Mei 2014
[ 20 ]
Jan Nederpel
‘Dag en nacht tussen de delphiniums’ Uitgelicht Tomaat & Roos
[ 16 ]
Rozenteelt moet ‘out of the box’ denken
[ 30 ]
Warmtenetwerk Zuid-Holland kansrijk
[ 44 ]
Interview met Michael Kester, Syngenta
[ 48 ]
Blijft Nederland ‘thuisland’ voor tomaat?
4
A new star is born ... De nieuwe Benomic Star! De nieuwste Benomic buisrailwagen is terecht een klasse ster. Standaard uitgerust met een dubbele schaar is de Benomic Star voorzien van een gladder uiterlijk en tal van andere verbeteringen vergeleken met zijn voorgangers. En het mooiste komt nog. Door slimmer te produceren heeft de Star een zeer concurrerende prijs ten opzichte van andere modellen met vrijwel dezelfde mogelijkheden. Nieuwsgierig? Bel of mail ons voor een vrijblijvende afspraak.
Drie keer zo snel spuiten Ook voor gewasbeschermingsoplossingen kunt u terecht bij Steenks Service. Zo leveren wij bijvoorbeeld de complete Meto Trans speciaal voor rozengewassen. Met zijn drie spuitmasten worden in één keer drie paden gelijktijdig gespoten. Geheel automatisch verplaatst de Meto Trans zich naar de volgende drie paden. Nu compleet geleverd en geïnstalleerd door ons vakkundige team. Nieuwsgierig? Bel of mail ons voor een vrijblijvende afspraak.
new
www.steenks-service.nl
Jan van Laarweg 1 2678 LH De Lier T 0174 510 266
[email protected]
Wereld kampioen!
Jacco Strating Hoofdredacteur KAS Magazine
[email protected]
Op de eerste officiële Koningsdag kleurde ons land weer volledig oranje. Jong en oud hulden zich gewillig in oranje kledij en ook komende zomer tijdens het WK Voetbal zullen de straten oranje kleuren, gaat de rood-wit-blauwe schmink op de gezichten en worden de Holland-shirtjes uit de kast gehaald. Het zijn van die momenten waarop wij vol trots uitdragen dat wij Nederlanders zijn. We zijn trots op ons Koningshuis en op onze voetballers en dat mag de hele wereld weten. Het is juist die trots die ik nog al eens mis als het om de Nederlandse tuinbouw en haar producten gaat. Met voetballers als Van Persie, Robben en Sneijder lopen we weg, we dragen Willem-Alexander en Máxima op handen, maar over de Hollandse tomaat, roos of phalaenopsis hoor ik eigenlijk niemand. Laat staan over de telers achter die producten. Waar ligt dat toch aan? Ik denk voor een belangrijk deel ook aan de tuinbouw zelf. Natuurlijk, onze sector kent een aantal enthousiaste ambassadeurs. Maar over het algemeen vind ik dat te weinig telers de trots op hun producten met de rest van de wereld delen. Bent u dan te bescheiden? Weet u soms niet hoe u die trots overbrengt op anderen? Of ontbreekt het simpelweg aan trots? Ik denk dat het een combinatie is. De gedachte ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ leeft bij velen, communicatie is vaak niet de sterkste eigenschap in de sector en veel telers beseffen ook gewoon niet dat zij aan de basis staan van een uniek product waar zij met recht trots op mógen zijn. In deze editie van KAS Magazine roept een rozenteler zijn collega’s op om de krachten te bundelen en samen het hart van de consument te veroveren. Hoe? Precies: door samen trots te zijn op de Nederlandse roos, die trots te tonen, uit te spreken en zodoende over te brengen op anderen. Geef de consument een reden om trots te zijn op die vele tuinbouwproducten van Hollandse bodem door te tonen welke topprestatie u dagelijks voor hén levert. Het wordt tijd dat u en uw producten het applaus krijgen dat u verdient. Want laten we eerlijk zijn, Nederland is al vele jaren wereldkampioen tuinbouw. Iets wat onze voetballers vooralsnog niet kunnen zeggen…
Columns
Uitgelicht
3 Jacco Strating Zeldzaam fenomeen
12 Marktgerichte tomaten Eerst verkopen, dan telen
29 Erik Titulaer Authenticiteit
16 NL-label voor rozen? Rosa Natura doet oproep
59 Brenda Pigmans Goed leiderschap
26 Canadese marketingkoning Op bezoek bij Mastronardi
65 Jeroen Naaijkens Oekraïne
40 Klimaat Monitor roos Reageren in ‘a split second’ 48 Blijft NL-tomaat bestaan? Internationale concurrentie groeit 52 Noviteiten Tomaat & Roos Nieuwigheden en ontwikkelingen
Colofon
Adres redactie Middel Broekweg 3, 2671 ME Naaldwijk
[email protected] www.kasmagazine.nl Hoofdredacteur: Jacco Strating Redactie: Ellis Langen en Jacco Strating Aan dit nummer werkten mee: Theo Brakeboer, Luc van Kemenade, Daan Kuiper, Jeroen Naaijkens, Brenda Pigmans, Uko Reinders, Erik Titulaer, Mario van Vliet
Fotografie: Bayer CropScience, Theo Brakeboer, FMO, Grodan, Horti-Images, LetsGrow.com, Mastronardi Produce, Glenn Mostert, Prominent, Rijk Zwaan, Rosa Natura, The Greenery, ThinkStock en KAS TuinbouwCommunicatie Ontwerp/vormgeving: Flint Creative Druk: BDUprint
Artikelen & Rubrieken 6 Van alles wat Gezond eten te duur… 30 Warmtenetwerk kansrijk Westland in gesprek met Rotterdam 34 Inspirerende tuinbouwvrouwen Ranking the Grower in volle gang 36 Serie: Topondernemer Piet Blankendaal, Blankendaal Coldstores
20 Cover interview Delphiniumteler Jan Nederpel
56 In gesprek met CropEye Planten gezonder opvoeden 60 Serie: Grenzeloos Groenten telen in Oekraïne 63 (h)App je die al Tuinbouwapps uitgelicht 64 Goed om te weten Professionele tuinbouwfoto’s
Uitgever: Hans van Renssen Sales: Martijn Haas,
[email protected], tel. 06 34 76 70 68 Hans van Renssen, hans@tuinbouwcommunicatie. nl, tel. 06 81 02 76 88 Abonneren:
[email protected]
44 Interview Michael Kester Directeur Syngenta spreekt
KAS TuinbouwCommunicatie biedt een breed multimediaal pakket vakinformatie aan voor ondernemers in de glastuinbouw. Naast KAS Magazine worden onder andere ook aangeboden: KAS Techniek, HortiBiz Magazine, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, HortiBiz.com, TuinbouwTV.nl en de (dagelijkse) digitale nieuwsbrieven vanuit de websites. Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met
[email protected].
Disclaimer/copyright: De inhoud van KAS Magazine is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Magazine. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever en auteur.
Van alles wat Gezond eten? Veel te duur! Voor 4 op de 10 Britten is gezond eten ‘te duur’. Dat blijkt uit een enquête door de British Heart Foundation (BHF) onder bijna 2500 Britten naar aanleiding van de recente aanbeveling om minstens 7 porties groente en fruit per dag te eten - in plaats van de huidige aanbevolen 5. Dat schrijft FoodNavigator. Waar tweederde van de onder vraagden aangaf graag gezond te willen eten, moest een kwart erkennen dat er de afgelopen week geen verse
8]
groente of fruit in huis gehaald waren. Als belangrijkste reden daarvoor werd aangegeven dat er gewoon geen geld voor was. Victoria Taylor van de BHF vult daarop aan dat “de prijs van eten is de afgelopen jaren twee keer zo snel gestegen is als de huurprijzen”, met als gevolg dat veel Britten hun gezondheid ondergeschikt maken aan de kosten van hun boodschappen. Gezond eten te duur? Opmerkelijk, aangezien de prijzen van groenten en fruit alleen maar verder lijken te dalen. Wellicht hebben ze in Engeland nog tips voor u…
Dat verdient (g)een bloemetje In sommige ziekenhuizen in het buitenland zijn bloemen op de kamer niet langer welkom, of in ieder geval op een groot aantal afdelingen niet meer. De reden? Bloemen zouden een bron van infecties zijn.
opleveren, kunnen beter niet worden meegenomen. En misschien wel de belangrijkste tip: geeft bloemen met een lang vaasleven, zodat ze niet de kans krijgen infecties te veroorzaken.
Bloemen en planten (inclusief het water of de grond waarin ze staan) kunnen effectief grote hoeveelheden ziekmakende bacteriën of schimmels bevatten, zo zou uit onderzoek blijken. Maar uit een literatuuronderzoek van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat nooit is aangetoond dat hierdoor ook infecties werden veroorzaakt. Daarom adviseert het RIVM dan ook geen verbod van bloemen in ziekenhuizen. Wel raadt het RIVM aan om altijd snijbloemenvoedsel toe te voegen aan het water, waardoor de groei van micro-organismen wordt afgeremd. En na contact met het bloemenwater altijd de handen te wassen of te ontsmetten. Reageren die ziekenhuizen in het buitenland dan te overdreven door een bloemenverbod af te kondigen? Misschien wel. Maar ze zouden bezoekers ook enkele tips kunnen geven, zegt het RIVM. Bijvoorbeeld door mensen te vragen geen sterk geurende bloemen mee te nemen, omdat deze tot hoofdpijn kunnen leiden. Ook bloemen die een allergische reactie kunnen
Aha, dus daarom zijn bloemen in Nederlandse ziekenhuizen geen probleem. Want welke bloemen hebben nu bij uitstek een lang vaasleven? Juist, Hollandse!
Doe als een ondernemer! Als eigen baas leer je snel voor jezelf opkomen. In de gratis krant Metro werden onlangs enkele tips aangereikt voor hoe je dit moet aanpakken. Daarbij is het voornaamste advies: doe als een ondernemer. Tip 1: Blijf jezelf vernieuwen. Investeer in kennis en in je netwerk en leg jezelf elk jaar opnieuw onder de loep. En wees niet bang om zo nu en dan van baan of functie te wisselen. Tip 2: Laat jezelf zien en horen. Ga regelmatig de boer op en steek soms je nek uit om een opdracht of klant binnen te slepen. Een beetje bluf over je kwaliteiten is geoorloofd. Tip 3: Durf te dromen. Ondernemen is plannen maken. En durven. Goede ideeën beginnen vaak op het spreekwoordelijke bierviltje. Wat je ondernemer maakt, is dat je aan de slag gaat met je idee. En geef bij weerstand niet direct op. Als je iets écht wilt bereiken, dan moet je er ook voor gaan. Tip 4: Investeer in tijd. Buffelen, uren maken en tijd en geld investeren in je plannen loont. Een goede ondernemer is natuurlijk niet gek. Er moet wel geld worden verdiend. Dat lukt alleen met een realistisch ondernemingsplan waar je ook voldoende tijd in stops.
[9
In deze editie van KAS Magazine worden de gewassen tomaat en roos uitgelicht. Twee totaal verschillende producten met een eigen aanpak en doelgroep. Maar er bestaat een plek waar beide gewassen toch op creatieve wijze bijeen worden gebracht: de keuken. Benieuwd hoe u zelf ook roosjes van tomaat maakt? Scan dan de QR-code.
Culinair op rozen…
12]
10
Koppert Horticup is een initiatief van:
HORTICUP WK2014
©
Schrijf je nu gratis in op horticup.nl
Voorspel de WK-uitslagen en win een spetterend voetbalweekend naar de club van je keuze! Vlieg na het WK-voetbal naar je favoriete voetbalstad en bezoek een voetbalwedstrijd naar keuze. Als deelnemer van de Koppert Horticup maak je kans op een reischeque t.w.v. €1000,- of €350,- plus 2 entree bewijzen voor de wedstrijd. Daarnaast zijn er vele andere aantrekkelijke prijzen te winnen, waaronder dinercheques t.w.v. €100,-.
[13
De Koppert Horticup WK-poule is speciaal bedoeld voor land- en tuinbouwbedrijven en in het bijzonder hun medewerkers. Je komt collega’s tegen die ook proberen de uitslagen van de WK-wedstrijden te voorspellen. Nieuw bij deze editie is dat je tevens collega’s uit andere landen tegen gaat komen. De Koppert Horticup is dit jaar namelijk voor het eerst geopend voor internationale deelnemers. Dat maakt de onderlinge strijd nog leuker en spannender. Bekijk elke dag je eigen positie, die van collega’s en die van je concurrenten in het klassement. Je kunt bij elke wedstrijd tot vlak voor de aanvang je voorspelling nog wijzigen. Op deze manier kan je voor en tijdens het WK actief meespelen. Ga snel naar www.horticup.nl en meld je vandaag nog aan! Het team van Koppert Horticup wenst je een spannend en sportief WK.
05
Richard Hartensveld
14]
Kostprijsteelt maakt plaats voor marktgerichte teelt UITGELICHT TOMAAT & ROOS - Steeds meer tomatentelers stappen uit de teelt van een bulkproduct. Ze kiezen een bijzondere tomaat die ze al verkopen voordat die wordt geplant. Er wordt niet meer zomaar iets geoogst om daar vervolgens een markt bij te zoeken. De rollen worden omgedraaid, zoals bij kwekerij De Kabel. Die ommekeer wordt de hoogste tijd, vindt Joop Verhoeven van DLV Plant. “De Nederlandse tomatenteler moet meer naar buiten gericht zijn.”
Tekst Theo Brakeboer
Voor Richard Hartensveld van tomatenkwekerij De Kabel in De Lier begon het allemaal in 2011. Hij zag een bijzonder trostomaatje, proefde het, en wist meteen: daar kunnen we wat mee. “Bij Rijk Zwaan stond hij onder nummer (Rijk Zwaan
heeft hem inmiddels de naam Caldino gegeven), maar wij hebben hem Bliss gedoopt. In 2012 zijn we ermee gestart. Een hoekje van 1.000 m2.” De Kabel is lid van Coöperatie DOOR, die samenwerkt met Nederlandse exporteurs. “Zij introduceerden Bliss bij hun klanten en in sommige gevallen gingen wij mee naar de klant. Het is belangrijk dat je je eindklant kent. Dan kun je hem vragen wat hij zoekt, zodat je de juiste keuzes kunt maken. Al gauw merkten we belangstelling voor Bliss, door zijn mooie en strakke trosopbouw en door zijn mooie druppelvorm. Een tomaatje dat bovendien erg lekker is. De tros is daarnaast een plaatje om te zien. Dat is belangrijk, want ook al smaakt een tomaatje heerlijk, het oog bepaalt toch of de consument hem koopt.” Extra inspanningen Vorig jaar breidde De Kabel het areaal Bliss uit tot 8.000 m2, de helft onbelicht, de andere helft belicht, zodat jaarrond aan de vraag kon worden voldaan. Dit jaar is dat uitgegroeid tot tweemaal een hectare. “We luisteren naar de klanten en op basis daarvan groeien we wel of niet door. Wat dat betreft zijn we net het hele tomatenareaal, maar dan in het klein.” De Kabel heeft zich gespecialiseerd in drie variëteiten: 10 hectare tros-cherries (15 tot 18 gram), troscocktail (40 gram) en de pruimcherrytrostomaat Bliss (circa 18 gram). En op een tweede bedrijf 8 hectare middeltrostomaat Capricia (110 gram). “Ook in die markt willen we qua smaak boven in het segment scoren. We telen niet zomaar een ras. We moeten leren van de jaren 90, waarin we teruggingen in smaak en een verkeerd imago kregen. Daar mogen we nooit meer naar terug en dus moeten we dat ook zelf niet doen.” Bliss geeft minder kilo’s per m2 en vraagt meer arbeid. “Dat betekent dat je meer input in marketing moet steken, zodat de prijs je extra inspanningen vergoedt”, legt Hartensveld uit. “De marketing voor Bliss richting de klant pak ik samen op met DOOR Partners BV, de verkoopdochter van Coöperatie DOOR. We doen dus meer dan alleen op het bedrijf zorgen dat alles klopt. Als je alleen
‘De mono cultuur is in Nederland tot hogere kunst verheven’
Joop Verhoeven: ‘Met een specialty heeft de teler de regie in eigen hand’
daarop bent gericht, zou Bliss geen vooruitgang zijn. Je moet altijd bezig zijn met de proceskant, maar het rendement moet toch van de verkoopkant komen. Wat ik wil bereiken, moet mijn compagnon Joost Barendse en zijn hele team aan de productie kant wel waarmaken. Doordat zij het hele proces onder controle hebben, voel ik me sterk om naar buiten te treden.” Binnen Coöperatie DOOR zorgen drie verkopers en een marketeer voor de afzet van het merk Prominent. “Daarmee proberen we onze bekendheid te vergroten en hoe we een juiste invulling kunnen geven aan de vraag voor nu en de komende vijf jaar. We houden ons dus bezig met hoe we kunnen inspelen op de markt ontwikkelingen en hoe we markten behouden. Toegevoegde waarde aan het product geeft ons bestaansrecht.” De Kabel teelt Bliss exclusief in Nederland. “En we hebben binnen het segment tomaat bij DOOR afgesproken dat zolang wij de vraag aankunnen, geen andere teler de teelt ervan oppakt.” Het bedrijf streeft voor al zijn tomaten naar een 1 op 1 relatie. “Niet meer de tuin vol zetten, zonder dat we weten of we er een klant voor hebben. Door allerlei regelgeving zijn we daar nog steeds niet toe gekomen. Nu kijk je nog met je service provider wat van belang is voor je eindklant. Ik noem hem geen handelaar. Dat is een term uit de tijd van de veilingklok, waarin iemand een trailer tomaten kocht en die vervoerde naar zijn klanten. Samen met mijn serviceprovider moeten we zorgen dat we in onze kas het juiste product telen.” Rechtstreekse afzet maakt dat de teler op de hoogte blijft van wat de afnemer wil. Veelal verloopt die afzet dan nog via een handelsbedrijf. The Greenery denkt daarbij in het voordeel te zijn, vanwege de consumenteninformatie die zij verzamelt. “Daarmee kunnen wij een klant gericht adviseren om een specialty toe te voegen aan het assortiment. Een niche-tomaat kunnen wij efficiënt leveren tegelijk met andere tomaten en producten die wij dagelijks vers leveren”, zegt Sourcing Manager Vruchtgroenten Léon Duijvesteijn.
[15
Ka ameleon High: elke druppe el zo oals een n drup ppel ho oort te zijn.
Revaho werkt samen met:
w w w.rev v a ho.nl
Wat is de perfecte druppel? Die is schoon, bevat de juiste waardes, heeft de beste dosering én komt uit een Kameleon High druppelaar. Deze technisch geavanceerde druppelaars blijven bij het doorspoelen, onder lage druk, dicht. Zo voorkomt u dat er ‘vuil’ water bij uw gewas terechtkomt. Het enige waar u uw gewas mee voedt, is vers water met de perfecte temperatuur, de juiste hoeveelheid zuurstof en met de gewenste meststoffen. Er zijn zes verschillende druppelaars, elk met hun eigen afgifte. Kies dus Kameleon High. Zodat elke druppel werkt.
