cursus:
Omgaan met diversiteit voor MZ
> Inhoud > Over deze cursus 3 > Diversiteit: wat is dat? 6 > Diversiteit binnen je eigen omgeving 9 > Interculturele communicatie 11 > Omgaan met verschillen in de beroepspraktijk 13 > Jouw begeleidende rol 15 > Reflectie 19 > Theoriebron 1: Diversiteit 21 > Theoriebron 2: Wat is goede communicatie? 22 > Theoriebron 3: Interculturele communicatie 23 > Theoriebron 4: Effectieve interculturele communicatie 25 > Theoriebron 5: Omgaan met verschillen in de beroepspraktijk (niveau 4) 27 > Werkmodel: Mijn eigen kader 29 > Werkmodel: F- en G-culturen 30 > Werkmodel: Omgaan met verschillen in de beroepspraktijk 31 > Werkmodel: Toepassing theorie Leininger 32 > Werkmodel: Activiteitenlijst Johan 34 > Beoordeling 35
Colofon Uitgeverij
Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail:
[email protected] Internet: www.edu-actief.nl
Auteurs Liesbeth Urbach en ROC Mondriaan Titel Omgaan met diversiteit Vormgeving Binnenwerk: DBD design/Ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN Copyright
978 90 3720 682 1 © 2011 Uitgeverij Edu’Actief b.v.
Eerste druk/tweede oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
> Over
deze cursus
Je werkt als medewerker maatschappelijke zorg in een instelling voor verstandelijk gehandicapten. Je werkt op de groep De Berk, een woongroep met acht cliënten in de leeftijd van 27 tot en met 45 jaar. Deze cliënten hebben verschillende culturele achtergronden. Je gaat je verdiepen in diversiteit en in hoe je kunt omgaan met diversiteit in de beroepspraktijk. Je staat stil bij je eigen waarden en normen en bij die van je collega’s en cliënten. En je staat stil bij huiselijk geweld.
Doelstellingen van de cursus • • • • • • • • • •
Je kunt je eigen (cultuurgebonden) normen en waarden herkennen. Je kunt de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander herkennen. Je bent je bewust van beelden van en opvattingen over (sub)cultuur en taboes die in verschillende culturen leven. Je kunt de diversiteit in omgangsvormen en communicatiestijlen herkennen. Je hebt inzicht in de spanningsvelden tussen je eigen normen en de normen van cliënten. Je kunt sociale problemen signaleren, met name huiselijk geweld. Je kunt mogelijkheden creëren voor cliënten om zich te ontwikkelen om gestelde doelen te behalen (niveau 4). Je kunt activiteiten aanbieden die aansluiten bij de normen en waarden van de cliënt en zijn familie (niveau 4). Je kunt het sociale netwerk van de cliënt betrekken bij de begeleiding van de cliënt (niveau 4). Je kunt communiceren met de bij de cliënt betrokkenen, ongeacht cultuur en achtergrond (niveau 4).
Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Deze punten kun je achter in dit boek vinden. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: • actieve deelname aan de lessen • nette uitwerking van de opdrachten • afgeronde processtappen voor het maken van de beroepsproducten.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
3
Je toekomstige collega Naam:
Hanna
Werkzaam bij:
De Brug, een instelling voor verstandelijk gehandicapte mensen.
Medewerkers:
Hanna werkt nauw samen met Ricardo. Hij is persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg (niveau 4). Roos is coördinator van de dagactiviteiten die de vier cliënten van De Berk van maandag tot en met vrijdag verrichten.
Werkzaam als:
Medewerker maatschappelijke zorg niveau 3
Soort werkzaamheden:
Hanna ondersteunt de cliënten in het dagelijks leven. Ze helpt ze bij eten en drinken, wassen en kleden en onderdak. Ze stimuleert de cliënt om zo veel mogelijk zelf te doen en begeleidt ze bij activiteiten.
Over de werkomgeving:
De Berk is een woongroep met acht cliënten in de leeftijd van 27 tot en met 45 jaar. Vier cliënten gaan naar de dagactiviteiten, vier cliënten zijn overdag thuis.
Wat er leuk is aan je werk:
Het werk is heel afwisselend. Je weet nooit van tevoren hoe de dienst zal verlopen. Als medewerker maatschappelijke zorg bouw je echt een band met de cliënt op en kun je heel gericht de cliënt begeleiden en stimuleren.
