CULTUURRAAD HERENTALS AANBEVELINGEN MET BETREKKING TOT HET CULTUURBELEID VAN DE STAD HERENTALS VOOR DE PERIODE 2012-2018
mei 2012 1
Inleiding Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 heeft de Herentalse cultuurraad, in samenspraak met haar verenigingen, dit document opgesteld, met als doel de politieke partijen en toekomstige beleidsvoerders te informeren over de belangrijkste noden en vragen die leven bij de cultuurraad en bij de Herentalse socio-culturele verenigingen, en dit in de hoop dat het be leid hier de nodige aandacht aan wil besteden en middelen voor wil vrijmaken in de loop van de nieuwe ambtsperiode 2012-2018. •
De cultuurraad heeft een eerste versie van dit document opgesteld, enerzijds op basis van een aantal aandachtspunten die ze in het verleden reeds bij het beleid heeft aangekaart, an derzijds op basis van de diverse noden en verzuchtingen die de verenigingen in de loop van de voorbije jaren naar voor hebben gebracht tijdens de algemene vergaderingen van de cultuurraad.
•
Om er zeker van te zijn dat deze tekst door een ruime basis wordt gedragen, werd de tekst in maart aan alle verenigingen bezorgd en uitvoerig besproken in kleinere groepen tijdens de algemene vergadering van dinsdag 24 april 2012. De opmerkingen en aanvullingen die hier werden opgetekend, zijn opgenomen in een tweede, definitieve versie van de tekst.
•
Dit document wordt voorgelegd aan de beleidsvoerders, zowel voor als na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012, met de vraag om in hun programma en bij het bepalen van het beleid voor de komende ambtsperiode de nodige aandacht te besteden aan de pijnpunten en aanbevelingen die hier worden beschreven.
•
De voorstellen die in deze tekst gedaan worden geven bewust enkel de grote lijnen weer van wat de cultuurraad in de toekomst graag gerealiseerd zou willen zien. Het is evident dat deze voorstellen nog verder concreet en in detail moeten uitgewerkt worden. Dit moet echter voorstel per voorstel behandeld worden door een werkgroep, eens de beslissing tot realisatie van een voorstel is genomen. De cultuurraad biedt graag zijn medewerking aan om deze voorstellen verder te concretiseren.
•
Sommige van de voorstellen in dit document zouden op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Andere aanbevelingen kunnen enkel op langere termijn uitgevoerd worden. Door deze punten toch op te nemen in dit document, wil de cultuurraad aan het toekomstig beleid laten horen dat ze graag reeds in een vroege, conceptuele fase de nodige input zou willen ge ven vanuit de noden van de socio-culturele verenigingen.
•
Naast de adviezen die de cultuurraad in dit document voorstelt aan de toekomstige beleidsvoerders, zijn er ook een aantal aanbevelingen die de cultuurraad zelf kan verwezenlijken en die ze zich in dit document dan ook zelf tot taak stelt.
2
1. Gebouwen In de loop van de voorbije jaren heeft de cultuurraad een aantal noden opgetekend bij de verenigin gen, die verband houden met de beschikbaarheid van de nodige infrastructuur en de nodige gebouwen waar zij hun werking en hun activiteiten kunnen ontplooien. 1. Beschikbaarheid van zaal ’t Hof De vraag voor gebruik van zaal ’t Hof is veel groter dan de feitelijke beschikbaarheid. Zaal ’t Hof wordt door veel verenigingen gebruikt voor erg uiteenlopende activiteiten zoals fuiven, culturele evenementen, eetactiviteiten, ... Hoewel het gebouw drie afzonderlijke ruimtes bevat, met name de tuinzaal, de grote zaal en de theaterzaal, is het praktisch niet mogelijk om verschillende ruimtes gelijktijdig voor verschillende activiteiten te gebruiken, enerzijds omwille van het feit dat ze akoestisch onvoldoende van mekaar gescheiden zijn, waardoor verschillende activiteiten mekaar geluidsoverlast zouden bezorgen, anderzijds omdat het niet altijd mogelijk is om de toegankelijkheid te beperken tot slechts één of twee van de ruimtes. Bovendien wordt de brandveiligheid van de theaterzaal in vraag gesteld, is de zaal wegens de vele trappen moeilijk toegankelijk voor oudere mensen, is er in het weekend vaak geluidsoverlast van de aanpalende jeugdclub 10R20 en werden er al pogingen tot vandalisme aan de theaterzaal vastgesteld tijdens fuiven in de grote zaal van 't Hof. Er bestaan wel een aantal alternatieven, maar ook deze zijn niet altijd toereikend: •
De foyer van ’t Schaliken kan een oplossing bieden voor sommige activiteiten, maar ook deze foyer kan niet gebruikt worden wanneer de podiumzaal al in gebruik is voor een andere activiteit, waardoor de beschikbaarheid direct een stuk minder is. Bovendien kan en mag de foyer niet gebruikt worden voor activiteiten waarbij eten aangeboden wordt. Het is immers niet toegelaten om kooktoestellen te gebruiken en er is ook niet de nodige infrastructuur voor dergelijke activiteiten. Daarenboven wordt het aantal stoelen in de foyer beperkt tot 150.
