D e Wa r m t e m e t e r Special Warmtepompen 21e jaargang, voorjaar 2008
1
Geachte relatie, In Nederland is een stille revolutie gaande als het gaat om de toepassing van nieuwe, duurzame en efficiënte technologieën voor de opwekking van energie. Dan heb ik het niet over de grootschalige windparken op zee en op
-
In deze uitgave
-
Uitbesteden warmtesysteem is vaak de beste optie Persoonlijke nota prikkelt klant tot energiebesparing Nauwkeurigheid van de nota moet optimaal zijn Kostenverdeling in warmtepompsystemen voor collectief gebruik Nieuwe ventilatiewarmtepomp reduceert CO2-uitstoot met 40% Warmtepomp is onlosmakelijk verbonden met energieneutrale gebouwen Met minimale investering zoveel mogelijk warmte produceren Vele duurzame ambities sneuvelen op gebrek aan consensus, durf en doorzettingsvermogen
land, of de tonnen biomassa die worden meegestookt in elektriciteitscentrales, maar over slimme, kleinschalige, vrijwel onzichtbare oplossingen in de gebouwde omgeving die niettemin een forse bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming van onze energiehuishouding. De warmtepomp is zo’n slimme oplossing. Het is een beproefde techniek die al vele jaren wordt toegepast maar die nu echt op grote schaal lijkt door te breken. Het politieke tij zit mee: het kabinet wil deze regeerperiode fors inzetten op CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie. Maar ook op lokaal niveau neemt het bewustzijn toe: gemeentes, bedrijven, woningcorporaties en ook consumenten gaan actief op zoek naar duurzame energietoepassingen in woningen en gebouwen. Niet in de laatste plaats omdat de energieprijzen inmiddels zo de pan uitrijzen dat duurzame oplossingen economisch steeds interessanter worden. ista Nederland gelooft in het potentieel van de warmtepomp. Om allerlei redenen is deze mooie technologie – in vergelijking tot de ons omringende landen - tot nu toe niet echt doorgebroken in Nederland. Maar ik heb vertrouwen dat de recente, hernieuwde aandacht voor de warmtepomp de komende jaren zal doorzetten. Het is een mooi idee dat de natuurlijke warmte uit de aarde of de buitenlucht kan worden aangewend voor de verwarming van onze huizen en gebouwen zonder dat we deze natuurlijke bronnen uitputten of schade berokkenen. En dan heb ik het nog niet eens over de mogelijkheden voor koeling, waarmee er een goed alternatief voor energieslurpende airconditioningsystemen voor handen is. Daarom is deze speciale editie van de Warmtemeter geheel gewijd aan de warmtepomp. Diverse betrokkenen en deskundigen komen aan het woord over de stand van zaken, het potentieel van de warmtepomp in Nederland, de belemmeringen voor de ontwikkeling ervan en de oplossingsrichtingen. ista wil op deze manier de discussie over warmtepompen graag verder helpen en draagvlak creëren voor deze duurzame, kansrijke technologie. Een van de belangrijke boodschappen die ik meekreeg bij het lezen van de interviews is dat het simpelweg neerzetten van een warmtepomp in een woning of gebouw niet voldoende is. Zo’n pomp is meer dan een stuk techniek, het is een energiesysteem dat optimaal ingeregeld moet worden en zorgvuldig gemonitord om een zo hoog
2
mogelijk rendement te krijgen. Dat vraagt veel extra inspanning en expertise van ontwikkelaars en beheerders, zodat het vaak zinvol is om deze diensten uit te besteden. Dit geldt ook voor het hele afrekentraject rond de warmtepomp. Als er sprake is van collectieve systemen met meerdere aansluitingen, wordt het al snel interessant om het afrekentraject en klantenbeheer uit te besteden aan een trusted third party. ista, dat actief is in 25 landen en de kostenverdeling voor energie en water van ruim 10 miljoen woningen verzorgt, is zo’n betrouwbare dienstverlener. Wij nemen ontwikkelaars en beheerders zorgen uit handen door het gehele traject van onder andere registratie, monitoring, facturering en klachtenafhandeling op ons te nemen. Vele klanten maken al vanaf het begin in 1955 in allerlei vormen gebruik van de dienstverlening van ista. De afgelopen jaren heeft de organisatie veel geïnvesteerd in het verbeteren van de klantenfocus en de capaciteit om snel en goed in te spelen op markttrends. Door de ontwikkeling van een nieuwe en uiterst moderne billing engine hebben wij het juiste platform om de toenemende dynamiek van de markt en de veranderende behoefte van onze klanten nog proactiever in te vullen. Wij merken dat onze relaties de combinatie van 53 jaar betrouwbaarheid in billing en een groeiend dienstverleningsaanbod rondom ‘ontzorging’ van onze klanten weten te waarderen en in een breder kader het gesprek met ista zoeken. Zoals onder meer uit het interview met de deskundigen van woningcorporatie Vestia blijkt, voldoen we daarmee aan een wens in de markt. Met goede samenwerking en uitstekende dienstverlening kan ista zo een duurzame bijdrage leveren aan de opmars van de warmtepomp in Nederland. Tenslotte: ik zou graag zien dat u deze special beschouwt als een aanzet tot een verdere discussie om de warmtepomp beter op de kaart te zetten in Nederland. ista Nederland nodigt u graag uit om met ons verder te praten over de mogelijkheden hiertoe. Ook wij zullen de komende periode actief bezig blijven met de ontwikkelingen van deze duurzame technologie. U zult de komende tijd zeker nog van ons horen!
