Monumentenjaarverslag o ume te e jaa a vers a ag 2006-2007 0 62 0 Welstand d en Monumenten u M Midden N Nederland
Ter introductie
INTERVIEW Bep Murk
Dit is het eerste jaarverslag van de monumentencommissie van Welstand en Monumenten Midden Nederland. Met dit verslag sluiten we aan bij de goede gewoonte van de welstandscommissies om jaarverslagen te maken. Monumentenadvies De monumentencommissie van MMN, Monumenten Midden Nederland, is een commissie die het college van burgemeester en wethouders adviseert over bouwplannen voor monumenten en panden in beschermde gebieden. De commissie beoordeelt of de monumentale waarden van het pand en zijn directe omgeving niet worden aangetast door het bouwplan of door de restauratie. De taken van de monumentencommissie zijn vastgelegd in de gemeentelijke monumentenverordening. Behalve het adviseren over het verlenen van monumentenvergunningen kan de monumentencommissie ook over cultureel erfgoed in bredere zin advies geven. Bijvoorbeeld over de aanwijzing van monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten. Ook over de rol die cultuurhistorische waarden kunnen spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld bij nieuwbouw op het grondgebied van een historische buitenplaats, in een historisch dorpscentrum of bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan kan worden geadviseerd. Vaak gebeurt dit eerst in de vorm van vooroverleg. De commissie kan dus bij alles dat te maken heeft met het gemeentelijke monumentenbeleid en met het behoud van de cultuurhistorische waarden ingeschakeld worden. De expertise van de commissie kan de gemeente een belangrijke meerwaarde opleveren.
Onafhankelijke deskundigen De leden van de monumentencommissie zijn onafhankelijke deskundigen. In de periode van het verslagjaar hebben restauratiearchitect de heer ir. P. (Paulus) van Vliet en architectuurhistorici de heer drs. R. Blijdenstijn en mevrouw drs. M. Laméris zitting in de commissie gehad. Daarnaast werd voor tuinarchitectuur en landschapsaspecten het advies van historisch geograaf de heer drs. M. Kooiman ingewonnen. Mevrouw ir. W. Dubelaar is secretaris-deskundige. In enkele gemeenten is ook een burger lid van de commissie die veel weet over de (bouw)geschiedenis van zijn woonplaats, zoals de heer L. (Bep) Murk voor IJsselstein en mevrouw ir. H. van Elk-de Cneudt en de heer J. van Berkum voor Baarn. De technische en onafhankelijke voorzitter van de monumentencommissie wordt aangesteld door het algemeen bestuur 2
van WMMN. In 2006 volgde mevrouw E. van den Bosch-van der Heide, wethouder van Rhenen, mevrouw K. Stadhouders, voormalig wethouder van De Bilt, op. Plaatsvervangend voorzitter was de heer H. Hoogenhout.
Waar en wanneer De commissie vergadert één keer per maand. De vergaderingen vinden plaats in het kantoor van Welstand en Monumenten Midden Nederland in Bunnik. Indien er aanleiding voor is, wordt er op locatie vergaderd. Op www.stamu.nl/ agenda staan de vergaderdata. De vergaderingen zijn openbaar. Opdrachtgevers en ontwerpers krijgen gelegenheid om een toelichting te geven op de plannen. De medewerker monumentenvergunningen van de gemeente wordt altijd uitgenodigd bij de behandeling van de plannen. De medewerker kan een nadere toelichting verstrekken en kan direct kennis nemen van het advies van de commissie. Bovendien kunnen vragen die bij de gemeente leven, direct beantwoord worden.
Werkwijze Naar aanleiding van de behandeling in de vergadering brengt de commissie schriftelijk advies uit. De secretaris-deskundige heeft mandaat van de commissie, zodat tussentijds adviezen kunnen worden uitgebracht, (voor)overleg kan plaatsvinden en aanvragen buiten de vergadering om afgehandeld kunnen worden. Indien gewenst wordt een bezoek ter plaatse afgelegd. Bovendien treedt de secretaris-deskundige op als gedelegeerde van de commissie, bijvoorbeeld bij overleg met externe partijen. De monumentencommissie en de welstandscommissie zijn onderdeel van één organisatie. Dit biedt als voordeel dat veelvuldig onderling overleg wordt gevoerd over aanvragen die beide commissies betreffen. Zo kunnen de adviezen op elkaar afgestemd worden. In bijzondere gevallen is een gecombineerde vergadering van de monumentencommissie met de welstandscommissie mogelijk. Daarnaast overleggen de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), de provincie en de monumentencommissie regelmatig, zowel in het maandelijkse planoverleg als ook daarbuiten.