“Wij kiezen voor een regiefunctie in de keten. Binnen de keten worden telers waar mogelijk en gewenst gekoppeld aan klanten, zodat de klant ook op maat bediend wordt. Er is dus een directe band tussen teler en afnemer, maar de administratieve en logistieke ‘beslommeringen’ lopen centraal en vragen geen extra aandacht en zorg van onze klant.” Te Nederlands denken DLV-voorlichter Joop Verhoeven verbaast zich over het verschil tussen een Nederlandse en een buitenlandse teler, waar ook ter wereld. “Als ik bij een Nederlandse teler de kasdeur opentrek liggen daar hectares tomaten achter met één ras.” Dat ziet hij nergens anders in de wereld. “De mono cultuur is in Nederland tot hogere kunst verheven. Maar kom je bijvoorbeeld bij telers in Bretagne die voor coöperatie Savéol telen, dan zie je zowat in elk kraanvak een ander ras.” “Kom daar eens om bij Nederlandse telers. Ze zouden vierkant weigeren, want ‘zo teel je nooit het optimale product’. De Nederlandse teler is te weinig naar buiten gericht. Kiezen voor marketing met teelt van diverse rassen, is een heel andere benadering. Als ik tegen een Savéolteler zeg dat hij zo geen 100% resultaat haalt, krijg ik als antwoord: ‘je denkt te Nederlands. Je moet je afvragen wat de markt wil’.” Toch ziet Verhoeven de tomatenteelt in Nederland wel veranderen, met telers die hun product al hebben verkocht nog voor ze gaan zaaien. Dat zou hij graag meer zien, ook al weet hij dat dit vooral is weggelegd voor niches. “Dat lijkt weinig ambitieus, maar daarmee heeft de teler wel de regie in eigen hand. Er zijn inmiddels bedrijven die uit hun schulp zijn gekropen en marktgericht telen. Die naast standaard trostomaten ook specialties telen. Of die helemaal zijn overgegaan op specialties en daarvoor een marketeer in de arm hebben genomen.” De bedrijfsgrootte doet er volgens Verhoeven niet toe. “Een groot bedrijf kan ook specialties telen. Snoeptomaatjes bijvoorbeeld worden ook op grote bedrijven geteeld.”
‘Groot telen van specialties wordt ‘bulk’ als je daar voordeeltjes uit wilt halen’
‘Ook al smaakt een tomaatje heerlijk, het oog bepaalt of de consument hem koopt’
“Groot telen wordt echter wel ‘bulk’ als je daar voordeeltjes uit wilt halen. Zo werd ook de losse cherrytomaat bulk: kilo’s telen en op de kostprijs letten. Nu gaan veel telers voor het lekkerste tomaatje; ook al is die minder productief, zoals de Honingtomaat, Picobello, Bliss, de Snacktomaat, Tommies enzovoort.” Grip op de markt Sinds een aantal jaren staan telers in Berlijn op de Fruit Logistica. Een bewijs van de toenemende aandacht voor de markt. Verhoeven: “Ze hebben een doordacht concept, en dat terwijl ze 10 jaar geleden nog bulktelers waren. Dat soort telers denkt bovendien na over internationalisering. Ze willen 12 maanden per jaar grip op de markt houden. Ze telen in de winterperiode in Spanje, Italië of Afrika. Zij die niet internationaal gaan hebben lampen, zodat ze in ieder geval jaarrond aan de bak blijven.” Verhoeven signaleert dat telers bovendien ‘pesticidenvrij’ hoog in het vaandel hebben. “Niet biologisch, maar pesticidenvrij. Als je de consument vraagt naar het voordeel van bio, is het antwoord dat dat onbespoten is. Dat biedt de moderne teler hen. Dit is mede in gang gezet door het aanbieden van snack- en snoeptomaatjes. Die eet je zo op. Gebruik van kunstmest, teelt op substraat en dergelijke interesseert de consument niet, wel dat het pesticidenvrij is.” En dan is er nog een trend naar local for local, waarbij in het buitenland zelf wordt geteeld. “In veel landen geeft de consument de voorkeur aan tomaten uit eigen land, ook al zijn ze dezelfde als uit Nederland”, zegt Verhoeven. “En dus zie je de laatste jaren veel nieuwbouw van kassen in Duitsland, Engeland, Rusland enzovoort. Dat is ook de redding voor de kassenbouwers, want waar in Nederland jaarlijks zo’n 350 hectare kassen vernieuwd zou moeten worden is dat sinds de crisis vanaf 2008 hooguit 100 hectare. Vanaf toen is dat areaal vooral buiten Nederland gebouwd, veelal met deelname door Nederlandse telers.”
[17
18]
Exclusief label voor NL-rozen als ultieme wens UITGELICHT TOMAAT & ROOS - De Nederlandse rozensector moet ‘out of the box’ gaan denken om de komende jaren het verschil te kunnen maken. Nieuwe productvormen, een trotse uitstraling en een goed verhaal zijn daarbij de sleutel tot succes. Dat is althans de mening van Simon Buis. Met Rosa Natura is hij die weg reeds ingeslagen. “Maar gezamenlijk komen we veel verder.”
Tekst Jacco Strating
Velen kennen Rosa Natura als het bedrijf met de onorthodoxe manier van rozen telen. De kwekerij uit Honselersdijk wist de afgelopen jaren een evenwicht in de kas te creëren met zeer beperkte middelen en vooral een andere kijk op rozen telen. Een waterbassin vol planten, een biotoop
rondom de kas en een minimale inzet van zowel chemische als biologische bescherming. Het zijn slechts enkele voorbeelden van keuzes die Rosa Natura maakte en die het bedrijf ook haar succes brachten. Zo werd Rosa Natura, met Theo van der Knaap als teeltverantwoordelijke, in 2011 nog uitgeroepen tot ‘meest duurzame rozenbedrijf’ in de verkiezing Ranking the Grower. De bijzondere aanpak binnen de kwekerij was daar verantwoordelijk voor. “Wij zijn een technologisch bedrijf met een sterke ecologische inslag”, licht sales- en marketingmanager Simon Buis toe. “Van geitenwollensokken is geen sprake, maar onze aanpak is ook niet alledaags. Deze manier van werken kost veel tijd en energie, maar wij doen dit omdat wij daar in geloven. Aan onze manier van telen willen wij geen geld verdienen. Onze drijfveer is een goed product te maken en met dat product willen wij pas echt scoren.” Andere positionering Het is dan ook niet verwonderlijk dat Rosa Natura zich de laatste jaren ook van een andere kant laat zien. Een creatieve, inspirerende en ambitieuze kant wel te verstaan. Simon Buis legt uit: “Groot verschil met een paar jaar geleden is dat onze aanpak toen vrij solistisch was. Wij wilden ons focussen op onze eigen werkwijze. Nu het teeltproces staat en zijn vruchten afwerpt, gaan we een stap verder en willen we door middel van marketing ons mooie product naar een hoger plan brengen qua afzet.” De manier om dat voor elkaar te krijgen, is volgens Buis een andere positionering van de roos. “Een roos is een product vol emotie. Zij is op haar plaats tijdens Valentijn, op een bruiloft, maar ook op een begrafenis. En het product spreekt voor zich: zij moet mensen blij maken, een goed gevoel geven. Waarom richten we ons dan alleen op dat soort speciale gelegenheden? Willen we niet elke dag blij worden gemaakt? Wij denken van wel. Door nieuwe productlijnen te ontwikkelen met consumentklare producten, willen wij de consument het hele jaar door aan onze rozen verbinden.”
‘Nieuwe productlijnen met consument klare rozen producten’
v.l.n.r. Theo van der Knaap, Simon Buis en Cors Meewisse van Rosa Natura
Maar waar denkt Buis dan aan bij ‘consumentklare producten’? “Het schoonmaken van rozen is geen leuk werk. Dat is toch een afknapper als je net een mooie bos rozen hebt gekregen. Dus willen wij bijvoorbeeld rozen leveren waar de doorns al van verwijderd zijn en die zo de vaas in kunnen. Ook willen wij consumenten voorzien van tips om optimaal en zo lang mogelijk van de rozen te kunnen genieten. De roos is immers de koningin van de bloemen. Dan moet je haar ook als zodanig behandelen. Met respect dus.” Verder ziet Rosa Natura mogelijkheden voor product dat op veel andere bedrijven bij het afval terecht komt. “In de tuinbouw geldt meestal dat product met een afwijking in de prullenbak belandt. Maar we hebben toch niet voor niets ons best gedaan tijdens de teelt? Wij gooien een product daarom niet weg als de steel krom is of als een blaadje scheef zit. Rozen met kromme stelen knippen we af tot korte rozen of we gebruiken zelfs alleen de kop van de roos. Dat soort producten verkopen we bijvoorbeeld aan restaurants. Daar kunnen ze vaak leuke decoratieve dingen van maken. En zelfs losse bloemblaadjes kun je op de markt brengen. Daar kan iedereen zijn fantasie wel op loslaten, toch?” Sterker als collectief Volgens Buis kan de rozensector mede door deze benadering de komende jaren het verschil maken ten opzichte van het buitenland. “We moeten ‘out of the box’ durven denken. In onze keten zijn we te veel bezig geweest met handel doorschuiven en te weinig bezig geweest met de consument. Wie is onze klant en wat wil hij? Daar draait het om. Uit onderzoek blijkt dat consumenten veel geld over hebben voor rozen op specifieke momenten. Wij willen daar meer continuïteit in aanbrengen. Door met nieuwe producten te komen, de consument van informatie te voorzien én door Nederlandse rozen van topkwaliteit aan te bieden. Zodat consumenten straks denken: als het een Nederlandse roos is,
[19
20]
dan weet ik dat het goed is.” Buis geeft aan dat de Nederlandse rozensector iets bijzonders in handen heeft, namelijk een product met emotie. “Bij importproduct ontbreekt die emotie veelal, die plus hebben we al. Maar om onze rozen er nog meer uit te laten springen, moeten we de herkomst duidelijk maken richting consument.” Realistisch als hij is, geeft Buis aan dat die veranderingen niet van vandaag op morgen een feit zijn. “En wij kunnen dat ook niet alleen. Ik denk dat de Nederlandse rozensector als collectief veel sterker kan staan. Wij telen Red Naomi en binnen dat segment zie je langzaam groepjes ontstaan die bepaalde zaken in gezamenlijkheid oppakken. Uiteindelijk moet dat ertoe leiden dat we een ‘premium brand’ in de markt zetten. Maar mijn ultieme wens zou zijn om alle rozen van Nederlandse bodem gebundeld te krijgen en onder één exclusief NL-label te presenteren.” Rozenjuwelier Het mag duidelijk zijn dat Rosa Natura vol ambitie zit. “We willen als bedrijf bij de besten horen en als Nederlandse sector de beste van de wereld zijn. Zilver vind ik geen mooie kleur, we gaan enkel voor goud”, aldus Buis. Wat dat betreft wordt dit een belangrijk jaar, meent hij. “In 2014 moet het gebeuren, in de loop van dit jaar komen onze nieuwe producten op de markt. Nu is het moment om door te pakken. Want als je te lang over een
Binnen het Red Naomi-segment wordt steeds meer gezamelijk opgepakt
Rozen en emotie Volgens Rosa Natura is de roos een product vol emotie dat voor zich spreekt. Wat veel mensen echter niet weten, is dat in de hoeveelheid rozen die iemand geeft, een boodschap verstopt zit. Op www.rosanatura.nl vertelt het bedrijf welke betekenissen dat zijn: 1 roos = ik hou van jou 2 rozen = wederzijdse liefde
idee moet nadenken, is het meestal geen goed idee.” En zoals Buis eerder al aangaf, hoopt hij samen te kunnen werken met anderen. “Niet alleen met collega-telers, maar ook met de handel. Je hebt de handel gewoonweg nodig. Zij zijn onze ambassadeur en we moeten beiden geld aan die prachtige rozen kunnen verdienen. Dus ga ik graag met telers en handel om de tafel die dezelfde droom hebben, om zo een sterk blok te vormen. Zodat we samen de Nederlandse roos naar een nóg hoger niveau kunnen tillen.” Want Buis twijfelt er niet aan dat het mogelijk is om deze ambities waar te maken. Het kan zelfs nog gekker, afgaande op een winkel die hij onlangs in Genève binnenstapte. “Een fantastische winkel die alleen rozenproducten verkoopt. Geboorteschaaltjes met acht tot tien rozen en een pareltje gaan daar voor een vermogen de deur uit. En zij verkopen rozen per stuk voor prijzen waar wij enkel van kunnen dromen. Dat is geen bloemenwinkel, maar een rozenjuwelier. Het lijkt misschien te hoog gegrepen, maar dat soort ondernemers zijn wel de voortrekkers. Zij durven de trots op hun product over te brengen op anderen en weten daar goud geld mee te verdienen. Daar kunnen wij met z’n allen nog iets van leren.”
7 rozen = ik denk elke dag van de week aan jou 12 rozen = dank je wel 15 rozen = het spijt me 24 rozen = ik denk ieder uur van de dag aan jou 25 rozen = ik feliciteer jou 50 rozen = m ijn liefde voor jou is onvoorwaardelijk 99 rozen = ik hou van jou voor altijd
Stevig en draineert makkelijk
Stevige basis voor vitaal gewas GRODAN Vitaflor is het aangewezen substraat voor rozenkwekers die een robuuste, goed drainerende mat willen, waarin de wortels het volledige volume benutten. Deze eigenschappen bieden zekerheid en gemak tijdens de hele teeltperiode.
Meer informatie over Precision Growing kunt u vinden op onze website www.grodan.nl www.3xduurzaam.nl www.linkedin.com/company/grodan www.twitter.com/grodan_nl
22]
‘Laten zien wat je hebt, opvallen en in de picture staan’ Hij groeide op in de polder en nog steeds is hij elke dag omringd door de natuur. Jan Nederpel, kweker in Noordwijkerhout, kan met recht een ‘delphinium-goeroe’ worden genoemd. Zijn ziel en zaligheid legt hij in de teelt, de vermeerdering en de zoektocht naar het vinden van nieuwe soorten. Afkijken bij anderen, heeft geen zin, want hij is dé specialist. “Juist dat vind ik erg leuk. Het geeft voldoening en bevestiging als je iets doet wat een ander niet kan”, zegt Jan.
Ellis Langen in gesprek met delphiniumteler Jan Nederpel
Aan de muur in de schuur hangen keurig in een lijst collages met krantenknipsels en foto’s. Het zijn de bijzondere en memorabele momenten in het werkzame leven van de familie Nederpel. Op de meeste foto’s staat Jan. Trots met een bos delphiniums in de hand, of een beker of een oorkonde of wat voor bekroning op zijn werk dan ook. Samen met zijn vrouw Hennie staat Jan aan een tafel in de schuur te werken. Het t-licht schijnt op hun handen. Hij snijdt behendig stekjes van de vaste planten af, geeft ze aan Hennie en zij steekt ze in een potje. De radio staat aan, maar waarvoor? “Als Jan eenmaal praat, ratelt ie maar door”, waarschuwt zijn vrouw. Jan is kweker in hart en nieren en vertelt er duidelijk graag over. Zijn bedrijf is ruim vijf hectare groot. Zoon Michel en vrouw Hennie zitten ook in het bedrijf. De familie is ongeveer twaalf jaar geleden op deze plek terecht gekomen. Daarvoor werkte Jan sinds 1989 in het bedrijf van zijn broer in Rijnsburg waar ook al delphiniums werden gekweekt. In 1992 nam Jan de kwekerij van zijn broer over. Van meet af aan legde Jan zich toe op delphiniums. Eerst voornamelijk voor de snijbloementeelt. Maar al snel zag hij meer perspectief in dit gewas. Kopers op de veiling toonden zich enthousiast over de delphinium en steeds meer telers gingen de bloemen ook telen. En dus probeerde Nederpel of hij deze vaste plant kon vermeerderen. Zijn vrouw legde zich toe op het verkrijgen van nieuwe soorten door delphiniums te kruisen. Op het bedrijf dat Jan van zijn broer had overgenomen, had hij 6000 vierkante meter kas en 3000 vierkante meter eigen grond buiten. Dat laatste was te weinig om de delphiniumplanten bestemd voor de vermeerdering op te kweken en dus huurde hij een tijd lang land bij. Toen er een mooi bedrijf in Noordwijkerhout vrij kwam, werd Rijnsburg verkocht en dit bedrijf gekocht. Michel kwam erbij in het bedrijf en dus had het bedrijf ook de mogelijkheid verder te groeien in productie. Jan blikt terug. “De eerste jaren waren zakelijk gezien lastig. Ik had net het bedrijf van mijn broer
‘Ik vind het mooi dat ons product zo uitwaait’
‘Je moet niet bang zijn om keuzes te maken’
overgenomen en toen redelijk snel een ander bedrijf gekocht.” Bovendien kreeg het bedrijf het eerste jaar in Noordwijkerhout een flinke tegenslag te verwerken. Met een storm woei ongeveer de helft van de buitenproductie om. Dat was een fikse schadepost. Twee jaar hadden ze er voor nodig om deze financiële tegenvaller in te lopen. “Als je op de dagafschriften steeds rode cijfers ziet, dan is het in een familiebedrijf toch net even iets minder gezellig”, zegt Jan. Alles met delphinium Maar de lastige jaren liggen nu achter hen. Voorzichtig wordt weer aan investeren gedacht. Kwekerij Delphi, zo heet het bedrijf van de familie Nederpel, haalt ongeveer 50 procent van de omzet uit de snijbloementeelt en 50 procent uit de verkoop van de vermeerderde planten en stekken. Het bedrijf is uniek in zijn soort. Het is het enige bedrijf dat ‘alles wat met delphinium te maken heeft’, doet, zelfs het vinden van nieuwe soorten. Daarom is de familie een voorloper en een specialist in deze teelt. Het vermeerderen en het kruisen van de delphiniums ging eerst met wisselend resultaat. “Maar we kregen het steeds beter onder de knie. Jaren geleden werd de bloem nog ‘een stofzuigerbloem’ genoemd omdat de bloem op de vaas snel uit viel. Toen eenmaal bleek dat het voorbehandelings middel AVB perfect het vaasleven verlengde, werd de bloem voor de bloemenhandel interessant en nam de teelt een vlucht.” Nog steeds komen er telers bij. Er zijn er nu zo’n dertig die delphiniums telen, schat Jan in. “Een delphiniumgewas kan redelijk koud in een kas geteeld worden. Er zijn nogal wat telers die in deze dure energietijd de ketel eruit gooien. Dat hebben wij ook gedaan. We maken nu gebruik van een cascadeopstelling waarbij vier HR-ketels van ieder 84 kiloWatt staan.” Vorig jaar verstookte Nederpel 14.300 kuub gas per jaar. Het bedrijf is het gehele jaar rond bezig met alle facetten van de delphiniumteelt. De stekproductie- en -opkweek is seizoensgebonden en hiermee wordt in februari begonnen. In maart
[23
‘Dit product en onze teeltwijze vraagt dat je er dag en nacht bij bent’
24]
worden de eerste stekjes uitgeleverd. Dat loopt door tot eind mei, begin juni, want dan komen de bloemen buiten in bloei die zijn gezet voor de snijbloementeelt. De planten gaan hiervoor vanaf begin april de grond in. De oogst buiten gaat door tot zolang het weer het toelaat, meestal is dat tot in oktober. Het kruisen van de delphiniums gebeurt in juni en juli. De hoofdkleur van delphinium is blauw. “Na het kruisen is 93 procent van het zaad blauw en de rest gaat richting crème en roze”, weet Hennie. Het resultaat van het kruisingswerk is altijd afwachten; het ene jaar komen er drie goede soorten uit, het andere jaar niet een goede soort. Het is een grote zoektocht naar een nieuwe kleur en een soort met betere eigenschappen. Jan: “Dat houdt voor ons in planten die nog minder last hebben van meeldauw, een takkie meer geven en een mooie plant met veel ogen, want dan is de plant voor ons interessant om mee te gaan vermeerderen.” Inmiddels heeft Delphi voor zes soorten kwekersrecht aangevraagd en gekregen. Ook heeft ze van zeven soorten de naam beschermd. In totaal worden er ongeveer 45 soorten kleuren delphiniums op de kwekerij vermeerdert. Het bedrijf werkt samen met het Japanse bedrijf Kaneko Seeds. Dit veredelings bedrijf veredelt ook delphiniums. De Japanners zochten contact met Nederpel nadat ze zijn bloemen op een show zagen op de Floriade in de Haarlemmermeer. Nederpel bekijkt of de soorten van Kaneko Seeds geschikt zijn voor Europa. “We bekijken nu voor zes rassen of het wat is.”
