Actueel Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad
Jaargang 15, nr 2 | april 2014 | driemaandelijks
Da’s toch handig, dat internet! * Fotowedstrijd: Oud in the picture * Verkiezingen 2014: welke kansen voor ouderen? * Dieper dan een dip. Depressie bij ouderen * Krolf, het goedkope golf
April 2014
1
Inhoud Da’s toch handig, dat internet!
4
Fotowedstrijd: Oud in the picture
10
Verkiezingen 2014
12
Rekeningrijden nog niet voor morgen
16
Ouderensector doet meer met verkeer!
18
Dieper dan een dip
20
Krolf, het goedkope golf
22
Het fenoneem van de non-take-up
24
Elektronische uitwisseling van gezondheidsgegevens
26
Mobiele ouderen in woonzorgcentra: fictie of realiteit?
28
Jaarverslag Vlaamse Ouderenraad
32
Actueel is het informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad. De Vlaamse Ouderenraad is het officiële adviesorgaan van de 60-plussers voor de Vlaamse overheid en het overlegplatform van organisaties van en voor ouderen. 2
ACTUEEL-Informatieblad
Senioren zijn
ouder(en) geworden Sommige Brugse zestigplussers wensen niet aangesproken te worden als ‘senioren’. Volgens de kranten vinden ze dit woord te oud of beledigend. Merkwaardig toch: het woord senioren is enkele decennia geleden in gebruik genomen omdat toen ook sommige mensen niet graag aangesproken werden als ‘ouderen’. Zij ervoeren dit als negatief en stigmatiserend.
Senior betekent niets anders dan… oudere.
Het woord senioren is dus hetzelfde lot beschoren als het woord ouderen enkele jaren geleden. Niet te verwonderen eigenlijk, want zelfs zonder veel Latijn te kennen weet iedereen dat senior niets anders betekent dan … oudere. Zoek maar eens op in Van Dale of google het woord senioren. Moeten we dan weer op zoek naar een nieuw woord? Wivina De Meester vindt in Het Nieuwsblad van wel. Ook de Gentse parlementair Sas van Rouveroij is in het radioprogramma Hautekiet die mening toegedaan. Hij stelt voor om de verschillende leeftijdsklassen als volgt te benoemen: jongeren tot 20 zijn voor hem junioren, tot je 50ste ben je dan actor, daarna medior, senior en tenslotte, boven de 90, nestor. Ik kan me de reacties al voorstellen: hoezo, zijn wij dan na ons 50ste levensjaar geen actoren meer? De vele 50’ers die nog werken, de 65-plussers die vrijwilligerswerk doen of op de kleinkinderen passen, zullen het graag horen! Nee, laat ons stoppen met die onzin. Woorden veranderen de werkelijkheid niet. De realiteit is dat ouder worden in onze samenleving nog al te vaak eenzijdig als een achteruitgang wordt gepercipieerd. Ouderen hebben daardoor te maken met negatieve, stereotype beeldvorming en verzetten zich daartegen. Terecht. Wat we nodig hebben is een genuanceerd en realistisch verhaal over ouder worden vandaag de dag. Een verhaal waarin ook de kansen en mogelijkheden van ouder worden aan bod komen. Een verhaal met ervaren ouderen die nog actief zijn als werknemer of ondernemer. En met competente ouderen die een zichtbare en onmisbare rol spelen in hun gezin, vriendenkring, buurt, verenigingsleven, kortom: in de gemeenschap en samen met diegenen die iets of veel jonger zijn. De Vlaamse Ouderenraad blijft u dus aanspreken als ‘oudere’ in de overtuiging en om te bevestigen dat met ouder worden niets mis is!
Jul Geeroms, voorzitter
April 2014
3
Da’s toch handig, dat internet! Wist je dat…? Wist je dat … uit cijfers van 2013 voor Vlaanderen blijkt dat ongeveer de helft van de ouderen (65-74 jaar) nog nooit het internet heeft geraadpleegd? Dit in tegenstelling tot 1 procent van de 25-34-jarigen en 3 procent van de 35-44-jarigen.
“Ik gebruik het internet voor alles. De boeken heb ik thuis allemaal aan de kant geschoven. Als ik nu iets moet opzoeken, doe ik het via het internet.” Willy V.
Meer dan ooit worden via het internet informatie verdeeld, diverse diensten aangeboden en sociale contacten gelegd. Ouderen die het niet gebruiken, missen de voordelen die het internet kan bieden als venster op de wereld en als een praktische gids bij kleine, maar ook bij meer complexe vragen en noden. Internet kan het leven vereenvoudigen.
4
Daarom de campagne “Da’s toch handig, dat internet!” De Vlaamse minister van Media voert sinds 2009 een beleid omtrent mediawijsheid. Mediawijsheid gaat om het verwerven van de vaardigheden om media actief en ‘wijs’ te kunnen gebruiken in je persoonlijke leven. “Met deze campagne wil ik ouderen warm maken voor de voordelen die het internet hen kan bieden. De wereld digitaliseert en het is dan ook belangrijk iederéén de kansen te bieden hierin mee te stappen,” aldus de Vlaamse minister van Media. “Via een brede communicatiecampagne, wil ik in eerste plaats de ouderen bereiken die vandaag nog niet online zijn. We willen bij hen de interesse opwekken voor het internet en hen overtuigen een eerste stap online te zetten,” vervolgt de minister. De Vlaamse Ouderenraad, het Kenniscentrum Mediawijs.be, Bibnet en LOCUS zijn actief betrokken als partners bij de uitwerking van de campagne.
ACTUEEL-Informatieblad
“Chatten met vrienden, mijn boodschappen doen en thuis laten bezorgen, weer in contact komen met oude bekenden via sociale media ... Ik zou niet meer zonder internet kunnen.” Luc Appermont
Internet is handig, maar wat kun je ermee doen? 1.
Lees of bekijk het nieuws online heet van de naald. 2. Zoek via sociale media kennissen van vroeger die in je buurt wonen. 3. Check het weerbericht online en wees altijd voorbereid op regenweer. 4. Stuur met één druk op de knop een bericht naar een aantal vrienden tegelijk. 5. Zoek op wanneer de bus langskomt en sta niet voor niets te wachten aan de halte. 6. Bekijk hoe je favoriete kok het lekkerste stoofvlees met frieten maakt. 7. Betaal je rekeningen thuis via de beveiligde website van je bank. 8. Bestel je zware boodschappen via de computer en laat ze thuis leveren. 9. Vraag je kleefbriefjes aan via de website van je ziekenfonds en verlies geen tijd in de rij aan het loket. 10. Praat gratis met je kleinkinderen aan de andere kant van de wereld via een webcamera. 11. Bekijk en beluister filmpjes van grote muziekklassiekers uit je jeugd. 12. Speel scrabble met je internetvrienden. Vind je dit allemaal handig? Dan is het internet iets voor jou.
Hoe begin ik eraan? Wat heb je nodig om op het internet te gaan? - Een computer, laptop, tablet of smartphone met internetprogramma. - Een internetverbinding: vaak volstaat een uitbreiding van je tv- of telefoonabonnement. Op sommige plaatsen kun je ook gratis verbinding maken via een draadloos netwerk.
April 2014
Meer weten of klaar om aan de slag te gaan? Raadpleeg familie, vrienden of buren om je op weg te helpen. Je kan ook terecht bij verschillende instanties zoals de bibliotheek, het lokaal dienstencentrum, bij een ouderenvereniging, in een club- of buurthuis, bij het OCMW of bij de gemeente. Wil je een opleiding internet, tablet, smartphone … organiseren in je eigen kring of gemeente en ben je op zoek naar geschikte lesgevers? Neem dan eens een kijkje op www.seniornetvlaanderen.be of bel naar 015 73 04 54. Seniornet Vlaanderen vzw geeft over heel Vlaanderen en Brussel les over computer en de digitale snelweg. Opleidingen voor senioren door seniorenvrijwilligers! Bel de Vlaamse Infolijn op 1700 of surf naar www.handiginternet.be voor meer informatie.
5
Ouderen en het internet: de schone en het beest?
Met de campagne “Da’s toch handig, dat internet” probeert de Vlaamse overheid ouderen en het internet dichter bij elkaar te brengen. Want de cijfers zijn duidelijk: bijna 1 oudere op 2 heeft nog nooit het internet gebruikt. Maar achter dat ene pijnlijke getal gaan heel wat nuances schuil. Hoe zit dat nu eigenlijk, ouderen en het internet? De verschillen tussen ouderen onderling op vlak van internetgebruik zijn opvallend groot. Enerzijds heeft de helft van de ouderen tussen 65 en 74 nog nooit het internet gebruikt. Anderzijds gebruikt bijna driekwart van de ouderen die wel vertrouwd zijn met het internet dit bijna dagelijks. Dit alles geeft een beeld met scherpe contrasten, tussen een grote groep ouderen die de nieuwste digitale
6
technologieën om verschillende redenen aan zich voorbij laat gaan, en een al even grote groep die op tal van vlakken de computer alsmaar vlotter weet in te zetten als hefboom voor actief ouder worden. Vooraleer we ingaan op de details, toch eerst een belangrijke kanttekening: betrouwbare cijfers zijn er in Vlaanderen alleen voor ouderen tot 74 jaar. De oudste ouderen vallen tot nu toe dus nog altijd buiten beeld, en zouden naar alle verwachtingen de onderstaande percentages over het internetgebruik nog verder naar beneden halen.
Wie valt uit de boot?
Er zijn heel wat redenen waarom ouderen niet mee zijn met de digitale (r)evolutie. Allereerst springen de persoonlijke interesse en motivatie in het oog.
ACTUEEL-Informatieblad
Meer dan de helft van de ouderen die niet op het internet zitten, vindt het niet nodig of heeft geen interesse. Ook de basisvaardigheden op vlak van ICT spelen een belangrijke rol: 45 procent van de oudere niet-gebruikers haalt deze reden aan. Vermoedelijk houdt dit ook sterk verband met het opleidingsniveau dat men heeft genoten. Als je naar de ouderen van vandaag kijkt, gebruikt slechts 25 procent van de laagopgeleiden het internet, en maar liefst 82 procent van de hoogopgeleiden. Het belang van een Vlaams beleid dat werkt aan levenslang leren voor iedereen en focust op digitale geletterdheid bij ouderen is dan ook cruciaal.
of webcamgesprekken via het internet en post 22 procent (dus meer dan 1 op 5) geregeld berichten op Facebook en andere sociaalnetwerksites. Bovendien wordt het internet nog het meest van al gebruikt om op de hoogte te blijven van al wat gebeurt in de wereld: maar liefst 92 procent van de surfende ouderen gebruikt internet om via zoekmachines zoals Google informatie op te zoeken. Het internet gebruiken voor persoonlijke ontspanning, zoals online films bekijken en naar muziek luisteren, doen ouderen dan weer veel minder dan de jongere generaties. Het sociale primeert.
Toch verklaren interesse en vaardigheden lang niet alles. Voor 14 procent van de ouderen (dus meer dan 1 oudere op 7) is een computer nog steeds te duur, en voor 10 procent zijn de extra kosten voor het internet er te veel aan. Daarmee vormt de kostprijs nog steeds een veel grotere drempel dan angst voor veiligheid en privacy (8 procent), moeite met het toetsenbord (4 procent) of een verminderd gezichtsvermogen (2 procent). Uit onderzoek van de Studiedienst van de Vlaamse regering blijkt ook dat als je ouderen op basis van hun inkomen in 5 groepen verdeelt, binnen de rijkste groep 85 procent van de ouderen internet gebruikt, en slechts 20 procent in de armste groep. Het draait dus duidelijk om meer dan motivatie alleen.
