D e k k e r s w a l d , G r o e s b e e k > M A S T E R P L A N <
Augustus 2009
SGBB
D e k k e r s w a l d , G r o e s b e e k > M A S T E R P L A N < Augustus 2009
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Inhoud
1. Waarom een Masterplan ? De ziel en zakelijkheid
7 7
2. De visie op zorg verandert Scheiden van “wonen” en “zorg” Nieuwe concepten Dekkerswald verandert Visie op de toekomst van Dekkerswald De voorzieningen op terrein Dekkerswald
9 9 9 11 11 11
3. Historie van Dekkerswald Oorspronkelijke structuur
15 17
4. Randvoorwaarden en doelen Bestemmingsplan Geluid Archeologie Ecologie Bomen en bos Water Explosievengevaar Hoogtelijnen
21 21 23 23 23 25 25 25 25
5. Visie Oude en nieuwe allure Ambitieniveau Wat wordt mogelijk ? Bereikbaarheid Architectuur Sferen -De tuin referentiebeelden bebouwing in De tuin -Het parkbos referentiebeelden bebouwing in Het parkbos -Het veld -Het erf Hoofdopzet: zones en structuren Verkaveling Profielen en materialen Gebouwhoogtes en functies Oud en nieuw vergeleken Indicatief programma Fasering Parkeren in het nieuwe Dekkerswald
27 27 27 29 31 33 33
47 49 50 52 55 56 57 59
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
1 Waarom een Masterplan?
Het terrein van Dekkerswald zal in de komende 10-15 jaar transformeren van een bonte mengeling van allerlei zorginstellingen naar een gebied voor “rust, revalidatie en wellness”. Veel van de huidige zorginstellingen transformeren of maken plaats voor nieuwe functies, maar wel met een link naar verschillende vormen van “zorg”. In het Masterplan Dekkerswald wordt een ruimtelijk beeld geschetst voor het terrein voor de langere termijn. Binnen deze visie dienen alle concrete ruimtelijke ontwikkelingen te passen, die gefaseerd worden uitgevoerd. Er ontstaat een nieuwe krachtige eenheid, als een nieuw landgoed. De ruimtelijke structuur van het huidige Dekkerswald is diffuus. De aanwezige gebouwen en wegen volgen niet meer een totaalplan. Daardoor is er een slechte oriëntatie en is veel allure verdwenen. De doelstelling van het Masterplan is een nieuw kader te scheppen, gebaseerd op historische lijnen, om richting te geven aan nieuwe ontwikkelingen. Het staat borg voor een goede samenhang van bebouwing, landschap en infrastructuur. In de toekomst dient Dekkerswald weer de allure uit te stralen die het eens bezat èn een intimiteit te bieden die prettig is om in te verblijven, wonen, werken en recreëren. De ziel en zakelijkheid Initiatiefnemers van het Masterplan zijn ZZG Zorggroep en SGBB, een woningcorporatie die zich speciaal richt op senioren. Vanuit een gezamenlijke missie werken zij aan nieuwe concepten, gericht op een integraal aanbod van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening. Er is de laatste jaren veel veranderd in de wijze hoe tegen “zorg” wordt aangekeken. Dat heeft te maken met vergrijzing en met veranderende woonwensen van mensen met een functiebeperking, maar ook met de manier hoe zorginstellingen en ziekenhuizen (willen) werken.
De totstandkoming van het Masterplan is geschied in overleg met de andere organisaties op het terrein. Met het Masterplan voor Dekkerswald wordt een samenvoeging gezocht van “de ziel en de zakelijkheid”. Het verleden van het terrein gaat samen met de toekomstige ontwikkelingen. De locatie kent een rijke geschiedenis met een eeuw medische zorg. Vanuit dit unieke karakter en de verschillende vormen van samenwerking in cure (verpleging) en care (verzorging) (ULCD, UMC St. Radboud, ZZG Zorggroep) zijn er goede mogelijkheden om wonen, welzijn, zorg en expertise te combineren. Voor mensen, oud of minder oud, met of zonder handicap, alleenstaand of samenwonend, betekent deze ontwikkeling het krijgen van een keuzemogelijkheid voor tijdelijk dan wel permanent wonen in een uniek stukje Groesbeek, waar directe zorg, expertise, natuur en rust direct voorhanden zijn. In een aantal workshops is gesproken over een nieuw karakter van het terrein Dekkerswald. De mooiste ideeën ontstaan vanuit “dromen”. Na uitspraken over een wensbeeld is een programma van eisen opgesteld en een globaal ruimtelijk plan. Op basis van een concept is vooroverleg gepleegd met zeer diverse instanties en personen. Er ligt nu een basis voor concrete plannen. Het Masterplan staat borg voor een goede samenhang van verschillende componenten: bebouwing, landschap en infrastructuur. De optimale balans is gezocht èn gevonden. Met een andere inrichting van het terrein zijn er meer kansen voor natuurontwikkeling. Uiteindelijk moet een nieuw bestemmingsplan de juridische basis geven. Dit wordt gebaseerd op de ideeën uit dit Masterplan.
