CRC 2000 Wurm Systemen
Microprocessor gestuurde temperatuurregelaar voor koelingen met natuurlijke, electrische of heetgas-ontdooiing Vooraanzicht
Kenmerken Compacte koelregelaar voor een koeling Vervangt regelthermostaat, bewakingsthermostaat, naloopthermostaat met vertragingsrelais, ontdooiklok en ontdooibegrenzingthermostaat Ontdooisturing met real-time klok Ventilatorvertraging, thermische ventilatorsturing en uitdruiptijd Ingang voor externe ontdooistart Ingang voor setpuntverschuiving Intelligente ventilatorsturing Pendelbeveiliging voor compressor Eenvoudig in te stellen door duidelijke menu’s en bediening Weergave van de actuele bedrijfstoestand van de koeling Optionele datacommunicatie poort
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 1van 12
CRC 2000
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9
pagina 2 3 4 8 9 10 10 11 12
Schema Bediening Werking Datacommunicatiepoort Bewaking en noodprogramma Montage Inbedrijfsname Menuopbouw Technische gegevens
1 Schema .c BUS-CAN .n
H -N A C
BUS-MPX .n
.c
.c .n
.c .n D N G
5
4
3
L -N A C
D N G
D X R
D X T
2
1
9 3
8 3
Differentie
Ontdooitijd 1
Onder alarm
Ontdooitijd 2
Boven alarm
Ontdooitijd 3
Menu
Begrenzing temp.
2 1
Adres
F1: Regelvoeler
1 2
2 2
5 3
4 3
3 3
-
Ontdooitijd 4 Tijd
Begrenzing tijd
6 3
2 3
1 3
CRC 2000
Soort ontd.
Setpunt
Verdamper temp.
7 3
Type koeling
Temperatuur
1 1
L
!
3 2
4 2 ff o
F2: Ontdooivoeler
+
5 2
6 2 T
7 2
U +
8 2
9 2
N F1
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
F2
pagina 2 van 12
CRC 2000
2 Bediening De regelaar heeft een digitale uitlezing met 4 digits, twee toetsen voor het veranderen van de instellingen en een menuweergave met menutoets. Na inschakeling lichten alle LED’s kortstondig op als controlefunctie. Aansluitend wordt het standaardmenu "Temperatuur" met de bijbehorende menu-led aangegeven. Op het display wordt de temperatuur weergegeven van de regelvoeler met een eventueel ingegeven offsetcorrectie. Om door het menu te scrollen dient de menutoets kort ingedrukt te worden. De menu’s worden vanonder naar boven per rij van links naar rechts opgevraagd. Het geselecteerde menu wordt door de menu-led aangegeven. Veranderen van de weergegeven waarde is in de standaard modus niet mogelijk. e
Enkele parameters bevinden zich in het zogenaamde 2 bedienniveau Om hierin te komen dient de menutoets 5 seconden ingedrukt te worden. Dit kan e bij elk willekeurig menupunt gebeuren. Het 2 bedienniveau wordt weergegeven door het langzaam knipperen van de menu-led (ca. 1 Hz). e
Niet alle posities in het 2 bedienniveau geven oproepbare informatie, daarom worden deze bij het scrollen door het menu overgeslagen. Twee minuten na de laatste bedienactie springt de weergave terug in het standaard menu. Bij de CRC 2000 is de standaard weergave de gemeten temperatuur. Het standaard bedieningsniveau kan ook bereikt worden door de menutoets weer 5 seconden ingedrukt te houden.
Menu
-
+
Om instellingen van parameters mogelijk te maken dient eerst de toegang vrijgegeven te worden. Dit geschied door de menu en plus en min toets gelijktijdig 5 seconden ingedrukt te houden. Vrijgeschakelde toegang wordt weergegeven door snel knipperende menu-led’s (ca. 8 Hz). In het tweede bedieningsniveau wordt het snelle knipperen overlapt. De led knippert eerst 3 maal kort gevolgd door een langere pauze. Aanpassing van de parameter geschied door het indrukken van de plus of min toets. Kort indrukken betekend één stap, bij langer ingedrukt houden wordt er in meer stappen veranderd (auto-repeat). Hiermee is een snelle aanpassing van de parameters mogelijk. Bij het wisselen van de menu’s of menuniveau’s hoeft er niet opnieuw vrijgeschakeld te worden om parameters te wijzigen. Uitleesparameters worden aangegeven maar kunnen niet gewijzigd worden, ook niet als de bijbehorende led knippert. Met de automatische terugkeer in het standaard menu na de time-out van twee minuten wordt ook weer de toegang gesperd. De menu-led brand weer continu.
