M(e)ER weten
04/10
nieuwsbrief voor studenten en alumni van de opleiding Management, Economie en Recht
In deze nieuwsbrief o.a.
inleiding
Omgaan met
Diversiteit: hoe gaan diverse organisaties er mee om?
2
p.
diversiteit – waarom?
Mandy on a Cambridge High
4
p. Als een god in Frankrijk
9
p.
De meiden achter het MER Introkamp 2010
11
p.
(Ex-)student en international business
12
p.
14
Tussen het repeteren door met je neus in de studieboeken
p. Suriname in het hart
16
p.
In de huidige samenleving is etnische diversiteit een belangrijk en veel besproken onderwerp. De samenstelling van de Nederlandse bevolking is immers door internationale migratiestromen en sociaaldemografische ontwikkelingen de afgelopen jaren sterk veranderd. Hierdoor maken onderlinge verschillen tussen individuen en groepen mensen steeds meer deel uit van onze dagelijkse leefwereld. Deze verscheidenheid is ook waarneembaar bij organisaties. Om snel te kunnen aansluiten op ontwikkelingen in hun omgeving is het managen van diversiteit vanuit bedrijfskundig perspectief van belang. Verschillen en overeenkomsten tussen medewerkers benutten kan de organisatie uiteindelijk winst opleveren. Daarbij is het van belang van te voren investeringen te plegen op het gebied van beleidsontwikkelingen implementatie. Het positief waarderen van verscheidenheid en elkaars sterke punten vereisen een
cultuurverandering in elke organisatie waar dit een leidend principe wordt. Dit klinkt gemakkelijk, maar in de dagelijkse praktijk creëren verschillen tussen mensen nog veel conflicten en ongemakkelijke situaties. Dit alles geldt natuurlijk ook voor De Haagse Hogeschool. Onze studentenpopulatie wordt immers steeds meer etnisch divers en internationaal. Het is dus belangrijk een leer- en werkomgeving te creëren waar alle studenten en medewerkers hun talenten kunnen benutten en worden uitgedaagd deze verder te ontwikkelen. Komende periode gaan we daar ook binnen de MER stevig mee aan de slag. Graag creëren we gezamenlijk een opleidingsklimaat waar alle studenten en medewerkers zich veilig, welkom en gewaardeerd voelen! M arjolein Moonen Teamleider MER-voltijd Projectleider Diversiteit en Anti Discriminatie
MER De Haagse Hogeschool aanrader in Keuzegids HBO Voltijd
Colofon
Charina Ori
Jaleesa Koevoet Caroline Walenkamp
Mariska Guit
Rectificatie: bij het artikel over de Opleidingscommissie in de vorige nieuwsbrief stond de verkeerde auteur vermeld. Schrijver is Jeroen Hekking.
Elodie Sauter
Internationale aanbieder van IT-diensten en consulting Atos Origin Nederland denkt anders over het diversiteitsbeleid. Hoofd Recruitment: “Wij selecteren niet op sekse, cultuur of leeftijd. Waar het ons om gaat, is dat mensen over een bepaalde capaciteit beschikken en de relevante competenties goed beheersen. Het woord positieve discriminatie komt niet in ons woordenboek voor. Waarom ook? Je neemt iemand aan omdat diegene goed werk verricht en over de kennis en kunde beschikt, en niet vanwege een bepaald kenmerk zoals het geslacht. Het zou geen goede keuze zijn, iemand op geslacht te selecteren die verder niet over de benodigde kennis blijkt te beschikken.”
Met bijdragen van: Müşerref Çelik, John Hayes, Heike Heck, Madhevi Jagernath, Karim El Massoudi, Marjolein Moonen, Varsha Pherai
Charina Ori
Ernst & Young, een internationaal opererend dienstverleningsbedrijf op het gebied van accountancy en belastingadvies, heeft al jaren een actief diversiteitsbeleid. Een medewerker van de HR-afdeling vertelt: “Sinds 2005 hebben we een programma, speciaal gericht op vrouwen: Women’s Leadership. Hiermee proberen we meer vrouwen aan de top te krijgen. Dit brengt een andere bedrijfscultuur met zich mee, dus bewustwording daarvan voor mannen en vrouwen komt ook aan orde. Daarnaast richten we ons op ‘young professionals’. Jonge mensen zijn toch de toekomst en hebben veel potentie. Juist daarom is het belangrijk dat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Zo hebben we een vereniging waar onze werknemers zich bij aan kunnen sluiten als ze jonger dan 35 zijn. Persoonlijke ontwikkeling en het netwerken staan centraal in deze vereniging.”
Een diversiteitbeleid kent de Stichting Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) al weer zo’n twintig jaar. Ook hier vindt men dat een divers personeelsbestand creativiteit stimuleert. Theo Stam, Staffunctionaris P&O, vertelt: “Bij diversiteit gaat het niet alleen om allochtonen, vrouwen of om groepen mensen. Diversiteitbeleid is veel breder. Een organisatie die diversiteit invoert, streeft ernaar de volgende gedachten in de organisatie te doen postvatten: dat iedereen wordt beoordeeld op individuele kwaliteiten, dat recht wordt gedaan aan verschillen én overeenkomsten tussen mensen, en dat iedereen gelijk wordt behandeld - ongeacht etniciteit, seksuele voorkeur, leeftijd, sekse, politieke overtuiging, haarkleur of religie. Als de medewerkers deze opvatting over diversiteit overnemen, zullen ze naar mijn mening ervaren dat diversiteit in positieve zin over individuen gaat en in feite gaat over hen zelf.”
Ieder jaar verschijnt de Keuzegids HBO Voltijd, die, in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, wordt samengesteld door het Centrum Hoger Onderwijs Informatie voor Consument en Expert.
Redactie: Astrid Beentjes, Ina Gotsmann, Mariska Guijt, Jeroen Hekking, Chantal Immink, Jaleesa Koevoet, Charina Ori, Frank de Poorter, Elodie Sauter, Caroline Walenkamp
Jeroen Hekking
Meer vrouwen in leidinggevende functies is typisch iets wat met diversiteit te maken heeft. Zo is een van de speerpunten van het Ministerie van Economische Zaken om meer vrouwen in leidinggevende functies te krijgen. Anouk Schuur, P&O adviseur van Agentschap Telecom, een onderdeel van Economische Zaken: “We hebben wel vrouwen in leidinggevende functies, maar toch domineren de mannen. In 2010 zullen we daarom gerichter gaan werven. Verder is het belangrijk dat we ook naar onze verschillende regio’s kijken en hierdoor het personeelsbeleid vormen. In het westen van het land, is er een hoger percentage allochtone medewerkers, dus is ons personeelsbeleid hierop afgestemd. Naar mijn mening heeft diversiteit alleen maar voordelen. Door verschillende mensen, heb je diverse denkwijzen en daardoor ook meer invalshoeken. Het komt de samenwerking echt ten goede.”
Eindredactie: Ina Gotsmann, Frank de Poorter
Chantal Immink
2
Diversiteit is te omschrijven als alle aspecten waarop mensen van elkaar verschillen. Het gaat daarbij zowel om zichtbare kenmerken zoals geslacht, leeftijd en etniciteit als om minder zichtbare persoonskenmerken, zoals wensen en behoeften, seksuele voorkeur, werkstijlen en karaktereigenschappen. Volgens veel bedrijven levert een divers personeelsbestand vele voordelen op en voeren zij zelfs een speciaal diversiteitbeleid. Hoe gaan bedrijven in de praktijk om met de hedendaagse vergrijzing, ontgroening of verkleuring? Er is gesproken met enkele afgevaardigden uit het bedrijfsleven en de overheid over het verschijnsel diversiteit.
Nieuwsbrief MER Mei 2010
Astrid Beentjes
Diversiteit: hoe gaan bedrijven er mee om?
Deze maakt hierbij gebruik van studentenoordelen uit de Nationale Studentenenquête, afleveringen 2006 t/m 2009. De oordelen gaan over de volgende onderdelen: programma, docenten/lessen, baanvoorbereiding, organisatie en faciliteiten. Hoe scoort de MER van De Haagse Hogeschool in de Keuzegids? Hoewel het eindcijfer van het immer kritische MER-publiek met een 6,2 wat tegenvalt (met overigens goede beoordelingen voor organissatie en faciliteiten), blijkt dit toch goed voor een fraaie vijfde plaats in de totaalstand van de Keuzegids. Dat leidt tot de volgende uitspraak in de Keuzegids: "Ook in de grote steden kom je prima MER-opleidingen tegen, bijvoorbeeld in Den Haag (Haagse Hogeschool)". Met deze aanrader zijn we uiteraard blij; die 6,2 mag echter zeker omhoog!