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
2 De visie op zorg verandert
Nederland vergrijst. Dat is niets nieuws, maar de vergrijzing gaat wel in een steeds hoger tempo. In 2006 waren er 2,3 miljoen 65-plussers. Dat is 14,3% van de bevolking. Bevolkingsprognoses laten zien dat dit aantal in 2037 een maximum bereikt van meer dan 4 miljoen mensen, ofwel 24% van het totaal aantal mensen in ons land. Senioren van nu blijven steeds langer zelfstandig en vitaal. Ze zijn beter opgeleid, actief en hebben meer te besteden dan vroeger. Het aantal jaren dat zij in relatief goede gezondheid leven, neemt toe. Ze willen kiezen waar en hoe ze willen wonen. En ze willen zeker zijn van zorg als de behoefte daarvoor zich aandient. Als antwoord hierop is de “zorg” de laatste jaren veranderd van een “aanbodgestuurde zorg” naar een “vraaggerichte markt”. De tijd dat je op je oude dag vanzelfsprekend naar een verzorgingshuis verhuisde, is voorbij. We moeten af van de “instelling” als het referentiebeeld voor wonen met zorg. De thuissituatie moet het uitgangspunt zijn. Dat geldt niet alleen voor ouderen, maar ook voor mensen met een beperking, chronisch zieken of mensen die revalideren. Het zo lang mogelijk zelfstandig wonen stelt andere eisen aan arrangementen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Er is behoefte aan nieuwe concepten waarin wonen en zorg worden gecombineerd. De veranderende wet- en regelgeving biedt hiertoe steeds meer mogelijkheden. Scheiden van “wonen” en “zorg“ Het beleid van de overheid is erop gericht om het grootste deel van de huisvesting uit de AWBZ te halen. Dat betekent dat mensen zelf hun woonlasten betalen en dat de zorg die nodig is aan huis wordt gebracht. Het rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA, juni 2007) in opdracht van VWS geeft aan dat 85 tot 90% van het huidige verblijf niet meer gekoppeld hoeft te zijn aan het verblijf in een instelling. De schatting is dat ongeveer 230.000 van de huidige 260.000
woon/verblijfplaatsen in instellingen voor mensen met een beperking worden getransformeerd naar scheiden van wonen en zorg. De zorg krijgt steeds meer een extramuraal karakter, ofwel wonen en zorg worden gescheiden. De huisvesting van mensen die voorheen in een instelling woonden, is niet meer alleen de verantwoordelijkheid van zorgorganisaties. Zij zoeken daarin samenwerking met woningbouwcorporaties. Een integrale aanpak is van belang, zodat bij de mensen thuis een samenhangend en gecoördineerd pakket aan zorg en dienstverlening kan worden geboden. De gebiedsgerichte aanpak is hier een goed middel voor. Door het inrichten van een zogenaamde woonservicezone is het mogelijk om de benodigde elementen aan elkaar te verbinden. Nieuwe concepten Het huidige aanbod van wonen, welzijn, zorg en dienstverlening is daarvoor ontoereikend. Er zijn nieuwe concepten nodig om de toekomstige vraag te kunnen beantwoorden. Dat levert een forse volkshuisvestelijke opgave op: voor deze doelgroep moeten woningen beschikbaar komen. Daarnaast speelt ook de garantie van de continuïteit van de kwaliteit van de gevraagde zorg, service en dienstverlening een grote rol. Basisbegrippen zijn zelfstandigheid, veiligheid, eigen omgeving, zorg, faciliteiten en eigen regie. Invulling van die behoeften kan op eigen niveau. Ouderen die verschillende gradaties van service en zorg nodig hebben, wonen zelfstandig, maar onder één dak. Als ze in een andere levensfase terechtkomen, hoeven ze niet van woonomgeving te veranderen. Zo blijven er zoveel mogelijk vertrouwde elementen in hun leven. Ook belangrijk als bijvoorbeeld één van de partners meer zorg nodig heeft.
10
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Dekkerswald verandert Dekkerswald werd begin 20e eeuw opgezet als herstellingsoord voor “longlijders” (tbc-patiënten). In de loop der tijd zijn er diverse instellingen op het terrein gevestigd. Belangrijke gebruikers zijn op dit moment: • ULCD (universitair longcentrum Dekkerswald) • UMC St. Radboud (werkt samen met ULCD) • Viataal (instelling voor kinderen met auditieve en communicatieve beperkingen) • Mgr. Terwindtschool (school voor kinderen met auditieve en communi catieve beperkingen) • Sint Maartenskliniek met hartrevalidatie • Taborhuis (stervensbegeleiding) • Bethel (beoogd zorghotel, werkt samen met ULCD) • kantoren (waaronder de ZZG Zorggroep) • Regenboogschool Verschillende van deze functies zijn hun huisvestingsplannen en/of het gebruik aan het bijstellen. Dit leidt tot verhuisbewegingen en nieuwe huisvestingsvragen. Zo gaat het UMC St.Radboud alle behandelingsactiviteiten die direct aan het ziekenhuis zijn gebonden, concentreren op één centrale locatie. Door de enorme toename van chronisch zieken vraagt het Universitair Longcentrum om doorgroei naar een regionaal centrum. Ook worden de meerbedskamers van de verpleeghuizen Margriet en Irene omgezet tot een regionale voorzieningen voor herstelzorg. Daarnaast zijn er (door extramuralisering en het scheiden van wonen & zorg) andere activiteiten, zoals revalidatie en de begeleiding van chronisch zieken, die men juist uít de klinische ziekenhuissfeer wil halen.
Viataal (stafbureau en groepswoningen) gaat het terrein Dekkerswald voor 2010 verlaten. De Mgr. Terwindtschool blijft gehandhaafd en gaat op de huidige locatie juist uitbreiden. De Carolusschool is reeds verhuisd naar elders in Groesbeek. De Regenboogschool en de Sint Maartenskliniek zijn tijdelijk gehuisvest op Dekkerswald. Visie op de toekomst van Dekkerswald Het toekomstbeeld voor Dekkerswald bestaat uit een mix van zorg, herstellen, wellness en wonen. Maar wel integraal geleverd: hierdoor kunnen mensen die voorheen in een AWBZ-instelling verbleven, zoals een verpleeg- of verzorghuis, nu met ondersteuning aan huis zelfstandig blijven wonen. Door clustering en samenhang kunnen niet alleen verschillende vormen van zorg worden geboden, maar zijn er ook volop mogelijkheden voor het onderhouden van sociale contacten. ZZG Zorggroep, ULCD en UMC St. Radboud hebben de intentie uitgesproken tot verstrekkende samenwerking op alle behandelingsactiviteiten voor chronisch zieken. Een deel van het terrein blijft gereserveerd voor het 2e lijns dienstencentrum. Dit zijn specialistische zorginstellingen, zoals expertise- en behandelcentra, revalidatie, een zorghotel, opleiding en intensieve zorg. De voorzieningen op terrein Dekkerswald De functies op het terrein Dekkerswald zijn eigentijdse doorontwikkelingen van de huidige functies op het terrein. Functies die in de afgelopen 100 jaren gewijd zijn aan zorg en dienstverlening en dat ook in het nieuwe Masterplan blijven.