Meer dan enkel sensibilisering
Bovendien maakt slechts een kleine minderheid van de ouderen gebruik van het gratis internetaanbod in bibliotheken, bij verenigingen of op andere openbare plaatsen (telkens 3 procent). Dit wijst op een vrij grote groep die het internet misschien wel zou willen gebruiken, maar niet weet waar ze gratis terecht kan, of niet mobiel genoeg meer is om daar effectief te geraken.
Verbonden, op meer dan een manier
Dat een dermate grote groep geen gebruik kan maken van het internet is een zonde, want internet en digitale technologie kunnen een belangrijke rol spelen bij de sociale inclusie van ouderen en de strijd tegen vereenzaming. Dat blijkt onder andere uit het onderzoek naar wat de ouderen doen die wél actief zijn op het internet. Zo gebruikt 90 procent van de surfende ouderen het internet om e-mails te versturen, houdt 30 procent telefoon-
April 2014
Internet helpt ouderen contact houden met vrienden, familie en kleinkinderen, en geeft hen de mogelijkheid om van thuis uit hun bankzaken te regelen, de boodschappen te laten leveren en alle informatie die ze maar wensen in enkele muisklikken op te zoeken. Internet maakt het makkelijker om actief ouder te worden, en net daarom is het zo belangrijk dat de huidige campagne over internet ouderen daarop wijst. Toch stellen we vast dat niet alles opgelost is door ouderen over de drempel van de eerste internetervaring te helpen. Wanneer de ouderen die ooit al gesurft hebben, gevraagd worden of ze liever meer of vaker internet zouden kunnen gebruiken, antwoordt maar liefst 1 oudere op 3 instemmend. Voor de Vlaamse Ouderenraad heeft de volgende Vlaamse regering op vlak van digitale inclusie dan ook de taak ouderen niet alleen te sensibiliseren, maar ook reëel te ondersteunen op vlak van vaardigheden, kostprijs en toegankelijkheid. De interesse is gewekt. Nu de mogelijkheden nog. Nils Vandenweghe, stafmedewerker advisering Bronnen: FOD Economie (2013), Statistieken ICT-gebruik bij individuen. Noppe, J., Pauwels, G. & Moons, D. (2013). Wie participeert niet? Deelname van ouderen aan verschillende domeinen van het maatschappelijk leven. SVR-Webartikel, 2012/9.
7
Op je 85ste de voordelen van het internet ontdekken? Het kan! Steeds meer ouderen vinden hun weg naar de computer en het internet. Vooral voor communicatie met vrienden en familie (via e-mail, online telefoneren en sociale netwerken), maar ook voor het opzoeken van informatie en voor spelletjes. En toch hebben heel wat ouderen nog nooit het internet gebruikt. Ook Maurits, 87 jaar, vond dat het niets meer voor hem was. Toen hij 26 jaar geleden na een carrière als commercieel directeur op pensioen ging, was de computer nog iets dat een hele kamer in beslag nam en dat maar enkelen konden gebruiken. Typewerk werd dan weer door een secretaresse gedaan. Dus leren werken met een computer was toen nog helemaal niet nodig. Waarom dan er daarna nog aan beginnen? 8
Stilzitten tijdens zijn pensioen was niks voor hem, dus begon Maurits als liefhebber van zijn stad na enkele jaren te werken als stadsgids, vooral in het Diamantmuseum. In die tijd gebeurde de planning van de gidsen nog allemaal op papier. Maar enkele jaren geleden stapte de gidsenwerking over op een digitale werking, waarna planning en communicatie allemaal via internet en email zouden lopen. “Eventjes overwoog ik om te stoppen als gids”, zo vertelt Maurice. “De computer, dat was toch niks meer voor mij?” Gelukkig overtuigden een aantal mensen Maurits om een tablet aan te schaffen, waarna hij een iPad kreeg van zijn kinderen. De eerste stappen op dit toestel leerde Maurits met de hulp van zijn kinderen, kleinkinderen en ook de schoonzoon, die vanuit Dubai per telefoon interessante tips gaf.
ACTUEEL-Informatieblad
Zoals steeds, komt van het ene het andere. Want hoewel Maurits sinds kort niet meer gidst, en hij de iPad daarvoor dus niet meer nodig heeft, is het toestel toch niet meer weg te denken uit zijn dagelijkse leven. Elke dag leest hij op de iPad de krant, bekijkt hij zijn mailtjes en af en toe een voetbalfilmpje op Youtube. Maar het allerbelangrijkste is wel dat hij op deze manier contact kan houden met zijn dochter in Dubai via Skype. Dit is een programma waarmee je gratis kan telefoneren via het internet. Via Facebook bekijkt Maurits, samen met zijn vrouw Paula, de foto’s van zijn kinderen en kleinkinderen. Zo zijn ze toch altijd een stukje dichter bij elkaar. Nee, Maurits zou zijn iPad niet meer willen missen. Ondertussen heeft Maurits ook een les gevolgd om de iPad nog beter te leren gebruiken. Gedurende 3 uur leerde Maurits spelenderwijs de tips en tricks van het toestel en zal hij op zijn beurt zijn kinderen en kleinkinderen iets kunnen bijleren over de tablet ☺.
Wil je graag eens kijken of een of tablet iets voor jou is? Hieronder vind je een aantal websites waar je een greep uit het cursusaanbod in Vlaanderen vindt: - een overzicht van organisaties in Vlaanderen: www.mediawijs.be/de-sector - een overzicht van organisaties in Antwerpen: www.antwerpen.be/digitalestad
Wil je kennismaken met het aanbod van het antwerpen.be-centrum, surf dan naar www.antwerpen.be/abc of bel naar 03 338 99 41. Debby Opregt, groepsverantwoordelijke van Digipolis - antwerpen.be-centrum.
Een tablet is voor ouderen vaak gebruiksvriendelijker dan een pc.
Dat een tablet voor ouderen vaak gebruiksvriendelijker is dan een pc is ondertussen geen geheim meer. Zo werden er de voorbije jaren al verschillende boeken gepubliceerd om senioren te leren werken met een tablet, zijn er verschillende websites met tientallen tips en geven meer en meer organisaties workshops rond dit thema. Eén van die organisaties is het antwerpen.becentrum: een opleidingscentrum dat in opdracht van Stad Antwerpen al meer dan 10 jaar gratis computercursussen geeft, vooral aan senioren. Ook daar ziet men de voorbije 2 jaar de vraag naar tabletlessen spectaculair stijgen. Bovendien komen bijna alle mensen die starten met de beginnerscursus daarna terug voor een vervolg.
April 2014
9
Fotowedstrijd:
OUD in the picture Vele organisaties en media ervaren een gebrek aan realistische beelden over ouderen. De manier waarop ouderen en het ouder worden afgebeeld zijn, is vaak te eenzijdig negatief of net heel erg positief. Er worden geregeld stereotype beelden gebruikt. Ouder worden kan echter op heel veel verschillende wijzen een betekenis krijgen. Deze diversiteit wil de Vlaamse Ouderenraad onder de aandacht brengen. De beelden en verhalen die naar buiten komen, beïnvloeden immers de algemene beeldvorming over het leven op oudere leeftijd. De Vlaamse Ouderenraad lanceert daarom in samenwerking met het Centrum voor Beeldexpressie en met de steun van de Koning Boudewijnstichting de fotowedstrijd ‘Oud in the picture’. De ingezonden foto’s worden aangewend voor de aanleg van een digitale fotodatabank. Op die manier kunnen organisaties en individuen gebruikmaken van gevarieerde ouderenbeelden.
Wat?
Stuur een of meerdere foto’s door die ouderen tonen op een realistische wijze. Deze foto kan een portret zijn, maar net zo goed fotografeer je ouderen tijdens hun dagdagelijkse bezigheden. Je kan een foto maken van een zestigjarige, maar ook van een eeuweling.
Hoe?
Mail de foto’s naar
[email protected] of verstuur ze via de site www.wetransfer.com. Je kan de beelden ook opsturen naar Vlaamse Ouderenraad, Fotowedstrijd, Koloniënstraat 18-24 bus 7, 1000 Brussel. Samen met de foto’s bezorg je aan de Vlaamse Ouderenraad een volledig correct ingevuld en ondertekend inschrijvingsformulier (per post of ingescand). Het inschrijvingsformulier kan je downloaden via www.vlaamse-ouderenraad.be. Je kan de foto’s en het inschrijvingsformulier insturen tot en met 31 augustus 2014.
Reglement
Het reglement kan je nalezen op de website www.vlaamse-ouderenraad.be of opvragen bij het secretariaat van de Vlaamse Ouderenraad. 10
Wat valt er te winnen?
De 3 beste inzendingen krijgen respectievelijk 500 euro, 300 euro en 200 euro, en een lidmaatschap van het Centrum voor Beeldexpressie gedurende een jaar.
Jury
De jury, die bestaat uit Herman Selleslags (fotograaf), Freddy Van Vlaenderen (voorzitter Centrum voor Beeldexpressie), Saïda Sakali (Koning Boudewijnstichting) en Guido Verbrugghe (Vlaamse Ouderenraad), bepaalt wie de 3 winnaars zijn. De jury zal bij haar selectie onder meer kijken naar de kwaliteit van de foto en de manier waarop ouderen in beeld worden gebracht.
Bekendmaking winnaars
De winnaars worden bekendgemaakt bij de lancering van de fotodatabank op 1 oktober 2014, de Internationale dag van de Ouderen.
Vragen of bijkomende info?
Kijk dan op de site www.vlaamse-ouderenraad.be of contacteer Roos Sierens (02 209 34 52 of
[email protected]).
ACTUEEL-Informatieblad
Ouderenweek 2014: Vlaamse Ouderenraad gaat provinciaal! De Vlaamse Ouderenraad trekt voor de themadag dit jaar niet naar het Vlaams Parlement. De studiedag in het kader van de Ouderenweekcampagne maakt immers plaats voor provinciale themadagen. Dit jaar worden de krachten gebundeld met de provinciale ouderenadviesraden. Via deze samenwerking willen we een programma aanbieden dat meer inspeelt op de vragen en noden van de lokale ouderenadviesraden. Noteer dus alvast de datum van jouw provincie in de agenda!
Provincie West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Brussel
Datum 23 september 24 september 29 september 6 oktober 14 oktober Nog niet gekend
Locatie Brugge Leuven Antwerpen Hasselt Gent Nog niet gekend
Oud worden zonder het te zijn
LITERATUUR
Rudi Westendorp
De oudste mens aller tijden is 122 geworden. En de eerste die 135 wordt, is al geboren. Wat betekent dat voor de kinderen van nu? Weten zij dat ze eeuweling worden? Beseft een 70-jarige hoeveel jaren hij nog voor de boeg heeft? Op deze vragen en vele andere geeft Rudi Westendorp antwoord in Oud worden zonder het te zijn. Hij legt hierin uit waarom we ouder en ouder worden en hoe we dat lange leven de baas kunnen blijven. Oud worden zonder het te zijn is het boek over het onderwerp van de 21ste eeuw. Het belicht onze levensloop van alle kanten - van biologie en geneeskunde tot zorg en maatschappij. Rudi Westendorp is hoogleraar ouderengeneeskunde in Leiden en directeur van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Uitgeverij Atlas Contact - 304 blz. - 19,95 euro - 2014
April 2014
11
Heb je een leeftijdsvriendelijke actie uitgewerkt? Laat het ons weten!