3
De vergelijkende eindoordelen tref je hieronder aan:
Hogescholen
Score
1
Christelijke Hogeschool Ede
80
2
Avans Den Bosch
70
3
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
68
4
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Arnhem
66
5
De Haagse Hogeschool
62
6
Hogeschool Inholland , Alkmaar
56
7
Hogeschool InHolland, Diemen
56
8
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Nijmegen 56
9
Hogeschool Inholland, Rotterdam
52
10
hogeschool Windesheim, Zwolle
52
11
Hogeschool van Amsterdam
52
12
Hogeschool Inholland, Den Haag
52
13
Avans Breda
50
14
Saxion Hogeschool, Enschede
48
15
Fontys Hogescholen, Eindhoven
44
16
Hogeschool Zeeland, Vlissingen
44
17
Hogeschool Rotterdam
44
18
Hanzehogeschool , Groningen
44
19
Hogeschool Utrecht
40
20
Hogeschool InHolland , Haarlem
38
21
HBO Nederland
36
Frank de Poorter
medezeggenschap
arbeidsomstandigheden. “Wat gaat de academiedirecteur vervolgens doen met de aanbevelingen uit deze RI&E?”, vraagt de Academieraad vanuit zijn functie als ondernemingsraad. Maar vanuit de functie als studentenraad vragen we wat de gevolgen zijn voor de studenten van de voorgenomen plannen.
Bericht van de Opleidingscommissie Beste lezer, ik zal me even voorstellen. Ik ben Karim El Massoudi en ik ben tweedejaars student van de MER. Ik heb vorig jaar gekozen voor de MER, omdat ik een veelzijdig persoon ben en omdat ik zeer nieuwsgierig ben naar nieuwe dingen. Voor mij was de opleidingscommissie (OC) een onbekend verhaal. Door een klasgenote van mij heb ik kennis gemaakt met de OC van de MER en ik heb daar geen spijt van. Door het jaar heen ben ik me bewuster geworden van de essentie van een dergelijke commissie. Zowel voor de kwaliteit van de opleiding als voor jezelf. Je ontmoet er mensen die jou misschien kunnen helpen met een bepaald vak of docenten die extra tips geven voor een toets, want tijdens de vergaderingen zijn de docenten gelijkwaardig. Verder zal ik je vertellen waarom de opleidingscommissie belangrijk is en hoe leuk het eigenlijk is. Ik wens je veel leesplezier met mijn persoonlijke verhaal over de opleidingscommissie.
4
De OC is een orgaan binnen De Haagse Hogeschool dat het management adviseert over verschillende onderdelen. Je kunt daarbij denken aan onderdelen als de Onderwijs en Examen Regeling (OER). In de OER staat tot in detail uitgelegd wat er van elke student binnen ieder studiejaar wordt verwacht. Aan de commissie wordt gevraagd een advies uit te brengen over de OER. Het advies wordt door het management zeer gewaardeerd en ze kijken er elk jaar naar uit om de OER te laten ‘bekritiseren’ door de OC. De OC bestaat voornamelijk uit studenten van de MER en uit één of twee docentleden. De docenten worden door de leden van opleidingscommissie gevraagd. Dit jaar is daar een voorbeeld van. Nadat de heer Koehler zijn lidmaatschap heeft opgezegd, zijn we druk bezig geweest met het zoeken naar een vervangend docentlid. Op het moment overwegen mevrouw Becht en mevrouw Çelik een deelname.
Verder houdt de OC zich bezig met de eisen en wensen van de studenten. Vorig zittingsjaar waren er veel klachten over het rooster naar aanleiding van het nieuwe hogeschoolbrede systeem. Het was voor verschillende gebruikers vooral even wennen. Na ons verzoek heeft de roostermaker een verkorte handleiding geplaatst waar je binnen enkele seconden jouw rooster kan bekijken. Van de handleiding heb ik zelf gebruik gemaakt en ik vond het nieuwe systeem daarna erg overzichtelijk. Door een paar tips die in de handleiding staan, creëer je eigen groep- of vakselectie. De opleidingscommissie organiseert ook verschillende activiteiten om de studenten bij de opleiding te betrekken. Zo is er op 5 januari 2010 een paneldebat georganiseerd. Deze paneldiscussie werd gevoerd door het management – namelijk door de teamleider de heer De Poorter en de academiedirecteur de heer Looije – en de studenten van de opleiding. Er waren ook studenten van verschillende andere opleidingen, iedereen was welkom op het debat. Daarom vond het plaats op de derde etage van de Slinger en de Strip. Het debat werd goed bezocht door de toegankelijkheid en iedereen deed enthousiast mee. De twee heren van het management vonden de discussie heel erg leuk, omdat op een dergelijke locatie verschillende mensen rondliepen en aansloten. We dachten eerst dat de drukte misschien storend zou zijn voor de heren, maar na afloop bleken zij het juist leuk te vinden dat er steeds medewerkers rondliepen en studenten bleven kijken wat er aan de hand was. Wil jij meer weten over de opleidingscommissie of wil je meer ontdekken over wat de opleidingscommissie allemaal doet? Neem dan een kijkje op onze website via de portal van De Haagse Hogeschool. Je vindt ons onder het kopje ‘Wie-wat-waar & organisatie’. Karim El Massoudi
De vele petten van de Academieraad Wij studenten van de MER blijken gemiddeld ontevreden over de informatievoorziening met betrekking tot de medezeggenschap in ons onderwijs (Reflector 2009). Ik als studentlid van de Academieraad vind dit jammer, omdat het juist voor ‘de toekomstige MER-functionaris’ interessant is wat er zich afspeelt op dit gebied. De schuldvraag voor deze ontevredenheid wil ik niet stellen. Liever laat ik zien waar het in de Academieraad zoal om te doen is. Niet alleen om de informatievoorziening te
verbeteren, ook omdat ik hoop mijn medestudenten te kunnen enthousiasmeren voor dit onderwerp. Wanneer medezeggenschap meer zou spelen binnen onze opleiding zou dit naar mijn mening positief werken op de kwaliteit van ons onderwijs en aan de meer betrokken student veel praktijkervaring kunnen bieden. De Academieraad vervult meerdere functies binnen het onderwijssysteem. Ten eerste zit de raad dicht tegen wat in het bedrijfsleven
een ondernemingsraad heet. Medezeggenschap vanuit docenten met betrekking tot hun werk wordt in het hoger beroepsonderwijs namelijk vormgegeven middels een Hogeschoolraad en per academie een Academieraad. Dit betekent in de praktijk dat wij regelmatig vergaderen over het arbeidsbeleid binnen onze academie. Laatst hebben wij bijvoorbeeld de risico inventaris en evaluatie (RI&E) uitgevoerd door Achmea Vitale besproken. Dit is een onderzoek uitgevoerd door externen met betrekking tot
Dit brengt mij bij de tweede pet die wij als Academieraad opzetten. De studentleden zijn namelijk een democratische vertegenwoordiging van de gehele studentenpopulatie van de academie. Democratisch? Ja, want bij genoeg kandidaten voor de functie van studentlid worden er verkiezingen gehouden. Dat deze verkiezingen jou zijn ontgaan klopt, want de afgelopen drie jaar hebben zich niet meer kandidaten gemeld dan dat er plek was binnen de raad (drie studenten academiebreed). Als democratisch vertegenwoordiger probeer je zo goed mogelijk de populatie van studenten in te schatten en te denken vanuit het algemene belang van deze studenten. Dit valt nooit helemaal te scheiden van je persoonlijke visie en voorkeur. Voor bijvoorbeeld de kwaliteitsverbetering van het onderwijs, waaraan wij als Academieraad actief meedenken, moet er een afweging worden gemaakt tussen een strengere selectie tijdens het propedeusejaar of tijdens de gehele studie door hogere eisen enerzijds en het rendement op korte termijn van de academie anderzijds. Mijn voorkeur gaat bijvoorbeeld uit naar hogere eisen, ook omdat ik denk dat dit het rendement op de lange termijn positief beïnvloedt. Dit betekent wel dat er meer studenten kunnen afhaken. Het voordeel is dat je als ‘MER- functionaris’ later serieus genomen wordt, omdat je geen ‘collega MER-functionarissen’ hebt die bijvoorbeeld het verschil tussen kosten en uitgaven niet weten. Tot slot heeft mijn opmerking over rendement (dit wordt gemeten aan de hand van het aantal geslaagden, wat van invloed is op de financiële huishouding) betrekking op de derde pet die wij als Academieraad opzetten. Wij controleren namelijk jaarlijks de begroting voor de academie en moeten deze goedkeuren alvorens deze van kracht kan worden. Tijdens het lopende begrotingsjaar worden we viermaal per jaar op de hoogte gehouden van de financiële ontwikkelingen. En zoals een gebudgetteerde semi-overheidsinstelling betaamt, proberen we altijd het budget te verwezenlijken; niet te veel uitgeven, maar zeker niet te weinig. Als MER-student zie je in de begroting de Koehler- en Eigenraam-vakken tot leven komen en ben je in staat om echt ‘te sparren met het management’. De derde pet zou ik dus officieus willen omschrijven als ‘toezichthouder’. Je bent constant bezig de vinger aan de financiële pols van de academie te houden en probeert mee te denken over het beleid op dit gebied.