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 3 van 12
CRC 2000
3 Werking Temperatuurregeling Voor de temperatuurregeling wordt een thermostaat gesimuleerd waarvan het setpunt en de schakeldifferentie ingegeven kan worden. Voor het meten van de temperaturen wordt gebruik gemaakt van de temperatuurvoelers van het type T2000. Deze voelers zijn niet compatibel met de tot nu toe toegepaste TRK 277. Deze kan dus ook niet gebruikt worden op de CRC 2000! Het setpunt is met stappen van 0,5K instelbaar. Ook zonder de vrijgave van de toegang kan het setpunt binnen bepaalde grenzen aangepast worden. In e het 2 bedieningsniveau bevindt zich in de linker kolom op positie 1 en 2 de instelling van deze grenzen. Deze kunnen alleen met vrijgave van de toegang ingesteld worden. Op positie 1 wordt de bovengrens gedefinieerd en op positie 2 de ondergrens. Bij uitlevering van de regelaar is het complete temperatuurbereik vrijgegeven. Pas de grenzen navenant aan om niet gewenste instellingen uit te sluiten. Tussen het in en uitschakelen van de compressor of het magneetventiel ligt de schakeldifferentie, die in stappen van 0,5K veranderd kan worden. Een kleine schakeldifferentie leidt tot kleinere temperatuurschommelingen maar heeft ook meer schakelingen tot gevolg. De schakeldifferentie ligt symmetrisch om het actuele setpunt. e
Met de parameter “Setpuntverschuiving” in de linker kolom van het 2 bedieningsniveau op positie 3 kan een waarde ingesteld worden die bij het ingestelde setpunt opgeteld wordt, als de bijbehorende ingang (klem 26) geactiveerd is. Met deze functie kan bijvoorbeeld de veranderde koelkarakteristiek in de nachtstand opgevangen worden. Negatieve parameterwaarde verlagen het setpunt, positieve waarden verhogen het setpunt. De parameter dient op “0” ingesteld te worden om de ingang aan klem 26 als “celdeur open” signalering te gebruiken (zie ventilatorsturing).
De eerste drie menu-LEDs van de rechter kolom geven de toestand van het e koelsignaal, de ventilatorsturing en de ontdooistatus weer, indien in het 1 bedieningsniveau de weergave van de temperatuur geselecteerd is. Voor de aansturing van de compressor of magneetklep is een relaisuitgang beschikbaar (klem 36 en 37). De geïntegreerde pendelbeveiliging beschermd de compressor tegen te snelle schakelingen (zie “pendelbeveiliging”). Per voeler kan het wenselijk zijn de gemeten waarde te corrigeren. Daarvoor kan, in het menu “offset temperatuur” op positie 4 van de linker kolom in het e 2 bedieningsniveau, een constante correctiewaarde worden ingesteld die bij de gemeten waarde wordt opgeteld. De gemeten waarde + de correctiewaarde geven de regelwaarde, weergegeven in het display. De correctiewaarde kan in stappen van 0,1K ingesteld worden. Pendelbeveiliging Voor koelinstallaties, waarbij de koelingen met enkelvoudige compressoren is uitgevoerd, is het noodzakelijk om de compressoren te beveiligingen tegen te korte schakelperioden. Met de parameters “min. ON-tijd” en “min. e OFF-tijd” op positie 5 en 6 in de rechter kolom in het 2 bedieningsniveau,