Leeftijdsvriendelijke gemeente: een hefboom voor actief ouder worden
Leeftijdsvriendelijke gemeente: een hefboom voor actief ouder worden
1
De vorige Ouderenweekcampagne stond in teken van leeftijdsvriendelijke gemeenten. Toen heeft de Vlaamse Ouderenraad opgeroepen om initiatieven op te zetten die jouw buurt leeftijdsvriendelijker maken. Heb jij ondertussen met de lokale ouderenadviesraad zo’n actie uitgewerkt? Laat het ons weten en stuur een mail naar
[email protected] en vertel jouw verhaal! Alle acties worden opgenomen op de website www.ouderenweek.be. Ze vormen een inspiratiebron voor anderen.
FERUBEL
Actief ouder worden, ook in het stemhokje Nog enkele weken en alle Belgen vanaf 18 jaar worden aan de stembus verwacht voor de verkiezing van beleidsverantwoordelijken voor het regionale en het federale niveau en voor Europa. Ondertussen worden we overstelpt met informatie en pamfletten. Dit is het moment om serieus te denken aan ouderen die minder goed te been zijn en zelfs zwaar zorgbehoevend zijn. Ook zij hebben opkomstplicht! De verkiezingen zijn een moment van respect voor deze mensen, ook al is hun leeftijd hoog opgeklommen, ze blijven volwaardige burgers.
hun stem gehoord blijven, zeker in de huidige context van overdracht van bevoegdheden. We kunnen allen een zetje geven om het waardig en actief ouder worden van zorgbehoevende ouderen met de verkiezingen tot uiting te laten komen. Heel terecht kunnen zieken en zwaar zorgbehoevende mensen die niet handelingsbekwaam zijn een doktersbriefje krijgen of een volmacht geven. De gewoonte om naar een doktersbriefje of een volmacht te grijpen, kan echter in vele gevallen herdacht worden. Welke hulp is er nodig opdat een oudere burger kan gaan stemmen? Wie kan daar voor instaan: buren, familie, een vereniging?
Zorgen voor een goede toegankelijkheid van de stemlokalen is een verplichting. Het is een noodzakelijke hulp voor mensen met mobiliteitsproblemen. Vele oudere zorgbehoevenden hebben een mening en willen hun stem uitbrengen. Dit bewijst het grote aantal stemmers in woonzorgcentra waar een stemlokaal wordt ingericht. Kunnen stemmen geeft de ouderen een gevoel van eigenwaarde. Bewoners in woonzorgcentra en andere gebruikers in de ouderenzorg maken deel uit van onze democratische samenleving. Daarom moet ook
De federaties van de ouderenzorg steunen samen met de Vlaamse Ouderenraad de oproep om voor de zorgbehoevende ouderen maximale kansen te creëren zodat ze zelf hun stem autonoom kunnen uitbrengen. De gemeentebesturen en –raden kregen een brief met aandachtspunten toegestuurd. Ook de woonzorgcentra werden aangeschreven om de nodige steun te geven aan de volwaardige participatie van de zorgbehoevende ouderen op 25 mei. Maar misschien kan ook jij je engageren.
12
Mie Moerenhout, directeur
ACTUEEL-Informatieblad
Europese verkiezingen:
‘Deze keer is het anders’ Tussen de vurige discussies over lastenverlagingen, de staatshervorming en het behoud van onze sociale zekerheid door, durft al eens vergeten te worden dat er op 25 mei ook nog Europese verkiezingen plaatsvinden. Toch mag het enorme belang daarvan niet onderschat worden. Bij de Europese verkiezingen wordt immers de politieke koers bepaald van 28 landen. En dus ook het toekomstige beleid voor de meer dan 90 miljoen 60-plussers in al die landen.
Dit jaar kunnen opnieuw meer dan 400 miljoen Europeanen hun stem uitbrengen voor de verkiezing van een nieuw Europees Parlement. Vanuit Vlaanderen zullen we 12 van de 751 zitjes kunnen vullen, wat een zetel minder is dan in de voorbije jaren. Voor de kandidaten is het dan ook alle hens aan dek: elke stem telt!
Sterker dan ooit
Sinds het Verdrag van Lissabon eind 2009 in werking is getreden, speelt het Europees Parlement een belangrijkere rol dan ooit tevoren. Niet alleen kan ze over veel meer domeinen mee de inhoudelijke beleidskoers bepalen, ook kiest ze vanaf dit jaar de leider van de ‘regering’ van de EU: de voorzitter van de Europese Commissie. De regeringen van de lidstaten mogen nog altijd samen een nieuwe Commissievoorzitter voorstellen, maar die moet goedgekeurd worden door een meerderheid van de Europarlementsleden. Er zal dus veel meer rekening moeten gehouden worden met de uitslag van de verkiezingen, en heel wat Europese partijen schuiven daarom nu een eigen kandidaat-voorzitter naar voren: Guy Verhofstadt bij de liberalen, Martin Schultz bij de sociaaldemocraten, Jean-Claude Juncker vanuit de christendemocraten, het duo Ska Keller en José Bové voor de groenen enzovoort. Het is de eerste keer dat dit zo uitgesproken gebeurt, en hopelijk kunnen de kiezers op deze manier voortaan rechtstreeks hun stempel drukken op de nieuwe Europese Commissie.
Welk Europa in 2020?
Sinds de crisis laat het Europees beleid zich bovendien steeds sterker voelen. Via haar jaarlijkse aanbevelingen zet de EU de lidstaten steeds sterker onder druk om hun pensioenen te hervormen en maatregelen te nemen om mensen langer aan het werk te houden. Ook de indexering van de lonen wordt daarbij onder vuur genomen. Daarnaast speelt de EU aan de hand van een heel arsenaal aan regels, fondsen en actieplannen een uitgesproken rol op vlak van racisme- en discriminatiebestrijding, levenslang leren, toegankelijke diensten en informatie, energie-efficiëntie, consumentenbescherming, gezondheidszorg en patiëntenrechten. Deze maatregelen hebben een sterke impact op het dagelijkse leven van de huidige en toekomstige ouderen. Daarom heeft de Vlaamse Ouderenraad zijn visie op de Europese prioriteiten voor de komende jaren alvast uitgeschreven (zie volgend artikel). In mei zal het dus van cruciaal belang zijn dat ook de ouderen hun voorkeur laten blijken: welke EU willen zij tegen 2020? Een socialer en/of groener Europa? Een Europese Unie die zich concentreert op innovatie, groei en werkgelegenheid? Een continent met open of gesloten grenzen voor immigratie? En welke houding moet het Europees Parlement aannemen tegenover thema’s als kernenergie, biotechnologie of de liberalisering van de openbare diensten? Tal van onderwerpen waar de Vlaamse kandidaten voor het Europees Parlement een uitgesproken mening over hebben. Aan u de keuze. Nils Vandenweghe, stafmedewerker advisering
April 2014
13
Verkiezingen 25 mei 2014:
Start van een daadkrachtig beleid voor actief ouder worden in Europa, België en Vlaanderen? Op 25 mei van dit jaar worden zowel voor het Vlaamse, het federale als het Europese Parlement verkiezingen georganiseerd. Deze drieledige verkiezingen zullen bepalend zijn voor het beleid dat in de komende jaren gevoerd zal worden, ook naar ouderen toe. Hoe zullen de nieuwe De uitdagingen van beleidsmakers het de vergrijzing vereisen sociaal, economisch, een duidelijke fysiek en mentaal langetermijnvisie welzijn van de ouen uitdrukkelijke deren versterken en engagementen hun maatschappelijke naar ouderen toe. participatie ten volle kansen geven? De Vlaamse Ouderenraad heeft alvast zijn visie op deze en andere uitdagingen neergeschreven in drie memoranda, één voor elk beleidsniveau. De belangrijkste aandachtspunten voor ouderen zijn daarin beschreven en overgemaakt aan de politieke partijen, zodat zij hier rekening mee kunnen houden bij het formuleren van hun verkiezingsprogramma’s, het opstellen van de regeerakkoorden en het nemen van beleidsbeslissingen in de jaren die volgen. Voor de Vlaamse Ouderenraad moeten deze beslissingen bijdragen aan een inclusief beleid dat op sociaal, cultureel, politiek en economisch vlak actief en gezond ouder worden en leeftijdsvriendelijke omgevingen stimuleert. De boodschap is duidelijk: de uitdagingen van de vergrijzing vereisen van de volgende Vlaamse, federale en Europese beleidsmakers een duidelijke langetermijnvisie en uitdrukkelijke engagementen naar ouderen toe.
Prioriteiten uit het Europees memorandum
Als tegengewicht voor de huidige nadruk op financiële en economische doelstellingen, vragen we dat Europa werk maakt van een sterker sociaal beleid. Dit kan onder meer door het vastleggen van een Europees minimuminkomen voor ouderen en te waken over voldoende hoge wettelijke pensioenen. De Europese Unie dient
14
de lidstaten ook sterkere instrumenten voor armoedebestrijding aan te reiken. In de strijd tegen armoede bij ouderen speelt eveneens de kost van de gezondheidszorg een belangrijke rol. Elke lidstaat moet daarom inzetten op een betaalbare, goed functionerende en voldoende dekkende ziekteverzekering. Europa moet echter nog verder gaan zodat zorg voor iedereen toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief hoogstaand is. In deze sector moet de liberalisering dan ook met heel veel voorzichtigheid aangepakt worden. De Vlaamse Ouderenraad adviseert de Europese beleidsmakers bovendien om minimale kwaliteitsnormen voor gezondheidszorg op te leggen en te controleren, zowel voor behandelingen in eigen land als voor grensoverschrijdende gezondheidszorg. Er zijn eveneens sterkere Europese hefbomen voor de sociale inclusie van ouderen nodig. Omdat het belangrijk is dat ouderen in alle maatschappelijke domeinen een actieve rol kunnen spelen, moet de EU ook buiten de arbeidsmarkt leeftijdsdiscriminatie bestrijden en leeftijdsvriendelijke projecten, campagnes en uitwisselingen ondersteunen.
Prioriteiten uit het federaal memorandum
Ook de volgende federale regering moet ouderen stimuleren om als actieve burgers deel te nemen aan de samenleving. Dit kan door hen garanties te geven voor een toereikend inkomen, een toegankelijke zorg en daadwerkelijke kansen tot participatie en actief ouder worden. Concreet raadt de Vlaamse Ouderenraad de federale beleidsmakers onder meer aan om het wettelijk pensioen te versterken door een welvaartsmechanisme in te voeren waarmee de pensioenen structureel gekoppeld worden aan de evolutie van de lonen. Daarenboven moeten de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) en de minimumpensioenen verhogen. Er zijn ook dringend bijkomende inspanningen nodig om de kansen op arbeid
ACTUEEL-Informatieblad
en tewerkstelling voor oudere werknemers te verbeteren met positieve stimuleringsmaatregelen, bijvoorbeeld door vorming, flexibele tewerkstelling en aangepaste uitgroeiregelingen. Zowel op de werkvloer als daarbuiten moet leeftijdsdiscriminatie weggewerkt worden. Inspanningen om de capaciteit, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te waarborgen, moeten hoog op de Europese, federale en Vlaamse politieke agenda’s staan. Maar zorg wordt ook vaak opgenomen door familie, buren, vrienden. Het is een taak van de federale overheid om, in overleg met de Vlaamse overheid, te voorzien in een structurele ondersteuning van deze mantelzorgers. Zij verdienen het om hun rol als volwaardige partner in de zorg erkend te zien. Bovendien is het hen aanbieden van tijdige en duidelijke informatie heel belangrijk. Zowel mantelzorgers als ouderen zelf moeten kunnen rekenen op voldoende ondersteuning, gepaste zorg en transparante informatie.