Mandy on a Cambridge High Mandy Luiten (MER graduate) speaks to John Hayes about her internal English course. She also tells how she came to hold the highest ESOL business language award offered by the University of Cambridge in The United Kingdom. She recently completed her examination at The British Council in Amsterdam. Why did you decide to take the Business English Course when you were in your fourth year studying Management, Economics and Law? During the period in which I was working on my thesis I decided, as my intake test scores were satisfactory, to enrol for the MER BEC-3 classes. I decided if I passed with a grade of 7.0 or better in the internal MER exam, I would then enrol for the official Cambridge version they hold in Amsterdam several times each year. You completed our higher-level course and passed the internal four-part exam Mandy. After registering for the ‘real’ Cambridge exam, what happened on the day you were examined? Saturday November 21st was the big day. During my journey I read the word-lists in the textbook I used on your course and the newspapers I had bought the day before which both focussed on business topics. After I arrived and finally sat down for the first part, I found British Council staff much stricter about what you could have on your desk during the exams. Hmm, they were stricter about exam procedure. What about the actual exam? Well, besides the rules and regulations, I found them quite pleasant. The examination was a bit easier than the MER version, the individual questions and assignments particularly. For instance, at the MER you were expected to ‘read between the lines’ during the oral part, while in Amsterdam you could reiterate more. Based on my experience I can conclude that the preparation we received during MER language classes was more than sufficient to be able to do the official exams at this level. Now it is behind you, would you say it was worth the effort and expense? Call me crazy but I had a great day and I think my official grades and certificate will look very good on my C.V. if /when I apply for a job in an international company. And not forgetting, more and more Dutch companies are operating abroad and want staff to be able to speak, listen, read as well write professional-level English. Those companies are starting to acknowledge skills based on the new European language charts and all are now aware that the language skill-level is graded from A1 up to C2…and they want proof of your skills! You are now a young professional starting out in the real world of work Mandy. Any tips for those still studying on the third floor of the HHS? I believe it is very useful to do the BEC language training at the HHS-MER and if you can (time-wise and financially) you should definitely go for the official University of Cambridge certificates based on those internal training programmes.
Ik hoop dat ik met dit stuk een stap heb gezet in de richting van een volwaardigere informatievoorziening over het fenomeen medezeggenschap aan onze opleiding. Maar meer nog hoop ik dat de materie een beetje gaat leven. Bijvoorbeeld in de vorm van feedback vanuit de studenten over een van de genoemde onderwerpen. Of, wie weet, in de vorm van heuse verkiezingscampagnes voor volgend zittingsjaar.
second-language achievement.
Jeroen Hekking
John Hayes
postscript: While preparing this article, news arrived of two more successful candidates. Kimberley Brewster (HHS Communication. & Marketing) and Laila Koubia (Hoofdredacteur H/ TV) both recently studied MHR BEC 2 language courses encouraging external enrolment. The HHS-MHR English Language Dept. wishes to congratulate you both on your hard-earned and well deserved professional language certification…and of course Mandy on her outstanding
5
interview
Waar is de moraal van het verhaal?
Diversiteitbeleid is een wijds begrip, waarin diverse ontwikkelingen hebben plaatsgevonden sinds dat het gemunt werd in de jaren ’80 van de vorige eeuw. Als motief voor diversiteitbeleid zijn er twee perspectieven te kiezen, namelijk de moreelethische of de bedrijfseconomische. In deze tekst gaat het om de verhouding tussen deze motieven. Dit houdt in dat de vraag centraal staat of diversiteitbeleid wel gelijk op gaat met een mooi ideaal van tolerantie en gelijkheid, óf dat de rede voor dergelijk beleid te reduceren is tot een baten- en lastenafweging. Anders gezegd, bekommert diversiteitbeleid zich werkelijk zo om het individu als het ons graag laat geloven? De blanke, mannelijke broodwinner uit de vorige eeuw is inmiddels zo goed als verdwenen. In zijn plaats een vrolijke amalgama van potentiële werknemers– en afnemers. Hoe kan je omgaan met de verschillen in deze mengelmoes? Ons Leerboek Personeelsmanagement (red. F. Kluytmans, 2005) zegt hierover: “Het managen van verschillen is het accepteren, erkennen en in het bijzonder het gebruik maken van (unieke) individuen.” Let op de nadruk die hier wordt gelegd op het gebruik maken van de verschillen tussen unieke individuen. De zin impliceert dat het zijn van een individu met zich meebrengt dat er gebruik gemaakt kan worden van je unieke talenten. Op die manier is diversiteitbeleid normerend, waarbij de maatstaf de potentiële productiviteit van het individu is. Ook de SER heeft dit geconstateerd, wanneer zij beargumenteert dat divers samengestelde teams beter functioneren: “Zo nemen divers samengestelde teams meerdere perspectieven uit de samenleving mee, waardoor producten en diensten beter op de nationale en internationale vraag kunnen worden afgestemd.”* Is het nu nog een bijkomstig voordeel dat een divers samengesteld team een bedrijf economisch rendabeler, want beter ingespeeld op de vraag, maakt? In een andere zinsnede geeft de SER hier antwoord op: “Bij het oplossen van problemen als gevolg van individuele en persoonlijke verschillen, ligt de nadruk op het beste maken van diversiteit in termen van moraal, productiviteit, kwaliteit en winst.”*
6
Drie van de vier hierboven genoemde termen staan in het bedrijfseconomische teken. Is de moraal dan misschien niets meer dan de zoete nectar van het diversiteitbeleid, die de verspreiding van het bedrijfseconomische stuifmeel bevordert?
Sociaal-Economische Raad, Advies diversiteitbeleid in het
*
pesoneelsbestand. Juni 2009.
U bent docent / coach op De Haagse. Hoe ziet een werkdag van u eruit?
Werkdagen op De Haagse Hogeschool zijn bijna nooit hetzelfde. Die diversiteit aan taken en het contact met studenten vind ik zo leuk aan het docent zijn. Een voorbeeld van een werkdag zou kunnen zijn: ‘s ochtends mail checken. Vervolgens eerst een werkcollege Onderhandelen en meteen daarna een college Rapporteren geven. Daarna even snel lunchen, koffie halen en collega’s spreken. De rest van de middag individuele gesprekken voor SLB voeren. Tot slot, voordat ik naar huis ga nog een keer mijn mail checken.
Wanneer je wilt ontkennen dat het bedrijfseconomische perspectief de ware motor achter de verbreding van het opvorderen van potentiële werknemers onder de goedaardige vlag van tolerantie en gelijkheid is, dan heb je een zware taak. De vraag is dan namelijk, waar kan dit ‘moraal om de moraal’ vandaan komen? Waneer de natuurlijke selectie ook werkzaam is in het bedrijfsleven, dan dicteert zij dat onrendabel gedrag uitsterft, bijvoorbeeld door faillissement. Omdat je voor moraal geen appel of brood kan kopen, zal zij altijd de functie van verleiding hebben. Dit speelt in de natuur een grote rol, zoals de subtiele verleiding van een bloem jegens een bij. In de economische natuur is een soortgelijke rol weggelegd voor de moraal. Vanuit dit perspectief komt diversiteitbeleid in een ander licht te staan. Daarin is te zien dat diversiteitbeleid opvorderend werkt. Dat betekent dat de rede je ontnomen is om niet bij te dragen aan de productiviteit. Het is immers niet meer mogelijk om je te onttrekken van de productie op grond van je unieke individuele eigenschappen, want deze behoren nu juist maximaal uitgebaat te worden. Is dit nou erg? Zijn we verloren, want overgeleverd aan een onverschillig, productiviteitscalculerend mechanisme? Is deze tekst ingegeven door ‘nostalgie’, of door een boze wil om een mooie belofte in een kwaad daglicht te zetten? Eigenlijk geen van dit alle. Ik kan het namelijk niet erg vinden om opgevorderd te worden, want mij ontbreekt het eveneens aan een ‘moraal om de moraal’. Rest mij dan alleen nog een volmondig ‘ja-zeggen’, een totale overgave aan het ‘productiviteitscalculerend mechanisme’? Als het zo is dat ook achter diversiteitbeleid uiteindelijk slechts een baten- en lastenafweging schuilt (want dat zou het enige dat achter elk bestaan zit zijn), dan kan je dat wel zeggen maar je kan er moeilijk iets mee doen (zoals ‘ja-zeggen’). Dat mechanisme is namelijk totaal indifferent ten opzicht van jouw handelen, terwijl het tegelijk volledig jouw handelen bepaalt (inclusief je poging tot overgave eraan). Als je wilt weten hoe dat kan, dan moet je misschien heroverwegen wat je onder ‘ik’ en ‘handelen’ verstaat. Uiteindelijk beland je dan weer bij de zogenaamde ‘vraag naar de identiteit’ (Wat maakt één ding precies één? En hoe doe je dat, dat je in elke a, a, a, a, a, a, a en a een ‘A’ ziet?). En vanuit die vraag is diversiteitbeleid natuurlijk helemaal een merkwaardig fenomeen. Jeroen Hekking
Hoelang bent u al werkzaam op De Haagse Hogeschool? Ik ben sinds november 2007 werkzaam op De Haagse Hogeschool, maar ik heb tot maart 2009 slechts twee dagen per week gewerkt omdat ik nog aan het afstuderen was. Wat is de leukste herinnering die u heeft uit uw loopbaan op De Haagse Hogeschool?