Jörg Plönissen Directeur
Special Warmtepompen
Peter Slot, bedrijfsleider Exploitatieconcepten van Unica Ecopower:
Unica Ecopower is koploper in Nederland als het gaat om duurzame oplossingen voor woningen en utiliteitsgebouwen. Volgens Peter Slot, bedrijfsleider Exploitatieconcepten van Unica, ligt er in beide marktsegmenten nog een enorm potentieel voor warmtepompen met warmte/koudeopslag. Maar alleen een warmtepomp neerzetten is niet genoeg; ieder duurzaam energiesysteem moet optimaal worden ingeregeld en gemanaged om een zo hoog mogelijk rendement te halen. “En als je dat niet kan of wilt, dan moet je het uitbesteden. Dat geldt ook voor de facturatie.” Neemt de vraag naar duurzame concepten in de installatiemarkt toe? “Ja absoluut, dat merk je heel sterk. Maar niet overal. Er zijn ook opdrachtgevers die nog wakker geschud moeten worden. Sommige ontwikkelaars zijn van oudsher gewend om alleen naar de laagste prijs te kijken. Als je hen dan confronteert met de mogelijkheden voor verduurzaming, dan beseffen ze dat dit ook een waarde heeft. Een duurzame installatie is over het algemeen iets duurder dan een traditionele installatie, maar met de huidige energieprijzen worden de terugverdientijden steeds korter. En duurzaam vastgoed is steeds meer in trek. Bijvoorbeeld de Rijksgebouwendienst gaat voor bepaalde gebouwen die zij huurt een energielabel eisen. Dan wordt het ineens ook een economisch belang om te verduurzamen.”
Wat betekent dit voor het potentieel van warmtepompen in Nederland? “Dat potentieel is enorm. Het voordeel is dat de warmtepomp een heel volwassen technologie is die zich de afgelopen decennia in brede zin heeft bewezen. En het is een geweldig efficiënte techniek. Een warmtepomp heeft een rendement van 400%, terwijl een traditionele cv ketel tegen de 100% haalt.”
Waar ligt dat potentieel met name? “Ik denk dat het grootste potentieel momenteel in woningbouw zit. Vrijwel alle nieuwe woonwijken worden tegenwoordig duurzaam gerealiseerd, de markt is momenteel met een grote inhaalslag bezig. Maar ook in de kantorenmarkt is een dergelijke ontwikkeling aan de gang. Bijna alle nieuwe utiliteitsgebouwen in Nederland worden met warmtepompen in combinatie met bodemopslag gerealiseerd. En ook veel bestaande kantoren worden gemoderniseerd, met gebruik van duurzame technieken zoals warmtepompen in combinatie met warmte-/koudeopslag.”
Tegen welke problemen lopen jullie aan bij de toepassing van warmtepompsystemen? “Wat heel belangrijk is voor het succesvol toepassen van duurzame opweksystemen is dat alles wat je duurzaam opwekt ook duurzaam moet worden afgegeven. Als je bijvoorbeeld warm water van 40˚C in een gebouw stopt en het komt met 39˚C weer retour, dan is er nauwelijks warmte afgenomen en wordt er dus niet efficiënt met energie omgegaan. Dan zakt het rendement van je warmtepomp in elkaar. Onze boodschap is dat je niet klaar bent met het neerzetten van een duurzaam systeem, het moet goed
3
afgestemd worden op je behoefte, je moet het optimaal inregelen en goed managen. En als je dat niet kan, of je beschouwt het niet als je core business, dan moet je het uitbesteden.”
Geldt dat ook voor de kostenafhandeling van zo’n warmtesysteem? “Eigenlijk komt het daar wel op neer. De dienstverlening van een bedrijf als ista is van groot belang. Als installatiebedrijf treden wij steeds vaker op als exploitant van warmtesystemen. Als ik een kantoorgebouw heb met één afnemer dan lukt dat nog wel, maar als ik aan een hele woonwijk lever of een groot appartementencomplex met 200 woningen, dan kan ik dat administratief niet aan. Zo zijn we met ista in gesprek gekomen, dat op dit gebied een uitstekende speler is. Ze leveren de techniek, ze zijn verantwoordelijk voor de registratie, de afhandeling en de facturatie naar de klant. Het is een perfecte aanvulling op onze dienstverlening.”
ista Nederland verzorgt warmtekostenverdeling voor 350.000 woningen
‘Persoonlijke nota prikkelt klant tot energiebesparing’ Woningbouwcorporaties, gemeenten en projectontwikkelaars kiezen in toenemende mate voor de toepassing van warmtepompen. Prachtig, maar behalve het dienen van het milieu, moet ook de klant, de eindgebruiker, optimaal worden bediend. Niemand wil te veel betalen voor zijn energierekening of opdraaien voor de stookkosten van zijn buurman. ista Nederland zorgt voor die eerlijke kostenverdeling en juiste nota’s.
ista Nederland is onderdeel van de internationale organisatie ista, die actief is in 25 landen en jaarlijks de kostenverdeling voor warmte, elektriciteit, gas en water van ruim 10 miljoen woningen verzorgt. Het bedrijf neemt alle zorgen van bijvoorbeeld woningbouwcorporaties uit handen door een uitgebreid dienstenpakket aan te bieden dat is gebaseerd op technologisch hoogwaardige meet- en registratieapparatuur voor warmte en waterverbruik. “Wij bieden een totaaloplossing voor de afrekening van alle energie, water-, warmtepomp- en servicekosten”, aldus Van Dartel. “Wij meten het verbruik van de eindgebruiker, maken en versturen de factuur en zijn bij vragen over de nota het eerste aanspreekpunt. We kunnen ook monitoren of er in relatie tot de inschatting teveel of te weinig in een pand is verbruikt en kunnen de voorschotten berekenen. Verder adviseren we in de tariefstelling. We doen eigenlijk het gehele productmanagement rondom de dienstverlening die uiteindelijk bij de klant terecht komt.” Met name het hele traject daarvóór is cruciaal voor ista. Belangrijk is om in een zo vroeg mogelijk stadium bij nieuwbouwprojecten betrokken te zijn. “Het liefst staan onze adviseurs aan de tekentafel van de architect om dan al te adviseren over het meest optimale meet- en verdeelsysteem in een woon-, winkel- of kantorencomplex. Ook leveren en monteren wij de meterapparatuur en geven de installateur een installatieadvies. Wij stellen de installatie vervolgens zelf in bedrijf”, zegt Cor van Alphen, product support manager van ista. Beide heren durven te beweren dat ista Nederland als marktleider uitblinkt in hoog kennisniveau en het geven van advies. “We hebben ervaren experts in dienst, gebruiken nauwkeurige apparatuur die wij zelf laten ontwikkelen en houden altijd in ons achterhoofd dat we bezig zijn met het geld van bewoners”, aldus Van Alphen. “Als we het niet goed doen, hebben we onszelf ermee. Mensen weten een call center snel te vinden”, vult Van Dartel aan. Steeds meer woningbouwcorporaties zullen in de toekomst kiezen voor de duurzame, collectieve warmtepomp met individuele kostenverdeling met als gevolg dat hun rol verandert. “Zij komen op de stoel van het energiebedrijf te zitten. Sterker: het zijn de energiebedrijven van de toekomst. Maar onderschat dat niet: zij moeten opeens meten, factureren, klachten behandelen. Dat is waar wij inspringen. Wij kunnen ze veel sores uit handen nemen. Dat is onze core business”, aldus Van Dartel.