•
De zaal van de muziekacademie kan gebruikt worden voor optredens en concerten, maar deze zaal wordt al vaak door de academie zelf gebruikt. Bovendien heeft ze helemaal geen voorzieningen voor het schenken van drank vóór, tijdens of na een optreden. Voor veel verenigingen is dit niet enkel een belangrijke gemeenschapsvormende factor, maar ook een belangrijke bron van inkomsten bij hun activiteiten.
•
Sommige zalen die een alternatief zouden kunnen bieden zijn vaak erg verouderd en hebben problemen met brandveiligheid, zoals de zaal van de Voorzienigheid of zaal Nieuwland.
2. De parochiezaal van Noorderwijk Veel verenigingen in Noorderwijk maken gebruik van de parochiezaal, zowel voor wekelijkse repetities, als voor optredens en andere activiteiten. Deze zaal is eigendom van het kerkfa briek, en is zo goed als versleten. Als hier in de nabije toekomst niet de nodige investeringen 3
voor renovatie worden gedaan, dan komen veel verenigingen uit Noorderwijk in de problemen, omdat er niet onmiddellijk een alternatief is. 3. Repetitieruimte Verenigen die zich bezighouden met podiumkunsten (theatergezelschappen, harmonies, koren) hebben behoefte aan repetitieruimte waar ze, meestal op wekelijkse basis, gebruik van kunnen maken, en waar ze ook een deel van hun materiaal kunnen achterlaten. De meeste verenigingen maken hiervoor gebruik van lokalen in schoolgebouwen, parochiezalen, ... waardoor de nood aan extra repetitieruimte momenteel niet erg dringend is, maar toch ervaren verenigingen soms problemen bij het zoeken naar een (nieuwe) repetitieruimte, of is er bezorgdheid over wat de toekomst gaat brengen, zoals met de hierboven beschreven paro chiezaal van Noorderwijk. CC 't Schaliken biedt een aantal degelijke repetitieruimtes aan, maar deze zijn enkel geschikt voor relatief kleine ensembles. 4. Atelier- en tentoonstellingsruimte Verenigingen die zich bezig houden met de beeldende kunsten hebben een pertinente vraag naar meer atelierruimte waar ze hun kunst kunnen beoefenen. In principe komt elke vol doende grote en leegstaande ruimte met een minimum aan voorzieningen en waar materiaal kan achtergelaten worden in aanmerking als atelierruimte. Daarnaast is er ook een nood aan ruimtes voor tijdelijke tentoonstellingen. De bestaande ruimtes zijn in de weekends vaak overboekt. 5. Opslagruimte voor lange duur Veel verenigingen verwerven in de loop der tijd redelijk wat materiaal, dat ze slechts enkele keren per jaar effectief gebruiken, zoals voor theatervoorstellingen, concerten, tentoonstellingen, ..., maar dat wel permanent bewaard moet worden. Aangezien hiervoor geen aangepaste infrastructuur beschikbaar is, wordt alles meestal zo goed en kwaad het kan her en der op zolders en in kelders van verschillende leden van de verenigingen bewaard. Voor veel verenigingen zou het erg nuttig zijn als ze over een centraal depot konden beschikken waar ze (een deel van) hun materiaal op een veilige manier zouden kunnen onderbrengen. De cul tuurraad kan zich inbeelden dat deze nood aan opslagruimte ook bij jeugd- en sportverenigingen leeft. 6. Vergaderruimte Socio-culturele verenigingen hebben tevens behoefte aan vergaderruimte in alle mogelijke capaciteiten, van kleine ruimtes voor bestuursvergaderingen, grotere ruimtes voor vergaderingen met verschillende samenwerkende verenigingen tot grote ruimtes voor algemene ver gaderingen of wekelijkse ledenbijeenkomsten. 7. Partiturenbibliotheek Bij het begin van de vorige legislatuur heeft de cultuurraad voorgesteld om te starten met het aanleggen van een partiturenbibliotheek voor muziekverenigingen. Dit voorstel kwam er op vraag van de verenigingen, die enerzijds geïntimideerd waren door het krachtdadig taalgebruik van SEMU (de organisatie die de belangen van de uitgevers van bladmuziek behartigt - of zou moeten behartigen), terwijl er anderzijds grote onduidelijkheid was over de rechtsgeldigheid en reikwijdte van de financiële regeling die SEMU voorstelt. Het enige duidelijke 4
