äer GES CHïffilMESïS SE R vam. de xixet
Bijvoegsels
(rrt/fwr
en Aarxleelcenindeii
van- de Rec/lvaak /e Lcctnt'ari/crf
mm^ t e L H ^ U W A R D E N , bij
,ä ^Tfi'oost.) Wumkes.nl ~" 1854.
Wumkes.nl
FOOBBBRIGT.
In den jare J677 werd ie Leeuwarden uitgegeven de eerste druk dezer Kronijk -onder den titel: IT AADE FRIESCHE TERP ,
/-'ertoonende
DE
FRYE
F R I E S EN u
in haar Oorsprong, Opkomst en Voortgang: Als Landsbestiering, Waapenhandel, Krychsdaaden, Weetenschap, Vreemde voorvallen , Yver voor de Vryheit, Afgooderye, Godsdienst en Landstreek. In 't gemeen bij een gehoopt, VOOR DÉ LIEFHEBBERS DER
Wumkes.nl
VRYHEIT.
ïï.
VOORBERIGT.
Op dezen druk, beginnende met het jaar 3J3 voor Christus geboorte en eindigende J677 , volgde een tweede, uitgegeven te Haarlem J743, getiteld: It aade Friesche T e r p , of KRONTK der Geschiedenissen van de V R Y E F R I E S E N , met een Bijvoegsel gaande tot de geboorte van W I L L E M K A E.EL H E N D R I K
FRISO.
Daarna
%ijn er
nog twee Uitgaven in het licht verschenen, de eerste te 's Qravenhage J746en de laatste te Leeuwarden bij Chalmot J77J, welke beiden als een tweede druk worden vermeld en , uitgezonderd het titelblad, ook letterlijk van inhoud zijn als die van J743. Deze tweede druk is behalve het Bijvoegsel aanmerkelijk vermeerderd en aangevuld met een aantal gebeurtenissen tot Friesland en Groningen betrekking hebbende, welke in de eerste druk niet %ijn vermeld, terwijl taal,- stijl en spelling naar het gebruik -van dien tijd zijn veranderd. Hel Motto, op de keerzijde des titels of op den titel zelven geplaatst, was hei gezegde van A E N E A S S I L V I U S of Paus Pius I I : Een Fries weigert niet voor de V R I J H E I D zelfs in de dood te gaan.
Wumkes.nl
VOORBERIGTi
ïii.
•ofschoon ook deze Kronijk met de gewone sprookjes«, fabelen en wonderen uit den ouden tijd is voorzien, bevat zij echter een beknopt verhaal van de meest belangrijke voorvallen uit de verschillende Friesche Geschiedschrijvers gelrokken. Wie echter de Schrijvers of Opstellers zijn geweest is mij niet gebleken. Vit hoofde dit boekje van tijd tot tijd zeldzamer was geworden, komende de eerste druk bijna nimmer voor, ondernam de boekhandelaar PKOOST alhier eene nieuwe Uitgave, noodigde mij uit die te willen verzorgen, en er tevens Zoodanige jlanteekeningen en Bemerkingen bij te voegen ,ais voor de beoefening en opheldering der Friesche Historie ? bijzonder over de 3LF' eerste eeuwen , nuttig en dienstig zouden kunnen zijn. Aan dit verzoek voldoende, meende ik den tweeden druk der Kronijk in deze Uitgave getrouw te moeten volgen , mij alleen veroorlovende de ongelijkheid in de spelling:, en de te groot e afwijking hier en daar in de taal wat te verbeteren. Bij het doorlezen der kronijken, geschiedboeken en ander® schriften heb ik voor d#: * #
Wumkes.nl
fv,
VOORBERîGf.
Hijvoegselè en Aanteekeningen, daaruit overgenomen of kortelijk aangestipt, ivat mij voor mijn oogmerk belangrijk toescheen en dienen kon de Geschiedenis toè te lichten. Als een hoofddoel van dezen arbeid heb ik getracht den minder geoefendèn tot eigen onderzoek en nasporing den weg aan ie wijzen, weshalve ik al de Schrijvers en Geschriften naauwheurig heb aangeteekend, in welken de uitvoeriger behandeling der zaken ie vinden is, en de geschiedenis beter wordt Voorgesteld. Ben ik in deze mijne poging, om anderen van nut te %ijn, ten deele geslaagd, meer voldoening begeer ik niet. Over de waarde en geloofwaardigheid der oude kronijken en geschiedverhalen heb ik met een enkel woord mijne meening gezegd, en mijne stelling blijven verdedigen, dat aan de%elven daarom t&oo weinig gezag wordt toegekend, omdat %ij nimmer oordeelkundig zijn onderzocht en met de nog vele voorhanden zijnde bronnen vergeleken 5 dat geen Schrijver van lateren tijd, de Geschiedenis der Friezen ter harte heeft genomen, waardoor %ij dus bij vélen ó«~
Wumkes.nl
YO'OKBEMGT.
v.
bekend gebleven, bij anderen opzettelijk is achterwege gelaten; en dat men te ver is gegaan om door het Werk van UBBO E M M I Vs, die als de Feniks aller Geschiedschrijvers, gelijk Do USA hem noemt, gehuldigd werd, Frieslands Historie voor voldongen te houden, daar hij geen kritiesch onderzoek in het werk heeft kunnen stellen * als verstoken van de noodige hulpmiddelen en bronnen. Niet dat ik de waarde van dezen te regl hooggeschat ten Schrijver teil verkleinen of iets nieuws voortbrengen , daartoe is mijne kennis te gering : evenmin wil ik als een voorstander van de leer der oude kronijken met hunne fabels en wonderen beschouwd worden; maar het is alleen om aan te toonen hoe verkeerd men handelt onvoorwaardelijk het gezag van anderen te volgen, en zonder eigen overwe-* ging en grondig onderzoek onze oude Schrijvers te verwerpen. En dit is niet mijn oordeel alleen, hetwelk op de ondervinding steunt, maar vele geleerde en schrandere mannen ,
%oo als : v. SCHWARTZEKBERG ,
YPEIJ, VISSER, ÀMERSFOORDT,
DORP, v,
HAI.MAEL
WESTEN-
en ánderen * dié de
Wumkes.nl
vî.
VöORBEftTGt.
Friescîïe' Historie bestudeerden, hebben in hunne geschriften ditzelfde beiveefd, te-> vens de noodzakelijkheid beloogende, wel-* ke er sinds lang heeft beslaan, om de neer belangrijke Geschiedenis van dit Ge-* west van de vroegste tijden af beter te leéren kennen, ie onderzoeken en waar-* deren, zoodat eene zorgvuldige en oordeelkundige beschrijving , naar den geest en de smaak des tegenwoordigen tijds ingerigt, allezins wenschelijk ware. Daartoe heb ik reeds in den jare JS27 alle mijne po gin* gen in het iverk gesteld, en een plan ? hetwelk veel belangstelling, aanmoediging én ondersteuning, ook bij den Meere STAATSRAAD
, GOUVERNEUR
en
GEDEPU-*
TEERDE STATEN van dit Gewest, heeft gevonden, ioi stand trachten te brengen $ dan door omstandigheden, geheel van mij onafhankelijk, is hetzelve onvolvoerd gebleven (*). Een gelijk lot heeft een tweede
(*) Deze belangstelling is onder anderen ook geHeken uit de plaatsing van het Prospectus of Berigt' waarbij ik mijn oogmerk h e b ontwikkeld, in de derde Mnemosyjie, 1829, I- 2 7 8 , en de aanbeveling van
Wumkes.nl
VOORBERÏGT. Ontwerp van -den Heer VA.N HALMAEÏ. -en mij, tot de Uitgave van een Geslachten Wapenboek van den Adel in Friesland , een werk hoogst gewigiig voor de Gesc/ùe~ denis, moeten ondergaan. Ik heb alzoo mijnen wil getoond, en daar ik tot geene Uitgaven op eene andere dan de door mij voorgestelde wijze besluiten kan, laat ik het nu aan ieder wie het luste over, o?n ter liefde voor de Geschiedenis t ter wille onzer Landgenoolen en ten nutte voor de Nakomelingschap hunne middelen aan te wenden, hopende dat zij met een beter .gevolg in de erkende behoefte (*) en den, algemeenen wensch van hen, die de wetenschappen op prijs stellen, mogen voor~ %ien. Voor het Titelplaalje koos ik de aloude adellijke State van den Potestaat WiARDA den Hoogleeraar H. W . T T D E M A N ; aîs mede uit de opname van hetzelve in de Handleiding tot de kennis van hei Staatsbestuur in het Koningrijk der Nederlanden , V. 6 4 6 , alwaar tevens de wensch wordt g e uit dat dit plan spoedig moge verwezenlijkt worden. (*) Ook tot een goed Schoolboek van de Geschiedenis van Friesland strekt zich deze behoefte uit.
Wumkes.nl
vin.
VOORBEWGT.
te Goutum, thans het eigendom van en bewoond door de Familie V. CAMMINGHA , welke met Martena- State te Cornjum, bijna de eenigen %ijn, die, in. den voorvaderlijken tijd gesticht, nog de algemeene slooping %ijn ontkomen: wamt ook TjaerdaStins te Rinsumagcesi %al spoedig, naathet voorbeeld van Liauckama te Sexbierum, Hania te Holwerd, Holdinga te Anjum, Nieuw-JBotnia te Franeker en %oo vele anderen binnen weinige jaren vernietigd, in eene puinhoop verkeeren. Dm àj Juni; J8H.
J . vAS LïIEUWEtV.
m®m
Wumkes.nl
FRIESCHE
K R O N Y K. !
.Friesland, een van de zeven Vereenigde Nederlandsche Provintien zynde, legt aan de noordooster zyde van de Zuiderzee en Fliestroom, die het van Westfriesland afscheid : aan 't noordwesten word het bedekt van de Wadden, tusschen de Vooreilanden van de Noordzee, als Ter Schelling, Ameland en Schiermunniks Oog. Het riviertje de Lawers verdeelt het van de Groninger Ommelanden: van daar naar de zuidzyde is de Drenthe en het Stigt van Overyzel, loopende bij de Kuinder aan de Zuiderzee. Maar met de verdeelinge dezer landstreek willen wy den leezer niet ophouden. Van ouds was de wydte van zijne landpaalen vry verder uitgestrekt, als loopende van den Ouden R h y n , die door Leyden aan Utrecht langs vloeyende, by Katwyk in zee uitliep: begrypende den geheelen zeekant en de Zuiderzee, diestyds noch droog zynde, tot aan den Eiderstroom, die bet van Jutland afsnyd. Aan de landzyde van Westfalen, Overvzel, Gelderland , tot het 1
Wumkes.nl
2
FRIESCHE
Ryk van Nieumegen en Utrecht, binnen zyne grenzen. Welke alle door verscheidene vyanden en andere voorvallen, als by lappen afgescheurd zynde, het boven geschreven lapje land, zyne vryheid, te gelyk met den naam van Friesland, zonder bystelling van Oost of West, wel yverigst verdedigt hebben. (*) Dat is van 't L a n d , welks Inwoonderen de stoffe van ons schryven zal zyn , naar het gemeenzaamste gevoelen byeen gesteld, als hier na volgt. De Heeren, Friesen I.
onder welks Gebied de van tyd tot tyd geweest %yn.
Onder %even PRINSEN.
(†)
Het 313de jaar voor dat onze Zaligmaker geboren wierd, was de tyd dat FRIESO, de eerste Prins van Friesland, en Voor(*) Deze zeer onbepaalde beschrijving van den áîouden Staat der Provincie is in de Bijvoegsels en Aantt. aangevuld. (†) De regering dezer Prinsen, zoo wel als die der opvolgende Hertogen en Koningen, behoort tot het fabelachtig gedeelte der Historie, welke ook met betrekking tot de gebroeders Friso, Saxo en Bruno (de laatste wordt hier niet gemeld) zeer verschillend wordt voorgedragen. Zie de Bijv. en Aantt,
Wumkes.nl
KRONYK.
3
ganger der Stichters, door welke dît Ons Vaderland eerst bevolkt wierd, hier te lande kwafn: dat zich dusdaniger wyze heeft toegedragen. Als die roemruchtige en groote Âlexander, die in het bloeyenste van zyn jeugd het meerendeel van Asia overweldigde, kreeg hy toeloop van veele volkeren, die hy of overwonnen hadde, of in die gewesten huis hielden; om zyne gelukkige wapenen tot zo veele spoedige overwinningen te helpen b e vorderen. Onder deze vrywillige krygers waren zommige van de voornaamsten uit Persien, en hunne onderhoorige Saxen (Sacæ) de minsten niet. Dewelke, na dat Alexander overleden was, en die vöorige verheerde (*) volkeren, door zijner Nazaaten oneenigheid, de handen ruim kregen, vreesden dat bet hun t'eeniger tyd rnogte gewrooken worden: zy maaken derhalven een besluit, om met malkanderen, naar de wyze Ván dien t y d , een veiliger land tot hun woóninge öp te zoeken. Hunne Geleiders waren Friesö enSaxo, om hunne gezelligheid gebroeders gezegt, en eigentlyk zo genaamt, of naar den volsknaam van hunne landslieden zo bekent: welker eerste Persiaanen , en de andere hun gebuuren , uit de woestyn, die nu Belor heet, gemeenlyk I n diaanen genoemt zyn; om datze van onds,
(*) "Yerheerd, d, i. overwonnen, te oftdêr gebragt,
Wumkes.nl
4
F R Ï E S C H E
allen die n a a r ' t Oosten woonden, d e n n aam van Indiaanen gaven. Des zij tot h u n n e n sleep (*) een vloot van 300 zeilen toetakelden, en staken 'er mede af van h e t l a n d van Cilicien, in Notalia of kleen A s i a , gelegen in de Zwarte Zee. Van waar z y , wonderlyk omkruissende , door verscheidene woeste zeen h e e n s l i n g e r d e n , tot dat zy eindelyk, n a veele ondervindingen e n v e r lies van d e meeste s c h e p e n , met slechts 5 4 stuks i n d e Oostzee zyn vervallen; en waar van 12 op h e t eiland R u g e n , en 18 in Pruissen zijn aangeland: de overige 2 4 d e n Fliestroom (welke d e Roomsche Schryvers d e n d e r d e n M o n d des R h y n s noemen) i n zeilende , h e b b e n dit gewest, dat n u van h u n n e n naam Friesland genaamt word , a a n gedaan , landende ten west Staveren o p d e K r e i l , daar n u d e volle zee voor E n k h u i z e n is : alwaar z y , geen menschen v i n d e n d e , e n n a zo een kommerlyk omzwerv e n , h e t eerste .stand g r e e p e n , en die plaatze d e n naam gaven van Staden. Daar Frieso ook een Vryhuis voor de vlugtelingen b o u w de , zelve een weinig oostelyker optrok, eîi een stad b o u w d e , ,die n a d e r h a n d S t a v e r e n genaamt wierd. Doch als i n h e t v o l gende jaar d e zomer h o o g d e , (†) kwamen
(*)
Gevolg.
(†) Als de zomer hoogde, d. i. in het midden van den zomer.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
5
d e Svvaaven, die hier 's zomers huis hield e n en 's winters landwaards in weeken, om de overwatermgen van de zwaare stormen : want h e t land was doe noch met geen dyken omheinigt. D e z e , om datze ruuwe e n onervaarene krygslieden w a r e n , zyn ligtelyk van de Friesen op de vlugt g e d r e v e n , die h u n zetel hier n u door goede b e s c h a n s i n gen gevestigt h a d d e n . Frieso h a d b y zyn wyf Uil zeven z o o n e n , die h y elk over een gedeelte des l a n d s , d a t i n zeven Zeelanden was verdeelt, tot Voogden heeft gestelt. E n daar toe eene d o c h t e r , welke hy Weemoed noemde , om d a t haare moeder van haar i n d e n arbeid was gestorven. Daartoe stelden h y zyn zoon Æsge over de Btirgerlyke Rechten, en S c h o l te over de Halszaaken. Haaije maakte h y Priester d e r D r u ï d e n , over de bosschen d e r Afgoden. Gæle wierd Dykgraaf, om d a a r opzigt te h o u d e n . Hette verzond h y , om Voogd te zyn over d e K a t t e n , een volk i n Duitschland , d a t n a a r zynen n a a m n u n o c h Hessen genaamt w o r d . I n den jaare 308 t r o u w d e F y t (Vito) of J u t t e , een van Friso's z o o n e n , d e dochter van Bokke (Bocchus,) K o n i n g van J u t l a n d ; zo als het n a d e r h a n d naar zynen naam g e genoemt is : en kreeg tot een huwelyksgoed, h e t l a n d dat men n u noch heden Sleeswijk noemt. I n den jaare 3 0 0 , wanneer ' e r verschil onder de Veehoeders ontstond , zyn ; cle
Wumkes.nl
0
FRIESCHE
S a x e n , b y gemeenen r a a d e , van h u n gescheid e n : e n , op d e Elve aangekomen z y n d e , h e b b e n zich aan geene z y d e , dat n u N o o r d ballingen i s , nedergeslagen. Houdende d a t gewest n o c h den naam van Saxen en Sassen. Frieso heeft daar na het l a n d , om d a t h e t zeer laag en moerig w a s , met dyken van a a r d e , en zylea of sluizen, om het water te d o e n afloopen, tot h u n gebruik bequaam gemaakt: en om de ovevwateringen van h o o ge vloeden alomme verhevene wieren' doen opwerpen , en daar huizen laaten opbouwen , h e t l a n d met beschansingen v e r s t e r k t , en m e t d o r p e n en b u u r t e n r o n d o m lustig b e volkt. E n , om de welstand en eenigheid des volks te b e w a a r e n , liet hij goede wetten en heilzaame beveelen aankundigen. E n uit dat broekachtig en waterig l a n d , s c h y n t h e t , dat zy het oude Friesche W a p e n h e b b e n genomen, hetwelk bestond uit 7 P l o m p e n , beteekenende de 7 W a t e r l a n d e n , o p 3 Zilveren b a l k e n , in een Blaauw veld (*). Gelijk die Plompen n o c h hedendaags in ' t W a p e n van Groningen te zien zyn. Hoewel d e onweetende teekenaars daar n u 3 H e r t e n
(*) Ook
HAMCOSHÜS en CAPFTDTIS VAN STAVOREN
beweren, dat er van Friso's tijd af een wapen.heeft bestaan, hetwelk echter moegelijk valt te gelooven, daar men het er voor houden moet, dat in den tijd der kruistogten, dus niet vroeger dan in het begin der XII eeuw, de familiewapens zijn uitgevonden. Men zie over dit onderwerp de Bijv. en Aantt,
Wumkes.nl
K R O N Y K.
1
van maken. Bezie hunne munten, tot op de duiten toe. In den jaare 245 is Frieso, na dat hy dit land 68 jaaren wijsselijk in vrede geregeert hadde, eindelyk gestorven, en na zyn vaderlyke Persiaansche wvze te Staveren staatelyk begraven. Aanstonds is A D E L , zyn oudste zoon, in 's Vaders plaatze gevolgt: die zyne nagelaatene wetten bevestigt, vermeerdert, en in schrift ges telt heeft. Hy bragt in gebruik , om de bequaamheid der gemoederen te onderzoeken, dat 'er alomme gasteryeü en drinkgelagen wierden gehouden, daar men malkanderen in 't omdrinken, met het geeven van de regterhand, zoude kussen of zoenen op zyn Persiaans: dat men nu noenit op zyn plat Fries. In de gasteryen deed liy de geregten by malkander in een grooten Schotel leggen, en belaste dat men uit een grooten Hoorn zoude omdrinken. Waar van wy noch zeggen, de Friesche Pateele, en de Friesche Hoorn, en by zommige Gilden noch in gebruik. Hy trouwde Swob y n e , de dochter van den Koning der Swaaven, zyne gebuuren. Om zyn rechtvaardigheid , is hy by zyne onderdaanen en gebuuren zo vermaard geworden. dat alle, die wel regeerden, daar van Adelingen, en van Adel gezegt wierden. Welke benaamingen tot op den buidigen dag zyn overgebleven. Uhbe, Juttes zoon, om Jutland tegen
Wumkes.nl
8
FRIESCHE
den aanval der Deenen te bevryden, zette zyn zoon Fyt ter dezer dagen tot Voogd over Eiderland, en Hendrik, zyn jongste zoon, over Jutland; die ondertrouwd wierd met Sigiie, Dochter des Konings der Finnen. En in den jaare 234, Granus, vyfde K o ning der Deenen, dit bemerkende, heeft zicli vermomd, en Hendrik op den dag derbruiloft , nevens veele van zyne vrienden onvoorziens vermoord: en de Bruid, uit Finland wegvoerende , zelfs getrouwt: edoch dat hy twee jaaren daar na niet de dood moest bekoopen. In den jaare 220 heeft Adel, Schotte, zyn broeder Scholtes zoon, naar 't land , dat naderhand Schotland is genaamt geworden, been gezonden , op dat hy 't met volk zoude beplanten. In den jaare 2 0 1 , Jutte, over de dood zyns broeders vergramd zynde, heeft de Deenen veele jaaren met zeerooveryen geplaagt: tot dat hy van Froote, achtste K o ning der Deenen, in een zeeslag overwonnen wierd. Die daar op de geheele Friesche kust heeft uitgeplondert; zynde zulks van de Deenen voorheen nooit ondernomen: en voort het Flie inzeilende, heeft zelfs het voorste van Duitschland aangetast: en van daar is hy met zynen roof of buit naar E n geland overgestoken. In den jaare 1 5 1 , is Adel, na dat hy in langduurige vrede loffelyk het Vaderland bestierd h a d d e , gestorven.
Wumkes.nl
K R O JU Y K.
9
Doe wierd UBBE tot derde Prins in 's Vaders plaats van de Staaten des Lands aangenomen. In den jaare 131, als Ubbe, op 't aanraaden van zyne moeder Swobyne, zyn grootvader, Koning der Swaaven, om de vrindschap te versterken, eens bezogt badde, heeft hy Keulen aan den Rliyn gesticht, ter plaatze daar nu Duts legt. Daarom zyn de Keulenaars by de Romeinen eertyds Ubü geheeten, van deze Ubbe. In den jaare 127 heeft Baate, zoon van den Koning der Katten, van Friesche afkomst, met zyn gezelschap zich eerstmaal in de Betuw nedergeslagen: daar hy Baatenburg en andere plaatzen stichte. Zynde de oorsprong van die bekende Bataviers, dewelke nu Hollanders genaamt worden. In den jaare 120 heeft Frieso de jonge getrouwd de dochter van U b b e , welkers naame Frouw was. Deze Frieso was de zoon van Gryns, zoon van Gœle, zoon van Haaje, zoon van Frieso de eerste. Hy trok met een hoop over den Fliestroom, en bewoonde het land, dat van hem noch Westfriesland is genaamt, en in dien tyd gebynaamt, kleene Friesen (*). Daar bouwde h y , omtrent duizent schreeden van Alkmaar, aan een inham van een arm der
(*) Over de groote en kleine Friesen zie Bijv, en Aantt. over den aiouden staat ra» Friesland,
Wumkes.nl
10
FRIESCHE
B h y n , die K r a b b e n d a m van Kennemerlaud afscheid, de stad V r o o n e n , die zo r j k en vermaard door den koophandel wierd. W a a r Van hedendaags niets meer te zien is (*). I n den jaare 71 overleed U b b e ; en A Z I N G A A S K O N , zyn z o o n , quain in zyn p l a a t s : dezelve was een onrustig en eerzuchtig m e n s c h : h y voerde verscheidene doch ongelukkige oorlogen met den Koning van Tongeren en de Baatenburgers. I n den jaare 59 zyn eenige kooplieden uit Indien , onder den noorder a s p u n t o m , door storm ea onweder aan de D u i t sche kust vervallen, e n , zo m e n m e e n t , in Friesland aangeland. Azinga beeft Staveren met n r u u r e n o m trokken , en eerst dien naam gegeeven, naar een r u u w e n onbeschaafden Staf, h u n n e n Afgod ; daar zy G o d , na de wyze d e r ongeloovige volkeren, b y in erkentenisse h i e l d e n ; om dat God de menschen als een staf en leunstok is in alle gevaaren. W a n t h e t was b y de Duitsche volkeren gemeen, om God door een s t o k , b l o k , of s t e e n , op h u n n e wyze te d i e n e n , door dien zy zulken h o o gen achtinge wel van G o d h a d d e n , dat zy h e m m e t geen duidelyke gelykenisze, het zy .van een m e n s c h , of diergelyke konden afbeelden.
(*) In de Uitgave Van 1677 staat: „Waar van iieedendaaclis noch top, noch teii (tegel) Ie zien is."
Wumkes.nl
KRQNYK.
11
I n den jaare 1 0 , ter gelegentheid, d a t d e R o m e i n e n , onder h u n n e n Overste D r u sus de Baatenburgers, G e l d e r s c h e , en n a buurige volkeren overwonnen h a d d e , heeft h y de Westfriesen ook aangetast, van welke h y jaarlyks slegts een getal ossenhuiden b e d o n g : e n , zullende de volkeren over den Eems mede a a n d o e n , h e b b e n de Friesen der Romeinen s c h e p e n , die door de ebbe op h u n n e wadden waren vast geraakt, uit het gevaar van vergaan verlost. Als Azinga n u in ' t 71ste jaar zyner r e geeringe w a s , is de hoope Izraëls , en de wensch aller Heidenen vervult geworden, als onze Zaligmaker J E Z U S C H R I S T U S te B e t h l e h e m , in h e t Joodsche L a n d , gebooren wierd , tot troost van die geene , die dien dag der zaligheid voor langen t y d h a d d e n begeer en te zien : terwyl onze Voorvaderen n o c h in een dikke duisternis van onwetenheid gezeten waren. I n den jaare 2 , na de geboorte van C h r i s tus , Azinga z i e n d e , dat de W e s t f r i e s e n , door h u l p e d e r B a a t e n b u r g e r s , onder de Romeinen g e b r a g t , en van de Roomsche O Verste Drusus met 50 Schansen langs den R h y n wel bewaart w a r e n , heeft hij de B a a tenburgers geweldig bevogten, en veele t e r neder gemaakt. Maar A z i n g a , door een pyl zwaar gewond z y n d e , vlugten de F r i e s e n , h e m brengende op zyn s l o t , o m t r e n t een halve myl van Staveren , op de Kreil. De Friesen maakende o n d e r t u s s c h e n , buiten zyn
Wumkes.nl
12
FRIESCHE
bevel, eenen tweeden aanslag, versloegen nochmaals 500 mannen ; waar tegen zy 300 Mannen verlooren, en zyn alzo met overwinning en goeden buit weder gekeert. Iu den jaare 4 is Diokarus Seegen, neef van Azinga, Ridder geslagen van Brabo, eerste Hertog van Braband, en met groote eere weder in Friesland gekomen. Ook is by 't Roode Klif, niet verre van Staveren, een vlamme uit de aarde geborsten , welke 3 dagen duurde. Den 4den dag quam 'er een groote draak iregt om hoog uitvliegen, die de aanschouwei's een half uur lang geweldig verbaasde, en is weder in de spleete neder gerukt. In den jaare 5 heeft Azinga die van Tongeren den oorlog aangedaan, en veele van hen verslagen: doch Brabo, Hertog van Braband, die van Tongeren te hulpe komende, hebben zy Azinga gevangen gekregen. Doch om de erkentenisse van Diokarus Seegen, heeft gemelde Hertog hem alleen maar met verachtelyde woorden gestraft (*), en doe weder na Friesland gezonden. In den jaare 6 heeft Tiberius, Veldoverste der Romeinen, Kennemerland ingenomen. In den jaare 11 is Azinga Askon gestor(*) In de I uitgave staat: „ Heeft de Hertog hem bekeeven,"
Wumkes.nl
KRONYK.
13
ven: en zyn Neef DIOKARUS SEEGEN (juam in zyn plaats. In c!en jaare 15 heeft hy allomme dooi* geheel Friesland schooien voor de jeugd ingesteld ; en in 't byzonder schermschoolen binnen de Hoofdstad Staveren en Dokkum; daar 't volk met allen yver driemaal 's weeks wierd onderwezen. In den jaare 16 en 17 zyn de Romeinen met hunne krygsbenden door, langs en om Friesland getrokken , om de nabuurige volkeren te beheerschen; zynde de Friesen met hun in een goed verbond. In den jaare 2 9 , als de Westfriesen, door de gierigheid der Romeinsche Overste Holle (*), byna uitgeput waren, alzo hy van hun afeiscbte grooter ossenhuiden tot schattinge, als zy konden leveren, zo zyn zy tegen hem opgestaan, en hebben zyne aangestelde Tolmeester opgehangen , en het slot op het Flie, daar hy gevlugt was, sterk belegert. Maar, door den Romeinschen Overste der Duitschers Apronius opgeslagen zynde (§), hebben nochtans groote overwinninge tegens de Romeinen gehad: dewelke by de 900 mannen verlooren omtrent het woud Baduhenne; behalven noch 400 soldaaten , die uit vreeze voor de Frie-
(*) Holle is Olennius. Zie Aantt. (§) à; i. gedwongen om het beleg op te br«ken.
Wumkes.nl
14
FRIESCHE
sen malkander doodsloegen. Waar door Diokarus ook den toenaam van Seegen schynt bekomen te hebben. Omtrent den jaare 4 4 , als de Friesen wel met de Romeinen stonden , en dat Diokarus zich ook by den Roomschen .Keizer Claudius ten stryde begeeven had , daar hy groote eer behaalde, was 'er een groote hongersnood in 't land. In den jaare 4 6 , als Seegen den staat des lands loffelyk bedient had , is hy in tyd van vrede gestorven: en zyn oudste zoon DIBBALD SEEGEN is de zesde Prins der Friesen geworden. Hy was een goedertierend Vorst omtrent zyne onderdaanen: maar aan de andere zyde zeer onrustig, en genegen tot den oorlog. Waarom hv zich naar 't Roomsche leger in Engeland begaf, daar hy veele ridderlyke daaden uitvoerde: laatende Friesland onder 't bestier van een aangestelden, Landvoogd. In dien tyd was 'er in Friesland een kloek Ridder, genaamt Idsert Jetse, van een verwonderlyke kragt, waarom ook onder de wandeling Sterke Man geheeten , dezelve was acht voeten in de lengte groot, hy kon in ieder hand een tonne Bier 220 treeden verre dragen, neemende onder ieder oxel (*)• een kaas , omze van 't ligchaam te doen afhouden : ook droeg hy 2 mannen een hal-
'(*) Oxeî, Oksel, holligheid onder den 'arfa,
Wumkes.nl
K R O N Y K.
15
ve myl verre op zyne armen: een onbezuist paard, kon hy met zyn vuist slaan, dat net dood ter aarde viel: en wanneer hy toornig was, derfde hem geen mensch onder de oogen te komen. Na den jaare 48 , is Corbulo , een Romeinscne Overste, de Westfriesen onvoorziens op 't lyf gekomen, wegens hunne wederspannigheid, daar hier boven van gezegt is : en gyzelaars te pande mede neemende, stelde hun de paaien, daar zy niet over mogten komen. Het welk men meent de Lek te z y n , die hy liet graaven tusschen de Maas en Rhyn , daar nu Holland is. In den jaare 52 quam Dibbald, van den Roomschen Keizer Claudius grootelyks b e giftigt , weder in Friesland : met hem leidende den Overste van Camga; daar het edel geslachte van Camminga uit gesproten is. In den jaare 55 , als Claudius gestorven was, is Dibbald oostwaards opgetrokken, brandende en blaakende zeer verwoed. In den jaare 5 9 , zyn Vryt of Verritus en Malorix, nevens een goed gezelschap, in gezantschap tot den Keizer Nero naar Romen getrokken, ter oorzaake van de klagten der Romeinen, dat de Friesen hun met de akkerbouw al te na by den Rhyn cruamen. Vryt was van 't Geslachte van Hermana, afkomstig van Manne, die een kindskind was van Frieso de eerste. En Malorix van Camminga. Behalven dat zy van den Keizer groote eerbewyzingen, nevens het
Wumkes.nl
16
FRIESCHE
burgerrecht van Romen verkreegen, zynde daar ook tot het Christelyk geloove bekeert. E n Ægistus, een der 70 Discipelen van Christus , (juam met hun in Friesland , om daar ook die leere te verbreiden : doch Seerp, Zoon van F y t , en derde Priester der Druïden , op 't Oude Hof te Lewerden (*), stond hem zeer tegen. Zo dat hy weinig vrugt in 't land deed, en wierd van de ongeloovigen dood geslagen. In den jaare 61 , is Dibbald .tegen de Duitschers opgetrokken, doch keerde met verlies van 800 mannen schandelyk weder naar huis. In den jaare 6 2 , cruamen de Deenen, opgemaakt (†) van de Duitschers, Friesland plonderen en verwoesten 6 geheele jaaren lang; want Dibbald lag ziek te bedde. In den jaare 6 9 , trok Dibbald met een gróote vloot schepen naar Deenemarken, om zyn leed te wreeken. In den jaare 77 deed hy de Gelderschen den oorlog aan : die hem zo wel onthaalden , dat hy 500 mannen verloor, en hy zelve in een teeringziekte verviel. In den jaare 85 overleed Dibbald, en wierd te Staveren begraven. (*) Het Gods Hof of Aula Dei, kweekschool van Priesters, waarvan G. Stavriensis, S. Petri, Hamcanius en anderen spreken. Zie Aantt. (†) d, i. aangehitst, opgestookt.
Wumkes.nl
KRONYK.
17
En T A B B E is tot de zevende en laatste Prins van Friesland aangenomen, dewyl Dibbald z o n d e r kinderen was gestorven. Hy was een d e r voornaamste van Dibhalds Veldoversten , een wreed en onstuimig m a n . Waarom h y ook geheeie 7 jaaren onder den Roomsehen Keizer Domitianus ien oorlog trok ; laaiende Friesland onder een S t a d houder. In den jaare 9 4 deeden d e Noormannen een tocht op F r i e s l a n d , dat zy p i o n d e r d e en veel roof uit haalden. W a a r o i e r T a b be t'hnis onboden z y n d e , zy zich h e b b e n weggemaakt. Hy ondernam eerst met een goede vloot, en doe te land , zyn wraak te neemen ; maar had weinig voorspoed. O m t r e n t d e n jaare 100 was Harke , zoon van Seerp , de 4de Priester der D r u ï den op ' t oude Hof. En in den jaare 130 is T a b b e , de laatste P r i n s , gestorven (*).
II.
Onder
neven
HERTOGEN.
I n het zelve jaar 130 q u a m
ASKON
in
(*) Het beknopt Chronykjen van Friesland opgesteld en bijeenverzameld door C. G. Jacoby, Leeuwarden 1755, voornamelijk bestaande in een uittreksel van Ocko van Sclwrl, vermeld slechts vijf' Prinsen, latende Adel en Ubbe buiten het spel, en springt dus een tijdvak van bijna twee eeuwen overt
Wumkes.nl
18
F R I E S C H E
zyn vaders plaats, die z i c h , naar de ma-uier der R o m e i n e n , Hertog liet noemen. S i n n e , de 5de Priester der D r u ï d e n , schreef in deze tyden tot A s k o n : om de Christenen uit het land te verjaagen , en de Afgoden des l a n d s , na ouder gewoonte te dienen. I n den jaare 155 is 'er weder eene groote vlarame op ' t R o o d e Klif u i t g e b o r s t e n , ter zelver pîaatze , als boven verhaalt is : en alzo de menschen , daar omtrent woonénde, daar zeer bevreest voor w i e r d e n , vroegen zy h u n n e n Afgod Staf: W a t daar van w o r den z o u ? Zo antwoorde h u n de Duivel door den S t a f , als eertyds tot Eva door de Slang. Dat zy voor dit v u u r niet behoefden te vreezen ; om dat 'er n a eenigen tyd wel wat kouds op mogt volgen. Tn den jaare 163 deeden de Friesen , met d e Oosterlingen en Katten een inval in F r a n k e n l a n d , daar zy ' t zeer verwoesten. I n den jaare 164 is in het zuidwesten, o m t r e n t een halve myl van Staveren, een p u t g e g r a v e n , die zo veel zout water opgaf, dat men vreesde liet geheele land zonde onderioopen. W a a r over den Afgod Staf nochmaals om r a a d gevraagt zynde , h u n ten antwoord gaf: het bloed van een driejarig kind daar in te gieten. Dat gedaan wierd , en waar na het ook ophield , dat 'er zelf geen water meer in de p u t bleef. Zo snakt de Duivel naar menschen bloed. Askon deed verscheidene fraaije d o r p e n
Wumkes.nl
KRONYK.
19
s t i c h t e n , als W e s t e r b i e r u m (*), niet verre van F l i e l a n d ; e n D y x h o r n e , tusschen A l meenum , dat n u Harlingen genaamt word ; T e r Schelling (†) en W e s t e r b i e r u m , die n u beide door de zee verdronken leggen. I n den jaare 168 zyii 2 Meereminnen uit de Lauwers opgekomen ; en door F r i e s l a n d o m z w e r v e n d e , tot verwondering van veele l i e d e n , hebben zich eindelyk by W e s terbierum , van waar zy gekomen w a r e n , weder ondergedompelt. I n den jaare 173 is A s k o n , na een v r e e d zaame en loffelyke regeeringe, mede gestorven. Hy liet 4 zoonen na , n a m e n t l y k , Ade'bold, Tiete, Richold en Radbout. Rad bout vertrok naar Friesland , alwaar hy trouwde , en een zoon w o n , welke was D i derik , eerste Hertog van Westfriesland: van wien n a d e r h a n d de Hertogen en K o ningen van Westfriesland voortgesprooten zyn. Maar A D E L B O L D wierd d e 2de Hertog in zyn's vaders p l a a t z e ; en aanstonds b e oorloogde h y zyne n a g e b u u r e n . I n den jaare 174 vertrok zyu Broeder Tiete naar R o m e n : alwaar h y zich in goede
(*)
Lees Westerwierum,
(†) Lees: tusschen Almenum en Terschelling, Verg. HAMCONITTS, Frisia, fol 14, die deze gebeurtenissen van 't Klif en der Meerminnen verhaalt, echter den Duivel buiten hst spel laat.
"* 2 Wumkes.nl
20
F R ï E S CH E
k o n s t e n , en h v z o n d e r in die van de weîspree'centheid oefFende. Wanrom hy ook by den Keizer Antoninns , de Philosooph , wel bemint was. iVa den jaare 175 had Godefroy B r a b o , de zesde Hertog van B r a b n n d , ooviog met de Romeinen ; daar Adelbold en Tiete h e m met h u n volk te h u l p e cruamen : alwaar T i e t e , om zyn ongemeene dapperheid , Ridder geslagen wierd van Brabo. l u den jaare 1 7 8 , als Keizer Antoninns oorloogde met de volkeren , die tegen de Romeinen o p s t o n d e n , heeft Adelbold zyn Broeder Tiete met h i d p b e n d e n tot den K e i zer g e z o n d e n : die daar over zeer verblyd w a s , en zyne vyanden vrees aanjoeg, alzo zy op die tyd.ing de vlagt namen. In den jaare 180 vielen de Friesen met een groote furie in Walsland , afloopende of' bedervende al wat h u n voor q u a m ; waar doorze by h u n n e vyanden een grooten naam en verbaastheid hebben gemaakt. I n den jaare 183 hebben de W e n d e n en G o t t e n , uit de Noordsche L a n d e n opgeborsten , verscheidene volkeren overvallen. E n van de Deenen afgekeert, qciamen ze over de E l v e , neemende h u n zitplaats aan beide de zyden van de W e e z e r ; en wierden van dien tyd af Oostfanlingcn, nu Oosterlingen en Westfaalingen , geheeten. Van welke 1500 dachten in Friesland te vallen: maar wanneer zy zagen , dal de Friesen aan d e andere zyde van de Eems goede b e s c h a n -
Wumkes.nl
K II O N Y K.
(
;
21
singen h a d d e n , derfden zy niet ouderneemen om over te komen. W a a r op T i e t e , h u n van achteren b e s p r i n g e n d e , alle heeft geslaagen , behalven 4 0 0 , die den Eems overzwommen : doch in Adelbolds h a n d e n v e r vielen, en die 'er goede buit van maakte. I n den jaare 1 8 6 , als Adelbold. krank was g e w o r d e n , wilde hy zyn broeder Tiete de landbestiering opdraagen. Welke het e r n stig weigerde, doch echter moest aanneemen. Na welken tyd Adelbold noch veele jaaren leefde. T I E T E B O J O K A L U S , mogeijk B E U K E L S , was de 3de Hertog van Friesland (*). I n den jaare 187 wierd hy ingehuldigt, en regeerde het land met groote voorzigtigheid, h o u d e n d e alomme vrede , zo b u i t e n - als binnenslands. I n den jaare 208 Adelbold gestorven z y n d e , is met een ongemeene p r a c h t te S t a veren in de groote kerk begraven. I n den jaare 217 is voor de derdemaal op het Roode Klif eene vla mme o p g e b o r s t e n , doch 18 treeden westeljker, als waar van wy hier boven gezegt h e b b e n ; dezelve vertoonde zich 11 dagen l a n g , tot yerschrikkinge van die daar omtrent woonden. T i e t e , na dat hy den Afgod Staf 3 dageu lang b i ' a n d offer "toegedient h a d d e , zo gaf denzelven
(*) Bij andere Schrijvers Bader d-Broeder rara Adelbold genoemd.
Wumkes.nl
22
F R I E S C H E
tot antwoord : Dat door een gewapend R i d d e r 3 kannen w a t e r , uit de Noordzee g e haalt , moest in gegooten worden ; alzo het anders niet zoude uitgaan. Zulks gedaan w o r d e n d e , zo verdween de vlam. De D u i t e l kon ligt genoeg z i e n , dat het land door de slag van het water geweldig o n d e r m y n t w o r d e n d e , de Noordsche golven daar wel haast haaren loop zouden neemen. I n d e n jaare 240 is Tiete overleden: en zyn neef UBBE , zoon van R i c h o l d , T i e les B r o e d e r , is in ' t zelve jaar tot 4de H e r tog verkooren. Door dien hy zeer v r e d e lievend w a s , heeft h y \ L a n d met trefîelyke gebouwen , sterktens , vestingen , d o r p e n en steden verheerlykt. I n ' t 2de jaar van zyne ïegeeringe bouwde h y in Westfaalen, dat h y met volk bezet h a d d e , een s l o t , geevende het zelve den naam van T i e t e , na zyn o o m , of T i e t e n b u r g (*). Het zelve is n u een s t a d , maakende met het omleggende g e west het graafschap u i t , voerende beide d e n naam v a n ' T e k e l e n b u r g , en in zyn wapen noch. tweemaal 3 P l o m p e n , nevens 2 A.nkers, uit h e t oude Friesche wapen. I n d e n jaare 248 stichte U b b e aan de Lauwers een sterk kasteel, ' t welk h y d e n n a a m gaf van D o k k e n b u r g , dat zo veel g e zegt is als ïlavenslot; want D o k k e , zeggen
(*) Volgens anderen door Tiete of Titus zelf gebouwd.
Wumkes.nl
K R O N YK.
23
de Geleerden, is in oud Duitsch een h a v e n , d o c h word in Friesland ook in de beteekenis van een kinder poppetje gebruikt. G e melde kasteel was zeer bequaam , om de haven tegen de zeeroovers te beschermen. N a d e r h a n d is 'er de stad Dokkum van geworden. Staveren heeft hy veel v e r g r o o t , en met heerlyke gebouwen aanzienljk gemaakt. I n den jaare 2 6 0 , ten tyde als Hertog H a r o n een Heer des lands w a s , is 'er n a a u welyks eenig landschap in gantsch D u i t s c h land geweest, of het b r a n d e en blakerde van oorlog. I n Zweeden , Noorwegen , Hessen , Friesland , enz. was alles op de been. Van dezen Haron zoude het d o r p Haren alhier zyne benaminge ontfangen h e b b e n . I n den jaare 279 vielen de Baatenburgers m F r i e s l a n d , en deeden veel quaad , eer de Friesen zich verweeren k o n d e n : maar als U b b e hen met een p a r t y volk (*), zo spoedig als h y ' t zelve byeen konde k r y g e n , tegen q u a m , wierd ' e r aan weerskanten hardnekkig gevogten, en vielen wederzyds wel omtrent 500 m a n n e n . I n den jaare 289 zyn d e H o l l a n d e r s , F r i e s e n , D r e n t h e r s , enz. in d e n w i n t e r , als d e wateren bevrooren waren, met een schrikkelyk groot krygsheir den R h y n gepasseert; inneemende de landen aan geene zyde d e -
(*) De oude Uitgave zegt: geraapten hoop."
Wumkes.nl
„Met een gaar
24
F R I E S CH E
zelve gelegen, doodslaande en verwoestende voorts alles , daar maar Roonische bezettinge inlag. I n den jaare 299 overleed U b b e , en wierd te S t a v e r e n , b y zyn oom T i e t e , in de groote kerk begraven. O m dat zyn oudste zoon Odilbald by den Keizer Diocietianus, wegens het inneemen van de stad Alexandria , in groote achting w a s , en hem tot wigtige zaaken in Egypten groote dienst d e e d , zo wierd H Â R O N , U b bes jongste z o o n , tot 5de Hertog van F r i e s land v e r k o o r e n , en trouwde de dochter van den Koning der Deensn. In den jaare 308 en eenige volgende j n a r e n , heeft Constantinus M a g n u s , Roomsch K e i z e r , deze landen wederom onder z j n gehoorzaamheid g e b r a g t ; doende de g u a r niscenen versterken , nieuwe kasteelen b o u wen , en de oude verbeteren (*). Voorts alle de geene d r e i g e n d e , die zich in volgende tvden zouden r o e r e n , hen te v u u r e en zwaard e te zullen vervolgen. O m t r e n t den jaare 312 is Westfriesland, d a t dus lang als verlaaten en woest had gelegen , van 5 voornaame mannen begonnen bebouwd te w o r d e n , en met dorpen en h e e r H k h e d e n versiert. W a a r van Diderik , zoon van R a d b o u t , zoon van A s k o n , eerste
(*) Dit geschiedde langs den geheelen Rijn tot aan de Koordzee, nit wantrouwen tegen de Germanen.
Wumkes.nl
K R O R Ï K.
25
Hertog d e r F r i e s e n , wel de grootste aauleider was: dezelve heeft ook liet eerste o n t werp van Medenhlik gemaakt, en tot een. Hoofdstad van Westfriesland gestelt. I n den jaare 334 heeft D i d e r i k , door deze nieuwe lieerîykîieden verhovaardigt z v n d e , den naam van Koning willen voeren. Waarom* H a r o n , Hertog d e r F r i e s e n , hem zo met wapenen te keer g i n g , dat h y b i n n e n 3 dagen te Staveren q u a m ; en gemelde Diderik dwong zyne Koiiinglyke Kroon af te leggen. E n D i d e r i k , als overwonnen, z y n e n overwinnaar om vergiöenisse had , die h e m eindeijk toestond Hertog van Westfriesl a n d te biyven : doch met eene eeuwige onderwerpinge onder h e m en zynè n a k o m e lingen. Diderik h a d een zoon en zoons z o o n , die beide Lem of Willem genaamt waren. Van de laatste draagt Haarlem z y nen naam. Van dien tyd af is de naam van Westfriesland geweest: ook zyn de inwoonders doe Friesche Buinen , dat is Plompaarts , (Frisiabones) genaamt (*'). ï n den jaare 335 is H a r o n b y 't Roode Klif overleden, en te Staveren b y zynen vader in 't graf gelegt. O Û I L B A L D , Harons z o o n , wierd a a n -
(*) Over de verschillende gevoelens dezer benamingen hebben wij het iioodig geacht in de Bijvoegsels hel een en ander aan te stippen.
Wumkes.nl
20
FRIESCHE
stonds tot 6de Hertog verkooren. Hy was" een dapper krygsman, en tot de Iandbestiering wel onderwezeu. In den jaare 339 heeft hy Staveren noch wyder uitgezet, en hooger en breeder inuuren daarom getrokken, en met diepe wyde grnglen voorzien, eu met heerlyker vryhedeii begiftigt. Het land liet hy alomme met meer buurten en dorpen bezetten, en dezelve met volk bewoonen. Aan de Lauwers, tusschen Dokkenburg en Schiermunniksoog , heeft hy mede een stad doen bouwen, die Waarden wierd genaamd , om het land voor zeerooveryen te beschermen. In den jaare 344 zyn de Westfaalingen, met die van Angria (*), hunne gebuuren, tusschen de Eems en de Lauwers, daar nu Groningerland i s , ingevallen. Doch Odilbald heeft niet alleen hunnen roof ontjaagt, maar hen zelve in hun land vervolgt, dat hy onder zyn gebied bragt, en eenen Igle Laskon tot Overste daar in gestelt, die 't ook 65 jaaren trouwhartig bewaarde. Ook bouwde hy aldaar tot zekerheid 3 kasteelen, als in Angria, Soest en der Yburg: welke 2 laatste nu steden van die naamen zyn. Na gemelde overwinning, vertrok Odilbald weder tot zyn slot Dokkenburg. Hy bequam ook na eenige dagen tyding van den inval der Baatenburgexs in Fries-
(*) Engcren, Augcren.
Wumkes.nl
K R O N Y Iv.
21
land. Dewelke vau hem aangetast zynde, bleeven 'er wederzyds omtrent 400 dood : doch de Baatenburgers vlugtende, nam hy eenige van hunne sterktens in, en versloeg noch van de vlugtelingen wel 250 vyanden: keerende met goeden buit weder te rugge. Ën leefde voortaan gerust, zonder eenige oorlogen. In den jaare 357 verbrande de onlangs gebouwde stad Waarden geheel af. In den jaare 359 overleed Odilbald, tot droefheid van zvn volk. In 't begin van den jaare 360 is ODOLF HARON, de laatste Hertog verkooren. Zyne genegentheid was zeer tot den oorlog, en was door Laskon in den wapenhandel wel geoeffent en onderwezen. In den jaare 368 zyn die van Angria, de Westfaalingen en Gelderschen tegen Igle Laskon opgestaan. Doch Haron met een machtig leger afkomende, versloeg h e n , pionderde Gelderland, en bragt het onder zyn gebied. Niet lang daar na zond Igïe aan Haron een wolf, die over den huid met veelerlei zeldzaame afbeeldzels van hoofden bezet was. Haron vereerde denzelve aan den Keizer Valentinianus, als eeh wonderschepzel. In den jaare 376 vergaderde Odolf een grooten hoop volk by Staveren en Dokkenb u r g , waar mede by in 't oost en zuidoost is opgetrokken, neeaicnde aldaar verscheidene vestingen i n , die hy met volk bezette.
Wumkes.nl
28
F R I S S C H E
In den jaare 3 7 7 , heeft Odolf de afgeb r a n d e stad W a a r d e n weder o p g e b o u w t , en Ezonstad geuaamt, daar n u Emmerzyl is (*). I n den jaare 385 kon Friesland zyne Inwoonders niet voeden , alzo de traage a k kerbouw schaarsheid in levensmiddelen voortb r a g t , zo dat by gemeenen raade wierd goedgevonden, een gedeelte strydbaare m a n nen by iotinge uit te kiezen , om een ander land op te zoeken : ja de Hertog Odolf was zelve zo toegeevende, dat h y deze Iotinge mede over z j n e eigene zoouen liet g a a n , en het lot mede op hen is gevallen : des Hengst en H o r s , zyne z o o u e n , tot Hoofden van ' t uitgelote volk gesteît z y n d e , h e b b e n d e n Eidei'stroom aangedaan, en aldaar zich n e dergeslpgen: want zy aan ' t Hof van d e n Keizer Valentinianus zeer wel in k r y g s - en staalszaaken onderweezen waren ; als ook b y Karel T a x a n d e r , 10de Hertog van B r a b a n d , groote proeven van kloekmoedigheid h a d d e n gegeeven; en ook by Laskon lang in Westfaaîen geweest waren. Het l a n d , dewyl het-lasg en broekig was , wierd met d j ken en sluizen, tot haar gebruik ten n u t t e gemaakt: en gaven 't den naam van kleen F r i e s l a n d , vervattende het land dat
(*) De Eztimazij! nabij Ezonslad, alwaar in den tijd van Foeke Sjoerds (Beschr. van O. en N. Friesland 1. 240) nog eenige overblijfselen van te zien zoude geweest zijn. Zie verder Aant. op 't jaar 339.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
29
men nu E i d e r s t e d e , Angelen en Strantfriesen noemt (*). In den p a r e 389 h e b b e n de volkeren dezer landen a a n , de Romeinen schatlinge gevveigert te geeven, en daar by h u n n e n Raadsheer Sisinus met al zyn volk d o o d g e slagen. Daar op togen zy-langs den H h y n , e n vielen zeer schrikkeKk op de Romeinen i u , om hen uit het land tusschen Rhyn en Maas g e legen te verdry ven ; doch te sterken tegenstand v i n d e n d e , moesten zy vrugteloos weer t e r u g trekken. I n den jaare 420 hebbeu deze volkeren wederom een schrikkelyk krygsheir byeen gezamelt, en in de wapenen g e b r a g t ; vallende voorts by Doesburg over den R h y n , e n bakten alles, wat zy van de Romeinen op de been. v o n d e n , k a p o t ; voorts het gansebe land d o o r s t r o o p e n d e , namen zy alle steden en sterktens tusschen R h y n en Maas in b e z e t tinge, en bevolkte dezelve met b u n eigen natie. In den jaare 429 zyn in F r i e s l a n d , alsehoon Haron en de zyne afgodendienaars w a r e n , door de Christenen 4 kloosters gesticht. I n den jaare 4 3 2 , H a r o n , wegens zvnen ouderdom , de regeering moede geworden z y n d e , heeft met goedvinden van de S t a a ten des L a n d s , zyn zwager OfFe in deszelfs plaatze ges telt. (*) Over de Geschiedenis der Gebroeders Hengst en Hors, die Briltanje zouden hebban veroverd, zijn de Geleerden het mede niet eens. Zie daarop de Bijv. en Aantt,
Wumkes.nl
30
F R I E S C H E
/17.
Onder negen
KONINGEN.
Zo wierd R I G H O L D O F F E in Odolfs plaats v e r k o o r e n , en is 1ste Koning geworden. I n den jaare 435 zyn de Noormannen met een groote scheepsvloot in G r o n i n g e r l a n d geland, trekkende voorts voorby het Huis G r o e n e n b e r g , in ' t D r e n t h , roovende en plonderende alies wat ze konden krygen. Doch R i c h o l d , Koning der F r i e s e n , heeft hen met zyn m a c h t het land wederom doen ruimen. I n den jaare 436 overleed Odolf H a r o n : van doe af aan heeft Richold den naam van Koning eerst aangenomen , om dat hy zyne gebuuren zulks zng d o e n : want h y meer land onder zyn gebied h a d , als iemand o n der h e n , te w e e t e n , van de Fliestroom af tot de E i d e r , en geheel Westfaalen. I n den jaare 4 4 2 , zyn de N o o r m a n n e n , een onrustig volk, leevende van den roof, om b u i t in Friesland gekomen; en hebben 't land tot den grond toe b e d o r v e n , maar Richold, een man van onbezweeken m o e d e , trok h u n by G r u n e n b e r g (*), n u G r o n i n g e n , te gemoet; doch verloor in dien s t r y d , alzo zyn volk moede was van den tocht. by de 300 m a n n e n , en , ten zy de nacht daar
(*) 't Kasteel Grunenberg of Gronenberg was de oudste Burgt, volgens de Friesche Overlevering, tusschen de Eems en het Vüe.
Wumkes.nl
KRONYK.
31
niet tusschen gekomen w a r e , zouden de vyanden hem met de zynen geheel verslagen hebben. Doch met het aanbreeken ván den d a g , is h y andermaal op de Noormannen aangevallen, en versloegze, dat 'er 900 op de vegtplaats dood b l e v e n ; de overige wierd e n van de landlieden verslagen, ja men weet niet dat 'er een van ontkomen is. I n den jaare 4 4 9 , als Hengst en Hors geweldige rooveryen op zee b e d r e e v e n , beeft Vortigern , der Britten K o n i n g , h u n n e h u l p e tegen de Pikten en Schotten g e b r u i k t , die zy o v e r w o n n e n ; en s t i c h t e n , na veel t e g e n s t a n d , aan de voorkant van Engeland het R y k , dat noch K e n t genaamt w o r d , e n d a a r Hengst de 1ste Koning is geweest: geevende h u n n e n oorspronk aan de tegenwoordige Engelschen, gelyk de naam van Angelen en A n g e l b o e r e n , te vooren gemeld, ook wel uitwyzen. 2 Friesche E d e l i n g e n , als T æ k e Heerema en Douwe H i d d e m a , waren h u n n e A d m i r a a l e n , die ook het Eiland Frisland zouden opgedaan en dien naam gegeeven h e b ben. I n den jaare 453 bouwde Richold t u s schen Staveren en Medenblik een groote k e r k , en stelde die tot een Vryhuis voor d e ballingen (*). E n in ' t volgende jaar maakte hy vrede met de Noormannen.
(*) Vergel. WESTENDORP , Jaarboek van en over Groningen, p. 24, op 't jaar 409; - alsmede de beschrijving der vrije Schuilpaatsen p. 110,
Wumkes.nl
32
F RIE S CHE
In den jaare 463 bouwde h y binnen Staveren een kosteijk en konrnglyk H u i s , daar hy aiie Prinsen en Hertogen van Frieso den Isten af, tot zynen tyd toe, in liet afbeelden ; met een naauwkeurig verhaal van h u n n e claaden en t}d van regeeringc daar by geste!t. W a a r v;m het gerucht nlomme verspreide tot vreemde volkeren, en nieuwsgierigheid verwekte, ja zelfs dat Karel de S c h o o n e , Hertog van B r a b a n d , nevens zyne Hovelingen , zich naar Staveren begaven , om de pragt en deftigheid van dat werk met verwondering te bezichtigen. I n i\en jaare 4 7 1 , als O d i l b a l d , Richolds zoon, aan Haddinge, der Noormannen K o nings d o g t e r , getrouwt w a s , wierd hy van zyn vader tot 1ste Graaf van T i e t e n b u r g gestelt, dat n u Tekelenburg genaamt word'. I n den jaare 4 9 u , deed KJodoveus, (Klovis) zoon van C h i l d r i k , Koning van V r a n k r y k , een inval in F r i e s l a n d , meenende h e t zelve onder zyn gebied te brengen. Maar Richoîd heeft hem zoo wel ontfangen, dat h y met groote schande weder naar V r a n k ryk moest vhigten. Na dien tyd had R i chold goede v r e d e , liet vee'e h u i z e n , h o e v e n , heerlykheden en slooten, die wy s t i n zen noemen , alomme aanbouwen : ook stichte h y , tot vermaak van zyn hofgezin , een lustige Slins en Lusthof, in een w o u d , omtrent een myl verre van Staveren , dat naderhand een geweldige meel- is geworden , die de Flusse genaamt word. E n , eer dit
Wumkes.nl
KRONYK.
33
jaar ten einde was geloopen, overleed h y , e n wierd van zyu zoon naar T i i e u b u r g g e voert . en aldaar ter aarde bestelt. O D I L B A L D , Graaf van T ie te u b u r g , wierd in zyu's vaders plaats d e 2de Koning der Friesen. Hy was een verstandig en beleefd m a n , goedertiereud over zyne o n d e r d a a n e n , e n Kloek tegen zyne vjanden. Zyne zoonen zond hy tot den Koning d e r ]No>ru;aunen , oin in den wapenhandel geoefi'ent te w o r den I n d e n jaare 513 zyn in een k e l d e r , o:ntrent een halve myl van Dokkenburg, «eer subiet omgekomen D mannen , 3 vrouwen •en 6 kinderen , zo men vermoede door een basiiiskus W a a r op bet huis aanstonds verb r a n d wierd , e n m e n vernam geen (juaad meer. O m t r e n t dezen tyd gebeurde h e t , ten h u i ze van Yv Hopper , of Hopheer , tirsschen Staveren en Hoorn , (daar de Zee noch het lioornsehe Hop genaamt w o r d , en mi diepe baaren s c h i e t ; waar van men ook noch zegt: 't Huurvsv'ie /Voyj, leegt
Wumkes.nl
34
FRIESCHE
schade door d e wegspoeling derzelrer b e hoefde te lyden (*). In den jaare 516 is geheel Friesland byna door de zee onder geloopen , waar door meer dan 6000 menschen en veel vee is verdronken. I n den jaare 5 1 7 zyn in Friesland ongemeene groote hagelsteeuen gevallen, waar van zouimige- een halve voet breed en een heele voet lang waren , voortgedreven door een zwsaren wind. Groningen , by de Friese» Grius genaam t , is in dezen tyd met houte planken omheiningt geworden. In den janre 527 is Odilbald te Dokkenburg gestorven, en te T i e t e n b u r g begraaven. R I C H O L D , zyn oudste z o o n , quam door algemeene toesteinminge der Staaten , t e r stond in zyn's vaders plaats. Om. zyne d e u g d e n was hy by de landzaaten zeer bemint. O n d e r Richolds regeeringe had OibbaJd het gezach over Westfriesland , en nam met verlof van Riehold , zyn B e s c h e r m h e e r , den Jiantn Van Koning aan Z y n zoon Lem , of W i l l e m , bouwde een slot, dat het volk Heer -Lems Slot n o e m d e , . e n wierd n a d e r h a n d een Stad , die n u noch daar van Haarlem g.er naarnt is (†).
{*) Zie de Aant. op 't jaar 803. (†) Vergel. p. 2&, waar ook van twee Lems of Wiüejns gesproken wordt. Zie voorts Bijv. enAantt.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
35
I n den jaare 548 h e b b e n de Deenen h e t Graafschap T i e t e n b u r g jammerlyk geplaagt en u i t g e p i o n d e r t ; doch de k o u t t e van R i choid gewaar w o r d e n d e , zyn doorgegaan. W a a r op de Koning zyn Overste H a r k e , uit liet edel geslachte der R o d m a n n e n , een onverzaagden h e i d , met een grooteu hoop volk naar Deenemarken zond ; die daar zeer bratide en blaakte, en komende niet een ryken b u i t weder in Friesland te rug. M i d delerwyl zyn ook de Geidersehen en W e s t fa.-iiiugen wederspnnnlg geworden ; doch als Richoid hen , met een groole macht van v o i k r in een slag overwonnen h a d , hebbenze om Ijlsgenade moeten b i d d e n , met beloltc van eene eeuwige onderwerping. In Westi'ricsland vvierd Dibbald van de Baatenburgers mede. zeer b e n a a u w t ; d a t , ten waare Richoid hem met geen machtige hand b e s c h e r m t h a d d e , h y ' t haive L a n d zoude k w j t geweest z y n : doch b e c p a m n u , boven, het z y n e , noch verscheidene van h u n n e vestingen. Hy liet, na zyn overiyden, R i d zert A.uruudu)us in zyne p l a a t s , die zyn kindskind was. I n den jaare 570 ontstond ' e r uit het noordwesten een vreesseîyk o u w e d e r , dat 3 dagen a a n h i e l d , en Friesland j a m m e r h k o n d e r water zette. Da;ir wierden op het R o o de Klif 35 zwaare boomeii uit den grond g e r u k t en ter neer geworpen : en van het lusthof van d e n Koning O d ü b a l d , aldaar g e b o u w d , wierd niet den eenen steen op den a n d e r e n * 3
Wumkes.nl
36
FRIES
CHE
gelaaten. Ook overleed Richo/d in dit zelve jaar (*). BEî'CROALD volgde hem'in 't landbestier, en qnam terstond het ge'iied van WestfriesLuid weder op h e m ; want Aurnnduius g e storven was, wiens dochter hy trouwde. V a n inborst wns liy zeer niild en vreedzaam. Hv ge wan twee zoonen , als Adgüd en H a r k e , d e een onechte w a s ; die hy deftig iu de schoo'en liet o n d e r w a z e n : doch Harke verlaatende de schoo'e buiten 's vaders kennisse, truk uit lust tot de wapenen n a a r Brafentid. In den jaare 6ü6 wierd Harke uit B r a b a n d , met Pipvn van L a n d e n , zoou van K a r e l m m , ten hove gezonden naar V r a n k r ^ k : daar H a r k e , uit afgunst om zyne d a p perheid . het hof heimei} k v< r l a a t e n d e . naar Schotland vertrok ; en wierd Overste van ' t Schotsche veld leger, en waar door hy h u u w de aan de maagschap van den Koning van Schotland. I n den jaare 6 1 2 , Lotrik (†"), d e r F r a n sclien K o n i n g , achtende d a t de roemragtigheid van Harke tot zyn nadeel zonde s t r e k ken , om Friesland niet te konnen overmeesteren , liet hem door verspieders o m b r e n -
(*) TJit hoofde van der Schrijveren verschil in de jaren, waarin de waterv'oeden hebben plaats gehad, îiebben wij in de Aantt. eene opgave, zoo naauwieurig moge.ijk, geplaatst. (†) Chlotarius II.
Wumkes.nl
KKONYIL
37
g e n , tot groot leetwezen van clen Sehotsclien Koning Eugenius. lu dei) JHHve 628 heeft D a g o b e r t , nieuwe Koning van Oostvrnnkryk gc'Stelt zvnde van Lotrik zyn v a d e r , Friesland willen ouder zyn gebied brengen ; op dut zy tot het Christelyk geloove zanden gebragt w o r d e n ; des h y Soest r in Westfaalen, b e l e g e r d e , wierd hem van Igle of Yge Ganlema een stuk van zyn helm en eenige hoofdhairen afgeslagen. W a a r o m h y z j n vader uit V r a n k r j k ontbood. Des L o t r i k , in den jaare 6 3 0 , een h o o p volk bjeeu r u k k e n d e , onverwagt in F r i e s land AieS. W a a r over Beeroald h e m o m t r e n t het d o r p E i g l i i m het hoofd bied. En. a!s Lotrik hem zag , die hy nieinde ai dood Ie z j n , zei. h y op zyn plat F r i e s : sînk duw ar/de scninre bolle, bis In dir galm'.' (*) Het weïk terstond voor Lotriks ooien k o m e n d e , week h y niet uit den stryd , vooi' dat hy Beeroald gedood luidde. E n heeft daarom alle F r i e s e » , drie dagen l a n g , dood Luiten slaan , die langer waren d a n zyn zwaard. Van dien tyd af heeft Dagobert de Friesen veele landen ontnomen. ADG-ILD wierd in zyn's vaders plaats tot 5de Koning van Friesland gestelt, w e -
{*) F. SIOERDS voegt hierbij de woorden : an fen dead wir libben werden.' SCHOT. Fr. Hist. heeft het tweeledig, zie p. 47 en 54.
Wumkes.nl
38
F R Ï E S G H E
pens L o t r i k , Koning van V r a n k r v k ; en stelde 4 Friesche heeren tot Raaden nevens hem , die de Christenen wol mogten I j d e n . M a a r de landen over de Zuiderzee , v e r staande Westiriesland daar niet onder', wierden h e m afgenomen : als mede dat zij b u i ten D r e n t h en Twente hadden b e z e t e n ; doch oostwaards aan bleef het in z j n g e heel : en een jaariyksche schattinge van 6üO ossen of koeyen wierd h u n opge.'egt. I n den jaare G52 was Friesland in gerustheid , midden in der Franschen oneen i g h e d e n ; enAdgild leerde de Ingezetenen, voor de overstroomingen., hooge aardhoopen, die wy T e r p e n noemen , opwerpen ; om b y ' t doorbreeken d e r zeedyken , met h u n n e beesten , goed en have. aldaar de vlugt te ïieeuien. D a g o b e r t , Koning van O o s t v r a n k 1*3 k , bouwde te dezer tyd een s ' o t , nevens W i l te u b u r g , dat h y Utrecht b e n o e m d e , a l waar de s c h e p e n , die uit zee den R h j n o p voeren , zich moesten vertoilen. Welke piaats in voorigen tyd den Frieseu had toebehoort. Hy gaf dit nieuw gebouwde U t r e c h t aan T h u i u i b e r t , Bisschop van K e u l e n , die daar aan de Thomas K e r k , een oeffenhuis van p r e d i k e r s , stichte , om. de Friesen van h u n ongeloove te bekeeren. Adgild had een zoon gewonnen , die R a d b o u t h e e t e , en eene d o c h t e r . Heile genaamt. O m t r e n t den jaare 671 h a d d e n de F r i e sen eene goede vrede , terwyl ' t r o n d o m door
Wumkes.nl
KRONYK.
30
de wapenen der Franschen als in den b r a n d stond : want Adgild , erkeunende van wien liy 't lijk ontfangeu hadde , deed alles naar d e r Frauschen' ziuneljkheid (*), en liet de Christenen h u n n e godsdienst met alle v r y heid oeffenen. I a d e n jaare 672 vertrok R a d b o u t naar Deenemarken , om zich in den wapenhandel te oeffenen: en wierd ook aldaar noch meer in z j n ongeloove gesterkt, I n den jaare 678 heelt Adgiîd , den P r e diker van Utrecht , genaaint Keiioehins, toegelaaten in Friesland te prediken. E n W d f r i d , Aardsbisschop van Jork , z u r e n d e naar Romen reizen , doch door ouweder i n Friesland vervallen, wierd den geliee'eiï winter huisveslinge gegeeven , inmiddels d e zelve mede aiomme de Christelyke leere v e r breide en veele doopten : doch de Koning en zja bofgezin begeerden van h u n o n g e loove niet af te wjken. M a a r , om grootere voortp'.áîitinge tè d o e n , zo vereischten m e e r dere arbeiders ; des b y hier over schreef aan de Broederen in Engeland. I n den jaare 679 overleed A d g i l d , en wierd te Staveren begraven. R A D B O U T is de 6de Koning d e r Friesen g e w o r d e n , in z j n ' s vaders p l a a t z e : h y was
(*) In àè Uitgave van 1677 staat: ;-,nsiV der Fran*-*schen zin, En liet de Christenen vryjelijk toe."
Wumkes.nl
40
F R I E S C H I
onrustig en wreed van gemosd , en tot d e n oorlog zeer genegen. Hy nam het zeer e u vel o p , dat zyn vader zo gewillig onder d e Franse-ben luidde gestaan ; waarom h y ook de l a u d e n , die zy z \ n vader b a d d e u afgenomen , met het zwaard wilde w e d e r haalen Des hy , om geld te bekomen , z y n e onderdaanen onverdraagel\ke schattingen opleid e , en de onvermogenden gebruikte hy* door houte duimyzers , als s'.aaven. W a n t d e Fries en lieten zich , buiten redenen , niet vrjwilüg om den tuin l e d e n . E u om des te becjiiaamer tot z j n voorneemen te komen , voerde hy zjn hofge/in naar Staveren. Van waar hy optrok , en het siot Wiitenlmrg e n Trajeétum , nu beide Uttecht g e n a a m t , w e d e r veroverde. Ondertusschen was W i g b e r t , op het schryven van Wilfrid , naar Friesland vertrokken : doch is , wegens d e onbekeerlykheid van het volk , na 2 )aaren , •weder in Engeland te rugge gekomen. In d e n j a a r e 6 9 0 , als Eg b e r t , Bisschop van J o r k , daar door tot mededogentheid ontroerd wierd over de F r i e s e n . heeft hy 12 geleerde mannen , uit verscheidene, kloosters , bveen v e r g a d e r t : waar onder W ü l e b r o r d , en zyn neeve S w i t b e r t , de voornaauiste w a r e n : d e welke allen den BJiyn i n k o m e n d e , zyn te U t r e c h t aangeland , en , wegens de vredelievende eenvoudigheid van die tyden , b u n n e goederen in 't gemeen g e b r u i k e n d e , h e b b e n z y met een heiligen y v e r , tot h e t o n d e r w y -
Wumkes.nl
KROÏÏYIL
41
zeil der onwsetende of afgodische Friesen ,. \an daar een aanvang gemaakt. Maar aizc* gemelde F i i e s e n , in h n m i e afgodery noch als verzoopen l-igen , wierd h u n niet toege— laaten om G o d s Woord te verkondigen, en met bedreLbige van leeveusstrof, zo zy zulksondernamen. Des zv de platte landen en a*...grenzende landstreeken van Friesland z j n doorgewandelt, op dat zy n o c h eenigen voor Christus mogtcn gewinnen. In den jaare 693 heelt P e p y n , dies tyds Voor egter der Franschen , en Hertog van Braband (*), Badbout weder uit Wiitenburg. verjaagt: die zich van dien t \ d af als balling o p een eiland o n t h i e l d , alwaar hy en z y n volk groote afgodery niet eenen afgod. Foste bed reeven ï waar van gemelde ei'.and ook F o s t e ' a n d , n u Heiligehmd . g e u a a u i l i s , leggende i n de hogt van Jutland. In den jaare 694 q u a m W i ü e b r o r d met de zynen op dat e i l a n d , en b e g o n n e n , n a e e n i ge dagen daar geweest te hebben , Christus te verkondigen : maar konden niet meer als 3 meuschen van h u n ongeloove aftrekkeu, e n , na zy de beelden van j u p i t e r en Foste afgeworpen b a d d e n , d a t W i g b e r t niet de dood. moest bekoopen, zynze door R a d b o u t weder
(*) Pepyn van Herstal of de Dikke noemde zich Hertog en Prins der Franken, en was Groot-Hofmeester.
Wumkes.nl
42
F R I E S G H E
van d a a r verjaagt. M a a r , als z y n a a r P i p y n vertrokken , wierdenze duur deszelfs toedoen weder in Utrecht herstelt. Van welken tyd al' zy zeer veel bekeerden. I n den jaare 695 bouwde W i l l e b r o r d , op de plaats v a n ' d e ' n f g e w o r p e n e kerk , .binnen U t r e c h t , eene andere ter gedacluenisse van liet kruis. Daar maaktenze een verdeeling, en zonden van hen af, by tweeën en d r i e ë n , na de deeien van Duitschland , om de Christeljke leere aldaar mede onder de ongeioovigen voort te planten. W i l l e b r o r d bleef te U t r e c h l ; eu S w i t b e r t , met twee m e d e h e l p e r s , vertrokken naar W j k te D u u r s t e d e , daar nu Baatenburg is : alwaar zy door een w o n derwei k veelen bekeerden, ' t Welk zy te U trecht boodschappende , zo zyn W i l l e b r o r d en S w i t b e r t , oui de zaaken wel te bestellen, tot Hoofden uitverkooren. Switbert vertrok naar Singeland . daar hy Bisschop wierd g e m a a k t , en deed , na zyne wederkomst, in Friesland , H o l l a n d , en Teisterband veele sticlitinge. In den jaare 697 cruam Willebrord w e d e r te U t r e c h t , zynde in 't voorgaande jaar van d e n Paus te Romen aangestelt tot Bisschop der Friesen . daar in dien t j d de G r o ningers, Overjsselschen, Utrechtschen, H o l landers , en Gelderschen mede onder b e g r e pen w a r e n ; en stelde zyn en zetel te U t r e c h t : W a a r van zyne navolgers Bisschoppen van Utrecht zyn genaanat g e w o r d e n , daar h y de
Wumkes.nl
K R O N Y K.
43
eerste van was ; e n Switbert was zyn m e dehclpei'. Dit alles k o n B a d b o u t met geene goede oogen aanzien ; waarom hy Gerlacns , een woudend I m g s n i a n on Overste van Fosleland ol Heiügeland . wooneis.de te W a r n s . a'waar hy ook een sterk slot gebouwd l i a d d e , a f / o u d , eerst oin Baatenburg , ei) d a n U t r e c h t te vermeesieren. Maar is van P i p y n zodanig overwonnen , d a t hy hein veel buit moest achterlaaten , als mede een e belofte doen , om do Christenen in Friesland te vergunnen, Gods woord vry te mogen verkondigen. Ook wierd Willebrord ondei'Uisschen vaii P i p y n aangemaant, om het heilige werk met yver in Friesland voort te zetten. I n d e n jaare 698 verzond Willebrord veele vroome en geleerde m a n n e n naar F r i e s l a n d : maar h u n n e leere , wierd niet a a n g e n o m e n , en zy in tegendeel b e s p o t , verjaagt en doodgeslagen. I n den jaare 700 W u l l r a n u s , Bisschop te Sens , een stad in Champagne , in V r a n k ryk , door den geest geroert zynde , is met brieven van voorschryvinge des Kouings van V r a n k r y k , aan R a d b o u t , in Frieslaud gekom e n ; daar h y , door zyne krachtige weispreken theid , veel volk won , en ook den K o ning byna bevvoogen h a d , zo dat hy zelve begeerde gedoopt te r.yn. W a a r op h y K o ning , met den Bisschop buiten Medenblik gaande , alwaar Radbout dien tyd zyn v e r blyf h a d , e n reeds d e n eenen voet n u al in
Wumkes.nl
44
FRIESCHE
'f wnter gezet h e b b e n d e , vroeg, h y gemelde B i s s c h o p : \Va;ir z \ n e voorouderen , die z o n d e r den doop- gestorven zj n , waren ^ e ' d e v e u ? De Bisschop dien ruuwen m e u s c h e . door onvuorzigiiglieid , wat t* onbedagtehk a n t woordende , zeide : Dat buiten de kennisse Tan C h r i s t u s , en (]en waaren God . met v e r aclitint;e van de heilige Sacramenten , geeue zaligheid te bekomen was : en daarom moesten ze iu de helle zyn. Wel, antwoorde B s d b o u t r da7/, a a l ' T mi/ veel groot er eere en aanzien geeven, dal ik hy mijne voortreffelijke en beroemde Voor< adei en in de helle bun , als met een geringen âoop Christenen in den hemel. En. trok aanstonds zvne voet te rngge uit het w a t e r , niet b e schimpinge van den Bisschop. In den jan re 7 ! 9 , als Radbout z n g , d a t de christenkennisse grooiehks in Friesland t o e n a m , en z \ n e afgodendienst in veraclitinge qiiam , is h v , len dee!e uit s p j t , en ten deele door een knanging van zyn aangeroerd gemoed , na een zesjaarige nilteering , e i n de!; k binnen Medenbiik overleden, en te Sla veren begraven. A D G J L D , de tweede van dien n a a m , v i e i d van het volk tot zevende Koning v e r kooren , in zyn's vaders plaats. Hy regeerde het land in groote gerustheid en vrede. Ook liet hy de Christenen onverhindert in h u n ne oeffeningen ; want h y had zelve de C h r i s tel}'ke leere a a n g e n o m e n , en zich laaten doope.n.
Wumkes.nl
KR-OThTK.
45
I n den jaare 726 quarn H o r n e , een o n echte zoon vnn Rad b o n t , uit D e n e m a r k e n ; en aischoou h y zyn vader in ongestuiuiigheid en wrevel gelyk w a s , heeft hy zich échter, dooi' Adgilds t o e d o e n , laaten doopen. Deze heeft de stad Hoorn gebouwd. O m t r e n t den j a a r e 7 2 8 , a's de c h r i s t e n keunis.se te U t r e c h t zeer toenam . heeft Bis— schop Willebrord wederom verscheidene leeraars naar Friesland gezonden. Welke , schoon Zy v r y en veilig konden gaan . e v e n wel weinig voordeel hy de hardnekkige F r i e sen hebben kunnen doen : want de b l i n d heid des volks, en zugt tol h u n n e afgoder j e , was te groot. 'Ken Ve'doveiste K i c h o l d . veinsde te willen zyn g e d o o p t , d o c h bespotte den 'Cliristeudieiiitru* op gelyke w y z e , als \vy hier boven van Radbout hebben aangeteekent. I n den jaare 7 2 9 is Kavel M a r t e l . •(*) K o ning van Austrasia of Oostvvankrjk , met een gioote vloot schepen op de rivier de B u i d e aangekomen , zynde van den Bisschop Willebvovd daar toe v e r z o g t . om de F r i e sen te noodzaaken h u n n e afgodevye te v e r laaten : hy o' erwon den Overste Poppe , zoou van Gerke ; waar op hy Friesland zeer v e r woeste , d e afgodische kerkhoven e n beelden
(*) Natuurlijke' zoon van Pepyn; was GrootHofmeester. •_. •
Wumkes.nl
46
F R I E S C H E
uitroeide en v e r b r a n d e , en veel roof mede nam. Na welke overwinuinpe, Willebrord alomme Christen kerken deed bouwen. E u de Friesen , uit vrecze voor de Fraiischen , derfde de Christenen niet meer tegenstaan. In den jaaie 73b' is Bisschop Wii'ebrord o n t slaapen : uit zyne onderwj zingen zyn veele deftige leeraars voortgekomen , en is een werktuig geweest van de hekeering d e r f r i e sen , die hem. daarom wel iu goede e r k e n teuisse mogen houden. In z j n plaats q n a m Boiiifa.'S, a!s tweede Bisschop der F r i e s e n , te U t r e c h t , en verbeterde het verval der kerke g r o o t e l j k s , met ongemcene stichtiiige, in deze landen. ï n den jaare 737 overleed Adgild, en is te Staveren by zyn vader iu 't graf gclegt. Door hem is de stad Alkmaar gesticht. Eene van zyne d o c h t e r s , Kouovelle genaamt, was uitgehiuiwt aan Adelbrik, een voornaam e d e l man , die omtrent Sijtbierum een slot had gesticht, dat hy Adelburg noemde, l l y had vtele k i n d e r e n , aan wien hy zyn goed by zjii leeven uitdeelde: daarom begeerde hy dat zy zich niet van A d e l b u r g , maar van Ade.'en zouden laaten noemen ; dat noch tot heden zo gebleven is. G U N D E B A L D , Adgüds z o o n , wierd tot achtste Koning i n g e h u ' d i g t : hy w a s , als zyn v a d e r , mede tot het Christe!>k ge'oove bekeert, en had gestadige vrede in zynen t j d . Hy heeft van ' t kasteel Dokkenburg de stad Dolikunx gebouwt.
Wumkes.nl
KRONYK.
47
ï n den jaare 7 3 9 qunm Saake Rodman , met eene uitmuntende geleerdheid eu k r y g s k u u d e voorzien, in Friesland, hebbende l'î jaarea op ' t hof van den K e i z e r , Paus e n Hertog van Venetieii verkeert, waarom G u n debald hem tot zynen raadsmau a a u n a i n : en deed groote weldadigheid aan de stam me der R o d m a n n e n . In den jaare 749 overleed G t i n d e b a ' d , nalaatende twee zoonen , a!s G indebald de : tweede en J a n , welke om zyne vroom'.eid gebynaamt wierd Priester Jau , daar verscheid e n e verteilingtjes van zyn. Zyne dochter Taekle hiuiwdeaan Haaje Kamminga, en haare dociiter namaals inet eeiien Ode B o t n i a , Hertog van Zweeden ; alwaar ' t geslachte van Botnia uit voortgesprooten is. R A D B O U T , de tweede van dien n a a m , is de laatste Koning der Frieseu geweest ; zynde de broeder van Guudebald , en zoon van Adgiid de t w e e d e : van welke hy veel verschilde, doordien h y in Deenemarken o p gevoed . en in de afgoilerye zeer gewoon w a s : hy wierd godloos en w r e e d , en alzo hy nog jong was, geen meester van zyne v e r keerde hnrist
Wumkes.nl
48
F RI E S C HE
-gcloove, en beroofde b e n van alle de w a a r dighe den en eerampten , by Gmidebald voorheen aan beu vergunt. Des Sanke, z \ n e g-lederen veviaaiende, tot den Koning van • V r a n k r j k de vlugt nam.; die hem iu groote nchlinge hield. Iu deze dagen bad Solke Forteman de g e schiedenissen en clnaden der Friesen. van biiriiien oorsprong af tot op zyueu tyd t o e , v! j tig beschreven: en om
Wumkes.nl
K R O N Y K.
49
alwaar zy mede eenige geestelyke v o o r d e d e n deeden. In deu jaare 7 5 4 , als 'er veele nieuwelingen gedoopt wat e n , zo beloofde Bonifaas h u n de bevestiginge , naar d e wyze der Roomsche kerk , op Pinxter b i n n e n de stad | D o k kum. te geeveu. Maar ter bestemder plaatze en t y d riuam een hoop m o o r d e n a a r s , die d e n Bisschop en zyne medearbeiders w r e s delyk vermoorden. T o t even voor de r e formatie vertoonde men noch te Dokkum. van dezen Bonifaas zyn herssenpan , Bisschops staf en andere overbiyfzelen; dat zy het volk wilden doen gelooven. O m t r e n t den jaare 769 was in Friesland een dapper en geleerd e d e l m a n . genaamt Feye Forteman ; welke namaals Veîdoverste o n d e r Karel den Groote wierd , en die zich mede tot het Christen geloove bekeerde. I n den jaare 769 heeft Radbout een h a r den aanval op Utrecht gedaan , waar door h y haar geweldig p l a a g d e ; en van P i p y n g e boden z y n d e , daar van af te zien , achte h y zuiks weinig. I n den jaare 7 7 5 , als R a d b o u t uit eigener booze driften , en door de opstookinge eerst van S y v e r t , en daar na van Okke , Priesters d e r afgodische D r u ï d e n , zeer verwoed tegen de Christenen te werk g i n g , klaagdenze zeer erbarmiyk aan Karel den Groote , Koning d e r Fransehen. Welke Koniog , na dat h y d e Saxen overwonnen hadde , de Friesen. aiede beoorloogde, en R a d b o u t i n twee v e l d 4-
Wumkes.nl
50
F R I E S G H E
slagen overwonnen h e b b e n d e , vluchte d e zelve liever in Deenemarken , als dat hy de Christer-en by verdrng of vredeverbond in ' t l a n d wilde vrye oefFening van h u n n e g o d s dienst vergunnen. E n dit wierd de geïegentL e i d , dat de Koninglyke Hcerscliappye in Friesland een einde nam.
IK
Vreemde
H'EEREN.
K A R E L de G R O O T E , Friesland d u s o n d e r zyn heerschnppye gebragt h e b b e n d e , heeft liet zelve a!s een overheerd land of provintie gehouden , en stelde 'er L a n d voogden o v e r , die ' t in zvnen naam bestierden of regeerden. I l y n a m ook zeer ter h a r t e n , dat 'er yroome en geleerde m a n n e n , om de C h r i s tenheid yvei'ig voort te p l a n t e n , wierden naar toe gezonden. I n den ja are 777 is L u d g e r , die te W i e r u n t in Friesland gebooren was , een m a n van eene uitsteekende geleerdheid , te D o k kuin tot Priester nangesteît, van wege d e n Bisschop van U t r e c h t . Deze heeft de o n geloovigen stigtelijke onderwyzing gegeeven, en de afgodery geheel ten lande uitgeroeit. Gustavus (mogelyk Goffe of Gosling') F o r teman heeft te Almeenum , dat n u liarlingen Is', een kerk , van h o u t en met riet gedekt y ter gedachtenisse van den Engel Miehaël (*) , in dezen tyd laaten bouwen , om tot een v e r {*)
Yaa daar Sant Michicîs dom genaamd.
Wumkes.nl
KRONYK.
• -
51
gaderplaats d e r Christenen te dienen. Na welk voorbeeld n a d e r h a n d veele kerken g e maakt zyu. I n den jaare 779 vielen de Noormannen b y Westerbier um , daar boveti van gemeld is , in F r i e s l a n d , en versloegen d e n edelea Heermana : waarom de Friesen , zeer v e r b i t t e r t z v n d e , by de 400 Noormannen v e r sloegen , en ontroofden h u n n e n geplonderden b u i t . Des de Noormannen , in h u n n e s c h e p e n v l u c h t e n d e , doorgingen. Maar de F r i e sen afgetrokken z y n d e , zo quameu de N o o r m a n n e n tusschen Kornwerd en liindeloonen , dat doe noch een d o r p w a s , weder te l a n d , welke p'aiitzen zy u i t p l o n d e r d e n , en dasgs daar aan verbranden. Doch die van S t a v e ren , het eerste zulks g e w a a r w o r d e n d e , ver— joegenze ïiochmaals, veroverden van h e n vyf schepen en a! dien geroofden buit. I n dan jaaie 784 zyn de N o o r m a n n e n wederom met W y d e k i n d , Hertog van S a x e n , die door Karel den Groote overwonnen z y n d e , en in Deenemarkeu gevlucht w a s , op de Eenis aangekomen : maar wierden door die van Staveren en Ezonstad met een goede vloot schepen van daar gejaagt. Zy noch eens wederkomende, moesten nochmaals het Amelander Gat weder uit : des de Friesen , h u n n e vyanden te gering a c h t e n d e , maar zich zelve b e d r i e g e n d e , beslooteu h u n n e vloot te Staveren en Ezonstad op te leggen , als zy deed en. "t Welk de Noormannen gewaar wordende , zó q u a m e a z e onverwagt de F r i e * 4
Wumkes.nl
52
F R I E S C H E
seii zodanig overrompelen , datze dezelve te v u u r en te zwaard verdreven : en dewyl W y d e k i n d en zy zeer hardnekkige afgodendienaars w a r e n , dwongenze de nieuwbekeerde lieden weder tot h u n n e afgoden ; die zulks •weigerden, wierden van "hen verdelgt, waar door veelen vermoord w i e r d e n . en ten lande u i t v l u g t e n ; onder welke Ludger en W y dekind. zich mede bevonden. I n den jaare 785 is L u d g e r , als K e r k e n l e e r a a r , in de Ommelanden gezonden, o p ' t bevel van Karel den Groote: na dat W y d e kind by hem weder in genade was aangenomen , en de Friesen ook bevryd waren : daar hy op nieuws veele stichtinge deed. I n den jaare 793 is R a d b o u t in vreemde landen overleden . zonder dat men eigentlyk weet waar ter plaatze. In den jaare 793 zyn door het d o o r b r e e ken der d y k e n , veele menschen en beesten in Friesland verdronken. W a a r o m men a l omme doe weder T e r p e n begon te maken , als voornaamen tlyk te Koudum , A l m e e n u m , M i d l u m , Hitsum , W i n s u m , T j u m , D r o n r y p en Uitgong, dat n u Berlikum geuaamt word. I n den jaare 797 vielen de Deenen met eeriige schepen uit Jutland in de Lauwers , daar zy 't zeer verwoesten en a f b r a n d e n : doch die van Staveren , Ezonstad en D o k k u m rusteden ook een groote vloot u i t , waar mede zy n a a r Jutland voeren , en h a a l den mede van daar eenen grooten roof. In den jaare 804 is te U i t g o n g , n u B e r -
Wumkes.nl
KRONYK.
53
î i k u m , een wanschapen kind gebooren , z y n de ruggeiings a a n e e n , maar anders alle l e d e n tweemaal, ol h e t twee kinderen waren , en is drie weeken oud zynde overleden. T e dezer tyd woonde te Sixbierum , op bet slot A d e l e n , Konovelie , dochter van Adgiîd d e n t w e e d e , zevende Koning van F r i e s l a n d , welke twee zoonen had , als F r e d r i k en Alfrik , die zy by den Bisschop van U t r e c h t liet onderwyzen ; welke zo o n d e r wezen waren in geleerdheid , dat dezelve b e i d e , na den dood van d e n Bisschop , B i s schoppen wierden (*). I n den jaare 806 wierd de afgod Foste op Ameland door de Christenen afgebrooken en uitgeroeit. I n dit zelve jaar vielen heel zwaare lingelsteenen, zo groot als h e u n e eyeren , die veel schade deedcn. Ook qiiameu de Deeneu in dit jaar met vyf schepen ' t FJie in , en v e r b r a n d e n Dyxherne e n S i x b i e r u m , behalven twee huizen en de kerk , -en vertrokken met veel roof. I n dit jaar overleed b i n n e n Staveren de O v e r s t e , door Karel den Groote over F r i e s ges t e l t , h e b b e n d e 3 0 jaaren b e t l a n d g e r e geert. E n na eenigen tyd , (juam weder een a n d e r e in zyn plaats. E n in dit ^elve j a a r , op St. Thomas d a g , was 'er een zwaare watervlöed over F r i e s land , waar d o o r , zo anderen vernaaien ^
•(*) Mea «ie de Aant. op 't jaar 830.
Wumkes.nl
04
F R I E S C H E
wel 600 meiischen en een groot getal b e e s ten verdronken , en groote schade geschiede. I n d e n jaare 808 is O l a u s , of Oele , zoon van den Koning van Deencuiarkeu , in Friesl a n d gevallen; en de Frîeseu , door zyne groote k r y g s m a c h t , bevreest geworden zynde , ja zo dat de Landvoogd in zyn moed b y n a bezweek ; doch evenwel eindelyk door de Friesen tot den stryd aangemoedigt zynde , hervatten zy gezamentlyk een heldhaftig b e s l u i t , en gesterkt met de macht van Guele, of Jelle (Geilius) H a r d e m a n , Overste van Staveren , na ecnige schermutselingen , v e r sloegen ze zyn geheele leger , neemende h e m zelve, met noch 175 mannen op de Eems gevangen. I n dit jaar wierd te Staveren de St. N i colaas toorén , daar de afgod Stavo op gestaan had , door onweder van d o n d e r en b l i x em omgeworpen ; en wierden veele menschen en beesten gedood. O m t r e n t dien zelven t y d , liet Igîe Tadema , edelman , een zeer diepe p u t in zyn Jand granven . o m t r e n t in 't noorden van 't woud K r e i l , van gedagten z y n d e , dat 'er aanstonds water zoude uit k o o i e n , doch bleef droog tot aan d e n avond van den vierden dag. Dos dacht h y een stemme te hooren , die ettelyke m a a ien r i e p : Verlaat dit land'. Verlaat dit land! W a a r op h y een weinig water op den grond van de p u t ziende , bevond dat bet zout als zeewater was. Wanrom gemelde pilt weder toegedempt wierd : om dat
Wumkes.nl
K R O N Y K.
55
men indachtig wierd , als bier boven op liet jaar 513 gezegt i s , of 'er wel na volgen m o g t , ' t geen de Duivel door den afgod Staf gezegt h a d : te m e e r , om dat het zelve z y nen grootvader ook wedervaaren was. Igle, de d e r d e week daar na s t e r v e n d e , zo v e r ruilde en verkogt zyn zoon Jonke , die hier alleen mnar kennis van had , alle zyn's vaders l a n d e n en erven , op de Kreil gelegen ; en kogt weer a n d e r e n op Geesterland. Zyn neef, Sibbe T a d e m a , nam dit zeer euvel op , en vervolgde daarom Jouke zodanig , dat d e stammen van Tadema en R o d m a n , daar gemelde Jouke eene dochter uit trouwen z o u d e , malkanderen op de bruiloft wreedeiyk aanvogten en v e r n i e l d e n , ja zo dat er van beide stammen geen een leevendige ziele overbleef. I n uit zelve jaar q u a m e n twee walvissen, de eeue 38 en de andere 29 voeten l a n g , Ly Ezonstad , daar n u Emmerzyl i s , b y Oostmahorn , op strand nandryven. Ook is het paleis van Ricliold Ofïe, door een s c h i e lyke brand , geheel verteert (*1. Ook quamen de N o o r m a n n e n dit jaar schielyk te È z o n s t a d , h e b b e n d e dezelve i n genomen . geplondert en v e r b r a n d . Doch wierd weder haastig opgebouwd. E n die van Staveren , Bolswert en Dokkum rusten hier o p een Vloot uit tégen de D e e n e n , Jutten e n
CO Vergel. op 't jaar «33,
Wumkes.nl
56
F R I E S C H E
Noormannen , die malknnderen met roovea en b r a n d e n aan beide zvden zeer lastig v i e l e n : d o c h ten laatsten bragten die van S t a veren 6 Noordsche schepen met buit te Dokk u m op ; waar van zy uitdeelinge deerlen, aan die ' t meeste schade geleden h a d d e n . Ook overleed dit jaar de tweede Landvoogd,, die Karel de Groote over Friesland ges telt h a d d e . W a a r na gemelde Koning K a r e l , inboorlingen uit den Frieschen A d e l , tot Landvoogden stelde , in plaats van F r a n schen. I n dit zelve jaar noch is Magnus F o r t e m a n van den Koning tot Landvoogd v e r k o o r e n , om het land in zynen naam te b e s t i e r e n , even gelyk als de Franschen naar h u n n e wetten gedaan b a d d e n : deze Magnus .was een zoon van Gosse Forteman , waar van boven op ' t jaar 777 is gemeld. I n den jaare 8 0 9 , als ' e r te Romen t u s schen den Paus en eenige Edelen een twist ontstaan w a s , waar door geheel Ilaüen in oproer q u a m , en de Saraseenen in het land "vielen , is K a r e l , met een groote m a c h t , om zulks te d e m p e n , derwaarts heen gerukt. Z o d r a Forteman dit vernomen h a d d e , heeft h y de Friesen mede a a u g e p o r t , om by deze geîegentheid, dewyl zy n u d o c h r u s t van d e Noormannen h a d d e n , den Keizer en de F r a n s c h e n door gedienstigheid te h e l p e n , om dezelve meer tot h u n n e gunst !e t r e k k e n , en of 'er eens eene d e u r tot h u n ne voorige vryheid koude geöpent w o r -
Wumkes.nl
KRONYK.
57
den. W a a r op gemelde M a g m i s , b y g e meenen raad e en bewilliging, met veele g e wapende F r i e s e n , na veele uitgestanne moeijelykheden , tot voor Romen is gekomen : gevallig ter zei ver t \ d , als de Romeinen een uitval op den Keizer deedea ; het welk zy z i e n d e , 'booden den Keizer h u n n e d æ n s t a a n , met gereedheid om op die uitgevallene Romers een kans te waagen. .Ds K e i ï e r h u n verzoek toestaande. sloegen zy a a n stonds h a n d aan ' t w e r k , en bragten h e t , n a eenîge schermutselingen, zo v e r r e , d u t zy gemelde Romeinen weder naar b i n n e n d r e e v e n , en mede ter poorten i n d r i n g e n d e , maakten de Friesen zich meester van de stad ; en Magnus p'.ante zyn vendel op h e t hooge r a a d h u i s , dat de Romeinen Gapiiolium n o e m e n , hoe dat het de F r a n s c h e n ook speet. O m welke daad Karel de Groote en Paus Leo de d e r d e , d e Friesen groote a a n b i e dingen van goud en zilver deed'en : doch zy zulks van de h a n d w y z e n d e , gaven te k e n nen , dat het h e n alleen o ui de vryheid te doen was. W a a r op zy van den Keizer en P a u s , met een breedluidende Vrybrief voorzien z y n d e , op vryc voeten wierden gesteît, gelyk als zy ten tyde van Karel Martel w a ren geweest. Na h u n n e wederkomst wierd deze V r y b r i e f , met groote vreugde d o o r Magnus in den Dom of Kerk te Almeeimrœ ter bewaaringe g e b r a g t , benevens een V e n del. Alwaar de Roomschgezinde wonderljlle vertellingtjes van weeten te verhaalen: d a t
Wumkes.nl
58
F R I E S
CUE
d e Hnrîingers noch , met den s t r y d van d e n Opperengel. Michaël tegen den Draak , daar in gescbiidert, by h u n stads W a p e n v o e gen : en voert noch b y ous den naam van Magnns Faerie. I n den jnare 810 zvn de D e e n e n , ten Leveeîe van h u n n e n Koning Gotrik (*) met een vloot van 200 s c h e p e n , zeer schielyk aan de Friesche kust g e k o m e n ; en h e b b e n d e eerst de vooreilanden afgeloopen , wierden de Friesen in de derde slag o v e r w o n n e n , e n in Deenschc siaavernye g e b r a g t : m o e t e n de jaai'l\ks een schnltinge van 200 p o n d e n zilver opbrengen (†). O m welke schattinge te ontfangeu , heeft der Deenen Koning Landvoogden gestelt, en bouwde een tolhuis van 240 voeten l a n g , en in 12 egaale v e r trekken afgedeelt; in welker eerste de T o l meester of Landvoogd zich plaatste , e n h e b b e n d e in de achterste een koper bekken geplaatst, alwaar de schatpenningen moesten i n geworpen worden , dat dezelve klonken , of mogt voor geen betaalinge v e r s t r e k k e n , b v aldieu gemelde Tolmeester het geluid niet bad de gehoor t. E n verder word verhaalt, dat Gotrik mede g e b o o d , dat de d e u r e n van der Friesen h u i zen alle tegen het n o o r d e n moesten geplaatst
(*)
Godfried.
(†)
Deze belasting heette Kllpschüd,
Wumkes.nl
KRONYK.
59
w o r d e n , en van zo een laagte, dat de F r i e sen , niet zonder kniebniginge , daar kond e n uit of in gaan : op dal zy in erkentënisse zonden h o u d e n , wie h u n Landsheer w a s ; en dat z y , ten tesken van slaavernye en dienstbaarheid , ook houte halsbanden moesten drnagen . die van rys en tienen te z a m e n gevlochten waren. Deze slaavernye der Frîesen by Knrel den Grootc vernomen z y n d e , zo verzamelde h v zeer spoedig uit alle omleggende landen veel krygsvolk b y e e n : d o c h , voor hy noch in aantocht w a s , wierden h e m andere zwnarigheden geboodschapt ;* als de dood van zyri zoon P i p y n ; gezanten van Constantinopolcn en Corsica; behaîven een g e r u c h t , dat d e Deenen weder naar h u n land waren v e r trokken , öm dat h u n n e K o n i n g , door g e maakte v e r b i n t e n i s s e n , om ' t l e e v c n was g c b r a g t . Alle r e d e n e n , waarom. Ka rel zich weder n a a r Aken heeft begeeven. E n de Friesen , de h a n d e n n u r u i m krygende , tasten h u n n e vryheid w : eder aan , voorneem e n d e dezelve met alle mogelyke middelen tegen alle vyandelyke aanvallen te verdeecîigen. Dus cjuam het bestier weder tot d e volgende
V.
LJNDSHEEREN, POT E STA
of ATEN.
Karel de G r o o t e . overweegênde de g e t r o u we manhaitigheid der F r i e s e n , zo aan h e m
Wumkes.nl
60
FRIESCHE
in ' t verwinnen der Saraseenert, en W y d e fcind, Hertog van S a x e n , als in verscheidene voorvallen aan zync voorzaaten Pipyn e n K a r e l Martel beweezen'; benevens h u n n e geuegentheid en gestadige diensten aan ' t F r a n s c h e llyk ; ver zei t niet den o n o p l i o u d e ly ken y ver tegen de Noordsche volkeren, van welker slaavernye zy zich nu weder op n i e u w s , na 't ombrengen van G o t r i k , h a d d e n vry gemaakt: zo heeft h y hen noch in volkomener vryheid ges t e l t , en ontlast van d e schattinge van eenige ponden zilver, die zy van voor eenige juaren hadden moeten foe taaien : vergunnende h u n , ten b l \ k e van volkomeue v r y h e i d , het r e c h t , om h u n l a n d , als vrygcvoglene, naar h u n n e eigene wetten te regeereu ; daar toe een Overste uit de Edelen van h u n n e eigene landaard te v e r kiezen , om de landzaaken zo in oorlog als vrede te b e s t i e r e n , die zy den naam van Potestaat, naar 't gebruik der I t a l i a a n e n , zouden geeven. Dezen Potestaat, dat is L a n d s l i e e r e , wierd van de Staaten een getal van m a n n e n bygevoegt, om over alle ' v o o r v a l lende verschillen, twee of driemaal ' s j a a r s , als byzitters ©f inederechters h u n oordeel te vellen. O p dat n u de vryheid geen inbreuk zou•de l y d e n , zo wierden de Landsheeren slegts voor een jaar v e r k o o r e n : doch ter goeder t r o u w e wierden zy doorgaans wel langer Soegelaaten. Welk vervolg, met d e eventydige geschie-
Wumkes.nl
KRONYK.
61
denissen , wy n u zullen o p n a a i e n , zo als die uit d e oude schriften n a malkanderen zyn aaangeteekent; maar het te dugten i s , dat het eigentlyke getal wat onzeker i s , alzo het land b y vredestyd wel z o n d e r L a n d s heere is geweest: doch a!s 'er een uitlandsch vyand a a n n a d e r d e , om h e n te overvallen, wierd 'er by gemeenen raade , alsclioon zy b i n n e n 's lands door twistige oneenigheden malkanderen verteerden , aanstonds een ver'kooren. MA.GNUS F O R T E M A N , die des Keizers Stedehouder w a s , als boven op den jaare 808 gemeld i s , wierd tot eerste L a n d s h e e r verkooren. Behalveu het bovengemelde, heeft h y den Keizer noch verscheidene r o e m w a a r dige d i e n s t e n , tot lof van zynen l a n d a a r d , tegen de Saraseenen g e d a a n : maar van d e zelve eindeîyk in eenen stryd v e r s l a g e n , en zyn ligchaam in het slagveld onder d e dooden door zyne Friesche k r y g s k n e c h ten gevonden z y n d e , en die ' t naar Romen b r a g t e n , is hy aldaar op eene heerlyke wyze i n de St. Michiels kerk begraaven : welke kerk daarom met eene ryke begiftiging wierd voorzien , ten behoeve d e r F r i e s e n , die naar Romen q u a m e n , om het zelve te bezoeken» Ja Magnus wierd zelve onder de Roomsche Hulpgoden of Heiligen gesteit. Deze geheele historie staat ter gedachtenisse in gemelde kerk in een marmersteen uitgehouwen. In den jaare 814 is Karel de G r o o t e , t e
gelyk Roomsch Keizer en Koning van Vran,k~
Wumkes.nl
82
F R I E S C H E
r y k , n a een ongeœeenen j ver voor de C h r i s ten leere getoont te hebbeu , zo in zyne landen als in F r i e s l a n d , om dezelve voort te planten , mede in den Heere gerust. E n zyn zoon L o u i s , toçgenaamt de V r o o m e , qnatn in z j n plaats aan het roer van r e geeringc. I n den jaare 819 is F O K K E L U D I G MA.N", tot tweede Landsheer of Potestaat verkooren. I n tien jaare 821 vertoonden zich o m t r e n t de Friesche kust 13 Deensche Zeeroovers : doch de Friesen door L u d i g m a n , uit een waakzaams v o o r z o r g , met goede schansen of kasteelen voorzien z y i . d e , zo deifdeu zy h e t niet waagen om te l a n d e n , maar trokken weder af. I n den jaare 826 wicrd A n s c h a r i u s , m o geljk Aiiske of Annske , gebooren te W a a r den , als wy boven gezegt hebben , van Keizer Lodewyk naar Deenemarkeu gezonden , om aldaar het Christen geloove te v e r kondigen ; alwaar hy veeleu bekeerde. Na twee jaareu wederkeereude, verzond hem gemelde Keizer naar Zweeden ; alwaar hy LlydeJyk van dien Koning oniiangeii wierd ; en deed mede binnen een jaar overvloedige stichtinge ter bekeeringe. Ook is ten tyde van dezen Ludigman te Dokkrun een klooster gebouwd , ter gedachtenis van Bonifaas , a l daar iu Yoorigen t j d zoo jaaimerlyk v e r moord. In den jaare 830 wierd A D E L B P J K van.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
63
A D E L E N tot L a n d s h e e r verkooren , en h a d zyn woonstede te Sixbierum. I n den jaare 8 3 5 , als de N o o r m a n n e n , na een schielyken inval in Friesland, door Keizer Lodewyk verdreven waren , zyn dezelve echter in 't volgende jaar weder gekomen , en dwongen de Friesen eene schattinge af (*). I n den jaare 838 F r e d e r i k van Adelen ( † ) , geboortig van S i x b i e r u m , Bisschop te U t r e c h t , zullende de Jeere der kerke eens onderzoeken , en komende te Westergo in Friesland , bevond hy aldaar het volk m e t de verderfelyke leere der A r r i a a n e n zeer b e s m e t ; en k u n n e n d e met zyne medehelpers dat hardtækkige volk van dit besmettende gevoelen niet afbrengen ; zo resolveerde h y n o c h tot zyne hulpe te r o e p e n , Adolf, K a n u n n i k te U t r e c h t , dewelke om zyne vroomheid, tot Leeraar te Staveren wierd aangestelt; alwaar hy met eenen grooten yver zyn plicht w a a r n a m ; ook een klooster en
(*) Deze togt geschiedde onder bevel van den Deenschen Koningszoon Hendrik. Van tijd tot tijd moest het handwerk van zeerooverij worden h e r h a a l d op alle kusten, om da jonge manschap te o e fenen. Geloofwaardige Fransche Kronyken v e n n e l den het verwoesten door de Noren in 837 van drie koopsteden : Antwerpen aan de Schelde, Witha of Wintland aan den mond der Maas, en Groningen aaja de Eenis. W E S T . Jaarb. (†)
Men zie Aant. op 't jaar 830.