‘Een storm verwoest alles. Dat doet pijn én het kost geld’
‘We zijn het sterkst hier thuis Het leuke aan de teelt en het bedrijf vindt Nederpel dat er veel dynamiek heerst. “Ik vind het mooi dat ons product zo uitwaait. We hebben verschillende klanten, zoals snijbloemenkwekers, maar we leveren ook aan diverse handels-en exportbedrijven.” Van die laatsten leveren veel de planten en stekken uit aan telers in Duitsland die de delphiniums veelal in potten telen, bestemd voor tuincentra. Ook gaat er veel naar Rusland voor de teelt in potten en naar Polen voor de snijbloementeelt. Nederpel laat zich voor de rest van Europa en wereldwijd vertegenwoordigen door het Boskoopse bedrijf Kolster. “Vanuit dat bedrijf gaan de delphinium planten de hele wereld over.” Nederpel heeft zelf verschillende keren de mogelijkheid gehad om in het buitenland, zoals in Afrika, Spanje of Portugal, delphiniums te gaan kweken. Bijvoorbeeld door samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met kwekers daar. Hij en zijn gezin zijn er nooit op in gegaan. “Dit product en onze teeltwijze vraagt dat je er dag en nacht bij bent. We zijn maar met z’n drieën hier. Alle taken zijn precies verdeeld. Iemand van ons kan niet zo maar een paar dagen weg. Dan komen we handen te kort voor al het werk. Bovendien zijn we het sterkst hier thuis, in Noordwijkerhout.” Jan is trots dat hij in Nederland teelt. “In Nederland zeuren telers vaak over de strenge regelgeving. Maar hierdoor blijf je als bedrijf wel gestimuleerd om stappen vooruit te maken, bijvoorbeeld op het gebied van milieu.”
Liefde voor natuur De familie Nederpel werkt veel buiten in het delphiniumgewas. Jan houdt van de natuur om zich heen en gaat er met veel respect mee om. “Als er in de schuur bij het bossen een hommel aan een tak kleeft, dan slaan we die niet doodt. We lopen dan naar buiten met de tak en schudden de hommel eraf. Een ander zal er wel om lachen, want die geeft het beest een klap met een krant.”Hij vindt dat iedereen blij moet zijn met de natuur. Alle beesten zijn volgens Jan belangrijk en hebben een functie. “Ik laat de hazen ook gerust een hele rits delphiniums af eten. Dan roep ik: ‘donder op’ tegen die haas en hoop vervolgens dat een vos hem opeet. Maar een jager zal ik nooit bellen.” Vanwege de afhankelijkheid van het weer, houdt het gezin de weersverwachtingen altijd goed in de gaten. Wind is Jans grootste vijand. De dag van een storm en de dag na een storm is Jan niet te genieten. Dan is hij snel gespannen en geïrriteerd. “Ik bouw dan veel spanning op. Als de storm is geweest, stuur ik iedereen een paar uur naar huis, omdat ik dan verschrikkelijk kan balen. Ik kijk eerst in mijn eentje hoe erg de schade is”, zegt Jan. Alleen door er nu al zo over te vertellen, krijgt hij al kippenvel, zo zegt hij. “Ik kan er niet tegen. Het gaat hem erom dat er zoveel werk inzit en dat dit dan ineens verwoest is. Dat doet pijn en het kost geld. Je wilt ergens naar toe met je bedrijf en daar heb je je centen ook hard voor nodig.” Het bedrijf is volgens Jan groot genoeg, maar het bedrijf verbeteren en vernieuwen kan nog wel. Zo wordt er nu geïnvesteerd in de koelcellen. Ook kijkt het bedrijf naar de mogelijkheid van zonnepanelen op de schuur zodat het bedrijf in haar eigen energie kan voorzien. De koelcellen maken heel wat uren. ’s Winters worden ze gebruikt voor het invriezen van de planten en ’s zomers voor de koeling van de bloemen. Het jaarlijks energieverbruik komt uit op ruim 48.000 kW. In de toekomst wil Nederpel graag groeien in de handel van de planten en wil hij minder bloemen kweken. Want minder snijbloementeelt, betekent ook minder inleenkrachten. In hoogtijdagen, de tijden van de oogst, werkt Nederpel met vier Poolse seizoens
‘Ik laat de hazen ook gerust een hele rits delphiniums af eten’
Hennie Nederpel: ‘Na het kruisen is 93 procent van het zaad blauw’
krachten. Een wens die Jan voor de toekomst uitspreekt, is dat hij ‘nog meer op het podium staat’ met nieuw, ontwikkelde soorten delphiniums. “Ik pik vaak alle shows mee die er zijn. Je moet laten zien wat je hebt. Zo kom je in de picture te staan en val je op. Ook is het een goede manier om te kijken wat anderen van het veredelings resultaat vinden.” Zo is bij bijvoorbeeld altijd te vinden op de zomerbloemententoonstelling in Naaldwijk in de oude kerk. Jan Nederpel is daar sinds vijftien jaar trouwe aanvoerder en heeft er menig prijs gewonnen. Ook op de Floriade is kwekerij Delphi altijd present en sleept het bedrijf prijzen in de wacht. En ook heeft Nederpel elk jaar op de Keukenhof in het Oranje Nassau paviljoen een eigen plek waar hij zijn bloemen in een vaas showt. ‘Ik wil vooraan zitten’ Typerend voor Jan als ondernemer is, is dat hij altijd op zoek is naar verbetering. Zowel in de teelt als in de afzet en promotie. Veel zaken die zijn ondernomen in de zomerbloementeelt, komen mede van zijn hand. In de tijd van Flora Rijnsburg zat Jan in de zomerbloemencommissie, ook zat hij destijds in het bestuur van de proeftuin
Kom eens langs Op zaterdag 23 augustus doet het bedrijf van Nederpel (kwekerij Delphi) samen met vijf andere familiebedrijven mee aan ‘Bollenstreek in Bedrijf’ waar bedrijven in de Bollenstreek hun bedrijven open zetten. Jan: “Iedereen is dan van harte welkom en kan dan zien hoe we hier werken, want we zijn die dag namelijk gewoon aan het werk.” Dit jaar wordt de open dag voor de 23e keer gehouden. De bedrijven zijn open van 10.00 tot 16.00 uur. De andere vijf bedrijven die meedoen zijn; Immerzeel (zomerbloemen), Wichert (delphiniums), Van den Nouweland, Borst (dahlia’s) en Immerzeel (loonwerker).
[25
26]
in Rijnsburg en ook is hij voorzitter geweest van het kringbestuur Rijnsburg en omstreken. Nederpel was en is nog steeds in voor onderzoeken die de teelt van delphiniums verbeteren. Zo is er ruim tien jaar geleden geprobeerd de teelt uit de grond te krijgen en het delphiniumgewas te gaan belichten. Dat gaf een duidelijke conclusie; de delphinium laat zich niet sturen. Jan: “Die zegt in oktober, ik stop ermee en gaat dan in rust.” Nederpel werkt ook dit jaar weer mee aan een proef in de delphiniums. Het is een proef op het gebied van gewasbescherming. Op het land stelt hij 3200 planten kosteloos beschikbaar voor een proef met plantversterkers van verschillende fabrikanten. De proef wordt gedaan vanuit Proeftuin Zwaagdijk. De plantversterkers werken vooral tegen bodem schimmels met als neveneffect dat de plant sterker wordt en daardoor minder gevoelig is voor meeldauw. Meeldauw is namelijk hét grootste probleem in de gewasbescherming. “De plant is van zichzelf ‘zuur’ waardoor trips of luis niet zo veel voorkomt.” Jan doet graag aan dit soort proeven mee.“ Ten eerste omdat ik vooraan wil zitten. En ik wil ook wel af van de dure middelen. En zo’n proef sluit natuurlijk goed aan bij het feit dat ik van de natuur hou.” Jan is bestuurlijk gezien niet meer zo actief als hij is geweest. Maar hij zal geen ledenvergaderingen, bijvoorbeeld die van FloraHolland overslaan. “Je moet er als lid dan gewoon zijn. Ik zie dat als een plicht.” Op ledenvergaderingen kaart hij vaak zaken aan. “Ik heb altijd wel iets dat me bezighoudt en dat ik graag veranderd zou willen zien. Ik geloof ook wel dat dit door de meeste mensen gewaardeerd en gerespecteerd wordt. Ik doe het ook op een nette manier. Na de vergadering komt er altijd wel iemand van het bestuur naar mij toe om me een handje te geven. Dat zegt ook dat je op een bepaalde manier gewaardeerd wordt binnen de coöperatie.” Nederpel is met enige regelmaat nog op het veilingterrein van FloraHolland Rijnsburg te vinden. Hij probeert elke vrijdagochtend naar de bloemenveiling te gaan. Hij bekijkt dan nauwkeurig wat collega-kwekers aanvoeren. Hij bekijkt de
‘Als ik op het land loop, kijk ik naar alles wat overvliegt’
‘Met de benen op de salontafel, glaasje wijn en maar kijken naar de vogels’
kwaliteit van de aanvoer, praat met kopers waarom ze veel of minder bieden voor een bepaalde partij, schrijft het een en ander op en bekijkt thuis via de site van FloraHolland wat partijen hebben opgebracht. Jan stel: “Iedere kweker kan geld verdienen als hij de moeite zou nemen twee of drie keer per jaar naar de veiling te gaan en hetzelfde te doen. Hier leer je namelijk ontzettend veel van.” De zomerbloemenkweker vindt zelfkeur een goede ontwikkeling. Hij verwacht wel dat hierdoor de ketenaansprakelijkheid binnen een paar jaar een vlucht zal nemen. Vogelaar Ook in zijn vrije tijd is Jan bezig met de natuur of zoekt hij deze op velerlei manieren op. Hij gaat er samen met zijn vrouw op uit. Ze stappen op de fiets of gaan wandelen in de natuur. Soms is dat een weekendje weg, maar heel vaak zoeken ze de natuur vlak bij huis op, zoals in de Keukenhof in Lisse. Ze hebben een seizoenskaart van de Keukenhof en gaan er samen bijna elke zondag wel even heen om een kijkje te nemen. “We gaan echt heel vaak. De Keukenhof is iedere dag anders. We willen de eerste blaadjes aan de bomen zien, de eerste kleuren van de azalea’s zien komen en alle bol- en knolgewassen zien bloeien. We bezoeken ook altijd de binnenshows en stemmen dan mee wat we de mooiste bloemen vinden”, zegt Jan. Verder is Jan gek van vogels. “Als ik op het land loop, kijk ik naar alles wat overvliegt.” Jan is van kinds af aan in vogels geïnteresseerd. Hij is ook lid van een vogelvereniging. Aan de schuur en in de tuin hangen aan de bomen verschillende vogelnestjes en in de voillaire van ruim 35 meter die langs zijn huis loopt, zijn bijzondere vogels te vinden, zoals glansspreeuwen en tropaganen. Jan heeft de voillaire zo gemaakt dat hij en zijn vrouw vanuit de woonkamer én de keuken op de beestjes kijken. “Daarin vinden we alle twee echt onze ontspanning. Lekker met de benen op de salontafel en een glaasje wijn. En maar kijken naar de vogels. Hoe mooi kan het leven zijn…”
Kom naar de gloednieuwe internationale vakbeurs voor tuinbouwtechnologie GREENTECH IS HET KLOPPEND HART VAN TUINBOUWTECHNOLOGIE VOOR PROFESSIONALS WERELDWIJD EN BIEDT: > Unieke focus op tuinbouwtechnologie > Compleet overzicht van de laatste producten, technologieën en innovaties > Wereldwijde primeurs in de schijnwerpers > Inspiratie middels drie sustainable thema’s: Water - Energie - Biobased > Ongeëvenaard netwerk en kennis programma > Ontmoetingsplaats voor de wereldwijde industrie in Amsterdam RAI
NOTEER DE DATA 10 -11-12 juni 2014 in Amsterdam RAI
DE BEURSVLOER VAN GREENTECH IS VOOR 90% UITVERKOCHT, ER IS SAMENWERKING MET DE GROOTSTE BELANGENVERENIGINGEN EN DE EERSTE BEZOEKERS HEBBEN ZICH AL GEREGISTREERD. MIS HET NIET !
IN COOPERATION WITH
VOOR MEER INFORMATIE
www.greentech.nl
GEORGANISEERD DOOR
Paul Mastronardi
28]
Marketingkoning Mastronardi wil internationaal UITGELICHT TOMAAT & ROOS - Mastronardi Produce blinkt bovenal uit in merkbeleid en marketing, zegt Paul Mastronardi. De CEO en teler uit de vierde generatie zegt voortdurend op zoek te zijn naar nieuwe tomatenrassen die kunnen uitgroeien tot populaire producten onder consumenten. Zijn nieuwste geesteskind: de Sunset Angel Sweet, een mini-pruimtomaat met een hoog suikergehalte, die volgens hem elk ander ras overtreft dat het Canadese bedrijf in het assortiment heeft. “We hebben bijna 600 procent groei op dat product, echt ongelooflijk.”
Tekst Luc van Kemenade
Als merk is de nieuwe mini-pruimtomaat ‘the whole package’, verklaart Paul Mastronardi de populariteit van het product. De verpakking - een transparante en hersluitbare clamshell voor het snacksegment
- is volgens de ondernemer ‘de eerste in zijn soort’ en de smaak van de tomaat is volgens hem ‘fenomenaal’. The Angel Sweet werd eerder al bekroond door het International Taste & Quality Institute vanwege haar ‘exceptionele smaak’. Dit, in combinatie met een flinke promotie campagne via social media richting retail en consument, zorgde ervoor dat het nieuwe tomaatje in korte tijd uitgroeide tot het meest bekende product van Mastronardi Produce sinds het in de jaren negentig de Campari-tomaat introduceerde. De Angel Sweet is exemplarisch voor Mastronardi’s benadering van tomatenrassen, waaronder enkele gevestigde merken zoals Campari, Kumato, Zima en One Sweet. “We worden waarschijnlijk gezien als zeer actieve marketeer”, zegt Mastronardi. Het is iets waar hij geen bezwaar tegen heeft. “Ik denk dat wij binnen onze sector inderdaad meer geld aan marketing besteden dan veel van onze concurrenten. En dat heeft er ook toe geleid dat we meer tomatenmerken hebben geïntroduceerd dan wie ook.” Een deel van het marketingbudget wordt besteed aan onderzoek door zowel Mastronardi’s eigen marketingteam door Paul omschreven als ‘jong, zeer agressief en vol groeipotentie - en externe bedrijven. De onderzoeks gegevens worden serieus genomen en helpen bij het bepalen van de strategie binnen het bedrijf. Dat is ook de reden waarom de resultaten van een enquête onder ruim 2.000 consumenten leidde tot een complete restyling van de eigen productlijnen, waaronder de verpakkingen. “Die veranderingen voerden we niet alleen door omdat we vinden dat het er goed uitziet, maar vooral omdat de onderzoeksgegevens hiervan de meerwaarde aantonen”, aldus Mastronardi. Zo werd een nieuw ‘foodie’-thema gelanceerd rondom merken als Kimato, Campari en Zima, gericht op consumenten die een uniek gerecht willen maken. De verpakking laat zien hoe het product kan worden gebruikt in verschillende recepten. Social media En dan is er nog de ‘gourmet-lijn’, die bestaat
‘De kosten en baten moeten goed in balans blijven’
Mastronardi wist vorig jaar 20% te groeien
Over Mastronardi Het uit Canada afkomstige bedrijf Mastronardi Produce produceert meer dan vijftig verschillende variëteiten tomaten, komkommers en paprika’s en heeft in totaal meer dan 80 hectare aan kassen in eigen beheer in thuisland Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Daarnaast laat het bedrijf maar liefst 890 hectare groenten onder licentie telen in Canada, de Verenigde Staten, Mexico en Nicaragua. In februari van dit jaar werd Mastronardi Produce door de vakjury van de Tomato Inspiration Award tot de beste vijf tomatenbedrijven in de wereld op gebied van marketing gerekend.
uit verschillende conventionele producten, zoals vleestomaten en trostomaten. Maar Mastronardi wist zo’n draai aan die alledaagse tomaten te geven, dat ze in de smaak vielen bij een groep klanten die de afzet een flinke push kunnen geven, namelijk kinderen. “Op de verpakkingen van onze gourmetlijn staan nu kinderen tussen de acht en twaalf jaar afgebeeld”, zegt Mastronardi. De kinderen worden afgebeeld terwijl zij lol maken met gezonde voedingsmiddelen, zoals tomaten, paprika’s en komkommers. “We krijgen enorm veel respons op die verpakkingslijn via sociale media.” Ter illustratie wijst hij op een binnengekomen Facebook-bericht van een moeder die schrijft dat haar zoon alleen paprika wilde eten omdat hij dat op de verpakkingen van Mastronardi zag staan. Daarbij een foto van de jongen die met paprikareepjes een bril maakt. Een andere innovatieve manier om merken in de markt te zetten, is op zoek gaan naar partner schappen met invloedrijke bedrijven in de entertainmentindustrie. Zo sloot Mastronardi drie jaar geleden een deal met Disney, waarmee zij de exclusieve rechten kregen op het gebruik van beroemde Disney-personages zoals Mickey Mouse en Donald Duck op verpakkingen en promotie
[29
materiaal. Een samenwerking met de Amerikaanse tv-zender NBC bracht Mastronardi’s team bovendien naar Hollywood, waar het bedrijf een belangrijke rol ging spelen in het populaire realityen afvalprogramma ‘The Biggest Loser’.
30]
Uitbreiding areaal Volgens Paul Mastronardi zijn alle producten in het assortiment van het tomatenbedrijf gegroeid. In totaal wist het bedrijf vorig jaar 20 procent te groeien. “We hebben een inhaalrace moeten maken om genoeg tomaten aangeplant te krijgen”, zegt hij. Om die reden zal het bedrijf haar areaal van zo’n 80 hectare binnen vier tot vijf jaar uitbreiden naar meer dan 200 hectare. Volgens Nederlander Antoine Janssen, voluit ‘vice president of greenhouse operations’ bij Mastronardi, zal het bedrijf zowel in Canada als in de Verenigde Staten uitbreiden. De meerderheid van de Canadese faciliteiten van het bedrijf zijn gevestigd in Ontario. In 2012 opende Mastronardi een kas in Coldwater, Michigan, waar 24 uur per dag groeilicht wordt ingezet om jaarrond te kunnen produceren. Deze kas zal verdubbelen van 12 naar 24 hectare. Janssen zegt dat de telers en de marketeers binnen Mastronardi elkaar goed aanvullen. “Het marketing team weet wat onze klanten willen en wij als telers vinden en testen nieuwe rassen met commercieel potentieel. Als we een varieteit ontdekken dat productief is, maar marketingtechnisch niet concurrerend, dan stoppen we ermee en omgekeerd hetzelfde. We zoeken altijd naar de perfecte combinatie van een uniek product, kwaliteit en smaak.” De uitbreiding van het bedrijf is een logische volgende stap, naar aanleiding van de populariteit van de Mastronardi-merken, zegt Janssen. En
het biedt het groeiende team een kans om nieuwe kastechnologieën te verkennen. Janssen geeft aan dat Mastronardi de innovaties in de tuinbouw nauwgezet volgt, zoals dat een markt leider betaamt, maar hij is ook realistisch. “We onderzoeken altijd zorgvuldig of een nieuwe technologie een aanvulling is voor de lokale klimaatomstandigheden rondom de kas”, zegt Janssen. Groeilicht is op de locatie in Michigan bijvoorbeeld een noodzaak vanwege het weinige daglicht, maar in een staat als Arizona waar juist veel licht is totaal overbodig. “We proberen te groeien in het juiste tempo en volgen de technologie ondertussen op de voet. Maar we zijn ook voorzichtig omdat wij vinden dat de kosten en baten goed in balans moeten zijn.” Internationale ambities Een beslissing die mogelijk een blik werpt op de toekomst van Mastronardi, is de licentieaanvraag die het bedrijf onlangs in Australië deed voor haar Zima-merk. “We hebben licentie aangevraagd voor ons handelsmerk en voor het gebruik van onze zaden door een teler in dat land”, zegt Paul Mastronardi. Zijn bedrijf is bovendien een frequente exporteur naar Zuidoost-Azië. Met een groeiende bevolking en een middenklasse op zoek naar verse voedings middelen van kwaliteit, kunnen landen als Hong Kong, Japan en China interessant zijn als toekomstige bestemmingen voor licenties, of misschien zelfs voor eigen productie in de toekomst, erkent Mastronardi. “Zeker is in ieder geval dat we onszelf internationaal zullen ontplooien.”
