies wijzen uit dat de effecten minder goed zijn bij jeugdigen met ernstige gedragsproblemen dan bij jeugdigen met minder ernstige problemen. Ook gezinsfactoren kunnen van invloed zijn op de effecten van daghulp, hoewel de precieze rol van dergelijke factoren nog niet goed duidelijk is. Onderzoek wijst vooralsnog niet uit wat de geschikte verblijfsduur is om met daghulp langdurige gedragsmatige veranderingen teweeg te brengen. Eén studie vond dat kinderen die langer dan een jaar daghulp hadden ontvangen vaker integreerden in het reguliere onderwijs dan kinderen die minder dan een jaar hulp hadden ontvangen. In een ander onderzoek werd daarentegen juist vooruitgang in het eerste half jaar van de behandeling gevonden. Daarna trad stabilisatie op en op termijn was er zelfs sprake van een lichte terugval. Het actief betrekken van ouders bij de behandeling blijkt een belangrijke voorwaarde voor positieve effecten. Kinderen van wie de ouders actief bij de behandeling worden betrokken door middel van gezinstherapie of gezinsinterventies in de thuissituatie, re-integreren vaker in reguliere schoolklassen, laten minder vaak antisociaal gedrag zien en hebben minder vaak institutionele hulp nodig. In één overzichtsstudie wordt daarnaast benadrukt dat het ontwikkelen van schoolvaardigheden en coördinatie van nazorg van belang zijn voor langdurige effecten van daghulp. De effectiviteit van daghulp kan verbeterd worden door er elementen van effectieve interventies in te verwerken. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan „home visitation‟, gestructureerde sociale vaardigheidstraining, het systematisch toepassen van sociale leerprincipes en verplichte ouderbetrokkenheid. In een ongecontroleerd effectonderzoek gingen Van der Ploeg & Scholte (2001) na wat voor invloed de daghulp in een medisch kinderdagverblijf (MKD) of Boddaertcentrum heeft op de ontwikkeling van Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 10/16
jongeren met ADHD. De jongeren ontwikkelden zich positief, waarbij de jongeren uit de minder problematische gezinnen en met minder schoolproblemen de meeste vooruitgang boekten. De beste aanpak bij kinderen met ADHD die klinische daghulp krijgen, blijkt te bestaan uit een combinatie van structuur, controle en emotionele ondersteuning.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 11/16
D. OVERIGE INFORMATIE
11. Toelichting op de naam van de module De naam van de module is voortgekomen uit de samenvoeging van de Dagbehandeling 6 tot 13 jaar en het Boddaert: Dagbehandeling 6 tot 13 jaar/ Elders in het land en in de literatuur wordt over het algemeen de naam Boddaert gebruikt.
12. Uitvoering (uitvoerende en/of ondersteunende organisaties en partners) Binnen Jeugdhulp Friesland vindt op 1 plaats in de provincie een toepassing van de module plaats ; in Leeuwarden op 1 groep. In Leeuwarden zitten de groepen in een school voor cluster 4 onderwijs (RENN4) waarmee samengewerkt wordt.
13. Overeenkomsten met andere modules Binnen Jeugdhulp Friesland wordt er voor dezelfde doelgroep niet een soortgelijke module aangeboden. Voor de jongere kinderen (0 - 3 jaar) en hun ouders is er de ouder-kind-groep, voor kinderen in de leeftijd van 1,5 - 7 jaar wordt dagbehandeling 1,5 - 7 jaar aangeboden en voor kinderen van 3 - 7 jaar die bekend zijn met ASS-problematiek is er een specifieke behandelgroep.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 12/16
Aangehaalde literatuur Methodiekbeschrijving Dagbehandeling 6 tot 13 jarigen. Jeugdhulp Friesland (2012). Rooijen, K. van (2012). Wat werkt in de daghulp? Utrecht: Nederlands Jeugd Instituut. Ploeg, J.D. van der, & Scholte, E.M. (2001). ADHD-kinderen in ontwikkeling. Diagnostiek en effectieve pedagogische aanpak in de jeugdzorg. Utrecht: Uitgeverij de Graaff.