Wumkes.nl
64
F R I E S C H E
kerk in liet westen der stad heeft g e b o u w d : die n a m a a l s , doe de zee haaren loop d a a r k r e e g , op de zuidzyde wierd herbouwt. W a a r v a n , by een laag g e t y , het m u u r werk noch te zien i s , gelyk wy zelve h e b b e n b e v o n d e n , leggende n u met gemelde stad geheel in zee verdronken. In den jaare 840 overleed Lodewyk d e V r o o m e , Keizer des Roomschen R>ks (*). E e n Gustaaf L a p p o n q u a m met 800 G o t ten aantrekken , om zich in Friesland neder te z e t t e n : maar de Landsheer Adelbrik van Adelen trok den zelven met zyne b y liebbende macht t e g e n , en versloegze b y Kollum zodanig, dat 'er naauwlyks overbleven , die deze tyding van h u n n e n nederlaag in Zweeden konden brengen. I n den jaare 8 5 0 , of omtrent dezen t y d , •of voort na het overlyden van den Bisschop A l f r i d u s , hebben de burgers van Groningen d e kerk van St, W a l b u r g , tegen het o v e r vallen der Noormannen gebouwt. I n den jaare 867 was in Friesland en e l ders een groote watervloed, waar doorgroote schade aan menseben en beesten geschiede. I n den jaare 876 quanien de N o o r m a n nen , na dat zy de Fransche kusten h a d d e n - u i t g e p l o n d e r t , weder in F r i e s l a n d , eischend e van de Friesen s c h a t t i n g e : doch al'ge-
{*) Zijn zoon Lodewijk, bijgenaamd de Duitscher, *dgde heiu op.-
Wumkes.nl
65
KRONYK.
slagen z y n d e , deeden zy zwaare d r e i g e m e n - ' ten van m o o r d en b r a n d : maar de Friesen r aangevoert van H E S S E L K E R M A N A , v i e r de Landsheer , woonachtig te Minnersga , zynde een kloekmoedig en onvertzaagd krygsm a n , tasten dezelve manmoedig aan , en versloegze zodanig , dat h u n Overste en 800 m a n n e n van zyn volk op de vegtp'.aats s n e u velden ; de overgeblevene bezette zy in een h u i s , alwaar deze beloften moesten d o e n , al b u n geroofden buit van goud en zilver ovei' te geeven, en nimmer weder in 't l a n d te komen stroopen. I n dit treffen w i e r d Hermana ook gewond , waar van b y stierf. Na h e m wierd Y G E G A A L E M A (*) tot vyfde Landsheer verkooren ; hy was zeer ervaaren in den krygsbandel. Van h e m wierden langs de gcheeie Friesche kust schildwachten uitgezet, om zo op de i n v a l len der N o o r m a n n e n , als wel byzonder o p h e t doorbreeken der dyken te passen. D e vastigheden langs d e zeekusten eens b e z o e kende , gaf h y die van Ezonstad een w a a r schouwinge, om voor de Noormannen een waakend oog in 't zeil te h o u d e n , zeggende: JVachtjimmefen dy noo?*dere oord: Uil dy grims herne komt alle qwaedfoort (†). (*) Thans was Lodewqks zoon, Lodewijk de jonge, Heer der Friesche Landen. (†) WiJsrsEMius: Haadet goede wackt tyen da Nordera oordt, Want viiyt, da Grimma herna comt ws alle quaedvoorl.
b
Wumkes.nl
m
FRIESCHE
E n overleed in dit zelve j a a r , nalaatende eenen z o o n , genaamt Igle Gaalema. I n den jaare 880 zyn de N o o r m a n n e n , h e b b e n d e groot voordeel op de Saxen g e b a d , die zy geweldig plaagden, weder i n Friesland gevallen, van meininge om b e t izelve geheel te verwoesten: doch by N o r d e n , dat n u E m b d e r l a n d i s , tegenstand •vindende, zyn 'er wel 1O377 Noormannen verslagen, behalven noch een grooter g e t a l , die in de rivieren en poelen gejaagt w i e r den , en aldaar moesten verdrinken • alzo zy zeer ongeschikt, door malkanderen l o o p e n d e , vlugten (*). I n den jaare 8 9 0 , of omtrent dezen t y d , bestonden de Groninger Ommelanden alleen i n vyf, doch zeer wyduitgestrekte d o r p e n , doe genaamt H u g o m o n h i , Hunisga , Fivelga, Emisga en F e d e r i t g a ; en ' t eilandje de Band g e n a a m t , ' t welk vermoed word gelegen te L e b b e n tusschen h e t Dokkummer Diep en d e Lauwers (†).
'(*) Nu kwam Loáewijks Broeder, Kareî de Dikke aan, het gebied. Zie voorts over dezen strijd de Bijv. (†) Omstreeks dezen tijd werd Karel de Dikke onttroond, en de laatste van den stam van Karel de Groote, die 't Westen regeerde, met name Arnulph, natuurlijke zoon van Karloman volgde hem op, regeerde drie jaren en stierf, wordende door zijn zoon Lodewijk in 't gebied vervangen. Zie Aant. op het jaar 840,
Wumkes.nl
KRONYK.
m
I n den jaare 9 1 0 , als Staveren î i a a r e a Koophandel i n vreemde gewesten wyd e n zyds v e r s p r e i d e , en haar r e c h t tot de H e e selpoort van Nieumegen u i t s t r e k t e , waar van n o c h ten huldigen dage in een steen uitgehouwen staat, in het l a t y n : Dus verre is het Recht van Staveren, doe v e r b r a n d e aldaar de k e r k , toegewyd aan de M o e d e r maagd M a r i a , staande in ' t westen der s t a d , d a a r m e n ging naar 't klooster van Odolf. O m t r e n t dezen tyd q u a m Ode Botn i a , zoon van den Hertog van B o t n i a , grenzende aan het noorden van Z w e e d e u , alwaar ' t n u als een overheerd land onder! b e h o o r t , en gelegen aan de noordelykste i n h a m van de O o s t z e e ; d e z e , wegens zyna v r o o m h e i d , verkreeg de dochter van T a e k e Camminga tot zyne h u i s v r o u w e , en b o u w d e een stins in Oostergo. E n deze is de o o r sprong van dat geslachte, dat noch onder d e n naam van Botnia h e d e n bekent is. W e s t e r m a n heeft uit oude schriften a a n geteekent, dat in dit jaar te Hindeloopen. de eerste h u i z e n gebouwd z y n : het welk verstaan moet w o r d e n , van n a dien b r a n d , waar van wy hier boven op ' t jaar 779 hebben gesprooken. O m t r e n t d e n jaare 920 leefde K o p p e n van S t a v e r e n , of Cappîdus Stavriensis, diö d e geschiedenissen der F r i e s e u , van o u d e tyden af, heeft aangeteekent, daar n u slegts n o c h maar eenige overbiyfzelen van zyn. E n o m t r e n t den jaare 9 7 0 leefde. O k * 5
Wumkes.nl
68
FRIESCHE
ke van S c h a r l , Scliarlensis, welke uît z ó m mige overblyfzelen , nagelaaten van zynen oom Solke F o r t e m a n , de daaden der F r i e sen beeft beschreven. O m t r e n t den jaare 989 G O S S E L U D I G M A . N , n u zesde Landsheer zynde en w o o n e n d e te Staveren , is tot hem veldvlugtig (*) uit Holland overgekomen een zoon van A a r n o u d , Graave van Holland, die de F r i e sen Sikke n o e m d e n : welke van Ludigman minnelyk ontfangen w o r d e n d e , en ook n a eenigen tyd hem zyne dochter T e t ter v r o u we gaf? alwaar h y twee zoonen b y overwon. E n daar n a , op den trouwdag van zynen b r o e d e r , weder in Holland ontbooden z y n d e , zo gaf h e m zyn vader ten erfdeel eenige breede roeden land in Zuidholland en Kennemerland , en ' t slot dat heden t u s schen Haarlem en Beverwyk is gelegen, het welk daar van noch Brederoede of B r e d e r o d e genaamt word. I n d e n jaare 995 wierd te W e s t e r b i e r u m een kind met drie hoofden gebooren, ziende twee naar voren en het middelste naar a c h teren. I n den jaare 998 is door de Noormannen h e t stedeke Uitgong geheel verwoest, en tot den g r o n d toe vernietigt. O m t r e n t die plaats legt n u het d o r p Berlikum. I n den jaare 999 vertoonde zich boven
(*)
Een veldvîngtige is een overlooper.
Wumkes.nl
KRONYK.
69
Staveren een vreesselyke staartstar of comeet, 10 dagen l a n g : waar op een zwaare sterfte in veele landen is gevolgt. I n d e n jaare 1008 was 'er b y n a de gei e e l e waereld door een felle h o n g e r s o o o d , en groote sterfte in het l a n d ; d a t zomtyds zelve de leevendige, in ' t begraaven der afgestorvene l i g c h a a m e n , wel mede dood in de graven vielen. E n in de naastvolgende jaaren deeden de N o o r m a n n e n geweldige invallen in Westfriesland , daar de Friesen hen lieten b e g a a n ; om de landpaalen tegen de vyandelykheid der Graaven van Holland niet te ontblooten. Welke oorlogen met de Westfriesen, in deze eeuw voorgevallen, hier van ons overgeslagen worden. O m t r e n t dezen tyd zyn eenige Friesche Edelluiden uit de W e e z e r g e y a a r e n , die om d e Noord vreemde landen zogten op te d o e n ; welke, boven Ysland omzeilende , na verlies van h u n n e s c h e p e n , aan de G o u d k u s t , mogelyk M e x i c a , zyn vervallen ; van waar zy het eerste goud en zilver in deze landen h e b b e n gebragt. I n den jaare 1O4O is het G ô r e c h t dooi* Keizer H e n d r i k , bygenaamt de Z w a r t e , aan de Stoel van U t r e c h t geschonken : waar u i t n a d e r h a n d een groote twist ontstond. W a n t de Groningers waren van g e d a c h t e n , h e t G ô r e c h t alleen maar vergeeven te z y n : waar tegen de Bisschoppen en Clerigie van U— trecht staande h i e l d e n , dat de stad Gronin—
Wumkes.nl
'1ù
FRÏESCHE
gen insgelyks aan ben was geschonken, 't Welk de Bisschoppen ook met geweld en hunne geestelyke luister hebben door gedrongen, dat zy daar na honderden van jaaren Heeren van deze stad zyn geweest, doch niet absolutelyk (*). In den jaare 1042 wierd de stad Bremen door een booswigt in brand gestoken : waar door de Dom, des Bisschops Paleis en andere heilige huizen, met de schatten der kerksieraaden en boeken verbranden. In deze eeuw leefden verscheidene Friesche Edelen ; als onder anderen een Julius Deekema, die diverse Gezantschappen voor Keizer Hendrik den tweede bediende. In den jaare 1045 zyn verscheidene Friesche Edelen, die met grooten lof gedient hadden in den oorlog van Keizer Hendrik den derde, tegen de Hongaaren en Poolen., Wederom gekomen. In den jaare 1064, wanneer de Edelen te Almeenum, in St. Pieters kerk zouden ten offer gaan, is een Sasker toe H a r n s , (waar van de stad namaals den naam Hai-ns, zo als wy dezelve in 't plat Fries noch b e îioemen, zoude gekreegen hebben,) zich in de voorrang stellende, door eenen Ruerd Jarckes Harliga op het kerkhof doodgeslagen. Zo veel kragtiger was diestyds de Waereldsche eere, boven zaaken van godsdienst. (*) Men zie over deze'begiftiging het Jàarb. vaá dea Heer WESTENDORP op de jaren 1040 en 104&
Wumkes.nl
KRONYK.
71
In den jaare 1072 is Friesland door E g bertus, uit het Huis van Saxen, aan de andere zyde ingenomen. Doch ook door Keizer Hendrik wel haast weer tot afstand gedwongen , en hetzelve aan den Utreehtschen Bisschop geschonken: des hebben de Friesen zich tegen dat jok aangestelt, zo dat geen graaf van Holland, Utrechtsche Bisschoppen , of Saxische Vorsten, in het bezit van Friesland gekomen zyn. In den jaare 1076 was 'er een schrikkelyke harde winter, geduurende A'an St. M a r ten tot aan 't einde van Maart in 't volgende jaar; de Zuiderzee, Rhynstroom en andere rivieren waren zo sterk bevrooren, datze dien geheelen tyd als de aardbodem gebruikt wierden. Diderik de vyfde, Graave van Holland, de Westfriesen in eene zwaare slag overwonnen hebbende, zette het op Staveren a a n ; welke stad, na drie weeken tyd b e legert te zyn geweest, genoodzaakt wierd zich over te geeven: doch kogt haar weder vry voor 1400 kroonen. In den jaare 1096, wanneer Paus Urbanus de tweede, alle de Christen Prinsen van Europa in 't voorgaande jaar hadde gaande gemaakt, om de ongeloovige Saraseeuen uit Natoliën en 't Joodsclie land te verdry ven ; hebben zich veele Frïesche Edelen en gemeene lieden daar mede heenen begeeven, geteekent met een rood wollen kruis op h u n ne schouders, onder 't geleide van «enen
Wumkes.nl
72
FRIESCHE
P e t e r , Ambîaansche h e r e m y t : en z y n , na •veele gevaaren en ongemakken uitgestaan te h e b b e n , met eenen ongemeenen yver boven a n d e r e volkeren, in Natoliën aangekomen. I n d e n jaare 1097 overwonnenze aldaar verscheidene steden. E n in den jaare 1099 is Jerusalem na 10 dagen belegerings ingenomen. Na den jaare 11OO trokken op dat g e r u c h t noch derwaarts verscheidene uit den Frieschen a d e i ; als mede n o e h veele na dezen tyd (*). I n d e n jaare 1110 q u a m Hendrik de D i k k e , zoon van O t t e , Hertog van Beijeren , om Friesland af te l o o p e n , dat h e m d e Keizer reeds geschonken h a d : doch de F r i e s e n , om h u n n e vryheid te b e s c h e r m e n , j o e gen zyn volk b y Norden op de vlugt, en h y zelve wierd door d e zeelieden aan ' t s t r a n d gegreepen en i n zee geworpen. I n dit zelve jaar is G r o n i n g e n , in plaatze van haare houtene omheininge, met w a l l e n , gragten en een steenen m u u r omringd. Doch G o d e b a l d , de 24ste Bisschop van U t r e c h t , heeft in den jaare 1112 de Groningers g e dwongen h u n n e noch nieuwsgemaakte v e s -
(*) Wij hebben het niet ondienstig geacht over de Krujstogten der Friezen een aangeschakeld verhaal in de Bijvoegsels eene plaats te geven, - waardoor wij ons onthouden van alle andere aanleekeningen op de verschillende jaren, waarin dezelve zijn voorgevallen, 't welk anders noodig zoude zijn,-
Wumkes.nl
K R O N Y K.
73
tingwerken wee! erom af te breeken; en hen geboden, zoodanig een versterken der stad zich nooit meer te onderwinden, voor dat de Utrecbtsche Kerkvoogd daar in bad de bewilligt. Evenwel heeft deze stad van dien tyd af beginnen te floreeren en in rykdom toegenomen (*). In den jaare 1119 ontstond tusschen Gaale Yges Gaalema, en Floris de Vette, Graave van Holland, twist over den eigendom van 't bosch de Kreil, gelegen tusschen Enkhuizen en Staveren; tot zo verre dat Gaalema, den Graave aanvegtende, in zyneu regterarm eene wond toebragt, om dat d e zelve hem zyne jagers netten en ander tuig bad afhandig gemaakt. Doch deze twist wierd weder bygelegt. Omtrent in dezen tyd stonden in Dyxherne, tusschen Almeenum en Flieland, de geweldige stinsen van Gratinga, Harliga en Harns. In den jaare 1143 hebben te Groningen eenige oproerige burgers, in afwezen van bunnen Bisschop , die naar Romen v/as , St. Walburgs kerk met vestingwerken versterkt, om daar door den Burggraaf tot eenige voor îang verzogte zaaken te dwingen. Maar Egbert, Heere van het slot Groenenbei'g, vermaande h e n , van hun opzet te willen veranderen, doch te vergeefs : waar op hy aanstonds met zyn volk het slot b e -
(*) Vergel. WESTENDORP Jaarb, op 1112»
Wumkes.nl
74
FRIESCHE
legerde, en zeer d a p p e r aantaste; maar door deszelfs vastigheid niet k u n n e n d e v o r d e r e n , heeft h y zich te vreden moeten houden met de sterkte zeer naauw te besluiten; tot dat eind el yk de Bisschop, wederom gekomen z y n de , hen met een t r o u p soldaaten en krygstuig zodanig aantastede, dat zy zich b y verdrag moesten overgeeven. Doe deed de Bisschop h e n z w e e r e n , van nooit meer tegen de U trechtsche Stoel te zullen opstaan. Dus b e stierde h y dit alles ten voordeele zyner b r o e d e r e n , geevende aan d e n e e n e n , Leffert g e n a a m t , het Burggraafschap van G r o n i n gen , en aan den a n d e r e n , Ludolf geheeten, het Kasteleinschap van Koeverden : waar uit n a d e r h a n d groote onheilen zyn ontstaan (*). O n d e r t u s s c h e n q u a m de Paltsgraave, G o u v e r n e u r van B e n t h e m , met zyne macht i n D r e n t h vallen, en verwoeste dat l a n d , z o n d e r eenige tegenweer. Doch dit volk is n a d e r h a n d door des Bisschops krygsbenden b y Hemsen verslagen. I n den jaare 1148 is de stad U t r e c h t voor ' t grootste gedeelte afgebrand. I n den jaare 1 1 6 2 , als Miliaan door d e n Keizer F . Barbarosse (†) geheel vernielt e n gesiegt w i e r d , is Hessel M a r t e n a , e e n
-(*) Als voren op 't jaar 1143. (†) Onder de namen bekend van Frederik I , Aenobarbus, Roodbaard, ook Keizer Frederik de Groote, —
Wumkes.nl
K R O N Y K.
75
Friesch Edelman, in de belegering omgekomen ; na dat dezelve dapper gestreden, verscheidene bedieningen en bezendingen voor den Keizer had uitgevoert, en ridder geslagen zynde, bevel over 10000 krygsknegten bad gehad. Een Ofke Reinalda onthield zich ook eenige jaaren in deze Italiaansche oorlogen van Barbarossa. In den jaare 1164 overleed Lefiert, Burggraaf van Groningen > zonder mannelyke erfgenamen na te laaten; waar uit een zwaare oorlog ontstond. Want deze overledene had wel eene dochter nagelaaten, bebbende drie zoonen, die bet recht van hunnen overledenen grootvader meinden te erven: maar die tegenwoordige Bisschop van Utrecht weigerde deze zoonen aan te neemen Voor volle neeven van den voorigen Bisschop ; A'an gedachten zynde, dat door deze dood het Leen vrerviel, en tot den Stoel van Utrecht was wedergekeert. De Gemeente wás echter tot de zoonen genegen, en waren 'er ook reeds al in 't bezit; hoewel met vreeze voor des Bisschops geweld, waarom zy,'tot afkeeringe van dien, den Hertog van Gelder om hulpe verzogten : die voorts met een goede krygsmacht afcjuam, en zich voor Groningen vertoonde. De Bisschop zulks gewaar wordende, trok aanstonds op bet kasteel of den tooren, van waar hy in 't duistere des nachts de vlugt nam naar Flóris, Graave van Holland. Daar op wierdt bet kasteel met groot geweld aangetast j tot
Wumkes.nl
76
F R I E S C H E
eindelyk de vrede wiérd g e m a a k t ; o n d e r voorwaai'de, dat de Bisschop van deze zoon e n zoude ontfangen 300 m a r k , en d a n wederom ten vollen afstaan het D r o s t - of Burggraafschap van Groningen (*). I n dit jaar \vas ook een verschrikkelyke watervloed over F r i e s l a n d , Juliaans Vloed g e n a a m t ; waar door in Friesland en elders wel 10000O menschen verdronken. In den jaare 1 1 7 0 , den derden Novemb e r , is N e d e r l a n d door een droevigen w a tervloed aangetast, waar door h e t zeewater m e t 'er haast voor U t r e c h t s t o n d ; kabeljauw en wy tin gen wierden voor de stads in uuren gevangen, en veele menschen en beesten zyn verdronken. O m t r e n t dezen tyd , of eenige jaaren o n b e g r e e p e n , is S A A K E R E I N A L D A , de zevende L a n d v o o g d , tot groote droefheid d e r F r i e s e n , overleeden. Van hem word v e r h a a l t , dat men hera. noch tweemaalen voorstelde in de Landvoogdyschap te b l y v e n : maar het zelve t'elkens weigerende, m e t dit a n t w o o r d : dat zulks stryclig was tegens 's Lands wetten en vrybiïeven. V e r d e r verhaalt m e n , dat h y als Landvoogd g o u d - en zilvergeld liet m u n t e n . O m t r e n t den jaare 1182 vertoonden zich vier zonnen aan d e n h e m e l ; ook zag men
(*) Dit verhaal komt hoofdzakelijk overeen met het Jaarboek van den Heer WESTJÎNDOIIP , de vermelding op den jaare 1160, - en andere Schrijvers.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
77
gewapende m a n n e n in de l u c h t , en b l o e d regen viel op de aarde. Ook door een geweldig o n w e d e r , ondermengt met een dikke sneeuwjagt, zyn de dyken by U i t g o n g , een stedeke aan de B u r d e , doorgeb r o o k e n , waar door die landen geheel o n derliepen. Niet lang daar na b r a n d e het gemelde steedje byna geheel af: en het o v e r geblevene wierd in vervo'g van tyd door de N o o r m a n n e n vernielt. Nu legt op dezelve plaats het d o r p gcnaamt Berlikum of Beltjom. I n den jaare 1 1 9 0 , of omtrent dezen tyd , is de stad Leeuwarden eerst met wallen versterkt. I n den jaare 1192 i s , door ' t uitroeyeii v a n Uitgong , F r a n e k e r tot meerder aanwas gekomen, wordende uitgclegt met twee n a a s t gelegene akkers, als Froonakker en G o d s akker , en zo tot een stad g e w o r d e n ; waar Van zy ook eerst Froonakker genaamt wierd. Godsakker is aldaar noch hedendaags een bekende Straat. I n dit zelve j a a r , op den vjfden van J u n y , is het vermaarde klooster van St. B e r n a r d (*), te A d u a r d begonnen ; dat met eene prachtige kerk en 4 toorens p r o n k t e , deftiger als 'er ooit tusschen de Eems en Lauwers te zien is geweest.
(*) Of van de St. Cistercie-orde. Deae Äbdy ïs de vermaardste geworden in de Ommeiauden, bezittende aauzienelijke rijkdommen.
Wumkes.nl
78
FRÏESCHE
I n d e n jaare 1196 ontstond te Groningen» o n d e r de burgerye en h u n n e n Bisschop een groote o n l u s t , over de kerk van St. W a l b u r g . De burgerye was van gedachten, dat deze s t e r k t e , eertyds legen het overvallen d e r Noormannen g e b o u w t , de stad toe q u a m : en de Bisschop daar en tegen r e d e n e e r d e , dat deze kerk van ouds af i n zyner voorzaatens macht h a d d e gestaan. Dit liep zo h o o g , dat de burgers de k e r k , het dak en een gedeelte der m u u r e n deeden afwerpen. W a a r over de Bisschop zo t o o r nig w i e r d , dat h y den Kastelein van K o e verden , zynde de voornaamste aanstooker van dit werk , benevens de burgers van G r o n i n g e n , in den ban d e e d , en voorts ook met zyne macht naar Koeverden t r e k kende , dwong h y die plaats met geweld tot de overgaaf. O n d e r t u s s c h e n , als de B i s schop hier mede bezig w a s , hermaakte de Groningers h u n n e stads m u u r e n weder o p , n a datze h u n n e n Bevelhebber h a d d e n d o o d geslagen (*). O m t r e n t den jaare 1200 was de stad S t a veren n o c h , van oude tyden af, in groot g e z a c h , en dreef zwaare koopmanschappen door alle de gewesten des waerelds , zo dat de inwoonderen, door weelde en d a r t e l h e i d ,
(*) Over dit voorval, 't welk eene andere oorzaak gehad heeft, vergel, men W£ST. J«arb. op 't jaar U95.
Wumkes.nl
KRONYK.
79
zelfs goud aan h u n n e stoepens (*) lieten slaan. Waai- van zy noch ten huidigen d a gen genoemt w o r d e n : De verweende (†) Kinderen van Staveren. T e n blyke van dit gezegde, dient dit volgende : « eene z e kere ryke koopvrouw verzond een schip naar D a n s i c h , belastende den s c h i p p e r , om van de allerkostelykste waren voor haar tot zyne ladinge weerom te b r e n g e n : d e zelve weder k o m e n d e , en denkende zyne zaak wel verricht te h e b b e n , <juam met weite geladen aan de stad. ' t Welk zyne koopvrouw verstaan hebbende , was daar over t' o n v r e d e , en belaste d e n s c h i p p e r , zyne l a d i n g , die zy verstond aan bakboord ingekregen te h e b b e n , aan s t u u r b o o r d w e d e r in zee te werpen. W a a r op de d r o o g te , die men noch het Vrouwezand n o e m t , voor de haven is geschoten, als eene straffe over h u n n e v e r w a a n t h e i d ; zo dat de h a v e n , n a verloop van t y d , noordelyker heeft m o e ten verlegt w o r d e n ; gelyk zy n u noch is. E n heeft gemelde s t a d , van dien tyd af, allengskens beginnen af te n e e m e n , tot op haare tegenwoordige staat. V a n boven v e r haalde koopvrouw word getuigt, dat zy zich (*) Stoepens zijn Stoqpen of Drinkkannen geweest en' geenszins de Stoepen voor de deuren, waarvan anderen uit gebrek aan taalkennis ook de Kloppers aan de deuren gemaakt hebben. (†)
Vervieend is verwaand; ook fier, — lekker
oggebragt, weelderig enz, —
Wumkes.nl
80
F R I E S C H E
eindeijk noch met den bedelzak heeft m o e ten b e h e l p e n . " I n den jaare 1 2 1 0 , v e r b r a n d e , door een geweldige droogen z o m e r , het bosch de F l u s sen geheel af; en w i e r d , door het i n s c h e u r e n van het zeewater, eerst een kleen m e e r t j e , en met 'er tyd tot die groote, als h e t h e d e n is. O m t r e n t den jaare 1212 vielen 'er geweldige watervloeden over ' t L a n d , waar door d y k e n , d a m m e n , hoven en huizen wegspoelden , en wel 10000O menschen v e r dronken : en by aldien niet veele op d e terpen , stinsen en hooge boomen waren g e v l u g t , zou F r i e s l a n d , tusschen den Pihyn en de Eems van zyne inwoonders zyn o n t bloot geworden. W a a r door het voîk zo verarmt was g e w o r d e n , dat zy de d y k e n , zo haastig niet k u n n e n d e herstellen , moeste a laaten verwaarloozen; waar door m e t een noordwesten wind de z e e , tusschen het Flie en T e r Schelling, geweldig haaren loop n a m , en het land meer en meer o v e r stroomde. W a n t in dien tyd was de F l i e stroom noch maar een gem.eene r i v i e r , die Westfriesland van ons afscheide ; zo dat g e melde aanpersing van w a t e r , met 'er tyd meer en meer toeneemende, eene oorzaak geweest i s , dat de naastgelegene landzaaten afleidingen in gemelden stroom gemaakt h e b h e n ; alwaar de zee haaren loop inneemende, zyn de îanderyen eerst in poelen en xneeyeu afgescheurt.
Wumkes.nl
KRONYK.
81
I n den jaare 1 2 1 9 , d e n 16 van J a n u a r y , zyn deze landen wederom door een v e r schrikkeljken watervloed aangetast, die St. Marcelliis Vloed is g e u a a m t ; verwoestende alomme de d j k e n , d o r p e n , kerken en kloost e r s , groot en kleen vee in meenigte opgeslokt, en waar van word aangeteekent mede wel 1000OO menschen in verdronken zyn. Deze vloed heeft eene oorzaak geweest, d a t de volkeren naderhand de stranden verliet e n , en zich op hooge pîaatzen, iandwaards i n , ter wooninge begaven. O m t r e n t den jaare 1220 is 'Gryn ( * ) , gelegen tusschen het F;ie en A l m e e o u m , door S i a r d u s , mogelyk Sierd Siersiua, A b t van L i d i u m , met gragten en wallen voorz i e n , en tot een stad gemaakt-; alwaar ook een schoo'e van geleerdheid of Academie wierd gesticht. Niet lang na dezen t y d , als de lieden zeer eenvoudig en weinig o n derwezen w a r e n , hebben de Roornsche G e e s teijken , deze sJegtigh-eid (†) des volks tot h u n voordeel n e e m e n d e , byna het d e r d e n deel van de goederen en r y k d o m m e n des l a n d s in h u n n e kloosters gesleept; en veeîe ryke lieden , om alles na h u n n e dood te behouden , tot het kloosterleeven bewoogen. I n den jaare 1221 , o m t r e n t Driekoningen D a g , zyn door eenen watervloed wederom (*) Of Grind. (†) Slegtigheid is bier eenvoudigheid, «chaafdheid.
Wumkes.nl
é
pnba-
82
FRIESGHE
eenige duizenden menschen en beesten in Friesland om 't leeven geraakt. En den 24ste van February volgde een derde vloed: daar na een zeer groote droogte zonder r e gen , die de landen de teelkragt, om iets voort te brengen, deed verliezen. Hier op volgde, daags na St. Lambert, wederom een vloed, die de opgedroogde landen met zoute wateren vervulde. In den jaare 1222, in January, was 'er wederom een vloed over deze landen, waar door veele schade veroorzaakt wierd. , In dezen tyd leed Groningen zwaare onheilen \ want de stad van hare vestingen beroofd wezende, quam een ieder by dag en nacht daar i n , bedryvende veele gruwelen van moorden en bloedstortingen zonder dat daar recht over wierd gedaan. In den jaare 1224 is Friesland wederom door het zoute water overstroomt; waar door over de 10OOO menschen verdronken, ;en al wat meest van dç beesten voorhanden was. In den jaare 1227 braken de Groninger onlusten wederom op , tusschen Rudolf •, Kastelein van Koeverden, en Egbert, Burggraaf van Groningen, over deszelfs Burggraafschap. Doch de Utrechtsche Bisschop, Otto van der L i p , quarn met 'er haast herwaards en vereenigde hen. Maar de Bisschop was zo dra niet vertrokken, of Rudolf, zyno'e misnoegt over het gemaakte Verbond , heeft Egberts slot hy den Ham
Wumkes.nl
KRONYK,
83
aangetast en g e r u ï n e e r t ; en daar o p zelfs voor Groningen t r e k k e n d e , wierd hy dooi* die van zyn aanhang b i n n e n gelaaten. Hier op moest Egbert de stad verlaaten, maar verzamelde daar en tegen een groote m a c h t van F r i e s e n , waar mede h y de stad voort weer belegerde: schietende zo een zwaar v u u r in dezelve, datze voor 't grootste g e deelte in weinig tyd v e r b r a n d e , en h y haai* overwon. Rudolf moest insgelyks v l u g t e n , trok derhalven op K o e v e r d e n , en b r a g t b y u a het geheele D r e n t h in de w a p e n e n ; waar mede hy Groningen belegerde, en met groot geweld aantaste: doch de goede b e zetting van binnen deed h e n t'elkens afdeinzen, Ondertusschen cpiam de Bisschop van Utrecht mede h e r w a a r d s , om E g b e r t te o n t z e t t e n , h e b b e n d e by hem een m a c h tig leger van uitgelezene ruiters en soldaaten, met veele Grooten tot h u n n e Bevelhebbers, tot omtrent K o e v e r d e n ; doende het daar ter neer s l a a n , en d e n Gouvei'neur Rudolf opentlyk voor een rebel verklaaren. Rudolf brak aanstonds de belegeringe voor Groningen o p , en m a r c h e e r d e zeer moedig met zyne macht tot omtrent zyne v y a n d e n , laatende alleen een moerassig land tusschen beide. Des anderen daags morgens quamen d e vyanden voor den dag s p r i n g e n , om alzc» Rudolf en de zynen te overvallen: m a a r h u n n e groote stoutheid bragt h e n op d«s sîagtbank; want zo als z \ op d a moerassige • • * e
Wumkes.nl
84
F R I E S G HE
weide q u a m e n , wierd 'er van achteren zo-" danige gedrongen , datze 'er voor 't m e e r e n deel in bleven steeken. Doe viel Rndo!f met de zynen op hen i n , en hieuw zo vreesselyk onder die benaauwde vyanden , dat 'er in ' t kort 500 door ' t zwaard nedergezabeît w i e r d e n , of in ' t moeras waren gesmoord, e n waar onder de Bisschop zelve, die op eene zeer wreede wyze om ' t Jeeven wierd g e b r a g t ; vervolgens de vlugtende nagezet, en veele perzoonen van grooten rang gevangen genomen (*), In den jaare 1228 q u a m de Utrechtsche Bisschop W i l b r a n d met een groote k r y g s m a c h t in "t Drenth , om de dood van zyn Voorzaat te wreeken. Hy pleegde dieshalven eene groote tirannye aan de inwoouders. R u do'f moest zelve ook voor hem b u i g e n , geevende Koeverden weer over. Doch R u dolf h e r n a m door eene krygslist het kasteel •van Koeverden w e d e r o m , slaande de geheele bezettinge daar in dood. Daar n a heeft de Bisschop met een nieuw verzamelde m a c h t , in den w i n t e r , o n d e r de begunstiging van een felle v o r s t , wederom eene tocht herwaards gedaan; maar een zeer zwaar onweder van regen en h a a s tige dooy deed hen alle de vlugt n e e m e n , met aclilerlaatinge van alle h u n n e bagagie, ten voordeele van Rudolf. (*) Men zie over dezen strijd WEST. Jaarb, op de jareu 1226 enz. «— - •
Wumkes.nl
ERONYK.
85
ÏSa dezen b r a g t die Bisschop • wederom een leger op de b e e n , en h y op h ' t I i a r denberger kasteel z y n d e , voorneemens om Koeverden te b e s t o r m e n , komt Rudolf o n dertusschen van bet kasteel, om met den, Bisschop in der minne te accordeeren. Maar de B i s s c h o p , liet tegendeel zoekende, nam. den Gouverneur Rudolf, nevens zynen r a a d s m a n Hendrik van Graastorp , gevangen , doende hen schrikkelyk p y n i g e n , voorts leevendig râbraaken en de ligchaamen o p raderen stellen. In den jaare 1230, den 17de van F e b r u a r y , zyn door een tempeest van d o n d e r e n b l i x e m , over Friesland gaande, veeîe huizen, verbrand en neergeworpen ; en daar boven een watervioed, in welke veele duizenden menschen en beesten verdronken (*). In dit zelve jaar waren de Reilanders e n Asschendorpers (†) in cenen hevigen oorlog ; maar de eerste ganscli o n k u n d i g , vielen, met h u n n e meeste Edelluiden izi des vyauds handen. I n den jaare 1231 ontstond tusschen de
(*)
Vergel. de Aantt.
(†) WESTENDORP Jaarb.na. ' t jaar 1232 n o e m t de Reiderlanders en Emisgooërs, welke twist o n t staan was door het verdrinken van een Reiderland e r , omdat hij de lieden, die van de jaarmarkt, k w a m e n , h a d willen berooven. — Verg. denzelves^ I . 5280.
Wumkes.nl
M
FRIESCHE
dorpelingen van Uithuizen , en die van E e n » d r u m . een opeobaare oorlog , over een kleen eilandje, aan de Noorder d j ken gelegen. Dit verschil Was bevoorens al uitgesprookeu door de Rechters van Upstalshoom (*) ten voordeele van de Uithuizers. Doch die van E e n d r u m achte zich verongeljkt r en wilden aan het gevelde vonnis niet gehoorzamen ; gingen daarom by de G r o n i n gers om h n l p e , die hen ten eersten met een groote h o o p krygsbenden b y s p r o n g e n , en dus geljkerhand de Uithuizers aantasteden en in hinderlaag bragten. Hier tegen kreegen de Uithuizers ook o n derstand van de D r e n t h e r s , D r e n t h w o l d e r s , Vredewolders e n z . , trekkende ieder op h u n n e post. De Uithuizers wederom tegen die Van E e n d r u m , slaande h e n op de v l u g t , e n bequamen veel buit. Maar de Drenthers trokken voor G r o n i n g e n , en stieten daar schrikkelyk het hoofd: w a n t , nadatze d a a r d r i e dagen gelegen h a d d e n , wierden zy door
(*) Vpstahboom, gelegen een uur gaans ten zuidwesten van Aurik. Alhier stonden drie hooge eilce hoornen, met de takken en kroonen meest aan malkanderen gegroeit, hebbende op 2 a 300 tredtn na geene huizen omtrent. De Rechtspleeginge geschiede aldaar onder den blaauwcn Hemel, van de Regeerende en daar toe gerechtigde Perzoonen van alle de Frieslanden, en richtede alhier over alle zwaare zaákcn, welke bij de mindere Collegien niet afgedaan wierden; nis wanneer daar tenten opgeslagen en banken van çpgegraavene aarde wierden gemaakt.
Wumkes.nl
KRONYK.
87
die van b i n n e n , uitvallende, deerlyk v e r slagen , achterlaatende aan de Groningers 600 p a a r d e n , al h u n n e proviand enz. Door deze overwinninge kreegen de E e n d r u m e r s wederom m o e d ; vallende daarop in des vyands l a n d , en hielden 'er gruwelyk h u i s ; want zelve staken zy de b r a n d in de kerk U s q u e r t , welke, behalven de andere geheiligde dingen daar i n , met eeue geweide h o s tie , verbrande ; daar en boven wierden d e vrouwen geschonden, en noch oude of jonge lieden gespaart. Onclertusschen, als de Drentkers voor Groningen waren , quant Bisschop W o l b r a n d met zyne soldaaten voor K o e v e r d e n , n e e mende de stad en voorburg i n , en zabelde alles neer wat 'er in was , zonder zelve de noch in de wieg leggende kinderen te s p a r e n : hier n a gaf h y d e plaats aan zyne soldaaten; die dezelve geheel uitplonderden. en n a d e r h a n d in b r a n d staken. Maar het kasteel heeft h y , om zyne vastigheid, niet k u n n e n b e m a c h t i g e n ; alhoewel het echter op die of een anderen tyd ook ten eenemaal verdistrueert is geworden (*•). I n den jaare 1 2 3 2 , in S e p t e m b e r , was te Groningen een zameukomst van die van H u -
(*) WEST. Jaarb. I. 282 beschrijft korteüjk dezeiv oorlog voornamelijk .iïaar de verhalen van E. Be'mnga en Harkenroth gevolgd, bewerende tevens dat het niet de Eetyrurnmers'rriaar de Ermersen geweest : ssijn, '
Wumkes.nl
88
F R I E S CHE
singo, Westerlanders en h u n n e bondgenoot e n , welke dus geSykerhand im Fivelingovielen , tot omtrent W e s t e r - E m b d e n : maar wierden door h u n n e p a r t j e zo deerlyk g e h a v e n t , datze met 'er haast de vlugt moest e n neemen , met achterlaatinge van 400 dooden of gevangenen, en veele gekwetsten aan h u n n e vyanden. I n den jaare 1233 is Otto de derde r Graaf van Holland, met een groote k r y g s m a c h t in ' t D ren Ui gevallen ; heeft de stad K o e v e r d e n , benevens de Drentliers , o n d e r zyne gehoorzaamheid g e b r a g t , en hen daar n a gedwongen, behalven andere breuken te geeven, een klooster te bouwen ( * ) , ter plaatze daar wel eer de Utrechtsche B i s schop Otto van der Lip verslagen was. Dit klooster is het volgende jaar aangevangen y en ter p l s a t z e , daar n u Assen i s , volbragt; zynde het zelve dat namaals en n u noch tegenwoordig tot het Gemeenelands Huis gebruikt word. I n den jaare 1234 is het stedeke W a r t e n a , door een h a r d e n s t o r m , geheel weggespoelt. Het was gelegen in de Grietenye van Idaarderadeel, omtrent G r o u : waar van n u noch een d o r p van die zelven naam is. I n dezen tyd is ' e r weder twist o n t s t a a n ,
(*) Voor de zusters van de Cistercie-orde, opdat de schimmen der verslagenen mogten verzoend worden. Het werd eerst aangelegd hij Koevorden aan de A, doch naderhand verplaatst.
Wumkes.nl
KRONYK.
m
om de voorrang in ' t offeren r tussehen die. van Albada en Reinnlda te Waaxens . b y Holwerd : waar uit n a d e r h a n d de scheuringen tussehen de Schieringers en Vetkoopers gerezen zyn. De b u u r t , omtrent het westen van A l m e e n u m , is in dit jaar tot een stad geword e n , en met ha»re voorrechten voorzien. M a a r , als 'er twist tussehen de Edelen van Harb'ga en H a r a s ontstond om den naam T zo heeft zy tot heden die beide naamen b e b. oud en , en word in de gemeene Spraak Harlingen , en in de Friesche landspraak I i a r n s geroemt. I n den jaare 1239 was S I K K E S J A A R DA of S J A A R D E M A , Landsheer van F r i e s land. En Willem , Roomsch Keizer, en 21ste Graave van H o l l a n d , de stad Aken belegert h e b b e n d e , ontbood de Friesen tot zyn h u l p e : welke de stad met water bezettede en overwonnen. Voor deze d i e n s t , aan hem b e w e z e n , bevestigde de Graave h u n n e n v r j b r i e f , door Karel den Groote voorheen aan hen gegeven. Daar na verzogt hy Sjaardema , zo door groote giften van geld ,. als ' t Erfstadhouderschap hem Friesland over te geeven. Maar dezelve sloeg des Graafs voorstel door een vinnigën brief p l a t af; schryvende aan h e m : « Meent gy, dat ik, om my en myn geslacht te verheffen, een verraader wil zyn, en myne nakomelingen van de vryheid berooven, die onze Voorvaderen boven alle goederen geacht
Wumkes.nl
00
FRIESCHE
hebben ? " E n liet noch , ter bescliirnpinge en verachtinge van gemelden Graaf, goude p e n n i n g e n slaan , waar op aan de eene zyde in ' t l a t y n , doch dus vertaald, s t o n d : SiKKE SlAARDEMA, LANDSHEER VAN FRIESLAND: e n aan de andere z y d e : LlBERTAS PRÆVALET AURO: dat in eene goede zin g e zegt is : Liever V^ry, als Ui/k. Waarom hier na lusschen den gemelden Graaf en d e Friesen een oorlog is ontstaan , waar in de e e r s t e n , overwonnen z y n d e , sneuvelde. Hega Holtwada s c h r y f t , dat dit voorgevallen is. in den jaare 1255. I n den jaare 1242 was te Groningen een zamenzweeringe gemaakt door de G e l k i n g e n , tegen de drie nagelaatene zoonen van Egbert van Groenenberg. Zy vielen eerst op d e n oudsten en sloegen hem dood ; maar de andere twee gingen v l u g t e n , verzamelden goede h u l p e , en trokken op h u n n e v y a n d e n af. Doe wierd 'er een burgerlyke o o r log b i n n e n de stads vesten gevoert; leggende een ieder op zyn h o e d e , om zyne p a r t y afbreuk te d o e n ; bedryvende groot geweld e n bloedstortinge. Doch de meeste nëêrlaagen vielen de autheurs van dit werk ten d e e l , die zelve veel volk verlooren, en de stad ook moesten ruimen. Hier op wierden h u n n e huizen aangetast, beroofd en verscheidene tot d e n grond toe geraseert, en i n b r a n d gestoken. I n d e n jaare 1246 is te Groningen de St. Nikolaas k e r k , n u der A . gebouwd j..
Wumkes.nl
KRONYK.
91
welke door Bisschop Otto van Utrecht i n den jaare 1 4 4 6 , op verzoek der ingezetenen van de s t a d , tot een Parochiekerk is opgeregt. ' t Zelve j a a r , in November , was door zwaare storm en onweder een groote w a t e r vloed over F r i e s l a n d , en elders , waar door aan menschen en goederen veele schade geschiede. I n den jaare 1248 b r a k e n de Groninger onlusten wederom o p , waar i n , op den eersten N o v e m b e r , Thetse door Rudoif van Pedesen wierd omgebragt. Den 19de der zelve maand volgde hier o p een droevige watervloed, die zelve, b e h a l ven de b u i t e n d v k e n , de dyken van het diep g e n a a m t , welke nu aan de Eems een zyl en verlaat hebben , wegspoelde. I n ' t begin van den jaare 1249 is w e derom een watervloed over deze landen g e gaan ; wordende door een andere vloed op den 12de van F e b r u a r y gevolgt; en d a a r n a met eene zwaare pestellentie en d u u-reu tyd. Evenwel was Groningen n o c h vol o n l u s ten : want die van de s t a d , doe zeer wreed z y n d e , hielden het koren in dezen bedroefden tyd op een zeer hoogen prys , en daar b o ven wierd het v e e , ' t welk door de l a n d lieden ter m a r k t wierd g e b r a g t , door eenige oproerige geesten aangetast en veel b e schadigt. O m t r e n t dezen tyd is het Kof in 's G r a a -
Wumkes.nl
92
FRIESCHE
venhaage, benevens de groote Zaal a l d a a r , door Koning Willem den tweede , en 2 i s t e Graaf van Holland, gebouwd. I n den jaare 1250 was te Farmsum een D e k e n , Sikke genaamt, welke de O m m e landscbe gemoederen zeer o n t r u s t e d e : h y maakte zeive een verbond tusschen die van Hunsingo en Fiveliugo; en dns met m a l kanderen te velde t r e k k e n d e , wierpen zy bet slot Groenenberg o m v e r r e , en poogden Groningen ook te belegeren. In dit en ' t volgende jaar is Friesland wederom door twee water vloed en overstroomt geworden ; waar door veele duizenden van meuschen en beesten verdronken. In den jaare 1251 is Groningen door de Ommelanders belegert en verscheidene maaien b e s t o r m t ; d o c h , door de goede b e zettinge , wierden de bespringers t'elkeus afgewezen. Nochtans hebben die van b i n nen z i c h , na een beleg van vier w e e k e n , met verdrag aan h u n n e v j a n d e n moeten overgeeven. Hier na wierd G r o n i n g e n , door de b a l lingen wederom v e r r a s t , brengende in den eersten aanval Hendrik Butel om ' t leeven ,, en roofde doe veele goederen van de G e l kingen. O p dit gerucht trokken de Ommelanderbondgenooten wederom welgewapent voor d e stad , welke h a a r door Conraad , Hoofd deiBallingen, zonder h u n geweld af te wagten,, wierd overgegeeven. Hier door geraakte G o a -
Wumkes.nl
K R O N Y IC.
93
raad in gyzeling ; maar kort daar na , d o o r schoone beloften , ook wederom ios ; b r e n gende , hoewel tegen zyn gemaakt v e r b o n d , een hoop krygsvolk b j e e n , waar mede hy het Franciscaner Klooster v e r r a s t e , laateude het zelve voort van volk en andere u o o d wendigheden voorzien. Ook namen zy alle steene huizen , die vast tegen h u n n e v y a n den waren , in , ea deedeu die van p r o v i and en oorlogstuig' voorzien. De wederparty vlugte tot de kerken van St. Marlen en St. Nicolaas ; alwaar zy zo sterk wierden bevogten en iu benaauwtheid gebragt, datze by de landlieden om verdere h u l p e riepen. Hier op q a a m e a die van Fivelingo af, outzettede b e n , ea tastede der vyanden bezettiuge zo sterk aan , datze hen , na groote bloestortinge, lot overgeevinge d w o n g e n , doch Conraad on ts treek hen en ging in ' t heetste van ' t gevegt door. I n den jaare 1254 is Groningen weder door Conraad met verrnssinge ingenomen. De bespringers quanien heimelyk b y n a c h t in de s t a d , en op St. Marlens K e r k , h o u dende zich tot den morgenstond v e r b o r g e n : doe , de t r a p p e n afloopende , vielen zy h u n n e partye op ' t ]\f, slaande 9 mannen d o o d , en de andere solveerden z i c h , zo zy Lest k o n d e n : daarop is alles, wat 'er in d e kerk gevonden w i e r d , prys gemaakt, e n d a a r van een gedeelte aan de gehuurde soldaaten tot soldye gegeeven: waar door de stad d o o r plonderinge en oproer vervult wierd. ;
Wumkes.nl
94
F R I E S C H E
I h d e n jaare 1255 is Hindeloopen, n u , na d e brandstichtinge en uitplonderinge d e r Noordsche volkeren , weder haareu wasdom bekomen h e b b e n d e , tot een stad geworden, en met voorrechten en privilegiën begiftigt of voorzien. In het zelve j a a r , den 18 van January (*), is Willem de tweede, Graave van H o l l a n d , omtrent Hoogwoud van de boeren dood g e slagen. Deze Graaf was van Alkmaar met een groote krygsniacht uitgetrokken, voor h e b b e n d e de F i ï e s e n , die tegens hem en zyn voorzaalen altoos wederspaunig h a d d e n geweest, met de wapenen te t e m m e n , en onder zyne gehoorzaamheid te brengen. Maaide Graaf, door onvoorzigtigheid, te verre vooruit r y d e n d e , trapte het paard door het y s ; waarop de b o e r e n , van achter de s t r u i ken k o m e n d e , hem dood sloegen. I n den jaare 1 2 5 7 , den lOde van O c t o b e i ' , is Friesland weder door een watervloed overstroomt geworden ; waar door de dyk i n G r o n i n g e r l a n d , by Zonda , daar de r i vier de Fivela met nieuw werk bedykt w a s , omverre wierd geworpen , en voorts het water over het land stroomde. In den jaare 1259 quain H e n d r i k , de achtste Bisschop vau U t r e c h t , in D r e n t h wolde , n u ' t G ô r e c h t , en vorderde groote . (*) Is gebeurd 21 Januarij 1256 op zijnen togt tegen de West-Friesen. - Zie voorts de ÂanL. op Sikko Sjaaixleœa in 't jaar 1230.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
95
sommen geld van de inwoonders: doch wierd h e m geweigert. Hierom deed hy d e Drenthers aanstonds wapenen , en de naaste huizen van h u n n e partyen in brand steekeu. Daar tegen verzamelde de Drenthwolders h u n n e macht ook b y e e n , en vielen aansîonds met eene groote hevigheid op de vyanden in ; waar door zy in den eersten aanval 120 dood sloegen, veele quetsten, en eenige gevankelyk met zich sleepten. I n den jaare 1262 wierd in Friesland eene aardbeevinge gevoelt, welke Groningen mede trof, inzonderheid het klooster W i t t e w y r u m , waar door de toren instorte : hier op voigde een watervloed door de d y k e n , met verbreeking van de zyl F i s m a r , in d e n Oldambte. I n den jaare 1263 is de kerk van h e t vermaarde klooster St. Bernard , te A d u w e r d , ten tyde van Gayke , de zevende A b t , o p eene zeer plechtige wyze i n g e w y d , n a dat 'er r u i m 200 monniken 23 volle jaaren aan h a d d e n gearbeid, om de kerk op te bouwen en het werk voort te zetten. I n den jaare 1266 was de tweede M a r cellus vloed , waar door Friesland wederom wierd b e z o g t : evenwel raakte Fivelingo, door de sterke d y k e n , die de monnikken van W y r u m met die van Z o n d a en h u n n e n a b u u r e n , daar ' t voôrige jaar tegen d e Eerns h a d d e n geîegt, bevryd. I n den jaare 1268 wierd D ' r Y l s t , een kleene rn.yl leggende van Sncok, en doe n o c h
Wumkes.nl
96
FÏIIESGHE
maar eene b u u r t , mede met Stads voorrechtbrieven of privilegiën voorzien. I n d i e n ' e r eene Yie Stins geweest i s , schynt het niet ongeloofelyk, dat het daar van haaren naam. ontleent heeft, volgens gebruikeîyke verkortinge en zameutrekkitig der woorden. I n den jaare 1270 is te Bolswert liet B r o e r e Klooster gesticht, waar toe het houtwerk voor het grootste gedeelte van de Kreil , by S t a v e r e n , wierd gehaalt. Geljk ook te S t a veren , Hiudeloapen en andere plaatzen in d e n Zuidhoek, n u noch wel h o u t , uit het gemelde bosch gehouwen, te zien is. In den jaare 1272 is door geheel F r i e s land eene zwaare sterfte onder het vee g e weest , als ook een groote hongersnood onder de menschen. I n den jaare 1273 zyn door eenen w a t e r vloed in Friesland wederom wel 2000 m e n schen verdronken. In den jaare 1 2 7 6 , op goede V r y d a g , beviel de Graavinne van Hennenberg te Loosduinen in het kraambed van 365 k i n deren ; wordende dezelve van haar o o m , Bisschop Otto van U t r e c h t , in één bekke g e d o o p t : de knegtjes wierden J o a n u e s , en d e meisjes 'Elizabeth genaamt. Doch zy s t i e r ven alle nevens de moeder , en wierden te Loosduinen in 't klooster begraven. In den jaare 1 2 7 7 , den 25ste van Decemb e r en den i3de van J a n u a r y 1 2 7 8 , heeft d i t gewest door schrikkelyke watervloeden w e l geleden 5 want dooi' dezelve verdronken.
Wumkes.nl
SRON IK.-
97
3 3 dorpen en veeîe duizenden van î n e n schen en beesten in den Dollaart; en doe is het begin gemaakt van dien groolen I n ham , de Doilaart genaamt. O m t r e n t d e n jaare 1 2 8 0 , na dat de F r i e sen van de geduurige bespringingen der Graaven van Holland en der N o o r m a n n e n , b u n n e n bals n u vryer h a d d e n , zyn de oude w r o k k e n , die in 't offeren om den voorrang îf,o meenigmaalen ontstaan waren , weder o p geborsten, en de s ü n s e n , voorheenen tegen de uitlandsche w a n d e n gemaakt , wieschen n u in getal en nieenigte: en onder schyn van bescherminge tegen de stormende vvatervloed e n , wierden de l a n d e n e u en d o r p e n met hooge wieren van aarde digt te zaïneu g e s t a m p t , daar gemelde stinsen op gebouwd wierden. W a a r uit eerst cpiaad n a d e n k e n , .doe b a a t , nyd en eindelyk openbaare v y andscliappen en ïnoorderyen onder de E d e len o n t s t o n d e n : liet land wierd in tweeën v e r d e e l t ; die van Oostergo gaven de a n d e ren den naam van Schieringers, om dat liunue landstreek , in broekig en w a t e r a c h tig land b e s t a a n d e , en h u n n e meeste kostwhming en handel in de visscherve van Schiere. A a l , alwaar 't alomme van krielde, bestond of gelegen was. E n zy zelve gaven zich den naam van Velkoo'pers , om dat zy in h u n n e hooge landen en grasryke weiden m e t de vetweijeryen en landbezaaijingen meereudeels zich geneerden. Doch andera verhanlen om andere inzichten, V a u alle 7
Wumkes.nl
*
ÖS
F R I E S CH E
welke twisten en oneenigheden wy niet van vöorneemen zyn alle voorvallen te m e l d e n , om r e d e n e n dat die voor het meeste gedeelt e tussclien byzondere Edelen zyn o n t s t a a n , e n daarom voor geene aîgemeene laudtwisten zyn te h o u d e n : maar wy hebben voorgenom e n te m e l d e n , de grootste gevalieu, en die voor aîgemeene laudtwisten te houden z y n , en tot eene daadelyke tweespalt des Gemeenen Lands zyn uitgeborsten, waar van wy alleen de voornaamste ontmoetingen, die steden en landen eenige merkelyke v e r anderinge a a n b r a g t e n , h e b b e n aangeteekent. V a n welk alles in het gemeen geweeten d i e n t , dat aan beide zyden dikwyls vredeverbonden gemaakt en verbrooken zyn , maar van ons niet alle aangeteekent, om dat wy kort willen zyn (*). I n den jaare 1287 waayde het zo een geweldige s t o r m w i n d , dat alle de dykeii r o n d o m Friesland d o o r b r a a k e n , waar door kerken en huizen wegspoelden. Van het s t e deke G r y n bleeven geen 10 huizen s t a a n , en het getal der verdronkene menscheu was wel 80000. By welke gelegentheid, Floris d e v y f d e , Graave van Holland, de m a c h t d e r Friesen n u merke!\k verzwakt z i e n d e , de Westfriesen met weinig moeite onder zyn ge"bied gebragt lieeit, en een kasteel te M e -
'•(*) Over dc-je tï-Tsîsn ûz .'V;;r.ieukeï'j!î>ge'c,
Wumkes.nl
tnoii de algemeen*
'XRONYK.
W
áenMik , nevens noeli drie a n d e r e n , in 't gezigt der Oostersche F r i e s e n , bouwde. In den jaare 1292 n a m Graaf Floris de stad Staveren i n , en begiftigde haar met verscheidene voorrechten. O m t r e n t dszen tyd begon in Friesland de wortel van die allerverdervende p a r t y s c h a p , Schieringers en Vetkoopers genaànit, aan te groeijen; zynde tot noch toe onder den Adel alleen beslooten; maar dat d u u r d e niet l a n g , of de Gemeente wierd ook gedeelt en van een gescheurt. Ook begon men meer en meer steenhuizen of stinsen te bouwen , tot een toevlugt voor hen zelve, en afbreuk h u n n e r vyanden. Gemelde scheuringe is eerst onder d e n Adel op de brasmaalen. uitgebroeit, en kort daar na tot het gemeen over gegaan. De Vetkoopers of Vetwyders waren de Hollanders toegedaan: en de Schieringers, veel geringer van staat, hielden zich aan het Groninger verbond. I n den jaare 1293 heeft S n e e k , n n d a g e lyks in goede neeringe aanwasschende, mede stads voorrechten b e k o m e n , tot groot nadeel van de n a b u u r - s t a d D'i'YJst: maar in ' t volgende jaar trof haar het ongelukkig lot van b r a n d , welke gemelde stad tot op twee huizen na geheel in den asch leide en v e r teerde. I n d e n jaare 1 2 9 8 , den 27ste van J U B Y
* 7
Wumkes.nl
?03
F R I E S G H E
( * ) . is Floris de vyfde en 19de Graaf van Hollend , door Gerrit van Velsen , Heer van Noord w y k , op eene moorddaadige wvze omgebragt. ï n den jaare 1299 namen de Friesen de drie nieuwgebouwde kasteelen der Hollanderen i n . als ook M e d e n b ü k , n u reeds m e d e tot een stad g e w o r d e n ; e n , na eeuig strydeu m e t . d e Graaven van Holland, moesten die Westfriesland weder verlaaten. O m t r e n t den jaare 1303 verscheen in de l a c h t , boven Schar! en W a r n s , verscheidene vertooningen van kryg en oorlog, met een ysselvk geroep: Help 1 help! De zon •veranderde in b l o s d , en regen van bloed •viel op de aarde. In den jaare 1305 verdroegen de Seliieringers en Vetkoopers niet 'maikanderen, om 'hanne twisten , door een gevegt van twee m a n n e n uit hen . ten einde te brengen : dit werksteliig gemaakt zynde , bleven de .Vetkoooers verwinnaars en de Schieringers verliezers. I n den jaare 1308 quamen de N o o r m a n n e n met .eenige schepen in F r i e s l a n d , om o n d e r die inlandsche twisten , eenen roof uit het land te haaien : doch. R E I N E R . CANGA. of C A M M I N G A , dies tyds L a n d s heer z v n d e , heeft hen met zyn byhebbende
•. (*) Over den jmstarf dag, waarop deze gruwelijke jwoord isesft plaats gehad, zijn vele Schrijvers het niet eens.-«n in ïoiiáerhagen twist gei-aakt, ~~
Wumkes.nl
KRONYK,
lOr
macht d a p p e r afgeslagen ; en over de 9 0 0 Vyanden nedergemaakt h e b b e n d e , vvïerd liy zelve g e q u e t s t , waar van h y stierf, tot gr'ooto droefheid zyuer landsgenooteu. Na hem volgde J. H E S S E L M A R T E N A , hoewel tegen zynen z i n , in het L a n d s h e e r lyke G e b i e d , om zyne u i t m u n t e n d e vrede-' lieven theid. O m t r e n t dezen tyd heeft Johannes Fliet e r p , Secretaris van Martena , onverwagt d e beschryvinge van Okke Scharlensis te S t a veren g e v o n d e n ; en dezelve uit liet latyu vertaalt h e b b e n d e , met eenige van zyne eigene: aanteekeningen , in het licht gegeeven. I n dezen tyd wierden de Hollanders, die met liulpe der Westfriesen , Friesland d a c h ten te berooveri, d a p p e r al'gekeert; het welk E n k h n i z e n door eenen b r a n d moest vergelden. I n den jaare 1313 is de Landsheer M a r tena overleden, hebbende het land tegen de aanvallen der vyanden dnpner bevryd , eu dezelve verscheidene maaien verjaagt. Om n u een nieuwen L a n d s h e e r te verkiezen , ontstond o n d e r het Friesche volk een zwaare twist: de een begeerde d i e , en de ander weer een anderen , maar alzo in dien tyd stormwinden en overstroomingen q u a m e i i , die wel 500 meuschen wegsleepten, s t a a r t s t e r r e n gezien wierden , bloedregen n e d e r viel, en andere teekenen aan den hemel zich v e r t o o n d e n , zoo quamenze daar door tot bedaaren. Ook ontstond 'er in dezen t y d een vreessdyke hongersnood; waar uit d r o e -
Wumkes.nl
10»
FRIESGHE
vige exempelen voortquamcn : onder a n d e ren , eene zekere Vrouw . hebbende haaf goed by de land twisten v e r t e e r t , en te S i x b i e r u m b a a r armoede v e r b e r g e n d e , s:oot Laar buis toe en stierf alzo met haare K i n d e r e n . E n een weinig tyds bier n a , beeft eene ongemeene sterfte bet derdedeel der xneoscbeu weggenoomen. I n den jaare 1318 cjuamen de Hollanders met een kleen vaartuig te Makkuin en K o r u wert aan l a n d , m e e n e n d e , onder liet gewoel van deze inlandsche scheuringe, een goeden buit weg te sleepen : maar de Friesen spoeld e n ben de voeten , en hebben door b u i p e van die zelve schepen Medeiiblik en E n k huizen uitgeplondert. I n dezen tyd was Staveren mede in liet V e r b o n d der Anseesteeden. E n in dezen t \ d b e v r j d e n de Friesen b u n L a n d mede voor de aanvallen der Graaven van Gelder • als mede voor die der Hollanders en Westfriesen, n u wederom h u n n e vyanden geworden. I n den jaare 1323 wierd van alle de F r i e sen b e r a a m t , voortaan h u n n e generaale R e c h t s - V e r g a d e r i n g e te Ups talboom , in Oostfriesland , te h o u d e n . I n den jaare 1 3 2 4 , in N o v e m b e r , zyn door een groot tempeest van donder en b l i x e m , en een watervloed over Friesland en Holland g a a n d e , veele menschen en beesten Verdronken. I n den jaare 1326., of omtrent dezen t y d f
Wumkes.nl
KR O NTK.
103
begon A p p i n g a d a m in aîle neeringe, ambag~ ten en rykrloin toe te n e e m e n , zelfs G r o ningen gelyk te worden. I n den jaare 1 3 2 7 , een weinig na K e r s mis , zyn de privilegiën en keuren van A p pingadam , door de Staaten van Fivelingo, in een zeer plechtige byeenkomst opgestelt en goedgekeurt. Ook zyn dezelve, weinig dagen daar n a , op een algemeen en L a n d d a g , te Upstalsboom bevestigt, en met liet Zegel (*) bekrngtigt. I n den jaare 1328 was de toestand d e r Scliieringers en Vetkoopers zo verre gekom e n , dat de zwakste p a r t y n u begon v r e e m de soldaaten iii dienst te neemen. In den jaare 1332 zyn de wetten gemaakt van de waterlossiage by liet Huis G r o e n e n b e r g ; waar uit een oorlog o n t s t o n d ; want de Friescn van. H u m s t e r l a n d , Vredewold enz. , zich t'zamen voegende tegen de G r o n i n g e r s , geschiede het eerste gevegt in H u n s i n g o , en de tweede slag in Fivelingo, beide tot nadeel d e r landlieden. Maar de derde treffinge was zwaarder d a n de eerste, en viel d e Groningers ten deel. Daar na is het Huis Kortinge , by Seî— w e r t , zynde met eenige Drentsche Edelen
(*) Dit Zegel der vrye Frieslanden verheelt een geheel gewapent Man, houdende in zyn reglerhand een Lans, en in de linkerhand een bloot Zwaard, dal np de schöi/dtr opgefwtrt word, en sUmnek ûndcr ec/s
Wumkes.nl
Î04
FRIESCITE
bezet,• door de landlieden stornienderliancï i n g e n o m e n , en de gansclie bezettinge daar i n dood geslagen. Voorts wierd Groningen ook door hen overweldigt, wordende veeie b u r g e r s in de eerste furie gedood, en 60 d e r voornaamste auteurs van die onlusten opentîyk op de m a r k t , by de P e l s l e r - , G a d d i n g e - , en Volkeringe Straat door ' t zwaard onthoofd (*). I n den j-aare 1 3 3 4 , in N o v e m b e r , op St. Klemens D a g , was 'er een groot onweer van donder en b i i x e m ; en zo een waterv l o e d , dat het zeewater over de dyken heen s t r o o m d e , waardoor veeie menschen in F r i e s land en elders verdronken. I n den jaare 1336 zyn te Bolswert 136 buizen v e r b r a n d . Ook wierd Friesland in dit jaar wederom door een v,atervîoed a a n getast , daar door veeie menschen en b e e s ten verdronken. In den jaare 1342 was het A d u a r d e r klooster zo machtig en weelig geworden T d a t h u n verboden wierd , meer goederen en landeryen aan te koopen. I n dit zelve j a a r , den 25ste van S e p t e m b e r , is Graaf Willem van Holland , zo 'er gezegt w o r d , in Friesland gevallen met over
(*) Men zie WESTEND. Jaarb. over dezen strijd op de jaren 1232 en 1233, die dezelve toeschrijft aan de partijschappen tusschen de Yetkoopers en Schieringers, en waarin deze katstea de overhand behielden*
Wumkes.nl
KRONYK.
j
*
ÎÖ»
de 10000Ö m a t i n e n : maar wierden van d e Frieseu zoodanig g e h a v c n t , dat zy met acliterlnatiuge van 18000 m a n n e n , waar onder • de Graaf, en omtrent 200 Edelen . wederom moesten aftrekken : zynde dit de grootste overwhininge die de ZeeJandsche Friesen ooit hebben bevogten. W a n t daar word ge— z e g t , dat de Hollanders 10 mannen tegen d e Friesen een sterk waren geweest. ïn den jaare 1348 waren die van ïftinsiiigo met de stad. Hamburg in oorlog: docli de Hamburgers den Frieschun koophandel niet k u n n e n d e missen, bragten door anderen zo veel te weeg, dat de zaak door wederzyd:sche gezanten is bygeiegt geworden. l u den jaare 1350 was 'er zulk eene v e r giftige pest in en omtrent Friesland , dat d e meiifcbcn al gaande en staande dood n e d e r viel•;•••! , blyvcnde van 1000 naauweïyks 10 in ' t ieeven. ô Ysselyk v e r h a a l ! •In den jaare 1361 is te Groningen eene generale vergadering gehouden van alle M a gistraatsperzoouen in ' t geheele vrye F r i e s land , tot conservatie van h u n n e rust en vrede. In den jaare 1364 heeft Hertog Aalbregt van Bejeven, Graave van H o l l a n d , het E i land T e r Schelling in b r a n d gestoken ; d o c h niet zonder weèrzydsche bloed s t o r t i n g e n , want het in dien tyd ouder Friesland b e hoorde. I n den jaare 1 3 6 8 , den vierden van S e p tember } is Groningen door alle r e g e e r e n d e ,
Wumkes.nl
108
FRIES
CUE
en daar toe gerechtigde perzoonen, tnsschen de Eems en Lauwers, gerechtigd tot de Stoel d e r gemeene Vergaderingen ; ' t welke zy voorheen maar naar gewoonte hadde g e weest. I n den jaare 1379 is Koeverden door de Rustringen en O os (ringen, met Sibet en meer andere Hovelingen, ingenomen. In den jaare 1387 zyn in Friesland door een watervloed wederom vee Ie menschen en beesten verdronken. In den jaare 1388 heeft Folkmer Allena het steedje A u r i k , in Oostfriesland, i n g e n o men , en het siot zeer hevig lanten beschieten. Okko was Bevelhebber daar b i n n e n , d i e , na stilstand van wapenen verkreegeu te h e b b e n , naar beneden in de stad ging, om. over het verdrag te h a n d e l e n ; maar het zelve niet getroffen w o r d e n d e , wierd Okke door zyne trouwlooze vyanden op den 26ste van July doorstoken ; stervende alzo de e e r ste R i d d e r in Oostfriesland , O k k o , Heer van Broekmerîand. I n den jaare 1392 is L e e u w a r d e n , door ' t aangroejen der inlandsche oneenigheden , heimelyk aan de noordzyde in b r a n d gestook e n ; waar door 't Prediker klooster en kerk verteerden. Hier na quamen de Hollanders met een machtig leger in Friesland vallen, tot o m t r e n t S c h o o t e r z v l : alwaar zy door de F r i e sen wierden tegen g e s t a a n , vegtende aan weerskanten zvcv s c h e r p , tot beider groot
Wumkes.nl
K R O N Y K-
Î07
verlies ; want de Hollanders de overwinning h e b b e n d e , verlooren nochtans 1300 m a n n e n zo aan dood en als gevangenen , en de F r i e sen daarentegen 600 m a n n e n . In den jaare 1397 was YV J U W I N G A Landsheer , die van zommigen ook genoemt word J U J O N G A M A . I n dien tyd cpam. Älbi*echt van Beyeren met eene m a c h t van 18ÓOO m a n n e n in de K u i o r e , dies t j d s een G r a a f s c h a p , om Friesland te overweldigen. E n J u w i n g a , de Friesen tegen hem niet kunnende afraaden, om geen slag met h e n te waagen, kreegen zy by Schootcrzyl d e n e d e r l a a g , en verlooren omtrent 500 m a n n e n , als mede den Landsheer zelve. Daar n a trok Aibrecht naar de Lauwers ; d a a r de Friesen hem tegenstonden. Onclertusschen verteerden de Schieringers en Vetkoopers malkander zodanig, door h u n n e o n eenigheden, dat de Vetkoopers te raade w i e r d e n , voor h u n n e zvde het land aan Albi-echt o p te draagen ; en de stad S t a v e ren wierd hem ingeruimt. Doch van de Scliieringei's tegengestaan zynde , vertrok h y van de L a u w e r s , door geheel Oostergo en West ergo. I n den jaare 1398 n a m Albrecht D o k kum i n , en deed de voornaamste der S c h i e ringers naar Groningen v l u g t e n ; alwaar d e zelve door eenen Koppen Jarges van S t a v e r e n gestyft z y n d e , benevens de Groningers „ d e n Hertog weder tegen t r o k k e n , onder h e t
Wumkes.nl
108
F R I E S CU E
geleide van Sikke Deekema, Gaale Haiija 'r en Ode Botnia. I n dit zelve j a a r , hebben eenige O m m e lander Meeren, de Ommelanden heimel\k aan den Graaf van Holland opgedrangen. Maar doe de andere Meeren znlks gewaar w i e r d e n , en Luiten wee t e n , zich tegenS r e c h t ea privilegiën overgelevert te zien aan h u n n e v j a n d e n , beraamden daar op het jok al te schudden. E p p o Kiitersnin . zynde een Patroon der Schieringers , maakte hier aauslonts een begin van , neemende. den t o o ren of vastigheid tusschen ten Post en M u d a i n , en sloeg het d«ar hinnenleggei.de g u a r nisoen , uit Hollanders b e s t a a n d e , allemaal dood , of deeden hen in de Damstervaart v e r d r i n k e n . Ondertusschen wierd G r o n i n gen ook van den Graaf van Holland v e r z o g t , hem voor haren lîeere te n e e a i c n : doch te vergeefs. I n den ja ar e 1399 namen zy D o k k u m , Cammingaburg en het slot ter Luine , gelegen tusschen KoUunimer en O u d woud unierz y l , weder van den H e r t o g , en noodzaakten hem weder uit Friesland te v l u g t e n ; alieeu n o c h behoudende de stad Staveren. Van waar B r e d e r o d e , meenende de schans te M o l k w e r r e n , dat Winsemius ook Molkenhuizen n o e m t , in te neemen , doch mislukte : maar wierd van de Fricsen geslagen , en hy zelve gevangen genomen. Doch weinig tyd hier na is de vrede geslooten in den Brie), tusschen Johan van B e y e r c n , Q r a a f
Wumkes.nl
K R O N Y K.
103
van Ho* la nel , ele Friesen en ele stad G r o n i n gen en Ommelanden. W a a r op de Graaf door ele Groningers met 50 vette Ossen wierd vereert. De Friesen dus h u n n e vryheid weder b e vogien en gewonnen h e b b e n d e , zyn ele drie voornoemde Edelen , eîe een na den a n d e ren tot Laudsheeren verkooren ; doch de een h e t op den andereu s c h u i v e n d e , hebben zy ' t allen' geweigert. I n den jaare 1 4 0 0 , verzogten de Vetkoop e r s of Ballingen by den Bisschop van Ï J trecht , Frederik van Blaukeuheim , zyne h u i p e , geeveude hem een goede zoaune gelei, mits dat hy hen by de Groningers invoorigc charges en goeeleren zonde herstellen. W a a r op de Bisschop brieven en gezanten aan d e Groningers afzond, ben zelfs ook gebiedend e , de wapenen neer te leggen: doch alles te vergeefs. W a n t die van Groningen en h u n n e Bevndgenooten zeer moedig zynele, h e b b e n ondertusschen onder het beleiel van den Burgemeester Albert .Wigbolts, Âapke Onsterna's H u i s , te S a u w ë r t , met veel moeite ingenomen. Dit Huis was zeer s t e r k , h e b bende m u n r e n van 12 voeten d i k t e , met een wyde gragt om dezelve, en om welke noch een andere gragt heenen g i n g , bevattende 5 steene torens. Dit gerucht deed de Bisschop met z y n krygsmacht afkomen, doende de stad G r o ningen op Si. Jacobs Dag aan de ziùdzyde b e r e n n e n : waar op veele schermutselingen
Wumkes.nl
110
F R I E S C H E
volgden. D o c h , na drie weeken beîegs, heeft de Bisschop de stad wederom moeten verlat e n , zich te vreden houdende alleen een Blokhuis te Blankeweer met volk wel te bezetten. O m t r e n t dezen tyd hebben de Groningers h e t Stapelrecht bekomen. I n den jaare 1401 kogten de Groningers van den Bisschop van Munster zyne v r i e n d schap voor 2000 g u l d e n s ; mits dat hy zich hj den Utrechtsehen Bisschop niet zou voegen. Hier op trokken de Groningers met grooten moed in de Ommelanden , werpende veelc sleeoe huizen omverre , als van S n e l gers huizen in den D a m ; van daar na R i p perda's huis te F a r m s u m , maar met zo een goeden uitslag niet als by den eerste ; want R i p p e r d a , 400 zeeroovers tot bezetting g e kregen h e b b e n d e , vielen op hen u i t , en sloegen veeleu van de Groningers dood. W a a r o m de Groningers aftrokken ; doch maakten h u n n e krygsgereetsehappen w e d e r om in d e n ' D a m gereed, waar mede z y , n a drie dagen toevens, weder derwaarts t r o k ken ; vallende doe met zo eene verwoedheid op gemeld huis en h u n n e vyanden a a n , datze in 't kort overwinnaars wierden , en alles aan stukken h a k t e n , of in 't water deeden verdrinken die 'er op waren. Daar na trokken de bondgenooten naar T e r m u n ten , en haalden het huis van M e n n o H o u werda omverre ; als ook daar na Gocfciuija's Luis , te Broeke,
Wumkes.nl
KRONYK.
111
ï n den jaare 1404- zvn S l O E R D W I ARDAL en MARING H A R I N X M A , by g e ineenen r a a d e , tot Landsheeren verkooren ; hebbende de eerste zyu opzicht in Oostergo , en de andere in Westergo. I n dezen tyd zyn nochmaais eenige. Friesche Edellieden n a a r het Joodsche L a n d v e r t r o k k e n , om h u n n e krygsJust oe†fening te geeven. I n d e n jaare 1405 , den eersten van O c t o b e r , is de vrede tusscheu den Bisschop van Utrecht en de stad Groningen gesloot e n ; waar door weêrzyds gevangenen z o u den Jos gelaaten , en de ballingen in h u n n e voorige goederen herstelt worden. I n den jaare 1408 is D a r r e i t , in O o s t friesland , door de Hollanders i n g e n o m e n , en daar na getracht vast te m a a k e n : doch Jonker K e n o , van Broekmerland, heeft h u n voornemen v e r y d e l t , en ter plaatze uit g e jaagt. I n den jaare 1409 heeft Jonker Keno Folkmer Allena's huis te O o s t e r h u i z e n , in Oostfriesland, ingenomen , neemeiide zyne zusters zoonen gevangen , en wierpze te Aurik in eene vuile gevangkenisse, alwaar z y , door toedoen van zyne m o e d e r , van honger en vuiligheid zyn gestorven. I n den jaare L412 waren de p a r t y s c h a p pen in Friesland tusscheu Scliieriugers e n Vetkoopers schrikkelyk woedende : want da V e t k o o p e r s , hebbende in eene vergadering voorgedragen, oai de Schieringers ten e e n e maal uit î« roeijeu , zonder z e h e de kinde—
Wumkes.nl
112
FRÏESCÏ1E
ren in de wieg te spaaren. Hier om wierden de gemoederen der Scliieringers noch meer ontsteeken ; en daar zy h u n n e wanden. maar bespringen k o n d e n , sloegenze die dood. I n d e n ' jaare 1413 is de stad E m b d e n door Jonker Keno van Broekmeriand i n g e n o m e n : waarom Proost Hiske, aldaar Heer z y n d e . naar Groningen de vlugt nam. Door deze overeenkomst van Proost Hiske, begon Groningen ook verdeelt te worden , door die alverdervende partyschappen van de Scliieringers eu Vetkoopers. Die van B e n g e r s , H u g i n g e , C ' a n l , Ciinge en B r u g g e , neigden naar de Vetkoopers, ais zynde de Hollanders toegedaan : de andere waren meest alle in ' t openbaar Sclriuriugers ; h u n Opperhoofd was Koppen Jarges , houdende zich aan 't Groninger verbond. Deze Scheuringe veroorzaakte eene groote bloedstortinge ; want de Scliieringers wdilen den gevlugte Proost Hiske (*) h e l p e n , t e gen zyn -vyaud Jonker K e n o ; en de V e t koopers daar eu tegen niet. Hier op s t o n den de Scliieringers. als de sterkste p a r t y z y n d e , den 23ste van October uit baat o p ,
(*) Deze Proost Tliske had eene dochter , genaamt Jieinske, welke met Hayo ie Wesierv>olcfe trouwde; en naderhand uit haare eigene goederen de. Groote Kerk met vier Torens te Mildwolde, in den Oidamble, heeft laaien bouwen; zynde de zeivc die voor cenige jaarsn *i afgesleeten geworaen.
Wumkes.nl
KRONYIv.
.13
en vielen op het Raadhuis a a n , als de Rand vergadert was :, zy doorstaken aanstonds d e n Burgemeester Jan Mengers en Alberl B a reits , en Johnu Hekman veeie wouden tf.egebragt h e b b e n d e , wierpenze ter venster uit op de markt. Voorts bragten zy ilo;:(!iik Ottcsz. C.aut mede om ' t îeeven , ais o >k AJbü'il C l a n t , daar liy aan tafel 7.n>. teeeseu, Vervolgens deeden zy den Band besluiten , «La ahe de geen e die van de Vetkuopers parlye w a s , zich zonder eenig Oj)ho;ideu , uit de stad en de Ommelanden zouden vertrekken. I n den jaare 1414 hebben de Friesen van Westergo de stad Staveren overrompelt; waar door Friesland geheel van bet i l o l landsche jok wierd vry gemaakt. Ook waven de Schieringers , onder Koppen J a r g e s , in Grouingeriand op h u n n e hoede : want de b a l î i n g c u , h u n n e toevlugt by Jonker Keno g e nomen h e b b e n d e , deedeii derhalve alle de aankomsten aan de Eems met krygsvolk b e zetten : ook liet Jarges het goud en zilver uit de kerken in Fivelingo n e e m e n , waar van te Kampen geîd wierd geslagen; dat n a d e r h a n d Koppens guldens genaamt wierd. Daar op nam de landbederving eert begin , steekende twee sluizen te Reiderland i n b r a n d . en op verscheidene plaatzeti d e d y ken door. Jonker Keno deed het zelfde aan de Groninger kant „ doorsteeker.de mede op verscheidene plaatsen de ']\ken.î r,i<,;eie;id.e
Wumkes.nl
114
FRIESCHE
alzo h e t getneene volk de dolle razernj r e der G r o o t e n ontgelden. I n d e n jaare 1415 hebben de ballingen ôf Vetkoopers h u n n e m a c h t , benevens h u n Be v r i e n d e n , en die ' t met h u n h i e l d e n , te E e l d e , in ' t D r e n t h , byeen v e r g a d e r t , waar mede zy op den 13de van S e p t e m b e r , des a v o n d s , den dyk l a n g s , stiiietjes voor Groningen t r e k k e n d e , en voorts over de stads m u u r k l i m m e n d e , de sloten van de A a Poort af'hieuwen, en dus de stad , n a veel bloed vergooien te h e b b e n , innamen 5 bier op stakenze aanstonds drie huizen i n b r a n d , ten teeken voor Jonker K e n o ; welke met een vloot schepen voor Delfzyl leggende, ten eersten met zyn krygsvólk naar d e stad afcruam, e n herstelde de ballingen aanstonds in h u n n e voorige bedieningen en goederen. Daar na trok Jonker Keno met z y n volk door de O m m e l a n d e n , e n deed Verscheidene van der vyanden heerenhuizen omverre werpen. I n d e n jaare 1416 h e b b e n d e G r o n i n g e r s , met die van Hunsingo en Fivelingo, l i u n n e oude verbonden wederom v e r n i e u w t , n a dat Jonker Keno vertrokken was ; waar i n alle vyandschappen en misdaaden vergeeven wierden. Ook heeft Proost Hiske, met h u l p e zyner' T r i e n d e n , de stad E m b d e n wederom o v e r weldigt en onder zyn gebied gebragt. I n d e n jaare 1417 zyn de Vetkoopers àoox de Schieringers uit de Westerkuwers.
Wumkes.nl
KRONYK.
115
gejaagt. Maar Jonker Keno zulks berigt zynde, trok hen op den 10de van Juny by Noordborn tegen ; alwaar zeer hevig gevogten wordende, de Schieringers 500 dooden ea 4OO gevangenen lieten zitten. Korts hierna is Jonker Keno ziek geworden, en op 't. Huis te Oldenburg overleden. In den jaare 1418 heeft Fokko te Lier Dokkum ingenomen, geplondert en in brand gestoken; de bolwerken in de gragt geworpen , en al de huizen en stinsen der Schieringers geraseert, als mede ook het huis van. A. Kamstra, bezuiden Dokkum: het blok— huis by Esumerzyl wierd stormerhand ingenomen , waar in vier mannen door den eersten aanval wierden gedood, en de rest der bezettinge , zynde zeeroovers, door beuls handen den kop afgeslagen. Doch in het volgende jaar quamen de Schieringers , onder 't geleide van Sikke Sjaardema, en wierden daar weder meester van. Des Okke van Broek, de zyde der Vetkoopers versterkende, quam met een hoop volk uit Embderland, dat by tusschen Staveren en Hindeloopen aan land zetlede, en met Sjaardema in een hevig gevegt raakte; waar in 300 Schieringers verslagen, en 200 gevangen wierden ; de overgeblevene vlugten naar Slooten, dat zy in allen spoed met eene wal versterkten of omtrokken: en wierden van hunne vyanden belegert: doch door hulp des Graaven van Holland weder ontzet. hi .dea jaare 1419 hebben d.e Groniu* 8
Wumkes.nl
110
ÏRIESCHE
gers den Bisschop van U t r e c h t , Frederik van B'ankcnheim, voor h u u n e n Beschermheer a a n g e n o m e n , wordende hy ia 't begin van J u n y g e h u i d i g t , en de Handvest o» d e n 11de dito geseekent. In den jaare 1120 liet Sjnardema , door tles Graaven volk, Makknm met een bolwerk omringen. Maar zy , door een listigen brief vau Tjeerd A ü n a , Vetkooper te W i t m a r s u i n , wierden daar uitgelokt: en is doe die wal weder ges'egt (*). Ook trof in en een veldslag b y ilindeloopen , daar wel 200 m a n n e n "wierden verslagen en v e r d r o n k e n , en noch zo veel gevangen. Den SOste van A p r i l , in dat zelve j a a r , is Bo'swert door de Scbieringers i n g e n o m e n , wordende aldaar een Jan Tjalling, Hovel i n g , met n o c h eenige Vetkoopers door de kling gejacgt, om dat zy voorheene eenen van K o p p e n Jarges volk h a d d e n d o o d g e geslagen. Daar na h e b b e n de Vetkoopers, onder h e t commando van Fokko te L i e r , op den 12de van M a y , de Schieringers l)y Caise geslagen ; die daar 300 dooden en 200 gevangenen verlooren. Den 26ste van September wonnen de V e t koopers S t a v e r e n , alwaar K o p p e n J a r g e s , zeer d a p p e r v e g t e n d e , het leeven verloor.
(*) Vergelijk
over
SCHOT, Fr. HUL p. 253.
deze list "WlNs. fol. 242. PEXRUS TIIAE. op dit jaar.
Wumkes.nl
KRONYK.
117
O m t r e n t dezen tyd ontstond te Staveren een groote b r a n d , waar door in ' t k o r t 500 huizen verteerden. I n dan jaare 1421 wierd Leeuwarden door de Vetkoopers vermeestert, en de Hollanders uit de Lemmer v e r d r e v e n ; daar h u n sterk Blokhuis wierd omverre geworpen en gesiegt.. I n ' t zelve j a a r , den 19de van Novemb e r , is in Friesland, Holland en e l d e r s , eeu sehrikkelyke watervloed geweest, waar door de d j ken wierden gebroken, veele d u i zenden van nienschen en. beesten opgeslokt, en tusschen Dordrecht en G e e r t r u i d e n b e r g 72 dorpen zyn vergaan. I a den jaare 1 4 2 2 , in F e b r u a r y , wierd 'er weder een verdrag van vrede (*) gemaakt tusschen de Schieringers en Vetkoopers. W a a r op Dokkuinei'wal, en het slot op Esumerzyl gesiegt wierden. E c h t e r bleef b y zommigen noch de twistgierigheid , waar door de zorg voor de dyken verwaarloost w o r d e n d e , het water zoodanig i n s p o e l d e , dat het land drie jaaren lang tot aan D r e n t h en Stellingwerf met het zelve bezet Weef Leggen. I n dit zelve jaar h e b b e n de Groningers de stad Slooten belegert; d o c h vrugteloos : want o p St. Benedictus dag h e b b e n d e H o l (*) Zoo als meermalen was ook thans het eersfe artikel van het verdrag : „ volkomen verzoening en een eeuwige vrede !" Bij WEST. Jaarb. op dit jaar viudt mep eene reeks van voorwaarden.
Wumkes.nl
118
FRIESCHE
ïanders d e stad. ontzet en d e belegeraars geslagen. I n d e n jaare 1424 was geheel Westergo i n o n r u s t , door de partyschappen van de geslachten Bonnema en Gerkema. De stins v a n Gerkema wierd overweldigt, en zelve m e t den vader daar in v e r b r a n d . Doch twee j a a r e n daar na wierd Pokko Bonnema ook verslagen. I n den jaare 1 4 2 6 , in S e p t e m b e r , g e schiede het bloedige gevegt van Fokko Ukens , Hoveling te L e e r , tegen Nikolaas, Graaf van O l d e n b u r g , en den Aartsbisschop van B r e e m e n , b y D e t e r e n : alwaar Fokko , overwinn a a r wezende , van de vyanden 5000 m a n n e n doodsloeg, en 300 gevangenen beernam, waar onder veele heeren van grooten rang. ï n den jaare 1427 , d e n 28ste van O c t o b e r , was 'er wederom een zwaare stryd van Fokko U k e n s , tegen Jonker Okko van Broekmevland , tusschen Veenhuizen en O p g a n t ; d a a r geschiede een groote bloedstortinge 5 want Fokko wei de overhand h e b b e n d e , verloor nochtans 4 0 0 0 m a n n e n ; doch O k k o verloor van zyne kant noch m e e r , e n viel zelve in des vyands h a n d e n ; alwaar h y , n a zes jaaren in de gevangenisse gezeten te h e b b e n , is komen te sterven. I n dit zelve jaar deed de Geldersche H e r t o g , met een groote k r y g s m a c h t , een inval in ' t landschap D r e n t î i , steekende verscheide dorpen en b u u r t s c h a p p e n in b r a n d ; v e r nielde h e t koren 5 roovende en plunderende
Wumkes.nl
KR ON YIC.
119
aîîe de beste g o e d e r e n , en dezelve met h e m naar Gelderland sleepende. I n den jaare 1428 sloeg Fokko Ukens d e slag b y O t e r d u m , tegen d e G r o n i n g e r s ; alwaar F o k k o , wederom overwinnaar z y n d e , van de vyanden 500 m a n n e n d o o d e , en veele gevangen n a m , waai- o n d e r een B u r g e m e e s ter van Groningen. I n d e n jaare 1 4 2 9 , was G r o n i n g e n e » H a m b u r g wederom in O o r l o g ; want w e e r zyds waren schepen ter zee met elkandereo. geduurig in actie. I n dezen tyd is overleden Proost Hiske van E m b d e n . I n den jaare 1430 zag m e n n o c h , b y een laage t y , de kapel en r m g m u u r van ' t kerkhof van Odulfs Klooster, b y S t a v e r e n , ï n d e zee. I n d e n jaare 1431 h e b b e n de H a m b u r gers , met een vloot schepen voor E m b d e n leggende, d e n Drost Imelo A b d e m a , z y n d e de zoon van Proost Hiske boven g e m e l d , onder schyn van v r i e n d s c h a p , op een gastmaal genoodigt; ' t weJke zy tot dien einde op een van de schepen h a d d e n toegci'icht ; maar de Drost aldaar gekomen z y n d e , en een buitengewoon glaasje wyn g e d r o n k e n h e b b e n d e , staken zy ondertusschen in z e e , e n voerden h e m alzoo over naar H a m b u r g ; alwaar h y in groote elende 2 4 jaaren lang gevangen heeft gezeten: en de andere s c h e p e n zettede zich voor E m b d e n , die de stad met geweld en dreigementen tot de o v e t ga.ve dwoHgea,
Wumkes.nl
120'
FRIESGHE
'"'In d e n j a w e 1434 was Groningen met de H a m b u r g e r s noch in oorlog ; by deze gelegentheid wierd Willem W i c h e r i n g c , O i d e r m a n of Hool'dnian der G i l d e n , t h a n s O l d e r m a n van ' t Gikîrecht genaamt in G r o n i n g e n , willende het Stnpelrecht voor de stad verdedigen, in een oploop van de l a n d s lieden te F a r m s u m doodgeslagen. Hier o p wierd door de Heeren van de stad vergoedinge dier doodslag geeischt: doch wierd door Hayo R i p p e r d a , Heer van F a r m s a m , geweigert, en begeerde den schuldige van het gedaane feyt niet over te leveren. Hier door ontstond eene groote tweespalt onder d e n Adel : want de Groningers eiudelyk d e wapenen a a n g o r d e n d e , wilden Bipperda tot vergoedinge d w i n g e n : doch h y zulks niet afwagteude, bood zich aan tot v e r d r a g ; ' t welk op d e n 27ste van July deszelfden jaars wierd getroffen (*). I n den jaare 1435 overleed de d a p p e r e Fokko U k k e n s , Hoveling te L e e r , op h e t Huis te Dykhuizen , b y A p p i n g a d a m , w o r d e n d e in het klooster aldaar begraven. I n den jaare 1437 hebben de H a m b u r gers en Ernbders der Hovelingen huizen in Oostfriesland om verre geworpen en geras e e r t , als te O u s t e r h u i z e n , H i n t a , G r i m m e r s u m , Groothuizen e n z . , omdat ze tot geen toevlugt voor de vyanden zouden wezen»
(*) Vergelijk WEST, Jaarb, op hetzelfde jaar.
Wumkes.nl
f
\
KRONYK.
•
121
Ook was in dezen tyd een watervloed over deze l a n d e n , waar door groote schade aan menschen en Leesten geschiede; als mede eene pestilentie, daar veele duizende uienschen door stierven. I u d e n jaare 1 4 3 8 , in A u g u s t y , zonden de Groningers by nacht een schip met volk n a a r T e r m u n t e n , en verrasten aldaar het kasteel. Zy joegen alle de Hamburgers daar u i t , en stelden 'er wederom tot C o m m a n d a n t Lodewyk Hoornken. Daar na n a m e n zy het huis van E p p o Gockinga, te B r o e k e , in , als mede de sterke toren te Beliiugewolde , die zy ter neer wierpen. I n den jaare 1443 is het Stadshuis te Groningen gebouwt. T e r dezer t \ d was Friesland wederom in groote onlusten ; want die van R i p p e r d a en Heemstra bedreven gioote geweldenaarjeu. van moorden en b r a n d e n tegen elkander. I u den jaare 1444 is overleden de heer E p p o Gockinga (*) , waar door het geheele O l d a m b t , volgens accoord en d e r O l d a m b steren toesteinminge, o n d e r des stads j u r i s dictie is. geraakt; wordende voorts door de Magistraat van G r o n i n g e n een Drost gestelt,
(*) Te regt wordt van hem gezegd dat zijn Seven een strijd en worsteling op deze wereld geweest is. In dit jaar werd ook door de Friesen en Groningers een verbond aangegaan ter wering bijzonder van dieverijen en ander misdrijt Vergel. -Schwarts. Charterb. I. 526.
Wumkes.nl
122
FUIESCHE
om de zaakcn uit h u n n e n naam aMaar waar te neemen. I n den jaare 1446 h e b b e n die van S j a a r d e m a , ais Hun h u i s , aan 't oosten van F r a n e k e r , bouwvallig begon te w o r d e n , een nieuw buis of Slot aan ' t westereind van d e stad gebouwd, op een plaats genaamt Kaale Hei, alwaar 't noch ten huldigen dage staat. I n dit zelve j a a r , na dat het v u u r der Schieringers en Vetkoopers weer ontstooken w a s , hebben de Vetkoopers de kerk en toren te W o r k u u i tegen de Schieringers versterkt. Doch deze laatsîen hebben h u n n e vynnden. aanstonts b e l e g e r t ; ' e n de Overste K e t e l h o e t , die afgekomen was om de belegerden te o n t zetten , geslagen; alwaar Ketelhoet zelve, en. veele gemeenen zyn gedood en gevangen g e nomen (*). I n den jaare 1 4 4 8 , even. na St. J a n , is i n Appingadam tusschen de steden H a m b u r g e n Groningen de vrede geslooten , waar i n alles wierd bygelegt, en de vrye h a n d e l open gemaakt. I n den jaare 1453 is de Utrechtsche B i s s c h o p , Roelof van D i e p h o l t , door de G r o ningers voor h u n n e n Beschermheer a a n g e nomen en gehuldigt. Ook heeft Jonker Ulrich in dezen t y d , n a dat h y van de P r e l a a t e n , Hovelingen, e n z . , tot een Heere van Ooslfriesland was
(*)
Zie op dit jaar WESTSKB,
Wumkes.nl
KRONYK.
123
aangenomen, d e stad E m b d e n met deszelfs b u r g t , a's ook de b u r g t te I.eeroort, van de Hamburgers gekogt voor lOOOO mark. O m t r e n t dit jaar heeft Philip de G o e d e , Hertog van B o u r g o n d i e n , en Graaf van H o l l a n d , eerst door veeSe Iaagen, en daar n a door d r e i g e m e n t e n , Friesland getracht te overmeesteren. Doch de Friesen hier t e gen , maakten gezamenlyk eene onderlinge v e r b i n d t e n i s s e , om hem m e t een gemeene m a c h t tegen te gaan. I n den jaar e 1454 was te G r o n i n g e n o n d e r de burgerye een groote o n l u s t , ter oorzaake van eene zekere resolutie, b y d e n R a a d genomen, dat geen inwoonder van d e stad de w a a r e n , welke van de landlieden ter m a r k t wierden g e b r a g t , zoude mogen koopen ; maar d a t deze door opkoopers , van d e n Raad daar toe ges t e l t , alleen zouden mogen worden opgekogt, en dus v e r d e r aan de ingezetenen uitgesleten w o r d e n . Maar een W a r n e r S m i l h , Raadsheer der s t a d , stelde zich hier t e g e n , willende zelfs zyn gryzen kop daar b y o p z e t t e n , om de b u r gers van die last te b e v r y d e n . H y ging derhalven van het r a a d h u i s , en maakte zulks aan de Bouwmeesters en Gildens bekent. De R a a d dit vernomen h e b b e n d e , is aanstonds m e t 2 4 mannen v e r g a d e r t ; welke beslooten, dezen Raadsheer W a r n e r Smitli om ' t l e e ven te laaten brengen. Weinig dagen hier n a vergaderde de Raad w e d e r , en deed den Raadsheer Smith door een stads D i e -
Wumkes.nl
124
F R I E S
CUE
naar ontbieden : doch liy merkte het quaad 5 geevende daarom hier van aanstonds k e n nis se aan de Bouwmeeslers en G i i d e n s , en h u n g e b i e d e n d e , naauwe wacht te lioudea voor Jiet Raadhuis. Hier op ging Suiith niet eene groote vrymoedigheid. naar b o v e n : maar deii beul aan de d e u r v i n d e n d e , trad h y in de Raadkamer, zeggende: alVal, wilt gy uw gebod mei bloed schryven, door de handen van een beul?'''' Onderwyl zagen cenige heeren uit de vensteren , en v e r n a men dat de gehee'e m a r k t vol gewapende en oproerige menschen stond ; derhalve» wierden zy met de uiterste verhaastheid a a n gedaan , eu veranderden gansch van resolut i e : want de Raadsheer Siniih wierd daar op niet alleen vry v e r k l a a r t , maar zelfs de genomene resolutie ook wederom ingetrokk e n : waarom het. gepeupel weer vertrok. I n den jaare 1-155 is het Verbond t u s scheu de stad Groningen en de O m m e l a n den voor den tyd van 10 jaaren vernieuwt» W a a r op St. Martens toren is g e f o u d e e r l , en na vyf jaaren voltrokken. I n den jaare 1456 verscheen over F r i e s land eene ysselyke s t a a r t s t a r ; waar o p , e e nige jaaren na m a l k a n d e r e n , een groote d u u r t e omtrent d e leevensmiddelen is g e volgt. O m t r e n t dezen tyd z o u d e , door de d a p p e r h e i d d e r Friesen , die doorgaans d e n I I . Kryg volgde, om de inïandsche oneenigh e d e n te m y d e n , wel 30000 T u r k e n t e r
Wumkes.nl
K R O N Y K.
125
neder gemaakt zyn , in de groote overwinningen die de Hongaren bevogten. In dezen tyd deed T a n n e Kankena een inval in Oostringen , neemende Jevereu in ; en voerde daar na 800 uiensclien gevnnke] j k , a!s mede 3000 stuks v e e , naar ü a r gelingeland. O m t r e n t den jaare î 4 5 7 is Sneek byna geheel afgebrand, blyvende de dyk ' en ' t nieuw zand maar alleen over. Doch veel tyd daar na is liet weder opgebouwd. Niet lang daar na wierd Slooten mede byna geheel door ' t vuur v e r t e e r t ; zynde in den b r a n d gestooken uit twistende e e r gierigheid van eenige Edelen. In den jaare 1459 hebben de Groningers h u n n e stad met nieuwe wallen, gragleo en p o o r t e n versterkt. Ook hebben zy David van Bourgöudien , Bisschop van U t r e c h t , voor h u n n e u Beschermheer aangenomen en geh'uldigt. I n den jaare 1461 is Harlingen mede door den b r a n d geheel vernielt. I n den jaare 1 4 6 2 , in O c l o b e r , sloegen d e VetkoQpers tegen de Schieringers hj Aalsum ; waar in de laatste verscheidene G r o o t e n , en omtrent 250 gemeenen v e r looren. I n den jaare 1465 is de Zyl of Sluis van Offingawier door storm en onweder wegges c h e u r t ; welke opening weder gestopt wierd door een stuk l a n d , leggende builend}ks , en afgescheurd z y n d e , daar wedt s r iu dreef,
Wumkes.nl
120
F R I E S C H E
terwyl h e t door eenige varkens en schaapen beweid wierd. I n d e n jaare 1470 heeft Karel de Stoute d e Friesen wederom getracht onder 't Huis v a n Bourgondieu te b r e n g e n , op gelyke w y ze als zyn vader P h i l i p , daar wy boven van gemeld hebben. Doch de Friesen vonden zich geraden nochmaals h u n n e vrvheid te verdedigen. O m t r e n t dezen t y d , wierden tusschen Heenielum en K o u d u m , drie m a n n e n en twee vrouwen doodgeslagen , zonder dat elders van eenige verdere schade gelioort wierd. E n op Ameland çpiaûi een walvis, 8 3 voeten l a n g , aandryven. I n den jaare 1471 h e b b e n de G r o n i n g e r s , n a dat de Hertog van Beyeren h u n den oorlog h a d d e aangekondigt, h u n n e stad zeer vast gemaakt; maakende eene aarde wal b u i ten de g r a g t , aan de z u i d k a n t , met zes steene torens : ook een steenhuis aan de i n loopinge van d e Hunse en A a : als mede d e Heere en daar na de Ooster p o o r t ; en h e b b e n d e de stad tegenwoordig acht p o o r t e n , daarze bevoorens 'er maar zes h a d gehad. O m t r e n t dezen tyd leefde de vermaarde en hooggeleerde jongeling Andreas C a n t e r , v a n G r o n i n g e n , welke 10 jaaren oud z y n d e , b y den Keizer F r e d e r i k de derde ten Hove o n t b o d e n w i e r d , om zyne groote geleer theid (*).
(*) De Keizer "Frederik de III. roemt hem wegens zijrus ongeniaew kun/ie i» de vrije kunst «o.
Wumkes.nl
KRONYK. •
127
I n J e n jaare 1472 wierd door J o n k e r O n n o van E w s u m een zeer zwaare toren te Middelstum gebouwd , dat geheel strydig tegen de gemaakte verbonden was. De G r o ningers n a m e n het daarom ook zeer q u a l j k ; zendende eenige Gecommitteerden derwaarts , om het werk te bezigtigen. l l y q u a m o u dertusschen zelve te Groningen , en b e t u i g d e niets cruaads tegen de stad in den zin te h e b b e n ; maar dat h y alleen een s c h u i l plaats tegen zyne vyanden zogt. Echter wierd hem door den Raad g e o r d o n n e e r t , dat de zwaarte der m u u reii van 6 tot 3 voeten moesten vermindert worden , volgens b u n gemaakt verbond. Doch Jonker O n n o voer evenwel met liet werk v o o r t : en om andere zwaarigheden, d a c h t e n de Heeren van den Raad niet meer aan hem. I n den jaare 1474 deed een w a t e r v l o e d , over Friesland g a a n d e , veel schade aan m e n schen en beesten. I n den jaare 1 4 7 7 , den 17de van S e p tember , was 'er de Cosmus en Damianns v l o e d : waar door in Friesland en elders zwaare schade geschiede. By 't klooster te Lidlum wierd een zeekalf gevangen ; en in de gragt van Bolswert. wierden mede twee zeldzame visschen gevangen, schynende de
in de Keizerlijke regten, in het Kerkelijk regt, e» vooral zijne gevatheid en vaardigheid in de openLa re _újt wisten, -
Wumkes.nl
128
FRIESCHE
eene vleugelen te l i c h t e n , en d e andere een zeehond te zyn. I n d e n jaare 1'i/S hebben de Groningers Let slot te W e d d e , van ü a \ o , ie W e s t e r Vv'oide, ingenomen en aes'ext; maakeiide a:iustoüds op een andere plaats een nieuw slot, eu noemde het zelve Pekel a B u r g , of P e kelburg ; alwaar de Groningers ecu K a s t e lein op sieiden, welke over Westerwold en het deel van den Ü l d a m b i , aan de eene zyde van den D o i l a a r t , zoude r i c h t e n . I». den jaare Ï4o0 is b i n n e n Bo'swert een kind met twee hoofden gebooren. E n te Leeuwarden zyn in dezen. t \ d de eerste Giideus ingestek. I n deu jaare 1481 c p a m e u de Keiv;erl\ke Gezanten Steenbergen en Loo te G r o n i n g e n , en presenteerden liiiune brieven aan ácn Raad en de G e m e e n t e , waar in de Keizer , d e n Burgemeesiereu en Randen i n G r o n i n g e n , het Potestaatschap van We.sterLauwers eeuwig en erfFelyk gaf, zonder te mogen beroepen w o r d e n , enz. ; als mede m e t de ridderlyke o r d r e wierden begiftigt, zo wel de toekomende als tegenwoordige Burgemeesteren en Raadsheeren dezer stad. Ook gaf hy h u n het r e c h t , om goude en zilvere m u n t te slaan. Doch het accoord wierd niet getroffen: waar van de v o o r naamste oorzaak was , zo m e n z e g t , om dat d e Keizer een janvlvkscbe tribuit van 10000 r h y n s c h e goudguldens eischtc , te betalen uit de inkomsten Tan Friesland over de
Wumkes.nl
K R O N Y IC
Ï29
L a u w e r s : ' t welk alhier te zwaar wierd geacht. I n den jaare 1482 wierd het groote e n vermaarde laatste verbond tussehen de stad Groningen en Ommelanden voor den tyd van 40 jaaren gemaakt. W a a r na Stad en L a n d e heeft gefloreert, en in r y k d o m m e a toegenomen. W a a r op voorts de hooge en zwaare St. Marlens tooren is voltrokken (*). I n den jaare 1 4 8 6 , in O c t o b e r , overleed te Heiclelberg de Hooggeleerde eii b e roemde Rudolf Agricola; hy was te Baflo, in Groningerland g e b o o r e n , eu zeer geleerd in de hebreeuwsche, grieksche en latynsche taaien ; ook was hy een groot musicus , h e b b e n d e het groote en deftige orgel in S t . Martens kerk te Groningen eerst nieuws gemaakt. I n den jaare 1487 is de stad L e e u w a r den door d e Scbieringers gewapenderhand, ingenomen. Ook h e b b e n de Groningers een rykgeladen Hollands s c h i p , ' t welk de Oostfriesen genomen h a d d e n , h u n op de W a d d e n weer ontweldigt; wordende de roovers daar van te Groningen o p g e b r a g t , e n d e n kop afgeslagen. (*) Een der heerlijkste werken der bouwkunde van de middeleeuwen. Men plaatste op den toren een koperen paard van de grootte v;m ecne gewone nooi'dscli.e kiddc, hetwelk tot een windhaan diende en het tec'ken was v;in St. Maarten van UirccUl.
9
Wumkes.nl
130
FIUESCHE
Daar n a trokken de Groningers ' t D r e n t h in , en haalden Jonker Âapise Ewsums Huis te Roôn om verre. Als mede hadden z y , onder liet bevel van ÏJIricli, t e D o r n u m , een aanslag op den Dam ; doch vrugteloos. O m t r e n t dezen tyd is een vrouwe ligchaam, 12 houtvoeien l a n g , uit de zee opgeworpen, en aan het s t r a n d van T e r Schelling komen aandryven. I n den jaave 1490 vermeesterden de V e t k o o p e r s , die n u voor ' t meerendeel door verloop van h u n n e zaaken, in Holland g e vlugt waren , de stad W o r k u m ; komende , onder ' t geleide van Yge Gaaîenia, uit H o l land over ' t ys aantreeden. I n dit zelve jaar is de wydberoemde W e s selius Gansefort, te Groningen g e b o o r e n , aldaar overleden; zyncle door zyne theologische Studiën zo b e r o e m d , dat liy 't Licht der Waereld genaamt wierd. l i y was ook een groot m e d i c u s , hebbende Paus Sixtus de vierde eenige jaaren als Lyfmcdicus g e dient , en wierd in het geestelyke M a a g d e Klooster begraven. I n den jaare 1491 heeft Berlikum noch d e voorrechten en vryheden van stads gerechtigheid gehad. O m t r e n t dezen tyd o n t stonden in Friesland verscheidene b r a n d e n aan h u i z e n : ook vertoonden zich veele g e zichten aan de l u c h t , als voorboden van droevige tyden. I n dit zelve j a a r hebben de Groningers die van Dokkum* Dongeradeel, e n z . , mede
Wumkes.nl
KRONYIL-
I3t
in h u n verbond aangenomen, wordende h e t accoord voorts o p g e m a a k t , en op St. L a m berts Dag van weêrszyden geteekent. Doch dit verbond heeft n a d e r h a n d groote onlusten en bloedstortingen veroorzaakt. W a n t de Groningers zyn daar n a met een groote krygsmacht in Friesland gevallen, om de m a l c o n t e n t e n , die noch tegen dat verbond waren , tot gehoorzaamheid te brengen ; smeeten veele steenenhuizen o m v e r r c , e n zettede eenen Sikko Bolte voor Dokkura o p een rad. I n den jaare 1492 quamen de L e e u w a r ders mede in het Groninger verbond. Maar die van Sneek, en meer andere Hovelingen, daar o m t r e n t , bleven daar noch tegen ; waarom zy met de G r o n i n g e r s , o mtren t L e e u w a r d e n , in gevegt t r a d e n , daar zy zeer ongelukkig v e g t e n d e , van h u n 100 m a n n e n g e d o o d , en 250 gevangen wierden. Doe stelden de Groningers een Gouverneur te Leeuwarden e n D o k k u m , die deze twee Steden, en genoemde l a n d e n , uit h u n n e n n a a m , aldaar regeeren en bestellen zoude. I n den jaare 1493 q u a m de Heer Otto van Langen , als Ambassadeur van d e n Keizer Frederik de d e r d e , in Friesland', om de partyschappen en oorlogen, tusschen. d e Groningers en die van Sneek, met h u n n e a a n h a n g e r s , by te leggen. Ook zyn de Friesen in dezen tyd in M u n sterland gevallen, beroofden en staken v e r scheidene dorpen is, .braad, c« sloegen veele
* 9
Wumkes.nl
132
FRIESCHE
menschen dood. Insgelyks deeden de M a n sterschen wederom aan de andere kant, spaarende noch. kerk, noch dorp in Friesland. ï n den jaare 1494 hebben de Groningers ïiumie Gezanten aan den Keizer Maximiliaan gezonden , die het gemaakte verbond met die van Oostergo confirmeerde, mits aan hem betaalende 1000O, en aan den Hertog van Saxen 1000 rhynse guldens. Hier na zond de Keizer drie van zyne Uofraaden in Friesland , te Leeuwarden, Dokkum, enz.; alwaar zy de Groningers lieten huldigen, plicht en eed dóen, uit naame des H. Roomschen Ryks. In dit zelve jaar heeft Keizer MaximiJiaan de oude voorrechten en vryheden der Friesen op nieuws weder door brieven bevestigt ; beveelende h u n , als voorheen, wederom uit hunne eigene Edelen eene'n Landsheer te verkiezen, op dat de verwoede handelingen en heillooze scheuringen eens ten einde mogten komen: dreigende h e n , by nalaatigheid van dien, onder een vreemd Heer te willen zetten, met een eeuwig verlies van hunne vryheid; alzo hy zulks verstond , tot merkelyke ruste van het Duitsche Ryk, te behooren. Hier op wierd JULIUS D E E K E M á , van Baard , by gemeenen raade , tot Landsheer of Potestaat verkooren , om dat hv een man was, vreedzaam van gemoed, en een haater van tweespalt. In dit zelve jaar, 's nachts omtrent twee
Wumkes.nl
KRONYK.