Column
Succesfactor: Authenticiteit Authenticiteit: zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ɑutɛntisi’tɛit, otɛntisi’tɛit] echtheid, geloof waardigheid (van geschriften). Authentiek, authentisch, echt, geloofwaardig. Authentiseren, echt-, geloofwaardig-, geldig-, zeker maken Dit is een van de vaardigheden die men niet kan leren. Het enige dat je kunt leren is, het niet authentiek zijn, het afleren dus. Authentiek zijn is één van de grootste succes factoren van de hedendaagse maatschappij en lijkt makkelijker toepasbaar dan het is. Authentiek zijn houdt ook in dat je je kwetsbaar durft op te stellen, want iedereen kent onzekerheden, twijfel en angst. Maar juist degene die zich kwetsbaar durven op te stellen, zonder dat ze kwetsbaar lijken, maar juist menselijk, zijn succesvol. Dat geldt ook voor u als bedrijf en specifiek voor u als manager. Vele bedrijven vinden het belangrijk om actief te zijn op social media in de vorm van Facebook, Twitter of andere kanalen. Je actief profileren via social media is een kansrijke methode. Er zijn echter
Erik Titulaer Erik Titulaer is Account Director bij Flint Creative, dat meedenkt over en invulling geeft aan de communicatiestrategie van bedrijven en merken, binnen en buiten de tuinbouwsector.
maar weinig gebruikers die de juiste invulling weten te realiseren. De meeste twitteraars of facebookers hebben moeite met focus: wie willen ze nu bereiken, met welke boodschap? Snel is het te commercieel waardoor veel volgers afhaken of worden privé en zakelijke boodschappen veel door elkaar gebruikt. Ons advies aan personen en bedrijven die actief willen zijn op social media is om eerst een duidelijke keuze te maken welk publiek wordt nagestreefd. Vervolgens adviseren we om de social media spontaan, ter zake en to the point, doch persoonlijk uit te voeren. Maar het allerbelangrijkste is om dicht bij je eigen identiteit en cultuur te blijven: authenticiteit dus! Succes zit hem vaak in details. Persoonlijk boeien mij tweets van bijvoorbeeld Rob Baan meer dan die van Koppert Cress of van Meiny Prins ten opzichte van Priva Corporate. Zij dienen hetzelfde doel, maar weten door hun persoonlijke inslag juist net dat authentieke toe te voegen. Het geeft een bedrijf een gezicht en gevoel. Pas dan weet je mensen op een natuurlijke wijze te raken en te inspireren. Met de juiste doordachte invulling kan social media leiden tot een sterke bijdrage aan authenticiteit. Dat laatste is een prachtig streven. Maakt u het waar? Ik wens jullie veel likes en getwitter.
[31
32]
Warmtenetwerk Zuid-Holland kansrijker dan ooit Verschillende partijen hebben zich verenigd om een uitgebreid warmtenetwerk in Zuid-Holland aan te leggen. Bedrijven in het Rotterdamse havengebied moeten de voornaamste warmteleveranciers van het netwerk worden en Westlandse telers en stedelijke gebieden de afnemers. Eerdere pogingen om een dergelijk project van de grond te krijgen mislukten, maar de kansen voor succes zijn volgens de betrokken partijen nu groter dan ooit.
Tekst Uko Reinders
“In het havengebied van Rotterdam wordt iedere dag veel warmte in de Noordzee gedumpt, terwijl een grote groep tuinders hemelsbreed 10 kilometer noordelijk fossiele brandstoffen verstoken om warmte en CO2 te produceren”, zegt Ferdi van Elswijk energiespecialist bij Prominent. ”Is dat efficiënt? De vraag stellen is
hem beantwoorden.” Van Elswijk zit namens de leden van telersvereniging Prominent om de tafel met andere betrokken partijen om te onderzoeken hoe de warmte uit de Botlek door telers in het Westland benut kan worden. “Voor de leden van Prominent en andere tuinders in het Westland is dit een belangrijk onderzoek om hun warmtebehoefte in de toekomst veilig te stellen”, zegt Van Elswijk. Over het warmteproject overlegt Van Elswijk met onder meer afgevaardigden van LTO Glaskracht Nederland, provincie Zuid-Holland en gemeente Westland. Zij behoren tot de 23 partijen die vorig jaar de handen ineen hebben geslagen in het programmabureau warmte koude Zuid-Holland. Het doel van dit bureau is het ontwikkelen van een gezamenlijk warmtenet in Zuid-Holland. Hiermee moet warmte uit de Botlek naar de steden Rotterdam, Den Haag en mogelijk ook tot Leiden, worden gebracht. Daarbij komt het warmtenet ook langs het Westland, waar de telers ook aangesloten kunnen worden. Ook andere bronnen In de plannen wordt het warmtenet niet alleen gevoed door Rotterdamse industrieën, maar ook door andere bronnen, zoals aardwarmte. “Het moet een slim net worden voor leveranciers en afnemers van warmte”, zegt Rob van der Valk van LTO Glaskracht Nederland. “En er moet een handelssysteem in warmte aan worden gekoppeld, waarin warmte kan worden ingekocht en aangeboden. Telers met warmteopslag in de ondergrond kunnen via zo’n systeem bijvoorbeeld warmte in de zomer afnemen, want dan zijn de prijzen naar verwachting laag”, aldus Van der Valk. Opslag op korte termijn is mogelijk in de warmtebuffers van kwekerijen. Aan de opslag in de bodem zitten nog wel de nodige haken en ogen, vooral omdat de temperatuur van het opgeslagen water in het Westland niet hoger dan 30oC mag zijn, terwijl de watertemperatuur in het netwerk veel hoger ligt. De watertemperatuur in het netwerk zal bij de invoer tegen het kookpunt aanliggen. Door verbruik van deze warmte binnen reguliere tuinbouwbedrijven, zal de temperatuur volgens
‘Een warmtenet past in de toekomst visie van voorlopers in de tuinbouw’
Het Westland kan profiteren van warmte afkomstig uit Rotterdamse industrieën
Van Elswijk afnemen tot 45 à 50oC. “Maar het is zonde om water met die temperatuur weer terug te voeren. Daarom zoeken we tuinbouw bedrijven die laagwaardige warmte kunnen gebruiken. Dat kunnen bijvoorbeeld bedrijven zijn met vloerverwarming of met luchtbehandelings kasten. Als deze bedrijven warmte afnemen, kan de temperatuur van het water tot 20 à 25oC worden teruggebracht”, aldus Van Elswijk. Naar woongebieden In Rotterdam wordt sinds vorig jaar al aan een warmtenetwerk gebouwd. Het gaat om een 26 km lang buizenstelsel , waarmee warmte van de afval- en energiecentrale AVR Rozenburg naar woongebieden in Rotterdam-Zuid wordt gebracht. Er komt ook een 16 km lange leiding van AVR naar de noordkant van Rotterdam. Warmte koude Zuid-Holland wil dit netwerk koppelen aan een verbinding met het Westland en wil daarbij ook CO2 van AVR betrekken. De plannen voor een warmtenetwerk in Zuid-Holland zijn niet nieuw, maar kwamen tot dusver niet van de grond. Dat geldt ook voor projecten elders in het land, zoals in NoordHolland waar tuinders in het Altongebied bij Heerhugowaard via een pijpleiding door de Alkmaarse vuilverbrander van warmte voorzien zouden worden. Een belangrijke reden waarom dat project niet van de grond kwam, is volgens André Rotteveel, die bij dat project betrokken was, dat tuinders niet van zuiver CO2 konden worden voorzien. “Het bleek te complex om CO2, dat bij het vuil verbranden vrij komt, te zuiveren”, vertelt Rotteveel. Met OCAP hebben tuinders in het Westland al wel toegang tot CO2 van een externe bron. Volgens Rotteveel is dat gunstig voor slagingskansen van het project in Zuid-Holland. Of het Zuid-Hollandse warmteproject gaat lukken is natuurlijk niet zeker, zegt Van der Valk. “Maar meer dan ooit is er nu een drive om de restwarmte uit het havengebied te benutten. In de glastuinbouw is veel veranderd ten opzichte van 10 jaar geleden. Energie is veel duurder en de noodzaak tot verduurzamen is urgenter.”
[33
34]
Zonnestelsels op juiste plek Ook Van Elswijk ziet een verandering met de tijden waarin eerdere pogingen om de restwarmte uit de Botlek te benutten strandden. “Alle zonnestelsels staan nu op de juiste plek. Er is nu SDE+subsidie voor duurzame energie. Vanuit de industrie komt er meer aandacht voor efficiënt energieverbruik. Verder komen tuinders terug op hun rotsvaste vertrouwen in de wkk, terwijl alternatieven zoals aardwarmte voor solitaire niet eenvoudig uitvoerbaar blijken te zijn.” Namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I en M) is coördinerend beleidsmedewerker Martin Leuvenink bij het overleg over het project betrokken. In gesprekken met tuinders is het hem duidelijk geworden dat ze in de toekomst minder afhankelijk van de wkk willen zijn. “De voorlopers onder de tuinders willen weten hoe hun energiemix er over 10 jaar uitziet en daar willen ze nu al op anticiperen. Een warmtenet past heel goed in de toekomstvisie van de voorlopers.” Het ministerie van I en M zal volgens Leuvenink een warmtenetwerkproject niet zelf opzetten, maar wil wel meedenken over de plannen. Dat komt omdat greenport Westland ook een nationaal belang heeft als motor van de economie. “We voelen ons daarom mede verantwoordelijk voor de toekomstige ruimtelijke structuur van die greenport. In onze visie zal de tuinbouw belangrijk blijven in het Westland en zich verder ontwikkelen. Daarbij hoort een duurzame warmtevoorziening, waarvoor de samenwerking met het Rotterdamse handelscentrum een goede optie is”, aldus Leuvenink. Naast het rijk is ook provincie Zuid-Holland positief over het warmtenet en wil dat aansluiten op de bestaande initiatieven in Rotterdam. Het project past goed in de doelstelling van de provincie om in 2020 14 procent van de verwarming van gebouwen en kassen op basis van duurzame bronnen te laten plaatsvinden. Dat komt neer op de levering van 20 Petajoule duurzame warmte in 2020.
De investeringen die nodig zijn voor een warmte netwerk lopen in de honderden miljoenen euro’s
Oplossingen voor restwarmte Opvallend is dat de industriële bedrijven die de warmte moeten leveren nog niet veel van zich hebben laten horen. Dat komt mede doordat ze andere prioriteiten hebben; restwarmte is niet bepaald hun core-business. De grote bedrijven laten zich ook niet gemakkelijk in de kaart kijken. Ondanks dat denkt Van der Valk dat ook de industrie meer dan ooit bereid is om mee te denken in oplossingen voor de restwarmte. “Net als de tuinbouw denkt de industrie na over hoe in de toekomst met energie om te gaan en ze kijken ook naar hun imago. Besparen en verduurzamen is lastiger dan in de glastuinbouw. Vanuit dat oogpunt kan het interessant zijn om warmte nuttig in te zetten, in plaats van te lozen.” De investeringen die nodig zijn voor een warmtenetwerk lopen in de honderden miljoenen euro’s. Dat lijkt veel, maar je krijgt er een netwerk voor terug, waar alle belanghebbenden 30 tot 40 jaar plezier van kunnen hebben. “Als uit onderzoek blijkt dat het warmte netwerk economisch haalbaar is, dan komt financiering vanzelf”, is de inschatting van Leuvenink. “Zijn de uitkomsten van het onderzoek minder roos kleurig, dan moeten de partijen weer met elkaar om de tafel om andere slimme oplossingen te verzinnen.” Volgens Van der Valk is de financiering nog niet echt aan de orde in deze fase van het project. “Eerst moeten we de mogelijkheden goed in kaart brengen en een plan maken waar alle betrokken partijen achter staan.” Dit is de taak van het Programmabureau Warmte Koude ZuidHolland, waar Maya van der Steenhoven directeur van is. Zij verwacht dat in het derde kwartaal van dit jaar een goed beeld kan ontstaan over de haalbaarheid van de verschillende mogelijkheden voor een warmtenet in Zuid-Holland.
The orchid professionals
Voorop in tuinbouw
®
since 1933
Royal Brinkman kijkt uit naar NIEUWE TALENTEN Om de nationale- en internationale groeiambities van Royal Brinkman te kunnen realiseren zoeken we nieuwe talenten. De belangrijkste eigenschappen die we daarbij zoeken is flexibiliteit en de ambitie om een bijdrage te leveren aan de verdere groei van deze dynamische organisatie.
J
Productmanager Teeltwisseling
J
Inkoper, nationaal & internationaal
J
Productspecialist Gewasbescherming
J
Administrateur met internationale affiniteit
J
Medewerker wet-en regelgeving / Innovatie J Resultaatgericht J Klantfocus J Teamplayer
Ben je nieuwsgierig en wil je meer informatie over de vacatures met standplaats ‘s-Gravenzande bij Royal Brinkman? Kijk voor ons complete overzicht vacatures op onze
De specialist in uitgangsmateriaal van orchideeën +31 (0)251 20 30 60 Bezoek ons tijdens de Flower Trials van 10 t/m 13 juni Strengweg 17a, Heemskerk
website www.brinkman.nl/vacatures.
Royal Brinkman | Woutersweg 10 • 2691 PR ’s-Gravenzande
www.floricultura.com
1A
36]
Wie is ‘de meest inspirerende tuinbouwvrouw’? “Is dat niet een beetje te veel eer…?” Die opmerking werd verschillende keren gemaakt toen alle vrouwelijke kandidaten voor Ranking the Grower 2014 ‘meest inspirerende tuinbouwvrouw’ werden nagebeld om te vragen of ze het leuk vinden mee te doen aan de verkiezing. Een typisch vrouwelijk trekje; vaak hebben ze een bescheiden opstelling, want de meeste vrouwen kloppen zichzelf niet snel op de borst.
Tekst Ellis Langen
Dat is nou precies waarom de organisatie van Ranking the Grower, KAS TuinbouwCommunicatie, dit jaar er voor heeft gekozen om zich te richten op alleen vrouwen in de tuinbouwsector. In de afgelopen vier jaar dat Ranking the Grower werd georganiseerd ging de organisatie op zoek naar de meest ondernemende teler, de meest duurzame teler, de meest ondernemende jonge teler en de meest energieke teler. Maar zelden zaten er
vrouwen tussen de lijst met kandidaten voor deze verkiezingen. Dit terwijl er naast veel ondernemers in het bedrijf vaak een sterke vrouw staat. Echter, de mannelijke ondernemer, staat of treedt eerder in de spotlights. “Iedereen weet dat er op teeltbedrijven vrouwen werken in goede en belangrijke functies”, licht Hans van Renssen, uitgever van KAS TuinbouwCommunicatie toe. “Met de verkiezing van dit jaar gaan we op zoek naar deze verborgen briljantjes in de tuinbouw.” De hoofdsponsor van Ranking the Grower is Holland Contracting uit De Lier. Daarnaast zijn Agro Energy, GreenTech Amsterdam en Flint Creative mede-sponsoren. Veel kandidaten Begin dit jaar deed KAS TuinbouwCommunicatie een oproep om vrouwen op te geven voor de wedstrijd. Alle vrouwen die werken op een Nederlands teeltbedrijf en die mensen weten te inspireren met hun enthousiasme, instelling, ideeën en inzet, konden zichzelf aanmelden of door een ander worden aangemeld. U raadt het al; er zit bij de huidige aanmeldingen slechts één kandidaat die zichzelf heeft aangemeld, de rest kwam binnen via derden. In totaal kwamen er ruim 85 kandidaten binnen voor de vier verschillende categorieën; glas groenten, snijbloemen, potplanten en aardbeien. De categorie ‘aardbeien’ lijkt een vreemde eend in de bijt. Echter, KAS TuinbouwCommunicatie is dit jaar gestart met www.AardbeienNet.nl. Om die reden vond de organisatie het legitiem om dit jaar de categorie ‘aardbeien’ in het leven te roepen. Van de aangemelde kandidaten gaven ruim 65 vrouwen aan het leuk te vinden mee te dingen naar de titel. “Ik ben meer van de ‘doe-factor’. Ik vind het niet belangrijk om in de belangstelling te staan, maar het initiatief is leuk en dat moet beloond worden”, aldus één van de kandidaten. Tijdens de GreenTech Amsterdam in de RAI worden op dinsdag 10 juni tijdens de standhoudersborrel alle namen van de kandidaten van deze Ranking the Grower-editie bekend gemaakt. Daar schieten alle dames in een korte beeldpresentatie voorbij. Natuurlijk wordt de lijst met kandidaten daarna ook
op GroenteNet, SierteeltNet, de GewasNetten en op RankingtheGrower.nl gepubliceerd.
‘Tijdens GreenTech Amsterdam worden de namen van de kandidaten onthuld’
Aan de jury de taak om tot een breed gewogen oordeel te komen
Spanning en ontspanning Omdat op zoek gaan naar de ‘meest inspirerende tuinbouwvrouw’ best lastig is, heeft KAS TuinbouwCommunicatie een vakkundige jury samengesteld. Die moet tot een breed gewogen oordeel komen en een ranking samen stellen in de vier categorieën. De jury bestaat uit: Jente de Vries, initiatiefneemster van Kromkommer, Margot Hart-Beekman, manager bestuurszaken bij telersvereniging Harvest House, Thijs Jasperse, directeur en mede-eigenaar van Florpartners, Jan Robben, aardbeienteler, Marianne de Winter, directeur van De Winter Logistics en Ellis Langen, redacteur bij KAS TuinbouwCommunicatie. De jury heeft bepaald wat zij als ‘inspirerend’ zien. Zij zien het begrip ‘inspirerend’ in de breedste zin van het woord. “Het is dus niet zo dat de kandidaat die in de sector of in het bedrijf het meest zichtbaar is, ook wint”, aldus Hans van Renssen. De jury beoordeelt de kandidaten middels een vragenlijst die de kandidaten in vullen. Ook worden van elke kandidaat twee referenties (intern en extern) benaderd. In een volgende jurybijeenkomst bepaalt de jury welke dames uiteindelijk tot de top behoren in een categorie. De uiteindelijke uitslag van Ranking the Grower 2014 wordt op donderdag 10 juli bekend gemaakt tijdens het Ranking the Grower Event in strandtent Bondi Beach in Monster. Dan verschijnt ook een speciale bewaareditie van KAS Magazine die in het teken staat van deze verkiezing. Van Renssen: “Het event moet vooral een tuinbouwfeestje worden waar vrouwen uit de tuinbouwsector uit verschillende gewasgroepen en functies elkaar ontmoeten. Een mooi event ook om met elkaar te netwerken.” Na het event krijgt het publiek de mogelijkheid om een overall-winnaar oftewel publiekswinnaar te kiezen door te stemmen op www.RankingtheGrower.nl. “De winnaar daarvan wordt later in het jaar bekend.”
[37
Topondernemer Piet Blankendaal Regelmatig spreekt KAS Magazine met succesvolle en bijzondere topondernemers van buiten de tuinbouw. Over zijn of haar kijk op ondernemerschap en de weg naar succes. Ook geeft hij of zij tips aan telers. Dit keer een interview met Piet Blankendaal, oprichter van het koel- en diepvriesopslagbedrijf Blankendaal Coldstores.
