Spare parts list Liste de pièces de rechange
Ersatzteilliste Manual
(6300.10)
(6300.10.20)
Stand / as of:
4-10-2012
Sweepmaster P/D1200 Hako Jonas 1200 V RH 24.07.2014
Bestelformulier
Who is who bij Hako B.V.
Afdeling
Per mail
Telefonisch
Bestellen van onderdelen
Verkoop
[email protected]
0488-473 338
Aanvraag reparatie / onderhoud
Technische Dienst
[email protected]
0488-473 332
Algemene informatie
Klantenservice
[email protected]
0488-473 333
De onderdelenlijsten zijn on-line te raadplegen via www.hako.nl Uw gegevens
Besteldatum:
Firmanaam
:
Contactpersoon :
Adres
:
Telefoon
:
E-mail
:
PC en Plaats :
Artikelnummer
Sweepmaster 1200 RH
Aantal
99631200
Hoofdveegborstel polyamide beharing
99631800
Hoofdveegborstel polyester beharing
99641400
Zijborstel Perlon beharing PA 1,5
99642300
Zijborstel Perlon beharing PA 2,0
99641500
Zijborstel polyester beharing
01110010
High-Performance filter
99631900
Stofzuiger 24V (alleen bij de B1200 RH)
99709300
Comfortabele bestuurdersstoel
Alleen te bestellen voor de Sweepmaster P/D1200 RH: 99630600
Flitslicht 12 V op paal
99630500
Flitslicht 12 V voor opbouw op veiligheidsdak
99633900
„Silence-Kit“
99633400
Lekvrije SE banden (2 achterbanden met velg)
99634200
Lekvrije SE banden, niet krijtend (2 achter- en 1 voorband met velg) Flitslicht 24 V op paal
97630700
Flitslicht 24 V voor opbouw op veiligheidsdak
99633500
Lekvrije SE banden, niet krijtend (2 achterbanden met velg)
Vo o r a n d e r e d a n g e n o e m d e p r o d u c t e n s t a a n w i j u g r a a g t e w o o r d ! Ve r z e n d k o s t e n: O r d e r b e d r a g < € 5 0 0 ,0 0 : w e r k e l i j k e v e r z e n d k o s t e n w o r d e n b e r e k e n d O r d e r b e d r a g > € 5 0 0 ,0 0 : f r a n c o h u i s Betaling binnen 30 dagen na factuurdatum. H a k o B .V.
· Industrieweg 7
· 6 673 D E · A n d e l s t
H a k o - B e l g i u m N V/S A · I n d u s t r i e w e g 27 · 9 42 0
In het belang van technische vooruitgang behouden we het recht v e r a n d e r i n g i n u i t v o e r i n g e n d o o r t e v o e r e n z o n d e r b e r i c h t v o o r a f. De algemene verkoop- en lever voor waarden zijn van toepassing.
· Te l e f o o n 0 4 8 8 - 473 3 3 3 · F a x 0 4 8 8 - 473 3 3 4 · E - m a i l i n f o @ h a k o . n l · I n t e r n e t w w w. h a k o . n l
· E r p e - M e r e · Te l e f o o n 0 5 3 - 8 0 2 0 4 0
· F a x 0 5 3 - 8 0 6 24 3
· E - m a i l i n f o @ h a k o . b e · I n t e r n e t w w w. h a k o . b e
G e l d i g v a n a f 24 .07. 2 014
97630800
B e s t e l f o r m u l i e r S w e e p m a s t e r 12 0 0 R H
Alleen te bestellen voor de Sweepmaster B1200 RH:
Inleiding Woord vooraf Geachte klant, Wij hopen dat de goede eigenschappen van de machine het vertrouwen rechtvaardigen dat u in ons hebt gesteld. Om veilig met de machine te kunnen werken, dient u eerst het hoofdstuk Veiligheidsinformatie te lezen voor u de machine in gebruik neemt. Uw eigen veiligheid en die van anderen hangt in grote mate af van uw controle over de machine. Lees daarom de bedieningshandleiding grondig voor u de machine voor het eerst gebruikt. In de bedieningshandleiding vindt u alle belangrijke informatie voor werking, onderhoud en verzorging. In deze handleiding hebben we de paragrafen die betrekking hebben op uw veiligheid, voorzien van het gevarensymbool. Voor bijkomende vragen over de machine of over de bedieningshandleiding kunt u altijd contact opnemen met uw Hako-filiaal. We wijzen er uitdrukkelijk op dat juridische aanspraken met betrekking tot de informatie in deze bedieningshandleiding niet worden aanvaard. Let er bij de nodige onderhoudswerkzaamheden op dat enkel originele onderdelen worden gebruikt. Enkel originele onderdelen waarborgen een constante en betrouwbare paraatheid van uw machine. Wijzigingen met het oog op de technische ontwikkeling voorbehouden. Geldig vanaf: Februari 2007 Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. De oorspronkelijke versie is te allen tijde op te vragen bij Hako B.V. Hako B.V. Industrieweg 7 NL-6673 DE ANDELST T: 0488-473333 F: 0488-473334 www.hako.nl Juist gebruik van de machine De Sweepmaster P/D1200 RH is een veegmachine die uitsluitend bedoeld is om droog en vochtig materiaal op te nemen in bijvoorbeeld productieateliers, magazijnen, parkings en voetgangerpassages. Elk ander gebruik wordt beschouwd als onregelmatig gebruik. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die het gevolg is van onregelmatig gebruik. De veegmachine mag niet worden gebruikt voor het opnemen van giftige, brandbare of andere stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Tot het juist gebruik behoort ook de naleving van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks-, onderhouds- en herstelbepalingen. De Sweepmaster P/D1200 RH mag enkel worden gebruikt, onderhouden en hersteld door personen die ermee vertrouwd zijn en die op de hoogte zijn van de gevaren. U dient de relevante ongevalpreventievoorschriften en de algemeen erkende regels in verband met de technische veiligheid en de arbeidsgeneeskunde na te leven. Eigenmachtige veranderingen aan de machine sluiten elke aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit voortvloeiende schade uit. 2
Inleiding Informatie over de garantie Principieel gelden de voorwaarden van het aankoopcontract. Schade wordt niet door de garantie gedekt als ze het gevolg is van het niet naleven van de voorschriften inzake verzorging en onderhoud. Onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door een erkende Hako-onderhoudsdienst; deze werken moeten worden bevestigd in het “onderhoudsattest”, dat als garantiebewijs geldt. Volgende zaken vallen niet onder de garantie: Natuurlijke slijtage en schade door overbelasting, zekeringen, onvakkundige behandeling of ontoelaatbare wijzigingen. De garantie geldt eveneens niet als aan de machine schade ontstaat die te wijten is aan door ons niet uitdrukkelijk erkende onderdelen en toebehoren of die te wijten is aan het verwaarlozen van de onderhoudsvoorschriften. Aanvaarding Zodra uw machine aankomt, moet u nagaan of er geen transportschade is opgetreden. Deze schade wordt vergoed als u de schade onmiddellijk door de spoorwegmaatschappij of door de transporteur laat bevestigen en als u het schaderapport samen met de vrachtbrief naar ons stuurt. Hako B.V. Industrieweg 7 NL-6673 DE ANDELST Toelatingsvoorwaarden De Sweepmaster P/D1200 RH is een zelfrijdende werkmachine volgens StVZO §18. De fabrikant levert een rapport mee voor het verkrijgen van de gebruiksvergunning. Op basis van dit attest reikt de lokale overheid een geldige gebruiksvergunning uit. Een officiële nummerplaat is niet vereist. Een hoofdonderzoek overeenkomstig § 29 StVZO is eveneens niet vereist, want de maximale snelheid is kleiner dan 20 km/h. Volgens StVZO moet bij gebruik op de openbare weg en openbare plaatsen een EHBOkist, een waarschuwingsdriehoek en de gebruiksvergunning worden meegevoerd. Als aanpassingen of verbouwingen aan de Sweepmaster P/D1200 RH worden uitgevoerd die de informatie in de gebruiksvergunning beïnvloeden en niet vermeld zijn in de gebruiksvergunning, wordt deze vergunning ongeldig. Om een nieuwe vergunning aan te vragen, moet de machine worden aangeboden aan een officieel erkende specialist om een nieuw certificaat op te stellen. Door afstempeling van de toelatende instantie wordt het certificaat een gebruiksvergunning. Rijbewijs Volgens de relevante voorschriften moet iedereen die een motorvoertuig met een maximale snelheid van meer dan 6 km/h op de openbare weg en op openbare plaatsen wenst te besturen, een geldig rijbewijs hebben. Voor het besturen van de Sweepmaster P/D1200 RH is een rijbewijs klasse L vereist (zelfrijdende werkmachine tot 25 km/h).