133
u u r e n , hoorde men digt b y Bolswert, een schrikkelyk geraas en getier, als v a u . s t r y dende heirlegers; zo dat de w a c h t , de r o n d e d o e n d e , i n ' t eerst m e i n d e , d a t 'er in derdaad een gevegt omtrent de stad was. I n den jaare 1495 hebben de Schiering e r s , gesterkt met de vreemde krygslieden van Hertog A l b r e c h t , uit Holland gehaalty en wel 2000 uitmakende, W o r k u m en Hot— tingahuis ingenomen: b r a n d s c h a t t e n d e H ï n deloopen , Molkwerren, Staveren en geheel Wymertserdeel. K o a d u m stakenze in den b r a n d . Doe schattenzc de Gaastcrlanders. Deze riepen de Woudlieden om h u l p : e n zich daar tegen k a n t e n d e , belegerdeuze te gelyk Slooten. I n den jaare, 1 4 9 8 , in J a n u a r y , liebben de Schieringers , die zich met veele G e l d e r sen e krygslieden, onder den Oversten F o x , binnen Sneek versterkt h a d d e n , een tocht o n d e r n o m e n , om de Woudlieden en G a a s terlanders van. ' t beleg voor Slooten te doen opbreckeu : de Woudlieden , yverende tegen de onderdrukkingen en brandschattingen d e r Schieringers, die n u dagelyks veele G e l d e r scîien in liet L a n d h a d d e n gehaalt, stelden zich op Sneekermeer tot tegenweer; doch het y s , door h u n n e z w a a r t e , aan stukken b a r s t e n d e , verdronken 'er veelen; die staande b l e e v e n , verweerden zich tot den laatsteu man ; zo dat 'er over de 4500 W o u d l i e d e n o m q u a m e n , en de Overste Fox wierd zelvemede gecjuetst.
Wumkes.nl
ÎM
FRIESCÏÏE
De stad Harlingen door de Groningers, die naast eenige dagen in 't Land gekomen waren , in bezettinge genomen zyndc, wierden door die van Franeker overrompelt 5 d o c h , door dien zy 't blokhuis der Groningers- niet meester konden worden, moesten zy gemelde stad weder verlaaten, na alvoorens dezelve uitgeplondert te hebben, en een Busse of stuk Geschut., dat 'er ter verdediging der stad gevonden wierd, mede naar Franeker te neemen. Daar na vermeesterdenze echter liet blokhuis, en de Groningers geraakten het Land uit. ïn den jaare 1497, wierden Redmer Vealma, Ridder, en Barent Gonders, Burgermeester, met 7 a 8000 mannen, door de Groningers naar de Lemmer gezonden; welke by Takezyl een sterk Kasteel bouwden. Daar na kogten de Sneekers Jonker Fox met zyn krygsvolk uit Sneek, en geheel Westfriesland , voor 8OOO rîiynse guldens.
VI.
ERFHEEREN.
1. ALBRECHT,
Hertog van Saxen.
In den jaare f 4^8" is Affirecüt, Jffertog van Saxen, door Keizer Maximiîiaan in Friesland gezonden • hem aanstellende tot Erfstadhouder, of Erfpotestaat van Oostergo , Westergo , Sevenwouden , Groningen en Ommelanden , Ditmarsen , Strandfriesen 7 Wirstei's en van, Stellingwerf: zynde de Kei-
Wumkes.nl
KHONYK.
135
zer, door quaade aandieningen van zyne Gezanten, verkeerdelyk onderricht omtrent de verschillen der Landzaaten: te wecten 9 als dat dezelve wel tot merkelyk nadeel van liet Roomsche Ryk mogten uitvallen: heeft daarom de vryheid der Friesen omverre geworpen , aîschoon dezelve van Karel den Grootes tvden af, ook by zynen vader Sigismund, en noch onlangs door hem zeîve zo wel bevestigt was. Maar de voornaamste oorzaaken waren, dat Hertog Albrecht, hebbende de voogdyschap der Graaflykheid van Holland voor Philip van Oostenryk bedient, die in het voorgaande jaar mondig was geworden , eiscîite, voor de onkosten, die hy in den oorlog tusschen de Iloekschen en Kabeljauwschen te beslegten had de gemaakt, een zomma van 350000 rhynsche guldens : ter verzekeringe voor die zomma, eer liet konde opgebragt worden, heeft Maximiliaaii Friesland, enz., als een leengoed des Roomschen Ryks, hem te pand e gegeeven; tot 'er tyd toe dat gemelde 35OOOO rhynsche guldens door Philip of de zynen aan hem zouden opgebragt zyn. Waar op Albrecht van Saxen, op zyn luimen leggende, hoe hy een ?wvtf Xv A\ftt Xisams} JWUJJIP -kr^üu,- heeft door heinielyke listen en bezendingen zo veel te weege gebragt, dat eenige Schieringers, die nu de zwaksten waren, een verbond met hem maakten. Doch de Hertog de Friesen in 't gemeen ongenegen vindende, besloot eerst om, dezelve wet geweld te bedwingen j
Wumkes.nl
136
FRIESCHE
maar in raad weder v e r a n d e r e n d e , bragt door verscheidene listen en bedriegeryen vreemde krygslieden in ' t Land ; waar door Ly de Seliieringers met veele geweldenaaryen tot verdrag b r a g t , en hem in Westergo i n n a m e n . Daar op zyn de Vetkoopers, n a cenige vergeefsclie tegenweer, mede tot de huldiging des Her logs wegens Oostergo v e r eenigt. Alleen stond Leeuwarden, en eeuige a a n h a n g , hem noch tegen: doch na eenigen tyd belegert te zyn geweest, gaf het zicli mede in het verdrag. Hier op liet de H e r tog te Leeuwarden aanstonds een blokhuis b o u w e n , van de steenen der afgebrookene s t i n s e n , die h y tegens wille van de eigenaars Het afwerpen, om tot gemeld blokhuis te gebruiken. I n den jaare 1499 had Graaf E d z a r d van Oostfriesland het oog op Groningen , doch die van binnen zulks gewaar w o r d e n d e , trokken u i t , onder hel bevel van U l r i c h , te D o r n u m , met 200 m a n n e n , neemende d e n Dam in en bezetteden de aankomsten aan de E e m s , als F a r m s u m , O t e r d u m , R e i d e , e n z . , en deeden verscheidene O m m e î a n d e r heerenhuizen om verre werpen. E v e n wel trok Graaf E d z a r d met zyne krygsmacht over in den O l d a m b t e , bestaande liet geheele leger uit 2800 burgers en soldaaten, b e nevens de Ommelander Hovelingen, n e e m e n d e aanstonds Pekel a Borg in. Daar n a dwongen zy de Oldambsters 2200 rhynse guldens brandschattinge af; en trokken dus
Wumkes.nl
KRONYK.
137
voort voorby S l o c h t e r e n , tot in bet klooster W i t l e w y r u m : waar door de Groningers d e n Dam en de andere plaatsen verlieten; en d e zelve door des Graaveu volk wederom in bezettinge v/ierd genomen. Graaf E d z a r d zelfs quam,- met 1000 burgers over d e E e m s ; b y was uit den Oldambte naar buis getrokken , en deed groot geweld van r o o v e n , b r a n d e n , en schattúige te vorderen. Doch de Groningers spaarden h u n n e vyanden ook niet. Nochtans maakte Graaf E d z a r d een kasteel te O t e r d u r n , en den Dam vast tot een oorïogsstoel. Ondertusschen zonden de Groningers 400 soldaaten, met een goed gedeelte van o o r logsgereetschap voor bet huis te S a u w e r t : ' t welk ten eersten aan h u n wierd overgegeven ; wordende aldaar de vestingwerken afgeworpen, en de bezettinge gevangkeîylt mede in de stad gevoert. Den 22ste van July is Jonker Fox met zyn volk, 250 mannen sterk zynde uit Friesland, over D r e n t h , naar Graaf E d z a r d willende, door de Groningers omtrent Gropewolde aangetast en geslagen; Fox zelve wilde zich niet overgeeven, schoon b y verscheidene wonden gekregen h a d , maar v o g t , op zyn k n i ë n leggende, zo lang tot lry den geest gaf. De Groningers h a d d e n hier een groote overwinninge, want 30 bleeven ' e r , b e h a l ven Fox zelve, van de vyanden d o o d , e n 125 wierden 'er gevangen. Alhoewel deze Jonker Fox altoos der G r o -
Wumkes.nl
Ï38
FRIESCHE
ïiingers ergste vyand is geweest, h e b b e n d e zy ïiem evenwel, om zyne dapperheid, naar Groningen gevoert, en aldaar in de M i n iiebroeders k e r k , met eeretekenen begraven. Door liet verslaan van dezen Jonker F o x , beeft bet plaatsje Foxliol zyne benaaminge bekomen. I n dit zelve j a a r , quam Hertog A.lbrecht, met zynen zoon H e n d r i k , te Harlingen a a n ; en wierd eerst te F r a n e k e r , en daar na te Leeuwarden op ' t Oude Hof ingeliuldigt. Binnen Franeker beeft b y , om eene goede bestellinge der wetten in den Lande te geev e n , den lioogen B a a d , die wy n u noch bet Hof van Friesland n o e m e n , ingestelt. Daar na vertrok Hertog Albrecht uit F r i e s l a n d , naar Meissen, in D u i t s c h l a n d , laaiende zyn. zoon H e n d r i k , aangeste.lt als S t a d h o u d e r , op het Hof binnen F r a n e k e r ; zynde bet Slot van Sjaardema. Doch deze niet wel onderrecht z y n d e , leide de g e meente ondraagelyke lasten o p ; waar door een groot oproer ontstond. I n den jaare 1500 hebben de Frîesen h e m in Franeker met 16000 mannen komen b e legeren : en vooral waakende dat 'er geen m e e r d e r vreemd krvgsvolk in ' t L a n d wierd gebragt, zo namenze dit volgende'voor h u n n e leuze : F jouw er lotter-claer leep aayen op in fmne /terne in ien nest (*). Die dit (*)
Bus ook
WINSEMXUS, SCHOTANUS geeft de
leus aldus op : Op uws Fmne heme, lizze /jouwet kkicr lolter Ljcp-Jyen ijn ten Nest, Zie Aaut.
Wumkes.nl
KIIONÏK.
139
niet zeggen k o n , achten zy een Uitlander îe zyn , en wiercl aanstonds veroordeelt om verdronken te worden. O m h u n n e belegeringe voort te z e t t e n , en gemelde stad te v u u r en te zwaard wel aan te tasten , lieb~ ben zy de Groningers ondertussclien voor vier stukken geschut, tot dit beîeg b e n o o d i g t , alle bet zilverwerk en andere kostel y k h e d e n , uit alle kerken en kloosters geîigt z y n d e , te pancle gegeven. A l b r e c h t o n d e r t u s s c h e n , met veel volk uit Meissen te rugge k o m e n d e , slaat, met een onderstand van den Graaf van Holland , liet leger voor F r a n e ker weder op. W a a r op die van L e e u w a r d e n h u n n e stad verlaaten: en Hertog H e n d r i k trok daar weder i n , bedryvende al™ omme veel moedwille , brengende veele E d e len en .gemeene lieden in ballingschap. I n dit zelve jaar is den Dam door de Groningers belegert, en zeer hevig beschoo,t e n , maar liet afkomen van Graaf E d z a r d , en de overstroominge van h e t w a t e r , deed h e n dezelve wederom verlaaten , en n a a r Groningen trekken. W a a r op des Graaven volk, in moedwil u i t b a r s t e n d e , hier na de dorpen W a g e n b o r g e n , Uithuizen en Meden in b r a n d stak, waar door veele huizen v e r teerden. Ook zynze daar na in de M a r n e gevallen , hebbende de Groningers, die met d e landlieden te zamcu vereenigt w a r e n , geslagen : en daar na ongehoorde gruwelstukken van y o o v e n , moorden en b r a n d e n f
Wumkes.nl
1.40
FRIESCIIË
vrouwen v e r k r a g t e n , en kerkschenderye be~ dreeveu. Groningen wierd door de Saxen op den eersten van Augusty aan de noordzyde b e legert , leggende liet geheele leger voor d e naaste molenbergen van de s t a d ; van waai* hetzelve, doch met weinig s c h a d e , 15 a 16 dagen beschoten wierd. Maar h u n n e sche)en van proviand en oorlogs - ammunutie agen het Reidicp langs, waar by 1000 m a n nen Saxen tot dekking in Jarges tigchelwerk geposteerd waren. Onderwylen quara de Bisschop van U t r e c h t , niet verscheidene heeren uit de Staaten des Lands in ' t leger, en bewerkte zo veel tusschen den Hertog van Saxen en de stad G r o n i n g e n , dat de vrede op den 21ste van Augusty te A d u a r d voor eenige m a a n d e n geteekent wierd. W a a r op het beieg aanstonds wierd opgebroken, en 12000 soldaaten daar van naar Friesland g e z o n d e n ; trekkende de Hertog zelve met liet overige volk naar den D a m , en van daar naar E m b den ; daar h v , na eene ziekte en hoofdwond e , die hy door een mussjuetkogel in het beleg had ontfangen, op den 8ste van S e p tember is komen te sterven.
{
2. GEORG-,
Hertog
van
Saxen.
Deze i s , volgens h e t r e c h t van erffenisse, in 's vaders plaats gekomen 5 na dat zyn
Wumkes.nl
K R O N Y-K.
141
broeder H e n d r i k zyn recht aan hem b y v e r drag had over gedaan. I n den jaare 1501 hebben de Groningers 2000 soldaaten aangenomen, onder voorwaarde , dat zy hen den Dam zouden h e l pen w i n n e n , waar voor zy d a n zouden g e nieten , behaîven de p l o n d e r i n g , 7000 g u l d e n s , en al het geene dat zy tot dien aanslag noodig zouden hebben. Daar op zynze d e n 18de van May niet malkander uitgetrokken , en berenden voorts den Dam aan drie k a n ten ; neemende ondertusschcn Delfzyl w e g , en sloegen het daar binnenleggende g u a r n i soen dood. Vervolgens deeden zy verscheiden stormen op den D a m , en schooten 'ei' den b r a n d in : maar die van binnen zich mannelyk k w y t e n d e , sloegen hen t'elkens af. Ondertusschen (juam. Graaf E d z a r d met 4 0 0 0 m a n n e n over de E e m s , regt uit n a a r d e n D a m , stellende zvn krygsvolk, in drieën v e r deelt , in s l a g o r d e , met het geschut voora a n , en marcheerde alzo op d e n weg van J u k w e r t , regts tegens h u n n e vyanden i n ; waar op het bloedvergieten aanging, en wierd 'er zo gruwelyk onder de Groningers geslagen, d a t ze den Dam moesten verîaaten , en d e vlugtende tot aan Groningen n a g e z e t ; die zo droevig verslagen of ia de Damstervaart verdronken , dat ' e r , naar ' t zeggen van zommigc, 3OOO mannen wierden verlooren , waar onder vier Burgemeesters zoonen van G r o n i n g e n , als A.lbert Jarges, Harmen J a r ges j Gosen Schaffer, en Johan jMepscbe,
Wumkes.nl
142
FRIESCHE
Daar n a namen de Saxen liet Huis te M u d e i n , en v e r b r a n d e n eenige molens en k a p e l len aan de noordzyde voor Groningen ; ook op een na alie de molens en huizen aan de z u i d k a n t , tot aan de gragtswal. I n den jaare Î502 quam de jonge H e r tog van Saxen in G r o n i n g e r l a n d , by 'Jiem hebbende zes Graaven , veelc Edelen , • 200 ruiters en 300 soldaaten, met allerlei veldstukken en bagagie. De eerste nacht bragt h y door te A d u a r d , mits naauwe wacht houdende voor de Groningers , hoewel 't bestand noch liep. Van daar trok h y naar den D a m , alwaar hern tl e burgers met k r u i s sen en vaanen te. gemoet t r a d e n , en niet veele eeretekenen in haaiden. Zy droegen allemaal vel'en op h u n n e knieën , ten teeken van onderwerping-, waar op de hovelingen uit de O m m e l a n d e n , in den Dam wezende, hem mede huhlinge en eed hebben gedaan. I n dezen tyd hebben de Groningers met Hertog Karel van Gelder een verbond g e m a a k t ; mits dat de wederzydsche burgers i n eikanders land een vryen koophandel z o u d e n mogen dryven. I n den jaare 1504 heeft Graaf E d z a f d , b y de p u n t e r b r u g , een zeer sterk kasteel l a a ien b o u w e n ; ' t welk n a d e r h a n d Weerdenbras genaamt is geworden. I n d e n jaare 1505 was te Iiarlingen een zwaar e nood van w a t e r , waar door veele dyken doorbraken. Daar op volgde een firoote droogte ia den l a n d e , waar door
Wumkes.nl
KRONYK.
Ï43
'zwaare b r a n d e n in de veenen wierden v e r oorzaakt: als ook te Iîindeloopen, dat met 'er kerk voor 't meerendeel geheel verteerde. I n dit zelve j a a r , ! den 8ste van A p r i l , trok een ' p a r t y Groninger b u r g e r s en soldaaten naar O n d e r d e n d a m , en bragten by h u n n e te rugkomst 14 Saxische soldaaten en twee boeren gevankelyk mede in G r o n i n g e n ; waar door liet oorlogsvïiur weder ontstooken wierd. Den 20ste dito cpani een t r o u p Saxisclieii uit A d a a r d , in den n a c h t , b y de Aa P o o r t , en verbranden aldaar 3 a 9 huizen. Daar tegen zonden de Groningers 4 a 500 m a n n e n naar Oosterwyrum en de omleggende p î a a t z e n , b r a n d e n d e het d o r p Heveskes g e heel af, en haalden een grooten b u i t van ossen, koeyen en schaapen van W y t w e r t , e n z , ; alwaar de kerken wierden aangetast, de goederen daar uit gehaalt, en naar G r o ningen gevoert, Den 22ste van Augusty wierden de G r o ningers en Saxischen te Haren h a n d g e m e e n , alwaar de eersten 2 0 , en de îaatsten 1ÖO m a n nen op het slagveld lieten leggen. Aldus de oorlog wederom een begin g e nomen hebbende , droeg de Hertog van Saxen het veldheerschap op aan Graaf E d z a r d van Oostfriesland , en Jonker Vitus , van Draaksd o r f , die de Groningers 'er toegangen zeer naauw lieten b e z e t t e n : waar door die van b i n n e n , zich zeer geprangt v i n d e n d e , e n van alle hulpe ontbloot z i e n d e , 'wierd b e t
Wumkes.nl
144
F R I E S
CUE
gemeene volk n o c h t a n s , door de o n m e n sehelyke wreedheden der S a x e n , te meer v e r b i t t e r t : waarom de Groningers h u n n e hescherminge b y iemand wilden zoeken. H i e r op verkozenze Graaf E d z a r d , van Oostfriesland , voor h u n n e n Beschermheer ; aan wien zy de stad opdroegen; waar van de artykelen in den jaare 1 5 0 6 , op den 24ste van A p r i l , wierden bezegelt, w o r dende in dezelve alle de privilegiën en v r y b e d e n , die Groningen met haare ingezetenen ooit gehad h a d d e n , behouden. Daar op quam de Graaf met zyne keurlyke k r y g s b e n d e n , verzelt met veele Edelen , naar Groningen af; gaande de Magistraat van de S t a d , benevens de jonge manschap en solclaaten, door de Poele Poort u i t , hem tot aan Ooster Hoogebrug te gemoet, en deeden h e m aldaar d e n eed van getrouwheid. By de Poele Poort gekomen zyn.de, ontfong h y uit handen van Burgemeesteren de sleutels van de stads poorten. Vervolgens wierd de Graaf met een prachtige staatsie , onder het losbranden van 't kanon , t r o m m e n - en t r o m pettengeschal, luiden der klokken, e n z . , ter stad ingehaalt; rydeude alzo de Poelestraat door , naar de m a r k t , alwaar het krygsvolk î n volle wapenen, i n r y e n en gelederen geschaart s t o n d , tot aan de hoek van de Geîkinges t r a a t , daar het logement voor hem bereid was. Daags daar aan ging by iu St. W a l burgs k e r k , alwaar de burgers licm l m l d i n c e , nligf, en eed fî«çden . volsens inhoud
Wumkes.nl
KRONYK.
145
van het accoord. Daar na deed de G r a a f een sterk era zwaar kasteel b o u w e n , tusscheti de Steens til en Ooster P o o r t , zynde voorzien met zeer wyde en diepe 'gragten en hooge wallen. I n den jaare 1506 qiiam Hertog Georg in Friesland , en vvierd iugehuldigt. Hy g e b o o d , om over geheel Friesland te g e b r u i ken de W b r k n m e r ellen, het Bolsvverder loepen , de Leeuwarder k a n n e , d e Keuische w i c h t ; en het Hof van G e r i c h t e , b y zynen vader te Franeker iugeslelt, liet h y n a a r Leeuwarden vervoeren. Daar na liet hy h e t Bild allereerst b e d y k e n , n a dat het al eenige jaaren goed vast land was geweest, eu b y zynen vader Albrecht in eigendom ware g e n o m e n , zonder dat de Staaten des lands daar in bewilligt h a d d e n . I n dezen tyd heeft gemelde Hertog ook d e Floreen Rente over den L a n d e gestelt, e n elk n a a r h u n n e schattinge doen b e t a a l e n ; waarom , om het zo veel te gemalikelyker i n te v o r d e r e n , hy het L a n d s c h a p in zyne Iioofddeeien onderscheiden heeft: die wy n u •Grietenyen noemen, i n «den jaare 1507 heeft de Hertog van Saxen , na d a t Graaf E d z a r d Groningen in ' t bezit had genomen, groote pretensieu van den Graaf en de Groningers gevordert. D o c h deze questien zyn te Constaus o p d e n R y k s dag g e b r a g t , alwaar wederzydsche G e z a n t e n wierden g e z o n d e n ; maav n a d e r h a n d ook te 10
Wumkes.nl
146
FRIESCHE
In dit zelve jaar is de vaart Yan Leeuwarden naar Franeker, en naar Bolswert begonnen gegraaven te worden. In den jaare 1508 is Norden, in Oostfriesland, door zyn eigen vuur voor 't meerendeel verbrand. En op den I6de van October was de tweede St. Gallus watervloed , welke in Oostfriesland en elders groote schade veroorzaakte : wordende in de zelve kabeljauw en wytingen voor Groningen gevangen. In den jaare 1509, den 26ste van September, was 'er een hooge watervloed over Friesland , Groningerland , en elders , waar door niet alleen verscheidene dyken zyn weggespoelt, maar ook veele inenschen en beesten verdronken. By de Dollaart scheurde een stuk lands af, op welke 10 a 12. zwaare beesten te weiden gingen, van bet overige land in den Oldambte, en dreef over de Dollaart, in Reiderland, alwaar het vast en behouden bleef zitten; 't welk naderhand een oorzaak van- proces gaf tussclien die van 't verdrevene en 't aangespoelde stuk land. In den jaare 1511 ontstond 'er te Leeuwarden een zwaare b r a n d , die wel 200 buizen verteerde. In den jaare 1512 wierd Koeverden door Roelof van Munster, gewezene Drost van 't Dreuth, met vcrrassinge ingenomen. Doch xeer kort hier n a , beeft de Bisschop van Munster hem wederom belegert, en tot ver-
Wumkes.nl
KRONYK.
147
laatinge dier plaats gedwongen 5 stellende d a a r doe wederom tot Drost Adolf van. Re ch teren. I n den jaare 1513 zond de Keizer M a x i miiiaan een s c h e r p mandaat aan Graaf E d z a r d , h e m g e b i e d e n d e , op zwaare straffe, de stad Groningen te verlaaten , en dezelve aan d e n Hertog van Saxen in te r u i m e n : d o c h vrugteloos. , I n den jaare 1 5 1 4 , in liet b e g i n , deed cîe Hertog van S a x e n , ziende d a t h y 't met die van Groningen niet eens konde w o r d e n , een inval in Oostfriesland, doende allerlei wreedheden van m o o r d e n , b r a n d s c h a t t e n e n branden. Zy belegerden zelfs L i e r o o r t ; d o c h dat z y , n a de Hertog van Brunswyk zyn leeven daar voor h a d v e r l o o r e n , m o e s ten verlaaten. Den 7de van J u n y wonnen de Saxen i n Groningerland het sterke klooster S e l w e r t , doende het zelve versterken , en met een sterk guarnisoen bezetten. Ook h e b b e n zy Delfzyi met geweld ingenomen , slaande a l daar alles dood dat zy vonden , slegten d e werken , en staken het plaatsje in b r a n d . Voorts cruam Graaf E d z a r d , na dat h y z y n eigen l a n d tegen d e Saxen h a d v e r d e d i g t , met 700 mannen h u l p t r o e p e n te G r o ningen ; die op den volgenden dag buiten, de Bottinge Poort met d e . S a x e n slaags r a a k ten , waar door veelen sneuvelden. Den 21ste van J u l y , trok de Hertog v a n Saxen, met zvrt lesrer', om zich aan G r o n ï n * 10
Wumkes.nl
148
FÏUESCHE
gen en Graaf Edzai'd te wreeken, voor den D a m , doende die plaats aan drie zyden b e legeren. Daar binnen waren 800 kloeke weigewapende m a n n e n , een goede meenigte b o e r e n , en een strydbaare burgerye tol bezettinge. Otto van Diepholt was C o m m a n d e u r ; benevens h e m waren 'er noch eenige d a p p e r e Edelen. De belegeraars damden de siooten, en sloegen by n a c h t een b r u g over de v a a r t : zy a p r o c l i e e r d e n , werkten in de a a r d e , en schooten met gloeijende kogels hevig op de stads vesten en poorten. Die van binnen cjueeten zich d a p p e r : maar d e groote menigte der vyanden stormde op den 3de van Augusty op de drie poorten te g e l \ k , met een afgrysseljk geweld: na dat zy t'elkens waren afgeslagen , met den jongen Hertog van Brunswyk achter h e n , roepende "vreesseljk, en dreef zyn volk alzo a a n , tot d a t zy eindelyk de belegerden overwonnen , en in de stad quamcn : waar op het m o o r den aanging, wordende in de eerste furie n o é h k e r k e n , noch a u t a a r e n , noch k r a a m huizen gespaart. De jonge Hertog r e n d e door de s t r a a t e n , met het bloote zwaard in de h a n d , r o e p e n d e : Sla dood, sla dood, tot wraake van ?nyn Vader l Veelen zyn op de autaaren, eenige met de heelden o m v a t , en andere m e t h e t kruisifiks in h u n n e h a n d e n , omgebragt. Eylco Lewe stond met een lang slagzwaard in zyn h a n d , en sloeg zo gruwelyk o n d e r de v y a n d e n , dat 'er v e e len jQiçt hsiïTi gccloocl vricA'd.e», tht getal d e r
Wumkes.nl
K R O N Y K.
149
dooden wievd in alles op 1136 gerekent. O m t r e n t 2 0 0 soldaaten en weinige b u r g e r s wierden 'er gevangen g e n o m e n ; doch 150 waren 'er reeds in den beginne d e r overval ontkomen. De Commandant D i e p h o l t , en noch een K a p i t e i n , wierden gekeetent en gevangkelyk naar Medenblik ge voert. De vrouwen en kinderen wierden ook gevangen gezet en gepynigt, om de verborgene s c h a t ten aan te w y z e n ; en daar n a naakt en bloot ter stad uitgejaagt. E n de schoonste maagden en jonge vrouwen wierden door de soldaaten eenigen tyd tot vuile lusten g e houden. Hier na heeft Graaf E d z a r d de R e g e e rlnge van Groningen v e r l a a t e n : waar op d e Groningers Karel van E g m o n d , Hertog van Gelderland , voor h u n n e n Beschutsheer h e b ^ b e n aangenomen; doende voorts den eed aan zyn Marschalk W ü l e m van Ojen op den 3de van Novemb. in St. W a l b u r g s kerk. In den jaare 1 5 1 5 , o m t r e n t Driekoningen D a g , h e b b e n de Saxischen uit d e n Dam de kerk en ' t geheeîe d o r p F a r m s u m geplond e r t en ten eenemaal v e r b r a n d . Den 17de van M a a r t n a m e n de G r o n i n gers het kasteel of blokhuis by A d u w a r d e r zyl i n , en hebben bet ten eenemaal g e r a seert en geslegt. Ook hebben z y , met h u l p e van Graaf Edzards volk, Delf zyl met geweld i n g e n o m e n : als mede den D a m , alwaar in ' t uittrekken der Saxische troupen een g r o o t t u m u l t ontstond $ want de burgers en eenige
Wumkes.nl
150
F KI ES CHE
.soldaaten, de oude bejegeningen nocli in 't •hoofd zittende, vielen in hunne achterhoede , plunderden de bagagie, en ontnamen h u n veele goederen. Daar na quani de zwarte Hoop, zynde een zamengeraapt volk van ruim 5000 koppen , in Friesland vallen ; welke alle de dorpen, daarze aan quamen, in kooien zetlede, als mede de steden Workum, HindeJoopen en Molkweri'en ook afbranden. Ook hebben de Groningers het kasteel Wecrdenbras, by de Punterbrug, ingenomen. Na dat Hertog Geovg in voorige jaaren veel moeite met de Groningers en Graave van Oostfriesland hadde gehad, en de Graave met de Groningers hunne gerechtigheid aan Karel, Hertog van Gelderland, overgedraagen hadden , zo hebben de Gelderschen • de Sevenwouden en 't grootste gedeelte van Westergo met een meenigte van volk afgeloopen. Waar op Georg van Saxen, geen middel ziende om de Friesen weer onder zyn geweld te krygen, uit het land vertrokken is ; laaiende zynen Stadhouder Everwyn , Graave van Benthém , alhier. Ondertusschen maakten de Gelderschen in de Zuidhoek, als te Workum, Hindeloopen , Molkwerren , Staveren en Slooten , zeinschepen ; om in de Zuiderzee op het ontzet der Hollanders te kruizen : onder dewelke zich Groote P i e r , geboortig van Kimswert, mede begeeven heeft. Deze Groote
Wumkes.nl
KR ON TE.
Ï5î
Pier was door de Saxischen Tan alle zyne goedereu en welvaart beroofd, ook hadden. zy het dorp,, daar hy woonde, in brand gestooken : waarom hy met een aanhang van meer dan 500 vrienden, op gemelde schepen gegaan was: en hebbende verscheidene gelukkige zeeslagen met de Hollanders gehouden , en veele scheepen van hen genomen , zo maakte hy verder de geheele Zuiderzee vry. Hertog Georg, veel geld en moeiten te vergeefs verspilt hebbende, om de Friesen îe vermeesteren, droeg, na alle zyne nederlagen, het erfrecht over aan den Prins van
2. het Huis van BOUÏLGONDIEN. 1. KA REL
de
Vyfde,
In dit zelve jaar 1515, K A R E L , Koning; van Spanje, en na een korten tyd Keizer van 't Roomsche R y k , nu Erf heer van Friesland geworden zynde , stelde Graaf Floris van Ysselstein tot Stadhouder aan $ die zich met de zynen eerst alleen binnen Leeuwarden, Franeker en Harlingen moest verhouden: zynde het overige des Lands; meest door de Gelderschen bezet; tot welkers voordeel Sneek eji Slooten ia dien tyd
Wumkes.nl
Ï52
FRIESCHE
met m u u r e n en sterktens zyn vast ge^» maakt (*)• ' * E n gemelde Groote P i e r , speeîende alle zeilen blank ( † ) , nam weg alles wat tegen de Geldersclten a a n q u a m , werpende veele mensclien o v e r b o o r d : en inzonderheid te W o r k u m , dat hy i u n e e m e n d e , de Hollanders de voeten spoelde, daar by voegende dit grove •Friesche vloekwoord: Sjug ho kenne dy D: tjietten stuomme (§). I n den jaare 1 5 1 6 , in A p r i l , is Delfzyl', n a dat de Graaf E d z a r d zyne bezetting daar uit b a d g e n o m e n , door Boele R i p p e r d a , van haare vestingen beroofd. Daar op zyn de Groningers , met buîpe van zommige Ommelanders , uitgetrokken , h e b b e n d e den Dam gedemanteleert, en voorts W e e r d e n b r a s ook geraseert. V e r d e r , het kasteel van
(*) Vast maken is zoo hier als op alle vorige en volgende plaatsen : Versterken. (†) Spelen alk zeilen blank: dit gezegde heeft zijn' oorsprong van de zeerooverij, waarin men van vriend en vijand kaapt, en rooft, wat men vangen en grijpen kan: -- alles wegrooven wat men op zee ontmoet. Zie WINSCHOOTENS Zeeman, op 't woord SEIL , en WEILAND K. T.
Woord.
(§) Hij smeet (zegt WINSEMIITS fol. 446,) vele Hollanders in plaats van Borgoenschen over boord, volgens Martinus Ylst uit de overlevering van Bonne Ilaisma zijne medgezellen toeroepende: Siuckfaynten, ho kenne da deels kijetien swamrna.
Wumkes.nl
KR ONTK.-
153
Graaf E d z a r d , te Groningen gebouwd, w e derom afgebroken. In den jaare 1517 quarn 'er weder zulk een hooge watervîoed, dat h e t water eene elle boven de d j ken s t o n d ; waar men de schade wel kan afmeeten. Groote Pier beschermde S n e e k , tegen de belegeringe der B o u r g o e n s c h e n ; en natu Hindeioopen weder i n , dat de gemelde B o u r goenschen vast gemaakt, en met 300 m a n n e n bezet hadden : en daar na Medeublik , dat h y verbrande. I n dit jaar wierd ook tusschen de B o u r goenschen en den Hertog van Gelderland een verdrag gemaakt, na dat aan weêrszyden veele vyandelykheden waren voorgevallen; waar door de steden n u van de eene en d a n van de andere zyde waren i n g e n o m e n , en de platte landen veel geweld, m o o r d en b r a n d h a d d e n eeleden. Doch Groote P i e r , met die de Gelderschen a a n h i n g e n , zich hier noch niet toe v e r s t a a n d e , bleven even s t a n d vastig tegen de Bourgoenschen , en begeerden Pier voor een Beschermheer d e r vryheid geacht te wezen; dat hy voorheen ook z o u de gedaan h e b b e n , byaldien het zommigeu niet verbrod h a d d e n . Als h y door eeiieu Hollander in een brief tot afstand geraadeu wierd , bespotte h y hem met een rymtje na dien t y d , voegende boven h e t zelve al b o e n e n d e deze Eeretyteleti: Ik, Groote Pier, Koningvan Friesland, Hertog van Sncok, Graaf van Stoot en, Vryheer van
Wumkes.nl
154
F R I E S CUE
Hindeionpcn, en Capiêein - Generaal vande Zuiderzee (*). Dus wierd de vereeniging door de Gelderschen verbrooken, en des Keizers volk moest, als voorheen, zich alleen in Leeuwarden , Franeker en Harlingen verhouden. Groote Pier deed ondertusschen de Keizersehen op de Zuiderzee veel afbreuk, neemende gestadig aan weg alles wat hem voortruam. In den jaare 1518 heeft de Hertog van Gelder het accoord van Maarschalk Willem van Ojen met de Magistraat van Groningen , uit zyn naam ingegaan , geconfirmeert en gezegelt. In den jaare 1519, den 6de van February , wierd te Arnhem het vorstelyke b r u i loftsfeest van den Hertog van Gelder met de Hértoginne van Brunswyk Lunenburg zeer prachtig gehouden: zynde aldaar uit deze Provintie van Groningen mede verzegt, Ludoîf donders, en Klaas Schaffer, Burgemeesteren; Willem Frederiks, Priester van St. Martens kerk, wegens de stad; en Roelof Lennep, Ritmeester, wegens de O m melanden. Dewelke allen zeer prachtig uitgedost waren; Willem op een wagen, en de anderen te paard, zynde alle de paarden eveneens met blinkende wapenen over hunne gansche ligchamen bedekt - , verzelt (*) Zie hierover de Bijv, en Aantt.-
Wumkes.nl
KîiONYK.
155
Biet 30 ruiters, in heerlyke kleederen. H u n ne geschenken, dieze voor het jonge paar mede bragten , bestonden in twee zilvere wynkannen, en twee zilvere schenkvaten, zeer konstig verguld en bearbeid, wegende over de 50 mark zilver. Daar nevens bragten zy 4 welgemeste ossen, van een buitengewoone zwaarte, en 4 schoone paarden. In dit zelve jaar, als Groote Pier bemerkte , dat de Gelderschen het land, even als de Saxischen voorheen, onder het juk van slaavernye meenden te brengen, zo q u i teerde hy daarom zyn ampt, en zettede zich gerust binnen Sneek ter neer, alwaar hy zyn leeven na eenigen tyd heeft geëindigt. In den jaare 1520 wierd het klooster te Aduard, het waereldsche gebied, mitsgaders het recht van patroonschap over Suidhorm en Wyrum ontnomen, om reden dat eenige monniken op St. Bernards dag, onder een gastmaal, dat jaarlyks wierd gehouden , twee Edellieden , Hendrik en F r e derik Gaykinga, vegtenderhand hadden doodgeslagen. (*)
(*) F reder ik Gaykinga, in den jaare JSóO, Abt van Aduard zynde, had, tot nadeel van zyn geslacht, hoewel tot ccre, dit klooster met veels goederen beçif,iigt; doch op zekere, voorwaarden, waartoe zyn geslacht altoos gerechtigt zou wezen. Beslaande t voornaamste hier in, dat die van Gaykinga voor eeuwig xouden hebben alle jaar op St. Mariens avond een witte Zwaan, een Capoen, en een kanne ÏFyn, en
Wumkes.nl
Î56
FR.IESCHE
Als Karel de vyfde n u tot Roomsch K e i z e r was v e r k o o r e n , heeft hy in den j aare 1521 Georg Schenk tot Stadhouder over Friesland aangestelt: d i e , met zyn leger te A r u m s t a a n d e , de Geldersche steden, Sneek en Boiswert heeft gebrandschat: doch Stoffel van M e u r s , Stadhouder der G e i d e r s e h e n , vertrok naar W o r l m m , dat hy vast m a a k t e , om gemelde brandschatting der Bourgoensclien af te weeren. Hier op dreven de Sneekers de G e l d e r schen u i t ; het welk die van Boiswert, w e i nig tyd daar n a , mede deeden. In dit zelve j a a r , den 12de van M a y , is de Hertog van G e l d e r , door de Staaten der O m m e l a n d e n , mede tot h u n n e n b e s c h u t s lieer aangenomen. In den jaare 1 5 2 2 , den tweede van N o v e m b e r , (juam de Hertog van Gelder te G r o n i n g e n ; wordende door de Magistraat b u i -
%ouden voor alioos eene misse kouden in 't Kapittelkuis, en ecu brandende lompe voor 't gekeele geslachte. Wanneer iemand van 't geslachte quam te verarmen , zoude aldaar voor zyn keven de kost hebben; ook wanneer zy met hun gezinde quamen, zoude de Abdy voor hun geöpent, en de tafel gedekt worden, na de •waardigheid des geslachts, in de voornaamste kamer; benevens jaarlyks op St. Bernards dag te gast genoodigt worden. Aldus was Hendrik op dit jaar genoodigt, maar Jan en Fredcrik quamen van zelfs. Waar op, onder de monniken een jalousie ontstond, die hun zeer qual-jk bejegende, en waar door het gevegt ont, stond.
Wumkes.nl
K R O N Y IL
157
ten de Oosterpoort opgeîiaalt, en tot aan de St, M;>rtens K e r k geleid ; alwaar hy door M r . W i l l e m , K e r k h e e r , omfangen w i e r d , die hem mede naar z j n huis nam en l o geerde. Des a n d e r e n daags o n t ü n g hv op het raadhuis de sleutelen van de stads p o o r ten , en den eed van de Magistraat en de Gezworene Gemeente, en vervolgens in St. W a i b u r g s kerk van liet geineen. Des S o n dags daar aan wierd hy door de Magistraat der stad op het Heeren W y n h u i s zeer p r a c h tig ter maaltyd onthaalt. Daar na , de H e r tog vertrokken z y n d e , zond hv Jasper van Marwvk als Stadhouder te G r o n i n g e n , die zyn logiment nam op Munnikeholm. I n den jaare 1523 bouwde Stoffel van Meurs een blokhuis te W o r k u i n , en den tooren versterkte h y met gragt en w a l l e n , om de zeekust tegen de Bourgoenschen te beschermen. Maar wierden van Schenk vermeestert, die d e n tooren van boven af liet w e r p e n , en het blokhuis met veel volk bezette. I n welken tyd ook de geweldige Stins van Iutliiema door de Keizerscheii verbrand en vernietigt is. Doe zonden .de Gelderschen eenige zeeroovers uit Dokkum ; het welk de Bourgoenschen b e l e g e r d e n , en mede by verdrag inkreegen. Ook vlugten d e Gelderschen van Bolswert naar Slooten ; d a t z i c h , belegert ziende, mede aan S c h e n k over gaf. E n by een gemeen o p b o d d e r l a n d l i e d e n , zyn de Gelderschen t'eenemaal
Wumkes.nl
158
F R I E S C H E
uit het land gejaagt: en Karel de vyfde tot E r f h e e r over Friesland bevestigt. Ook is Schenk en Wassenaar , nit n a a m des Keizers , in de Ommelanden g e k o m e n , roovende en b r a n d e n d e zeer schieîyk o n d e r d e landlieden ; vervolgens ontboden zy h e n om den Keizer te beëedigen te N o o r t h o r m , mits tot boete geevende 32000 goudguldens. I n den jaare 1 5 2 5 , des Vrydags voor St. L a u r e n s , geraakte de stad Groningen in een groot oproer ; alzo de Bouwmeesters en Gildens zich heimelyk verbonden b a d d e n van h u n n e goederen 'er by op te zetten T om alle de a c c y n s e n , uitgenomen de wyn en het H a m b u r g e r b i e r , af te schaffen. Zy h a d d e n dieshalven b v de twee Bouwmeesters, noch 24 van de voornaamste personen uit de Gildens gekooren, die het zeive aan d e n Raad zouden voordraagen. Als deze v o o r stellinge op het raadhuis geschiede, stond d e geheele markt van het gemeen b e z e t , raazende en tierende als verwoede m e i i s c h e n , die door des Overigheids r e d e n e n niet te stillen waren. Een groote hoop iiep als woedende op het s t a d s h u i s , met een groot stuk hout in de h a n d e n , en stoote de d e u r van de raadkamer daar mede o p e n ; voomeemens om den geheelen Raad dood te slaan. De geene die beneden s t o n d e n , met bloote messen in h u n n e h a n d e n , r i e p e n : Sla dood, sla dood} werpt ons de vcr~ raaders ter vensleren, uit! W a a r door de Raad zich genoodzaakt v o n d } deze gecora-
Wumkes.nl
llEONYK.
159
m u t e e r d e n te zeggen, h u n n e begeerte te zullen v o l d o e n : doende daar op de klok l u i d e n , en h u n n e wille publiceren. W a a r door het woedende gepeupel wederom vertrok. I n d e n jaare 1527 was 'er wederom een groote onlust te G r o n i n g e n , waar door o m t r e n t verscheidene magistraatspersoonen h u n leeven zouden verlooren h e b b e n : want een J a n G r y p , zynde een groot o p r o e r m a a k e r , trok zyn zwaard u i t , en' r i e p : <Sla dood'. e n sloeg den Bouwmeester J a n . . . . onder d e n voet, houwende nochmaals verscheidene keeren naar h e m ; doch w i e r d , door t o e doen van a n d e r e n , noch gelukkig gered. De R a a d , vergadert z y n d e , vlood van het stadshuis ; ziende ieder om een goed h e e n komen. De Burgemeester Hillebrands , R o l t m a n en Rein Duirds , met noch eenige a n d e r e R a a d s h e e r e n , liepen in de S t . Marlens k e r k ; maar de Burgemeester L u d o l f Conders viel by d e waag onder het g e s p u i s ; waar door h y nochtans door eenige raadsgezipde burgers gelukkig wierd o n t z e t , neemende daar op de v l u g t , de Heere P o o r t u i t , naar Helpman op zyn hofstede. Dit zelve jaar overleed Graaf E d z a r d van Oostfriesland, oud zvnde 66 j a a r e n , b i n n e n E m b d e n ; wordende des Vrydags na v a s tenavond tot Norden begraven. Na hem s u c cedeerde Graaf E n n o daar o p , i n zyns v a ders plaats. Tii d e n jaare 1530 heeft Keizer Karcl aan
zyneiî 5tadh.oxid.ey Schenk
Wumkes.nl
last gegeeyen f
160
F RIE S CHE
om Dokkum c a Sîooten , weîke Steden h y , na ' t vertrek der Geiderschen, hadden doen vast m a n k e n , de waiien wederom te slegten. In dit zelve j a a r , den 10 van Jufy, n a m Graaf E n n o van Oostiriesland W k u n o n d door verrnssinge i n ; en belegerde voorts Ë z e u s ; waar op h y verscheidene maaien s t o r m d e , en veel volk verloor; doch op den 28ste van September hebben die van binnen zich aan h u n n e w a n d e n overgegeeven; waar o p , Jonker Balthazar een voetval voor Graaf E i m o d o e n d e , p a r d o n beqnam. l u den jaare 1531 heeft Jonker Balthazar een hoop krygsvolk aangenomen, waar mede hy in Graaf E n n o ' s land t r e k k e n d e , aiies i n b r a n d stak wat hein voor q u a m ; sleepende een grooten b u i t met zicli; en begaf zich n a d e r h a n d onder den Vorst van Gelder. I n den jaare 1533 heeft Jonker Balthazar den. Overste M e i n d e r t van Ham met o m t r e n t 2000 Geldersche soldaaten te Jemrnigen , i n R e i d e r l a n d , g e z o n d e n : maar Graaf E n n o h e n te gemoet t r e k k e n d e , heeft van hen een Vendel G e i d e r s c h e n , welke by de ÜNoorth v e r a c h t e n w a r e n , ter neer geslagen. Doch een weinig tyd daar n a , hebben de G e i derschen de Oostfriesclien aangegreepen. en deerlyk geslagen • waar door in ' t geheel o m t r e n t 400 m a n n e n zyn gebleven, en waar o n d e r veeie braave persoonen van aanzien. I n den jaare 1 5 3 5 , den 30ste van M a a r t , zyn omtrent 3 0 0 zo genaamde W e d e r d o o p e x s , HA datze h u n n e leere in Friesland
Wumkes.nl
KRONYK,
161
openbaar h a d d e n voorgestelt, byeen g e t r o k ken , overvallende Oklenklooster, by Bolsw e r t , en namen liet i n : noodzaakende d e monniken daar uit te vlugten ; en van g e dachten z y n d e , by aldien de Landsheer h e n mogt komen b e s t o r m e n , zouden de bestormei's zelve door h u n n e eigene wapenen g e dood worden. Maar de Gouverneur G. Schenk zulks gewaar w o r d e n d e , zond een t r o u p soldaaten derwaarts , en overweldigde het klooster aanstonds ; waar door in de e e r ste furie het meestedeel dier arme menscheu door de kling wierden gei aagt: 2 4 zyu "er vervolgens aan galgen opgehangen, en 15 o n t h a l s t ; en de vrouwen en maagden eenige te L e e u w a r d e n , en andere in het H e m p e n sermeer doen verdrinken. I n den jaare 1538 heeft M e n n o S i m o n s , Priester te W i t m a a r s u m , zyn priesterambt verlaaten , en zich tot de W e d e r d o o p e r s be~ geeven : waar van dezelve den naam van Mennisten h e b b e n b e k o m e n , zo als zv noch in Friesland , zonder o n d e r s c h e i d , allen g e noemt worden. I n dit zelve j a a r , h e b b e n de Groningers h u n n e huîpe aan den Hertog van Gelder t e gens Graaf E n n o van .Oostfriesland opgezegt. W a a r over de Hertog zeer te onvreden z y n de , zyne krygsmacht deed vermeerderen , en den Overste Meinard van Ham met de zeîvo d e n 29ste van April naar den Dam zond.; die aldaar ten eerste de vestingen deed v e r sterken , steekende de voorstad b y de S t e e n -
Wumkes.nl
lfcî.
FR1ESCHE
stil- en Poelepoort in b r a n d ; als ook de voorstad van de E b b i n g e - en Botteringep o o r t ; waar d o o r , alzo de vlam over de wal q u a m , omtrent de Peperstraat 5 huizen en 3 0 schepen verbrande. W a a r o m door de Staaten van Stad en L a n d e , door groote verbitteringe dieze te~ gens den Gelderschen Vorst gekregen h a d d e n , geresolveerd w i e r d , zich aan het Huis van Bourgondien over te geeven ; zendende d e r halve hunne Gezanten aan Koningin Maria, zuster van Keizer Karel den vyfcle, in B r a b a n t , met verzoek, dat -/,y onder de b c scherminge van zyn Keizerljke Majesteit mogten aangenomen worden. De Koninginne heeft hen daar op met veele beleeftheid a a n genomen , en voorts niet een genoegzaame krygsmaclit onder het bevel van Georg Schenk versterkt. W a a r op Schenk den 7de van 3uny met groote biydschap ter stad wierd ingehaaît, en als Stadhouder gehuîdigt, d o e n d e de Raad en het Gemeen voorts den eed aan h e m , uit naame des Keizers. W o r d e n d e d u s de stad Groningen en Ommelanden aan d e Nederlanden gehegt. Hier na trok Schenk te velde, en sloeg *. Holsteinschen in W e s t e r w o l d e ; n a m Delfzyl i n ; won den D a m , W e d d e en Koeverden van de Gelderschen. Hier na is de Vrede tusschen den Keizer en Hertog van Gelder geslooten, welke te Groningen op den 8ste van December van ' t stadshuis gepubliceerî is geworden,
Wumkes.nl
KRONYK.
Î6S
î n den jaare 1 5 3 8 , of omtrent dezen t y d , overleed, de trouwelooze Hertog Karel v a n G e l d e r , oud 70 j a a r e n ; h e b b e n d e zyne n a b n u r e n 5 0 jaaren lang met verscheidene o o r logen beroert. E n omtrent dien zelfden tyd leefde V o r perus T h a b o r i t a , K a n u n n i k te T h a b o r , by ' S n e e k ; d i e , tot op dien t y d , de oude F r i e sche Geschiedenissen heeft te zamen ges telt. In den jaare 1540 overleed Georg S c h e n k , Stadhouder van G r o n i n g e n , in wiens plaats h e m opvolgde Maximiliaan van E g m o n d , Graaf van Bunren. E n den 24ste van S e p tember overleed Graaf E n n o van Oostfriesland , wordende te E m b d e n begraven. I n den jaare 1542 is een watervloed over deze landen geweest, waar door veele schade aan meiischen en. beesten is veroorzaakt. In úen jaare 1 5 4 5 , omtrent St. J a n , quain Koninginne Maria te G r o n i n g e n ; wordende aldaar door de Magistraat op eene zeer p l e c h tige wyze îngehaait, en met ryke geschenken beschonken. I n den jaare .1546 is in 't klooster W i t tewyrum eene conferentie g e h o u d e n , overliet verschil Van de voorbyvaart van E m b d e n , tussehen de Groningers en -de Graavinne van Oostfriesland. I n d e n jaare .1548 overleed Maximiliaan van E g m o n d , Graaf van B u u r e n , en S t a d h o u d e r van G r o n i n g e n , in wiens plaatz'e h e m opvolgde J a n van L i g n c , Graaf v a n Arenberg, •K
1 •
Wumkes.nl
164.
FRIESCHE
In den jaare 1550 hebben de Groningers, benevens die van de Ommelanden, aan den Graaf van Arenberg hunnen eed gedaan, wegens Philippus den tweede ? Koning van Spanje. ïu den jaare 1552 was 'er, na 't geweldig doorbreeken der dyken , en 't vloeijen van water, zulk een harde winter, dat men van Friesland naar Ter Schelling, van Medenblik naar Staveren, en van Amsterdam naar Kampen, met paard en slede, kon over de Zuiderzee ryden (*). In den jaare 1555 droeg Keizer Karel de "vvfde de bestiering der Nederlanden over aan zynen zoon Philippus.
2. PHILIPPUS de Tweede, Koning van Spanje. In dit jaar, Philippus de zeventien Nederlandsche Provintien van zynen vader verkreegen hebbende, in zo een vreedzaame en wettelyke stand, als Prins of Onderdaanen konden wenschen ; kreeg het Land in tegendeel in Philippus te gelyk een nieuw Heer, met allerlei nasleep van onheilen en oproer. Want als hy niet wel overdagt hadde, dat (*) Wras. Chronyck foL 519.
Wumkes.nl
KRONYK.
165
55JU v a d e r , door eene byzondere naarstigheid , op alles een wakend oog had g e h o u den , met overal zelve by te z y n ; zo o n d e r nam Philippus daar en tegen, deze Landen in goede r a s t te zullen houden door eeuen S t a d h o u d e r , blyvende zelve in Spanje. I n den jaare 1 5 5 9 , na Philippus de N e derlanden doorreist h a d d e , is hy weder naar Spanje v e r t r o k k e n ; bestellende het gebied d e r L a n d e n aan Margareta, Hertoginue van P a r m a , zyne Bastartzuster: en iedere b y zondere Provintie aan h u n n e S t a d h o u d e r s , en Friesland aan bovengemelden Graaf van A r e n b e r g ; die ook het opzicht over O v e r yssel, Groningen en Lingen h a d d e . O n d e r deze aanstellinge gaf h y ook met eene l a s t , die h y h u n b y zeer strenge p l a caaten , voor zyn vertrek , gegeven h a d d e , en die de waare oorzaaken van alle volgende onlusten zyn geweest; waar van deze drie de byzonderste w a r e n : 1. Het aanstellen van 14 nieuwe B i s s c h o p p e n , boven de d r i e , die 'er voorheenen h a d d e n geweest. 2. Het o p e n baar bevel, oin de besluiten van het G o n silie van T r e n t e n in den L a n d e uit te v o e ren -. daar toe aanstellende Inquisiteurs e n Kettermeesters (*) , om het volk wegens h u n geloove te onderzoeken. E n ten 3de. Het onderhouden van 4000 vreemde krvgsknegt e n , ten laste van den L a n d e , en dat iit tyd van vrede. (*} K«Usrmeester hetzelfde als Gckofsondeïzoek-ec*
Wumkes.nl
168
F R I E S C H E
In dit zelve jaar is te Groningen o v e r k leden Regnerus P r e d r i n n s , hebbende aldaar veel lyd Rector der Latynsche schooien g e weest, predikende op de feestdagen openlvk het Evangelium. De leere tegen de Pausselyle dwaalingen, n'u door geheel E u r o p a zich uitgebreid h e b b e n d e , en in Vrankryk en Engeland daarom veele vervolgingen geschiedende, zo <jnam ' e r veel volk naar de Nederlanden vlugten. Welke vervolging strj-dig was tegen de oude privilegiën en vryheden van den L a n d e , die de Koning h u n beloofd liad.de te behouden. De Edelen van den. Lande o u d e r t u s s c h e n , om zulk een voorneemen naar vermogen af te w e e r e n , kantteden zich eerst tegen de dwingnageî van de bovengemelde 4000 sold a a t e n , waar door het volk groolen overlast wierd aangedaan, van gevoelen z y n d e , dat d a n de Inquisitie weinig kiem zoude h e b ben. Des zo heráadslaagdenze om den Koning te bevveegen, dien last van soldaatcn van h e n af te liglen; en z y n , na veele moeijeJ y k h e d e n , naar Spanje afgescheept in dén. jaare 1561. I n dit zelve jaar is Groningen,- by het aanstellen van nieuwe Bisschoppen in de N e derlanden , tot een Bisdom verheven; en wierd tot eerste Bisschop aangesteît, Heer Johan C n y f , Minnebroeder. I n dezen tyd is wederom een watervloed ever Qostfricsknd' gegaan , w e l t e â*s dykeu
Wumkes.nl
KRONYÏC
167.
^ex-brekende, en veele beesten om 't leevea L w g t (*}. _ _ . • I n den jaare 1564 is aan de Staaten v a a F r i e s l a n d , nevens andere P r o v i n t i e n , bevel gezonden van de Hertoginne van Pariria, om den nieuwen Bisschop C u n e r u s P e t r i aan te neemen , en in te huldigen tot Bisschop van Friesland; zyn zetel te stellen b i n n e n L e e u w a r d e n , en h e m in alles d e h a n d te bieden : het welk de Staaten weigerden ; verzoekende daar van ontslagen te zyn , als strydig tegens h u n n e v r y h e d e n en voorrechten. I n dit zelve jaar hebben de Engelschen de stapel der lakenliandel, in een tvd datze verschil met de Nederlanders h a d d e n , te E m b d e n geplant. W a u t daar cruam den 23ste van May een groote vloot schepen met l a kens , na dat 'er reeds 6 gekomen w a r e n , te E m b d e n aan. W a a r over de vreugde in die Stad zo groot was, dat 'er eerescliooten. van weerskanten wierden gedaan. Doch de b l y d s c h a p , en het voordeel datze zich zelve daar van belooft h a d d e n . verdween zeeï haastig: over zulks de Engelschen, Imn A'erschi! niet de Nederlanders vcreenig't h e b b e n de , van daar vertrokken, en bragten d e lakens naar Antwerpen. (*) In de maanden Mei en Julij hadden er twee overstroomingen plaats, door welken, vooral den laatsten, waarvan bij OUTHOF geen geivag gemaakt wordt, ook vele menschen omkwamen. — Zie F. ABSNSS Phyiùche GeschkMc der Nordac-kmte. IL 96;
Wumkes.nl
Ï68
FKIESCHE
I n d e n jaare 1 5 6 5 , als de Inquisitie hoe langer hoe wreeder voortging, hebben de E d e l e n , na lange te vergeefs by de l i e r t o ghme vertooningen en verzoekschriften te hebben ingelevert, den Graave Van E g m o n d aan d e n Koning' gezonden. Dewelke, n a eenigen tyd , eerst antvfoord b e q u a m , en hier op uit q u a m , dat des Konings meiningc was, dat zyne beveelen en strenge placaaten moesten uitgevoert worden. Derhalven heeft de Gemeente ondertusschen , uit onverduldigh e i d , om bovenstaand langdraadig antwoord des Konings , - de kerken overvallen , en alle Roomsche beelden daar uit gestormt. W a a r op in den jaare 1565 de Heer van B r e d e r o d e , verzelt met meer dan 200 E d e len uit alle P r o v i n t i e n , verzogten aan de Hertoginne te Brussel, om verzagtinge van die strenge beveelen des Konings te genieten. By welke gelegentheid de naam van G e u s e n , waar door de Gereformeerden b e teekent w o r d e n , tot op dezen d a g , van de geene die buiten z y n , zynen oorsprong heeft genomen: wat een van 't Hofgezin der H e r t o g i n n e , met naame de Heer van B a r l e m o n t , dezen hoop Edelen , die slegt in de kleeder e n w a r e n , het eerste aan 't Hof ziende k o men , zeide in de Fransche S p r a a k , dat 'er een hoop Bedelaars voor de poort w a r e n ; gebruikende het F r a n s woord G u e u x , dat een Bedelaar beteekent. De Edelen dit verstaan h e b b e n d e , schaamden zich hier niet o v e r ; raaav begeerden na dien dag altyd Geusers
Wumkes.nl
KRONYK.
169
genaamt te z y n : waarom veelen van h e n graauwe Meederen a a n t r o k k e n , als de b e d e lende Graauwe M o n n i k e n , en hortte nappen aan h u n n e zyde hongen , met zilvere p l a a t jes beslagen, waar op in ' t Latyn s t o n d : Het gaa den Geuzen wel: of vivent les G-eux. Het voorige verzoek der Edelen naar den Koning gezonden zyn d e , maar het antwoord te laat aankomende, was 'er ondertusschen weder alomme door h e t land een algemeene kerkrooving en beeldstormerye o n t s t a a n ; en de Gereformeerden , door toelaatinge des P r i n s e n van Oranje , bouwden openbaarlyk kerken binnen Antwerpen. W a a r op de b u r g e r s , zo te Leeuwarden als Sneek, mede de vryheid namen om de beelden uit h u n n e kerken t e b r e e k e n , en de zuivere leere te doen stand grypen ; daar veelen reeds o p e n t lyke belydenisse van deeden. O n d e r t u s s c h e n hebben de Incpisitiemeesters den nieuwen Bisschop te Leeuwarden toegestaan, van de inkomsten d e r kloosters Mariengaard en L i d l u m , tot zyn jaarlyks o n d e r h o u d , een z o m ma van 3000 d u e a t e n ; en ' t verdere o v e r schot ten behoeve voor monniken en p a a pen. I n dit zelve jaar is de Minnebroeders kerk te Groningen door de Gereformeerden i n genomen , van de altaaren en b e e l d e n , m e t verlof van de Magistraat, gezuivert, en die h u n stads arbeidsvolk bestelde, om de vloer van p u i n en belemmeringen te o n t d o e n , e n
Wumkes.nl
170
F R I E S E II E
bequaam tot de predikdienst te maaken. Doch deze zaak heeft n a d e r h a n d , in d e n janre 1569 , eenige werklieden het leeven gekost. I n de Ommeiandei* d o r p e n , als te Winsum , Garshuizen, Westerembden, T e n P o s t , Middelstum en e l d e r s , wierd de boer door den adel opgehitst, en veele kerken g e p l o n d e r t , tegens dank en wil der O v e r heden. A r e n b c r g , deze beeldstormerye verstaan h e b b e n d e , d e e d , uit last d e r Hertoginn e , alle de predikanten het land uitjaag e n , en alle Gereformeerden strengelyk v e r volgen. Als m e d e , uit naam van den Koning van S p a n j e , zond h y op eene listige w y z e , vier compagnien Iloogduitsche soldaten in G r o ningen ; welke a l d a a r , gedurende h u n n e i n quartieringe , wegens den K o n i n g , veel rnoetvvil bedreven aan de b u r g e r s , inzonderheid d e Gereformeerden ; neemend e de stads sleutels na z i c h , ontwapende de b u r g e r y e , en deeden een j o n g m a n , om opgelegt v e r r a a d , vieren deelen. I n den jaare 1 5 6 7 , als de Prins van Oranje fcag, dat de zaken, na zo veele moeijelykhed e n , van erger tot erger vervielen, vertrok h y , met een groot gevolg van Edelen en a n d e r e aanzienlyke lieden naar Duitschland. E n een schip met Edelen van Amsterdam naar E m b d e n vlugtende zyn by Harlingen , door trouwlooshejd van den s c h i p p e r , i n handen van Arenberg geraakt: waar onder
Wumkes.nl
K R ON Y E.
171
d e twee jonge Heeren van Baatenburg, en drie Friesche Edelen w a r e n ; die , nevens veeie van de a n d e r e n , binnen weinig tyd daar n a , te Brussel zyn omgebragt. De Koniug van Spanje ziende, dat de verwerringe al grooter en grooter w i e r d , besloot zyne zuster van verdere moeite te ontlasten, en zond als Stadhouder in haar plaatze dien vvreeden en alom beruchten Hertog van A l v a ; dewelke een groote krygsmacht mede b r a g t , van v o o r n e m e n , om alles op een wreede en grnuwzame wyze te vervolgen; die ook dien weêrgaioozen bitteren bioedraad i n s t e l d e , welke alles het onderste boven wentelde. I n den jare 1 5 6 8 , als de vlugtelingen door de wreedheid van D u c d'AAva d a g e lyks meer wierden , zoo daglen zy op m i d d e l e n , om weder in beteren s t a n d , i n h u n L a n d te komen. De P r i n s d a n , veel volk v e r g a d e r e n d e , begon van dezen tyd af den Hertog te beoorlogen. I n dit zelve j a a r , in M a y , hebben de G r a a ven Lodewyk en Adolf van Nassau, nevens Graaf Joost van S c h o u w e n b u r g en anderen , met h u n n e krygsmacht in G r o n i n g e r l a n d t r e k k e n d e , het Huis te W e d d e , den D a m , en daar n a meer andere pîaatzen ingenomen : hoewelze na een korten tyd gedwongen w i e r den den Dam wederom te verlaaten. Ondertusschen was de Graaf van A r e n b e r g , nevens den Graaf van M e g e n , met h u n n e krygsinacht eo acs stukken kanon afgeko-
Wumkes.nl
1.72
F R I E S
CUE
men : het welk van Graaf Lodewyk vernomen z y n d e , trok zyne krygsbenden bijeen, vallende den 24ste van May met eeue groote dapperheid bij Heiligerlee op de vijanden i n , voor dat de Graaf van Megen daar noch was b y g e k o m e n , en sloegen zoo furieus met h u n nieuwgeworven krygsvolk onder h e n , dat er in 't kort veelen wierden neergevelt. W a a r o m A r e n b e r g met eene groote bitterheid op Graaf Adolf los r e n d e ; e n , schoon hy eerst met een kogel doorschooien wierd , heeft h y n o c h tans dies te v e r w o e d e r , eerst met ' t j i s t o o l , en daar na met het rapier Graaf Adolf ook doodelyk gewond ; waarop zy alle beide zyn neergevallen , en niet verre van den anderen gestorven. De rest van Arenbergs leger, alzo ' t volk geen kennisse van ' t Land h a d d e , en van de Nassauschen omsingelt z y n d e , is meestendeels gequelst of dood gebleven. O m t r e n t 1600 m a n n e n , zo Spanjaarden als D u i t s c h e n , wierden 'er verslagen , waar onder vele p e r zoonen van r a n g ; daar by bequam Lodewyk veel b u i t , als alle de bagagie van A r e n b e r g , zyn zilverwerk, en daar en boven veel geld, dat tot betaalinge der soldaaten gekomen was , en zes stukken kanon. Graaf Adolf wierd te W e d d e , en de Graaf van Arenberg i n de kerk van het klooster te Heiligerlee b e graven. Daar na trok Graaf Lodewyk met zyn leger voor G r o n i n g e n , doende de stad aan twee zyden belegeren ; maar de vastigheden van die plaats, groote bczetlinge.daar b i n n e n , e n d e n
Wumkes.nl
KRONYK.
173
belegeraars zwaar geschut ontbreeken.de , deed hem niets vorderen : evenwel wierden ' e r verscheidene aanvallen gedaan , inzonderheid tin den 22ste van. J u n v , alwaar wel 200 van de Nassauschen , en veelen van de beleegerden sneuvelden. Maar het afkomen van den Hertog van Alva met een leger van 16Ü00 mannen , deed hem de belegevinge den 14de van Juîy o p b r e k e n , marcherende daar snede langs de Ë e m s , om zich aldaar te versterken ; doch de Hertog is hem zeer haastig n a getrokken , en heeft Graaf Lodewyk op den 21ste dito b'y lemmingen aangetast, en zeer afgryzelyk met al zyn volk , dat niet vegten w i l d e , verslagen ; daar bleven, 'er weinigen over , en veelen wierden door ' t zwaard g e j a a g d , of in ' t water verdronken. Graaf L o dewyk zelve , als eenigen verhalen , ontcpiam bet met zwemmen over de E e n i s ; doch a n deren will p n , dat hy met een scheepje overgeraakt zoude zyn. Daar wierden verlooren 16 stukken k a n o n , omtrent 1500 p a a r d e n , 20 vendels, veele h o r e n b e e s t e n , en omtrent 7000 mannen. Daar na trok de Hertog langs de dyken naar Delfzyl, voorneemens om die plaats en Farmsum tot een stad te maaken , en dezelve Marseburg te n o e m e n : doch de smeekinge der Groningers heeft zulks terug gehouden. Vervolgens hebben de Spaanschen in het aftrekken veele dorpen in b r a n d gestoken , ee~ nige duizenden van horenbeesten uit het l a n d gedreven en groote schade gedaan. Voorts
Wumkes.nl
174
F R I E S C H I
quant de Hertog te G r o n i n g e n , en o r d o n neerde aldaar een kasteel te houwen , t u s scîicn de O os ter- en Heere P o o r t , met 5 bolwerken ; dat het jaar daar aan is begonnen. Kavel B r i m e u , Graave van Megen , wierd Stadhouder van Friesland, van 's Konings wegen , na de dood van Arenbcrg. Den 7de van December is te Leeuwarden voor de eerstemaal des Heeren Avondmaal openbaar , naar de wyze der Gereformeerden , uitgedeelt, na dat de gewapende burgery de beelden , door Jast van Burgemcesteren , uit de kerken geworpen h a d d e n , niet tegenstaande des Konings S t a d h o u d e r , en 't Hof' zich daar tegen stelden. Ook Iiebben zy den K o ning afgeswooren , en zich door sterke b u r gerwachten bevestigt. Ook wierpen verscheidene paapen hiui priesterlyk gewaad w e g , e n verkondigden n u het zuivere W o o r d des Heeren. I n den jare 1 5 6 9 , in A p r i l , q u a m de Commissaris Q u a r r e te Groningen , en i n formeerde zich wegens de kerkplonde.ringe e n andere m i s d a a d e n , in den jaare 1566 gedaan. W a a r o p eenigen b y den kop w i e r den gevat; docli de Bouwmeester , jneï; twee arbeidsluiden braken uit de gevangkenis ; maar de andere drie a vier zyn , niet tegenstaande het verlof van de Magistraat., .om h u n n e begaane m i s d a a d , op de markt o n t hoofd. Voorts hier n a quam de Bisschop Johan Cnyf ook te G r o n i n g e n , neemende zyn l o -
Wumkes.nl
KR O N Y X
175
gement in het huis dat n u des Stadhouders Hof is. Ook wierd door bevel van den Hertog van Aiva een kasteel g e o r d o i m e e r t ; uien bouwde liet niet vyf bastions, waarvan drie buiten en twee b i n n e n de stad quamen te leggen : schietende het een e met baar p u n t op de P e l s t e r s t r a a t , en liet andere op de Gelkingestraat: waar van de gragt wierd aangeiegt op 100 voeten wjd ; en de benedenste voet van de wal op 75 voeten breed. In den jaarc 1 5 7 0 , den 1ste N o v e m b e r , is 'er een geweldig onweder, met een v e r schrikkelyke hooge watersnood , uit (^en noordwesten ontstaan; die tot heden met d e n naam van Alierheiügensvloed bekent i s : waar door het water zeer hoog in V l a a n d e r e n , Holland en Zeeland is opgeloopen , doch b y den d a g , en diensvolgens met minder s c h a d e , ais in Friesland: alwaar het des a v o n d s , omtrent 9 uuren , het gelieele L a n d overstroomde tot aan Sevenvvouden t o e ; bly~ veilde G a a s t e r l a n d , en wel voornaamentlyk O u d M a r d u m , Ruigehuizen en Sondel o n beschadigt. De schade aan menschen en beesten was ontelbaar, en is af te neemen uit 1800 m e n s c h e n , die alleen in de G r i e teny van Oostdongeradeel verdronken w a r e n ; daar de vloed tot elf voeten h o o g e r , als een gemeen t y , was opgerezen. V a n Sneek naar de Lemmer voer men regt uit op zeven en* een halve voet water over ' t vlakke land:. razeilen met drie masten d r e -
Wumkes.nl
178
F R I E S C H E
v e n , met haar volle ladingen door de î n braaken der dyken. E u een wieg , met een leerend kind en kat daar i n , quam te Sneek aandryven. I n den jaare 1571 hebben de Fiïesen a i o m m e , gelyk ook die van Braband' en V l a a n d e r e n , de beelden b e s t o r m t , en de paapen en monniken weder het land uitgejaagt. I n den jaare 1572, den 7de van J a n u a r y , overleed binnen Zwol, de Graaf van M e g e n , Gouverneur van F r i e s l a n d , G r o n i n g e n , enz. In wiens plaatze hem opvolgde Gillis van B a r l a m o n d , Heere van Hierges. In dit zelve jaar namen de Watergeusen deu Briel in ; en de Prins van Oranje wierd in ' t openbaar voor een Hoofd der V e r e e nigde Bontgenooten verklaart. Diederik van Bronkhorst n a m S n e e k , Bolswert en F r a neker i n , alzo het volk daar meest uit v e r loopen was. E n des Kouings Colonel, C a s p e r de Robles, Heer van Billi, daarentegen lag bezettiage op de zeedyken. Schouwenburgs volk, gesterkt met een p a r t y , van des Prinsen m a c h t , dat van A meland naar Oostmahorn over q u a m , heeft Dokkum ingenomen: maar de Colonel R o bles , hen overvallende , heeft de plaats w e der h e r n o m e n , laatende de soldaaten v e r inoorden en s c h e n d e n , en de stad in b r a n d steeken (*). (*) Zie over dezen strijd het uitvoerig verhaal van \¥i.NSKvrn.'s Chronyck, fol. 565 volgg.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
177
•ïn September is Joost van S c h o u w e n b u r g , als Stadhouder b y d e n 'Prins van O r a n j e over F r i e s l a n d , te Sneek gekomen; e n , n a eenigen tyd , trok hy binnen F r a n e k e r , en zette zich op Sjaardema's Slot ter neder. Doch na zyn vertrek vielen zy weder in h a n d e n van Robles , gelyk ook die van Bolswert. Ondei'tussehen hebben 's Prinsen volk de zeekusten, behalveu Harlingen en S t a veren , weder onvry gemaakt; alwaar G a a s t e r l a n d en de geheele zuid hoek veel verdriet heeft uitgestaan. En inzonderheid word v e r haalt , dat die van Wykel van de roovers -,/ierden overvallen; W y b r e u Wykel niet zyu vrouwe Doed en dochter Bank g e d o o d ; Foockel gevaukelyk naar E n k h u i z e n g e v c e r t , en noch eeae van h u n n e zusters ter venster e n u i t g e w o r p e n ; Hans , h u n n e broeder , on ter nam het met de v l a g t ; en het huis wierd v e r b r a n d ; van welker afkomst ons noch een aauzienlyk huisgezin in onze w o o n plaats bekent is. Robles moest hier na Sneek weder verlaaten. Diederik van Bronkhorst n a m hier op Boîswert in ; alwaar h y de Overigheid veranderde , en de Gereformeerden opentlyk liet p r e d i k e n ; welke eerste p r e d i katie in de Broeren Kerk gedaan wierd. Hier van daan vertrok hy naar Sneek en F r a n e ker , alwaar hy het S t a d h o u d e r s a m p t , i a ' t afzyii van Schouwenburg, bediende. Daar n a n a m 's Prinsen voik het blokhuis te S t a veren i n : maar daags daar aan herwonnen.
Pi
Wumkes.nl
178
-FR1ESCH1
's Konhigs volk liet wederom, en staken de Stad in brand. Schouwenburg, eenige schattinge by een vergadert hebbende, tot reddinge der P r o vintie, is, na hy de zelve ontfangen h a d , inet dien geroofden buit uit den Lande doorgegaan. Ondertusschen heeft de Koning van Spanje , Don Louis de R e q u s e n s , Grootbevelhebber van Castilien , tot een Landvoogd deiNederlanden gezonden, in plaats van dien bloeddorstigen Hertog van Alva : die hier op aanstonds weder naar Spanje vertrok; welke roemd*», dat 'er door zyn bevel wel 18000 menschen alleen door heuls handen in Nederland waren omgebragt, behalven die in den kryg waren gesneuvelt. I n den jaare 1573, is Groningerland, Friesland en Embderland, door een water vloed aangetast: waar door de dyken wierden gebroken, en groote schade aan menschen en beesten geschiede. In den jaare 1574 heeft Casper Robles, om de verschillen en oneenigheden, al van oude tyden af, die ontstaan waren over het maaken der zeedyken, weg te neemen , uitgevonden , en volgens zyne gedachten en raad voorgewend, dezelve dyken , tegen zulke zwaare en hooge watervloeden, waar van zy zo menigmaalen de smerten gevoelt hadden, in beter order te brengen, en beginnen te. verzwaaren. Wordende omtrent twee jaaren hies n a , ter gedachtenisse van dit loffelyke
Wumkes.nl
•KRONYK.
179
werk, het Steene Beeld, dat nóch heden bj Harlingcn op den dyk te zien i s , op 's Lands kosten, opgeregt: dienende met eene tot een Scheidbeeld van de afdeelinge der dyk e n. Alschoon des Konings zaaken dagelyks te post verliepen, zo waren echter Staveren, Hindeloopen , de Schans te Makkum , Harlingen , e^ de geheeJe kust, na het doorgaan van Schouwenburg, weder met Robles volk bezet geworden Doch Wouter Heegeman , Hopman van den Prins van Oranje, van Texel afvaarende, heeft Hindeloopen, î>y eene donkere nacht, met 300 mannen overvallen en ingenomen. Waar op die van Enkhuizen hem kruid en îood toezonden, om de plaats te versterken. Doch op het gerucht van Robles volk, dat op hem. aanquam , deed hem resolveeren , de stad uit te pionderen en in brand te steeken. De Drost van Staveren begon ook zyne vestingen , daags daar aan , weder te versterken. In den jaare 1575 Bartel Entes, met eenig volk van Ter Schelling afvaarende, lande op Oostmahorn, alwaar hy een schans o p wierp : doch na eenige schermutselingen, wierd hy door 't volk van Robles daar weder' uitgedreeven. In den jaare 1576 waaide het een geweldige storm, waar door veele boomen uit den grond wierden gerukt; en het dak van de Oude Hoofster Kerk te Leeuwarden, dat dooi- oudheid geheel bouwvallig was gevror* 12
Wumkes.nl
180
FRÏESCHE
d e n , deed i n s t o r t e n : en is tot óp dezen dag niet weder opgebouwt. 't Was mogelyk een voorteeken , dat geijk het h e i d e n d o m , voor veele eeuwen, uit deze plaats uitgeroeit, alzo deze plaats het kerkhof was geweest, daar het altaar van den Afgod Staf gestaan had , en dezelve geviert wierd , alzo ook n u het gebouw des Pausdoms in deze L a n d e n wel haast een geweldige krak zoude krjgen. Waarom wy wel mogen zeggen: Het oude Duivels Hof, door schynsohrift lang misbruikt, Wat wonder, %o 't haar hoofd voor 't regt Qeloove duikt. I n dit jaar hebben de Staaten en V o o r naamsten des Lands met malkanderen b i n n e n G e n t een verbond gemaakt, om de welvaart des L a n d s , met raad en daad des Prinsen van Oranje te helpen bevorderen : wordende gemeld verbond gemeeuelyk de Pacificatie van Gent genaamt. Het welk de Koning daar n a ook met zyne onderteekening bevestigde. De inhoud van dit verdrag bestond voor ' t meest: 1. Dat de vreemde krygslied e n uit het L a n d zouden gevoert worden. 2 . Dat de gebruikelykste wyze van regeeren zoude vastgestelt worden. 3 . Dat ieder P r o vïntie de zaaken van Godsdienst zoude h a n d haven , n a dat het tot ruste des volks het beste zoude geoordeelt worden. ï n dit jaar is te Madrid overleden J o a -
Wumkes.nl
KRONYK.
181
éhirn H o p p e r u s , geboortig van H e e m e l u m ; afkomstig van d a t oud Geslacht der H o p h e e r e n , waar van boven op het jaar 5 1 3 gemeld i s ; om zyne uitmuntende geleerdheid, heeft îiy hooge bedieningen bekleed, als P r o fessor der Rechten te Leuven ; Heer van den Grooten Raad te Meclieien, en in den G e heimen Raad te B r u s s e l , daar Viglius de voorzitplaats h a d ; Heer van d e n Hoogen Raad der Nederlandsciie Zaaken in S p a n j e , en 's Konings ZegeJbewaarder; waar by hem de Koning tot Ridder van de Goude Spoor sloeg, te gelyk en op een u u r met Don J a n van Oostenryk Ook overleed in dit zélve j a a r , te G e n t , Viglius Swichemius ab Aita , afkomstig van S w i c h u m , by Leeuwarden ; deze is mede om zyne uitsteekeude geleerdheid in groot a a n zien geweest, als Professor in de Rechten te Padua , in Itaîien , en na ' t afslaan van veele eerampten , Ryksraad in de Kamer te Spiers,; wederom wierd hy Professor te Ingolstad, Heer in den Grooten Raad te Mechelen , Praeses of Voorzitter in d e n Geheimen Raad en Raad van Staaten te B r u s s e l , Ridder van ' t Gulde Vlies , enz. I n dit j a a r , den 7de van Ö c t o b e r , is te Groningen de Bisschop Johan C n y f , M i n n e b r o e d e r , aan de pest overledea. D e n 22ste van November ontstond te G r o ningen een groote o n l u s t , door dien de S t a a îen G e n e r a a l , het oog op deze stad h e b b e n de f eencn M . T , Stella herwaarts h a d d e i s
Wumkes.nl
182
F KI ES CH E
gezonden , om de Magistraat en het k r y g s Tolk tot het aannemen der Pacificatie van G e n t te be weegen; als m e d e , dat zy ' t met de Geueraliteit zouden h o u d e n ; waar voor zy beloofden, alle de achterstallige s c h u l d e n van de soldaten, die zeer groot waren f te zullen voldoen. De Gouverneur R o b l e s , hier kennis van k r y g e n d e , deed Stella aanstonts apprehende™ r e n en p y n i g e n , om alzo zyn commissie uit hem gewaar te worden : doch alles te v e r geefs. O n d e r t u s s c h e n wist Stella door zyn lîeqiiaamhedeii in ' t geheim aan de soldaaten te kennen te geeven, dat zo zy zich voor de Staaten wilden v e r k l a r e n , zy van alle h u n n e achterstallen ten vollen voldaan zouden worden. Hier op waren de soldaaten aanstonds als vol v u u r , namen ten eersten h u n n e n Gouverneur Casper de Piobles, benevens eenige S p a a n sche Kapiteinen , of die ' t met h u n hielden , gevangen ; îoopende voorts naar de W a a g , e n haalden de daar staande wippe o m v e r r e , e n verbrandeze op de M a r k t , r o e p e n d e : Lang leeve de Prins! lang leeven de Staeden! W a a r op zy aanstonds heen liepen en m a a k ten Stella l o s ; bragten h e m op de M a r k t , e n deeden h e m in de naame der Staaten den eed van getrouwheid. Vervolgens z o n d e n zy Gecommitteerden met Stella naar B r u s s e l ; die aldaar de stad aan de Staaten opdroegen , en een Gouverneur van hen v e r zogten : waar op d e Graaf van R e n n e n b e r g is afgezonden geworden ? die aldaar in den
Wumkes.nl
EKONYE.
183
jare 1 5 7 7 , den 7de van J a n u a r y , met e e iiige lieeren is aangekomen , en betaalden d e soldaaten h u n n e achterstallen ten vollen, d a t eenige tonnen gouds beliep. W a a r op de Waaien d e n 13de van Maart ter stad u i t trokken ; d a a r die van b i n n e n zeer over v e r b l y d w a r e n , om h u n n e gepleegden moetwiile, daar ze nu van verlost wierden , dat ze vreugdevuuren daar over aanstaken ; waar door de St. Martens toren in b r a n d geraakte en •- zeer beschadigt wierd. Daar n a kreeg Rennenberg Delfzyl, en stelde daar een n i e u wen Commandeur. Voorts deeden de G r o ningers hem en de Generaliteit den eed van getrouwigheid ; doende daar na het kasteel, door d e n ' H e r t o g van Alva gebouwt, w e d e r om afbreeken. O p den eersten November deed d e G o u v e r n e u r Rennenberg de Staaten van S t a d en L a n d e te Groningen v e r g a d e r e n , alwaar de Omnielander Jonkers en Hovelingen c o m pareerden in groot getal, doch niet d e n k e n de , dat er iets cpaads met hen voor h a n d e n was. M a a r , als zy vergadert w a r e n , voor Rennenberg zyn propositie nog h a d voorgesteld of g e d a a n , wierden beide de leden o n e e n s ; het welke niet verdraagen w i e r d ; waar door de Heeren van de O m m e l a n d e n door de Heeren van de Stad zyn gevangen g e n o m e n , tot 2 4 in getal, en in leelyke g e vangkenissen geworpen : niet tegenstaande h e t ontzach van h u n n e n S t a d h o u d e r , die d a a r tegenwoordig was. Daar op wierd d e sterkte
Wumkes.nl
184
PÏUESCHE
•van Delfzyl den 20ste' van December van b a r e vestingen berooft; waar afgevoert wierden. 9 metaale en 7 yzere stukken k a n o n , en 14 bassen. I n den jaare 1578 zyn des Konings R a a d e n en Grietmannen" in Friesland afgezet, e n andere Heeren voor hen in de plaats v e r kooreu. Waarop de Gereformeerden, die n o c h in ' t heimelijk h u n n e oeffeningen d e e d e n , verzogfen om in 't openbaar te moogen leeren en jaargeld te genieten, om h u n n e Predikanten eerlyk te kunnen o n d e r h o u d e n : "t welk door den Religions Vrede , tusschen d e n Aartshertog Matthias en den P r i n s van O r a n j e , toegestaan z y n d e , zo becpamen die van Leeuwarden de Jacobiner kerk tot b u n g e b r u i k ; alwaar zij voor de tweedemaal de Roomsche beelden afwierpen , en dezelve kerk tot de zuivere godsdienst inweidenI n dit zelve jaar dagten de Oinmelanders zich te w r e e k é n ; deeden derhalve in de m a a n d February , onder den Heer Barthoîd Entes van M e n t e d a , 12 vendelen soldaaten werven : maar de Groningers zulks gewaar wordende , vielen op hen u i t , en verstrooid e n z e , waar van eenige wierden doodgeslagen , de vlugtenden nagezet, en Barthoîd Entes gevangkelyk van Koevorden mede naai™ Groningen gevoert; daar h y groot gevaar liep van met de andere gevangene Ommelanders onthoofd te worden. Doch de Aartshertog Matthias en de Staaten Generaal waren h u n n e
Yoorspraaken , 'om het different by te leggen.
Wumkes.nl
KRONYK.
185
Den 28ste van Maart beeft-het zeewater in Groningerland , Oostfriesland en elders ? groote schade g e d a a n , en veele menschen en beesten verdronken. I n den jare 1 5 7 9 , om r e d e n e n , dat de Spanjaarden in geenen deele de articulen der Pacificatie van Gent na q u a m e n , hebben de Staaten van Nederland goedgevonden, een naauwer verbintenisse te maaken b i n n e n U t r e c h t , die men de nadere Unie van U t r e c h t n o e m t : waar in de zeven vereenigde P r o v i n t i e n , als G e l d e r l a n d , S u t f e n , H o l l a n d , Zeeland , U t r e c h t , Overyssel, Friesland , Groningen en O m m e l a n d e n , daar benevens Lingen en D r e n t h , h u n eerste verbond m a a k ten , bestaande voornaamentijk in : 1. Dat deze Provintien een en gemeen zouden z y n , om n o o i t , onder wat naam ook , te mogen gescheiden w o r d e n : blyvende ieder nochtans b y zyne eigene oude voorrechten. 2 . Dat zy malkanderen , tegen alle vyandelyk geweld , met goed en bloed zullen helpen verdeedigen. En 3 . I n de oeffeninge van Godsdienst de Pacificatie van G e n t na te komen. I n dit zelve jaar h e b b e n de Heeren van de Ommelanden den Riligions Vrede mede aangenomen, insgclyks de Graave van R e n nenberg ; maar die van Groningen , uit haat tegen de Ommelanden , kantede zich hier t e gen. W a a r o m Rennenberg een L a n d d a g te Visvliet deed uitschryven, om alle questien aldaar tusschen de beide leden in der m i n n e
by te leggen. Doch de Groningers, als stry-
Wumkes.nl
Ï86
F R I E S CUE
dende tegen h u n n e v e r b o n d e n , weigerden aldaar te compareren. Rennenberg deed d e r halve zyn krygsmacht o n t b i e d e n , om zich van Groningen nochmaals te verzekeren ; d o e n d e de stad voorts op den 22ste van M a y , aan de noordwestzyde, met omtrent 2000 m a n n e n , doch tot weinig schade der s t a d , berennen. Den eersten van J u n y begonnen de b e l e geraars met die van b i n n e n handgemeen te w o r d e n , neemende h u n een groot getal b e e s ten af. Daar tegen bragten die van de stad 2 3 0 0 boeren uit h u n n e jurisdictien op de been : welke terstond met weinig krygsvolk OD de vîugt wierden g e d r e v e n , en daar b o ven nog met geld geeven gestraft. Den 6de dito verstonden die van binnen , dat er b u s kruid in het leger o n t b r a k , deeden d e r h a l ven met hun geweld van welgewapende b o e r e n en eenig krygsvolk , met het gesehut voor a a n , een uitval op de v y a n d e n , h e b b e n d e b37 h e n 600 dienstmaagden, om het geschut te beschanssen. Dus in slagorde s t a a n d e , wierd er aan weerskanten d a p p e r gevogten ; waar door veele sneuvelden, en de p a r t j e genoodzaakt wierd te v l u g t e n , welke tot aan d e poorten , niet z o n d e r verlies van v o l k , wierden vervolgt. Daar na begonnen die van b i n n e n naar vrede te luisteren, gecvende zich op den 10de van J u n y aan de Staaten Generaal over : de Gouverneur R e n n e n b e r g deed zyn publyke Intrede op St. Jans Dag in de stad : die al*
Wumkes.nl
KRONYK.
Ï87
daar de Magistraat v e r a n d e r d e , en dezelve met Staatsgezind en bezettede ; den Riligions Vrede v e r k o n d i g d e , en de Gereformeerden de St. W a l b u r g s en Minnebroeder kerk deed i n r u i m e n . Vervolgens heeft Rennenberg de fortresse Koevorden wederom vastgemaakt: doch toonde zeer kort daar na dat liy ' t met de Staaten niet wel meende. W a n t in den jare 1 5 8 0 , d e n 3de van M a a r t , heeft de trouwlooze Graaf de stad wederom aan den Koning van Spanje g e b r a g t , na dat hy dezelve maar 9 m a a n d e n voor de Staaten Generaal als G o u v e r n e u r liadde geregeert. Hy h a d zyn voorneemen zo geheim weeten h o u d e n , d a t , schoon h y .beschuldigt wierd , van heimelyk c o r r e s p o n dentie te houden met den Hertog van P a r ma ? hy nochtans den Burgemeester Hilleb r a n d s , zynde de voornaamste daar die van de Gereformeerde religie zich op vertrouwd e n , des a v o n d s , voor dat h y de stad o n d e r zyn geweid b r a g t , b e d r o o g , terwyl deze h e m voorstelde alle de quade geruchten die er van hem g i n g e n , en dat h y niet hoopte dat de Graaf iets quaads met hen voor h a d d e . W a a r op de Graaf antwoorde : « ô Myn V a d e r ! dien ik voor m y n Vader houde ! zou gy zulk een quaad vermoeden van my h e b b e n ? Wees hierin maar g e r u s t : " en sloeg h e t h e m dus uit den zin. Evenwel lag d e Graaf op zyn l u i m e n , laatende geen tyd p a s seeren ; want op d e n tweeden van M a a r t , des avonds en des n a c h t s ; heeft h y rnet z j t t
Wumkes.nl
18S
F R I E S C U E
geheele Hofgezin, en veele Spaanschgezinde : burgers , als mede eenige verborgene k r y g s knegten , tegens den morgenstond, den 3 d e d i t o , b e n gewapent. Zo d r a als h y n u k e n nisse bad b e k o m e n , dat de Gereformeerde wacht in den dageraat was gaan slaapen , is h y met zyn volk, hebbende witte teekenen aan h u n n e linker a r m e n , uit zyn logiment n a a r de Markt gereden , gewapent zyn.de van het hoofd tot de voeten , met de bloote s a bel in de v u i s t , r o e p e n d e : Sta by , sta by, goede Burgers! heden ben ik eerst regt Stadhouder dezer Landen. O p dit g e r u c h t quani de Burgemeester H i l l e b r a n d s , woonende in de Heerestraat, haastig met eenige Gereformeerden voor den dag s p r i n g e n , die direct op hem aanvielen: m a a r e e n van Rennenbergs knegts schoot op hem los , dat h y dood ter aarde viel. W a a r o m d e anderen de vlugt namen. Eenigen wierden aanstonds gevangen genomen , en a n d e r e n verweerden zich noch in h u n n e huizen ; maar d a a r bleef niemand dood als een perzoon. Voorts liepen en renden zij door de s t r a a t e n , schietende naar allen , die het hoofd ter v e n steren uitstaken. Daar n a de stad doorzoekende , namen zy allen, die in der S p a a n s c h gezinden ongunst stonden , tot over de 200 voornaamste burgers gevangen ; waar van eenigen zeer qualyk wierden g e h a n d e l t ; die evenwel n a d e r h a n d door verscheidene m i d delen meest los quanien. O p dien zei ven d a g , als Piennenberg d e
Wumkes.nl
K R O N Y K.
I
189
stad voor den Koning van Spanje had h e r nomen , wierd dezelve wederom door B a r t hold Entes b e l e g e r t , met 13 vendelen soldaaten en 2 vendelen ruiters. Die van de stad maakten eeuige beschansinge in de voors t a d , gelegen op liet Schuitendiep , en noch twee molenbergen buiten de s t a d , w a a r m e d e zy h u n n e beesten, die dageiylts in de weide gingen , beveiligden. Vervolgens zonden de Staaten Generaal den Graaf van H o h e n l o , en Graaf Lodewyk van Nassau , met nog 16 vendelen naar 't beleg Den 16de van May deeden de belegeraars «ene attaque op 't Schuitendiep , alwaar zeer hevig gevogten wierd , en Barthold Entes zyn leeven verloor. Ondertusscheu ontstond een gerugt in 't leger , dat de S p a n j a a r d e n , o n der 't bevel van Marten Schenk , afqxiamen om Groningen te ontzetten. Hier op trok Hohenlo met eenige vendelen uit de belegeringe naar Hardenberg , Schenk te g e m o e t ; alwaar het gevegt op den 16de van J u n y , tot groote schade van den Graaf van H o h e n l o , wierd gehouden. OverznJks wierd G r o n i n gen door Graaf Lodewyk , na r u i m drie m a a n den belegert geweest te z y n , wederom v e r laaten. Den 29 van July is Delfzyl door den Graaf van Rennenberg ingenomen ; ook E n e n i a t i l ; doch wierd kort daar na door Hohenlo wederom herwonnen ; ook joeg h y de R e i m e n bergschen uit de schans W e e r d e n b r a s , by d e P o n t e r b r u g , en nam daai'op Koevorden i n .
Wumkes.nl
190
1- R I E S C I I E
Den eersten September is Enematil door de Rennenbergscheii wederom ingenomen en geslegt. Den 4de dito wierd Holienïo's volk b y de Bourtange door de Rennenbergschen geslagen. Den 8de dito zyn de R e n n e n b e r g s c h e n , door de Friesen uit Dokkum en Kollum, in ' t klooster A d u a r d verrast en verslagen ; waar op het klooster, uit vreeze van wederom overvallen te worden , is in b r a n d gestoken; waar in de Rennenbergschen wel 300 m a n nen verlooren. Den 20ste dito won Rennenberg Koevorden ; onder v o o r w a a r d e , dat de bezettinge, uit 200 mannen b e s t a a n d e , met zydgeweer zouden mogen uittrekken. In dit zelve j a a r , als de Stadhouder Rennenberg door ontrouw van de Staaten en Prins van Oranje was overgegaan tot d e n Koning van Spanje (*), en die van Leeuward e n door het Mokhuis, dat noch vast was , en by hem hezet bleef, meende te dwingen , gelyk hy Groningen reeds al in zyne macht liadde ; zo hebben de burgers , dit b e m e r (*) In den eersten druk van 1677 staat: »Als de Stadhouder Rennenberg zich door ontrou omgekeert hebbende tot de Papisten; die van Leeuwarden," enz. — Het woord! Papen is overal in den tekst behouden, omdat de Schrijver er de Roomschgezinden over 't algemeen, zoo leeken ais priesters, mede bedoeld, en liet dus hier voor geen scheldwoord moet worden gehouden, evenmin, als Arrrunimtn, Menisten, Calvinisten, enz.
Wumkes.nl
K R O N Y K.
191
k e n d e , het zelve manmoedig ingenomen, en de wallen en sterktens gesîegt: ook n a men de Staalen de blokhuizen van Harlingen en Staveren mede in h u n n e m a c h t , en roeiden uit de kerken der Paapen alle de beelden ; en de kloosterinkomsten wierden allen geschikt tot onderhoud der Predikanten en schooien. De Geestelyken dus uitgeroeit z y n d e , v e r kreegen die van Oostergo de eerste stem in h u n n e p l a a t s ; en de steden de vierde stem i n landszaaken. Koevorden wierd vaster b e s c h a n s t ; en Harlingen met nieuwe wallen en gragten versterkt. E n wegens de o n g e t r o u wigheid van R e n n e n b e r g , zogten de Staaten zich van eenen anderen S t a d h o u d e r te voorzien.
VII.
Stadhouders
der
STAATEN.
1. W I L L E M , P r i n s van O r a n j e , Graave van Nassau, enz. , wierd van de Staaten van Friesland , om het S t a d h o u d e r s c h a p van deze Provintie mede waar te neemen , begroet. Doch , om de moeijelykheden, d a a r de a n dere Provintien in s t o n d e n , gaf het hem ongelegentheid, om overal zelve te g a a n ; derhalven zond h y Merode , Heer van R r n n men , om van zynent wegen het S t a d h o u d e r s ampt als Luitenant te bedienen. Hier n a belegerde Rennenberg Steenwyk; neemt d e
Wumkes.nl
192
F R ï E S C H E
K u i n d e r en S l o o t e n i n ; trekt naar S t a v e r e n , daar liy ' t kasteel weder o p b o u w t ; werpt te M a k k u m weder een nieuwe schans o p , en s t r o o p t lang de zeekust tot aan de Harlinger P o o r t . W a a r door Friesland weder i n ' t u i terste gevaar qnam om overwonnen te w o r d e n . Doch daarentegen ontzette de Overste Norrits Zwartsluis, 't kasteel van Hattem en Steenwyk ; waardoor Rennenbergs loop ten eenemaal gestuit wierd , en al het voorgemelde weder by de Staaten h e r w o n n e n . De onzen verlooren ook een veldslag b y W i n s u m , in Groningerland , dat Friesland in eene groote beuaauwdheid b r a g t : maar als de Overste Norrits den vyand by Visvliet g e geslagen , en tot aan de poorten van Groningen verjaagt h a d d e , veranderde het zelve in v r e u g de. Even hier na wierd het bolwerk en wallen om Dokkum gemaakt. I n den jaare 1 5 8 1 , in M a y , quamen de Rennenbergschen uit Âduard , om een schans op h e t Reidicp te m a a k e n , om alzo den lieer van IN'ienoort uit zee af te snijden : doch h y wierd zulks tydig gewaar, en voorcpiam niet alleen h u n n e aanslag, maar bragt hen zelve in h i n d e r l a a g ; waar door veelen d e r v y a n den wierden verslagen. Daar na is A d u a r d door den Heer van 'Nienoort belegert •. brengende grof geschut «laar v o o r , oni h e t klooster daar mede d a a delijk te beschieten. Maar de R e n n e n b e r g schen van alom h u n n e macht byeeu r u k k e n d e , trokken b y Groningen, over het R e i d i e p ,
Wumkes.nl
KRONYK.
|ÔS'
om d e belegerden te ontzetten. Nienoort was zulks wel verwittigt, maar door m e e r derheid van stemmen geresolveert de vyanden af te wagten : dewelke van achter het klooster straks quamen toeschieten: waar door de Nienoortschen de vlngt n a m e n , achterlaatende verscheidene Officieren voor gevangenei), en eenige dooden aan h u n n e bespringers. Voorts trokken d e R e n n e n bergschen op A d u a r d e r - Z y l , en deeden het plaatsje aanstonds , doch vrugteloos , bestormen : maar met kanon daar voor k o m e n d e , en een goede bresse geschoten z y n d e , <juameti zy met de derde storm daar binnen ; slaande doe alles dood wat 'er in w a s ; waar onder Schelto J a r g e s , een zeer geleerd en d a p p e r Kapitein. Deo 9de van July sloeg Norrits de R e n nenbergschen by G r y p s k e r k , en vervolgden hen tot aan G r o n i n g e n , waar van 700 m a n nen door de kling gcjaagt, en veelen g e vangen wierden g e n o m e n ; vier stukken k a non , alle de bag.-'gie, en veele paarden wierden tot buit g e m a a k t ; zynde des overwinnaars verlies daar tegen zeer gering Den 23ste dito is in Groningen overleden die trouwelooze Graaf van R e n n e n b e r g , Stadhouder van Groningen , enz. ; zynde door eene knaaginge zyner conscientie g e heel uitgeteert van mismoedigheid en b e r o u w , om dat h y d e ' S t a a t e u Generaal zo ontrouw had b e h a n d e l t ; wordende begraven in § t . Martens K e r k . in 't choor. Hy l i a á
Wumkes.nl
194
FRIESGHE
in zynen laatsten levenstyd zyne zuster v e r stpoten. die h e m tot dezen afval vervoert h a d . 13aar na is Fmncois de Verdugo w e gens den Prins van P n r m a , als Stadhouder van G r o n i n g e n , in des overleedens plaatze gestel t. De algemeene Staaten van gevoelen z y n d e , dat door deze gedaurige vyandelykheilc» , de Koning van Spanje meer een openbaare vyand , ais een beschermend O verheer .was ; hebben daarom geresolveert, hem van alle zyne voogd j e af te z e t t e n , - e n zyne gehoorzaamheid ten eenernaal afgezwooren : waai' toe de Staaten van de andere P r o v i n t i e n , en Friesland m e d e , in dit zelve hebben b e willigt. W a a r o p des Konings wapenen a l omme wierden afgebroken , uitgestreeken en vernietigt, de zegelen plat geklopt, en die d e r Staaten in deszeifs plaats gestelt. Rennenberg overleden z y n d e , heeft "de K o n i n g , die de landen daarom noch niet verlooren gaf, een en Francois V e r d u g o , Heer van S c h e n g e , tot Stadhouder gezonden s die m e t 1500 Waaien te Groningen k o m e n d e , de Friesen zeer verslagen maakte. Aanstonds nam Verdugo Reide in. E n kort daarna raakte hy in een gevegt tegen het Staaten volk, onder N o r r i t s , by N o o r t h o r n . dat hy deerivk sloeg: alwaar omtrent de helft zo Grooten als gemeenen sneuvelde , en een groot gedeelte gevangen wierd genomen. Des de landlieden, in de wapenen gebragt
Wumkes.nl
KHÖNYK.
105
z y ö d e , h e b b e n in 't d o r p Oudeboorn een schans o p g e w o r p e n ; welke van Verdugo aangevallen , maar afgeslagen i s : waar op h y , na eenige p l o n d e r i n g e n , uit het land Weder vertrok. I n den jaare 1582 Jheeft de Stad G r o n i n gen van den Koning van Spanje een bulle bekomen , omtrent het Stapelreeht. I n den jaare 1583 heeft een Spaanseh. Overste, Tasis genaamt, Steenwjk door list ingenomen : en in Friesland vallende , de schans te Oudeboorn en Rotserschans i n g e nomen ; en alomme het land dooi' s t r o o p i n gen en plonderingen geplaagt. I n het zelve jaar in September is O t e r d u m door de Ileer.en van Nienoort en /^zinga Ëntes verovert; jaagende de Spaausclie bezetlinge daar u i t , en deeden het plaatsje d a a r op v e r s t e r k e n ; waar mede zy veele d o r p e n daar omtrent tot contributie d w o n gen. Overzulks is O t e r d u m door de S p a a n schen in de maand December wederom b e legert: maar die van b i n n e n d a p p e r tegenstand b i e d e n d e , is het beleg wederom o p gebroken. Omtrent dezen tyd overleed b i n n e n deze sterkte de Heer van N i e n o o r t , n a e e u e l a n g duurige ziekte, en wierd aldaar b e g r a v e n ; zynde een Edelman gevVeest, die n a a r zyn. vermogen, groote diensten aan liet V a d e r land h a d gedaan. I n d e n jaare 1584 Leeft de P r i n s v&tv Oranje den tj-raave van 'Merode wit Fries*
Wumkes.nl
Î96
FRIESCHE
land opontboden , en Graaf Willem van Nassau tot Luitenant - Stadhouder in zyn plaats aangestelt. E n , vermits de d a g e l j k sche overvallen der vyanden , hebben de Staaten de schans in de Lemmer doen vast maaken. I n dit zelve j a a r , den 10de van J u l y , wierd tot groote droefheid van den l a n d e , binnen Delft, de Prins van O r a n j e , door een boosaardigcn Franse.hman met een p i stool doorschooten : z j n d e door de Spanjaarden daar toe verraadeijk omgekogt (*). 2. W I L L E M L O D E W Y K , Graave van Nassau, enz. wierd. in deszelfs piaats van L u i t e n a n t - S t a d h o u d e r , door de Staaten van Friesland tot tweeden S t a d h o u d e r , na de afzweeringe van den S p a n j a a r t , verkooren. V e r d u g o , de schans Oterdum op den 18de van September wederom belegert h e b b e n d e , liet dezelve aanstonds met twee stukken kanon beschieten: doch die van b i n n e n , benevens de schepen die op de Eems lagen, bleven h u n niet schuldig; waar door veelen (*) Balthazar Gerards genaamd, geboren te 'Vil— lefans in Bourgondien, oud 26 a 27 jaren. Onder verschillende personen, die zich op 't leven des Prinsen toeiagen, moet ook zekere Koopman te Vlissingen, Hans Hanses, geweest zijn, wiens aanslag echter door eenen Fries, uit het geslacht der Auckama's ware ontdekt. Gevat zijnde had hij beleden, daartoe middelen te hebben aangewend. - Gerards werd daarna als Martelaar hoog vereerd en waardig geacht gecanoniseerd te worden • onder de beiooningen, wil, men, was ook de verheffing der familie iu den adelstand.
Wumkes.nl
KRONYK.
197
Van de belegeraars gedood en gequetst w i e r den. Daar n a , in de maand December, wierd de schans gesecoureert door allerlei n o o d d r u f t , alhoewel de belegering noch zyn gang g i n g ; doch met weinig voordeel. Maar op Lichttnissenacht in het volgende j a a r . zyn de schansen van Verdugo voor O t e r d u m , door een geweldigen storm en watervloed weggespoelt; waar door veelen der belegeraars verdroken ; zo dat Verdugo zich g e nootzaakt vond het beleg op te breken. O t e r d u m had weinig door ' t water g e l e d e n , ' en wierd ten eersten herstelt met vier b o l werken , schoone gragten , en een h a v e n , waar in omtrent 30 schepen te gelyk k o n den leggen , gemaakt. Den laatsten F e b r u a r y deed Verdugo een vrugteloozen inval in Friesland. Maar de Westfriesen deeden insgelyks in G r o n i u g e r .land een inval van meer n a d e e l ; v e r b r a n dende in de M a r n k a n t , van Vierhuizen tot aan Baflo, meest alle de huizen af, om datze geen contributie wilden opbrengen. Omtrent dezen t y d , had Roelof Ketel een aanslag op G r o n i n g e n , om deze plaats aan der Staaten zyde te brengen. Hy begaf zich derhalve met 15 mannen daar b i n n e n , v e r laatende hem alleen op de slappigheid d e r wacht aan de poorten. Daar by was Graaf Willem van Nassau met 1500 mannen in ' t D r e n t h , om h e m , zo de aanslag gelukte, by te s p r i n g e n : doch de zaak wierd o n t d e k t , ....en Roelof Ketel by den kop gevat
Wumkes.nl
Î9S
ÎÄIESCHE
z y n d e , vvierd het hoofd afgeslagen en gévierendeelt. Insgelijks heeft Kapitein Sch'aay, leggende te Niezyl in bezettinge, een aanslag op G r o ningen g e h a d ; zynde in een tyd dat de stad gebrek aan levensmiddelen h a d : maar d e zelve voorts ge proviandeert wordende $ m i s lukte de aanslag. I n den jaare 1585 hebben de Staaten de hestieringe der landen opgedragen aan H e n drik d e n d e r d e , Koning van V r a n k r y k ; maar die h e n , om zyne eigene inlandsche oorlog* alwaar hy zelve zeer mede belemmert was , moeste afwyzen. W a a r op hy Elisabeth, Koninginne van E n g e l a n d , tot bescherminge liet verzoeken : doch die Majesteit weigerde mede de volle heerschappye. Doch hier n a , P r i n s Maurits in zyus vaders plaatze en b e dieningen gesteît zynde , is van gemelde Koninginne de Graave van Leicester , als Overste van haare h u l p b e n d e n , naar de Nederlanden gezonden; die de Staaten n a d e r h a n d tot Stadhouder der Nederlanden, h e b b e n aangenomen. Na dat de kloosterinkomsten j als wy b o ven reeds gemeld hebben f tot onderhoud van predikanten en schoolmeesters bestelt w a r e n , heeft het de Staaten des Lands ook goed gedagt $ uit de zelve ook een schoole van geleerdheid of Academie op te r e g t e n , en dezelve met bequaame leermeesters of professoren, en dat ' e r verde** toebehoort j
Wumkes.nl
KRONYK.