38]
‘Zelf nadenken is er tegenwoordig niet meer bij’ Piet Blankendaal heeft roerige tijden achter de rug. Na de verkoop van zijn bedrijf Daalimpex kwam zijn leven in een rustiger vaarwater. Maar twee jaar later ging hij weer volop aan de slag met een nieuw bedrijf, Blankendaal Coldstores. Wat drijft deze ondernemer, die niet van stoppen lijkt te weten en naast zijn bedrijf een heuse dierentuin runt?
Tekst Uko Reinders
[39 “Meneer Blankendaal is verlaat door een file. Als u wilt, kunt u een rondje door het dierenpark lopen”, vertelt een medewerker van Blankendaal Coldstores, wanneer wij het kantoor aan de veilingweg in Tuitjenhoorn binnenkomen. Dat dierenpark ligt achter het bedrijf en beslaat een oppervlakte van 7 hectare. Het tochtje door het Van Blanckendaell Park voert ons langs slingerende apen, grazende kamelen en kangoeroes die rollend door het zand van de vroege voorjaarszon genieten. Verder komen we langs een museum met historische landbouwwerktuigen en een oude molen. Het dierenpark, bevolkt door 750 dieren, ziet er gelikt uit en zonder grondlegger Piet Blankendaal gesproken te hebben, komen bij de rondgang al enkele eigenschappen van hem naar voren: perfectionisme, entertainen en het volgen van een eigen weg. Terug op kantoor worden wij binnengeleid in de vergaderruimte met oude schilderijen aan de muur, eikenhouten meubels en een staande Friese staartklok in de hoek. Hier wordt duidelijk dat Blankendaal van tradities houdt. In het vertrek hebben naar alle waarschijnlijkheid veel pittige vergaderingen plaatsgevonden. Vooral vijf jaar geleden, toen de ras-ondernemer aan een nieuw hoofdstuk van zijn bedrijf begon. Hij was toen al
65, een leeftijd waarop de meeste mensen gas terugnemen.
‘Al die bureaucratie remt de ontwikkeling van de economie’
Partij uit IJsland Inmiddels gearriveerd steekt Blankendaal van wal over die stap, die werd ingeleid door de verkoop van zijn bedrijf Daalimpex in 2006. Dat bedrijf was uitgegroeid tot een van de grootste Nederlandse spelers in koel- en diepvriesopslag dienstverlening. De koper was een partij uit IJsland die werd gefinancierd door de Landsbanki, bekend van het Icesave-debacle. Drie jaar later ging dat bedrijf failliet en daarmee een groot aantal bedrijven, waaronder Daalimpex, die voor een totaal van drie miljard euro waren overgenomen. “Dat was niet leuk om te zien, vooral omdat de relaties, waar we jarenlang zaken mee hebben gedaan, in het faillissement werden meegesleurd. Het is nog steeds onzeker of ze hun geld ontvangen”, reageert Piet Blankendaal. Voor Blankendaal had het faillissement ook gevolgen. De centen uit IJsland waren drie jaar eerder weliswaar netjes overgemaakt, maar de koelcellen in de Tuitjenhoornse vestiging stonden plotseling leeg. Dat onderdeel had Blankendaal namelijk niet verkocht, maar voor 15 jaar aan de IJslanders verhuurd. “We stonden voor een voldongen feit
40]
en voordat je het weet ben je weer aan de slag”, blikt Blankendaal terug. Dat het ondernemersvuur nog niet was gedoofd, blijkt wel uit een nieuwe vestiging bij Rotterdam waarvoor binnenkort de eerste paal in grond gaat. Na Tuitjenhoorn wordt dat de derde vestiging van Blankendaal Coldstores. Eerder werd al een nieuw diepvriescentrum in Velsen Noord gebouwd. Die staat er voor de gefuseerde oude relaties Dirk van de Broek en Dekamarkt, die Blankendaal niet vergeten waren. Het koelhuis staat op 200 meter afstand van een van zijn eerdere vestigingen. Die had Blankendaal willen terugkopen, maar ze werden voor zijn neus weggekaapt door een bedrijf uit de regio. “We hebben elkaar eigenlijk nooit gelegen, maar ik maak me daar niet meer druk over.” De herstart was geen straf voor de ondernemer uit Tuitjenhoorn. Door de verkoop van Daalimpex was zijn leven drastisch veranderd, maar niet geheel ten goede. “Als je na een zeer actief bestaan plotseling stilvalt, dan heb je een grote kans dat je niet gezond blijft. Het is ook niet fijn om nergens meer bij te horen, vooral niet als je nog een grote drive hebt, zoals ik. Ik heb geleerd dat het goed is om bezig te blijven. Daarmee train je de bovenkamer en is de kans groter dat je gezond blijft. Om bezig te blijven ben ik het dierenpark begonnen. We hadden eigen land achter het bedrijf, dat we goed wilden benutten. Maar ik vond het ook fijn om weer echt aan de slag te gaan met Blankendaal Coldstores.”
Ik hecht veel waarde aan orde en netheid
Digitale wereld Blankendaal wilde weer snel terug naar zijn oude niveau, maar merkte daarbij dat de zakenwereld was veranderd. “De wereld is gedigitaliseerd, waarin iedereen met elkaar mailt in plaats van praat. Tot op zekere hoogte is dat nuttig, maar ik vind het vooral waardeloos. Je kunt duizend keer betere afspraken maken als je met elkaar praat.” Blankendaal wil mensen in de ogen kijken. Niet alleen om goed in te schatten met wie hij te maken heeft, maar ook om mensen voor zich te winnen. “E-mailen verpest de sfeer die nodig is voor een goed commercieel kantoor. Waarom komen de wereldleiders naar Nederland voor Nuclear Security Summit, ze kunnen toch ook via de mail communiceren? Dat komt doordat Obama goed weet dat hij met directe contacten betere afspraken kan maken.” Een andere verandering was dat veel oude relaties weg waren. “Je komt nieuw publiek tegen met een andere instelling. Dat betekent een aantal knopjes omzetten.” Naar eigen zeggen is dat geen probleem voor Blankendaal, maar anderen kunnen daar volgens hem wel moeite mee hebben. “Mensen leven vaak geprogrammeerd en zitten vastgeroest in hun dagelijks gang van zaken. Dat is niet goed voor een bedrijf. Met een open blik moet je constant kijken wat er verandert en daar op inspelen.” Blankendaal merkte ook dat de wereld harder is geworden. “Het is minder gezellig, wat mede komt door de crisis. Je ziet ook dat bedrijven voorzichtiger worden. En banken kunnen we net zo goed in de
Noordzee dumpen, want die verlenen toch bijna geen krediet meer.” Eenmaal op de klaagstoel, begint Blankendaal een lange tirade tegen de bureaucratie bij de overheid. “Dat is killing voor ondernemers. Er is ongelofelijk veel regelgeving. Niemand kan nog zonder een advocaat, zo ingewikkeld is het allemaal. Dat zet een rem op de ontwikkeling van de economie. Ik heb daar veel last van, bijvoorbeeld bij de uitbreiding van het dierenpark. Ik wacht al vijf jaar op de benodigde vergunning van de gemeente. Er zijn veel te veel ambtenaren die van alles verzinnen om elkaar bezig te houden. En papier is heilig; zelf nadenken is er niet meer bij.” Van zijn eigen personeel verwacht Blankendaal een andere instelling. “Bij ons moeten de mensen er tegenaan, want het is hollen en stilstaan in deze branche. Ze moeten solidair zijn met het bedrijf en in teamverband in de geest van het bedrijf willen werken. Daar worden ze goed voor betaald. Je moet dat willen en het thuisfront moet erachter staan.” Koeien melken Hard werken heeft Blankendaal zijn hele leven al gedaan. Dat begon in zijn jeugd, toen hij op het landbouwbedrijf van zijn vader meehielp op het land en de koeien molk. Als oudste zoon was hij de aangewezen persoon om zijn vader op te volgen, maar Blankendaal wilde een andere weg inslaan. Dat koste wat overredingskracht, maar uiteindelijk kreeg hij zijn zin. Na banen als journalist bij het NoordHollands Dagblad en verkoper bij een agfhandelaar, startte hij het bedrijf Daalimpex. Dat deed hij samen met Nederlands schaatskampioen Tinus Roozendaal, die hij kort daarvoor op de kermis van Tuitjenhoorn tegenkwam. Naast hard werken heeft Blankendaal perfectionisme van zijn ouders meegekregen. “We moesten twee keer per week het straatje schrobben. Ik hecht veel waarde aan orde en netheid en dat breng ik over op de medewerkers. Het is essentieel voor ons bedrijf waar voedingsmiddelen worden bewaard.” Blankendaal houdt ook van een geintje en entertainen. Zijn speeches zitten vaak vol humor en met zijn dierentuin bezorgt hij meer dan honderdduizend bezoekers per jaar een leuk dagje uit. “Mensen vermaken zit in me. Toen ik jong was zat al ik bij een amateur revuegezelschap.” Later werd vermaken een belangrijk onderdeel van zijn ondernemerschap, vooral om de naamsbekendheid van zijn bedrijf te vergroten.
‘Banken kunnen we net zo goed in de Noordzee dumpen’
5 tips van Piet Blankendaal - Zet je stok niet te ver en zorg ervoor dat je risico’s goed kunt blijven overzien - Probeer een vuist te maken tegen de voortwoekerende macht van de bureau cratie. Die is killing voor ondernemers - Mensen moeten geen robots worden, maar zelf blijven nadenken en niet alles alleen doen omdat het zo in het boekje staat - Blijf vakbladen lezen en onderhoud goede contacten met mensen uit de sector, zodat je op de hoogte blijft van alle ontwikkelingen - Digitaliseer niet te veel. Blijf mens in je ondernemerschap
Trouw blijven Maar met mensen vermaken, bouw je geen groot bedrijf op. Dat deed Blankendaal vooral met zijn commerciële en organisatorische talent, waarbij de laatste steeds belangrijker werd. “Van handelsbedrijf zijn we naar dienstverlener gegroeid. Als we onze diensten goed uitvoeren en opdrachtgevers geen klachten hebben, dan blijven ze je trouw. Maar de kaarsjes moeten wel blijven branden. Daarom houden we het licht van Urk goed in de gaten.” Zijn eigen rol zal daarbij minder prominent worden, want met een leeftijd van 71 is zelfs voor Blankendaal de tijd aangebroken om het rustiger aan te doen. “De directie gaat verder als driemanschap, waarvan de financiële en logistieke functies inmiddels zijn ingevuld. We zoeken nog een ondernemer met organisatorische en commerciële talenten om mij te vervangen. Maar zolang mijn gezondheid het toelaat blijf ik nog wel betrokken.” Hoewel zijn bedrijf hem geen windeieren heeft gelegd, heeft Blankendaal zijn huis aan de Dorpsstraat in Tuijtenhoorn niet ingeruild voor een villa aan de Eeuwigelaan in Bergen. Naast zijn bedrijf is een groot deel van zijn vermogen naar goede doelen gegaan, vooral naar kankeronderzoek. “Privé heb ik nooit extra geprofiteerd van de zaak. Van elke 25 cent die ik verdiende, ging minimaal 24 cent weer terug in de zaak. Geld verdienen is nooit mijn belangrijkste drijfveer geweest. Dat is ondernemen: zorgen dat het bedrijf goed en gezond draait en dat er voldoende rendement wordt behaald om het bedrijf verder te ontwikkelen.”
[41
PAR-lichtmeter
42]
Samenspel factoren gegoten in Klimaat Monitor UITGELICHT TOMAAT & ROOS - Wat zou het fijn zijn als een teler in ‘a split second’ kan zien of het klimaat in de kas op een goede manier is geregeld of dat er een aanleiding is om het klimaat bij te sturen. Aan die wens heeft internetdienstverlener LetsGrow.com in samenwerking met Edwin van der Knaap van DLV/GreenQ onlangs voldaan met de nieuwe module ‘Klimaat Monitor’. De module is ontwikkeld met kennis die is opgedaan in de rozenteelt, maar is ook voor andere gewassen inzetbaar en interessant en vormt daarmee de volgende stap in de digitalisering van de teeltsturing.
Tekst Ellis Langen
Van verschillende partijen kwam bij LetsGrow. com in Vlaardingen de vraag op tafel om de vele gegevens die het klimaat definiëren, samen te vatten in één indicator. Dit is de aanzet geweest
tot de ontwikkeling van de Klimaat Monitor. Uit een eerder onderzoek dat bij drie rozen bedrijven werd gedaan, werd inzicht verworven in wat de beperkende factoren voor de optimale ontwikkeling van het rozengewas zijn en op welke momenten dit optrad. De rozentelers constateerden daarbij dat op bepaalde momenten van de dag het klimaat niet optimaal was. Echter, het bleek lastig om daarbij de vinger op de zere plek te leggen. Een klimaatcomputer geeft namelijk precies aan wat er gemeten wordt, maar combineert deze gegevens vervolgens niet naar een uitkomst die iets zegt over het klimaat. Joost Simons van LetsGrow.com vertelt dat tijdens de ontwikkeling van de Klimaat Monitor is gekozen voor drie gegevens die in combinatie met elkaar iets zeggen over het gewenste klimaat dat een teler nastreeft. “Dat zijn de kastemperatuur, RV en CO2. Deze meetgegevens sluiten aan bij de beleving van veel telers, ook al wordt er soms op andere factoren als VPD en absoluut vocht geregeld.” Bij verschillende licht niveau’s mogen deze drie gekozen gegevens andere waardes bereiken. Daarom is de hoeveelheid PAR-licht leidend in de Klimaat Monitor. De nieuwe module is dus alleen bruikbaar voor telers die het PAR-licht in de kas meten. Met de nieuwe module Klimaat Monitor worden de gegevens van PAR, kastemperatuur en RV en CO2 iedere 5 minuten uit de klimaatcomputer gehaald en geregistreerd. Hier wordt vervolgens een berekening op los gelaten waardoor deze gegevens gecombineerd worden en er ‘real-time’inzicht ontstaat in het gerealiseerde klimaat. Op die manier kan een teler overzichtelijk zien hoe het klimaat zich over de dag heeft bewogen. Vertaling Om de module goed te laten werken, moet een teler bepalen bij welke bandbreedte PAR-licht de toegelaten grenzen van temperatuur, RV en CO2 mogen zijn. Hij vult daartoe in een invulscherm in binnen welke grenzen deze drie meetwaarden mogen ‘bewegen’ bij een bepaald lichtniveau. Dit geeft aan wat het gewenste klimaat is voor een
‘De teler kan verschillende grafieken en overzichten kiezen’
De module is ontwikkeld met kennis die is opgedaan in de rozenteelt
goede ontwikkeling van het gewas. (zie afbeelding 1). Binnen de ingevoerde bandbreedtes mag het klimaat ‘opereren’. Simons: “Dit is het belangrijkste onderdeel van een goedwerkende klimaatmodule. Bij het instellen van de bandbreedtes wordt de teler gevraagd om het klimaat concreet te maken en dus zal hij over de relatie tussen licht en de andere factoren bewust keuzes gaan maken. Zie het als een vertaling van de huidige kennis over het klimaat en plantenfysiologie, die normaliter in het hoofd van een teler zit, dat wordt vertaald naar iets inzichtelijks.” Een teler stelt zelf de grenswaarden in, eventueel in overleg met zijn teeltadviseur. De grenzen van die verschillende bandbreedtes kan een teler natuurlijk gedurende het jaar, of bijvoorbeeld de groeifase waar het gewas in zit, laten variëren. De gerealiseerde waarden worden geëvalueerd met de ingestelde grenswaarden en het resultaat wordt uitgedrukt in een status. Aan de hand van de status van de drie verschillende gegevens wordt de status van het gehele klimaat in een indicator weergegeven. Simons: “De teler kan hiertoe verschillende grafieken en of overzichten kiezen. Bijvoorbeeld een cumulatieve status of een status waarbij een percentage aangeeft welk deel van de dag het klimaat binnen zijn grenzen is gebleven.” Zo geeft de groene lijn in afbeelding 2 de uitkomst van het gewenste klimaat weer. Deze grafiek geeft inzicht op welk tijdstip welke factor buiten de ingestelde bandbreedte is geweest en dus het gewenste klimaat niet werd gehaald. Bij dat laatste zal de groene lijn zijn gestegen. Verticale lijnen geven ook aan dat het klimaat niet binnen de gewenste bandbreedtes is gebleven. “Dit zal de teler aanzetten tot nadenken en hij zal zich gaan afvragen waardoor dit komt.” Hierna kan de teler besluiten hierop actie te ondernemen, zoals een aanpassing te doen aan de instellingen van de klimaatcomputer. Simons: “Telers zullen geen actie ondernemen bij kleine, korte perioden waarin het klimaat niet gehaald wordt. Maar wanneer de overzichten extreme uitschieters laten zien of als blijkt dat het gewenste klimaat op bepaalde momenten van de dag steeds
[43
Écht goede tuinbouw stockfoto’s?
Een jaar lang maandelijks 50 afbeeldingen voor maar €62,50 per maand
* De korting van 50% wordt verrekend bij de kassa. U dient dan de code WLCM2014 in te vullen om de korting te activeren. Alleen geldig op de eerste aankoop. Genoemde prijs per maand van toepassing wanneer er een jaarabonnement wordt afgesloten.
niet wordt gehaald, zullen ze waarschijnlijk wel actie ondernemen.” Met de Klimaat Monitor heeft de teler dus een tool om eenvoudig in de gaten te houden of zijn klimaat goed is geweest. En als dit niet het geval was, kan hij snel een makkelijk achterhalen wat de oorzaak was en wanneer dit optrad. Klimaatregeling naar hoger plan Edwin van der Knaap van DLV Plant ziet veel potentie in de nieuwe module. “Het maakt het voor telers gemakkelijker om grote hoeveelheden data te comprimeren en die te beoordelen.” De DLV’er denkt om die reden dat de Klimaat Monitor nuttig is voor de bedrijven waarvan de ondernemers de klimaatbeheersing gedelegeerd hebben. “Ondernemers zijn druk. Via deze module kunnen ze via een rapportage eenvoudig operationele zaken in de gaten houden.” Ook voor onderzoeks activiteiten of bijvoorbeeld monitoringsprojecten van allerlei energiesystemen is de module volgens Van der Knaap interessant. Of voor excursiegroepen die zaken met elkaar willen vergelijken. “In een excursiegroep kijkt men nu nog vaak naar de etmaal waarden. Maar alleen het vergelijken daarvan kan verschillen in klimaat en dus de plantontwikkeling niet altijd verklaren. Met de Klimaat Monitor kan dat wel en kan er dus genuanceerder worden vergeleken. Het kan dus de gehele klimaatregeling naar een hoger plan tillen”, aldus Van der Knaap. De Klimaat Monitor wordt inmiddels gebruikt door de rozenbedrijven Porta Nova en Van den Berg RoseS. Ook bij DLV/GreenQ waar de proef met de Perfecte Roos loopt, wordt de module ingezet. Net als bij andere modulen van LetsGrow.com kan de
Afbeelding 1
Afbeelding 2
teler er ook hier voor kiezen bepaalde notificaties in te stellen. Een notificatie kan bijvoorbeeld zijn dat een gebruiker of klant instelt op welk moment van de dag hij via de mail een bepaald overzicht krijgt. Maar een notificatie kan bijvoorbeeld ook zijn dat er alleen een overzicht wordt gemaild wanneer er iets is misgegaan. Leon Dukker, algemeen directeur van rozenkwekerij Porta Nova, geeft aan dat deze tool aan zijn wens voldoet om op ieder gewenst ogenblik een overzicht te kunnen krijgen van de momenten dat het klimaat zich buiten de ingestelde bandbreedtes begaf. “Zeker voor bedrijven met verschillende vestigingen is dit een handig hulpmiddel. Zo kunnen we goed zien waar verbetering nodig is.” Dukker zegt dat de tool zijn bedrijf tevens scherp houdt om de klimaatsturing steeds te blijven verbeteren. De nieuwe Klimaat Monitor kost 300 euro per jaar. Het komende half jaar gaat LetsGrow.com een aantal bijeenkomsten organiseren voor teelt adviseurs en telers zodat zij bekend worden met de mogelijkheden van de nieuwe klimaat module.“ Simons: Ook hebben telers de mogelijkheid een demo op onze site te bekijken.” LetsGrow.com kijkt momenteel ook naar andere mogelijkheden om met deze analysemethode nieuwe modules te maken. Zo zou naast klimaat ook op het gebied van watergift een soortgelijke monitor ontwikkeld kunnen worden.