antwoord dat na navraag bij verschillende overkoepelende organisaties voor muziekverenigingen werd verkregen was “gebruik steeds originele partituren”. Tijdens de vergaderingen die gehouden werden met betrekking tot dit onderwerp bleek echter al snel dat een eerste nood voor het uitbouwen van een partiturenbibliotheek een geschikte ruimte is.
Aanbevelingen •
Om het probleem met de overbezetting van zaal 't Hof op te lossen, meent de cultuurraad dat de enige effectieve oplossing op lange termijn erin bestaat een tweede polyvalente zaal te bouwen of te verwerven, die over de nodige infrastructuur beschikt voor het inrichten van zowel fuiven, eet-activiteiten, als podiumactiviteiten.
•
De situatie met de parochiezaal in Noorderwijk moet opgevolgd worden in samenspraak met de kerkfabriek, zodat deze ruimte in de toekomst kan blijven dienen.
•
Hoewel sommige verenigingen het gebrek aan vergaderruimte als prangend ervaren, meent de cultuurraad dat er toch een groot aanbod is, maar dat niet alle lokaties bij alle verenigin gen bekend zijn. De cultuurraad stelt zichzelf daarom tot taak om een zo volledig mogelijke lijst op te maken van alle ruimtes die gebruikt kunnen worden als vergaderlokaal, en bij uitbreiding mogelijk als repetitieruimte of atelierruimte, tentoonstellingsruimte samen met de nodige gegevens over de capaciteit van de lokalen, de aanwezige infrastructuur, de huur voorwaarden en de contactgegevens van de verhuurder. Er zal tevens aan de verenigingen gevraagd worden om de lijst aan te vullen met lokalen die zij gebruiken en die ook door andere verenigingen zouden kunnen gebruikt worden. Belangrijk is dat de resulterende lijst op re gelmatige basis up-to-date gemaakt wordt, zodat het niet een eenmalig initiatief is, maar een blijvende bron van informatie. Er wordt bovendien gevraagd dat er een centrale aanspreekpersoon zou zijn - wellicht via de dienst cultuurbeleid - waar men terecht kan met vragen en opmerkingen over deze lokaties.
•
De cultuurraad onderschrijft dat er vooral een nood is aan atelierruimte, tentoonstellings ruimte, opslagruimte en ruimte voor een partiturenbibliotheek. In mindere mate is er ook behoefte aan bijkomende repetitielokalen voor grotere groepen. De cultuurraad kan hiervoor niet onmiddellijk een pasklare oplossing aanreiken, maar adviseert om met deze noden rekening te komen bij de herbestemming van bestaande gebouwen en bij het bouwen van nieuwe gebouwen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan: •
De herbestemming van het Convent in het Begijnhof
•
De site van het voormalig moederhuis Sancta Maria
•
De kelder van de lakenhal
•
De schoolgebouwen van Kosh die in de toekomst zullen vrijkomen
•
Momenteel staat de garage van de technische dienst in de Boerenkrijglaan leeg. Dit zou een geschikte opslagruimte kunnen zijn, ware het niet dat er al plannen zijn om Den Dorpel daar verder uit te bouwen. Misschien zijn er nog dergelijke ruimtes die onbenut zijn, of komen er in de toekomst dergelijke ruimtes vrij.