Als geboren en getogen IJsselsteiner brengt Bep Murk (geboren 1933) al sinds de oprichting van de monumentencommissie de lokale kleur van zijn gemeente in de monumentencommissie. Als geen ander kent hij het klappen van de zweep en weet hij de essentie van het advieswerk te typeren. In zijn huis, dat boordevol boeken, historische foto’s en schilderijen van IJsselstein staat, vertelt hij over zijn passie voor historische gebouwen en zijn werk voor de commissie. Bep Murk: “Al sinds mijn 14de jaar ben ik nieuwsgierig naar gebouwen en hun geschiedenis. Het begon allemaal net na de Tweede Wereldoorlog met een foto in de krant waarop een generaal met zijn tank voor een piramide in Egypte stond. Ik wist niet wat een piramide was, maar ik was meteen voor het leven geboeid door deze bouwkunst. Dit was de eerste keer dat ik besefte dat we voorouders hebben, dat we een geschiedenis hebben. Ik ging mij verdiepen in geschiedenis en architectuur. Door mijn beroep als huisschilder leerde ik ieder kozijn in IJsselstein kennen. Van ieder richeltje zocht ik uit waar het voor diende en tot welke stijl het behoorde.
namelijk duidelijk dat veel gemeenten niet in staat waren een eigen commissie in te stellen zoals de wet dat voorschreef. Op deze manier werden de krachten gebundeld. Ik werd afgevaardigd om IJsselstein te vertegenwoordigen. Dat doe ik nog steeds, omdat deze professionele mensen mij als volwaardig commissielid accepteren.
De geschiedenis centraal Ik beschouw het als mijn taak binnen de commissie om de historie van IJsselstein een volwaardige plaats in de beoordeling van bouwplannen te geven. Het ontstaan, het gebruik en de betekenis van een gebouw binnen een gemeenschap vind ik belangrijk. Ik neem altijd foto’s mee naar de commissievergaderingen om te laten zien hoe het vroeger was en hoe de omgeving eruit ziet. Ik denk dat er in de tijd dat ik nu in de commissie zit – en dat is inmiddels al bijna twintig jaar – er veel meer aandacht voor deze aspecten is gekomen. Vroeger lag de nadruk op de architectuur, tegenwoordig worden wijzigingen aan gebouwen vanuit een veel breder perspectief beoordeeld.
Behoud van oude gebouwen
Functioneel
Ik had een winkel en schildersbedrijf in de binnenstad van IJsselstein. Toen mijn bedrijfspand bedreigd werd door saneringsplannen, liet ik voor het eerst mijn stem horen voor het behoud van de historische stad. Al gauw merkte ik dat ik weinig in de melk te brokkelen had. Zo groeide het idee om een achterban te creëren. Begin jaren zeventig richtte ik de Historische Kring IJsselstein (HKIJ) op. 25 jaar lang zette ik mij als voorzitter in voor de historie en het behoud van oude gebouwen. En met succes. Hoewel mij dit niet altijd in dank werd afgenomen. En toch: er waren eigenaren die sloop voor ogen hadden, maar mij later bedankten dat ik hier een stokje voor gestoken had. In functie van voorzitter van de HKIJ leerde ik andere monumentenzorgers kennen en raakte ik betrokken bij de oprichting van de Provinciale Utrechtse Monumentencommissie (PUMC) in 1991. De Monumentenwet 1988 vormde de directe aanleiding hiervoor. Al snel werd
Wat ik ook belangrijk vind, is dat het pand niet alleen blijft bestaan, maar ook bruikbaar is. Je kunt niet alles bewaren. De commissie heeft het behoud als uitgangspunt, maar houdt de functie ook goed in de gaten. De Benschopperstraat 34 in het centrum van IJsselstein is een mooi voorbeeld hoe de commissie een positieve bijdrage kan leveren aan een restauratie. De eigenaren wilden het pand zo veel mogelijk in zijn bestaande situatie behouden en in samenspraak met de commissie is er een prachtig plan gemaakt. Dat is inmiddels al weer ongeveer tien jaar geleden, maar ik vind het nog steeds één van de mooiste monumenten van IJsselstein.”