11
De geriatrische revalidatie als onderdeel van het Tweedelijnscentrum van ZZG is een voortzetting van huidige verpleeghuisfuncties van ZZG in een eigentijdse vorm. Er komen naast behandel en ontmoetingsfaciliteiten 125 appartementen en suites voor tijdelijk verblijf beschikbaar. Er is een intensieve samenwerking met de ziekenhuizen in Nijmegen met betrekking tot de herstelketen. ZZG garandeert de specialist in het ziekenhuis vervolgbehandeling binnen 24 uur nadat de behandeling in het ziekenhuis is afgerond. De ziekenhuizen raken snel verstopt als deze functie niet voldoende wordt ingevuld. De huidige geriatrische revalidatie is verdeeld over verpleeghuis Irene op Dekkerswald en verpleeghuis Margriet. Beide voorzieningen hebben overwegend meerbedskamers. ZZG en haar rechtsvoorgangers zijn al jaren bezig herontwikkeling van de grond te krijgen. VWS heeft aangekondigd de vergunning van ZZG in te trekken als de meerbedskamers in 2011 niet verdwenen zijn. Het ontwerp voor het Tweedelijnscentrum op Dekkerswald is zover dat er begin 2010 kan worden gebouwd. Het centrum voor chronische ziekten vormt het eigentijdse antwoord van UMCN, ULCD en ZZG op de enorme toename van mensen met chronische ziekten, voor ouderen vaak een combinatie van chronische ziekten. Mensen moeten vaak voor lange tijd leven met hun chronische ziekten, er is geen sprake van echte genezing. Vaak is er ook sprake van meerdere aandoeningen, die behandeling van meerdere specialisten, paramedici en gedragswetenschappers nodig maken. Dat vraagt een meer interdisciplinaire benadering dan in gewone ziekenhuizen mogelijk is. In het Universitair Longcentrum (ULCD) op terrein Dekkerswald wordt al enkele jaren ervaring opgedaan met deze benadering van chronisch zieke cliënten. Inmiddels zijn ook enkele andere specialismen, zoals palliatieve zorg en pijnbestrijding, uit het UMC op het terrein Dekkerswald gevestigd. De behandeling en zorg is gericht
12
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
op zoveel mogelijk herstel, maar vooral ook op het leren leven met de chronische ziekte(n), omdat volledig herstel vaak niet meer mogelijk is. In juli 2009 start een eerste uitbreiding van het centrum in een bestaand gebouw op terrein Dekkerswald, waarin voorheen de Zusters onder de Bogen woonden. In fase 2 van het masterplan wordt een nieuw centrum voor chronische ziekten gebouwd. De partijen hebben de ambitie een regionale expertisefunctie te realiseren met een landelijke uitstraling. Ook de HAN is betrokken met toegepast onderzoek op het gebied. De bundeling van de kennis en ervaring van UMCN, ULCD, HAN en ZZG ligt aan de basis. Het centrum behandelt en begeleidt chronisch zieke cliënten, maar is ook beschikbaar voor consulteren van huisartsen en andere professionals in de regio. In de eerste fase ontwikkeling van zelfstandig wonen voor mensen met ernstige beperkingen wordt de huidige verpleeghuiscapaciteit op het terrein Dekkerswald vervangen. Verpleeghuizen Irene 1 , 2 en 3 hebben een capaciteit van 90 plaatsen overwegend in meerbedskamers. De afbouw van de meerbedskamers is zowel voor ZZG als het ministerie van VWS zeer belangrijk. Gedwongen wonen met vreemde mensen op een kamer in een institutionele setting in een laatste kwetsbare levensfase is niet meer acceptabel. Door de beschikbaarheid van hoogwaardige zorginfrastructuur op het terrein, de 7 X 24 uur beschikbaarheid van artsen en verpleegkundigen en in hoge mate op beperkingen aangepaste woningen kunnen mensen die nu in de verpleeghuizen op het terrein verblijven vanaf 2011 zelfstandig wonen.
13
In een latere fase van het Masterplan is voorzien in de ontwikkeling van 133 appartementen om een klein deel van het tekort aan verpleeghuisplaatsen in de regio in te vullen. Met name mensen die aangewezen zijn op intensieve verpleegkundige zorg en specialistische behandeling kunnen op terrein Dekkerswald zelfstandig wonen. Het gebouw de kentering wordt dan gesloopt. De kentering is van oudsher het appartementengebouw voor verpleegkundigen en andere medewerkers die op het terrein Dekkerswald werken. Het gebouw kende ruim 150 kleine appartementen. De afgelopen jaren is een deel van de appartementen omgebouwd tot kantoren voor de centrale organisatie van ZZG.
14
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
3 Historie van Dekkerswald
Luchtfoto Dekkerswald
In 1913 werd het herstellingsoord Dekkerswald geopend. Het complex, naar ontwerp van architect Cuypers, was gelegen in de hooggelegen bossen van Groesbeek en ideaal georiënteerd op de zon. In loop der jaren groeide Dekkerswald uit van een centrum voor tuberculosepatiënten naar een uitgebreid medisch centrum. Er bestaat nauwe samenwerking met het Sint-Radboud ziekenhuis, de Universiteit van Nijmegen en diverse zorginstellingen voor onder meer geriatrische patiënten, begeleiding van ongeneeslijk zieke mensen en scholing voor kinderen met een auditieve of communicatieve handicap. Het terrein van Dekkerswald is circa 85 ha groot en wordt grotendeels omgeven door een hekwerk. Het bebouwde deel heeft een oppervlakte van circa 20 ha.
15
16
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Oorspronkelijke structuur Door de projectie van bovenstaand plan op de topografische kaart van 1906 (links) is zichtbaar hoe de eerste bebouwing van Dekkerswald ideaal georiënteerd ligt op de zon. De hoofdas van het complex ligt scheef in het orthogonale systeem van de
bossen. Enkele gebouwen volgen wel het rechthoekige systeem. Het complex is gelegen op de hogere delen van de heuvelzone tussen Nijmegen en Groesbeek. De Nijmeegsebaan is deels ingegraven ter hoogte van Dekkerswald, om de helling in de weg te nivelleren. In het verleden waren de heuvels minder
17
begroeid met bomen en was er meer heide aanwezig. Vanaf het hoofdgebouw kon men toen de rivier de Maas zien liggen. Rond het hoofdgebouw was alle oorspronkelijke begroeiing verwijderd en had het gebied een parkachtige invulling met losse bomen in een glooiend gazon.
18
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald structuur / richtingen herstellen
situatie ca. 1950 op hoogtelijnen
belangrijkste missers (rood)
situatie 1950 over huidige situatie
huidige situatie op hoogtelijnen
overzicht te amoveren bebouwing (rood) en gemeentelijke monumenten (groen)
Bij de gedachtevorming over de nieuwe opzet van het gebied wordt de oorspronkelijke structuur van het gebied als uitgangspunt genomen. Aan de kaartbeelden is te zien dat in de loop der tijd steeds meer is afgeweken van de heldere opzet uit het verleden.