Grootste blunder:
Ik had samen met Lyla voor haar moeder een uitnodiging gemaakt voor haar verjaardag. Ik had een heel verhaal geschreven in het Nederlands. Ik wist niet dat haar moeder geen Nederlands kon lezen en spreken. Hierdoor kwam haar moeder veel te vroeg op het feestje.
Waar je aan werkt:
Ik wil graag meer inzicht hebben in hoe ik goed kan omgaan met de verschillen in culturen en normen en waarden van de familie van de cliënten. Hassans familie komt uit Iran en die van Lyla uit Marokko. Dit geeft toch wel communicatieproblemen, ook onderling met andere ouders. Hierin zou ik graag meer inzicht willen hebben.
Taal
Taal
• • • •
4
Taal
Taal
Neem deze cursus door en onderstreep de woorden die je niet kent. Noteer deze woorden in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe, onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze cursus, voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
Omgaan met diversiteit voor MZ
Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl
Beroepsproduct: Quiz Dit beroepsproduct inleveren voor: Tijdens deze cursus verdiep je je in het thema diversiteit. Als eindproduct ontwikkel je een quiz waarin je de theorie op een speelse/creatieve wijze verwerkt. Je formuleert hiervoor meerkeuzevragen. Bij elke vraag zoek je een afbeelding of filmfragment waarin het onderwerp duidelijk wordt gemaakt. Processtappen • Maak een planning en een taakverdeling. • Je werkt alle hoofdstukken door. In elk hoofdstuk staan opdrachten. Aan enkele opdrachten zijn werkmodellen toegevoegd. Deze werkmodellen en de opdrachten laat je door de docent beoordelen. • Na goedkeuring van de docent kun je aan het volgende hoofdstuk beginnen. • Aan het eind van hoofdstuk 3, opdracht 12, start je met het ontwerp van de quiz. Dit omdat je je eerst moet verdiepen in de theorie om inhoudelijk goede vragen te kunnen bedenken.
Werkmodel: Samenwerkingscontract op www.factor-e.nl
Laat elke processtap goedkeuren door je docent voordat je begint aan de volgende processtap. De punten waarop je beroepsproduct wordt beoordeeld, kun je achter in dit boek vinden in het hoofdstuk ‘Beoordeling’. Eisen aan het beroepsproduct • De quiz nodigt uit om na te denken over je eigen denkpatronen, normen en waarden. • De quiz nodigt uit om met elkaar in gesprek te gaan. • De quiz maakt helder waar de knelpunten liggen bij het thema diversiteit. • De volgende thema’s moeten in de quiz zijn verwerkt: – diversiteit – communicatie – interculturele communicatie – F- en G-culturen – samenleven in Nederland, normen en waarden – omgaan met verschillen in de beroepspraktijk. • Er is een handleiding bij de quiz geschreven. • Er is een spelvorm gekozen voor de quiz. Bijvoorbeeld een kaartspel met vragen of een interactieve werkvorm met videofragmenten of afbeeldingen. • De quiz kan met meer personen gespeeld worden. • Voor niveau 3 moeten de hoofdstukken: ‘Diversiteit: wat is dat?’, ‘Diversiteit binnen je eigen omgeving’, ‘Interculturele communicatie’ en ‘Omgaan met verschillen in de beroepspraktijk’ worden verwerkt. Zorg dat de doelstellingen van die hoofdstukken herkenbaar zijn in de quizvragen. • Voor niveau 4 moet ook het hoofdstuk ‘Jouw begeleidende rol’ worden verwerkt in de quiz. Zorg dat de doelstellingen van die hoofdstukken herkenbaar zijn in de quizvragen.
Werkmodel: Cursusplanning op www.factor-e.nl
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
5
> Diversiteit:
wat is dat?
Doelstellingen • •
Je kunt het begrip 'diversiteit' omschrijven. Je kunt praktijkvoorbeelden geven van diversiteit op school en tijdens je werk/stage.