Alles zullen we eerlijk delen, lijkt een uitdrukking die ista Nederland op het lijf is geschreven. Het bedrijf, specialist in energie-, water- en servicekostenverdeling, verzorgt jaarlijks de kostenverdeling voor 350.000 woningen in 8.500 collectief gestookte complexen. “Wij zijn het best bewaarde geheim van de energiewereld”, zegt Paul van Dartel, verantwoordelijk voor de productontwikkeling van warmtepompen. “Dat zeg ik niet uit arrogantie, maar uit trotse terughoudendheid. Grote energiebedrijven schreeuwen van de daken hoeveel klanten ze hebben, maar wij beheren ondertussen in alle bescheidenheid wel 350.000 woningen. Daarmee zijn wij eigenlijk het vierde servicecenter van Nederland.” Het maatschappelijke besef van energiebesparing heeft een enorme vlucht genomen. Individuele bemetering, die in veel landen verplicht is en in Nederland op vrijwillige basis gebeurt, is een manier om bij een collectief warmtepompsysteem een bewoner bewust te maken van zijn energieverbruik. “Besparen wordt vaak pas interessant als mensen economisch worden geprikkeld door een persoonlijke nota. Hoe groter de animo voor energiebesparing, des te harder onze markt groeit voor verbruiksafhankelijk afrekenen van warmte, water en energie”, zegt Van Dartel.
4
Special Warmtepompen
Ad van Reekum, projectmanager woningcorporatie Aramis:
‘Nauwkeurigheid van de nota moet optimaal zijn’ Wat doet u als particulier als er een jaarrekening op de deurmat valt? Juist. U oog valt onmiddellijk op het eindbedrag en u gaat na of dat bedrag klopt. “Als een bewoner maar even het idee heeft dat het onjuist is, weet hij de weg naar het call center feilloos te vinden. Jaarnota’s moeten gewoon akelig nauwkeurig zijn”, zegt Ad van Reekum, projectmanager van woningcorporatie Aramis te Roosendaal. Hij heeft de kostenverdeling van twee flats met een collectief warmtepompboilersysteem met ista Nederland voorbereid en geïmplementeerd.
Niemand wil te veel betalen voor zijn energie-, water- en warmterekeningen. Een onjuiste, te hoge, verkeerde factuur levert administratieve ellende en steevast een telefoontje naar een call center op. “Terecht. Het gaat wel om geld van een ander. De nauwkeurigheid van nota’s moeten daarom optimaal zijn”, zegt Ad van Reekum, projectmanager bij woningcorporatie Aramis, de grootste woningaanbieder in de gemeente Roosendaal. Aramis heeft 9.000 huurwoningen, waarvan 65 procent eengezinswoningen en 35 procent appartementen. Van Reekum’s laatste project ging om de renovatie van vier flatgebouwen van 96 woningen voor 55-plussers, waarbij hij ook keek naar energiebesparende maatregelen. In verband met het nieuwe mechanische ventilatiesysteem moest er een alternatief komen voor de keukengeiser. “Twee appartementenblokken kregen elektrische boilers voor warm water, maar voortschrijdend inzicht deed ons besluiten voor de twee andere flats een milieu- en verbruikskostenvriendelijkere oplossing te zoeken: de collectieve warmtepompboiler.” Met de warmtepomp wordt het koude water (circa 12 graden) verwarmd met de afgevoerde ventilatielucht uit de woningen (standaard circa 20 graden). Op het dak van de Helmerflat is een warmtepomp geplaatst die het water tot 40 graden verwarmt, waarna twee gasketels het tot de wettelijk verplichte 65 graden verwarmen. Het systeem blijkt nu al vijf keer zo goedkoop dan de elektrische boilers. Maar tevreden was Van Reekum toch nog niet helemaal. Hij wilde een warmtepompboilersysteem die het water meteen naar 65 graden zou verwarmen. Dat kwam neer op één warmtepomp per acht woningen; twaalf pompen in totaal. De systemen zijn ondergebracht in de onderbouw van het flatgebouw. Bij de Da Costaflat maakt 60 procent van de bewoners gebruik van de warmtepomp. “Het is een ideaal systeem. Maar helaas geloven nog niet alle bewoners dat de warme lucht uit hun woning water kan verwarmen. Dat wil er bij sommigen maar niet in.” Van Reekum, die met de afrekening voor de centrale verwarming goede ervaringen had met ista Nederland, schakelde al vroeg in de planningsfase ista in. “Ik ken ista al langer, ook vanuit mijn tijd bij een corporatie in Alphen aan den Rijn en heb ze er meteen bij betrokken. De kosten bij zo’n collectief warmtepompboilersysteem moet wel correct gebeuren, want het gaat om de portemonnee van onze huurders. Het plaatsen van meters, het meten en uitlezen van de gegevens, vertrouw ik ista helemaal toe. Als je ze er meteen bij betrekt, scheelt dat veel ellende achteraf”, aldus de manager. Elke bewoner afzonderlijk krijgt een jaarnota op maat. ista leest de meters per 31 december op afstand uit, verwerkt de gegevens en stuurt alles door naar Aramis, die er samen
5
met de service- en waterkosten een totaalnota van maakt. “Voordeel is dat bewoners voor meteropname niet thuis hoeven te blijven en dat wij zeker weten dat alle meters op hetzelfde moment zijn gepeild”, aldus Van Reekum. “Ook kunnen we er van op aan dat de nauwkeurigheid optimaal is. Dat is echt belangrijk, want wij moeten de bewoner kunnen uitleggen hoe wij tot een berekening zijn gekomen. Dat is hun recht. Kun je die helderheid niet verschaffen, heb je als corporatie een probleem. Er mag nooit enkele twijfel ontstaan over de correctheid van de nota. Gelukkig is die twijfel er ook niet.”