U bent geboren in Kenia en u heeft gewoond in Sri Lanka. Dit zijn twee verschillende landen. Hoe is dat zo gekomen? Ik heb avontuurlijke en reislustige ouders. Begin jaren 80 zijn ze als ontwikkelingswerkers naar Kenia vertrokken waar ik ben geboren. Vier jaar later zijn ze teruggekomen naar Nederland met het idee daar weer te gaan wonen. Maar omdat het ontwikkelingswerk en de tropen bleven trekken, zijn mijn ouders na een jaar Nederland naar Sri Lanka vertrokken. Daar heb ik tot mijn vijftiende gewoond.
Voornaam
Marieke
Achternaam
Van Asseldonk
Leeftijd
27
Relatie
Ja
Opleiding
Psychologie
Interesses Reizen, psychologie, yoga, muziek Bij De Haagse:
Ik heb begrepen dat u muzikale belangstelling heeft. In wat voor soort muziek heeft u belangstelling? En waarom?
Ik hou van veel verschillende muziek. Ik heb een zwak voor melancholische singer-songwriters zoals Nick Drake of Leonard Cohen. Dit is muziek die mijn vader vroeger veel draaide. Ook hou ik van electropop, ik draai nu bijvoorbeeld vaak de nieuwe cd’s van Yeasayer en The xx. Verder hou ik van warme electronische klanken, bijvoorbeeld van Jaga Jazzist. Om te gaan dansen ben ik meer dance-georienteerd, ik vind Digitalism (electro house zoals Daft Punk) live bijvoorbeeld helemaal te gek. Welke droom moet er voor u nog uitkomen?
Ik droom ervan om nog heel veel van de wereld te zien.
Dat is de eerste keer dat ik college heb gegeven. Ik gaf toen een les Presenteren en dat vond ik heel spannend. De les ging boven verwachting goed en de studenten waren boven verwachting leuk. Na afloop straalde ik helemaal!
Wilt u in de toekomst nog veranderen van functie op De Haagse Hogeschool? Of wilt u blijven zitten waar u zit?
3 jaar
Tot nu toe leer ik nog een heleboel in de functie waar ik zit. Ieder jaar geef ik weer nieuwe vakken en doe ik dingen voor het eerst. Dit jaar ben ik bijvoorbeeld voor het eerst afstudeer- en stagebegeleider. Ik vind het belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. In de toekomst wil ik me meer gaan richten op onderzoek en coaching. Zo ga ik in september starten met een coachingsopleiding.Verder heb ik het idee om te promoveren, maar dat is iets waar ik nu geen haast mee heb. Hoe zou u een MER-student omschrijven? En waarom? MER-studenten zijn volgens mij veelzijdig, ze hebben een brede kennis en interesse. Tijdens de colleges beleef ik MER-studenten als sociaal, mondig en open. Mariska Guijt
7
na de mer
stage Wij, Madhevi en Varsha, hebben onze eerste vier studentenjaren na het middelbare onderwijs op De Haagse Hogeschool doorgebracht. Beiden hebben we de opleiding Management, Economie en Recht (MER) gevolgd en succesvol afgerond in het jaar 2007. Daar stonden we dan: 21 jaar en ons HBO-diploma op zak. Het klinkt misschien cliché, maar na het afronden van de MER besloten wij om door te studeren omdat wij nog niet bereid waren om te gaan werken. Wij vonden dat we nóg meer over onszelf konden leren. Zodoende stelden wij ons voor een nieuwe intellectuele uitdaging beschikbaar, namelijk het behalen van een masterdiploma. En achteraf gezien is dat heel goed voor ons geweest.
8
Het berustte op toeval dat wij beiden kozen voor dezelfde vervolgstudie op dezelfde universiteit, waardoor wij elkaar weer tegenkwamen. Onze keus viel namelijk op de studie Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Een aantal medestudenten van de MER koos ook voor deze vervolgstudie, maar heeft helaas de studie niet afgemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat het groepje steeds kleiner werd en wij samen de studie hebben afgerond. De tijd dat wij op de Erasmus Universiteit hebben doorgebracht was in vele opzichten anders dan de tijden op De Haagse Hogeschool. In het begin was het ontzettend wennen. Je zit namelijk in een geheel andere omgeving waar ook nog eens een geheel andere werk-, denk- en leerwijze wordt gehanteerd. Ondanks dat we onszelf bij aanvang van de studie onder het kopje ‘strugglers’ rangschikten, hebben we gelukkig onze draai kunnen vinden. We kregen deze nieuwe omgeving en werkwijze onder controle en hebben heel erg van onze tijd op de universiteit genoten. De studie bestond uit een schakeljaar en de master. Bij elkaar genomen zou dit, als je het goed zou doen, ongeveer twee jaren duren. Het eerste jaar was vrij moeilijk. Er werd veel van je verwacht. Je moest dan ook alles uit de kast trekken om alle punten te kunnen behalen. Het schakeljaar stond er om bekend het zwaarste jaar van de studie te zijn. De universiteit gaf daarbij ook nog eens aan dat er velen zouden afvallen vanwege de vele en hoge eisen
die er werden gesteld. Deze angstaanjagende boodschap motiveerde ons juíst om door te zetten en niet op te geven! Met de steun van elkaar en overige medestudenten hebben wij in één jaar ons schakeljaar weten te behalen. Daarbij hebben we natuurlijk niet vergeten om ook van onze studententijd te genieten. Alleen dan is het namelijk mogelijk om de moeilijke momenten te overbruggen. En toen brak het laatste jaar alweer aan. Wij hadden voor de mastervariant Arbeid, Organisatie en Management gekozen en besloten samen ons scriptie te schrijven. Het was echter niet gebruikelijk om in duo af te studeren. Dit weerhield ons niet en we hielden voet bij stuk. Naar aanleiding van een stagemarkt op de universiteit waren wij tot de conclusie gekomen dat we beiden het onderwerp ‘diversiteit’ als afstudeeronderwerp wilden. Wij zijn namelijk én vrouw én allochtoon. Tel dit bij elkaar op en je komt vanzelf op dit onderwerp. Met onze achtergrond wilden we meer licht op dit actuele onderwerp doen schijnen. Het is ons gelukt, overigens geen gemakkelijke taak, om door middel van een eigen onderzoeksvoorstel een stageplaats binnen het Ministerie van Financiën te bemachtigen. Gedurende ons afstuderen hebben wij in kaart gebracht wat de vertrekreden is geweest van allochtone werknemers en wat het ministerie kan doen om dit te voorkomen. Als referentiekader hebben wij tevens de autochtone vertrok-
Als een god in Frankrijk
ken werknemers meegenomen in het onderzoek. Daarnaast hebben wij de vertrekintentie onder allochtone en autochtone zittende werknemers onderzocht, omdat uit onderzoek bleek dat de intentie een goede voorspeller bleek te zijn van het daadwerkelijke vertrek. Ten behoeve hiervan zouden wij aanbevelingen moeten formuleren opdat het ministerie er beter in slaagt zijn allochtone werknemers te binden en te behouden. Om het onderzoek samen te kunnen bewerkstelligen dienden wij logischerwijs meer taken te verrichten dan een individuele student. Zodoende hebben wij in totaal 66 respondenten in ons onderzoek meegenomen en met al deze respondenten een diepte-interview afgenomen. Dit zorgde voor een goede basis voor onze scriptie, maar ook voor heel veel werk. Het duo-afstuderen heeft er mede toe geleid dat wij onze zwakke en sterke punten hebben leren kennen en deze hebben kunnen ontwikkelen. Het Ministerie van Financiën was meer dan tevreden met betrekking tot ons onderzoek. De bevindingen en conclusies hebben zij namelijk in hun diversiteitbeleid meegenomen. Dankzij de steun van elkaar, onze stagebegeleidster en begeleidster van de universiteit hebben we ons afstuderen tot een goed einde kunnen brengen. En dus hebben wij in oktober 2009 met vlag en wimpel ons diploma behaald! Madhevi Jagernath / Varsha Pherai
Natuurlijk zeg ik geen nee tegen een zomer in Frankrijk! Aan de opleiding MER ben ik begonnen omwille van de vele keuzes die je hebt na afronding van de opleiding. Tijdens de opleiding wist ik niet waar mijn voorkeuren lagen, dus toen ik op zoek ging naar een stage had ik geen duidelijk doel voor ogen. Ik heb me ingeschreven op meerdere sites in de hoop iets interessants tegen te komen. Toen ik de stage bij de ANWB in Lyon tegenkwam, wist ik het: ‘daar wil ik heen!’. Al snel werd ik aangenomen als voertuighulpverlener. Er werd gevraagd of ik direct in de zomer kon beginnen, zodat ik aanwezig was voor het hoogseizoen. Natuurlijk zeg ik geen nee tegen een zomer in Frankrijk! Tijdens de zomer is het vooral heel erg druk geweest en heb ik slechts een klein aantal taken uitgevoerd. Ik behandelde enkel de telefoontjes met betrekking tot de eerste hulpvraag en stuurde vervolgens gepaste hulp (na checken van de verzekering en de voorwaarden van de afgesloten verzekering). Vanaf september is mijn stage echt begonnen en nam het takenpakket toe. Het blijkt achteraf helemaal niet zo eenvoudig te zijn om alles te regelen voor mensen die autopech hebben, van de weg gesleept moeten worden, waarvoor onderdelen besteld moeten worden, een huurauto geregeld moet worden en ga zo maar door. Ondanks de gestegen hulpvraag van automobilisten is de bereikbaarheid van de alarmcentrale verbeterd in vergelijking met voorgaande jaren. Het idee dat ik hiertoe heb bijgedragen geeft mij een voldaan gevoel.