Het is rustig in de woonkamer. Lyla en Tom kijken televisie, Rob en Ian doen een spelletje. Hassan zit een spelletje te doen op zijn Gameboy en Tineke zit wat voor zich uit te staren. Zelf ben je bezig met het schrijven van de rapportages. Je kijkt wat rond. Opeens valt het je op dat zo veel verschillende soorten mensen hier samen wonen en werken. Je denkt terug aan het moeizame gesprek dat je gisteren voerde met de moeder van Lyla. Je neemt je voor om deze situatie te bespreken met Hanna. Onder diversiteit verstaan we alles waarin mensen van elkaar verschillen. De zichtbare dingen, zoals leeftijd en huidskleur. En de minder zichtbare dingen, zoals culturele en sociale achtergrond, competenties en werkstijlen. Als je goed kunt omgaan met diversiteit, wil dat zeggen dat je kunt omgaan met heel verschillende mensen.
Opdracht 1: Diversiteit: wat weet ik al? • • •
Bestudeer het werkmodel 'Mindmap'. Schrijf in het midden van een groot vel papier het woord: DIVERSTEIT. Schrijf alles op wat in jullie opkomt als het gaat om dit woord.
Werkmodel: Mindmap op www.factor-e.nl
Je hebt nu gebrainstormd over het begrip 'diversiteit'. Om na te gaan of datgene wat jullie opgeschreven hebben echt is wat men onder diversiteit verstaat, ga je je nu in de theorie verdiepen.
Opdracht 2: Diversiteit: wat is dat? •
Bestudeer theoriebron 1: 'Diversiteit'.
6
Omgaan met diversiteit voor MZ
Theoriebron 1: Diversiteit
•
Beantwoord de volgende vragen. –
Wat wordt onder 'diversiteit' verstaan? ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________
–
Geef drie voorbeelden van diversiteit. ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________
–
Welke vormen van diversiteit worden genoemd? ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________
–
Op welke wijze word jij thuis, op het werk of op school geconfronteerd met diversiteit? ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________________________
Nu je de theorie hebt bestudeerd, kun je nagaan of jullie associaties bij het begrip 'diversiteit' werkelijk kloppen.
Opdracht 3: Diversiteit: klopt het? •
Maak gebruik van de mindmap van opdracht 1.
•
Welke woorden horen daarin achteraf gezien niet thuis en waarom niet? ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________
Als je in gesprek gaat met een ander, merk je al snel of je dezelfde ideeën deelt of juist niet. Door met elkaar in gesprek te gaan leer je elkaar beter kennen. Er zijn verschillende manieren om met elkaar te communiceren. Op internet kun je je mening via een forum delen met anderen, bijvoorbeeld via www.denationaledialoog.nl.
Opdracht 4: De nationale dialoog •
Bekijk samen het filmpje 'Van Kooten en De Bie' op www.denationaledialoog.nl. Zoek naar het filmpje met de titel: ‘Stelling: diversiteit is de kracht van de samenleving’. Wanneer je het zoekvenster gebruikt, maak dan gebruik van de term ‘diversiteit’. Het filmpje tref je aan onder de resultaten aan onder de term ‘Resultaten vragen’.
Zie voor meer informatie www.factor-e.nl
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
7
•
Welke oplossing hebben de heren bedacht om het voor iedereen leefbaar te houden in Nederland? ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Lees het artikel 'Samenleven in Nederland'. Dit kun je vinden op www.factor-e.nl.
•
In het artikel staan enkele vragen. Probeer samen deze vragen te beantwoorden. Beschrijf hieronder in het kort jullie conclusie. ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Wat is jullie mening over de stelling 'Diversiteit is de kracht van de samenleving'? ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________
Opdracht 5: Wat vind jij? Op een forum kan iedereen zijn mening uiten. Het kan zijn dat je het helemaal eens bent met de schrijver of totaal niet.
•
Bekijk een aantal reacties van anderen op de stelling 'Diversiteit is de kracht van de samenleving'. Surf naar www.denationaledialoog.nl en zoek vervolgens naar het filmpje met de naam: ‘Stelling: diversiteit is de kracht van de samenleving’. Gebruik hiervoor het zoekvenster van de website.
•
Kies één reactie uit waarmee jij het eens bent. Welke is dit en waarom ben jij het ermee eens? ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________
•
Kies één reactie uit waarmee jij het oneens bent. Welke is dit en waarom ben jij het ermee oneens? ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________________________________________________________
8
Omgaan met diversiteit voor MZ
Zie voor het videofragment www.factor-e.nl.