Prioriteiten uit het Vlaams memorandum
Volgens de Vlaamse Ouderenraad vereist het realiseren van een leeftijdsvriendelijk Vlaanderen extra investeringen voor uitbreiding in de thuiszorg, semi-residentiële en residentiële zorg om tegemoet te komen aan de stijging van de zorgnoden. De bevoegdheden die overgedragen worden in het kader van de zesde staatshervorming moeten door de Vlaamse overheid doordacht aangewend worden om een leeftijdsonafhankelijk woonzorgbeleid te voeren. Daarbij wordt iedereen met eenzelfde objectief ingeschaalde zorgnood op een gelijkwaardige manier behandeld. Bovendien moeten financiële moeilijkheden van personen met gezondheidsproblemen weggewerkt worden. De mogelijkheid tot heroriëntatie van de financiering van het zorgaanbod bekijken en dat sterker richten op de zorgbehoevende, horen daarbij. Vlaanderen beschikt eveneens over belangrijke instrumenten om een goed woonbeleid te voeren dat woonnoden effectief bestrijdt. In zijn memorandum vraagt de Vlaamse Ouderenraad om nog meer te werken aan de betaalbaarheid van kwaliteitsvol wonen. Dit kan onder andere via een
April 2014
Inspanningen om de capaciteit, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te waarborgen, moeten hoog op de politieke agenda’s staan.
√
uitbreiding van de sociale woningmarkt. Ook moet sterker ingezet worden op de woonomgeving en de buurt waarin mensen wonen. Investeringen in toegankelijkheid, veiligheid en voorzieningen op vlak van betaalbaar openbaar en aangepast vervoer zijn daarbij nodig. Het is cruciaal dat ouderen over een ruim palet aan individuele en collectieve woonvormen kunnen beschikken. Bovendien moeten deze woonvormen aanpasbaar en levensloopbestendig zijn, zodat wanneer ouderen dit wensen ze er tot op hoge leeftijd zelfstandig kunnen wonen en zorg in de woning ingezet kan worden. Tot slot dient het Vlaams beleidsniveau de inclusie en maatschappelijke participatie van ouderen te bevorderen. Het aanbod aan vrijwilligerswerk en aan sociale, culturele en sportieve activiteiten voor ouderen moet daarom beter ondersteund worden. Maar ook stimulansen voor kwaliteitsvol werk, bijscholingen en aangepaste arbeidsomstandigheden voor oudere werknemers zijn noodzakelijk. Net zoals het stimuleren van digitale inclusie, vergroten al deze beleidsmaatregelen de participatiekansen van ouderen. De drie memoranda met daarin voor alle relevante beleidsdomeinen de bakens voor de komende jaren, zijn aan te vragen bij het secretariaat van de Vlaamse Ouderenraad of te raadplegen op www.vlaamse-ouderenraad.be/memoranda.php. Annick De Donder, stafmedewerker advisering
15
Rekeningrijden nog niet voor morgen Op 17 februari 2014 lanceerde Vlaams minister van mobiliteit Crevits het ‘proefproject rekeningrijden’. Meteen volgde een stroom van reacties op Facebook. De online petitie ‘Neen aan de kilometerheffing’ kon in een mum van tijd 170 000 sympathisanten verenigen. De emotionele reacties tonen dat onze autoafhankelijkheid enorm is.
Wat is rekeningrijden?
deel. Het doel is gedragseffecten vast te stellen als er een wegbeprijzing Rekeningrijden is een (voorlopig wordt ingevoerd. Beïnvloedt een theoretisch) concept waarbij voor elke Rekeningrijden kilometerheffing het mobiliteitsgedrag afgelegde kilometer wordt betaald. belast het en welke andere elementen versterken Als de prijszetting per kilometer gebruik van de of verzwakken dit? Het onderzoek rekening houdt met de impact op auto, niet het moet bijvoorbeeld nagaan of het de samenleving en het leefmilieu bezit ervan. inkomen een invloed heeft op de (denk aan files, luchtverontreiniging, verplaatsingskeuzes. Misschien is de broeikasgassen, ongevalsrisico, voerbeschikbaarheid van alternatieven tuigkenmerken, wegtype, tijdstip …) zoals openbaar vervoer, fietspaden en voetpaden dan heet dat een slimme kilometerheffing. een argument dat doorweegt in die keuze of kiest Rekeningrijden belast het gebruik van de auto, de automobilist er toch voor om de auto te nemen, niet het bezit ervan. De benzineaccijns is ook maar dan liever via een andere route op een ander een vorm van kilometerheffing, maar wordt zo tijdstip? Het concept werkt met een virtueel budget. niet ervaren. Slim rekeningrijden moet dienen Elke deelnemer heeft steeds zicht op zijn ‘verbruik’ om doordachte keuzes te maken voor een meer en de beloning is ‘de overschot’ van het budget duurzame mobiliteit en het juiste vervoersmiddel dat vrij besteedbaar is voor andere doeleinden. voor de juiste verplaatsing. Meer aandacht dus voor Via vragenlijsten worden de deelnemers en hun openbaar vervoer, stappers en trappers. gedrag opgevolgd. De denkbeeldige tarieven die gehanteerd worden in de studie zijn 9 eurocent Het huidige proefproject per kilometer in de stedelijke gebieden, 5 eurocent Het proefproject waarvan nu sprake is, geeft per kilometer op de autowegen en 6,5 eurocent uitvoering aan een afspraak tussen de 3 per kilometer op de andere wegen. In de daluren Belgische gewesten over de hervorming van de worden de tarieven gehalveerd. Er zijn diverse verkeersfiscaliteit. Die afspraak voorziet onder scenario’s uit te proberen, het proefproject maakt meer in een kilometerheffing op vrachtwagens, één keuze. De resultaten worden nog verwacht voor een wegenvignet voor voertuigen van minder de verkiezingen van 25 mei 2014. De beslissing dan 3,5 ton met een verkeersbelasting gebaseerd om rekeningrijden daadwerkelijk in te voeren als op milieukenmerken van het voertuig en het aan de verwachtingen voldoet, is iets voor een een proefproject kilometerheffing voor lichte volgende Vlaamse regering. voertuigen in de GEN-zone (dat is de regio rond Brussel tussen Leuven-Antwerpen-Gent). De kilometerheffing voor vrachtwagens is beslist, maar het is nog (steeds) wachten op de invoering ervan. Over de 2 andere punten is nog niets beslist. De invoering van de kilometerheffing voor lichte voertuigen is dus nog niet voorzien en staat los van de besliste kilometerheffing voor vrachtwagens. De Facebook-commotie handelt over het proefproject kilometerheffing in de GEN-zone. Aan dat onderzoek nemen 1000 automobilisten
16
Leuvense test toont dat het kan
Heeft een concept van rekeningrijden een invloed op de mobiliteit? Een Leuvense test, voorgesteld in februari 2012, toont bevredigende resultaten. Vijf maanden lang stond er in de wagen van de deelnemers een toestel dat de locatie op de weg bepaalde en zo een fictieve kilometerheffing berekende voor elk traject in functie van plaats, tijdstip, afstand en milieukenmerken van het voertuig. De fictieve berekening van elke rittenkost
ACTUEEL-Informatieblad
kon gevolgd worden op het toestel of via een online applicatie. Er werd een nulmeting uitgevoerd om het normale mobiliteitsgedrag te meten voor de start van de test en tijdens de laatste maand werd de kilometerheffing uitgeschakeld om te vergelijken of het effect blijvend was. De resultaten wezen op een aantoonbare verandering in het mobiliteitsgedrag. Ruim de helft van de deelnemers ging goedkoper rijden door het traject aan te passen, door een ander vervoermiddel te kiezen of door op een ander tijdstip te rijden. Toch bleek dat driekwart van de deelnemers na het rekeningrijden herviel in de oude verplaatsingsgewoonten van voorheen. Een financiële prikkel werkt dus, maar moet wel een onderdeel zijn van een ruimer geheel van openbaar vervoer, fietsen en stappen om geslaagd te zijn. Een Vlaming legt jaarlijks heel wat kilometers af aan korte autoritten (tot 5 kilometer). Een afstand waarvoor vaak een perfect alternatief mogelijk is.
Zullen we meer betalen om met de auto te rijden?
In Vlaanderen betalen we BIV, brandstofaccijns, verkeersbelasting en verzekering. BIV is de belasting op inverkeerstelling, een eenmalige belasting bij de aankoop van een nieuw of tweedehands voertuig. Deze BIV wordt berekend op basis van het fiscale en/of effectieve vermogen en de leeftijd van het voertuig. Het laagste tarief bedraagt 61,50 euro en wordt bijvoorbeeld toegepast voor elektrische wagens. De verkeersbelasting is een jaarlijks bedrag op basis van het fiscale en/of effectieve vermogen van mensen. Beide bedragen staan los van de afgelegde kilometers en zouden, indien het rekeningrijden door de overheid ingevoerd wordt, vervangen worden door de slimme kilometerheffing. Dat komt dus neer op het verschuiven van de belasting. Wie slim kiest en minder kilometers aflegt, doet het grootste financiële voordeel. Het grote verschil is dat we elke rit geconfronteerd worden met een kostprijs, dat zijn we niet gewoon voor een autorit. Een goed ontworpen slimme kilometerheffing zal April 2014
toelaten om prijzen te vergelijken met bus, tram, trein.
Nog veel vragen en onduidelijkheden
Gaat rekeningrijden de verkeersdrukte oplossen? Wordt autorijden onbetaalbaar voor lage inkomens? Wat zijn de gevolgen Wordt autorijden voor de economie? Wat onbetaalbaar kost de invoering en de voor lage handhaving? Is de wetgeving inkomens? hierop afgestemd? Als rekeningrijden het geschikte instrument blijkt om ons duurzamer te verplaatsen, dan zullen de modaliteiten ervan de sociale en ecologische effecten moeten compenseren. Anders zal er geen maatschappelijk draagvlak kunnen ontstaan voor rekeningrijden. Wat met de opbrengst? Gaat men die investeren in de uitbreiding of de dienstverlening van het openbaar vervoer, in het onderhoud van de wegen, in veilige fietspaden? Of wordt de opbrengst herverdeeld bijvoorbeeld via de sociale zekerheid? Zullen stadbewoners meer voordeel hebben aan rekeningrijden dan landelijke bewoners? Investeren in alternatieve vervoersmogelijkheden is zeker wel een randvoorwaarde. En wat met de privacy? Het is een terechte bezorgdheid die vraagt om eigentijdse afspraken. De privacy heeft immers een andere invulling ten opzichte van 15 jaar geleden. Nu traceren Google, Facebook en de andere sociale media ons doen en laten, want we hebben steeds de gsm op zak en de GPS in de wagen. Marleen Van Der Velden, secretaris Commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid Bronnen: Transport & Mobility Leuven, Mobimix, Mobiel21
17
Ouderensector doet meer met verkeer!