Gegevens op afstand uitlezen Bij een collectief gestookte warmtepompboilerinstallatie krijgt elke woning afzonderlijk een koud en warm tapwatermeter die radiografisch kunnen worden uitgelezen. De meetgegevens worden een paar keer per dag naar een centrale gsm-modem in het gebouw gestuurd, waarop ista inlogt en gegevens op afstand kan uitlezen. Op basis van die informatie verstuurt ista rekeningen, maar kan het ook voorschotbedragen berekenen.
Kostenverdeling in warmtepompsystemen voor collectief gebruik Iedere eigenaar van een warmtepompsysteem voor collectief gebruik is een energieleverancier. Alle kosten van aanschaf, onderhoud, overige energiekosten, zoals elektra, zal de eigenaar van het systeem op een eerlijke manier moeten berekenen.
provincie de nodige gegevens aangeleverd te worden, zoals: ● de onttrokken en teruggebrachte hoeveelheid grondwater ● de temperaturen van het onttrokken en het geretourneerde water ● een jaaroverzicht van de gemeten waarden ● een berekening van de aan de bodem onttrokken warmteenergie
Om de individuele afrekening te kunnen maken dient er een meetsysteem geïnstalleerd te worden om het juiste verbruik van warmte, koeling, elektra, warm en koud tap water per deelnemer te meten. Het verzamelen van alle verbruiksgegevens dient zo eenvoudig mogelijk te gebeuren en het liefst zonder de gebruikers te storen. De keuze van het juiste meetsysteem voor het registreren van alle individuele verbruiken bij collectieve installaties start al in de ontwerpfase.
Al deze gegevens kunnen met één warmtemeter gemeten en geregistreerd en vervolgens berekend worden.
Wat doet ista Nederland voor u? ista Nederland heeft alle expertise in huis om mee te denken vanaf de ontwerpfase tot installatie en ingebruikname en u te begeleiden in de realisatie van energie-exploitatie van een warmtepompsysteem.
Keuze meetsysteem afhankelijk van ontwerp warmtepompsysteem
In de ontwerpfase geven wij u adviezen over onderwerpen als ● de juiste wijze van meting ● het toe te passen meetsysteem ● de juiste inbouw en plaats van de meters ● de keuze van het gewenste communicatiesysteem ● de kostenverdeling ● de overige servicekosten
Voor de bepaling van het juiste meetsysteem zullen eerst enkele vragen de revu moeten passeren, zoals: Is het warmtepompsysteem uitgerust met een twee-, drie- of vierpijpssysteem? Wordt er gebruik gemaakt van een gezamenlijke retourleiding? Dient de koeling gemeten en afgerekend te worden?
We denken echter ook nog een paar stappen verder. Want hoe wilt u bijvoorbeeld omgaan met debiteurenbeheer en incasso?
Het communicatiesysteem, MBus of Radio, kan onafhankelijk van het warmtepompsysteem gekozen worden. Enkele voorbeelden van collectieve warmtepompen: geïntegreerd warmte / koelsysteem ● individuele warmtepompen, aangesloten op een collectieve warmtebron ● warmtepomp met bijstook, elektrisch of gas, voor het verwarmen van de boiler
In de installatiefase begeleiden wij de installateur onder andere bij: ● de inbouw van de meters ● werkzaamheden ten behoeve van het communicatiesysteem ● programmering van de meters
●
Bij het gebruik van een aquifer (koude/warmteopslagsysteem in de grond) is een vergunning vereist en dient aan de
Tijdens de oplevering van de installatie begeleiden wij de
Van advies tot levering meters, uitlezen meterstanden en verwerking gegevens en van vervaardiging van de afrekening per bewoner tot verrekening van de werkelijke kosten. Alles in één hand. 6
U hoeft zich dus ook over de geldstromen geen zorgen meer te maken.
installateur eveneens. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan: ● het goed laten functioneren van alle meters ● het goed laten functioneren van het communicatiesysteem
En natuurlijk heeft ista Nederland ook een telefonische helpdesk. Voor alle vragen over de kostenberekening, de bewonersafrekening en alle overige facetten van onze dienstverlening kunnen u en uw bewoners bij ons terecht.
Na de oplevering kan ista Nederland de gehele dienstverlening verzorgen. U kunt hierbij denken aan ● het incasseren van de voorschotbedragen ● het uitlezen van alle op het communicatiesysteem aangesloten meters ● het onderhoud van en de controle op de juiste werking van de meters ● het maken van de individuele afrekening
ista Nederland heeft ruim 50 jaar ervaring op het gebied van kostenverdeling in collectief gestookte complexen. Ook in warmtepompprojecten heeft ista inmiddels de nodige ervaring opgedaan. Laat u daarom al vanaf de ontwerpfase adviseren door ista Nederland. Dat voorkomt vervelende verrassingen in een latere fase.
En dan niet te vergeten: het verrekenen van de werkelijke kosten met de bewoners.
Warmtepomp met bodemopslag Meting
Verwerken van de gegevens en vervaardigen van de afrekening
Registratie gegevens
warmtemeter
koudtapwatermeter
GSM modem
memonic® radio
Radio registratie warmtapwatermeter
modem
PC
elektrameter Bronmeting en registratie
modem
Aquifer
Water (grondwater) koude-warmteopslag Temperatuurniveau: 10 - 20˚C
Installatie en Levering
LC 250
Mbus registratie
Afrekening vervaardiging & Customer care
Datacollectie
Data management
Uitlezen meterstanden
Hardware Installatie Montage
Debiteurenbeheer
Financiering
Equipment management
Afrekening
7
Customer care
afrekening
Rik Grasmeijer, technisch directeur Inventum:
‘Nieuwe ventilatiewarmtepomp reduceert CO2-uitstoot met 40%’ Energieopwekking met behulp van een warmtepomp is inmiddels een beproefde technologie die in Nederland al jarenlang met succes wordt toegepast. Maar dat betekent zeker niet dat de ontwikkeling van deze duurzame techniek stilstaat. Er vindt volop innovatie plaats in de sector, waardoor de installaties steeds efficiënter en energiezuiniger worden. Zo introduceerde het Bilthovense bedrijf Inventum de Ecolution, een serie innovatieve warmteterugwininstallaties voor toepassing in mechanische ventilatiesystemen in de woningbouw. “Het is de allernieuwste ventilatiewarmtepomp, die tot 40% minder CO2 uitstoot dan een huishouden met een vergelijkbare traditionele installatie”, zegt Rik Grasmeijer, technisch directeur van Inventum.