3
Jaarverhaal 2006 - 2007
UITGELICHT bijzondere projecten
Cijfers In 2006 zijn 215 aanvragen ingediend voor monumentenadvies en zijn 81 daarvan in de commissie behandeld. De secretaris-deskundige handelt een groot aantal plannen onder mandaat af om het aantal plannen in de commissie beperkt te houden. Dit geldt voor aanvragen waarvan de mening van de commissie als bekend mag worden verondersteld of waarbij de plannen van ondergeschikt belang zijn voor de cultuurhistorische waarde van het monument. De commissie kwam 14 keer bijeen, waarvan één keer op locatie in Veenendaal, één keer bij kasteel Sterkenburg te Driebergen en één keer in combinatie met de welstandscommissie van De Bilt. In 2007 werden 218 adviesaanvragen behandeld, waarvan 102 in de commissie. De commissie kwam in 2007 eveneens 14 keer bijeen, waarvan één keer in combinatie met de welstandscommissie van Baarn. Cijfers per gemeente
2006
2007
Baarn
23
16
Bunnik
6
5
Bunschoten
3
1
De Bilt
30
14
De Ronde Venen
12
20
Eemnes
8
5
IJsselstein
15
22
Utrechtse Heuvelrug
68
79
Veenendaal
16
15
Wijk bij Duurstede
32
35
Woudenberg
2
6
Totaal
215
218
daarmee nieuw binnen MMN. Eind 2007 koos Bunnik voor een eigen gemeentelijke monumentencommissie, hetgeen voortvloeide uit hun nieuwe monumentenbeleid. Een groeiend aantal gemeenten toont interesse voor aansluiting, vanwege financiële en organisatorische redenen, vanwege de deskundigheid en de onafhankelijkheid van MMN en de sterke relatie met welstand. De betrokkenheid van de burgers en de inbreng van lokale kennis kan gewaarborgd worden door het aanstellen van een burgerlid.
Commissieleden Half 2007 kreeg de commissie versterking van twee burgerleden uit Baarn, mevrouw H. van Elk-de Cneudt en de heer J. van Berkum. Met hun inbreng is de sterke betrokkenheid van de bevolking van Baarn met de historie en de monumenten in de commissie gewaarborgd. We moesten helaas afscheid nemen van twee mensen. Zo verliet restauratiedeskundige vanaf het eerste uur, architect ir. P. (Paulus) van Vliet, de commissie. Hij is vervangen door de restauratiearchitect ir. C. Bouwstra. Voor mevrouw ir. M. Nering Bögel, afgevaardigde van de monumentenraad van De Bilt, hield de zittingstermijn in de monumentenraad op en daarmee ook haar vertegenwoordiging in onze commissie.
Op locatie Op 1 maart 2006 hield de commissie een rondrit door de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug in het bijzijn van wethouder R. Waltmann. Zo kon goed kennis gemaakt
Werkterrein Het werkterrein van MMN werd in 2006 uitgebreid met de gemeente Veenendaal en met de nieuw gevormde gemeente Utrechtse Heuvelrug. Hierin zijn de voormalige gemeenten Driebergen, Doorn, Maarn, Leersum en Amerongen samengegaan. De vroegere gemeenten Driebergen en Amerongen zijn 4
worden, zowel met het gebied als met elkaar. Op 22 maart 2007 bezocht de commissie samen met alle werknemers van het kantoor van WMMN Paleis Soestdijk, dat kort daarvoor officieel was opengesteld voor publiek. Het was zeer interessant om na alle adviezen het eindresultaat te bekijken.
MMN is niet alleen betrokken bij het adviseren over bouwplannen, maar ook bij een groot aantal bijzondere projecten, zoals de inventarisatie en selectie van gemeentelijke monumenten. Ook gemeenten die de monumentencommissie van WMMN niet hebben aangewezen als hun gemeentelijke monumentencommisie maken gebruik van deze diensten. Van inventarisatie tot en met aanwijzing
Beleidsnota’s en advies monumentenbeleid
In de verslagperiode heeft MMN een start gemaakt met de gemeentelijke monumentenlijst van Wijk bij Duurstede. Na een uitgebreide inventarisatie heeft de commissie twee maal extra vergaderd om mogelijke gemeentelijke monumenten te selecteren. Dit leidde tot een voorstel van ruim 180 panden. In 2006 zijn de eerste redengevende beschrijvingen gemaakt. In Veenendaal is een uitgebreid cultuurhistorisch onderzoek gedaan naar de voormalige SKF fabriek uit 1954 aan de Wageningselaan 2. Dit heeft geresulteerd in de aanwijzing van de fabriek als gemeentelijk monument, waarmee de dreigende sloop is voorkomen. Als vervolg hierop heeft de gemeente MMN verzocht om te onderzoeken of de gemeentelijke monumentenlijst kan worden uitgebreid. Hierbij is onder meer het erfgoed uit de Wederopbouwperiode betrokken. Mede op basis van bestaand onderzoek en literatuur, een wandeltocht onder leiding van een lid van de Historische Vereniging Oud Veenendaal en wensen van de gemeente zelf is een voorselectie gemaakt. Na twee selectievergaderingen van de monumentencommissie is een voorstel voor ongeveer veertig nieuwe gemeentelijke monumenten ingediend. Ook zijn de cultuurhistorische waarden van de wederopbouwwijk Het Franse Gat, de eerste naoorlogse uitbreidingswijk van Veenendaal, onderzocht. Voor Leusden zijn eveneens enkele redengevende beschrijvingen gemaakt ten behoeve van plaatsing van panden op de gemeentelijke monumentenlijst. In Bunschoten maakte W. Dubelaar deel uit van een gemeentelijke werkgroep die tot doel had om een selectie van panden voor een gemeentelijke monumentenlijst op te stellen. In Baarn ondersteunde MMN de gemeente in het gehele proces: van inventarisatie tot en met de hoorzittingen en bezwaarprocedures. Na de selectie en het opstellen van beschrijvingen organiseerde MMN in maart 2007 een informatieavond voor de betrokkenen.