199
mlkielyk te voorzien ; dezelve plaatzende Linnen de Stad F r a n e k e r . In den jaare 1586 hebben de Spanjaards, over 't ys k o m e n d e , alzo het zeer sterk gevrooren had d e , een uitval g e d a a n , t r e k kende met 2500 voetknegten en 400 ruiters de W o u d e n i n . door L e m s t e r l a n d , en v e r nachtende omtrent W o r k u m en Hindeloop e n ; van waar zy voorby Bolsvvert, over M â r n z y l , door Schettens en W i t m a r s u m , te T j u m zich nederzettende, gnamen ten d e r den dage te S p a n n u m en W i u s u m , welke dorpen zv beide in b r a n d s t a k e n : en als zy veel gevlugt volk op de W i n s u m e r toren gewaar w i e r d e n , zo stookten zy een zeer smookend vuur van onderen aan d e z e l v e , om gemelde vlugtelingen te doen verstikken :• waar door eene zwangere v r o u w , gevoelende haare kleederen en hoofdhairen gezengt, uit de klokgateii s p r o n g ; en gevallen z y n d e , noch door een Spanjaard op de naakte borst g e t r a p t , en zeer gewond g e w o r d e n , waar door zy haare zinnen v e r l o o r : doch na twee maanden q u a m zy weder tot haare voorige kennis en verstand. E n eene a n d e re , met twee kinderen in haare a r m e n , sprong uit het hoofd van den t o r e n , en bragt het eene kind noch leevendig te F r a neker. De onze in aller yl met ÎOOO voetknegten en een Cornet, paarden daar na toe t r e k k e n d e , vonden zich niet in staat örn d e vyanden te keer te gaan : dés zy van Öos-^ ierlnfeBîs haai' Boxùm afweekèu , op hoÖpr
Wumkes.nl
2Ô0
FRIESCHE
van eenige h u l p , om zich dan voordeelïgef te k u n n e n te weer stellen: maar de v y a n d e n , hen spoedig n a z e t t e n d e , beletten d i t , overvielenze, en een bloedige slag wierd g e troffen , daar wederzyds veel volk sneuvelde; d o c h de onzen moesten eindeiyk de vlugt n e e m e n , zo naar L e e u w a r d e n , als andere p l a a t z e n ; en een gedeelte wierd in de kerk b e z e t , en gevangen genomen. Van deze slag is zulkeii indruk in de gemoederen der m e n schen gebleven, dat 'er in Friesland niets bekender i s , als deze Boxumer S l a g , voorgevallen op den 17 January. I n dit zelve j a a r , ondernam Graaf W i l lem van Nassau een aanslag op Groningen : doch dezelve wierd door een zeer hoogen springvloed ontdekt en verydelt. In den jaare 1587, in S e p t e m b e r , h a d Graaf Willem van Nassau nochmaals eene vergeefsche aanslag op Groningen. Den 17de van December is een zwaarer i n b r e u k van ' t zoute water in de O m m e landen geweest, waar door alle hooge l a u d e n onder liepen, wezende het water b y n a zo h o o g , als de Allerheiligen VJoed van den jaare 1 5 7 0 , maar deed zoo eene groote schade niet. I n den jaare 1589 , in ' t begin van d e n z o m e r , h a d de Gouverneur Graaf Willem eene vergeefsche aanslag op Delfzyl; doch besprong R e i d e , en maakte daar een b e schanst Eiland van : ook won hy de schans Eemedllej en k o r t daar na Swaagsterzyl eu
Wumkes.nl
KRONYK.
201
S o l t k a m p ; zynde een schans in de m o n d van ' t Rcidiep , en dat stormenderhand 7 voor ' t gezigte van V e r d u g o , slaande 8 0 mannen d o o d , en nam veele gevangenen mede. Daar rra n a m Verdugo Eemetille weder in ; zond twee booswichten in ' t Jeger b y R o l l u m , om Gi'aaf .Viilem te v e r m o o r d e n : maar dezelve ontdekt z y n d e , wierden geVangen genomen en onthoofd. I n den jaare 1590 , in M a a r t , hebben e e nige burgers en inwoonders van G r o n i n g e n h u n n e stad en Staat onder de bescherminge van de Koninginne van Engeland gepresenl e e r t : doch wierd h u n geweigert. W a a r op V e r d u g o , meer volk van den Hertog van Parma ontfangen h e b b e n d e , de schans E n e matil besprong ; trekkende van daar o p Nieuwezyl Ondertusschen (j«am G r a a f W i l l e m , Gouverneur van Friesland , afzakken , en legerde te K o l l u m ; en alhoewel de legers r u i m een uur maar van malkander lagen, viel er echter weêrzyds niets aanmerkelyks voor. I n den jaare 1 5 9 1 , den tweeden van J u l y , won Prins lYJaurits Dclfzyl; waar in gevonden wierd 5 melaale stukken kanon , en (> yzere gotelingen. Daar na deeden die van Friesland deze schans grooter en sterker b o u w e n ; zells poogden zy daar van eene stad te m a a k e n . en dezelve met groote P r i vilegiën te begiftigen: om alzo de b u r g e r y van Groningen daar te trekken. Doch o p
Wumkes.nl
202
FRIESCHË
lioopc van Groningen ook te krygen , is zulks achter gebleven. Van hier trok het leger n a de Opslag van E n e m a t i l , leggende op een water, genaamt Nicuwezyl, eii dwong de bezettinge door geweld zich over te geevcu , en met witte stokjes in h u n n e handen uit te trekken , sterk zymle 150 mannen. Voorts vertrok de Graaf naar Enematil, en beschoot de schans met 12 stukken kanon , tot dat de bezettinge zich op den LI de van July overgaven ; als ook een weinig hier na de schans te Lettelbert. I n den jaare 1 5 9 2 , in Augustv , heeft Prins Maiirits de sterke vesting Koeverden belegert. Graaf Fredrik van den Berg had het bevel daar b i n n e n , hebbende voor des Prinsen komste alle de huizen buiten de Vesting in b r a n d doen steeken. De belegeraars naderden hein niet alle vlyt aan de loopgraaven, en benamen h u n de sluizen ; waar door zy het Water uit de gragten leiden. Hier op begon het schieten aan weerskanten d a p p e r aan te gaan , w o r dende aan weêrszyden verscheidene m y n e a onder de wallen gegraven , die we! haast ter neer of invielen. Den 7de van S e p t e m b e r , «juam Verf f ugo met zyn krygsmacht voor deu dag s p r i n g e n , hebbende alle witte hemden over h u n n e h a r n a s s e n , om de belegerden tè ontzetten. Hier op maakte Prins Maurits •zich gereed , stelde zyn volk in slagorder, met ' t grof geschut vooraan , en ontfong der vyanden macht zö onbeleefd, dat doof
Wumkes.nl
K R O N ï K.
203
^t ïosbrandcn van 't k a n o n , een meenigte t a n hen over h o o p en in ' t moeras raakte. Daar bleven in ' t geheel 300 mannen d o o d , behalven de gecpetsten : en van 's Prinsen zyde bleven er maar 3 mannen dood en 6 gequetsten , uitgenomen Graaf Willem van N a s s a u , die een s c h o t , doch zonder gevaar, door ' t d u n n e van zyn lyf kreeg. Daar na h e b b e n die van Kceverden zich den 12de van September aan Prins Maurits overgegeven ; mits met hunne vendelen , wa penen en b r a n d e n d e lonten uit te mogen trekken , behalven de Artillery en amunilie ; daar wierden in gevonden 9 stukken kanon. Voorts is hier tot Gouverneur gestelt de Heer van Nienoort. In den jaare 1593 , den 8ste van A p r i l , heeft Graaf Willem de Bellmgewolderzyl beginnen te v e r s t e r k e n , om alzo het fort de Boiirtange te benaauwen. Hîer tegen q u a m Verdugo met zyn leger by Vlagtwedde, in 't g°heel sterk zynde 2 5 0 0 m a n n e n , doch derfde niets uitvoeren tegen dat vast maken. Den 29ste van Augusty nam Graaf W i l lem W e d d e in • als mede de vaste pas Boiirtange ; ' t welk aanstonts sterker wierd g e maakt , eer Verdugo daar b y kon de komen. Daar na heeft Verdugo de sterke schans t a n A d u a r d e r z y l s na den d e r d e n s t o r m , met geweld ingenomen, slaande de geheele bezettinge dood. Van daar trok h y naar* W e d d e ; d a t hy ook in n a m , en sloeg vatt de 117 m a n n e n , die daar Op-waren, 50 dood*
Wumkes.nl
204
F R I E S C H E
Voorts legerde hy zich voor de Bourtange i, zynde dit fort tegenwoordig tamelyk sterk , en alzo dat 'er geen geschut voor gebragt konde worden ; de wallen waren redelyk h o o g , en de gragten wel voorzien van Water. Vyf vendelen soldaaten , onder den Gouverneur de J o n g e , lagen daar in bezettinge. Ondertusschen wierd Verdugo van andere gedag ten ; brak de belegeringe op , en trachte Graaf Willem aan te tasten ; doch te vergeefs ; hoewel er eenige schermutzelingen wierden g e h o u d e n , waar door veel volk is gebleven. Daar op trok Graaf Willem naar de Bourtange, neemende W e d d e w e derom i n : en Verdugo naar K o e v e r d e n , beschanste daar de passagie ; maar zyn volk is door ongemakken voor 't grootste gedeelte verstorven of verioopen. I n den jaare 1 5 9 4 . den 12de van F c b r u a r y , des n a c h t s , hadden de Groningers een aanslag op Delfzyl: doch die van binnen hen tydig gewaar w o r d e n d e , is 'er aan weerskanten wel twee uuren lang scherp gevogten. T o t geluk van het F o r t , was 'er een o o r logschip , daar omtrent leggende, dat wat n a d e r a a n q u a m , en de Groningers met 16 stukken kanon dwars onder h u n hoop sterk beschoot, dat zy met groote schade moesten aftrekken , sleepende wel 35 sleden met d o o den en geqpetsten met zich naar de s t a d , en noch 7 dooden , dieze lieten leggen Die van binnen vcrlooren een K a p i t e i n , een V e n d r i g , een S e r g e a n t , en 9 Gemeenen.
Wumkes.nl
KRONYK.
205
Den 6de van M a y , quam P r i n s Maurits en Graaf Willem van Nassau met huti leger by Koevei'den: weike aankomst van Verdugo bezigtigt z y n d e , hem deed resolveeren zvne beschansinge by nacht op te ruimen. O v e r zulks trok de Prins met zvn krvesbende direct naar Groningen ; doende de stad op den 20 dito berennen , en aanstonds opeischen. Doch kreeg tot a n t w o o r d : Dat dit geen stad was, die zich zo haast konde overgeven. Prins Maurits liet derhaiveu al zyn oorlogstuig aan land zetten , en het kanon voor de stad planten. Onderwylen heeft Graaf Willem op den laatsten van May de sterke schans Aduarderzyl aangetast, hebbende over de 135 mannen tot b e z e t tin g e , en tot Commandant eenen Kapitein P r e n g e r . die aan Graaf Willem ten antwoord gaf, als by de schans opeischte : Dat h y het met hem zoitde w a g e n , als met een meisje van 15 jaaren. Maar dit geviel h e m niet wel : want de vesting wierd kort daar na zo gruwelyk sterk beschooten , datze d e zelve met 'er haast beklommen en i n k r e e g e n ; doe wierd alles aan stokken geslagen wat 'er in w a s , uitgenomen 8 a 9 p e r z o o n e u , die 't ontcpamen. Ondertusschen had P r i n s Maurits eenige andere schansen ingenomen, als Slogteren , Hogerbrugge, e n z . , waar door de ieevensmiddelen in 't leger zeer goedkoop wierden. De Stad Groningen was zeer wel voorzien van een wel in de wapenen geoeffende b u r -
Wumkes.nl
206
FRIESCHE
g e r y e ; en geen ander guarnisoen b i n n e n h e b b e n d e , dan de slegtste burgerye en i n woouders , dewelke al voor langen t y d , als soldaateu onder vendelen geoeflent, in plaats van b e z e t t i n g , van den Koning wierden b e taalt : behalveii d e z e , hadden zy krygsvolk van Verdugo altoos onder haar gebied; en hadden n a onder het beleg 5 goede oude vendelen daar v a n , onder den Overste L u i tenant L a u k e m a , buiten de stad , op een gesterkte plaats aan 't Schuitendiep. Van krygstuig, voorraad enz. , wasze alles wel voorzien. Die van de stad wenden vervolgens alles aan wat h u n dacht dat den v y and zoude krenken. W a a r o m de Prins zyn begravinge van verre moest neernen , en a l daar zyne batteryen o p w e r p e n , mits digt onder de stad de belegerden tegen-batteryen m a a k t e n ; hebbende 400 groote tonnen niet buskruit en geschut m e e r , als andere steden. De Groningers deeden verscheidene uitvallen , waar mede zy meenig braaf K a pitein en soldaat versloegen , en zelfs eenige vendels binnen bragten ; weshalven de l o o p graaven versterkt moesten worden. De b e legeraars deeden alle afbreuk met h u n g e schut dieze doen k o n d e n ; doch vorderden nochtans weinig, tot dat zy een poort met «en b r u g , die na een rondeel liep , omvevre h a d d e n geschooten, eenige bolwerken o n d e r g r a v e n , en eenige gragten aldaar v u l d e n , alles ouder de bcscherminge van ' t geschut: Ait deed de. trotscbe b a r g e r y gedwee woj?-
Wumkes.nl
K II O N Y K.
207
d a n , en begon naar verdrag uit te z i e n ; overzulks zy Jan te Boer met brieven aan P r i n s Maurits en Graaf Willem u i t z o n d e n , om verdrag : wordende daarop weêrszyds gyselaars. gegeven , en hielden op van schieten. Maar d e burgemeester J a r g e s , zynde een h a r d K o u i n g s - g e z i n d e , rukte een party voerlieden ea schititevoerders byeen, en s t o n den op tegen die geene, die van verdrag h a d d e n gesproken. Hier na kregen de b e legeraars een te srnadelyk antwoord , te weeten , dat de belegerden besloten h a d d e n , noch een t j d lang hun. ontzet af te wagten. Hier op t r a d Maurics met Willem in de loopgraven , om een plaats tot een nieuwe batterye af te zien ; ondertusschen komt een kogel zo sterk tegen de r o n d a s , die Maurits voorgehouden wierd , dat hy achterover viel, doch zouder hem te quetzen. Den tweeden van July waren de belegeraars over de g r a g t , en wel 30 voeten onder het rondeel g e k o m e n , daar d e heeîe stad haar winst of verlies aan hing. Drie dagen daar aan was de myn 30 voeten d i e p , en opgepropt met 5 a 6000 p o n d e n b u s k r u i t , dat den 10de d i t o , des a v o n d s , na het gegevene teekeu, in b r a n d wierd gestoken ; waar door; een groot gedeelte a a r d e , en alles wat 'er op w a s , in de lucht s p r o n g , met wel 140. menseden ; waar van twee in ' t leger vielen , en de een noch leevendig: hier op vielen drie vendelen Schotten l o s . die straks meester yan het rondeel w a r e n , en alles,, wat
Wumkes.nl
208
F IU E S CH E
noch leevendig bevonden w i e r d , doodsloeg e n , blyvende daar in 't geheel, wel 200 dood. Daar boven sneuvelden 30 Schotteu , behalven uoeh twee Kapiteins. Dit bragt onder de gezamentlyke soldaaten, en onder de allerhai'tigste burgerye zulk een schrik , bevreest zynde voor meer ondergravingen, datzy op verdrag dagten. Over zulks z o n den zy Gecommitteerden u i t , zo wegens de Geestelyke, Magistraat en Ambagten der s t a d , als ook wegens den Overste Luitenant L a u kema ; en op Ostagiers handelende van den 16de tot den 22ste van J u l y , met Pi'ius Maurits en Graaf' Wii'em van Nassau, ' zyn daar op met ad vis van den Raad van Staaten e i n d e h k overeen gekomen. Dus is Groningen en de Ommelanden op den 24ste van July onder Maurits gebied g e b r a g t , na dat 'er we! 1000O schooten op waren g e d a a n , en 400 mannen voor zyn gebleven : waar tegen dö belegerden ook 300 soldaaten en veele burgers hebben verloren. I n de stad wierden gevonden 36 me taaie stukken k a n o n , behalven de y z e r e n , en wierd daar over Graaf Willem van Nassau tot S t a d h o u d e r gestelt. Prins Maurits en Graaf W i l lem daar binnen k o m e n d e , wierden verwellekomt door d e n klokspeelder , speelende de wys van den 6den Psalm. Daar na wierd de Magistraat v e r a n d e r t , wordende daar tot eerste Burgemeesters aangestelt, Melio C o n d e r s , Joachitn A l t i n g , Harmen Koning en Egbei'l Aiberda. Voorts wierd de St. M a r -
Wumkes.nl
KRONYK.
209
teus Kerk van hare beelden gezui^ert, en de eerste predikatie van de Gereformeerden daar in gedaan : doende de Magistraat en Burgerye daar na den eed van getrouwigLeid aan Graaf '^Villem, hunnen Stadhouder en aan de Staaten Generaal. In 't zelve jaar is de Aartshertog Ernestus , van 's Konings wegen, in Nederland tot Stadhouder gezonden. In den jaare 1596 is uit last van de al-gemeene Staaten en den Prins van Oranje ? het Collegie der Admiraliteit te Dokkum i n gesteît; om alzo bequaarnelyk over het werven der oorlogschepen van Friesland aile zaaken te kunnen beraameru In het zelve jaar, den 24ste van Augusty, is Graaf Willem van Nassau, Stadhouder van Groningen, mede tot Gouverneur over liet Landschap Drenth aangestelt. In dit jaar is de Gardinaal Albertus, Aartshertog van Oostenryk , tot Stadhouder des Konings, in Nederland gekomen; die naderhand huuwde met ïsabelie, Dochter des Konings; en deze landen wierden hem tot een huwelyks goed toegezegt. Omtrent dezen tyd was 'er eene Friesche dochter, Margarita genaamt, zynde een jong vrouwsperzeon, of moedige Amazoone, en lang van persoon3 deze heeft, in manskleederen, de Heeren Staaten zo binnen Oostende als elders zeven jaaren gedient, buiten kennisse haarer ouders, in alle eerbaarheid. T eerst een spies• gedraagetx, en daar
Wumkes.nlIk
'AIO
FRIESCHE
na een musquet gevoert, met een witte veder op de hoed, als een kloek en onvertzaagt krygsgezel, ja onder de Adelborsten gerekent, en zelve veele schansen om G r o ningen en Steenwyk helpen inneemen. Ten laatsten bekent geworden by haar medegezel, als zy een schoon hemd aandeed , hebbende groote borsten en rond opgewasschen , meer dan andere welgevleesde jongmans: op zyn Traage, heeft ze hem beleden, een vrouwsperzoon te zyn, dat hy verwonderende aanhoorde ; is daar op met eere verheft geworden , en in 't leger voor Koeverden met haar getrouwt. Zy waren noch woonende binnen Groningen in den jaare 1602, en veele jaareu daar na , een winkel doende van vette waaren, in alle stifheid en eerbaarheid huishoudende , en t'zaineu geneerende. Deze A mazoone heeft ook een lied gedicht, de jonge Dochters tot liefde des krygs, om 't Vaderland te beschermen, na haar voorbeeld vermaanende. Zie E. v. Meteren (*). In den jaare 1597 verzogten die van Groningen aan de Staaten van Friesland s om Drenth en Twenth geheel vry te maaken , en den vyand van daar te vernestelen : welk verzoek uit last van de algemeene Staaten $ door hulp van den Prins van Oranje, wierd vastgestelt: en alle sterktens en schansen, door de vyanden aldaar bezet, wierden overwonnen , namentlyk, Grol, Ootmarsen, O l denzeel, Lingen, enz. (*) Nederl. Oorl.m Gachkd i6t$, fol. 474 verso*
Wumkes.nl
KRONYK.
2it
ï n dit zelve jaar, den eersten van J n n y , is de Overste Sonoy, gewezen Gouverneur van Noordholiand, op Dyxterhnis, een Heerlykheid in de Ommelanden, overleden; wordende deszelfs ligchaam tot Peterbuuren in. de kerk, in tegenwoordigheid van zyn Ge~ nade Graaf Wiliem van Nassau , Stadhouder van Groningen , begraven. Den 18de van A.ugusty was 'er een zwaare watervloed in deze landen, waar door de Delfzjlen en anderen uitbarsten, en vceîe inenschen en beesten verdronken. Den,8ste van December is Graaf Willem, door de Groningers metgrootetoejuichingeingehaalt. In den jaare 1599 is te Groningen door de Heeren Burgermeesieren en Raad het BurgerWeeshuis opgericht. In den jaare 1600 is te Groningen, omtrent de Heere Poort, wederom een kasteel gebouwt; zijnde ten zuidoosten van de stad, omtrent ter plaatze daar weleer de kasteelen van Graaf Edzard van Oostfriesland, en van den Hertog van Alva hadden geweest: welk kasteel over de 400000 guldens cjuam te kosten. Ook wierd de burgerye ontwapent, en Jonker Casper van Ewsum met 800 mannen op gemeld kasteel gelegt. J.n dit zelve jaar ontstond 'er groote oneenigheid tusschen de Heeren van den Lande en Steden , over het stuk van de gemeene lasten en bezwaaringen te draagen: doch wierd door Gemachtigden van de algemesne Staaten en den Stadhouder weder -bygeieit.
Wumkes.nl
2Î2
FRIESCHE'
I n d e n jaare 1605 , den 10de van A u g u s t y , zyn te Groningen door de Heeren Burgemeesteren e n R a a d , in plaats van vier Kapiteinen d e r burgerye , hier Hopmans g e n a a m t , acht aangestelt; en doende de Kapiteinen de n o m i natie van de V e n d r i g s , die door den Raad wierden geëligeert op den zelfden dito. Den 23ste van Augusty cruam de S t a d h o u der Graaf Willem van Nassau met 18 vendelen voetvolk en 6 compagnien ruiters binnen G r o ningen ; waar door de stad van het haar g e dreigde quaad bevryd wierd. Ook gaf m e n d e burgerye h u n geweer weder. P r i n s M a u rits verzond ook eenige troupen ter v e r s t e r kinge van Koeverden en de Bourtange ; zijnde deze plaatzen alle met groote verbaastheid a a n g e d a a n , wegens de veroveringe van L i n gen en O l d e n z e e l , door de Spaanschen , o n der het commando van den Marquis de Spinola. Ambrosius Spinola met zijn macht in T w e n t h zijnde , om op Friesland een kans te •waagen , en welk land de Koning van Spanje hem reeds ten erve had geschonken; d o c h , G o d zij g e d a n k t , hem nooit heeft k u n n e n l e v e r e n , moest zich vergenoegen met Lingen e n O l d e n z e e l , en dat Friesland i n . g r o o t e benaauwtheid bragt. Maar Graaf Willem hield b i n n e n Koeverden een oog in ' t zeil, zo dat Spinola die plaats niet derfde a a n t a s t e n , en •••vertrok druipstaartende weder naar Vlaander e n , ook eenigzints door d e natte zomer v e r hindert. I n dit zelve j a a r , in M a a r t t wierd met
Wumkes.nl
KRONYK.
218
den Spanjaard een bestand van acht maanden geslooten. In den jaare 1608 was ' t zo een harden winter , dat men van de Friesche kusten naar de vooreilanden , als Ameland , Ter Schelling , en ook naar Grind niet alleen, maar zelf naar de Hollaudsche kusten van Harlingen af met paard en slede konde overjaagen. Gelyk een Ariën Wierds, den 9de van February uit de Haven rydende, voor 't poortsluiten te Amsterdam binnen <juam. Ook drilde voor de Harlinger haven op het ys een compagnie soldaaten. In dit zelve jaar zyn de nieuwe fortiGcatiewerken van de Groningers begonnen , wordende de stad aan de zuidkant daar door vergroot; ook is een gedeelte van het G r o ninger kasteel, tegens de burgers aldaar gebouwt , wederom afgebroken. In den jaare 1609 , den 9den van April, is te Antwerpen het twaalfjaarig bestand geslooten, tusschen den Koning van Spanje en de Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden ; zynde wegens de Provintie van Groningen aldaar gecommitteert Abel Conders , Burgermeester te Groningen , wordende het zelve op den 18de dito in 's Hage gepubliceert. In den jaare 1610, op Nieuwejaarsdag , hebben de burgers van Leeuwarden , na dat zy eenigen tyd met de Burgermeesteren oneens waren geworden, de deur van 't Raadhuis met een mast open geloopen, verbreekende
Wumkes.nl
214
FÎUESCHE
d e glazen, vensteren en alles wat h u n yooT tjuam. E e n Jan Gornelisz. F e m m e s , bestond in dit jaar een reukelooze d a a d , spruitende uit een w e d s p e l , waar in liy aannam , om een r o n d jaar te willen woonen o p liet K a m p e r Z a n d (dat een droogte is , gelegen tussclien T e r Schelling en A m e l a n d , loopende met alle etmaalse vloeden onder water). O p voorwaarde gaf h y aan zyn medewedder p a a r den , wagen , p l o e g e n , en andere huismans gereetschappen ; zullende h y , b y aldien h y zyn vooriieemen een r o n d jaar u i t v o e r d e , een groote zomme geld in tegendeel genieten. Hier o p ' b o u w d e " Jan den 2de van J u u y a l daar op eenîge roeden of stutten een h u i s je ; en om het zelve by springvloeden of hooge watertyden om hoog te hefi'en , gebruikte hy een tistei of v y z e l , waar door hy het om hoog kon opvyzelen , of doen zakken : en dus hielde hy 't het bestemde jaar volkomen uit | zyn de eene ongehoorde zaak. (*) I n den jaare 1611 , den 25ste van J a n u a r y , heeft Graaf E n n o van Oostfriesland de sterke vesting Lieroort aan haar Hoog M o gende de Heeren Staaten Generaal overgegeven. I n den jaare lëî2r &v V Xfi^avMle .iaaj-,is de stad Groningen rondom vergroot, doch meest naar 't n o o r d e n , en is doe vervolgens met zeven schoone groote poorten voorzien, (*) Dit voorval wordt omstandig bpschreven bij W-WSSMÏTJS , Ch'OMvk -ïo\k 897. '
Wumkes.nl
:
"
KRONYK.
2Î5
benevens noch een kleen poortje bezyden liet Schuitendiep ; hebbende een zeer breede en booge wal, met 17 dwingers of bastions en een diepe besloten gragt. In den jaare 1614 is de Academie te Groningen opgericht, onder het Stadhouderschap van Graaf Willem Lodewyk van Nassau, De inwydinge geschiede op den 23ste van Augusty. • De eerste Professoren zyn geweest Ubbo Emmius, Professor in de Historiën en Grieksche Taal, als eerste Rector Magnificus. Herman Ravensberg, Professor in de Godgeleerdheid. Comelius Pynaker, Professor in de B echten. NicoWs Mulerius , Professor in de Medicynen en Mathesis. J o ban Epinus, Professor in de Philosophie en Ethicæ , en extr. in de Reebten, Guill. Macdowel, Professor in de Philosopbie , Logicis, Phys : & Methaphysicis. De inleidings redevoeringe wierd uit naam der geheeie Provintie gedaan , door Do, Pancratius, stads Syndicus. Na 't eindigen derzelve, deed Do. Ravensberg een andere, op deze handelinge passende. De eerste Rector in de Rechten , die hier zyn promotie becjnam, was Hugo van Nyeveen ; houdende zyn inauguraal' dlspui't op den CSde van Nôvemfier 1615, onder het Rectoraat van gemelden Professor Ravensberg. In den jaare 1616, den 18de van Maart, is Graaf Willem Lodewyk door de Groningers zeer plechtig ingehaalt. In den jaare 1618 is het Sapoieer droog
Wumkes.nl
m
FRIESCHE
gemaakt, en is bet volgende jaar met grup-» pen en een doorgaande vaart voorzien. Waar op is gevolgî de aanvang en continuatie va» deszelfs vaart of diep door 't hooge en wilde Veen , van Sapmeer tot aan Zuidbroek. In den jaare 1619 bequamen die van Staveren vernieuwinge en handhavinge van hun onderrecht. In dit zelve jaar, in July, is de Heerlykheid van Wedde, Westerwolde, Bellingewolde en Bleyham gekogt van Willem van den Hove, en den 2de Augusty in den Raad geapprobeert, voor de zomma van 140308 guldens. Voorts heeft de stad deszçlfs possessie aanvaart, en is den 21ste van September Edzard Rengers tot Drost, en Michiel Visscher tot Richter van Bellingwolde en Bleyham gekoren. In den jaare 1620, den laatsten van May , is binnen Leeuwarden overleden Graaf W i l lem , Stadhouder van Friesland ; tot wiens loffelyke gedachtenisse die heerlyke begraafplaats of tombe in de Jacobyner Kerk is1 opgeregt; alwaar hy met zyn Gemalinne na 't leven in steen op uitgehouwen is: en is zedert dien tyd de rustplaats der Stadhouders altoos geweest en gebleven. 3. E R N S T C A S I M I E R , Graave van Nassau, enz. , wierd, na 't overlyden van zynen broeder, in de maand Âugusty , tot Stadhouder van Friesland verkooren. En die van Groningen , Ommelanden en Drenth •verkooren Prins Maurits tot hunnen Stad-
Wumkes.nl
K R O N Y K.
217
houder. In December begon bet zo geweldig te vriesen , dat men wederom naar T e r Schelling en Ameland met paard en slede overjoeg. Het volgende jaar , den 2de van February, qrtam een Harlinger schipper , met een sleetje en stok in de h a n d , van Friesland, over den Fliestroom, te Harlingen binnen treden. Graaf E r n s t , geleidende den jongen Koning van Boheemen, quam met gezelschap van over de 100 sleden, van Leeuwarden tot op de zee voor Harlingen afjaagen. In den jaare 1621 , den 29ste van Maart, is de Burgerye te Groningen door de Heeren van den Raad in 12 vendelen verdeelt; wordende daar op den 30ste dito de Officieren gekooren, en den 13de van April door hun Edelheden goedgekeurt, dat voortaan de Vendrigs onder de Luitenants zouden, staan. De volgende winter van het jaar 1621 en 1622 was het mede een harde winter; waar in Anna Sophia, Gemalinne van den Stadhouder , vergezelschapt met een compagnie soldaaten, en hun byhebbende gereedschap, van Enkhuizen naar Staveren langs het ys overcruam. In den jaare 1622, in Augusty, deeden de Spanj aards een aanval op Friesland, trekkende met 800 voetknegten en 70 ruiters door Oudeberkoop , naar Schoot, om 't Heerenveen te overvallen. En vermits het Staaten Volk zich meest aan den Rhyn neder-
Wumkes.nl
218
ÏÎUESCHE
geslagen h a d , waren slegts maar drie compagnien verstrooit in de Zevenwouden gebleven ; dewelke, naar 't Veen rukkende, den vyand , die een geweldigen storm deed op een seîiansje of redout op den wegnaar Schoot, wakker afkeerde, en veelen van zyn volk deeden sneuvelen. De vyanden,, misleid zynde , waren van gedachten geweest, dat 'er boeren en geen soldaaten op het Veen lagen: en trokken na dit treffen weder af op Ommen : alwaar zy door des Prinsen volk van achteren bezet wierden, en in de kerk allen gevangen zyn genomen. In October is Ernst Lodevvig, Graaf van Mans veld, met zyn krygsbenden , wel 5000 mannen uitmaakende, in Oostfriesland gevallen , bedervende de inwoonders en landen elendig, zelfs zodanig, dat zyn eigen volk in den jaare 1624 meest van honger verliep. Hy had zyn hoofdquartier in de vesting Lieroort; en eer hy vertrekken wilde , dwong hy Graaf Enno van Oostfries— larid een groote zomme geld af. In den jaare 1623 was er een zwaare pestziekte in Groningen ; als mede een groot oproer over het draagen dei' àooûen : want op den 5de van Augusty zyn de oude lyken dés voormiddags door de vrouwen , en de jonge lyken des namiddags door de maagden ter aarde gebragt. In den jaare 1624 deeden de Spanjaards,. onder het bevel van Lucas Cayro, Gouverneur van Lingen, een inval in den Oldanibte;
Wumkes.nl
KRONYK.
219
zy stuken verscheidene dorpen in b r a n d , als Winschoot . Heiîigerlee , N o o ï d b r o e k , Scheemda en Slogteren; verzonden in alie omleggende plaatzen brieven van b r a n d s c h a t t i n g e : waar door de huislieden afquamen om de b r a n d af te koopen. Maar het geruchte der aankomst van den Oversten Staktmbroek, deed hen haastelyk de vlngt n e e m e n , d o c h een grooten- roof mede voerende. I n den jaare 1 6 2 5 , den 8ste van M a a r t , is Oostfriesland door een schrikkelyke w a t e r vloed aangetast, alle dyken d o o r b r e k e n d e of beschadigende, zodanig datze met geen 8 0 0 0 0 0 guldens te herstellen waren ; en de huislieden , door de Mansvelder troupen ten e e n e maal verarmt en bedorven zynde , h a d d e n geen m a c h t om die te jrepareren 5 dies de zee daar uit en in spoelde. I n dit zelve jaar , den 23ste van April , is Prins Maurits , na een langduurige. k r a n k heid uitgekwynt z y n d e , in 's Gravenhage ontslaapen. E n zyn broeder Fi'ederik H e n drik wierd aanstonds in zyn plaats tot o p perste Veîdoverste verkooren I n dit jaar is Graaf E r n s t van Nassau tot Stadhouder van G r o n i n g e n en Ommelanden., en ' t Drenth aangenomen. Den 29ste van December overleed b i n n e n Groningen de Hooggeleerde en w y d v e r m a a r de U b b o Emmius , Professor dier Academie. O m t r e n t den jaare 1627 is het groote P r o vinciale magazyn of Artüîeryhnis alhier g e bouwt , ea. het Orgel in ' t H. G«est~Gasthuïs
Wumkes.nl
220
F R I E S C H E
nieuw g e m a a k t : ook h e t Orgel in d e groote k e r k , eertyds door Agricola gemaakt, v e r groot en vernieuwt. I n d e n jaare 1 6 2 8 , in A u g u s t y , is d e ÜSieuwe of L a n g e - Akkerschans volveerdigt, e n d a a r in drie compagnien soldaaten tot b e zettinge gelegt, o n d e r den Gouverneur R o u s s e l ; dewelke in October de Dvlerschans i n namen ; doch zyn 'er voort daar na door de Keizerschen wederom uitgejaagt. I n den jaare 1631 wierd P r i n s F r e d e r i k H e n d r i k , behalven Holland en Z e e l a n d , ook het Stadhouderschap van G e l d e r l a n d , U t r e c h t , en Overyssel opgedraagen. Maar Stad en L a n d e hebben Graaf Ernsc aangenomen. I n dit zelve j a a r , in d e maand van M a y , ontstond d o o r ' t geheele L a n d een geweldige oploop van ' t gemeene volk ; waar door b e i de . zo O p p e r - als O n d e r r e g e n t e n , by h e n verdagt w i e r d e n , en alle aanzienlyke lieden in veraclitinge quamen. E n den eersten A u gusty heeft Graaf E r n s t Oldenzeel i n g e n o m e n , en deszelfs vestingen afgeworpen. I n den jaare 1632 wierd Graaf E r n s t , zo als h y van Venlo op Roermond aankomende, en den grond aldaar bezigligde , van de wal met een vuurroer door ' t hoofd geschooten ; en e c h ter wierd h y dien dag noch meester van de stad, 4. H E N D R I K E R N S T , Graave van Nassau, e n z . , wierd in de plaats van zynen vader tot S t a d h o u d e r van Friesland aangenomen; en weinig tyd daar n a mede van Groningen t e n z .
Wumkes.nl
KRONYK.
221
ï n d e n jaare 1633 , omtrent Pinxter , was ' e r een watervloed in Oostfriesland , waar door al h e t koren op ' t land verdronk. I n dezen tyd trokken twee compagnien of 350 burgers uit Groningen naar de Bourtange ; dewelke op het verzoek van haar tloog M o gende de Staaten G e n e r a a l , en Advis van zyne Exellentie, op 10 stuivers daags n a a r b u i t e n zouden m a r c h e r e n , om h u n v a d e r l a n d te d i e n e n , en op de vyanden te waak e n ; en hebben alzo h u n n e huizen en familie n een tydlang vrywillig verlaaten. I n den jaare 1 6 3 4 , wanneer de nieuwe Middelen , als Hoofd- en Schoorsteengelden , e n z . , ter ondersteuning van den oorlog , eerst in Friesland verpagt w i e r d e n , ontstond 'er i n verscheidene steden en d o r p e n een gvoote oploop ; waar door zonunige Heeren en h e e r e n h u i z e n «eer slegt mishandelt wierden : maar door inlegering van soldaaten wierden de voornaamste belhamels g e v a t , en alzo w e d e r tot stilte gebragt. I n ' t begin van dit voorjaar strande aan Ameland een Walvis : ook schryft m e n , d a t 'er o p dit zelve E i land mede in dit jaar vorsschen zyn geregent. , I n den jaare 1635 was 'er te G r o n i n g e n een zwaare pestziekte , waar door over de IOO menschen in een week stierven. I n den jaare 1636 is Oostfriesland door twee watervloeden aangetast: d e eerste o p d e n 24ste van J u n y , en de andere o p d e n 25ste van J n l y , waar 'door d e huislieden , wegens gebrek v a n h o o y , h u n n e beesten n a a r
Wumkes.nl
222
FRIESCHE
andere plaatzen in de kost moesten besteden. In den jaare 1 6 3 8 , als bet leger van den P r i n s voor d e Graaf' l a g , en Graaf' Hendrik n a a r ' t huis te G e u n i p , om het zelve -te b e zichtigen ,, gezonden was , gebeurde het d a t zyn p a a r d op zekere plaats achteruit d e i n s d e , en i n een bedekte p u t lot op den g r o n d nedersciiO'Ot; maar Graaf Hendrik zulks voel e n d e , in aller haast zyn voelen uit de b e u ge's van d!e stegelreep r u k k e n d e , viel achter over de gemelde put heenen s buiten welke val hv elendig had moeten omkomen en v e r smooren. In den jaare 1 8 4 0 , is Graaf H e n d r i k , zullende in de beîegeringe van Hulst een schansje of redout bespringen , doodelyk g e wond geworden : na h y en de zynen ongemeen manhaftig gestreden hadden : en o n d e r a n dere zyn broeder Graaf W i l l e m , die reeds al o p zyn derde p a a r d was gestegen. E n d e n 17de van i u i y overleed gemelde Graaf aan zyn cpnetzuur, die door geheel N e d e r land zeçr beklaagt wierd. 5 . W I L L E"M F R E D E R I K , Graave f a n N a s s a u , e n z . , wierd , na zyn broeders o v e r ' y d e n , tot Stadhouder van Friesland a a n genomen. E n de P r i n s van Oranje verkreeg het S t a d h o u d e r s c h a p van Groningen en O m landen. I n den jaare 1643 is 'er in veele landen door ' t hooge water een onwaardeerlyke s c h a de g e s c h i e d , zodanig als b y menschen g e lieugenisSe niet was voorgevallen. I n 't d o r p
Wumkes.nl
KRO.NYK.
223
Gaast spoelden de dooden uit de graaven. Door ' t doorbreeken der d y k e n , was het Jand zo verre onder w a t e r , dat men dwars over het land van Groningen naar Zwartsluis koude overvaaren. In den jaare 1645 , d e n 22ste van J a n u a r y , is Oostlriesland wederom door een w a tervloed overstroomt; waar door veele dyken wierden g e b r o k e n , en tot E m b d e n , zo 'er gezegt word , de Corps de G u a r d e wegspoelde. Dit jaar , den eersten van September , q u a m d e Stadhouder Prins Willem van Oranje te G r o n i n g e n , om aldaar de doe zwevende v e r schillen by te leggen ; wordende door de M a gistraat en burgerye met groote eertekenen ingehaalt, ' t guarnisoen in de wapenen , b e nevens 't losbranden van het kanon , enz. I n dit zelve j a a r , wierd de trekweg van Harlingen n a a r Leeuwarden gemaakt. I n den jaare 1 6 4 7 , den 14de van M a a r t , is Frederik H e n d r i k , P r i n s van O r a n j e , in V Gravenhage ontslaapen. E n dien zelven dag deed zvnen Z o o n , Willem de t w e e d e , den eed van getrouwigheid aan d e Staaten. I n den jaare 1 6 4 8 , den 30ste van J a n u ary , is binnen Munster in Westfaaicn , na een oorlog van over de 80 jaaren gevoert , eene vrede gemaakt, tusschen d e n Koning van Spanje , en de Staaten d e r zeven P r o v i n t i e n : door welke gemelde Koning deze L a n d e n voor eigene en vrygevogtene l a n d e n heeft moeten verklaaren; en zyn r e c h t o p dezelve eeuwig en erflyk afgestaan.
Wumkes.nl
224
FR.IESCHE
I n dit zelve jaar gebeurde binnen Dokkum , op 't R a a d h u i s , een gering doch merkwaardig geval, zinnebeeldig op bovenstaande v r e de ; m e n zag een mossel een muis vangen : dat dus geschiede , een hoop mosselen aldaar leggende, q u a m de muis daar zyn aas zoeken , en een treffende, die g a a p t e , sloot de mossel haare schelpen toe , en de muis , in de zyde gevat , was gevangen. ï n den jaare 1 6 5 0 , den 27ste van O c t o her , is P r i n s Willem van O r a n j e , in 's G r a venhage, aan de kinderpokjes overleden. I n den jaare 1 6 5 1 , den 22ste van F e briïary , was 'er een watervloed over de G r o ninger P r o v i n t i e , en e l d e r s ; waar door de dyken wierden gebroken en groote schade geschiede. Den 20ste van May is Graaf Willem F r e derik van Nassau , Frieslands Stadhouder , te Groningen i n g e r e d e n ; wordende door de Magistraat en burgerye met groose staatsie opgehaalt, en ten zelven dage aldaar tot S t a d h o u d e r en Gouverneur over Stad en L a n d e aangenomen , g e h u l d i g t , en in 't o p e n b a a r beëedigt. I n den jaare 1653 is , uit vreeze voor de E n g e l s c h e n , die zich voor onze kusten v e r toonden , o p Ameland , T e r Schelling, F l i e land , e n z . , een goede wacht van krygsvolk g e z e t , om een waakend oog in ' t zeil te houden. Niet lang d a a r n a quamen zy voor de zeegaten van Texel en ' t F l i e , met schrobbers
Wumkes.nl
K R O N Y K.
225
e n bezems op de masten braveerende; w i l lende daar door te verstaan geeven , dat zy als Meesters van de z e e , dezelve h a d d e n schoon gemaakt. Den 8ste van Augusty geschiede omtrent Texel het zeegevegt van drie d a g e n , waar in de Admiraal T r o m p door een musqnet~ schoot wierd getroffen, en dood op d e n overloop van ' t schip ter neergeveld. In den jaare 1654 was 'er geheel E u r o p a door een groote overvloed van graanen ; alzo dat de Hollandsche kooplieden het zelve op h u n n e korenzolders niet kunnende b e r gen , naar Friesland moesten overvoeren. I n den jaare 1 6 5 5 , den 1 Ode van Novemb e r , zyn de eerste trekschuiten tusscheu Groningen en Leeuwarden gevaaren. I n den jaare 1 6 5 6 , den 8ste van F e b r u ari] , heeft de Magistraat van G r o n i n g e n , ter gelegen theid van de R a a d s - k e u r , voor de eerstemaal met Goude Boonen beginnen te l o o t e n ; zijnde het zelve bevoorens altoos met gemeene T u r k s c h e Boonen gedaan. I n den jaare 1657 , den 17de van O c t o b e r , waaide het drie dagen lang zo een bittere stormende oosten w i n d , dat de Zuiderzee en andere binnenstroomen h e t water op veele plaatzen ontliep ; zo dat men van ' t eilandje E n s droog over naar Friesland konde gaan. Odulfs K e r k , en andere oudheden,, lagen b y Staveren geheel bloot. W a a r op volgde een felle en lange winter. I n het zelve j a a r , den 23ste van O c t o b e r ,
Wumkes.nl
226
FR1ESCHE
zyn te Groningen de 12 vendelen burgerye door de Heeren van den Raad tot op 18 vendelen vermeerdert. Ook was 'er in dit jaar te Groningen z e kere onlust ç waar door eenige huizen w i e r d e n g e p l o n d e r t : doch door den Stadhouder P r i n s Willem wierdze wederom gestilt. I n den jaare 1 6 5 9 , den 6de van J u n y , is de Vorst van A n h a l t , Joan G e o r g , met d e Prinsesse Henrietta Catharina van O r a n je , e n z . , zeer prachtig te Groningen in de St. Martens Kerk getrouwt. De ingang van gemelde kerk tot aan het Vorstelyke T r o u w T h e a t e r was rondom zeer heerlyk b e h a n g e n , e n met tapyten belegt. De Prinsesse Bruid was zeer prachtig gekleed, met een heerlyke kroon vol diamanten op haar hoofd , e n z . , wordende vcrzelt van de Keurvorstinne van B r a n d e n b u r g , Graaf Wiliem van Nassau en zyne G e m a l i n n e , Prins Maurits en meer a n dere Grooten. Hier na wierd de geheele stad vervult van v r e u g d e , zo door konstige v u u r werken , losbranden van het k a n o n , enz. I n den jaare 1 6 6 2 , den 28ste van F e b r u a r y , heeft Oostfriesland door een watervloed wederom zeer veel geleden: want daar groote schade aan dyken geschiede, en t u s schen Delfzyl en E m b d e n 8 schepen vergingen. I n den jaare 1 6 6 3 , d e n 30ste van O c t o b e r , liep Oostfriesland wederom geheel o n d e r ; waar door veele beesten wierden weggerukt , en groote schade aan dyken geschiede. I n den jaare 1 6 6 4 , den 6de van J u l y ,
Wumkes.nl
KRÛNYK.
227
is door Graaf Willem, Stadhouder van Friesland , de Eilerschans by verdrag verovert van den Bisschop van Munster. Den 21ste van Augusty, is Willem F r e derik, gemelde Stadhouder, binnen Leeuwarden , aan een quetzuur overleden; welke hy van onderen in de kin door een pistool bekomen had , als hy de proef daar van zoude neemen: schryvende zelf: als z-y geen vuur tvilde geeven, doe zag ik daar na, en willende den stempel daar uittrekken, %o ging %e in dien tyd los. Nalaatende eea Prins van 8 jaaren en twee Prinsessen. 6. H E N D R I K C A S I M I E R , Graave van Nassau, enz., aan wien de Staaten des Lands al in den ]aare 1659 , by survivance of overlevinge, de toezegginge van 't Stadhouderschap , by 's Vaders leeven , hadden verleent, wierd nu mede het Kapiteinschap Generaal over Friesland opgedraagen ; om deze bedieninge in het 20ste jaar zyns ouderdoms aan te vaarden. In den jaare 1665, in January, als Prins Johan Maurits, wederkeerende van Leeu-warden van de begraaffenis van Prins Willem Frederik , Stadhouder van Friesland « en door Franeker reed, zo schoot hy met zyn. paard, op een oude valbrug zynde, in 't water ter neder ; doch, schoon in gevaar van zyn leeven te verliezen, wierd hy echte? noch onbezeert gereddet. Den 22ste van September trok de Bisschop van Munster t als een huurling en in dienst * 15
Wumkes.nl
228
FRIESCHE
van Engeland (*) , om Nederland aan deze zyde te pîaagen , met zyne macht Twenthe en Drenthe in , daar hy alles verwoeste : en omtrent eeue maand verloopen z y n d e , b o o r de h y b y ' t Roveen d o o r ; dat in Friesland geen klcenc vrees veroorzaakte. D o c h , voor Ommerschans afgeslagen zynde , vertrok hy naar G r o n i n g e r l a n d , en nam Wiuschooterzyl en Burgerschans in. Maar als hy een goede borstweering by Heiligerîee v o n d , en de Bourtang, Koeverden , Ommerschans en Friesland van aiîes wel voorzien z a g , achte h y zich gelukkig, zonder van Maurits volk bezet te worden , zelve weder uit te geraaken. D e n 5de van December was 'er weder een zwaare watervloed in veele Landen , die Z e e land , H o l l a n d , Friesland en de O m m e l a n den groote schade toebragt. I n den iaare 1 6 6 6 , den 15de van July , heeft de dappere en manhafte Zeeheld T j e r k H i d d e s , Luitenant-Admiraal van Friesland . terwyl hy met den Zseuwschen L u i t e n a n t Admiraal Jan Everlsz. den Engelschen A d miraal van de witte vlag aan boord l a g , en zeer moedig streed , zyn been te gelyk met het leeven verlooren: zyn ligchaam wierd staalelyk binnen Harlingen ter «arde bestelt. Den 8ste van Augusty quainen de E n g e l s c h e n , met eenige scheepjes en vj f branders b i n n e n ' t F l i e , daar zy de twee convojers, (*) In de druk van 1677 staat: (een gehuerde vîeegel enz)
Wumkes.nl
•KfeONTK.-
229
en een vloot van 170 koopvaarders in d e n b r a n d s t a k e n ; van welke ook veeîen dooide vlam verteert wierden : waar onder o m t r e n t 3 0 schippers van Hindeloopen van h u n e schepen beroofd w i e r d e n ; en ook eenige die ' t ontvluchten. Daar op landen "zy op T e r S c h e l l i n g , en staken een onnoozel weerloos visschers dorpje in den b r a n d : roemende in Engeland als of zy de geheele waereld gedwongen hadden. Maar Gods wraak v e r volgde hen al te spoedig, alzo het besEe g e deelte van de vermaarde stad Londen iu vyf dagen , door een byna oimilblusbaare b r a n d , in de assche wierd gelegt, tot een o n w a a r deerlyke schade van veele gegoede lieden. E n de schade door 350 h u i z e n , op T e r Schelling in den b r a n d gestooken , had een geringe overeenkomst, tegen van b e n ruim. 35060 buizen door de vlammen verteert. In den jaare 1672 , wanneer Louis de veertiende, Koning van V r a n k r y k , t r a c h tende na het' Oppergebied van geheel E u r o pa , en reeds zulks in 't werk stellende, het niet voor 't geringste gedeelte van zyne uitvoeringen a c h t e d e , de zeven Vereenigde Nederlanden aivoorens af te loopen , om, o n der zyn geweld te brengen ; en Friesland , een gedeelte daar af z y n d e , na de geJykheid van de leden van bet zelve ligcbaam, kon hier niet ongevoelig van zyn. Den eersten van J u n y , of na de oude Styl den 22ste van M a y , moet voor een S c h r i k dag van geheel Nederland aangeteekent w o r -
Wumkes.nl
230
FRÏÊSCHE
den : van welken tyd zy geen 50 dagen konden tellen , of was meer als 80 van hunne sterkste steden en vermaardste beschansingen door den vyand ontbloot. Doe wierd Nederland met 6 legers, op 6 verscheidene plaatzen, te gelyk besprongen , namentlyk van 4 Fransehen voor O r sou , Rynberk , Wezel, Burik, en 2 Bisschopschen voor Grol en in Twenthe. Na alle bovengemelde veroveringen, den vyand voorttrekkende, nam ook langs den Rhynstroom alle plaatzen in. Den 2de van Juny, ruktenze voorby Schenkenschans , daarze by 't Tolhuis, langs een droogte in den Rhyn , doorbraaken : zynde die plaats door den Oversten A. W. van Ailua met eenîge Friesen dies tyds bezet. Waar op Mombas, schynende de Franschen eerst te willen tegen gaan , dwars heen en weer met zyn ruitery door het Friesche voetvolk reed, dat zich zeer mannelyk weerde, alschoon zy door geduurig omzwerven, dan naar Nieumegen, dan naar Doesburg, Zutfen en Schenkeschans, zeer vermoeit en afgemat waren : geevende dien verraader Mombas daar door gelegen theid, dat het Friesche voetvolk onder de voeten van zyn r u i tery, en diesvolgens in een groote verwarringe geraakte, zo dat zy genootzaakt wierden om quartier of lyfsgenade te roepen, en alzo elendig wierden overwonnen. Dit doorbreeken in de Betuw , door dien men meende , dat des vyands macht aan den Rhyn
Wumkes.nl
ERONYTL
231
verbrooken zoude w o r d e n , was een droevig begin van alle volgende onheilen: waarom het ook in Holland zo een verbaastheid v e r wekte, dat men geene woorden zou kunnen uitvinden om liet zelve uit te d r u k k e n . Waar op dat heel kort daar na het Sticht U t r e c h t mede onder de macht des vyands cruam. Den 13de van J u n y heeft geheel O v e r y s sel zich by verdrag mede schendig aan d e n vyand overgegeeven. E n zo is F r i e s l a n d , door 't verlies van de K u i n d e r , Blokzyl, Zwartsluis, Steenwyk, Ommerschans en Ro~ veen zyn plegtanker afgekapt gewoixlen. W a a r over de verbaastheid, ontroeringe, en flaauwh a r d g h e i d , die de winkels i n n a m , de h a n d werken aan een zyde wierp , de Rechtbanken toesloot, de Academiën en Schooien ledig maakten , de lieden van angst en benaauwtheid uit h u n n e huizen deed loopen , d e n e e nen tegen den andere aanstootende, en zo alles in verwerringe bragt. De vreeze en b e naauwdheid was te g r o o t e r , o:n dat alles hen zo schieiyk en onverwagt o v e r q u a m : waar van geen eigener beeldenis kan vertoont w o r d e n , als ieder gevoelig mensch zich , in h e r denking van dien t y d , in zyne gedachten voorstelle : en die bet slegts in een eenvoudig en naakt verhaal wilde te kennen g e e ven , zoude woorden moeten u i t v i n d e n , om het eenigzints uit te drukken. O m d a a r evenwel iets ván te zeggen, zullen wy daar o v e r , als ook over de eerste gevolgen van d i e n , d e woorden van. Mi*. P . Yalkenîer ,
Wumkes.nl
232
PÎUESCHE
Pleitbezorger voor den Hove van Holland., hier by voegen (*). Hy schryft: « De tydinge van dit schandelyk en haastig overgaan van de geheële Provintie van Overyssel, vloog aanstonds geheel Friesland en G-roningerland d o o r , en verwekte aldaar zo een groote vreeze en verbaastheid , als h e t doorbreeken der Franschen aan ' t T o l huis , en het verlies van U t r e c h t , in Holland veroorzaakte. W a n t elk stond verlegen T en verwngte alle omzien den vyand. N i e mand wist wien het eerst zoude gelden ; alzo het geheele land o n b e d e k t , en zouder de minste afsnydinge voor hem open lag. Elk wilde met zyne beste losse goederen v l u c h ten , maar niemand wist byna waar heen. E e n i g e n , die h u n n e goederen u it de steden wilden v e r v o e r e n , wierden dezelve of door o p l o o p , of door plondering van 't gemeene volk kwyt. De O v e r h e d e n , die mede wat meenden te b e r g e n , moesten opentlyk h e t verwyt aanhooren , dat zy verraaders w a r e n , en de gemeente in deze algemeene nood wilden verlaaten. De Regeeringe stond r a a d e loos , en het volk redenloos, alzo het zelve, als een pot te v u u r , opliep , en voorts a l -
(*V-„7,ie 't Verwerd Europa ofte Politykc en Histurujke Beschryvinge enz., Amst. ,1675, bl. 596 volgg — Van dezen Schrijver, welks werk twee jaren vroeger dan de eerste druk van onze Kronyk was uitgekomen, is veel gebruik gemaakt en daaruit overgenomen door onze Kxonykschrijvers.
Wumkes.nl
K-RON'YK.
23a
les in verwarringe bragt. De Heeren G e d e puteerde Staaten van Friesland , ziende dat de geheele last van dit onheil op h u n n e schouderen aanquana , wierden te r a a d e , om de Heeren Raaden van ' t Hoi van Gerichte te verzoeken , d a t zy h e n in deze veriegentheid met raad en daad geliefden by te staan. W a a r op beide die aanzienlyke vergaderingen , tusschen den 13de en 14de v a n J u n y , 's nachts , binnen Leeuwarden , in alle stilheid byeen vergaderden: alwaar voorgestelt wiërd , de bedroefde staat van h u n n e P r o vintie. Hoe dat de doortocht van M e p p e l , regt naar D o k k u m , en voort de Dongerdeelen in ' t Bild d o o r , tot Hardingen t o e , om h a a r e h o o g t e , niet konde onder water gezet worden. Dat de twee s c h a n s e n , op die doortocht gelegen, als Breeberg en de F r i e sche Paaien , genoegzaam geslegt waren , en geen wezen meer hadden. Dat h e t krygsvolk , op h u n n e bezoldinge s t a a n d e , tot b e waaringe der grenzen van andere Provintien zodanig was g e b r u i k t , dat 'er tot bezeltinge van h u n n e eigene Proviiitie , niet een eenige soldaat over was , als alleen eenige compagnien onder den L u i t e n a n t - G e n e r a a l Aifua, die uit Overyssel (juamen afzakken. En dat h u n n e wapenhuizen en d e wallen der s t e den van geschut, wapenen en Jeevensmid™ delen onvoorzien en geheel ontbloot w a r e n , en alzo in ' t geheel niet of weinig voorraad ter verweering. Hier op begon men te b e raadslagen , b,os raeii de Proviiitie op liet
Wumkes.nl
234
FRIESCHE
beste zoude bewaaren uit den tegenwoordigen nood en gedreigde gevaaren , die hen zo na boven 't hoofd hingen. Waar op vvierd voorgeslagen , dat zulks zou moeten geschieden door een van deze twee middelen : of gemeenzamerhand en met alle ernst trachten te verweeren, en- het uiterste te waagen: of dat men zich met een algemeene overgeevhig der Provintie uit die onheilen zoude redden: en ingevalle van overgeeving, dat men dan behoorde indachtig te zyn, met wat voorwaarden men de gemeene welvaart het best zoude kunnen verzekeren. « Na eenige onderlinge strydigheden . en na dat de Predikanten der stad Leeuwarden mede in deze vergaderinge verschenen , die byzonderlyk aanbevoolen , het stuk van godsdienst en gemeene vryheid, wierden alle zwaarigheden aan eene zyde ges telt, en een moedig en hartelijk besluit genomen, o m , tot behoudinge van godsdienst en vryheid , gezamentlyk het uiterste te waagen, en goed en bloed tot den Jaatsten droppel aan te leggen. Men zond aanstonds uit het midden van deze vergaderinge eenige ïleeren aan hunne Hoog Mogende, aan de Staaten van Holland, aan die van 't Noorder Quartier , aan die v%»< Stad en Lande, en aan die van Amsterdam: welke alle, daar n a , zonder troost of de minste huîpe weder te rugge zyn gekomen. Men besloot, om alle sluizen open, en alle Polders en bedykte landen onder water te zetten. Men deed een qpontbod vau
Wumkes.nl
KRONÏK'
235
alle Steden en Grietenyen ; die daar op met vreugde uittrokken na het Heerenveen , om zich daar met de weinige aankomende krygslieden , onder den Heer- Luitenant-Generaal Ailua, te vereenigen, en een legertje uit te maaken; om daar mede den vyand te verwagten , en te betoonen , dat zy noch van 't regte bloed der oude en beroemde Friesen waren , die in standvastigheid alle volkeren overtroffen." Dus schryft die Hollander. En alschoon het geruchte, wegens dat merkelyk verlies van de Friesche krygslieden aan het Tolhuis, van welke slegts maar eenige weinigen door den Oversten Hans W . Van Ailua, ter naauwrernood uit Zwol gered , naar de grenzen van Friesland, tot onder Leeuwarden quamen afzakken , de verslagentheid niet verminderde ; zo begon echter evenwel de moed weder aan te wasscheh, door 't bovengemelde legertje, dat ondertusschen tot 13 a 1400 soldaaten vermeerderde , behalven een goed getal burgers en boeren , die 'er dagelyks toevloeiden. Dit gemelde legertje wierd zeer voorzichtig, onder bet beleid van den Heer Ailua, op de grenzen in een geduurige beweeging gehouden , op dat niemand van de Bevelhebbers konde weeten , hoe sterk of zwak het was. Middelertyd, als de vyand zyn aantocht over Steenwyk, op Friesland had genomen, bequam hy tyding, dat de Friesen met de Groningers zich wakker tot tegenweer stelden : waar over de Bisschop van Munster
Wumkes.nl
23Ö
F R I E S CM E
zeer bulderende en geweldig tegen de F r i e sen uitvoer , barstende onder anderen in d e zen Bisschops vloek u i t : Der Teitffel hoole die Pf haffen ! waar door hy de Predikanten van Leeuwarden verstond. Des hy van voorneemeii veranderde , achte het dienstiger naar Koeveiden te zetten , en heeft eerst d' E i l e r - , O u d e - en Nieuwe S c h a n s , W i u s c h o o t e r z y l , en 't Huis te W e d d e , met alles wat 'er b y of omtrent w a s , zonder siag of stoot i n g e nomen : de Bourtange eischte h y mede op , en bood aan den Commandeur of O p p e r bevelhebber P r o t 200000 g u l d e n s , en aan ieder Kapitein of Hoofdman 50000 g u l d e n s , by aldien zy zich wilden overgeeven. Maaide Bevelhebber P r o t gaf hierop tot antwoord : dat hy eerst met dan Bisschop wel een gesprek wilde houden , daar hy hem %o veel kogels %ou vereeren, als hem guldens waren aangeboden. Hier na hield de Bisschop een krygsraad, en de vraag w a s , of men Friesland , ofDelfz y l , of Groningen zoude overvallen ? Het laatste wierd b y hem beslooien. Doch van dien tyd af wierd hy wel degelyk in zyn 1'aad v e r b y s t e r t , en in zvn voortgang zodanig gestuit , dat h y daarna niet een voet aarde meer heeff^r"" wonnen. Uit de zeesteden zond h y kapers u i t , om de Zuiderzee onveilig te m a k e n : d a t , zo men z e g t , geen drie dagen voortgang h a d : want alle zyne vaartuigen wierden hem afhandig g e m a a k t : gelyk ook eenige van- zyn
Wumkes.nl
KB.ONYK.
237
Tolk , meenende bet eilandje Urk uit te p i o n deren , wierden van de inwoouderen gevangelyk naar E n k h u i z e n gevoert. De steden ondertusschen, waar eenige schyn van bescherminge was , herstelden haare vestingen. Gelyk mede aan elke zyde van den Zwarten W e g , omtrent ueeven Meedum wierd een schansje gebouwd , en by Tietjerk een schoone borstweering , reikende langs de weg naar flardegaryp. E n door dien men bedugt was, of men in ' t toekomende een geweldigen vyand , of overlastige stroopers te gemoet z a g , hebbeu dievan Hindeloopen , ten opzichte dat zy voor ' t grootste gedeelte aan de zee genoeg b e vryd w a r e n , aan pde zuidoostzyde, daar zy aan ' t land vast zyn , een vesting van drie bolwerken opgeworpen : bestaande de werklieden uit de b u r g e r y e , die zulks uit eigen drift gewillig bij der hand namen : maar , nadien zy by ongelegentheid van dien tyd geen onderstand of fortifîcatiepenuingen, in geiykheid van andere steden , uit de Gemeene Lands Middelen hebben k u n n e n b e k o m e n , zo hebbenze h e t verdere opmaaken tot op beter gesteltheid van tyden willen opschorten. I n deze dagen hebben de Bisschopschen. uit de Kuinder de Lemmer opgeeischt, e n zoudenze overvallen hebben . ten waare zy de wagens met vlugtelingen langs de wegen niet voor toevoer van krygsvolk h a d d e n a a n g e z i e n : daar zij slegts een borstweering m e t eenige stukken geschut op. de zeedyk h a d d e n
Wumkes.nl
238
FRIESCHE
toeges t e l t ; welks toegang zy in 't verborgen bedekten met heime'yk aan een gekeppelde eggen. Den 4de van July heeft de Bisschop van M u n s t e r de sterke fortresse Koeverden met een macht van 16000 mannen b e l e g e r t , doende dezelven dag noch aan de loopgraven werken. De twee volgende dagen liet hij zo een groote menigte bommen en g r a naaten werpen , dat het tuighuis daar b i n nen , met verscheide daar bystaande h u i z e n , in b r a n d geraakten. Den 7de dito liet hij de plaats opeischen, en eerlyke voorwaarden aan de bczettinge aanbieden. Doch de C o m m a n d a n t Johan van B u r u m (*), na die niet willende l u i s t e r e n , wierd 'er overzulks aan weerskanten noch d a p p e r vuur gegeven, tot d e n 10de der maand ; wanneer de Bisschop de plaats voor de tweedemaal opeischte. T e r zelver tyd zond de Commandant drie Officieren aan den Bisschop, die d e n 12de d e overgaaf der plaats , zonder consent van den Bevelhebber, doch op eerlyke voorwaarden, beslooten. Maar de Bisschop h a d Koeverden zo dra niet in 't b e z i t , of betoonde
(*) De Leezer dient te weeten, dat zekere Broersma hier eigentlyk Commandant zynde, door de Staaien Generaal «as oponiboden; doch in plaats van in den Haag te compareeren, ging hy over py den Bisschop van Munster, en wierd aldus een verraader van syn tig<m
GQWHt?HË$f3wi£,
Wumkes.nl
K R O N Y K.
239
zyne trouwloosheid en barbagrsche w r e e d heid áan de uittrekkende soldaaten. Ondertusscheii maakte de Overste Âilua, met 1200 uitgeloote of gecommandeerde b u r gers en soldaaten , eenen aanslag op de K u i n d e r ; alwaar d e Bisschopschen veel roof h a d den te hoop gesleept. Zy zouden liet v e r meestert h e b b e n , en h a d d e n reeds al 200 m a n n e n van den vyand ter nedergeschooten , ten ware de besprookene Holiandsche k a s pers , wegens onstuimig weder o p g e h o u d e n , h a d d e n kunnen aaniiaderen, en de vyand mede geen haastig ontzet van 2000 m a n n e n , zo uit Kampen , als Zwol h a d bekomen. W a a r op de F r i e s e n , dit ziende , met verlies van 3 0 m a n n e n , weder aftrokken. Ë n zy afgetrokken z y n d e , hebben de vyanden liet zelve uitgeplundert en h u n n e n buit vervoert. Den 16de van July is de Friesche B r a n d w a c h t , leggende tusschen Bergum en de D r a c h t e n , niet wel op h u n hoede z y n d e , van 13 standaarden Bisschopsche ruiters overvallen geworden. Doch zich in tyds noch naar het gros van 't leger te Bergum begeev e n d e , quaui bet terstond in r o e r e n , en viel de ruitery daar op in. W a a r door de vyanden achteruit deinsden , en de Friesen alzo tot nevens h u n n e hinderlaagen uitlokk e n d e , die het byna te quaad zouden gehad h e b j j c „ , door dien een party volk van d e n vyand in ' t korealand verborgen l a g ; d o c h e c h t e r , door h u n n e manmoedigheid , d r e v e n ze d e Bisschopschen te rogge ? met verlies vaa
Wumkes.nl
240
F RI E SCH E
van Î 5 0 r u i t e r s , en maar 25 van h u n n e 1'Viesen. Daar na wierd de stad Groningen , op den 19de van July , door den Bisschop van M u n ster en den Keurvorst van Keulen , met eene macht van 22000 mannen , aan de zuidkant b y twee poorten belegert. De stad had tot Gouverneur Kàrel R a b e n h a u p t , een dapper en crvaaren Kapitein. De Hertog van î l o l ste'su Pleun had het bestier van het voetvolk , en de Colonel Stoltzenburg van de ruitery. De bezetting bestond in ' t begin maar uit 24 compagiiien voetknegten , 4 standaarden ruiters , en 3 vendels dragonders , die alle te zamen omtrent 2OOO mannen uitmaakten. M a a r zy wierd meer dan de helft v e r s t e r k t , door de 18 vendelen b u r g e r s , die geweer voerden. Daar na wierden 'er noch vier compagnieii van Advoeaaten en andere h e den , die tot dezen tyd toe vry van de wacht h a d d e n geweest, en een compagnie s t u d e n ten , 150 mannen uitmaakende, o p g e r i c h t : en Voor dat de stad noch geheel herent was , (juamen "er 200 met byltjes gewapende m a n nen , uit het regiment van Koningsmark binnen. De sterktens en magazynen waren in goeden staat, met overvloed van w a p e n e n , krygse n leevensbehoeften voorzien ; de Magistraat meende het zo wel als het volk , en waren altemaal de bevelen van Rabenhaupt o n d e r danig. Deze Gouverneur d e belegering al v a »
Wumkes.nl
K R O N Y K.
24Î
î a n g e r h a n d voorzien h e b b e n d e , b a d d e r h a l ven alle de huizen en t u i n e n , die b u i t e n die kant van de stad s t o n d e n , doen v e r b r a n d e n oî slegten. O p de eerste aantocht der vyanden deed h y de sluizen o p e n e n , en de dyken doorsteeken, om alzo het land r o n d o m te laten onder loopen. Doch dit weerhield den Munster.schen Bisschop n i e t , den 22ste van Juiy zyne krygsbenden te doen a a n n a d e r e n , en dien zeiven avond aan de loopgraven te laaten werken. Hy deed den 27ste dito van een battery met 5 stukken k a n o n op de stad s c h i e t e n ; maar de braave konstapels , waar van de stad voorzien w a s , maakten de geheele b a t t e r y , eer den dag ten einde was , onbruikbaar. Des a n d e r e n daags liet de Bisschop de mortieren te werk stellen, en met bomben en granaaîeii op d e buizen werpen ; doch door de goede v o o r zorg van R a b e n h a u p t en de naarstigheid d e r Mennoniten deden ze weinig schade. Maar de volgende dagen schooteu de belegeraars geweldiger , waar door in de stad groote s c h a de wierd veroorzaakt; ' t welk de inwoonders noodzaakte met h u n huisgezin naar bet n o o r dergedeelte van de stad , d a a r zy niet k o m e n konden , te vertrekken. Rabenhaupt schikte zyn mortieren z o d a nig Qc de wallen , dat h y op ' t laatste van d e maand de wykeu van den B i s s c h o p , e n van de Keurvorst zeer begon te beschadigen. H y liet verschelde uitvallen doen , waar d o e * d e belegeraars genootîaakt wierden met v e s 16
Wumkes.nl
242
FRIESCHE
lies te wyken , en nieuwe werken te b e g i n n e n . De b u r g e r s , die de beveelen des G o u verneurs gehoorzaamden, droegen zich zo m a n h a f t i g , als de beste in den oorlog g e oeflende en gescliikste krygsbenden. De S t u d e n t e n queeten zich op zo een verwonderenswaardige m a n i e r , dat de Staaten der P r o vintie Gedenkpenningen tot h u n n e r eer lieten s l a a n , om deszelfs geheugenis voor de n a komelingen over te iaaten. Inmiddels zagen de belegeraars het getal h u n n e r bomben v e r minderen , z o n d e r veel uit te w e r k e n ; en daarom bcgonnenze in de maand Augnsty met gloeijende kogels te schieten : daar w a r e n 'er geen dan de eerste die schade b y b r a g t e n , want door den grooten yver der Mennoniten wierden 'er veelen uitgedooft. Daar na zond de Bisschop een trompetter e n een tamboer aan den Magistraat. om e e r lyke aanbiedingen voor te stellen, indien zy de stad wilden overgeeveri. Doch hem wierd te kennen gegeven : dat in 't algemeen b e slooten was , het uitterste af te wngten , ende s t a d , die een nieuwe versterkinge van soldaaîen , kruid en geld bekomen had , van volk en allerlei behoeften voor veeîe m a a n den was voorzien, te verdedigen. Het v u u r van ' t geschut en de bomben ging echter met dezelve hevigheid v o o r t , tot dat het den 25ste van Augusty op de m i d dag begon te verslappen , en de Bisschop de geheele hoop verloor van een generaale storm te waagen. Na die» tyd hoorde men i n zyn
Wumkes.nl
KRONYK.
243
leger, niet meer als m e t musquetten s c h i e ten ; ' t welk de belegerden deed d e n k e n , dat zyn geschut o n b r u i k b a a r w a s , eu vreesden derhalven voor een krygslist: doch 300 van de ongeduldigste mannen deeden een uitval op de loopgraven van den Keurvorst van K e u l e n , daar zy een groot bloedbad m a a k t e n , en eenige gevangenen mede in de stad bragten. De volgende n a c h t Het de vyand het gros des legers o p b r e e k e n , laatende de m y n e n , die zy vervaardigt h a d d e n , s p r i n gen , en verlieten alle h u n n e werken. Rab e n h a u p t kreeg hier kondschap van , deed d a a r op den 27ste dito de batteryen in b r a n d steeken , de gragten vullen . en .de w a p e n e n , krygsbehoeftens en tuig, dat de vyandeu a c h tergelaaien h a d d e n , daar uit halen. De stad wierd den laatslen dag geheel verlaaten; welke dag door vasten en b i d d e n gevierd w i e r d , om God over deze gelukkige verlossinge te danken. Het verlies d e r belegerden was zeer g e r i n g , na de groote meenigte kogels, b o m b e n , eu granaaten , die op hen geschoolen en geworp e n waren ; eu daar wierden geen 100 m e n schen verlooren. Maar d a t d e r vyandeu was zeer g r o o t : van 22OOO mannen , die zy in ' t begin des belegs sterk waren geweest, g i n gen 'er maar 12OOO t e r u g ; waar onder raen 14OO zieken r e k e n d e : 600 q u a m e n ' e r i n d e stad overlf p e n , en 5 0 0 0 begaven zich n a a r a n d e r e p l a ^ i z e n : zo dat 'er o m t r e n t 4 5 0 0 d o p d e n w a r e n , waar onder 3 Koloneiien»
Wumkes.nl î
18
244
F Pa E S C H E
2 Luitenant-Kolonels en 63 Kapiteincn wierden gevonden. Den 13de van Augusty heeft de Heer Dirk Baard en Kapitein H a n i a , geleidende 450 mannen van de Friesche b u r g e r y , en m e t verscheidene vaartuigen omtrent Blanckenhani l a n d e n d e , Biokzyl vermeestert: de burgery van binnen had een goed gesprek met. dezelve, en opende de p o o r t e n , ter beschaaminge van geheel Oi'erjssel. Aanrnerkeivk w a s ' t , d a t , torwyl de vyanden de zuiderpoort uitvluchten , zekere Mennoniet veeleu van dezelve in zyn huis r i e p , zegg e n d e , dat. zy zich aile aldaar voor de eerste oploopentheid der Friesen konden verbergen, en leverde «izo by de 70 Bisschopsche soldaaten in handen van de onzen gevangen. Den 2den van S e p t e m b e r , aîs de K n i n der , door het overgaan van Biokzyl „ nu van toevoer afgesneden w a s , heelt Kapitein H o l b a r e n t , met 240 mannen , een aanval op dezelve gemaakt, met gering verlies van volk, alzo de Bisschopschen, schoon 250 mannen s t e r k , na eeuige weinige tegenstand, de vlucht n a m e n ; achterlaatende eenigen b u i t . een karos en gespan van 6 paarden , en 28 g e vangenen : zynde h u n n e voornaamste roof al te vooren vveggepakt. Van den eersten September af begonnen de Groningers ook h u n n e h a n d e n r u i m te krygen. E n alles van binnen wel bestelt h e b b e n d e , heeft de Overste J o r m a n , met
2000 mannen f zo yoetvolk aîs ruitery, Win-
Wumkes.nl
KRONYK.
245
schopten vermeestert. W a a r op de v y a n d , door v r s e z e , de W u i s c h o o t e r s c h a n s , Zyl» ' t Huis te W e d d e s en Brugschans aanstonds heeft verlaaten. T u s s e h e n den 8 en 9de van S e p t e m b e r , zyn de Bisschopsclien , met een groote furie, tot driemaalen in die zelve n a c h t , op de Schans van ' t Hecrenveen aangevallen; doch telkens manmoedig afgeslagen , alhoewel daar eene kleene bezetting in l a g : h e b b e n d e de onzen voorheen een Ritmeester, een L u i t e n a n t , een C o r n e t , en 4 ruiters gevangen bekomen. Den I7<îe van October is de O u d e S c h a n s door de Groningers , onder het commando van den Oversten Eybergen , wederom b e legert , en met grof geschut beschooten. De belegeraars maakten zeer kort zo een b e naauvvtheid , door hun sterk s c h i e t e n , i n deze s c h a n s , dat die van de Nieuwe S c h a n s , versterkt zynde met veel volk uit M u n s t e r land , afquamen om de belegerden te o n t zetten. Doch Eybergen wierd zulks tydig gewaar, zendende derhalveu 2 5 0 m a n n e n , . onder het commando van den Oversten Wachtmeester W y l l e r s , met twee stukken kanon v o o r a a n , h u n t e g e n , stellende h e n by Stoksterhorn in slagordre. Hier op q u a m e n de vyanden , omtrent 1500 mannen sterk z y n d e , den 25ste van October op hen los : maar W ' l l c r s hen zeer na onder h e t geschut laateude .tomen, deed hy tot twee keeren, een generaale losbrandinge o n d e r de vyaii'-
Wumkes.nl
246
FRIESCHE
d e n ; waar door zy ten eenemaal in confusie d e vlugt n a m e n , wordende veele Bevelhebbers en soldaaten doodgeslagen en eenige gevangenen mede gevoert. Daar n a verzoglen die van de O u d e Schans op d e n 27ste dezes te capituleren : ' t welk d e n zelve'n avond noch w'ierd geslooten; wordende de plaats voort des anderendaags m e t 7 "-endelen Staatsche troupen bezet. Den 26ste van December heeft de G o u verneur 1'abenhaiipt, na dat h y alles, wat tot d e n aanslag op Koeverden noodig w a s , had laten vervaardigen, en waar toe een h a r d e v o r s t , daar op een haastigen dooy en zwaare n e v e l , hem grootelyks bevoordeelde , deed hy het ys iu de gragten om Groningen opbreeken. Hy gaf het opperbevel aan den Kolonel Eybergen ; dat van het voetvolk aan den Oversten Wachtmeester W y l l e r s ; en d a t van de ruiterye aan d e n Majoor Jan Hendrik Sikkin ge. Voorts liet hy de konstapels en grenadiers n a n n a d e r e n , en het overige van hel kleine leger, dat niet boven de 400 p a a r den en 1000 voetknegten sterk w a s , begaf zich in aantocht op den 27ste der maand. Den 30ste dezes, des morgens ten 3 u u r e n , Cfuamen zy voor Koeverden , en verdeelden zich in drie ligchaamen, ieder op zyn b e stemde post. God gaf, om den aanslag te begunstigen , met liet aanbreken van den dag zo een zwaare m i s t , dat de g e e n e , die malkanderen aanraakten , zich niet konden onderscheiden. Z y n a d e r d e n daar o p tot
Wumkes.nl
KRONYK.
247
aan dé conterscharp , zonder ontdekt te worden ; maar door de biesbruggen over de gragt. te leggen, wierdenze van de schildwacht ontdekt; die daar op alarm maakte. Voorts (juam de bezettinge in de wapenen, en gaven dapper vuur van de wallen. Doch dit weerhield de bespringers niet, van tot aan de afschutzels en stormpaalen van de conterscharp te geraaken, die zy met bylen omverre hakten. Hier op wierden de wallen, doch met groote moeite en verlies van hun volk, b e klommen ; zy geraakten 'er o p , en overweldigde den vyand met het rapier in de vuist, en wierden meester van de poorten des kasteels. Hier op overstelpte de vreugde de overwinnaars zodanig , dat de Bevelhebbers, in hunne eerste ontmoetinge op 't kasteel , geheel als verstomd waren: tot dat eene, als uit verrukkinge van zinnen opryzende, zeide: fVel hoe is het mogelyk! Waar op dezelve zeer wel voegende ten antwoord kreeg: Pit is niet anders als God* hand. De Gouverneur Jan de Mooy wierd 'er gedood, na dat hy zyri plicht als Commandant zeer wel had waargenomen. Maar door zyn verlies liet de bezettinge de moed zakken , waar van 'er 700 weerbaare mannen in gevonden wierden; die daar na zagen, datze door f" groote meenigte hunner v y anden overmand waren , liepen 'er 200 de poort u i t ; omtrent 150 zyn 'er gesneuvelt, en de rest Heten het geweer vallen, en wier-
Wumkes.nl
248
F Rf E SC H E
tien ten getaîle van 400 tot krygsgevangenea g e m a a k t , en in de kerk gesïooten: onder-, tussclicn stonden de overwinnaars de soldaaten toe de plaats te p l u n d e r e n ; alwaar zo wel de soldaaten als Officieren grooten buit becjuamen; hebbende van h u n kant in ' t b e springen omtrent 60 m a n n e n verlooren. Deze buitengewoone daad trok de Hollan~ d e r s , die onder het gebied d e r S t a a t e n , i n een tyd dat Neêrland overweldigt scheen te worden , uit h u n n e algemeene verslagentheid. E n veele zullen ' t noch indachtig zyn,. hoedanig die overwinning de gemoederen in Friesland en Groningen o n t r o e r d e , en van vreugde veelen de t r a a n e n uit de oogeu d e e den barsten. De Gouverneur R a b e n h a u p t wierd daar op van de Staaten , behalven L u i t e n a n t - G e n e r a a l dezer Provintie van Groningen en O m m e landen , en van Gouverneur der stad G r o n i n g e n , met het Drossaarlschap van het L a n d schap D r e n t h en Gouverneur van K o e v e r d e n begiftigt. De Kolonel Eybergeu wierd C o m m a n d a n t binnen Koeverden , en Meester M e y n d e r t van T h y n e n , die ais voornaamste wegwyzer der bespringers had gediend, wier/f aldaar tot Gen era al-Commies gemaakt. Van dien tyd af h e b b e n de Groningers i n ' t Graafschap Benthem , T w e n t h , en tot o n d e r Zwol en Deventer gestroopt; haaiende van daar gestadig veel roof, en met veele. gelukkige schermutselingen op de Bisschop-» s.cliei'i»
Wumkes.nl
K R O N Y II.
24»
I n den jaare 1673 is 'er een v u u r van oneenigheid opgeborsten uit de gcmeene b e roeringen des volks tusschen de ïleeren d e r Regeeringe, die van de Gemeente zeer m i s trouwd wierden , en dat al in 't einde van ' t verloopene jaar h a d beginnen te smeulen. De oude en nieuwe Regeeringe wierd elk b y z o n d e r gehandhaafd, beide de Souverainiieit en Oppergezag der Provintie vertoon e n d e , de eene te Leeuwarden en de andere te Sneek vergaderende , en neemende strydige besluiten tegen .malkanderen , zonder malkanderen. îe kunnen verstaan ; dat zeer schadelyk voor d e Provintie was. Doch wierd gemeld ver™ schil eindelyk weder door Gelastigden van h u n n e Hoog Mogend en en den Heer S t a d h o u d e r , als bemiddelaars , bemiddelt. I n ' t begin van ' t j a a r , in January , b e q u a m de Overste Ailua, in een hevige s c h e r mutzeling tegen den Graave van der L i p , twee trompetten en een v e n d e l ; die hy den P r i n s van Oranje vereerde. I n F e b r u a r y quam 'er een gerucht» als of de Munsterseheu een iuval op Friesland voorgenomen hadden : waar op een goed getal krygsvolk uit Holland wierd overgescheept. In April hebben de Heeren S t a a t e n , ten. Landsdage vergadert zynde , beslooten, h o e daniger wvze men het L a n d zoude o n d e r water z e t t e i ' . indien een h o o g d r i n g e n d e nood zulks vt*eischte: als mede om aan ' t Heerenveen een schans te doen opwerpen r lot verzekeringe van 't L a n d . Voorts w i e r -
Wumkes.nl
250
F R I E S
CHE
den de overige posten wel v e r z e k e r t , h e b bende Prins Johan Maurits het Oppergezach over de Hollandsche krygslieden, Ailua over d e F r i e s c h e , en Rabenhaupt over de G r o ningers. Den 29ste van April wierd een algemeen opontbod der landzaaten en b u r g e r y g e d a a n ; wordende ieder huisgezin belast, een w e e r b a a r m a n , tusschen de 18 en 60 jaaren oud z y n d e , uit te l e v e r e n , en moetende b i n n e n 14 dagen met snaphaanen en pieken gereed zyn ; zullende ieder burger ter week 3 g u l dens soîdy genieten. O m t r e n t dezen tyd maakten de Friesche s t r o o p e r s , uit het leger van den Oversten Ailna , dagelyks een goeden buit. Den 6de van J u n y vertoonde zich H o u t t u i n met 18 standaarden r u i t e r s , en 1500 voetkoegten , aan de post te S o u n e g a , welke h y opeischte: andere 2OOO r u i t e r s , met eenige h o n d e r d e n voetvolk verzelt, wierden tusschen Steenwyk en Blesse o n t d e k t , waar van een groot gedeelte te p a a r d , elk met een musquettier achter op , tot aan de Blesbrugge n a d e r d e : maar w i e r d , door de h u l p van de ruitery van Wolvega en O u d e b e r k o o p , rustig afgekeert. W a a r op P r i n s Maurits met h e t gros van ' t l e g e r , in meeninge hem op den weg naar Steenwyk te o n d e r s c h e p p e n , is afgekomen: doch zy reeds te verre afgeweken z y n d e , zo zond hy eenig volk h e n achter n a ; waar uit zy verstonden , dat het gemelde voetvolk, belialven de 2000 r u i t e r s ,
Wumkes.nl
KRONYK.
25Ï
noch 1000 m a n n e n sterk was. Van den v y and zyn twee Kapiteinen g e d o o d , en 70 ge~ quetsten wierden binnen Deventer gebragt. Na dit voorval deed P r i n s Maurits een o n gemeenen iever , om het water in het land te doen J o o p e n , dat door een sterken wind ook zeer schielyk v o o r t g i n g ; en om het i n gelaatene te b e w a a r e n , liet liy een dyk i n de Tjonger leggen : waar door het den v y a n d ondoenlyk wierd om ergens te k u n n e n doorbreeken. Ondertusschen quamen 3 g e heele cotnpagnien M u n s t e r s c h e n , met h u n n e Bevelhebbers , tot de onzen overJoopeii. Den 10de van J u n y heeft R a b e n h a u p t d e Nieuwe Schans , na dat h y dezelve den g e b e d e n winter door geblokkeerl h a d gehad , met geweld van wapenen aangetast Hy trok te water met veel v o l k , geschut en v o o r r a a d , aan geene z y d e , en posteerde zich op d e Bonder d y k , en d a a r o m t r e n t , om de schans van drie zyden aan te doen. De Bisschop van Munster deed aanstonds zyn uiterste best in 't werk stellen , om d e belegerden te o n t z e t t e n ; z e n d e n d e derhalven een Overste met 600 dragonders en 400 f a n taisyns (*) , om het beleg dour te breeken ; doch wierden met groot verlies t e r u g g e d r e ven. Overznlks wierd de be'egeringe s t e r ker voortgezet: zo dat de Bisschop v o o r n a m , tusschen den ' 0 9ste en 30ste van deze maand
(*)
Fanlassin, Fa.nl: voetknechten, infanterie*--
Wumkes.nl
252
FKIESCIIË
noch eene proef tot ontzet van deze plaats te neenien , en met een macht van 3500 m a n n e n de post by Bonda te overvallen; m e e n e n d e langs een nieuwe passagie door 't m o e ras heen eenipe vyandlvke troupen af te s n y den : doch R a b e a h a u p t zulks tvdig gewaar w o r d e n d e , zond aanstonds 9 vendelen , o n der het commando van een Majoor, d e r waard? ; die te zamen den vyand nïet alleen afgekeert, maar h u n zelfs niet een groote furie hebben op dé vlugt gedreven , laaiende wel 300 zo d i o d e n als gequetsten achter. Daar n a , o p % e u I8de d i t o , eischte R a b e n h a u p t de schans op : doch kreeg tot a n t woord : Dat de Ravens dien kVinter daar niet nestelen zouden. Hier op deed zyn Excellentie den Luitenant-Kolonel T a m m i n ga met zyu krygsbenden aannaderen , e n tusschen den 21ste en 22ste de aldaar leggende redoute aantasten. Des nachts ten een u u r ging de attaque aan , die zo sterk wierd voortgezet, d a t z e , na eenigen tegenstand , dezelve v e r o v e r d e n ; vlugfende de Munsterschen met de uiterste verbaastheid langs de conterscharp naar de s c h a n s : maaide Staatschen volgden hen op de hielen , datze met hen in de p o o r t , en vervolgens in de schans geraakten; hoewel zeer weinigen in 't getal, dewyl zy door de engte van d e passagie, maar eene t'effens konden v o o r t gaan : doch de vyand door deze o n v e r h o e d sche overval nochtans verbaast zyn d e , d e n l e n d e dat de geheele macht van de S t a a t -
Wumkes.nl
KR ON I K .
253
schen b i n n e n q u m n , wierpen de wapenen neer en riepen om q n a r t i e r , terwyl R a b e n l i a u p t , niet weetende van dit vervolg, noch d a p p e r op de schans s c h o o t , daar ze al gewonnen was. Dat het meest te verwonderen i s , is dat niet meer als twee m a n n e n van de Staatschen in dit stormen zyn gebleven. Den eersten van July <juam Johan M a u r i t s , vergezelt met de Heer Scheltinga, G e d e p u t e e r d e , en den Oversten A i l u a , geleid e n d e een hoop volk van 3 0 0 0 r u i t e r s , e n 600 voetknegten, by zich hebbende 4 v e k l stukken , van 't lleerenveeu , door Dieveren, om de Munsterschen , leggende tussclien d e W j k eti S t a p h o r s t , achter een borstweering en s c h a n s j e , doch zonder g e s c h u t , te v e r nestelen : als de dragonders den aanval d e e den , zo wierd des vyands Overste Post g e wond en gevangen , en op zyn woord van eer naar Hasselt gelaaten , neeinende de overigen de v l u c h t : die door de achterlaage g e keert zouden zyn geweest, by aldien de b e stelde 800 m a n n e n uit Blokzyl, ter bestemder tyd op weg zynde , die van Hasselt naar ' t Rooveen l e g t , h a d k u n n e n tegenwoordig zyn. V a n den vyand wierden 'er 20 by de onzen gevangen g e n o m e n , w a a r o n d e r 10 B e velhebbers , en 17 of 18 gedood. De onzen h e b b e n 2 dragonders b y misverstand g e schooteu. Den 3de van Augusty h e b b e n eenige d r a gonders de brandwacht der Bisschopschen , bestaande in 18 r u i t e r s , van tot o n d e r S t e e n -
Wumkes.nl
254
F R I E S C H E
wyk weggeliaalt, en in het leger op ' t H e e renveeu gebragt. Den 5de van Augiisty zyn 7 vvandlyke ruiters , met h u n n e volle wapenrustiuge, med e ingehaalt. Den 25ste van Augusty zyn over d e 8 0 0 0 vyaudlyke voetkiiegten, en 100 cornctteu of s t a n d a a r d e n r u i t e r y , van Steenwjk uittrekk e n d e , op Friesland aangekomen, die zich in zo vcele b e n d e n afdeeldcn , dat zy de schansjes by Meldam , als Blcshrug , Bekaf, Donkerbroek, Mnkkinga en Wolvega, die maar bequaani waren om de liuislieden voor slroo perken te b e s c h e r m e n , te ge!}k konden b e s p r i n g e n : o m t r e n t 1000 paarden en een regiment dragonders , quaineii , onder 't b e leid van Houttuin op Bleshrrigge aanzetten , en anderen op Bekaf; ' t was een 'Ylornas , die de zynen door Makkinga, Dunkerbroek e n Nyjeberkoop, op Wolvega aanvoerde, a l waar de Overste Ailua het gezacb voerde over 6 r e g i m e n t e n , als 3 te p a a r d , 2 te voet en een dragonders Als Prins Maurits b e m e r k t e , dat 's v y ands voornemen was , om alle het bovengemelde van 't Meeren vee ii af te suydeu , zo verwittigde h y d e n Oversten Ailua en a n deren , om gelykelyk naar ' t Veen af te d e i n sen. Middelerwyl ontmoete de Graave van Dona met zyn 200 soldaateu , op de heide Van Mei d a m 150 vyandelyke r u i t e r s , waar mede hy een schermutseling h i e l d , en s c h o o ien 26 Bisschopschen onder d e v o e t , b e n e -
Wumkes.nl
K R O N Y K.
255
vens 2 Bevelhebbers , waar van h y d e e e n e , een Ritmeester zynde , met eigener piek d o o de. De onzen dus naar 't Veen de wyk g e nomen h e b b e n d e , zo wierden aanstonds e e nigen naar de J o u w e r , en anderen naar G o r d y k gezonden. Van waar 60 m a n n e n , den vyand , die over de Veenen meenden te k o m e n , wierden tegengesiclt; en met d e zelve in schermutseling g e r a a k e n d e , üet de vyand 14 doodeu , 25 genieeneu en 4 Bevelh e b b e r s als gevangenen na. Een andere party van 30 m a n n e n , vervielen in handen van den vyand : als ook een brandwacht van 15 dragonders achter Bekaf De Bissehopschen d a s nu de voet al te Schoot h e b b e n d e , konden wel ligt het l l e e renveen trachten te overweldigen , om zo voort Friesland in te trekken , alzo zy wagens met stroowerk mede v o e r d e n , om de gragten te kunnen vullen: waarom de Staaten van Friesland alomme de uitgeloote m a n s c h a p , ten spoedigste, zo by nacht als d a g , derwaards deed pressen. Ondertusschcn zo stelden zich de B s s c h o p schen als roofzieke wolven a a n , in ' t uitplonderen der onweerbare landzaaten ; dat in di> gewesten weder een groot vluchten veroorzaakten. Den eersten September vertrokken z y , h e b b e n d e wel 600 mannen laateu zitten , z o n d e r iets merkwaardigs uitgevoert te h e b b e n ; als
dat zy het bederf van die boeren wat verhaastenden.
Wumkes.nl
256
F R I E S GH E
Den eersten October is de d y k , die de Bisschop van M u n s t e r met veele kosten over de Vecht gemaakt had , en meer als d e r d e half u u r gaans lang w a s , alleen om Koeverd e n door water te b e n a a u w e n , door een stormwind weggespoelt: waar door omtrent 1400 menschen verdronken, ' t Is a a u m e r kelyk , dat dit geschiede juist op dien tyd , als men op 't Heerenveen r a a d p l e e g d e , om die te overweldigen , en reeds daar toe ai 3000 Friesche burgers om de g r e n z e n , als ' t Veen en andere te b e z e t t e n , waren u i t gezonden. Als de P r i n s , met de Keizersche en Spaansche Bondgeuooten den vyand buiten ' t L a n d lokte , om van krygsbodem te veranderen , in ' t Sticht Keulen en elders waren ingevallen ; zo wierden de F r a n s c h e n d a a r door genoodzaakt , h u n n e veroverde plaatsen weder te veriaaten, gelyk zy dit jaar alles verlieten, behalven de Graaf. I n den jaare 1 6 7 4 , den 10de van F e h r u avy , is er vrede gemaakt tusschen den K o ning van E n g e l a n d , en de Staaten G e n e r a a l , welke den 9de van F e b r u a r y , oude s t y l , te L o n d e n van gemelden Koning wierd geteekent. Den 12de Maart zijn de Bisschopschen, o m t r e n t 1000 m a n n e n s t e r k , over de h a r t gevroorene moerassen , b y 't klooster ter A p pel , in Groningerland gevallen, p l o n d e r e n 3 e te Winschooten en daar omtrent. Waar e p R a b e n h a u p t Nyjenhuys met stormen ,
Wumkes.nl
KRONTK.
257
en andere steden met bezettinge innam , esx maakte T w e n t h e geheel zuiver en vry. De Bisschop sloot ondertassehen den v r e de met den K e i z e r , die te Keuien d e n 11de van April wierd geteeketit-: als mede daags daar aan met d e Heerent Staaten Generaal. I n de Meymaand volgde de Bisschop van Keulen mede. W a a r op zy de overbeerde plaatzeu , die ze zoo schieljk h a d d e n overr o m p e l t , noch haastiger weder moesten o n t leedigeu: en 't geen zy zo greetig h a d d e n ingeslökt, in weedom van h u n n e h a r t e n , weder uitbraaken. E n alzo zijn de drie v e r loorene Provintien wederom, aan de andere geliegt, en de b u n d e l der Zeven Pjleii weder te zameu gebonden. I n den jaare 1675 was ' t een felle en lange w i n t e r ; zo dat laat in ' t voorjaar, van H a r lingen naar E n k h u i z e n , over de Z u i d e r - Z e e * veele menschen met geheel e gezelschappen , en beesten op 't ys overtrokken : ja eeuigen hadden in 't laatst van. April noch. op "£ ys gestaan. I n M a a r t , hebben d e F r i e s e n , overwp gende beide de loffelyke daaclen en v o o r z o r ge v * ' t Huis van Nassau , en in ' t b y z ^ n der de groote gevaaren , die zyn Vbrstelyfse Doorluchtigheid, onze Heer S t a d h o u d e r , in groote manhaftigheid, had ten dienste v a a ' t gemeen uitgestaan in de laatst voorigen. slag in Henegouwen tegen de F r a n s c h e n , het Stadhouderschap hem erflvk o p g e d r a a g e n : alle de H e e r e n , zo van ' t L a n d als
I?
Wumkes.nl
ps
Eja.ti;scHE
S t e d e n , leverden daar toe om d e , eerste te zijn, te m e e r , aizo de BolSanders den P r i n s van Oranje mede tot Erfstadhouder van h u n ne Provintie hadden aangenomen, Iri het zelve j a a r , den 12de van Angustij, is te Koeverden overleden Karel R a b e n h a u p t , Baron van Zucha en C r o m b a c h , LuiienaiitG-eneraal der Vereeuigde Nederlanden , w e gens de Provintie van Stad en L a n d e , G o u verneur van G r o n i n g e n , mitsgaders D r o s saart van 't L a n d s c h a p D r e n t h , en G o u verneur der fortresse Koeverden : zijnde een krijgsman geweest van een zonderling beleid en dapperheid. T o t 's mans lof heeft G. B i d l o o , dit volgende bij zijne afbeeldingegestelt: Dit 's RABENHAUFT,
die Dorsten v/on,
Die Nuis en Lingen temmen kon ; Die Karel, die Lamboy versloeg , Van Groeningen den Bisschop joeg ; En knoopte aan zyn legerkrans Van Koeverden, de Nieuwe Schans, Zo waakt zyn' staatzorg, deugd en hand Ten dienst van 't Volk, en Kerk en Land. Zyn' dapperheid is uit zyn weezen. Zo wel, als uit zyn' kling te leezen (*). . Als 'er tusschen den 26ste en 27ste van O e i o b e r , met een noordweste w i n d , veele dyken , door de felle aanpersing van ' t w a (*) Mepgel-Poezy, R 257.
Wumkes.nl
"'K'ftONYK.
259
t e r , waren doorgebrooken, leeden die van Friesland mede geen kleene last: want een gat van 30 roeden brak by Staveren, en omtrent by Molkwerren was het niet veel kleender , zo dat die geheele landstreek blank van 't zeewater stond : ook was 'er een gat van 30 roeden breed en zeer d i e p , by Zwartsluis. I n het jaar 16^6 was men bezi» om on de vredehandeling der Europische P r i n s e n , die in ' t voorgaande jaar te Nieumegcn was begonnen , aîle geschillen , door welke E n r o p a in de grootste verwerringe gebragt w a s , te beslechten ; tevwyl de geweldige oorlogstrompetten noch al geen minder krygstoerusting verkondigden, als voorheenen. Doch. de sterke rustgeevende Vredevorst gaf hier t o e , dat uit het blaakend oorlogsvuur schielyk ontsproot de heilzaame en zegenryke hoorn des vred.es : en dus wierd de roernruchtigsle Vryheid d e r Friesen weder als h e r b o o r e n , en zf eindelyk verlost van d e slaavernye des duivels (*).
^^
—
*
I n den jaare 1677 zyn, dVopgerezene staatsgeschillen tusschen Groningen en de O m m e landen , door de Heer en Staaten. Generaal (*) en der zonde, voegt de eerste druk dezer Kronyk hierbij , waarmede zij haar verhaal eindigt en de Landverdceling van FRIMSLAXD volgea k a t .
Wumkes.nl
260
FR I E SC HE
weder beslëgt geworden ; gelyk mede te D e venter. I n d e n jaare 1 6 7 8 , den 15de van F e b r a a r y , is te Groningen de Landsdag weder aangevangen, na dat de lleere Osebraud Rengei's van zyn zesjaarige gevangenis was ontslagen en herstelt. In dit zelve j a a r , den 10de van A u g u s t y , is te Nieumegen , de vrede tusschen den K o ning van Vraukryk en de Staaten Generaal geslooten. In den jaare 1 6 7 9 , den 10de van A p r i l , stond Alhertina Agnes , moeder van den S t a d houder Hendrik Kasimier, nu 20 jaaren oud. zynde , haave Voogdye af, en vertrok naar liaare landgoederen in Oiiitschland. I n den jaare 1681 , den 2de van August y , zyn te Groningen vier ring:n aan alle kanten van de zon gezien , e n eenigeu verh a a i e n , dat diergel)ke zich mede te Rome en Tuhingen hebben vertoont. In den jaare U>82, in M a y , is in G r o ningerîand en Oostfriesland een zeer hevige veeziekte geweest, waar door veel rundvee is gestorven: doch op 't uitgaan van het jaar is de sterfte weder opgehouden. Den 4de van November is G r i e t z y l , in Oostfriesland , door de Baandenburgsche soldaaten o v e r r o m p e l t , die zich n a d e r h a n d a l daar ook h e b b e n neêrgelegt, als ook te Norden en E m b d e u . I n den jaare 1 6 8 3 , in N o v e m b e r , is de Erfstadhouder van F r i e s l a n d , Hendrik K a -
Wumkes.nl
KROftYKL
261
simièr, en zvne Gemaalinne Amelia, te L e e u warden , met staatsiewagens en vertooningen, nevens een groot en prachtig vuurwerk, i n gehaald ï d o e n d e , eenige dagen daar na , zynde den 17de van S e p t e m b e r , ook zyne intrede b i n n e n Groningen. I n den jaare 1 6 8 6 , in J u l y , overleed de jonge P r i n s van Nassau, zoon van den Erfstadhouder van Friesland , enz. ; en omtrent een maand daar na beviel de Vorstinne weder van een jongen Prins. I n dit zelve j a a r , den 22ste van N o v e m b e r , wierd G r o u i n g e r l a n d , door een afgrysselyke watervloed aangetast, al het omleggende land overdekkende ; waar door veele mensehen en beesten het leeven verlooren. Het getal der verdronkene menschen beliep 1 5 5 8 , geheel weggespoelde huizen 6 3 1 , en de zeer beschadigden 6 1 6 , de verdronkene paarden 1387 en de koe}en 7 8 6 1 . I n den jaare 1 6 8 7 , den 2de van M a y , overijuam Groningen een tweede r a m p , door een schrikkeljke b r a n d in de Veenen van S a p m e e r , Wildervank en Pekel A. , waar door alle de gegravene t u r f tot duizeiide van vu n , eenige huizen en schepen v e r b r a n den , en de schade op eenige tonnen gonds wierd geschat. I n dit zelve j a a r , den 14de van A u g u s t y , is de Prins Jan Willem F r i s o , te Dessau. gebooreu. I n den jaare 1 6 8 8 , den 11de van N o v e m b e r , deed Piin» Willem ?sm O r a n j e die
Wumkes.nl
262
F1IESCH.E
vermaarde overtbcni naar E n g e l a n d ; l a n dende met zyn byhebbende krygsbendén den 15de dezer in de haven van Torbay. I n den jaare 1 6 8 9 , dsn 11de van A p r i l , is de P r i n s van O r a n j e , W i l l e m , nevens M a r i a , zyn G e m a l i n n e , te Londen met d e gewoonlyke plechtigheden gekroont als K o ning en Koninginne van Engeland. I n den jaare 1 6 9 0 , àan eersten van J u l y , geschiede het bloedige gevegt in de vlakte van F l e u r y , door de Franschen onder L u x e n b u r g , en de Geallieerden onder Waldek 5 waar van 't weêrzyds verlies op 16OOO m a n nen wierd begroot. I n den jaare 1691 , den 5de van F e b r u a r y , is Koning Willem in 's Gravenhaage met zeer groote vreugde en eerleekenen, door praalpoorten , vol geschilderde zinnebeelden , opgeliaalt en naar het Hof gevoert. I n den jaare 1 6 9 2 , den 3de van A u g u s t y , sloeg het voetvolk der Geallieerden, o n d e r den Hertog van W i r t e n b e r g , tegens de Franschen ouder L u x e u b u r g , by S t e e n k e r k e n , doch met weinig voordeel. I n den jaare 1 6 9 3 , den 29ste van J u l y , geschiede het gevegt by het d o r p L a n d e n , tusschen de Geallieerden , onder Koning W i l îiam en Keur-Beyercn , en de Franschen o n d e r L u x e n b u r g , 80000 tegens 4OOOO m a n nen : dus schade aan weerszyden. I n den jaare 1 6 9 4 , den 15de van A u gusty, wierd te Groningen gejubileerd van
des stads overgang voor IOO jaaren aan
Wumkes.nl
•KTO^YK."
263'
Staaien z y d e . •'döor b e t beleid van Prins; Maurits en Graaf Willem van Nassau ; ook datze de Gereformeerde Beligie aannam ; by welke gelegentheid ook medaillien geslagen wierden ; waar op s t a a t : .Des Prinsen zwaard, met Oodes arm, Bragl Paap en Spanjaard in alarm. Als leugen voor het licht verdween , JFïer zuivre glans in templen scheen. Een regie vreugd voor klein en groot, Die Groningen, sluit in haar schoot* Dit heeft des Hecren hand gedaan, En deze Penningen doen slaan. In den jaare 1 6 9 5 , den 7de van J a n u a r y , is de Koninginne van E n g e l a n d , Maria. S t u a r t , eene zeer deugdzaame P r i n s e s s e , te L o n d e n overleden. In den jaare 1 6 9 6 , den 25ste van M a a r t , overleed te Leeuwarden Hendrik K a s i m i e r , Stadhouder van F r i e s l a n d , e n z . , aan een b o r s t q u a a l ; nalaatende een zoon en eenige dochters. T o t wiens lof L . Smids z e g t : 't Was Frieslands Stedevoogd, Vorst Willetm Bloedverwant, Zoon, Neef en Naneef van drie nooit volpreezen Heldert, Gedrochtetemmers in 't ontroerde Nederland, Die, zich, gelyk een wal, voor haat en ouier stelden: Doch dit Geboorterecht nam Hendrik gecmins aan, Maar stond na helderiroirfiy doot'eigmt öörlégvdaé&'
Wumkes.nl
264
PÎUESCHE
I n dit zélve j a a r , den 24ste van May^ îs op O r a n j e w o u d , in Friesland, overleden Albertina A g n e s , moeder van den overleden e n S t a d h o u d e r , en dochter van Frederik H e n d r i k , Prins vau O r a n j e , in den o u d e r d o m van 62 jaaren. E n in de maand van  u g u s t y , is Amelia, weduwe van Hendrik Kashnier, Erfstadhouder van Friesland, e n z . , te Leeuwarden van eene Prinsesse bevallen. In den jaare 1 6 9 7 , den 20ste van S e p tember , is de algeuieene vrede op het huis N i e u b u r g , te Ryswyk , by 's Gravenhaage, geslöoten , msschen E n g e l a n d , Vrankryk , S p a n j e , het Duitsche Ryk en de Vereenigde Nederlanden; zvnde hier over den 6de van November 1 alomme vreugdevuuren a a n gestoken. In den jaare 1698 zyii de sterke fortifi'catiewerken, aan de zuidkant buiten G r o ningen , door den Generaal Koehoorn b e gonnen ; en na eenige jaaren met zeer vaste m u u r e n opgemetzelt, en de halvemaanen of bastions met bruggen en poorten voorzien. I n den jaare 1 6 9 9 , den 15de van N o v e m b e r , is in Oostfrieslaud een hooge watervloed ontstaan, waar door groote schade geschiede : want de nieuwshermaakte d y k , om 't d o r p G e r d s w e e r , wierd byna geheel v e r n i e l t ; zes huizen spoelden geheel w e g , eenige» wierden beschadigt, en veele beesten zyn verdronken. In den jaare 17OO, den 27ste van N o v e m b e r , heeft de Koning Taa S w e d e n , K a -
Wumkes.nl
KRONYK,
265
rel de X l l d e , met 12000 mannen geöèffende t r o u p e n , 8OOOO Moskovieters verslag e n , op de vlagt g e d r e v e n , en aldus de stad Nerva geweldigerhand ontzet, I n den jaare 1 7 0 1 , in h e t b e g i n , namen d e Fransehen alle de steden van de S p a a n sehe Nederlanden in bezettinge; waar op de toebereidzels ten oorlog door d e n Keizer wierden gemaakt. Den 28ste van May trokken de Keizerschen, ' met groote moeite en zwaaren a r b e i d , over h e t Alpische gebergte, in T i r o l , maakende vervolgens in Italien een doortogt met d e degen in de vuist. I n den jaare 1 7 0 2 , den 19de van M a a r t , is Willem de d e r d e , Koning van Engeland , te Kensington overleden ; zynde op de jagt met zyn paard gestruikelt, waar door hy liet sleutelheen b r a k ; wordende op den 23ste van A p r i l daar aan volgende, in de Kapel van W e s t m u n s t e r , zonder uiterlyke p r a c h t , begraven. Hy wierd in de regeeringe opgevolgt door Priosesse A n n a , Gemaalinue van Prins Geoi'g van Denemarken. Den 15de van May wierd byna overal de"""* rlog tegens den Koning van V r a n k ryk gepubliceert. Den 11de van J u n y , h e b b e n die van üNieumegen, met een groote d a p p e r h e i d , deE F r a n s c h e n hevige aanval, onder den M a a r schalk de Bouflers , van h u n n e vestingen afgekeert en te r u g gedreven. Den 16de dito is Keizerszwaard van d e
Creallieerden belegert éú ingenomen.