3
Inhoud Inleiding Woord vooraf................................................................................................................ 2 Juist gebruik van de machine....................................................................................... 2 Informatie over de garantie .......................................................................................... 2 Aanvaarding................................................................................................................. 3 Toelatingsvoorwaarden................................................................................................ 3 Rijbewijs ....................................................................................................................... 3 1
Veiligheidsinformatie................................................................................................. 6
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Veiligheids- en waarschuwingssymbolen..................................................................... 6 Algemene instructies.................................................................................................... 6 Gebruiksinstructies....................................................................................................... 7 Onderhoudsvoorschriften............................................................................................. 8 Bijzondere gevaren .................................................................................................... 10 Zorg voor het milieu ................................................................................................... 10 Plaatjes op de machine.............................................................................................. 11
2
In gebruik nemen ..................................................................................................... 17
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Opleiding.................................................................................................................... 17 Eerste lading .............................................................................................................. 17 Voor de ingebruikname .............................................................................................. 17 Machine starten.......................................................................................................... 17 Gebruik ...................................................................................................................... 18 Machine stoppen en parkeren.................................................................................... 18 Na het werk ................................................................................................................ 19 Transport en slepen ................................................................................................... 19
3
Bediening.................................................................................................................. 21
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.2 3.2.1 3.2.2
Werkwijze................................................................................................................... 21 Hoofdborstel...............................................................................................................22 Zijborstel.....................................................................................................................22 Sturen.........................................................................................................................22 Filtersysteem ..............................................................................................................23 Schudsysteem............................................................................................................23 Rem............................................................................................................................24 Rijaandrijving..............................................................................................................24 Hydraulisch systeem ..................................................................................................24 Bedieningselementen................................................................................................. 25 Bedieningspaneel.......................................................................................................27 Vuilvergaarbak leegmaken.........................................................................................34
4
Technische gegevens.............................................................................................. 36
5
Onderhoud en verzorging ....................................................................................... 40
5.1 5.2
Hako-systeemonderhoud ........................................................................................... 40 Onderhoudsattest....................................................................................................... 42 4
Inhoud 5.3 Onderhoudsschema................................................................................................... 42 5.4 Hoofdborstel demonteren/monteren........................................................................... 46 5.5 Veegspiegel instellen ................................................................................................. 47 5.6 Dichtingsrubbers voor borstelruimte........................................................................... 48 5.7 Zijborstel vervangen................................................................................................... 48 5.8 Plaatfilter demonteren ................................................................................................ 50 5.9 Reiniging van de plaatfilter......................................................................................... 51 5.10 Motor.......................................................................................................................... 52 5.10.1 Motoroliepeil controleren ............................................................................................52 5.10.2 De motorolie verversen ..............................................................................................53 5.10.3 Motoroliefilter vervangen Sweepmaster P1200 RH....................................................54 5.10.4 Motoroliefilter vervangen Sweepmaster D1200 RH ...................................................55 5.10.5 Luchtfilter....................................................................................................................56 5.11 Hydraulisch systeem .................................................................................................. 57 5.11.1 Hydraulische olie controleren .....................................................................................57 5.11.2 Hydraulische olie bijvullen ..........................................................................................58 5.11.3 Hydraulische filter vervangen .....................................................................................58 5.11.4 Hydraulische olie verversen .......................................................................................59 5.12 V-riem Sweepmaster P/D1200 RH............................................................................. 60 5.13 Elektrisch systeem Sweepmaster P/D1200 RH ......................................................... 61 5.14 Speciale uitrusting en wisselstukken.......................................................................... 63
5
Veiligheidsinformatie
1
Veiligheidsinformatie
1.1
Veiligheids- en waarschuwingssymbolen
In de bedieningshandleiding zijn alle plaatsen die betrekking hebben op uw veiligheid, de veiligheid van de machine en van het milieu, voorzien van volgende waarschuwingssymbolen: Symbool
Schade voor
Definitie
Veiligheidsinformatie
personen of eigendommen
Veiligheidsinstructies om gevaarlijke situaties te vermijden door het onnauwkeurig of niet opvolgen van instructies of voorgeschreven werkprocessen.
Opmerking
de machine
Belangrijke opmerkingen om de goede werking van de machine te verzekeren
Milieugevaar
het milieu
Milieugevaar door gebruik van materialen die een gevaar inhouden voor de gezondheid en het milieu
1.2
Algemene instructies
• Naast de instructies in deze handleiding moet u rekening houden met de algemene veiligheidsvoorschriften en de wettelijke bepalingen in verband met het voorkomen van ongevallen. • Voor de machine in gebruik wordt genomen, dient u de overhandigde gebruikshandleiding grondig te lezen en tijdens het werk dient u rekening te houden met alle punten. • De machine mag enkel worden gebruikt, onderhouden en hersteld door personen die door de Hako-specialist werden opgeleid. • Schenk zeer goed aandacht aan de veiligheidsinformatie. Want enkel met een goede kennis kunt u fouten tijdens het gebruik van de machine vermijden of kan de machine storingsvrij worden gebruikt. • De bedieningshandleiding moet altijd beschikbaar zijn op de plaats waar de machine wordt gebruikt. Daarom moet ze zorgvuldig op de machine worden bewaard. • Als de machine wordt verkocht of verhuurd, moeten deze documenten aan de nieuwe eigenaar/gebruiker worden overhandigd. Laat de overhandiging bevestigen! • De waarschuwingsstickers op de machine geven belangrijke informatie om gevaar tijdens het werk te vermijden. Als waarschuwingsstickers onleesbaar of verdwenen zijn, moeten ze worden vervangen. 6
Veiligheidsinformatie • • • •
1.3
Wisselstukken moeten even veilig zijn als de originele onderdelen. Er mag zich niemand in de gevarenzone van de machine bevinden. Gebruik een mobiele telefoon enkel terwijl de machine stilstaat. Passagiers mogen niet worden meegevoerd!
Gebruiksinstructies
• Voor elke ingebruikname moet de veilige toestand van de machine worden gecontroleerd! Storingen moeten onmiddellijk worden verholpen! • Voor de gebruiker met de machine begint werken, dient hij zich vertrouwd te maken met alle inrichtingen en bedieningselementen! Tijdens het werk is het daarvoor te laat! • Tijdens het werk met de machine dient u stevige en slipvrije schoenen te dragen. • Enkel de door de ondernemer of zijn afgevaardigde voor aanwending van de machine vrijgegeven oppervlakken mogen worden bereden. • Tijdens het werk met de machine dient u aandacht te schenken aan derden, met name kinderen. • De machine is niet geschikt voor het opnemen van gevaarlijke, brandbare of explosieve vloeistoffen, stoffen of materialen. • Deze machine mag niet als stofverwijderende machine met stoffilterelement (afscheider) worden gebruikt voor het verwijderen van stof dat gevaarlijk is voor de gezondheid. • De machine mag niet worden gebruikt in omgevingen waar er gevaar is voor explosies. • Om onbevoegd gebruik van de machine te vermijden, dient u de contactsleutel uit te trekken. • Voor het gebruik moet de machine met haar werkinrichtingen worden gecontroleerd op perfecte toestand en werkveiligheid. Als de machine niet in orde is, mag ze niet worden gebruikt. • Voor het gebuik de bestuurdersstoel zo instellen, dat de rijbaan en het werkbereik achter de machine volledig zichtbaar is! • Om veiligheidsredenen is de bestuurdersstoel uitgerust met een stoelcontactschakelaar; de functie van de stoelcontactschakelaar mag niet worden omzeild! • De stoelcontactschakelaar wordt elektronisch bewaakt. Elke manipulatie kan tot een automatische blokkering van de machine leiden. • Voor het starten van de motor altijd alle aandrijvingen uitschakelen. • De machine mag enkel vanuit de stoel worden gestart, in beweging gezet en gestopt. • Laat de motor niet draaien in gesloten ruimtes! Gevaar voor vergiftiging! • Als in gesloten ruimtes moet worden gewerkt, moet voor voldoende ventilatie (stof en rookgassen) worden gezorgd. Gevaar voor vergiftiging! • De rijsnelheid moet altijd worden aangepast aan de werkomstandigheden en aan de belastingstoestand. Machines met drie wielen zijn minder stabiel dan machines met vier wielen, daarom: Abrupte stuurbewegingen bij hoge snelheid of te hoge bochtsnelheden kunnen het voertuig doen kantelen. Neem enkel bochten op een effen ondergrond, nooit op hellingen. Rij altijd in een rechte lijn op of af een helling.
7
Veiligheidsinformatie
• •
• • • • • • •
Wanneer u bergop/bergaf of dwars op de helling rijdt, dient u plotse bochten te vermijden. In schuine positie bestaat er kantelgevaar! De machine is enkel geschikt voor gebruik op terreinen met een maximale hellingsgraad van 18 %. Het toegelaten totaalgewicht en de toegelaten asbelastingen mogen nooit worden overschreden. Controleer regelmatig het vulpeil van de vuilvergaarbak. Voor u de vuilvergaarbak omhoog of omlaag brengt, dient u na te gaan of er zich geen personen, dieren of voorwerpen in de werkzone ophouden. Knel- en knijpgevaar. Voor de vuilvergaarbak omhoog of omlaag wordt gezet, dient u na te gaan of er een voldoende grote veiligheidsafstand is. De vuilvergaarbak mag enkel in de onmiddellijke nabijheid van de container worden opgetild. Maak de vuilvergaarbak enkel leeg op een effen en stevige ondergrond. Vegen met omhoog geplaatste vuilvergaarbak is verboden. Bij het leegmaken van de vuilvergaarbak op omstanders letten. De filter mag enkel worden geschud als de vuilvergaarbak zich in gesloten positie bevindt. Let op voor hete onderdelen, zoals koelwater, uitlaat enz.
1.4
Onderhoudsvoorschriften
• Dagelijkse en wekelijkse onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door het bedieningspersoneel. Voor alle andere onderhoudswerken dient u contact op te nemen met de Hako-onderhoudsdienst in uw buurt. • De in de bedieningshandleiding voorgeschreven onderhoudswerken en onderhoudsintervallen moeten worden nageleefd. • Voor reinigings- en onderhoudswerken moet geschikt gereedschap worden gebruikt. • Overeenkomstig de ongevalpreventievoorschriften moet de veilige toestand van de machine regelmatig (wij adviseren minstens 1 keer per jaar) en na wijzigingen of herstellingen door een specialist worden gecontroleerd. • Wisselstukken moeten minstens voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische vereisten! Dit is gewaarborgd met originele wisselstukken. • Gebruik enkel de door de fabrikant toegelaten hoofdborstels en zijborstels (zie technische gegevens). Als andere hoofdborstels en zijborstels worden gebruikt, kan de veiligheid in het gedrang komen. • Gebruik enkel de door de fabrikant toegelaten lucht- en oliefilters (zie technische gegevens). Als andere filters worden gebruikt, kan de veiligheid in het gedrang komen. • Als u de machine reinigt of onderhoudt, of als u onderdelen vervangt, moet de machine worden uitgeschakeld. De sleutel moet worden uitgetrokken. • De vuilvergaarbak moet regelmatig worden gereinigd om groei van bacteriën te voorkomen. • De machine is beveiligd tegen spatwater (IPX3). De machine mag niet worden gereinigd met hogedrukreiniger of stoomstraler. • Bij het transport van de machine moet de motor worden stilgelegd. • Als de Sweepmaster P/D1200 RH met een wagenkrik opgekrikt is, moet hij bijkomend worden ondersteund overeenkomstig de voorschriften.