De ANWB regelt de huisvesting voor de stagiairs, waardoor ik in een leuke studio in Lyon terecht ben gekomen. Het leven in deze stad is leuk. Er zijn talloze restaurants en uitgaansgelegenheden dus ik ben regelmatig met collega’s in de stad te vinden. Ook is er genoeg keus aan winkelgelegenheden en is de historie van Lyon terug te vinden in de mooie maar oude gebouwen in de stad. Ondanks dat ik maar 900 km verderop zit, zijn de omgangsvormen niet te vergelijken met die in Nederland. Men is vriendelijker, strikter in het werk en de omgang en het is hiërarchischer. Hierdoor is het heel apart om binnen de organisatie toch een enorme Nederlandse sfeer te treffen. Ook de enkele Fransen die werkzaam zijn bij de ANWB merken grote verschillen. Zo zie je dat de Nederlanders met Sinterklaas enorm uit hun dak gaan wanneer ze een chocoladeletter krijgen, terwijl de Fransen niet begrijpen waar al die commotie vandaan komt. Kortom: ik leef als een god in Frankrijk! Heike Heck
9
Interview
introk amp
Van jeugddroom naar werkelijkheid
De meiden achter het
Voor Ismaël Bettah (22) was bij de politie werken een jeugddroom, die
MER Introkamp 2010
hij uiteindelijk waar heeft kunnen maken. Na het behalen van zijn Havodiploma wilde Ismaël meteen solliciteren bij de politie, maar hij besloot toch door te studeren. “Ik dacht dat de politie me niet serieus zou nemen. Ik kwam net van de havo, was jong en onervaren. Daarom ben ik een hboopleiding gaan volgen. De opleiding MER is erg breed en dat is precies wat ik zocht. Ik wilde me niet afzonderen in een bepaalde richting en met de MER kun je verschillende kanten op.”
10
Ismaël heeft tijdens zijn studie veel werkervaring opgedaan in een korte periode. Zo was hij werkzaam als intercedent bij Studentalent en zijn afstudeerstage heeft hij bij het CBS gedaan. “Ik ben daar ook blijven werken en had dus twee banen. Een paar maanden na het afstuderen ben ik toch ergens anders gaan solliciteren, dat heb ik gedaan bij PricewaterhouseCoopers (PwC). Ik werd aangenomen en mijn nieuwe baan beviel me wel in het begin. Ik zat rustig achter mijn laptop te werken en had zo nu en dan telefonisch contact met klanten. Verder heeft dit bedrijf goede carrièreperspectieven. Zo kon ik na een jaar beginnen met de opleiding Bedrijfskunde op de Erasmus Universiteit. Mijn opleiding en boeken zouden geheel worden betaald door PwC. Dat klinkt natuurlijk erg aantrekkelijk.” Ultieme zakelijke Maar na twee maanden besefte Ismaël dat hij niet op zijn plek zat bij PwC. “Wat me het meest niet beviel was het feit dat ik binnen zat, dat begon me te vervelen. Er gebeurt buiten veel te veel. Ik ben iemand die erg sociaal is ingesteld. Het sociale en flexibele van mezelf tegenover het ultieme zakelijke botste heel erg. Bij PwC begon men dat ook te merken en heb ik dit ook aangegeven. Daarna heb ik veel op www.kombijdepolitie. nl gekeken en uiteindelijk gesolliciteerd.” Na de sollicitatieprocedure en verschillende testen is Ismaël uiteindelijk aangenomen voor de functie hoofdagent. Officieel moet je daarvoor een 4-jarige opleiding volgen, maar vanwege zijn hbo-achtergrond en werkervaring mag hij daar 2,5 jaar over doen. Ismaël: “Ik zit nu al een half jaar bij de politie en werk en leer tegelijk. Drie maanden zit ik op
de academie en drie maanden ben ik op straat en op het bureau. Aan de academie zit ik voornamelijk binnen en krijg schietoefeningen, zelfverdediginglessen en leer allerlei communicatieve vaardigheden.” Flexibiliteit Wat Ismaël het leukst vindt aan zijn baan bij de politie is het onvoorspelbare. Bij PwC wist hij precies hoe zijn dag in elkaar zat. Om negen uur op aanwezig zijn op kantoor, één uur lunch en daarna tot vijf uur op kantoor. “Bij de politie is het werk erg afwisselend. Je begint je dag met een kopje koffie. Dat kopje kan je misschien niet eens afmaken, omdat er al een melding is. Ook heb ik wisselende diensten. Soms begin ik om zeven uur in de ochtend, maar ik kan ook een middag- of avonddienst hebben. Je hebt geen strak ritme en dat bevalt me. Ik denk dat dat heeft te maken met mijn studententijd; de ene keer uitslapen en de andere keer vroege colleges. Dat stukje flexibiliteit van de MER zie ik nu ook bij de politie. De ene dag ben je aan het boekhouden en de andere dag voer je een extern project uit in Istanbul”, aldus Ismaël. Bij de politie zie je veelal de mindere kanten van de samenleving en dat vindt Ismaël wel jammer. “Je krijgt te maken met slachtoffers van ernstige mishandeling of je komt oog in oog met agressieve jongeren te staan. Het is dan belangrijk om je emoties af te kunnen sluiten als je in zulke situaties terecht komt. Op een dag heb je met zoveel verschillende mensen te maken, dat maakt het werk moeilijk maar ook uitdagend. Je moet eigenlijk als een elastiek zijn. De ene dag breng je als het ware een verloren puppy naar huis en vervolgens kan het zijn dat je tegenover agressieve jongeren staat,” aldus Ismaël.
Straattaal Door zijn jonge leeftijd kan Ismaël goed meepraten met jongeren. Hij begrijpt ze beter dan zijn oudere collega’s en verstaat straattaal. Ismaël: “De kloof tussen de politie en de straatjongeren, kan ik goed opvullen. Maar ondanks dat ik er jong uit zie, kan ik dominant en autoritair zijn. Ik weet dat de samenleving meer ziet hoe de politie boetes uitschrijft. Maar ik ben echter voor de rechtvaardigheid bij de politie gegaan. Als ik het vergelijk met mijn vorige baan is dit echt mijn droombaan. Ook zijn er veel doorgroeimogelijkheden. In de toekomst wil ik meer de sociale kant op. Een functie bij de zedenpolitie of als jeugdrechercheur lijkt me interessant.” Stap vooruit Familie en vrienden reageerden erg positief op de carrièreswitch, vertelt Ismaël. “Natuurlijk is er een aantal mensen die met het argument komen dat het politiewerk slecht verdient. Maar ik merk nu dat ik gelukkig zijn veel belangrijker vind dan het geld. Ik hoorde altijd van mensen om me heen dat ik iets moest doen wat ik leuk vind. Ik dacht dat het wel zou wennen om iets te doen wat je niet leuk vindt, maar geloof me het went niet.” Ismaël voegt er nog aan toe dat hij er qua salaris eigenlijk niet veel op achteruit is gegaan, want tegenwoordig mag je je laatstverdiende salaris meenemen. Ismaël vindt dat iedereen die aan de MER begint de opleiding ook moet afmaken. “Verder kan ik MER-studenten meegeven dat je je hart moet volgen. Dat heb ik zelf ook gedaan. Zo zien veel mensen mijn baan bij de politie als een stap achteruit, maar voor mij is dit echt een stap vooruit, richting mijn droom”, aldus Ismaël. Charina Ori
binnen! Dus je kunt je voorstellen dat dat helemaal goed is gekomen. De beste mensen hebben we eruit gepikt en die zijn uitgekozen om mee te gaan als begeleider. Het was erg leuk om de sollicitaties af te handelen. Naast de sollicitatiegesprekken moeten we ons bezighouden met het “We gaan ervoor” aanvragen van offertes en we moeten ervoor zorgen dat alle faciliteiten die nodig zijn om het kamp waar Het MER-introkamp: Al jaren een groot succes, maar wie maakt het kamp tot zo’n suc- te maken ook daadwerkelijk op de plaats van ces? Uiteraard werken de deelnemers en de bestemming komen. Denk hierbij aan de camedewerkers daar voor een groot deel aan tering, spullen om activiteiten uit te voeren, mee, maar de organisatoren doen het grote het reserveren van de locatie, het regelen van werk. Een artikeltje in de nieuwsbrief is dan vervoer en ga zo maar door. Bij de voorbereiook wel het minste wat we voor hen kunnen ding komt eigenlijk best veel kijken, maar we doen om ze eens in het zonnetje te zetten. Dit denken dat het echte werk pas op het kamp jaar zijn de organisatoren: Danielle den Har- zelf begint. Wat wel erg leuk is, is dat het echt tog, Amanda van der Swart, Maaike Postema ons eigen project is, onze eigen verantwooren Denise van der Spek. Vier enthousiaste delijkheid. Het is wel best pittig, maar we hebben ook zoveel lol met elkaar! Danielle meiden uit 2 MER die gaan voor goud. en Amanda doen sowieso al altijd alles met Vrolijk, enthousiast, spontaan, gezellig, ge- elkaar en Denise en Maaike passen er prima motiveerd en erg getalenteerd, dat zijn de tussen.” woorden die ik bij de meiden vind passen. Alle vier zijn ze tutor, student-assistent en mentor. “Hebben jullie veel vrijheid bij het organiOp mijn vraag waarom ze in dit avontuur zijn seren van het kamp?” “Nou, vanuit school gestapt antwoordden ze: “We zijn gesmeekt wordt er meer toezicht gehouden dan dat er ;). Meneer De Poorter zag talent in ons. En daadwerkelijk wordt begeleid. We hebben voor degenen die meneer De Poorter een dus veel vrijheid om een stukje van onszelf in beetje kennen: als hij naar je toekomt met een het kamp te kunnen leggen.” Op mijn vraag vraag en hij overlaadt je met complimenten.. of ze nog iets unieks gaan doen tijdens het tja.. dan is het moeilijk om nee te zeggen.” kamp moesten ze een beetje gniffelen: “Dat Na een tijdje nagedacht te hebben besloten kunnen we helaas nog niet zeggen, de werze dan ook unaniem om ervoor te gaan, ook al kelijke invulling van het kamp komt pas veel weten ze van tevoren dat het een zware klus later aan de orde. We zitten nu echt nog in gaat worden en dat er veel bij komt kijken. de beginfase.” “Kunnen jullie misschien wel Amanda: “Het is wel een hele ervaring rijker een tipje van de sluier geven?” “Nee, helaas;) Wil je weten wat er tijdens het kamp gaat en het staat goed op je CV.” gebeuren, ga dan mee als medewerker. Lukt “Wat voor taken komen er eigenlijk allemaal dat niet, lees dan onze avonturen in de eerste kijken bij het organiseren van een introduc- nieuwsbrief van het volgende schooljaar.” tiekamp?” “Nou, we hebben nu net de sollicitaties voor de medewerkers achter de rug. Het kamp zal plaatsvinden van 7 tot 10 sepAlle eerste- en tweedejaars mochten zich tember 2010. inschrijven. In totaal hebben we 50 medewerkers nodig en de inschrijvingen stroomden Elodie Sauter