Wumkes.nl
2ö§
FRIËSCIiE
Den Ï5de van Augusty heeft Prins Eugenius de Franschen met groot voordeel by Luzzara geslagen. Den 8ste van September won Keur-Beyeren Ulm, in Swabenland. Den 10de dito is Landau de Franschen ontweldigt; als ook den 23ste dito Venio, en den 2de van October S te vens waar t. Den 7de van October wierd Roermond met geweld door de Geallieerden tot overgaaf gedwongen , en den 13de dito is Luyk door de burgers aan de Geallieerden overgegeven. Den 2 2 , 23 en 24ste dito, wierd de F r a n sche Zilvervloot, by Vigos, door de Engelschen en Hollanders bemachtigt, geplondert, verbrand en geruïneert. In den jaare 1703 , den 15de van Februa r y , is Rhynberg door de wapenen des K o nings van Pruyssen bemachtigt; en omtrent dezen tyd Traarbach door Hessen-Kassel. Den 8ste van April won de Beyervorst Regensburg. Den eersten van May wierden de Polen door de Zweden, by Pultouw, geslagen: den lOde dito wonnen de Franschen T o n geren, en den 15de dito is Bon door de Geallieerden herwonnen. Den eersten van July geschiede bet bloedig gevegt by Eekeren en Wilmerdonk, waar in de Ilollandsche dapperheid in 't byzouder heeft uitgeblonken; onaangezieri de Generaal Obdam genoodzaakt geweest is naar Breda te' vlugten.
Wumkes.nl
K-RON-YK.--
287
Den 25ste dito is de stad Hoey den F r a n schen ontnomen. Den 4de van September is T r e n t e door de Franschen gebombardeert , en Biizak door h u n g e w o n n e n ; als mede den 27ste dito L i m b u r g door Marlboroug bemachtigt. Den 14de van October wonnen de Z w e den de stad T hoorn. Den 8ste van December trof een ysselyke zuidweste s t o r m w i n d , zo te water aîs te l a n d e , Engeland, Vlaanderen, H o l l a n d , F r i e s land , en meer aangrenzende gewesten, waar door veele ongelukken gebeurden, Den 16de dito is de stad Gelder door d e n Koning van Pruyssen verovert. I n den jaare 1 7 0 4 , in F e b r u a r y , wierd P r i n s Friso in Friesland geavanceert; v e r wekkende dit eenig misnoegen by zommige andere Provintien. I n dit zelve j a a r , den 27ste van M a a r t , overleed M e n n o K o e h o o r n , in 's G r a v e n hage ; zynde lang ziekelyk geweest, en over de 70 jaaren oud. J. de Recht heeft o p zyn ai beeïdzel dit eervaars toegepast: •Ziet hier een Held, beproefd in oortogsblixem vlammen ; Die voor ' s i .uü Vryheid spreekt uit monden van metaal}Die 't opgezwolle nat door dyken jaagd en dammen, En 's vyands krachten breekt door water, vuur en staah Den Vriessen Jupiter, die, met zyn donderslaagcn, Den Franssen Faëton bonst uit zyn Zonnewagcn.
-Den 2 d e van July 'sloeg Marîboïoug
Wumkes.nl
el*
268
F R I E S C H E
B a d e n , in B e y e r e n , de Fransche en Beyersche k r y g s m a c h t , by den Schellenberg; en o p den zelven dag is Brugge door d e G e a l lieerden ook gebombardeert. Den 3de dito is door de Geallieerden D o nawerth bemachtigt, en den 1 [de dito R e gensburg ; als mede den 2 6 , 27 en 28ste d i t o , de stad N a m e n , doch zonder voordeel , gebombardeert. Den M e van Augusty heeft de Geallieerden vloot, onder Hessen-Darmstad, G i b r a l ter b e m a c h t i g t ; en den 13de dito hebben de Geallieerden, onder de Generaals Mai-1boroug en Eugenius , de Fransehen en Beyerschen by ïlogstet geslagen; zynde h u n v e r lies we! op 40000 mannen begroot. Den 18de van November wonnen d e G e allieerden , onder den Erfprins van HessenKassel, T r a a r b a c h . I n den jaare 1 7 0 5 , den 5de van M a y , overleed te Weeneu Keizer Leopoldus, oud zynde 65 jaaren ; wordende van zynen zoon Josef'us in 't Keizerryk gevolgt. Den 5de van September zyn 96 schepen van de Groenlandsche vloot voor Delfzyl g e a r r i v e e r t , hebbende in alles gevangen I J 0 0 vissen. Den 14de van October gaf Barcellona zich aan Koning Karel over. Ook is Stanislaus omtrent dezen tyd tot Koning van Polen verklaart en gekroont. I n den jaare 1 7 0 6 , den 23ste van M a y , sloegen de G e a l l i e e r d e n , onder MarJboroug,
Wumkes.nl
KRONYK.
239
tegens (ïe Frànschera, by Ramellies , e n 'bequasnea eert roemruchtige overwinuinge s waar op zich verscheidene sleden in Brabiind en Vlaanderen hebben overgegeven. Den 6de van Jutv wonnen de Geallieerden O o s t e n d e : deu 22ste van Aujaisty M e e n e n ; den 5de van September D e u d e r m o n d e ; en den 7de dito is T u r i n door Prins Ëugeuius gewapenderhand ontzet: en den 3de van October is Aath mede door de Geallieerden gewonnen. I n den jaare 1 7 0 7 , den 16de van A p r i l , leedeu de Geailieerdeu een groote neêriaag in Spanje , by Almanza. Den 20ste van J u ! y , heeft de stad Napels, met haar drie kasteeleu , zich aan Koning Ka rel onderworpen. In dit zelve j a a r , in Augusty , is Johan Willem F r i s o , Stadhouder van Fr>esland, e n z . , getreden in zyn chargie als Generaal d e r ïniatitery of' voelknegten. L. S m i d s , voegde dit onder zyn af beeldzel: Als Friesland zag het beeld van Frieso; reeds in't •weezenOranjes yver en Nassouwers moed kon leezen Zo sprak zy, [drukkende dit konststuk aan haar mond) Wat schooner dag beloofd my zulk een morgenstond!
I n den jaare 1 7 0 8 , in F e b r u a r y , is zyne Hoogheid Jan Willem F r i s o , P r i n s van Oranje en Nassau, en der Friesen E r f s t a d h o u d e r , door de Edele Groot Mogende de Heereu Staaten van Stad en L a n d e , tot S l a d ; h o u d e r over derzelver Provintie aangenomen.
Wumkes.nl
270
F R I E S C H E
Den ode van ï u l y is G e n t en Brugge door de F r a n s c h e n i n g e n o m e n ; den 11 de dito zyn d e Franschen door de G e a l l i e e r d e n , o n d e r Eugenius, Marlboroug en O u w e r k e r k , b v Oudenaarden geslagen. I n Augusty wierd aan Prins Friso het Oppergezaeh der belegen'nge van Ryssel t o e v e r t r o u w t , ondersteunt vau Prins Eugenius; en wierd dit meesterstuk d e r krvgsbouwkund e by verdrag gewonnen den 22ste van O c t o b e r , en ' t kasteel den 8ste van December. E n den 30ste dito wierd Brugge den F r a n schen weder ontnomen. I n den jaare 1709, den 4de van J a m i a r y , hebben de Franschen de stad Gent w e d e r om verlaaten. Den 29ste van April is zyn Hoogheid Jan Willem F r i s o , P r i n s van Oranje en Nassau, met Prinsesse Maria Louisa, dochter van den Landgraaf vau Hessen-Kassei, op het kasteel van Kassei, met zeer groote p l e c h tigheid ge trouwt. Den 8ste van July wierd de Koning van Z w e d e n , door de Moskovieters, in de U k r a n i e , by Pultowa, ten eenemaal geslagen : d e n , 28ste dito is de stad Doornik aan de Geallieerden overgegaan : den 11de van S e p tember geschiede het wreed e en bloedige g e vegt der Franschen en Geallieerden by M a l plaquet: en den 25ste dito wonnen de G e allieerden Bergen , in Henegouwen. In den jaare 1 7 1 0 , den 2de van J a n u a r y , is P r i n s F r i s o , nevens zyne G e m a l i n n e , te
Wumkes.nl
KRONYK.
271
L e e u w a r d e n , met een buitengemeene staatsie ingehaalt. Als mede deu 18de van Maart te Groningen. Den 25ste van J u n y is Douay door de Bondgenooten v e r o v e r t : den 28ste van Augiisty B e t h u n e : deq 28ste van September St. V e n a n t : den 8ste van November Arien. In den jare 1 7 1 1 , den 17de van A p r i l , is Keizer Josephus te Ween en overleden, oud zynde 33 jaareu. Deu 14de van J i i l y , op den m i d d a g , is zyne Hoogheid, Prins Jan Willem F r i s o , Frieslands en der Groningers S t a d h o u d e r , in 't overvaaren van 't Hoilandsche D i e p , aan ' t Strvensche S a s , zeer'ongelukkig v e r dronken ; wordende deszelfs ligchaatn door een s c h i p p e r , van de K l u n d e r t k o m e n d e , óp den 22ste derzelver maand eerst gevonden e n opgevischt, voorts naar Dordrecht g e b r a g t , en aldaar gebalsenit, en vervolgens naar Leeuwarden gevoert: alwaar het op den 25ste van F e b r u a r y 1712 met eene heerlyke doch droevige lykstaatie in ' t graf zyner Voorvaderen wierd bygezet. E n in hetzelve j a a r , den eersten van S e p tember , is de Prinsesse van Friesland , W e duwe van den S t a d h o u d e r , van een P r i n s bevallen , en genaamt Willem Karel Hendrik F r i s o , zynde de tegenwoordige S t a d h o u der.
m
Wumkes.nl
LANDVERDEELING VAK
FRIESLJND. ö e h o o n de aanteekeningen van voorgaande Geschiedenissen , zouder kennisse der geïegentheid van Landen en Steden , in 't n a leezen noch n u t t i g , noch aangenaam k a n n e n z \ n , zo 'er niet iets nevens of voor dezelve gemelt word -. zo mogen de Jeezers ook niet met al te langwylige verhandelingen derzelve opgehouden worden ; dewyl anders zo een beschrvvinge op zich zelve en hier van afgescheiden vereisent, die men de L a n d b e schryvinge noemt. W a a r o m w y , tot verstand van de voorverhaalde Geschiedenissen, hier van iets b e hoevende by te b r e n g e n , met een bloote verdeefinge van d e L a n d s t r e e k , en een optellinge van Steden en Dorpen in iedere afdeeiinge, z o n d e r van de beschryvinge iets 4e mogen a a n r o e r e n , den eisch der voorgaande bladeren geacht voldaan te hebben»
Wumkes.nl
1 A N D V E R D . T. F R I E S L A N D .
273
De Landstreek van deze Provincie word In drie gedeeltens afgedeelt, als O o s t e r g o , Westergo en Zevenwouden. I n voorige t y den bestond het in de twee eersten alleen 5 die ook elk d e n naam van een Graafschap •by zommige Schrijvers h e b b e n gevoert, en mogelijk ook in der daad zyn geweest, z o n d e r dat de W o u d e n als een b y z o n d e r deel wierden aangemerkt. E n zyn zo genaamt n a a r de Goën of D o r p e n , in de O o s t e r - of Westerverdeeling gelegen; en de W o u d e n , om de veelheid van 't geboomte, dat eertyds mogefyk meerder is geweest, als h e d e n d a a g s : en zo wat verîatynt z y n d e , wierden E s t r a c h i a , Westrachia en Forestensis g e n a a m t , b y de Schryvers in die taal. Deze Leden worden elk in een getal van mindere verdeelingen o n d e r s c h e i d e n , die vvy Grietenyen n o e m e n , naar d e Bevelhebbers van ieder gedeelte, die men een Grietman n o e m t , dat zo veel is als O v e r h e e r , want g r i t t e , g r e e t , en g r e u t , is groot te zeggen. Elke Grieteny vervat een zeker getal D o r p e n onder zich , staande o u d e r de regeering van -een Grietman. De Steden zvn 11 in getal, ruslende elk op haar eigen r e c h t ; m a a k e n d e te zamen in zaaken van. regeering het vierde Lid van Staat. I n ' t optellen van welke Dorpen , doordien zy naar de verscheid e n t h e i d der byzondere spraaken (dialecten) of anderzins ook verscheiden worden genoenit, zo komt in bedenkinge, welke wyze g e v o e gelykst mag gevolgt w o r d e n : wan.î va», d e 18
Wumkes.nl
274
LANBVERBEELÏNG
benaaminge der zelve zyn zommige gebruikelyk, 1. In de gemeens taal, alleen Buitenpost, Donkerbroek, 2. In de Stadsspraak , als Nyega. 3. In de Landsspraak alleen, als Tjietj erk, Tj aalebird. 4. Gemengd, 1. uit de gemeene Stadsspraak, ais Peperga, Lutkepost, Nyjenhuis. 2. Uit de gemeene en Landsspraak, als Langewar, Suerig. En 3. uit Stads- en Landsspraak, ais Tserkgaast, Molkweeren. 5. De zelve Dorpen, anders in 't gemeen, als by stedelingen en landlieden, als Nieukerk, Nykerk, Nytjerke: Molkweeren, Molkwarren. 6» Kaar oude misspelliiige, Hyelsum voor Jelsum; Hyaure voor Jaure of Joure; en Greouterp voor Grien of Groenterp. 7. In verkorting, als Birdaard voor Birdewerd, Oestrum voor Eestroosn, Raard voor Raawerd, enz. Waar op het wel billyk is , dat men in een schrift, in de gemeene taal geschreven, als dit tegenwoordige, ook hier de naanien der Dorpen in die zelve taal zoude stellen: doch nochtans hier niet vry staat omtrent eenigen, als die haar oorsprong uit de byzondere spraaken hebben, gelyk Tserkgaast, Âdegae en Molkwarren: voor welke men (hoewel mogelyk in gelyke zin, doch ongerymt) zou zeggen, Kerkburg, Ouddorp en Melkfennen, Evsn ongerymt zoudenze alle
Wumkes.nl
VAK F R I E S L A N D .
275
-In de Stads- of Landsspraak ges lelt worden : en geheel overtollig in die alle te gelyk. Daarom hebben wy geacht dezelve veilig te mogen gebruiken , naar de uitspraak die in de gemeene wandeling meest omgaat. Ge Ijk wy zien dat in.de Saxisehe bedeeiinge» (achter dien Hertogs Wetten, in die tyden gedrukt) en ook by Wiiisemius, Schotanus en anderen, geen eenerlei wyze is gehouden»
ï.
O O-S TE-R
GO.
Hierin zyn twee Steden gelegen, als Leeuwarden en Dokkum. 't Word verdeeld in 11 Grietenyen. I. Leeuwarderadeel, heeft 14 Dorpen. ' t Word in 3 Trindels of derdendeelen af~ gedeelt. 1. 't Middeltrindel, is onder de klokslag van Leeuwarden. 2. Zuidertrindel f Wirdum, Swichchum, Goutum, Huizum, Hempens en Teems. 8, Noordertrindei, Steens, Finckum, lîyjum., Britsum, K o r n j u m , Jeisum, Lekkum en Meed urn. II. Ferwerderadeel, heeft 11 Dorpen, als, Ferwert, Hoogebeintum , Blyje , Kaîhim, M a r r u m , Nykerk, Wanswert, Geenum, Jeslum , Pveisum en Lichtaard. III. Westdongeradeel, heeft 14 D o r p e n , als , Holwert, Tennaard , W i e r u m , îïes , Hantjumhuizen , (B and , Bierum, Medent, * '8
Wumkes.nl
276
LANDVERDEELING
Germerliuizen , Nyjenhuis , zynde Gebuurten , maakende eene stem,) Jaure, Betterwird , Bornnierhuizen , Bornwert, Raard , Foudgum, Brantgum en Waaxens. IV. Oostdongeradeel, heeft 13 Dorpen, als, Anjuoi, Engwierum , Ee , Jouswier , Oestrum , Âalsum , Wetsens, Nyjewier, Nykerk , Paasens , Ljuessens , Morre en Metselwier. V. Koliumerland , heeft 6 Dorpen, als , Kollumerswaag , Westergeest, Oudwoude , Kollum, Lutkewoude of Ausbuer en Buerom. VI. A-chtkarspelen , heeft 8 Dorpen , als , Surhuizen , Austynsga , Harkma-opeinde , Droogeham , De Kooten , Op 't Wyzel, Buitenpost en Lutkepost. VII. Dantumerdeel, heeft 12 Dorpen, aîs, Driesum , Wouterswoude , Dantumerwoude , Murmelwoude , Akkerwoude , Rinsmageest, Sybrandahuis, Jarmm, Birdaard, Roodkerk, Feenwouden en Swaagwesteinde. VIII. Tjietjerksterdeel, heeft 14 Dorpen, aîs , Wyns , Oudkerk , Oenkerk , Giekerk , Ryperkerk , Tjietjerk , Suwoude, Hardegar y p , Bergum, Eestrum, Oostermeer, Sumeer, Garyp en Eernwoude. IX. SmaUingerland, heeft 7 Dorpen, als, Oudega, Nyjega , Oraeinde, Noorderdrachten, Suiderdrachten, Kortehem en Bombergum. X. Idaarderdeel , heeft 8 Dorpen , als , Waard , Æaeguni, Roodahuizum, Friens , Grou , Warrega , Warstiens en Warteiia.
Wumkes.nl
;
« <
•TAS'FRIESLAND.
277
X I . Tîawerderhem. heeft 6 Dorpen , a i s , Rawerd , Y r n s u m , Poppingawier, Tersool t S y b r a n d a b u e r t en Deersum.
II.
WEST
ERGO.
Hier in zyn 8 S t e d e n , n a m e n t l y k , Bolsw e r t , Franeker , S n e e k , Harlingen , S t a v e ren , W o r k u m , D ' r Ylst en Hiudeloopen. ' t W o r d verdeelt in 9 Grietenyen. I. Menaldumerdeel, heeft 12 D o r p e n , a l s , M e n a l d u m , Berlikum, W i e r , Beetgum, E n g l u m , Marsum , D e i n u m , B o x u m , Biessum , D r o n r y p , Schingen , Slappeterp en ' t K l o o s ter Anj um. I I . F r a n e k e r d e e l , heeft 11 d o r p e n , a l s , T j u m , Hitsum, Aclilum, Midluin, Herbaajum, Doenjum, Boer, Ried, Peins, Sweins en Schalsum. III. B a r r a d e e l , heeft 8 D o r p e n , als, M i n nertsga, F i r d g u m , T j i e m a a r u m , Oosterbier u m , Sixbierum, Pytersbierum, Winaldum, A l m e e m i m , n u meest b i n n e n de m u u r e n van H a r l i n g e n , daar het haare stem beeft in de K e r k , en ' t Klooster Lidlura. IV. Baarderdeel, heeft 18 D o r p e n , a l s , J o r w e r t , W e i d u m , M a n t g u r a , Schillaard , Oosterwierum, B o z u m , W i e w e r t , B r i t s e r t , Oosterlittens , W i n s u m , B a a r d , H u i n s , L y o n s , l i i î a a r d , Jellum en Beers.
Wumkes.nl
278
I AND V E R D E E L I N G
V. Hennaarderdeel, heeft 12 Dorpen, als, Hennaard, Ycens, Lutkewierum, Oosterend, ïlidaard , Wommels , Waaxens , Kubaard , Wielsryp , Baajum, Spaimum en Eedens. VI. Wonzerdeel, heeft 27 Dorpen , als , Aarum, Allingwier, Burgwert, Rornwert, Dedgum , Es mor re , Engwier , Ferwoude , Greonterp, Gaast, , Hartwert, Hichtum , Hiezlum , Idzegaliuizen , Kunswert , Ruigelolîum , Longerhou, Makkum, Pinsum, Par« rega , Pyaam , Schettens , Schraad , Suerig, Tjerkwert, Witmaarsum. en Wons. VII» Wymertser- of Wymbritserdeel, heeft 28 Dorpen, dezelve worden aangeteekent, als, Bailendyks: Oppenhuizen , Uitwellingerga , Jortryp , Hommerts , Smallebregge , Woudseind, Ypekolsga, Indyk, Heeg, Gasmeer , Nyjehuis , Santfirde , Oudega en l d zega. Binnendyks :. Oosthem , Âbbega, Westhem , Wolsum, Nyland, Folsgaare, Tjaalehuizen, Ysbrechtum , Tirns , Scharnegouturn, Goinga, Looienga, Gaau en Offingawier. VUT. Heemelumer Oudephert en Noord woude , heeft 9 Dorpen , als , Heemelum 9 Koudum , Warns, Scharl, Molkwarren, O u dega , Nyjega, Elahuizen en Kouderwoude. IX. Het Bilt, heeft 3 Dorpen , als, St. Japikskevk t St. Annekerk en L. Vrouwenkerk.
Wumkes.nl
VA* F R I E S L A N D . • • •
ui.
27^
ZEr:eNWOUDEN.
Hier in legt de Stad Slooten alleen, ' t Word verdeelt in 10 Grietenyen. I. Uitingerdeel, heeft 6 Dorpen, als, O u deboorn , Nes , Akrum , Terhorne , Terkaple en Akmaryp. II. Engwerden, heeft 4 Dorpen, als, Gersloot, Tjaalebird, Luinjebird, Ter T r e bant met Banstei'schans, en noch een gedeelte van 't VJek Heerenveen. . III. Doniawerstal, heeft 14 Dorpen, als, Goingaryp , Broek , Austerhaule , Nyjega , Oudoirwer, St. Niklaasga , Doniaga ,. Tserkgaast, Itskenhuizen , Leegemeer, Ter Oele, Indyken, Langweer en Bornswaag. . IV. Hasscherland , heeft 6 Dorpen . als , Westermeer, Snikswaag, Hasscherdyken , Nyjehassche, Oudehassche en Hasscherschorne. V. Schooterland; heeft 18 Dorpen, als, Hornsterswaag , Jubbega , Schuerega , Oiidehorn, Nyjehorn, Katlyk, Brongerga , Nybrongerga , Melledam , Oudeschoot, Nyjesclioot, Rottïim, St. Jansga, De Kleinegaast , Haule, Roehei of Nyjega, Delfstraliuizen, Oudega en Uitdyken , en een groo.t deel van 't Vlek Heerenveeii. VI. Lemsterland, heeft 5 Dorpen» als s-
Wumkes.nl
280 LANDVËRD. v. FRIESLAND, Lemmer, Eesterga , Follega, Oosterzee en Echten. VII. Gaasterland. heeft 7 Dorpen t als , Wykel, Sundel, Nyjemardum, Oudemard u m , Mirns , Haarig , Ruigehuizen en 't Vlek Balk. VIII. XJpsterland , heeft 13 Dorpen, als, Beets, Beetsterswaag, Olterterp , Uereterp ,. Sygerswoude , Duerswoude , Wynjeterp, Hemryk, Loppenhuizen, Wispel, Korteswaag, Langeswaag en Luxwoude. IX. 5 tellingwarf-Oosteinde, heeft 10 Dorp e n , als, Oudeberkoop, Nyjeberkoop, MakIdnga, Donkerbroek , Haule , Oosterwoude , Fochtele , Appeîsche , Langedyk en Elsloo. X. S tellingwarf-Westeinde , heeft 20 Dorpen , als , Beuil, Noordwoude, Finkinga, Steggerden , Peperga , Blesdyk , Nyjehoutp a d e , OudehoTitpade, Wolvega , Sonnega ? Oudetryne, Nyjetryne, Spangen, Scherpenseel, Munnekebuuren, Oudelemmer, Nyjelemmer, Nyjehoutwoude, Oudehoutwoude en Ter Idsert.
Geschreven in slaavernye, en ge~ geeven in April, in 't Jaar onzes Heeren 1678.
Wumkes.nl
BIJYOEGSELS EN
AANTEEKENINGEN. Bladz. 2. Van den aiouden staat onzer Provinciekan geene naauwkeurige beschrijving worden g e geven , daar er niets dan onzekere berigten en velerlei uiteenloopende gevoelens tot ons zijn overgekomen. Op eenigen goeden grond echter mag men besluiten, dat omstreeks de vijlde eeuw onzer jaartelling Friesland zich van Vlaanderen tot de Elve heeft uitgestrekt, en hetzelve noordwaards den Eiderstroom tot grensscheiding had, waardoor dan ook de kustbewoners aan deze rivier, nog heden ten dage van den naam des L a n d s , dien van Strandfriezen dragen. Dat Vlaanderen tot Friesland b e hoord h e b b e , zoo als meermalen is b e w e e r d , valt zeer te betwijfelen , want aldaar was de grensscheiding. Onder Koning Radboud I , en later nog ten tijde van Karel den Groote , vinden wij de uitgestrektheid van dit Gewest van het land van Katzand af, tusschen de rivier Sincfal of Zwene (de Suin of Zwin) bij Sluis ( 1 ) , tot aan de Elve : de Waal scheidde h e t (1) Dat de Schelde en de Sincfal, later Zwene geheten, niet dezelfde rivieren zijn , en dus niet voor elkander genomen moeten worden , wordt behalve iis de Bijv. voor het I . D . van W A G E N A A R S Vad. Hisl\ ook in het breede betoogd door den Hoogleeraar Y P E I J , in liet I I , D. -fijner Geschiedenis der Nedcrl,Taal, bl. 11S voJgg.
Wumkes.nl
282
BIJVOEGSELS
van het gebied der Franken af en de Wezer was tot oostelijke grenspaal gesteld. Al de landen dus aan de oevers der Noordzee, van liet Hertogdom Bremen tot aan Vlaanderen, maakten het oorspronkelijk en overwonnen gebied der Friezen uit: het oorspronkelijk of o ad Friesland Jag tusschen de Eems en h e t Viïe langs de Noordzeekusfen. Van de Eems tot den Wezer en aan geene zijde van h e t V ü e , met een groot deal binnenlands tot aan het Z w i n , was overheerd land. Ook de eilanden tot den mond van de Eems behoorden den Friezen, doch geenszins Helgoland, zeer verkeerdelijk voor Radbouds zetel gehouden. Weinige jaren voor ' s Heilands geboorte werden de Friezen, tusschen de Eems en het VHe wonende, de Groote Friezen, en die tusschen het VIie en den Rijn de Kleine Friezen genaamd. De eersten bewoonden dus gedeelten van Gelderland, Overijssel, D r e n the en het Gooiland , alsmede de streken beoosten de Zuiderzee en de rivier Flevo tot aan de Eems toe : de laatsten een gedeelte van Rijnland, Kennemerland, Amstelland en Noord-Holland. Daarna w e r den deze West-Friezen en gene Oost-Friezen g e heeten. Een aantal kleine volken van Germaanschen en Gallisclien of Frankischen oorsprong hadden de Friezen tot naburen. Te dien tijde , eenige jaren namelijk voor Christus geboorte, toen de Opperbevelhebber Claudius Drusus N e r o , stiefzoon van den Keizer Augustus, ook Friesland onder de magt der Romeinen wilde brengen, lag tusschen West-Friesland (Noord-Holland) en h e t tegenwoordig Friesland h e t groote meer Flevo. Het Graafschap Staveren beoosten h e t V h e , wiens uitwatering eerst tusschen Texel en Vlieland, daarna tusschen Vlieland en Terschelling plaats h a d , paalde aan Noord-Holland. liet eiland F l e v o , door de verdeelde armen van het Vüe omvat, lag ter plaatse alwaar nu de zandplaat Bree-sand zich bevindt. Uitgestrekte bosschen lagen in den omtrek der stad Staveren, thans allen in zee verzwolgen. De kleine rivier de Usseî liep in 't meer Flevo, hetwelk na de
Wumkes.nl
EN AAKTEEK.EMINGEW.
2S»
áoor Drusus gemaakte vereeniging van den Rijn met: den I J s s e l , door verschillende stroomen zich ia de Middelzee ontlastte (1). Deze zee besloeg eengroot
(1) Over deze vergraving lezen wij ia B I I . D E S DYKS Geschiedenis des Vaderlands, ï. 24: » 't Was »natuurlijk dat D r u s u s , geheel het zuidelijk Land »zijner Landvoogdij jaarlijks overstroomd ziende , «bedacht was om het Rijnwater af te leiden. Nader» hand deed Corbulo 't zelfde met den zoogenaaniden » V l i e t te graven, Maar beide ondernemingen h a d » den gelijke gevolgen : Het verderf van een groot » gedeelte Lands. Gelukkig Holland, zoo men nooit » gegraven en nooit gedijkt had ! Wij zouden thans » b o v e n de rivieren wonen , die het Land doorsnij» den moesten , en er nu over heen loopen ia gemaakte » goten , wier bodem steeds verhoog!; door de vallen— » de slib , en die dus hoe langer hoe meer boven het » land rijzen en in kracht en gewelddadigheid hunne » dijken overmeesteren; terwijl men haar nog boven» dien door de droogniaking van meeren , de noodige »boezems onttrokken heeft, om zich , bij v o o r k o » mende opzetting van boven , te kunnen ontlasten , » zonder hunne boorden te verwoesten." Hoezeer deze en dergelijke gevoelens tegenstanders vinden , kan ik er echter bijvoegen, dat met andere deskundigen ook de zeer bekwame Waterbouwkundige C O R NELIS Z I L L E S R N in zijne werken zeer tegen alle v c r gravingen ijvert. Wog op zijn negentigste jaar beeft hij daartegen ernstig gewaarschuwd in zijn belangrijk stukje, getiteld: Iets over de natuurlijke oorzaken der steeds toenemende Zeeoverstroomingen (Rott. 1825] y waarin hij ook beweert en bewijst, dat de Aiwijze Schepper der natuur voor de ontlasting des waters had gezorgd , en d a t , om van land water te maken , alleen daar noodig was, waar door rivieren of binnenvaarten de kanalen verbeterd moesten worden, terwijl de verhooging der rivierdijken en de daarin b e gane misslagen zoodanig de inkeldering der binnenlanden en woningen had veroorzaakt , dat bij elke doorbraak de rivieren die landen tot hunne Beddingen, verkolen» Ook had deze maatregel een a a d «
Wumkes.nl
-84
BIJVOEGSELS
deel van het noorden der Provincie, scheidende Oostergo en We.stergo, haren loop nemende dooide Grietenijen Barradeel, Idaarderadeel, Hennaarderadeel, Rauwerderhem tot in Wijmbritseradeel, eindigende bij Bolsvcard en Snoek. Bij de stad Uit— gong , welligt nabij Berlikum had zij hare uitwatering in de W a d d e n , en voorts tusschen Terschelling en Ameland in de Noordzee. Wij geven geene meer bepaalde beschrijving van den aiouden staat der Provincie, maar verwijzen den Lezer tot de breedvoeriger behandeling hiervan te vinden
in
WINSEMIUS ,
SCHOTANUS ,
EMMIUS ,
F.
SJOERDS , bijzonder het kort overzigt in den Tegenwoord. Staat van Friesland I deel, en over de Groote en Kleine Friezen de Aanteekeningen van SICCAMA op de Lex JFrisionum pag. 137 seq. Men vergelijke hierbij hetgeen door den heer WESTENDORP in zijn Jaarboek van en voor de Provincie Groningen, en door B I M E R D Y K in h e t 1 deel van zijne Geschiedenis des Vaderlands (bepaald op bl. 18 en 251 volgg.) met betrekking tot de oude Historie is g e b o e k t : — als ook de Geschiedenis der Nederlandsche Taal van den Hoogleeraar A. Y P E Y , II. 106, die aldaar en elders belangrijke bijvoegsels geeft tot den aiouden staat van Friesland betrekking hebbende. — Over de Middelzee,hare grenzen en uitgestrektheid bevel en wij zeeraan de Bijdragen tot de Geschiedenis der voormalige Middelzee in Friesland, door P. BROUWER P Z . en W . E E K HOI'F (1). Zie voorts de Inleiding van mijn Tafereel
nadeel ten gevolge, het onderhoud namelijk, tot groote kosten vau den landbouw, op plaatsen daar men reeds niet meer het water door sluizen kon ontlasten, van 2000 watermolens alleen in Holland, De Schrijver geeft voorts onkostbare behoedmiddeîen aan de hand, en dit boekje verdient de opmerking des onpartijdigen. (1) Door den Emeritus Predikant P . BROUWER , een man van kennis en verstand , was in geschriften sagelalen cene Nasporing en Aanwijzing van den Loop
Wumkes.nl
EM A A N T E K E N I N G E N .
285
van den ÏFaiervloed in Friesland. Wij voegen hierbij nog de aanmerking, ook door anderen gemaakt, van. deu Bidder SCJIELTEMA. , voorkomende in zijne als nog onuitgegevens Geschiedenis der Zuiderzee, dat in v o rengemelden tijd weliigt het Gooiland in Holland en Gaasterland in ons Gewest aaneengehecht waren, verdienende het bijzondere opmerking dat de grondgesteldheid gelijk i s , en aan beide zijden de einden van eene hooge aardrigchel, in Holland de Muiderberg en bij Staveren het Klif, aanwezig is; even als de afgebrokene en tegen over elkander liggende Krijtbergen in Frankrijk en Engeland zouden bewijzen dat eertijds hier geene scheiding bestond. W a a r schijnlijk stroomde er toen nog geen zout water binnen den kreits der duinen van Terschelling af tot aan den uitloop der Maas, — Belangrijke opmerkingen deelt de kundige F . ARENDS ons mede in zijne Geschiedenis der Noordzeekusteu, in welke hij de veranderingen beschrijft, welke die kusten door stormvloeden, gedurende een tijdvak van tweeduizend jaren hebben ondergaan (1).
en de Grenzen der opgeslijkte Middelzee, welk stuk te gelijk wordt uitgegeven (terwijl deze ter perse is,) met een zeer naauwkeurig en grondig Onderzoek naar de oorspronkelijke uitgestrektheid , en den tijd en wijze van opslijking der Middelzee; alsmede hoe Leeuwarden door haar is bespoeld geweest, zaïnengesteld door den ijverigen beoefenaar der Geschiedenis W . E E K H O F F . Eene zeer aanbevelende Voorrede van den kundigeu WollP v. P E Y M A versiert dit werk. Het onderzoek van Do. BROUWER bepaalt zich tot den omvang en begrensdheid der Middelzee in de 13 eeuw. ElïKHOFF heeft getracht aan te toonen en tot eenen hoogen trap van waarschijnlijkheid te brengen , welke in de oudste tijden de grenzen dier Zee waren, k e n nende haar eene veel meerdere uitgestrektheid toe , dan waarvan de geschiedenis gewaagt. (1) Dit werk getiteld. Physische Geschickie der Nordsee-Küste und deren Ver'andtrungtn durch Siurmfiuthen stii der Cijmbrisehm Fluth bis jdzt, is im
Wumkes.nl
286
BIJVOEGSELS
BI. 2. — A° 313. W a t betreft d e heerschappij der Prinsen, Hertogen en Koningen over Friesîand, van den jare 313 voor Christus geboorte tot 773 of 775 jaren na d e zelve , waarvan de korte beschrijving' in de eerste drie hoofdstukken dezer kronijk begrepen i s , daarin komt zeer veel onwaarsclujnlijks en iabelachtigs voor, zoodat wij niet gaarne op het gezag van deze en andere Geschied- en Kronijkschrijvers aSies voor goede munt zouden aanprijzen -. alles evenwel te verwerpen, gelijk ook door Friesche Schrijvers-zelve geschied, is evenmin raadzaam. Men leze en overwege hier naauwkeürig w a t de geleerde Baron TiioE ScitWARTZENBERa en HOHELANSBURG-, in de uitmuntende Voorrede voor zijn Charterboek (vooral 1. D . bl. 16 en 1 7 ) , een geschrift, even nuttig als het boek-zelf, op dit punt zegt, en aan wiens g e voelen wij eene hooge waarde hechten. Het was voor den geleerden EMMITJS en in navolging van hem voor F O E K E SJOERDS en den schranderen VAN R H Y N ,
die evenwel hier en daar niet zoo gestreng i s , niet inceijelijk, h e t gezag van andere Schrijvers te verw e r p e n , e n , wat niet met krachtige bewijzen g e staafd t o n d e worden, voor fabels te verklaren. Maar men brenge ook de meeningen van den Baron T A S S11WARTZE.N.BEH& ter toetse, en h e t lijdt geen' twijfel, of cle oordeelkundige Lezer z a l , even als w i j , tot de uitkomst moeten k o m e n , dat h e t gevoelen der eerstgemelden aan gewiglige tegenbedenking is onderworpen, Het groote en aïlijd herhaalde argum e n t , waarom wij toch zoo weinig bij de Romeintwee deelen uitgekomen te Einden 1833, en was het laatste voortbreDgsel van dezen verdienstelijken man , ten nutte van zijn Vaderland , omdat hij dat Vaderland verlaten en zich iiaùi' een an der werelddeel begeven moest, ton eiude «ich een, voortdurend bestaan te verschaffen.
Wumkes.nl
EN AAMTEEK.ENÏNG-EN.
287
sche Schrijvers van alles, wat de kronijken bevatten , vinden, zal toch wel niet als voldoende k u n nen worden b e s c h o u w d : — dan het is hier niet de plaats, daarover verder úit te weiden, liever willen wij hier invoegen w a t de zeer verdienstelijke Oudheidkundige N. W E S T E N D O R P , in zijn Jaarboek van en voor de Provincie Groningen (I. 21 volgg.), op dit onderwerp zegt: « D e Vriesche jaarboeken beginnen de lijst der Vriesche koningen en vorsten reeds van vóór den tijd van ' s Heilands geboorte af. Alhoewel wij ons geenszins met zekerheid op de berigten dezer verzamelaars , tep aanzien dier opvolgingen , durven en willen verlaten; nogtans deelen wij gansch niet in de twijfelzucht van EMMOTS en van anderen, welke hem gevolgd zijn. Vooreerst zijn er geene redenen, om zoo ten eenenmale de geloofwaardigheid v a n CAPPIDTTS STAURENSIS,
geleefd
omtrent
9 2 0 , van
Occo SCHARLENSIS, welke begon te schrijven in 903 en zulks vervolgde tot 9 7 0 , van JOIIANNES Y L I E TEHPIUS , Schrijver van den potestaat J. H. M A R T -
NA en der gemeene Landsregteren, die Ooco's k r o nijk grootendeels uit het H. S, vertaalde en bier en daar vermeerderde (1370), van M. AEVINITS (1400), van AÎTDHEAS CORNELIUS , in 1589,
overleden
te Harlingen
van C O R N . KEMPITJS ( 1 5 8 8 ) ,
van Y O R P E -
RUS T A B O R I T H A , StTEERJjDUS PETRI , MART, I I A M CONIUS (1624) , van B E R N H . G E R B R . FURMERIUS
(1613), en van meer a n d e r e n , te verwerpen. T r o u wens de Vriezen hadden weieer hunne barden en bardengezangen: zoo hoorde nog de bisschop L U B - . , G E R , eenen Vrieschen b a r d de daden der vroegere tijden bezingen, ÀÏIDR, COB.NEI.IDS is ook in mijn oog een achtingvvaardig Schrijver. Deze verhaalt in de voorrede van zijn w e r k , dat V L I E T E R P in eenc zeer lange voorrede berigtte, dat Occo SCIIARIÆNSIS in de voorrede van zijn werk in h e t breede h a d ontvouwd, hoe zijn oude oom SOLCKO FORTEMAN h e t leven der Vriesche koningen, prinsen en h e e r e n , die van het begin af in Vriesland hadden g e r e g e e r d , ten tijde van den laatste» "Vrieschen fco-
Wumkes.nl
.288
BIJVOEGSELS
Hing Radbod naauwkcurig beschreven h a d : ovef welk geschrift hij door dien koning zeer was vervolgd geworden. Schoon nu dit opstel te dien tijde op koninklijk bevel was verbrand geworden, nogtans waren al zijne overgeblevene schriften en b o e k e n in handen van Occo gekomen, door middel van G A T Ï E T A K A M A (zijnen v a d e r ) , welke er vele fragmenten en schooue stukken betrekkelijk "Vriesland onder gevonden had. Deze schat bewoog hem, om alles te verzamelen, wat overgebleven w a s , en wat hij wist. Volgens getuigenis van SUFI'JUDUS P E TRI , zouden de bouwstoffen tot het werk van A L VINUS uit zoodanige oude liederen genomen zijn. Daarenboven heeft S. P E T R I toegang gehad tot alle kJoosterkronijken en kloosterpapieren van Vriesland., waardoor hij in de gelegenheid w a s , om meer ontwaar te worden dan anderen. Ook vinden wij er geene de minste tegenstrijdigheid i n , dat de Vriezen, even gelijk de Kymry in "Wallis en de Galen in I e r land , hunne geschiedenis aan de bardenorde toevertrouwden , en dat deze ook hunne Taliesins gehad hebben. Bij de Kymry en de Ieren zijn deze liederen nog grootendeels behouden, en dalen mede tot vroegere tijden terug. De Vriesche berigten, h o e zeer vermengd met dichterlijke bijvoegselen en met aanvullingen van verschillenden aard, verdienen waarlijk de aandacht van onderzoeklievende mannen" (1). Betrekkelijk den oorsprong der Friezen vinden wij bij Grieksche noch Romeinsche Schrijvers eenige voldoende berigten, uit hoofde zij hun gezag van den aanvang niet in deze oorden gevestigd hebben. Over de benaming en aanvankelijke regeringsvorm zijn ook verschillende meeningen te berde gebragt. Het gevoelen ten dezen van den heer Mr. A. VAN H A L M A E L Jr. ook h e t onze zijnde, nemen wij hier o v e r , hetgeen in zijn beknopt Overzigt der
(1) Vergelijk hierbij de Voorrede voor het I I deel yan 'l Charterioth , p, 65 <;-n 66.
Wumkes.nl
|
ÄN AA-NTEEKENIÎiGEN.
S89
Friesche Geschiedenis (1) is vernield : »De oorsprong van de namen Friezen en Friesland heeft met dien van vele andere volkeren en janden dit gemeen, dat hij hoogst onzeker is. Even onzeker schier is het te bepalen, op welke wijze het land in de oudsle lijden is geregeerd geworden ; oi' er één enkel persoon aan het spits der regering stond, en zoo j a , weikan naam hij droeg. Ook naar de uitgestrektheid van het land, netweik den naam van Friesland droeg , en naar de gedaante van tietzelve , kan men weinig meer dan gissen." »Het komt ons echter, wat het eerste betreft, niet onwaarschijnlijk voor, dat de naam van Friezen niet anders dan vrijen heeft beteekend, welken naam dat gedeelte der Gerniaansche oi* Duilsche volkeren,
(1) Vervaardigd voor h e t , door 't Friesch G e nootschap uitgegeven, F r i e s c h J i e r b o e c k j e n . Het eerste gedeelte ÎS geplaatst in dat -van 1831 : Kirt Oersieht oer Friisláns Schijihiis , ferme fierste tijd oon ït jicr 1814 to , ioopende dii deel van de vroegste tijden af tot aan ICarel den Groote , dat i s , tot aan 't jaar 773 of daaromtrent. Dit tijdvak noemt de Schrijver liet Fabelachtige Friesland. Het tweede tijdperk, loopende tot op de aanneming van Albiecilt , Hertog van Saksen , tot Heer van Friesland, d. i. , tot aan 1498, wordt genoemd het Vrije Friesland. Het derde , de geschiedenis zullende bevatten van 1498 tot op de afzweriiie van Philips I I . , Koningvan Spanje , als Heer der Nederlanden , heet het Overhetrde Friesland. Het vierde tijdvak, van 1584 tot aan 1795, tijdstip van het vertrek van Prins Willem den V . , laatste Stadhouder der V I I Verecnigde Gewesten, uit H o l land , zal het Stadhouderlijk Friesland genoemd worden. H e t vijfde, zullende gaan van 1795 tot de omwenteling van 1813, zal den naam ontvangen van het Nieuwere Friesland. - Zie gem, Jierboeckjen,.
19
Wumkes.nl
-90
BIJVOEGSELS
hetwelk het eerst Friesland tot woonplaats verkozen heeft, zal hebben aangenomen, ten einde zich daardoor te onderscheiden tan' andere stammen, die misschien minder naijverig waren op hetgeen zij -Friezen verstonden onder vrijheid, — volkomen onafhankelijkheid van allen, die niet tot hunnen eigenen stam behoorden, of tot de genen welke zij daarin goedvonden aan te nemen" (1). » W a t der Regering betreft, één persoon sclnjnt aan het hoofd der Friezen gestaan te hebben; niet evenwel zonder, in openlijke aangelegenheden, den raad der IF~ijsten, dat is Oudsten zijner landgenoot e n , in aangelegenheden van akemeen belang, de meening van het geheele volk ingenomen, en dien van de meerderheid gevolgd te hebben. Het komt ons wijders niet onaannemelijk voor, dat die ééne persoon, meerder uitvoerder van 's volks wil dan eigenroagtig gebieder, maar ook in de uitvoering ongebonden, den naam van Koning droeg, welken naam wij, naar de afleiding des woords, meenen aangeduid te hebben : den eersten man van het eerste (d. i mannelijk) geslacht, eens heerschenden volks." «Daarmede willen wij echter niet geacht worden,
(1) Het gevoelen van den heer HETTEMA , ontwikkeld in zijn Iets over de Geschiedenis van Friesland (zie het Mengelwerk van de Leeuwarder Courant van den 10 Augustus 1830, No, 64) , vind ik niet aannemelijk , dat namelijk Friezen hetzelfde zoude beteekenen als Frigen , Frisschen of vreemde volkplantingen; - hoezeer dan ook M. ADTING in zijne Notitia Bat. et Frisiae Ant. in voce F r i s i i deze beteekenis aan de hand geeft en daartoe overhelt. H. v. R.HYN, in zijne Aantt. op de Friesche Oudhed. en Gest. I. 43 , en andere Geleerden houden het met de beteekenis van vrijen- Dat de frissekt of koude landstreek den n»nu\ Friezen zou geschapen hebhen, zal toch wel geen' ingang vinden. "Vergelijk ook de voorrede van GuTBJSRLETH , yoor GABBF.MÁ'S firh. van Leeuwaarden*
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
291
de geheele rij der zeven eerste Koningen (in onze kronijken Prinsen genoemd), der zEven Hertogen en der nege.n, dezen wederom vervangen hebbende Kuningen, welke alle door onze kronijkschrijvers met name genoemd worden, te erkennen." » Ook gelooven wij niet dat de oppermagt der Vorsten erfelijk w a s , allhans niet in de eeisle lijden, hoewel meestal de zoon eens konings, over wiens bewind het volk tevreden was, hem zal opgevolgd zijn.''
E r bestaan over den oorsprong des Frieschen volks eenige overleveringen en sagen uit den overouden lijd , in welken de geschiedkundige waarheid, met de noodige versierselen en verdichtselen, werd gehuld en bewaard gebleven is : jammer maar dat het en dooiden geest der vroegere tijdperken, en door de wijze der overlevering zoo moeijelijk is geworden waarheid en fabel van elkander te schiften. Alles komt e c h ter op dit punt neder, dat de Friezen geeue ahorigenes, dat is inboorlingen van Friesland waren , maar over zee naar deze landstreken waren aangekomen om dezelve te bevolken (1). "Wij willen kortelijk uit de geschiedenis eenigen dier sagen en volksvertellingen bijeenverzamelen en mededeelen, dewijl onze kronijk slechts van eene enkele gewaagd. Naar het gevoelen van JOACHIM H O P P E R zonden de Friezen afkomstig zijn van de Hijperboreische volkeren , van wien zij hunne taal, godsdienst en zeden hadden ontvangen (2). (1) Vg. bl. 206 ,. I I . deel van de Bekn. Geschied. der Nederl. Taal door A. Y P E I J , over de herkomst der Friezen. — (2) W I N S E M I B S in zijne Chronique, f. 6, en SüPFR.. P E T R I de Frisior. antiq. et oriij. p. 234 , noemen H O P PERS een beroemd en verdienstelijk man , de eer der Friesche natie; v. RHYN en na lieni F . SJOERDS zeggen echter, dat zijn gevoelen geene voorstanders heeft.
$
Wumkes.nl
292
BIJVOEGSELS
COHNELTOS KEMPITÎS verhaalt dat een Karthuizer,
genaamd Reinerus de Friezen deed afstammen van een aantal J o d e n , die door Vespasiantis na de innemini* van Jeruzalem in 't leven gespaard, uit het Joodsche land verdreven en herwaarts in ballingschap gezonden waren. «Doch de goede man (zoo zegt TAN B H Y N (1)) moet TACITUS en andere schril vers niet gelezen h e b b e n , die hem zouden onderricht h e b h e n , dat de \ r i e z e n hier ai woonden omtrent de tijden van Christus," — dus voor Jcruzalems verwoesting (2). Deze overlevering hoorde ook bij de oude Pruissen te h u i s , wier voorouders door Salmanzar uit liet Joodsche land waren verdreven [3). Van Frankischen oorsprong schijnt navolgende sage door JOANNES TntTrrEMius, in navolging van IIUNIBALDüs, geboekt in zijne geschiedenis der Frankische koningen. Frisius was de zoon van koning Cogllo; deze werd met toestemming aller Franken Koning van Friesland, doch aan deze keus verbonden zij de voorwaarde , dat hij en alle zijne opvolgers met hunne onderdanen onder de Franken zouden slaan, en tot schatting jaarlijks tweehonderd en zestig koeijen leveren: daarenboven waren zij verpligt a's getrouwe vrienden en bondgenooten der Franken, dezen in alle oorlogen bij te staan. De Friezen nu zouden, volgens het beweerde van verschillende schrijvers (4) , van dezen Koning den naam gekregen hebben. Ook dit verhaal wordt door de geschiedschrijvers van lateren tijd verworpen,
(1)
Gemelde Aantt. j>. 44.
(2)
Cf. S U F F R . P E T R I de Fr. Or. L , I . Cap. x v i l ï .
(3) Zie deswegens v. RnYfJ t. a. p , en "WESTENDORP , Jaarboek van en voor Groningen, p . 5. (4) HuviB'W.mjs , 'f RiTHiîvrrus , F u x c c i u s , PANTTÏI ALKO; of hebben zij zonder ouderasoek elkander nageschreveii ?
Wumkes.nl
•
E » AAKÏEE.K.ENINGEW.
395
daar de Franken toen nog niet als magtig volk zouden hebben beslaan , maar eerst driehonderd jaar na Christus geboorte. - Het is echter vrij zeker, dat het Frankisch gezag reeds zeer vroeg bij de Friezen heeft geheerscht; zelfs de benaming dezer beide volken wordt vaak verwisseld. Deze geheele sage zal echter van later dagteekening zijn dan anderen (1). HuBEiiTUs T H O M A S , een Luikenaar, schreef een boek over de Tongren en E b u r o n e n , waarin hij met kracht van redenen betoogde, dat de Friezen uit de oude Phrygeers of Trojanen herkomsiig waren, welk g e voelen ook anderen aankleefden (2). Grunus, een voornaam Trojaan onder h e n , had Groningen g e t o u w d ; het gewest Frisia en dus het volk met den naam van Friezen gedoopt. Vierhonderd drie en dertig jaren voor Christus waren deze Trojanen, onder Marcomir, in Duitschland bij de Saksen g e komen en naar den zeekant afgezakt (3). Tot een vernuftig bewijs van zijne stelling brengt THOMAS b i j , dat het sledeken Ylst niet Elostum, zoo als sommige Latijnen zeggen, maar Iliacum, dus genaamd naar llium , heeten moet, en dat Aschendorp i n G r o ningerland, naar den befaamden Ascanius ook den naam. Ascania heeft gedragen. - Dit verhaal schijnt van Óud-Duitsche geboorte te zijn (4). EQGBRIK B-EiNiN&A beschrijft in zijne Oost-Friesche
(1)
W E S T E N D O R P , Kronyk , p. 6 en 7. - v. RHYW, IL
F . SJOERUS , Fr, (2)
Jaarb. I
14 enz.
W O L F G A N G , L A Z I Ü S en
AVENTINUS.
(3) Zie WESTENDORP , p. 8 Van deze omstandigheid, in de Kronyk van E G G E R I K BENINGA verm e l d , maken v. KHVN , F. SJOERDS en anderen geen gewag. - Over andere volksvertellingen der stichting van Groningen, zie men onder anderen W E S T . , p. 19. (4) Men 7.ie ook wat. Bn.DETiDYK, Geschied, des Vudcrlands. .f. 296 o ver de Sagen zegt.
Wumkes.nl
298
BIJVOEGSELS
jbeknopt verhaal hiervan in het Naber-ichi op friesland van VAN JlilYN ( 1 ) , dat altijd waardig is g e lezen en herlezen te worden. Daarin wordt ook vermeld hoe de West-Friezen, lieuienaars, Frisiabonen of Nieuwe Friezen, Zwitsers en Graubunders, Franken , Strand-Friezen en Ëiderstedders , uit de oude Friezen zouden herkomstig zijn; terwijl zij ook in Oud-Engeland of Brittannien, Ethiopien en Chili in Amerika , zich zouden hebben voortgeplant. Van de vermelding ten tweede male der Helvetiers of Zwitsers uit de Friezen gesproten ( 2 ) , ten tijde van den Potestaat Magnus Forteman is eene geheel verschillende lezing in de Corte Chronyck van SYBE JAJUCIIS ( 3 ) , welke zegt, dat de Friezen die onder Forteman legen de Romeinen waren opgetrokken, op den lerijgtogt ten deele in Lombardijeu en Italien metier woon waren gebleven , door een hoop volks meestal gedood werden, zoodat er maar weinigen ontkwamen. Dezen nu zwierven op bergen en in dalen rond, tot dat zij in Zwitserland gekomen, a l daar zich huizen hebben gebouwd en een gedeelte iaods bevolkt. MJENSO A L T I N G b e w e e r t ,
dat de Friezen vaii een
en dezelfde afkomst zijn als al de Overrijnsche volkeren. Het voorgeven, dat zij uit Phr\gien, of de Indien herwaarts zijn gekomen, acht hij voor zot-
(1) Achter de Oudheden en Gestichten van Vriesland geplaatst, tot aanvulling van vele onvermelde zaken in dit werk, in welks voorafspraak, hij de Friesche schrijvers luchtig beoordeelt. Hij verwerpt S. PGTRX ,
F u R M R I l t U S , WlVSBMIUS,, H\MCONJ_US
en ZONTËBOOII , en houdt zich aan E v w i u s , D o u ïi,
S C H O T A N U S . B Ü C H E L I U ' S , HUETTUS en A L T I N G .
F. SJOERDS komt met zijn oordeel zeer naauwkeurig overeen in al wat VAN KHYN geoordeeld .heeft. (2)
Zie gem. Nabericht,
p. 350.
(3^ Cf. M. B. v . NiOEKfJnal.Mediiaevi,p. dïukfout voor 440, —
Wumkes.nl
140,
Kit A A N T E E K E N I N G Ë N .
297
tcngcklap en eene lange reeks van leugens ( 1 ) . Hoezeer eene geheele vergelijking van al het geschrevene over dit onderwerp, met een naauwkeurig oordeelkundig onderzoek gepaard, een moegelijke a r beid ware , en hoe bezwaarlijk men ook welligt meerder licht in dezen ontvangen zon, was echter de beproeving daarvan, en eene wij sgeerige beschouwing van alle nog voorhanden zijnde werken en g e schriften der moeite overwaardjg en een zeer verdienstelijk werk. E r is nog zoo veel aanwezig , g e schikt tot bruikbare bouwstoffen , hoezeer dan ook de vernielingswoede vele belangrijke Charters voor altoos hebbe vernietigd, j a zelfs vele gedenkstukken der oudheid door zorgelooze onnoozelheid h e t droevig lot hebben moeten ondergaan van over de zeepalen te worden geworpen, en welligt hun graf hebben gevonden in de diepte dier golven, welke over de verzonken grondvesten der aloude Friesche Koningsstad benenrollen, even als of men ook de laatste getuigen des voorvaderlijken roems in h e t zelfde graf voor eeuwig wilde begraven Wenschelijk ware eene- meer algemeene belangstelling in het lot der Historie en in den goeden wil dier Schrijv e r s , welke zonder zelfverheffing of eerbejag slechts hun vaderland en de wetenschappen willen dienen , wier doel en handeling niet door gloeijende eerzucht of geldgewin worden bestuurd. Wij willen hiermede over alles wat den oorsprong der Friezen betreft afstappen (2).
(I)
Not. Bat. in voce F r i s i i .
(2) Men vergelijke voorts de Chronyk van E G C E RIIC Br.NiNGA in de Anti. van M A T T H B B S . Onder verschillende schrijvers die over de Friezen en derzclver oorsprong gesehreveu hebben , kwam mij als «iet, een der geloofwaardigste voor, den minder bekenden en in MENCKER'S Gtlerfhen Lexicon , door J Ö C H B R uitgegeven , vermelden W E R N E R
ROCEVINK
» B L A B R , ceu Kaï'thuizei' Monnik te Keulen ,. sufc
Wumkes.nl
298
BIjVOECiSELS
fceknopt verhaal hiervan in het Nahaichi op Friesland van VAN R H Y N ( 1 ) , dat altijd waardig is g e lezen en herlezen te worden. Daarin wordt ook vermeid hoe de West-Friezen, Keulenaars, Frisiabojieu of Nieuwe Friezen, Zwitsers en Graubunders, Franken , Strand-Friezen en Ëiderstedders , uit de oude Friezen zouden herkomstig zijn ; terwijl zij ook in Oud-Engeland of' Brittannien, Ethiopien en Chili in Amerika, zich zouden hebben voortgeplant. Van de vermelding ten tweede male der Helvetiers of Zwitsers uit de Friezen gesproten ( 2 ) , ten tijde van den Potestaat Magnus Forteman is eene geheel verschillende lezing in de Corle Chronyck van SYIÏE JAIUCÏIS ( 3 ) , welke zegt, dat de Friezen die onder Forteman legen de Romeinen waren opgetrokken, op den terugtogt ten deeie in Lombardijen en ltalien metier woon waren gebleven , door een hoop volks meestal gedood werden, zoodat er maar weinigen ontkwamen. Dezen nu zwierven op bergen en in dalen rond, tot dat zij in Zwitserland gekomen, aldaar zich buizen hebben gebouwd en een gedeelte iatîds bevolkt. MJENSO ALTING b e w e e r t ,
dat de Friezen van een
en dezelfde afkomst zijn als al de Overrijnsche volkeren. Het voorgeven, dat zij uil Phrvgien, of de Indien herwaarts zijn gekomen, acht hij voor zot-
(1) Achter de Oudheden en Gestichten van Vriesland geplaatst, tot aanvulling van vele onvermelde zaken in dit werk, in welks voorafspraak hij de Friesche schrijvers luchtig beoordeelt. Hij verwerpt S. PETRX , FuRWERlUS , WlVSEMIUS , HOICOVIUS en ZoiiTEBOOM , en houdt zich aan E w w i u s , D o ü ZA, S C H O T A N U S . BUCHET.IUS, HUETTUS en A L T T N G .
F. SJOERDS komt met zijn oordeel zeer naauwk.eu.rig overeen in al wat VAN lltiyN geoordeeld heeft. (2)
Zie gern. Nabericht,
p . 350.
(3} Cf. M. B. v . ~£ilDEK,dnalMediiaevi,$. âïukfout voor 440. —
Wumkes.nl
140,
m
AANTEEKENINGËK.
297
tcngcklap en eene lange reeks van leugens ( 1 ) . Hoezeer eene gehcele vergelijking van al h e t g » s c b r e vene over dit onderwerp, met een naauwkeurig oordeelkundig onderzoek gepaard, een moegelijke a r beid w a r e , en hoe bezwaarlijk men ook welligt meerder licht in dezen ontvangen z o u , was echter de beproeving daarvan, en eene wij sgeerige beschouwing van alle nog voorhanden zijnde werken en g e schriften der moeite ovenvaardig en een zeer verdienstelijk werk. Er is nog zoo veel aanwezig, g e schikt tot bruikbare bouwstoffen , hoezeer dan ook de vernielingswoede vele belangrijke Charters voor altoos hebbe vernietigd, ja zelfs vele gedenkstukken der oudheid door zoigclooze onnoozelheid h e t droevig lot hebben moeten ondergaan van over de zeepalen te worden geworpen, en welligt hun graf h e b b e n gevonden in de diepte dier golven, welke over de verzonken grondvesten der aloude ïYiesche Koningsstad henenrollen, even als of men ook de laatste getuigen des voorvaderlijken roetns in h e t zelfde graf voor eeuwig wilde begraven Wenschelijk ware eene- meer algemeene belangstelling in het lot der Historie en in den goeden wil dier Schrijv e r s , welke zonder zelfverheffing of eerbejag slechts hun vaderland en de wetenschappen willen dienen , wier doel en handeling niet door gloeijende eerzucht of geldgewin worden bestuurd. Wij willen hiermede over alles wat den oorsprong der Friezen betreft afstappen [2).
(1)
Not. Bat. in voce F r i s i i .
(2) Men vergelijke voorts de Chronyk van E G G E Rirc Bi'.rctNGA in de Ann. van M A T T I I E U S . Onder verschillende schrijvers die over de Friezen en derzelver oorsprong geschreven hebben , kwam mij als «iet een der geloofwaardigste voor, den minder bekenden en in MENCKËR'S Gtterfhen Lexicon, door J Ö C H E R uitgegeven, vermelden W E R N E R
ROLEVINK
DE L A E R , een Kurthuizei' Monnik te Keulen ,. a i t
Wumkes.nl
298
BIJVOEGSELS
Het ligt geheel buiten ons bestek, alles te verzamelen cu te vermelden wat door de geschiedschrijvers al niet g e b o e k t , geoordeeld en gegist is over h e t hoogst onzekere tijdvak van de eerste bewonera dezer Friesche lauden , tot op de geboorte van Christus. Dit behoort tot eene volledige Geschiedenis deiFriezen ; dan mét eenige meerdere zekerheid kunnen worden vermeld, de gebeurtenissen van de komst van den Veldheer Drusus in Friesland af tot aan de heerschappij van Karel den Grootc. Wij willen derhalve overnemen, hetgeen de heer VAN HALMAEL in zijn zeer belangrijk Overzigt over dit tijdvak heeft geschreven (1) , in hetwelk men natuurlijk wel overeenkomst met de kronijkeu, maar tevens ook vele afwijkingen van sommiger stellingen zal ontdekken. Er heerseht echter over deze tijden ook nog eene vale schemering , zoo geene duisternis; want de eerste Friesche Koning, wiens naam en handelingen niet genoegzame zekerheid kunnen worden vermeld, heeft geregeerd in de zevende eeuw en heeft den troon beklommen omtrent 590 of 630. Adgillus de Eerste was die V o r s t : wie echter zijn vader was, daarover hebben de geleerden het niet eens kunnen worden. Nu volgt het Overzigt:
Westfalea geboortig. Hij bloeide omstreeks 1495, onderzocht vlijtig de H. Schrift, leidde een godvruchtig leven en stierf in eenen hoogen ouderdom. Deze heeft onder vele werken ook een ten titel voerende : De origine Frisionum uitgegeven. — SüFFR. P E T R I in Origine Frisionum maakt gewag van hem op p, 237 , —. en FuRMEllius heeft bij het opstellen zijner Annahs gebruik van hem gemaakt. (1) Fritsdi en volgg.
Jierboeckjen foar it jier 1831, bl. X I I
Wumkes.nl
EN AANTEEK.ENINGEN.
.
2»
§ 2.
»Elf jaren voor Christus geboorte, vertoonde zich de veldheer der werekldwingende Romeinen, Claudius Drusus Nero in het land der Batavieren. Men zegt, ten einde de Germanen of Duitschers te straffen , die in de landen, aan hunne grenzen liggende, en onder het oppergebied der Romeinen staande, geplunderd hadden. Hij begaf zich langs den Rijn in den Oceaan, ten einde de monden van de Eems en Wezer te bezoeken, tusschen welke de Cauchen of Chauken toen woonden. Aan hunne grenzen "raakte hij in groot gevaar, doch de Friezen, met welke hij bevorens in een vriendschappelijk verbond was getreden , redden hem." » Een jaar later deed hij eene gracht graven, w a a r door hij van den Rijn, door den Ouden IJssel in het meer Flevo komen konde. Van daar konde hij door de Middel zee en verder over de W a d d e n , ia de Eems geraken. De Friezen verbonden zich, waarschijnlijk omdat hij hun beloofde, dat de R o meinen hen bijstaan zouden tegen hunne, immer onrustige , Germaansche n a b u r e n , tot het jaarlijks leveren van een bepaald aantal ossenhuiden. Ook schijnt hij ter hunner bescherming een kasteel, aan de Noordzee te hebben aangelegd. Dat kasteel almede Fievo of Flevum genoemd, plaatsen de oudheidkundigen op het tegenwoordig eiland Grind, thans eene schulpplaat, niet verre van Terschelling. Daaruit kou de Romeinsche bezetting spoedig de Eems bereiken ( 1 ) . "
(1) Ook op Texel stichtte Drusus een' burgt, waarvan het bewijs nog aanwezig is in den naam der hoofdplaats , terwijl grafheuvels en andere oudheden vaiï het verblijf der Romeinen in die streWen getuigen.
Wumkes.nl
SOO
BIJYOEGSELS
§ 3. Jaren na Chr. 29. 48. » Met de goede trouw, die van oudsher de Friezen kenschetste (gelijk de Germanen over liet algemeen) , voldeden zij eenige jaren aan hunne v e r Lindtenis, en wel tot aan of in het jaar 29 na Christus geboorte. Den Romeinschcn veldheer Gennanicus schijnen zij bijgestaan , en zelfs zijn leger eenmaal ecne groote dienst bewezen te hebben, met hem zekere plant, door de Romeinen Brittenkruid genaamd, ter heeling van de scheurbuik aan te wijzen ( 1 ) . I n gemeld jaar eischte zekere Olennius,
Waarschijnlijk is destijds de stad Grebbe gesticht, welke gelegen heeft omtrent een half uur gaans b e noorden Wieringen , aan het tegenwoordig Amsteldiep. Omstreeks 1710 was er nog veel muurwerk overig , en voorheen moet de massa van dat muurwerk ongelijk grooter geweest zijn , vermits men om het midden der XV11 eeuw zeer veel duifsteen heeft o p gehaald en met kagen naar Amsterdam vervoerd. — Over het bestaan dezer stad is veel getwist en aan de kroniekschrijvers T W I S K ,
BORGER,
VALKOOG-en
ZOGTHBOOW voorheen (zoo a!s aan de oude Friesche kronijken) allen geloof in dezen ontzegd; doch na de opsporingen en berigten van PAT.UDAN'US en anderen , in onzen leeftijd gedaan en gegeven, is die twijfel opgehouden. — Dat Drusus in deze streken dijken heeft aangelegd , is door de berigten en ontdekkingen van de geleerde oudheidkundigen A. JVNIUS , den Marrjuis DU S/WNT Srwotf en ft. P A M D A M U S buiten twijfel gesteld.— ScilELTEMA , Geschiedenis der Zuiderzee. M. S. (X)
Over deze daad en het Brittenkruid vergelijke
Wumkes.nl
i
EN A A N T E E K E N I N G E N .
301
een Romein, die mei eenig bevelhebberschap , misschien wel met dat van bet kasteel Flevum, en met het invorderen der zoogenaamde schatting belast w a s , eene soort van huiden , welke zij, evenmin als de waai'de van dien, leveren kenden. Zij lieten zich eerst daarvoor hunne ossen, toen hunne landerijen, eindelijk hunne vrouwen en kinderen tot slaven afnemen , hopende dal men hunne bereidwilligheid ziende, hun geregtigheid zou doen wedervaren. Maar, -het zij de klaglen der armen het oor des Keizers niet bereiken konden, het zij de Keizer zijne prefecten toeliet in het klein te plunderen, gelijk hij-zelf in het groot deed, zij vonden geen gehoor , en begonnen den regtvaardigsten krijg. Zij grepen en doodden de hen kwellende knechten, en belegerden Oieiiniits in de Roineinsche sterkte Wel moesten zij het beleg opbreken , omdat er een aantal Romeinsche benden ter ontzet naderde, alles onderwegen plunderende en verwoestende ; doch, ofschoon de Romeinen , volgens het zeggen hunner g e schiedschrijvers, h e n , evenwel niet zonder aanvankelijke nederlagen en groot verlies, overwonnen, zij schijnen hunne vrouwen en kinderen, en hunne landerijen toch terug bekomen te hebben, en waarschijnlijk zijn zij zelfs wel van Romeinen en schatting ontslagen geworden, of ontheven gebleven." «Althans men vindt niet weder van Romeinen hier te lande gewag gemaakt, dan omtrent twintig jaren later. T o e n , heet h e t , hebben de Friezen zich aan den veldheer Corbulo onderworpen. Hij leidde weder krijgsbezetting in Friesland, en stichtte er eene sterkte , zoo sommigen meenen ter plaatse, waar nu G r o ningen ligt. Doch hij moest die bezetting welhaast
men P L I N I Ü S X X V .
3.
F. SJOERHS , Fr.
125 en 126, - Beschr. v. Fr I. 344.
Frksche NAAR,
Hist. p. 8.
Jaarb.
W K S T . Jaarb. p. 14.
Vad. Hist. I. 79.
WAGE-
H. CANMEGIET.
de Herba Brittanica elc. p. 40. - Tcgmw. Friesl, l, p . 19 volgg. en p . 126.
Wumkes.nl
ƒ.
SCHOTANUS, Disscrt,
Staat van
302
BIJVOEGSELS
terugtrekken, op Bevel van zijnen toenmallgen Keizer, Claudius, die den Rijn tot grens des Rijks Bepaalde : — van eeuige schatting wordt te dier gelegenheid niet gesproken."
§ 4J. na Chr 59. » ' t Schijnt evenwel dat de Friezen, wier naam, sedert het gebeurde met O'ennius, reeds onder de Germanen doorluchtig was geworden, bondgenooten der Romeinen gebleven zijn. — Toen t o c h , eenige jaren later, een deel der Friezen, onder aanvoering van Verritus en Malorix ( 1 ) , die men daarom niet voor Friesche Koningen behoeft te houden, zich op eene ledige plek gronds, denkelijk aan den linker Rijn-oever nedersloegen; toen daarop de Romeinsclie gezaghebber in dien oord h u n a a n z e i d e , dat zij die weder verlaten moesten, ten zij de Keizer hun toestond, iiaar in te nemen, begaven Verritus en Malorix zich, om 's Vorsten toestemming te v e r krijgen, naar Rome. Daar bragt men hen in den schouwburg; zij zagen er de gezanten der volkeren, die gezegd worden in trouw en liefde voor Rome uit te munten, op de banken der Romeinsche Raadsheeren zitten, dat een eerbewijs heette. Daarop begaven zij zich derwaarts, en zetten er zich insgelijks neder, zeggende : dat geene stervelingen de Germanen in wapenen of trouw overtroffen. Do Friesche rondheid behaagde zelfs den wellevenden R o meinen."
(1) ' t Zal met deze namen den Romeinen, als den tateren Frcmsche.n met die van de Admiralen T J E R K HIDDES en VAN DUVENVOOROE gegaan zijn, Dezen heetten zij KtiïrtKlDES en VATOENFORT.
Wumkes.nl
KN A A ' N T E E K E N I N G E N .
303
§ 5. J. na Chr. 240, 350, 418. »Het komt ons voor, dat de Friezen , bij vervolg van lijd, nu eens de zijde der Romeinen zullen g e houden h e b b e n , in de oorlogen, welke dezen bij voortduring tegen de Gerinaausche volkeren voeren moesten; dan weder, zich met de laalstgemcldcu tegen de Romeinen zullen vereenigd'hebben. Van het laatste vinden wij een bewijs in den bekenden oorlog, door de Batavieren, onder Claudius CivJiis, tegen hunne onderdrukkers ondernomen. Ook kan het zijn, dat zij somtijds inderdaad aan hen onderworpen geweest zijn ; doch zij raakten eindelijk buiten alle betrekking tot dezelven Gedeeltelijk voorzeker reeds, toen onderscheidene Germaansche volkeren , onder den naam van Franken, omtrent het jaar 240 , vereenigd, zich ruim honderd jaren later , vestigden in Taxandrie, waardoor men het voormalig eiland der Batavieren met de zuidelijk daaraan grenzende landen, en een gedeelte van Braband, misschien ook Zeeland moet verstaan. — Voor zoo verre zij zelven, of althans een gedeelte h u n n e r , tot dat verbond behoord mogten h e b b e n , en onder de Saliers mogen gerekend zijn, zijn zij nogtans z e kerlijk vrij en onafhankelijk gebleven, en dien Franken niet onderworpen.- Geheel echter, toen die zelfde Franken, nog ongeveer honderd jaren later, een koningrijk in Gailië, ü t J^£U}WiiflM%£ JFxankjájk^ sticiUfi-den,. hetgeen Rome erkende, Rome , dat Rijk, hetwelk intusschen door zijnen opperheer, Theodosius den Groote, in twee Keizerrijken, hetOostersch, hoofdstad Constantinopolen, en het Westersch , hoofdstad Rome, was gesplitst geworden, en onder zijn eigen gewigt bezweek, gelijk alle Staten zullen doen, d i e , als R o m e , naar de opperheerschappij der wereld t r a c h t e n ; - o troostrijke leer der Geschiedenis!"
Wumkes.nl
BIJVOEGSELS
304
§ 6. J. na Chr. 62, 68, 90, 183, 186. »A!s men het gezag onzer kronijken niet geheel wil verwerpen, - en het zoude zoo on Jienslig voor de beoefening der geschiedenis ais onbillijk jegens onze voorvaderen gehandeld zijn, indien wij iicL deden, - leden de Friezen iutusschen nienigen aanstoot van de Noordeiijker en Noord-oostelijker volkeren, onder onderscheidene namen, maar vooral onder dien van -Deenen in gemelde schrillen voorkomende. i\eeds op het jaar 6 2 , wordt van zulk eenen inval der Deenen in Friesland gesproken, en jaarlijks schijnen zij, tot in 6 8 , hunne pogingen te hebben h e r haald , meer om te pionderen , dan om zich hier te vestigen. Op het jaar 90 vindt men van eenen inval der Noormannen gewaagd. Omtrent 183 van eenen dergeiijken der Gotben en Wenden. 0|> 186 van eenen der Wiiten, welke bij die gelegenheid de eerste grondslagen van Wiilenbiirg, naderband de stad Utrecht, zouden gelegd hebben ( l ) . Zijn er inderdaad zulke invallen, bloot met oogmerk te plunderen, geschied, dan mag men daaruit afnemen , dat deze landen minder arm dan voorheen waren. De netten van eciiigc visschers, en het weinige vee van eenige arme landbouwers, kunnen toch de roof'zLicht van tamelijk afgelegene volkeren niet, bij herhaling , hebben aangelokt; en wanneer het waar i s , dat men hier, op zijne beurt zich bereidde tot eenen zeelogt naar de landen dier lastige plonderaars (welken togt, uit hoofde van een getroüén bestand, achterwege bleef), schijnt zulks
(1)
Zie
F.
Mist. bl. 26, 13 vo'gg.
S I O F . R D S , Jaarb.I.
SCHOT,
Fr.
Tegenwoordige Staat van Utrecht,
ƒ.
Wumkes.nl
203.
EN i A N T E E R E N I N G E N .
-30ä
eene regering' âau te kondigen, die niet geheel van inagt en veerkracht ontbloot was. Doch wij zullen hier niet verder in t r e d e n , omdat onze bronnen niet zekerder ca naauwkeurigur z i j n ( l ) . "
§ 7. Jaren na Chr. 280, 449. «Inmiddels hadden ook de Saksen zich van een gedeelte van ons tegenwoordig Nederland meester gemaakt. — Dit volk, welks oorspronkelijke woonplaats men denkelijk in het tegenwoordige Sleeswijk en Holstein, over de E l v e , langs de Noordzee, en op de eilanden aan de kust uier zee moet zoek e n , schoon het sedert lang zich westwaarts h a d uitgebreid, k w a m , waarschijnlijk over zee, eerst in Taxandrie (verg. § 5 ) , en trad in verbond met de F r a n k e n , die hen de bezette landstreek behouden lieten. Toen de Franken zich zuidelijker op b e g a ven , hebben de Saksen meerderen hunner landgenooten tot zich gelokt, en zich meer en meer van de Franken afscheidende, en een gedeelte hunner vorige woonplaatsen bezettende, eenen Staat op zich zelven gaan uitmaken. F r a n k e n , Saksen en Friezen , waarin de kleindere natiën, die voorheen ook dezen grond b e w o o n d e n , versmolten w a r e n , wat met name van het overschot der voormalige Bata(1) Ook W E S T E N D O R P (Jaarb. p . 16) heeft hier geen licht verspreid, verklarende niet te weten , op welk gezag de Jaarboeksclu-ijvers van eenen inval der Noormannen in 't jaar 9 J , bij V. SJOIÎRDS Gothen genoemd , gewagen. - Dit punt verdiende mede eea opzettelijk onderzoek , daar meu toch niet kan vooronderstellen , dat deze vermelde feiten, op verschillende tijden geschied , uit de lucht gegrepen vouden aija.' .-•.
20
Wumkes.nl
306
BIJVOEGSELS
vieren mag gezegd worden, dié zich met de Friezen vereenigd h e b b e n ; — Franken, Saksen en Friezen bezelteden alzoo het grootste deel van het tegenwoordige Frankrijk en onze Nederlanden, en naarmate de Saksen hunne vorige woonplaatsen verlieten , hebben de Friezen zich daarin uitgebreid." » T o e n de Franken nog aan de Friezen grensden, werd er een gedeelte der eerstgemelden, bij zekere gelegenheid, door den Romcinschcn Keizer Probus naar de kust van Pontu.s overgebragt. Deze Franken , gedreven door liefde tot den voorrnaligen grond, verlangden daarna terug te keeren. Zij maakten zich meester van.eenige Romeinsche schepen, zeilen daarmede door den Bosphorus en den Bellespont tot in de Middellandsche zee , plunderen de kusten van Asia, Griekenland, de rijke stad Syrakuse o p het eiland Sicilië ; zeilen vervolgens door de straat van Gibralt a r , en zoo komen deze stoutmoedige roovers , langs de kusten van Spanje en Frankrijk, door het k a naal , aan het strand der Batavieren of aan dat der Friezen. Dit einde van hunnen togt, welke eene reis om de wereld mag heeten, maakt liet waarschijnlijk dat er ook Friezen onder deze zeevaarders geweest zijn, en dat de eer dier onderneming, aan welke men zijne bewondering niet kan weigeren , ook gedeeltelijk aan onze voorouderen toekomt. Van oudsher was verkleefdheid aan den v a derlandschen grond een hoof'dtrek van het Friesche karakter." »Nadat de Saksen de onmiddelijke naburen der Friezen geworden waren, hebben zij niet dezen in verbond geleefd. Ook mag men het daarvoor houd e n , dat de lotgevallen der Saksen, bij de Schrij vers der middeleeuwen vermeld, grootendeels mede die der Friezen geweest zijn (1) , die dan eerst weder met hunnen eigenen naam ten toonecle verschijnen, nadat de Saksen oostwaarts wijken voor de Franken , die zich op nieuw tot aan Friesland uitbreiden, en eindelijk ook daar meester worden." (1)
Vergel, F . SJOERD-S , Jaarb. I. 230 envolgg.
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N ï N & E Ï T .
3M7-
» Zoo is het h. v. bij de naamvkeurigste en oor-? deelkundigste Geschiedschrijvers zeker, dat er F r i e zen geweest zijn onder de Saksers en de met hen vereenigde Anglen f een ander noord-oostelijk v o l k ) , die z i c h , onder aanvoering van Hengst en H o r s , zoo men ze noemt, in 449 of 50 naar Brittanje, het tegenwoordige Engeland, begaven. E n hoewel h e t nagenoeg zeker i s , dat de aanvoerders zelve Saksen waren, komt h e t ons v o o r , dat zelfs liet grootste gedeelte dier vreemdelingen uit Friezen heeft bestaan." »Zij waren tot die overkomst uitgenoodigd g e worden door de Britten zelven, die hunne noordelijke grens-naburen, de Schotten en Pikten, niet. wederstaan konden. Van hen en van de dochter van Hengst, de schoone Ronixa of R o v e n a , m a ken zoowel de Brilsche kronijken als de onze gewag." «Hier voor pleit ook de overeenkomst van de E n gelsehe met de echt Friesche taal, 3)eide dochters der Saksische , naderhand Anglo-Saksjsche g e n a a m d , d. i. dier taal, welke de in Brittanje overgekomene Saksen, Ariglen en Friezen spraken. De Britten tot hun ongeluk te laat beseft h e b b e n d e , dat zij nimmer ter beslissing der twisten op hun eiland, vreemden hadden moeten inhalen, moesten later die v r e e m den tot hunne heeren aannemen, of hun. vaderland ontwijken. Velen begaven zich naar een gedeelte van Frankrijk, naderhand naar hen Bretagne genaamd; de overigen versmolten in de Anglo-Saksen. D e tegenwoordige Engelschen en de Friezen mag men met regt broeders kinderen heeten. W a r e deze les voor de Friezen slechts niet evenzeer verloren g e gaan als voor zoo vele latere volkeren !"
§8. J. naC. 468, 496,555,562,605,628,631. » Doch toen de Saksen en Franken elkander w e derkçe/ig te jnagtig werden, ontstond er groote, yij-
* 20 Wumkes.nl
308
BIJVOEGSELS'1
andsehap tussehen deze beide strijdbare volkeren. Toen de Koning der Franken, Childerik, met zijnen mededinger Egidius (Gilles) om de kroon twistt e , kozen de Saksen de zijde van den laatstgemelde , die hen om bijstand aanzocht. Staatkundig was l i e t , h e t verzoek van den zwakste in te willigen, ter vernedering en verzwakking van den magtigste.— Maar de Saksers streden zoo ongelukkig, dat zij genoodzaakt waren, zich aan Childerik te onderwerpen , zelfs hem bij te slaan in zijne oorlogen tegen andere Duitsche volkeren. Daarna weder hl oorlog geraakt met Childerik's zoon, Klovis, schoten zij ook legen dezen te kort. Klovis verdeelde, bij zijnen d o o d , zijn rijk onder zijne zonen, en dat gedeelte, hetwelk vervolgens onder Oost-Frankrijk of Austrasie heeft behoord, grensde aan de Saksen. — Eerst het aandeel van Theodorik I zijnde , geraakte het later in handen van Klovis' jongsten zoon, Chlotarius I. Deze met de Saksen in oorlog g e r a a k t , bragt h u n verscheidene nederlagen toe. De strijd werd telkens hervat, en eindigde met de oplegging eener schatting aan den vijand , die van den Franken 500 koeijen jaarlijks te leveren." »Evenmin gelukkig waren zij tegen Sigebert I , zoon van Chlotarius I , en Koning van Austrasie, die hen sloeg aan het Boerdiep, d. i. de Middelzee, dus in . het hart van ons tegenwoordig Friesland, — t e gen Theodebert I I en Theodorik I I , kleinzonen van voormelden Sigebert I , Koningen van Austrasie en Bourgonje, — tegen Chlotarius I I , Koning van geheel Frankrijk, en tegen Dagobert I , diens zoon. Deze laatste schold hun de schatting kwijt, hun door Chlotarius I opgelegd , mits zij de Slavoniers, een Noordsch v o l k , dat hem te magtig w a s , beteugelden , 't geen hun echter niet gelukte," §
9.
•
"
Jaren na Chr. 5 1 3 , 677. »lm»iddels hadden de Noordsche- volkeren niet stil
Wumkes.nl
.EK A A N T E E & E N I N G E I f .
30?
gezeten. Nogtans vielen zij niet meer zoo bij voortduring op de Friezen aan als te voren, 't Schijnt zelfs dat d e z e n , of om in den stijl van dien lijd ta spreken, de Saksen , hen hebben bijgestaan tot h e t doen van eenen inval op het grondgebied van den reeds vermeiden Theodorik I. Toen Dagobert hun de schatting kwijtschold, was Adgillus l Koning der Friezen, Hein kunnen wij prijzen als een regtvaardig en edel Vorst Hij vergunde het prediken van het alleen zaligmakend Evangelie in deze landen. De heilige Wilfrid, Bisschop van Jork in Brittanje , kwam van daar herwaarts. Zijne vijanden aan het Engelsche hof, waartoe de Koning zelf schijnt behoord te h e b b e n , wanende dat hij naar Frankrijk was gegaan, wisten den ondeugenden E b r o ï n , toen Groot-Hofmeester bij den Koning van Frankrijk , in hun belang te trekken. Deze schreef aan Adgillus, en beloofde hem eene aanzienlijke som gelds, b i j aldien hij hem den Bisschop, levendig of d o o d , wilde overleveren, Adgillus was geen Christen, maaide oude deugd der Duitschers (der Friezen v o o r a l , zeggen wij) woonde in zijn hart. Hij deed een' brief, in tegenwoordigheid van Wilfrid en zijne m e d gezellen, en in dien van Ebroïns gezanten, luide voorlezen; vervolgens nam hij dien, verscheurde hem, en leverde het overschot der vlam o v e r , de Frankische afgezondeuen den smaad en der schaamte ter prooi latende." «Volgens onze kronijkeii, deed ook Adgillus z e kere hoogten of' terpen o p w e r p e n , opdat zich de landzaten daarop bergen mogten tegen de overstroomingen , welke van oudsher deze landen met wee en jammer overstelpten ( 1 ) . "
(1) Vergelijk WESTENDORP , Jaarb, van en ever Groningen , p. 32 en volgg,, zoo over deze als da opvolgende tijdvakken , onder de regering der K o ningen Radboud I , Adgillus Ï I , Gondebald en. R a d boud I I . , de laotste Koniug over Friesland»
Wumkes.nl
m
BIJVOEGSELS
% 10. J. na Cbr. 8 7 9 , 6 8 5 , 687, 7 1 1 , 719. » De opvolger van Adgilîus, Radboud I , (of hij zijn zoon w a s , wordt door sommigen, niét zonder g r o n d , Betwijfeld) regeerde niet gelukkig. — Volgeus de Kronijken, werd hij zelfs door de Denen gevangen genomen én naar Denemarken gevoerd; naderhand echter weder vrij gegeven. Het Frankische Rijk was een tijdlang ter -prooi aan binnenlandsche oneenigheden. Van deze schijnt Radboud zich aanvankelijk bediend te h e b b e n , ten einde zijn Rijk tot aan den mond der Schelde uit te breiden. Dit echter wikkelde hem in eenen krijg met de Franken , die vooriang de Saksen verdreven hadden uit de landstreken, welke Radboud nu aan zich t r o k , en er meesters geworden waren." » D e Koningen der Franken waren, thans slechts Koningen in naam, en de klem van het bewind was in handen (sedert 687) van den Groot-Hofmeester Pepijn van Herstal, die zich Hertog en Prins der Franken noemde'. Pepijn schijnt Radboud een aanzienlijk "gedeelte van zijn Rijk ontweldigd te h e b b e n , onder anderen Wiltenburg ( U t r e c h t ) , 't welk Pepijn vervolgens ten verblijve gaf aan Willebrord, door den Paus tof Bisschop der Friezen verheven. Pepijn was een ijverig Christen ^ en wist het Christendom wonder wél dienstbaar te maken aan zijne staat- en heerschzuchtige oogmerken. Radboud haatte Pepijn en het Christendom, hetwelk hem aan Pepijn onderwerpen moest. Daarom verwoestte hij bij de eerste gelegenheid de beste den hieuwen Bisschopszetel, doch moest weder voor Pepijn zwichten." » O p nieuw werd de prediking in Friesland h e r vat. Zelfs nam Radboud's dochter, Theodesinde óf
Teutsinda i het €iui$teïidom aan, «n werd dé echt-
Wumkes.nl
EN ' A ANTEEKENINGEN.
3îl
genoote van Grimoakl, zoon van Pepijn. Dit b e wijst duidelijk, dat de zoo magtige Franken evenwel geene kans zagen , zich de Friezen te onderwerp e n , en dat Pepijn uit dien hoofde, zich door zoodanig eene verbindtenis, ten minste tegen hunne vijandschap, poogde te verzetten." » Deze Grimoald \verd daarna vermoord door z e keren Rarigarius, welke gezegd wordt tot de lijfwachten van Koning Radboud behoord te hebben. Daarom wijten sommigen hem, anderen zijner dochter , dien moord. Doch dit is ver van b e w e z e n , en wij zien inderdaad niet, dat Radboud eenig belangbij den ondergang van Grimoald zoude gehad h e b b e n , eene reden te minder, om aan die beschuldiging geloof te slaan. — Wel zegt een onzer Geschiedschrijvers , dat Radboud, die zich immer nog niet ontzag de Christenen te vervolgen, niet beducht voor de wraak van Pepijn, wiens jaren hoog g e klommen w a r e n , vreezen moest, dat Grimoald den h o o n , zijnen vader aangedaan, zou w r e k e n , en h e m daarom uit den weg moest ruimen; doch wat zou hem dit gebaat h e b b e n , daar Pepijn nog twee a n dere volwassen zonen h a d , door geene eehtverbindtenis aan Radboud verbonden, en van welke h e m dus zoodanig eene wraak nog veel meer stond te vreezen?" » O m een bewijs te geven, hoe verschillend de latere Geschiedschrijvers de gebeurtenissen van dien tijd opvatten, en hoe moeijeiijk het daarom i s , een overzigt van dezelven daar te stellen, willen wij, hetgeen op dien moord voigde, op tweederlei wijze verhalen." «Pepijn, zegt een der beroemdste hedendaagsche Duitsche Geschiedschrijvers ( 1 ) , bepaalde h i e r o p , dat Theudoald, Grimoald's onechte zoon, Hofmeester in Austrasie zou worden, welke waardigheid alleen Pepijn eigenlijk had bekleed, hoewel hij ook grooten invloed op de zaken van West-Frankrijk (1) hvoi'.N, Gcschkhte .des Teutschcn P'olks, oiisfsttt-dessbaax Jwek;... • ..•
Wumkes.nl
EsSt»
312
BIJVOEGSELS
(Neustrié of Noustrasie) h a d . Daarop deed Pleet r u d e , grootmoeder van.• Theudoald , de zonen van Pepijn bij zekere Alpheid (of Alphaïda), Kar.oJ (Martel) en Hildebrand gevangen nemen, opdat zij aan Theudoald de waardigheid van Groot-Hofmeester niet betwisten zouden. Dit kon niet geschieden zonder voorkennis van Pepijn. — Pepijn stierf. De West-Franken verkozen toen zekeren Raginfrid lot hunnen Groot-Hofmeester. Daartegen verzetteden zich de Oost-Franken, met Theudoald aan ' t hoofd. E r viel een veldslag voor, dien de Neustrasiers wonnen. Theudoald nam de vlugt, en kwam kort daarna om. Hierop ontkwam Kare! Martel zijner g e vangenis, en wilde zich met het Groot-Hofmeesterschap van Austrasie te vreden houden. Ook dit wilden de Neustrasiers hem niet lalen. Nu streed hij dan om het geheel, en het gelukte h e m , GrootHofmeester over de beide Rijken, ook Hertog en Prins te worden. Theudoald was voor het overige ouder dan Karel, die omstreeks 690 geboren w a s . " » Pepijn, zegt een der nieuwere en wijsgcei-igste Fransche Geschiedschrijvers ( 1 ) , was Groot-Holmeester over geheel Frankrijk; eene van zijne grootste zorgen w a s , alle onderscheiding tusschen Austrasie en Neustrié te doen verdwijnen; maar hij was genoodzaakt, die onderscheiding weder op nieuw te m a k e n , ter gunste yan zijne zonen. Toen Grimoald stierf, liet hij eenen zoon n a , Theudoald, oud ongeveer zes jaren. Dezen schonk Pepijn toen het Groot-Hofmeesterschap van Neustrié. Toen stierf hij. Na zijnen dood deed Plectrude Karel Martel gevangen nemen, — van Childebrand (Hildebrand) wordt niet gesproken; dit had Pepijn voorzeker niet gelast. Daardoor veroorzaakte zij dat Karel, die anders aan Theudoald het Groot-Hofmeesterschap van Neustrié wel zou gelaten h e b b e n , als zich met dat van Austrasie kunnende vergenoegen, nu u i t w r a a k , om den hem aangedanen h o o n , hem dat moest (1) G A I L L A R D , Histoire de Charlemagne. Niet «sn Tan de minsten , wat zijnen schrijftrant betreft», o
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I H G E N .
313
betwisten. — De grooten van Neuslrié, niet door een kind willende geregeerd worden, kozen R a g a n frid. Deze wilde Groot-Hofmeester van het geheele Rijk worden. Het overige komt met het verhaal van den Duitscher nagenoeg overeen. Alleen w o r d t , bij den F r a n s c h m a n , Rainfroy (Raganfrid) eerst na de nederlage van degenen, die het voor Theudoald opnamen, tot Groot-Hofmeester verkoren." . » Zooveel is intusschen zeker , dat Raganfrid , die alleen wilde heerschen, en eindigde met alles, o p één Graafschap n a , te verliezen, naderhand echter zoo verstandig' w a s , zich met hetzelve tevrede te h o u d e n , hetwelk andere overweldigers, die in het eerste zijn voorbeeld gevolgd h e b b e n , niet deden; dat deze Raganfrid hulp zocht bij R a d b o u d , dien de Fransche Schrijvers slechts Hertog.der Friezen noemen; — hij mogl geen hooger rang dan Pepijn en Karel hebben. Dit moet den doodvijand der Austrasiers welkom geweest zijn. — Hij trok te veld, en overwon Karel, die hem afzonderlijk aanviel. Hij schijnt zich vervolgens met de Neustrasiers vereenigd te h e b ben tot het beleg van Keulen, in welke stad Pleetrude zich onthield, die, nadat de Neustrasiers hadden moeten aftrekken, omdat Karel hen in den rug dreigde, hem tot den aftogt, door eene aanzienlijke som gelds, overhaalde." » Hiermede was echter de krijg tusschen Karel en Radboud nog niet geëindigd. Nadat Frankrijk-zelf was bevredigd geworden , schijnt Radboud, die misschien zijne aanvallen op dat gedeelte van zijn g e bied , hetwelk hem door Pepijn was afgenomen, hernieuwd heeft, nog eene nederlage aan de Middelzee te hebben geleden, en dien ten gevolge o p nieuw de prediking van het Christendom door g e heel Friesland te hebben, moeten toestaan. Daarna verklaarde hij zich zelfs bereid den H. Doop te ontvangen. Toen echter Wulfram, laatstelijk Bisschop van Sens, gereed stond, hem dien toe te d i e n e n , en hij bereids met den éénen voet in de doopvonte stond, vroeg hij den Bisschop, of hij zijne v o o r v a deren en de. verstorvene Friesche Edelen ook in d e n
Wumkes.nl
314
BIJVOEGSELS
hemel hervinden zoude ? Wulfram's onbedacht antwoord : dat die in de hel w a r e n , als ongedoopten, deed h o m , onder het zeggen, dat hij liever met zijne voorvaderen en vrienden iu de hei, dan met aan hem onbekende Christenen in den hemel zijn wilde , den voel terugtrekken." » Volgens anderen zou dit al onder Pepijn zijn voorgevallen. Sommigen verkiaren de geheeie g e beurtenis, welke den inborst van Radboud nogtans volkomen kenschetst, voor eene fabel." » Kort daarop kwam Pvadboud te sterven."
§ IL J. na Chr. 734, 738, 744, 746, 754 of 755. » W i e hem opvolgde, is niet geheel zeker; sommigen zeggen, zijn zoon Adgillus I I , anderen , z e keren Poppo. Misschien is het Radboud I mogelijk geweest, zijn gebied, op het voorbeeld der Frankische Koningen , onder zijne kinderen te d e e len, en dan zal hij Oost-Friesland, het land der groote Friezen, aan zijnen oudsten zoon, AdgillusII, en wat hem van liet overige gebleven was (NoordHolland), aan diens broeder Poppo gegeven hebben." » P o p p o oorloogde mét Karel Martel. De twistappel , hetgeen den Frieschen Koningen van het voormalig land der kleine Friezen ontnomen w a s , was voorhanden, Poppo is waarschijnlijk in dien strijd gesneuveld, zonder dat de Friezen meergronds verloren; zijn broeder erfde zijn Rijk, en verdeelde bij zijnen dood hetzelve weder onder zijne zonen, Gondebaid en Radboud I I . " » De laatste bekwam W e s t - de eerstgemelde OostFriesland," » Gondebaid was een vreedzaam Vorst; maar Radboud I l had den aard en de denkenswijze van zijnen voorzaat van gelijken naam, en bovenal diens afkeer van het Christendom overgeërfd. Met de
Sijzen verfeoHckB, beoorloogde hij Kafökanae. ea
Wumkes.nl
r..N' A A N T E Ë K È t t l N G E N .
815
Pepijn den K o r t e , zonen en opvolgers van Karel Martel, maar zonder vrucht. Daarentegen stond hij zijn' b r o e d e r , Pepijn, Lij tegen de Saksen. Het schijnt op aandrijving van Radboud geweest te zijn, dat de vrome Bonifacius, Aartsbisschop van Maintz, het Christendom verkondigende, in het gebied van Gondebald, omtrent het toenmalige vlek Dokluvm, door de ongeloovige Friezen verinoord is geworden. Althans Pepijn, toen reeds Koning der F r a n k e n , heeft dien moord op hem g e w r o k e n , of d i e n , tot voorwendsel om hem op niéuw te beoorlogen, g e nomen. Radboud moest de vlugt naar Denemarken n e m e n , en misschien heeft hij zich toen eenigen tijd op het eiland Helgoland opgehouden, en aldaar de afgodendienst ia al haren vorigen luister hersteld. Ook zou het kunnen zijn, dat Gondebald eerst t o e n , na het vertrek van R a d b o u d , de kroon verkregen heeft, en dat de laatstgemelde tot dien tijd toe alleen in Friesland geheerscht had. In dit geval zouden wij onderstellen mogen, dat Radboud de oudste zoon van Adgillus I I geweest is."
Tot dusverre h e t Overzigt van den heer V. HAT,MAEL, uit al de Geschiedschrijvers bijeengebragt en met zijn eigen oordeel verrijkt. Het verschil in de jaren, waarin de gebeurtenissen worden vermeld, is bij vele Schrijvers zeer opmerkelijk; dan een o p zettelijk onderzoek hierover, zou voor ons doel van . weinig nut zijn. — Wij zullen liever de korte g e schiedenis van Radboud tot aan zijnen dood vervolgen. In den jare 7(58 stierf Pepijn , nalatende drie z o nen , Karloman, Karel en Gilles; welke beide eersten, daar de laatste tot den geestelijken stand was opgebragt, het rijk verdeelden. Karloman viel OostFrankrijk en Karel Friesland ten deel. Karel, door zijne regtschapenheid, vele deugden en groote k u n digheden, verwierf zich te regt
Wumkes.nl
31G
BIJVOEGSELS
Grootcn ( 1 ) ; maar zijne onrustige b r o e d e r , velen twist en tweedragt liever was dan rust en v r e d e , vervolgde hem steeds als een vijand. Dan slechts drie jaren werd hem daartoe gegeven, want toen steide de dood paal en perk aan deze kwelling. K a rel werd nu ook als Koning van Oost-Frankrijk erkend. R a d b o u d , de bittere vijand zoowel der Christenen als der F r a n k e n , was in Friesland teruggekeerd, algemeen weder tot Koning erkend, en begon zijnen woesten aard en wreede vervolging weder vrijen teugel te vieren. Hij vereenigde zich met der Saksen Koning of Hertog Witekind, ten einde Karels magt te fnuiken en op den troon te blijven. Meer dan eens moest hij echter het onderspit delven, tot hij eindelijk gedrongen werd weder naar de Denen de wijk te nemen. Een paar jaren daarna, (gelijk sommige Schrijvers beweren) tijdens den togt van Karel naar Spanje, waarin alwat Frankenland groot en edels opleverde, tot volkomen nederlaag en vernieling werd gebragt, kwam de nog woelzieke R a d boud in Friesland, en hernam het bewind, doch, slechts voor twee jaren lang. — Karel's legertroepen joegen den woesten Fries weder naar Denemarken, zijn toevlugtsoord, alwaar hij in ballingschap zal gestorven zijn. Geene zekere , zelfs flaauwe narigten van zijn levenseinde, zijne familie of kinderen is aan de nakomelingschap overgebragt. In Oost-Friesland zijn nog overblijfselen uit den ouden tijd aanwezig, zoo als de Kon-Rebberts- en Rabboltswegen, de Piabboltsbergen en een deel van
(1) Hoezeer te dikwijls de kleine daden van groote mannen tot bouwstof moeten dienen , om des Schrijvers historie met luister op te sieren, is echter in de geschiedenis van dezen Karel, hoe dikwijls ook b e schreven , geen verdicht sieraad uoodig: want altoos levert zij een grootsch tafereel op van een merkwaardig V o r s t , aan wien de wetenschappen en letteren , maar vooral de vrijheid en onafhankelijkheid van geheel de Christenheid, alles te danken hehhçn.
Wumkes.nl
EN A Ä N T ' E E K E N I N G E N .
31?
de heerbaan in Groningeriand, welke Radbodiweg genoemd wordt ( 1 ) .
BI. 6. Over h e t Frieschc Wapen niecncn wij te mogen aanmerken, dat, wanneer men het oude Wapen vau Friesland, voorkomende bij W I N S E M I Ü S , IIAMCOÜIUS
en anderen, voor het familiewapen der Friesche Koningen h o u d t , de geschiedenis hiermede in strijd i s , als den oorsprong der Familienamen en Wapens uit de tijden der Kruistogten, aangevangen in 1096, vermeldende; terwijl de laatste Koning, R a d b o u d I I , omtrent den jare 775 de kroon verloor, en w a a r schijnlijk kort daarop is gestorven. Sommigen h e b ben echter beweerd, dat de ooi-sprong der W a p e n s reeds bij de oude Germanen te zoeken zij ; doch. hoewel de schilden der voornaamste krijgshelden o n der hen werden beschilderd en versierd, vindt men geen bewijs voor de regelmatige samenstelling en afwisseling van kleuren naar bepaalde regels, of van eenige figuren tot; kenteeken aangenomen. Hebben de Friezen, voor dat zij met de Romeinen bekend w a r e n , vanen gebruikt, h e t blijkt nergens uit, dat deze met figuren zouden zijn voorzien geweest; en van de Romeinen konden zij die niet overnemen, daar deze wel effen gekleurde en met goud gestikte vanen bezigden; doch van regelmatige wapen-lîguren vindt men niet vermeld ( 2 ) .
(1) Over deze en al de oude wegen in Oost-Friesland is eene zeer uitvoerige beschrijving gegevendoor F R . ARENDS , in het Ostfrinisches Volks-Buch van het jaar 1832, waarvan eene gedeeltelijke vertaling door mij is gegeven, in het Mengelwerk der Leeuwarder Courant. (2)
Men zie hierover
sche Altherthümer,
ADAM en M E I J E R ,
ï\, D . , en vergelijke de
Wumkes.nl
R'ómi-
kantte-
318
BIJVOEGSELS
Het oude Friesche Wapen heeft zeer veel overeenkomst met die wapenschilden, weike sedert de Kniistogten in gebruik kwamen, en dit versterkt de meenirig, dat het niet van Friso's tijd af als Landswapeu of als veldteeken is gevoerd, — ÏÏAMCONIUS z e g t , dat van Friso af tot Beroald het Wapen b e staan hebbe uit een azuren schild, waarop drie zilveren balken, cp welke zeven roode plonipehïadetcii (piel pompeiblatieren, zegt DÜBONAEÎTS) g e plaatst waren, — 'Van Beroald tot Badboud I I werden er een balk niet vier bladeren bijgevoegd, zoodanig als Beroald het veranderde, toen hij, de .dochter van Koning Ilidzard gehuwd hebbende, na den dood zijns schoonvaders Oost- en West-Friesland vereenigdo. — SCTFFR, PETRI plaatst de plompebladeren tusschen de balken en niet op dezelve, strijdig met de regelen der W a p e n k u n d e , welke niet toelaten , dat men kleuren op kleuren, maar wel kleuren op metalen plaatst, gelijk men dit bij de Schrijvers over de Ilcraldie zal vinden. — Koning Haron zoude vroeger aan de Hertogen van West-Friesland een Wapen gegeven h e b b e n , met slechts één zilveren balk en vier roode plompebladeren in het blaauwe schild. — Met de regering van Karel den Groote kwamen de leeuwen en blokjes in het Landswapen.
BI. 7. — A° 245. De Friesche Patcele en de Friesche Hoorn. WINSEMITJS, Chron. fol. 12, spreekt niet uitdrukkelijk van de eigenlijke Pateele als door Adel ingesteld, maar wel van de vriendenmaaltijden en andere bijeenkomsten , waarop men z i c h , ook op Duitsche wijze , aan de dronkenschap overgaf: iets dat aan geen tijdvak zeer vreemd is. Echter werd er spoekeningen over het Oude Friesche Tfapen , in het Mengeltv. Leeuw, Courant , 20 Sept. 1831, alwaar dit b r e e .der ontwikkeld is,.
Wumkes.nl
ES AANTEEKEMNGEN.
319
dig bij de feesten een ceremonie- of zedemeester aangesteld, wieu bij het drinken vooral het toevoorzigt was gegeven, De kantteekening van W I N S . ter a. p . luidt: y>Die f^ricsche Hoorn mghestell met den Schuit el." — Deze Patede of schotel zou uit dertien oi' veertien verschillende g e regten bestaan hebben, en de Hoorn een gewone stierenhoren geweest zijn. Wie nu de geschiedenis van Adel voor eene fabel houden, beweren, dat de Friezen h e t gebruik van uit Horens te drinken van de Denen en Noren hebben overgenomen. — Dan stellig is h e t , dat het gebruik in overonden tijd b e stond ; als ook., dat men later de Horens niet meer van gemeene stieren, maar van Dr-ossen genomen heeft, dezelve zeer versierde en met goud en zilver prachtig liet beslaan. — In de onuitgegeven Kronijk
van
W O R P VAN T H A B O R ,
Lib.
I. cap.
2,
wordt hierover uitgewijd. Zie HAMCONIÜS, Frisia , fol. 8 ; G A B B E M A , Verh. van Leeuw., bl. 1 3 ; A L K E M A D E , Displegtigheden, II. 408 volgg,
BL 7. - A° 245.Adelingen. Ofschoon er reeds in de vroegste tijden, en weliigt in Friesland vroeger dan elders, een stand van mannen bestond, die men Edelen noemde , is het echter niet aannemelijk, dat zij hunnen ttaam van dien van Prins Adel hebbeu ontvangen. Immers de afleiding van het woord spreekt het tegen. Het zij voldoende , uit meerderen hier het aangevoerde van de kundige en schrandere Vertalers en Aanteekenaren op de Oude Friesche Wetten aan te halen, en als het meest aannemelijk denkbeeld na te volgen. Aldaar, op bl. 132, lezen wij : » W a a r »in het weezen ,van den Adel, onder de Duilsche » v o l k e n , bij ouds bestaan h e b b e , kan met geen «volkomen zekerheid bepaald worden. — LP-IBNCTS a (Excerpt. Mejerian. p. 289) en GV&RTNXR (ud.L.L.
Wumkes.nl
3.-.J
BIJVOEGSELS'
» S a x . p . 21.) leiden het woord Edelman af van. » h c t over oud woord o t of o d predium, possessio, » [een goed, hetzij op het land of in de stad; b e » zit] (waar van allod), 200 dat Edelman zooveel «zoude zijn als adelman , predii velpagipossessor, » [groot goed- of landbezitler] en stellen op dien » grond het oorspronglijk weezen van den Adel in » d e bezitting van aanzienlijke vaste goederen." ~W A C H Ï £ R en anderen stellen het wezen van den Adel m hooge geboorte; doch altijd blijft de v r a a g , hoe de eerste edelman in de wereld gekomen zij. Adel dus van od, ode, ade , ede ( i ) , grond, bezitting afkomstig, zoo is Edele, Edelman oorspronkelijk een grondbezitter. Daar nu deze Edellieden , als de aanzienlijkste personen, natuurlijke voorregten genoten, tot hooger ambten en vooral tot hoogere rangen in de krijgsdienst werden v e r k o z e n , hadden zij ook, in de vroegste tijden namelijk, over hunne minderen bet beheer en bestier, zelfs eigene regtsplegiug en vrij gebied. In iateren lijd echter werden er algemeene bepalingen, blijkbaar uit de alleroudste Friesche wetten (Eex Frisionum sive antiquae Frisiorum leges) gemaakt, waaraan de Edelen zich moesten houden. De afstammelingen der grondbezitters, rijksten, traden, hoewel niet r e g t e n s , in de voorregten der ouders, met het ontvangen van het ouderlijk erfdeel (Eikel, in 't Oud-Fricsch). De rijken evenwel, die zich goederen aankochten, werden niet onder den Adelstand opgenomen, omdat hunne voorouders niet onder de Edelen hadden b e h o o r d : zoodat al zeer vroeg' de Adel zijn voorregt aan geboorte toekende. — Destijds bestonden nog bij den aiouden Frieschen Adel geene brieven, wapenen of teekenen van Adeldom, daar deze eerst in de XI of X I I eeuw in gebruik zijn g e komen. (1) B I L D E R D Y K , Geslachthjst op het woord Adel, ï e g t : het is slechts eene andere uitspraak van edel; van ctad, oud. Van deze rueeuing moeten wij , met anderen , verschillen.