8
Veiligheidsinformatie • Op een opgekrikte of opgetilde Sweepmaster P/D1200 RH mogen er zich geen personen ophouden. • Als een wiel wordt verwisseld, moet de machine ook worden beveiligd met blokken tegen de wielen, zodat ze niet kan wegrollen. Vervang een wiel zoveel mogelijk op een effen en stevige ondergrond. • Geen banden afnemen, optrekken of op een velg herstellen. Voor werken aan de band en de velg altijd naar een werkplaats gaan die over speciaal opgeleid personeel en speciaal veiligheidsgereedschap beschikt. • Op chassisonderdelen mogen geen las-, boor-, zaag- en slijpwerken worden uitgevoerd. Beschadigde onderdelen mogen enkel door een Hako-werkplaats worden vervangen. • Gebruik enkel originele zekeringen. Als u te sterke zekeringen gebruikt, kan het elektrisch systeem beschadigd raken en kan er brand optreden. • Bij werken aan het elektrisch systeem altijd de min-pool van de batterij loskoppelen. • Laat batterijen nooit leeg achter, maar laad ze zo snel mogelijk weer op. • Vul enkel gedestilleerd water bij. Als de cellen in perfecte staat verkeren, nooit batterijzuur toevoegen. • Om kruipstromen te vermijden, de batterij altijd schoon en droog houden en ze beschermen tegen verontreiniging door bijvoorbeeld metaalstof. • Batterijzuur is sterk bijtend (op een veilige afstand van kinderen houden). Als u het zuurpeil controleert, altijd een veiligheidsbril dragen. Als er zuurspatten op het oog komen, het oog ca. 15 minuten met water spoelen en onmiddellijk een arts raadplegen. Gebruik geschikte beschermmiddelen (bijv. veiligheidshandschoenen, vingerlingen) als u met de batterij omgaat. Gebruik geen open vuur (explosiegevaar). • Wanneer u de batterij demonteert/monteert of vervangt, bestaat er knel- en knijpgevaar. • Onder hoge druk naar buiten tredende vloeistof (brandstof, hydraulische olie) kan de huid doorboren en tot zware letsels leiden. In dit geval onmiddellijk een arts raadplegen om infecties te vermijden. Let op wanneer u hete olie aflaat verbrandingsgevaar. • Onderwerp de remsystemen regelmatig aan een grondige controle! Instel- en herstellingswerken aan het remsysteem mogen enkel worden uitgevoerd door de gespecialiseerde Hako-onderhoudsdienst of door erkende remdiensten. • Onderwerp het hydraulisch systeem regelmatig aan een grondige controle! Instel- en herstellingswerken aan het hydraulisch systeem mogen enkel worden uitgevoerd door een Hako-werkplaats. • Hydraulische leidingen en slangen moeten regelmatig worden gecontroleerd op schade en lekken Beschadigde leidingen en slangen onmiddellijk vervangen. • Controleer regelmatig de nulcentrering van de rijpomp, zie onderhoudsschema in het hoofdstuk Onderhoud en verzorging.
9
Veiligheidsinformatie
1.5
Bijzondere gevaren
Bescherminrichtingen • De Sweepmaster P/D1200 RH nooit gebruiken zonder goed werkende bescherminrichtingen. (Hiertoe behoren alle beplatingsonderdelen, ook de zijdelingse beplatingsonderdelen)! Tanken • U dient voorzichtig om te gaan met brandstof – verhoogd risico op brand! Geen brandstof vullen in de buurt van open vlammen of ontstekingsbronnen! Niet roken tijdens het tanken! Voor u begint te tanken, de motor uitschakelen, de contactsleutel uittrekken en de parkeerrem aanzetten. Tank nooit brandstof in gesloten ruimten! Gemorste brandstof onmiddellijk wegvegen! Elektrisch systeem • Gebruik enkel originele zekeringen van de voorgeschreven stroomsterkte. • Als er zich storingen in de elektrische installatie voordoen, dient u de machine onmiddellijk uit te schakelen en de storing te verhelpen. • Werken aan de elektrische uitrusting mogen enkel worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide vakman overeenkomstig de elektrotechnische regels. • De elektrische uitrusting van de machine moet regelmatig worden geïnspecteerd / gecontroleerd. Gebreken, zoals loszittende verbindingen of beschadigde kabels, moeten onmiddellijk worden verholpen. • De bedieningshandleidingen van de batterijfabrikant moeten worden nageleefd. • Geen metalen voorwerpen of gereedschap op de batterijen leggen – kortsluitgevaar! • Tijdens het opladen van de batterijen moet in de laadzone voldoende ventilatie worden voorzien. - Explosiegevaar! Tijdens het laden de stoelkap openen.
1.6
Zorg voor het milieu
• Er is voldoende kennis vereist als u moet omgaan met materialen die een gevaar inhouden voor de gezondheid en het milieu. • Werkmedia moeten tijdens onderhouds- en herstellingswerken en bij het verversen van olie worden opgevangen in geschikte reservoirs en overeenkomstig de afvalwetgeving worden weggedaan. • Lekken van olie, dieselbrandstof, smeermiddelen, hydraulische vloeistoffen e.d. mogen niet in de grond terechtkomen. Er bestaat groot gevaar voor verontreiniging van het grondwater. Verontreinigingen door lekken moeten onmiddellijk worden opgenomen en overeenkomstig de voorschriften worden weggedaan. • Gebruikte filterelementen moeten, afhankelijk van het gefilterde materiaal, meestal als speciaal afval worden behandeld, bijv. brandstoffilters. • Batterijen bevatten bijtend zwavelzuur. Wees dus zeer voorzichtig wanneer u met batterijen omgaat. Oude batterijen horen thuis bij het gevaarlijk afval. Gebruikte batterijen die voorzien zijn van het recyclagesymbool, bevatten • recycleerbaar materiaal. Zoals aangegeven door het logo met de doorstreepte vuilnisbak mogen deze batterijen niet worden meegegeven met het gewone huisvuil. De terugname en de verdere verwerking moeten worden afgesproken met het Hakofiliaal! 10
Veiligheidsinformatie
1.7
Plaatjes op de machine
Volgende veiligheids- en informatieplaatjes zijn goed leesbaar aangebracht op de machine. Als plaatjes ontbreken of onleesbaar zijn, moeten ze onmiddellijk worden vervangen. Firmalogo vooraan (afb. 1/1) en achteraan (afb. 2/1)
Kenplaatje (afb. 1/2)
Bedieningshandleiding lezen en opvolgen (afb. 1/3)
Contactslot (afb. 1/4)
Rem (afb. 1/5)
11
Veiligheidsinformatie Parkeerrem (afb. 1/6)
Klapschort (afb. 1/7)
Hogedrukreiniger Stoomreiniger (afb. 1/8)
Bandenspanning (afb. 1/9)
Hoogtelossing (afb. 1/10)
12
Veiligheidsinformatie Geluidsvermogen Hellingsgraad (afb. 1/11)
Veegspiegel zijborstel instellen (afb. 1/12)
Rekening houden met maximale snelheid (afb. 1/13) en (afb. 2/9) (optie)
Knelgevaar (beide zijden) (afb. 2/2)
Brandstof (afb. 2/3) Sweepmaster P1200 RH = Benzine Sweepmaster D1200 RH = Diesel
13
Veiligheidsinformatie Heet oppervlak (afb. 2/4)
Slijtagecompensatie hoofdborstel (afb. 2/5)
Draaiende onderdelen (afb. 2/6)
Hydraulische olie (afb. 2/7)
Logo Sweepmaster (afb. 2/8)
14
Veiligheidsinformatie
Afb. 1
15
Veiligheidsinformatie
Afb. 2 16
In gebruik nemen
2
In gebruik nemen
2.1
Opleiding
Voor de eerste ingebruikname is een opleiding vereist. De eerste opleiding van de machine mag enkel worden gegeven door het gespecialiseerd personeel van uw Hakofiliaal. Het filiaal wordt onmiddellijk na de levering van de machine door de fabriek op de hoogte gebracht, zodat het filiaal contact met u kan opnemen om een afspraak te maken voor de opleiding.
2.2
Eerste lading Voor de machine voor het eerst in gebruik wordt genomen, moeten de gebruikte batterijen op de voorgeschreven wijze volledig worden opgeladen met een eerste lading. Hou rekening met de bedieningshandleiding bij de lader en met de bedieningshandleiding van de batterijfabrikant. Hako is niet aansprakelijk voor batterijschade ten gevolge van een gebrekkige eerste lading.
2.3
Voor de ingebruikname
Voor de machine in gebruik wordt genomen, moeten volgende controles worden uitgevoerd: 1. De parkeerplaats controleren op sporen van lekken. Slangen, leidingen en tanks mogen geen lekken of beschadigingen vertonen. 2. Open de stoelkap. 3. Brandstofvoorraad controleren, evt. bijvullen. 4. Motoroliepeil controleren. 5. Stoelkap sluiten
2.4
Machine starten Voor u de machine start, dient u rekening te houden met de gebruiksinstructies in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie!
Om te starten moeten volgende bedieningselementen na elkaar worden bediend: 1. Alle bedieningshendels en schakelaars moeten in de nulstand staan. 2. Het voertuig moet vastgezet zijn met de parkeerrem. 3. Contactsleutel iets naar rechts draaien, ontsteking ingeschakeld 4. Sweepmaster P1200 RH: Choke bedienen (enkel bij koude motor). Sweepmaster D1200 RH: Voorgloeien tot het controlelampje dooft. 5. Contactsleutel verder draaien en motor starten. − Als de motor aanspringt, moeten de controlelampjes voor motoroliedruk en batterijlading uitgaan. De Sweepmaster P/D1200 RH mag enkel worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur tot 40°C. De machine mag niet worden gestart bij temperaturen <-15°C. Gasbrandstofsysteem: zie bedieningshandleiding LPG 17
In gebruik nemen Starten is niet mogelijk als het rijpedaal niet in de neutrale stand staat.