Even voorstellen
Naam: Müşerref Çelik-Karakaya Functie: docent Leeftijd: 27 Huwelijkse getrouwd met staat: Battal Woonplaats: Rotterdam, aan de kade Hobby’s: reizen naar verre landen, koken, hardlopen, studeren
Als afgestudeerd bedrijfskundige van de Erasmus Universiteit Rotterdam (Rotterdam School of Management) ben ik meteen de advieswereld ingedoken. In mijn Master heb ik mij gespecialiseerd in Management of Change, dus adviseren speelde daar in zekere mate een essentiële rol. Ik werkte bij Twynstra Gudde en adviseerde de rijksoverheid over het resultaatgericht aansturen van processen en projecten. Je kunt dan denken aan efficiëntie- en effectiviteitverbeteringen. Ik heb projecten gedaan bij onder andere het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Vrom Inspectie en vele verschillende gemeenten en provincies. Tijdens deze functie heb ik netwerkbijeenkomsten georganiseerd en kennisgemaakt gemaakt met Ahmed Aboutaleb, Mark Rutte en Guusje ter Horst. Na enkele jaren als consultant heb ik besloten dat ik het onderwijs veel van deze praktische bedrijfskundige kennis mee wil geven. En nu, nu geniet ik volop van de colleges die ik geef. Ik maak actief gebruik van praktische voorbeelden en ondersteun dit onder andere met video en casemateriaal in de colleges. Vooral Management en Organisatie Inleiding, Strategie Case, Marketing, Integraal Project, management en Organisatie Processen, Individuele Opdracht Organisatieanalyse, stagebegeleiding, studieloopbaanbegeleiding zullen de vakken zijn waarbij wij nader kennis gaan maken met elkaar. Maar wil je nog eens napraten over de praktijk, loop dan gerust binnen op SL.3.27!
11
studIe
(Ex-)student en international business Een breed georiënteerde opleiding vraagt om breed geïnteresseerde studenten. Dé baan van een MER-afgestudeerde kan dan ook niet beschreven worden. Ondernemend, initiatiefvol, flexibel en internationaal ingesteld zijn een paar eigenschappen van een gemiddelde MER-student. Makelaar in de Randstad, consulent van buitenlandse medewerkers, marketingdeskundige voor een multinational, communicatieadviseur tussen Nederland en de VS , bemiddelaar in tweedehands auto’s in Azië, commercieel medewerker/ster ecotoerisme in Latijns-Amerika of projectontwikkelaar in Afrika. Wat doen eigenlijk al die (afgestudeerde) MER-studenten? Drie (ex-)studenten doen een boekje open over het steentje dat zij bijdragen aan de internationale handel.
De MER is van alle markten thuis, dus een goede basis.”
12
Naam: Leeftijd: Hobby’s:
Roderik Schouten 33 Organiseer af en toe een feest in Leiden en draai zelf ook als dj.
MER Roderik zocht tien jaar geleden een praktijkgerichte opleiding, maar wist eigenlijk niet goed wat hij wilde gaan doen. Een veelzijdige opleiding leek hem een goede keuze, zijn studie werd de MER. Het leukste element van de MER was het ondernemerschap, dat al vanaf dag één als een rode draad door de opleiding liep. De keerzijde van de medaille waren het vele samenwerken in groepen en de Finance & Control-vakken. “Finance & Control vond ik vreselijk, maar nu ben ik zelf verantwoordelijk voor de boekhouding en bleek ik er toch veel van opgestoken te hebben.
China Het begon allemaal met een goede vriend die contacten in China had en besloot eens een kijkje te nemen. Roderick had altijd al plannen voor een eigen bedrijf, dus de samenwerking was snel gevonden. De kosten liggen laag en de mogelijkheden zijn onbegrensd, twee redenen waarom zij kozen voor China. “Wij hebben een kantoor in Guangzhou waar vanuit we de afgelopen jaren op bestelling producten laten produceren of inkopen. Dit betreft de meest uiteenlopende zaken: van kleding en usb-sticks tot glaswerk. Het komende jaar zullen wij ons onder de naam Outstanding gaan richten op exclusieve visitekaartjes, drukwerk en promotiemateriaal. U zoekt, wij vinden.” Taal- en andere problemen Het hebben van een internationale business gaat niet alleen over rozen. Er gaat veel tijd in zitten en de inkomsten zijn ook niet altijd constant, waardoor de zakenman genoodzaakt is om zo nu en dan wel eens een plaatje te draaien. Daarnaast is de communicatie, in een land waarin de Engels taal nauwelijks gesproken wordt, erg lastig. Een tolk is dan ook geen overbodige luxe, omdat heldere communicatie in China erg belangrijk is. Ook kunnen alle ideeën over kwaliteit en inzicht overboord gegooid worden, want er heerst een ander kwaliteitsbesef dan in Europa. Dit in combinatie met een cultuur waar zelden ‘nee’ wordt gezegd kan de nodige verrassingen opleveren.
Live your dream Tot slot moet het internationale zakenleven niet worden onderschat en is een buffer voor de langer termijn nodig. Echter is het niet de bedoeling om je te laten afschrikken door risico’s en regelgeving. Maak je dromen waar!
Naam: Leeftijd: Hobby’s:
ladlena V Kuchma 23 studeren, lezen, piano spelen, modellenwerk, muziek.
MER Vladlena heeft altijd al iets met management en economie willen doen, de vakken spraken haar erg aan en leken haar erg interessant. Het leukste moment op de MER was voor de geboren Oekraïense haar diploma-uitreiking.
Daarnaast vond Vladlena tutoring en HUBA heel leuk om te doen. De MER is niet alleen een opleiding van theorie en praktijk, door de jaren heen maak je ook een persoonlijke ontwikkeling mee. Een internationale opleiding is de MER niet volgens Vladlena; “Het is een minpunt van de MER. Ten eerste is het niveau van Engels heel laag. Ten tweede zijn er nauwelijks internationale vakken. De internationale vakken zoals economie en recht zijn te algemeen en te makkelijk.” Afstuderen Het was een voornemen om een afstudeeropdracht te relateren aan Oekraïne. Tevens wilde ze zelf een bedrijf opzetten. Het werd een ondernemingsplan voor de export van Oekraïense wijn naar Nederland. Na het overtuigen van de afstudeercommissie keerde ze weer even terug naar haar geboorteland om vooral meer informatie te verkrijgen over wijnproducenten door gesprekken te voeren met grote wijnhandelaren. Een nadeel aan een internationale afstudeeropdracht was dat bepaalde informatie heel moeilijk te verkrijgen was wanneer Vladlena weer voet zette op Nederlandse bodem. Maar dat valt weg bij alles wat ze heeft geleerd: “Naast de vergaarde kennis over de Nederlandse en Oekraïense wijnmarkten kreeg ik te maken met verschillende vergunningen, verzekeringen en belastingen. Ook kwamen er juridische en financiële aspecten bij kijken. Ik weet nu hoe je een bank moet overtuigen tot het verstrekken van een krediet.” Als studenten willen afstuderen in het buitenland is motivatie erg belangrijk. Daarnaast moet de opdracht een bijzonder interessant onderzoek zijn voor zowel voor jezelf als voor derden. Vladlena nu en morgen Nu: tot het oprichten van haar eigen bedrijf is het nog niet gekomen. Haar advies was echter wel om het bedrijf wel te starten, omdat het een interessant en winstgevend concept was. Toch besloot de net afgestudeerde dame om bedrijfseconomie (BE) te studeren aan de Erasmus Universiteit. De reden: het was altijd een droom om Bedrijfseconomie te studeren aan de Erasmus, omdat het een mooie aansluiting is. Voor dromen moet je werken, dat blijkt, want de huidige studie is een stuk moeilijker, dieper en uitgebreider. Morgen: Vladlena wil werken bij een groot internationaal bedrijf waarin ze
haar droombaan nog niet kan beschrijven. “Toch sluit ik een eigen bedrijf opzetten niet uit waarin handel tussen Nederland en Oekraïne centraal staat.”
bevat Yusufs website bijvoorbeeld ook informatie over de geschiedenis van de waterpijp, tips en trucs, een videohandleiding, een onderdeel troubleshooting en informatie over waterpijptabak. De website is doelbewust in het Nederlands om deze te onderscheiden van andere websites. Grappig detail is dat het merendeel van de klanten Nederlanders van buiten de Randstad is. Voor Yusuf is Nargileshop ook een hobbyonderneming: "Ik hoef er niets aan te verdienen.”