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 4 van 12
CRC 2000
kunnen derhalve tijden voor de compressorsturing worden ingegeven. De “min. ON-tijd” definieert de minimale looptijd, de “min. OFF-tijd” definieert de minimale tijd dat de compressor niet wordt aangestuurd. Pas na het verstrijken van de ingestelde tijden volgt een compressorschakeling als dit vanuit de regeling gewenst is. Indien de temperatuur onder het uitschakelpunt komt en de minimale looptijd nog niet versterken is dan blijft de compressor ingeschakeld, waarbij het dus mogelijk is dat de temperatuur nog verder daalt. Bij een uitgeschakelde compressor wordt deze pas ingeschakeld na het verstrijken van de minimale OFF-tijd. Tijdens deze periode kan het dus voorkomen dat de temperatuur het inschakelpunt overschrijdt voordat de compressor inschakelt. Temperatuurbewaking Tist Setpunt
Alarm Overtemperatuur in K Ondertemperatuur in K
Alarm
De temperatuur van de regelvoeler wordt zowel op onder- als op overtemperatuur bewaakt. De beide alarmdrempels kunnen op de menuposities “ondertemperatuur” en “overtemperatuur” separaat worden ingesteld. Deze waarden worden als relatieve temperaturen om het regelsetpunt (setpunt + setpuntverschuiving) ingezet. De alarmvertragingse tijd is in menu “alarmvertraging” op positie 7 in de linker kolom van het 2 bedieningsniveau instelbaar. Tijdens het ontdooien is de temperatuurbewaking niet actief, de temperatuuralarmen worden onderdrukt. Na het ontdooien moet de regelvoeler zich, binnen de tijd die instelbaar is op positie 8 in de linker e kolom van het 2 bedieningsniveau, onder de alarmdrempel bevinden om geen alarm te genereren. Met deze parameter wordt voorkomen dat na het ontdooien de langere koelfase tot alarmering leidt. De uitgestelde bewakingstijd wordt ook dan actief als de setpunt verschuiving wordt geactiveerd en het nieuwe setpunt het oorspronkelijke alarmbereik overschrijdt. Bij temperatuuralarmen (na het verstrijken van de vertragingstijd) knippert het display en wordt het alarmcontact geactiveerd. Digitale ingangen De regelaar CRC 2000 beschikt over een digitale ingang voor het schakelen van verscheidene functies. Wanneer het laatste menupunt van de rechter e kolom in het 2 bedieningsniveau (positie 8) is geselecteerd, kan men op de eerste drie LED’s van de linkerkolom de toestand van deze ingang aflezen. Menu-LED Temperatuur Setpunt Differentie
ingang setpuntverschuiving externe ontdooistart koelpositie uit
De digitale ingang “setpuntverschuiving” heeft bij een koelpositie type “Cel” en een ingestelde setpuntverschuiving van 0 K de functie “Celdeur open” (zie “ventilatorsturing”). Met de ingang “koelpositie uit” kan de regeling, de temperatuurbewaking alsook de voelerbewaking uitgeschakeld worden. Alarmen worden onderdrukt. Datacommunicatie blijft actief, indien een communicatiemodule wordt gebruikt. De regelaar wordt door de aangesloten gateway herkend en er volgt geen alarmmelding “regelaar niet aangesloten”.