Succesvolle vormingscampagne ‘Doe meer met verkeer’ ook in 2014
Verkeersveiligheid en mobiliteit in het activiteitenprogramma? Ouderenverenigingen, lokale dienstencentra en ouderenraden hebben daar duidelijk oren naar. Voor het tweede jaar op rij overtreft het vormingsaanbod van de campagne ‘Doe meer met verkeer’ alle verwachtingen. In 2013 konden de workshops over onder meer fietsvaardigheid, openbaar vervoer of verkeersregels nog ruim 1600 ouderen boeien en ook het nieuwe aanbod 2014 loopt als een trein. Wie er nog bij wil zijn, wacht best niet te lang!
18
Verkeersveiligheid en (duurzame) mobiliteit zijn thema’s die hoog op de maatschappelijke prioriteitenlijst staan. Iedereen verplaatst zich graag vlot en veilig. Maar heel wat factoren maken dat er niet altijd gemakkelijker op: verkeersregels, de brandstofprijs, files, verkeersattitude, het klimaat en ga zo nog maar even door. Onze mobiliteit staat onder druk en het verkeer blijft slachtoffers maken, niet in het minst bij ouderen. ‘Verenigingen voor Verkeersveiligheid’ (VVV) wil ook het verenigingsleven inschakelen om mee werk te maken van veiliger en duurzamer verkeer.
ACTUEEL-Informatieblad
De organisatie ging in 2012 onder meer in dialoog met de Vlaamse Ouderenraad om ook een specifiek aanbod voor de sector uit te werken, en met succes! Het resultaat van dat en ander overleg werd de vormingscampagne ‘Doe meer met verkeer’. Experts uit de mobiliteitssector (denk maar aan TreinTramBus, Mobiel21, FIETSenWERK of de Vlaamse Stichting Verkeerskunde) werden door Verenigingen voor Verkeersveiligheid uitgenodigd om een specifiek aanbod voor ouderenverenigingen uit te bouwen. De campagne ‘Doe meer met verkeer’ promoot intussen al 2 jaar een 8-tal verschillende workshops over veilige en/ of duurzame mobiliteit op maat van de lokale ouderenvereniging, het lokale dienstencentrum of de ouderenraad. De uitvoering gebeurt ter plaatse en met de steun van de Vlaamse overheid blijft de kostprijs op een haalbare 50 euro.
Lentefris op de fiets?
Ontvang een gratis C3-bordje voor jouw fietsgroep! De lente zet haar eerste voorzichtige stappen. Groepen stappers en fietsers trekken er straks opnieuw massaal op uit. De start van de lente is dus hét perfecte moment om de vereniging ook wat extra te wapenen voor de gevaren van het verkeer. Verenigingen voor Verkeersveiligheid schenkt 100 verenigingen daarom graag 2 C3-bordjes. Die zijn bruikbaar als verkeersbord voor groepsbegeleiders, maar staan ook boordevol informatie op maat van de vereniging. De eerste 100 lokale ouderenverenigingen die het postadres en de naam van de vereniging mailen naar
[email protected] ontvangen 2 exemplaren! Let op, deze actie loopt tot uiterlijk 1 juni 2014!
De campagne slaat aan. In 2012 werd de doelstelling van 50 uitvoeringen ruim overschreden. De teller liep op tot 85 organisaties die een van de workshops op hun activiteitenkalender plaatsten. Goed voor een bereik van 1600 ouderen! Begin februari van dit jaar werd de promotie van het vernieuwde aanbod 2014 opgestart en amper 2 maand later liepen al ruim 100 aanvragen binnen, een onverhoopt succes. De workshop ‘Veilig elektrisch fietsen’, uitgewerkt in partnerschap met Mobiel21, OKRA-SPORT en Thuiszorgwinkel, kreeg heel wat media-aandacht en blijkt de absolute koploper. Het budget (en dus ook het aanbod) van dit jaar is natuurlijk niet onbeperkt. Een workshop aanvragen kan nog steeds op www.doemeermetverkeer.be, maar VVV raadt toch aan niet te lang te wachten. Verenigingen voor Verkeersveiligheid? VVV ondersteunt het verenigingsleven om mee werk te maken van een veiliger en duurzaam verkeer. Het project doet dat met laagdrempelige informatie, projecten op maat en sectorspecifiek aanbod. VVV is een doelgroepgericht initiatief van het Netwerk Duurzame Mobiliteit. Meer weten? Ontdek de werking en de nieuwsbrief op de website www.verenigingen-voor-verkeersveiligheid.be.
April 2014
Bert Gilté, Verenigingen voor Verkeersveiligheid
19
Dieper dan een dip depressie bij ouderen
Depressie is een psychische ziekte die veel mensen in onze samenleving treft. Omdat verschijnselen zoals karakterveranderingen, slaapstoornissen, verminderde eetlust, een verdrietige stemming en lichamelijke ongemakken zowel door ouderen als hun omgeving vaak worden toegeschreven aan het ouder worden, blijft een depressie op oudere leeftijd echter vaak onvoldoende herkend en behandeld. En dat is heel jammer, want een depressie is ook bij ouderen doorgaans goed te behandelen. Een eerste symptoom van depressie bij ouderen is dat zij alles met gevoelens van uitzichtloosheid en pessimisme beleven. Deze gevoelens zijn niet van voorbijgaande aard, maar vormen de emotionele basis van elke beleving: men ziet verleden, heden en toekomst door een donkere bril. Een tweede symptoom is een verlies aan interesse en ‘goesting’. Depressieve ouderen scheppen geen plezier meer in dingen die ze voorheen graag deden.
20
Daarnaast zijn er een heel aantal andere ziektetekens die op de voorgrond kunnen treden. Het gaat dan om een veranderende eetlust, moeilijkheden om in slaap te vallen en door te slapen, vermoeidheid, verlies aan energie, concentratiestoornissen, een negatief zelfbeeld, schuldgevoelens … Ook terugkerende gedachten aan de dood zijn typerend voor mensen met een depressie. Al deze klachten kunnen heel verschillend zijn van persoon tot persoon. Dé depressie bestaat niet.
Depressie of verdriet?
Dikwijls wordt depressie gelijkgesteld met ernstig verdriet na het overlijden van een dierbare of na een verhuis naar een woonzorgcentrum. Dit verdriet is echter een normale menselijke reactie op een verlieservaring. Het heeft een duidelijke aanleiding, is tijdelijk en belemmert het globaal gezond functioneren niet. Een echte depressie ontstaat als het verdriet niet meer verwerkt en overwonnen kan worden. ACTUEEL-Informatieblad
Depressie of dementie?
Vergeetachtigheid, verstrooidheid of problemen om zich te concentreren worden bij ouderen soms te snel in verband gebracht met dementie. Maar deze geheugenproblemen kunnen net wijzen op een depressie. Hoewel het onderscheid tussen de twee ziektebeelden niet altijd eenvoudig vast te stellen is, zijn er grote verschillen tussen dementie en depressie. Zo kent dementie een sluimerend begin, waarin de ziekte vaak al maanden of jaren in ontwikkeling is. Daarentegen verglijdt de oudere bij een depressie in een periode van enkele weken in een depressieve toestand. Een oudere met een depressie zal vaak vertraagd denken en heeft moeite om zich te concentreren, maar heeft meestal geen problemen met het kortetermijngeheugen. Dit is bij een persoon met dementie wel het geval. Bij dementie zal men deze problemen trouwens bagatelliseren of ontkennen, terwijl een depressieve oudere zijn eigen falen net erg zal benadrukken en hier sterk onder zal lijden.
“Noem niet alles depressie, maar neem wel elke depressieve klacht ernstig.”
Diagnose en behandeling
In vergelijking met jongere mensen praten ouderen minder makkelijk over psychische problemen en de in dit artikel genoemde symptomen van depressie. Het is niet eenvoudig om aan anderen toe te geven dat men zich weinig gemotiveerd of treurig voelt of geen zin meer heeft in het leven. Deze depressieve gevoelens uiten zich bij ouderen bovendien vaak eerder via lichamelijke klachten. Men besteedt dan sneller aandacht aan deze klachten zoals hoofdpijn of minder eetlust, terwijl de onderliggende somberheid vergeten wordt. Klinisch ouderenpsycholoog Luc Van de Ven benadrukt echter: “Noem niet alles depressie, maar neem wel elke depressieve klacht ernstig.” Het ernstig nemen van deze klachten kan er trouwens voor zorgen dat een depressie zich vaak niet volledig ontwikkelt. Maar een depressie vraagt wel om professionele hulp. Een combinatie van medicatie en gesprekstherapie biedt daarbij de beste behandeling. Dit geldt niet alleen voor ouderen, maar voor iedereen die depressief is. Een goede behandeling richt zich bij personen April 2014
met een depressie niet alleen op het behandelen van de symptomen, maar ook op het creëren van een hogere weerbaarheid. Het is bovendien heel belangrijk de omgeving van de depressieve persoon hierbij te betrekken. Ook zij lijden mee en kampen met heel wat vragen en soms schuldgevoelens.
Tips voor de mantelzorger en bredere omgeving
Omgaan met depressieve ouderen is voor partners, mantelzorgers, kinderen en vrienden niet evident. En hoewel er geen algemeen geldende richtlijnen zijn, kunnen er toch aandachtspunten meegegeven worden: Ga op bezoek, luister onvoorwaardelijk en • veroordeel niet. Zoek informatie over depressie waardoor je • zelf een beter begrip krijgt van de ziekte. Stimuleer de oudere om professionele hulp • te zoeken. Spoor de oudere ook aan om naar de raad van de arts te luisteren en (eventuele) medicatie strikt in te nemen. Bied hulp bij praktische zaken zonder de • oudere alles uit handen te willen nemen. Help de oudere om structuur aan te brengen. • Minimaliseer het probleem niet. In plaats • van te zeggen ‘het valt wel mee’, ben je beter eerlijk en zeg je ‘het gaat slecht, maar heb vertrouwen dat het beter zal worden’. Geef de oudere hoop en benadruk dat deze situatie tijdelijk is. Verwoord zeker de verbeteringen die je ziet • en moedig de oudere aan bij vooruitgang, zonder evenwel ongeduldig te worden. Een depressie vergt veel tijd. Ga moeilijke gesprekken, bijvoorbeeld over • de dood, niet uit de weg. Denk ook aan jezelf. Neem voldoende tijd • voor jezelf, onderhoud sociale contacten, respecteer je eigen grenzen, contacteer tijdig professionele ondersteuning of spreek met lotgenoten en accepteer je eigen gevoelens – ook vreugde en blijdschap. S-Plus werkte een educatief pakket uit rond depressie bij ouderen. Geïnteresseerd om hier meer over te weten? Neem een kijkje op www.s-plusvzw.be of informeer bij het regionaal secretariaat. Annick De Donder, stafmedewerker advisering
21
S-Sport introduceert KROLF in België
Krolf, het goedkope golf Najaar 2012 … Op een stralend nazomerweekend trekt S-Sport vol enthousiasme naar een internationaal congres rond ‘bewegen bij 50+’ in Schieleitten in Oostenrijk. De Deense delegatie DAI (Federatie Deense Arbeiderssport) presenteert hier haar populairste sporttak: Krolf. Krolf?! We gaan te rade bij Thomas Arentz, medewerker van DAI, die deze sport met succes promoot. Thomas, vanwaar de naam Krolf en wat is dit voor sport? Thomas: Krolf, je leest het al in de naam, is een mix van golf en croquet. We gebruiken het materiaal van croquet (stok en bal) en de spelregels van golf. De bedoeling is dat je met maximum 6 personen tegelijkertijd een wedstrijdje speelt naar 8 tot 12 holes (gaten met 12 centimeter doorsnede). De holes liggen onderling tussen de 5 tot 40 meter uiteen.