Naam: Leeftijd: Hobby’s:
usuf Y Ekinci 24 Waterpijp roken, gamen, reizen en surfen op internet
MER Yusuf heeft op het mbo de opleiding Internationale Groothandel gedaan. Naar zijn idee heeft hij daarmee voldoende basis gelegd voor internationaal ondernemerschap. Waarom dan nog MER? "Ik moest sowieso een hbo-diploma hebben voor maatschappelijke zekerheid.”
Het huidige assortiment bestaat uit waterpijpen, kooltjes, tabak, accessoires en Turkse delicatessen. Yusuf heeft geen plannen om het assortiment uit te breiden; dat zal beperkt blijven tot waterpijpen en aanverwante artikelen. Als Yusuf naar Turkije gaat, neemt hij altijd wel spullen mee terug, maar hij laat ook zaken opsturen door familie en vrienden die in Turkije wonen en op vakantie zijn en doet daarnaast zaken met verschillende groothandelaren. Ervaringen Yusuf importeert niet alleen vanuit Turkije, maar ook vanuit bijvoorbeeld Duitsland of China, eigenlijk overal waar kansen liggen. Dat gaat niet altijd even makkelijk: "Handel drijven met het buitenland is complexer. Je moet contacten leggen, zakenpartners-opafstand zijn soms lakser, je moet soms lang op offertes wachten, vooraf betalen voelt niet altijd goed, je krijgt niet altijd bonnetjes.”
Ondernemen Sinds 2009 heeft Yusuf Ekinci, student in het vierde jaar van de MER, een eigen internetonderneming: Nargileshop; dé waterpijpshop van Nederland (www.nargileshop.nl). Wat brengt een student ertoe om al tijdens zijn studie als ondernemer actief te zijn? Het ondernemen zat de jonge Yusuf al in het bloed; in zijn familie komen meer ondernemers voor. Daarnaast was / is Yusuf al vanaf het mbo actief geweest in het adviseren van anderen met plannen voor een eigen onderneming.
Toekomst Yusufs voorkeur gaat niet uit naar een baan van 9 tot 5, maar naar een eigen onderneming. Alles ligt nog open: "Alles wat met import te maken heeft, daarmee valt genoeg te verdienen.”
Waarom waterpijpen? "Ik ben vier jaar geleden zelf begonnen met roken. Dat heeft zeker te maken met mijn culturele achtergrond. Je combineert het met lekker babbelen. Ik wilde graag mijn kennis van waterpijpen overbrengen op anderen. Zo kreeg ik veel vragen hoe je moet roken.” Om aan die vragen tegemoet te komen
Chantal Immink / Frank de Poorter
13
studIe
Tussen het repeteren door met je neus in de studieboeken Voltijd studeren en daarnaast nog regelmatig op het podium staan, lijkt op het eerste gezicht een moeilijke combinatie. Careline Peerwijk, Jaclyn Rooker en Marc van der Marel hebben echter bewezen dat het mogelijk is: deze drie MER-alumni waren tijdens hun studie, en zijn nu nog steeds, actief bezig met verschillende disciplines van podiumkunsten. Careline richt zich tot nu toe vooral via het Rotterdams Wijktheater op Community Arts, een vorm van theater waarbij sociale vraagstukken worden aangesneden. Jaclyn staat regelmatig op de planken met diverse toneelgezelschappen zoals Toneelgroep Rood en Theatergroep Drang. Marc speelt op hoog niveau amateurpiano en heeft meerdere concoursen gewonnen met vierhandige pianostukken.
14
Sexy Waka Careline Peerwijk (23) is in augustus 2009 afgestudeerd aan de MER, en gaat vanaf september 2010 Recht en Management studeren aan de Universiteit van Tilburg. Op jonge leeftijd begon zij al met dansen, voornamelijk streetdance. Na een periode gestopt te zijn tijdens de middelbare school begon het bij de start van haar studie te kriebelen om weer iets te gaan doen. Het werd een combinatie van dans, zang en theater bij de voorstellingen ‘Sexy Waka’ en ‘Hand in Hand’, een stuk over 100 jaar Feyenoord. Careline: “Ik ben eigenlijk tegelijk begonnen met Sexy Waka en Hand in Hand, dat kruiste elkaar een beetje. We moesten veel repeteren voor Hand in Hand, daar zat een hele Michael Jackson-dans in. Ik repeteerde drie keer in de week. De week voor de try-outs repeteerden we vier of vijf keer in de week.” Op de vraag hoe ze het voor elkaar kreeg om het repeteren en optreden te combineren met haar studie antwoordt Careline: “Ik heb het echt superdruk gehad, maar ik koos er zelf voor om theater te doen.
Theater is belangrijk voor me, maar ik heb school wel echt op nummer één gezet. Dus soms zei ik tegen het theater dat ik een uur later kwam om te repeteren, omdat ik mijn lessen niet wilde missen. Als ik een uur moest wachten in het theater kon ik gezellig gaan kaarten met de anderen of mijn huiswerk gaan maken. Dan werd het toch het huiswerk. Ook als ik terugkwam van een voorstelling wilde ik vaak gaan slapen, maar bij sommige docenten kan je het gewoon niet maken om je huiswerk niet te doen. Dan ging ik het toch maken en daarna pas slapen, al zat ik dan af en toe wel slaperig in de les.” Gelukkig was het ook mogelijk om studie en theater met elkaar te mixen. Careline: “Ik heb als afstudeerproject een marketingstrategie geschreven voor het Rotterdams Wijktheater. Normaal moet je voor je afstuderen veel informatie zoeken voor je echt iets kunt doen. Omdat ik al veel van het wijktheater wist, wist ik ook dat het niet echt lekker liep met de marketing en kon ik bijna meteen aan de slag.”Careline vindt het leuke aan theater dat ze mensen weet te raken: “Sexy Waka vertelde het verhaal van twee verschillende groepen jongeren, en wat er gebeurt als de twee groepen worden samengebracht. Dat thema trok me heel erg aan, het gaat over dingen die in Rotterdam spelen. Als er dan iemand naar je toe komt die zegt ‘ik snap je, ik heb het thuis ook zo, ik voel het ook zo’ dan heb je door dat het iets is dat speelt in het dagelijks leven. Ik vond het heel mooi om te zien dat mensen echt geraakt worden door je.” Careline staat vanaf juni weer met een nieuw toneelstuk op de planken in een stuk van het Rotterdams Wijktheater.
Zakelijk leider van een toneelgroep als stage Jaclyn Rooker (25) is in de zomer van 2008 afgestudeerd en werkt nu als auditor bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de Gemeente Den Haag. Daarnaast heeft zij een eigen bedrijf en is bestuurslid van twee stichtingen. Vanaf haar 14e speelt zij mee in toneelstukken. Haar eerste productie was ‘Echt Eindhoven’, een groot totaaltheaterstuk van Jos Brink. Eenmaal verhuisd naar Den Haag, zag ze dat er audities werden gehouden voor een stuk op de Haagse Hogeschool. Jaclyn: “Op de Haagse Hogeschool speelden we bijvoorbeeld elke keer als er iets nieuws werd geïntroduceerd een stuk cabaret voor de docenten. Veel docenten hadden me daardoor weleens spelen en vonden het ook leuk. Dat is makkelijk, want dan snappen ze wel waar je mee bezig bent. Veel producties waar ik in heb gespeeld vielen samen met tentamenweken, waardoor ik ook langer over mijn studie heb gedaan. Gelukkig hield school hier wel rekening mee en kon ik dingen overdoen of utstellen naar een ander jaar. Daar heb ik geluk mee gehad, anders had ik er misschien nog steeds gezeten.” Jaclyn speelt niet bij een vast gezelschap: “Ik kijk altijd of er ergens interessante projecten zijn en dan doe ik auditie. Ik vind het leuk dat elk gezelschap anders is, met een eigen cultuur. De laatste tijd speel ik veel met Toneelgroep ROOD. Ik heb ook met toneelgroep Drang op een internationaal theaterfestival gespeeld in Tsjechië, waar ik Irakees voor moest leren.” Voor haar stage heeft Jaclyn de theaterwereld kunnen gebruiken: “Ik kon zakelijk leider worden van een toneelgroep in Amsterdam voor een half jaar. Het was handig om te leren hoe je subsidies moet aanvragen, hoe je daarmee om moet gaan en hoe je de subsidies verantwoordt. Vanuit school hadden ze weinig ervaring met zo’n groep, dus ik vond het fijn dat school me toch de kans gaf om het op die manier te doen.” Tot het 4e jaar van haar studie wilde ze eigenlijk actrice worden en de MER alleen afmaken omdat het vast wel van pas zou komen. Jaclyn: “In mijn 4e jaar heb ik het bedrijf van mijn stiefvader overgenomen. Dat bedrijf doet in CO2-compensatie en ik ben me meer gaan verdiepen in duurzame energie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat ging zo goed dat ik dacht ‘OK, ik word dus geen actrice’. Ik ben wel heel blij dat ik altijd de combinatie van studeren en theater heb gemaakt, om te kijken wat echt bij me past. Ook nu vind ik de combinatie van werken en theater nog steeds erg leuk.”