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 5 van 12
CRC 2000
De functie “externe ontdooistart” wordt in de paragraaf “ontdooisturing” uitvoerig beschreven. De ingang “setpuntverschuiving” is in de paragraaf temperatuurregeling” behandeld. Ventilatorsturing Voor de automatisch juiste functie van de verdamperventilatoren is de regelaar uitgevoerd met een intelligente ventilatorsturing. Afhankelijk van het geselecteerde koelpositie type in het menu “type koeling” en de ontdooi type in het menu “soort ontd.”, wordt de aansturing van de ventilatoren volgens de hier onderstaande tabel uitgevoerd. Een verdere parameter voor de ventilatorsturing is “ventilator voor koelen”. e Dit menupunt bevindt zich op positie 5 in de linker kolom van het 2 bedieningsniveau. Met deze functie wordt bereikt dat latente koude van de verdamper eerst omgezet wordt, voordat opnieuw het magneetventiel inschakelt. De werking volgt uit de onderstaande tabel. Soort koeling, type ontd. Koelen Ontdooi Ventilator
Cel
=
<
<
Koelen
Electrisch / heetgas
natuurlijk, electrisch, heetgas
<
<
Koelen
Ventilator
DV-kast
Koelen
<
=
=
Ontdooi > Vent. voor koelen <
Vent. voor koelen <
Ventilator
Parameter voor ventilatorsturing
>
Ontdooi
Wandkast natuurlijk
Electrisch / heetgas
=
Ontdooi Ventilator
eiland, wand, toonbank
<
Vent. voor koelen <
natuurlijk
Uitdruiptijd = Ventilatorvertraging >
Cel
De regelaar CRC 2000 heeft, bij electrische of heetgasontdooiing een thermische ventilatorsturing, die de sturing van de ventilatoren na het ontdooien beïnvloed. Hierbij worden de ventilatoren pas ingeschakeld als de ontdooi-begrenzingvoeler de ingestelde setpunttemperatuur heeft bereikt. Wordt deze temperatuur niet binnen de ingestelde ventilator-vertragingstijd bereikt, dan schakelt deze alsnog de ventilatoren in (beveiligingstijd). De thermische ventilatorsturing is ook hiermee uit te schakelen door de vertragingstijd op 0 min. In te stellen. Het menu voor de
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 6 van 12
CRC 2000
e
ventilatorvertragingstijd bevindt zich in het 2 bedieningsniveau op positie 5 in de linker kolom. Middels een stuuringang kan bij het betreden van een cel de koeling en de verdamperventilator voor maximaal 5 minuten uitgeschakeld worden. Inschakeling van deze functie is mogelijk als het soort koeling op “Cel” is ingesteld en de setpuntverschuiving op 0 K staat. De ingang voor de setpuntverschuiving (klem 26) kan dan geschakeld worden met een deurcontact of de celverlichting. De in menu “soort koeling” te selecteren koelingen wordt in het display aangegeven zoals hieronder in de tabel is weergegeven Weergave
Soort koeling
N=su
1 Koelcel
O=îñ
2 Koeleiland
P==u
3 Wandkoeling
Q=óu
4 Koeltoonbank
R==l
5 DV-kast
Ontdooisturing In menu “soort ontd.” kunnen drie verschillende ontdooisoorten ingesteld worden. De weergave geschiedt volgens de hieronder weergegeven tabel. Weergave
Soort ontdooiing
^áê
Natuurlijke ontdooiing
=bi
Electrische ontdooiing
=ed
Heetgas ontdooiing
De CRC 2000 beschikt over een, met back-upbatterij voorziene, kwartsklok. Met menupunt “tijd” kan de tijd afgelezen worden en, indien de regelaar is vrijgegeven, versteld worden. Ontdooiingen worden via de geprogrammeerde tijden volgens de klok ingeleid. Tot vier ontdooitijden kunnen per dag (00:00 uur tot 23:59 uur) ingesteld worden. Hiervoor zijn vier gescheiden menuposities beschikbaar (ontdooitijd 1 t/m ontdooitijd 4). Zijn er meer dan 4 ontdooiingen per dag gewenst, dan kan met de parameter “ontdooi herhaling” = “On” alle ontdooitijden tussen 00:00 en 11:59 uur na 12 uur herhaald worden. Zo is het mogelijk om tot 8 ontdooiingen per dag uit te voeren. Staat de parameter op “Off” dan volgt er geen ontdooiherhaling. Dit menupunt bevindt zich in de rechter kolom van e het 2 bedieningsniveau op positie 2. e