Wumkes.nl
m
AANïEEKENINÜEîf.
'
S2Î
Ten tijde van den regerenden Vorst, Hertog G-e«rg van Saxen, (1505) werd op diens iast een r e gister van den Frieschen Adel opgemaakt ( 1 ) , iu hetwelk de in de Grietenijen aanwezige "Edelen, met de wegens oorlogen of onlusten afwezigen, werden opgeschreven. Hierdoor mogen wij vooronderstellen , dat van dien tijd af de wezenlijke erkenning van den Adel heeft plaats gehad, en ook de bepaalde erfopvolging is begonnen. De Friesche Adel onderscheidde zich alzoo van die van andere landen, daar de eerste ten gevolge van vrij en onafhankelijk bezit van goederen tot dien stand was v e r h e v e n , terwijl de andere ten ge.olge van landgoederen, van zijnen Yorsl ontvangen, daartoe geraakte ; ook werden er soms door den V o r s t , zonder dit, in den adelstand ingelijfd, dat i s , in diens voorregten gelijk gesteld. Zoo had men dan ook in Friesland niet du verdeeling' in bijzondere rangen, a's Graven, Hertogen, Baronnen en Heeren , ( 2 ) , maar alleen den rang en titel van F r i e s c h E d e l m a n , den hoogsten rang en titel, welken men voeren kon en wilde. E c h ter verkoos men in den eersten tijd zich R a d e n , Hoofden en Aanvoerders in oorlog en vrede, die dan Heerschappen en Hovelingen, en iu de steden, bepaaldelijk Oldermannen genoemd werden. Deze posten bleven ook in de famiücn. Onder de regering van Keizer LOTHARITJS I I , omstreeks den jare 1125, bestond er tweederlei Adel,— de Hoogere, die onmiddelijk onder den Keizer was gesteld, en de Lagere, die onder Hertogen en Graven behoorde te staan. Dan de Friesche Edellieden wilden geene Hertogen of Graven van Fries*
(1) Dit Register is onder anderen te vinden bi| WlNSEMIUS, Chron. fol. 402. (2) Graven waren Bestuurders namens den Vorst, in de Provinciën , - Hertogen waren Legerhoofden, Baronnen of Baanderheeren Hoofden van een Districten Uitren. Krijgsmannen. . . ,
21
Wumkes.nl
322
BIJVOEGSELS
land erkennen, maar alleen onder de oppermagt des Keizers staan, even ais hun Land. Leenmannen te wezen was hun een ondragelijk denkbeeld, even als b e t voorregt uit vorstengunst gesproten, en zoo was dan ook de alleen begeerde titel van Frieseh Edelman geen mindere, dan die van G-raaf en Hertog. Het gebruik bij den Adel, "om zich naar hunne landerijen en kastcelen te noemen, was in friesland minder algemeen, daar men voor geslachtsnaam veeltijds den voornaam zijns Stamvaders nam. Men leze v . HALMAEC'S Oersicht oer Frieslaas Schijdnïs, § 24: F r i e s c h J i e r b o e c k j e n , 1833. Vergel. voorts het vertoog van Jonkheer M. HETTEMA over den Oorsprong van den Frieschen Adel, voorkomende in het 'Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den 27 November 1832; de Narede van den Heer v. H A L MAP.L achter zijn Treurspel Ats Bonninga; F. SJOEUDS , Beschr.
v. Friesland,
I. 4 7 0 ,
VAN Z O N , zijn Boekje getit. de Adel,
WAKKER
door A N O K Ï -
MTJS B E I . G A , p . 16. volgg.
BI. 10. - A° 59. Over den Afgod Stavo, denzelfden met Thor, leze men WESTENDORP'S Verhandeling over het gebruik der Noordsche Mythologie, (in de Wie uwe werken van de Maatschappij der Nederl. Letlci-k. II. D . 1 St.) p . 29 — 3 3 ; — en vergelijke Oudh. en Gest.van rriesl, I . 2 8 3 - 2 8 5 en 485.
BI. 12. -
A° 4.
't Roode Klif. Al de wonderen van het Roode Klif, nabij Stavoren, niet en zonder h e t bestuur des Duivels, alhier en vervolgens vermeid, kunnen wij
op g,eeaea goeden grond den waarheidiievenden Le>
Wumkes.nl
ES AANTEEKENl^GEW
323
zcr aanbevelen. Echter willen deskundigen, na ontdekking en onderzoek van eene soort van lava in den grond aanwezig, het denkbeeld niet verwerpen, dat het Klit' een vulkaan van minderen rang is g e weest, of ten minste daarvan eigenschappen heeft gehad. — Over de menschenoffers in Friesland g e bruikelijk, ïie de Aanl. op 't jaar 700.
BI. 13. — A° 29. Deze Holle, Olennius, was Hoofdman eeoer Keurbende , en Landvoogd van wcge de Romeinen over Friesland, F. SJOERDS (Jaarb. I. 128) noemt hem. »een gemeen persoon onder de Voorpyllerutan?' ( 1 ) . De verklaring van Holle of Tïollo, naar de F r i e sohe taal Hoofd, Hoofdman, vindt men bij IÏAMC. F/is. p . 1 1 , en bij S. PJETRI, de Frisior, Antiq. et Orig. Lib. I. Cap. IX, welke laatste h e m , echter v e r k e e r d , een Fries van afkomst noemt. — Diocarus ontving eerst, volgens de kronijken, na de overwinning op de .Romeinen den naam van Segori. HAMC. i. 1.
' Bi. 13. -
A.° 29.
Omtrent hei woud Baduhenne. Over den oorsprong en ligging van dit in de Vaderlandsche G e schiedenis beroemde heilig woud is verschil ontstaan, zoo als natuurlijk volgen m o e t , wanneer geene de (1) T A C I T U S zegt: Oknnius e primipilaribus r e gendis Frisiis impositus. — De Primipilares b e h o o r den tot de eerste compagnie der Triariërs; vandaar Primipilares scil. Ctnturio, de Hoofdman van die e e r ste compagnie: S T O A R T , Hom. Gesch. XXII. noemt Olennius een der eerste Hoplieden eener -teurbende. * 01
Wumkes.nl
ä_4
BIJVOEGSELS
minste narigten uit de oudheid overblijven. Er pleit echter meer v o o r , dat; deszeifs ligging in de Wouden dan bij Franeker geweest zij. Kven zoo is het onzeker welke Godheid, aldaar vereerd, door Baduhenna wordt aangeduid. Ook de Oudheidkenner WESTENDORP heeft het onbeslist gelaten in zijne g e noemde Verhandeling, v. IIALMAEL , in het voorberigt voor zijn Treurspel A B E L en IDA, z e g t . »De » n a a m van het woud Baduhenna is voorzeker door » TACITITS verlatijnd. Wanneer inen er den uitgang y>enna of henna (dien wij , hoewel misschien anders «gewijzigd, ook in den naam Nekaknma ontmoeten,) «afwerpt, heeft JBadu genoegzame overeenkomst met » B A L D E R , om de onderstelling te rechtvaardigen , dat •a Baduhenna een aan BALDER geheiligd woud was." Dit komt ons geenszins vreemd v o o r , daar ook de vereering van den in de Scandinavische godenleer zeer bekende Godheid B A L D E R , zoon der Godinne F I U G G A , voornamelijk en weîligt uitsluitend tnsschen den Rijn en den Wezer plaats h a d , en aldaar in hoogen rang en van groot gezag was. — Dat er in Friesland gewijde bosschen zijn geweest, is buiten twijfel; jammer maar dat hunne ligging niet is nagcspoord geworden, en dit, met zoo vele andere zak e n , voor een nageslacht bewaard blijft, 't welk alsdan in zijne nasporingen misschien niets meer ontdekken zal, dan dat het eenige eeuwen te laat g e komen is! — Vergel. W E S T . zijne uitstekende Verh. over het gebruik der Noordsche Mythologie, H A L M A , Toneel der fereenigde Nederlanden, enz.
BL 15 — A° 59. fryt of Verrilus en Malorix, — of Maloriges, In de'Jaarboeken van T A C I T U S , het dertiende, is het voorval dezer beide gezanten, welke hij regerende Vorsten noemt, in zijne bijzonderheden omschre-
Wumkes.nl
i:\' A.ANTEEKENINGEN
325
ven , bepaaldelijk vermeldende hunne vrijmoedigheid, toen zij in den schouwburg meer met de aanschouwers dan met het spel zich bezig hielden, en van zitplaats veranderden, om zich in het P-.aadsheerkjk gestoelte neder te zetten , onder de afgezanten van andere volken, die men wegens trouw e» vriendschap bij zonder eer bewees Deze aloude opreglheid , zoo ais men het noemde , beviel niet alleen aan het publiek, nsaar ook den Keizer Nero zoo wel, (wien in eene kwade luim zulk een gedrag weleens zeer mishaagd konde hebben) dat hij den Gezanten liet belangrijk burgerregt te Rome schonk. — Van de bekeering in den tekst vernield, ook bij W I N S E M I F S geboekt, wordt bij ÏACITL'S niet gewaagd, zoo ais het ook niet voor waarheid wordt aangenomen, onder anderen 4<>or ILvRKBNiioHT in zijne Ooslfr\ Oorsprongkelykheeden, p. 24 en 2 9 , dat Vcrritus en Malorix, of zoo als zij anders mogen geheeten h e b b e n , uit de adellijke geslachten der Ilermana's en CammingJia's gesproten zijn, 't welk door SUJFER. PJÎTIU en H A M CONIUS wordt beweerd. — P. NOTA, in zijn Aanhcmzd betreffende de Oudheden van Berlikum, p . 79 in de n o o t , vermeent, in de woorden van TACITUS de b e vestiging te vinden, dat YiiisR. en MALOR, geënt: I'Yicsche maar Uuitscbe gezanten geweest zijn. Maar waarom kunnen zij niet enkeiLeidslieden van de uittrekkende Friezen geweest zijn, en een ander Koning of Vorst der teruggehleveiien ? Deze gebeurtenis, zegt W E S T . Jaarb. p . 1 5 , behoort niet lot de geschiedenis der Groote Friezen Betrekkelijk deze namen vinden wij' bij A. Y P Ï I I , Geschied der Neder! Tak, I. D. bl. 161 n o o t , o n der de bewijzen, dat de oude Friezen vele namen met hunne buren gemeen hadden, en er dus eene grootp wederzijdsche gemeenschap van volk en taal bestond, 't'navolgende : «Reeds ouder de oudste «"Vriezen schijnen er zulke algemeens namen in «gebruik te zijn geweest. Zulks toch. mag men o p » m a k e n , uit de namen van twee Vriesche gezanten » v a n Rome, onder INF.HO, welke TACITUS voor ons «bewaard liecii, namelijk V'MKJTOS. en M À L O R Ï X .
Wumkes.nl
326
BIJVOEGSELS
» Arm. Lib. X I I I G. 54. Indien ik mij niet bedriege, 5>waren dit, de nog bekende namen G E R R I T en ÏIMATTRIK, De V toch, gelijk wij weten, verandert »ligteli}k in G , en de L in TJ. Gelijk de Neders î a n d e r s in het algemeen van G I Ï K I U T , hun
GIÏEHT
» h e b b e n , zoo h e b b e n , naar liet schijnt, de Vrie3> zen bij zonderlijk van M A Ü R I K hun M P R K gemaakt."
BI. 16. — A.° 59. Op 't Oude Hó/
ie Leverden.
CAPITBUS V,AN
S T A V E R E N , S W E R , P E T R I en IIAMCONITTS zeggen, dat
reeds voor Christus geboorte Leeuwarden onder den naam van Aula Dei, dat is Gods-Hof; bekend was, alwaar het opperhoofd der Druïden, Barden of Priesters was gesteld. Hier was de leerschool van de Friezen, en genoten zij onderwijs in de godsdienst, weienschappen en wijsbegeerte. Dit geslicht zoude te Oldehove gestaan en uitstekende mannen hebben voortgebragt. Latere schrijvers verwerpen dit denkbeeld geheelenal. W a t er van zij is moegelijk op Ie sporen, nogmoeijelijker te beslissen, Verg'. Oudhed. en Gesticht, I. 2 8 3 , alwaar de kundige vertaler, v . R H Y N , in den geest van EMMIUS steeds tot verwerpen genegen van de oude kronijken, ook geen geloof daaraan hecht. Over de goden- en. g e loofsleer der Druïden, hun priesterschap, beheer , en hun bestaan in het oude Friesche Rijk, vergelijke men de meergemelde Verhand. van WESTENDORP , over de Noordsche Mythologie, p , 319 volgg. cu 331 voîgg. — v . W I J N , Huisz. Leven, I. 8 , en Hul. Avoncht. I. 1 2 3 , z e g t , dat de Germanen en dus ook de Friezen geene Druïden of Barden gehad hebben: h e t tegendeel wordt door W E S T . bewezen; — zie W. 287 onzer Aanteekeningen.
BI. 17. — A° 94. JPe IS'ùormamcn,
In dezen tijd, en gedurende
Wumkes.nl
EN A 4TSTEEKEN.INGEN
32?
vele eeuwen later, werd Friesland van tijd tot tijd door de Noren en Denen vreeslijk geteisterd en g e plunderd. Menigmaieu behaalden de Friezen eenen triomf op dezeiveu; doch ook dikwijls leden zij bloedige nederlagen. OCKO VAN SOHARL spreekt reeds van eenen sterken inval op den jare 6 2 , wanneer de Deenschc Koning door sommige Oostersche volken zou opgehitst zijn, In liet jaar 69. wil men dat de Friezen, het jaarlijks rooven, plunderen' en moorden moede, eene groote krijgsinagt naar Denemarken zonden, om ze in hun eigen land ie bevechten , dan storm en onweer hadden dezen togt belet. In 't volgend jaar echter sloten zij met den Koning een bestand, 't w e l k , hoe wonder o o k , volkomen stand gehouden heeft tot den bepaalden tijd. Deze boven bedoelde inval der Noormannen, welke anderen op den jare 90 stellen, schijnt zeer geweldig geweest te zijn, en uit hoofde van den weinigen w e derstand aan deze zijde , daar de meeste Friezen m l t o meirische dienst afwezig waren , hadden zij tijd en gelegenheid zich aan moord en roof ter kele toe te verzadigen. P I C A R B T , in zijne Anncdes Drenthiae, spreekt ookalzoo van dit feit. — Zie de noot p . 305. F . SJ.OER.DSJ Jaarb. i . 197.
.01.- 17. Önekr zeven HERTOO-EN'. liet algemeen gevoelen is, dat men onder die waardigheid van Hertog, met Welken titel thans dien van Prins, in navolging der naburige volken, verwisseld w e r d , niet in eenen lioogvorstelijken oi' Koninklijken staat en niagt b e staan hefabe , maar dat de Hertogen, Heervoerders, Krijgsoversten of Opperbevelhebbers w a r e n , aan welken liet bestuur en beleid des oorlpgs, met aiwat daartoe b e h o o r d e , was opgedragen.
Wumkes.nl
32#
"
BIJVOEGSELS
BI. 22. - A° 248. Dokkenburg. Deze verklaring is zeer juist. Bif K Ï L I A A N vinden wij DOCKE, (vetus) navak: waaronder verstaan wordt: stabulum oi' armamentarium, ligplaats der schepen , d. i. haven. Ook bij denzelfden D O C K E , Germ.poppe:
en in den THEÜTOXISTA,
Doch
of F upp,pupa,pupulla, popje. — Docke van Siro., Over de stichting dezer stad zullen wij niet u i t weiden; zij is na Stavoren de oudste, en in allen opzigte zeer merkwaardig geworden. Men leze h i e r over de Oudheden en Gestichten, I. 4,04, met de aanmerkingen van
v. E I I Y N ,
die met
EMMIITS de
hoo-
ge oudheid betwij feit. W a t voorts derzelver geschiedenis betreft, zeer belangrijk is, om herlezen en vergeleken. te worden, de korte Geschiedenis der stad Dokkurn voor den Krede van Munster, voorkomende in h e t Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den 6 Julij, 1830; alsmede de beide stukken in dezelfde Couranten van 2 en 9 Maart te voren, ter verdediging strekkende tegen de dikwijls kleingeestige en dwaze aanvallen tegen Dokkurn en deszelfs bewoners, vooral van lieden wier spelend vernuft zich door duizend vervelende herhalingen van vroegere aardighedentracht staande te houden. In die stukken is eene naauwkeurige o p gave der groote en beroemde mannen, die Dokkurn heeft opgeleverd, te vinden.
BI. 23. In denjaare 289, — of omstreeks dezen tijd, toert Constantkis Chlorus, door Keizer Diocletianus tot den rang van Roomsch Koning verheven, Galliën met zijne grensprovincien onder zijn gebied verkregen, en de F r a n k e n , Saksen en Friezen in Batavien had overheerd, werden er velen door hem o m gebragt, anderen verplaatst, gevankelrjk weggevoerd, in het Romeinsch leger ingelijfd, of tot harde sla»
Wumkes.nl
E>S A A N T E E K E N I N G E N .
329
vendieusten vernederd. Uit verbittering en tot weêrwraak moesten nu de Friezen , Overrijnsehe Franken , Cauchen, Chainaven en Brncteren in vereenigde niagt, van den winter en den digtgevrozen Rijn g e bruik maken, om Coustantius en zijn heir te overvallen. Dan liet goed krijgsgeluk diende hen niet zoo gunstig als onze kronijk vermeld; de dooi viel in , het eiland werd door de Romeinen omsingeld, de Friezen ingesloten , vermoord of gevangen, en nog dieper onder 't juk gebragt. Daarna is er niet hen eea verbond gesloten. — SCHOT. Fr. J/is/, p . 30. — F . S J O E R D S , Jaarb. I. 225 voigg.
BI. 24, Omtrent denjaare 3 1 2 , enz. De kromjkschrrjvcrs verhalen, dat omstreeks dezen tijd door vijf aanzienlijke Edellieden, West-Friesland ( d. i. de lauden ten westen het Flie ) is bevolkt en bebouwd. De in onze kronijk genoemde Diederik stichtte da hoofdplaats Medemelaca, Medemblik, aldus genaamd naar de Godin Medea; Geerard bouwde het dorp Opdijk; Roeiaard, 't dorp Wildenes, met een sterk kasteel; Keno was stichter van Bennenbroek, en Adelbold van het dorp Winekel. — Dit verhaal heeft eene meerdere beteekenis, dan wij thans nog in staat zijn te geven. Over Medemblik zijn oorkonden van de I X eeuw voorhanden. — Zie over den naamsoorsprong enz. den Tegenw. Staat van Holland',
II. 502.
BI. 25. — A° 334. Friesche Buintn. Op bl. 9 onzer kronijk w o r d t reeds gesproken van W e s t - F r i e s l a n d , en zou dezebenaming, er dus vroeger geweest zijn,. — HAMCONL-
Wumkes.nl
33,')
BIJVOEGSELS
vs, Frisia, LI. 5 en 9 , zegt op Firsiabones, • dát Bone in 't oud Friesch Boer beîeekendc, en dus Frisiabones, Friesche Boeren zijn , waarvoor onze k r o liijk i'lompaarts geeft. A. W. ScnRtEcK, in Orig. rerum. Celt. et Belg., verklaart liet woord dooi- Frisii separatiin habitantes, Friezen die afgezonderd van hun eigenlijk land en îaudgenooten woonden. A L T I N O , VAN ÏUVYN en anderen beweren, dat het woord beteekent Friesche ffaterbewomrs, waarmede zich latere schrijvers hebben vereenigd, en 't welk ook dcor den geleerden YPEIJ , in zijne Geschiedenis der licderl. Ta/e, I. bl. 164., en II. LI. 109 en volgg. rader is bevestigd. A beteekent water; L u e n , b o e n , wonen, verblijf houden, dus zijn Frisiabones Friezen, die aan het water wonen; en deze uitlegging is de eenvoudigste'en de besle, wel zoo goed ais de ongelukkige inval van 3tMrus ( Batavia, p . 48. lid. 1 6 5 2 ) , om van Frisiabones, Fnesc/ie apen Ie maken! — PJÏINITJS noemt dezelve als wonende tusschen het Vlie en het Helium, monden van den Rijn. Dat deze Schrijver ook hier heeft misgetast, bewijst SCHWARTZ, Voorr, I. 26. TACTTUS zwijgt er v a n , doch deze kan hen gehouden hebben onder de Kleine Friezen te behooren. liet denkbeeld van den Heer YPEIJ is zeer aannemelijk, dat de Frisiabonen eene volkplanting van echte Friezen zijn geweest, wonende aan de linkerzijde van het Vlie in West-Friesland, onderscheiden van de Kanicei'aten, (waarschijnlijk aan de oevers der Noordzee woonachtig ) en van de Marsatii in de moerassige, naderhand door de Zuiderzee overspoelde landen zich o p houdende, even zoo als de eerste Bildtbcwoiiers ecue volkplanting was van oorspronkelijke Koord-Hollanders.
Bl. 26. — A° 339. Die W A A R D E N wierd genaamd. ( Zie ook op de jaren 357 en 377.) Even zoo, ook verhaalt W I K S J Ï »
Wumkes.nl
EN AANTEEK.ENINGEN.
331
MlüS , Chronùjue, fol. 3 7 doch naderhand; ( fol. 4 0 ) noemt hij de stad Norden., om welke reden weet ik niet; daarin is SOET, in zijn Op~ en Nederganck van Stavoren, p . 5 5 , hem gevolgd, die door UAUKESROTH , Oost/r. Oorsprongkei. (p. 39 en 232) daarover zeer gegispt w o r d t , dat hij van Esonstad, Norden maken wil; en toch heeft SUET slechts het gezag van "WINS. gevolgd. Door de Noren en D e nen zoowel als door herhaalde watervloeden heeft die stad veel geleden, en is dik wij is geplunderd eu grootendeels afgebrand geworden. W E S T E N D . Jaarb. p. 1 9 , stelt op 't jaar 398 het bouwen van Esonstad door den Koning Ubbo ( U i ï b ) . Over do oudheid dezer stad heeft EMMIUS ook zijnen twijfel m e de gedeeld , doch v . R i r o f is hier wat toegevender dan wei anders. — Zie Oudh. ai Gest. I, 454 volgg»
BI. 28 en 31. — A° 385 en 449. J)cs Hengst en Hors, zijn zoonen enz. In denjaa~ re 4 4 9 , als Hengst en Hors enz. — De geschiedenis dezer Koningszonen is belangrijk genoeg om in aandacht genomen te w o r d e n , en wij vinden er, verondersteld zelfs dat wij onze kroniekschrijvers vcrwerwerpen, ook bij den Engelschen Historieschrijver BEDA, [Lib. I. tap, 15) de vermelding van ïïeze zegt dat zij de zoons van den Saxischen Vorst Vergïstus ( achter-kleinzoon van Woclan) , en dus niet van Odolf Harem waven, hetgeen ock met de tijdrekening verkeerd zoude uitkomen. Hierover is twist ontstaan, welke onbeslist is gebleven: echter ko;r:t men daarin overeen, dat Hengistus en Hors Kan het hoofd van de Saksen, Friezen, Angelen en andere naburige volken, door den Britschen Koning Vortigern te hulp geroepen, derwaarts zijn getogen, en zich eindelijk meester van dat land hebben gemaakt. Hunne geschiedenis is omstandig beschreven bij O c Ko VAM SciiARL; en hoezeer dezelve ook bij andere
Wumkes.nl
"32
BIJVOEGSELS
schrijvers in een romantisch gewaad is gewikkeld', draagt zij, in onderlinge vergelijking gebragt, vols kenmerken van oorspronkelijkheid. Wij kunnen hier in geene verdere ontwikkeling treden, doch zullen voor dien het lusl , de bronnen en navolgingen aanwijzen, waarin do historie dezer gebroeders beschreven staat, met derzelvcr verscheidenheden. — Occo SfiiiARi.ENSis, ' Chronyck, op 't jaar 385 en 4 4 1 ; FciiMr.Rtus, Arm cd. Phrisic. p . 124 en 144; W i s SEM Chr. foî. 43 en 4 7 ; SCHOT. Fr. Ilist. fol 3 9 en 5 3 ; F. S / O E R B S , Jaarb. I. 269 volgg.; E M M I U S ,
Xib. III.
p . 39 seq,; Oudheden en Gestichten,
bericht pan v.
RIIYN ,
hl. 368 ;
WAGENAAIÎ ,
NaVad.
Ilist. I. 2 8 9 ; B E D A , Ilist Eccl. Ub. I. cap. 12 etc. en Chronicon; JANCKO DOUWAJIA , Boeck der Partijen , p . 3 7 ; WESTJJND. Jaarb. I. bl. 2 6 ; Overzigl van v . HA l.ytAT.h hiervoren C 7, jaar 449; GTBEON , Ilist. of the dechne and fall of the Hom. Emp. Ch. 38. i r . 3 9 5 ; HtTMK, Ilist. v. Engel. I. 23 volgg.
Bl. 32. In den jaare 463. Men vergelijke de tegenspraak, in gemeld Nabericht van v . HHYN , p . 372.
Bl. 32. - A° 496. Ueed Klodoveus, een inval in Friesland. F . S/oEtrutf, Jaarb. I. 290 en anderen verhalen, dat de Friezen in dezen strijd het onderspit delfden, de Friezen en Saksen terugkeerden, maar de Alleoiaimen, welke in dezen strijd deelden, hun gebied verloren; terwijl Koning Clovis , ingevolge hunne belofte, ca de overwinning in dezen hagchelijken k a m p , met 3000 Franken, tot het Christendom overging. Eenige jaren vroeger, omstreeks -476, was het Westersche Kei.-
Wumkes.nl
EX A A N T E E K E N I I K I E N .
3:53
zen ijk geheel ten gronde gegaan, en niemand over de Maas en den Rijn gaf gehoor aan het Roineinsche gezag. — Verg. IJIXDERDVK , Geschiedenis des 'Vaderlands, i". 60 en 6 1 .
BI. 34. — A° 517. Groningen, bij de Friesen Grins genaamt. In 517 w e r d , luidens het verhaal van cene der kronijken, Groninge of Groinge ( Grens, Grins ) met een houten staketsel omgeven, ter beveiliging der veste. Deze wijze van bevestiging was reeds veel vroeger bij de Germanen en Belgiërs in gebruik, en behoeft, op dezen tijd, niet de minste verwondering te verwekken.
BI. 34. -
A° 527.
RICHOLD , zijn oudste zoon. Over de geschiedenis in dit tijdvak is een bijzonder verschil ontstaan bij vele schrijvers, daar de verwarringen, zoowel in den tijd als in de personen, aanduiden, dat men het spoor bijster is g e r a a k t , en men alzoo tot gissingen zijne toevhigt heeft genomen, om uit de onderlinge tegenspraak tot eenige waarschijnlijkheid te geraken. Ook onze kronijk geeft geen meerder licht, maar is schijnbaar in den doolhof medegedwaald. De opgave van den zoon en kleinzoon van Diderik, ( zie op 't jaar 334 ) beide Lem of Willem g e h e e t e n , en Dibbalds zoon van denzelfden n a a m , waarvan Haarlem zijnen naam ontleende, is in 't geheel niet in de h a a k , schoon, ook WINSEMIUS (foi. 36 en 48) hem hierin is voorgegaan. Verg. SCIUVEMUS in zijnen Toetssteen op het Oude Goutschc Chronycxken, p . 2 0 4 , 205. De andere kronijken springen met aie historie, tot op Adgillus tijd, wonder om , tcv-
Wumkes.nl
331
BIJVOEGSELS
wip men liet over diens vader maar geheel niet eens kan worden. — W a s Adgillus een Saks of een Fries? Beroakl, Bertoald of Berthold voerde volgens veier gevoelen het gebied over de Saksen, en daar Rits e r d , naderhand Bijgenaamd Aruudelius, in dien tijd Koning ,der Hoog-Friezen w a s , (in onze k r o nijk bl, 36 genoemd ) moet Adgillus diens zoon ge w-eest zijn. Dit is mede de gissing van EAIMKJP , door v. RHYN goedgekeurd, en door F, SÏOERBR {laarb. I. 3 3 4 ) gevolgd. Het is ons wel voorgekomen , dat men Saksen en Friezen, Beroald en Ridserd met en onder elkander heeft verward, en dat Beroald door de Saksen tot Koning of Hertog was verkozen; — maar in hoeverre hij ook een deel der Friezen beliecrscht h e b b e , en hoedanig van Odibfcald af de gesJachtsopvolging geweest zij tot aan Adgillus, behoort tot een nader naauwkeurig onderzoek. Verg. onder anderen v. R H Y N ' s Nabericht, bî. 3 7 6 — 3 8 2 , te dezen opzigte zeer duidelijk, Over Ridserd Arundeîius, die een dapper en vermaard Vorst moet geweest zijn, W E S T . Jaarb, bl 30 voigg. SCHOT. Fr. Ilist.
fol.
47.
Bl. 35. Watervloeden
in
Friesland.
In den jacre 570. Dus ook WINSEMITTS , So£T en anderen, doch GTJTMRLJETII, in zijne Aanteekeningen op G-ABPEnrA's Watcrvloeden, p. 1 4 , vermeldt uit de geschreven kronijk van OCKO VAN S C H A R t , hem ten gebruike gegeven door Bern. Fuüenius, den wcêrgaîoozen Hoogieeraar in de Wiskunst in Friesîands Oppeischool (geiijk hij z e g t ) , dat aldaar deze vloed gesteld wordt op den jare 533. Ook de k r o niekschrijver T W I S K noemt hetzelfde jaar.
Wumkes.nl
v.\ A ANTEEKEN I N G E N .
335
Door D I R K , BURG-M VAN SCHOORL, wordt in diens
kronijk a's eerste Watervioed opgegeven die van 333 in Noord - Holland , wanneer de Z i j p e i s ingebroken en 1200 jaren verdronken heeft gelegen. De stad G r e b b e , door de Romeinen gesticht, liggende aan 't Eimer Swin, thans nabij het Nieuwe D i e p , of een half uur gaans benoorden Wieringen, zou toen verdronken zijn, schoon anderen dit voorval later stellen ( l ) . I n 435 was er weder een zware vloed over Friesland, zoo als ook in 5 1 6 , in onze kronijk vermeld. Na 570 volgde die van 5 8 4 , niet het wonder zeldzame, vruchtbare jaar. In 586 oi' 626 ( 2 ) , of weliigt- in beide jaren, werd Friesland alweder overstroomd. Een viertal jaren later begon de wijze Adgillus vliedbergen en terpen te m a k e n , en gaf der bc-dijking hare geboorte. Vele mcnseheii en veel vee verdronken in den vloed van 792 of 793, en door al deze verwoestingen waren er een aantal steden, dorpen, bossclien, alsmede eene gvoote uitgestrektheidlands verzwolgen en vernietigd, waarvan de onder de golven der zee liggende zandbanken de sporen van het vorig bestaan aanwijzen. De St. Thomas vloed van den jare 806 was g e ducht voor Friesland; en van dien tijd tot op de helft der X I I eeuw moeten door verscheidene overstroomingen Friesland, Noord-Holland, Zeeland en Vlaanderen deerlijk zijn geteisterd, vooral in den jare 839
(1) Men weet dat er over het bestaan van deze stad Grebbe bij de oudheidkundigen is getwist. Aan de latere kroniekschrijvers TwiSK, BORC-ER , V A L K OOG en ZoRTEBOOM werd voorheen in dezen geloof ontzegd, doch na de opsporingen en berigten van PA— LUDANÜS en anderen, in onzen leeftijd gedaan en g e geven, heeft de twijfel opgehouden. SCIIJBLTEMA, Geschiedenis der Zuiderzee. M.S. (2) W E S T E N D . Jaarb. spreekt in 662 van een zwaren watervloed over West - Friesland. Deze heb ik niet kunnen vinden; weliigt is 't eene drukfout voor 020,
Wumkes.nl
336
BIJVOEGSELS
•zou dit gewest bijna geheel overstroomd geweest zijn, en er eene ganschc omwenteling in den bodem vau ons vaderland te weeg zijn gebragt. De St. Juliaans - vloed in 't begin van 1164 kostte het leven aan duizenden van menschen en beesten; waarop de alles verwoestende Allerheiligen - vloed van 1178 volgde, die de zeebaren tol aan Utrechts wallen voortjoeg. In dezen tijd kreeg de Zuiderzee eene groote uitgestrektheid; terwijl de baatzuchtige Friesche Abten vele verderfelijke doorgravingen d e den maken, die de zee in vernielende krachten deed aanwinnen. Ook in 1200 stroomde een deel van Friesland over; doch van den schrikkelijken watervloed in Noord - Holland, in 1212, vindt men niets betrekkelijk Friesland vermeld. Dan bij den ijsselijken Marcellus-vloed, in Januari] 1219, was geene overstrooming te vergelijken, hetgeen dan ook bij de nakomelingschap ten spreekwoord is geworden. Alwat tusschen den Wezer en de Schelde op en over de oppervlakte van den grond aanwezig w a s , •werd op vele plaatsen vernield en vernietigd, en duizenden menschen van 't leven beroofd. Dezen vloed (zegt W E S T E N D . Jaarb. p . 238) meenden velen te moeten toeschrijven aan de brooddronkenheid en de woestheid van een zekeren Fries en kampvcchter , die het hoogwaardig sacrament te Wijtwerd en TJskwerd, ter plaatse waar men naderhand het klooster van St. Jan stichtte, zeer hoonde en ontheiligde
De jaren 1220, 1221, 1222, 1223, 1224, 1227, 1230, 1237, 1246, 1248, 1249, 1250, 1257, 1262, 1266, 1273, 1277, 1285, 1287, 1288 en 1290 w a ren uiterst rampvol voor Friesland, en wie kan er zich een denkbeeld van vormen ? twintig overstroosaingen in ééne en dezelfde e e u w , in één en hetzelfde Gewest! En niet alleen door de vloeden, maar (ook omstreeks het midden dezer eeuw werd Friesland door eene vernielende pest onder menschen en wee jammerlijk geteisterd, terwijl haat en nijd, twist •sn tweedragt onder de ingezetenen aller onheil ten top voerden, — I n deze eeuw verdwenen Ezon-,
Wumkes.nl
EN A A H T E E K E N I M G E N .
S3T
stad, Camminghaburg bij Leeuwarden , Biîlsenburg aan de Middelzoe , de stedekens Wartena ten deele en Grind gulieel. I n de veertiende eeuw werd Friesland aelit malen gedeeiteiijk overstroomd, en wel ten jare 1313, in welke de beroemde Wijbo Sjoerds van Grovestins, voornaam hoofd der Vetkoopers , het ieveu liet, en op welke overstrooming weder eene pestziekte zoude gevolgd zijn: voorts in 1334, 1336, 1361, 1377, 1380, 1387 en in 1400 , de Friesche vloed g e n a a m d , welke van belang is geweest voor de opkomst van Amsterdam, door het aanmerkelijk verwijden van h e t Marsdiep , het zeegat tusschen Texel en den Helder. Wederom vijftien overstroomingen in de X V eeuw, waren ons gewest ten geesel en ter vernieling. I a 1403 was de 3de Catharina's vloed, maar in 1421 rigtte de St. Elisabeth's-vloed hare ijsseüjke verwoestingen a a n , waarin de 72 dorpen in den Z u i d - H o i landsehen Waard bedolven werden, zoodat er twintig1 geheel te niete gingen. De volgende vloeden hadden
plaats in 1425, 1426, 1427, 1428, 1429, 1434, 1437, 1446, 1464, 1470, 1474, 1477, en 1497, en geen wonder dat het land overstroomde, want de onderlinge twist en tweedragt gaf aan den oorlog voedsel, terwijl de eendragtige zorgen voor het b e houd des îands verloren waren. West - W o r k u m , Westerbierum en Dijkshorne waren den golven ter prooi geworden : niet alles echter was verlies, want de Middelzee was nu geheel aangeslijkt, en gaf k o s telijk land. Ook in de X V I eeuw was Friesland even ongelukkig door den lamp der vloeden, zoodat we! twintig malen in dit tijdvak het land overstroomde. In de jaren 1502, 1503, 1509, 151Ö, 1517, 1520, 1524, 1 5 2 5 , wanneer er drie -vloeden in één jaar w a r e n ; in 1530, 1531 en 1532(misschien dezelfde) ,'1552 en 1559 rigtten zij vele verwoestingen aan. Maar de geweldige Allerheiligen-vloed van 1570 heeft het gansche land langs de zeekusten van Frankrijk tot aan Noorwegen toe , als in ééne zee herschapen; terwijl in Friesland de schrik en ellende, die land en inwóonderen in eenaa >>:
Wumkes.nl
2
m
BIJVOEGSELS
poel van jammeren stortte, door geene pen waren îe beschrijven, door geene woorden te vermelden. W e l 20,000 menschen, zeggen de schrijvers, zijn in onze Provincie omgekomen : 1800 telde men in ééne Grietenij. — Daarna had men weder met dit onheil Ie kampen in 1572, 1573, 1575, 1577 en 1578. Toen evenwel, door tusschenkomst en dwang van Gaspar de Robles, werd er gedijkt en gedamd. Hoewel nu de vloeden in de X V I I eeuw minder waren dan in de vorige, was evenwel de zee niet in banden te houden, maar brak nog dikwijls door de dijken heen, en bedierf een deel van het zoo vaak geteisterd gewest. In 1610 liep de zuidwesthoek onder: 1623, 1625, 1643, 1651, 1665 en 1675 waren noodlottige jaren, en vooral het jaar 1651, waarin de St. Pieters-vloed, na dat in Januarij de algemeene rivier-overstrooming in de Nederlanden had plaats g e h a d , in de volgende maand vele oorden in Friesland verwoestte. Voor Noord-Holland was die vloed verschrikkelijk. In den aanvang der X V I I I eeuw, en wel in 1701 en 1703, zoo ook in 1715, leden door de overstroomingen het land en de zeedijken veel schade, dan door den 7 kersvloed in 1717 was de verwoesting g r o o t , vooral in Oost-Friesland. — Ten jare 1731 •werd het paalwerk langs de kusten, en sommige sluisdeuren door de wormen geheel doorknaagd en verteerd. Bijna zestig jaren lang bleef Friesland voor storm en vloed beveiligd, doch in 1775 en 1776 had de provincie door twee overstroomingen, en vooral door de laatste, veel te lijden; dit was echter niet te vergelijken bij den geduchten watervloed van den j a r e 1825, die langs de zeekusten van Noord-Jutland af tot Frankrijk t o e , zijne vernielende kracht heeft uitgeoefend. Vergelijk de Inleiding voor mijn Geschiedkundig Tafereel van den W~atervloed en de Overstroomingen in de Provincie Vriesland; voorgevallen in 1825, en alle de afzonderlijk daarin aangehaalde schrijvers. W E S T E N D . Jaarb. ván Groningen, o p de verschillende j a r e n , die echter vele overstroomingen niet heeft vermeid. — Een zeer goed boek over de laatste over-
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
339
strooming is dat van den kundigen F . A R E N B S , Gemählde der Sturmfluthm vom 3 bis 5 Februar 1825: (zu haben bei dem Verfasser, 1826.) In zijn verdienstelijk reeds aangehaald w e r k : Physitche Geschicktè der Nordsee-Kïisie, geeft de Schrijver, in liet tweede doe!, eenc Geschiedenis van al de watervloeden. Vermeerderd met vele bijzonderheden , door vroegere schrijvers niet vermeld.
BI. 37. In den jaare 628 enz. Het omstandig verhaal van dezen belangrijken strijd, vindt men bij alle latere g e schiedschrijvers bijna op dezelfde wijze geboekt, en komt in de hoofdzaak overeen. Echter bij vergelijking der oudste Friesche jaarboeken, zal men eenige afwijking van anderen vinden. Niet, zoo als deze willen, was Dagobert de aanvallende partij in Friesland, of wilde d i t j á n d dadelijk overheereh; maar de Saksen, onder Koning Berthold, wilden niet meer onder der Franken gebied blijven, maar vrij zijn, des zij h u n ne krijgsboden aan Klotaris zonden, om dien op een b a r schen toon den wil van hunnen Koning te kennen te geven , hetwelk der Franken Opperhoofd dezen zoo hoog afnam, d a t , waren zij niet door de christelijke staatkunde van den Bisschop van Meaux gered, hij hen welligt het hoofd voor de voeten had doen leggen. Zij keerden, tot christenen gedoopt, met eere en geschenken terug. Doch de Saksen verbonden zich met de Friezen, volvoerden hun plan, rukten tegen Dagobert op, die zijnen vader te hulp roept en de overwinning behaalt; en nu had er eene ijsselijke slagting onder de Saksen en Friezen plaats. Die l a n ger dan zijn zwaard waren ( 1 ) , dat i s , die de w a -
(1) W E S T E N D O R P , Jaarb. p. 3t zégt: die langer dan de Spies van Klötarius waren : dit zou nog al verschil maken. . - • • • • - •
Wumkes.nl*
22
340
BIJVOEGSELS
penen weder zouden kunnen voeren en geschikt ten strijde waren, werden vermoord; vrouwen en kinders werden in Frankrijk a!s slaven verkocht, en daarmede eindigde dit treurtooneel. -- Dat dit gevecht in Friesland bij de Middelzee plaats h a d , gelijk R O I Æ V I N K , en in navolging van hem FÜRMERIUS, W I N S E -
MXDS en a n d e r e n , beweren, heeft geen schijn, daar men moet vooronderstellen, dat het niet anders dan bij den Wezer kan hebben plaats gehad Dagobert moet omstreeks dezen tijd ook een christenkerk te Utrecht gesticht, en den Bisschop van Keulen het beheer over de Friezen gegeven hebben ; dan dezen, te zeer nog aan hunne afgoden verslaafd, te itijf van hoofd en stug van aard, boden te veel tegenstand, en men vorderde dus weinig. Dat ook deze Dagobert, als overheerder der Friezen , de insteller der wetten is geweest, wordt b e streden en met grond betwijfeld. — Zie daarover SCHWARTZ. , Charterb. Voorr. I. bl. 3 6 , 3 7 , 38. Men vindt deze gebeurtenis beschreven bij F U R M E R I vs,
Ann.
LA.
III.
c. IV.
p . 1 7 2 ; W I N S . Chr.
fol.
5 2 ; SCHOT. Hist. fol, 4 7 ; F . SJOERDS , Jaarb. I. 323;
W A G E N . F a d . IlUt. I. 3 3 1 ; Tegemv. Staat v. Fr. /„ 2 2 1 ; Oudh.enGest.
II.
1 1 1 , 112 en 3 7 7 ; CERISIER,
Getck. d. Verttn. Ned. I. 9 0 ; BILDERDYK , d. raderl I 6&
Gesck.
BI. 37. Â D G I L D merd enz. Over de regering ván den chrïstelijken Adgillus en onchristelijken Radboud, is in h e t Overzigt genoegzame melding gemaakt. SCHOT. Fr. JETist. p . 5 5 , zegt, dat volgens eene Hollandsche k r o m j k , Radboud geen zoon van Adgillus, maar van Diederik, omtrent den jare 300 Koning van Friesland, bewesten 't Flie, geweest zou zijn. Wij h e b ben echter die kronijk niet gevonden, en volgen liever h e t getuigenis van alle overige geschjedschJrqVSKS.
•• •
Wumkes.nl
m
AANTEEEENIUGEir.
341
BI. 42. - A* 695, In Friesland, Holland en Teisterband. Over het oude graafschap Teisterband, in 'twelk het geheele Sticht, met h e t land tusschen Maas en Rijn, en van daar oostwaarts, met Kleef, Berg en Gulikerland, vervat w e r d , leze men B I L D E R B Y K ' S Geschied, d. Vadert. I. bl. 1 6 1 , 193 en 341 voîgg. De afleiding is d e z e : Sara, Ban is jurisdictie, regtsban, Deister is b o g t , kromte van deisen, thans deinzen, afwijken. Het wordt van ouds algemeen op de kromte van eene rivier toegepast. Dus is Teister of Deisterbant de regtsban ( o f ' t gezag) van de bo^t (de afwijking) des Rijns, waar hij van noordwaarts ten westen afdeinst. — Vergel. de door B I L D . zeivcn vervaardigde kaart achter het I. deel.
BL 43. In den jaare 700. In dezen tijd, en zelfs gedurende een gedeelte der• VIII e e u w , was geheel Friesland nog heidensch. De Menschen-offers, door g e heel Gailien, Germanie en Scandinavië gebruikelijk, "bij de Denen en Noren in zwang', vonden ook in Friesland grooten bijval, zoodat het geenszins vreemd is, in dezen tijd daarvan in de geschiedenis voorbeelden te vinden. Men heeft het verbaal van den schoonen jongeling Ovo, door den Priester Wulfram van den dood verlost, onder de fabels gesteld, dan tijden, zeden en gewoonten in acht genomen, en de leer der ondervinding geraadpleegd, zou ik niet w e t e n , waarom, door deze of gene omstandigheid, hetzij äan hooger magt toe te schrijven, of vindt men dit te ouderwets gedacht, dan door een toeva!, ' of wel door eene behendigheid^ des Priesters, dit
Wumkes.nl
S42
BIJVOEGSELS
voorval niet had kunnen plaats hebben (1). Men twijfelt t o c h , in weerwil der zonderlinge tegenspraak van sommige geleerden , geenszins aan zot,- vele bloedige offeranden aan de Goden gebragt, aan het slagt e n , verdrinken o i ' o p cene andere wijzedooden van zoo vele mannen, vrouwen, ja zelfs kinderen, waarvan de geschiedenis in de eerste eeuwen voorbeelden aangeeft: en zou het dus zoo vreemd zijn, dat in de eerste tijden bij verbazende natuurverschijnselen of andere gebeurtenissen, men in zijnen angst tot het menschênoffer, (gelijk dat van een driejarig kind, bij het ontstaan eener zoute welle ) als h e t hoogste waarmede men zijne Goden vereeren k o n , waarmede men rampen afweren en gunsten verwerven wilde, toevlugt nam? Zeer gegrond is de aanmerking, dat door deze volharding in de afgodendienst . overvloedig blijkt, hoe weinig der Romeinen gezag en invloed op de Friezen werkte. Men leze over het offeren van menschen en beesten de meergen. Verhandeling van WESTENDORP , over hét gebr. der Noordsche Mythologie, bepaaldelijk over de Heilige gebruiken, hl. 339
volgg.
BI. 44. A-DGILP, de tweede. Sommigen willen liever tot o p volger van Radboud zijnen zoon Poppo, dan Adgillus h e b b e n ; de een onder den titel van Koning, de ander onder dien van Hertog. De gissing echter in § 11 van het Overzigt (bl. 315), komt mij zeer aannemelijk voor. Zie VAN LOON , Aloude Holl. Hist. I. 324b 325a; Oudh. en Gest. Naber. p . 393; Bijv. en Aanm. op
W A G E N A A R , I.
92;
W E S T . Jaarb.
p.
42.
(1) Het is beschreven onder anderen bij W I N S . Chronique , fol. 61: W E S T . Jaarb. p . 39. Vergel. F . SJOERDS , Bsschr, 'i. 546,
Wumkes.nl
EN A A N T E E K . E N I N G E N .
S43
BI. 46. - A° 736. J s Bisschop Wilhhrord ontslaapen. Deze heeft ongetwijfeld den eersten grondslag gelegd, en groot nut aan Friesland gedaan, tot bekeering der heidensche natie. Volgens W A Q E N A A R (jf. 378) stierf hij in slagtmaand 737, nalatende een alleraanzieniijks vermogen, meest door de Franken hem geschonken, hetwelk hij aan zijne geliefkoosde Abdij van E p ternach, bij T r i e r , uit eene gifte van Dagoberts Dochter gesticht, vermaakte. Omstreeks dezen lijd schijnt ook de Priester Marcellus, die zeventig jaren lang het Evangeliewerk verrigtte, in Friesland met goed g e volg gepredikt te hebben. Ook in dit tijdvak kwam de vrome en geleerde Bonii'acius hier te lande uit Engeland. Deze bestreed met k r a c h t , verstand en godvruchtigen ijver, niet alleen de heidensche bijgeloovigheden, ruwheid, van zeden en woestheid der Friezen, maar ging ook met ernst het zedebederf, de onkunde , .boosheid , onwettigheid en valsche leer der geestelijken te k e e r , wier doel en middelen met de christelijke godsdienst zoo zeer in strijd waren. Zie het op bl. 348 aanbevolen werk van den heer GLASIUS , I V en V Ilool'dst.
BL 47. — A° 749. II.
Priester Jan. — Zie over dezen Oudk, 8 4 - 8 6 en Naber. bl. 349.
en GtxL
Bl. 50. Vreemtk HEBREN. De Heer v. H A L M A E L , heeft zijn tweede Tijdperk van het G/veyzigt, (gedeeltelijk g s -
Wumkes.nl
344
BIJVOEGSELS'
plaatst in 't Friesch Jicrboeckjcn van 1833) loopend© van 773 tot 1498, zijnde van Karel den Groote tot de regering van Afbrecht, Hertog van Saksen, g e n o e m d : Hei Vrije Friesland. Niet dadelijk evenwel (zoo a!s ook de Schrijver aanmerkt) waren de Friezen vrij, maar trapsgewijze onder KareI's o p volgers werd die vrijheid verkregen, niet door Karel zeiven hen geschonken. En ook natuurlijk, want daar onder de hoofdvoorwaarden het aannemen van de Cliristeiijken Godsdienst, en dus ook onderwerping aan een' Bisschop behoorde, was het van zelf, dat het onrustig en onstuimig karakter niet zoo dadelijk met die zachte middelen te temmen v/as, waardoor dus menig opstand en oproer dikwijls de reeds geschonken vrijdommen weder deden bekrimpen. Karel verdeelde het tegenwoordig Friesland, naar h e t schijnt, in drie Graafschappen: Oostergouwe, Westergouwe en Stavoren. Het Graafschap Islegouwe (IJsselland) , waarin Oost- en West-stellingwerf b e grepen zullen zijn, is welligt een Saksisch en geen eigenlijk Friesch Graafschap geweest of alzoo g e noemd. Ieder Graafschap had zijn opperhoofd, beldeed met de burgerlijke en militaire inagt, en over eenige Graafschappen was een Hertog, uitsluitend het bewind over de krijgsmagt voerende, gesteld (1). De wetten, naar welke Karel de Friesche Graafschappen in het algemeen deed regeren, zijn die, welke onder den titel van Leges Frisionum in druk zijn uitgegeven. Het eerste deel bevat de overoude gewoonten der Friezen onder de Romeinen , meteenige wetten der F r a n k e n , en het tweede , de ophelderende bijvoegselen van Sachsmund en ïVulmar. E c h ter beschouwen wij dit niet als een volledig Corpus of wetboek, maar veeleer voor een handboek voor de Keizerlijke Graven en Ambtenaren, om daarop regt te d o e n , ook ter berekening der breuken en boe-
(1) Over de Graven en Hertogen vergelijke îneffi EiLB.- G-esch, d. Vod, I. 107 volgg.
Wumkes.nl
i3N A A N T E E K E N 1 K G E N .
343
ten. Hieruit zoowel als van elders blijkt, dat de Friezen destijds in vier standen of klassen verdeeld waren. Edelen, dit waren de rijksten, de begoedigsten ; brijen, minder gegoeden , echter onafhankolijken; Liien, lijfeigene boeren, en Slaven oi Knechten, geheel dienstbaren. Karel ontnam den Friezen het regt op de vaderlijke erfenis, alzoo hun regt op de nagelatene goederen der ouders, dat i s : het vrije bezit dei'erf-stam-of landgoederen van den adel en van de we'geboren lieden ; en voerde dus het zoogenaamde Lecnrcgt in. Deze algemeene hoon en smaad werd weder uitgewischt door Kareî's wettigen zoon en opvolger L o d e wijk den Vrome of Godvruchtige ( 1 ) , die zijne regering begon met aan de Friezen dit regt, en met dit regt den eernaam van Vrije Friezen weder te geven. Hij was een zeer menschlievend V o r s t , doch welligt wat al te vroom om zulk een groot gebied en een onverlicht volk te regeren. — Zie Friesck Jierboeckjen, 1833, Q§ 4 en 7 ; bijzonder Charlerboek, VoorredeI. bl. 40 volgg. en aldaar den Giftbrief; vergel. W E S T . Jaarb. bl. 55 volgg. Ten opzigte der wijze, hoedanig de opgemelde wetten in geschrifte gesteld zijn, verhaalt men, dat dit door twaalf deskundigen, (welk getal men in regtszaken steeds hoog waardeerde,) door de Friezen gekozen, uit de overleveringen moest geschieden. Doch men wilde liever bij het oud regt blijven, dan deze zware taak te verrigten, en men was dus onwillig. Des Keizers wil woog echter zwaarder, dan die der twaalven, en het werk werd volbragt. De Sage, zegt de Heer WESTENDORP {Jaarb. I. 59), heeft deze gebeurtenis in een kostelijk kleed g e stoken : (1) Algemeen noemt men hem LodewijkJen Vrome, doch Bn.D£RDrJK ?.egt (Geseh. d. Vaàerl. I. 100, noot), dat pius niet vroom beteekent, want d a t vroom eigenlijk is 't geen de Romeinen strenitus» d a p p e r , noemen. — Beter noemden hem de Fraa— selieu , Ie dehomaire, de Zachtmoedige,
Wumkes.nl
346
BlJVOEGStXS
» D a a r deze twaalf wijzen dan onwillig waren, OÎ?I de wetten der Vriezen in schrift te stellen, zoo gaf de Keizer hun zeven dagen tij ds om tusschen de onthoofding , het levende begraven, of het ter prooi geven aan de woeste golven in een stureloos schip, te kiezen. De wijzen kozen lijdzaam en moedig het laatste. Men zette hen dan nu in een schip zonder zeil, r o e r , riemen en anker, en liet hen voor wind en weder drijven. Een der Wirnoedes, Asega of Azinge geheeten, van.het Wilken-ges'acht, en een der eersïe Vriezen, die deze benaming droeg, h e r innerde in dezen nood zijnen mede-ambtgenooten aan eene door hem gehoorde leerrede van Wiilebrord, nopens de verschijning van Christus J e z u s , voort na zijne opstanding, aan zijne, in druk gezetene, vrienden, hoewel de deuren gesloten waren. Hij stelde hen tevens ootmoedig voor, om de h u l p , r e d ding en tusschenkomst van Christus Jezus in dit g e vaar biddend af te smeeken. Dit geschiedde eenparig knielende. En ziet, onder hun gebed vertoonde zich achter in het schip een m a n , welke met zijne hand een kromhout hield, en die de twaalven w e derom in de haven terug b r a g t , vanwaar zij uitgegaan waren. Als nu de dertiende met de twaalven te lande k w a m , wierp hij het kromhout op den grond, en terstond ontsprong aldaar eene bron, rondom welke allen gingen zitten: een ieder verkwikte zich met het water van de bron. De dertiende, welke aan de twaalve volkomen gelijk en daarvan niet te onderscheiden w a s , leerde hen en gaf hun i n , welke regten zij, ter gehoorzaming aan het keizerlijk bevel, zouden uitkiezen en beschrijven. Als zij nu wel onderrigt waren, zagen zij den dertienden niet langer; zij gingen aan hunne taak, en volbraglen dezelve. » Zij kozen het landregt, dat hen door Maria's zoon g e leerd was," zegt een der kronijken. Men legde deze verzameling den keizer en den paus voor, en het werk verwierf de goedkeuring van beiden." — Verg. de O. Fr. JFettenen de belangrijke Aant. v a n b l . 103-114, alwaar men in het verhaal van de twee Kon., Karel en Radboud, deze sage vindt, zoo als.opkbijBESi3.GA en K E M M I ' S .
Wumkes.nl
ES
AANTEEKENINCiESi
347
BI. 50. In den jaare 111 i's Ludger. Het verwondert mij. dat onze kronijk, nog al gehecht aan bijzondere voorvallen, hier niet vermeld de wonderbare redding van de moeder van dezen Ludger, te vindeu in SCHOTANUS , Beschryvinge. v. Frieslandt, p . 2 2 , overgenomen uit eenen (aldaar niet genoemden) Levensbeschrijver van Ludger. Dus luidt hoofdzakelijk aldaar deze gebeurtenis. Wrisung, de grootvader van Ludger, was der Christen-godsdienst toegedaan, en werd dus door Radboud verdreven. Hij ging over het Viie wonen, en volvoerde zijn christelijk werk; zijn'jongsten zoon Tjadgrim in Utrecht ter leerschool, bestellende. Deze huwde na zijns vaders dood eene vrouw, genaamd Liafburg of Liatburg, waarbij hij drie zoons en ook onzen Ludger verwekte. Deze Liafburg g e boren zijnde, moest op last van hare heidensche grootmoeder, verdrietig dat harer schoondochter alleen meisjes werden geboren, door eene slavin worden verdronken; een regt dat zij volgens, hare l e e r , o p jonggeboren kinderen h a d d e n , om ze om te b r e n gen en te offeren, mits zij vooraf niets genuttigd of geproefd hadden. Dan het wichtje greep met zijne handjes het vat of den emmer, waarin het gestoken w e r d , om den r a n d , en worstelde dus tegen den dood. Eene buurvrouw dit ziende en bewogen met het onnoozel schepsel, ontnam het der slavinrie, liep in haar huis en stak het een weinig honigs iu den m o n d , waardoor het van den offerdood was verlost. Zij voedde het kindje zorgvuldig o p , gaf' het na den dood der grootmoeder aan de ouders terug, en dit meisje werd de moeder van den geleerden en verdienstelijken Priester Ludger, van wien men leest, dat hij de Friesche, Engelsche , Frankische en L a tijnsche talen vlug en vaardig sprak, en wiens leven en daden overal tot zijnen lof zijn beschreven. Als opvolger van den braven Bonilacius en-in diens voet-
Wumkes.nl
348
BIJVOEGSELS
spoor tredende, Bekleedde deze wijdvermaardc Fries eene aanzienlijke plaats onder de Christeuherders, die boven velen, godvruchtig, ijverig en standvastig in zijnen arbeid was. Men vindt onder anderen de levensbeschrijving der eerste Geloofpredikers bij F. S.TOERBS , Beschr. v. O. en N. Friesland, VI Iloo†dst. — Over Ludger, W-ESTENBOiip, x. 64 en volgg. 89 volgg. — die e c h ter , tegen het verhaal van SCHOTANUS a a n , niet de moeder van Ludger den offerdood doet ontkomen, maar Ludger zelf,, waardoor de genoemde oorzaak zou wegvallen, welke aanleiding tot het ombrengen van het jonggeboren kind had gegeven. Maar b e langrijk is ten dezen het werk van den heer B. G L A SITJS, de Gesck. der Ckrist. Kerk en Godsd. in de Nederl. vóór het vestigen der Herv., waarvan het eerste deel het licht ziet, en waarin wij voor de eerste pogingen ter verkondiging van het Christendom in ons Vaderland en der Christenleeraars eene naauwkeurige en belangrijke b e schrijving bebben gevonden. Ook den beoefenaren der Friesche Historie zij dit werk bijzonder aanbevolen (1).
BI. 51. — A° 784. Zijn de Noormannen wederom met Wydekind. In h e t Archief van de oude Hannoversche stad Goslar is eene oorkonde aanwezig, bevattende het gebed of de gelofte, waardoor de Saksen over hunnen aanvoerder Witekind, in den krijg met Karel den Groot e , heil en zegen afsmeekten van hunnen God W o d a n , wiens beeld op den Hartsberg vereerd werd. Dit is de Duitsche tekst: *>Heiliger, groszer Tfrodan! Hilf uns unserm » H e r r n TFittikind, auch dim Kelta (Unterfeld» h e r r n ) von dem aischen (garstigen) Karl-pfui »de?n Schlcichter! Ich gebe dir einen Ocksen und »zwe.i Schaaf e und den Raiib. Ich schlackte dir vatte G.fangene auf deinem heiligen Hartisberge.1" De geleerde Y P E I J deelt deze bede benevens eene (1} IJ itgegereu te Leiden bij S. .en J Luchtaans, lS33u,
Wumkes.nl
. EN A A S T E E K E N I W G E N .
349
tweede oorkonde , twee of drie- jaren later gesteld, toen de Saksen zich aan Karel onderworpen hadden, in de Nedersaksische spraak mede ( 1 ) , met e e n a a n tal belangrijke taalkundige aanmerkingen vooral op liet laatste gedenkstuk.
BI. 54. - A° 808. Omtrent dien zelven tijd liet Igh Tadcma. Het is zeker dat het meer Flevo zich in dezen tijd en ook reeds vroeger merkelijk uitbreidde, waartoe herhaalde stormen en watervloeden krachtig medewerkten, zoodat het zoute water niet alleen de tegenwoordige kusten naderde, maar ook van tijd tot tijd ondermijnde. Het is dus zeer mogelijk, dat Mj het graven van putten, gelijk ook op 't jaar 513 van Juw Hoppers wordt vermeld, er zout water is opgekomen , en het verhaal van T A B E M A de gewone versiering heeft ondergaan, zoo als van vele andere voorvallen, zonder dat het noodig zij het geheel te verwerpen. Dat Igles zoon op bevel van zijnen v a der het landgoed bij het Kreil v e r k o c h t , en zich in Gaasterland vestigde, dit is zeer natuurlijk, en dat de familie hier over wrokkend was en zich op eene voor onzen tijd ijsselijk wreede wijze wraak v e r schafte, is ook niet zoo vreemd. — Men leze deze schrikkelijke geschiedenis in O. v. SCIIARL'S Kronijk o p 't jaar 808, die echter 't voorval met Juw H o p pers niet heeft opgeteekend. Zie W i ' s s . fol. 47 en 8 5 ; SCHOT. Fr. Hist. fol. 53.
(1) Gesch. d. Ned. Taal, II. 136. De aanmerking van den Schrijver, dat er in het woordharelui in den Neders. tekst door onachtzaamheid of onkunde der afschrijvers een misslag begaan is , en dit Karden of Kards zal moeten zijn, zal ook in den Duitschen tekst gelden , daar de Duitsche overzetter van Kardui, Karl— p/ui schijnt gemaakt te hebben.
Wumkes.nl
350
BIJVOEGSELS,
Bi. 56. In den jaare 8 0 9 , als er te Romen, Op Kersdag VKii den jare 800 werd Karel de Groote in de hoofdkerk te Rome als Augustus en Caesar der Romeinen over het Westen uilgeroepen, gezalfd, gekroond en gehuldigd. »De 'Friezen dienden hunnen nieuwen meester g e trouw; doch weinig geloof zoude 't verhaal verdienen, dat zij mol hem Rome zouden hebben veroverd, gelijk onze en andere Kronijken op den jare 809 of omstreeks dien lijd vermelden. Men kan dit feit h e b ben verward niet de verovering van Rome door Arnulph, den laatsten afstammeling van dezen Karel, wien het vergund was den Westelijken Keizerskroon te dragen, doch om gekroond te worden, de stad moest overwinnen, waarin de Friezen beoosten het Flie hem bijstonden," Dit is hoofdzakelijk, met anderen, ook het gevoelen van den heer v. HALMA EL : versterkende dit zijn gevoelen door het argument dat de beschrijvers van het leven en de daden van Karel daarvan geen gewag maken. Dan BILDERDYK is van een t e gengesteld begrip. «Het zijn de Friezen niet alleen , zegt hij, die van hunne verovering gewagen. De Romanciers en Heldenboeken der middeleeuwen zijn er vol v a n , dat de Friezen Rome voor Karel innamen. En waarom mag dit niet zijn ? Dat hij Friezen in zijne legers h a d , is zeker en boven alle Bedenkelijkheid, en daar hij ze ook in Spanje bij zich gehad heeft, daar zij hem over de Pyreneën verzelden en hun trouw bewezen, waarom mag het niet waar zijn, dat zij 't ook over de Alpen deden; en dat toen er een oproer in Rome bij Karels aaunadering ontstond, en de poorten hem gesloten werden, zoo als bij die Romanciers deels gemeld, deels duidelijk ondersteld wordt, zij het waren, die de pooit gewonnen h e b b e n , en hun dus in de stad g e voerd? Daar is iets zoo natuurlijks i n , zoo wel zamenhangende, en zoo wel passende op de zaak, dat
Wumkes.nl
E S AAOTEEKENIMGEN
351
het mij ten minste niet onaannemelijk voorkomt; en dat zij eene beioomng daarvoor gekregen hebben , ge
vereenigen (1). Uit een der te Oxford berustende handschriften, totdenalatenschapvan/««zusbehoorenrle, getiteld: Incipiuni Gesta Fresonum , hetwelk door het Fr. Genoots. wordt uitgegeven, zal ongetwijfeld dit gevoelen worden versterkt. Wij vinden op dezen jare 809, en ook vooral op het volgend jaar, aangeteekend, dat er in alle provinciën eene geweldige runderpest woedde, zoodat er bijkans geen os in het leger overbleef, welke ziekte nog vele jaren voortduurde.
BI. 58. JSen sekatiinge
° 810.
van 200 ponden zilver.
Anderen
(1) Zie de Aanteek. op den jare 1239. Fr. Jierb. 1833, §§ 5 en 14; Bn.p» Gesch. I. 89,92r94, 252en 296.
Wumkes.nl
352
BIJVOEGSELS
bepalen die op de helft. Deze belasting, onder den naam van Klipschild, klinksehatting, werd dus genoemd omdat de munten iu een bekken moesten geworpen en de klank daarvan in de verte gehoord worden. Zoo moesten ook de Engelschen lange jaren het zoogenaamde Vcangeld aan Godfried opbrengen. Zie O. Fr. Wetten, bl. 130, in de Aanteekening.
BL 61. - AD 808. MAGNOS FORTEMAN. Dat deze de eerste Potestaat is geweest, hebben latere schrijvers tegengesproken, op grond dat deze waardigheid zijnen oorsprong uit Karei's Bulle, welke voor valsch verklaard is, moet hebben gekregen. Echter erkent men , zelfs E M M I TTS o o k , dat de Friezen al van ouds Potestaten bobben gehad, die, als de handhaving van het r e g t , of ander algemeen belang, als er oorlog op h a n den was of oustaan zou, verkozen werden. De g e schiedenis van Magnus Forteman kan niet gereedeïijk voor waarheid worden aangenomen; doch het b e staan van zoodanige gezagvoerders, als door het P o testaatscbap wordt bedoeld, kan men ten zijne tijde niet betwisten. — Men leze hierover ter bevestiging v. RIIYN'S Naberkkt, bl. 4 1 0 , 411 , 4 1 7 - 4 2 0 ; F . STOERDS, Jaarb. I. 4 4 0 - 4 4 4 , 4 6 4 , 4 7 3 ; II. 9 , 64, 8 4 , 85 en de aldaar aangehaalde schrijvers ( I j .
Bl. 62. - A° 826. Anscharius. Vermaarde Monnik uit het te Corveij gestichte klooster, werd eerste Bisschop te Hamburg, later Aartsbisschop van Bremen en H a m b u r g , en stierf ki 865. (1) W E S T E N D O R P maakt geen gewag van deae P o testaten. Ook Bll*o. laat dit punt onaangeroerd.
Wumkes.nl
ÊN
AANTEEKENINGEN.
BI. 62. Zn den jaare
830 wierd A D E L B R I K van
ADEUSS
tot Landsheer verkooren. Adgiilius I I had twee zoons en twee dochters nagelalen , van welke laatstcn de eene Konovella was geheelen. Deze was getrouwd met, een aanzienlijk Edelman van Sexbicruin, Adelbrik, wonende op h e t slot Adelburg. ï w e e zonen werden uit dezen echt geboren niet namen Adelbrik, d e ze Potestaat, en Frederik van Adelen, de Bisschop op den jare 838 vermeld. Zie WINSMVHUS, f'oi. 6 7 , 83 en 1 0 5 , alwaar men hunne geschiedenis vermeld vindt Uit dezen zou het beroemd Friesch geslacht der van Adeltns gesproten zijn. — Van den Potestaat, wiens aanvankelijke regering door sommigen later g e steld wordt, is weinig aangeteekend; doch van den moord des Bisschops zegt ook onder anderen de heer V. HALTHAEL {Friesch Jierb. 1 8 3 3 , § 8 ) , dat dit waarschijnlijk door toedoen of op last van Keizer Lodewijks tweede echtgenoot, Judilh, d o c h t e r v a n Welf, Graaf van Beijereii, js geschied, wier huwelijk hij bloedschendig verklaarde. » H a d de man (voegt deze schrijver er bij) zich niet bemoeid met zaken , welke hem niet onmiddelijk aangingen, even als zoo vele andere geestelijken van vroegere en-Jatere tijden, hem was dit lot denkelijk niet wedervaren. Doch zijn voorbeeld heeft misschien niemand geleerd het niet na te volgen, en de bemoeiallen zijn nog niet uitgeroeid." — Verg. F . SJCHBÄJDS, Jaurb. IX. 23
voigg.
BI. 63. - k° 838. De verderfelijke leere-der Aniaanen. ARICS , g e boren in Lijbië omstreeks den jare 3 0 0 , Piiester te Alexaiadrie-, wilde na..den dood .van Achilias in' dit
Wumkes.nl
.354
BIJVOEGSELS
bisdom diens opvolger worden. Dit mislukte h e m , hij besloot ketier te worden, en verkondigde eene l e e r , welke door de Synode van Alexandrie in 3 2 0 , en door de kerkvergadering van Nicea in 325 veroordeeld werd. Arius , schoon gevangen gezet en'gebann e n , kreeg talrijke en vermogende aanhangers, bragt de geheele kerk in tweespalt en won de gunst van Konstanlijn, die zich op de Ariaansche wijze liet doopen, en zelf het Arianismus tot zijne hofreligie maakte. Arius, te Alexandrie geweigerd, trok in 336 naar Konstantinopel en stierf bij zijnen plegtigen mtogt. Zijne leer echter begon nu eerst te leven en bragt het geheele Oosten in beroering; doch do haarkloverijen en spitsvondigheden der Arianen, die elkander onderling verketterden, bezorgden eindelijk aan de K a tholijke kerk de overwinning. Nu en dan verhieven zij zich weder, doch sedert den ondergang van het Longobardische rijk, liep ook hun rijk voornamelijk ten einde, en na de V I I eeuw werd de algemeene invloed van hun stelsel krachteloos. — In Friesland, en vooral in Westergo, schijnt nog later der Arianen leer gehuldigd te zijn; doch Bisschop Frederik, en na hem de vermaarde Kanunnik Odulphus (Adolf), gingen ook hier deze ketterijen met kracht te keer. — Zie Algemeen Noodv/. TP~oordenb. der Zamenkving, op de woorden A R I U S en
ARIANEN.
Onder de verschillende secten dier tijden maakten de Arianen den meesten naam. Het stelsel van Arius w a s , dat de Zoon van G o d , die , ter verlossinge der menschen, mensch w e r d , in waardigheid en n a tuur den Vader niet gelijk stond, m a a r , vóór de schepping, door den Vader als het voornaamste schepsel uit niets is voortgebragt. — Verg. B. G L A SIÜS , Gesch. der Christ. Kerk en Godsdienst , I. 37; F . SJOERDS , Jaarb.
II.
22.
BI. 64. In dm jatire 840 overleed Lode&ük, — Zijn opvol*
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I K G E N .
355
ger Lodewijk de Duitscher, was een regtschapen en godsdienstig Vorst, de stichter en grondvester van het Duitsche rijk. Zijne zesenderlig-jarige regering was zeer onstuimig, vol van bloedige oorlogen en moorddadige gevechten tegen de telkens invallende Noordsche volken. Hij verdeelde in of na 870 het rijk, door hem beheorscht, onder zijne drie z o nen, Karloman, Lodewijk en Karel, bijgenaamd de Dikke. Lodewijk de Jongere bekwam in zijn aandeel , behalve andere landen , twee deelen van Friesland , liggende ter regterzijde van den Rijn, en Karel een deel, dat gelegen was aan de linkerzijde der Maas. Bij een nader vergelijk tusschen de broeders schijnt geheel Friesland aan Lodewijk den Jongere gekomen te zijn. Zijne regering was echter niet van langen duur, daar lij in 877 overleed, wordende o p gevolgd door zijnen broeder Karel den Dikke, die, na den dood vau zijnen o o m , Karel den Kale, en diens zoon Lodewijk den Stamelaar, in 879 gestorven, lot de keizerlijke' waardigheid werd verheven. Een g e deelte van Friesland werd door den Keizer aan G i s la, dochter van Lotharius I I , huwende met den Noordschen Vorst Godfried, ten bruidschat gegeven, ten einde dezen tot vriend te houden; waarom hij zich dan ook in 822 liet doopen. Deze daad kwam den Friezen duur te staan, want hij heerschte als een tiran, liet zijne onderdanen, zoo als men verhaalt, met halsbanden boeijen, om ze bij elk gering vergrijp of naar willekeur te doen ophangen, en maakte hen tot lastdieren. Eindelijk werd hij ook van kant gemaakt. In 880 (anderen stellen 881 en 884 ) vielen w e der de Noormannen met eene groote magt eerst in Saksen, daarna in Frankrijk, en het tegenwoordig Friesland en Oost-Friesland, niet oogmerk alwat Christen was uit te roeijen. De Saksen wilden dien woedenden stroom stuiten, doch hun leger werd v e r nield met diens Hertog , drie Bisschoppen, in h o e danigheid van geestelijken hot leger volgende, en twaalf Graven. Verschrikkelijk was h u n moorden , b r a n d e n , plunderen én rooven, terwijl zoo hier als
Wumkes.nl
* 23
m
BIJVOEGSELS
elders, landen en volken door die helsche Lendenwerden verwoest en geteisterd. Bij hunnen inval in Friesland moesten zij hel echter ontgelden, want aldaar leden zij de groote nederlaag, in onze K r o nijk bedoeld, Intusschen kwam het, wat ons Friesland betrof, met Lodcwijk tot een vergelijk. Daarna hadden zij, bij een inval in de Maas , de sleden Maastricht, Luik , Tongeren, Keulen , Bonn , I r i e r , Mentz en andere plaatsen verwoest en de inwoners deerlijk mishandeld. Karel de D i k k e , in 't bezit gekomen van het grootste gedeelte der Monarchij van Karel den G r o o te , bezat te beperkte geestvermogens om zulk een groot rijk te bestieren. Hij werd zwak en onmaglig, door zijne onderdanen verstoten, onttroond en stierf in 888 in armoede en ellende te Reichenaú. Opgevolgd door Arnulph, die onfier de Noormannen te Leuven eene ijsseiijke slagling aanrigtede, veroverde deze daarna Rome met medehulp der Friezen, om aldaar gekroond te worden. Lodewijk, bij zijns vaders dood nog geen acht jaren oud, en daarom het Kind geheeten, volgde hem in het rijksgebied o p , hetwelk echter bestuurd werd door Hatto, Aartsbisschop van Mentz , Adalhero, Bisschop van Augsb u r g , en Otto, Hertog van Saksen , zijnde de jonge Vorst onder voogdij van Otto en Hatto gesteld, In zijn achttiende jaar stierf Lodewijk, ongehuwd en zonder kinderen na te laten, en met hem was het geslacht des Grooten Karels, en alzoo de Karolingische stam, uitgestorven Over de volgende Vorsten en Regering, den oorsprong van het graafschap Holknd enz. verwijzen wij den Lezer tot het Friesch Jierboeckjen, 1833, § 15 en volgenden, W E S T . Jaarb, I. 131 volgg.; W A (iENAAR, F. SJOERDS en anderen. Belangrijk is ook de geschiedenis van den Deen E r i k , Rorik of Roruk, zoon des Deenschen Konings lieriold, waarvan in de aangehaalde Schrijvers omslandig gewag gemaakt wordt; ook B I L D E R D Y K , / . 100, 148 enz., voorts bl. 167 over den oorsprong van het Graafschap Holland.
Wumkes.nl
«N AAKXEEK.ENINGEN
357
BI. 64 — A° 850. De kerk van St. Walburg, — Verg. de korte ;. beschrijving van W E S T . Jaarb. op 't jaar 850.
BI. 64. In den jaart 867. In dit jaar werd het Benedictijner klooster op het eiland Ameland , 't welk 's jaars te voren door den Heer Haijo van Cammingha, ter plaatse daar de tempel dor Godin Foste gestaan had, was gesticht, met monniken bevolkt door Odilbaldus X I I , Bisschop van Utrecht. Uit hoofde echter dit kiooster en zijne bewoners aanhoudend door de zeeroovers werden geteisterd, is het na verloop van bijna d e r dehalf eeuw onder Fcrwerd, in Ferwerderadeel, v e r plaatst, door de godvruchtige Anna van Cammingha, vrouw van Graai' Adolf van Fronenberg. Het doe! des Stichters was eene kweekschool voor de wetenschapp e n , welke destijds bijzonder door de Benedictijnen werden beoefend, aan te leggen. Oudh. en Gest. II. 2 8 6 ; W E S T . Jaarb,
I.
123;
F. SJOERDS , Jaarb.
II.
5 5 , 5 6 , 2 7 0 , enz. In den jare 873 kwam er een ontzettend aantal sprinkhanen over Friesland, welke een duim dik w a ren , met zes vleugelen en zeer sterke tanden voorzien. Zij vraten in één uur alles van hot veld, zeven à acht mijlen in den omtrek, en knaagden de takken en basten der jonge hoornen af. Na eene verschrikkelijke verwoesting, dreef de wind hen z e e w a a r t s ; toen verdronken zij, doch door den vloed werd deze geweldige massa op de oevers geworpen, en veroorzaakte eene pestziekte, — F . S.l0KRJiS-9 Jaarb. II, 65,
Wumkes.nl
3S8
BIJVOEGSELS
• BI. 67. In den. jam-e- 910. Te regt klaagt de îlcer W E S T . bij den aanvang van het tweede Perk des Jaavboeks, als ook de Schrijver van den Tegenwoordige Staat van Friesland, over de weinige bijdragen en den schralen oogst, welke de geschiedenis van Friesland ons in de tiende en elfde eeuwen oplevert. In dit tijdvak zijn bij de Kronijk- en Geschiedschrijvers weinig belangrijke bijzonderheden vermeld, on ook onze kronijk deeit er dus weinige mede. Friesland strekte zich te dien tijd uit ván den Sincfaî, de plaats waar zich de rivier de Maas in zee ontlast, bh' Ostende tot aan den Wezer. — Later werd de verdeeling in zeven Zeelanden daargesteld. — Van dezen besloeg ons tegenwoordig Friesland er t w e e , en een deel van het derde Zeeland. Friesch Jierb. 1834, § 5 ; voorts W E S T . Jaarb. I. 2 1 1 , en de daar aangehaalde Schrijvers. W I A H O A , Von den Landt. d. Fries, b. Upsfaàboom, 3 Absclinitt; Meng. Zeeuw. Cour. 4 Oct. 1831
BI. 67. - A° 910. Westerman heeft enz. ADAM W E S T E H M A N , Predikant te Stavoren, heeft in den jare 1635 uitgegeven: Korte Beschrijvinge van de oude An.se-stad Stavoren; in welke aangev/esen werd haren Ouderdom, Opgang, Voortreffelijkheid, Afgang, en iegenwoordigm Stand. Eene herdruk daarvan verscheen te Amsterdam in 1684. De Schrijver schijnt de kronijken gevolgd te zijn j en niet meer gegeven te hebben dan îl. I. SOET, in zrjn: Op- en Neder-ganck van Stavoren. Verg. PAUS , Naamrol van de. Batavise en HolL Schrijvers, U, 341.
Wumkes.nl
KN A A N T E E K E N T N G E N .
$m
Bi. 67. — A.° 920 en 970. Koppen van Stavoren — Okke part Scharl. Hel b e staan van de schriften van dezen eersten wordt mede betwist. SUÏFRLDTTS Pf.Tiu (1) zegt, dat hij van Andreas Gryphius fragmenten ter leen gehad heeft, door den Priester Cappidus van Stavoren zamengesteld, welke hem lot zijne geschriften zeer ten dienste had-, den gestaan; — doch ook deze zijne woorden, welke door geene latere bewijzen bevestigd zijn. h e b b e n geen geloof kunnen vinden, — even min a's zijn verhaal van OCKO VAN SCHAIIL. Volgens de overlevering hadden de schriitcn van zijn oudoom Soike, of Care! Solke Forteman, hem de bouwstof geleverd , voor zijne bekende Kronijk, welke door Johannes Viijtaip, Gebeimschrijver van den laatsten Potestaat, J. Hessel Martena, in de X I V eeuw is aangevuld en verbeterd, en daarna door Andreas Cornelis, geboortig van Stavoren en Organist te Harlingen, werd overgewerkt, vervolgd en na diens dood uitgegeven in den jare 1597 te Leeuwarden , in folio , bij Jacob Jansz, doch te Amsterdam gedrukt. Deze kronijk is herdrukt in quarto, en te Leeuwarden uitgegeven bij Abraham Ferwerda in 1742. Een tweede druk daarvan verscheen bij D. Balk te W o r k u m in 1753, welke echter zoo letterlijk, ja stiptelijk met al zijne versierselen gelijk is aan den vorige, dut alleen de titel het onderscheid uitmaakt, even als met de Leeuwarder en Fraueker drukken van GYSJJUÏT JAPICX Rijmkrye en de 3 laatste Uitgaven onzer Kronijk. Vele Schrijvers zijn van gevoelen, dat (leze Kronijk geen het minste geloof verdient, als gevuld met fabelen en bijgeloovighedeu, E M M I V S , in zijne Hef ut. Apol., VAN RiiYiV, op de Oudk. en Ge.st. I. 5 1 ; F. SJOERBS , Inleiding voor de Besch. van O. (1) De Script. XII,. C, 6.
Frisiat,
Bee.
VII.
Wumkes.nl
C. 3 et
Des,
360
'
BIJVOEGSELS
at N, Fricland, en anderen-Beweren dit op geiijlie gronden-, geen gezag aan SuiTiururs Pirnu kunnende loekcnnen. ' O o k KP. W I N D , ' i r , zijne.Inleiding voor de Jiibliolhetk van '!\iderl. Geschiedschrijvers, heeft dit plint mat.oordeel behandeld.. Zijn gevoelen stemt mat dat van ÏJMMIUS overeen: »lî.;ez«er dan ook, zegt hij, Amireas Corneiis een handschrift moge voor zich gehad h e b b e n , waaruit hij de drie eerste boeken getrokken heeft, is het onbewezen dat dit II. S. eene kronijk van O. van Scharl uit de tiende, en van J, VJijtarp uit de veertiende eeuw inhield. Veeleer zaî dit H. S. het werk geweest zijn van een Schrijver uit het begin der dertiende eeuw , die d e ze fabelen heeft zamengcilanst, in dien tijd, toen bijhel en ware geschiedenis in het kleed van een r o man moesten gehuld worden, wilde men dezelve aanhooien." Wij willen de gronden van den kimdigen DE W I N D wel niet betwisten of wederleggen, als hier niet voegende, dan ik kan er evenwel nog niet toe k o m e n , om met EMMIUS alles weg te redeneren; en zelfs naar aanleiding van bovengemeld argument, blijf ik beweren, dat er veel waarheid, hoe dan ook in fabelen gehuld , uit deze kronijk en andere dergelijke schriften is op te sporen, waarom wij met den geleerden WESTENDORP gereedelijk inStemmen , dat er geene voldoende redenen bestaan , de geloofwaardigheid dier oude Schrijvers geheel te verwerpen. Zie voorts gem. Biblioth, der IVed. Geschiedschrijvers, II. St. p . 2 2 3 ; SrjFFR. P E T H I , D. 5. c. 9. en D. 7. c. 4, de Script. Frisiae,- SCHWARTZ, Ghart. P'oorr. II. 6 7 ; onze Aantt. bl, 28G-288.
BI. 68. Omtrent
den jaare
989 GOSSE LUDIG-MAX.
Zie
v. PiHYN's Nabericht, bl. 417 volgg. Vóór het h u welijk van des .Potestaats dochter ï e t , met S i c c o , loxxa van Graai' Arnout, uit wien de Teilirigen es
Wumkes.nl
SN A-ANTEËRENTKGETf.
3ftl
Brederoden stamden, is, schoon betwist, zeer veelte zeggen , hoefeer ook v. K H Ï N eeue andere uitlegging heei t.
BI. 68. -
A° 998.
Het stedeke Vitgong verwoest. De bouwing dezer stad is iu de hooge oudheid ie z o e k e n , en z i j m o e t in den vroegsten tijd zeer belangrijk voor den handel en met eene goede haven voorzien zijn geweest; liggende aan het Boerdiep of Middelzee. iNa geme.de verwoesting weder opgebouwd zijnde, word zy m 1181 door een hevigen brand geteisterd; dan tien jaren daarna werd de gansche stad door de Noormannen geplunderd, en te vuur en te zwaard vermeid, zoodat met haar bestaan ook zelfs die^ naam voor a l toos werd uitgewischt. De inwoners schijnen zich metier woon naar Franeker te hebben begeven. H o e zeer evenwei üitgong eene stad of stedeke genoemd w e r d , vermeent men echter, dat hel met geene wallen of muren omringd, maar eene open plaats geweest i s : het had niettemin stads voorr.eglen en bet regt van Oidermauschap. Wij kunnen over deze belangrijke plaats niet verder uitweiden; wie daartoe lust h e b b e , leze het Aanhangsel betreffende de Oudheden, en voornaamste Gebeurtenissen van Berlikum, achter het Tweetal Leerredenen van PETRUS N O T A , (Franeker, 1781) waarin men aiies m een kort bestek bij eikander heeft en de Schrijvers vindt aangehaald. ^ Omstreeks dezen tijd sneuvelde de Hoiiaudsche Graaf Aniout, in een veldslag nabij Schagen m West-Friesland. De Friezen bleven altoos weigeren de Graven als hunne Heeren te erkennen. De v e r maarde Friesche Edelman Adelbold, deelende in de gunst van den Keizer Otto I I I , werd tot Bisschop van Utrecht benoemd.
Wumkes.nl
362
BIJVOEGSELS
Bi, 69. — A° 1006—1010. Deeden de Noormannen geweldige invallen. De g e schiedschrijvers vermeiden ailen, niet verschil nogtans van sommige omstandigheden, deze invallen en gevechten op de jaren 1009 en 1010, en daarmede hield dien geescl ook voor Friesland o p : want dit was der Noren laatste inval, welke echter nog vele roensclienlevens kostte. De meerdere uitbreiding van 't Christendom, doch ook zwakheid in strijdkrachten, zullen hiertoe veel bijgebi agt hebben. F, S/oraiDS, Jaarb.
II.
171;
W A O E N A A R ,11.
135;
BILDERDYK,
II. 7. Deze Schrijver vermeld, een door hein uit het Yslandsch overgebragt verhaal, van een inval der Noormannen in 't jaar 9 4 3 , voorkomende in de Eglo-Saga, dat i s , Historie van Egil, hetwelk wij willen overnemen : t/itEoiLs-SAGA, Hafniae
1809. Cap. 72. Aa. 943.
»Affibiorn was dien winter 't huis op zijn erf (ofland); maar omtrent de lente lustede 't hem om ten krijg (zeerooi') te varen. Hij had veel goede schepen. Hij had omtrent de lente drie lange schepen en die alle sterk. Hij had 300 man. Hij had bedienden in zijn schip en was zeer wel gescheept. Hij had ook menige boeren-zonen met zich. Egiil besloot met hem tevaren en stuurde (beval) een schip. Ook voeren met hem vele van zijne luiden, die hij met zich van IJsland genomen had. Een koopschip, dat hij van IJsland gehad h a d , liet hij vlieten Oostwaarts naar W i k , (en) nam daartoe mannen om met zijn p a k kaadje te varen, en zij , Axinbiorn en Egiil, hielden de lange schepen om roeê te landen. Zoo dan stevenden zij Zuidelijk naar Saxenland, en hier toefden zij tot den somer en vingen veel buit, en voor deu oogst of herfst keerden zij Noordelijk en landden in Friesland, O p zekeren nacht,- als het weer gunstig
Wumkes.nl
. EN AA.NTEER.E]^ÎI!^TGE?,,
363
w a s , zeilden zij den mond van een rivier op, ( W a n t ) daar is 't kwaad la havenen, en een grooteu inham. Daar waren landwaart op groote vlakten e n . . . . hosschen dichte bij. Daar waren veel plasschen, want het had veel geregend; daar besloten zij op (aan land) te gaan, en lieten eenigs hunner lieden achter om de schepen te bewaren. Zij gingen op midden tussehen de rivier en de bossehen. Niet ver van daar was een dorp en daar woonden veel boeren. Het vo!k liep uit het dorp naar 't land, wat het mocht, en de roovers achter hen, Zij kwamen aan een ander dorp en een d e r d e : de lieden vloden al wat zij konden; daar waren velden en groote vlakten; daar waren grachten om de landerijen gegraven en stonden in 't water, en daar waren groote palen in de grachten gezet, daar waren om over te gaan bruggen en planken over. ïlel landvolk vlood in de bossehen; maar als de roovers ver i n ' t dorp g e k o men waren, zoo trokken de Friezen te zaïnen in de bossehen, en als zij bij de 300 hoofden bijeenwaren, zoo trokken zij de roovers in 't gemoet, en geraakten met hen in strijd; en werd daar een groot g e vecht, tot de Friezen vluchteden, maar de roovers de vluchtenden vervolgden. De hoop dorpelingen werd verstrooid, en zoo ging 't ook met die hen achter na vlogen; en dus bleven er weinige bij een. Egill vloog 'hard achter hen en weinige mannen met hem. D e Friezen kwamen daar aan een gracht en trokken die o v e r , en namen toen de brug weg. Toen kwam Egill aan de andere kant en sprong dadelijk over de brug. Maar dat was geen sprong voor een a n d e r , en niemand deed het hem n a , en zijn makkers snelden naar hunne schepen om hulp te zoeken. En wanneer de Friezen zagen, dat één man daar over was (en niet meer) zoo keerden zij om en kwamen op hem aan. Maar hij verdedigde zich, de gracht van achteren tot beschutsel. Daar vielen hem elf a a n , met dat gevolg, dat hij die allen neersloeg. Daarna schoof hij de brug en kwam over de gracht. T o e n . als bij nu zag dat alle naar de schepen getrokken waren, hield hij zich dicht bij de bossehen-, eis
Wumkes.nl
36*
• BIJVOEGSELS
dus trok Eg il' langs de hosschcn en zoo iia.1i- de schepen, dat hij in ' t h o u l morai kimnen wijken zoo 't ïiooiiig ware. De roovers hadden veel slachtvee naar 't strand gedreven, en ais zij aan de schepen k w a m e n , slachtten sommige die, andere voerden ze te scheep van d a a r ; sommige maakten een schildburg. Want de Friezen waren opgekomen in groote menigte en schoten op hen. Maar Egill kwam op en hij zag wat gebeurde. Daar vloog hij ten snelste op dien h o o p , en greep zijn slagzwaard met beide handen, en wierp zijn schild op den rug. Hij zwaaide zijn zwaard en sloeg op al wat daar voor stond, en maakte zoo ruimte onder 't volk, dat hij tot de zijnen kwam. Daarna gingen zij 't scheep ca staken van îand, en zeilden naar Denemarken,"
BI. 70. -
A° J064.
Z>en naam .flarns* Over den oorsprong van d e zen naam , zie men Oudk. en Gest. II. 142. Sommigen leiden dien af' van de twee adellijke Staten Harliga en Marris, waarbij , of' op wier grond de aanleg der stad gebouwd was, en welke beide namen, naar tijds gewoonte, veel twist veroorzaakten, wie den boventoon behouden zou; weer anderen willen dat de Friesche naam Ilarns, zijn oorsprong had in de ligging der plaats aan een uithoek van de Middelzee en de Wadden. Vergel. bl. 89 dei- kronijk.
BI. 71. In den jaar e 1096, wanneer Paus Urbamu. Wij laten hier volgen. <se.n aaneengeschakeld verhaal .vaii
Wumkes.nl
EN A'AK'TEEKENINGES
3G5
DE
KRUJSTOGTEN DER
F R I E Z E N KAAR PALESTINA ( 1 ) .
^oo Zich Hem En,
liet het Voorgeslacht het edel denkvermogen rooven; alles lag voor 't Bijgeloof gebogen: staat, met krommen hals, de trotsche Hiúchlarij, 't aangezigt vermomd, Bedrog, zijn vader, bij. H A LLÜ-IU
In de Europescbe geschiedenis maken de kruistogten een allerbelangrijkst tijdvak uit Door dezen werd Europa ontvolkt; millioenen vonden in Hoiigarijen, Griekenland, Syrië, Palestina, E g y p t e , in de Middellandsc.he zee en onder weg bun graf; door dezen schoot bet bijgeloof vaste wortelen , werd de Pauselijke stoel verheven boven de trooiien van wereldlijke regenten, wies bet monnikendom door blinde gehoorzaamheid aan , en ontstonden te voren on-
(1) W i j hebben dit verhaal hoofdzakelijk geîrokken uit een door dcu gcschicdliuudiecn T. D . W I A R D A bewerkt stuk. , zameagesteld uit de Friesche en andere Kroiiijk- en Geschiedschrijvers, benevens ceiiige Handschriften. Men vindt het in het Tijdschrift OstFriesisehc Mannigfaltigkeiten , 3 Jahrgang , Aurich , 1786. • - W a a r liet ons noodig dacht. hebben wij eeaige
Wumkes.nl
zm
BIJVOEGSELS
bekende orden, kloosters en prachtige kerken; dooi dezen werden onnoemelijke schatten van Europa in Azië begraven, en wereldlijke Vorsten werden, dooi de verwijdering van magtige vassaîen, despoten. Daarentegen gaven zij aanleiding dat, kunsten en w e tenschappen van het eene volk tot het andere overgebragt en door Europa verbreid werden. In deze Kruistogten hebben ook onze Voorvaderen, de Friezen, deel genomen, Daar nu de geschiedenis van de Kruistogten door onze historieschrijvers deels onaangeroerd blijft, deels stuksgewijze en zonder zamenhang geleverd wordt, zoo veroorloof ik mij, onze lezers in deze Bijvoegsels eeu aaneengeschakeld verhaal te geven. Beeds ten jare 637 hadden de Saracenen onder hunnen Kalif Omar I zich meester gemaakt van P a lestina en de Heilige Stad, en zij bleven meer dan vijfthaîve eeuw in derzelver rustig bezit. Tegen het einde der elfde Eeuw kwam Peter de Kluizenaar, een ondernemende dweeper, te Rome. Hij schilderde niet krachtige verwen de gruwelijke vervolgingen, die de verdrukte Christenen van de Mohamedanen lijden moesten. Een bewegelijke brief' van Simon, den Patriarch van Jeruzalem, bevestigde zijne r e den. Paus Urbanus I I gaf hem volmagt, om de wereldlijke Vorsten aan te moedigen tot de bevrijding des Heiligen Lands uit de handen der barbaren. IJaar liep Peter niet het Krucifix in de hand, barrevoets en blootshoofds Italië, Frankrijk en Duitsch!and af'. Zijne dweeperij, zijn prediken, de brief des Patriarchs en de Pauselijke Bulle verwekten overal dorst naar Turkenbloed. In het jaar 10Ï/5 hield veranderingen en vermeerderingen gemaakt. W I A R D A heeft alle zijne bronnen nsauwkeurig aangewezen , welle aanhalingen wjj hebhen achterwege gelaten, doch. eenige ophelderende aanteekeiiingen er bij gevoegd- In het Mrngelw. der Leeuivarder Couranten van 4 Jimjj , 6 , 20 Aug. en 10 Sep. 1833, in welke wij dit s'aik ais eene bijdrage gaven, iijn de eersten te vinden»
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
367
de Paus, eerst te Piacenza, en in November deszelfden jaars te Glerinoiit in Auvergne eene groole kerkvergadering. ]NTa het eindigen eener vurige rede, waarin de Paus een Kruistogl had bevolen, riep de o n telbare verzamelde menigte uit: »God'wilhet, Godwil kei!" — Ridders, die avonturen zochten; monniken, welken het klooster te eng, te benaauwd was ; verrukte v r o m e n , die niet den helm op het hoofd en het zwaard in de hand den hemel dachten te verwerven; schuldenaars, die zich van hunne schud.-ischers wilden ontdoen; gaauwiieven en booswichten, die de welverdiende straffen ontliepen; straatsiijpers, die het omzwerven boven eene eerlijke kosUviniiing v e r k o zen ; knechten, die zich van het juk hunner heerert ontsloegen; in één woord, allen, die het zwaard k o n den voeren, maakten zich voor en na gereed tot eenen krijgstogt tegen de Saracenen. Alle deze hernelhelden ontvingen, terstond bij hunne aanwereen v i n g , klein kruis, dat zij op den schouder vastmaakten. Aan dit kruis k o n , een ieder zijnen landgenoot kennen ( 1 ) . Naar hetzelve w e r den de soldaten Kruisbroeders-, en deze t o g ten Kruistogten of ook heilige Krijgstogten g e noemd. Er werd dan tot een heiligen krijgstogt besloten en een leger van 300,000 man onder verschillende hoofden bijeengebragt. Een Franscli Ridder, W a l ter ( Gautier ) , trok met 20,000 man vooruit. Deze (1) De meeste Geschiedschrijvers spreken van roode kruisen. Dit kan van dezen eersten Kruistogt waar zijn ; doch in de volgenden hebben voorzeker de onderscheidene natiën zich door de kleuren kenbaar gemaakt. » De Koning vau Frankrijk neemt met de zijnen roode, de Koning van Engeland met de zijnet» witte, de Graaf van Vlaanderen uiet de zijnen groene kruisen a a n : " Et Rcx Franciae cum suis rubcas cruces, Rex An~ gliae cum suis albas , Comes Flanârensis cum suis viriclet suscipiunt.
A N O R . S V L V . M A E C I A N : ad ara..
11S8,
Wumkes.nl
36S
BIJVOEGSELS
Christelijke barbaren pleegden in Buipariën'met moorden en stelen grootcn moedwil; waarom de Bulgaren zich vereeiiigdcn en schier deze gansche voorhoede ncdersabelden. Peter de Kluizenaar voerde zeil 20,000 man aan en volgde Wouter. Hel ging hem echter in Hongarije en Buigariën niet veel beter. Hij kwam evenwel met het gering overschot zijner troepen in Konslantinopel aan. Nog een ander leger, dat op 200,000 man geschat wordt, en uit Duilschers, Franschen en Engeischcn bestond, leed buitengewoon veel door het zwaard der Hongaren en meer nog door den honger en het gebrek. Eenandere hoop scheepte zich in, en kwam door' de Middellandsche zee in Syrië. Godfried van Bouillon voerde 80,000 Duitschers aan , en trok met dezen naar Philopoiis In het jaar 1097 vereenigde zich het gansche Christenleger, dat door eenige Schrijvers op 500,000 voelknechten en 130.000 ruiters wordt geschat, te Chalcedon. Nu vingen de Christenen hunne ondernemingen tegen de Saracenen en Turken aan. Zrj veroverden Nicea, Antiochie, Cesarea, en eindelijk in 1099 ook stormenderhand 3erazalem, alwaar Godfried van Bouillon, Hertog van Neder-Lotharingen tot Koning van Jeruzalem werd uilgeroepen. In dezen eersten Kruistogt hebben ook de Friezen deel genomen. Zij zijn om Frankrijk, Spanje en Italië henen naar Palestina gezeild. De jaarboekschrijvers noemen ons de voornaamste Edellieden , die den logt mede ondernomen h e b b e n , a's Tjepke Forteman , Jarich Ludinga, Epo Hartman , Igo G a lama , Feico Botnia, Eelco en Sicco Liauckania, en U b b o Ilarmana. Bij de belegering van Nicea zijn Hartman en Forteman, de laatste van zijn geslacht, gesneuveld. Eelco Liauckama zoude zich bijzonder onderscheiden hebben. Hij was Generaal over 3000 man ruiterij, en werd eerst tol bevelhebber van Nicea aangesteld, doch ging daarna, ontevreden over zijnen werkeioozen toestand, verder iu Palestina in garnizoen. Harmana en Galama zijn in een veldslag, - - en Eelco Liaurkama en Botnia bij de verovering van J e ruzalem zwaar gewond geworden. Na hunne herstel-
Wumkes.nl
B.N AANTEEKENÏBTGEÏf.
S69
liîig zijn deze beiden eindelijk door Koning Godfried lot ridder geslagen. Naderhand zijn nog verscheiden Friesche Edellieden, Homiuinga, lloorda, Cammingha en Ockinga naar Palestina getogen, en hebben onder Boudewijn, den tweeden Koning van Jeruzalem, lauweren bevochten tegen de Saracenen. Daardoor stonden zij bij den Koning en de voornaamste Hoofden van het Rijk in bijzondere hoogachting. De faam hunner heldendaden drong gauscli Europa d o o r , en de Koning wilde hen noode ontslaat) uit zijne dienst. Hij geleidde hen in persoon met honderd ruiters naar Jaffa, alwaar zij zich inscheepten, en. over Venetien en Rome den 15 December î 106 in goeden welstand in Friesland terugkwamen. Zij werden door hunne vrienden in plegtigen optogt, met kruis en vanen, onder gejuich en blijdschap ontvangen. In dit jaar zijn de meeste Friezen weder teruggekomen. "Watze Herama, vroeger teruggehouden door de ziekte van zijnen reisgenoot Roorda om naar Palestina te reizen, schijnt in den jare 1119 met dezen en andere Friesche Edelen , als Harmana , Honimlnga , Ockinga en Cammingha , over Veneliën en 3:ifl'a den togt ie hebben aangenomen. Zij streden in 1120 dapper, dan dit gevecht viel voor hen nadeelig uit. Herama en Hoinnunga werden verslagen. Koning Boudewijn met de Edelen , waaronder ook Cammingha en Ockinga vielen den Parthen in handen; Roorda en Harmana werden zwaar gewond, doch ook wadcr genezen en de gevangenen ui (gewisseld. In het jaar 1145 liet Paus Èiigenius I I I door den heiligen Bernard op nieuw het Kruis prediken. Keizer Koenraad en Lodewijk V I I van Frankrijk namen zelvcn het Kruis aan. De togt werd in 1147 aangevangen, doch liep, voornamelijk door de trotiwlooalicid des Oosterschen Keizers Mamiel, ongelukkig af. Na vruchtelooze belegering der stad Damascus, trok het geringe overschot des Christen-legers weder huiswaarts. Dezen tweeden heiligen krijg' schijnen de Friezen niet mede bijgewoond te hebben. De Paus echter
2*
Wumkes.nl
370
BIJVOEGSELS
beval eenen dubbelen Kritistogt ten zelfden tijde ( 1149) : eenen naar Spanje om de Saracenen te v e r drijven , en een' anderen tegen de ongcioovige SciaVen aan de Oostzee. Tot beide Rruistogten hebben zich voornamelijk de Westi'alingers, Friezen en Hollanders laten gebruiken. Hclmold een geschiedschrijver, die omtrent d e zen tijd leefde, laat eenen Frieschen Priester Geriaf, toen de Sciaven de Friezen ingesloten hadden, aldus aanspreken : »ATcsciùs apud Slavos nulla gens delesiabilior Frcsis? Sane foelet eis odor nodir." « W e e t gij niet dat bij de Slavoniers geen volk zoo zeer verfoeid wordt ais de Friezen ? Zij mogen ons waarlijk niet eenmaal rieken ( 1 ) . " Een duidelijk bewijs, dat de Friezen met de Sciaven wakker aan den slag geweest zijn. Intussclien werd de toestand der Christenen in het Oosten van tijd tot lijd moeijelijker en gevaarlijker. De Sultan Saladin, deze om zijne grootmoedigheid, in de geschiedenis zoo bekende Vorst, veroverde ten jare 1187 eindelijk Jeruzalem, en maakte een einde a-m het Koningrijk, dat 88 jaren beslaan had. Nu maakte de Paus een gruwelijk alarm, en bewoog den Keizer Frederik Roodbaard (Barbarossa) , K o ning Fiiips II (Phiiippus Augustus) van Frankrijk en Richard I (Leeuwenhart) van Engeland om nog eenen Kruistogt te wagen. In 1189 brak het heirleger op. De Friezen en Denen rustten 50 schepen uit, v c r eenigden zich met de Hollanders en Vlamingen, hielden hier en daar in Spanje a a n , geraakten aldaar slaags met de Saracenen, voegden zich nabij Sicilië (1) H E L M O L D I Chron. Slav. L . 2. C. 66. Dit geval vindt men beter en omstandiger vermeld bij F. S J O E R D S , Jaa†b. II, 361-363, - - SCHOTANUS zegt: » Onse reuck is stanck. in hare neus - gaten." — Volgens J - B E R T , Bibliogr, Lexicon, is de Kromjk van. ïiehtwld naar het JH. S, te Lubeck uitgegeven ia den jare 1659, en met nooîen voorzien door II. Bangertus in quarto: — de eerste druk echter is van 1S56»
Wumkes.nl
E S AANTEEK.ENI3SGEH.
37.1
bij de Itaiiaansche vloot, en kwamen eindelijk Iffi Ptolomais (toen Acre genoemd) aan. Ook in dezen krijgstogt, in weikeu de Keizer door een toeval het leven verloor, rigtten de Christenen niets verder uit, dan dat zij Plolomais veroverden. Niettegenstaande dezen ongeiukkigen uitslag, liet d« Paus Coelestinus in 1197 op nieuw Let Kruis prediken. De. Friezen namen niet de Denen en die van Lubek en Breinen hunnen gewonen weg om Spanje, voegden zich op Cyprus bij het hool'd.eger en landden weder te Ptolomais. Ook op dezen togt maakten de Christenen geeue de minste verovering. Zij sloten evenwel met Saladin eenen wapenstilstand voor 6 jaren. Ten jare 1199 keerden de heilige krijgers, die in 1189 en 1197 zich op reis begeven hadden, voor zooverre zi) waren overgebleven, tol de hunnen terug. Zekeriijk kwamen deze Kruisvaarders vermagerd, hoiigerig en met ledige handen huiswaarts; doch, gelijk vermeld wordt, had de generaal der Friezen, Martwijck, Aartsbisschop van Breinen, eenige beenderen der Heilige Anna, en het zwaard, waarmede Petrus het oor van Malchus had afgehouwen, medegebragt (1). Het tijdstip, 't welk ik thans n a d e r , is voor ons des te belangrijker, omdat de voornaamste feiten meestendeels door gelijktijdige schrijvers en door b e wijzen gestaafd worden. De Pausen moedigden de wereldlijke Vorsten, toen de met Saladin geslotene wapenstilstand ten einde liep, tot eenen nieuwen Kruistogt a a n ; doch wegens de onge.ukkige gevolgen der vorigen , bieef alles bij vrome vvenscheii. Eindelijk was Paus Innocentius I I I zoo gelukkig, dat op eene door hem in 1215 belegde kerkvergadering lot
(1) Van de groote bijgeloovig'neid dier tijden kan men zich bijna geen denkbeeld maken. Het ontbrak in Friesland niet aan kruisen in de lucht: misschien reeds de vliegeruitvindmg , om het volk te verbijsteren.
F. S/OEK.DSJ Jaarb.
II,
491.
* 24
Wumkes.nl
57Î
BIJVOEGSELS
een nieuwen Kruistogt besloten werd. Hierop beval de Paus allen Bisschoppen, in hunne kerspelen het Kruis te laten prediken. L)e Aartsbisschop van Keulen zond den Keulschen Lceraar O.ivier (1) met bijzondere aanbevelingsbrieven van den Paus naar Friesland. Deze predikte zeil' het Kruis, en gaf aan eene menigte Virarien door liet geheele land voluiagt, om m zijne afwezigheid aflaten te schenken en rekruten voor den heiligen kiijg aan te werven. Hij liet in de" kerken uitgeholde, van boven met ijzer beslagene blokken nederzetten, opdat ieder door eene daarin zich bevindende opening zijne bijdragen tot bevordering der krijgsloenisting niogle storten. Het prediken van O.ivier had eenen buiterigemecnen indruk gemaakt bij de Friezen, zoodat een ongeloofelijk aantal het Kruis aannam. Zij schijnen echter met de toebereidseien lot den optogt zich niet zoozeer gehaast te h e b b e n ; ten minste herinnerde O.ivier hun in eenen brief van den jare 1216, d a t , de Denen , Bremers en Keulenaars reeds eene groote vloot uitrusteden, het ook tijd werd hunne schepen te bemannen. Ook in dezen tijd bad de geestvervoering lot overwinning van 't Heiiige Land zulk eene algemeene werking , dat duizenden van kinders naar de zeeplaatsen liepen, om ook deel aan den strijd te nemen, en hoewel door hunne ouders opgesloten , wisten zij hunne gevangenis te ontkomen op allerlei wijzen, zonder dat de meeslen daarna immer zijn teruggekeerd. Z e k e r Schrijver (2) verhaalt er 't volgende v a n : »In (1) Deze O L I V I E R werd in 1223 Bisschop te Paderborn en in 1226 Kardinaal. Vid. N i c . SCHAT. IJist. Westph. L . XX , p. 996 seq. — Deze N. SCHATEW was een Jesuit in VVestfalen, geboren 1698 , heeft ook de daden van Ksrel den Groote beschreven : Tjjne geschiedenis van Wesifalen kwam het eerst uit in 1690.
E B E R T in voce.