Een gemeentelijke monumentennota is maatwerk, dat vaak complex en tijdrovend is. MMN heeft in 2006 - 2007 gemeenten, zoals Bunnik, hierin ondersteund. In 2007 is begonnen met het ambitieuze werk om te komen tot een nota Erfgoed voor Utrechtse Heuvelrug. Deze gemeente is de op twee na grootste monumentengemeente van de provincie Utrecht. De grote omvang van het gebied, de samenvoeging van vijf sterk verschillende kernen en het feit dat het gebied deel uitmaakt van de Stichtse Lustwarande maken de gemeente bijzonder en maatwerk extra belangrijk. In 2007 is een startnotitie geschreven als basis voor de nota Erfgoed. Deze is door de politiek enthousiast ontvangen. De nota Erfgoed zal in 2008 worden gerealiseerd. Verder zijn gesprekken gevoerd in De Ronde Venen over de plannen voor een herijking van het gemeentelijke monumentenbeleid. Er is geadviseerd op het eerste Spoorboekje/ Concept Plan van Aanpak. Later is meegedacht met het Plan van Aanpak, dat door de gemeente zelf is opgesteld.
Verordeningen In samenwerking met de gemeente is in 2006 voor Veenendaal een nieuwe subsidieverordening opgesteld. De nieuwe verordening betekent een heldere en tijdsbesparende procedure voor de gemeenteambtenaren in samenhang met een rechtvaardige verdeling van de middelen voor alle betrokkenen. In december 2006 vond ter toelichting een druk bezochte informatieavond voor eigenaren van gemeentelijke monumenten plaats, die in samenwerking met MMN georganiseerd was.
Detachering In 2005 verving mevrouw drs. B. Giesen-Geurts tijdelijk de medewerker monumenten van Amerongen. Vervolgens is zij in 2006 in Breukelen werkzaam geweest. Vanaf de zomer 2006 is de heer ing. P. den Hertog door WMMN daar gedetacheerd.
5
BUNSCHOTEN
UITGELICHT de gemeenten
De voormalige herberg Het Lam uit 1625 aan de Dorpsstraat 58-60, één van de oudste panden van Bunschoten, stond al geruime tijd leeg. Dit deed het pand geen goed. Gelukkig kreeg het een nieuwe eigenaar die het wilde restaureren. De wand met bedstedes in twee lagen boven elkaar, de kelder, de voormalige gelagkamer en de oude spanten in het achterhuis werden behouden en hersteld. MMN adviseerde over de wens om de vroegere visafslag aan de Oude Haven geschikt te maken voor verhuur aan groepen, bijvoorbeeld voor trouwerijen. De noodzakelijke aanpassingen vanuit alle regelgeving bleken echter te leiden tot ernstige aantasting van de karakteristiek van het bijzondere pand. De plannen hebben vooralsnog geen doorgang gevonden. Dankzij inspanningen van diverse partijen kon de schoorsteen van de Eemlandia melkfabriek weer herbouwd worden.