Tijdens het ontdooien brand de bijbehorende status LED (3 LED van de rechter kolom bij temperatuur menu). Het koelsignaal is tijdens het ontdooien inactief en het ontdooirelais is ingeschakeld. Als de begrenzingvoeler de in het menu “ontd. begrenzing” ingestelde waarde heeft
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 7 van 12
CRC 2000
bereikt of de maximaal toelaatbare ontdooiduur heeft bereikt, wordt het ontdooirelais uitgeschakeld. Bij natuurlijke ontdooiing, zonder begrenzingvoeler, wordt alleen met de ingestelde begrenzingtijd beëindigd. De maximale ontdooiduur (beveiligingstijd) bij electrische- of heetgasontdooiing wordt in menupunt “begrenzingtijd” ingesteld (0...90 min). Voor het extern inleiden van ontdooiingen beschikt de regelaar over een stuuringang (klem 25). Hiermee kan een ontdooistart handmatig met een knop of middels een extern ontdooisignaal ingeleid worden. De interne ontdooiklok is niet actief als alle ontdooitijden met “--“ ingesteld worden (verschijnt na 00:00 uur, als opnieuw de min toets ingedrukt wordt). Een ontdooiing kan ook op de regelaar handmatig ingeleid worden, door tijdens de temperatuurweergave (menu-LED brandt bij temperatuur) de plus-toets 5 seconden lang wordt ingedrukt De duur van de laatste ontdooiing alsook de smelttijd van de verdamper kunnen uitgelezen worden. De bijbehorende menupunten bevinden zich in e de rechter kolom van het 2 bedieningsniveau. Op positie3 wordt de laatste ontdooiduur aangegeven en op positie 4 de laatste smelttijd Koelen Ventilator
*)
Ontdooien
Ontdooitijd Uitdruiptijd
*) afhankelijk van type koeling en ontdooiing
Voor het beëindigen van een ontdooiing kan na het afschakelen van de ontdooi-elementen een tijdsvertraging ingesteld worden. Deze fase wordt uitdruiptijd genoemd. De uitdruiptijd parameter kan in de rechter kolom in het e 2 bedieningsniveau op positie 1 ingesteld worden van 0 tot 10 minuten. Ook na het beëindigen van een ontdooiing door de beveiligingstijd wordt eerst de afdruiptijd afgelopen voordat er gekoeld wordt. Een eventueel ingestelde ventilatorvertraging wordt ook in acht genomen. Elektrische- of heetgasontdooiingen worden niet ingeleid als een van de volgende voorwaarden geldt: • De begrenzingvoeler is defect. • De begrenzingvoeler is warmer dan de ingestelde begrenzingtemperatuur. • De begrenzingvoeler is 5 graden warmer dan het regelsetpunt en tegelijkertijd is de temperatuur hoger dan de overtemperatuur-drempel. Deze voorwaarden gelden ook bij het starten van een handmatige ontdooiing.
4 Datacommunicatiepoort Standaard is de regelaar CRC 2000 niet uitgevoerd met een datacommunicatiepoort. Optioneel kan een communicatiemodule verkregen worden welke op de regelaar gestoken kan worden. Hiermee kan de regelaar aangesloten worden op een multiplexer MPX 940. Voor communicatie en documentering van waarden is verder nog een Gateway met multiplexer-aansluiting en het softwareprogramma Frigodata (vanaf versie 3.7) noodzakelijk. De gateway registreert de gecorrigeerde temperatuurwaarde, het setpunt, de temperatuur van de begrenzingvoeler, de koelpositiestatus, de inschakelduur alsook de status van de digitale ingangen. Met behulp van de gateway zijn zowel momentwaarde volgens een van tevoren ingestelde interval, alsook de gemiddelde uurwaarden van de laatste drie dagen beschikbaar. Zodra de communicatiemodule in de CRC 2000 regelaar wordt gestoken signaleert een groene lichtdiode het cyclisch zenden van informatie. Een andere groen lichtdiode licht op als parameters versteld of instellingen verzonden worden. CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 8 van 12
CRC 2000