Het Bilthovense bedrijf, dat in 2008 zijn 100-jarig bestaan viert, speelt met de Ecolution apparatuur - voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw – in op de maatschappelijke trend om de CO2 uitstoot aanzienlijk te verlagen, het comfortniveau van de woning eenvoudig te verhogen en bovendien de kosten van de klimaatbeheersing drastisch te reduceren. “De Eculotion-serie omvat drie verschillende typen ventilatiewarmtepompsystemen die allen werken volgens hetzelfde principe”, licht Grasmeijer toe. “Een Ecolution installatie wordt in het laatste traject van het mechanische luchtafvoersysteem van de woning opgenomen. De in de warme interieurlucht aanwezige energie wordt aangewend voor de verdamping van een speciale vloeistof, welke zich in een gesloten systeem in de Ecolution bevindt. De druk van deze damp wordt vervolgens met behulp van een compressor verhoogd, waardoor de temperatuur van de damp sterk stijgt. Vervolgens wordt deze warme damp in een condensor afgekoeld en weer vloeibaar gemaakt. De daarbij vrijkomende warmte wordt tegelijkertijd aangewend om het eveneens door het systeem lopende water te verwarmen.” Afhankelijk van het type installatie wordt de gewonnen warmte rechtstreeks in de CV-installatie gepompt of opgeslagen in een warmwateropslag, waar vandaan het warme tapwater van het sanitaire systeem wordt gevoed. De capaciteit is in principe voldoende voor de totale warmwatervoorziening van de woning. Het vermogen van het warmtepompsysteem bedraagt meer dan 1 kW; voldoende voor de basislast van de verwarming van de woning en voor het voorzien van warm tapwater.
gericht is op gemiddeld 30% energiebesparing bij 200.000 – 300.000 woningen en gebouwen per jaar. “Warmtepompen kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren”, zegt Grasmeijer. “De COP (Coëfficiënt of Performance) factor van de Ecolution bedraagt 4.5, wat betekent dat voor elke eenheid gebruikte (elektrische) energie 4,5 maal zoveel warmte-energie wordt geleverd. Daarmee kan de Energie Prestatie Coëfficiënt van een woning met zelfs 0,25 worden verminderd. Kortom, het is de voordeligste manier om de EPC-waarde van de woning, nieuw of bestaand, op significante wijze eenvoudig te reduceren.”
De Inventum Ecolution zit vol componenten van de allernieuwste generatie, die stuk voor stuk veel energiezuiniger zijn dan de traditionele, vergelijkbare versies, benadrukt Grasmeijer. “Zo is iedere installatie voorzien van een ventilator die voor de mechanische ventilatie van de woning zorgdraagt. In tegenstelling tot het gangbare type met wisselstroom, is deze ventilator van het veel efficiëntere gelijkstroomtype. Daarmee wordt in een doorsnee woning een besparing van 300 kWh op jaarbasis gerealiseerd. De in de Ecolution aanwezige circulatiepomp voor het CV-systeem is van de modernste generatie, die tot zo’n 80% zuiniger is dan de tot nu toe gangbare typen.”
De vraag is uiteraard in wat voor een tijdspanne een dergelijk systeem zich kan terugverdienen. Grasmeijer: “Uitgaande van het huidige prijsniveau van elektriciteit en gas ligt deze periode ergens tussen de 6 en 10 jaar. De energieprijsontwikkelingen vertonen echter een opvallende ontwikkeling. Gelijke tred houdend met de olieprijzen is de gasprijs de laatste jaren als het ware geëxplodeerd. De elektriciteitsprijs is daarentegen veel minder sterk gestegen, en er zijn geen aanwijzingen dat deze tendens in de toekomst zal veranderen. Aangezien een Ecolution uitsluitend elektrische energie verbruikt en tegelijkertijd het gasverbruik voor verwarming en warm water flink verlaagt, is de verwachting dat, met de huidige prijsontwikkelingen, die terugverdientijd zelfs nog aanzienlijk korter zal worden.”