5
•
De nieuwbouw van een kunstencampus zou een ruimte voor een partiturenbibliotheek kunnen voorzien en een polyvalente ruimte die als atelier- en/of repetitieruimte door verschillende verenigingen zou kunnen worden gebruikt.
•
De lokalen van de muziekacademie die eventueel zouden vrijkomen door de aanleg van een kunstencampus, zouden onderdak kunnen bieden aan een partiturenbibliotheek, repetitieruimte, atelierruimte of opslagruimte.
•
Alle gebouwen die tijdelijk leeg komen te staan zouden, tot er een nieuwe bestemming is, dienst kunnen doen als kunstatelier.
•
...
2. Uitleenmateriaal Momenteel is het uitlenen van materiaal van de gemeente (podiumelementen, tafels, stoelen, ...) gratis voor de verenigingen die aangesloten zijn bij een erkende raad. In dit verband noteren we enkele opmerkingen en vragen die de verenigingen naar voor hebben gebracht: 1. Ook al is het uitlenen op zich gratis, toch dient er telkens wel een bedrag van €49 betaald te worden voor het leveren en ophalen van het materiaal. Hoewel deze kost beperkt is, is hij toch ook niet onaanzienlijk en ligt hij bijvoorbeeld hoger dan het bedrag dat een vereniging via het puntensysteem van de jaarlijkse subsidies ontvangt voor de organisatie van één enkele activiteit (zie ook verder). 2. Daarnaast vragen de verenigingen naar extra uitleenmateriaal, zoals een beamer en een projectiedoek, een lichtinstallatie en een klankinstallatie, die op eender welke locatie gebruikt kunnen worden (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de klankinstallatie die aanwezig is in zaal 't Hof, maar ook enkel daar gebruikt kan worden). Voor een beamer of lichtinstallatie, waar de lampen een beperkte levensduur hebben, zou wel een kleine vergoeding betaald kunnen worden. 3. Verenigingen die een project organiseren op een minder gebruikelijke locatie hebben soms brandblusapparaten en noodverlichting nodig om deze ruimte in overeenstemming te brengen met de voorschriften voor brandveiligheid. 4. De borden die gebruikt worden voor tentoonstellingen zijn in een zeer slechte staat, en zijn hoogdringend aan vervanging toe. 5. Tenslotte is er nog steeds een tekort aan podiumelementen. Dit is vooral, maar niet enkel, merkbaar in de periodes waarin ook de Herentalse scholen veel podiumelementen huren voor schoolfeesten en andere grote activiteiten. Ook bekleding voor het podium (podiumdoeken om de poten te verbergen), behoort tot de zaken die momenteel gemist worden.
6
Aanbevelingen •
De cultuurraad is van mening dat het uitlenen van materiaal volledig gratis zou moeten zijn. Om echter te vermijden dat hiervan misbruik gemaakt zou worden door vaak kleine hoeveelheden materiaal uit te lenen, stelt de cultuurraad voor om elke vereniging jaarlijks enkele dienstencheques of dienstencredits toe te kennen, die zij in de loop van dat jaar kunnen gebruiken om volledig gratis materiaal te ontlenen. Indien ze vaker willen ontlenen, dan betalen ze wel het forfait voor het vervoer. Bij uitbreiding zouden deze dienstencheques ook gebruikt kunnen worden voor andere diensten die het stadsbestuur kan aanbieden.
•
De cultuurraad adviseert om het aanbod aan uitleenmateriaal uit te breiden met een beamer en projectiescherm en met geluids- en verlichtingsmateriaal. Hiervoor kan eventueel een vergoeding gevraagd worden, die op zijn beurt weer met een dienstencheque zou kunnen betaald worden. Bovendien dient er extra op toegezien worden dat dit materiaal in correcte staat weer wordt ingeleverd.
•
De cultuurraad adviseert met hoogdringendheid om nieuwe tentoonstellingspanelen aan te kopen.