De CRC 2000 is voor het functioneren in een bussysteem voorbereid. Hiervoor dient een andere communicatiemodule op dezelfde locatie gestoken te worden. De parameter "adres" dient dan ter identificering van de regelaar in het bussysteem. Bij het werken met de MPX communicatiemodule heeft de parameter "adres" geen betekenis. Afhankelijk van de ingestoken communicatiemodule wordt in menu "com. e poort" (rechterkolom positie 8 van 2 bedieningsniveau) dit in het display aangegeven. Weergave
Com. poort
åçfc
Geen communicatiemodule
pbêI
Communicatiemodule voor multiplexer
`^å
Communicatiemodule voor bussysteem (voorbereid)
5 Bewaking en noodprogramma Bij een foutmelding knippert het display met de in het tabel weergegeven code en waarde. Fout
Bewakingsfunctie en noodprogramma
=cN =cO
=bb Knipperende temperatuur weergave
Voeler F1 Kortsluiting of onderbreking van de regelvoeler Koelsignaal met nood-inschakelduur Voeler F2 (alleen bij electrische- en heetgas ontdooiing) Kortsluiting of onderbreking van de begrenzingvoeler Ontdooiingen worden uitgevoerd en beëindigd na de veiligheidstijd, geen thermische ventilatorsturing Dataverlies Bij energierijke netstoringen kan het voorkomen dat de ingestelde parameters beschadigd raken. Alle parameters opnieuw invoeren en regelaar kort spanningsloos maken Over/ondertemperatuur Regelvoeler te warm of te koud (volgens de ingestelde grenzen van over- en ondertemperatuur)
Bij uitval van de regelvoeler (F1 knippert in het display) wordt een noodprogramma in de CRC 2000 geactiveerd. Daarbij wordt het koelsignaal middels een instelbare inschakelduur geschakeld. De inschakelduur wordt in e menupunt “Nood-inschakelduur” in de rechter kolom van het 2 bedieningsniveau op positie 7 in procenten ingegeven. Het setpunt van de inschakelduur verschijnt alleen dan, als de regelaar is vrijgegeven, anders wordt hier de actuele inschakelduur van de koeling weergegeven.
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 9 van 12
CRC 2000
6 Montage De regelaars CRC 2000 is geschikt voor DIN-rail montage. De behuizingen hebben normmaten en zijn ook geschikt voor de inbouw in zekeringskasten. Ze zijn zonder tussenafstand te rijgen. Voor de databekabeling wordt tot een lengte van 100 meter standaard telefoondraad 2x2x0,8ø aanbevolen, waarbij de afscherming in de schakelkast geaard wordt. Bij bekabelinglengte tussen de 100m en 400m dient afgeschermde bekabeling met een gevlochten afscherming gebruikt te worden die ook weer geaard wordt in de schakelkast (aan één zijde aarden, i.v.m. aardlussen). Bij het verlengen van voelerkabels wordt altijd afgeschermde bekabeling aanbevolen. Houd rekening met de volgende stelregel voor voelerbekabeling:
106
doorsnede 0,75 mm² 1,5 mm²
90
lengte tot 100 m tot 400 m
53 58 Afmetingen CRC 2000
7 Inbedrijfsname Voor inbedrijfsname dient de gehele bekabeling gecontroleerd te worden. Na inschakeling lichten alle LED’s kortstondig op. Aansluitend wordt het menupunt “temperatuur” met de bijbehorende LED weergegeven. In het display wordt de gemeten temperatuur met eventuele correctie weergegeven. Als er geen regelvoeler is aangesloten knippert het display cN en de uitgang “koelen” wordt met de nood-inschakelduur geschakeld. Alle schakelingen worden pas na 20 seconden na inschakeling vrijgegeven. Als eerste het setpunt beduidend lager instellen dan de temperatuur. Het koelsignaal wordt ingeschakeld. De ventilatorsturing schakelt afhankelijk van de parametrering na de ingestelde vertraging in. Daarna het setpunt beduidend hoger instellen dan de temperatuur. Het koelsignaal schakelt uit. De ventilator schakelt afhankelijk van de parametrering. Bij electrische- of heetgasontdooiing is de begrenzingvoeler nodig. De gemeten waarde van deze voeler wordt in het menupunt “begrenzingtemp.” Weergegeven. Indien niet aangesloten knippert in het display cO . Aansluitend kunnen de bedrijfsparametrering uitgevoerd worden.