[45
Michael Kester
46]
‘Geen sprake van dominante machtspositie’ Na 17 jaar de hele wereld over te zijn gereisd, werd Michael Kester in 2011 Managing Director van Syngenta Benelux. Een uitdagende functie, waarin hij door de buitenwereld echter keer op keer wordt gedwongen de oprechtheid en betrouwbaarheid van het bedrijf te bewijzen. In een interview met KAS Magazine vertelt hij over de noodzaak van patenten, de achilleshiel van de tuinbouw en het vechten tegen vooroordelen. “Natuurlijk ben ik tegen gif!”
Tekst Jacco Strating
Als tuinderzoon stond Michael Kester in 1978 voor de keuze: ga ik mijn vader achterna of niet? Hij koos erop uit te trekken, voor een internationale carrière die hem in staat stelde zijn horizon te verbreden. “Ik wilde niet op die ene hectare werken, maar mij inzetten voor de volledige sector. Syngenta bood mij die kans.” Na een periode actief te zijn
geweest aan de technische kant van het vak, waar hij betrokken was bij diverse praktijkproeven, ging Kester uiteindelijk in verkoop en marketing aan de slag. “Marketing werd in die tijd steeds belangrijker. En de keuzes die Syngenta op dat vlak maakte, kwamen zowel de marktpositie als de omzet ten goede.” Zelf vertrok Kester naar Afrika, waar hij zich enkele jaren in verschillende landen en functies met de lokale tuinbouw ging bezig houden. Na Afrika volgden Duitsland en de Duitstalige buurlanden, waar hij de succesvolle introductie van de schimmelbestrijder Amistar leidde, een middel met veel betere eigenschappen dan de op dat moment bestaande. “Alleen met dat middel wisten wij onze omzet al te verdubbelen”, zegt Kester. “Een prachtig succes dat ons opeens in de top van gewasbeschermingsbedrijven bracht. En nog wel op de thuismarkt van Bayer en BASF ook!” Zekerheid garanderen Na Duitsland volgde een periode in Zuid-Amerika, waar Syngenta na de financiële crisis in Argentinië grote slagen kon maken. Toen de situatie in Argentinië stabiel was, werd Japan het volgende land op het lijstje van Kester. “Een bijzonder land met een specifieke benadering. In Japan draait alles om hoge kwaliteit, kilo’s zijn ondergeschikt. Alles moet perfect zijn en het was bijzonder interessant om in zo’n land te mogen werken.” Toch vond Kester het na verloop van tijd genoeg. Na 17 jaar internationale carrière, besloot hij terug te keren naar Nederland om Managing Director van Syngenta Benelux te worden. Hij kreeg daar in 2011 de verantwoordelijkheid over zaden én gewasbescherming en vult die taak sindsdien naar volle tevredenheid in. “De tuinbouwwereld is de laatste jaren veranderd en dus is Syngenta met de markt mee veranderd. De tijd dat je als Syngenta met één enkel product het verschil kon maken, is voorbij. Tegenwoordig moeten wij in oplossingen denken. Enerzijds door nieuwe producten te ontwikkelen en beschikbaar te stellen, anderzijds ook door service en advies te bieden.” Die nieuwe situatie zorgt er volgens Kester voor
‘In Japan draait alles om hoge kwaliteit, kilo’s zijn onder geschikt’
Syngenta is veel intensiever dan tevoren bij haar klanten betrokken
dat Syngenta veel intensiever dan tevoren bij haar klanten betrokken is en natuurlijk ook met hen moet meedenken. “De tuinbouw heeft te maken met bovenwettelijke eisen van supermarkten. Retailers eisen van een teler dat hij altijd kwalitatieve, smaak volle en veilige producten levert. Dat is verre van eenvoudig. Door nauw met de teler samen te werken en hem te voorzien van de benodigde kennis, helpen wij hem om die zekerheid richting zijn afnemers te garanderen.” Als Kester kijkt naar de Nederlandse tuinbouw sector, wijst hij vooral de schaalvergroting aan als verschil met het verleden. Maar ook de sterke opkomst van biologische bestrijding. “Gemiddeld genomen zit er op Nederlandse groenten daardoor geen residu”, aldus Kester. “De Nederlandse glas tuinbouw heeft het wat dat betreft goed voor elkaar. Er is geen twijfel over de veiligheid van Nederlands product.” Daarnaast is de diversificatie van het aanbod volgens hem de laatste jaren verder toegenomen, met grotere prijsverschillen als gevolg. “De prijzen voor standaard tomaten en specialties verschillen flink. Daar komt bij dat telers steeds meer voor hun eigen afzet moeten zorgen, waardoor het belangrijk is om onderscheidend te zijn in de markt. Tasty Tom heeft dat bijvoorbeeld heel goed gedaan door een eigen brand te ontwikkelen.” Syngenta ging zich enkele jaren terug ook specifiek focussen op specialties. “Daar liggen immers de grootste mogelijkheden voor differentiatie”, meent Kester. “De tuinbouw heeft een hoge kostprijs. Door een exclusief ras of een bijzonder product te telen dat meer oplevert, kun je als onderneming toch rendabel blijven.” Gezamenlijke reis Het is een van de uitdagingen waar de sector volgens Kester voor staat: hoe haal je optimaal rendement uit je producten? “De retail is een machtige partij, dat is een lastig probleem. Het hebben van een uniek product is daarom belangrijk. Alleen is het moeilijk om daarvoor een markt op te bouwen en zeker zo moeilijk om die
[47
48]
ook in stand te houden. Vaak worden telers toch weer verleid om meer te gaan produceren dan de markt aan kan. Voor de korte termijn kan dat commercieel interessant zijn, maar op de lange termijn levert exclusiviteit veel meer op. Daarom moeten telers de samenwerking opzoeken. Met andere telers, met de handel, maar ook met ons. Wij hebben een breed assortiment specialties beschikbaar en met elkaar heb je meer slagkracht in huis om de vraagontwikkeling naar een specifiek product te stimuleren.” Kester beseft zich terdege dat een dergelijke omslag in denken en doen niet van vandaag op morgen voor elkaar is. “Het gaat hier niet om een sprintje en we zijn er, maar het is een reis die je gezamenlijk en stap voor stap maakt.” Wie het heeft over exclusieve rassen met onder scheidende eigenschappen, komt al snel terecht bij de actuele discussie over octrooien en patenten in de veredeling. Een groep maatschappelijke organisaties onder aan voering van Bionext diende onlangs bezwaar in bij het Europees Octrooi Bureau tegen een patent van Syngenta voor een nieuwe eigenschap in paprika’s. Het gaat om een resistentie tegen witte vlieg, die volgens de organisaties ‘gewoon in de natuur voorkomt’. Michael Kester begrijpt alle ophef niet en spreekt van een verkeerde beeldvorming die is ontstaan. “De traditionele veredeling bouwt voort op succesvolle rassen. De beloning voor veredelaars moet dan dus uit dat nieuwe ras komen. Het gaat telkens om een kleine verbetering met een klein stukje meerwaarde. Voor veredelaars is daar met kwekersrecht voldoende beloning uit te halen. Echter, tegenwoordig zie je nieuwe, kapitaalintensievere vormen van veredeling ontstaan, niet zijnde GMO, waarbij het niet meer gaat om verbetering van één ras, maar om verbetering voor alle rassen binnen een gewas tegelijk, met een grote meerwaarde voor de tuinbouw. Het kwekersrecht biedt daarvoor niet voldoende beloning, dus moet een patent voor een zekere bescherming van dat intellectuele eigendom zorgen.” Het verwijt dat Syngenta een natuurlijk proces zou patenteren en een dominante positie krijgt, klopt volgens Kester
‘Het patentrecht zorgt ervoor dat andere veredelings bedrijven sneller toegang krijgen tot deze kennis’
De traditionele veredeling bouwt voort op succesvolle rassen
niet. “Het patent heeft geen betrekking op de manier waarop die resistentie in een gewas wordt ingebouwd, maar wel op de nieuwe resistentie zelf. Wij zijn acht jaar lang bezig geweest om tot die ontdekking te komen. Maar nu we dit weten, houden we dat ook niet voor ons. Iedereen die actief is in de veredeling van paprika kan hier nu al mee aan de slag. Met patentbescherming kunnen wij die kennis nu immers direct vrij beschikbaar maken via internet. Onder het kwekersrecht was die informatie pas over een paar jaar vrijgekomen. Dus het patentrecht zorgt er juist voor dat andere veredelingsbedrijven sneller toegang krijgen tot deze kennis, maar ook dat wij een vergoeding krijgen voor het werk dat daar in zit.” Daar tekent Kester nog wel bij aan dat een veredelaar pas een stukje hoeft af te dragen aan Syngenta als het is gelukt om een nieuw product op de markt te introduceren. “Tot die tijd kan men gewoon zonder vergoeding met de beschikbare kennis werken.” Open houding Patenten zijn dus om meerdere redenen van waarde, meent Kester. “Overigens hebben wij in 15 jaar tijd slechts 6 patenten voor groente gewassen aangevraagd. Concurrenten van ons, ook Nederlandse veredelaars, hebben meer patenten bekomen. Dus van een dominante machts positie is helemaal geen sprake. Het verbaast Kester dan ook hoogst dat LTO Glaskracht zich onlangs achter het standpunt van Bionext schaarde. “Ik betreur dat zomaar wordt aangenomen dat octrooien nadelig zijn. Door tegen deze ontwikkeling te zijn, wordt innovatie in de tuinbouw gedwarsboomd. Zonder innovatie heeft de sector geen toekomst. Door open te zijn en uitleg te blijven geven over dit onderwerp, hopen we dit duidelijk te kunnen maken. Dat zullen we ook doen in een gesprek met LTO Glaskracht.” Naast gewassen, is Syngenta ook een wereld speler op gebied van gewasbescherming, inclusief de biologische bestrijding. En ook in die tak van sport zijn de laatste jaren enorme stappen gezet. “Zoals ik al aangaf, is er over de veiligheid van Nederlandse glasgroenten weinig twijfel.
Dat komt door de sterke ontwikkeling die de biologische bescherming heeft doorgemaakt. In de vollegrond is het een ander verhaal. Daar is biologische bestrijding moeilijk toepasbaar en wordt gewasbescherming vaak automatisch gezien als gif, onterecht. Mensen realiseren zich niet dat de producten die zij eten alleen gezond kunnen zijn vanwege die bescherming. Een product als Vertimec heeft bovendien een natuurlijke herkomst, Ortiva en Amistar bestaan uit een beschermingsmiddel afgekeken van paddenstoelen en Match voorkomt het vervellen van insecten. Die middelen zijn dus absoluut niet automatisch giftig. De ‘doodskop’-middelen van vroeger zijn al lang verdwenen en vervangen.” Toch linken maatschappelijke organisaties Syngenta en haar collegabedrijven vaak aan gif en residu. “Sommigen mensen kun je gewoon niet overtuigen”, zegt Kester in reactie daarop. “Als een kind heilig gelooft dat er een spook onder zijn bed zit, dan zal hij jou niet geloven als je het tegendeel beweert. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit test heel veel producten en op 75 procent van die producten wordt geen enkel spoor van residu aangetroffen. En als er al iets wordt gevonden, is dat ver onder de norm. Is er bij hoge uitzondering wel sprake van een overtreding, dan worden die producten uit de markt genomen en zullen die de consument nooit bereiken. Het is heel simpel, als je mij vraagt of ik tegen gif ben, dan zeg ik: ja, natuurlijk! Maar als je mij vraagt of ik tegen gewasbescherming ben, zeg ik: nee, natuurlijk niet! Want zonder die bescherming zouden onze voedings middelen niet zo veilig zijn als nu het geval is.” Achilleshiel tuinbouw Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen winst
‘Sommige mensen kun je gewoon niet overtuigen’
te behalen valt op dit terrein. Want in het water dat afkomstig is van tuinbouwbedrijven zitten wel degelijk stoffen die daar niet horen, geeft Kester aan. “Via het spuiwater komen die residuen soms in het water terecht. Dat is ons een doorn in het oog. Gewasbeschermingsmiddelen horen niet in het water en dit geeft natuurlijk een grote imago schade voor de tuinbouw en voor onze middelen. Met nieuw ontwikkelde zuiveringstechnieken is dit grotendeels te voorkomen. Deze technieken zijn ook niet overdreven duur. Het moeilijkste aan verandering is echter het stoppen met oude gewoontes. Maar deze investering zal hoe dan ook gedaan moeten worden. Doet men dat namelijk niet, dan zal de politiek ingrijpen en zullen er nog meer middelen verdwijnen die onmisbaar zijn voor de teelt. Vanwege deze waterproblematiek moet een middel als Admire al verdwijnen. Telers hebben dit dus zelf in de hand. Dit probleem moet niet worden onderschat, ik zie het zelfs als de achilleshiel van de tuinbouw.” Die oproep geldt ook voor telers van bloemen, pot- en perkplanten. Zoals Kester meer paralellen ziet tussen de sierteelt en de groenteteelt. “Als we in staat zijn om groenten zonder residu te telen, dan zou het ook in de sierteelt een stuk beter kunnen dan nu. Ik verwacht dat bloemen- en plantenkwekers de komende jaren grote stappen zullen zetten richting een duurzamere teelt. Consumenten willen immers geen bos chemie in huis halen. Wij zullen de sierteelt helpen door te blijven zoeken naar verbetering van de resistenties en het optimaliseren van erfmateriaal, maar ook door technieken voor bijvoorbeeld het uitzetten van insecten voor biologische bestrijding verder door te ontwikkelen. Maar ook hier geldt weer voor dat we het met elkaar moeten doen.”
Missie in Afrika Waar Syngenta in grote delen van de wereld actief is in de professionele land- en tuinbouw, heeft het bedrijf in Afrika een heel andere missie. Daar zorgt het bedrijf er vooral voor dat kleine telers toegang hebben tot zaden. Een lastige klus, aangezien er ruim 300 miljoen kleine boeren zijn. “Het begint allemaal met gezond zaad”, licht Michael Kester toe, “dat heeft al een enorm effect op het resultaat. Wij proberen lokale boeren en tuinders te voorzien van kleine verpakkingen met zaad tegen een prijs die zij zich kunnen veroorloven. De grootste groei van de wereldbevolking zal de komende jaren in Afrika plaatsvinden. Dus is het zaak dat de voedselproductie daar drastisch omhoog gaat. Dat gaat niet alleen met zaden, maar ook door kennis over te brengen. Gewasrotatie is bijvoorbeeld in veel landen niet ‘gewoon’. Wij proberen hen dat soort zaken bij te brengen, zodat snel verbetering kan worden geboekt.” Scan de QR-code om een aflevering van het Afrikaanse tv-programma ‘Shamba Shake Up’ te bekijken. Dit programma richt zich op een softe educatie van kleine telers en wordt uitgezonden door lokale tv-stations.
[49
50]
Blijft Nederland het thuisland voor de tomaat? UITGELICHT TOMAAT & ROOS - Het is al geen incident meer: een Nederlandse tomatenteler met een vestiging of joint venture in het buitenland. Gaat de tomaat daarmee de roos achterna? Die wordt immers tegenwoordig vooral buiten Nederland geteeld. Of blijft Nederland toch het ‘thuisland’ van de tomaat?
Tekst Mario van Vliet
Met enige regelmaat worden teeltlocaties voor tomaat geopend in onder meer Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, Turkije en de USA. Het lijkt een beweging die niet zonder gevolgen kan blijven. Want kijk wat gebeurde met de rozenteelt. Ooit was Nederland productieland nummer 1, nu zijn we volledig voorbij gestreefd
door Afrikaanse en Midden-Amerikaanse landen. Het doemscenario is dat ook de tomatenteelt stap voor stap ons land verlaat. Johan Nels, commercieel directeur van RedStar, gelooft daar echter niet in. RedStar heeft vestigingen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk en joint ventures in Spanje en het Verenigd Koninkrijk. “In de UK zitten we om ‘local for local’ te leveren, door onze productie in Spanje kunnen we een aantal rassen jaarrond leveren.” Volgens Nels overweegt RedStar om ook in Oost-Europa en Azië te starten. “Dat zou zomaar kunnen.” Maar Nederland blijft het belangrijkste land voor RedStar, aldus Nels. “Hier wordt het Telen 2.0 op een nieuw niveau gebracht. Neem de Ultra-Clima kas die we in 2012 openden in Dinteloord: dat is de modernste kas ter wereld. Daarom blijft Nederland ons thuisland.” Les van Prominent RedStar is niet het enige Nederlandse bedrijf dat de ogen gericht heeft op het buitenland. Neem Prominent. Via FoodVentures bouwt de telersvereniging samen met telersvereniging Rainbow in de Oekraïne een kas voor de teelt van onder andere tomaten, paprika’s, sla en kruiden, vertelt Ferdi van Elswijk van Prominent. “Hoofddoel is om kennis te nemen van het ‘local for local’-principe door ter plekke te produceren voor de lokale markt. Ons project bevindt zich in het rustige deel van Oekraïne; de bouw vordert vooralsnog gestaag.” Minstens zo opvallend is de start van de Greenhouse Academy van Prominent. Buitenlandse telers kunnen van Prominent het vak leren. “Sinds de opening van onze Gesloten Kas in 2006 hebben we enorm veel internationale bezoekers gehad”, vertelt Van Elswijk, manager van de Greenhouse Academy. “Vaak vroegen buitenlandse telers of we hen konden helpen met het verbeteren van hun bedrijf. Ik heb altijd ‘nee’ moeten verkopen. Na verloop van tijd heb ik intern de vraag gesteld: laten we geen kansen lopen? Is het niet zonde van de kennis en expertise van onze leden dat we die alleen hier in Nederland gebruiken? En zo
ontstond het idee voor de Prominent Greenhouse Academy.”