•
Om het tekort aan podiumelementen op te lossen raad de cultuurraad aan om extra elemen ten aan te kopen en om een deel van de podiumelementen enkel uit te lenen voor activiteiten die binnen plaatsvinden, zodat deze elementen langer in een goede staat kunnen be waard worden. De beschikbaarheid van podiumdoeken om de zijkanten van het podium mee af te dekken zoud ook voor een kwalitatief meer hoostaand podium kunnen zorgen.
•
Daarnaast stelt de cultuurraad zich tot taak om een lijst op te stellen van andere organisaties en bedrijven waar verenigingen materialen kunnen huren, indien het uitleenmateriaal van de stad niet voldoet of niet beschikbaar is. Er zal ook aan de verenigingen gevraagd worden of zij materialen hebben die zij eventueel aan andere verenigingen zouden willen uitlenen.
3. Subsidies Als ondersteuning voor hun werking en hun activiteiten kunnen de verenigingen die zijn aangesloten bij de cultuurraad jaarlijks een aanvraag doen voor subsidies. Daarnaast is het mogelijk om voor speciale projecten extra subsidies aan te vragen. 1. De Herentalse cultuurraad mag jaarlijks een bedrag van € 13.600 euro verdelen onder de aangesloten verenigingen die een subsidiedossier indienen. Het bedrag dat een vereniging ontvangt is afhankelijk van het aantal activiteiten dat de vereniging heeft georganiseerd én van het totaal aantal verenigingen en het aantal activiteiten dat de andere verenigingen hebben ingericht. In 2011 deden 58 verenigingen een beroep op subsidies, waardoor een vereniging gemiddeld € 234,5 aan gemeentelijke subsidies mocht ontvangen. De organisatie en uitvoering van een concert of theatervoorstelling levert een vereniging hierbij bijvoorbeeld een bijdrage op in de subsidies van € 28.
7
De cultuurraad stelt vast dat: •
•
•
Het basisbedrag voor de subsidies van socio-culturele verenigingen al meer dan 10 jaar lang niet is gewijzigd. Meer nog, 12 jaar geleden werd het toenmalige subsidiebedrag zelfs gehalveerd en daarna is het nooit meer gestegen. Dit terwijl het aantal verenigingen dat is aangesloten bij de cultuurraad blijft toenemen en het totale bedrag dus over meer verenigingen moet worden verdeeld. Als we dit vergelijken met bijvoorbeeld de jeugdraad, die eenzelfde subsidiebedrag mag verdelen, maar dit over beduidend minder verenigingen, dan mogen we besluiten dat verenigingen die bij andere raden zijn aangesloten meer subsidies krijgen dan socioculturele verenigingen. De waarde van het geld in de voorbije 20 jaar ongeveer gehalveerd is, waardoor een gelijkblijvend subsidiebedrag in feite een halvering is van de middelen die via de sub sidies worden toegekend.
Samenvattend kan gesteld worden dat een vereniging vandaag de dag minder dan een kwart van de financiële ondersteuning ontvangt dan eenzelfde vereniging 20 jaar geleden. 2. Voor speciale activiteiten kunnen verenigingen een beroep doen op extra subsidies, zoals de projectsubsidies voor “vernieuwende culturele projecten en activiteiten” (jaarlijks € 1550), tussenkomst in de huur van zalen (jaarlijks € 1000) en de “1€-subsidies voor gemeenschapsvormende projecten (jaarlijks € 26000, waarvan slechts een deel naar socio-culturele verenigingen gaat). De 1€-subsidies zouden in de nabije toekomst verdwijnen. Het is momenteel niet duidelijk of hiervoor een nieuwe subsidieregeling in de plaats zal komen. De cultuurraad stelt vast dat er onvoldoende gebruik gemaakt wordt van de subsidies voor gemeenschapsvormende projecten door socio-culturele verenigingen. Dit is deels te wijten aan het feit dat deze subsidies onvoldoende bekend zijn en gepromoot worden en er geen duidelijk geschreven reglement bestaat om aanvragen voor gemeenschapsvormende subsidies in te dienen en toe te kennen. Dit wekt bij de verenigingen soms de - weliswaar foute indruk dat “je iemand moet kennen om
Aanbevelingen •
De cultuurraad adviseert om het basisbedrag voor de subsidiëring van socio-culturele verenigingen aanzienlijk te verhogen en hiermee de historisch gegroeide achterstand in te halen.