> Theoriebron
1: Diversiteit
Betekenis Diversiteit: de verschillen in waarden, attitudes, cultuur, overtuigingen, etnische achtergrond, seksuele geaardheid, kennis, vaardigheden en levenservaring tussen de individuen binnen een groep. Wat betekent het begrip 'diversiteit'? Dit begrip geeft aan dat er in de omgang met mensen verschillen zijn. Bijvoorbeeld: Verschillen (diversiteit) jonge mensen
oude mensen
mannen
vrouwen
hoge klassen
lage klassen
valide mensen
invalide mensen
moeder
geen moeder
rijk
arm
gezonde mensen
zieke mensen
autochtonen
allochtonen
Verschillen zijn nooit neutraal, er hangen ‘waarderingskaartjes’ aan. Anders gezegd: er wordt een stempel op gedrukt. Deze ‘stempels’ kunnen leiden tot stereotiepe uitspraken over mensen. Wanneer je als hulpverlener geen aandacht hebt voor verschillen (diversiteit), bestaat het risico dat je gaat denken in stereotyperingen. Daar ga je ook vaak naar handelen (stigmatiseren). Cliënten voelen het wanneer je ze stigmatiseert door stereotiep te denken. Cliënten gaan dan vaak het contact uit de weg. Of nog erger: ze staken de behandeling voortijdig. Cliënten kunnen ook gaan mopperen, sputteren of ze gaan in verzet. Het omgaan met verschillen in de beroepspraktijk is een vereiste om vertrouwen en een goede werkrelatie tot stand te brengen en op te bouwen. In elke situatie spelen opvattingen, gedrag en verwachtingen een rol. Voor ieder mens geldt dat een eigenschap pas waarde krijgt in een situatie (context). Man-zijn in de ontmoeting met een man is iets anders dan man-zijn in de ontmoeting met een vrouw. De positie die een bepaalde eigenschap geeft, is dus afhankelijk van de eigenschappen van anderen. Vaak wordt de oplossing voor de omgang met diversiteit gezocht in kennis. Maar kennis leidt weer snel tot stereotiep denken: oh, zij behoort tot de islam, dus … En: oh, zij is rijk, dus … Ook zul je nooit alles weten. En je zult in je beroepshouding in elke situatie met de cliënt aandacht moeten hebben voor de specifieke eigenheid van een persoon. Aan de hand van de DSM-methode ga je leren hoe je dat vorm kunt geven in je dagelijkse omgang met mensen.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
21
> Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsleden:
Groep: Docent: Blok: Cursus: Onderwerp: Beoordeling
Criteria
Processtappen beroepsproduct
• • •
• Beroepsproduct
• • • •
• • •
Voldoende
Onvoldoende
Er is een planning en een taakverdeling. Na goedkeuring van de docent kun je aan het volgende hoofdstuk beginnen. Vanaf hoofdstuk 3, opdracht 12, ga je starten met het ontwerpen van de quiz. Dit omdat je je eerst moet verdiepen in de theorie om inhoudelijk goede vragen te kunnen bedenken. Aan het einde maak je de quiz af. De quiz nodigt uit om na te denken over je eigen denkpatronen, normen en waarden. De quiz nodigt uit om met elkaar in gesprek te gaan. De quiz maakt helder waar de knelpunten liggen bij het thema diversiteit. De volgende thema’s moeten in de quiz zijn verwerkt: – diversiteit – communicatie – interculturele communicatie – F- en G-culturen – samenleven in Nederland, normen en waarden – omgaan met verschillen in de beroepspraktijk. Er is een handleiding bij de quiz geschreven. Er is een spelvorm gekozen. De quiz kan met meer personen gespeeld worden.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
35
Beoordeling
Criteria
Actieve deelname in de les
• • • •
Opdrachten
• • •
Mondeling en schriftelijk taalgebruik
Voldoende
Onvoldoende
De student was voldoende aanwezig De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage in de les De student was voldoende aanwezig. Beide taalopdrachten zijn ingeleverd en beoordeeld. De opdrachten voor de cursus zijn goed en netjes uitgewerkt. De eigen evaluatie is ingevuld en besproken
Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik De teksten zijn in correct Nederlands geschreven
Overig
Eindbeoordeling
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Datum: ____________________________________________________
Paraaf docent:
Paraaf deelnemer:
________________________________________________________________
________________________________________________________________
36
Omgaan met diversiteit voor MZ
>