Een hoogtekaart met het oorspronkelijke hoogteverschil laat zien dat de historische bebouwing gesitueerd was op het relatief vlakke deel van een heuvel. De oorspronkelijke ontsluitingsweg naar het hoofdgebouw volgde exact de hoogtelijnen om zo min mogelijk hinder te hebben van hoogteverschillen op het terrein. Later zijn wegen verlegd of zelfs geheel verdwenen.
19
De bebouwing dateert uit verschillende perioden en is erg divers. Met uitzondering van de oorspronkelijke gebouwen (nu aangewezen als monument) hebben ze over het algemeen weinig architectonische kwaliteit. Doordat gefaseerd veel bebouwing wordt geamoveerd ontstaan mogelijkheden om deels weer terug te grijpen op de historische richtingen van het terrein. Dit versterkt het karakter van het terrein.
Concept bestemmingsplan 2009
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
21
4 Randvoorwaarden en doelen
Om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden van het terrein, is – naast de historische context – de huidige situatie onderzocht. De huidige situatie en de omgeving leggen een aantal randvoorwaarden op aan de toekomstige ontwikkeling. Bestemmingsplan Op 24 januari 2008 heeft de gemeenteraad van Groesbeek het bestemmingsplan “Dekkerswald/Werkenrode” gewijzigd vastgesteld. Dit bestemmingsplan vervangt het oudere plan uit 1972. In het bestemmingsplan uit 1972 waren twee vlakken opgenomen, die elk voor 10% bebouwd mogen worden. De contouren van de vlakken correspondeerden niet geheel met de bestaande situatie. Zo lagen de vroegere portierswoningen buiten het plangebied. In vlak A is bebouwing mogelijk tot 6,5 meter hoog, in vlak B mogen de gebouwen maximaal 15 meter hoog zijn. Dit plan gaf recht op meer m² vloeroppervlak dan de huidige situatie. Bestemmingsplan 1972
In het recent vastgestelde plan is de bestaande situatie gefixeerd. De bestaande bebouwing is vastgelegd in een aantal bouwvlakken met een maatvoering die in grote lijn is afgestemd op datgene wat er nu aanwezig is. Het plan biedt niet de flexibiliteit die nodig is om in te kunnen spelen op de gewenste toekomstige ontwikkelingen. Voor de uitvoering van de nieuwe plannen zal daarom een nieuwe planologische procedure moeten worden gevoerd. Met de Gemeente Groesbeek is overleg geweest over de verschillen tussen de bestemmingsplannen. In een nieuw concept-bestemmingsplan 2009 wordt rekening gehouden met de ambities van Dekkerswald, zonder de bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan uit 1972 te overschrijden. Door een nieuwe inrichting wordt een optimale balans gevonden met gewijzigd gebruik, bebouwingsstructuur en ecologie.
Bestemmingsplan 2008
Oostzee stedenbouw
175m
Onderzoeken
89m
22
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
23
Ecologie Dekkerswald maakt deel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Doel van de EHS is het realiseren van een netwerk van natuurgebieden door middel van natuurbehoud en natuurontwikkeling. Het Masterplan kent als doelstelling dat het gebied ontwikkeld wordt met een maximale inspanning ten aanzien van het behoud van aanwezige natuurwaarden. De intentie is verder om meer voorwaarden tot natuurontwikkeling te creëren dan in de huidige situatie.
De maximale bouwcapaciteit in een nieuw bestemmingsplan wordt vergelijkbaar met de capaciteit in het vigerende bestemmingsplan uit 2008 en het oude plan uit 1972. De totale opzet wordt echter veel groener van karakter, waarbij een zekere planflexibiliteit nodig is, gezien de lange looptijd. Het groene karakter krijgt vorm door een meer gestructureerde invulling van het terrein die aansluit bij de historische lijnen.
Natuurwaarden Dekkerswald
Omwille van de verkeersveiligheid wordt met de provinciale wegbeheerder en de gemeente Groesbeek gekeken of de huidige aansluiting kan worden gewijzigd in een rotonde of dat er andere verbeteringen aan het kruispunt mogelijk zijn.
Ecologisch onderzoek maakt duidelijk dat de natuurwaarden op en rond Dekkerswald vooral gekoppeld zijn aan restanten oud bos (eikenhakhout en houtwallen) en hei. In deze habitats bevinden zich soorten als de Kruipbrem, Kleine pimpernel, Wintereik, Adelaarsvaren, Wild zwijn, Hazelworm en Vliegend hert. Deze worden ook op of rond het terrein aangetroffen. In het gebouw De Kentering leeft een kolonie dwergvleermuizen. In de omgeving komen daarnaast een aantal bijzondere bosrand- en open-zandsoorten voor als de Zandhagedis, diverse bijensoorten en de Steppesprinkhaan
Archeologie Het hele zone tussen Nijmegen en Groesbeek wordt gezien als een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Daarom is een inventariserend archeologisch onderzoek verplicht, voordat er gebouwd kan worden.
De oude bosplaatsen blijven behouden. Met een nieuwe inrichting komen er kansen de natuurwaarden te vergroten. Er zijn vooral kansen aan de bosranden (aanplant van bremstruweel) en op delen met open grazige vegetatie (Buntgras- en Dwerghaver-verbond en Heide).
Geluid Tot een zone van 250 meter vanuit de as van de Nijmeegse baan is het gebied onderzoeksplichtig ten aanzien van geluid. Akoestisch onderzoek heeft uitgewezen dat gebouwen met een geluidgevoelige bestemming (o.a. de zorginstellingen) niet zonder maatregelen op een afstand van minder dan 89 meter uit de as van de weg mogen worden gebouwd. Tussen de 89 en 175 meter dient eerst een hogere waarde te worden aangevraagd bij de gemeente. Uit de eerste planschetsen blijkt dat dit noodzakelijk is. Door bepaalde maatregelen te treffen kunnen deze grenzen dichter bij de weg komen te liggen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het toepassen van een stil wegdek, het verlagen van de maximaal toegestane snelheid, het opwerpen van een geluidswal en het toepassen van maatregelen aan de gebouwen.
De conclusie van dit onderzoek is dat bij de realisatie van onderdelen van het hele plan mogelijk archeologische waarden worden verstoord. Vervolgonderzoek is op een beperkt aantal locaties noodzakelijk.