22
Moet men dan ook eerst door boogjes spelen zoals in het croquetspel? Thomas: Ah neen! Golf is de stelregel. Je probeert zo snel mogelijk de bal in de hole te krijgen en dit kan door heel hard te slaan, maar ook zacht als het moet. Krolf is ook tactisch, want je kan je bal voor de bal van de tegenstander spelen zodat hij meer slagen moet maken. De stok is geen houten versie zoals de traditionele croquetstok, maar is verstevigd met een kunststoffen grip en hamer. Anders zou de stok snel breken bij een slag van 30 meter. Als bal gebruiken we een houten bal of een veldhockeybal. Dus met een stok en een bal kan je al aan de slag. Maar waar? Thomas: Dat is nu net het leuke en de meerwaarde aan Krolf: overal! Elk grasveld, weide, park kan dienst doen. Natuurlijke hindernissen zoals boomstammen, takjes, hoog gras of boomwortels worden beschouwd als uitdagingen om zo snel
ACTUEEL-Informatieblad
mogelijk te omzeilen. De putjes die gemaakt worden zijn niet groot en diep en kunnen nadien zonder probleem teruggeplaatst worden, zodat er geen schade aan het gazon is. Bij elke sport horen spelregels. Hoe zit dit bij Krolf? Thomas: Er zijn natuurlijk spelregels, maar die zijn vrij eenvoudig. Je speelt samen in een groepje naar hole 1. Ieder speelt zijn eigen bal en men noteert op een papier, vergelijkbaar met een scoreblaadje minigolf, het aantal slagen die nodig zijn om te ‘putten’. Nadien gaat men naar hole 2 enzovoort. Men heeft 8 slagen de kans om in de hole te slaan, anders wordt het maximum van de punten aangerekend. Een hole-in-one is bij ons 0 punten. Leuk wordt het als je je bal tegen een andere bal kan leggen, want dan moet de tegenstrever zijn bal met de hand 15 centimeter verleggen en wordt dit als een slag aangerekend. Winnaar is diegene met het minste punten (slagen) na 8 of 12 holes.
Het leuke aan Krolf is dat je het overal kan spelen: in elk grasveld, weide of park.
Kan Krolf ook door 50-plussers gespeeld worden? Thomas: Het merendeel van de leden in onze 135 clubs overschrijdt de grens van 50 jaar. Dus denk ik dat ouderen hiervoor geen angst moeten hebben. Het is trouwens een rustige sport in de natuur, met veel sociaal contact en een leuk wedstrijdelement. Blessures of gekwetsten zijn bij mijn weten nog nooit gemeld. In de winterperiode nemen wij trouwens de schnaps mee om tijdens het spel eens op te warmen! Is Krolf een internationale sport? Thomas: Het is hier in Denemarken ontstaan en we hebben hier een sterke groei van spelers, clubs, tornooien en kampioenschappen. Duitsland, Engeland en Oostenrijk hebben hun spelers en clubs, maar moeten nog structuur krijgen. Krolf heeft alles om een populaire sport te worden. Het geeft mensen die graag eens willen golfen, maar het te duur vinden, een mooi alternatief. Mochten we internationaal gekend zijn als het goedkope alternatief voor het golfspel, dan heeft Krolf nog een mooie toekomst. Bedankt Thomas en tot krolfs. Jan Moortgat, sporttechnisch medewerker S-Sport, de socialistische sportfederatie voor 50-plussers
April 2014
23
Het fenomeen van de non-take-up
Soc iale bes che rmi
Iedere twee jaar publiceert het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting een uitgebreid verslag met inzichten, getuigenissen en beleidsaanbevelingen rond een specifiek aspect van armoede. Voor de periode 2012-2013 is het tweejaarlijkse verslag van het Steunpunt gewijd aan het fundamentele recht op sociale bescherming: de sociale bescherming voor wie geen werk heeft, de sociale bescherming voor wie ziek is of een handicap heeft en de sociale bescherming voor de huidige en toekomstige gepensioneerden.
ng en arm oed e TWE EJAA RLIJ
NT TOT B ESTRIJD
I N G VA N ARMOED
Koningsst
W W W. A R
R1 CGKR-JVS
Armoedebest
rijding 2012-2
013_cover_NL
E , B E S TA AN
SONZEKE
RHEID EN SOCIALE
raat 138, 1000 Bru ssel
MOEDEB
ESTRIJD
UITSLUIT
DEBAT EN POL ITIE
KE ACTIE
S VER SLA G 201 2-2 013
T TOT BESTRI JDING VAN ARMOEDE, BESTAANSO NZEKERHEID EN SOCIAL E UITSLUITIN
G
ING
ING.BE
.indd 1
Tijdens de overlegbijeenkomsten in het kader van het tweejaarlijkse verslag kwamen ook een aantal belangrijke uitdagingen op tafel die betrekking hebben op het geheel van sociale beschermingsstelsels. Eén daarvan is het fenomeen van de non-take-up van rechten: de verschillende redenen waarom mensen hun recht op sociale ondersteuning niet of slechts gedeeltelijk opnemen. Binnen het overleg deelde iedereen de bezorgdheid dat de non-take-up een omvangrijk en zwaar onderschat fenomeen is. Bovendien wijst het op de ondoeltreffendheid van ons stelsel van sociale zekerheid en sociale bijstand: we falen in het voorzien van een vangnet voor wie daar behoefte en nood aan heeft. Deze non-take-up leidt ook tot ongerechtvaardigde ongelijkheden tussen potentiële gerechtigden. We kunnen verwijzen naar het zogenaamde Mattheüseffect: enkel wie goed geïnformeerd is of goed begeleid wordt, komt aan zijn trekken, en niet wie dit het meest nodig heeft.
24
AAN POLITIEK
KS VERS LAG 2012 -201 3
STEUNPU
EEN BIJDRAGE
TW EEJ AAR LIJK STEUNPUN
Service de lutte la précarité et contre la pauvreté, l’exclusion socia le Steunpunt tot bestr bestaansonzeker ijding van armoede, heid en socia le uitsluiting Dienst zur Bekäm Lebensumstände pfung von Armut, prekä ren n und sozialer Ausgrenzung
Dit nieuwe tweejaarlijkse verslag - dat je kan inkijken op www.armoedebestrijding.be en waarvan we de lectuur warm kunnen aanbevelen werd opgesteld in overleg met zeer veel verschillende actoren. Ook de Vlaamse Ouderenraad kreeg de gelegenheid om - zeker voor het thema pensioenen - zijn inbreng te doen.
Sociale beschermin en armoed g e
02-12-13 16:27
Een onderzoek naar het niet opnemen van rechten mag echter niet beperkt worden tot het niet-gebruik van financiële tegemoetkomingen, of zelfs maar tot de sociale zekerheid en de sociale bijstand. Het moet gaan om het niet realiseren van het volledig pakket aan rechten die publiek beschikbaar zijn. En dan komen we terecht in tal van domeinen zoals de toegang tot scholing en opleiding, de arbeidsmarkt, publieke diensten, gezondheidszorgen, woonmarkt, het gerecht enzovoort. Naast het maken van een inventaris van de rechten die niet of slechts gedeeltelijk worden opgenomen is het uiteraard ook nodig om op zoek te gaan naar de oorzaken waarom mensen onvoldoende gebruikmaken van deze rechten. En die kunnen heel uiteenlopend zijn: • Men heeft onvoldoende kennis over het bestaan van bepaalde rechten. • Men weet dat er iets bestaat, maar denkt er geen recht op te hebben.
ACTUEEL-Informatieblad
•
Een sociaal netwerk dat voor informatie en begeleiding kan zorgen, ontbreekt. • De gekregen informatie is ontoereikend, gebrekkig of zelfs foutief. • Men denkt de tegemoetkoming slechts kortstondig nodig te hebben en vraagt ze daarom niet aan. • Men vindt het mogelijks te ontvangen bedrag niet de moeite waard. • De aanvraagprocedure is te omslachtig. • Het is te moeilijk om een aanvraag of dossier digitaal in te dienen. • Men ervaart drempelvrees voor het indienen van een aanvraag. • De vrees bestaat dat een aanvraag kan leiden tot een beperking in een ander domein. • ...
Tot nu toe heeft de Vlaamse Ouderenraad in het kader van dit onderwerp vooral gewezen op het belang van automatische rechtentoekenning en goede overheidscommunicatie. Maar het zou zeker een interessant onderwerp kunnen zijn om verder uit te diepen binnen de Commissie Bestaanszekerheid, Economie en Arbeid van de Vlaamse Ouderenraad. Laten we immers niet vergeten dat ouderen in deze steeds ingewikkeldere samenleving een bijzonder kwetsbare groep vormen op vlak van de kennis en opname van de hen toekomende rechten. Het Steunpunt heeft het initiatief genomen om de non-take-up verder te onderzoeken en hier in het najaar een studiedag over te organiseren. En gezien het belang van dit onderwerp, zal de Vlaamse Ouderenraad daar dan ook ten volle zijn steun en inbreng voor blijven leveren.
Luk De Vos, voorzitter Commissie Bestaanszekerheid, Economie en Arbeid
April 2014
25
Hoe geef je toestemming voor de elektronische uitwisseling van je gezondheidsgegevens? De komende jaren zullen gezondheidsgegevens van patiënten steeds vaker elektronisch uitgewisseld worden. Het doel van de uitwisseling is onder andere het optimaliseren van de communicatie tussen zorgverleners, een verhoogde veiligheid van zorg, het vermijden van dubbele medische onderzoeken en administratieve vereenvoudiging. Zo wordt een kwaliteitsvolle en veilige zorg gegarandeerd. Hoe kan je toestemming geven voor deze elektronische gegevensuitwisseling?
Elektronische netwerken
Registreer je toestemming
Binnen onze gezondheidszorg worden momenteel verschillende elektronische netwerken ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de gegevensuitwisseling vlot, maar ook veilig gebeurt. Het gaat bijvoorbeeld over Vitalink, het Gedeeld Farmaceutisch Dossier en het hubs-metahub-systeem.
Als patiënt moet je toestemming geven zodat jouw zorgverstrekkers jouw gegevens kunnen raadplegen en uitwisselen binnen deze netwerken. Sinds kort bestaat er een elektronische toepassing om je toestemming als patiënt te registreren: eHealthConsent.
Vitalink wil de samenwerking binnen de eerstelijnszorg (huisartsen, apothekers, (thuis)verpleegkundigen, thuisverzorgenden) versterken. De zorgverleners kunnen zo bijvoorbeeld vaccinatiegegevens of een medicatieschema met elkaar delen.
Er zijn drie manieren om jouw toestemming te registreren: 1. Je registreert als patiënt je toestemming zelf via de website van het eHealth-platform. Je meldt je dan aan met behulp van je elektronische identiteitskaart (eID). 2. Als je hulp wil bij de registratie of als je geen computer hebt, kan een arts, apotheker of het administratief personeel van het ziekenhuis je toestemming registreren. 3. Jouw mutualiteit kan eveneens op jouw verzoek je toestemming registreren.