Als de startprocedure moet worden herhaald of als de motor blijft staan, kan hij pas opnieuw worden gestart als voordien de ontsteking wordt uitgeschakeld. Een blokkeersysteem in de contactschakelaar voorkomt dat de startmotor kan worden bediend terwijl de motor draait. Maximaal 10 seconden ononderbroken starten, tussen elke startpoging een korte pauze inlassen om de batterij te sparen. 6. Laat de motor iets warmdraaien, duw de chokeknop (bij Sweepmaster P1200 RH) daarbij langzaam omlaag. Starten met gasbrandstofsysteem (LPG) zie bedieningshandleiding LPG.
2.5
Gebruik
Tref volgende voorbereidende maatregelen voor het gebruik: 1. Controleer de machine, zie paragraaf 2.3 - Voor de ingebruikname 2. Start de machine, zie paragraaf 2.4. 3. Het bedrijfstoerental instellen. In de basisinstelling is de afzuiging actief. Bij nat veegmateriaal moet de trekknop worden uitgetrokken. 4. 5. 6. 7.
De hoofdborstel en de zijborstel omlaag zetten. De parkeerrem afzetten. Het rijpedaal langzaam indrukken tot de gewenste rijsnelheid bereikt is. Het veegmateriaal in de vuilvergaarbak controleren, eventueel de vuilvergaarbak leegmaken. 8. De schudinrichting voor de reiniging van de filter regelmatig bedienen.
2.6
Machine stoppen en parkeren
1. Rijpedaal loslaten, het keert automatisch terug naar de uitgangspositie en de machine komt tot stilstand. 2. Zet de parkeerrem aan. 3. Zet de hoofdborstel en de zijborstel omhoog. 4. De motor uitschakelen.
18
In gebruik nemen De Sweepmaster P/D1200 RH kan door tegensturen met het rijpedaal of de bedrijfsrem worden afgeremd.
De sleutel uittrekken als u de machine achterlaat, zodat onbevoegde personen de machine niet kunnen gebruiken
2.7 1. 2. 3. 4. 5.
Na het werk Rij naar een geschikte onderhoudsplaats. Stop de machine, zet de hoofdborstel en de zijborstel omhoog. Schud de filter af. Maak de vuilvergaarbak leeg, zie hoofdstuk Bediening, paragraaf 3.2.2. Reinig de machine. De machine mag niet worden gereinigd met hogedrukreiniger of stoomstraler.
2.8
Transport en slepen
Transport Tijdens het transport op een laadvloer moet de Sweepmaster P/D1200 RH met de parkeerrem worden vastgezet, bovendien moeten blokken tegen de wielen worden geplaatst en moet de machine met riemen worden vastgezet aan de sjorpunten vooraan (afb. 3/1) en achteraan (beide zijden) (afb. 3/2).
Afb. 3 19
In gebruik nemen Wegslepen Mocht het ooit noodzakelijk zijn om de Sweepmaster P/D1200 RH te verplaatsen terwijl de motor stilstaat, moet de bypassklep (afb. 4/4) als volgt worden bediend. 1. Open de stoelkap 2. Draai de vleugelschroef links (afb. 4/1) en de vleugelschroef rechts (afb. 4/2) van de zijbeplatingen los. 3. Kantel de frontbeplating (afb. 4/3) naar voor. 4. Draai de hendel (afb. 4/4) van de bypassklep in uurwijzerszin tot tegen de aanslag.
Afb. 4
20
Bediening
3
Bediening
3.1
Werkwijze
Algemeen De Sweepmaster P/D1200 RH is een veegmachine die uitsluitend bedoeld is om droog en vochtig materiaal op te nemen in bijvoorbeeld productieateliers, magazijnen, parkings en voetgangerpassages. Functiebeschrijving De zijborstel (afb. 5/1) dient om het vuil uit hoeken en kanten te halen, en om de werkbreedte en het oppervlakterendement op open ruimtes te vergroten. De hoofdborstel (afb. 5/2) slingert het vuil overkop in de vuilvergaarbak (afb. 5/3). Het opgenomen fijne stof wordt door de zuiger opgezogen en door het filtersysteem (afb. 5 /4) afgescheiden. Enkel zuivere lucht keert terug naar de omgeving. Bij de Sweepmaster P/D1200 RH wordt het vuil weggedaan via een hoogtelossing (hefhoogte > 1420mm) rechtstreeks in een standaard-vuilcontainer.
Afb. 5
21
Bediening
3.1.1 Hoofdborstel De hoofdborstel (afb. 5/2) is voorzien van 12 v-vormig geplaatste borstelrijen. De hoofdborstel heeft een breedte van 800 mm en een diameter van 430 mm. De zijborstel wordt met een hendel (afb. 6/1) omhoog en omlaag gezet. 3.1.2 Zijborstel De zijborstel (afb. 6/2) bevindt zich vooraan rechts op de machine (standaarduitvoering). De zijborstel wordt met een hendel (afb. 6/3) omhoog en omlaag gezet. Het pendelbereik van de zijborstelarm is begrensd door aanslagen. De aandrijving gebeurt door middel van een hydraulische motor. Voor speciale toepassingen kan links een tweede zijborstel worden gemonteerd.
3.1.3 Sturen De stuuroverbrenging van het stuurwiel (afb. 6/4) naar het voorwiel gebeurt mechanisch door middel van een ketting, deze moet indien nodig worden bijgeregeld.
Afb. 6 Werken aan de besturing mogen enkel worden uitgevoerd door een erkende Hakoonderhoudsdienst. 22
Bediening
3.1.4 Filtersysteem Stofafzuiging Het filtersysteem zit in de filterkast (afb. 7/1) boven de vuilvergaarbak (afb. 7/2). Het door de hoofdborstel opgewervelde fijne stof wordt door de zuiger tegen de plaatfilter (afb. 7/3) gevoerd en daar afgescheiden. Het fijne stof zet zich af op de buitenkant van de filterlamellen. Als er veel stof in het veegmateriaal zit, moet de plaatfilter (afb. 7/3) regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd.
3.1.5 Schudsysteem Het op de plaatfilter (afb. 7/3) afgezette stof wordt gedeeltelijk door de werktrillingen afgeschud en valt in de vuilvergaarbak (afb. 7/2). Om absoluut stofvrij te werken, moet het schudsysteem echter regelmatig worden bediend, maar uiterlijk als het controlelampje (afb. 10/5) aangaat.
Afb. 7
23
Bediening
3.1.6 Rem De Sweepmaster P/D1200 RH is uitgerust met een bedrijfsrem. De bedrijfsrem is uitgevoerd als klossenrem en dient ook als parkeerrem. De rem bevindt zich in de achterwielen en wordt bediend via kabels. Voor de bijregeling van de rem zijn twee stelschroeven (afb. 8/2) voorzien vooraan in het chassis, achter de frontbeplating (afb. 8/1). Werken aan het remsysteem mogen enkel worden uitgevoerd door een erkende Hako-onderhoudsdienst.
3.1.7 Rijaandrijving De Sweepmaster P/D1200 RH is uitgerust met een hydrostatische rijaandrijving, die door middel van een hydraulische pomp wordt aangedreven door de verbrandingsmotor. 3.1.8 Hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem bestaat uit hydraulische ventielen en een hydraulische pomp met hydraulisch oliereservoir (afb. 8/3). Het hydraulisch systeem dient voor de werking van de hoogtelossing en van de zijborstel.
Afb. 8
24
Bediening
3.2 1. 2 3 4 5 6 7 8
Bedieningselementen Bediening klapschort Vergrendeling voor bedrijfsrem Pedaal voor bedrijfs-/ parkeerrem Pedaal, achteruit Pedaal, vooruit Bedieningspaneel Stoelverplaatsing Hendel voor vuilvergaarbak (omhoog-omlaag-zwenken)
Afb. 9
25
Bediening Bediening klapschort (afb. 9/1) Hiermee wordt de klapschort geopend en gesloten wanneer tijdens het vegen grof vuil wordt opgenomen. Vergrendeling voor de bedrijfsrem/parkeerrem (afb. 9/2) Hiermee wordt de bedrijfsrem/parkeerrem geblokkeerd. Het pedaal wordt ingedrukt en vastgezet met de vergrendeling. De bedrijfsrem werkt dan als parkeerrem. De blokkering wordt opgeheven door op het pedaal voor de bedrijfsrem (afb. 9/3) te drukken. Pedaal voor bedrijfsrem/parkeerrem (afb. 9/3) Hiermee wordt de bedrijfsrem op de achterwielen bediend. Voor de machine wordt verlaten, moet de bedrijfsrem worden bediend en met de blokkering worden vastgezet. Rijpedaal, vooruit (afb. 9/5) Dient om vooruit te rijden en tegelijk de snelheid traploos te regelen. Als het pedaal wordt losgelaten, keert het automatisch terug naar de uitgangspositie; de machine komt tot stilstand. Rijpedaal, achteruit (afb. 9/4) Dient om achteruit te rijden en tegelijk de snelheid traploos te regelen. Als het pedaal wordt losgelaten, keert het automatisch terug naar de uitgangspositie; de machine komt tot stilstand. Bedieningspaneel (afb. 9/6) Beschreven in de paragraaf “Bedieningspaneel”. Stoelverplaatsing (afb. 9/7) Hiermee wordt de stoel aangepast aan de grootte van de gebruiker. De bestuurdersstoel moet zo worden ingesteld, dat de bestuurder comfortabel zit en probleemloos alle bedieningselementen kan bereiken. - De stoel in de langsrichting verstellen: De hendel iets naar rechts duwen, de bestuurdersstoel vooruit of achteruit schuiven naar de gewenste stand, de hendel weer laten vergrendelen. Hendel voor vuilvergaarbak (afb. 9/8) (omhoog-omlaag-zwenken) Hiermee wordt de vuilvergaarbak omhoog en omlaag gebracht en gezwenkt. Om de vuilvergaarbak omhoog of omlaag te brengen, moet de bedieningshendel (afb. 10/1) tegelijk achteruit worden getrokken. Zwenken is mogelijk zonder de hendel (afb. 10/1) te bedienen.