Volgens Inventum sluit de nieuwe generatie warmtepompsystemen perfect aan op de maatschappelijke en politieke wens om het energieverbruik in de gebouwde omgeving omlaag te brengen. Onlangs werd bij het ministerie van VROM het Nationaal Energiebesparingsplan ‘Meer met Minder’ gepresenteerd, dat
8
Special Warmtepompen
Onno Kleefkens, Senior Adviseur Duurzame Energie van SenterNovem:
‘Warmtepomp is onlosmakelijk verbonden met energieneutrale gebouwen’ De warmtepomp speelt een cruciale rol bij energiebesparing in de gebouwde omgeving. SenterNovem gaat er vanuit dat er tot 2015 jaarlijks 150.000 nieuwe pompen worden geïnstalleerd. Niet alleen in de nieuwbouw, ook in de bestaande bouw ligt er een enorm potentieel, aldus Onno Kleefkens, senior adviseur Duurzame Energie van SenterNovem. Grootschalige renovaties zijn een ideaal moment om de stap naar een duurzame warmtepomp te maken. Volgens Kleefkens kan met name de warmtepomp, zowel gasgedreven als elektrisch, bijdragen aan een forse verduurzaming en dus energiebesparing in de gebouwde omgeving. In een potentieelraming voor 2015 is aangegeven dat er 150.000 warmtepompen zullen worden geïnstalleerd. Dat betekent vanaf 2008 dat er 15.000 per jaar worden geplaatst en dat er een gemiddelde groei van 30% zal moeten plaatsvinden. “De warmtepomp is in de toekomst onlosmakelijk verbonden met energieneutrale gebouwen. Meer duurzaamheid dan met warmtepompen is in de bouw bijna niet mogelijk.” Tot nog toe heeft de toepassing van warmtepompen zich met name afgespeeld bij nieuwbouwprojecten. Maar ook in de bestaande bouw liggen er vele mogelijkheden. In de bestaande bouw worden jaarlijks ruim 450.000 verwarmingsketels vervangen. In een groot aantal gevallen is de warmtepomp een aantrekkelijk alternatief voor de reguliere ketel. “Er is een fors potentieel aanwezig voor de warmtepomp als vervanging van de verwarmingsketel.” Er is nog een aantal uitdagingen voor de toepassing van warmtepompen in de bestaande bouw. Zo is de in de nieuwbouw gangbare (elektrische compressie)warmtepomp met de bodem als bron hier minder aantrekkelijk, met name vanwege de noodzakelijke investering in de aanleg van de bron. “Maar dergelijke knelpunten zijn oplosbaar”, zegt Kleefkens. “Een warmtepomp waarbij buitenlucht als bron wordt ingezet is bijvoorbeeld een goed alternatief. In gebieden met relatief milde winters, zoals Nederland, heeft dit type warmtepomp potentieel een goede positie.” Ook is het volgens hem een misvatting dat warmtepompen alleen optimaal functioneren na maatregelen voor goede isolatie, het lucht- en tochtdicht afwerken van woningen en zonder te veel koudebruggen. “Ook zonder deze maatregelen kan een warmtepomp functioneren. Voorwaarde voor toepassing in bestaande bouw is dan dat de warmtepomp voor de piekverwarmingsvraag wordt ondersteund door een tweede verwarmingsapparaat, bijvoorbeeld een gasgestookte ketel. Door de ondersteuning met een bijstookketel behoeft het verwarmingssysteem niet direct naar een laag temperatuursysteem te worden omgebouwd. Het verdient altijd aanbeveling de isolatie aan te pakken en ook een laag temperatuursysteem te installeren, bijvoorbeeld door vervanging van radiatoren door convectoren. Uiteindelijk wordt dan de prestatie van de warmtepomp alleen maar beter en de besparing hoger. Het is dan zelfs mogelijk een bestaande woning tot op het niveau van passief-huis te renoveren en dat ook nog op basis van bestaande technologie!”
9
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen huur- en koopwoningen. De overstap op een warmtepomp is volgens Kleefkens met name interessant bij grootschalige (corporatieve) renovatieprojecten in het huursegment. Het vernieuwingsproces, vastgoedbeheer, woonlasten voor bewoners en gezonde binnenmilieus zijn voor woningcorporaties belangrijke motieven voor verdergaande verduurzaming. In dit segment zijn al diverse goede resultaten geboekt met toepassing van collectieve systemen in gestapelde bouw of bij grootschalige buurtrenovatie. Te denken valt aan de inzet van absorptieen gasmotorgedreven warmtepompen, maar ook grotere elektrische warmtepompen met ondersteuning van een gasketel. Deze concepten komen dan in de plaats van de ketels (blokverwarming) in het centrale ketelhuis. Een lastiger segment betreft de koopwoningen met individuele eigenaren. De meest voorkomende vorm van vernieuwing beperkt zich hier veelal tot ketelvervanging. Maar ook hier brengen grootschalige renovatieprojecten met individuele systemen uitkomst, aldus Kleefkens. “Vanwege de dominantie en vanzelfsprekendheid van de CV-ketel is er nog geen vraag en worden deze systemen niet geleverd. Door in grootschalige renovatieprojecten met corporaties dergelijke systemen te gaan plaatsen, zal ervaring worden opgedaan en kan er een productie op gang komen. De kennisopbouw in deze ‘broedplaatsen voor innovatie’ leidt tot een bredere acceptatie in de markt en een ontwikkeling van concepten die uiteindelijk ook in de markt van individuele eigenaren hun plaats zullen vinden.”
Woningcorporatie Vestia wil afrekening warmtepompen vaker uitbesteden
‘Met minimale investering zoveel mogelijk warmte produceren’ Woningcorporatie Vestia, als een van de voorlopers op het gebied van warmtepompen, plaatste de eerste warmtepomp alweer 8 jaar geleden. Sindsdien is deze vorm van warmtevoorziening vaker regel dan uitzondering in de nieuwbouwprojecten bij Vestia. Peter Barendse is werkzaam bij Ceres projecten. Als onderdeel van Vestia houdt Ceres zich bezig met de projectontwikkeling in de regio Haaglanden. Joep van Landeghem heeft op 1 maart 2008 de overstap gemaakt van Vestia Zoetermeer naar Ceres projecten. Bij Vestia Zoetermeer hield hij zich onder andere bezig met de tarifering en de afrekenprocedure van het eerste grootschalige warmteproject van Vestia Zoetermeer. In een gesprek vertellen beide heren over hun ervaringen met warmtepompsystemen. Hoe zijn jullie begonnen?
corporaties Vidomes en De Goede Woning circa 2.400 woningen in de nieuwbouwwijk Oosterheem in Zoetermeer. Hier zijn 8.500 woningen gepland in 3 deelplannen. De gemeente had opgedragen om van de Oosterheem een milieuwijk te maken. In het eerste deelplan is stadsverwarming toegepast. Dat project verliep niet geheel vlekkeloos, zodat we besloten hebben in het volgende deelplan, 374 woningen en 420 m² bedrijfsruimte, warmtepompen toe te passen. Overigens is wel aardig even te noemen dat Vestia een voortrekkersrol heeft om dit project van warmtepompen te voorzien. Een ander prestigieus project is Duindorp in Scheveningen. In totaal gaat het hier om 750 woningen die van individuele warmtepompen worden voorzien. Hier gebruiken we de zee als warmtebron.”