BAARN Vanaf begin 2006 adviseerde MMN over de plannen voor Paleis Soestdijk. De plannen betroffen tijdelijke voorzieningen voor drie jaar die geen schade aan het monument mochten aanrichten, ondanks de veiligheidsvoorschriften en het gebruik door vele bezoekers. MMN behandelde niet alleen de plannen voor het interieur, maar ook voor de tuin. Eind januari 2007 opende het paleis zijn deuren voor publiek. Daarnaast vroeg het renovatieplan van kasteel Drakensteijn in De Lage Vuursche om een extra zorgvuldige behandeling. Behalve verschillende plannen voor verbouwing of renovatie van monumentale villa’s behandelde de commissie ook enkele aanvragen van panden die onder de voorbescherming van de aanwijzingsprocedure tot gemeentelijk monument vielen. De commissie is intensief betrokken geweest bij de plannen voor de wijzigingen aan het spoor en de overwegen die een directe relatie hebben met het station en het Baarnse Bos.
6
DE BILT In De Bilt is nauw samengewerkt met de Monumentenraad van de gemeente. Er is zowel over de herontwikkelingsplannen voor het voormalige gemeentehuis van Maartensdijk en de omgeving daarvan, alsook over de plannen rondom het Vinkenplein, waar het beschermde dorpsgezicht van de Nachtegaallaan deels bij betrokken is, gezamenlijk overleg gevoerd met de ontwikkelaar en de gemeente. Vervolgens zijn de adviezen van MMN en de Monumentenraad op elkaar afgestemd. Ook is veel gesproken over de plannen rond het vroegere gemeentehuis en politiekantoor van De Bilt aan de Dorpsstraat 25. Dit is een gemeentelijk monument dat een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van De Bilt representeert. De in strijd met de vergunning uitgevoerde werkzaamheden bij Beerschoten aan de tuin en in het interieur beoordeelde de commissie als een ernstige aantasting van de monumentale waarde. De commissie was erg enthousiast over de bijzonder vormgegeven nieuwbouw aan de oude genieloods op Fort Voordorp.
BUNNIK
DE RONDE VENEN
Het in oorsprong 16-de eeuwse hoofdgebouw van Kasteel Beverweerd krijgt een nieuwe bestemming als kantoor. De plannen voor het herstel betreffen zowel de gevels aan de buitenzijde als wijzigingen aan het interieur. De buitengevels zijn rond 1850 met een blokmotief gestuct. Dit stucwerk is er deels vanzelf af gekomen, deels er bewust vanaf gehaald. De gevelstenen zijn hierdoor ernstig beschadigd. De keuze is daarom gevallen op het volledig herstellen van het stucwerk met blokmotief, ondanks dat dit niet stamt uit de tijd van het ontstaan van het kasteel.
In De Ronde Venen zijn veel subsidieaanvragen behandeld voor gemeentelijke monumenten, zoals voor herstel van de rieten kappen van monumentale boerderijen of funderingen, maar ook voor het herstel van de ramen van de H. Antonius van Padua kerk in De Hoef. De voormalige kerk aan de Piet Heinlaan 3 in Amstelhoek is omgebouwd tot één woning, maar dit bleek voor de eigenaar financieel niet langer haalbaar. De plannen voor een tweetal woningen op het voorterrein en een zestal grondgebonden woningen in de kerk zelf stuitten echter op bezwaar van de commissie. Het programma werd als te zwaar beoordeeld, aangezien de structuur van de kerk, de beleving van het interieur en het aanzicht van de vrijstaande kerk hierdoor in ernstige mate zouden worden verstoord.
7
EEMNES Het pand aan Molenweg 8 is aangewezen als gemeentelijk monument. De eigenaar wenstte echter het pand te slopen en opnieuw op te bouwen. Na diverse gesprekken met de eigenaar, samen met wethouder N. Seure en bezoeken ter plekke zijn de plannen zodanig aangepast, dat getracht zal worden zoveel mogelijk van het pand te behouden. De voormalige boerderij uit 1652 aan de Wakkerendijk 88 is één van de oudste van Eemnes. Deze cultuurhistorisch zeer interessante boerderij bezit nog een grote samenhang in de erfbebouwing, die bestaat uit schuren, hooibergen en een melkhuisje. De plannen voor verbouwing tot woning zijn nauwgezet gevolgd en uiteindelijk positief beoordeeld.
VEENENDAAL In deze voor MMN nieuwe gemeente werd de commissie direct geconfronteerd met een zeer gecompliceerd plan. Van de voormalige Hollandia Wol fabriek stond behalve het kantoorgebouw aan het Verlaat niet veel meer overeind dan een ruïne waar de bomen uit het dak groeiden. Het pand is aangewezen als gemeentelijk monument en sloop was dus niet aan de orde. Dit gebouw, gelegen in het hart van Veenendaal, vertegenwoordigt een belangrijk onderdeel van de industriële en sociale geschiedenis van de gemeente. Behoud bleek echter uiterst moeizaam. Voor een goede kennismaking en om de situatie volledig te kunnen opnemen werd besloten ter plekke te vergaderen. Hoewel de commissie geen voorstander is van fragmentarische monumentenzorg is uiteindelijk in dit unieke geval positief geadviseerd over uitsluitend het behoud van de gevels en de schoorsteen. De schoorsteen bleek tijdens de realisatie van de nieuwbouw eromheen een gevaar te vormen en is voor de tijd van de bouw tijdelijk in vier delen gedemonteerd en naast het bouwterrein opgeslagen.