26
Bediening
3.2.1 Bedieningspaneel Sweepmaster P/D1200 RH 1. Hendel voor hoofdborstel en vrijgave hoogtelossing 2. Hendel voor zijborstel of voor zijborstel en hoofdborstel 3. Trekknop voor toerentalregeling motor 4. Trekknop voor zuiger/schudinrichting 5. Controlelampje, schudinrichting 6. Controlelampje rijrichtingsindicator (optie) 7. Bedrijfsurenteller 8. Controlelampje, parkeerrem 9. Laadcontrolelampje 10. Claxon 11. Contactslot 12. Knipperhendel (optie) 13. Verlichting (optie) 14. Waarschuwingsknipperlichten (optie) 15. Zwaailicht (optie) 16. Zijborstel links (optie) Sweepmaster P1200 RH 17. Controlelampje, motoroliedruk 18. Trekknop voor chokeklep Sweepmaster D1200 RH 19. Controlelampje motoroliedruk en watertemperatuur 20. Controlelampje voorgloeien
Afb. 10 27
Bediening
Hendel voor hoofdborstel en vrijgave hoogtelossing (afb. 10/1) Twee-handbediening Hiermee wordt de hoofdborstel omhoog en omlaag gebracht en in- en uitgeschakeld, en wordt de hoogtelossing vrijgegeven. - Hoofdborstel neerlaten en inschakelen = Hendel naar voor duwen. - Hoofdborstel optillen en uitschakelen = Hendel in middenpositie. - Vrijgave voor hoogtelossing = Hendel naar u toe trekken. (zie paragraaf 3.2.2 Vuilvergaarbak leegmaken). De hoofdborstel kan enkel worden opgetild en uitgeschakeld als de hendel voor de rechter zijborstel in opgetilde positie staat.
Hendel voor zijborstel (afb. 10/2) Hiermee wordt de zijborstel omhoog en omlaag gebracht of worden de zijborstel en de hoofdborstel (afb. 10/1) tegelijk omlaag gebracht en ingeschakeld. - Zijborstel omlaag = hendel naar voor duwen - Zijborstel omhoog = hendel naar u toe trekken
Motortoerentalregelaar (afb. 10/3) Hiermee wordt het motortoerental geregeld. Door de trekknop omhoog te trekken, kan het stationair toerental worden bereikt.
28
Bediening
Trekknop voor zuiger/schudinrichting (afb. 10/4) Stand van de trekknop (van onder naar boven): 0
Afzuiging actief
1
Afzuiging inactief
2
Schudinrichting ingeschakeld (de trekknop moet tot tegen de aanslag worden uitgetrokken en dan worden losgelaten).
Als het controlelampje (afb. 10/5) geel oplicht tijdens de ontsteking of bij draaiende motor, moet de schudinrichting worden bediend (stand 2). In deze stand wordt 7 keer geschud. Trekknop na het schudden gedurende ca. 25 seconden in stand 1 laten staan.
Controlelampje, schudinrichting (afb. 10/5) Als dit controlelampje brandt, moet het filtersysteem worden afgeschud. Daartoe moet de trekknop (afb. 10/13) in stand 2 worden getrokken.
Tijdens het schudden knippert het controlelampje; het gaat uit als de filter gereinigd is. Er worden 7 schudintervallen uitgevoerd.
29
Bediening
Controlelampje, rijrichtingsindicator (optie) (afb. 10/6) Als de knipperhendel wordt bediend om van richting te veranderen, geeft dit controlelampje de rijrichting aan.
Bedrijfsurenteller (afb. 10/7) Geeft de bedrijfsuren aan. De teller werkt enkel als de bestuurder op de stoel zit en het contact ingeschakeld is.
Controlelampje, parkeerrem (afb. 10/8) Gaat aan als de parkeerrem wordt bediend. Als de parkeerrem wordt afgezet, gaat het controlelampje uit.
Laadcontrolelamp (afb. 10/9) Gaat aan als de contactschakelaar wordt bediend en moet uitgaan als de motor aanslaat.
Claxon (afb. 10/10) Als deze knop wordt bediend, weerklinkt een akoestisch signaal.
30
Bediening
Contactslot (afb. 10/11) Om de ontsteking in en uit te schakelen, om de motor te starten en af te zetten en om de machine te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Om veiligheidsredenen is de Sweepmaster P/D1200 RH uitgerust met een stoelcontactschakelaar. De motor kan enkel worden gestart als de bestuurder op de stoel zit. Als het stoelcontact bij draaiende motor wordt onderbroken, moet bij de Sweepmaster P/D1200 RH de verbrandingsmotor opnieuw worden gestart. Als het rijpedaal ingedrukt is, kan de Sweepmaster P/D1200 RH niet worden gestart.
Knipperhendel (optie) (afb. 10/12) Hiermee wordt de richtingswijziging aangegeven. - Hendel omlaag = naar links. - Hendel omhoog = naar rechts.
Verlichting (optie) (afb. 10/13) Hiermee wordt het dimlicht in- en uitgeschakeld.
Waarschuwingsknipperlicht (optie) (afb. 10/14) Bedien deze schakelaar als de machine niet meer kan worden verplaatst ten gevolge van een technisch defect. De knipperlichten gaan afwisselend aan en uit.
Zwaailicht (optie) (afb. 10/15) 31
Bediening Om het zwaailicht in en uit te schakelen.
32
Bediening
Zijborstel links (optie) (afb. 10/16) Voor speciale toepassingen kan links een tweede zijborstel worden gemonteerd. - Schakelaar bediend = Zijborstel gaat omlaag en wordt ingeschakeld. - Schakelaar niet bediend = Zijborstel gaat omhoog en wordt gestopt.
Controlelampje, motoroliedruk (enkel Sweepmaster 1200V) (afb. 10/17) Dit controlelampje brandt o.a. als er te weinig motorolie in het motoroliereservoir zit. Stop het voertuig onmiddellijk en vul motorolie bij. Als het controlelampje hierna niet meer uitgaat, moet de Hako-onderhoudsdienst worden verwittigd.
Trekknop voor chokebediening (enkel Sweepmaster 1200V) (afb. 10/18) Om de chokeklep te bedienen (koude start). - Knop omlaag = Choke niet bediend. - Knop omhoog = Choke bediend voor koude start.
Controlelampje motoroliedruk en watertemperatuur (enkel Sweepmaster 1200D) (afb. 10/19) Het controlelampje brandt als er zich een fout heeft voorgedaan in de motor of de sturing. Als het controlelampje niet meer uitgaat, moet de Hako-onderhoudsdienst worden verwittigd.
Controlelampje voorgloeien (enkel Sweepmaster 1200D) (afb. 10/20) Dit controlelampje brandt als de ontsteking wordt ingeschakeld. Als het controlelampje uitgaat, kan de motor worden gestart.
33
Bediening
3.2.2 Vuilvergaarbak leegmaken De vuilvergaarbak wordt als volgt leeggemaakt: • De zijborstel en de hoofdborstel omhoog zetten en uitschakelen. • Het filtersysteem afschudden. • Zet de vuilvergaarbak als volgt omhoog: trek de hendel voor de vuilvergaarbak (afb. 11/1) omhoog en trek tegelijk de hendel voor de vrijgave van de hoogtelossing (hoofdborstel) (afb. 11/2) naar u toe (zie richting van de pijl). • Breng de vuilvergaarbak naar een geschikte hoogte om hem leeg te maken. • De Sweepmaster P/D1200 RH achteruit rijden tot de vuilvergaarbak zich boven de afvalcontainer bevindt. • Trek de hendel voor de vuilvergaarbak (afb. 11/1) naar u toe (zie richting van de pijl), zodat de vuilvergaarbak naar de leegmaakpositie zwenkt. • Maak de vuilvergaarbak volledig leeg, rij de Sweepmaster P/D1200 RH dan vooruit, weg van de afvalcontainer.
Afb. 11 34
Bediening Let op bij het wegrijden dat de gezwenkte vuilvergaarbak niet in de container steekt: Gevaar voor beschadiging! Breng de vuilvergaarbak als volgt omlaag: duw de hendel voor de vuilvergaarbak (afb. 11/1) omlaag en trek tegelijk de hendel voor de vrijgave van de hoogtelossing (hoofdborstel) (afb. 11/2) naar u toe (zie richting van de pijl). • Terwijl de vuilvergaarbak omlaag gaat, zwenkt hij automatisch terug naar de uitgangspositie. • De vuilvergaarbak bevindt zich weer in de werkpositie. •
De hoogtelossing kan niet worden bediend zolang de veegfunctie ingeschakeld is. Terwijl de vuilvergaarbak omhoog staat, de hoofdborstel niet inschakelen.
Rijden met omhoog geplaatste vuilvergaarbak vermindert de stabiliteit van de machine. Breng de vuilvergaarbak dus pas omhoog wanneer u hem effectief wenst leeg te maken. Voor de vuilvergaarbak omhoog wordt gezet, dient de gebruiker na te gaan of er zich geen personen of voorwerpen achter of naast de machine bevinden. De vuilvergaarbak enkel omhoog brengen op een effen, horizontale ondergrond. Als de vuilvergaarbak omhoog staat, mag u slechts langzaam rijden.