(2) K. M U C H L E R , Ahmdzeitung, August. 1831. F. SjOKRDS , Jaarb. II, 492; J. C. M A I E R , Geschiedenis der Kruistogtm, p . 187,
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N ,
57$
't jaar 1211 vereenigde zich een groot aantal kinderen (men geeft het op voor 90,000) , onder aauvoeringvan een' onderen knaap, met hetvoomemen het Beloofde Land weder te veroveren. De meesten k w a men uit Duitschland en wandelden blijde naar Genua; Hier ondervonden zrj echter uit onbekendheid, waar eigenlijk het Beloofde Land lag, onoverkomelijke hinderpalen , om hunne avontuurlij ke onderneming verder ten uitvoer te brengen. Te Marsejile kwamen 30,000; een deel daarvan stierf van ellende, een deel werd vermoord en de overigen als slaven aan de Saraceneu verkocht." De Hertog Leopold van Oostenrijk, Boudewijn van Vlaanderen, Lodewiik van Savoijen , benevens v e r schillende Bisschoppen en Graven vereenigden zich met den Koning Audreas van Hongarije en trokken te land naar Palestina. Daarentegen sclipepten de Graaf van Holland (Willem I ) en de Graaf van "Wieden met de overigen zich op de Maas in, en stevenden door de Middellandsche Zee naar Ptokmiais, alwaar de verzamelplaats der Kruisvaarders was. De Friezen behoorden tot de vloot des Graven van Holland. Deze gehee'e reis lot op de aankomst in P t o lomais is van eenen Kruisbroeder ( 1 ) , die den togt mede heeft gemaakt, naauwkeurig beschreven g e worden. Het reisverhaal daarvan is te vinden in EMO'S Chronicon ( p . 1 6 — 3 5 ) , waaruit ik het volgende overneem : »Op het einde van Mei 1217 ligtten de Friezen in den Lauwerstroom de ankers, en staken met groote schepen , die zij Koggen noemden , uit den stroom in zee. Onder Engeland ontmoetten zrj eene groote vloot, onder bevel der Graven van Holland en W i e -
(1) Misschien van Or.iviER zelven, die den togî mede gedaan , en ook eene Historici Damiatina (Geschiedenis van Daroiate) geschreven heeft. E c CARD heeft in Corp. Ilist. me.d. aevi dezelve doen afdrukken. Het spijt mij , dat mij dit w e r k , 't welk ik hier uiet nut gebruiken kon , niet ten dienste staat.
Wumkes.nl
«74
BIJVOEGSELS
áen (11, Hier werden liet p!an des geheelen togts «n wetlen ontworpen, waaraan een iegelijk moest gehoorzaam zijn. Do Graai' van Holland (2) werd tot eersten Admiraal der gansche vloot b e n o e m d , die in twee afdeelingen afzeilde. De eene werd door den Graai'van lloJand zeiven, de andere door dien van Wieden aangevoerd , en de Friesche schepen b e hoorden onder het sraaideel des Graven vau Holland. Eerst kwamen zij in de havens van St. Mattheus en vervolgens te Faro ( of F e n o l ) , eene stad in Gallicie, aan. De Kruisbroeders ontscheepten zich hier, en gingen te voet in bedevaart naar St, Jacob van Compostelia. Hier bezochten zij de heilige overblijfsels (reliquien) des Apostels, en bragten hem hunne oflers. Toen zrj weder scheep gegaan waren , v o e ren zij eerst wegens tegenwind noordwaarts af, en laveerden eindelijk met veel moeite naar Portugal f zij ankerden voor Salerno, lieten zich daar van den
(1) Het Itinerarium zegt van 12 schepen. EiviMlVS, die dit Itinerarium desgelijks in Mspt. (want hel was toen nog niet afgedrukt) voor zich had , spreekt van 212 schepen. Het eerste is zeker eene drukfout. Ook in de IVijsgeerigt en Staatkundige Geschiedenis der TFereld, van K. H. L P Ö L I T Z , door W I T S . G E Y S -
'BEEK vertaald, wordt slechts van 12 schepen gemeld; dan volgens F. SJOKRDS, Jaarb. II, 403 en ander e n , stak Graaf Willem met 12 schepen uit de Maas in zee , wordende gevolgd van een groot aantal volks. Naar Engeland overstekende, vereenigden zich de Hollandsche en Friesche vloten met die der EngeJschen, onder bevel van George , Grave van Wight , welke vereenigde vloten uit 212 schepen zullen bestaan hebben. (2) Volgens de woorden van Emo's Chronicon: (vid M A T T H . Analecta vet. aev. II , 26) — Comes de ïf^etha Praedux tolius classis est electus , postcriorc custodia Comiti flollandiae deputata, quem Ducem et Dominum jam totus sihi delegerat exercitus. — was niet den Graaf van Holland, maar den Graaf van Wieden i e t Opper-Aduiiraalschap opgedragen.
Wumkes.nl
EN
ÀANTEEKENINGEW.
S75
Âbt te Alkubar vele wonderen en avonturen verhalen, en voeren na eenige dagen den Taag op , totdat zij eindelijk te Lissabon aanlandden. De daar aanwezige Bisschop wendde al de kunsten zijner welsprekendheid aan , om het Kruisheir te bewegen tot het verdrijven der Saracenen uit Spanje. Door verdelging dezer barbaren , zoo sprak hij, zonden de Christenen God dezelfde dienst bewijzen, als wanneer zij, Hem ter eere , in Palestina hunne handen in Saracencn-bloed wieschen. Sommigen lieten zich begoochelen, en bleven met hunne schepen in de haven van Lissabon liggen. De meeste Kruisvaarders echter en inzonderheid de Friezen lieten zich van hun voornemen, om in het Heilige Land veroveringen te maken , niet aftrekken. Zij ligtten vervolgens wederom het anker, en voeren het gebergte St Vincent om. Door h e v i gen storm moesten zij de haven St. Maria binnenloopen. Deze was eene wel versterkte stad, waai van de hooge muren zoo dik waren , dat boven op dezelve twee ruiters elkander konden voorbij rijden. Het leger was onderling niet eens, ot' men de stad aantasten, dan wel met den eersten gunsligen wind weder onder zeil gaan zoude. Toevallig vertoonden zich vele Saracenen voor de stad De Friezen hieven een lofzang ( Hymnus) aan, vielen op den vijand i n , en drongen hem binnen de stad terug, In de schemering zag een Fries eenen Saraceen, die zich door middel van een koord van den muur liet afzakken. Deze gelegenheid maakte hij zich ten nutte : hij doodde den Saraceen en steeg naar boven Als hij nu met dat touw velen zijner makkers had opgetrokken, plantten zij een krijgsvaan boven op den m u u r : deze koene strijders drongen vooruit tot aan cie poort. De wacht, die zich daar bevond, werd op het gezigt der Christenen door eene plotsejjke schrik bevangen , geraakte in wanorde, en kon niet beletten dat de poort g e opend werd. Het gansche leger drong binnen, en zoo werd de stad veroverd, en nu rigteden de Christenen een groot bloedbad aan, plunderden alles w a t hen voorkwam, en staken tot afscheid de stad in brand, Vele Kruisbroeders, waarschijnlijk dweepssieke mom-
Wumkes.nl
37«
BIJVOEGSELS
piken, hebben in de wolken het beeld der heiligts $'aria gezien, welke over het geluk en de gedragingen der Christenen met welbehagen glimlachte. De Priesters hadden moeten doen zien, dat de heilige maagd trari'in stortte over deze Christelijke barbaren! — Dit geschiedde den 1 Augustus:— twee volle maanden hadden dus onze Friezen reeds rondgezworven. Des anderen daags ligtteu zij wederom de ankers, voeren digt onder de Spaansche kusten langs , en landden te Roden. Het gerucht van den gruwel der verwoesting in St. Maria was reeds tot hier doorgedrongen, üe bevreesde Saracenen hadden de stad verlaten; de Christenen trokken de ontvolkte stad binnen, plunderden dezelve, volgens loffelijke g e woonte , uit, en legden haar in de asscbe. Eenige Christenen hadden zich op de bij de stad liggende wijnbergen verspreid, in de hoop van ook daar nog eenjgen buit te behalen; maar de Saracenen lagen daar in sluipholen verborgen, kwamen onverwacht te voorschijn , en vermoordden allen, die zich niet met de vlugt tot aan de haven redden konden. Daarop gingen de Christenen naar Kadix,enook deze reeds destijds rijk e slad was van de Saracenen verlaten, ü e Kruisvaarders sloopten eeue bij uitstek kostbare moskee tot den grond toe, plunderden de stad en de omliggende landhuizen uit, en namen, van roof' verzadigd, het vroom besluit, deze prachtige stad door het vuur te verwoesten. Nu rigteden de Christelijke zeeroovers hunne koers naar de straat van Gibraltar. Een zware storm uit het Oosten belette hun de doorvaart, en verstrooide de vloot; 86 schepen, waaronder die der Friezen, liepen in de havens van Sevila aan den mond der Güadalquivir binnen. Drie dagen daarna liepen zij uit met eenen gunstigen wind, geraakten gelukkig door de straat, verzeilden op den vierden dag daaraan uit onkunde naar het eiland Ivica, en kwamen na eenige dagen te Toi'loso aan den mond van den Ebro. Zij gingen aan land om versch w a ter in te nemen, bleven hier twee dagen, en stevenden naar Barcelona, waar zij verscheiden sche-
Wumkes.nl
.
EN AANTEEK.ENINGEN.
37?
pen hunner door den storm verstrooide vloot aantroffen. In de haven van den H. Felicianus (St. F e lice de Guixoiis ) in Catalonië vonden zij het overschot derzeive weder. De vloot ging weder onder zeil, en ankerde in de haven van St. Mardrianus omtrent Marscille. JNu hielden zij zich digt langs de kusten van Frankrijk en daarna van Italië, voeren Nizza, Pisa, Genua, Livorno en andere steden voorbij, en kwamen eindelijk te Fiombino in Toskanen. In Piombino vertoefden zij 8 dagen, en rigtlen nu hunnen koers naar Messina op Sicilië; dan storm en tegenwind dwongen hen om naar Civita Vecchia te zeilen. Daar het jaargetijde zoo verre was verloopen, besioot men hier de winterkwartieren te belrekken, want het was reeds 9 Oetober toen de vloot in de haven van voornoemde stad voor anker kwam. Vijftehalve maand had dus de vloot van huis af naar Italië' te zoek g e bragt. Zulk een lange tijd kan ons niet bevreemd e n , als men denkt, dat de vloot geenszins de volle zee, maar altijd de kusten gehouden, en in vele havens vertoefd heeft. Ondertusschen was de haven van Civita Vecchia niet ruim genoeg om de schepen allen te bevatten, weshalve zich eemgen van de vloot afscheidden. 18 Frieschc bodems liepen de haven van Cometo binnen, alwaar zij op uitdrukkeiijken last van Paus Honorius l i l , inzonderheid omdat zij in Spanje zoo dapper gestreden, zoo vele Saracenen onthaisd en steden verwoest hadden, heerlijk onthaald w e r d e n ; j a , de Paus had zoo vee! met hen op, dat hij hun tweemalen de V e ronica (het in den Zweetdoek afgedrukte gelaat des Heilands) liet zien. Tot den 21 Maart 1218 lagen de Friezen daar in de winterkwartieren. Bij h;iu •vertrek werden zij door de gezamen.ijke ingezetenen met 158 vanen in heiligen optogt tot aan de schepen begeleid. Zeer velen uit deze stad en het omliggende land, van Viterbo , Sièna, Vetralla enz. s c h e e p ten zich met 40 vanen met de Friezen in De b e velhebber van Corneto liet bij den aftogt h e t volk eenen kring m a k e n , p'aatsSe zich in het m i d d e n , en
Wumkes.nl
37S
BIJVOEGSELS
hield eene aanspraak, waarin hij de dapperheid der Friezen r o e m d e , en hun zijne mede vertrekkende landslieden hartelijk aanbeval. Ka het. eindigen zijner rede overhandigde hij den Friezen een Krijgsv a a n , ten teeken des opperbevels over de medetrekkende Italianen. Nu gingen zij aan boord, en vereenigden zich met de van Civita Vecchia uitgeloopen vloot. Na eenige, hoewel niet belangrijke tegenhed e n , landden zij te Sijraciize aan, waar zij den palmzondag vierden. Onder Creta leden zij eenen zwaren storm, die de vloot verstrooide, doch de meeste schepen liepen daar eene haven in. Zij zeilden vervolgens Cnidus , Rhodus en Cyprus voorbij , en kwamen eindelijk, den 26 April 1218, te Ptolomais aan. In deze haven vonden zij Johannes, Koning van Jeruzalem, Andreas, Koning van Hongarijen, den Koning van Cyprus , de Hertogen van Oostenrijk en Beijeren en andere groole Ileeren met het geheele Cliristen-ieger , hetvveik men op 80,000 man b e r e kende. Ondertusschen hadden die Kruisvaarders, welke zich door de reden des Bisschops hadden laten overhalen in Lissabon te blijven, op de Saracenen in Portugal eenige veroveringen gemaakt; doch o p bevel van den Paus zijn zij van daar opgebroken , en onder aanvoering van Graaf Willem van Holland met eenen gunstigen wind, nog vroeger dan hunne voorma.ige togtgenooten , te Ptoiomais , de verzamelplaats van dezen Kruistogt, aangekomen. Het thans weder vereenigde ieger maakte het volgende plan : Damiate , de sleutel van ligvple , zoude veroverd worden, dan ware het den Christenen g e makkelijk Cairo en Alexandrie den ongeioovigen te ontrukken Wanneer op deze wijze Egypte in handen der Christenen viel. zoo kon men den ongeioovigen in Syrië en Paieslina de pas van E g y p t e , van waar zij toevoer en rekruten ontvingen, afsnijden, en zoo moesten dan Syrië en Pa.estina zich van zelf overgeven. iS'cd homo proponii; Deus dit-ponil! — «Doch de mensch maakt plannen; God beschikt!" Ingevolge dit plan ligtte de vloot het a n k e r , eu
Wumkes.nl
EN AANTEEK.ENITÏGEW.
57*
stevende in 3 dagen naar Egypte. Met zeer veel moeite üep zij den ]Nijl i n , waar toen de manschap niet ver van Damiate aan land stapte. Hier vertoonden zich vele Saraceensche ruiters aan het strand, h e t zij om de ontscheping te beletten, hetzij om de Christenen te verkennen. Een gespierde Fries met breede schouders zwaaide zijne lans, en daagde den eersten den besten Muzelman u i t ; cene gewoonte, die sedert Goiiath's lijd en nog vroeger zich lot nu toe had staande gehouden. Een Saraceensch ruiter reed v o o r , maar werd oogenblikkelijk door den uitdager uit den zadel geligt en algemaakt ( 1 ) . De Saraceuenbe-
(1) Wij willen hierbij voegen, hefgene voorkomt in het geslachtregister van Friesche Adellijke Familien , opgemaakt door S. v. ADELEN* VAN CRONENBRRG-K ,
en vervolgd door P. v.ii» ALBADA TER O K L B (M. S ) , betrekkelijk het Geslacht der Roordaas , die eertijds in hun wapen mede rozen boven de baar voerden , maar dit naderhand hebben veranderd. De oorzaak van deze verandering is dit : » ' t Is gebeurd ten tijde dat veel verscheidene rtatiën, gelijk de Friezen , in ' t H . Land waren getogen , om hetzelve uit de handen en het geweld der Saraccnen of Turken te verlossen , dat onder anderen verscheidene Edellingen uit Friesland , ook die van bet Geslacht van Rourda , met. de menigte aldaar zijn geweest, o n der welke zoo het gebeurde, tusseberi de beide heiren van de Christenen en Saracenen , dat er een uitnemend groot, s'out en vaillant Moorsch Prins was uit liet Saraceensche lieir, die voor bet Christen-leger zeer hoogmoedig ging braveeren , uitdagende aldaar een van de vaillanlste Ridderen der Christenen , om met hem een kampslag te slaan ; zoo heeft er terstond een stoutmoedige edele Fries uit het geslacht van Roorda verlof van zijnen Prins begeerd , om met dezen man een kampslag te doen; ' t welk hem toegestaan zijnde, is hij in het aanzien van beide legers legen dezen Moor in het veld getreden, en heeft aldaar zulk eene forsigheid met feiten van wapens bedreven , dat hij ten laatste dezen Moor heeft overweldigd , ter neer gehouwen en onthoofd, het hoofd ook tot eeiï
Wumkes.nl
389
BIJVOEGSELS
schouwden dit als een kwaad voorteeken ,'en trokken in de stad terug. Diamiate was eene voor dien tijd bijzonder sterke slad ; zij was met eenen driedubbelden m u u r , de een hooger dan de ander, omgeven ; digt langs den muur liep de Nijl met een' krommen arm om dezelve. Op da zijde der stad lag de voorstad, welke door een' sterken toren g e dek! werd. Dezen toren kon men niet naderen, daar zij op een eilandje stond, welks geheele opjiervlakte door den voet des torens werd beslagen , zoodat de toren uit het water scheen op te rijzen. Tusschen d e zen en eenen anderen even zoo gelegenen, ofschoon kleineren toren, lag de haven, en van beide torens was eene zware kelen gespannen, om de haven te sluiten. Nadat men eenjge vruchtelooze aanvallen op de s!ad en den toren had gedaan, vonden de Duitsehers uit het Bisdom Keulen een kunstig werktuig uit, waarmede zij den toren dachten te veroveren; doch ook dit mislukte. De Zomer liep reeds ten einde , zoodat men aan de verovering der stad begon te wanhopen. In d e zen hagchelrjken toestand kwamen de Friezen op eenen bij zonderen inval. Zij klampten twee h u n ner grootste schepen aan elkander, welke naar één breed schip geleken: op deze beide schepen maakten zij vier sterke masten in een vierkant vast. T u s schen deze masten rigtten zij een houten bolwerk o p , dat zij met sterke kruisgewijze gelegde balken
teeten van vicforien op de punt van zijn geweer naar bef Christen-Jeger triumphantlijk gebragt; alwaar hij bij alle de Prinsen , Heeren en Ridders zeer loffelijk van zijne stoutmoedigheid zeer geprezen , en mede Ridder geslagen en eerliik ontvangen is. En is hem ook, alsmede zijnen nakomelingen, lot een teeken en memorie van eene zoo vrome daad, een Moriaans~ hoojil in zijn schild en uapens vereerd, gelijk zijn geslacht nog tegenwoordig voert, benevens zeer loffelijke brieven en attestatie met Prinsen en Heereo Zegelen bevestigd."
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
381
verzorgden , en van buiten met natte koehuiden overtrokken. Boven op het bolwerk hadden zij lange ladders, die zij op den toren werpen en waarmede zij dan deszelf's platte oppervlakte bereiken kouden. Vervolgens sloegen zij op een ander schip een lager bolwvrk op met naar builen vallende bruggen, om aan den voet des torens te komen, en met deze beide werktuigen voeren de Clii'islenen lot aan den toren. De Saracenen benaauwden de belegeraars met hunne pijlen, die zi| van boven van den toren afschoten, en met het Grieksche vuur, dat echter door de natte koehuiden weinig werking kon doen. Gedurende dit gevecht lagen de Patriarch en gezamenlijke Geestelijken op de knieën, hieven de gavouweue handen ten hemel, en riepen God, doch inzonderheid Maria en St. Bartholomeus (het was juist Bartholonieus-dag) om hulpe aan. Eindelijk gelukte het den Christenen uit het bovenste bolwerk ladders o p den toren te werpen. Hendrik, een Luikenaar, en Haije, een Fries van Fivelingo uit Groningerland, waren de eersten, die den toren beklommen. De eerste had eene zware kolf en de laatste een ijzeren dorschvlegel, die met ijzeren ringen aan elkander g e zet en versterkt w a s , in de hand. Elke slag gold eenen gekneusden k o p , ontwrichten arm of stukken geslagen b e e u e n ; zoo maaiden zij regts en links om. zich henen, en maakten ruimte voor hunne makkers. De Saracenen , die van boven van den toren naar b e neden gedrongen waren, wierpen Grieksch vuur uit, waardoor de Christenen zoo bestookt werden, dat zij den toren weder moesten verlaten. Daar evenwel de vijand ook den toren verlaten had, zoo kreeg het andere schip met het lage bolwerk lucht. Men wierp de bruggen uit, en naderde den toren van onderen. Als zij nu met a.le magt op de poort aanvielen om die met geweld te doen bezwijken, gaven de Saracenen den toren bij verdrag over Eenige buitenîandsche Schrijvers voegen hierbij , dat het groote schip van voren met eene sterke ijzeren zaag is voorzien geweest, en dat de ketting, door tegeu haar
Wumkes.nl
382
BIJVOEGSELS
met volle zeilen aan te varen, is gesprongen ( 1 ) . Toen de Christenen den toren hadden, werd ook spoedig daarop de voorstad bemagtigd; doch de stad zelve konden zij nog niet bomeesteren, omdat zij bestendig uit het leger des Sultans Meleddiu (2) toevoer en ondersteuning ontving Het Christen-leger had ook veel te tijden van oveislrooining des Nijls, waarom vast- en bid lagen werden ingesteld. Toen de Niji naderband binnen zijne oevers terug t r a d , vermeiden de Duitsche Kruisbroeders eene schipb r u g , over welke de belegerden toevoer ontvingen uit het Saraceeijseh leger Toen wies der Christenen moed ; zij wierpen zich tusschen het leger des Sultans en de stad, en vielen hem eindelijk nu eens gelukkig, dan eens ongelukkig , zell's in zijn leger aan. De Sultan werd deze kwellingen eindelijk m o e d e , en bood den Christenen het vrije bezit van Palestin a , het kruis des Heiiands, het ontslag der Christengevangenen en een eeuwigen vrede aan. Het Kruis.eger en vooral de Duitschers en Fransehen lieten zich het aanbod gaarne welgevallen, maar de Pauselijke Legaat protesteerde en verlangde de geheeie uitroeijing der Saracenen en Turken Deze zielenherders kregen eindelijk bij de Christelijke schapen gehoor, men vocht nog een tijdlang met de ongeloovigen, en bereikte ten laatste , op het einde van Aug. 1219, door bemagtiging van Damiate,
(1) In het Grand Theatre Hisloriquc, T. III, p . 328 vindt men de plaat van dit met eene zaag voorziene schip. De avad Haarlem eigent zich dit schip toe. Men vindt daarom nog in do groote kerk zelfs een model ván dat schip. Ook maken er de D o k kumers aanspraak op. Zij hebhen er een model van tot windwijzer op den toren der groote kerk gemaakt. I<>SlNTCiA , Staatsregt van Groningen, p . 126. —- W A GMA/.R, rad. Hist. II, 35,). (2) Mclfhlin was de onds'e zoon van den Sultan Saphaddin , die ç,edure»de het beleg van Damiate gestorven was
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
383
welke stad schier geheel door de pest was uitgestorven , het eerste gedeelte hunner wenschen. Natuurlijk viel hier in deze rijke en weieer volkrijke stad weder koste ijken buit ie maken, dien de Christenen eerlijk onder elkander verdeelden Toen Damiate was overgegaan, trok de Sultan Daar Cairo terug Men hie;d zich wedei zijds iangen. tijd in dit en het volgende jaar stil, doch eindelijk beval de Paus legen den zin der meeste Christenen en ze fs van Koning Jobaunes den vijand te vervolgen. Uit bevel kwam ter kwader uur, daar de Nijl overstroomde , en groote verwoesting in hel Christenleger aanrigtle Nu zagen zich de Christenen genoodzaakt met de ongeloovigcn vrede te sluiten. De vredesvoorwaarilen waren deze : de gevangenen zouden van wederzijden vrijgelaten worden; de Christenen moesten Damiate ontruimen, en de Sultan moest hun het te voren door Sa'adm veroverde Kruis des Iieeren uitleveren. Deze was de einde.ijke vrucht des gansenen togts, want in Aug. 1221 werd Damiate weder overgegeven Zoo was dan wederom alles verloren , en de Christenen trokken weder huiswaarts." Ik kan niet voorbij hier nog aan te voeren dat de bovengemelde O.ivier dezen Kruislogt in persoon heeft bijgewoond. Misschien is hij zed' de vervaardiger van het Itinerarium (Reisverhaal) geweest. Uit het leger voor Damiate heeft hij een brief aan de Abten, Prelaten en Burgemeesteren (Consuls) in Friesland geschreven. I k neem hier liet volgende uit over, dat den Friezen lot eer verstrekt : » D e Zegepraler in Israël, van wien alle goede gaven en volmaakte giften afdalen , heeft uw vroom en in de moeijeiijkheden der vreemdelingschap volhardend volk op aarde groot gemaakt, bereidende hun een' triomfwagen , als hebbende eene eeuwige b e looning bij tijdeiijken roem verdiend, dewelke zij nooit zuilen verliezen, Indien zij den ingetreden weg ten einde toe blijven bewandelen. Bij Damiate immers hebbeu zij zich door beloon van groote n e drigheid, milddadigheid, gehoorzaamheid en si, titmoedigbeid, bij de isaxaceueiu geducht, bij de Glivis-
Wumkes.nl
334
BIJVOEGSELS
tenen bemind gemaakt. "Weshalve wij U , Prelaten" e n z . , enz. » Geschreven bij Damiate op het feest der H. Kruisverheffing." De Patriarch van Jeruzalem gaf den Friezen bij hunnen aftogt eene loffelijke getuigenis m e d e , waarin onJer anderen het volgende voorkomt; — oen nadat zij met ons in Egypte zijn gekomen, hebben zij veel leeds uitgestaan, zoo ten aanzien van hunne personen als van hunne geldmiddelen. "Wij hebben hen van hunne dienst, ontslagen en laten vertrekken, volgens de toe'aling door de Roomsche Kerk in de algemeene kerkvergadering verleend. Wij geven eene loffelijke getuigenis aan het Friesche Volk, daarom, dat zij eenen braven wandel h e b ben geleid, en dapper en vroom gestreden hebben in de dienst, van J. C. Weshalve wij u vermanen en van mvc bescheidenheid in den Hecre bidden, dat gij deze zeilde Friezen, uit hunne vreemde'ingschap terugkeerende, in gunst moogt ontvangen," enz. — Zoo veel van dezen togt. Naauwelijks waren de Kruisvaarders weder te huis gekomen , of de heilige Vader Honorius I I begon reeds weder alarm te blazen. Keizer Frederik I I nam zeil'het. Kruis aan, doch scheen zich, na den dood van Honorius, om zijne gelofte weinig te bekommeren; hij werd door den opvolger van Hon o r i u s , Paus Gregorius, in den ban gedaan, trad wakker met den Heiligen Vader in het strijdperk , en ondernam eindelijk in 1228 den Kruistogt. Terstond bij zijne aankomst boden hem de Saracenen eenen 10 jarigen wapenstilstand aan, waarbij zij hem Jeruzalem, Nazarelh en Sidon inru'mden. Daarop liet hij zich tot Koning van Jeruzalem kroonen, en keerde terstond daarna terug. Ook aan dezen togt h e b ben de Friezen deel genomen , en zoowel de Paus Honorius , als de Keizer Frederik moedigden de Friezen aan, den togt roede te ondernemen De Paus streek den Friezen in eenen brief'van 1226 niet. weinig honig om den mond. Onder anderen zegt hij in dien brief: a Voorwaar, daar de Friezen weleer met onderschei-
Wumkes.nl
KX AA.NTEEKENINGEN
SS5
ding in den Kru'stogt ter zee den Ilecre gediend h e b ben in (!e overzeesjiie landen, zoodat uw gedenkboek van ges'-aeht tol geslacht met vermelding van uwen lilt' zal aangehaald worden, zoo hebben wij noodig en laadzaaiu geiiaeiit, ulieden als beroemde; Kampvechters wel bijzonder tot liet vo.^eu van de «en. (logt) te. moeten omroepen, vaste ijk hopende en varlryuwende, dat g i j , (lic onder overige vr>,ken uitmunt in grootmoedige dapperheid, del) strijd de» Heeien mannelijk on met kiacut zu.l strijden. » Wij bidden u dan allen enz." Es) Keizer Froderik schrijft onder anderen : » W a ü t builci.laiids is mv krijgsheloid gevieesd en ondorvondaij van die volken, tol w e k e r ritroeijlng gij weieer uwe kraciiten loÜ'eàjk geoefend liebl, terwijl liet bloed van uwe marie aren in de dienst des Ki'ttises geplengd , glansrijk blinkt, en hunne roemrijke ligchameu door de bezetting en verovering v m Dainiate herdacht worden. Ontbrande dan uwe d a p perheid! — «Gegeven te Sa'emo 1 Febr. 141e Indictie." — O ivier kwam ook weder in Mei Yl'lk in Friesland, en pre.likte eerst in Groningen , daarna in IXeidcrland en in 't Emderambl het Kruis; voornamelijk echter hield hij zich ie Ulluin en Groothuizen ( H u t turn en Dsiun zegt Eino) o p , waar bij evenwei wei-, nig uitwerkte. Vervolgens zond bij door geheel Friesland herderlijke brieven r o n d , en vermaande de Friezen met de Denen, Bremers en de Keulenaren, die reeds eene vloot begonnen uit te rusten, gemeene zaak te m a k e n , terwijl de eerste bemóeijing der Geestelijken w a s , om geld voor den te ondernemen Kruislogt ie verzamelen Onze geschiedschrijver E m o liet zich zelven daartoe gebruiken, en biagt eene aanzienlijke som bijeen. D :n 22 Mei 1227 gingen de Fricsche schepen bij Borkum onder zeil; de manschap er-hter leed veel door a-ierlei gevaar, storm, ziekte en honger, en kwam, merkelijk ontdaan, eindelijk in Palestina ( 1 ) . (1)
De te voren vorinclde verovering der stad -Da-
25
Wumkes.nl
Sfiî
BIJVOEGSELS
Hét einde, van deze» togt heb ik reeds boven kortelrjk opgegeven In het jaar 1247 werd eene groote kerkvergadering te Lyon in Frankrijk gehouden, op welke nogmaals een hei! ge krijg tegen de ongeîoovigen werd vastgesteld. Koning Lodewijk de Ileiiige nam zelf het Kruis aan, en de Paus zond, op bij zonder verlangen des Konings, den Bisschop Aibert. van Biga en Wiliibrand, een monnik uit het Mentzsche, naar Friesland, alwaar zij aile Abten, D e k e n s , Priesters, Edellieden, regterlijke Beambten en de voornaamste Mannen verzamelden, en hun den Pauselij ken last brief voorlazen. Terstond liet zich eene groote menigte tot dezen togt aanwerven; maar toen den Friezen werd aangekondigd, dat zij tegen Mei 1248 reeds tot den togt gereed moesten zijn, schreeuwden allen, dat deze bepaalde tijd veel te kort was. Daarop werd de tijd des af'togts tot Mei 1249 uitgesteld. Deze Kri]gstogt is voor de Christenen van r a m p zalige gevolgen geweest, daar bijna het geheele Christelijke leger in E g y p t e , deels door de p e s t , deels door het zwaard, werd vernield, en de Koning Lodewijk zelf gevangen genomen. Door klinkende munt en eenen schandelijken vrede kocht hij zijne vrijheid weder. Of nu de Friezen dezen togt mede gedaan h e b b e n , en werkelijk uitgezeild zijn of niet, melden ons de geschiedschrijvers niet (1). Waar-
miate plaatst BENTNGA verkeerdelijk in het jaar 1229, in de Geschiedenis dezes Kruistog's onder Frederik l ï . (I) Dat zij aan dezen Kruistogt geen deel genomen hebhen , is genoegzaam zeker , want op ver/.oek yan den Koning Willem had de Kardinaal Caputio , namens den Paus , de Friezen van hunnen Kruis'ogt naar het F!, Land ontslagen, mits zij Willem Aken. hielpen veroveren, waarop zij bi| gatisclie schoren naar zijn leger optrokken , natuurlijkerwijze de'.en togt ver de voorkeur gevende , hoven den meer verwijderden naar Palestina. Verg. J . M E E R M A N , Gcsch. van Graaf If^illem van Holland, Roomtch Koning,
t. S63-264.
Wumkes.nl
. •
EK Â A H T E E K E N I N G E N .
33»
schijnlijk h e b b e n de Friezen, daar zij te huis genoeg te doen hadden, én den nieuw verkozen Roomsch, Koning Wüiem reeds in 1248 Aken hielpen veroveren , doch daarna mei hein in onmin geraakten, en h e m , geüjk uit 's Konings geschiedenis genoeg b e kend i s , in de tegenwoordige provincie Friesland om hals bragtcn , aan dezen togt geen deel genomen ( 1 ) . Zeer aardig herinnert een Bisschop van Syrië in eetien uit Ptolomais geschreven brief na bet jaar 1260 hun aan hunne piigteu. Hij noemt zich. »Frater Thomas de ordine Fraedicatorium, Votninici praesepii et virginalis puerperd custos indtgnus, jiposloticae Se— dis Legatus" »Broeder Thomas van iie orde der predikheeren, onwaardige bewaker van de kribbe vao Doininieus en het maagdelijk kraambed , legaat van dm Apostolischen zelei." Hij meidt daarin (de ruimte laat niet. t o e , den gcheelen merkwaardige!] en kiuchtigen brief hier in te iasschen) onder anderen, dal; de Friezen, die voor 10 en meer jaren het Kruis hebben aangenomen, himue kruisgcloften gestand doen, en opkomen, of wettige redenen van hun uitblijven opgeven moeten. Daarbij verzoekt hij de Proosten en Dekenen de Friesehe vrouwen, welke het Kruis hebben aangenomen, den togt af te r a den, dewijl m e n , helaas, nieermaien de treurige erVarenis heeft gehad, dat door verleidingen des Satans deze vrome vrouwen reeds aanstonds op weg afschuwelijke hoererij en echtbreuk bedreven hebben. "Wanneer deze goede kinderen slechts zooveel baar geld betaalden, als hun de reis heen en weder zou kosten, dan konden zij rustig te huis Wijven, en nu besluit hij:
(1) Willem i s , gelijk bekendstaat, en onze K r o nrjk zegt, niet ia Friesland, maar te Hoog-.voude i« Noord-Holland door de West-Friezen vermoord. Zie MEERT,ÏAX, ais voren.
De opgave van W I A R T J A
is dus hier onjuist. Vergelijk \VAG-ii\T.\Ait , Vaá. Bist. II. 4 0 1 ; BiT,uEBDVK, Geschiedenis dei Vader* ftwt&s, II, -Ihl, 152,
Wumkes.nl
'SSS
;
B I J V O E G S E L S . • ..
«Aan alle welke voornoemde vrouwen en a n d e r e n , die op voorzeiùe .wij/.e mogen verschoond worden, wij uit kracht van de aan or.s door den Anostoiisrhen Stoel verleende volmagl die vergeving van zonden .schenken, welke zij zonden verwerv e n , zoo zij het Heilige. Land in persoon bezocht hadden " Koning Lodewijk nam in 1267 andermaal het Kruis a a n , en zond naar Friesland cenen monnik, G e r h a r d , om aldaar het Kruis te prediken Deze trok geheel Fries and door, doch hield zich den inccsten tijd, volgens getuigenis van den gelijklijdigen Schrijver Menco, in Norden o p , alwaar hij het JakobitenKloosler stichtte. Het gelukte hem ten behoeve van dezen voorgenomen logt den ingezetenen grooie sommen geids uit de beurs, te pralen , en een groot g e tal strijdbare mannen te overreden, zich met het Kruis te laten teekenen. Thans werd eerie betere orde ingevoerd. Opdat niet wederom allerlei janhagel den logt mede ondernemen, en zich op kosten van het Kruisieger mesten , of ook weerlooze vrouwen vervolgens wanorde in het leger veroorzaken moglen, werd uitdrukkelijk bevolen dat alle vrouwen , zonder onderscheid, te huis blijven, en ieder Kruissoldaat 7 mark sterling aan klinkende m u n t , vervolgens 7 ton b o t e r , een halven o s , een h a m , een half mudde meel en zoovele wapens en kleederen, als hij zou noodig h e b ben , medenemen moesten. In 1269, kort voor Paschen, scheepten de Friezen zich in. Zij verzamelden zich bij Borkum, en moesten daar 20 dagen wegens westelijke tegenwinden blijven liggen. De uitgeloopene Friesche vloot b e stond , behalve de kleine schepen, uit 50 koggen. Tdet goeden wind landden zij, na volgens gewoonte vooraf' in eenige havens te zijn binnengevallen, te Marseüle aan. De Koning van Frankrijk had inet.de Friezen afgesproken hen lot St. Jan in te wachten; dan daar deze tijd ve»streken w a s , zoo was de Koning met zijne vioot reeds voor do aankomst der Friezen naar Tunis ai'gezeiU, De Sultan had . een
Wumkes.nl
v,n AANTEEKENINGEN.
SS9
Sterk leger naar Afrika gezonden , waarom de Koning vreesde,' dat de. T u r k e n , na den aitogt der Christen troepen, in Sieiiie , Italië, Frankûjk eii Spanje eene afwending zouden maken. Daar ook de Sara-, eenen in Syrië en -Palestina veel ondersteuning eü levensmiddelen ontvingen van de Barbaiijsche k u s ten , zoo achtte hij het voordeelig eerst Tunis te verwoesten. De Friezen morden over dezen togt, en wilden liever naar Palestina, doch lieten zich ten laatste door eenen geestelijken overreden den Koning na te zeilen. Bij hunne aankomst vernamen zi] wel, dat de Koning de Ougeloovigen geslagen en Tunis reeds ingesloten h a d , doch tevens dat hij ze'f' kort daarna aan de pest gestorven was. Op dit herigt wilden de Friezen oogenblikkelijk we Ier naar Syrië ai'zeilen; d a n , daar juist ten zelfden tijde de broeder des overledenen Konirgs Lodewijk, de Koning Karel van Napeis, niet eene versrhe v;oot aankwam, zoo lieten zij zich bewegen, daar te blijven. De belegering werd dan ijverig voortgezet; de Saracenen deden eenen uitval op eene afdeeling Duitschers en. Friezen , die verspreid nabij de stad ginds en herwaarts liepen, om den vijand uit zijne verschansingen te lokken De Christenen togen aanvankelijk in wanorde terug, maar herstelden zich weidia weder, rukten als één man tegen den vhand o p , en dreven hein tot eene rivier, die voorbij Tunis stroomt "Vele Ougeloovigen sneuvelden door het zwaard, de meesten echter verdronken in den vloed. De stad kon door storm niet ligt veroverd w o r d e n , omdat de pest in het. Christen'.eger eene groote verwoesting had aangerigt: desniettemin werden de be.egerden zoo heuaauwd, dat zij den Christenen eenen. vrede aanboden. De inhoud der aangenomen e v r e des-voorwaarden w a s , dat de gevangenen van w e derzijde bevrijd, — Tunis aan Koning Karel eene jaarlnksche schatting betaien, — en de Christenen op de Middellandsclie Zee door ceene zeeroovars 'zouden ontrust worden. Tiet leger werd daarop o n t bonden, en de meeste Italianen en Franschen gingen weder naar huis; dan de Friezen, Duitschers en Engel-
Wumkes.nl
•WO
-
BIJVOEGSELS
âchen vervolgden hunne reis en zeilden naar P a lestina. Onder weg leden zij veel door storm en ziekte, en kwamen in vee! verminderd ge lal eindelijk ïe Ptolomais aan , alwaar zij het Christen-leger in eenen jammerlijken toestand en verderfelijke oneeniglieid aantroffen, welke tweespalt de Saracenen zich ten n u t t e , en vele veroveringen hadden gemaakt. Intusschen werden de Friezen door de Tempclheeren •Wel ontvangen en kostelijk onthaald: zij werden naar Tyrus gevoerd, alwaar men aanzienlijke hulptroepen yan de Christenheid en bij zonderlijk van Koning Karel van Napeis verwachtte, doch daar deze uitbleven, zoo kregen ook de Friezen het heimwee. Hunne uit den storm nog overgeblevene schepen waren zoo jammerlijk gesteld, dat. zij geen zee konden bouwen, zoodat zij zich in vreemde vaartuigen moesten inschepen, en van elkander afgescheiden, sommigen door Italië, anderen door Frankrijk afzonderlijk terugkwamen. De meesten echter hadden hunnen dood in Afrika, in de Middellansche Zee en in Palestina gevonden, terwijl het geringe in het Vaderland terugkeerend overschot ledige buidels, hongerige magen en zieke ligchamen mede lerugbragt. Van nu af aan waren de Christenen te zwak om den Turken het spits te bieden. De eene vestingging na de andere over. Antiochlë, Cesarea, Joppe en andere steden kwamen in handen der Turken. Ten jare 1291 werden ook Ptolomais, Tyrus en Berytus heroverd. Zoo behielden dus de Christenen der Lalrjnsche Kerk, die ter verovering en beheersching des Heiligen Lands , zoo vele miilioenen verspilden, en zoo veel hloeds deden stroomen, in Palestina geen voet gronds. PausNikoiaas I V , wien dit zeer ter harte ging, wekte v/el alle geesteijke en wereldlijke Vorsten tot eenen nieuwen logt o p , doch zijne pogingen waren vruchteloos (1). Palestina, ontbloot van allen bijstand, v e r z o n k w e (1)
Tot dusver loopt h e t verhaal van W^AgJO^.
Wumkes.nl
ï.m AAM'EEK-ENIHGEW..
191
der 'm de oude slavernij, die misschien dragelijker was, dan d« .heerschappij van teugeilooze schraapzuchlige Christenen, —: Én dit. was het einde do'r heilige oorlogen of vrome razernij , die omtrent twee honderd jaren gewoed, en Europa omtrent z e ven mjilioenen meuschen en onmetelijke schatten gekost lieert. Wat nu het goed en kwaad betreft, het is rnoeijelijk te beslissen of de Kruistogten meer voordeel dan nadeel aan Europa hebben toegebragt. Dus oordeelt er de Duitsche Geleerde J. C. M A I R over (1). HEBBEN is door zijn onderzoek der gevolgen van de Kruistogten voor Europa (2) tot het gunstig resultaat gekomen, dat zij wel niet op eens eeno betere w e reld schiepen, maar die voor de nakomelingschap hebben voorbereid. W A K K E R YAN ZON heeft, in zijne Bijdrage to{ck Geschiedenis der Kruisvaartcn, voor ons Vaderland daarin weinig voordeel kunnen vinden, en laat het nadeel ver het overwigt behouden; zelfs in de heftigheid van zijn betoog uitroepende: » R e d e ! Deugd (1) Zie het slot van aangehaalde w e r k : Protvn van eene Geschiedenis der Kj'iústugtcn ai derztlue.r gevolgen , bl. 546, waarin echter -zeer uitvoerig over de voordeeien en Weinig over de nadeelen wordt gesproken. (2) gen
Dit uitmuntend werk is door den zeer kundi-
S T E E N B E R G E N VAW G O O R in
den
jare
1823
uit
bet Hoogduifsch vertaald en met vele belangrijke aanmerkingen voorzien. Het gevoelen van dezen wa» hei; volgende: « D a t E E R O P A door de Kruistogten veel geleden heeft, zal niemand ontkennen; maar dab Let tevens door dezelve in burgerlijke vrijheid , beschaving , verlichting, koophandel en kunstvlijf v e e l , zeer veel heeft gewonnen , is onbetwistbaar. En ua vrage men, oi' die voordeeien destijds voor eenen m i n deren prijs te verkrijgen zouden geweest zijn?" O o k tiUDEtf, in zijne AUgenmne, Gesehichte der Völkernnä. fitaatcn dM Mitlelalfarj); is t«« dezen «iet genoeg »»» te boveSe«4
Wumkes.nl
r
39_
:.: B I J V O E G S E L S -
en (xods.îiensî! wij leggen op uw heilig altaar âe plegiige en onherroepe.ijke Bekentenis af — , dat de Kruisvaarten ons Vaderland tot eene Bron van onuitrekenbare ellende verstrekt hebben!" — Zoo zijn er meerdere gevoelens van geleerden uitg c b r a g t , terwijl die Schrijvers, weike niet overdrijven, maar den middeiweg hebben bewandeld, zoo ais HJEEREN en LUDEN , gewis den voorrang boven anderen vardienen (1). Voor Vriesland waren gewis de gevolgen ook van groot belang. De burgerlijke vrij beid is er zeer door Bevorderd: want een slaaf' werd vrij man, en de haat en wraak der aanzienlijke geslachten werden getemperd. Het werkzame deel des volks werd door din landbouw ais anderzins voor armoede beveiligd, en de zedelijke beschaving zal er allengs bij gewonnen hebben. De handel in de X eeuw nog in zijne kindschheid, moet eene eeuw na den aanvang der Kruistogien te Stavoren reeds tot grooten bloei zijn gekomen : want deze stad en Boisward tot de Hanzesteden hehoorende, voerden hunne koopwaren naar Brugge, werwaarts de Lombarden hunne Oostersrhe goederen bragten, om dezelve zoo door de Hanzesteden weder in het Koorden te verspreiden. De we vaart, pracht en weelde der XI11 en XIV" eeuwen kunnen van deze gevolgen getuigen. — Kunsten eji wetenschappen, atoos met den handel zich. garende , moesten ook wei in Friesland toenemen. — Dan hel nadeei heeft zich ook voor dit gewest g e openbaard, en in de onheilen moest hel dus ook zijn aandeel hebben.
(1) Verg. S r r r , , Oplcomsf en Bloei der Nederlanden, ld. 2.H; Tegenwoordige Stuat van Friesland, I. 312; W E S T . , Jaurb I. 209; CER1SI£R, Geschiedenis der .Nederlanden, l. 209»
Wumkes.nl
á s AA'KTEEK.EKÏ'NGEI»
bl.
SSï
t Á.
Omtrent den jare 1100 was er een voornaam Bouwkunstenaar , zijnde een Fries, die voor den Bissuhop van Utrecht eene fraaije kerk bouwde, doch misnoegd over deszelfs behandeling, den Bisschop om het ieven bragt. Dit zal het bedoelde geval zijn 't welk voorkomt in F . SIOKRUS , Jaarb. II. 285.
Bl. 72. In den jaart 1110. Door dezen strijd en nederlaag hiceî' de vrijheid van Oost- Fries and he waard, en de Friesc.he Graafschanpen Ooslergo en Westergo genoten een aanlai jaren rust en vrede.
BI. 73. In. den jaara 1119 ontstond. Het varhaal van d e zen (wist tusschen Fioris 1[ en den Frieschen Edelman G a a m a is naauwkeurig opgeleeken I door G A B ~ BEMA in zijne ff'aiervtoedtn, p. 50 en 5 1 , en bij de Kroniekschrijvers "iet eenige kîeine veranderingen vet meid. Zie Tegenw Staat van Friesland, I. 315-, F. SJOF.RDS, Jaarb If. 3 1 8 , welke te regt in W A G-ENAAR (IC 2 1 3 , ) v e r b e t e r t , dat Galama niet in dezen twist is omgekomen, en ook een eigenlijke Fries geen Weslfries was SCIIOTAVUS, van d't voorval niet (prekende , heelt men de waarheid daarvan betwijfeld, waarom ook weiiigt CERISU.Ü (Geschiedenis der Nederl t, 21.4) niel voor de eclilhei 1 wil inslaan. B I L D E R D Y K , a tijd kwaadaardigst tegen W A GEN A A R , zegt in zijne Gesch. des f^aderl. II. 3 4 : » W A Ö E N A A B J altijd kwaadaardigst tegen de braafste
Wumkes.nl
3Ö1
.
BrjVOEGSELS
Vorsten, brengt tegen Floris in, »» dat zijne uitmuntendheden van geest en lichaam niet verbinderden, dat de Edelen dezer landen hunne vrijheden tegen liet Grafelijk geweld, dat met den aanwas van 's Graven macht meer dan Ie voren gevoeld w e r d , nioedigiijk verdedigen durfden."" » E n tot bewijs van dit Grafelijk geweld en het moedig verdedigen van de vrijheden daar tegen, komt den moedwil van Galama voor den dag. — — Het geval (waar of'onw a a r , want men twijfelt er aan) is eenvoudig. De Graaf (wien naar het Leenrecht, als Vorst of w e gens den Keizer regeerende, wouden en wildernissen behooren, en alle jacht die niet afgestaan is) in het bosch van Kreü (aan den rand der Zuiderzee, die nu dit gedeelte verzwolgen heeft) jagende, vindt daar jagers van Galama, wien hij als naar stijle, de daarmee verbeurde honden ontnemen doet. Galama verneemt dit, stuift o p , zoekt den Graaf in het b o s c h , spreekt den Graaf (onbesuisd, zegt W A M NAAR) en onvoeglijk aan, en bij Floris aanmerking op dien onbehooilijken toon en taal, valt hem met den bloolen degen op het lijf en doorboort hem den arm ! — Zie daar" enz. ; hier volgt weder eene onbehoorlijke uitval op WAOENAAR en een schampschot op de onschendbaarheid en wijsheid, gezeten hebbende in de majestueuse Amsterdammer paruiken. Dit is dus met een kort woord aan Galama zijn regt ontnomen , hem ais overtreder des Eoomschen regis veroordeeld, en Floris gereglvaardigd. Wij houden hel er daarentegen voor, dat het niet b e wezen is of Graaf Floris in het Kreilerwoud iets h a d te zeggen, en zoo niet, dan beschouwen wij de daad van Galama (niet gelijk BiLnr.RnvK) als die van een dolleman, maar van een regtschapen Fries, die zich door geen lïoliandschen Graaf naar willekeur liet regeren en behandelen, boe deze dan ook liet Kreil, Ga.aiiia's eigendom, mogt beschouwen. Waarom dit vooival onder de verdichtselen geplaatst zou moeten worden, daarvoor- kunnen wij geene reden vinden. Friesck Jierb. 1833, § 22; Bijvoegsels, e p Wjt.GJa.NAAR, TL D . bi, 72.
Wumkes.nl
KR A ANTEERENVNGEN.
BI. 73. In den jaar e 1143, In onze kronijk wordt niet vermeld, zoo ais bij andere Schrijvers, dat omstreeks dezen lijd, onder de regering van Keizer Roenraad l i l , vele bewoners der tegenwoordige Nederlanden, op verzoek van den Graai' van Holstein, Adoü', na de verdrijving der Obodriten, eenige landstreken aan de have gingen bewonen, en hoezeer door deze woeste Wandalen weder aangevallen, met ongehoorde dapperheid legen dezen streden, en eindeiijk, door den stouttnoedigen Priester Gerlaeus aangepord en voorgegaan, met behulp van 's Graven volk de volkomene overwinning b e haalden (1). De Graafschappen Oostergo en "Westergo werden door dezen Keizer Koenraad weder aan den Ulreclitschen Bisschop geschonken, welke schenking twee jaren daarna bij eenen giitbrief werd bevestigd, Hoe echter de Friezen over deze en dergelijke brieven dachten en hunne vrijheid wisten te handhaven, ziet men beschreven bij FMMITTS, bijzonder in h e l V I b o e k , bl. 103 zijner Friese'.e Geschiedenis Kenige jaren hierna in 1157, oi' gedjk EMMIÜS in 1165, is het vermaarde klposter Lmlingaketk bewesten Franeker gesticht , waarvan Wigboldns de eerste Abt is geworden. Dit deze Abdij, met aanzienlijke landerijen en rijkdommen begiftigd, en van den Roomsen Koning Wiilem I I met het eiland Fiieiand beschonken, kwamen de kloosters van Anjiim, Achlum , Oegeklooster en anderen voort. T usschen F ielan 1 en Terschelling, toen nog aaneen, g r o e i ' m e n , tot bevordering 'der aans.fjking, om nog ai meer voordee,en te gemeten, eene wijde gracht, tegen wil en raad van den verstandjgen Lidlumer A b t , G e r -
(1)
Verg. S C H O T . Fr.
XltföA, grQngk,
Hut,
bl. 9 2 ;
EGCER.
BE~
bi. l ü l ; DüMBAB,, An$kçt&> I*.3,?-S'
Wumkes.nl
•336.
'
BIJVOEGSELS
V
h a r d n s , waardoor men de woedende záe het land vermeien lîaL, dat noodig was te behouden Ier voorkoming vaB de lalere eliende door storm en vloed ontstaan. F. S i o c n n s , Jaaib. 11 3 7 7 ; Óudh. en Gest. 7 / 1 3 1 . In 11(53 stichtte men het klooster Mariensaard onder Haihim, onder opzigl en beleid van den waarlijk vromen Pastoor der kerk te Kalium, Frederik, die daar eerste Abt werd, en de order der Premonstratenzers omhelsd had. Doordien er een grooter toeloop was dan liet klooster bevatten k o n , werd door den A b t , ter plaatse Bartlehiem genoemd iu Tietjerksteradeel, een nonnenklooster, onder den naam Belfdekem , gebouwd. Onder de waardige Abten die deze kloosters telden. is de godvruchtige Syardus hoog geroemd. Deze en vele anderen, die het zoo goed met de godsdienst meenden, waren echter onbes†and tegen het ongeschikte, wanhebbe.ijk en zedeloos leven der kloosterlingen. — Oudh. en Gest. I, 3 8 5 ; Tegenv/. Staat. I 345 In den jare 1165 werd de Abdij Klaarkamp in Dantumadeei gesticht, onder 't beheer van den dorpe I'insmiiageest, door vrouwe Glara, eene rijke en godvruchtige weduwe, De Bernardiner of Cisterciënzer monniken, ook naar hunne kleeding witte en zwarte monniken genoemd, die aanvankelijk om hunnen stichtedjken wandei en goeie zeden zeer geroemd zijn geworden, hebben hetzelve onder den eersten A b t , Eiso belrokken, en vele kloosters in Fries and en Holland hebben onder d e ze Abdij gestaan. De Abt van Klaarkamp had onder de Preiaten ter Landsvergadering de eerste plaats. De»:e eeuw was dns bijzonder vruchtbaar in het voortbrengen van Abdijen, Kloosters, geestelijke Gestichten en Kei ken In den jare 1182 werd ook door Pybe van Li. I; urn met liu'j e van Tjalling Donia van VViiisiiin , tussclicn Tjmuinaruui en Oosterbierum, het Lidituner Klooster gesticht, 't welk na verloop van eene halve eeuw is verplaatst. Het was gesteid onder da order der Reguliere- Kanunniken, Oudh
Wumkes.nl
EN A A N T E E R E N I N G E N . en Gcst II. 162; SCHOTANUS, Bescbyvinge landt, Quarto, p 311 en verv.
B!. 78. -
$97 von Frks~
A° 1170.
Omtrent dezen tijd, is SAAKE Rr.[NTAi,iA, overleden. J)e Gjsrhie.ienis verme.iil de/.eu Potestpal a's ecu kundig , ervaren , braat, ede.moe iig' en vre iolieven i man , die m allen opzigle , vnj van vooroordeel en ongepaste eerzucu', het beiang ziinei' iaii 1qenooten zoodanig beliailigle, Hal (ie L.ieieu , de Slaten en het Voik tie.n leveusang tot (ninnou Landsheer wilden verkiezen, we.k voorredt iiij echter niet b e g e e r d e , als strijdig met zijne beginseien en 't g e bruik der voorvaderen.
BI. 77. In den jaar e 1190. Omstreeks dezen lijd vindt men bij de meeste geschiedschrijvers het eerst gewag gemaakt van Leeuwarden a's stad; doch er zijn e r , die beweren, dat ree,Is ten jare 1149 de stad bij dien naain zou bekend geweest zijn, daarbij aanhalende de twee brieven dooi" den Abt Wybaldus g e schreven, voorkomende in het Char†erbuek van V A » ScHWAUTZESBERa, I. 7 6 , de een aan de gemeente van Leeuwarden, houdende kiagleii over de zorgeloosheid van vier Priesters aldaar, en de andere aan den TJtrechtschen Bisschop, Heribertus, betrekkelijk den slechten toestand der kerk..
BI. 77. Âh Froonakker
k% 1192.
en Godsakker.
De Tempelscliat-
Wumkes.nl
398
BIJVOEGSELS
tingen dienden bij dé Franken tot onderhoud der Priesterschap, tot. instandhouding van de godsdienst, tot aanschaffing der offerdieren, tot bekostiging der openbare feesten en tot verzekering van regt en veiligheid. Wij vinden iu de Friesche geschiedenis der IX en X eeuw ook de Tempeischattmgen vermeid , welke iu iedere kapel, op zekere tijden, aan den Bemeikoning moesten worden opgebragt; en wat b e treft het bezit van landgoederen, meren, wouden en stroomen, dit wordt genoeg opgehelderd uit d e , bij de bevestiging des Chrislendoms hier te i a n d e , zoo rijkelijk door de Frankische vorsten weggeschonken goederen, weike ongetwijfeld, voor een groot deel, mede hiervan alkonislig waren. En zoo is men op het vermoeden gekomen, dat de lrroonlanden en Vroonakkers, -we.ke hier en daar weleer aangetreden werden, van deze landgoederen alkonislig waren , en dat Franeker daarvan den naam zoude ontleend hebben. Verg. WtóïKNDORP, Verband, ever het gebruik der Noordiche Mythologie, bl. 335.
BI. 82. — A° 1227. Kastelein van Kocvorden. Een Kastelein was a m b t man over een regtsgebied; oorspronkelijkkasteelman, pracfectus arcis; — Eorchgreve, burggraat', siot•voogd, enz. — Verg. den Teuthonista van G . V. » . ScHÜERJiN en KlLIAAN.
Bl. 85. — A° 1230. In den jaare 1 2 3 ' Het jaar te voren schrijven <]e Lronijken van eeie groote zonsverduistering, gevol;, d door gewjtdigeu hagei, iu we:k onweer ae 'lideiinan Sixti.s Botnia met zijne vrouw zou zijn omgekomen, alsmede Douvve Gaiaina en Üolk'e Taij-
EK A A N T É È K E f t l N G E N . liama.
399
Óver den vloed van 1230, zie GAJBBEMA ,
Jf'átervloèden,
bi. 7 0 ;
W I N S . foî. 1 6 3 ; F . SJOERDS ,
Jaarb. II 543. In of omtrent dezen tijd vindt men het eerst van de veenen. en turfgraverijen gewag gemaakt.
BI. 86. -» A° 1231. Door de Rechters van ZTpstahboom. Als hier ter plaatse zeer gepast, nemen wij een gedeelle over van hel belangrijk Qverzigt, geplaatst in het Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den k. Ottober 183E, g e titeld: Herinner Ing aan de Landdagen der Friezen bij Upstalboom, hoofdzakelijk getrokken uit liet werk van T D WtAiiDA over dit onderwerp , en ons medegedeeld door den kundigen beoefenaar der Friesche Geschiedenis, Taal-, en Dichtkunde, Mr. A. Tr.LTLNG, Secretaris der stad Franeker. «Buiten de stad Aurick in Oost-Friesland is een eerwaardige plek, rijk in herinneringen aan de vrrjheidsmin en volkstrouw onzer Friesrhe Vaderen Deze plek draagt den naam van Upstalboom [ Upstallisbeam, Opdalbeam) Wij zullen ons niet verdiepen in de verschillende gevoelens omtrent de afleiding en beteekenis van dezen n a a m , dien sommigen voor eene zamensieiiing honden uit Up tal/ing, d i. hoveling, eigenlijk een man uil een oud geslacht, enbeam of boom, beleekenende aizoo een' boom, waarbij zich de voornaamsten des volks verzame.eu , - - anderen zamengssteid achten uit up of op . s/aal, boom. d i. bij den opgerigten boom, — an-leren we lei uil up of op, saai (zaal, de uu Ie benaming van eene piaats, waar men geregt hieïd ) en hooiri, — en nog an leren eindelijk uit up. stoelen beam, d i de liirnn, Waar de stoel des gerigls wordt gehouden. Wij laten de besiissing aan anderen ov ir . maar ni.'enen /zooveel met zekeriieid uil de/.en naam ie nmgeii opm.iken , dat daar een of meerder,; ou Ie Irj >m :n h e i b e n gestaan, onder welke zich de regiers zuileu h e b b e n -
403
"
BIJVOEGSELS
gezeteld, terwijl de verzamelde afgevaardigden des volks zich daar om heen zui.cn hebben geschaard, alles overeenkomstig de zeden der overige Germanen, die , hel voor viije mai;nen onbe!ame.i]k achtende in Leslolene plaatsen te vergaderen, daartoe uitgestrekte v.aklen ot heilige wouden verkozen. Ken uur buiten Anrick vertoont z-ch dan ook nog ecu heuvel, waarop naar kiiü der overlevering drie grnote eiken piatden te slaan, en die a gemeen a.s (ie vergaderJ.laaîü Woi'Ut o; gegeven. De landlieden noemen uien lieuvei den Boomhorg Ven heelt er ten aandenken later ceni-n grooien beuk geplant , en de lioogle met eeue k.eJne guirlil omgevenDaar verga lemen op den eersten Dingsdag na iiel Pmkslei leest teiken jare de ai'gevaaiiiigilei) der zeven Friesche Zeeiandesi. Men zag er de geestelijkheid, de ede.en en de vrijgeboren mannen ml geheel den Siaal zaïiicnvioeijeu , 0>n de be.allgen des genieenen Vaderlands voor te staan. De eerste dagen der bheenkomsl waren der gast vi ij e vrolijkheid gewijd. Auricks vrouwen en luaagi'en ontvingen den aankomenden vreemdeling, en biagtun hein den welkomsbeker t o e , met den groet : fht gh,il eele †rye. Fryie! INog heden dansen nare nuktjine.ingen op den Pinksterdag om den Meiboom , en zingen haar volkslied : » TiJayboo/u , Mayhoom, holt die faste, Morgen krieg wy fremde lue toe gaste!" — Wanneer de eeiste dagen der gtilie vreugde waren vervlogen, en langzamerhand alie alge vaardigden zich ter bestemder plaatse hadden vervoegd, ging men over tol de beraadslagingen. Er werden voorstellen gedaan, en voor te besluiten trok bet volk ter onderlinge beraadslaging, zoo de overlevering wil, naar een nabij gelegen d o r p , dat vandaar den naam van. TLahde zou verkregen hebben. Voor den heuvel liggen twee akkers, nog de H'andelakkers genaamd, waar men wii, dat de ]\igters gedurende deze beraadslagingen van hei voik gewoon waren heen en weer te wandelen. De besluiten der vergadering w e r den in schrift gebiagt, en met een zegel voorzien. Dit zegel stelde voor een' gchaixasá' m a n , mei eeue :
Wumkes.nl
EN AANTEEKENINGEN
«1
spies in de regter en een zwaard in de linkerhand, staande onder een' bladerrijken boom. Het groote doe! dezer landdagen w a s , — zoo als blijken kan uit verscheidene wetten, tot op onze dagen bewaard g e bleven, die daar gemaakt zijn, — om in het belang van bet geheele vrije land alie bestaande verschillen zooveel mogelijk te beslechten, vrede en rust te stichten en te bewaren, den weêrspanneiing desnoods met geweid tot onderwerping te noodzaken, zich tot gemeenschappelijke weer tegen vreemden aanval telkens met nieuwe kracht en eendragtigen moed te verbinden, goede en nuttige wetten in te stellen, de bestaande te herzien en zoo noodig te verbeteren. De uitvoering der genomene besluiten berustte bij telken jure op nieuw verkozene regters (zij worden in de Jüeges Vpstalbomicae van den jare 1323 § 23 Judices Zeiandlni genoemd, bij EMO Abt van W e ruin , in zijn Chronicon , Jurati apud Upstaïïesbome, ook Consules terrae). Deze vertegenwoordigden dus de hoogste magt in de vrije Zeelanden. Wanneer is men het eerst begonnen deze landdagen te houd e n ? — welke der Friesche Zeelanden hebben daaraan deel genomen ? — en wanneer hebben deze zamenkomsten opgehouden? — ziet daar drie v r a g e n , die ieder belangstellend lezer zich al dadelijk voorstelt, en waarop wij kortelij k zullen trachten te antwoorden." W a t nu betreft de eerste v r a a g , zoo komt h e t antwoord van den Schrijver hierop neder , d a t , ofschoon men met geene volkoniene zekerheid kan b a palen, wanneer de Upstaiboomsehe landdagen der Friezen een begin hebben genomen, men echter met eenige waarschijnlijkheid kan besluiten, dat zij , zoo al niet door Karel den Grooten zeiven ingesteld, toch aan den door hem te Upstalboom gevesligden regtszelel hunnen oorsprong te danken h e b b e n , en dat de Friezen al zeer vroeg deze regtsplaats, als in h e t midden van Friesland gelegen, tot het houden h u n ner landdagen bij uitnemendheid geschikt hebben g e rekend. De vroegste vermelding eener gezagsoefening van de Upstaiboomsehe Regters vindt men bij EMMITJS op het jaar 1214 aangeteekend.
26
Wumkes.nl
402
BIJVOEGSELS
In de eerste tijden namelijk van Karel den Grooten , zuilen al de Friezen van de Maas tot aan den W e zer deel hebben genomen aan die janddagen. De landen over den Wezer schijnen, vóór de indeeling Tan den Frieschen Staat in zeven Zeelanden, te zijn afgescheiden, en zoo lang nu al deze landen zich in het bezit hunner vrijheid hebben mogen v e r h e u g e n , h e b b e n zij ongetwijfeld mede deel genomen aan de Upstalbooinsche vergadering. Wanneer deze z a menkomsten voor altijd hebben opgehouden kan men niet geene zekerheid opgeven; doch in de eerste helft der vijftiende eeuw, nadat er reeds onderscheidene beletselen tot het bijeenkomen hadden plaats gehad, door de dwingelandij van eenige magtige H o velingen en vele partijschappen onderling, moet zulks hebben plaats gehad. Zie voorts gemeld Overzigt. SCHOTANUS , Fr. Hist. hl. 170 voigg.; H A R KEKH. Oost/r. Oorsp. 125-127; F . S I O E R B S , Besch. I. 62.
Bî. 89. — A° 1234. Om de voorrang in 't offeren. Over dezen twist kan men vergelijken Oudk, en Gest. II. 2 7 5 ; Teg. Staat, I. 3 6 0 : F . S I O E R D S , Beschr. I. 499.
BI. 89. — A° 1239. SIKKE
SJAARBA
of
SIAARDEMA.
Over
de
ge-
schiedenis van den achsten Potestaat Sjaerdema en den hier vermelden brief heerscht eenige duisterheid. EMMIUS (in zijn X B o e k , p . 157) verklaart in twee regels, na den dood van Willem I I vermeld te h e b b e n , dat hij alles, wat in dat gedeelte der historie verhaald wordt van Siceo Sjaerda, op eene smakelooze, laffe wijze (insipidè), niet «ens der vermei-
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
403
ding waardig acht. HAMCONITTS en de kronijk van ö . v. SciTARij zwijgen van dezen Potestaat; doch VAN RTÎYN in het meergedacht Naberickt wil deze gebeurtenis niet als ongerijmd verwerpen. W I N S P , jncjs (fok 169) en SCHOTANUS ( 4 o , bl. 100 en 12?)
verhalen ons de zaak, gelijk dia in onze kronijk voorkomt met inlassching des briefs van Sjaerdema, welks echtheid evenwel wordt betwijfeld, en door soirmigen voor een valsch stuk gehouden. Big het o n derzoek : Of de Graven van Holland, regtens, ooit Meeren van Friesland waren, geplaatst in het, Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den 25 Junij 1833, heeft de Schrijver, de Heer v. HALMAIÎL , aangemerkt, dat de valsehheid van dezen brief niet volgt uit de jaarteekening 1239 bij WINSEMOTS, daar het, uit het op den anderen kant der bladzijde gestelde jaartal 1243, g e noegzaam blijkt, dat dertich eene drukfout i s , en men veertich lezen moet. Ook de Hoogieeraar Y P E I J , houdt die dagteekening voor een misslag; men zie zijne Gesch. der Nederl. Taal, II. 318. F, STOERBS , Fr. Jaarb. III. 6 3 , wil den brief in 1254 geschreven h e b b e n , dan dit is niet te vooronderstellen. W i j ders geeft de Schrijver van bovenvermeld onderzoek nog in bedenking, twee punten : of de IloomscliKoning den brief, on welken die van Sjaerdema (zoo. hij echt is) een antwoord i s , niet geschreven kan hebben in de h o o p , dat de Friezen, schoon daartoe cnverpjigt, hem, door bemiddeling van Sjaerdema en behoudens vergoeding, vrijwillig tot hunnen P o testaat zonden aannemen: - - wijders, of niet beide brieven kunnen gezien hebben op da Noord-Hollanders of eenigen hunner. Deze Woord-Hollanders kon en'mögt Willem als zijne onderdanen beschouwen, en daarbij rekenen , dat zijn YQOrregtsbrief aiieen de Friezen tusschen het Flie en de Lauwers (of d i e , Welke ten westen door het Flie begrensd werden) betrof; en Sjaerdema kon evenzeer die Friezen, als onder zijn Potestaalschap behoorenoe, aanmerken, daar zij toch van oudsher Friezen geweest waren . en zich der HoUandsche heerschappij niet onderwar-, pen '.vilden, Dit laatste schijnt mij wat eer>e zeer *
Wumkes.nl
9 C-
404
BIJVOEGSELS
milde uitlegging, doch overigens hebben de bedenkingen , mijns inziens, zeer "veel grond, en ik vind er geene zwarigheid i n , het daarvoor te h o u d e n , dat Sjaerdema weigerde den Koning behulpzaam ie zijn, om Friesland onder zijn beheer te krijgen : Sjaerdema moge hem als Keizer, en zoodanig als Souverein over Friesland erkend h e b b e n , dan wilde hem niet huldigen áls bijzonderen Heer of Graal' van deze Provincie. En er was een man van dapperen m o e d e ,
ZOTJ als SCHOTANUS (Fr. A s t . bl.
118) hem noemt, noodig, om de listige aanslagen en heimelijke ondernemingen vau vermogende tegenstanders strut en krachtig het hoofd te bieden, t e n e i n de h„i eenmaal aangenomen beginsel, door geen vreemden zich te laten regeren, vast te houden en te doen gelden. In den jare 1248 heeft Willem I I de Bulle van van Kareî, of het als zoodanig genoemd stuk, hem door de Friezen aangeboden, met zijne vrijheden en voorregten bekrachtigd, hoewel hij dat stuk niet in zijnen Yoorregtsbriel' heeft ingelascht. Dat de Friezen in de verovering van Aken, het gewigtigst d e e l h e b ben gehad, lijdt geen twijfel, hoezeer dan ook B I L DERDYK hiervan evenmin als van den Voorregtsbrief eenig gewag maakt ( 1 ) .
Bl. 95. — A° 1263. De kerk van hel vermaarde klooster SI. Bernard. Deze kerk was 50 schreden lang en 25 breed. In
(1) Vergel. Gesch. des Vaderl. II. 130, waar het anders had beliooren vermeld te zijn. Over de Bulle Tan Karel Bijv. en Aanm. op W A G E N A A R , 2". 107, en A. K.TATIT , Mist. der Hall. Staatsr. V. 5 2 , die het vrij zekerstelt, dat voor den jare 1300 dat stukbestond. âautt. O.Fr JVett.109, 112. Zie over den dood van W i l lem, onze noot op b l . 387; Tegenw. Staat, I. 409 en 410.
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
405
liet midden stelde men aan iederen kant nog een g e Louw, ieder van 25 schreden lang en 24 breed. Het gebouw rustte op 26 pilaren, en hef hoogc verwufsel daarenboven werd ondersteund door een aantal pilasters. Een groot en prachtig altaar stond in 't midden en eli'anderen in evenveel sierlijke kapellen; van binnen was alles even kostbaar en luisterrijk.
BI. 95. — A° 1268. D'r Tfht, verkorting voor Ter YJst, voJgens E M sïiirs, is de regte naam Yleke of JTlk, daarna veranderd in Yliz en voorts in Ylst. Dat YJst van ouds welvarender wa» dan Sneek, en toen dit laatste nog een dorp was, reeds tot eeniï stad werd verheven, heeft veel schijn, en wordt door v. K I I Y N (Oudh. en Gest. II. 77) , tegen E M JÏIUS aan, niet verworpen. In 1268 was Sneek nog eene buurt of gehucht.
BI. 96L. In 1270 is ie BolswerS het Broerehlooster. Reeds ïn de achtste eeuw wil men dat Bolsward gesticht zoude zijn, welke stad ongetwijfeld tot eene hooge endheid opklimt. Eenige Edeleiî en godvruchtige lieden bouwden dit klooster der Minderbroeders, waarvan de kerk in 't jaar 1281 werd gesticht, eerst door; Gaudenlen, Franciskanef Monniken en naderhand door Obserranten bewoond, die zich naaide hei-vorming regelden. - - geBOT. Fr. Hist. hl. 348; Oudh. en Gest. II. 11. In den j a r e l 5 0 3 braadde hef klooster af, doch het schijnt naderhand weder opgebouwd.
Wumkes.nl
406
BIJVOEGSELS
BI. 98. -
A° 1273.
Jlh ook een groote hongersnood. Deze was een gevolg, deels van de schaarschheid van geld, door de kruis togten veroorzaakt, deels door de veepest en de slechte oogsten, maar ook door h e t bevel des MunsterschenBisschops, Gerard, om geene jaarmarkten te houden'en allen handel te staken, zoodat niemand van de Friezen v e e , boter en kaas wilde k o o p e n ; daarenboven kwam er van den overvloed van granen uit de Oostzee niets over, daar ook de uitvoer zvaar belast werd. De ellende steeg dus ten hopgoten t o p , en vele menscheu stierven den hongerdood; de liefdadigheid van sommige kloosterlingen alleen behield nog den verarmden het leven. Die te voren hunne eigene landen bebouwden, moesten in de dorpen gaan bedelen, of voor den kost in de steden en voor de kloosters dienen. In de herfst.steeg de nood ten t o p , een groot aantal leefden van distels en zeker kruid, hondribbe genoemd. — Verg. W E S T . Jaarb, I, 3 5 6 ; F . SJOERDS,. Jaarb. III. 101.
BL 97. Omtrent den j'aare 1280. De ware oorsprong deioude Partijschappen, zoo in Friesland als andere Provinciën en Landstreken, is veelal met de oudheid zelve verdwenen, en de waarheid dus moeijelijk uit te vinden. Vele zorgvolle nasporingen leveren dikwijls geringe uitkomsten, want na het lezen en herlezen moet men nog vaak zijn toevlugt nemen tot gissingen, en met e e n : »het komt m i j , behoudens b e t e r , dus of zoo v o o r , " besluiten. Ook met betrekking tot deu eigenlijken aanleg en oorsprong der noodlottige verdeeldheden tusschen de Vetkoopers sa ScnxrmgcrahhaïïnrjXi onderzoek zonder gewenscht
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
407
gevolg, daar ik hiervan een kort vwslag had willen geven, hoewel h e t niet dadelijk of noodwendig tot de Bijvoegsels dezer Kronijk behoort: het zoude echter tot inlichting goed te stade gekomen zijn. Het een en a n d e r , hoe gebrekkig, wil ik deswege mededeelen. JANCKO D O Ü W A M A , voornaam Fnesch Edelman uit het begin der X V I e e u w , geboren te Oideboorn, een m a n , zoo als SCHOTANUS zegt (Fr. Hist. p . 617) »van voortreffelijk verstand, groot van moede, een groot beminnaar der vaderlandsche vrijheid, kloek van b e leid , voorspoed en tegenspoed met een gezet en wijs hart kunnende dragen, en die een beter iot verdiend h a d , dan in eene gevangenis zijn leven te laten , " heeft te Vilvoorden in den k e r k e r , verstoken van eenig gebruik van boeken of papieren, uit zijn geheugen over de Geschiedenis van Friesland, b e paaldelijk ook van zijnen tijd, een geschrift zamengesteld, getiteld: BOFXK D E R PARTIJEN , waarin hij, afwijkende van anderen, over de Vetkoop&rs ea Schieringers dit vermeld (1) : KAN
DEN
jdNFAKCK
DER
FALSCHE
PARTIJE
VAK
»Als in Hoïïant then ersien alsulcke commocie anfanckeiijcken vp gestanden w e r e , bij de welcke (1) Op bl.'20 ea 2 1 ; welk Geschiedverhaal met de andere Geschriften van" JANCKO D O U W A Ï Î A worden uitgegeven door het Provinciaal Genootschap ier beoefening der Frusche Geschied- , Oudheid- en 'Taalkunde , waarvan de eerste aiieveriiig in den jare 1830 is uitgekomen.
Wumkes.nl
408
BIJVOEGSELS
dattz vast in de landen al misselijck to ginck, se fanden then erslen geen groet wederstant, so begosten dacr in Frieslant oeck voel volcx nae to liiste— j e n ; ende dat concept, in Ilollant an g e h e w e u , dochten hoer to niael goet ende wijslij ck gedaen to wesen; doer de welcke dat Toeie armen ludeu bij en ander voergadderden. Dan se wolden niet w o r den genoempt Hoecken, angeseen datse gene fiskers weren ; oeck so dochten hoer dat to wesen een sœaetlijcke name; en oeck wolden se dat so gewaltlijcken niet doer., aist in Hollant angehewen w e r e ; dan vnderstim jen den rijeke luden met goede woerden to vnf'.-rwijsen, dattz also voer Godt ende de Wei'lt bchoerden: W e l bet dan de ander in goet v e r mochten , dat he sculdich were to helpen ende to bate to comen den a r m e n , om sijn armoet to verhoeden. Dan de rijeke luden wolden daer niet nae hoeren, doer de welcke dat de arme vast met de rijeke in de kiste begosten to tasten. Doen het daer hen quam, dat se de rijeke Legosten in der taske to tasten, doen fanden se hulp genoech; want daer voel Herscapen an de landen w e r e n , den gewoentlijcken weren met hoer n a b u e ren to to tasten; als se nv alsulcken oersaecke ende hulp h a d d e n , doen sumeden se hoer niet te tijdt, dattz hoer ghehoeren mochten. Ende den rij eken luden worden genoempt Fetcopers, ende dat daer v m m e , dat se wal h a d d e n , en fette waer vermochten to koepen; en dan gaewen den rijeke luden de arme weder een n a e m e , en noembden se Scirongen, ende dat daer v m m e , dat se erst met goede woerden vnderstanden hadden to doen, datse nae met gewalt deden ; want Schijren is v p de Friesche spraeke so voele gesecht als spreken; Scirong is so voele als een relaes; Scirongen is so voele gesecht als voele groten woerden. Nv ist waer, he behoert oeck wal to konnen spreken, de een anders goet wil h e b b e n , simder daer wat willen weder tegen gewen, dan a l lene woerden." GABBEMA , in zijn Veri'taai'van Leeuwaarden (bl. 16 cji 17), geeft hiervan eene verklaring, en een bladzijde
Wumkes.nl
EN AANTEEK.ENÏNGEM.
409
vroeger een verhaal van eene andere oorzaak desPartijschappen en beteekenis der woorden. Dit v e r haal echter, ook bij andere Schrijvers vermeld, alsof op zekeren maaltijd door den twist tusseben twee kooplieden, over de keuze van den Sievard of Zedemeester (thans zouden wij Ceremoniemeester zeggende, de eerste aanleiding daartoe gegeven zou, h e b b e n , vindt geen algemeenen bijval. Wanneer men nu de geschiedenis dier tijden raadpleegt, en tot den oorsprong en aanleg der ongelukkige factie eenigzins wil besluiten, k o m t , mijns oordeels, het resultaat hierop neder: dat de reeds vroeg ontstane twisten tusschen verschillende adellijke of aanzienlijke familien, zoo als die van Albada en l l e n a l d a , Gerbranda, Gratinga en Douwe van Ha nis en andere Grooten, ter oorzake van den voorrang in het offeren, uit hoogmoed, heerschzucht en ongebondenheid, aangeblazen door bedorven Geestelijken , werkeloosheid en slapheid der Justitie, en vernedering en onregt den minderen aangedaan, de eerste aanleiding t o t , en door den haat en veete onderling, dadelijk voedsel.hebben gegeven, aan de o n gelukkigste en ellendigste der partijschappen, de grootste der rampen,, die ooit een land en volk treffen kan , den Burgeroorlog, De algemeene verbittering der adellijke geslachten onderling; de aanmatiging van rijke en magtige E d e len en Grooten; de verheffing van dezen in de eerste ambten en betrekkingen, waarvan men zich had meester gemaakt; daar bij vernedering en onderdrukkingvan den niet rijken Adel en de Patriciërs, worden steeds, en te regte, als de grondslagen van alle partijschappen gesteld, hoezeer dan ook eenig ander doel of oogmerk werd voorgewend, en men eene geheel andere kleur aan zijne handelingen trachtte te geven (1). Vandaar dat vele Edelen en aanzienlijken, niet uit algemeen, maar uit eigen belang, uit
(1) Verg. H. W , TYDEMAN , Over de Hoeksche CK Kabeljaauwsche twisten, bl. 111.
Wumkes.nl
410
BIJVOEGSELS
nijd, afgunst en wraakzucht den burgertwist begonn e n , ea zich aan het hoofd stelden, en eindelijk steden eu landschappen, Landsheeren en Vorsten daarin deden deeien. — Men leze ter bevestiging de historie van de Hoekschen en Kabeîjaauwschen in Holland, der Heeckerens en Bronckhorsten in Gelderland, der Lokhorsten eu Lichtenbergers in Utrecht, derBlaauwvoetsche en ïsengrine factie in Vlaanderen, d e r G u e l fen en Gibellinen in Italië, van de Roode en Witte Roos in Engeland, en zoo vele anderen. Zoo zal het d? x ook we! in Friesland zijn geweest: want al ware efns de minder aanzienlijke stand of ' t gemeene vo'.K. aanlegger van deze partijschappen geworden, tot Wèike stelling bij enkele Schrijvers aanleiding wordt gegeven, zonder hoofden van magt en aanzien zouden dezelve geen voortgang hebben gehad. Tegen de invallen der Noormannen, ter b e veiliging van watervloeden, en uit hoofde van den toenemenden overvloed en weelde der ingezetenen, was het getal der aanvankelijk gebouwde steenea huizen of'stinzen aanmerkelijk vermeerderd ( 1 ) . Zij •werden nu ook bijzonder tot betere en sterkere v e s tingen gemaakt, om als Fries Heer tegen den aanvaller zich te beveiligen, of zijn gezag eens regt t e doen gelden. Koophandel en fabrijken waren naar den aard der tijden, vooral onder den burgerstand, in volien bloei, en de hooggeschatte vrijheid was aller leus. Rijkdom, m a g t , eer en aanzien baarden, zoo als altijd, nijd, afgunst en overmoed, terwijl
(1) WIKTSEWIUS , fol. 174: » W a t meer is die oude gheschreven Cbroiiiquen ghetuygen , dat door 't selve quaedt van tweedracht, die inghesetenen deser landen , nu in ryekdom ende weelde sittende , alle hare macht aenglieleyt te hebhen tot stiftinghe der Stiasen ende vastic'heden, 'in sulckeu aentale, dat in een Dorp ' t begrijp van dertich huysen, hebbende, sesthien Stinaen uyt den ouden Vrieschen Steen gemaeefct . (welcke van hardicheyt een vlintsteen ghelyck was) ghevonden zyn."
Wumkes.nl
AANÏEEKENÏKGEN. '
411
dezen door regering-loosheid en verwarring geen t e u gel vonden. Elke vrije Fries van aanzien kon toch niet duiden, dat een ander boven hem verheven werd of den meester speelde : wis der oigenerfden kon voor den anderen b u k k e n , en welk adellijk geslacht zou aan het ander den voorrang toekennen? Zoo groeiden wrok en wrevel tot eeuc hatelijke vijandschap aan; onderlinge tweespalt en verdeeldheid deden den zwakkeren bijstand zoeken tegen den aanval der sterk e r e n : zoo vormden zich geweldige partijen, en eike beleediging, elke twist, elke kwetsing der eere moest mei veei bloeds worden uitgewischt, niet tot vernietiging der verdeeldheden, maar om ai weder den grondslag te leggen van nieuwen haal en vervolging. Dus werd de woede en vijandschap der verschillende partijen ontzettend in die tijden: want men gunde den andersdenkende licht noch leven, totdat na twee volle eeuwen van roof, moord en verwoesting, verlies van goed, bloed en vrijheid het eindelijk loon was der Friezen voor hunne boosheid en dwaasheden. De Edelen in Oostergo behoorden in den aanvang tot de partij der fetkoopers, die zich over de Lauwers vrienden en bondgenoolen kozen, en met G r o ningen zich vereenigden. De Adel in "Westergo vormde hoofdzakelijk de .Schrérirag'er-partij, die bij de Hollanders ondersteuning zocht. Evenwel voegden zich verschillende geslachten uit de beide Goen, dan tot deze, dan tot gene partij ; zelfs fatniüen verdeelden zich, en dit gafderzelver leden nieuw voedsel tot scheuring en bederving. De facliën zelve volgden dus geen vast stelsel van staatkunde, of trokken voor het algemeen welzijn, naar elks verschillend gevoelen , partij; maar wanneer zij door buitenlandschen aanval werden bedreigd oi' overvallen door anderen, dan wapenden zij zich algemeen tegen den uitheemschen vijand. De Schitringers hebben over 't algemeen geijverd voor de aloude Friesche vrijheid en onafhankelijkheid, als ai'keerig van vreemde mag 1. en invloed; daarentegen zochten Sater de Velkoopers de inzigtcn der Hollandsciie Graven te begunstigen.
Wumkes.nl
412
BIJVOEGSELS
Gedurende liet laatste gedeelte der veertiende en 'f begin der vijftiende eeuw stond de stad Groningen aan iiet hoofd der Schieringers In 1491 echter sloten de J^elkoopers met die stad een verbond, waarbij aan haar groote raagt over een deel van Friesland gegeven werd. In dezen tijd stonden de Vetkoopers ook in verbindt enis inet de Kabeljaauwschen in Holland ( 1 ) . W a t nu den naamsoorsprong betreft, deze is o n zeker, en heeft tot verschillende gissingen aanleiding, gegeven. Men zie daarover de aangehaalde Schrijvers , welke echter geen genoegzame gronden opgeven, om tot eenige zekerheid te besluiten Alle verklaringen echter vereenigen zich hoofdzakelijk in dit p u n t , dat door Vetkoopers aanzienlijke en vermogende personen worden aangeduid, en door Schieringers de minder begoedigden en geringeren stand. De geleerde "WESTENDORP (Jaarb, I. 355 en 356) voegt hier deze opmerking bij : »dat men eenen man met een voorkomen van rijkdom en gezag, ook thans nog. eenen T^etkooper, en iemand, die tamelijk, doch zuiver gekleed i s , zonder eenig voorkomen, Schier' noemt. Zoo zegt men hier (in de Provincie G r o ningen) nog dagelijks: het is een heele Vctkooper,. en hij is hemmel en schier; of ook : hij zit er goed, e n , hij heeft eenen schieren boedel, dat i s , een'
(1) Over het vroeger tijdvak en de gesloten verbonden en overeenkomsten zijn belangrijk de Monumenta Groningana veteris aevi inedita, door den geleerden K E U C H E V I Ü S D R I E S S E N uitgegeven , en met
uitnemende áanfecfccnînpen verrijkt; bijzonder zijne Aantt. o p b i . 3 3 5 , 398, 475, 4 9 3 , 797 en 831. VergIets over den Oorsprong" en de Partijnamen der Schieringers en Vetkoopers , door den Heer P. B U R G G K A A F F , in No. I van liet Tijdschrift voor Onderwijzers, die alleen als oorzaak der twisten beschouwt: het ontstaan , de uitbreiding en het toenemend aanzien van den vierden stand der maatschappij dien der b u r gers.
Wumkes.nl
. EN A A M T E E K E N I N G E N .
4Î3
b-oedel zonder schulden." In onze Provincie zegt men wei: lummel of hemel en schieii, beteekenende : zindelijk, proper (hoewel behoeftig) en schoon. Schier beteekent altoos graaim, grijs. Verg. W i s SENBERGii, Idioticon, en E P K E M A , Woordenboek. Een der merkteekenen van onderkenning schijnt in het aanleggen der turven aan den haard geweest te zijn, leggende de een het vuur boveii en de ander hetzelve onder. Bij hunne gastmalen, dus wordt verhaald, werd steeds een bedekte schotel op tafel gebragt, en na met eenen dronk indachtig te zijn geweest aan de de verslagen Bondgenoolen, na vermelding der heldendaden, aanvuring en vernieuwing van 't eedverb o n d , ontdekte m e n d e n schotel, waarin de Zeien lagen, waarmede de opgegeten ossen waren gebonden geweest, tot herinnering , dat liet weder tijd was op nieuwen roof en buit uit te gaan. Dit noemde men.in onze landtaal: 't HOIISPIX IN DE Ï>AÏ\ELE. Over de beteekenis van ' t woord Horspil hebben de taalgeleerden getwist. ïn het zeer zeldzaam geworden G-eschriftje : Nuttigheid van de Taalkennis der Middeleeuwen , alsmede van die der oude V'riesen, door A. T E N BROECKE HOEKSTRA (denkelijk i n ' t jaar 1814
uitgegeven), p . 22 en 2 3 , vinden wij het volgende: ytllorspil in de patele, dus noemde men de Koezelen, welke de Schieringers en Vetkoopers, bij het eindigen der maaltijden, in den schotel legden, om hunne vrienden en dischgenooten weder tot nieuwen roof uit te noodigen. — V . H o o r vermoedt, dat Mors in het Oud-Vriesch eene algemeene benoeming van groot vee geweest zij, en dus zoo wel eenen os of eene koe, afs een paard, beteefiend hebbe. —Het is mij onbegrijpelijk, hoe dat m e n , zoo weinig met der taaïsoorspronkeUjkheid eens Lands bekend, aan uitleggingen van die natuur, zich wage ; maar mijne verwondering rijst ten t o p , wanneer m e n , daar de uitlegging er bijgevoegd, en door den Schrijver zeiven a a n " " " ; ^ . d wordt, naar de beteekenis des woords gaat rondtasten." »Iïorspü
is eene verkorte uitspraak en schrijving
Wumkes.nl
414
BIJVOEGSELS
van hom-spil: hom is hoorn, of h o r e n , cornu , en spil, spel, geieedschap, hier de zelen, ook in Vriesland horu-louwoi genoemd : zoo zegt men mede aldoor iornbeyan (spreek uit todn-beyen) en dit voor thorn beyen, doren-bessen, braambessen: de ky bornje (spreek uit bodnje) dat is : de koeijen b o r n e n , w a tervn " De geleerde Friescho Taaikenner J. H. H A L B E R T SMA gaf mij hierop deze bedenking: » B e z e uitlegging van den heer HOEKSTRA voldoet niet volkomen aan eenen taaikenner. -In lettergrepen die met rji eindigen, laat de Fries de r vallen, en houdt de n, gelijk in thodn, boán-je, kodn in plaats van thoarn, boarnje, koarn (garst). In hornspû daarentegen zou de n verdwenen en de r overgebleven zijn, waarvan îk geen tweede voorbeeld in de Friesche taal ken. Indien men onderstellen mag dat H A M CQNITJS , ea in navolging GABBEMA , met
zijne
ge-
wone onnaauwkeurigheid in taalkundige onderwerpen , îlornspil in Hor spil bedorven h e b b e n , is de verklaring van HOEKSTRA volkomen juist. In hoemes kluud, hoornen geluid {Oude Fr. Wetten, hl. 254), hornfia, horenvee (Chart. I. 3 4 2 ) , hoernleggher, horenîeger {Chart. I. 517), ziet men dat de n nooit van haren post wijkt." Bij v . ALKESÏADH, in Nedérl. Displegtigheden, I. 466, volgg., wordt hierover gehandeld, doch hieruit zal men weinig licht scheppen, daar de Schrijver Ilorspil voor Paarde-tuig of toom verklaard h e b bende, met de koezelen geen weg weet.
BI. 100. Omtrent den jaare 1303. Wij laten deze luchtverschijningen en bloedregens, niet alleen bij O. VAN SCHARL en WiNs.EMr.us, maar ook door SCHOTANUS (lol. 164, quarto bl. 179) vermeld, daar; doch zeker is h e t , dat deze en volgende jaren allernoodlof.tigst
Wumkes.nl
IÎN A A N T E E K E N I N G E N .
415
voor dit gewest w a r e n : want de woede der V e t i o o p e r - en Schieringer-partijen steeg zoo hoog, d a t men noch op w e g , noch in huis of elders, bijna meer veilig was. Het regt van den serkstc gold alleen : teugelloos en wreedaardig woelde men in zijne ontzindheid voort, en spaarde geene jaren of kunn e ; vooral de rijke huisiieden waren in den dollen nioedwil meesters boven allen, waar liet op moorden, branden en doodslaan aankwam. En onder al dit k w a a d , dat de menschen elkander b r o u w d e n , steeg de druk der tijden nog hooger en h o o g c r , daar g e weldige regens en onweders de vruchten der landbouw vernielden, waardoor kort daarna dure lijd e n , groote hongersnood en peslziekien volgden. Dit alles wordt ook beschreven in de kronijk van W O R P VAN T I I A B O R ,
III.
Zie voorts F . S J O E R D S ,
Jaarb.
219 voigg.
Bî. .101. — A° 1306. Omtrent dezen tijd heeft J. Flieterp. Zie onze aanteekeningen o p bh 2 8 6 , 288 en 359.
BI. 101. In den jaar e 1313 is de Landsheer Martena overleden. Met den dood van dezen braven Laudsvader vermeerderde ook Friesiands ramp en onheil: want met de twisten der Regters, die eene wijle tijds het Land bestuurden, namen de ondeugden der kerkelij ken en wereldlijken toe ; en waar de geestelijkheid alleen voor haar staatkundig belang ijvert, gaat regt en godsdienst te gelijk verloren. Men nam dus tot Upstalboom zijn toev'ugt, dat aanvankelijk een beteren toestand beloofde; doch toen de partijgeest , onder den schijn van vrijheidszucht,. weder
Wumkes.nl
416
BIJVOEGSELS
het booze hoofd opwaarts s t a k , was het een jammer zonder einde. In dit jaar werd aan de kerk te Ylst de eere g e g u n d , om voor dengenen die haar in bedevaart bezocht aflaat van zonden te schenken, met al de gebruikelijke plegtigïieden; dan ook door deze en andere bijgeioovighecien was geen razende partijschap to dempen, waren geene driften te koelen. Ken zie den AÜaatsbriei'in 't Charterb. I. 151. De kronijkeu verhalen vele schrikkelijke gebeurtenissen en wonderen, in dezen tijd van hongersnood en ellende voorgevallen. Zie ook WESTENDORP , Jaarà. II. 102-109.
BI. 102. — A° 1318. In dezen tijd was Stavoren in het verbond der An~ seesieden. Het merkwaardig Hanzee-verbond moet gesloten zijti aanvankelijk tusschën de steden Lubek en Kaïnburg, in 1241, ter beveiliging van den zeeën landhandel, destijds door roovers en vrijbuiters belemmerd en benadeeld. Een aantal koopsteden traden tot dit verbond t o e , als hebbende dezelfde behoefte, en zoo werden de Friesche steden ook in
Wumkes.nl
EN A Â N T E E K . E N I N G E N .
417
kans~cê-v?rbond noemt. Du C A N G E , in zijn Glossarium, geeft nog andere afleidingen, strijdig met die van B I L B E R P Y K , H E R SCHTTERIÏN.
als ook de Teidhonisla Zie W A O E U A A K ,
Vad.
van VAN Hist.
III.
5 0 0 , en Aanmerkingen daarop bl 96, waar men het woord liefst door Broederschap wil verklaren. B I L D . Gesch. der rad. I V , 350.
Bl. 103. In den jaarc 1332. De vrome en brave Kclko Liauekama, Abt van Lidluni, werd in dit jaar vermoord. Men leze de korte Levensschets in het Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den 10 December 1833. Verg. F. SJOJERDS, Jaarb, III. 3 2 9 , en de aangehaalde Schrijvers.
BL 104 — A° 1342. In dit zelve jaar , den 25 September, is Graaf' Wü~ 4em enz. Deze slag is voorgevallen den 26 of 27 September 1345 (1) nabij W a r n s , (niet Werrega, gelijk W A O I I Î A A E v e r m e l d t , ) wordende het getal dooden bij sommige Schrijvers.op slechts 3700 g e steld: — doch zeker is h e t , dat de meesten der Holîandsche huizen er hun hoofd of een afstammeling lieten, dewijl h e t Hollandsche leger derwijze werd. geslagen em nagejaagd, dat er weinig rneer dan twintig levendig afkwamen, waaronder Jan van Beaumont behoorde, die door zijn schildknaap, ondanks zijne w o n d e , met een vaartuig gered werd. Het lijk des Graven werd tien dagen na den slag gevonden, en in 't klooster Bioemkamp , bij Bolsward, b e (1) I n de eerste druk van onze kronîjk staat ook dit jaar vermeld.
27 Wumkes.nl
418
BIJVOEGSELS
graven, doch later, zoo men wil, n a a r ' s G r a v e n h a ge vervoerd. Dés Graven dood gaf alom groote droefheid. Men verklaarde de goederen der Friezen verbeurd, en eenc wraakzuchtige bende begaf zich naar het eiland Marken, stak een Monnikenklooster, tot de Abdij van Mariengaarde behoorende, in b r a n d , en wierp de ongelukkige Cellebroeders in zee. Verg. B I E D E R D Y K , Gesck. des Vaderl. III. 118, volgg; Teg. Slaat, I. 4 9 3 , en de daar vermelde Schrijvers.
BI. 105. -
A° 1348.
Onze kronijk maakt mede geen gewag van het Bestand, tusschen de Friezen en den Graaf van Holland den 22 Junij 1348 gesloten. Dit voor de Frieschè Geschiedenis zeer gewigtig stuk, in't Charterb. van v. SCHWARTZENBERG- niet vermeld, komt voor als II Bijlage achter de uitmuntende Verhandeling over den oorsprong der Hoeksche en Kabtljaauvscht iwisien, vanden Mijks-Archivarius Mr. J. C. DE J O N GE (Lei/den, 1817). Het vredeverdrag werd gesloten met de Edele en Aanzienlijke Mannen , Heer Willem, Hertog van Beij eren, Graaf van Holland, Zeeland en West-Friesland en Heer Jan van Beaumont, b e nevens de Ridderschap , Steden , overige Ingezetenen der voorzeide Landen, door de Prelaten, Grietmannen , Hovelingen en ds geheele Gemeente der Landen van Oostergo en Westergo. Deze beloven daarbij met algemeenen wijzen en rijpen rade aan hunne p a r tijen en al derzelver bondgenooten, een vastbestand zonder arg of list, gedurende twintig aaneenvolgende jaren , van af den toen eerstvolgenden St. Jacobsdag , om den kwaden twist tusschen hen ontstaan te b e daren , uit te doovcn en tot goed verdrag te brengen , en zulks op de volgende voorwaarden : Dat de onderdanen van den Graaf de grenzen d e zer landen niet zouden mogen overschrijden, zelfs niet om eenig schijnbaar gevaar te ontgaan; met uit-
Wumkes.nl
EN AANTEEK.ENINGEN
419
sondering echter van het geval, dat zij door storm of dergelij ke oorzaken in vrees en angst waren gebregt, als wanneer zij met hunne goederen en personen s zich moesten houden aan het gezegde bestand. D a t , zoo zij echter hier plagten te vertoeven on?, koophandel te drijven, zij ten allen tijde en zooveel hun behaagde de drie plaatsen dezer landen, waar de waren ter koop aangeboden en markten gehouden worden , namelijk Harich en Cornwerth in Westergo en Holwerth in Oostergo, zouden mogen bezoeken en die weder verlaten, onder de hierna te melden voorwaarde van dit zelfde bestand. Dat het voorzegde bestand zich zoude uitstrekken tot alle rivieren, zeeën, steden, dorpen en plaatsen, waar de wederzijdsche ingezetenen mogteu. zauienkomen of elkander ontmoeten, builen de grenzen van beider gebied. Dat zoo iemand door ingeving des Duivels of op eenige andere wijze buiten belegden rade van regteren en hovelingen dezer landen, iemand van 's Graven onderdanen inogte beleedigen, dooden of zijner goederen berooyen, tegen den inhoud van dit verdrag , het bestand daardoor niet gerekend zoude worden verbroken te zijn, maar dat den beleedigden naar de wetten en gewoonten der plaats, waar het voorzegde misdrijf had plaats gehad, door de gestelde regters voldoening en schadevergoeding zoude verschaft worden, gelijk zulks in het omgekeerde geval ook bij 's G-raven ambtenaren naar hunne wetten zou gevorderd worden. Dat, om 's Graven wiile , dit bestand, zich ook ter goeder trouw uitstrekken zoude tot die van Stavoren , wier voorspraak Hij geweest w a s , en dat hun ten volle vergund werd, om binnen de grenzen dezer landen terug te keeren en er te verblijven. Hierop wordt er het volgende slot bijgevoegd : Ten bewijze hiervan is deze tegenwoordige bevestigd met de Zegels der Landen van Oostergo en Westergo, der ecv~~zrdtTHeeren Abten van Bctlianien en Klaarkamp in Oostergo, Bloemkamp en Ludingakerk in Westergo, en der steden Dockuin en Leeuwarden in
Wumkes.nl
420
BIJVOEGSELS
Oostergo, Sneek en Bolsward in Westergo. Gegeven in ' t jaar onzes Heeren 1348 Zondags na het feest der H. Drieeenheid. Dit is de zakelijke inhoud van het Bestand, welke aldus is medegedeeld, met eenige zeer belangrijke ophelderende Aanteekeningen, in het Mengelwerk der Leeuwarder Courant van den 2>\Julij 1832, waarnaar wij den Lezer verwijzen.
BI. 1 0 5 . In den jaare 1361. Over deze merkwaardige Vergadering en derzelver werkzaamheden leze men W E S T E N D . Jaarb. II. 2 0 0 , volgg.
BI. 106. -
A.° 1388.
Folkmer Allena. De Kronijkschrijver E . BENINGA deelt nopens dezen man een volksliedje m e d e , ora deszelfs vorm en oudheid merkwaardig. Het staat in de Anal. v . MATTHEUS , ZV.
158 en 159,
't Jaarboek van W E S T E N D O R Î , II. veranderde spelling.
BI. 107. -
en in
2 4 5 , met eene
A.° 1397.
In den Jaare 1397. I k houd h e t er voor dat dit moet zijn 1396. Onze kronijk echter verwart deze en andere veldtogten met elkander. Van dit ongelukkig gevecht vinden wij bij alle Schrijvers uitvoerige vermelding. WINSEMIITS stelt het ook op 1397, tegen de aaateekeningen van E n o VAN JONGHAMA, PETRUS VAN T H A B O R en
EMMITJS
aan.
Hier
moet
ik opmerken, dat men bij gelegenheid van dezen
Wumkes.nl
EN AANTEERENIHGEN.
421
merkwaardiger! togt van Hertog Albrecht van Begeren tegen de Friezen het eerst gewag vindt gemaakt, dat de schepen in deze landen van geschut en buskruid zijn voorzien. Hiervan wordt melding gemaakt in een Handschrift, berustende in onsjRijks-Archief, in 't welk men leest, dat, op bevel van Hertog Alb r e c h t en deszelfs R a a d , Bussen, Kruid, Steen, Schutte, Vier'panmn, Torken en andere behoeften worden aangekocht, welke men in de groote schepen noodig had ( 1 ) . Iu een Iîanzee-verbond van den jare 1418, waartoe ook de Nederkndsche steden behoorden, wordt aan het scheepsvolk verboden op lijfstraffe wapenen en buskruid te verkoopen ( 2 ) . Twintig jaren later wordt onder de middelen van verdediging en afbreuk op de schepen uitdrukkelijk van Bussen, dat i s , van kanon, melding gemaakt. Sedert dien tijd werd het geschut en ook het h a n d geweer meer en meer algemeen, en op de schepen de gewone wapenen ( 3 ) . Over den tijd der uitvinding van het buskruid ismen oneens , daar velen , niet te onregt, beweren , dat het vóór Berthold den Zwarten reeds bestond. Zeker is h e t , dat het gebruik daarvan, hier te lande eerst in 1350 of' 1351 is geweest, en wel in h e t b e leg, van het Kasteel Rozenburg,. nabij Voorschoten, Maar ik mag niet voorbijgaan het koddig verhaal van GoasELis KEMPITJS, waarin hij beweert, dat een Friesch Koning, met name Chimoscus, den Graaf van Holland-
(1) D i t H. S. is de oorspronkelijke Grafelijke Rekening v«n den Heer Garbrand van der Couster, Proest vaiï Berghen in Henegouwen , ende Jorgliei, snijns Heeren Camerling , van 't geen sy ontfaen h e h ben van mijnen lieven Heere van Holland, toter reyze behoef van Oistvrieslant; verregend' en gesloten op den 18 staart 1396 , hofstijl, d. i. 1397. Zie de uitmuntende Geschiedenis van liet Nederl. Zeetvezm, door den Archivtriu» DE JONGE , I, 30 en 31. (2)
W A G K N A A R . , V. M. III.
(3)
DE JONGE ,
502,
t. a. p;
Wumkes.nl
422
BIJVOEGSELS
en zijne twee zonen met een musket had doodgeschoten , en ook in een tweegevecht, ter oorzake van 's Graven dochter, de schoone Oiïmpia, met Graaf Roeland van Vlaanderen, zijn schiitgcwcer g e bruikt had, zoodat - de Friezen uitvinders van het buskruid zijn, hetwelk RAKCONIUS ook Bevestigt, die mede Chiraoseus voor den uilvinder daarvan houdt. Wij evenwel betwijfelen het zeer, en geven liever aan het dichterlijk vernuft van den geestigen Ariosto , aan wien KEOTETJS zijn verhaal ontleende, de eer dezer vinding. Verg. Oudh. en Gest. II. 354-357. E . BENIN O-A, in zijne Il'ùt. van Oost-Vriesland o-p de jaren 1379 en 1380, vermeldt, dat men destijds in de Friesche onlusten zich van buskruid en geschut bediende. Zie DRIESSEN", Mon. Groningana , IL 399.
BI. 109 en 110. In den jaare 1400-1401. Onder al de twisten en oorlogen, de rampen en onheilen daaruit geboren,. waren het niet altoos de Friezen en onderlinge partijen, bij welke men de aanleiding en oorzaak zoeken ; moet maar aanhitsing en ondersteuning van buiten, alles naar staatkunde en eigenbelang b e r e k e n d , heerschzueht en vijandschap van Bisschoppen, Graven en anderen, gaven meestal voedsel aan den burgeroorlog. Vandaar ook die ( zoo als men ze noemde ) Groote, dat is, woeste en beruchte lieden dezer eeuw. Onder de zeeroovers dier tijden was Stortenbeker een befaamd man , in het drinken zoowel als in het vechten: dit blijkt uit den bij hem gevonden grooten beker, toen hij gevangen genomen w e r d , waarop dit kreupel vers stond : lek Joncker Sissingha, Van Groninga, Dronck dees hen-sa, IR eenflewa,
Wumkes.nl
EN AA.NTEEK.ENINGEN.
423
Door myn kraga, In myn niaga.
BI. 311. — A.0 1404. SJOERD W I A R D A . Naar dezen Potestaat ontving het s l o t t e Goulum den naam van TFiar da-State, hetwelk hij reeds in den jare 1404, toen hij niet lîarinxma 'tot Potestaat verkozen werd, bewoonde. Oas werd de navolgende geschrevene aanteekening, op SCHOTANUS zijne Be. chryvinge, van denOid-Raadshce^' ^ .^.rAl:,Li:NCT E B O VAN S M I N I A , medegedeeld: » Goutum. Hier ligt de State Wiarda, een groot sieraad van dit d o r p , een schoon geboviw met zijn hovinge en graften, bewoond bij den Hi\ Jonkheer ïiBERius Pipitfius VAN EMINGA ; wierde bijgenaamd Schenkinsma, gelijk daar ook leggen Putsma, nieulinks met eene nieuwe hovinge en een welbeplante opreed versiert door den Hr. Jonkheer RTHTRDT VAN- BÜB-MANIA ; en jDrinkuiisma door denselven afgebroken en geslegt, daar nabij gelegen. Deze drie jjlaatsen plegen van drie Gebroederen bewoond te w o r d e n , die groot vermaak schepten in ' t drinken, en daarop roemden; tot hare gedaehtenisse wierde dit versje gemaakt: -Qui nos tres geminos superat certamine Bacchi Hic venit Alcides redivivus conteret Hydram," d, i. vrij overgezet: Eer dat ons dapper driemanschap, In Bacchus' school volleerd, Wordt in een Friesehen bekerslrijá Verslagen of verkeerd; Eer 5 il de woeste Hercules . lerrijzen uit %ijn graf, En daan een tweeden monsterditr Tienduizend koppen af'.
Wumkes.nl
424
BIJVOEGSELS
Bi. 11.2, op de jN'oot. ïliske Abdena was Proost en Hoveling te Einden, een hoog heerschzuclitig m a n , die zich aan het hoofd der Schieringers in Üostfriesland h a d gesleid en in ffiiauw verband met de Groningers stond. Gevlngt naar Groningen, wilden de Schieringers hem ondersteunen, doch de Vetkoopers hielden-de parlij van. Keno ten Broek, — en ziehier den oorsprong d e r partijnamen Hisk- of Hikhorsters en Jironkltorstcrt.
BI. 113. -
A.* 1414.
Ook liet Jarges hel goud en zilver enz. Niet aüeeis te Fivelgo, maar ook te Midwolde en Loppersum , maakte hij zich meester van het gouden en zilveren vaatwerk, en liet de ongezinde kerkvoogden eenigert tijd vastzetten, om zoo zijn oogmerk te bereiken. De Koppens-gulden was dezelfde met den Arendsgulden, welke naar de tegenwoordige munt, ecnewaarde moet gehad hebben van 37£ cent. In 145l> gold hij 7 braspenningen van 9 duiten ' t stuk : in 1491 werd dezelve afgezet.
Bî. 115. In den jaar e 1418 heeft Fokko
ie Lier.
U K E N , U K E N A of UKESSEN , Hoveling (1) te
FOKKE Ever-
(1) Hoveling. D e Edellieden , die op vaste burgten , sloten of stinzen woonden , werden in Friesland Hovelingen genoemd. Verg. Archief voor Vaderl. en Vriesnhe Geschiedenis yan V I S S E R en AMERSFOORDT ,
Aanf.
I , bl. 25.