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Door de nieuwe ontwikkelingen worden delen van het als zodanig bestemde bos verwijderd. Dit betreft bospercelen met relatief beperkte natuurwaarden (met name Douglassparren). Het blijkt dat de ontwikkelingen op Dekkerswald een geringe boscompensatie nodig maken. De hoeveelheid en aard van de natuur- en boscompensatie is in overleg met de provincie bepaald. De compensatie binnen het bestemmingsplan biedt meer kansen voor een verbetering van de natuurwaarde. Voor de compensatie buiten het plangebied van het bestemmingsplan wordt in overleg met de provincie gezorgd voor aanplant van nieuwe bospercelen. Dit wordt vastgelegd in het nieuwe bestemmingsplan voor Dekkerswald. Bomen en bos Het terrein van Dekkerswald kent drie typen groen: 1. Het (omringende) bos 2. Een parkachtig deel waar de gebouwen in liggen 3. De ‘tuinen’ rond de verschillende gebouwen, en soms ook los in het park. Aan de voorzijde van een gebouw grenst een representatieve tuinstrook aan de parkruimte. Aan de achterzijde hebben de tuinen een meer besloten en (semi)privékarakter. Op enkele plaatsen zijn er nog relicten van vroegere situaties te vinden, bijvoorbeeld op de plek waar eerder een (ander) gebouw heeft gestaan. Duidelijk is te zien dat de groenaanleg en het onderhoud niet aan de hand van een totaalvisie of in een continu proces worden gepleegd. Daarnaast kent Dekkerswald een grote variëteit aan soorten bomen, heesters en lage begroeiing, waardoor er weinig samenhang is tussen de verschillende beplantingsgroepen, zowel ruimtelijk als qua beplantingstype.
Op het terrein zijn, buiten de bospercelen, circa 1000 bomen ingemeten. Daarvan zijn er 300 als waardevol aangemerkt en 30 zelfs als monumentaal (inventarisatie juli 2007). Recent zijn er veel bomen drastisch gesnoeid of gerooid in verband met noodzakelijk onderhoudswerk. Buiten het bebouwde gebied is veel bos uitgedund om meer lucht en licht beneden te krijgen en de ecologische waarden te versterken. Water Het grondwater zit heel diep en heeft geen invloed op de vegetatie. Oppervlaktewater is alleen aanwezig in de vorm van een gemetselde vijver in de tuin en een infiltratievijver in het bos. Deze bekkens werden vroeger gebruikt om het effluent van de eigen zuivering te infiltreren. In de toekomst wordt al het hemelwater van de daken en verharding geïnfiltreerd in de bodem in de naaste omgeving. Explosievengevaar Bij alle nieuwe ontwikkelingen in de omgeving van Groesbeek en Nijmegen is het belangrijk zicht te hebben op oude inslagen van munitie, gezien de zware strijd die in de omgeving van het plangebied eind 1944 / begin 1945 heeft plaatsgevonden. Bij concrete bouwplannen of aanpassingen van het maaiveld of wegen is nader onderzoek noodzakelijk. Uit vooronderzoek op Dekkerswald blijkt dat er, voordat er ontgraven wordt, op een tweetal locaties explosievenonderzoek dient plaats te vinden.
25
Hoogtelijnen De hoogtes van het complete terrein zijn nauwkeurig ingemeten. Goed inzicht in de bestaande hoogtes geeft aanleidingen voor specifieke bebouwing, wegen en parkeeroplossingen. Met het Masterplan wordt gestreefd naar het goed zichtbaar maken van hoogteverschillen en deze te gebruiken.
hoogtelijnen - per anderhalve meter hoogteverschil.
26
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
27
5 Visie
Oude en nieuwe allure Het Masterplan Dekkerswald gaat uit van het herstel van oude structuren. De monumentale gebouwen blijven gehandhaafd, maar daarbuiten wordt veel bebouwing weggehaald. Nieuwbouw wordt gepleegd volgens een duidelijk patroon van wegen en bebouwingsassen. Dit versterkt het karakter van het terrein als een eenheid en gaat samen met een functieverandering van het gebied. Dekkerswald verkleurt van een instellingenterrein naar een behandel-, zorg-, expertise en woongebied. Ambitieniveau De uitstraling van het nieuwe Dekkerswald heeft een hoog niveau. Het geheel is ook als eenheid herkenbaar. Daarom is het belangrijk vanaf de start van nieuwe ontwikkelingen vast te leggen welk kwaliteitsniveau wordt nagestreefd, en met welke basiselementen. De sfeer van het gebied wordt bepaald door de architectuur, het straatmeubilair, de verharding en het groen. Voor de nieuwbouw wordt nog een nader beeldkwaliteitsplan opgesteld, met richtlijnen voor de architecten. Hierover is contact met de welstandscommissie. De kwaliteit van de buitenruimte wordt vastgelegd in een gedetailleerd inrichtingsplan. Deels kan het gebruik van de materialen teruggrijpen op het waardevolle bestaande. Het gaat dan vooral om restauratie van oude trappartijen en het losmaken van oude boomgroepen. De nieuwe elementen dienen te passen
in de totaalvisie voor het gebied. Voor de herkenning is het van belang te kiezen voor een eenduidige toepassing van materialen en groenelementen. Dit heeft ook beheervoordelen. Meer dan in de huidige situatie zal het terrein vanaf de Nijmeegsebaan worden ervaren. De nieuwbouw wordt zichtbaar tussen de bomen. Hierdoor ligt het complex minder verscholen en toch blijft het bijzondere boskarakter behouden. Door de aanwezige hoogteverschillen kunnen parkeerplaatsen vrij eenvoudig door groen aan het zicht onttrokken worden. Het terrein wordt ook meer opengesteld voor invloeden van buiten de poorten. Recreatieve routes, evenementen en voorzieningen staan open voor bezoekers van buiten. Deze ambitie is uitgewerkt in sferen, inrichtingsvoorstellen en routes door het gebied.
28
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Wat wordt mogelijk ? Dekkerswald verkleurt van een instellingenterrein naar een specialistisch centrum dat is toegerust als expertise- en behandelcentrum, zorg- en woongebied. Met de nieuwe behandelcentra en verblijfsvormen wordt het terrein meer een eenheid. De prachtige locatie en zorgfuncties op het terrein creëren goede mogelijkheden voor een aantrekkelijke omgeving. Dit zal ouderen aanspreken, maar door de openheid van het gebied en het aanbieden van diverse functies kunnen ook jongeren met een zorgvraag zich hier vestigen. Er kan een omgekeerde integratie plaatsvinden, met begrip voor elkaars situatie. Op het terrein ontstaan verschillende sferen die elkaar afwisselen. Op en buiten het terrein kan de natuurliefhebber genieten van diverse flora en fauna. Een wens is om een heidevegetatie in stand te laten houden door een kleine schaapskudde, die over het 85 ha grote terrein zwerft. Er zijn mogelijkheden om gronden te bewerken in gezamenlijke sier- of moestuinen. Er kunnen kleine winkels komen met natuurproducten of manifestaties voor de (semi)permante gebruikers van het terrein.