•
De cultuurraad stelt voor om de subsidies voor vernieuwende projecten, samen met een deel van de 1€-subsidies, onder te brengen in één subsidiepot, waarvoor de cultuurraad een duidelijk reglement kan opstellen en de aanvragen kan beoordelen en toekennen.
•
Daarnaast stelt de cultuurraad zich tot taak om, zodra er een nieuwe cultuurbeleidsfunctionaris is, samen met deze na te gaan of er (regionaal, provinciaal, landelijk, ...) nog andere mogelijkheden worden aangeboden voor subsidiëring van socio-culturele activiteiten, welke tot heden onvoldoende bekend zijn, en deze vervolgens aan de verenigingen kenbaar te maken en te promoten.
8
4. Erfgoed en museumbeleid Herentals beschikt over een schat aan historisch erfgoed, maar een deel van dit erfgoed krijgt mo menteel niet de aandacht en de uitstraling die het verdient. 1. Enerzijds zijn er waardevolle collecties zoals bijvoorbeeld de beeldenverzameling van Fraikin of de collectie van het voormalige begijnhofmuseum, die niet meer toegankelijk zijn voor het publiek. Er moet voor geijverd worden om voor deze collecties opnieuw een geschikt onderkomen te vinden, waar ze volledig tot hun recht kunnen komen. 2. Anderzijds is er nood aan een centraal punt dat alle informatie over het Herentalse erfgoed en de Herentalse musea verzamelt, aanbiedt en promoot. In het verleden is er al eens een initiatief genomen om een comité op te richten met leden vanuit de verschillende betrokken partijen, maar dat heeft geen lang leven gekend. Dit mag echter geen reden zijn om deze draad niet opnieuw op te pikken.
Aanbevelingen •
De cultuurraad adviseert het beleid om meer aandacht te besteden aan het stedelijk erfgoed en dit door het opnemen van een duidelijke en gerichte erfgoedstrategie in het cultuurbeleidsplan en door het oprichten van een comité dat zich bekommert om het Herentalse erf goed, dat pijnpunten en noden op regelmatige basis evalueert en daaruit de nodige initiatieven kan voorstellen en adviezen kan verstrekken.
•
Daarnaast adviseert de cultuurraad om een globaal museumbeleid op te richten, dat instaat voor de inventarisatie, evaluatie, uitbouw en gezamenlijke promotie van bestaande musea en verzamelingen, en dit in samenspraak met alle betrokkenen zoals daar zijn het OCMW, de kerkfabrieken, het cultuurcentrum, de dienst cultuurbeleid en de dienst toerisme.
5. Cultuurraad Naast een adviserende taak, organiseert de cultuurraad jaarlijks een aantal eigen activiteiten, waarmee hij het culturele leven wil stimuleren, en verleent hij regelmatig haar medewerking aan activitei ten ter bevordering van de samenwerking tussen verenigingen. Voorbeelden van eigen organisaties zijn de jaarlijkse cultuurquiz, de uitreiking van de cultuurprijs en de organisatie van een cultuurcafé op regelmatige basis. De cultuurraad ondersteunt ook jaarlijks de organisatie van projecten zoals “Open Park” in het park van Le Paige, “Montmartre” in het begijnhof, de uitreiking van de Nestorprijs en verschillende samenwerkingsprojecten in het kader van de Week van de AmateurKunsten (WAK). De cultuurraad onderhoudt bovendien een eigen website waar ze de nodige informatie ter beschik king wil stellen van de socio-culturele verenigingen. 1. Om eigen activiteiten te organiseren kan de cultuurraad gebruik maken van een jaarlijkse toelage van de stad. Echter, net zoals het basisbedrag voor de subsidies aan verenigingen (zie punt 3), is ook deze toelage reeds lange tijd niet meer aangepast aan de stijgende levens 9
duurte, waardoor het voor de cultuurraad steeds moeilijker wordt om zijn activiteiten te be kostigen, laat staan om nieuwe initiatieven te ontplooien. 2. De informatie die wordt aangeboden op de website met betrekking tot de verenigingen die zijn aangesloten bij de cultuurraad is niet meer up-to-date. De gegevens van sommige vere nigingen is niet meer aangepast en nieuw aangesloten verenigingen zijn vaak nog niet in de lijst opgenomen.