In het Gedeeld Farmaceutisch Dossier noteert de apotheker de geneesmiddelen die hij aan een patiënt aflevert. Zo kan hij onder andere mogelijke bijwerkingen en interacties met andere geneesmiddelen voorkomen. Via een beveiligd systeem kunnen apothekers dit farmaceutisch dossier delen. Op het moment dat zij aan een patiënt een geneesmiddel afleveren, hebben ze toegang tot de medicatiegeschiedenis van deze patiënt. Ongeacht de apotheek waar de patiënt zijn medicatie haalt, geniet hij zo van een maximale bewaking van zijn medicatieveiligheid. Het hubs-metahub-systeem maakt het mogelijk om gezondheidsgegevens van patiënten tussen ziekenhuisgeneesheren, huisartsen en specialisten uit te wisselen. Denk aan gegevens uit het medisch dossier van het ziekenhuis, zoals uitslagen van bloedonderzoeken, resultaten van medische beeldvorming, ontslagbrieven en operatieverslagen.
26
Rechten als patiënt Je hebt steeds het recht om je toestemming terug in te trekken. Bovendien kan je ook weigeren om specifieke zorgverleners bij naam toegang te geven tot jouw gezondheidsgegevens. Wat betreft de elektronische uitwisseling van je gezondheidsgegevens heb je bovendien ook andere rechten. Je hebt de mogelijkheid om - aan je zorgverlener te vragen om bepaalde gegevens niet uit te wisselen; - te vragen dat men nagaat welke zorgverlener toegang tot je gezondheidsgegevens heeft gehad.
ACTUEEL-Informatieblad
Voor alle duidelijkheid: enkel zorgverleners met wie je een therapeutische relatie of een zorgrelatie hebt, kunnen toegang tot je gezondheidsgegevens krijgen. Zij hebben bovendien alleen toegang tot de informatie die relevant is voor hen in het kader van de zorg voor jouw gezondheid.
Meer info over eHealthConsent Het Vlaams Patiëntenplatform ontwikkelde een handleiding en filmpje over de toepassing eHealthConsent. Daarmee kan je nagaan op welke manier je toestemming kan geven of weigeren voor de elektronische uitwisseling van gezondheidsgegevens. Surf hiervoor naar vlaamspatientenplatform.be (klik door op thema’s; Innovatie & eHealth). De toepassing eHealthConsent is beschikbaar via de website www.ehealth.fgov.be (klik door op burgers). Roel Heijlen, projectverantwoordelijke eHealth bij het Vlaams Patiëntenplatform
April 2014
27
Mobiele ouderen in woonzorgcentra: fictie of realiteit? Hoe ervaren bewoners de bereikbaarheid en mobiliteit in en rond woonzorgcentra?
Het hoeft geen betoog meer dat de levensverwachting verhoogt. De gezonde levensverwachting stijgt echter minder snel. Mobiliteit kan een rol spelen om het aantal gezonde levensjaren te laten toenemen. Het is dan ook immers mobiliteit die de meest invloedrijke factor blijkt te zijn om het welzijn en de gepercipieerde gezondheid van ouderen te verhogen (Bourret et al., 2002)*. De fysieke en psychologische factoren die een negatieve invloed uitoefenen op mobiliteit zijn al regelmatig onderwerp geweest van onderzoek. Concrete studieverslagen over de mobiliteit van ouderen in zorgvoorzieningen zijn veel minder courant (Bourret et al., 2002). Dit geldt vooral voor de subjectieve dimensie van mobiliteit: de eigen percepties, ervaringen, meningen en ideeën van mensen. Deze werden in het verleden vaak over het hoofd gezien. Inzicht in die visies is nochtans noodzakelijk in het licht van adequate ondersteuning door verzorgenden en maximale mobiliteit voor bewoners. De provincie OostVlaanderen gaf dan ook de opdracht om die betekenis van mobiliteit voor bewoners van residentiële voorzieningen dieper te onderzoeken. Het doel was om de mobiliteit en bereikbaarheid van woonzorgcentra en haar bewoners te verhogen. Onderzoeksopzet volledig onderzoek In een eerste fase voerde de BAS-groep (Belgian Ageing Studies) van de Vrije Universiteit van Brussel een kwantitatief vooronderzoek. Er werd een helikopteroverzicht op de bereikbaarheid van woonzorgcentra gevormd. Daarnaast werden vier goede praktijken van woonzorgcentra geselecteerd. De tweede fase bevatte focusgroepen met medewerkers, maar ook met bezoekers en bewoners van die geselecteerde woonzorgcentra. Op die laatste groep zoomen we verder in. *Bourret EM, Bernick LG, Cott CA, Kontos PC. The Meaning of mobility for residents and staff in long-term care facilities. J Adv Nu 2002;37 (4):338-345. 28
ACTUEEL-Informatieblad
-
Eerste fase: kwantitatief vooronderzoek
-
Aantal=88 voorzieningen (48,91% respons) Helikopteroverzicht op bereikbaarheid van woonzorgcentra Selectie van vier goede praktijken woonzorgcentra -
Tweede fase: kwalitatieve diepteinterviews
Aantal Vrouw Man Spreiding leeftijd
• • •
Profiel respondenten focusgroepen: bewoners woonzorgcentra Woonzorgcentrum Woonzorgcentrum Woonzorgcentrum Woonzorgcentrum De Kroon Ons Zomerheem ’t Neerhof Sint-Jozef Deinze 5 7 6 6 2 7 2 5 3 0 4 1 80-90 jaar 72-93 jaar 50-91 jaar 81-89 jaar
Mobiliteit: zowel binnen als buiten de muren van het woonzorgcentrum Mobiliteit van bewoners blijkt een grote fysiekruimtelijke component te bezitten. Dit zowel binnen als buiten de muren van residentiële voorzieningen. De inrichting van residentiële voorzieningen kan bevorderend, maar ook beperkend werken. Verschillende kenmerken van de infrastructuur kunnen een stimulans vormen: korte en brede(re) gangen, meer rustpunten, vermijden van hellingen (zowel in het gebouw als op het domein). Angst van liften kan dan weer vermeden worden door er spiegels in te plaatsen. Op die manier zien bewoners wat er zich afspeelt in de lift. Wat de lengte van de gangen betreft kan het gebruik van een binnentaxi als oplossing dienen.
April 2014
-
Een focusgroep met experten Twaalf focusgroepen in vier woonzorgcentra: vier met medewerkers vier met bezoekers vier met bewoners
“Ik voel het altijd aan mijn been (het brengen van bezoekjes in het woonzorgcentrum). Sommige mensen kunnen het zich niet voorstellen maar toch … We zijn alle dagen een keer is weg. Een taxi kan helpen. Dat is goed voor de benen hé.’”(vrouw, 88 jaar) Sociale relaties blijken voor bewoners de belangrijkste stimulans te zijn om zich buitenkamers of buitenshuis te begeven. De omgeving speelt daar een cruciale rol in. Ze dient dan ook de juiste voorwaarden te scheppen om dit mogelijk te maken. Aangepaste ruimtes dichtbij de kamers van bewoners waar sociale interacties mogelijk zijn, zijn daarvan een voorbeeld. En ook een goede, informele sfeer draagt hiertoe bij.
29
“Dicht bij de lift staan veel zetels waar we allemaal samen gaan zitten van 19.00 tot 19.30 uur. Bijna iedereen zit daar meestal.” (vrouw, 72 jaar) Naast de infrastructuur van de instelling zelf, is ook de inrichting van het domein en de nabije buurt van tel in het mobiliteitsverhaal van bewoners. De mate waarin de onmiddellijke omgeving goed toegankelijk is, is dan ook bepalend voor de bewoner om zich buitenshuis te begeven. Daarbij denken we aan de aanwezigheid van voetpaden, en als die er zijn, voetpaden zonder uitstekende tegels of opstapjes. “Het is hier moeilijk buiten te wandelen. Het is geen brede straat.’”(vrouw, 78 jaar)
Vervoersmiddelen Naast de fysiek-ruimtelijke dimensie toonde het onderzoek enkele zaken op vlak van concreet transport. Zo blijkt het openbaar vervoer geen al te goede match te zijn voor bewoners van woonzorgcentra. Er wordt dan ook amper gebruik van gemaakt. Er zijn echter een aantal maatregelen die stimulerend kunnen werken. Het beter toegankelijk maken van bus en trein voor rolstoelgebruikers bijvoorbeeld. Of de bushaltes recht voor de ingang van het woonzorgcentrum plaatsen. “Ik ben nog twee keer met de trein gegaan, maar ik durf niet meer. Die mensen doen wel allerlei zaken voor jou, maar een volledige dag op die trein is lastig. Je bent bang als je naar het toilet moet. Het is er allemaal zo klein.’”(vrouw, 72 jaar)
deze groep mensen is dan ook de boodschap. Ouderen in woonzorgcentra ondervinden heel wat veranderingen op emotioneel vlak. Schaamte bij fysieke beperkingen is daarvan een voorbeeld. Maar er is ook de psychologische impact van de confrontatie met het verleden of het verlies van andere bewoners. Om deze knelpunten het hoofd te bieden kan specifieke professionele ondersteuning en counseling (een laagdrempelige vorm van hulpverlening) een meerwaarde betekenen. “Als het goed weer is, ga ik naar buiten. Maar dat doet me geen goed. Je ziet nog alles staan van vroeger …” (vrouw, 92 jaar)
Mobiliteit van bewoners van woonzorgcentra is een complex en multidimensionaal gegeven dat dient gestimuleerd te worden op diverse componenten. Lokaliteit, zowel binnen het woonzorgcentrum als buiten het woonzorgcentrum is daarbij een kernelement, alsook het sociale element van relaties met familie en bewoners. Dit alles met oog voor de verscheidenheid van de bewoner. en ‘Mobilteit rapport volledige Het woonzorgcentra. Onderzoek naar de verplaatsingsproblemen van bewoners, bezoekers en medewerkers in en rond woonzorgcentra in de provincie Oost-Vlaanderen’ is te bekomen via: Provincie Oost-Vlaanderen - Frans Meyfroodt Dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg PAC Het Zuid Woodrow Wilsonplein 2 9000 Gent Tel.: 09 267 75 46 Mail:
[email protected]
Heterogeniteit van ouderen De subjectieve dimensie van mobiliteit is niet te miskennen. Persoonlijkheidskenmerken van de bewoner zelf blijken invloed uit te oefenen op het mobiliteitsgedrag. Er zijn zowel fysiek als mentaal individuele verschillen waar we niet omheen kunnen. Rekening houden met de diversiteit van
30
Emily Verté , Liesbeth De Donder, Nico De Witte en Dominique Verté maken deel uit van de Belgian Ageing Studies (Vrije Universiteit Brussel). Dit team onderzoekt de sociale aspecten van het ouder worden.
ACTUEEL-Informatieblad
Sportelcampagne Bloso: wat is het effect?