Er mag zich niemand in de gevarenzone bevinden. Knel- en knijpgevaar! Voor de vuilvergaarbak omhoog of omlaag wordt gezet, dient u na te gaan of er een voldoende grote veiligheidsafstand is. De vuilvergaarbak mag slechts tot een maximaal vulvolume van 130 liter, maar niet meer dan 220 kg worden gevuld.
Tijdens het omhoog brengen van de vuilvergaarbak de machine niet bewegen.
De vuilvergaarbak moet regelmatig worden gereinigd. 35
Technische gegevens
4
Technische gegevens
Sweepmaster P/D1200 RH Afmetingen en gewicht Lengte met zijborstel
mm
1998
Breedte zonder zijborstel
mm
800
Breedte met 1 zijborstel
mm
1142
Breedte met 2 zijborstels
mm
1470
Hoogte inclusief bestuurdersstoel
mm
1520
Leeg gewicht
kg
V: 763 / D: 784
Toel. totaal gewicht
kg
1330
Rijsnelheid - vooruit
km/h
0-9
Rijsnelheid - achteruit
km/h
0-4
Max. veegsnelheid (aanbevolen 4,0 km/h)
km/h
9,0
Hoofdborstel zonder / met 1 zijborstel
mm
800 / 1150
Hoofdborstel met 2 zijborstels
mm
1470
Theoretisch veegrendement met 1 of 2 zijborstels
m²/h
10300/13200
Theoretisch veegrendement zonder zijborstels
m²/h
7200
%
18
m²
5,0
aantal
1
Lengte / diameter
mm
800 / 430
Slijtagegrens
mm
350
omw/min
500+/-20
mm
70+10
Rij- en veegprestaties
Klimvermogen max. Filtersysteem Filteroppervlak Plaatfilter Hoofdborstel
Toerental Veegspiegel Aantal borstels
12 v-vormig
Standaard beborsteling
PA
Vloerafstand van dichtingsrubbers op borstelruimte Dichtingsrubbers, links / rechts / achter Dichtingsrubber, voor
mm
1/1/4 rust op de vloer
36
Technische gegevens
Sweepmaster P/D1200 RH Zijborstel Diameter
mm
600
Toerental
omw/min
85+/-4
Standaard beborsteling
PA
Vuilvergaarbak Vergaarbakvolume
liter
130
Aandrijfwiel Aandrijfwiel voor, volrubberen band
4.00-4
Wielen achter
4.00-8
Banddruk
bar
Volrubberen banden (achter)
6 4.00-8 (optie)
Hydraulisch systeem rijaandrijving Hydraulische olie, bijv. Mobiloil
DTE 15 M (of gelijkwaardige olie)
Tankinhoud Oliefilterpatroon
liter
22
bestelnr.
CS-050-P-10-A
V/Ah
12/74
A
13
Elektrisch systeem Startbatterij Dynamo Beschermingsgraad tegen binnendringen van water
IPX3
37
Technische gegevens
Sweepmaster
1200 V
1200 D
Fabrikant
Briggs & Stratton
Lombardini
Type
Vanguard V-Twin
LDW 502
4-takt/2 cil.
4-takt/2 cil.
Motor
Werkprocedure / aantal cilinders Cilinderinhoud
cm³
480
505
Vermogen bij 2550 omw/min
KW
8,2
8,0
Bedrijfstoerental (bij ingeschakelde hoofdborstel, zijborstel en zuiger)
omw/min
2550+50
2550+50
liter
25
25
(Benzine loodvrij)
(Diesel)
Inhoud brandstoftank Brandstofverbruik
liter/h
2,5
1,25
Motorolie / volume
type/liter
15W-40 / 1,5
15W-40 / 1,5
Bougie Drogeluchtfilter
Champion RC 12 YC Mann & Hummel
Mann & Hummel
44 100 92 911
44 100 92 911
38
Technische gegevens
Sweepmaster P1200 RH Standaard
Geluidsdempend pakket
dB (A)
78
77
dB (A)
94
94
Standaard
Geluidsdempend pakket
dB (A)
79
77
dB (A)
95
94
Geluidsemissiewaarde Het volgens DIN IEC 60335-2-72 berekende geluidsdrukniveau (LpA) aan het oor van de gebruiker bedraagt bij normale gebruiksomstandigheden: Het volgens DIN IEC 60335-2-72 bij normale gebruiksomstandigheden en maximale volumestroom gemeten geluidsvermogensniveau (LwA) bedraagt: Sweepmaster D1200 RH Geluidsemissiewaarde Het volgens DIN IEC 60335-2-72 berekende geluidsdrukniveau (LpA) aan het oor van de gebruiker bedraagt bij normale gebruiksomstandigheden: Het volgens DIN IEC 60335-2-72 bij normale gebruiksomstandigheden en maximale volumestroom gemeten geluidsvermogensniveau (LwA) bedraagt:
39
Onderhoud en verzorging
5
Onderhoud en verzorging
Algemeen Voor u verzorgings- en onderhoudswerken uitvoert, dient u absoluut rekening te houden met het hoofdstuk Veiligheidsinformatie! Als de door ons voorgeschreven onderhoudswerken worden uitgevoerd, bent u zeker steeds een bedrijfsklare machine ter beschikking te hebben. Dagelijkse en wekelijkse onderhouds- en herstellingswerken kunnen worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide bestuurder; al het andere Hako-systeemonderhoud mag enkel worden uitgevoerd door geschoold en gekwalificeerd personeel. Neem contact op met de Hako-onderhoudsdienst of het Hako-filiaal in uw buurt. Als u hiermee geen rekening houdt en als daardoor schade ontstaat, vervalt elke aanspraak op de garantie. Vermeld bij alle vragen en bestellingen van wisselstukken altijd het serienummer, zie paragraaf 1.7 Kenplaatje.
5.1
Hako-systeemonderhoud
Het Hako-systeemonderhoud: • waarborgt de betrouwbare werking van Hako-machines (preventief onderhoud) • beperkt de werkingskosten, herstellingskosten en kosten voor instandhouding tot een minimum • waarborgt een lange levensduur en de paraatheid van de machine. Het Hako-systeemonderhoud vermeldt in verschillende modules de uit te voeren speciale technische werken en definieert de intervallen voor het onderhoud. Voor de verschillende onderhoudssystemen zijn de te vervangen onderdelen vastgelegd en in ET-kits vervat. Hako-systeemonderhoud K: Door de klant uit te voeren werken aan de hand van de in de bedieningshandleiding beschreven verzorgings- en onderhoudsinstructies (dagelijks of wekelijks). Bij levering van de machine wordt de bestuurder/gebruiker vakkundig opgeleid. Hako-systeemonderhoud I: (na 50 bedrijfsuren - eenmalig) Geldt voor machines met aandrijving met verbrandingsmotor, eerste olieverversing, filter, enz. Uitvoering door specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst. Hako-systeemonderhoud II: (om de 125 bedrijfsuren) Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit.
40
Onderhoud en verzorging
Hako-systeemonderhoud III: (om de 250 bedrijfsuren) Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit. Hako-systeemonderhoud S: (om de 500 bedrijfsuren veiligheidscontrole) Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit. Uitvoeren van alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsrelevante controles overeenkomstig UVV-BGV-TÜV-VDE.