Aanbevelingen •
De cultuurraad adviseert om de werkingsmiddelen voor de cultuurraad te verhogen en hiermee de historisch gegroeide achterstand in te halen.
•
De cultuurraad stelt zichzelf tot taak om een nieuwe oproep te doen aan de verenigingen om geactualiseerde informatie aan te bieden voor de website. Met de cultuurbeleidsfunctionctio naris zal de cultuurraad afspreken dat aan nieuw toegetreden verenigingen automatisch gevraagd wordt om de nodige informatie te verstrekken om zich voor te stellen op de website.
6. Cultuurbeleid De socio-culturele verenigingen en de cultuurraad mogen steeds een beroep doen op de hulp en de administratieve ondersteuning van de dienst cultuurbeleid. Deze samenwerking wordt over het algemeen heel positief ervaren. Toch zijn er vanuit de cultuurraad en vanuit de verenigingen enkele opmerkingen die we hier naar voor willen brengen. 1. Voor de dienst cultuurbeleid is er een kader van 3 voltijdse betrekkingen voorzien. Dit kader werd tot januari 2011 slechts voor 50% of 1,5 voltijds equivalent ingevuld. Door het wegval len van een cultuurbeleidsfunctionaris moet de dienst cultuurbeleid sinds begin 2011 - dat is momenteel dus al langer dan een jaar - zelfs op 0,5 voltijds equivalent draaien. Deze lage bestaffing heeft in het verleden al meermaals aanleiding gegeven tot vertragingen, waardoor soms belangrijke opdrachten hetzij helemaal niet, hetzij laattijdig, hetzij onvoldoende grondig konden worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is het feit dat Herentals zijn medewerking niet verleende aan de onderzoeken en enquêtes die voorafgingen aan de nochtans waardevolle publikatie “De kunstzinnige vingerafdruk van je gemeente, een inspiratiegids voor lokaal amateurkunstbeleid”. Ook de administratieve ondersteuning van de werking van de cultuurraad en van de verenigingen aangesloten bij de cultuurraad komt door de lage bestaffing van de dienst cultuurbeleid in het gedrang en dit des te meer nu de cultuurraad een meer dynamische werking wil ontplooien, met diverse nieuwe initiatieven binnen het kader van zijn opdracht en het organiek reglement. 2. De dienst cultuurbeleid zorgt jaarlijks onder meer voor de praktische organisatie van de Week van de AmateurKunsten (WAK). Verenigingen worden uitgenodigd om tijdens deze week, die traditioneel in de laatste week van april plaatsvindt, een activiteit te organiseren. De lokaties van het cultuurcentrum staan hierbij gratis ter beschikking van de verenigingen. 10
De aanvragen van verenigingen om hieraan deel te nemen worden elk jaar eind januari be sproken en geëvalueerd en dan worden de verschillende locaties toegekend aan de verschillende initiatieven. Veel verenigingen maken hierbij de opmerking dat zij hun planning nor maal gezien al veel langer op voorhand vastleggen. Omdat ze tot drie maanden vooraf onze ker blijven over de lokatie die zal worden toegewezen, aarzelen verenigingen om grotere activiteiten in te dienen voor de WAK. Het is jammer dat de WAK hierdoor niet altijd de uitstraling krijgt die ze zou kunnen krijgen. Er is ook nood aan een goede structuur voor de organi satie van de WAK, met een duidelijk tijdsschema, goede afspraken voor de verdeling van de beschikbare ruimtes en meer evaluatievergaderingen.
Aanbevelingen •
De cultuurraad raadt met aandrang aan het voorziene personeelskader volledig in te vullen.
•
De cultuurraad stelt zich tot taak om met samen met de nieuwe cultuurbeleidsfunctionaris te kijken of het mogelijk is om de planning van de WAK reeds een jaar op voorhand te kunnen vastleggen. Ze wil er ook voor zorgen dat duidelijke en ondubbelzinnige informatie over de organisatie eenvoudig beschikbaar is en dat deze organisatie op regelmatige basis wordt geevalueerd met alle betrokken partijen.
11