IJSSELSTEIN Aan de Noord IJsseldijk 45 bevindt zich een oude stal die de eigenaar tot woning wenst om te bouwen. In het plan werd voorgesteld de westelijke kopgevel te slopen en te vervangen door een glazen wand. Dit stuitte op bezwaren van de commissie. Na bouwhistorisch onderzoek bleek echter dat deze gevel uit hergebruikt materiaal was opgebouwd en in de fundering geen eenheid met de rest vormde. Vervolgens werd daarom toch ingestemd met het verwijderen van de gevel. Er werd gekozen voor een glazen gevel met schuifbare lamelpanelen, zodat enerzijds het gesloten karakter behouden zal blijven en anderzijds voldoende lichtinval kan worden gerealiseerd. In het pand Kloosterstraat 9 bleken de oude moerbalken de nieuwe natuurstenen vloer van het appartement erboven niet te kunnen dragen. De balken waren ernstig verzakt en gebarsten. Om grootschalige afbraak te voorkomen en het historische bouwmateriaal te behouden is hier gekozen voor een noodoplossing met extra stalen balken die in het plafond worden weggewerkt.
WIJK BIJ DUURSTEDE Alle plannen in de beschermde stadsgezichten van Wijk bij Duurstede en Cothen worden aan de commissie voorgelegd. Daarnaast kent de gemeente vele rijksbeschermde kastelen, boerderijen en buitenplaatsen. Dit betekent een breed spectrum aan adviesaanvragen. De plannen voor de realisatie van eerst zes en later vier woningen aan Langs de Wal 2-4, in de zichtas van de Volderstraat naar het kasteel en aan de voet van de omgrachting, zijn diverse malen door de commissie behandeld. De oude blekerij werd uiteindelijk behouden en verbouwd tot woning. De aangrenzende nieuwbouw werd met begrip voor de historische locatie, de zichtlijnen en de schaal van de binnenstad aangepast. Daarnaast is de commissie verschillende malen geconfronteerd met de ruime mogelijkheden in het bestemmingsplan voor het volledig dichtbouwen van binnenterreinen in de historische stad, hetgeen in de voorkomende gevallen een aanzienlijke aantasting van de cultuurhistorische waarde betekende. De steenfabriek aan de Lekdijk West 28 wordt met behulp van subsidie van de provincie gerestaureerd en zal een bezoekerscentrum gaan huisvesten.
UTRECHTSE HEUVELRUG Aangezien de gemeente wordt gekarakteriseerd door een aaneengesloten lint van buitenplaatsen en kastelen, maar ook door vele boerderijen, schaapskooien, een beschermd stadsgezicht en fraaie villa’s betekent dit een constante stroom van adviesaanvragen. In Amerongen werd de commissie geconfronteerd met plannen voor de verplaatsing van de molen. Het terrein eromheen zou beter exploitabel zijn en de te restaureren molen zou beter tot zijn recht komen. De commissie stemde in met de restauratie, maar had moeite met het wijzigen van de historische situering. Tenslotte is voor de molen en de omgeving een passend bouwplan voorgelegd. De verharding van de paden rond Huis Doorn, evenals die van de buitenplaats Broekhuizen in Leersum vormde de aanleiding tot discussie en een rondgang langs diverse voorbeelden. Bij kasteel Broekhuizen maakte dit onderdeel uit van het masterplan voor de buitenplaats dat in grote bijeenkomsten met belanghebbenden en adviseurs tot stand is gekomen. In Maarn zijn door de nieuwe eigenaar van ’t Stort haalbare plannen voorgelegd voor het behoud en herbestemmen van de buitenplaats en de bijgebouwen. Ook is een principe-uitspraak gedaan over mogelijke nieuwbouw op het terrein. Van buitenplaats Dennenburg in Driebergen zijn na het hoofdgebouw ook de oranjerie, de boerderij en het koetshuis uitvoerig aan de orde geweest. De vervallen gebouwen zullen alle weer in ere worden hersteld. Op kasteel Sterkenburg was de voltallige commissie te gast voor de behandeling van de restauratie en de reconstructieplannen en mocht zij aansluitend haar maandelijkse vergadering houden op het terras aan de gracht.