29
In de gebouwen in de centrale deel (nabij het hoofdgebouw en kapel) komen functies die gericht zijn op de bewoners van het terrein. De kapel krijgt daarin een bijzondere functie, gericht op ontmoeting en cultuur. Er zijn mogelijkheden voor film, lezingen, theater, muziek, dans, exposities, feesten en ontspanning. Deze functies kunnen ook aantrekkelijk zijn voor bezoekers van buiten, evenals voorzieningen als horeca, persoonlijke verzorging tennisbanen en manege. En waarom kan de kapel niet dienen als trouwlocatie, met een slotfeest in de nieuwe horecagelegenheid?
30
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Bereikbaarheid Dekkerswald heeft momenteel één verkeersentree aan de Nijmeegsebaan. In overleg met de provinciale wegbeheerder kan gekozen worden voor een rotonde, een verkeerstechnisch veilige oplossing. Om het terrein visueel een open karakter te geven wordt het bos opener gemaakt. De bebouwing wordt zichtbaar door de “vitrage“ van bomen. Op enkele punten is direct zicht mogelijk. Vanaf de Nijmeegsebaan worden de parkeerplaatsen aan het zicht onttrokken door een verdiepte ligging en laag groen. Het 85 ha grote terrein wordt geheel opengesteld. De hekken van het oude Dekkerswald worden, waar veilig, verwijderd. Dit sluit aan bij het beleid van de grote buur Staatsbosbeheer. Hierdoor krijgt de natuur meer kansen, maar ook de recreant kan zich vrij door de natuur en over het terrein verplaatsen. Gezocht moet worden naar fiets-, wandel- en ruiterroutes die aantrekkelijk zijn door het uitgestrekte natuurgebied tussen Nijmegen en Groesbeek, met de mogelijkheid voor een rustpauze bij de voorzieningen op Dekkerswald. Door het bos kan tevens een verbinding worden gelegd met het naastgelegen terrein Werkenrode en de daar aanwezige voorzieningen (o.a. zwembad en theaterzaal).
31
Het is van belang om bij de inrichting van het terrein rekening te houden met de mate van privacy van de nieuwe bewoners van het park. Het is waarschijnlijk onwenselijk om overal en altijd de bezoekers te ervaren. Daarom wordt gekozen voor meerdere routes over het terrein ten behoeve van verschillende gebruikers. De routes bedienen gebieden (sferen) die duidelijk van karakter verschillen. Er is één route die alle gebieden op het terrein met elkaar verbindt. Dit is de “levensader”. Aan deze (historische) route voor fietsers en wandelaars worden de meeste entrees en voorzieningen gekoppeld. De route buigt af in het centrale gebied van Dekkerswald. De detaillering dient te zijn afgestemd op het gebruik. Op het terrein moet onderscheid gemaakt worden tussen routes en verblijfsgebieden. In de verblijfsgebieden mag bijvoorbeeld de stilstaande auto niet storend zijn. Dus dienen er creatieve parkeeroplossingen gecreëerd te worden. De niveauverschillen in het terrein moeten prettig overbrugbaar zijn voor alle gebruikers, ook voor mensen in een rolstoel of met een rollator.
32
Oostzee stedenbouw
Tuin
Erf
Veld
Parkbos
Centrale entree
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Schematische weergave van het bouwvolume / gebouwtype met een plint als ‘waterpas’ voor het golvende landschap
Architectuur De architectuur varieert op één thema voor heel Dekkerswald. Gezocht is naar een bebouwingstype voor de nieuwbouw die de eenheid van het complete Dekkerswald waarborgt, maar ook recht doet aan de verschillende omstandigheden en functies. De massa’s kennen allemaal en donkere plint. Voor zover behoefte kunnen de onderbouwen van de grotere gebouwen ingericht worden met diverse publieksfuncties, zoals horeca en functies in de sfeer van persoonlijke verzorging. De plint maakt de massa los van het maaiveld en strookt met een collectiviteitgedachte. De plint is tevens een soort “waterpas” die de hoogteverschillen goed laat ervaren, met name bij de langere gebouwen. De plint is een architectonisch element dat ook toegepast is in het hoofdgebouw van Dekkerswald. De onderbouw is uitgevoerd in baksteen met daarboven veelal wit pleisterwerk. De architectonische uitstraling van de gebouwen is een aspect dat later uitgewerkt moet worden. Hiervoor wordt een beeldkwaliteitplan opgesteld. Het beheer van het terrein gebeurt centraal. Vooralsnog wordt niet gedacht aan het uitgeven van gronden aan particulieren. Daarom wordt geen rekening gehouden met meerdere gebouwentrees of privé-erven.
33
Sferen Het ruimtelijk kader van Dekkerswald wordt gevormd door de assen over het terrein. Dit is de kapstok, waarbinnen variaties mogelijk zijn. De hoofdopzet van het nieuwe Dekkerswald kent vier sferen. De sferen sluiten zoveel mogelijk aan op het historische karakter en de bestaande situatie, maar worden exacter geformuleerd. De gebieden krijgen elk een specifiek karakter. Dit maakt het mogelijk om er concrete inrichtingsvoorstellen aan te koppelen. Per sfeer wordt een beeld geschetst van het geheel en wordt een toelichting gegeven op aspecten als groen, ontsluiting, architectuur, verlichting et cetera. De sferen worden besproken in deze volgorde: - De tuin - Het parkbos - Het veld - Het erf
34
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Schematische weergave van het gebouwtype in De tuin.
golvend gazon met solitaire bomen gevel: baksteen
- De tuin De tuin is het pronkstuk van Dekkerswald. Hier ligt het (gerestaureerde) hoofdgebouw met de kapel. Alle gebouwen liggen in het groen met een open karakter. De grote loofbomen staan in een gazon en kennen weinig onderbegroeiing. Het is ook het meest publieke deel van Dekkerswald. De open terreinen bieden ruimte voor siergroen, een beeldenexpositie en manifestaties. Er bestaat een onderscheid tussen de voor- en achterzijde van het hoofdgebouw. De achterzijde (zuidkant) is kleinschaliger ingericht, als rustige siertuin. De karakteristieke ronding van de tuin wordt hersteld door het weghalen van lagere begroeiing. Door een (publieke) opening in het complex te maken is de tuin ook te ervaren door niet bewoners van het complex.