41
Onderhoud en verzorging
5.2
Onderhoudsattest Overhandiging
Uitrusting Proefrit Overdracht aan klant Opleiding uitgevoerd op:
bij_________bedrijfsuren
HakoHakoHakosysteemonderhoud I systeemonderhoud II systeemonderhoud III 50 bedrijfsuren 125 bedrijfsuren 250 bedrijfsuren Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij_________bedrijfsuren
bij_________bedrijfsuren
bij_________bedrijfsuren
HakoHakoHakoHakosysteemonderhoud II systeemonderhoud systeemonderhoud II systeemonderhoud III 375 bedrijfsuren 625 bedrijfsuren 750 bedrijfsuren III+S Stempel werkplaats Stempel werkplaats Stempel werkplaats 500 bedrijfsuren Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij_________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
HakoHakoHakoHakosysteemonderhoud systeemonderhoud II systeemonderhoud III systeemonderhoud II III+S 1125 bedrijfsuren 1250 bedrijfsuren 875 bedrijfsuren Stempel werkplaats Stempel werkplaats 1000 bedrijfsuren Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
5.3
Onderhoudsschema
Hako-systeemonderhoud klant Volgende onderhoudsintervallen moeten door de klant worden uitgevoerd. Activiteit Motoroliepeil controleren, eventueel motorolie toevoegen
Interval dagelijks o
Brandstofvoorraad controleren, eventueel bijtanken
o
Vuilvergaarbak controleren, eventueel leegmaken
o
Stoffilter afschudden
o
Proefrit en functietest
o 42
Onderhoud en verzorging Hako-systeemonderhoud klant Volgende onderhoudsintervallen moeten door de klant worden uitgevoerd. Activiteit Motorluchtfilter op vervuiling controleren en eventueel reinigen (uitkloppen, geen perslucht gebruiken), eventueel luchtfilter vervangen Aandrijfmotor: Olieverlies controleren, evt. bijvullen. Vuilvergaarbak: dichtingen controleren, evt. vervangen
Interval wekelijks o o o
Hoofdborstel controleren op slijtage en vreemde voorwerpen, evt. bijregelen of vervangen Elektrisch systeem controleren
o
Banddruk controleren
o
Hydraulisch oliepeil controleren, eventueel bijvullen
o
Zijborstel controleren op slijtage, evt. bijregelen of vervangen
o
Borstelschorten controleren op slijtage en beschadiging, evt. bijregelen of vervangen Visuele controle op olielekken (motor en hydraulisch systeem)
o
De machine reinigen
o
Proefrit en functietest
o
o
o
Hako-systeemonderhoud I: Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit
Interval na 50 bedrijfsuren (eenmalig)
Aandrijfmotor: Motorolie en motoroliefilter vervangen
o
Brandstoffilter reinigen
o
Motortoerental controleren Filtersysteem op dichtheid controleren
o o
Visuele controle V-riemen
o
Hydraulische oliefilter vervangen en ontbrekende olie bijvullen
o
Optische toestand van de machine controleren
o
Proefrit en functietest
o
43
Onderhoud en verzorging Hako-systeemonderhoud II: Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit Aandrijfmotor: Motorolie en motoroliefilter vervangen (Sweepmaster P1200 RH) Motorluchtfilter verversen
Interval om de 125 bedrijfsuren o o
Bougie controleren, evt. vervangen (enkel bij V-variant)
o
Nulcentrering rijpomp controleren
o
Bedrijfs- en parkeerrem controleren, eventueel bijregelen
o
Banddruk controleren
o
Peil hydraulische olie controleren
o
Veegspiegel controleren, evt. instellen (hoofd- en zijborstel) Borstelschort controleren, evt. corrigeren of vervangen
o
Filtersysteem op dichtheid controleren
o
V-riemen controleren op slijtage en spanning, eventueel bijregelen Plaatfilter reinigen Optische toestand van de machine controleren
o
Proefrit en functietest
o
o
o o
44
Onderhoud en verzorging Hako-systeemonderhoud III Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit Alle onderhoudswerken volgens Hako-systeemonderhoud II
Interval om de 250 bedrijfsuren o
Aandrijfmotor: Motorolie en motoroliefilter vervangen (Sweepmaster D1200 RH) Stationair en bedrijfstoerental controleren
o
Starterbatterij controleren
o
Spanning van de stuurketting controleren, eventueel bijregelen Loopvlakken van wielen controleren
o
o
Brandstoffilter vervangen
o o
Plaatfilter vervangen
o
Hoogtelossing controleren (twee-handbediening)
o
Hydraulische slangen controleren, eventueel vervangen
o
Goede werking van stoelcontactschakelaar controleren Kabels en stekkers controleren op beschadiging en op vaste zitting
o o
Hako-systeemonderhoud S (veiligheidscontrole) De hierna vermelde onderhoudsintervallen moeten minstens 1 keer per jaar door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit Alle onderhoudswerken volgens Hako-systeemonderhoud II en III Hydraulische olie en filter vervangen Motor: Ventielen instellen en ventieldichting vervangen Bevestigingsschroeven (rem, stuursysteem en hoogtelossing) controleren, evt. aanspannen (veiligheidscontrole) Remsysteem controleren (veiligheidscontrole)
Interval om de 500 bedrijfsuren o o o o o
Bij LPG-variant (Duitsland): jaarlijks controle door specialist volgens BGV D 34 (veiligheidscontrole) Stuursysteem controleren (veiligheidscontrole)
o
Proefrit en test van alle veiligheidsrelevante componenten
o
o
45
Onderhoud en verzorging
5.4
Hoofdborstel demonteren/monteren
De hoofdborstel is toegankelijk aan de linker zijde van de machine en wordt als volgt vervangen: • De hoofdborstel omlaag zetten. • De contactsleutel uitrekken en de machine blokkeren met de parkeerrem. • De vergrendelingen (afb. 12/1) met de bijgeleverde vierkantsleutel openen (linksom draaien). • De afdekking (afb. 12/2) afnemen. • De kruisgreep (afb. 12/3) losmaken en verwijderen. • De hoofdborstelhouder (afb. 12/4) afnemen. • De knevel (afb. 12/5) ter ontgrendeling omhoog draaien. • De plaat met dichtingsrubber (afb. 12/6) afnemen. • De hoofdborstel (afb. 12/7) uittrekken. De montage van de hoofdborstel gebeurt in omgekeerde volgorde.
Afb. 12
46
Onderhoud en verzorging
5.5
Veegspiegel instellen
De borstelslijtage kan dankzij een instelinrichting worden gecompenseerd. De hoofdborstel moet voor normaal gebruik en geringe slijtage als volgt worden ingesteld. De instelling van de borstel wordt gecontroleerd op een gladde en effen ondergrond: Voor de controle: Om de instelling van de hoofdborstel te controleren, een effen vlak met krijt markeren (ca. 1000 x 300 mm). De hoofdborstel over het gemarkeerde vlak rijden. De luchtdruk in de banden controleren (6 bar). Enkel bij luchtbanden. • Zet de machine vast met de parkeerrem. • Breng de hoofdborstel omlaag en laat hem korte tijd in die stand draaien. • Breng de hoofdborstel omhoog en rij de Sweepmaster P/D1200 RH iets vooruit. Als de hoofdborstel juist ingesteld is, moet een parallel veegspoor op de vloer zichtbaar zijn (veegspiegel). De veegspiegel moet bij de Sweepmaster P/D1200 RH 70 mm breed zijn. De breedte van de veegspiegel wordt als volgt ingesteld met de kruisgreep (afb. 13/1): • Schakel de motor uit en trek de sleutel uit. • Zet de parkeerrem aan. • Open de stoelkap. • Draai de kruisgreep (afb. 13/1) links = veegspiegel breder rechts = veegspiegel smaller (sticker borstelverstelling (afb. 13/2)). • Controleer de veegspiegel. Per volledige omwenteling van het verstelwiel wordt de veegspiegel ca. 10 mm groter of kleiner
Als de veegspiegel wordt overschreden, is de hoofdborstel sneller versleten en wordt de aandrijving meer belast.
47
Onderhoud en verzorging
Afb. 13
5.6
Dichtingsrubbers voor borstelruimte
De perfecte toestand van de dichtingsrubbers is absoluut noodzakelijk voor een goede werking van de veegmachine, met name om de voorgeschreven onderdruk in de borstelruimte, een net veegbeeld en geringe slijtage van de dichtingsrubbers te verzekeren. Controleer de dichtingsrubbers op de borstelruimte regelmatig op slijtage en beschadiging. Defecte dichtingsrubbers onmiddellijk vervangen. De vloerafstand van de zijdelingse en achterste dichtingsrubbers kan worden ingesteld (langsgaten in de dichtingsrubbers). Vloerafstand: Zijdelings ca. 1mm Achter ca. 4mm De instelling moet worden uitgevoerd bij een banddruk van 6 bar. Het voorste dichtingsrubber (klapschort) is niet in de hoogte verstelbaar. Dit sleept op de vloer.
5.7
Zijborstel vervangen
De zijborstel bevindt zich vooraan rechts op de machine (standaarduitvoering). De zijborstel wordt met de hendel (paragraaf 3.2.1, afb. 10/2) omhoog en omlaag gezet. Het pendelbereik van de zijborstelarm is begrensd door veerbelaste aanslagen. De aandrijving gebeurt door middel van een hydraulische motor. Voor speciale toepassingen kan links een tweede zijborstel worden gemonteerd.
48
Onderhoud en verzorging De zijborstel wordt als volgt gedemonteerd: • • • • •
Schakel de motor uit en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. De zijborstel moet omhoog staan. Draai de centrale 6-kantschroef, onverliesbaar, (afb. 14/1) onder de borstel los. Neem de zijborstel af.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Let tijdens de montage op de juiste zitting van de meenemer.
Afb. 14
49
Onderhoud en verzorging
5.8
Plaatfilter demonteren
De plaatfilter wordt als volgt gedemonteerd: Schakel de motor uit en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Maak de snelsluitingen (afb. 15/1) los en neem het deksel (afb. 15/2) af. Verwijder het deksel (afb. 15/3) van het filtersysteem. Draai de vleugelschroeven, 4 stuks, (afb. 15/4) los en verwijder ze. Klap het frame (afb. 15/5) omhoog en haak het in de aangegeven positie vast door de rubberbevestiging (afb. 15/6). • Neem de plaatfilter (afb. 15/7) uit. • • • • • •
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Afb. 15
50
Onderhoud en verzorging Filterruimte reinigen Plaatfilter controleren op beschadiging. Dichtingen controleren. Luchtrichting op plaatfilter controleren. Juiste zitting van plaatfilter in machineframe controleren.
5.9
Reiniging van de plaatfilter
De plaatfilter (afb. 16/1) horizontaal vanaf een hoogte van ca. 1m op een gladde vloer laten vallen zoals aangegeven in afb. 16. De vuile zijde van de plaatfilter moet naar de vloer gericht zijn.
Vuile zijde
Vloerafstand ca. 1m
Vloer
Afb. 16
51
Onderhoud en verzorging
5.10 Motor Algemeen De motor is een onderhoudsvriendelijke en robuuste viertaktmotor. De regelmatig uit te voeren onderhoudswerken worden hierna beschreven. Bij reinigings- en onderhoudswerken aan de Sweepmaster P/D1200 RH en bij het vervangen van onderdelen moet de motor worden uitgeschakeld en moet de contactsleutel worden uitgetrokken. Tijdens onderhouds-, herstellings-, afstelwerken en dergelijke moet geschikt gereedschap worden gebruikt. Wisselstukken moeten minstens even veilig zijn als de originele onderdelen.
5.10.1 Motoroliepeil controleren Het oliepeil als volgt controleren terwijl de machine horizontaal staat: • Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Open de stoelkap. Trek de peilstok (afb. 17/1) uit Veeg de peilstok (afb. 17/1) af en duw hem weer in tot tegen de aanslag. Trek hem daarna weer uit. • Het oliepeil moet tussen de min- en max-markering (afb. 17/2) staan, eventueel motorolie bijvullen. • Zet de peilstok (afb. 17/1) terug.
• • • •
Afb. 17
52
Onderhoud en verzorging
5.10.2 De motorolie verversen Als niet met de machine werd gewerkt voor de olie wordt ververst, dient u de motor te laten warmlopen om de olie op te warmen. Opgelet! De uitlaatpijp kan nog heet zijn. Ga als volgt te werk om de motorolie te verversen: • • • • • • • •
Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Open de stoelkap. Draai de vleugelschroeven van de frontbeplating los en kantel de frontbeplating naar voor. Maak de sluitschroef (afb. 18/1) los en verwijder ze, laat de olie af. Zet de sluitschroef (afb. 18/1) weer vast en giet motorolie in de geopende vulopening (18/2) terwijl de machine horizontaal staat. Laat de motor kort draaien. Controleer het oliepeil met de peilstok, vul eventueel verder bij.