‘De markt zal nóg meer kostprijs gedreven worden’
Van Elswijk (links): ‘Eenpitters moeten over wegen zich aan te sluiten bij een collectief’
Niet badwater vervuilen Niet alle Prominent-leden stonden te springen bij de gedachte op buitenlandse telers het vak te leren, aldus Van Elswijk. “Sommigen zagen het als een kans, anderen als een bedreiging. Leren we een aap niet klimmen?, vroegen ze.” Maar de Greenhouse Academy verkoopt niets. Buitenlandse telers die bij Prominent het vak leren, hoeven daarvoor in principe geen geld te betalen. Daarvoor in plaats vraagt Prominent om een deelneming in het bedrijf van de teler, bijvoorbeeld door een gezamenlijke exploitatie. “De Greenhouse Academy is dus geen consultancy bedrijf, maar een manier om de bedrijfsvoering van Prominent te verbreden. Want zo kunnen we dus investeren in het buitenland zonder daarin veel geld te stoppen.” De Greenhouse Academy slaat aan. Inmiddels hebben al dertien buitenlandse tomaten telers interesse getoond. Maar niet iedereen wordt toegelaten. Want de Greenhouse Academy laat alleen telers toe met een bedrijf dat potentie heeft én een bedrijf dat geen directe concurrent is voor de leden van Prominent. “We gaan ons eigen badwater natuurlijk niet vervuilen. Daarom richten we ons met de Greenhouse Academy niet op Noordwest-Europa. Maar tomaten die worden geteeld in bijvoorbeeld Noord-Amerika , Australië of Azië zijn geen concurrentie voor onze leden.” De Greenhouse Academy richt zich dus op telers van buiten de huidige afzetgebieden van de Prominent-leden. Maar buitenlandse vestigingen van Nederlandse telers zijn meestal wél te vinden binnen dat gebied. Producenten in landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Spanje zijn directe concurrenten. “Het gaat om een actieradius van 800 tot 1.000 kilometer”, vertelt Harm Maters, voorman van Greenport Holland International. Tegelijk zijn die landen mogelijke afzetmarkten. Daarom is het logisch om je te vestigen in die
[51
landen, aldus Maters. Want wie dichtbij de consument produceert, heeft minder transport kosten, heeft een directer contact met de markt én krijgt vaak de voorkeur van consumenten. Local for local dus. Producten met daarop een sticker als ‘UK Grow’ of ‘Aus der Heimat’ scoren op interne markten. “Het gaat erom dat je de gevoelens bij de consument weet te vertalen.” Bovendien kunnen we in Nederland iets wat veel buitenlanden niet lukt: een totaaloplossing bieden. In Nederland zijn alle schakels van de keten aanwezig en Nederlanders zijn een meester in het runnen van alle facetten van een tuinbouwbedrijf.
52]
Toekomst in Nederland? Voldoende redenen dus om de ogen te richten op het buitenland. Maar terug naar de hamvraag: wat betekent dat voor de Nederlandse tomaten teelt? Zorgen al die buitenlandse participaties en initiatieven er niet voor dat het areaal of het aantal bedrijven fors zal dalen? Maters verwacht van niet. “De tomaat heeft zeker nog toekomst in Nederland.” Voorwaarde is volgens Maters dat Nederlandse telers de inter nationale ontwikkelingen weten te integreren in hun bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door participaties of door hun eigen producten aan te vullen met producten van buitenlandse vestigingen. “De primaire productie zal dus wel stappen moeten zetten de komende jaren. Het vakmanschap van de telers is daarbij leidend.” Pascal van Oers van VEK Adviesgroep is minder positief. “Ik ben kritisch. Je mag je afvragen of Nederlandse productie op een van de duurste productielocaties ter wereld qua grondprijs en arbeid op lange termijn levensvatbaar blijft.” In de belangrijkste afzetregio’s opereren steeds meer lokale concurrenten en concurrenten uit aangrenzende regio’s. Tomaten afzetten in nieuwe, verder afgelegen markten is lastig vanwege de transportkosten, aldus Van Oers. Een groot verschil met rozen: die transporteren over lange afstand is een stuk logischer, al was het maar wegens de
‘Beslis wat je met je bedrijf gaat doen, voordat anderen die keuze voor je maken’
langere houdbaarheid. De toekomst? Volgens Van Oers kan Nederland concurrerend blijven door enerzijds een aantal grootschalige bedrijven of clusters van bedrijven, en anderzijds enkele teeltbedrijven die niche-producten telen. “Dat is vergelijkbaar met de Nederlandse rozenteelt waar cost leadership eigenlijk al niet meer succesvol is. Alleen kwekers van exclusieve rassen of met exclusieve toepassingen blijken succes te hebben.” Place to be Ook Van Oers denkt dat telers zich zullen moeten beraden op hun toekomst gezien de toenemende internationale concurrentie. “Telers moeten nu schakelen. Beslis wat je met jezelf en je bedrijf gaat doen voordat anderen die keuze voor je maken.” Zo is er wereldwijd behoefte aan Nederlandse kennis op het gebied van teelt en teeltarbeid. “Daar zijn de Nederlanders echt uniek in. Gebruik die positie.” Van Elswijk van de Greenhouse Academy is minder somber: hij verwacht dat het areaal zal stabiliseren. Maar ook Van Elswijk roept telers op zich beter voor te bereiden op de toekomst. “Vooral eenpitters zouden moeten overwegen zich aan te sluiten bij een collectief, want door de internationalisering zal de markt nog meer kostprijsgedreven worden.” Nels (RedStar): “Ik geloof niet dat de tomatenteelt de rozenteelt achterna gaat.” Want hoe interessant het buitenland ook is uit productie- en afzet overwegingen, Nederland is ‘the place to be’, aldus Nels. “95% van onze tomaten wordt geëxporteerd. Wij zijn dus sterk gefocust op het buitenland. Maar de echte ontwikkelingen in de teelt blijven plaatsvinden in Nederland.”
Wij delen Johans ambitie om consumenten telkens opnieuw te verrassen
[53
Johan Solleveld groeide thuis op tussen de tomaten en is al meer dan dertig jaar betrokken bij de ontwikkeling van de rassen van Rijk Zwaan. Dankzij die enorme ervaring, en omdat hij de taal van de teler spreekt, weet hij precies waar hij bij het selecteren van nieuwe tomaten op moet letten. Door de jaren heen is Johan steeds meer de veelzijdigheid en kansen van deze groente gaan inzien. Dat het belangrijk is je af en toe te laten verrassen door de natuur en daar ook oog voor te hebben. Zo probeert hij, in nauwe samenwerking met collega’s én klanten, elke dag zijn bijdrage te leveren aan smaakvolle nieuwe producten. Johan heeft de ambitie om consumenten telkens opnieuw te verrassen. Rijk Zwaan - wereldspeler in de veredeling van groenten - deelt deze ambitie. Samen werken we aan een gezonde toekomst. Lees meer op rijkzwaan.nl.
54]
Novitei ten en ontwik kelingen UITGELICHT TOMAAT & ROOS – In het kader van ‘Uitgelicht Tomaat & Roos’ in deze editie ook aandacht voor noviteiten en ontwikkelingen in die productgroepen. De redactie van KAS Magazine maakte een selectie van nieuwe producten en toepassingen.
Tekst Jacco Strating
Noviteiten en ontwikkelingen
Prima prestaties Vitaflor steenwolmat in de rozenteelt Rozentelers zijn zeer tevreden met de Vitaflor steenwolmat van Grodan, die speciaal voor dit gewas is ontwikkeld. Dat laat de substraatspecialist weten op basis van praktijkervaringen. Toepassing van nieuwe vezeltechnologie heeft geresulteerd in een vlot drainerende mat met een homogene waterverdeling, die gemakkelijk herverzadigt. Stevigheid en volume blijven volgens Grodan meerdere jaren behouden. Hierdoor koppelt de mat een hoge mate van gebruiksgemak aan uitstekende teelt resultaten. Grodan Vitaflor werd in 2010 geïntroduceerd en is sindsdien het meest gebruikte substraat in de Nederlandse rozenteelt. Stevig en droog “Toepassing van meer en dikkere vezels geeft de mat een bijzonder stevig en relatief droog karakter”, zo laat Grodan weten. “De stevigheid garandeert een goede balans tussen water en zuurstof, ook na meerdere teeltjaren. Het watergehalte blijft onder alle omstandigheden binnen een veilige bandbreedte en wordt niet gauw te hoog. Zelfs bij hoge watergiften draineert de mat zeer vlot.” De bijzondere vezelstructuur van Grodan Vitaflor resulteert in een gelijkmatige verdeling van water, voeding en zuurstof over de hele mathoogte. De mat wordt bovenin nooit te droog en draineert onderin vlot uit, zodat ook daar genoeg zuurstof beschikbaar blijft. Uit de ervaringen blijkt dat dit een blijvend gezonde wortelontwikkeling geeft door de gehele mat. Dat is een vereiste voor een
Het ras Competition
vitaal, groeikrachtig en weerbaar gewas. “Vanwege het hogere drainpercentage is frequenter water geven op de Vitaflor geen enkel probleem. Water en voedingstoffen zijn hierdoor in de hele mat zelfs nog sneller te verversen. De open vezelstructuur zorgt ervoor dat het watergehalte niet te hoog oploopt, ook niet bij een ruime watergift.”
Nieuwe tomatenrassen Bayer CropScience voldoen aan verwachting Bayer CropScience introduceert nieuwe rassen voor de hightech tomatenmarkt. “Na het wereldwijde succes van Intense, de ‘niet-lekkende tomaat’ die we in 2008 op de markt hebben gebracht, streven we ernaar meer innovatieve producten te introduceren.” Dat zegt Harm Ammerlaan, Account Manager Tomaat van Bayer CropScience Vegetable Seeds. “Zo hebben we afgelopen seizoen Competition geïntroduceerd, het cherrytomatenras dat geschikt is voor trosteelt. Het ras heeft een zeer goede smaak, die continue getoetst wordt door verschillende smaakpanels waaronder Wageningen UR Glastuinbouw. Competition is erg sterk tegen scheuren en geeft lange trossen met een mooie visgraat structuur en dieprood gekleurde tomaten.” Foundation is bovendien een nieuwe trostomaat van Bayer CropScience Vegetable Seeds. Het gewas heeft een sterke groei en is open. “Het ras is geschikt voor zowel de traditionele als de belichte teelt. De groene delen van de trossen zijn zeer sterk. Het ras is intermediair resistent tegen Oidium (echte meeldauw). Met niet te fijne en ook niet te grove vruchten met een mooie rode kleur en een goede brix waarde, bewijst Foundation zijn plaats te hebben in het tros midden segment.”
[55
Noviteiten en ontwikkelingen
Nieuwe demokas In mei opent het bedrijf de deuren van haar nieuwe tomaten demokas in ’s-Gravenzande. “Met deze nieuwe demokas kunnen wij de tomatentelers uit de hele wereld onze inzet in alle belangrijke tomatensegmenten laten zien”, aldus Michel ten Hacken, Global Head of Marketing and Sales van Bayer CropScience Vegetable Seeds. “Want ook voor onze hightech tomatentelers willen wij die betrouwbare partner zijn, die we al zijn voor de andere segmenten.”
Verbetering inzet Macrolophus in tomaat
56]
De vestiging van de roofwants Macrolophus pygmaeus in tomaat komt vaak moeizaam op gang in de periode wintervoorjaar. Op een commercieel tomatenbedrijf is daarom gekeken of de populatiegroei van Macrolophus versneld kan worden met alternatief voedsel. Dat meldt Wageningen UR. Een standaard toepassing van Ephestia-eieren (35g/ha) werd vergeleken met een 5x zo hoge dosering van de veel goedkopere Artemiacysten (175g/ha). Het wekelijks verblazen van dit voedsel verdrievoudigde de populatie Macrolophus ten opzichte van de behandeling met Ephestia-eieren. De dichtheden liepen op tot meer dan 100 per plant in een periode van 16 weken. Het viel daarbij op dat Macrolophus nauwelijks aanwezig was in de paden waar geen voedsel was toegediend. Verder versnellen Het is dus zaak om verder te kijken hoe dit voedsel het beste kan worden toegediend om tot een optimale verdeling van Macrolophus te komen. Dit onderzoek laat in ieder geval zien dat de populatieopbouw van Macrolophus in een tomatengewas verder versneld kan worden door het aanbieden van alternatief voedsel. Ephestia-eieren zijn daarvoor het meest geschikt, maar de goedkopere Artemiacysten kunnen een goede aanvulling of een goed alternatief zijn. Financier van het project is het PT.
Complete lijn geblokte tomaten bij Rijk Zwaan Aansluitend op de conveniencetrend hebben de veredelaars van Rijk Zwaan het ‘blocky’ tomaat-concept ‘Cubelli’ ontwikkeld. Met de komst van Papeletto RZ en 72-190 RZ is die familie nu completer dan ooit., zo laat het bedrijf weten. Dankzij deze nieuwkomers in het tomatensegment staat de teller op vijf geblokte rassen. 72-190 RZ is met een gemiddeld vruchtgewicht van 10 gram de kleinste en ideaal als losse tomaat. Ook Confetto RZ, 16 gram, is goed los te oogsten. Vacetto RZ (20 gram) en 72-174 RZ (25 gram) voldoen beter als trostomaat. De grovere Papeletto (50 gram) is zowel los als tros te telen. Authentieke vorm Juist deze diversiteit, het brede scala aan mogelijkheden binnen één lijn, maakt Cubelli volgens marketing specialist Johan Vis uniek. “Wij zijn daar de enige in en daarnaast helpen wij telers om de veelzijdigheid van dit product onder de aandacht te brengen bij hun klanten.” Het concept slaat volgens hem aan. Naast de dieprode kleur en prima smaak van de tomaten, heeft vooral de authentieke vorm een sterke aantrekkingskracht op consumenten. De geblokte vruchten blijven bijvoorbeeld makkelijker staan en lenen zich daardoor uitstekend voor culinaire hoogstandjes als vullen. De afzonderlijke raskenmerken kunnen door telers zelf ervaren worden in Rijk Zwaan’s Trial Center Tomato in Kwintsheul.
Noviteiten en ontwikkelingen
Tevredenheid over zeetransport rozen Met langer durend zeetransport kunnen rozen dezelfde of zelfs betere kwaliteit behouden als bij vervoer door de lucht. Deze conclusie trekt Greenchainge, een consortium van handelspartijen en kennisinstellingen dat intensief testte met het vervoer van rozen in geconditioneerde containers per schip vanuit Kenia, meldt Logistiek.nl. De praktijkproef tussen de havensteden Mombasa en Antwerpen is dit jaar voor het eerst uitgevoerd met zowel groot- als kleinbloemige rozen. Op afstand zijn volgens het consortium Greenchainge voortdurend de omstandigheden in de geconditioneerde containers – zoals de vereiste lage temperatuur en luchtvochtigheid – gecontroleerd. Na de 25 dagen durende reis volgde acht dagen exportsimulatie naar diverse Europese bestemmingen (twee dagen koelcel, twee dagen in fusten en vier dagen in de winkel), om tenslotte de houdbaarheid in de vaas te testen. Het gemiddelde vaasleven van de rozen bedroeg tien dagen, waarmee zij volgens het consortium niet onderdoen voor door de lucht vervoerde rozen.
Goedkoper Daarbij komt ook dat, in tegenstelling tot het zeetransport, de temperatuur van rozen bij luchttransport vaak slecht is te sturen. “De resultaten zijn fantastisch”, zegt projectleider Robbert van Willegen van Greenchainge. “Transport per schip van uit verre oorden geïmporteerde of daarheen geëxporteerde rozen is niet alleen goed koper, maar ook veel milieuvriendelijker. Het geeft 87 procent minder CO2-uitstoot per steel dan met het vliegtuig. Alle variëteiten die we op het schip hebben gezet, zijn ook door de lucht vervoerd, zodat een goede vergelijking van de houdbaarheid kon worden gemaakt.” In de loop van het jaar zullen nog verscheidene praktijkproeven volgen. Het project wordt ondersteund door Wageningen UR Food & Biobased Research (WUR), Kenian Flower Council (KFC), FlowerWatch en logistiek dienstverlener Maersk Line. Greenchainge wordt gesubsidieerd door het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken, via het programma Topsector Tuinbouw, en middels bijdragen van handelaren en producenten gevormde fondsen in het Productschap Tuinbouw.
[57
Tekst Daan Kuiper
In iedere editie van KAS Magazine spreken wij met Daan Kuiper van CropEye over nieuwe vormen van kennisdeling en innovaties binnen de tuinbouw. Welke ontwikkelingen signaleert CropEye en waar ligt de oplossing?
Plantvitaliteit Aangezien vitaliteit een menselijk begrip is dat te maken heeft met het welzijn van het individu zullen we dat nu ook maar eens loslaten op de plant.
58]
Is vitaliteit niet een ander woord voor een gezonde productiviteit van de plant? “Ik wil toch eerst terug naar ons als mensen en wat wij vitaal vinden bij onszelf. Het wordt geassocieerd met gezondheid, weerstand hebben, veer krachtigheid en vitaliteit straalt van mensen af.” Dat wordt dus gezond eten en naar de sportschool… “Een tomatenplant of roos is inderdaad net een topsporter die goed moet presteren, goed gezond dient te zijn, weerbaar moet zijn en zijn tijd moeten nemen om te rusten. En dat komt een plant niet zomaar aanwaaien.” Dus moet je in de eerste plaats een goed ras kiezen? “Dat klopt, de genen moeten goed zijn. Maar het zal nog moeilijk zijn om een ras te vinden waarvan de veredelaar zegt dat het aantoonbaar vitaal is. Het punt is ook dat gezonde genen een goede startpositie geven, maar je daarna nog steeds fout kunt doen.” Gaan we nu dan richting een gezonde opvoeding? “Absoluut! Er zijn bewijzen genoeg dat weerstand tegen stress voor een plant niet komt aanwaaien. Bij voorkeur moet de jonge plant zelfs al de nodige stress krijgen om er later als volgroeide plant écht tegen bestand te zijn.”
In gesprek met CropEye
Eigenlijk pleit je voor een trainingsprogramma voor jonge planten? “Ja, daar komt het dichtbij. Het is zo logisch eigenlijk: ‘jong geleerd is oud gedaan’. En toch doen we het gek genoeg nauwelijks binnen de tuinbouw.”
Kennisorganisatie CropEye geeft een impuls aan sociale, product- en marktinnovatie door nieuwe wegen te bewandelen. De organisatie bundelt de krachten tussen bedrijven en organisaties en brengt op creatieve wijze vraag en aanbod bijeen, wat resulteert in marktgestuurde innovaties. Daan Kuiper (
[email protected]) is directeur bij CropEye. [59
Is omgaan met stress echt aan te leren? “Planten zijn in staat stress op te vangen. Het systeem kent de signalen en maakt onderscheid tussen onnodige en noodzakelijke reacties. Ik ben de eerste om toe te geven dat dit allemaal nog in de kinderschoenen staat. Maar de wetenschappelijke bouwstenen zijn er al wel.” Wat houdt ons dan nog tegen? “We zijn opgegroeid om pas in te grijpen als we wat zien en ook om een ziekte of plaag pas aan te pakken als die optreedt. Met andere woorden: genezen in plaats van voorkomen.” Maar telers doen toch veel aan hygiëne in de kas? “Ja ik moet wat gas terugnemen. Maar er kan meer. Waarom zou je planten of substraten niet kunnen inenten? Of meer gebruik maken van de innerlijke krachten van de plant en het systeem waarin het groeit? Dat is een hele verandering, maar we hebben niet veel keus. De klassieke chemie gaat de tuinbouw uit en we komen in de tijd van de benutting van de biologische capaciteiten en kansen. Dus zullen we deze stappen toch echt moeten zetten.”
Stichting CropEye
Postbus 184 2665 ZK Bleiswijk www.cropeye.com
WK voetbal 2014
Er kan er maar één de beste zijn... Succesvol zijn heeft alles te maken met onderscheid. Onderscheid in producten, in dienstverlening én in communicatie. Flint Creative kan u optimaal begeleiden bij het creëren van een eigen gezicht, waardoor ú het succes van een wereldkampioen kunt ervaren. Eens verder praten?