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
Pagina 13/16
Bijlage CAP- J CAP-J classificatie overzicht (assen en rubrieken): Naam van de module: Onderdeel van het zorgprogramma: Legenda: X (probleem waar de module aan werkt), X! (probleem waar de module aan werkt, niet genoemd in de modulebeschrijving), C (contra indicaties of belemmerende factoren genoemd in de beschrijving), 0 (kenmerken van de doelgroep, genoemd in de moduleomschrijving maar de module is hier niet op gericht) ? (niet duidelijk, discussiepunt)
Dagbehandeling 6 tot 13 jaar Dagbehandeling
richt zich op CAP-J Groep As A: Psychosociaal functioneren jeugdige A100 Emotionele problemen A101 Introvert gedrag A102 Angstproblemen A103 Stemmingsproblemen A200 Gedragsproblemen A201 Druk en impulsief gedrag A202 Opstandig gedrag en/of antisociaal gedrag A300 Problemen in de persoonlijkheid(sontwikkeling en identiteit(sontwikkeling) A301 Problemen met de competentiebeleving A302 Problemen in de gewetensvorming/morele ontwikkeling A303 Identiteitsproblemen A400 Gebruik van middelen/verslaving A900 Overige psychosociale problemen jeugdige A901 Problemen bij de verwerking van ingrijpende gebeurtenissen A902 Overmatige stress A903 Automutilatie A904 Andere problemen psychosociaal functioneren jeugdige CAP-J groep As B: Lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren jeugdige B100 Lichamelijke ziekte, aandoening of handicap B101 Gehooraandoeningen B102 Oogaandoeningen B103 Spraakaandoening B104 Motorische handicap B105 (Chronische) lichamelijke ziekte B200 Gebrekkige zelfverzorging, zelfhygiëne, ongezonde levenswijze B201 Problemen met zelfverzorging en zelfhygiëne B202 Ongezonde levenswijze B203 Overgewicht B300 Aan lichamelijke functies gerelateerde klachten B301 Lichamelijke klachten B302 Voedings-/eetproblemen B303 Zindelijkheidsproblemen B304 Slaapproblemen B305 Groeiproblemen B306 Onverklaarbare lichamelijke klachten Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
X X X X X X X X
? ? ? ?
? ? ? ? ? X! X! ? ? X! X! ? ? ? Pagina 14/16
B900 Overige problemen lichamelijke gezondheid B901 Andere problemen lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren jeugdige CAP-J Groep As C: Vaardigheden en cognitieve ontwikkeling jeugdige C100 Problemen in de cognitieve ontwikkeling C101 Problemen met schoolprestaties/leerproblemen C102 Aandachtsproblemen C103 Problemen verbandhoudend met hoogbegaafdheid C104 Problemen met het sociaal aanpassingsvermogen C200 Problemen met vaardigheden C201 Sociale vaardigheidsproblemen C900 Overige problemen vaardigheden en cognitieve ontwikkeling C901 Andere problemen cognitieve ontwikkeling jeugdige C902 Andere problemen vaardigheden jeugdige CAP-J groep AS D: Gezin en opvoeding D100 Ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding D101 Ontoereikende opvoedingsvaardigheden D102 Problemen met ondersteuning, verzorging en bescherming kinderen D103 Pedagogische onwil D104 Onenigheid tussen ouders over opvoedingsaanpak D105 Problematische gezinscommunicatie D200 Problemen in de ouder-kindrelatie D201 Gebrek aan warmte in ouder-kindrelatie D202 Symbiotische relatie tussen ouder en jeugdige D203 Jeugdige in de rol van ouder (parentificatie) D204 Vijandigheid tegen of zondebok maken van jeugdige door de ouder D205 Problemen in de loyaliteit van jeugdige naar ouder D206 Problemen in de hechting van jeugdige aan ouder D207 Generatieconflict D208 Problemen door religieuze en/of culturele verschillen tussen ouder en jeugdige D209 Mishandeling ouder door jeugdige D210 Jeugdige weggelopen van huis D211 Jeugdige weggestuurd door ouders D300 Verwaarlozing, lichamelijke/psychische mishandeling, incest, seksueel misbruik van de jeugdige in het gezin D301 Jeugdige slachtoffer verwaarlozing D302 Jeugdige slachtoffer mishandeling D303 Jeugdige slachtoffer seksueel misbruik D400 Instabiele opvoedingssituatie D401 Problemen bij scheiding ouders D402 Problemen met omgangsregeling D403 Problemen met gezagsrelaties D404 Problemen die gepaard gaan met het samengaan van twee gezinnen/samengestelde gezinnen D405 Problematische relatie tussen ouders D406 Problematische relatie jeugdige met partner opvoeder D407 Problematische relatie (stief)broers/zussen D500 Problemen van ouder D501 Negatieve jeugdervaring/traumatische ervaring ouder Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
?