Afb. 18
Motorolie SAE 15 W 40, volume 1,5 liter Als motorolie wordt bijgevuld, moet een vultrechter worden gebruikt die bestand is tegen olie.
53
Onderhoud en verzorging
5.10.3 Motoroliefilter vervangen Sweepmaster P1200 RH De motoroliefilter moet overeenkomstig het onderhoudsschema worden vervangen. Ga als volgt te werk om de oliefilter te vervangen: • • • • • • • •
Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Open de stoelkap. Draai de vleugelschroeven van de frontbeplating los en kantel de frontbeplating naar voor. Maak de oliefilter (afb. 19/1) los door hem linksom te draaien en schroef hem af. Schroef de nieuwe filter op. Zet de frontbeplating vast met de vleugelschroeven. Sluit de stoelkap.
Afb. 19
54
Onderhoud en verzorging
5.10.4 Motoroliefilter vervangen Sweepmaster D1200 RH De motoroliefilter moet overeenkomstig het onderhoudsschema worden vervangen. Ga als volgt te werk om de oliefilter te vervangen: • • • • • •
Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Open de stoelkap. Maak de oliefilter (afb. 20/1) los door hem linksom te draaien en schroef hem af. Schroef de nieuwe filter op. Sluit de stoelkap.
Afb. 20
55
Onderhoud en verzorging
5.10.5 Luchtfilter De luchtfilter zit in de motorruimte. De luchtfilter moet wekelijks worden gereinigd en na 125 bedrijfsuren worden vervangen. Een vuile filter leidt tot een vermindering van de prestaties en een sterke rookontwikkeling van de motor. De motor nooit laten werken zonder filterelement. De luchtfilter wordt als volgt gedemonteerd: • Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. • Zet de machine vast met de parkeerrem. • Open de stoelkap en draai de vleugelschroeven van de zijbeplating links los en verwijder ze. • Neem de zijbeplating af. • Verwijder de afsluitkap (afb. 21/1) en neem de filter (afb. 21/2) uit. • Reinig de filter (afb. 21/2) droog, vervang hem eventueel. De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Afb. 21
56
Onderhoud en verzorging
5.11 Hydraulisch systeem De hydraulische aggregaten zijn onderhoudsvrij. De onderhoudswerken zijn beperkt tot de controle van de hydraulische slangen en van het oliepeil en het vervangen van de olie en de oliefilter. Bij een regelmatige controle en periodiek onderhoud volgens het onderhoudsschema kunnen defecten vroegtijdig worden voorkomen. Het is aan te bevelen alle werken aan het hydraulisch systeem die voorbij eenvoudig onderhoud gaan, enkel te laten uitvoeren door een erkende Hakoonderhoudsdienst.
Afb. 22
5.11.1 Hydraulische olie controleren • • • • • • • •
Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Maak de snelsluitingen (afb. 22/1) los en neem het deksel (afb. 22/2) af. Reinig de omgeving rond de peilstok. Trek de peilstok (afb. 22/3) uit. Veeg af met een schone doek. Steek het afsluitdeksel tot tegen de aanslag in. Trek het afsluitdeksel met de peilstok (afb. 22/3) uit en lees het peil van de hydraulische olie af, vul evt. hydraulische olie bij. 57
Onderhoud en verzorging
5.11.2 Hydraulische olie bijvullen • Trek het afsluitdeksel met de peilstok (afb. 22/3) uit en lees het peil van de hydraulische olie af, zie paragraaf 5.11.1. • Om bij te vullen gebruikt u een geschikt vat met een gieter of trechter; beide moeten bestand zijn tegen olie. • Na het bijvullen dient u het oliepeil opnieuw te controleren. • Het oliepeil moet tussen de min- en max-markering (afb. 22/2) staan.
5.11.3 Hydraulische filter vervangen De hydraulische filter moet overeenkomstig het onderhoudsschema worden vervangen. Ga als volgt te werk om de hydraulische filter te vervangen: Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Open de stoelkap en draai de vleugelschroeven van de zijbeplating los en verwijder ze. Maak de hydraulische oliefilter (afb. 23/1) los door hem linksom te draaien en schroef hem af. • Schroef een nieuwe filter op, vul hem voordien met olie. • Rij een eindje met de machine. • Vul hydraulische olie bij tot het peil op de juiste hoogte staat. • Controleer het oliepeil. • • • •
Afb. 23
58
Onderhoud en verzorging
5.11.4 Hydraulische olie verversen De hydraulische olie moet overeenkomstig het onderhoudsschema worden ververst. Ga als volgt te werk om de hydraulische olie te verversen: • Breng de vuilvergaarbak (afb. 24/1) omhoog. • Schakel de motor uit en trek de contactsleutel uit. • Zet de machine vast met de parkeerrem. • Plaats een opvangbak onder de aflaatschroef (afb. 24/2) (de aflaatschroef (afb. 24/2) bevindt zich onder het hydraulisch reservoir (afb. 24/3)) en demonteer de aflaatschroef (afb. 24/2). • Draai de schroef in, let op de O-ring. • Vul met hydraulische olie (zie paragraaf 5.11.2).
Afb. 24
59
Onderhoud en verzorging
5.12 V-riem Sweepmaster P/D1200 RH 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
V-riem voor afzuigsysteem (75 Hz) Spanrol voor dynamo V-riemschijf V-riem voor hydraulische pomp Riemgeleiding Zeskantmoeren V-riem voor hoofdborstel Riemschijf voor hydraulische pomp Koppelingsrol voor hoofdborstel V-riem voor hoofdborstel Riemschijf voor hoofdborstel Trekveer
13. 14. 15. 16.
Spanrolhefboom Trekveer Spanrol Spanrolhefboom voor hoofdborstelaandrijving 17. V-riemschijf voor afzuigsysteem 18. V-riem voor dynamo (50 Hz) 19. Riemschijf voor hydraulische pomp 20. V-riem voor hydraulische pomp (150 Hz) 21. Riemschijf voor dynamo 22. Overbrengingsschijf voor hoofdborstelaandrijving
Afb. 25 60
Onderhoud en verzorging
5.13 Elektrisch systeem Sweepmaster P/D1200 RH 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
F1 Voorzekering (15A) F2 Regelapparaat voeding perm. (5A) F3 Regelapparaat voeding geschakeld (10A) F4 Claxon, oliedruk, optie zijborstel links (10A) F5 Verlichting (15A), optie F6 Verlichting (10A), optie F7 Parkeerlicht/achterlicht links (5A), optie F8 Parkeerlicht/achterlicht rechts (5A), optie F9 Schudmotor (35A) F10 Waarschuwingsknipperlichten en zwaailicht (10A), optie F11 Zijborstel links (4A), optie F12 Stuurspanning voorgloeien (10A) (enkel Sweepmaster 1200D) F13 Stuurspanning voorgloeien (10A) (enkel Sweepmaster 1200D) K1 Stuureenheid K4 Filterbewaking K5 Schudinrichting K2 Hulprelais K3 Hulprelais K6 Dimlicht of werkschijnwerper, optie K7 Knippersensor, optie A1 LPG schakeleenheid, optie F14 Gloeibougie (Sweepmaster D1200 RH) F0 Hoofdzekering (50A) (onder de batterij)
Afb. 26 61
Onderhoud en verzorging
Afb. 27
62
Onderhoud en verzorging
5.14 Speciale uitrusting en wisselstukken Benaming Bestuurderbeschermdak LPG-installatie Zijborstelsteun links Zwaailicht Zwaailicht High Performance-filter Comfortzwenkstoel Silence Kit Volrubberen wielen Volrubberen wielen Verlichtingssysteem Vervang-hoofdborstel Vervang-zijborstel Vervang-zijborstel
Beschrijving Reeks Sweepmaster 1200 LPG-installatie zonder wisselfles Met schotel, zonder borstel Voor bevestiging op het bestuurderbeschermdak Op stok Speciaal beklede uiterst fijne filter voor stofvrij vegen in probleemomgevingen Met instelbare vering Voor gebruik in omgevingen die gevoelig zijn voor lawaai Set defectvrije SE-Superelastic wielen 4.00-4 (2 achterwielen met velgen) Set defectvrije SE-Superelastic wielen 4.00-4, niet krijtend (2 achterwielen met velgen) Om het werkterrein te verlichten (volgens StVZO) Met polyamide-beborsteling Met Perlon (PA 1,5) Met Perlon (PA 2)
Bestelnr. 6304 6303 6336 6305 6306 zie wisselstukcatalogus 7093 6339 6334 6335 6302 6312 6314 6323
63
EG-conformiteitsverklaring (overeenkomstig EG-richtlijn 2006/42/EG) Hako B.V. Industrieweg 7 NL-6673 DE ANDELST verklaart in eigen verantwoording dat het product Sweepmaster P/D1200 RH Type: 6300 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan de desbetreffende fundamentele veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EG-richtlijn 98/37/EG en de vereisten van 89/336/EEG en 2006/42/EG. Voor de vakkundige omzetting van de in de EG-richtlijnen vermelde veiligheids- en gezondheidsvereisten werd(en) volgende norm(en) en/of technische specificatie(s) gebruikt:
DIN EN 60335-2-72 DIN EN 61000-6-2 DIN EN 61000-6-3 Andelst, 23.12.2009
Bernd Heilmann Directie
64
Hako B.V. · Industrieweg 7 · 6673 DE ANDELST · Tel. +31(0)488 - 473333 · www.hako.nl ·
[email protected]
Individuele opgaven vragen om individuele oplossingen, afhankelijk van het te reinigen oppervlak of de plaats waar de machine ingezet gaat worden. Met de virtuele adviseur van Hako vindt u voor uw specifieke inzet de passende machine, eenvoudig op www.hako.nl. U kunt u natuurlijk ook persoonlijk laten adviseren door een van onze adviseurs.
Uw interactieve adviseur leidt u naar een passende machine