Vierhandige pianostukken Marc van der Marel (23) is net als Careline in augustus 2009 afgestudeerd en doet nu een premaster Bedrijfskunde aan de VU in Amsterdam. Als 3-jarige deed hij zijn vader, die organist was, al na in de kinderstoel en al snel begon hij zelf ook met orgel spelen. Marc: “Tot mijn 13e heb ik orgel gespeeld, maar ik vond dat een beetje oubollig worden. Mijn vader heeft toen een piano gekocht en ik ben overgestapt van orgel op piano.” Al snel bleek dat Marc vrij goed was in pianospelen. “Ik speelde een jaar piano toen ik het klassiek muziekconcours van mijn middelbare school won. Op mijn 16e heb ik toelating gedaan voor het Conservatorium. Ik zou dan eerst een voorbereidend jaar moeten doen, dat wilde ik niet. Dus toen ben ik MER gaan doen.” Uiteindelijk is het pianospelen dus een hobby gebleven voor Marc, waar hij veel tijd in stopt, ook tijdens zijn studie. Marc: “Overdag zat ik aan mijn studie en ’s avonds repeteerde ik twee uur op een avond, of langer. Verder had ik elke week pianoles en moest ik me voorbereiden voor concoursen en optredens. Tijdens mijn studie kon ik dit goed combineren. Pas tijdens mijn stage ben ik echt veel gaan optreden en heb ik veel aan wedstrijden meegedaan.” Op de vraag of hij het pianospelen ook heeft kunnen gebruiken tijdens zijn studie, zoals Careline en Jaclyn hebben gedaan, moet hij helaas ontkennend antwoorden: “Ik heb volgens mij het pianospelen nooit gebruikt voor opdrachten of verslagen, maar het is wel een heel leuk idee om je hobby te gebruiken voor je studie.” Ondertussen heeft Marc meerdere pianoconcoursen gewonnen, samen met een vriend van hem. Het bijzondere aan hun pianospel is dat zij vierhandige stukken spelen, op één piano. “We proberen er een soort show van te maken, waar we af en toe wisselen, handen kruisen, geintjes tussendoor. Je ziet dat heel weinig, wat misschien de reden is dat we wedstrijden winnen. De jury ziet dan iets nieuws, iets vernieuwends.” In de toekomst wil Marc ook gaan meedoen aan amateurconcoursen in het buitenland.
Afsluiting Voor MER-studenten die naast hun studie nog een tijdrovende passie hebben, hebben de drie allemaal hetzelfde antwoord: “Ga er gewoon voor! Doe wat je leuk vindt, en leer om te plannen. Een goede planning maakt het combineren van je studie met al je interesses zoveel makkelijker.” Astrid Beentjes
15
verslag
Suriname in het hart Surinaamse mentaliteit. Onbewust werd ik uiteindelijk goed voorbereid op de Surinaamse cultuur. Na het duidelijk stellen van mijn afstudeerscriptie heb ik vaccinaties gehaald, mijn verblijf geregeld en tot slot het visum opgehaald. Klaar om op 11 februari het avontuur tegemoet te zien! Mijn doel: een advies uitbrengen over de best passende organisatievorm voor een kreektourexcursie in het dorp Perica. Toen wij voor het eerst Paramaribo in reden, keken wij onze ogen uit. “Hoe komen wij hier die drie maanden door?” vroeg ik me af. Een armoedige en chaotische stad met als enige bekende winkel de Blokker. Inmiddels is het een jaar geleden en denk ik met een glimlach aan dat moment terug. De eerste weken waren vooral om te wennen, je draai te vinden, contact te zoeken met de begeleidster en je aan te passen. Maak je vooral niet druk en go with the flow, dacht ik zelfs na een paar weken Suriname.
16 Stage lopen in het buitenland zou toch niet zo lastig zijn? Dat bleek nog best tegen te vallen, natuurlijk niet als je genoeg geld betaalt aan een bemiddelingsbureau om een stageplek voor jou te zoeken. Uiteindelijk besloot ik niet naar het buitenland te gaan enheb ik een topstage gehad in Nederland. Tijdens mijn stage vond ik geen rust, ik kon tenslotte nog afstuderen in het buitenland! Via via kwam ik bij een docent van De Haagse Hogeschool die veel projecten in landen zoals Suriname, Kaapverdië en Turkije leidde. Na een afspraak met hem gemaakt te hebben en mijn voorkeur te hebben uitgesproken voor Suriname, had ik het gevoel al bijna in Suriname te zitten! Vanaf dat moment gingen de voorbereidingen van start. Echt vlekkeloos verliep dat overigens niet. Vaak had de desbetreffende docent het erg druk of kwam hij niet opdagen op onze afspraken, het duidelijk stellen van mijn onderzoek werd lastig. “Had ik nou maar alles via een bureau laten regelen…” schoot zo nu en dan eens door mijn hoofd. Mensen om me heen hadden me gewaarschuwd voor de
Het maken van een scriptie in Suriname was niet altijd gemakkelijk. Naast het persoonlijke contact dat je mist met je begeleidende docent op school, is het zakenleven heel anders. Het maken van een afspraak was lastig en deze werd vaak verzet of afgeblazen. De gemaakte planning voor mijn scriptie kwam hierdoor regelmatig in de problemen. Het gevolg: stress in een land als Suriname. Daarbij was er weinig feedback en sturing vanwege de afstand. Vaak roosterde ik een paar dagen van de week in voor mijn scriptie. Ik had dan overleg met mijn begeleidster in Suriname, begon met het schrijven van mijn scriptie of las literatuur. De andere dagen waren mijn reisgenoot en ik aan het genieten van het land waar roti en Javaans onze boerenkool met worst is, de mensen geen tijdsbesef hebben, de regen langdurig met bakken uit de hemel kan komen zetten, de bus naar de stad 0,15 cent kost, men aan de andere kant van de weg rijdt, het verschil tussen arm en rijk groot is, Parbo-bier ons Amstelbier is en men gewoon Nederlands
praat! Suriname leer je pas echt kennen wanneer je op pad gaat. Voor onze afstudeeropdracht zijn we een aantal keer in het dorp Perica geweest. De twee uur durende trip naar Perica bracht ons naar het onbegaanbare binnenland. De kennismaking met de sleutelfiguren voor mijn scriptie verliep in het begin erg stroef en onwennig. Al snel veranderde dat gevoel. Het organiseren van een kreektour voor ecologische toeristen was hun droom, waar ik een bijdrage aan mocht leveren. Ik vond het mooi en bijzonder om te zien hoe gastvrij en openhartig deze relatief arme mensen waren. Een andere mooie ervaringen was onze eerste trip. Een boottocht over de Surinamerivier naar Braamspunt, waar veel vluchtelingen wonen en leven van de visvangst. Vanaf die dag wisten wij ook dat er dolfijnen zwemmen in de Surinaamse wateren. Een bekende van onze huisbaas nam ons een paar dagen mee naar een prachtig en rustig paradijs in de Surinaamse jungle, de Raleighvallen. Fantastisch om je te bevinden in de flora en fauna van het tropisch regenwoud. Ook de trip naar Galibi, waar reuzenschildpadden hun eieren leggen, was een bijzondere ervaring. De omgeving is zo puur, dat je alles even vergeet om je heen! Daarnaast hebben wij het Paasweekend in het buurland Frans-Guyana doorgebracht en hebben wij carnaval gevierd op Curaçao. Ook leer je jezelf kennen in Suriname. Naast het leren van Surinaams en het vlekkeloos eten van roti met je handen werden mijn aanpassingsvermogen en doorzettingsvermogen een stuk groter, leerde ik meerdere malen tot tien te tellen en op eigen benen te staan en maak ik mij minder druk om kleine dingen. No spang! Terugkijkend naar die drie maanden Suriname in 2009, ben ik er op geen enkel vlak minder van geworden! Zoals de titel van het boek van schrijver Diederick Samwel luidt: Suriname in het hart! Chantal Immink