donkere onderbouw met ruimte voor bijzondere zorgvoorzieningen
De ontsluitingsweg volgt de oude routing over het terrein. Deze loopt over de hoogtelijnen, zodat het hoogteverschil hier geen hinder oplevert. De route ligt op
35
de grens van het open deel en het gesloten bos. Het parkeren wordt geconcentreerd en (half)verdiept aangelegd onder de hogere bebouwing en verscholen achter inkepingen van de glooiende gazons. De grote vrijstaande bomen worden van onderaf met grondspots verlicht. Dit geeft een sprookjesachtige sfeer in het open gebied. Het dakwater wordt opgevangen in wadi’s rond de parkheuvel of wordt afgevoerd naar lager terrein voor infiltratie. Ook zijn er mogelijkheden voor meer architectonische waterelementen, passend bij het tuinontwerp.
36
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Referentiebeelden bebouwing in De tuin De kapel is duidelijk een bijzonder gebouw dat niet als referentie gebruikt kan worden. Baksteenarchitectuur sluit wel het best aan op de traditionele bebouwing van Dekkerswald. Sommige gevels hebben witte vlakken, als koppeling met het hoofdgebouw. De gevels van de nieuwbouw kennen duidelijke vlakken met gaten. De nieuwbouw is alzijdig en vormt monolieten in het open graslandschap. Een donkere plint (bijvoorbeeld glas met donkere stijlen) tilt het woonblok net los van het maaiveld. Boven de plint bevinden zich twee tot vier (woon)lagen (maximaal 17 meter hoog). Het centrale deel krijgt de hoogste bebouwing om de monumentale aslijn over het middengebied te versterken. De monolieten hebben een contactpunt met het maaiveld door een nadrukkelijk vormgegeven entree. Dit element kan het gebouw een nieuwe “monumentaliteit” geven, die passend is in De tuin.
37
38
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Schematische weergave van het gebouwtype in Het parkbos.
een transparante bosomgeving
gevel: donkere baksteen
- Het parkbos In het parkbos komen het 2e lijns dienstenstencentrum, het chronisch centrum en zorg gerelateerde woningen. Er is privacy en rust. De bebouwing staat verscholen tussen de bomen. Het gebied wordt ontsloten door wegen die direct leiden naar verschillende enclaves in het besloten bos. De geparkeerde auto’s zijn uit het zicht door oplossingen deels onder de gebouwen , ingegraven in de helling of achter groen. De meeste bebouwing wordt gesitueerd in het parkbos. Indien nog aanwezig worden de bestaande bomen gespaard, maar daarnaast worden zoveel als mogelijk nieuwe bomen geplaatst. De bebouwing staat min of meer los op het maaiveld, dus zonder grote entreeterreinen of privétuinen.
(halfhoge) plint met bijv. parkeren of voorzieningen
39
De verlichting van de parkboszone wijkt af van de rest van het gebied. De informele lanen door het bos worden verlicht door lage bolders. Zij accentueren de lange lijnen. Het water wordt opgevangen en gedraineerd in de bodem op de diverse open plekken in het bos.
40
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Referentiebeelden bebouwing in Het parkbos Het gebruik van meer hout en donkere baksteen op de gevel geeft een karakteristieke uitstraling aan de gebouwen. De plint (in donkere steen of luchtroosters voor de garage) fungeert als “stam” van de woning in het bos. Van belang is een bepaalde rust in de architectuur, om de homogeniteit van deze grote zone te waarborgen. Boven de plint zijn drie tot vier bouwlagen mogelijk (maximaal 17 meter). Aan de bovenzijde wordt de bebouwing niet afgedekt met een dakoverstek. Bij een blik naar boven is er geen belemmering om de boomkruinen en de lucht te zien. De nieuwbouw maakt een patroon van langere stroken aan de levensader. Daardoor mogen de koppen afwijken van de langsgevels. Uitbouwen moeten voorkomen worden.
41
42
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Schematische weergave van het gebouwtypen in Het veld.
ruig begroeid, golvend graslandschap
- Het veld In deze kleine zone bevinden zich de bestaande Mgr. Terwindtschool en een nieuwe sporthal. De school wordt uitgebreid. De bebouwing heeft het karakter van een laag paviljoen. De donkere plint beperkt zich tot hoogstens een meter boven het maaiveld. Daarboven is een lichte massa in stucwerk met glas en staal. Een nieuwe sporthal moet bij dit karakter aansluiten.
gevel: wit stucwerk, glas Het parkeren geschiedt op het maaiveld. Door bepaalde vakken voor het parkeren aan te wijzen, omzoomd door hagen en andere begroeiing, hoeft dit niet te storen.
lage plint: in hoogte varierend door maaiveld
43
De verlichting is geconcentreerd op bepaalde punten. Verspreid over de zone liggen lichtaccenten, bijvoorbeeld bij entrees en ontmoetingsplaatsen. De wadi’s voor de opvang van water worden vormgegeven als natuurlijke poelen in een ruig graslandschap.
44
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
- Het erf De voormalige boerderij vormt een zelfstandige eenheid op het terrein van Dekkerswald. De bestaande bebouwing kan vervangen worden om beter dienst te doen voor het beheer van het terrein. Bij nieuwbouw dient teruggegrepen te worden naar oude typologieën van boerderijen. Ten noorden van de (bestaande) muur, omsloten door een beukenhaag, ligt een kleine beschutte kavel. Dit terrein biedt goede mogelijkheden voor een moestuin. Een kleine veestal zorgt voor een levendig beeld. De vroegere heemtuin in het bos wordt opnieuw ingericht. Vooralsnog is het grootste deel van dit terrein buiten het nieuwe bestemmingsplan gelaten.