? X! ? X X ? ?
X X / X X X! X! X! X! X! X! X! X! X! ? ?
X! ? ? X! ? X! X! X! X! X! ? Pagina 15/16
D502 Problemen met werkloosheid ouder D503 Problemen bij zwangerschap of bevalling D504 Moeilijke start ouderschap D505 Gezondheidsproblemen of handicap/invaliditeit ouder D506 Antisociaal gedrag ouder D507 Gebruik van middelen/verslaving ouder D508 Pleger seksueel misbruik D509 Overmatige stress ouder D510 Psychische/psychiatrische problematiek ouder D600 Problemen van ander gezinslid D601 Gezondheidsproblemen of handicap/invaliditeit ander gezinslid D602 Antisociaal gedrag ander gezinslid D603 Gebruik van middelen/verslaving ander gezinslid D604 Psychische/psychiatrische problematiek ander gezinslid D700 Problemen in het sociaal netwerk gezin D701 Problemen in de familierelaties (niet het gezin) D702 Gebrekkig sociaal netwerk gezin D800 Problemen in omstandigheden gezin D801 Problemen met huisvesting D802 Financiële problemen D803 Problemen met hulpverleners of (vertegenwoordigers van ) instanties D804 Problematische maatschappelijke positie gezin als gevolg van migratie D900 Overige problemen gezin en opvoeding D901 Andere problemen gezin en opvoeding CAP-J Groep As E: Jeugdige en omgeving E100 Problemen op speelzaal, school of werk E101 Problematische relatie met leerkracht, werkgever of leidinggevende/problemen met hiërarchische relatie E102 Problematische relatie met medeleerlingen, collega‟s of groepsleden E103 Motivatieproblemen op school of werk (onder andere spijbelen) E104 Van school gestuurd E105 Problemen met school-, studie- of beroepskeuze of vakkenpakket E106 Problemen met werkloosheid jeugdige E107 Problemen met speelzaal, schoolorganisatie of onderwijsstijl, arbeidsorganisatie E200 Problemen met relaties, vrienden, sociaal netwerk en vrije tijd E201 Problemen met vrijetijdsbesteding E202 Problemen met verliefdheid/liefde en relaties E203 Problematische relatie met leeftijdgenoten (onder andere gepest worden buiten school/werk) E204 Gebrekkig sociaal netwerk jeugdige E205 Risicovolle vriendenkring (antisociaal gedrag, gebruik middelen) E300 Problemen in omstandigheden jeugdige E301 Problemen met zelfstandige huisvesting jeugdige E302 Financiële problemen jeugdige E303 Problemen van jeugdige met hulpverleners of (vertegenwoordigers van) instanties E304 Problematische maatschappelijke positie jeugdige (onder meer als gevolg van migratie) E305 Problemen jeugdige met justitiële instanties E900 Overige problemen omgeving jeugdige E901 Andere problemen jeugdige en omgeving
Module Dagbehandeling 6 tot 13 jaar – 24-uurs Jongere Jeugd
? ? ? ? ? ? ? X! ? ? ? ? ? X! X! ? ? X! ? ?
X X X! X! ? ? ? X X! X X X! ? ? ? X! ? ?
Pagina 16/16