Peter Barendse: “Ons eerste warmtepompproject stamt alweer uit het jaar 2000. Toen zijn we benaderd door Itho Schiedam, dat destijds bezig was met de ontwikkeling van een warmtepomp. Alle voordelen waren zó positief ten opzichte van een traditionele HR-ketel dat we in het project Carré in Delfgauw, waar we toen mee bezig waren, warmtepompen hebben toegepast. Dit project hebben we succesvol afgerond. We haalden daar een EPC van 0,5, dat was echt revolutionair!“
Worden al jullie nieuwbouwprojecten nu uitgerust met warmtepompen? Joep van Landeghem: “Dat zal wel steeds meer gebeuren. We hebben enerzijds te maken met de milieuambities van de overheden, waaronder gemeenten. Die schrijven uiteraard geen warmtepompen voor maar leggen wel nadruk op milieuaspecten zoals te gebruiken materialen, het zgn. dubolijstje, en het terugdringen van CO2 uitstoot. Vestia heeft echter ook zelf besloten, los van subsidies en gemeentelijke ambities, door te gaan met de toepassing van warmtepompen.”
En hoe zit het met de exploitatie?
Van Landeghem: “Ons uitgangspunt is dat wij bij de ontwikkeling van projecten zoveel mogelijk willen voldoen aan de energienormeringen zoals EPN en Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. In de omgeving van een gebouw, bijvoorbeeld in de grond en in water, is veel ongebruikte energie aanwezig. Een warmtepomp kan deze ‘gratis’ energie omzetten in bruikbare warmte of koude en kan dus ingezet worden om een woning of een gebouw te verwarmen, te koelen of om tapwater te verwarmen.”
Barendse: “De exploitatie van het warmtesysteem hebben we losgekoppeld van de gebouwexploitatie. Op die manier kunnen we het warmtesysteem rendabel maken. Het is de kunst om het systeem dusdanig te ‘finetunen’ dat je met minimale investeringen zoveel mogelijk warmte produceert. Het is daarbij van belang dat je weet wat de basislast* van je systeem is. De warmtepomp is weliswaar een behoorlijke investering, maar met relatief lage elektriciteitskosten voorzien we in een basisbehoefte. Alleen voor de pieklast stoken we bij met een gasgestookte ketel. Hiervoor gebruiken we dus een relatief goedkoop apparaat met dure energie. Door de combinatie van warmtepompen met vloerverwarming kunnen we toe met een lage watertemperatuur; deze ligt tussen 20 en 25˚ C. ‘Bijstoken’ zal daardoor maar minimaal plaats hoeven vinden.”
Wat zijn voor jullie de voordelen van de toepassing van warmtepompen?
Hoe worden de kosten met de bewoners afgerekend?
Waarom?
Barendse: “De voordelen zijn meerledig. Door de toepassing van warmtepompen dragen we zeer zeker bij aan een beter milieu. Een warmtepomp gebruikt veel minder energie dan bijvoorbeeld een gasgestookte CV-ketel. Minder energie betekent minder CO2 uitstoot. En bij warmtepompen spreek je toch al gauw over een reductie van 30-35%. Ook zijn we met de toepassing van warmtepompen minder afhankelijk van een energieleverancier met alle voordelen van dien. Daarnaast geeft een warmtepomp meer comfort voor de bewoners, met minder energie. Denk maar eens aan vloerverwarming, die we altijd in combinatie met warmtepompen toepassen. Architectonisch geeft dit ook meer vrijheid; in een aantal complexen hebben de woningen bijvoorbeeld ramen tot de vloer”.
Van Landeghem: “De afrekening verloopt nu nog via verschillende kanalen. De elektriciteitskosten van de warmtepomp worden afgerekend door het energiebedrijf. Het warmte- en warm water verbruik worden afgerekend door Vestia, evenals het vastrecht. Via het vastrecht betalen de bewoners hun aandeel in de investering.”
Hoe worden de tarieven van het warmteverbruik dan bepaald? Barendse: “We hanteren hierin het ‘niet meer dan anders principe’ door een vergelijking te maken met het gemiddelde energieverbruik in een gelijksoortige woning met een traditioneel verwarmingssysteem. We rekenen dit terug naar GJ-prijs. We hanteren in onze warmtepompcomplexen wel een lagere GJprijs dan die van de energiebedrijven. Reden hiervoor is dat bewoners met dit systeem hun eigen energieleverancier niet >>
Zijn er nog lopende projecten? Barendse: “Ja, momenteel realiseren we samen met de woning-
10
Special Warmtepompen
kunnen kiezen. We zijn immers onze eigen energieleverancier geworden. Qua exploitatie willen we minimaal quitte draaien, in de praktijk zal moeten blijken of we de méérinvestering op termijn gaan terugverdienen.”
Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Van Landeghem: “We hebben het eerste jaar achter de rug, zowel met het functioneren van het systeem als met de afrekening. In beide trajecten hebben we een les geleerd. We zullen in het vervolg eerder kiezen voor een individuele warmtepomp. Weliswaar iets duurder dan een collectief systeem, maar veel minder storingsgevoelig. Inmiddels heeft ook de eerste afrekening plaatsgevonden en het moet gezegd: het is een lastig jaar geweest met de nodige kinderziektes. Toch hebben we een zorgvuldige afrekening kunnen maken. Wel zijn we voor het volgende jaar op zoek naar een partner die ons kan ondersteunen in het afrekentraject. Dat raden we iedereen aan. Momenteel zijn we hierover in gesprek met ista.”
* Basislast: het minimum warmteverbruik dat door afnemers constant wordt gevraagd en ook constant moet worden geleverd.
Krijn Braber, directeur Gebiedsontwikkeling van BuildDesk:
‘Vele duurzame ambities sneuvelen op gebrek aan consensus, durf en doorzettingsvermogen’ Nederland laat kansen liggen op het gebied van duurzame energieoplossingen in de gebouwde omgeving. Diverse bewezen energietechnieken die in omringende landen op grote schaal worden toegepast, blijven in ons land ‘op de plank’ liggen. Een voorbeeld hiervan is de toepassing van warmte-/koudeopslag in combinatie met (elektrische) warmtepompen. Het adviesbureau BuildDesk probeert partijen bij elkaar te brengen en obstakels te overwinnen om te komen tot de toepassing van dergelijke duurzame energietechnieken. “De belangen komen vaak overeen, het is zaak om ze bij elkaar te brengen”, zegt Krijn Braber, directeur Gebiedsontwikkeling van BuildDesk.