8
WOUDENBERG Aan de Zeisterweg bevindt zich een buitenissig landhuis uit 1889, gebouwd in de stijl van een neogotisch kasteel. De Viersprong, ook wel buitenplaats Constantiahoeve genoemd, bestaat uit dit huis en een koetshuis en een Zwitsers chalet. De huidige eigenaar wilde hier een kantoor van maken en wenstte het hoofdgebouw en het chalet via een deels verdiepte gang met elkaar te verbinden. Na enige aanpassingen van de eerste ontwerpen is een oplossing gevonden die geen afbreuk doet aan de monumentale waarden van de panden en het terrein. Het hoofdgebouw wordt gerestaureerd en het koetshuis krijgt zijn oude allure terug. Bij de uitspanning van de Pyramide van Austerlitz wordt het voormalige koetshuis omgebouwd tot bezoekerscentrum van de Pyramide, waarin informatie over de geschiedenis van dit bijzondere monument en zijn omgeving verstrekt zal worden.
9
Nieuws rond Monumentenzorg
EEN NIEUWE RIJKSDIENST VOOR HET CULTURELE ERFGOED Op 1 september 2006 zijn de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RdMz) en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) gefuseerd tot een nieuwe organisatie: de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Door de fusie wordt het behoud van het erfgoed vanuit een integrale visie nagestreefd van zowel de gebouwen en objecten, het maritieme erfgoed, de archeologie als de (cultuur)landschappelijke en stedenbouwkundige structuren. Meer informatie: www.racm.nl
DE WAMZ Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze wet vloeit voort uit het Verdrag van Valletta uit 1992 (Verdrag van Malta). Dit verdrag beoogt archeologie een volwaardige plaats in ruimtelijke ordeningsprocessen te geven door zo goed en zo vroeg mogelijk rekening te houden met archeologische waarden in de grond. Uit de nieuwe wet zijn wijzingen in de Ontgrondingenwet, de Wet milieubeheer, de Woningwet en de Wet op de ruimtelijke ordening voortgevloeid. Met het nieuwe, wettelijke regime is er sprake van een verschuiving van taken en verantwoordelijkheden naar de gemeenten. Meer informatie: www.stamu.nl
Welstand en Monumenten Midden Nederland
Voor meer informatie en vragen: InfoDesk RACM 033-4217456 of
[email protected]
WABO De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft als doel om dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren en de bestuurlijke lasten te verminderen. Na invoering van de Wabo kan een burger of bedrijf voor alle activiteiten in één keer een vergunning aanvragen bij één loket. Daarbij krijgt hij te maken met slechts één procedure, één besluit van het bevoegd gezag (meestal de gemeente), één procedure van rechtsbescherming en één handhaver (eveneens meestal de gemeente). De Wabo heeft ook voor de monumentenvergunning gevolgen. Zo zullen aanvragen voor gemeentelijke monumenten binnen de termijnen voor reguliere bouwaanvragen afgehandeld moeten worden. Zo niet, dan is de vergunning van rechtswege verleend (fatale termijnen). Bovendien heeft een bezwaarprocedure geen schorsende werking op de vergunning. De procedures rond rijksmonumenten zijn vooralsnog niet gebonden aan de korte(re) en fatale termijnen en voor deze monumenten behoudt een bezwaarprocedure wel een schorsende werking. De invoering van deze wet is voorlopig uitgesteld. Op de hoogte blijven: www.omgevingsvergunning.vrom.nl
MOMO BEPERKING ADVIESPLICHT RACM Er is een wetsvoorstel in voorbereiding voor de beperking van de ministeriële adviesplicht bij aanvragen om een monumentenvergunning. Deze wetswijziging zal naar verwachting met ingang van 1 januari 2009 inwerking treden. De maatregel is erop gericht meer verantwoordelijkheid bij de gemeenten te leggen, de procedures te vereenvoudigen en de kennis van de RACM gerichter in te kunnen zetten. De beperking zal inhouden dat de RACM alleen nog bij ingrijpende wijzigingen, sloop, reconstructie en herbestemming advies zal geven. Voor gemeenten zal een meldingsplicht voor aanvragen van monumentenvergunningen gelden. Met ingang van de nieuwe wet moeten alle gemeenten beslissingsbevoegd zijn. Dit betekent dat ze moeten beschikken over een monumentenverordening en een monumentencommissie. 10