Succes Verzekerd! Flint Creative - Middel Broekweg 3 - 2671 ME Naaldwijk - Telefoon 0174 610 000 - www.flint.nl
Column
Goed leiderschap als toegevoegde waarde De nut en noodzaak van het leveren van ‘toe gevoegde waarde’ wordt, zeker na de economische malaise van de afgelopen jaren, vaker en breed uitgemeten. We lijken het met elkaar eens dat het niet meer voldoende is om enkel een dienst of product te leveren. Er moet ‘extra waarde’ aan worden toegevoegd. Als marketeer van een gerenommeerd uitzend bureau houdt dit mij natuurlijk ook continu bezig. Hoe voegen we nu ‘waarde’ toe? Hoe zorgen we er nu voor dat onze klanten elke keer weer opnieuw met overtuiging voor ons kiezen? Het gaat hier natuurlijk om net dat stuk extra dat je je klanten biedt, net die extra meter die je harder loopt, net dat creatieve idee dat je klanten verder helpt in zijn of haar business. Hoe help je je klanten om zijn of haar klanten te helpen? Kortom; vragen, vragen, vragen, en… heel veel oplossingen. In een markt waar aanbod overheerst en men als ‘koper’ kan kiezen tussen vele verschillende partijen, kijk je dan ook verder dan alleen de dienst of het product dat je zoekt. Kijk niet alleen naar de toegevoegde waarde aan de ‘buitenkant’. Een
Brenda Pigmans Brenda Pigmans is Hoofd Communicatie en PR bij Holland Contracting, een uitzendorganisatie gespecialiseerd in arbeidsmigranten voor de tuinbouw uit Midden- en Oost-Europa.
waarde letterlijk gerelateerd aan datgene wat het bedrijf verkoopt. Uiteraard is dat niet onlogisch, dit is immers het meest tastbaar. Toch is er aan de ‘binnenkant’ ook veel eer te behalen. In mijn opinie is goed leiderschap een zeer belangrijke toegevoegde waarde. Immers, het management is bepalend voor de ruimte die hun medewerkers kunnen en mogen pakken om zichzelf, de dienst/ product en de klantrelatie te verbeteren. En daar draait het om! De medewerkers maken het verschil en zijn in de basis ‘de toegevoegde waarde’. Zij zijn het die met hun klanten de extra’s invullen die een samenwerking waardevol(ler) maken. Vorige week zag ik de film ‘We were soldiers’. Een film over de eerste grote slag tussen de VS en Vietnam; de slag om La Drang. Een paar dagen daarvoor had ik een goed gesprek met een kennis over het belang van goed leiderschap. Misschien is het daarom dat ik met andere ogen naar deze film keek, maar deze film laat zo ontzettend goed zien wat voor betekenis een goed leider heeft voor een team, welk team dan ook. Iedereen persoonlijk en ieder bedrijf heeft in deze tijden behoefte aan een visionair. Iemand die de zaak en de mensen de juiste kant op stuurt. Zodat we met zijn allen beter in staat zijn om uitdagingen te trotseren en te groeien.
[61
Serie: Grenzeloos Finance for Development In een serie artikelen komen tuinbouwondernemingen aan het woord die de stap hebben gewaagd om in het buitenland in een opkomende markt te investeren. Zij worden hierbij geholpen door de Nederlandse Ontwikkelingsbank FMO (Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslanden). Dit keer Galacia Greenery, een initiatief van FoodVentures. In dit bedrijf nemen ook de telersverenigingen Prominent en Rainbow Growers deel.
‘Als je te groot begint, val je in negatieve zin op’
62]
Het bedrijf FoodVentures ontwikkelt glastuinbouwprojecten voor de productie van groenten en fruit in landen nabij de Zwarte Zee, zoals Oekraïne, Georgië en Turkije. Dit jaar startte het bedrijf een glastuinbouwbedrijf Galacia Greenery in Busk nabij Lviv in Oekraïne. Naast verschillende investeerders, waaronder telers verenigingen Prominent en Rainbow Growers, hielp ook de Nederlandse Ontwikkelingsbank FMO een handje om het plaatje financieel rond te krijgen.
Tekst Martijn de Groot
Peter de Vreede en Dirk Aleven richtten in 2010 FoodVentures op. Dit bedrijf zet projecten op in onder andere de regio van de Zwarte Zee en wil hiermee inspelen op de groeiende economische ontwikkelingen in de grote steden. Tot nu toe heeft FoodVentures met steun van lokale investeerders investeringen opgezet in onder andere Oekraïne, Georgië, Turkije, Roemenië, maar ook al in Australië, Vietnam, Indonesië en India. De Vreede
schoon en duurzaam zijn, want die zijn hier populair en niet te krijgen.”
en Aleven vormen een perfect duo in hun missie met FoodVentures. Dirk Aleven is de oprichter van MeetIn dat handelsmissies en ondernemersreizen organiseert naar snelgroeiende economieën. Peter de Vreede heeft meer dan twintig jaar ervaring in het opzetten van projecten in het Zwarte Zee gebied en is Oekraïne-specialist. Welke kansen zien jullie met Galacia Greenery? “De markt in Oekraïne ligt nog braak. Tachtig procent van de groenten wordt geïmporteerd. Producten als sla, kruiden, paprika of trostomaten – producten die wij gaan telen – worden niet commercieel geteeld. Weliswaar kweken veel Oekraïners bij hun buitenhuis groenten, maar de nieuwe, jongere generatie in de steden hecht weinig waarde aan die traditie. Zelf voedsel telen, kost een hoop tijd en dat heeft de jonge generatie steeds minder. Daar komt bij dat de druk op gronden van volkstuinen groter wordt omdat veel van die tuinen worden omgebouwd tot buitenverblijven. Retailers met winkels in de grote steden willen jaarrond goed product verkopen aan de consument die steeds meer te besteden heeft. De producten kunnen hier nog rechtstreeks van de producent komen omdat hier nog geen netwerk van tussenhandel bestaat. Door rechtstreeks met de eindklant (retail, hotels, horeca) handel te doen, kunnen we een prijs maken voor onze producten die producenten in Nederland niet kunnen krijgen. Zeker voor producten die
‘Als bedrijf moet je de officiële weg willen bewandelen’
Waar verwachten jullie over 5 jaar te staan? “Ik heb het gevoel dat de aandeelhouders van Galacia Greenery altijd hun business kunnen blijven doen en zelfs kunnen uitbreiden en de markt volgen of verkopen. We hebben twintig hectare grond in Busk verworven, maar we starten voorzichtig met zes hectare kassen. In Oekraïne vragen ze me vaak waarom we niet meteen voor de twintig hectare gaan. Maar langzaam opbouwen, zie ik als een voorwaarde. Je moet je positie geleidelijk uitbouwen zodat mensen je de markt gunnen. Als je te groot begint, val je in negatieve zin op. Door goede producten te leveren en beloftes aan klanten na te komen, bouw je weerstand op tegen de concurrentie die je hebt.” Wat bleek achteraf de grootste uitdaging? “Ik heb heel veel kennis en landenervaring, veel meer dan de ‘gemiddelde’ ondernemer. Ik ken Oekraïne en weet hoe de zaken er werken en de structuren liggen. Ik vertelde in Oekraïne dat ons kassenproject een gat in de markt is. Maar niemand, van wetgevers, belastingdiensten, tot aan de douane toe, weet iets van de glastuinbouw. Het nut ervan uitleggen, kost dus zeeën van tijd. Zo hebben we een half jaar onderhandeld met de douane om de kasonderdelen überhaupt te kunnen importeren.
[63
Deze onderdelen kwamen verspreid en in honderd vrachtwagens de Oekraïnse grens over. Zo zijn er onlangs vier vrachtwagens met glas aangekomen, bestemd voor de schuur en de kassen. Dan moet de douane goed weten waarvoor die enorme vracht glas bestemd is, anders denken ze dat we een glashandelaar zijn. Zelfs met mijn jarenlange ervaring met de douane in dit land loop ik tegen dit soort zaken aan. Bij stroperige en langdurige zaken bij de douane kom je dan geregeld voor de keuze; betalen ( “we kunnen het regelen meneer”) of je gaat het officiële proces in. Dat is een principekeus. Maar als bedrijf moet je de officiële weg willen bewandelen. Dat kost tijd maar is noodzakelijk. Bij al het andere begeef je je op een hellend vlak.”
64]
Op welke manier is de organisatie van uw bedrijf aangepast? “De focus van FoodVentures is marktkennis, niet het produceren van voedsel. Met alleen de techniek van een moderne kas neerzetten, red je het niet. Je moet ook een club hebben die verstand heeft van telen. De sprong naar het buitenland wordt door Nederlandse groentetelers niet makkelijk gemaakt. De bloementelers startten al wel bedrijven op in Afrika en Zuid-Amerika. Maar in groenten zit minder meerwaarde, het is een primair product. Toch biedt ook dit kansen. We zoeken daarom partners en mensen in de groentesector die verder willen kijken. Die ‘ruimte’ willen hebben qua telen als ruimte om
te kunnen groeien in areaal. We hebben een jonge teler gevonden die dit alles wil namens FoodVentures en de telersverenigingen.”
Peter de Vreede
Wat is het voornaamste winstpunt geweest van de samenwerking met FMO? “Het grootste winstpunt is dat FMO zich in de business probeert te verplaatsen. Dat vind je terug in de criteria voor financiering. De structuur die wij bedacht hebben; twee telersverenigingen als deelnemer levert kennisbundeling op. Daar gelooft FMO in. FMO keek ook naar commitment van een lokale bank en lokale investeerders. Maar dit vraagt naar mijn idee een betere beoordeling van hoe de cultuur in Oekraïne in elkaar zit. Want mijn ervaring is dat lokale partijen daar niet gaan voor een minderheidsbelang, zij willen altijd de meerderheid en kunnen beslissen. Dat we geen lokale partijen zouden vinden, stond voor mij dus al van tevoren vast. Wat mij het meeste werk kostte, was de uitgebreide juridische papierwinkel die de FMO van je vraagt; contractueel gezien en de uitbetaalvoorwaarden. Zo vroeg FMO bijvoorbeeld van ons de zekerheid dat het bedrijf altijd stroom en gas geleverd zou krijgen. Echter, in Oekraïne krijg je die garantie van de energiemaatschappij niet. Het kostte tijd om dit aan te tonen. Al met al krijg je uiteindelijk een maatwerkfinanciering. Zonder FMO was dit project niet van de grond gekomen anders dan alleen met ons eigen geld.”
‘Een goede voorbereiding vergt tijd’ “Het voorbereiden van een investering vergt tijd”, zegt Martijn de Groot van FMO. “Het komt geregeld voor dat klanten mij vragen naar de doorlooptijd van een financieringsaanvraag. Als ik dan aangeef dat een financieringstraject echt wel een paar maanden kan duren, wordt er soms verbaasd gereageerd. Als ik dan vervolgens vraag hoe lang de ondernemer zélf al bezig is met de voorbereiding van zijn investering in de opkomende markt volgt een stilte…” Meestal is dat dan al een jaar. FMO wordt graag in een vroeg stadium betrokken bij de plannen. “Wij zijn gewend aan langlopende trajecten waarbij de ondernemer zijn plannen soms moet aanpassen.” Investeren in opkomende markten vergt aanpassingsvermogen en flexibiliteit, en het bezitten van deze eigenschappen vormt vaak een belangrijke bijdrage aan het succes. Daarnaast is, volgens De Groot, tijd vrij maken voor trajecten in het buitenland van doorslaggevende betekenis. Ook spelers met veel lokale kennis komen voor verrassingen te staan. “En die verrassingen oplossen, kost tijd. Natuurlijk hebben wij de tijdsfactor ook in ons achterhoofd. Wij zullen altijd proberen de vereiste documentatie voor de aanvrager efficiënt te houden.”
? l a e i d e j p p A (h)
het aantal apps voor er weg te denken en me t nie g da de g aa wij Smartphones zijn vand KAS Magazine lichten po. In elke editie van tem rap in eit gro id iPhone en Andro lateerde apps uit. enkele tuinbouwgere
Optimaal irrigeren De hoeveelheid water die een plant vereist, is afhankelijk van de hoeveelheid zonnestraling. Het leveren van de juiste hoeveelheid water levert een besparing op en leidt tot een optimale kwaliteit en productie. Met de 24aquaapp van 24Green kunnen telers de geleverde hoeveelheid water vergelijken met de optimale hoeveelheid om zo de perfect irrigatiestrategie te bepalen. De applicatie vereist wel een 24aqua of iSii Aqua Compact-systeem. Download de app via de App Store van Apple of via de Google Play Store.
Veggipedia App Veggipedia bevat meer dan 230 groenten- en fruitsoorten voorzien van waardevolle productinformatie, feiten, weetjes en tips. Van bereiding tot voedingswaarden en van verkrijgbaarheid tot bewaaradvies. Ook bevat veggipedia meer dan 600 recepten met groenten en of fruit als hoofdingrediënt. Naast de productinformatie bevat veggipedia ook informatie over de herkomst van de producten. Scan de streepjescode op de verpakking om informatie te krijgen over teler en/of handelaar. De Veggipedia App is gratis verkrijgbaar voor iPhone en Adroid-apparaten.
Mensen maken het verschil! www.hollandcontracting.nl
n e t e w e t m o d e Go Bestel de mooiste tuinbouwfoto’s nu online! KAS TuinbouwCommunicatie heeft onlangs de website www.Horti-Images.com gelanceerd. Een internationale website waarop kwalitatief hoogstaande tuinbouwfoto’s worden aangeboden.
66]
€ 125 per maand. De foto’s zijn bovendien beschikbaar in meerdere formaten. Wie zich nu aanmeldt, kan een eerste abonnement afsluiten met een korting van 50 procent. Kijk voor meer informatie op www.Horti-Images.com.
Horti-Images.com moet media en andere bedrijven wereldwijd helpen om aan mooie en passende tuinbouwbeelden te komen. Veel bestaande websites met stockfoto’s zijn te algemeen van aard. Horti-Images. com springt daarop in door professionele foto’s aan te bieden van bedrijven, technieken en producten uit de glastuinbouw. Deze foto’s zijn gemaakt door vakkundige fotografen met gevoel bij de tuinbouwsector, waardoor de beschikbare beelden beter aansluiten op wat media veelal zoeken. Daarnaast kunnen ook bedrijven op de website terecht om foto’s af te nemen voor gebruik op bijvoorbeeld websites of promotionele uitingen. Elke beeld op Horti-Images.com kan per stuk worden besteld. Maar u kunt ook een aantrekkelijk abonnement afsluiten voor 50 downloads tegen een bedrag van slechts
Officiële GreenTech-editie KAS De eerstvolgende editie van KAS zal volledig in het teken staan van GreenTech Amsterdam, de Flower Trials en de Vegetable Trials. Als enige officiële mediapartner van GreenTech brengt KAS een unieke officiele beurseditie uit. Deze verschijnt niet in het gebruikelijke formaat, maar als handige organizer met ringband. Boordevol praktische
informatie en tips om mee te nemen naar de GreenTech, de Flower Trials en de Vegetable Trials. Heeft u interesse in de vele commerciele mogelijkheden van deze officiele KAS beurseditie? Neem contact op via
[email protected].
Column
Familiebedrijf in Oekraïne In februari vroeg iemand me of ik het Oekraïense bedrijf Mriya kende. Er was misschien een functie voor haar en omdat het een akkerbouwbedrijf was, wist ik er vast meer over. Dat was niet zo, maar op internet is veel te vinden. Wat ik daar zag, deed me wel even met mijn ogen knipperen. Mriya Agro Holding heeft een heel open en uit gebreide site. Wat je daarop ziet, kent geen Nederlands vergelijk. Begonnen in 1992 met 50 hectare, heeft de firma nu 320.000 hectare in gebruik (twee keer de provincie Flevoland), waarvan 190.000 in eigendom. Meerderheid van de aandelen in handen van de familie Huta. Ze willen groeien, ook in het buitenland, naar 600.000 hectare en kapitaal aantrekken. Vandaar een vestiging in Zwitserland en nieuwe functies. Ongelooflijke groeicijfers, kan dat zonder list en bedrog? Als je hun geschiedenis leest, die stap voor stap op de site beschreven is, dan zou het zomaar kunnen. Meteen internationale samenwerking zoeken. Eerste grote contract was levering van aardappels aan de marine, daarna aan Kraft Foods. Steeds investeren in grond, technologie, in kennis. De twee zoons die nu in de executive board zitten, hebben een master in Nederland gehaald! Vader Huta zat vanaf het begin dicht bij het vuur. En hij heeft er heel slim gebruik van gemaakt. Ze hebben veel geïnvesteerd in teeltmanagement,
Jeroen Naaijkens Jeroen Naaijkens was elf jaar directeur van HAS Den Bosch. Momenteel runt hij Wokke Food Systems, een advies- en onderzoeksbureau op gebied van duurzame ontwikkeling en voedselvoorziening.
zodat ze kunnen leveren als de rest van Oekraïne lijdt onder droogte en de prijzen hoog zijn. Denk aan winstmarges van 100 procent. En dat allemaal weer investeren, Cargill achterna (dat familiebedrijf begon in 1865). Hun website is zo toegankelijk dat het lijkt alsof je bij ze op de koffie bent. De foto’s van pa en zonen stralen een rust uit zoals je die bij akkerbouwers ziet. Ze weten wat ze kunnen en dat ze van plan zijn om dat nog jaren te blijven doen. De wereld voeden, grote steden vragen immers grote akkerbouwbedrijven. Laat ons maar ploegen, zaaien, oogsten. Geen franje, werken. De nieuwe land adel. Ze overtreffen de Amerikaanse droom van krantenjongen tot miljonair. Ze stappen in 25 jaar uit het niets naar de wereldtop. We kennen allemaal Jobs, Gates en Zuckerberg, maar wie kent Huta? Ongetwijfeld heeft hij zijn oude partijconnecties goed gebruikt in de chaos die ontstond bij het einde van de Sovjet Unie in 1991. Maar ook dan is het succes gebouwd op vakmanschap en vijfentwintig jaar steeds de goede keuzes maken. De kracht van het familiebedrijf. En plots valt in maart Poetin de Krim binnen en mobiliseert Oekraïne zijn leger. Die nieuwe functie was al niet meer aan de orde…
[67
Advertorial
Martin en Ruben van der Lugt, Dynaplant in De Lier ‘Mijn opa was al klant’ Vertel eens over Dynaplant? Martin: “Peter Varekamp en ik ontmoetten elkaar 11 jaar geleden bij het korfbalveld. We raakten aan de praat; we wilden allebei iets anders. Met z’n tweeën zagen we een nieuw bedrijf in De Lier wel zitten. Peter doet de verkoop en planning, mijn zoon Ruben sinds een paar jaar de teelt en ik de inkoop en techniek. Calla en Clivia zijn onze specialiteiten. We zijn met 45.000 m2 groot in kleine teelten.” Op 1 april was premier Rutte op bezoek. Hoe was dat? Ruben: “Uniek. Hij was echt open en geïnteresseerd. We hebben het erover gehad dat te weinig jongeren een opleiding volgen in de plantenteelt.” Martin: “‘Zeg maar Mark’, begon hij. Dat maakt hem heel benaderbaar. Zijn vragen waren to the point.” Wat doe je als je niet in de kas rondloopt? Ruben: “Vooral studeren voor mijn HBO-studie Bedrijfskundig Management. Ik zit tussen mensen van Nationale Nederlanden, gemeentes en
Albert Heijn. Dat verruimt je blik. Wat me opvalt? Vergeleken met andere bedrijven zijn bij ons de lijnen heel kort.” Hoe zijn jullie ervaringen met de Marel Methode? Martin: “Uitstekend. Ze hebben goede spullen én goede mensen. En de prijs is marktconform. Speciaal voor onze kas van 8,5 meter hoog hebben ze een nieuw verplaatsingsdok aangeschaft.” Ruben: “Zelfs mijn opa was er al klant. Als ze bij het krijten of wassen kapotte strippen of ruiten tegenkomen, melden ze dat netjes. Dat geeft vertrouwen.”
n te a el er ei g e mm to om af 1 k k n oo om en va Nu in kepass o T
K O O L U YO FABULOUS!
t c u d o r p Uw ! l a a t i v langer Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.
Luna PRIVILEGE is het nieuwe fungicide met een uitstekende werking tegen Botrytis en echte meeldauw. Dit leidt tot een: ▶ vitaler gewas ▶ verbeterde kwaliteit
/BayerCropNL
Macro-Mite: de snelste roofmijt in de bodem
Macro-Mite • Is een echte veelvraat en eet meerdere plagen • Tegen trips, varenrouwmug en potworm • Toepassing: strooien, met verblazer (o.a. Airbug) of met Distribug Natuurlijk verder met Koppert
WWW.KOPPERT.NL |
[email protected]