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 10 van 12
CRC 2000
8 Menuopbouw e
1 bedienniveau (Standaard) Menu Linker kolom Temperatuur Setpunt Differentie Onderalarm Bovenalarm Verdampertemp. Begrenzingtemp. Begrenzingtijd Rechter kolom Type koeling Soort ontd. Ontdooitijd 1 Ontdooitijd 2 Ontdooitijd 3 Ontdooitijd 4 Tijd Adres
Omschrijving Regelvoeler Regelsetpunt Neutraalzone Differentie tot setpunt voor alarm Differentie tot setpunt voor alarm Temperatuur ontdooibegrenzingvoeler Ontdooibegrenzingtemperatuur Ontdooitijd / beveiligingstijd
Min
Max
Preset
-35°C 1K 2K 2K
35°C 6K 50K 50K
-20°C 3K 5K 5K
-10°C 35°C 1min 90min
10°C 45min
Identificering voor koelpositie type Natuurlijk, electrisch, heetgas Ontdooistarttijd 1 Ontdooistarttijd 2 Ontdooistarttijd 3 Ontdooistarttijd 4 Systeemtijd van interne real-time klok Moduleadres in bussysteem (voorbereid)
Cel Electr. 06:00 20:00 -- : --- : --
-- : --- : --- : --- : -00:00 0
23:59 23:59 23:59 23:59 23:59 120
0
Omschrijving
Min
Max
Preset
max. instelbaar setpunt in 1 bedieningsniveau e min. instelbaar setpunt in 1 bedieningsniveau e Differentie voor 2 setpunt Voeler offset max. vertraging na ontdooien Voorlooptijd voor koelen Alarmvertragingstijd Alarmvertraging na ontdooien
SetMin -35°C -10K -12K 0min 0min 0min 0min
35°C SetMax 30K 12K 10min 10min 90min 180min
35°C -35°C 0K 0K 2min 1min 30min 90min
Koelvertraging na ontdooien Ontdooitijden 0 tot 11 uur --> 12 tot 23 uur Laatste ontdooiduur Laatste smelttijd min. looptijd (Pendelbeveiliging) min. uit tijd (Pendelbeveiliging) Actuele inschakelduur / inschakel % noodbedrijf Geïnstalleerde softwareversie / com. module
0min uit
10min aan
2min uit
0min 0min 0%
15min 15min 100%
0min 0min 80%
e
2 bedienniveau Menu Linker kolom SetpuntMax SetpuntMin Setpuntverschuiving Offset temp. Ventilator vertraging Vent. voor koelen Alarmvertraging Alarmvert. na DEF Rechter kolom Uitdruiptijd Ontdooiherhaling Ontdooiduur Smelttijd Min. On-tijd Min. Off-tijd Noodbedrijf ID% Versie / com. poort
CRC 2000
e
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 11 van 12
CRC 2000
9 Technische gegevens Voedingsspanning Opgenomen vermogen Zekering Temperatuurvoeler Digitale ingangen Uitgangsrelais
Temperatuurregeling Ontdooiing Processor Bewakingssysteem Communicatie Afmetingen Bevestiging Omgevingstemperatuur Gewicht EGconformiteitsverklaring
230VAC +10% / -20% ca. 4 VA max. 4A 2 x T20xx voor regel en begrenzingvoeler Bijvoorbeeld T 2015 1 x koelpositie uit 1 x externe ontdooistart 1 x setpuntverschuiving 4 x Relais 230VAC, pot.-vrij NO 1 x Alarm, 1A 1 x Magneetklep / compressor, 8A 1 x Ontdooiing, 4A 1 x Ventilator, 4A Thermostaatregeling Natuurlijke, electrische en heetgasontdooiing Single-Chip-Microcomputer, geheugen en kwartsklok met batterij voor 5000 uur Bewaking van aangesloten voelers Zelfbewaking van geheugen en microcomputer Optionele communicatie module (BxHxT) 106 x 90 x 58 mm³, DIN 43880 Montagerail DIN EN 50022 35x15 0...+45°C ca. 450 g Conform EG-richtlijn van electromagnetische verdragelijkheid 89/336/EWG
Deze beschrijving is alleen geldig voor regelaars vanaf versie 1.0. De versie e wordt weergeven in het 2 bedieningsniveau op locatie 8 in de rechter kolom Dit document verliest automatisch zijn geldigheid bij het verschijnen van een nieuwe technische beschrijving van deze regelaars. De algemene technische richtlijnen (catalogus hoofdstuk 1) dienen nageleefd te worden.
CRC 2000
Technische wijzigingen voorbehouden
pagina 12 van 12