45
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Bestaande plint van hoofdgebouw
Hoofdopzet: zones en structuren De essentie van het Masterplan voor Dekkerswald is een globale schets van zones en structuren. De kleuren staan voor sferen en de lijnen voor bebouwingsrichtingen en wegen. Op basis van deze hoofdopzet kunnen nadere uitwerkingen plaatsvinden. De hoofdopzet wordt bepaald door de historische route rond het centrale gebied. Hiervoor dient een deel van deze weg teruggebracht te worden. De bebouwingsrichting volgt de kapel en het hoofdgebouw. Daarnaast wordt teruggegrepen op de oude boslanen. De belangrijkste lijn is de “levensader”, van noord naar zuid door Het parkbos. Deze koppelt de sferen en bepaalt de richting van de meeste andere gebouwen op het terrein. Deze route voor voetgangers en andere langzame vervoersmiddelen maakt verbindingen mogelijk tussen de verschillende gebouwen. Het is voor te stellen dat de schoolkinderen dagelijks gebruikmaken van de lijn om naar het erf te gaan. Of bewoners van de behandelcentra bezoeken, via het pad, de kapel of restaurant.
47
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Verkaveling De exacte invulling van het Masterplan kan in de loop der jaren wijzigen. De functionele invulling en de bebouwingstypologieën kunnen nu nog niet helemaal vastgelegd worden. De doorlooptijd van het plan is daarvoor te lang. Het plan moet flexibel met deze aanpassingen om kunnen gaan. Op basis van de huidige inzichten is een schets gemaakt voor een concrete invulling van het hele terrein. De schets dient als hulpmiddel bij een exploitatieopzet en geeft een mogelijk eindbeeld. Ten behoeve van de verkaveling is gebruik gemaakt van een aantal bebouwingstypologieën en standaardplattegronden.
49
50
Oostzee stedenbouw
Wegen en paden 1. Voetpaden 2. wegen
Profielen en materialen De verharding speelt een grote rol in de beleving van het terrein. Gestreefd wordt naar een rustig beeld. Op het complex Dekkerswald wordt gekozen voor een aantal standaard profielen en een beperkt assortiment aan verhardingsmaterialen. De verhardingskeuze moet stroken met het gebruik en de sfeer van het gebied. Om de hoofdentree naar het hoofdgebouw herkenbaar te houden wordt de
gehele route uitgevoerd in asfalt. Het aanliggende trottoirs krijgt klinkers. Detailleringen gebeuren door donkere natuursteenkeien of betonbanden in een natuursteenkleur. De belangrijke “levensader” krijgt een minimaal profiel, maar wel uitgevoerd in een bijzondere tegel en patroon. De wegen door Het parkbos en Het veld krijgen een verharding van gebakken
klinkers. Hier kan ook soms een middenberm of lichte bocht toegepast worden om een rechtstreeks doorzicht te vermijden en de sfeer van het gebied beter te laten ervaren. De parkeerkoffers worden uitgevoerd in een zwarte betonklinker. Het toepassen van belijning en goten wordt vermeden.
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
1. Hoofdroute
2. Langzaamverkeersroute “de levensader”
3. Woonstraten in Het parkbos
51
52
Oostzee stedenbouw
Indicatieve maximale gebouwhoogtes
Gebouwhoogtes en functies De verkaveling, indicatieve hoogtes en functies zijn indicatief. Zij geven wel een beeld van de mogelijke eindsituatie. De exacte randvoorwaarden zijn vastgelegd in bet bestemmingsplan.
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Functiekaart school/sporthal
chronisch centrum
2e lijn
kantoor/wonen
PG/wonen
kapel
bijzondere woonvorm
recreatief/wonen
53
54
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald bebouwing bestaand
verharding bestaand
ecologie/onverhard bestaand
bebouwing nieuw
verharding nieuw
ecologie/onverhard nieuw
Oud en nieuw vergeleken Bovenstaande tekeningen maken een vergelijking mogelijk tussen de bestaande situatie en de mogelijke eindsituatie. Het is duidelijk zichtbaar dat de structuur helderder wordt, met minder versnippering van de ruimte.
55
Hierdoor ontstaan er langere lijnen door het hele terrein en dit biedt meer mogelijkheden voor een ecologische inrichting. Per fase is dit een belangrijk uitgangspunt.
56
Oostzee stedenbouw
Indicatief programma nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 8 9 9 10 11
gebouw Sporthal School 2e lijns diensten centrum Chronisch centrum Hoofdgebouw Kapel Directeurswoning Pg woningen Zorg woningen Bethel Bethel Wonen park / bos Zorgboerderij
functie sporthal school verpleeghuis/revalidatie/KBB ziekenhuis/revalidatie woningen duur multicultureel centrum kantoor PG zorg vrije sector huur serviceflat restaurant wonen vrije sector midden duur PG wonen
aantal 800 125 160 30 540 690 52 48 28 133 24
eenheid m2 BVO leslokaal wooneenheid bed woning m2 BVO m2 BVO wooneenheid wooneenheid woning m2 BVO woning woning
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Fasering Fase 1: 2009 - 2011 Uitbreiding Mgr. Terwindtschool (2) 2e lijns diensten centrum (3) Kapel (6) Pg woningen (8) Zorgwoningen (8) Fase 2: 2011 - 2015 Sporthal (1) Chronisch centrum (4) Bethel serviceflat (9) Bethel restaurant (9) Fase 3: na 2015 Hoofdgebouw (5) Tabor Directeurswoning (7) Wonen park / bos (10)
57
58
Oostzee stedenbouw
Masterplan - Stedenbouwkundige Uitwerking Dekkerswald
Parkeren in het nieuwe Dekkerswald Er wordt gestreefd naar een integrale parkeeraanpak. Daardoor kan tijdig gezorgd worden voor een juiste spreiding van de geclusterde parkeerterreinen. Het parkeren zal van grote invloed zijn op het uiteindelijke beeld van het terrein. Het streven is om zoveel als mogelijk het parkeren onder de gebouwen te situeren. Deze gebouwde voorzieningen zijn echter kostbaar en niet altijd mogelijk. Daarom wordt in een vroeg stadium nagedacht over acceptabele oplossingen van parkeren op het maaiveld. Door de landschappelijke situering is het vrij eenvoudig te spelen met de hoogteverschillen om auto’s uit het beeld te houden. Daarnaast kunnen hagen en ander groen veel zicht onttrekken op geparkeerde auto’s.
Oppervlak verharding t.b.v. parkeren 1. parkeren op maaiveld 2. parkeren verdiept/ondergronds
59
Opdrachtgever
SGBB en Zorggroep Zuid Gelderland
Titel
Masterplan Dekkerswald
Projectcode
PSGBB6
Datum
25 - 08 - 2009 Tivolilaan 205 6800 AA Arnhem tel. 026 4423342 fax 026 4458512 e-mail
[email protected]