Wumkes.nl
m
AANTEEKLENINGEN
425
moer in Leek', Heer van Aurich. en Broekmerîatid ol' te Brockum, die eene groote eu belangrijke rol in de onlusten der Schieringers en Yelkoopers in 't b e gin van de X V eeuw speelde , was uit eene voorname adellijke, doch niet vermogende Qost-friesche familie gesproten. Zijn vader heette Z7ko en zijne moeder Âmke van Lengen, De ruïnen van hunnen ouden burgt waren ten tijde van den geschiedschrijver EMMIUS nog aanwezig : thans toont men slechts de plaats aan, waar dezelve stond, op de veenakkers tussehen Aurich en Leer. Nergens vindt men Fokke's geboortejaar vermeld; doch hij stierf, oud van j a r e n , den 29 Augustus 1435, gelijk sommigen beweren, ten gevolge van het nuttigen van eene vergiftigde biersoep, door zijne Echtgenoote liidde hem toegediend. Hij trad als officier in dienst van Keno ten Broek: zijne eerste vrouw was Theda van Reide, bij welke hij twee zoons en twee dochters had : zijne tweede vrouw was Iiidde van Dijkhuizen, uit welk huwelijk zijne dochter Ui'ske, g e huwd aan Uuico Ripperda, sproot. Beide deze vrouwen bragten hem een groot vermogen aán , en h e t gelukte hem zijne kinders aan zeer aanzienlijke , rijke famüiën uit te huwen. Hij was verstandig en o m n g tig in het aanleggen zijner plannen, dapper eu koen aan de spits zijns legers, onverschrokken in gevaren, trotsch in zijne handelingen, die vermeerdering zijner magt en rijkdom ten doel hadden, en wraakgierig tegen zijne vijanden. Van zijnen jeugdigen leeftijd wordt nergens gewag gemaakt, en op het einde van de X I V eeuw is men het eerst in de geschiedenis zijns gedachtig. Er is eene korte levensbeschrijving van hem in 't Latijn zamengesteld uit EMMIUS' en BENING-A.
De
verdienstelijke WIARDA. echter heeft eene uitvoerige beschrijving van zijn leven en bedrijf gegeven, en geplaatsl in 'iet Tijdschrift: Ost-FriesischeMannigfaltigkeilen, enter Jahrgang, Aurich 1784, getrokken uit de beste bronnen destijds in druk en handschrift aanwezig, en met bijzondere uaauwkeungheid b e handeld. Ik heb daarvan eene vertaling gegeven
Wumkes.nl
426
BIJVOEGSELS
in het Mengelwerk der Leeuwarder Couranten van den 4 en 11 September, 2 en 16 October 1832, welke bijdrage tot de geschiedenis van dien Lijd zeer b e langrijk is. Men verg. overigens het Jaarb. van WjäsTüNUOJîP, op 1411 — 1435. Het portret van UiciiNA bevindt zich thans op het Buitengoed var» Jonkheer HORA SICCAMA van de Harkstede.
BI. 116. — A° 1420. De Sehieringers bij Catse geslagen. SCHOTANUS noemt ook ie Catze, aan een plaets geheeten Paleslool: P E T R . T I I A B . ter Colze.
Volgens ÂMERSJ?.
en
VISSER moet men waarschijnlijk hierdoor den omtrek van Kouduin verstaan. WIMSEM. en- EMMIUS plaatsen ook den slag omtrent Paiesloot, tusschen .ffindeloopen en Molkwerum, op de kaart van SCHOTANUS nog aangeduid, zoo aîs ook de Fokke-graft oïFokkcslooi, uit het Slootermeer komende, en waarin F o k k o , na zijne nederlaag Bij Slooten, die op zijne overwinning volgde, eene groote husse of stuk kanon, door hem uit Groningen medegenomen, zinken liet.
BI. 117. In den jaar e 1421. Ook in dit jaar braken de Groningers met Sikko Sjaerdema, Hoveling te F r a n e k e r , Hoofd der Sehieringers. Zij beschuldigden hem heimelijk den Graaf van Holland, Hertog' Jan van Beijeren, te zijn toegedaan, en met de vijandelijke vrijbuiters te heulen — namen twee schepen met hom. geladen, aan de kerk te Franeker toebehoorend e , weg, en zes Franeker burgers gevangen. Zij
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E W .
427
dreigden hem Ie zullen belegeren, indien hij niet te Groningen kwam om zich te verantwoorden, of zijnen, twaalfjarigen zoon als gijzelaar zond. Tot dit laatste werd hij genoodzaakt, deels voor zijne overeenkomst , doeîs voor de betaling eeiier door deze Vetkoopers uitgeschrevene schatting van 1000 schilden over de Schieiïr.gcrs, tussclien Stavoren en G e r kesbrugge. Sjaerdema kwam zelf te Groningen en verantwoordde zich, weshalve hij zijnen ceiiigen zoon terug begeerde. Men beloofde de terugzending, dan men hield geen woord. Daarop zond hij een vertrouwd vriend, om het kind af te halen, die het vond aan een ijzeren keten gesloten, waarmede hij in eene kamer kon rondwandelen; doch ook deze moest onverrigter zake terugkeeren. Nog in hetzelfde jaar overleed de knaap,, volgens voorgeven, aan de p e s t : doch men vermoedde, dal de Groningers hem hadden omgebragt; in het volgend j a a r stierf zijn vader. Zie WESTENDORP , Jaarb. op 't jaar 1421, en de aangehaalde Schrijvers, F. SJOERDS,
Jaarb. i r . 447.
BI. 120. — A.0 1434. Het Stapelrecht. In 't jaar 1430 vinden wij het eerst hiervan betrekkelijk Groningen vermelding. Het woord Stapel, eigenlijk een staf, stok of stut beleekenende , is ook een hoop van dingen, die op een afzonderlijk steunsel opgehoopt of gestapeld zijn Vervolgens heeft stopel overdragtelijk de beteekenis van een hoop koopvraren, die op eene bijzondere marktplaats opgestapeld waren, en eindelijk van de markt of verkoopplaa s zelve. Aldaar moesten zekere van buiten inkomMide goederen ter verkoop aangeboden, voor een lijri opgestapeld en bij gebrek aan koopers vcrtold worden. Dordrecht, Middelburg en andere steden waren in het bezit van het Stapelrcgt der wijnen enz. Zeer verschillend was dit regt op on-
Wumkes.nl
•42S
BIJVOEGSELS
derscheidene plaatsen, en bepaalde zich tot allerhaîi^ de koopwaren.
BI. 122-123. In den jaare 1453-1454. Over deze gebeurtenissen is verschillend geschreven, en men heeft het bij waarschijnlijkheid moeten laten blijven. T e r g . S. J A KICBS j• B E N I N G A en
EMMI-US.'
BJ. 128. - A° 1478. Ilaijo te 7-Festerwolde. ffa/a Addinga van W e s terwolde' had eed en hulde aan den Bisschop van Munster gedaan, en volgde zijnen vader in het leen van Westerwolde op. Hij was een wreedaardig eu woest mensch, rooide en verkwistte met zijne t r a wanten, plaagde zijn Volk, en wie hem niet ter wille was werd gekluisterd, gepijnigd en gemarteld op allerhande wijze. Den Priester van Onswedde, die hem zijn slecht gedrag verweet, liet hij, de handen o p den rug gebonden, aan den staart eens paards voorgesleept, dus vaneen trappen en verscheuren. Een ander Priester werd daarna ook jammerlijk om liet leven gebragl, en zoo pleegde hij vele gruwelen. Zie W Ï S T , op 't jaar 1477.
BI. 129. — A° 1486. Rudolf jlgricola. D e z e n , in zijnen tijd zoo vermaarden m a n , noemde men den hersteller der W e tenschappen in het Duitsche Pdjk, den grootsten r e denaar van zijnen tijd, den eersten Duitschen Hoog-
Wumkes.nl
EN A A N T E Ë K E N I N G E N .
429
leeraar in de Gricksclie, Latijnsche en Hebreeuwsche talen; dengenen, die door geenen geleerde, ook zelfs van Italië , werd overtroffen ; eene ster der eerste grootte. WÜSXEND.. Jaarb. II. 6Ï5.
BI. 129. In den jaare 1487. Dit doeit op 't zoogenaamde Bier-Oproer, De Regering van Leeuwarden h a d , op aandrang der burgerij, o p nieuw eene ordonnantie afgekondigd, waarbij het gebruik van het geliefde Haarlemmer Bier, Kuit genaamd, verboden , en alleen het in de stad gebrouwen bier werd toegelaten. Eenige landlieden overtraden dit gebod, waardoor tusschen hen en de brouwers, ondersteund door de b u r g e r s , een gevecht ontstond. De landlieden, de minsten zijnde, namen de vlugt op 't Amelandshuis, destijds de stins van den Schieringer PIETER C A M MLNGHA, hetwelk met overmeestering en plundering bedreigd w e r d , daar CAMMLNGHA de geviugte landlieden aan hunne vervolgers niet wilde overgeven. Het gerucht hiervan bragt de Schieringers in Oosteren Westergo spoedig tegen het Vetkoopersgezinde Leeuwarden op de b e e n , die vervolgens deze stad innamen. Meester P I E T E R S Ï B H A N D S AUCKAMA , bij-
genaamd Pinckert, dit gevecht (1).
Olderman der stad, sneuvelde in
Dat het Haarlemmer Bier destijds een artikel van veel belang w a s , blijkt onder anderen ook uit h e t
(1) D e Gesel?iedschrijvers vermelden dit voorval breedvoerig: O. V . ScHARL.quarto, bl. 245-247- W I N S . Chron. ibl. 306; Sc HOT. Fr. Bist. fol. 372; G A B B E MA, Verhaal ven Leeuw. 164; P E T R . T I I A B O I U T A op
't jaar 1487; Kronijk en Beschrijving- van de stad Sneek , door N A P J U S , 2e d r . bl. 11 , enz. De Heer VAN H A L M A E L heeft in een gedicht dit feit herdacht. Zie Mengelwerk der Leeuw. Courant, 20 April 1830.
Wumkes.nl
43:)
BIJVOEGSELS
door WosETvilus o p 't jaar 1480 vermelde sprookje, (dus te schrijven):
o
De Leidskc Lape, In Ilarlimmer Tape, In sckiere iel B ringt Frieslân yn'e v/iel.
»IIet Leidsche laken, Haarlemmer bier (Kuit g e naamd! en Schiei'aai, helpt Friesland in den grond." Verg. hierbij WASSENÜERG-H , Taalk, Bijdr. tot den Frieschen Tongval, II. St, bl. 17, noot f en b). 156. Vol van bier •zijn, te bier gaan , boven zijn bier zijn en dergelijke uitdrukkingen waren in dien tijd, zoowel in Holland als Friesland, algemeen, daar h e t bier een algemeene drank w a s , en de kracht daarvan, bij den overmatigen drinker, een bierroes ten gevolge had.
Bl. 130. -
A° 1490'.
In dit zelve jaar is de v/ijdberoemde Wesselius Ganzevoort. Hij werd geboren te Groningen in 1419, en overleed 1489 Deze hoogst vermaarde en geleerde man, was ook een der edelste kweekelingen van de stichting der Broederschap van GEÏIARD G R O O M . Zijne verlichte denkwijs vooral werd zeer geroemd, zoodat LTJTHER zelf getuigde : »Indien ik vroeger de werken van WESSKC gelezen h a d , zouden mijne vijanden mogen vooronderstellen, dat ik alles uit zijne schriften geput had. Het geeft mij vreugde en kracht, en ik twijfel niet meer aan de waarheid van hetgeen ik leer; wanneer ik tussehen hem en mij eene volslagene overeenstemming van gedachten en zelfs van woorden bespeur." In de bestrijding van bijgeloof en dweepzucht kent men dezen man, boven ERASMUS zelfs den voorrang toe, terwijl in al zijn streven tot dit doel, hij eene waarheidsliefde en eene zedelijke kracht ontwikkelde , voor welke ËRASMUs niet vatbaar was. Als letterkundige,
Wumkes.nl
EN A A N T E E I C E N I N G E N .
431
wijsgeer, godgeleerde en geneeskundige was hij bijna even groot; zijne matige leefwijze stak bijzonder af bij de zwclgerij en dronkenschap van vele geleerde tijdgenooteii, waardoor hij dan ook lot zijn z e ventigste jaar eene sterke gezondheid genoot, ilij reisde de wereld door, om den schat zijner reeds v c r kregene kennis te vermeerderen, en daarvan ten nutte der wereld dubbelde renten uit te deelen. Van Paus Sixtus, wiens vriend en lijfarts hij was en die hem tot bisschop wilde verheffen, verzocht hij alleen de gunst, om de Handschriften van eenen Griekschen en Hebreeuwschen bijbel te mogen bezitten. Zijne laatste levensdagen sleet hij in 't klooster der adellijke maagden te Groningen, in hetwelk hij overleed. Zie zijne leerstellingen kortelijk aangeleekend bij W E S TENDORP , Jactrb. op den jare 1489; en verg. de Verhandeling over de Broederschap van G. GROOTE , door G. H. M. D E M R A T , bl. 79 - 8 1 , 112 en Bijl. VII.
BL 131. In den jaare 1492. Men vergelijke op dit en de twee volgende jaren, W E S T . Jaarb., die daarmede het derde Tijdperk en het tweede Stuk van zijn werk eindigt, waarmede hij den beoefenaren der Geschiedenis eene gewigtige dienst heeft bewezen. PETR. T H A B . op dezelfde jaren.
Bl. 133. — A° 1496. Onder den C venten
Fox.
NITTERT
of NUTTERT
F o x , volgens GABÜEMA in Frankenîand geboren, was bevelhebber van eene bende de Groote Garde genaamd. Hij zelf droeg den naam van Grooten Ka~ pitein. PETRUS VAN THAEOR vermeld hem als Joncker Voecks op ' t jaar 1498. Zie het Archief-van. V I S S E R
Wumkes.nl
432
BIJVOEGSELS
en AMERSFOORT , I. 7 4 , alwaar mede wordt aangesnerkt, dat in de middeleeuwen veelal de ellendige gewoonte bestond, dat een hoop soldaten, die zeker niet tot de beste lieden behoorden, onder een hoofd, door hen verkozen, zich vereenigden, en vervolgens aan don meesthiedende , hetzelfde welke •/aak bij voor had, zich verhuurden. Zoo waren er> zelfs benden, die geheel zonder opperhoofd rondzwierven , zoo als de in onze Kronijk op Li. 150 vermelden Zwarten Hoop of Saksische knechten. SCHOTANUS , Fr. Hist. lol. 4 1 9 , geeft hem den titel van : » Capiteyn van een deel af-gedanckte Companyen , op de grensen van Nederlandt omhengelende , op hoope van nieuwe beroerten;" — doch roemt hem mede ook als een krijgshaftig en stoutmoedig soldaat. E. BENINGA maakte op de jaren 1492 en 1499 van Fox melding. In eene noot op bl. 362 zijner Hist. van Oost/r. wordt m e d e , gelijk in onze Kronijk op bl. 138, beweerd, dat de plaats, waar hij vechtende stierf, naar hem Foxhol genoemd zoude zijn; doch te onregt: want reeds in een brief van 1460 komt dit gehucht voor als Vossehol. Zie Tegenw. Staat van Stad en Lande, I, 2 2 5 ; BILDERDYK , Gesch. des Vaderl. IV. 3 1 6 , ' noemt Fox W I T T E R P O X .
Bl. 138. - A° 1499. Ven Hoogen Raad enz. Ten tijde van Karel den Grooten schijrft er reeds over geheel Friesland eene opperste Kegtbank of Hof, misschien wel door h e m zelven ingesteld, bestaan te hebben en te Franeker geweest te zijn, welk Hof nog in 't begin der X V eeuw den naam droeg van dat kageste Keijzer riocht to Franeker. Onder de woelende twisten der Schieringers en Vetkoopers moest het zijn gezag verliezen , doch bleef nog bestaan in die algemeene en hoogere Begtbank, aan welke de vijf eerste G r i e tenijen in A-Vestergo, hare twistgedingen, in het laatste ressort onderwierpen. Thans hergtif de Hertog
Wumkes.nl
KM A A R T E E K E N I N G E N .
433;
dit Geregtshof zijnen ouden luister, door de nieuwe instelling op st, Jacobs dag (24 JoUj) van 't jaar 1499. Het bestond toen uit 12 L e d e n , zes Geestelijken en zes Ffiesclie Edelen, terwijl de Kanselier Phlug het Voorzitters-ambt bekleedde. O p Sjaerdema-slot was het 'aanvankelijk gezeteld, doch werd daarna naar Leeuwarden verplaatst. Men vindt dit alles iu' het breede beschreven iu mijne meergemelde Geschiedenis der Kanselarij ie Leeuwarden. Over de Wellen vergelijke men onder anderen § 4 van het Overzigt in 't Friesch Jierboeckjen van 1833, en' § '3 van 1834,
BI. 138. - A° 1500. FJouwer lotter-claer enz. WASÎENBKR&B. , Idioticon op 't woord Ferme, vertaalt deze ieus: «vier gelouterde (beproefde, in het water onderzochte) klaare Kievitséierun, op den hoek van een aan liuis geleegen K a m p , 'in één n e s t " Zie voorts 'Ei'KEMA , Woordtnb. op F I N N E , en W Ü I L A N J ) , N . Woordb. op V E E N ; '
BI.
142. -
A°
T.
1504.
Weerdenhras, O. VAN S C H A R L , op 't jaar 1505, geeft den oorsprong' op van deze benaming, welke bevestigd wordt bi] SCHOT. bl. 507 en 5 0 6 , die in' zijn X I V en X V beek eers zeer omstandig verhaal geefl, van den strijd mat Groningen en wat daartoe betrekking "heeft.
Ook Lij WIN'SI'.MIHS, ESIÏIITJS , '
P E T H . VAN T H A IOK, Sicco en. EG&EJUK. BEN IN GA enz.
Vitus Draak «loi-p of TV;.x.dorp , was , bij afwezigheid'ván Herljg'Geo'rg, Opperiseveikebber overliet krijgsvolk. Verg. Archief van VissiîR en A'üERsïo II. st. 3)1. 11?.; Aardt, o p b l . IK).*
Wumkes.nl
m
BIJVOEGSELS
BI. 1 4 6 . Ik
den jaare
1511.
Zie G A B B E M A ,
bl. 265 j
WlNSEMlUS op dit jaar.
Bl. 147, 149. - A° 1514. Den 21 van Jufy. — jSTier na heeft Graaf Edzard. Verg, Tegeniv. Slaat van Stad en Lande, I. 3 0 3 , voig-g.; W I N S . bl. 376 volgg; SCHOT. XP~ boek, B E M N G A , IJL B. bl. 4 9 0 ; alwaar over de wreedheden der Saksen, de misleiding door graal' Edzard en zijne vergelding, daarvoor van den Gelderschen Hertog in het breede gewaagd wordt. Zie gem. Archief, II. bl, 171-176, en de Aantt. daarop; ook hel Nabericht van VAN R H Y N , bl. 537.
Bl. 150. — A° 1515. De zwarte Hoop.
Zie
Aantt.
o p NITTERT F O X ,
bl. 4 3 1 ; PETR. v . T H A B O R z e g t , dat er verschillende
uitleggingen van die benaming zijn, als: omdat zij met den Hertog van Brunswijk gekomen waren, of omdat hun aangezigt was zwart en leelijk geworden, wegens het lijden van koude en overlast in den winter , of uithoofde dat h u n bij den dood der Hertogen Van Brunswijk zwart laken was gegeven, tot t e e k e n van r o u w ; h e t is mogelijk, dat al het g e noemde met elkander tot de benaming aanleiding hebbe gegeven.
Wumkes.nl
r.K AA NT R E K E N I N G E N .
«S
BI. 150 en 151. Deze Groole Pier. Gelijk het met vele groote en zeldzame mannen gaat, die eene belangrijke rol in hunnen leeftijd hebben gespeeld , en daarover ver-, schillend worden beoordeeld, zoo is het ook met GROOTE P I E R gelegen. De een noernt hein een roemruchtig held zonder wederga, die voor de vrijheid en voor Friesland wonderen d e e d ; anderen noemen hem een wreedaardig krijgsman en verachtelijk zeeschuimer, die slechts rooi'en moord beoogde. W a n neer men de geschiedenis van dien tijd naauwkeurig-' gadeslaat, den toestand van GROOTE P I E R en zijne bedoelingen beschouwt, daarbij den geest des tij d s , de wijze van oorlogen, vooral ter z e e , het Saksisch despotisme in tegenoverstelling van het Friesch k a rakter , en de laagheid des Hertogen van Gelder in aanmerking neemt, dan zal de onpartijdigheid ten voordeele van den man moeten beslissen, wiens b e doelingen eerlijk waren, maar wiens daden het merk van ruwheid droegen, en door de fortuin begunstigd in euvelmoed en woestheid ontaard zijn. Zijn tijdgenoot PETRUS VAN T H A B O R schelst hem in zijn ware licht; woest en onbesuisd van a a r d , maar rond en eerlijk van inborst. Zie het Archief van VISSER en AMERSF. II. 259, In het Gedenks. van Neeri. Heldend, ter Zee van ENOEEBERTGERRrrs, I. 76volgg., is de beoordeeling minder juist. Zie voorts de schets van GROOTE P I E R en zijne daden in Het Mengelwerk der Leeuwarder Courant van 11 Maart 1834, door W . E E K H O F F zumengesteid, en de daar aangehaalde Schrijvers. Or welk eene wijze het zeewezen in Friesland bestierd verd, leest men in het aangehaalde werk van DE /ONG-E, over het Nederl. Zeewezen, 1. 154 volgg. Tot in de X V I eeuw was het eene algemeene gewoonte, de gevangenen zonder genade over boord te werpen.
Wumkes.nl* 28
m
BIJVOEGSELS '
BI. 151. — A° 1515. • Hertog Georg. Aldus werd Friesland als ' t ware weder verkocht, e n , zooveel de Saks verïnogt, geleverd voor honderd duizend goudguldens. WA&ENAAR, r a d . Hist. i r . 3 9 0 , en B I L D . Oesch. r . 11. maaken er 350,000 v a n , doch de Acte van afstand van den 19 Mei 1515, bij SCHWAKTZENBEIIG in het t w e e -
de deel zijns Charterboeks voorhanden, spreekt dit tegen. Een Rijnse gulden en een Goudgulden hadden ieder 90 cents waarde.
BI. 151. K A R E L de Vyfde. Het belangrijkst gedeelte van h e t Boeck der Partijen van JANCKO DOUWAMA loopt over de gebeurtenissen onder het Saksisch b e w i n d , alsmede over de eerste regeringsjaren van Keizer. Karel den Vijfden. Men leert hierin die gebeurtenissen in Friesland, gedurende dit gewigtig tijdvak , van eene geheel nieuwe en onbekende zijde kennen; en al ware h e t , dat niet al de beriglen van DOUWAMA volkomen geloof verdienden, zoo blijft het e c h t e r , bij de voorhanden zijnde bescheiden, meestal onder den invloed van het Bourgondisch bewind opgesteld,. van het hoogste b e l a n g , door zijne tusschenkomst, ook eens de gedachten van de andere partij te kunnen vernemen. Zie over J. DOUWAMA en zijne g e schriften, het Verslag der Handelingen van het Pro»v JFriesch Genootschap, b\. 57 volgg.
BI. 151. — A° 1515. Graaf Fhrh
van Ysselstein.
Floris van Egraond.
Wumkes.nl
EN A A K T E E K E N M C i E N .
. 437
.' Heer van IJsseistein, als Stadhouder gehuldigd zijnde , werden er verschillende voorwaarden gemaakt. Zie GABB-EMA , Kerh.
van Leeuw. , bl. 3 0 2 ;
SCHOT.
lol. 5 7 3 , en W I N S , fol. 4 3 1 ; welke eerste hein ook Ffoorken dunn'- bier noemt.
BI. 155. — A° 1520. Hendrik en Frederik Gaykinga. Belangrijk is het verhaal van Sicco B E N I N G A , Chronickel der Vriescher Landen, in de Anal. van v. WIDEK, bl. 321 volgg.
BL 158. - A.û 1523. En Kartl de v)/de tot Erfkeer. Verg. CERISIEK' , Gesch. der NederL II. 4 2 Ö - 4 2 3 ; SCHOT, fol. 6 2 1 . Na lange en rustelooze woelingen, h e t aanstoken van artijschappen, het voeden van den burgerkrijg, en et vergieten van stroomen bloeds, genoot n u Friesland , bevvesten de L a u w e r s , met uitzondering van nog eenen inval der Gelderschen, eene rust van bijna eene halve e e u w ; terwijl de voortdurende onlusten te Groningen veel onheils bleven stichten, en de geest van muiterij de overhand behield.
f
Bl. 160. In den jaar1
1535.
Verg. W I N S . fol. 506; SCHOT.
664 volgg.; Ia-a. B E N I N O A , die echter zeer onvolledig is in zijn verhaal. O. VAK SCHARL op 't jaar 1535; GJI BBEMA , Verh. van Leeuwaarden, bl. 365
volgg. ( I ) . (î)
Onder de oudere Schrijver» heeft de geleerds
Wumkes.nl
m
BIJVOEGSELS
De Seritentieboeken van h e t Hof van Friesland îiagaande, vonden wij onder vele vonnissen, hij wel-' ke in dit jaar een aantal Wederdoopers veroordeeld zijn, om onthoofd te worden, twee derzelve van dsn 12 April, houdende veroordeeüng, de-eene van 31 vrouwen en de andere van twee , om verdronken te w o r d e n , uithoofde zrj : »onlangs bevonden zyn in 01declooster myt de andere seditieuse ende oproerighe persoonen der Secten van de Anabaptisten- ende anderen van 't verbundt van dien zy adhecrerende." Nog langen tijd daarna moesten er ook in Friesland maatregelen tegen de woelingen der W e d e r doopers worden genomen, onder anderen blijkbaar uit de Brieven en Aanschrijvingen ter voorzieninge van de Landvoogdes, Maria van Hongarijen, gerigt aan den President en Raden van het Hof van Friesland. Van deze brieven zijn nog eenigen aanwezig in het Archief van gemeld Hof; door de Landvoogdes onderteekend, welke niet in het Charterboek vermeld zijn. Wij willen hier een' van dezelven overnemen : M A R I A , b y der gratie Gods Coninginne Douagiere van Hongryen ende Beem e n , Regente.
f Lieue ende Besundere. Volgende den af scheet ende. Resolutie hier onlancx genomen, int' bijwesen van v President, beroerende de secten ende ketterien, zoo van wederdooperie als andere dwalingen, die anderwerf vpstaen en verdienstelijke Historieschrijver L A M B E R T U S H O R TEN'SIUS van Montfoort, in zijn w e r k : de tumultu Anabaptistarum, te Bazel in 1548 uitgegeven, van dit oproer in Friesland een getrouw verslag gedaan. In de zeldzame Hollandsche vertaling van 1659, in klein Octavo, versierd met fraaije plaatjes, is ook eene afbeelding van de belegering des kloosters. DE W I N D , Bibliotheek, jf. 150 noemt e«n' druk y«n 1660,
Wumkes.nl
EN A A F T E E K E Î O N G E N .
'
439
in Vrieslant ende omliggenden landen. Wij schicken jegenwoirdelick aldaer den Deken van sinte Marie lot Vt recht, Heer Herman Betinatius, ende meesier Franchois Zonnius, Domheere aldaer, bede docfucren in den heiligen scriften, brmgers van desen, Commissariscn van wegen des hiehgen Stoeles van Roome, e^de by Keys. Majest. onsen Hcere weauctoriseert, om tegens de besmette van den voirsz. sccten te Inquireren ende. procederen , alsoe behoiren zal, gelijck gky naeder by de voirsz. Commissariscn sult mogen verstaen. Ende alsoe ons ernstick begeren es, dat tegens de voirsz. ketterien geremedieerl ende voirsien v/orde, beuelen ende ordineren v van wegen zi/ner Majest., dat ghij de voirsz. Commissariscn Informatie doet geuen, ende hun bericht van tgene deser zaken beroeren mach ende notelick wezen sal: Doende hun voirts alle bijsiant ende vorderingen int volbringen van hueren laste v mogelick zijnde; Ende indien ghij eenige ongeregeliheit beuint onder de geestelicheit desselfs lants, sunderlinge in cloisteren ende godshuysen, sult hun sulcx mogen te kennen geuen, ende samentlick daerinnt voirsien, alst behoiren sal, volgende den last die zij des hebben, zoe wel van ons, als van den geestehcken ordinarisen. Ende want het zeer oirboirlick waere in desen iiji eenige goede jonghen tonderhouden in die fniuersiteii van Loeuen, studerende in de heilige scriften, om metier ti/'l daer vuyt geleerde priesters ende pastoirs in Vrieslant ie ouercommcn, zult ,^hij, zoe verre v van node duncken zal, duer de voirmelte Commissariscn sulcx tóen den prelaten van Vrieslant laeten versoucken ende de selue onderwijsen, dat zij ende yegelick van hun tot voirderinge der heiliger Religie, ende dergemeeneweltvaert des lants daertoe willen verstaen ende. contribut^ ren. Eieue ende Besundere, onse heere God zij metv* Gesereuen te Brussele den TLVUen van Octobre $558* (get.)
MARIE.
(onder stond) DE
LAÜOHX.
Het opschrift IS: Onsen Eieuen ende Besunde*ren, den President ende Raden des JSeyscrs} ge-«ordonneert in Vrieslant,
Wumkes.nl
MO
••
"BIJVOEGSELS
BI. 163. — A° 1538.
'
Vorpaus Tkaborita, Kanunnik te Thabor. W O K f T A N T H A E O R , geboren, omtrent h e t jaar 1538, welligtaf komstig van het adellijk geslacht Tziaerda, was eerst Pastoor in zijne geboorteplaats Rinsumageest, en daarna Prior van 't Reguliere Kanonniketo klooster T h a b o r , te Tirns bij Sncek. Hij schreef in de Latijnsche taa! ecne krocijjc van Friesland, in drie boeken verdeeld. Het eerste boek handelt over den oorsprong der Friezen en h u n L a n d , en eindigt met de heerschappij van Karcl den Grodteu. JElèt tweede loopt tot het bestuur der G-raven van Holland, en het derde eindigt met den tijd zijns ie vees. Baron v. ScH',v',iïïT>"KN>iERO- heelt vijf' afschriften vau die kronijk root elkander vergeleken, getuigt zeer gunstig van dezelve, en had het plan tot de uitgave gevormd. Dit is niet tot stand gekomen, en die uitgave bleef tol heden achter, zoodat het wel niet te h o p e n , maar toch te vreezen i s , dat mei zoo vele anderen, ook dit merkwaardig gedenkstuk der oudh e i d , h e t Jicht niet zal gegund worden. In de Voorrede van het II Deel van ' t Charterboek wordt een uitvoerig verslag van dit Handschrift gegeven, w a a r toe wij den Lezer verwijzen. Aldaar staat o o k a a n geteekend, hoe SCHOTANUS in zijne FrieschcHistorie, vele bladzijden uit den Ckroniton Friúae van W O R P , woordelijk vertaald, heeft overgenomen, en voor zijn eigen arbeid laten doorgaan. Een beter lot heeft in het belang der wetenschappen getroffen,
het geschrift van PETRUS VAN- T Ï I A -
~BOR , in onze kronijk niet vermeld. D e z e , wiefis leeftijd voorviel tusschen de jaren 1460 en 1530, én welke hij voornamelijk als Lcekebroeder in h e t klooster Thabor (1) sleet, schreef eene uitvoerige
(1) Vele otide kloosters, en ook liet Convent Thabor, v»ceu zeer uitgebreid en groot.gebouwd , zoodat zij zelf?
Wumkes.nl
RN A A N T E E K E N M G E N .
441
krouijk van Friesland, voorn! ten doe! hebbende de gebeurtenissen, gedurende zijn eigen leven voorgevallen , met- naauwkeurigueid en waarheidsliefde te b o e k e n , in den vorm vau een Dagboek. Daardoor is dit.werk ook belangrijk voor de kennis van den inwendigen burgerlijken en zedelij keu toestand des L a n d s , terwijl het van bijgeloof., wonderen en duiveiskunsten geheel vrij is. De Heeren AMERSKJORDT en V I S S E R , hebben daarvan de Uitgave in het Archief voor Vackrl, en friesche Geschiedenis bezorgd, en verrijkt met een aantal uitmuntende Aanteekenmgen, hoofdzakelijk door den eersten bewerkt, welke van de kunde en geleerdheid des vervaardigers getuigen. . Door dezen PETRUS VAN" THABOR is omstandiger dan elders beschreven, de Donia-oórlog, eene der .merkwaardigste en treffendste burger- en famiiietwist e n , door welke Friesland meermalen werd geteisterd, welke geduurd heeft van 1458 tot 1496. Verg. het Archief', / , p . 1 6 - 2 4 en de Aanteekeningen, alsmede de aanmerkingen van den Heer VAN HALMAEL. , benevens het antwoord daarop van den Heer AMERSrooiiDT ( in de Leeuwarder Couranten van 14 en 21 Junij 1 8 3 1 ; 3 , 1 0 , 17 April en 1 Mei 1832; welke stukken voor de geschiedenis van te vee! waarde zijn , ,om niet in een beter en duurzamer vorm te worden overgegoten.
een aantal krijgslieden konden bevatten en verzorgen. Deze Schrijver verknalt, dat zijn Convent de navolgende geho twen had: een Molkenhuis, Bakhuis, W a s c h huis, Schoi rnnskershuis, Poorthuis, Bouwhuis, T i m merhm's(we ligt met het Bouwhuis hetzelfde), Koehuis, Molkenhuis , Brouwhuis , Ziekenhuis , verscheidene Dormters, slaapplaatsen der Geestelijken en Leeken , eene Kloosterkerk , Sacrislij , Capitteibuis enz., voorts Binnenhof, Tuin, Bosch eu Boomgaard. — De bewoners •waren Geestelijken, L e e k e n , Priesters en Monniken,; Beambten waren er velen , als Bouwmeester , Opzigr-
Wumkes.nl
•fttó
BIJVOEGSELS
BI. 166. — A° 1559. Regnerus Predrmus of Reinier van W i n s u m , g e horen 1 5 0 8 , was een zeer geleerd en verdienstelijk man en een der leerlingen uit liet Fraterhuis. Zijne gehoorzaal was met een toevloed van leerlingen o p gevuld, met welken hij de schriften van Plato, Aristoteles, Demoslhenes, Cicero en Quinctiliamis b e handelde. Gansche scharen uit Oost- en West-Friesland, Braband, Vlaanderen, Duitschland, Frankrijk, Italië, Spanje en Polen kwamen tot hem over, en vormden als het ware eene Hoogeschool rondom h e m . Kort na zijnen dood, in 1563, verdween de gansche stichting der Broederschap. In 1582 deed de R e g e ring eene poging, om haar te doen herleven , door de aanstelling van Antonius Folcard of Folkerts van Boornb e r g u m , tot Overste, doch dit besluit werd niet uitgevoerd. De oprigting der Hoogeschool in G r o ningen , in het jaar 1614, gaf deswege eene nieuwe schadeloosstelling. Reeds in den aanvang der X V I eeuw begon die Broederschap voor de Hervorming van Luther te wijken: de minachting voor de kloosterinrigtingen deed haar in die oorden te niete gaan j roaar in andere gewesten werd zij verdrongen door eene veel magtiger o r d e , die met gesloten gelederen overal eene Broederschap vervolgde, welke immer daarop roem kon dragen, dat zij noch dezelfde verdedigingsmiddelen , noch dezelfde wapens kende. Het waren de Jezuiten, die zich in hunne plaats stelden. DELPRAT,
p^erk. over de Broederschap
van G. G H O O -
T E , bl. 1 1 7 - e n l 8 6 .
ter , Rellener , Molkcnmecster , Portier , Biermeester en/.., terwijl er voor de gewone behoefte:! een aantal bedienden noodig waren.
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
443
BI. 169. — A° 1566. Waar op in 'tLalyn stond. Moet'zijn in 'tFransch. Z!e over de Geuzennapjes v . AIVKEMADE. Displegt. II. 459 en VAN LOON , Ned. Hist. Fcnn. I. 82. In het algemeen waren de nappen eigenlijk uitgeholde houten bakken van middelmatige grootte, welke dienen moesten om eenig vocht in zich te honden Zij waren , zoowel ais de bedelzakken , het kenteeken der bedelaars, en werden door dezen gebruikt, om er de soep in te ontvangen, welke hun aan de kloosters werd uitgereikt, wanneer zij het godsdienstig onderwijs genoten hadden. Tot gebruik over tai'el, om er elkander den dronk uit toe te brengen , afgezonderd zijnde, zijn de nappen natuurlijk tot napjes gebragt. COLLOT D'ESCUHY, Holl. Roem, II. A. l i l .
BI. 170. — A° 1567. En een schip met Edelen. dit verhaal bij W I N S .
Breedvoerig vindt men
foL 5 3 8 ;
verg. GABBEMA ,
Verh. van Leeuw. bl. 493.
Bi. 172 — A° 156S. Waarom Arenherg — op Graaf Adoîf los rende. Dat de bi ide Graven door elkanders handen zouden zijn gesm^iveld, wordt door VAN METEKEN en a n deren tegi ngesproken , hoezeer er eene oude overlevering i s , welke dit vermeldt, en door onze kronijk schijnt gevolgd te zijn. Het is mij ook voorgekomen, dat de Schrijver of Schrijvers van It aade Friesche Terp zich op vele plaatsen niet van de beste b r o n nen hebben bediend, dan het ligt niet in ons plan ,
Wumkes.nl
444
BIJVOEGSELS
,•
over do verschillende gebeurtenissen breedvoerig uit te weiden, en da gebreken allen aan te wijzen, waardoor wij het bestek ciczer Aantcekeningen verre zouden overschrijden. Men vergelijke over dit geheele tijdvak den Tegenwoordige Staat van Staden Lande,
I. Deel
BI. 174. - A° 1568. Den 1de van December. Niet in December 1568 is dit g e b e u r d , maar in het begin van Herfstmaand 1566 : want reeds in 1567 werd de Roomsche godsdienst weder hersteld, en in 1570 zond Alba Cunerus Petri als Bisschop naar Leeuwarden, alwaar hij den 1 Februarij op nieuw de kerken inwijdde, en de getrouw geblevene gemeente inzegende. Zie G A B BliMA , Verh. van Leeuw. bl. 4 5 7 , die den 7 of 16 van Wintermaand noemt, gelijk ook W I N S . en SCHOT. schrijven, terwijl September moet worden gesteld. Verg. ook ten dezen het Iets over de kerken, kloosters en voormalige gasthuizen binnen Leeuwarden, van den Heer VAN H A L M A E L , geplaatst in het Mengelw. der Leeuward. Courant van den 14 Augustus 1832.
Bi. 178. - A° 1574. Caspcr Robles. Verg. de Inleiding van mijn Tafereel van den Ifalervloed, bl. X L I en X L I I ; S C H E L TEMA , Staat'k. Nederland, II. 250 en de aangehaalde Schrijvers; O Ü T H O F , Verhaal van allehooge W&tervloeden, bl. 5 3 5 ; D Ü M B A R , Analccta, III, in h e t welk door R E I N I C O FBESINGA van Frennicker (zoo als hij zich onderschrijft), in diens Memorien, ook een cort verhad van Billys gdegentheyt wordt gegeven ( 1 ) . (1)
Bcze Memorien zijn eerst uitgegeven in 1564.,
Wumkes.nl
EN A A N T E E K E N I N G E N .
445
De beschrijving in 't Latijn, over de daden van de Robles In Friesland bedreven, door JOHANNES C A I t o c u s , uitgegeven te Leeuwarden 1731 , door do zorg van den beroemden PETRUS WESSELINO-, loopt slechts over een kort tijdsbestek, en is met eene scherpe pen geschreven (2). Zie voorts G A E B E M A , fcrh.van Leeuwaarden, bi. 5 3 4 ; W I N S . Hhtoriae, L. III, en Chron. XF~I boek. Over het Kolonels- of Roblesd i e p , Tegenw. Staat van Friesland, II. 228.
BI. 181. - A s 1576. Joachim Hopperus. Deze zeer vermaarde man werd in den jare 1523 te Sneek geboren, uit een edel geslachte, bekleedde gewigtige ambten, werd de stichter der Hoogeschool te Douaij , en behaalde ais Regtsgeleerde hoogen roem. Als Staatsman echter was hij te veel hoveling, o m , naar der Friezen aard, als zoodanig door hen op hoogen prijs te worden gesteld. Men geeft hem zelfs na, dut de spotvogels h e m met den bijnaam van Oui, Madame! bestempelden , daar hij de Landvoogdes in den Raad n i m mer zoude tegenspreken. Hij was echter om zijne groote kundigheden te regt zeer b e r o e m d ; en men
daarna door DüMB AR in zijne Anàlccta geplaatst, met vele bijgevoegde aanteeleningen , uithoofde dit werk uiterst zeldzaam was geworden. Zie Aantt. op bl, 182 der kronijk. (2)
De titel i s : JOANNIS C A R O L I de rebus C A S -
PARIS â AoBLES Billaei in Frisia gestis commentariorum Lil •{ IV". De Schrijver, geboren te Antwerpen iu de ,matste helft der X V I eeuw, was lid van den Grootei Raad te Mcchelen , uithoofde van welke betrekking hij in den jare 15G7 in Friesland kwam, en Algemeen Geregtsverzorger (Procureur Generaal) werd. Hij legde daarna zijne ambten neder, werd Franciskaner Monnik , doch stierf nog voor het einde van zijn proefjaar ia 1598.
Wumkes.nl
446
BIJVOEGSELS
mag nooit uit h e t oog verliezen, dat hij in zijne hooge betrekkingen altoos, vooral in dien tijd, o p een zeer gevaarlijk standpunt was geplaatst. Zeer waardig is aan hem en zijne geschriften herdacht door den geleerden GABINITS DE W A L , in zijn k l a s siek w e r k : Oratio de claris Frisiae Jurisconsultis, pag. 27 van de Oratie, 90 volgg. der Aanteekeningen , en 428 der Bijvoegselen. Verg. SCHELTÆMA , Ätaatk. Neder/. I. 4 9 2 ; W I N S . f'ol. 599. In de Nalezingen op W A & E N A A R van VAN W Ï N zijn vele. bijzonderheden uit de brieven van H O I T E I I te vinden , en van zijn leven is eene goede beschrijving aanwezig in de Levens van Neder/. Mannen en Vrouwen , IV Deel. Onze voornaamste Geschiedschrijvers hebben van zijne schriften gebruik gemaakt. Zijne brieven aan Vigüus, welke de Antwerpsche Bisschop, de Ne/is, heeft laten d r u k k e n , en daarna uitgegeven zijn, zijn hoogst belangrijk voor de g e schiedenis. In de bibliotheek te Brussel bevinden zich nog een aantal andere oorspronkelijke brieven van hem en Vigüus, in hunne landtaal geschreven, bevattende vele zaken, welke zij elkander in 't geheim wilden mededeelen. Zie D E W I S D , Bibliotheek, II. 172.
BI. 181. -
A° 1576.
Ook overleed in dit zelve jaar, ie Gent, Vigüus Swichemius ab Aita. Een groot aantal geleerde en kundige mannen hebben zich van lijd tot tijd bezig gehouden, met het beschrijven van het leven e n de daden van den wijdvermaarden Fries, ïFigle van, Aytlavan Zwichum , den 19den van Wijnmaand 1507, op de State Barahuis ( 1 ) , onder den dorpe Wirdum (1) Bara-IIuis, Bara-Stins en Bara-Canvcnt waarschijnlijk dus genoemd naar den naam des stichters , die even onbekend is als den tijd waarin de stichting
Wumkes.nl
EK A A N T E E K E N I N G E N .
W
geboren, uit eene der oudste en aanzienlijkste Friesche geslachten, en gestorven den 8 van Bloeimaand 1577 binnen Brussel. Onder deze geschriften verdient bijzondere opmerking, de uitmuntende R e d e voering van den Amslerdamschen Rector VAN O M MEREN , in welke (gelijk de Ridder SCHF.ETKMA te regte vermeldt [ 1 ] ) , liet karakter van Vigüus van de beschuldiging van zwakheid en ongelijkmatiglieid meesterlijk is vrijgepleit (2). Ook het uitslekend en kiachtvolle Verhaal van het leven en de daden van Kigle van Ayta, door Mr. A . TELTING- met oordeel en verstand zaïnengesteid, plaatst den grooten man in een helder daglicht, en geeft hem de verdiende eere (3) , hoezeer anderen een minder gunstig oordeel over hem hebben geveld. V e r g . heeft plaats gehad. Men kan echter voor zeker stellen , dat de Middelzee nog in volle kracht was, toen de bouwing heeft plaats gehad. In de burgeroorlogen der Friesche partijen werden er ineene dagen, vergaderingen en bijeenkomsten, gehouden. Twee boereplaatsen zijn aldaar nu aanwezig , waarvan de eene waarschijnlijk op den bouwval van het Convent zal zijn aangelegd , en in de tweede boerderij , aan den straatweg gelegen , wordt de naam nog bewaard. (1) Staatkundig Nederland, I. 49. Aldaar wordt ook melding gemaakt van de marineren poort van Viglius , voorzien met zijne spreuk : Vita mortalium Vigilia (het leven der stervelingen is eene nachtwake), geplaatst in de voorzaal der Kanselarij. Doch dit was zij weleer , want ook dit eerwaardig gedenkstuk der oudheid moest in de algemeene vernietiging deelen. (2) Dezv redevoering is uitgesproken in een L e t terkundig G 'nootschap te Amsterdam na 1795, en na ' s mans dood gedrukt en uitgegeven, door de zorg van den verdienstelijken Hoogleeraar H. W . T Y D E MAN , in de Mnemosijne , X I V Deel, (3) Deze Verhandeling , in het openbaar uitgesproken , is daarna geplaatst in het Mengelwerk der Leeuwarder Couranten van 23 en 30 Maart 1830.
Wumkes.nl
4*8''
BIJVOEGSELS
hierover Holland's
Roem in Kunden en
WdauchwLtn
door der, Baron COLLOT D ' E S C Ü H T , II. 23 en
AantL\
M Deze Schrijver maakt tevens gewag in de Aan leekenmgen o P zijn eerste Doe! van der. o j a 7 e n b 0 k e r , door y.glms aan Keizer Karel toegeb.agt, toen deze Utrecht bezocht heelt, en woike naderband op ve.e gastmalen gebruikt werd, wanneer men hom' a drinkende ronddraaide, om met de lipnen dcze'fdc piaats te treilen, a!s die de Keizer h a â W e r o e n l . Op oezen beker -win dik .bruin glas, thans in bezit van Z . Ji. den Minister VAN IVKANJGN, heelt 4nna M a m Schurman met een diamant het vozende geschreven en met haren naam onderteekend : Ö • VlSMTJs
ZüICIIEMlUS.
Al ben ik duister, 'JOe naam geeft luister. Zie V. iU.KEMADE, Displeg/Jgh. II. 528. uitvoerige melding van Viglius en zijne geschriften vin it men m de aangehaalde Oratie van den IIoonK>ra>r
Bi. 182. - A° 1577. Waar op de Graaf van Rennenberg. Georg van Laiaing, Heer van Veile en G-raaf van Rennenberg, gesproten uit een der aanzienlijkste en oudste stamliuizcn van Henegouwen, reeds in de X I I eeuw b e k e n d , v/as een man van grooten aanleg en kunde. T o t Stadhouder van Friesland, Groningen en Over-' ijssei benoemd, bekleedde hij in den aanvang liet. Staatsambt met wijsheid en matigheid, doch later schandvlekte bij zich zelven in 's Lsnds geschiedenis als' cenen verrader. De verdienstelijke Rijks-Arohivarius' » j ; JONGE (1) vermeent, dat hij weiiigt door onze (1) ..Zie .ds Unie van Brussel des jaars 1577, naar.
Wumkes.nl
EN AAKTEEKENINGEN.
44»
Voorvaderen., om deze daad, zonder inachtneming der omstandigheden, te streng veroordeeld; doch wanneer wij bij den uitmuntenden Geschiedschrijver A. K L U I T , in diens Historie, der ïiollandsche Staatsregering (I. 176, noot) , lezen, d a t , hoezeer de w a re staalkundige redenen van den afval van Rennenberg , niet zoo zeer bekend zijn, men het e c h t e r , naar aauieiding zijner eigenhandige brieven, aan zijne vrienden geschreven, daarvoor moet houden, dat die redenen gelegen waren in jalouzij op Nassau ea bevordering van eigen grootheid; hoe zal men dan nog' voor zulk een boos en misdadig opzet, in een Bestuurder des Lands, middelen ter verdediging kunnen vinden? Zijn karakter vinden wij juist beschreven door een zijner tijdgenooten, die de meeste g e beurtenissen zelfheeft bijgewoond, en wel lot de Staatsgezinde partij behoorde, dan met onpartijdigheid een uitgebreid verhaal van de jaren 157G tot 1582 heeft gegeven. Dit is de Franeker Burgemeester H E N ico of R I E N K FIÎ ES INGA., hier voren gemeld, wiens boeksken vooral over dit tijdvak belangrijk is (1). De onsterfelijke HÜOFT geeft navolgende uitnemende karakterschets van den Graaft »fîij was geweest een Heer, eedelaardigli, milddaadigh, heusch en minlyk van zee.len; verfoeyer van wreetlieit, geweldenaary, en dronckenschap ; b e traelilcr der krystught, en lief den landzaaten, zon-
het oorspronkelijke uitgegeven door Mr. J. C. DE JONGE , hl. 95 en 166-169. (1) Zie het Cort Ve.rhael van Rcnnenburgs leven , op i l . 469-473 zijner Memorien. Dit geschrift heeft hoofdzakelijk tot bouwstof gediend voor de Schrijvers yan den i 'çenwoordige Stuat van Steid en loonde , / . 420 tot 50. > , bevattende Rennenberg's geschiedenis ; voor VAN MUTEREN, in het breede 't beieg van Steenwijk vermeldende en voor W A G E N AAR over dit tijdvak , welke ook sciiijnt te betwijfelen : » of hem de kwaade uitslag zyns bedrylis niet meer dan de süoodSiekl eit ' t verraad gestnerl hebbe."
Wumkes.nl
29
450
BIJVOEGSELS
der nochtans de gunst der soldaaten te verliezen, mits de zorghe die hy voor hunne betaaling droegh; hier beneevens versiert met meer dan gemeene g e leertheit; welgeoefi'ent in de Grieksche, Latynsche, en andere taaien; zeer 'zoet op de wiskonstighe weetenschapen, inzonderheit de maatzang. Al dat 'er in te berispen scheen, was een' blaakzuchtighe ruimborstigheit in 't houden van hof en d i s c h , b o o ven zijn' inkomst; een toegeeven aan zyn' geneigtheit tot vrouweeren; opstyghing van m o e d t , als 't geluk hem meede; stryking, als 't hem teeghen liep -, en ' t ontzuivren van zyn' eer en gewisse met verandering van parthy. Eevenwel om de kosten zynes staatvoerens te vergelden, schrobd' hy nooit de gemeente, en stak maar eighe middelen af. Zyn' boelaadjen beleidd' h y zoo heimelyk, dat ze ten minste geen' arghernis baarden. Onbestendigheit in voor- en teeghenspoedt is de zeldzaamste der menschelijke zwakheeden niet. Zyn' trouwbreuk strekte eenen naaghel aan zyn' doodkist, en werd geboet met een berouw dat zyn' ziel doorsneed: 't en zy hein ' t quaalyk bes'aaghen meer dan 't misdryf g e zeurt heelt. Oover Gronings, zeeker, in z y n ' z i e k te , riep h y dikwyls, wenschende 't nooit gezien te hebben. Ook verbood h y in de laatste daaghen, zyn' zuster Kornelia, als het dwaallicht dat hem verleidt had, onder zyn' ooghen te koomen. De gemelde deughden, en fraayigheden naa deughd zweemend s , deeden hem beklaaghen, zelfs van zyn' meeste vyanden, dien 't jammerde dat hy tot dien val g e raakt was." Verg. SCHOT. Fr. Hist, bl. 810 volgg., bij welken Schrijver men op bl. 884 deze karakterschets w e dervindt, er (uit FRESINOA) bijvoegende, dat zijne zuster Koroelia hem ook had bekoord en gevleid, met het uitzigt op een huwelijk met Maria van Brim e u , Gravinne van Megen, weduwe van Lancelot Barlaimont, helwelk echter mislukte. Zie W I N S . Chron, XVIII Boek; Histor, p , 544; J. BOSSCHA, Meërl, Heldend, te Land, bl. 257, 2 6 5 , 266, welke
Wumkes.nl
EN A A N T E E K . E N I N G E N . laatste zijnen afval toeschrijft, aan gemoedelijk swaar en ontzag voor de Katholijke kerk.
451 be-
BI. 191. — A.° 1580. Merode, Heer van Rummen. De geschiedenis getuigt van hem als van een edel, eerlijk en standvastig voorstander der vrijheid, getrouw voor de goede z a a k , dapper iu den krijg, en wiens verkregen roem, door zijn verstandig stadhouderlijk bestuur in Friesland is staande gehouden. Er is nog in geschrifte van dien tijd, aanwezig een JOURNAAL, van voorgevallene saacken in Friesland, e n z . , geholden bij B E R NAKD VAW MEROODE, Stadkolder, — v a n den7 /ulij Î580 töt den 12 Juni/ 1583 : aan de achterzijde op den pergaraenten omslag staat: PROTHOCOC de la Secretairie du Gowerneur de Frise. Dit belangrijk Handschrift onderzoekende, bevond ik dat hetzelve bevatte vele Couimissiën, Instructiën, Resolutie!), Ordonnantiën , bijzonder voor de Hoofden der Krijgsmagt en voor de burgerlijke Besturen ; voorts Paspoort e n , Sauvegardes, Brieven aan Vorsten en Edelen, R e questen, Plakkaten en andere Staatsstukken, van welke slechts zeer weinigen in het Charterboek van ScH'WAis.TZENE. voorhanden zijn, en wel alleen die, welke te vinden waren in de Leeuwarder Plakkaatb. ' In 1583 verzocht Merode, uit hoofde van zijnen hoogen ouderdom , om de gedurige onrust der tijden, de twist en tweedragt om het Meesterschap tusschen de Staten en het Hof, en omdat de Edelen geen ontzag voor hem hadden, zijn ontslag, en verkreeg zulks or> eene zeer vcrecrende wijze. Zijne Commissie van .'en Prins van Oranje, om in zijnen naa.ni Friesland *e besturen, is van den 17 Junij 1580, Chartb. IV. 172; W I N S . fol. 670. Verg. Leven van Willem I, door L. F . DE BEAUEORT, XX Boek. Bernard van Merode en zijn broeder Willem b e hoorden tot de eersten, die onder den Prins dienst n a m e » , en in het veld dooi' dapperheid en vms b e -
Wumkes.nl
•• ?.9
452
BIJVOEGSELS
leid uitmuntten. Dit geslacht heeft aanzienlijke b e zittingen in de Provincie Noord-Braband, doch b e hoorde van overouden tijd tot den Belgischen Adel. Verg. J . BOSSCHA, Neêrl. Heldend, te Land, bl. 243.
BI. 196. ~ A° 1584. Wij laten hier volgen een kort o v e r a g t van de STADHOUDERS NASSAU:
VAN FRIESLAND
WILLEM EERSTE
, uit hef Huis
van
LODEWIJK. STADHOUDER.
W I L L E M L O D E W I J K , G R A A F VAN NASSAU, was de zoon van JOHAN D E N O U D E N , Graaf van NassauDillenburg, Broeder van Willem I . Hij werd g e b o ren o p den '13 Maart 1560; huwde in den jare 1587 Prinses A N N A , Dochter van zijnen Oom Willem I , verwekt bij diens tweede Gemalinne Anna van Saksen ( 1 ) . Slechts ruim zeven maanden duurde deze echt, daar de Prinses in den jare 1588 ten huize van
(1) Van dit Huwelijk wordt bij WlNSEMIUs, W A GENAAR en anderen geene melding gemaakt. K.OK, Vaderl. Woordenb. zegt dat Graaf Willem niet g e trouwd is geweest. W i j hebben ook misstellingen en veel verschil in de dagteekeningen ontdekt, en daarom de opschriften der grafzerken , zoo ver vermeld , gevolgd. Men vergelijke onder anderen over deze en de volgende Stadhouders JOHANNES VAN DEN B O S C H ,
de Heer en Siadhuuderen van Vriesland, — beschreven , enz. ; — de Redevoering van Â. G. CAMPER , bij de i n huldiging van Vriesland? Athenaeum uitgesproken, mei liet eerste bijvoegsel, en Holland' s Roem,, door den Baron C O L L O T D ' E S C U R Y , i r . Xantt,
Wumkes.nl
hl, 220, 221.
EN A A N T E E K E N I N G E N
453
julius van Bolnia, een der voornaamste Frieschc Edelen, ijveraar voor vrijheid en godsdienst, in den ouderdom van 26 jaren te Franeker is overleden. W I L L E M zelf is den • 31 Mei 1620, ten gevolgeeener beroerte binnen Leeuwarden gestorven; zoo men verhaalt, terwijl hij bezig was zijnen Neef Maurits bij geschrifte Ie raadplegen, wat hem te doen zou staan, indien eens Maurits, zonder behoorlijke schikkingen te hebben gemaakt, door een'plotselinge!] dood werd overvallen. In 1583, in de plaats van Merode gesteld zijnde, werd hij op den 16 October 1584 door de Staten van Friesland, op den Landsdag te F r a n e k e r , tot absoluut Stadhouder en Gouverneur over dat Gewest, verkoren , nadat men plegtig den Koning van Spanje afgezworen had. Hij was een voorlreffelij k Y o r s t , een dapper en bekwaam krijgsman, een voorstander van de godsdienst , e n , hoewel deelende in de kerkelijke scheuring , meer gematigd dan Prins Maurits. Loffelijk getuigen UBBO EMMÏITS, T A N R E I J D en W I L L E M VAST
H A B E N van zijne krijgskundige verdiensten en grondige kennis, zoowel der theorie als praktijk. Als beminnaar en hoogachter van letteren en geleerdheid, erkent men in hem den Stichter der Friesche Hocgeschool, welke , zoowel als de geheele Provincie , die door hem weder in rust gebragt w e r d , zijne bij zondere bescherming heeft genoten. Ook aan hem mag de "eer worden toegekend van de oprigting der Groninger Akademie. Hij regeerde van 1584 tot 1620,
ERNST TWEEDE
CASIMIR* STAOJIODDER,
. ERNST CASIMIR, G R A A F VAN NASSAU, Broeder van W I L L E M L O D E W I J K , werd diens
Opvolger
in h e t h e t Stadhouderschap over Friesland. Hij was geboren den 22 of 24 December 1573, trouwde in den jare 1607 met A N N A SOI'HIA ,
Wumkes.nl
dochter van d e »
454
BIJVOEGSELS
den Hertog Julius ván Brunswijk, welke Prinses in 1642 is overleden. Uit dit huwelijk zijn twee zonen en twee dochters geboren, welke laatsten jong ei» ongehuwd overleden zijn; de beide zoons, Hendrik Casimir en Wiilem Frederik, zijn hem in de regering opgevolgd. Ka een aantal gevvigttge zendingen ten dienste van den Staat, werd hij eerst Stadhouder van Friesland, en daarna door Groningen en Drenthe in die waardigheid erkend. I n vele krijgsverrigtingen muntte zijn beleid en dapperheid bijzonder u i t ; doch in het beleg van Roermonde, op den 2 Junij 1632, trof een vijandelijke musketkogel, terwijl hij de loopgraven bezigtigde, zoodanig zijn hoofd, dat hij na verloop van drie uren daarna den geest gaf. Als staatsman vond ik hem niet bijzonder vermeld: in het kerkelijke bezat hij minder gematigdheid dan zijn broeder. Hij regeerde van 1620 tot 1632.
HENDRIK J3ERDJE
CASIMIR
I.
STADHOUDER.
H E N D R I K CASIMIR I , G R A A F VAN NASSAU, oudste Zoon van E R N S T C A S I M I R en A N N A S O P H I A ,
werd in den jare 1611 geboren en is niet gehuwd geweest. Men roemt hem als een dapper h e l d , wiens leven in velerlei krijgstogten werd gesleten, terwijl een schoon getuigenis wordt gegeven van zijn godsdienstig, standvastig- en braaf karakter. Zelfs zijner wederpartij dwong hij zoodanige hoogachting af, dat een vijandlijk Officier bij ' s Vorsten doodberigt h a d uitgeroepen: »Nu is de braafste Kapitein in Nederland gestorven!" Onder d e beroerten in Friesland in 1635 bewees hij ook dat ( Gewest groote diensten. Bij d e belegering van Hulst en Brugge trof heni een pistoolschot in den r u g , welke wonde h e m o p den .1.2 of 13 van Hooimaand 1640 den dood veroorzaakte.
Hij regeerde van 1632 tot 1640.
Wumkes.nl
m
A.AM'EEli.ENINGEW.
WILLEM rlBIWJS
FREDERIK. STADHOUDER,
WILLEM FREDERIK,
G R A A F of PRCNS VAN
NASSAU, jongste Zoon van ERNST C A S I M I R , werd te Arnhem op den 7 Augustus 1613 geboren, en trad den 2 Mei 1652 in den echt met AILBERTINA A G N E S ,
Dochter van FHEDEKIK H E N D R I K , Prins van Oranje. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren: Prinses Ameiia, met den Hertog van Saksen-E3'Senach g e trouwd; Sophia Hedwich , omtrent derdehalf jaren oud gestorven, en Hendrik Casimir. W I L L E M F R E D E R I K verlangde zijnen Broeder Hendrik op te volgen als Stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, doch Frederik Hendrik, begeerde over al de gewesten te heersenen. Hierover ontstond geschil, en b e i de namen hunne maatregelen om tot hun doel te g e raken. W I L L E M FREDERIK werd door de Stateu van Friesland tot Stadhouder, en Frederik Hendrik door die van Groningen en Drenthe verkozen. Gelijk alle twisten tusschen hooge personen nadeeiig werken voor Land en Volk, had ook dit geschil buitendien voor den Vorst zeer onaangename gevolgen : want de magtiger Frederik dwong zijnen mededinger tot menige vernedering. O p eene noodlottige wijze verloor hij het leven: want bij het beproeven van een zadelpistool, zullende dienen op zijne voorgenomene reis naar Westfalen, ging het schot af, en trof hem dermate in het aatigezigt, dat hij drie dagen daarna overleed. Dit was op den 21 October 1664, teoKÜLjle Stadhouder te Leeuwarden resideerde. Hij w a l e e n bekwaam krijgsïnan, bedreven in Staatszaken en van karakter uitstekend: daarenboven een beoefenaar en hoogschatter der Letteren, waarvan de Hoogieeraar U L R I K HUREK getuigt,
dat
de
werken van TAOTTUS en SENE^A , zoowel des nacht?; als des daags doos den Pring-werden gek zen, er, IE
Wumkes.nl
456
BIJVOEGSELS
h e t geheugen geprent. De Franeker Hoogeschooi verloor in h e m eenen sterken voorstander en verdediger. Bi] regeerde Tan 1640 tot 1664.
AlBERTINA
AGNES.
-fooej>je.sxjs. ALBERTINA A G N E S , PRINSES VAN O R A N J E , in 's Gravenhage op den 29 April 1634 g e b o r e n , had gedurende den tijd der voogdij schap over haren zoon Hendrik Casimir, die nog geen acht jaren oud was bij den dood zijns Vaders, het bestuur over dit G e w e s t , en verwierf zich veei gezag bij de Friezen. Zij was eene verstandige, beminnelijke en zeer godsdienstige vrouw; eene voortreffelijke echtgenoot, eneene waardige en zorgvuldige moeder voor hare kinderen , welke zij allen, voor zich ten grave zag dalen. Den 24 Mei 1696 overleed zij op hare lustplaats, het Oranjewoud, alwaar zij een geruime»tijd van haren weduwlijken staat had doorgebragt, Zij regeerde van 1664 tot 1679.
BE1SDRIK VIJFDE
CASIMIR
II.
STAEHOVI1MR.
HENDRIK CASIMIR I I ,
P R I N S V A N NASSAU,
eenige Zoon van W I L L E M F R E D E R I K en A L B E R T I N A
AG-NES, werd geboren o p den 18 Januarij 1657. O p zijn vijftiende jaar legde hij als Stadhouder den eed af, welke waardigheid drie jaren later door de Staten van Friesland, Groningen en Drenthe, voor zijne mannelijke nakomelingen, erfelijk verklaard werd. O p zijn 22 jaar echter kreeg hij eerst het Stadhouderlijk bewind alleen in handen. Den .16 November 1683 trad bij ia den echt met AMEMA, Prinses van Aa-
Wumkes.nl
BH A A N T E E K E ' M N G E N ' ,
457
halt-Dcssau, î)o<;hter van Johan Georg 1 1 , waarmede hij dertien jaren vereenigd w a s , en uit welk huwelijk zijn gesproten zeven dochters en twee zoons Willem Goorg Friso, die een jaar na zijne geboorte is gestorven, en Johan Willem Friso, zijns Vaders opvolger.. Zijne benoeming tüt Kapitein-Generaal en andere voorvallen gaven aanleiding tot twisten tussclien h e m en 'Prins-Willem I I I , weike echter door diens uitzigt op de kroon van Engeland bedaarden, en in 1685, onder bemiddeling van den vermaarden Hoogleeraar Joh. van der Waeijen, daarna des Stadhouders Raadsman , geheel werden bijgelegd. O p zijn zeventiende jaar stortte hij bij een gevegt, te stoutmoedig met den degen in de vuist op den vijand indringende , met zijn paard in eene laagte , ten gevolge van welken v a l , hij steeds onderhevig aan bloedspuwingen is geweest, en door deze kwaal in zijne g e zondheid ondermijnd, overleed hij te Leeuwarden op den 2 5 Maart 1696. Hij studeerde in den jare 1671 te Franeker, en gaf vele blijken van verstand, oordeel en ervarenheid ; dan vooral in het krijgswezen muntte hij uit in moed, beleid en onverschrokkenheid. De dappere Generaal Hans Willem, Baron van Aylva, die den Lande in een zeer netelig tijdperk voortrefielijke diensten bewees, was h e m een Leermeester zonder wederga, en h a d hem den weg tot een onsterfeiijken roem helpen banen. ZJjn dood was voor Friesland een zware slag, want in hem werd een schrander, deugdzaam en edelmoedig Vorst, een niagtig Beschermheer verloren. Hij regeerde van 1679 tot 1696.
^--..
A M E L I
A.
VOOQDESSE.
A M E L I A , PRINSES VAN ANHALT-DESSAU, geboren in 1666, werd als Voogdesse erkend over h a r e n zoon JOHAN W I I I Î M F R I S O ,
Wumkes.nl
oud ruim
acht
458
BIJVOEGSELS
jaren bij het overlijden zijns V a d e r s , en h a d tot zijne meerderjarigheid het bestuur in handen. Zij kocht voor haren zoon de Heeriijkiieid Ameland, voor 170,000 Karels guldens. Men vindt weinige bijzondere berigten over haar vermeld : zij moet eene schoone, v e r nuftige en schrandere vrouw geweest zijn, wier zucht echter tot pracht en weelde der spaarzaamheid zeer in den weg stond. In den jare 1726 is zij inDuitschland gestorven. Zij regeerde van 1696 tot 1707.
J8BAN
TTIZLEM ZES BS
FRISO.
STABII0VJ3ER.
JOHAN W I L L E M F R I S O , P R W S VAN O R A N J E NASSAU, geboren den 14 Augustus 1687 te Dess a u , aanvaardde in 1707 het Stadhouderschap over Friesland, en het jaar daarna over Groningen en Ommelanden. Na den dood zijns Vaders nam Prins Willem I I I de zorg zijner opvoeding op z i c h , en deze , zonder kinderen overlijdende , maakte zijn geliefden kweekeling tot zijnen eenigen erfgenaam. O p den 1 Mei 1709 trad hij in den echt met M A R I A LOUISA , Prinses van Hessen-Cassel, uit welk h u w e lijk zijn geboren twee kinderen: eene dochter Anna Charlotta Amelia, getrouwd met den Prins van Baden-Durlach, en een zoon, Willem Karel Hendrik Friso. O p den 14 Julij 1711 is de Stadhouder, in zijnen jeugdigen leeftijd, op eene droevige wijze omgekomen, daar hij bij de overvaart van het Strijensche Sas aan den Moerdijk, toen door een rukwind de pont werd omgeslagen, zijn dood in de golven vond. Zijn krijgsroem was reeds gevestigd; zijne deugden waren velen, en had hem een langer leven mogen te beurt vallen, hij zou ongetwijfeld in ' s L a n d s geschiedenis eene luisterrijke plaats hebben bekleed. Gedurende anderhalf jaar, in 1700 en 1701, heeft de" Prins te Franeker gestudeerd, en bijzonder het onderwijs.van den beroemden Fuilenius genoten,.waar-
Wumkes.nl
EN AANTEEKENINGEN.
459
na hij, o p begeerte van zijnen Voogd, Prins Willem 1 1 1 , zich ook naar de Hoogeschool te Utrecht begaf. Hij regeerde van 1707 tot 1711.
MARIA
ÆOUISA,VOOGDESSX.
MARIA L O U I S A , PRINSES VAN HESSEN-CASS E L , een der veertien kinderen van den Landgraaf K A R E L en M A R I A A M E L I A , Prinses van Cour'and, is
geboren op den 17 Februari] 1688. Onder de leiding harer uitmuntende moeder, wier evenbeeld zij werd, ontwikkelde zich in haren jeugdigen leeftijd reeds den voortreffelijken aanleg tot deugd en b e kwaamheid, welke h e t sieraad eener vrouwe zijn, en de Vorstin bovendien tot een verheven en magtig voorbeeld voor hare onderdanen stelt. Gedurende de minderjarigheid van haren Z o o n , bestuurde zij 's Lands zaken met beleid en verstand, zoodat zelfs de Staten van dit gewest, haar met een geschenk van 5000 gulden vereerden, en eene levenslange jaarwedde van eene gelijke som. Na den dood van Prins Willem I V en deszelfs Weduwe werd haar weder de waarneming van h e t Stadhouderlijk bewind over Friesland opgedragen, hetwelk zij met welgezindheid aanvaardde en met ijver behartigde. O p den 9 April 1765, dus ruim 77 jaren o u d , is deze Vorstin te Leeuwarden overleden , en bare nagedachtenis is door alle tijden bij de Friezen in zegening gebleven: want zij -T—^«ttidsdienstig, nederig, milddadig en beminnelijk van karakter, zoodat men dan ook haar steeds met den vereerenden lievelingsnaam van Maryke-Mui bestempelde. Als Stadhouderes regeerde zij met wijsheid en gematigdheid. Zoowel voor de stille r u s t als voor h e t woelige hofleven geschikt. bragï zij in godsdienstige afzondering en vrolijke uitspan-
Wumkes.nl
460
BIJVOEGSELS
iiing vele dagen door in haien lusttiún Marienburg, bij Leeuwarden, of op het geliefkoosd Oranjewoud ( î ) . Zij regeerde van 1711 tot 1731, wanneer haar zoon meerderjarig werd. Van diens dood tot in .1759, in welk jaar hare schoondochter Prinses Anna, is overleden, had zij eenig dcei aan 't Stadhouderlijk b e wind, en ca dien tijd regeerde zij weder geheel tot 1765,
WILLEM
KAREL ZEFElfBE
EENBRIK
FRISO*
STADHOUDER.
W I L L E M KAREL HENDRIK F R I S O , of W I L LEM I V , Pititfs VAN ORANJE-NASSAU, werd te .Leeuwarden geboren den eersten van Herfstmaand 1711, zes weken na zijns Vaders overlijden. I n d e n eersten leeftijd onder het oog zijner verstandige moeder opgevoed, daarna door de beroemdste geleerden, zoo als Wesseling , Hemsterbuis, Heineccius en andederen, aan de Friesche enUtrechtsche Hoogeschoien , onderwezen, moest zijn krachtvolle geest zich spoedig ontwikkelen, en eene grondige kennis van zaken bekomen, welke den echten Landsvader kenmerken , en zijn bestuur ten beste der onderdanen doen gedijen. In den jare 1731 aanvaardde hij de waardigheid van Stadhouder over Friesland, na reeds daarin over Groningen, Drenthe en Gelderland te zijn bevestigd. In het merkwaardig jaar 1747 werd een perk gesteld aan de verdeeldheden eener vijfenveertigjarige Stadhouderlooze regering in de overige Provinciën, en W I L L E M I V tot Algemeen Stadhouder over al de gewesten v e r k o r e n , met erfelijk-verklaring dier hooge waardigheden, zoowel in de vrouwelijke als mannelijke linie. Hij trad in den echt met A N N A , Kroonprinses van Groot-Brittauje op den 25 Maart 1734. De spruiten nit dezen echt waren,
(1) Over de begraving der Vorstelijke Familie» , ïie de Noot op den jare 1620,
Wumkes.nl
EN AANTEEK.ENINGEN.
461
behalve drie dochters, welke allen kort na de geboorte zijn overleden, Prinses Carolina en Prins Willem V . Hij regeerde gelijk het den Vorst b e t a a m t , wien zijn Land en Volk, a ' s 7 4i n e ' g " n welzijn , zeer ter harte gaan. Twee groote Nederlandsche Historieschrijvers , STUART en SCHELTEMA , getuigen
beide van hem :, »dat hij de grootheid van zijn Huis alleen zocht in de ware grootheid van den Slaat; zijn hoogste eerzucht ia de liefde zijns Volks stellende." Geen offer achtte hij te dier voor de b e langen der natie, en standvastig van geest volgde hij steeds het hem aangewezen moeijeüjk pad. Vele goede en beminnelijke hoedanigheden waren van de Moeder op den Zoon overgegaan : godsvrucht en christenliefde paarde zich aan opregtheid en eerlijkheid (1). Ais vriend der geleerden en voorstander der wetenschappen, vond ook de Fiiasche Hoogeschool in hein eenen ijverigen Beschermheer. In den ouderdom van ruim veertig jaren bezweek zijn van tijd tot tijd verzwakt ligchaam, onder de rusteloosheid van eenen veelyuldigen zwaren arbeid. Hij stierf den 22 October 1751, en werd te Delft in den Vorstelijken grafkelder van Willem I begraven. Hij regeerde van 1731 tot 1751.
(1) Uit eene verzameling van eigenhandige en vertrouwelijke Brieven van den Stadhouder , geschreven van de jaren 1734 tot 1747 , aan zijnen Vriend en Raadsman den Heere van der Ulieden, Raadsheer in het Hof van Holland , mij goedgunstig door deszelfs Neef, Mr. J. Schonck, Raad'in het Hoog Geregtshof te \s jGravenhnge , medegedeeld, blijkt des Vorsten uitnemend ^>^J(.ter. Ook is deze hoogst belangrijke Correspondentie , tevens bevattende een aantal eigenhandige brieven van Prinses Anna, den Baron H. van Aylva , den Hertog Lodewijk van Bruaswijk, den Oppeistaimeester Grovestins , den Secretaris van Prinses A n na , de Larrey en andoren , voor de geschiedenis vaa dien tijd van hooge waarde.
Wumkes.nl
462
BIJVOEGSELS
ANNA, KROONPRWSES VAN G R O O T - B R I T T A N JE, rniNsiïs VAN BRUNSWUK-LÜNENBURG , Gemalinne van W I L L E M I V , was de oudste D o c h ter van Koning GEORGE I I , en werd geboren den 2 November 1709. Zij was eene schoone v r o u w , helder en krachtvol van geest, kloek van verstand, edel van ziel en grootmoedig van karakter ; de g e schiedenis getuigt van h a a r , dat zij niet alleen vele voortreffelijke deugden, maar ook uitstekende talenten bezat, zoodat zij in verschillende talen oordeelkundige werken over godsdienst, geschiedenis en zedekunde geschreven heeft, en dit wel, hetgeen b i j zondere opmerking verdient, niet om te schitteren, maar tot eigen oefening en anderer nut. Dat zij alzoo voor haren Gemaal een onschatbaar kleinood w a s , zal wel geen betoog behoeven : w a n t , ook in staatszaken ervaren, ondersteunde zij in die oproerige tijden den vredelievenden Vorst met wijzen raad. Na den dood van dezen had zij bij het voeren des bewinds en 't bestier der voogdij , eene standvastigheid en kloekheid betoond, die den Grooten F r e d e rik, op het ontvangen van haar doodberigt, aan der Staten Gezant schrijven d e e d : » I k h e b eene Vriendin verloren, die door hare grootmoedigheid, wijsheid en eene hare kunne te boven gaande kracht van geest al mijne achting verdiende." O p den 12 van Louwmaand 1759 ontsliep zij in den ouderdom van ruim 49 jaren te 's Gravenhage, en werd bij haren Gemaal te Delft begraven. Zij regeerde ais Gouvernante van 1751 tot 1759; terwijl echter het beheer in Friesland aan de Staten en Prinses Maria Louisa was opgedragen.
CAROLINA. REGENTESSE.
Aan CAROLINA., PRINSES VAN O R A N J E , eenige overgeblevene dochter van W I L L E M I V , geboren te
Wumkes.nl
EK A A N T E E K E N I N G E N
463-
Leeuwarden den 28 Februarij 1743, werden, n a d e n den dood harer Grootmoeder Maria Louisa, in den jare 1765, ten gevolge der Landsverordeningen op de Voogdij , de Magistraatsbeschikkingen in de Friesche steden opgedragen, tot aan de meerderjarigheid van haren Broeder. Zij huwde in 1759, dus zestien j a ren o u d , na vele staatkundige tegenstribbelingen, aan C A R E L C H R I S M A AM, P R I N S VAN NASSAU-WEILBURG-,
gesproten uit de linie van W A L R A M . Zij regeerde tot in 1766.
WILLEM ALGEMEEN
V. STABSOVJBJSIl.
' W I L L E M V , P R I N S VAN ÖEANJE-NASSAÜ, geboren den 8 Maart 1748, aanvaardde het. Stadhouderschap over ai de Gewesten den 8 Maart 1766. Hij trad in den echt den 4 October 1767 met F R E D E RICA SoPHIA WILHELMINA , PRINSES VAN PlUJlSSEN,
Nicht.van Koning Frederik I I , den 7 Aug. 1751 geboren. Deze zijn de doorluchtige Ouders van onzen geëerbiedigden Koning. Prins W I L L E M overleed te Brunswijk in Grasmaand 1806, en zijne verhevene Gemalinne op het Loo 9 Junij 1820.
BI. 201. - A° 1591. En 6 yzere gotelingen, In dezen tijd was voornamelijk ook eene soort van geschut in gebruik, g e naarïîd- Gotelingen, van 1 8 , 8 , 6 , 4 , 3 en 2 | pond , benevens n>tulen Kartouwen , Colverijns, Vddslangen , Sakers, Dranken, Mignions en anderen ; die vooral op de schepen gebezigd werden, DE J O N G E , Gesch. van het Zeewezen, I. 402. Verg. K I L I A A N op ' t woord.
Wumkes.nl
484
BIJVOEGSELS
Bi. 203. — A° 1594. En op Ostagiers handelende.
O S T A G I E R , STAOIER
beteekent een gijzelaar; vandaar: op Ostagiers geven, handelen, nemen, d. i, gijzelaars ten onderpand geven of ontvangen. Zie K I L I A A N . Over dit merkwaardig beleg vergelijke men den Tegenw. Staat van Stad en Lande, I. 5 1 8 ; W I N S . fok 8 1 7 , enz.
Bi. 216. — A° 1620. Die heerlyke begraafplaats. De Groote of Jacobijner kerk is volgens G A E E E M A , Kerhaalvan Leeuwaarden , gebouwd in den jare 1487, d o c h , volgens J. VAN DEN BOSCH, in zijn meergem. w e r k , was zij reeds door de Heeren van Cammingha en eenige rijke burgers in 1228 gesticht; en daarna afgebrand zijnde, werd zij herbouwd in 1487. In derzelver Koor aanschouwde men de prachtige marmeren graftombe van Graaf Willem van Nassau en zijne Gemalinne Anna, onder welke tombe de Vorstelijke Grafkelder zich b e v o n d , waarin zijn bijgezet geworden: 1. 2. 3. 4. 5.
Prinses A N N A , Gemalin van Willem Lodewijk. Graaf W I L L E M L O D E W U K , eerste Stadhouder» Graaf ERNST 'CASIMIR, tweede Stadhouder. Graai' H E N D R I K CASIMIR , derde Stadhouder. Prinses ANNA S O P H I A , Weduwe van Graaf Ernst Casimir. ô. Graai W I L L E M F R E D E R I K , vierde Stadhouder. 7. Prinses SOPHIA H E D W I C H , dochter van Graaf Willem Frederïk. S. Prinses ALBERTINA AG-NES , Weduwe van Graaf Willem Frerierik. Nog stonden in dezen grafkelder twee kleine kis£en, waarin waarschijnlijk de dochters van Graaf
Wumkes.nl
EN' AANTEEK.ENINGEN.
46»
Ernst Casimir zijn bijgezet5 zoo bevonden er zich drie kleine houten kistjes, in welke tinnen doozen waren geplaatst, die ingewanden van gebalsemde Vorstelijke lijken zullen hebben bevat. Toen deze begraafplaats te klein geworden was is door Prinses Ameiia eene tweede aangelegd, in welke zijn bijgezet: 1. Prins W I L L E M G E O R S F J U S O ,
zoon van Prins
Casimir l ï , geboren te Leeuwarden 24 Junij 1685. 2. Prins H E N D R I K CAStivtni I I , vijfde Stadhouder. 3. Prins JOHAN WCLLJEM F K I S Ü , zesde Stadhouder.
4. De tweede dochter van Prins W I L L E M I V , bij de geboorte gestorven 22 December 1739. 5. Prinses A N N A , jongste dochter van Prins Willem I V , geboren te Leeuwarden 15 November , en den 29 December 1746 overleden, 6. Prinses M A R I A L O U I S A , weduwe van Prins Johan Willem Friso, Van deze Vorstelijke begraafplaats en h e t marmeren grafgesticht is mets meer overgebleven, dan h e t aandenken aan derzelver vorig bestaan. Niet dooiden vernielenden tand des tijds, die al wat onvergankelijk schijnt aan stukken knaagt, maar door den geesel der verwoesting en het teugelloos geweld, uit overdreven vrijheidszucht, haat en partijschap geboren, wier blinde drift zelfs de graven der afgestorvenen niet eerbiedigt, zijn deze gedenkteekenen vernietigd. Dan wij willen de treurige herinnering aan die tijden niet verlevendigen, en dergelijke gebeurtenissen liever der vergetelheid overgeven. Van de zeven Stadhouders, de Prinsessen Ameiia, Maria Louisa en Anna, benevens de Graven Johan Maur i t s , Adolf, Jan en Albert van Nassau, zijn op het I I o f . . t e Leeuwarden nog uitmuntend geschilderde beelchtSssen bewaard gebleven.
BI. 221. — A_° 1636. Eqn oud boekje getiteld : Tagken-giftc
30
Wumkes.nl
teghen
de
466
BIJVOEGSELS
Peste, door LUCAS TREIÆATIUS beschreven, uitgegeven te Leeuwarden 1637, meldt in een Aaihanghsel, dat de verschrikkelijke Pest, welke in dit jaar in Holland heerschte ook tot Friesland was overgeslagen , en in de dorpen nog heviger woedde dan in de steden, vooral in Anjum, G r o u w , Oldkerk, enz. terwijl binnen Leeuwarden elleiijke weken lang , bij en over de 200 dooden werden begraven , waarna men de verwoesting in de dorpen . aangerigt kan afmeten.
BI. 227. — A° 1665. De
Veldmaarschalk
Graaf
JOIIAN MATTRITS VAN
NASSAU was de kleinzoon van Johan den Ouden , den Vader des eersten Fiieschen Stadhouders. Bij gelegenheid van dit ongeluk maakte hij te Franeker zijn uiterste wille, en gaf die over ter bewaring aan de Akademie. I n 1679 overleed deze zachtaardige en brave man te Bergendaal bij Kleef, alwaar zijne nederige grafstede nog jaarlijks door vele reizenden bcz:gtigd wordt.
BI. 229. - A° 1672. Den eersten van Juny, of na de oude Styl den 22ste van May. Voor dat men den tijd naar behooren geregeld en verdeeld h a d , of willekeurig verdeelde, om te'voorkomen dat de Saizoenen zich niet verplaats t e n , was het opzigt hierover aan de Priesters des volks aanbevolen. Eene haive eeuw voor onze j a a r telling maakte Julius Caesar een einde aan de verwarde tijdsberekeningen en derzelver gevolgen in zijnen Staat. ïlij bepaalde liet zonnejaar op 365 dagen en 6 uren. Het burgerlijk jaar werd dus verordend ; er zeuden telkens drie achtereenvolgende jaren ieder
Wumkes.nl
EN A A N Ï E E K E N I N G E N .
«?
van 365 dagen loopen, en het vierde of schrikkeljaar moest een dag meer dragen, welke dag in de maand Februari) werd ingeiascht. Het jaar bestond uit 12 eenjgzins ongelijke maandsn, zoo als het n a nog bestaat. Dit was de Juiiaanscke Jaarrekening of Stijl,
O U D E STIJL, genaamd.
])e bepaling des zonuejaars van 365 dagen en 6 uren was echter ruim elf minuten te groot genomen , hetwelk eene afwijking oi' verloop moest veroorzaUon, die dan ook na vier eeuwen tij ds bij de viering van het Paaschfecst, waarvan de berekening op de maan gegrond w a s , duidelijk werd opgemerkt. Men nam maatregelen welke echter onvoldoende war e n , en gedurende vele eeuwen bleef dit gebrek b e slaan , zoodat in de X V I eeuw de iente-nachtevening van den 21 Maart op den 10 was gekomen Eindelijk nam Paus Gregorius X I I I zich de zaak ernstig ter h a r t e , liet door geleerden en deskundigen het ontwerp van Aloisius Lilius, een geneesheer van Verona, onderzoeken, en na rijp beraad werd er in den jare 1531, bij Apostolische Bulle , eene nieuwe verbetering aangekondigd en bevolenDe sedert het Concilie van Nicea vervroegde tien dagen, moesten in het jaar 1582 in de maand October worden uitgelaten , zoodat men van den 4 dadelijk op den 15 telde, Het verschil ván de elf minuten, die men vroeger op het zonnejaar t e veel gerekend Isad, werd gevonden, door in vier e e u w e n , telkens op liet einde van ieder eeuw één schrikkeljaar over te slaan; dus zoude het jaar 1600 een schrikkeljaar blijven, maar 1700, 1800 en 1900 gemeene jaren van 385 dagen , en' 2000 weder eeu schrikkeljaar zijn. Het zonnejaar werd aizoo vastgesteld op 365 en hel schrikkeljaar op 36S dagen. Deze mrigliiig noemde men de Gregoriaansche Jaarrekening of' .Stijl, en in tegenoverstelling van den Juiiaanschen den NIEUWEN
STUT,.
Door deze verstandige en doeltreffende instelling was er geene afwijking of verloop van tijdsberekening in eeuwen meer te duchten; en was men overal verstandig genoeg geweest, men zou niet geaarseJd
Wumkes.nl * 30
469
BIJVOEGSELS
h e b b e n daarin te berusten, dan vooroordeel, dwazs driften, koppigheid en ongodsdienstige ijver, keerden aanvankelijk in die woelige tijden van hervorming onder zoo vele goede zaken ook deze. I n d e C a t h o lijke Landen werd de verbeterde Calender spoedig aangenomen, dan eerst in en omstreeks den aanvang der X V I I I eeuw, ging men daartoe in andere Landen, en ook in de Nederlanden o v e r : Braband, Vlaanderen , Zeeland en Holland waren de eerste gewesten, daarna volgden Friesland, Groningen , Gelderland, Utrecht en Overijssel. Dat deze instelling op ongelijke tijden aangenomen, en dus de een zich van den Ouden, de ander van den Nieuwen Stijl bedlenende, veel -verwarring te weeg bragt, is meermalen gebleken. Zoo schreef b . v. Graaf Johan Maurits van Nassau , biervoren gemeld, uit 's Gravenhage eene Missive aan den Rector en Senaat van de Akademie te Franeker, op den 3 September 1670, en het antwoord op dezelve, drie dagen na dien datum afgezonden, droeg de dagteekening van den 27 Augustus. In Engeland heelt men eerst in 1752, en in Zweden een jaar daarna, den Nieuwen Stijl ingevoerd; in Eusland volgt men nog den Juliaanschen. Ingevolge Resolutiën der Staten van Friesland van den 10 en 11 October 1700 werd vastgesteld en bij Publicatie van den 12 dier maand afgekondigd, dat op den 1 Januari) 1 7 0 1 , in plaats van den Ouden Stijl de Nieuwe zou worden ingevoerd, en men op dien dag niet den eersten maar den twaalfden Januari/ zoude schrijven, en aldus de telling vervolgen. Alzoo eindigde in Friesland bet jaar 1700 op Dingsdag den 31 December, en den volgenden d a g , Woensdag, beeft men 12 Januarij 1701 geschreven (1). In de P r o -
(1) In ons Gewest bleef echter van die invoering tot op den huidigen dag een gebruik o v e r , brj anderen niet aaDgenomea, zijn oorsprong ontleenende uit het verschil van dagen, door den Ouden en Nieuwen Stijl ontstaan. Alle verhuringen en vei-huizingen h e b J>e» plaats op den. 12 M e i , niet op den eersten; zoo
Wumkes.nl
EN A A K Î E E K - E ï t t ï î G E N .
m
vincie Groningen is ten zelfde dage en op gelijke wijze de Nieuwe Stijl ingevoerd. Het verschil alzoo tr.sscheii den Ouden en Nieuwen Stijl, door vele schrijvtrs niet in acht genomen, waardoor misstellingen in de dagleekeningen zijn ontstaan, of bij sommigen verkeerd aangeduid, bestaat alleen hierin, dat raen altoos tien dagen tellen moet bij de dagteekenihg, weike de Oude of Juliaansche Jaarrekening aangeeft. Men vergelijke de Historische Verhandeling over den zoogenaamden Nieuwen Sti/'l door den OudHaogleeraar Mr. J. W , BE C R A N E , geplaatst in het II. Stuk van het Archief der Heeren VISSER en ÂMEasrooiiDT.
BI. 259. In den jaare 1677. Hetgeen hier volgt tot bfed-5 zijde 271 is een bijvoegsel van den tweeden d r u k , en heeft niet uitsluitend betrekking op Friesland, maar is meer eene kronijksgewijze opgave van aigemeene gebeurtenissen. Wij hebben ons moeten onthouden van eene meerdere uitbreiding onzer Aanteekeningen over het belangrijk tijdvak der geschiedenis in de laatste e e u w e n , daar dezelve reeds tot een aantal bladen zijn aangegroeid, en ons bestek geen grootere uitvoerigheid gedoogde. Ook mogen wij
komen alle dienstbodes op den 12 Mei en 12 November , 'elke dagen meu oude Mei en oude Allerheiligen noemt, in hunne diensten; dit gebruik is gewettig-A gewordei' bij eene nadere Publicatie der Provinciale Staten van 29 Januarij 1701. Alen verkoopt en verhuurt de Zathen en Landen enz. te aanvaarden, voor de landen St. P e t r i , dat .is den 5 Maart, (oude Sint Pieter) , en voor de huizinge en schuur den 12 M e i : overigens rigt men zich' in alles naar den gewonen Gife-s goriaanschee Almanak*
Wumkes.nl
*50
'BIJVOEGSELS
liet daarvoor houden, dat dit gedeelte der Historie, en Bepaaldelijk die- der Stadhouderlijke Regering, den Lezer meer bekend zij, als zijnde daarover ook genoegzame bronnen voorhanden. Wij hebben achterwege gelaten de onbelangrijke beschrijving van den intogt des Prinsen 3. W . Friso in Groningen, op bl. 327 en 328 van den tweeden druk der kronijk voork o m e n d e , als mede de berijmde JSareeden, of zoo als achter den eersten druk staat, Aanspraak op Naaspraak, hoewel tot onderschrift voerende: ' f K A N N I E T BEETER; want wie zal thans nog smaak vinden in verzen als deze ? Wiens breinkas gestoffeerd met puik van waarde stoffen, Zal ooit op eenge sloff, wiens Iqff maar stoffis stoffen* of Een keurg er keure, keur de keur, met keur in't'hezen ; In 't geen ky keurig keurt, met keur ''t zyn uit te leesen. Ook het Treurig gesprek tusschen een Vreemdeling en een Fries, over het verongelukken van J O H A N W I L liEM FRISO , in zeer middelmatig rijm van de door haren tijdgenoot LUCAS PATER en daarna door den heer J. DE VRiEshoog verheven, door W I T S E N G E Y S BEESL daarentegen diep vernederde Friesche Dichteres J E T S K E R E I N O U VAN D E R M A L E N , hebben wij gedacht
veilig te kunnen weglaten.
BL 273. De, Landstreek van deze Provincie. Over deze verdeeling en h e t bestuur der Graafschappen, v e r gelijke men onze Aantt. bl. 344; § 4 van het Over^zigt in h e t Friesch Jierboeckjen 1533 , en de 2de § van dat van 1834, Over de benamingen van JEstrachia of Ausiraçhiaen Westrackia, moet ik nog wel aanmerken, dat A I / H N G in zijne Descriptio agri, Batavi el Frisii, of NoliL Germ Inf. zeer verkeerd
Wumkes.nl
KW A A N T E E K E N I N G E N .
471
o p alle zfane kaarten de eilafiden Ameland en Terschelling dus noemt, in navolging van zekeren FiiiiDEG-AIUUS, een Schrijver van de VIE eeuw, (die echter voor Austrachia Anisirackia schrijft,) als zullende beteekenen Ooster- en Wester-oog, van achia, age, oog, welke benaming dikwijls aan eilanden gegeven wordt, zoo als Schiermonnikoog, Spikeroog, Langeroog enz. Te vergeefs zal men bij eenig Friesch. Schrijver die eilanden, dus genoemd, zoeken, maar wel vindt m e n , dat eertijds fFestrachia WESTEROO , en Austrachia
OOSTERGO beteekende.
WINSEMIWS
bevestigt zulks op den jare 7 2 8 , toen Karel Martel Oostergo en Westergo pionderde en verwoestte. In de afbeelding van Oud-Friesland door SCHOTANUS , de eenige oude k a a r t , welke het best met de g e schiedenis overeenkomt en 't meest vertrouwen verdient , gevoegd in zijne Beschr. van Frieslandi en achter de Groots Alias, worden de streken beoosten en bewesten de Burdo of Middelzee , welke ook het best d o o r h e m is afgeteekend,te regte Austrachia en Ifestrackia genoemd. Verg, Oudh. en Gest, II. 2 8 7 , alwaar v . R H Y N in ' t b r a e d e hierover uitweidt, aan FREDE&ARIUS geen gezag boven Friesche Schrijvers toekennende. ALTING-, II. in voc. Austrachia JBurdine, Wcstrackia; BROUWER en EinCHOFf, Nasporingen betrekkelijk de Middelzee, bl. 31 noot, 116 en 117, waarin ook de gebrekkigheid van de oude kaarten wordt aangetoond.
Bl, 273. . B i e . ten een Grietman noemt. In h e t laatst der X I I I en in het begin der X I V eeuwen, wórdt het eerst van Grietmannen gewaagd. Van ouds moet de verkiezing door de gemeente, às ingezetenen of de bezitters der stemhebbende Staten hebben plaats gehad. Zij hadden Assessoren of Bijzitters eu andere Regters van minderen rang onder zich, terwijl er tevens Schouten hebben bestáán, welk *mbt later
Wumkes.nl
m
BIJVOEGSELS
weder îs vernietigd of in die des Grietmans is over* gegaan. Aanvankelijk waren zij Regters, maar in tien drang en druk der oproerige tijden, in welke geene regten geëerbiedigd w e r d e n , moesten zij. zich tot Beschermheeren verheffen, en wisten van hunne magt en invloed een krachtig, soms al te krachtig gebruik te maken. Elke Grietenij had één Grietman , voor één jaar benoemd tot Hoofd; doch eene enkele uitzondering was er op dezen regel: bij latere inrigting werd bepaald, dat ieder, die de vereischten b e z a t , o p zijn beurt den post van Grietman en Regier zoude waarnemen. Onder de Hartogen van Saksen en daarna onder het Stadhouderlijk Bewind was de hegeving van dit ambt ook aan dezen en aan h e t Hot' verbleven. Maar nu den oorsprong van den naam Grietman Ie bepalen, dit is eene moeijelijke zaak, waarover reeds veie geleerden zijn geraadpleegd en veler gevoelen ter toetse is gebragt, doch het is als nog onbeslist, welke beteekenis voor de eigenlijke en oorspronkelijke moet worden gehouden. Onze Kronijk is e r , mijns bedunkens, niet achter en geen wonder, want de Heer B E Y M A , in zijn Tractaius de Grietmannis geeft een aantal verschillende gevoelens o p , en na dezen Schrijver zijn er nog meerdere te berde g e bragt ( 1 ) . Het meest aannemelijk gevoelen i s , dat
(1) In de nagelatene Adyersaria van een' onzer verdienstelijke Friesche Geleerden , vond ik nog deze aanteekening op het woord G R I E T M A N : »De geregtelijke tweegevechten werden gehouden in eene plaats het Krijtveld genaamd. Kryt staat voor het Hoogd. griet of gries, (gruis), dat volgens V E I T W E B E R , Sagen der Vorzeit, B. 11. p. 101 , beteekeni het Sleenzand, waarmede de kampplaats wordt bestrooid. Kan de benaming Grietman hiervan ook eenig licht erlangen ? Hij zoude dan oorspronkelijk de Opziener over «ulk eene Regterlijke kampplaats, Hoofd van zu.'k eene Hegtspleging geweest zijn, en het zou dan eigenlijk lietzelfde beteekeneii als in de Oude Wetten ' t woord grieswarl, grieswärtel, tourneoivoogd\ of volgens
Wumkes.nl
EN AANTEEKEKIHGEN.
47»
men den naam moet afleiden van het Oud-Friesche G R E T A , klagen en dus Greet- of Grietman degeen was, die aan de klagers regt verschafte. Zeer b e langrijk zijn de Aanteekeningen over de GRIETMANNEN van de Heeren H. en W. v. S. voorkomende in het Mengelwerk der Leeuwarder Couranten van den Ï 5 en 29 Mei 1832, tot welke wij den Lezer verwijzen, als mede tot opgenoemd Traclatus de^Grietmannis van C, L. VAN BEYMA , Franeq. 1780. "Wat het kerkelijk Bestuur van Friesland in de vroegste tijden aangaat, dit is ons niet klaar genoeg gebleken: later was dit gewest den Bisschop van Utrecht onderworpen, die tot het Aartsbisdom van Keulen behoorde. Friesland was verdeeld in Dekenschappen , waarvan de Dekens door den Bisschop werden gekozenen met groot gezag en magt bekleed. De Hoofdpriesters of Priesters in eene parochiekerk werden Personae genoemd, en de mindere Priesters Kapellanen. De Abten waren Oversten of Bestuurders der Kloosters en derzelver aanhoorigheden: zij stonden op zich zelven, hadden vele voorregten, namen de eerste plaats op de Landsdagen, en waren alleen den Paus onderworpen: de Priors waren oorspronkelijk hoofden van minderen r a n g , gelijk ook de Proosten, hoezeer dikwijls deze verschillende b e namingen door elkander gebruikt werden. Zie hierover onder anderen Friesch Jierb. 1833. Oersicht § 4.
nog ouder schrijfwijs greisu/ärtel. Zie HALTATJS, Gloss. Germ. med. atv. p. 7 5 3 , die hetzelve drie beteekenissen t o e k e n t , welke met die waardigheid overeenkomen. Het woord greta , waarvan het afgeleid wordt bij BEVMA , i s , meen i k , oorspronkelijk ook alleen gebruikt van oproeping of dagvaarding ten kampstrijd; (si vacat, hoc ulterius demonstrabo)." » H U Y D E C O P E R op
MELIS STOKE,
III.
54,
legt
krijt uit door kring (kreis , kreits), doch ten aanzien van onze gissing over den oorsprong van bet W o o r d Grietman, is dit hetzelfde." B. A.
Wumkes.nl
Wumkes.nl
REGISTER 01* DJ£
BIJVOEGSELS EN AANTEEKJENINGES.
A.
Arianen. . . Arunddius. . Auckama. Aula Dei. Austrachia. .-
. . . , .
EL 353. 334. 429. 326. 470.
BI. Abdena 424. Addinga. . . . 428. Adel 319. Adelen. {Ad, v.) . 353. B. Adgülus. 333,335,340,-2. Adolf. . . . . 443. Baduhenna. . . 323« Aflaten 418. Bara-Huis. . . . 446. Agrkola. . . . 428. Barden. . . 287, 326, Aytta 446. Begraafplaats. . . 464. Ayha. {H. W. v.) 457. Beker. . . 422, 448. Aken. . . 386,-7, 404. Berlikum. . . . 361. Alb.Agnes. 455,-6, 464. Bernard. (Kerk v. St.) 404. Ameland. . 357, 458. Bestand. (1348). 418. Amelia. . . 456,-7. Bier-Oproer. . . 429, Anna 465. Bolsward. . . . 405. Anna v. Gr. Br. 460,-2. Bonifacius. . . . 343. Anna. v. Saks. . 452. Botnia 398. AnnaSopMa. . 453, 464. Bouwkunstenaar. . 393. Amcharius. . . . 352. Brieven. 439, 446, 461. Arànberg. . , , 443. Brittenkruid. , • 3Ütt>
Wumkes.nl
476
R E G I S T E R OP : E BIJVOEGSELS
BI. Btiîle v. Karel. Tol, 404. Buskruid, . '. . 421. Bussen. , » . . 421.
c. Carel Chr. .Carolina* . Carolus. . Catze. . Cloyis. . Cunerus Pctri.
. . . . . .
463. 462. 445. 426. 332 444.
D. Dagobert. . Dijkhuizen {II. v.) Dokkenburg. . Dokkum. . . Douwama. . . Draaksdorp. . Drinkuitsma. . . Drusus. . 283,
339. 425. 328. 328. 436. 433. 423. 299.
E. Egils-saga. . . . 362. Ernst Cos. . 453, 464. Esonstad. . < . 331.
F. Fjouwer lott. enz. Floorken êàom' bier. Floris II. . . Floris v. Egm. .
433. 437. 393. 437.
BI. Fokke-sloot. . . 426. Folhrts. . . . 442. Forteman. . . . 352. Fox 431. Foxhol. . . . . 432. Franeker. . 3 9 8 , 432. Fiaterhuis. . . . 442. Fred. Hendrik. . 455. Frederika. S. W. 463. Fresinga. . . 444,-9. Friesland. (Prins.over)286. Friesland. (Staal v.) 281. Friezen. (Gesch. der) 299. Friezen. (Kruist. der)365. Fiiezen.(Oors.d.) 289,291. Frisiabones. . , 329. Froönakker. . . 397.
G. Gaykinga's. Galama's, . . Ganzevoort. . . Gebed der Saks. Georg. (Hertog). Geregtshof. . . Geschut. . . Geuzennapjes. Godsakker. . . Gods-Hof. . . Goteling. , .
Wumkes.nl
.
437. 393,-8. , 430. . 348. . 436. . 433. . 421. . 443. . 397. . 326. . 463y
EN AANTEEXENINGEN. BL 423. 418, 344. 464 300. 471. Grietman. Groole (Ger.) 43C), 442. 424. Gulden. (Arends436. Gulden. (Goud-) Gulden. (Koppens -) 424. 436. Gulden. (Rijnse) Goutum. . . . Graaf v. Holl. . Graafschappen. Grafkelder.
Banzee-verbond. . Harns Hend. Cas. I. 454, Hend. Cas. II. 456, Heng, en Hors. . Hertogen. . . . Hof. (Oude) . . Hongersnood. . . Hooft. . . . . Hoorn. (Friesche) Hopper. . . . . Horspil Hovelingen. . ,
416. 364. 464. 465. 331. 327. 326 406. 449. 318. 445. 413. 424.
ï. J. 'i'arges 424. Jezuiten. . . . 442Joh. Mauritz. , . 466. Joh.
477
BI. Joh. W. Frùo. 457,-8,465. Islegouwe, . , . 344.
E. Kapellanen. . , 473. Karel de Dikke. . 355. Karelde Gr. 316,344,350. Kar el v. Hess.-C. 459. Karel de Kale. , 357. Karel.r. . . 436,-7. 398. Kerk. (Groote) 464. Klaarkamp. 396. Klif. ('tRoode) . 322. Klipschild. . . 351. Kloosters. 357, 395,-6, 405, Klotaris. . . . Koenraad III, . Kronijkschijvers. . Kruistogten. . .
440. 339. 395. 287. 365. 429.
L. Lalaing. . . Leeuwarden. . . Leges Fris. . • Lem Lengen. [A. v.) Liauckama (E.) • Lidlum. . . .
Wumkes.nl
448. 397. 344. 333. 425. 417. 396.
478
R E G I S T E R o r D E BIJVOEGSELS
BI. Lodew. de Vuitscher. 354. Lodew. de Jongere. 355. JLodew- 't Kind. . 356. jLodew. de Vrome. 345Ludger. . . . . 347. Ludingakerk. . . 395.
M. Malen. [J. R. v. d.) 470. Malorix. . . 3 0 2 , 324. Marcellus. . . . 343. Maria Amelia. . 459. Maria v. Hong. „ 438. MariaLouisa. 458,-9,465. Mariengaard. 3 9 6 , 418. Marken. . . . Marlena. . . Maryke-Mui. Medemblik. Menschen-offers. Merode. Middelzee.
418. 415. 459. 329. 341. 451. 284.
Noord-Holland . 329. Noormann. 326, 355, 362.
O. Offeren. Olennius. Oslaçnei'S,
. 402. 3 0 1 , 323 , 464.
BI. Overlever. 291, 346, 362. Overzigt. . . 298. Ovo. • . 341.
p. Palesloot. . . 426. Patele. . . 3 1 8 , 413. Persona. . . 473. Pest. . . . 466. Fetri. 'Cm.) . 444. Fier. (Groote) . 435. Pinckert. . . 429. Portretten. 4 2 6 , 465. Potestaten. . 352. Predrinus. . . 442. Priester-Jan. . 343. Priors. . . 473. Proosten. • . 473. Putsma. . . 423.
R. Raad. (Hooge) Radboud . 310, Regtbank. . . Reide. {Th. v.) Reinalda. . . Reinier v. TVins, . Rennenberg. • Ridserd. . • Äobles. . . Rome. . . Roorda. . .
Wumkes.nl
432. 316. 432. 425. 397. 442. 448. 334. 444. 350. 379.
BK' AANTEEKENING-EN.
¥?S
V.
s. BI. Sagen. 2 9 1 , 3 4 6 , 362 Scharl. (O. v.) 287, 359. Schelde. . .281. Schenkinsma. . 423. Scliieringers. . 408. Sjaerdema's. 4 0 2 , 426. Sincfal. . . 281. Sophia Hcdwwk. 455, 464. Sprinkhanen. . 357. Stadhouders. . 452. Stapehegt. . 427.
BI. Vergraven. 283, 336. Verritus, 302 324. Veikoopers. 406. VigUus. 446. Vlylarp. 359. Volksliedje. 420. "Ï1 'J/./ Volksverh. 291, 346, 362. Vossehol. . . 432.
Slavo. . . Stavoren. {Kopp. v.) Stijl. (O. en N.) Stortenbtker. .
322. 359, 466 422.
Waarden. . . Wapens. . 317, Watervîoeden. . Wederdoopers. . Weerdcnbras. . Wederman. .
330. 379. 334. 437. 433. 358.
349 398, 440 440. 440 341 39S
Weslrachia. Wetten. . Wiarda. . Wiarda-State. WülArord. Willem I.
470. 344. 423. 423. 343. 452,
T. Tadema. . . Taijkama. . . Tfiabor. (Convent) Thabor. [P. v.) , Thabor. {W. e.) Teisterband, . Tempelschatling
u. Fjtgong. . *' . Uken. . . Uko. . . Upstalsboora. .
361. 424, 425. 399,
Vredeverd. (1348). 418.
w.
Wühm Willem Willem Willem. Willem Willem
, . . . . .
III. . 457,-8. IV. : 400,-5. V. . 463. (Graaf) . 417. Georg Fr. 457,465. Frederik. 455, 464.
Wumkes.nl
480
KEG. OP DE BIJV. EN AANTEEK,
BI. Willem Lod. 452, 464. Winsum. ( i î . v.) 442,
Y. Ylst.
z. BI. Zwarte Hoop. 432, 434Zwene. . . 281.
4 0 5 , 416.
DRUKFOUTEN. O p BJadz. 66 , 281 tot 372 , komt meermalen in den 2den en 3den naamval voor : Karel den Groole; ook Lodewijk den Vrome, Godvruchtige , Jongere , Karel den Dikke , den Kale ; men voçge achter ' t bijv. naamwoord eene n. » » 284 staat: Barradeel, lees : Baarderadeel. » » » » Bijdragen tol de Gesch. lees: Na~ sporirtgcn betrekkelijk de Gesch. » » 327 » dat men onder die waardigh. lees : dat die waardigheid, » » 336 » 1178 lees: 1170. » » 367 » bij hunne aanwer-een ving, l e e s . bij hunne aanwerving, een. » » 415 » der landbouw, lees : van den Iándb. » » 439 » weauctoriseert, » geauctoriseerl. » » 448 » Heer van Veile, » Heer v a n V ü l e . De Bladz. 391 is verkeerdelijk gemerkt 191. De Lezer gelieve geringere drukfeilen, als : Friesen voor Friezen , Firsiabones voor Fris.; TIIEUTOHISTA voor TERTHON.;. geene voor geen; noordwaards "roor noordwaarts of dergelijken over het hoofd te zien. @5@®
Wumkes.nl
/W. /^r.
/ Z 7 0 . Zti «*. -2 »-»**. A
Wumkes.nl