Aan duurzame ambities is er geen gebrek, benadrukt Krijn Braber. Nederland en Europa hebben hun ambities voor duurzame energie, energiebesparing en CO2-reductie vastgesteld op globaal 20 tot 30% voor 2020. Veel gemeenten zetten hun ambitieniveau nog eens fors hoger; de koplopers onderzoeken de mogelijkheden om hun nieuwbouwplannen of zelfs hun complete gemeente zo snel mogelijk klimaat- of CO2- of energieneutraal te krijgen. Echter, tussen droom en daad gaapt vaak een enorme kloof, constateert hij. Braber ziet de toepassing van duurzame technieken in Nederland vaak moeilijker van de grond komen dan in andere landen zoals Duitsland, Scandinavië, Oostenrijk en Zwitserland. “Tussen (voor)ontwerp en eerste paal, tussen papieren plannen en de realisatie van lokale duurzame projecten, zit meestal nog een hele wereld. Er liggen diverse obstakels op de weg qua wet-, regelgeving en vergunningverlening, onwetende en risicomijdende investeerders en financiers en vooral belemmeringen in het denken in mogelijkheden van alle betrokkenen. De opgave van duurzame projectrealisatie is complex met vaak een veelheid aan betrokken partijen en vergt een diversiteit aan competenties op het gebied van techniek (energie, bouw en civiel), financiën/financiering, juridische aspecten en niet in het minst organisatietalent en volhouders.”
11
BuildDesk richt zich in dit complexe speelveld op het samenbrengen van mensen en transparant maken en laten convergeren van belangen, zodat duurzame projecten toch gerealiseerd kunnen worden. Een belangrijke partij in dit speelveld is bijvoorbeeld de gemeente. Braber: “Traditioneel beginnen de ambities op het thema duurzaamheid in de vroege fasen van de planvorming bij de gemeentelijke afdelingen Ruimtelijke Ordening en vooral Milieu. Daar worden de plannen gemaakt, daar moet het draagvlak ontstaan op zowel ambtelijk (verschillende afdelingen met uiteenlopende belangen), bestuurlijk (verschillende wethouders en portefeuilles met verschillende belangen) als politiek niveau (diverse politieke partijen). Vele ambities sneuvelen hier al op het punt van ontbreken van een geïntegreerde benadering, consensus, gebrek aan durf en doorzettingsvermogen en/of de perceptie van ‘conflicts of interest’ tussen milieu en economie, met name grondexploitatie en integrale bouwplanning.” Een andere belangrijke doelgroep op weg naar (duurzame) projectrealisatie zijn de projectontwikkelaars en/of grondeigenaren. Braber: “Veel projectontwikkelaars denken primair in korte termijn en financieel rendement. De gemiddelde projectontwikkelaar met een bepalende grondpositie zal deze vaak uitspelen en heel beperkt meegaan met de duurzame ambities van de gemeente. Heel vaak sneuvelen >>
deze ten gunste van andere elementen op het gemeentelijke wensenlijstje zoals openbaar groen, de parkeerquote, water en scholen in de wijk. Gelukkig zijn er enkele koplopers onder de projectontwikkelaars die begrijpen dat duurzaamheid een unieke marktkans is en daarop vooral inspelen met concepten waarmee ze zich onderscheiden van de concurrentie door het leveren van extra, duurzaam comfort in de zomer. Daarmee ontwikkelen ze beter verkoopbare woningen met een gezonder binnenklimaat, per saldo op termijn lagere energie- en woonlasten en dientengevolge een stabielere toekomstwaarde voor het vastgoed.”
van nieuwe energie-infrastructuren (inclusief vaak de installaties in gebouwen) en energiediensten. Daarin zien we steeds vaker dat grote installatiebedrijven de opdracht krijgen voor ontwerp, aanleg, oplevering, onderhoud en beheer van de complete energievoorziening (in ieder geval de duurzame warmteen/of koudevoorziening). Ook projectontwikkelaars, aannemers en woningcorporaties hebben zich op deze markt begeven en diverse hebben inmiddels hun eigen energie-exploitatiemaatschappijen opgericht als vehikel voor exploitatie en afrekening van de eindgebruikers.” BuildDesk is erin gespecialiseerd om deze partijen en hun belangen bij elkaar te brengen om de realisatie van duurzame projecten mogelijk te maken. Ook op technisch niveau biedt het ondersteuning met het maken van de juiste keuzes door goed te kijken naar en gebruik te maken van de lokale context (gebiedsontwikkeling) en mogelijkheden. Aan rendabele en vrijwel marktconforme duurzame energietechnieken is er geen gelukkig gebrek, zo benadrukt Braber. Hij noemt (grootschalige) windenergie, bio-energie en warmte/koudeopslag in combinatie met (elektrische) warmtepompen als de belangrijkste kanshebbers. “Een groot voordeel bij de keuze voor elektrische warmtepompen in nieuwbouwwijken is dat de stap naar klimaat- of CO2-neutraal snel te maken is door lokale eigen opwekking van duurzame stroom. Eén windturbine in een wijk van ongeveer 2,5 MW is genoeg voor 1.000 woningen, ínclusief alle stroom voor de warmtepompen. Een dergelijk concept (met de windturbine) is vrijwel marktconform en concurrerend met warmtevoorziening met gas aan te leggen. Met duurzame koeling als bonus voor de bewoners.” Dit wordt volgens Braber de standaard van de zeer nabije toekomst.
Een derde cruciale partij vormen de energieleveranciers. Dit is een sector die als gevolg van liberalisering zeer aan verandering onderhevig is, aldus Braber. “Met de liberalisering van de energiesector en de nieuwe energieregelgeving is energielevering niet meer voorbehouden aan de traditionele nutsbedrijven. De trend is op dit moment (openbare) aanbesteding en outsourcing
Colofon "De Warmtemeter" is een uitgave van ista Nederland B.V. Nieuwpoortweg 11 Postbus 179 3100 AD Schiedam tel. (010) 245 57 00 fax (010) 245 58 88 e-mail:
[email protected] www.istanederland.nl
12