In 2007 gaf minister Plasterk het startsein voor een project dat moet gaan leiden tot de modernisering van de monumentenzorg (MoMo). De laatste jaren is al veel werk verzet om monumentenzorg aan te passen aan de huidige kijk op het monumentale erfgoed. Toch is de basis van het monumentenbeleid nog gebaseerd op de Monumentenwet 1988, en dus twintig jaar oud. Het huidige stelsel geeft geen of onvoldoende antwoord op actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Eén van de vragen waarop het project antwoord moet geven, is “Welke consequenties heeft het uitgangspunt ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’ voor de omgang met het erfgoed?”. Meer informatie: www.minocw.nl/moderniseringmonumentenzorg
Welstand en Monumenten Midden Nederland is een organisatie die zich breed inzet voor de ruimtelijke kwaliteit in Midden Nederland, met daarin welstand en monumentenzorg als speerpunten. Voor 24 gemeenten in de provincie Utrecht voert Welstand en Monumenten Midden Nederland als gemeenschappelijke regeling de wettelijke adviestaak in het kader van de Woningwet uit. Dit betekent dat de welstandscommissies van Welstand en Monumenten Midden Nederland beoordelen of een bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand (past binnen zijn omgeving en/of bij het al bestaande gebouw). Daarnaast hebben 11 gemeenten de monumentencommissie van WMMN aangewezen als hun gemeentelijke monumentencommissie. Deze commissie adviseert in het kader van de monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening. De monumentencommissie beoordeelt of met het bouwplan de monumentale waarde van het monument of beschermde gebied wordt aangetast.
Meer dan reguliere taken Naast deze reguliere taken ondersteunt Welstand en Monumenten Midden Nederland gemeenten bij vragen over allerlei aspecten van de gemeentelijke monumentenzorg en bij de uitvoering van bijzondere projecten. Zo stelt MMN beleidsnota’s op, voert inventarisaties en selecties uit ten behoeve van gemeentelijke monumentenlijsten en verzorgt redengevende omschrijvingen. Ook ondersteunt MMN de gemeenten bij de aanwijzingsprocedures en de communicatie over monumentenzorg, bijvoorbeeld door het houden van informatieavonden en het samenstellen van informatiepakketten. Lees meer hierover in de rubriek Uitgelicht: bijzondere projecten. www.welmon.nl 030 656 90 00
[email protected]
STAMU Welstand en Monumenten Midden Nederland voert in een samenwerkingsverband met Landschap Erfgoed Utrecht de taken uit van het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (STAMU). Dit steunpunt ondersteunt gemeenten bij hun wettelijke taken rond archeologie en monumenten. Ook organiseert het steunpunt het reguliere planoverleg tussen Rijk, provincie en gemeenten over belangrijke bouwplannen en ontwikkelingen. Regelmatig worden studiedagen georganiseerd rond actuele thema’s (ROMA-bijeenkomsten). www.stamu.nl 030 6567024
[email protected]
Even voorstellen: Wietske Dubelaar Architect Wietske Dubelaar studeerde bouwkunde aan de TU-Delft met de specialisatie Restauratie. Sinds 1994 is zij werkzaam bij Welstand en Monumenten Midden Nederland. Eerst als welstands-rayon-architect, maar al snel ook als secretaris-deskundige van de monumentencommissie. De laatste jaren richt zij zich als coördinator monumenten volledig op het monumentenwerk van MMN. Zij is als secretaris-deskundige van de monumentencommissie verantwoordelijk voor het opstellen van de adviezen en het voorbereiden van de vergaderingen. Bovendien onderhoudt zij contacten met de gemeenten en met de aanvragers van de bouwplannen. Daarnaast vervult zij een coördinerende rol in de ondersteunende en adviserende werkzaamheden op het gebied van gemeentelijk monumentenbeleid, zoals het opstellen van monumentennota’s en verordeningen en de selectie, beschrijving en aanwijzing van gemeentelijke monumenten. Vanuit WMMN is zij ook coördinator en adviseur monumenten bij het STAMU.
11
COLOFON Tekst Wietske Dubelaar (WMMN) en Marina Laméris (TasT) Fotografie Wietske Dubelaar (WMMN) en Roel van Norel (TasT) Ontwerp twee PK, Utrecht | www.tweepk.nl Druk Avant | GPC, Werkendam Uitgave september 2008 Dit jaarverslag informeert over het werk van de monumentencommissie van Welstand en Monumenten Midden Nederland. Het verslag verschijnt één keer in de twee jaar. Welstand en Monumenten Midden Nederland Postbus 115 3980 CC Bunnik 030 6569000 Vragen of op de hoogte blijven? Ga naar www.welmon.nl of www.stamu.nl