De campagne ‘Sportelen. Beweeg zoals je bent’ heeft maar liefst 73 procent van 50-65-jarigen en 85 procent van de 66-plussers bereikt. Dit blijkt uit een effectiviteitsonderzoek dat Bloso 4 jaar na de lancering van de campagne liet uitvoeren door TNS (Dimarso). In 2009 startte Bloso met de sensibiliseringscampagne ‘Sportelen. Beweeg zoals je bent’, nadat uit onderzoek was gebleken dat minder dan een kwart van de 50-plussers voldoende bewoog of sportte. De campagne wilde meer 50-plussers aanzetten tot sporten, liefst in clubverband, om zo tot een permanente zinvolle sportieve vrijetijdsbesteding te komen met het oog op een hogere levenskwaliteit op latere leeftijd. Ook het sociale contact en de plezierbeleving stonden centraal. Om dit doel te bereiken werden tal van activiteiten en acties ondernomen. Een greep uit het aanbod: jaarlijks werd aan talrijke Vlaamse gemeenten de titel van Sportelgemeente uitgereikt en werden provinciaal Sporteldagen georganiseerd. Ook de organisatie van Sportelweekends, Badminton+ (lessenreeks voor 50-plussers) en de actie Sportdienst – Golfclub (golfinitiatie voor 50-plussers) waren een succes. In 2010 ging ook het Sportelteam van start. Dit team test aan de hand van een aantal lichaamsmetingen, een uithoudingstest (fiets- of wandeltest) en een aantal motorische tests de fysieke conditie van de deelnemers. Jaarlijks nemen hier een kleine 2000 50-plussers aan deel. Na 4 jaar campagne was het tijd om de effectiviteit van de sensibiliseringscampagne ‘Sportelen. Beweeg zoals je bent’ te evalueren. Dit onderzoek werd in augustus 2013 uitgevoerd door de firma TNS (Dimarso) bij een representatieve groep 50-
April 2014
plussers uit heel Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De bevraagden werden geselecteerd op basis van socio-demografische kenmerken. De voornaamste conclusies van het onderzoek waren dat 43 procent van de bevraagden het begrip Sportelen kende en ook goed wist waarvoor het stond. Zij leerden Sportelen voornamelijk kennen via de media, maar ook de gemeentelijke sportdiensten speelden een belangrijke rol. 73 procent van de 50-65-jarigen kwam in aanraking met minstens 1 element van de Sportelcampagne. Bij de 66-plussers lag het bereik zelfs op 85 procent. De mix van het aanzetten tot sporten of bewegen, de humor in de campagne en het sociale aspect zorgden ervoor dat de campagne geapprecieerd werd. Van de bevraagde senioren gaf 11 procent aan dat ze dankzij de campagne voor de eerste keer, opnieuw of meer zijn gaan sporten. Wie (opnieuw) begon te sporten, deed dit bovendien op regelmatige basis, waarbij wandelen, seniorengym en aquagym de populairste sporten waren bij de ‘nieuwkomers’. De deelnamecijfers toonden ook aan dat het een laagdrempelige campagne was, wat onder andere bleek uit het groot aantal deelnemers uit de lagere sociale klasse. Bloso is zeer tevreden met de positieve respons van de bevraagden en zal zich ook in 2014 engageren om seniorensport te blijven stimuleren en promoten. Door nog meer in te zetten op lokale acties zoals onder andere de actie Sportelgemeente, hoopt Bloso om nog meer 50-plussers te bereiken en aan te zetten tot sporten of aan het sporten te houden. Vigdis Dejonghe, medewerker Sportpromotie Bloso
31
Jaarverslag 2013 De afsluiter van een werkjaar is het jaarverslag. In dit rapport brengt de Vlaamse Ouderenraad verslag uit aan de overheid over de werkzaamheden, de initiatieven en de resultaten van het voorbije jaar. 2013 had een vol orderboekje. Hierna volgt een korte synthese. Ondanks dat de overheid slechts één adviesvraag stelde, werden zes adviezen uitgewerkt. De overdracht van een aantal bevoegdheden die voor de ouderen een weerslag hebben, inspireerde de Vlaamse Ouderenraad tot adviezen. In voorbereiding van de drievoudige verkiezingen in 2014 stelde de Vlaamse Ouderenraad 3 memoranda samen om de politieke partijen aan te zetten tot programmapunten die de oudere bevolkingsgroep ten goede komen. Om deze adviserende instrumenten te ontwikkelen werd telkens de hele procedure doorlopen: studiewerk, besprekingen in de commissies, amendering door de lidorganisaties, om uiteindelijk naar goedkeuring te gaan in de algemene vergadering. De adviesinstrumenten vormen allicht een inhoudelijke leidraad voor de komende jaren. Om meer weerklank te vinden met de adviezen werd aan een bredere verspreiding gewerkt. Relevante commissies van het Vlaams Parlement, de betrokken administraties en de strategische adviesraden werd daarom een kopie bezorgd. Doorheen alle werkzaamheden bleef de Vlaamse Ouderenraad het thema van 2012, actief ouder worden, onder de aandacht brengen. Via het Ouderenweekthema werden de lokale ouderenadviesraden aangespoord om zelf acties op te zetten om de barrières tot actief ouder
32
worden concreet weg te werken. Daarmee werd ingezet op leeftijdsvriendelijke gemeenten. Het boek ‘Levens lopen anders. Over actief ouder worden’ onderbouwde de visienota van de Vlaamse Ouderenraad en werd concreet geïllustreerd met interviews van oudere personen. Informatieverspreiding blijft een sterk punt van de Vlaamse Ouderenraad. Naast het driemaandelijkse informatieblad Actueel werden 47 elektronische nieuwsbrieven verstuurd. Ondertussen werd de vernieuwde website verder gestructureerd en werden de voorbereidingen gestart om het informatieblad in een nieuw kleedje te stoppen. Ondanks 8 persberichten kwam de Vlaamse Ouderenraad toch niet vaak in de media. Dit gebeurde eerder wel bij een reactie op de actualiteit. Zowel oudere vrijwilligers als personeelsleden verzorgden voordrachten, colleges, interviews en namen deel aan panels. Onderzoeksgroepen doen meer en meer beroep op de Vlaamse Ouderenraad om de stem van de ouderen te horen en kennis en ervaring over het vakgebied te integreren. Alle voorbereidingen werden getroffen voor de oprichting van de Commissie Ouderenraden. Het doel van deze commissie is uitwisseling en samenwerking tot stand te brengen met de ouderenadviesraden van de provincies en de gemeenten. Met dit jaarverslag en de interne evaluaties werden reeds verbeterconclusies geformuleerd voor de optimalisatie van de verdere werking. Het jaarverslag kan je raadplegen op de website www.vlaamse-ouderenraad.be/werking of je kan een kopie aanvragen op het secretariaat. Mie Moerenhout, directeur
ACTUEEL-Informatieblad
Agenda 25 mei
Verkiezingen
13 juni
Congres Ouderenmis(be)handeling
23 september
Provinciale themadag West-Vlaanderen
24 september
Provinciale themadag Vlaams-Brabant
29 september
Provinciale themadag Antwerpen
1 oktober
Lancering fotodatabank – Bekendmaking winnaars fotowedstrijd
6 oktober
Provinciale themadag Limburg
14 oktober
Provinciale themadag Oost-Vlaanderen
Congres Ouderenmis(be)handeling JUNI
13
Het Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling organiseert op 13 juni 2014 zijn jaarlijks congres in Brussel. Dit jaar wordt aandacht besteed aan twee thema’s: de nieuwe wet ‘juridische bescherming voor wilsonbekwame personen’ morele dilemma’s in de hulpverlening Meer info? Surf naar www.ouderenmisbehandeling.be of bel naar 078 15 15 70.
Blijf op de hoogte! Iedere week sprokkelt de Vlaamse Ouderenraad het nieuws dat ouderen aanbelangt bijeen. Wetswijzigingen van de overheid, nieuws van de Vlaamse Ouderenraad en de ouderenorganisaties, campagnes, maar ook leuke weetjes en allerhande activiteiten worden samen gegoten in een wekelijkse elektronische nieuwsbrief. Wil jij ook op de hoogte blijven? Surf dan naar www.vlaamse-ouderenraad.be en schrijf je in op de nieuwsbrief! April 2014
33
Leden van de Vlaamse Ouderenraad Vlaanderen vzw Abbeyfield Gemslaan 63 3090 Overijse info@abbeyfield.be www.abbeyfield.be
ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel tel.: 02 289 01 30
[email protected] www.abvv-senioren.be
ACLVB-Senioren
Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel tel.: 02 558 51 60
[email protected] www.aclvb.be/senioren
CD&V-Senioren
Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] www.senioren.cdenv.be
De Grijze Panters
Kleine Bareelstraat 108, 2800 Mechelen
[email protected]
DOTzorg Bruisbeke 36, 9520 Sint-Lievens-Houtem tel.: 053 60 30 20
[email protected] www.dotzorg.be
Enter Belgiëplein 1, 3510 Kermt
tel.: 011 87 41 38
[email protected] www.entervzw.be
FedOS, Federatie van Onafhankelijke Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] www.fedos.be
34
Fevlado-Senioren
Stropkaai 38, 9000 Gent tel.: 09 224 46 76
[email protected]
GOSA, Grootouders- en Seniorenactie Gezinsbond Troonstraat 125, 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] www.gezinsbond.be
Geuzen Platform Grijze Lange Leemstraat 57, 2018 Antwerpen tel.: 03 205 73 08
[email protected] www.h-vv.be/grijze_geuzen
GroenPlus Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] www.groen-plus.be
LBV, Liberale Beweging voor Volksontwikkeling Livornostraat 25, 1050 Brussel tel.: 02 538 59 05
[email protected] www.lbvvzw.be
Minderhedenforum
Vooruitgangsstraat 323/4 1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] www.minderhedenforum.be
NEOS,
Netwerk van Ondernemende Senioren Willebroekkaai 37, 1000 Brussel tel.: 02 212 24 91
[email protected] www.neosvzw.be
ACTUEEL-Informatieblad
trefpunt 55+ OKRA, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] www.okra.be
OKRA-SPORT, trefpunt 55+
Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 36
[email protected] www.okrasport.be
Seniorencentrum
Zaterdagplein 6, 1000 Brussel tel.: 02 210 04 60
[email protected] www.seniorencentrum-brussel.be
Landelijke Beweging Seniorenraad Diestsevest 40, 3000 Leuven
tel.: 016 28 60 30
[email protected] www.landelijkegilden.be
[email protected] www.kvlv.be
Vlaanderen Seniornet Koningsstraat 136, 1000 Brussel
tel.: 015 73 04 54
[email protected] www.seniornetvlaanderen.be
Lodewijk De Raet Stichting Kon. Maria Hendrikaplein 64a, 9000 Gent tel.: 09 382 75 70
[email protected] www.de-raet.be
S-PLUS
Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] www.s-plusvzw.be
Vlaams Ondersteuningscentrum
Ouderenmis(be)handeling Grotenbergstraat 24, 9620 Zottegem tel.: 078 15 15 70
[email protected] www.ouderenmisbehandeling.be
Actieve Senioren Vlaamse Lange Winkelhaakstraat 38, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] www.vlaamseactievesenioren.be
VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00
[email protected] www.dienstencentra.org
VVP, Vereniging van Vlaamse Provincies
Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel tel.: 03 240 61 46
[email protected] www.vlaamseprovincies.be
VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] www.vvsg.be
WOAS,
West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13
[email protected]
S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] www.s-sport.be
April 2014
35
Verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout Redactie: Mie Moerenhout en Roos Sierens Abonnementen:
[email protected] Lay-out: Eveline Soors Foto cover: S-Sport vzw Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent
Secretariaat Vlaamse Ouderenraad vzw Koloniënstraat 18-24 bus 7 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be www.ouderenweek.be