CQI onderzoek De Lijte Somatiek
In opdracht van ZuidOostZorg Burg. Wuiteweg 140 9203 KP Drachten
Uitvoerende organisatie ZorgfocuZ Leonard Springerlaan 23a Postbus 473 9700 AL Groningen
www.zuidoostzorg.nl (0512) 571 800
www.zorgfocuz.nl (050) 82 00 461
Contactpersoon Mevr. R. de Jong
Contactpersoon Dhr. J.F.A. Hoekstra, MSc.
Groningen, januari 2015
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Voorwoord Voor u ligt de rapportage over de uitgevoerde CQI meting bij ZuidOostZorg, locatie de Lijte. Deze rapportage bevat de resultaten van de cliëntervaringsmeting op basis van de CQ-index VV&T (IV) versie 4.1. De CQI is een landelijk verplichte vragenlijst in de zorg, CQI staat voor Customer Quality Index. De CQI is ondergebracht in het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg. Zorginstellingen in de verzorging, verpleging en thuiszorg zijn verplicht iedere twee jaar een CQI te laten uitvoeren door een daarvoor geaccrediteerd bureau. De meetresultaten van de CQI-meting worden, na controle en opschoning, aangeleverd voor een landelijke benchmark. De bewoners van de somatiekafdelingen zijn mondeling geïnterviewd. Alle bewoners hebben voor aanvang van de meting een aankondiging van de interviewdagen ontvangen. In een aselecte steekproef zijn vervolgens 30 bewoners geselecteerd. Deze 30 bewoners zijn op de interviewdagen gevraagd om mee te werken aan een interview van ongeveer 15 minuten. Wanneer bleek dat bewoners ten onrechte waren geselecteerd, bijvoorbeeld om gezondheidsredenen, is de eerstvolgende bewoner van de reservelijst gevraagd mee te werken. Dit alles is gedaan volgens de standaard van het Kwaliteitsinstituut (KI). Wij hopen met dit rapport inzicht te verschaffen in de cliënttevredenheid van de betreffende locatie. Mocht u nog vragen hebben dan horen wij graag van u. Groningen, januari 2015
Dhr. J.F.A. Hoekstra, MSc. Onderzoeksleider ZorgfocuZ
Pagina 2 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................................................2 Inhoudsopgave ....................................................................................................................................................................3 1.
Inleiding .......................................................................................................................................................................4
2.
Methode........................................................................................................................................................................5
3.
4.
5.
6.
2.1
Vragenlijst .....................................................................................................................................................5
2.2
Voorbereiding..............................................................................................................................................5
2.3
Exclusiecriteria Somatiek .......................................................................................................................6
2.4
Interviews en dataverwerking .............................................................................................................6
2.5
Analyses .........................................................................................................................................................6
Responsanalyse .........................................................................................................................................................7 3.1
Steekproeftrekking....................................................................................................................................7
3.2
Representativiteit steekproef ...............................................................................................................7
3.3
Representativiteit respons .....................................................................................................................7
3.4
Responsanalyse ..........................................................................................................................................8
Leeswijzer....................................................................................................................................................................9 4.1
Vraagtypen....................................................................................................................................................9
4.2
Staafdiagrammen .......................................................................................................................................9
Resultaten ................................................................................................................................................................. 11 5.1
Over uzelf ................................................................................................................................................... 11
5.2
Deskundigheid zorgverleners ............................................................................................................ 14
5.3
Afspraken en overleg............................................................................................................................. 14
5.4
Communicatie en informatie.............................................................................................................. 15
5.5
Woon- en leefomstandigheden ......................................................................................................... 16
5.6
Overige vragen ......................................................................................................................................... 17
5.7
Tot slot......................................................................................................................................................... 17
Belangscores............................................................................................................................................................ 20
Bijlage I. Vragenlijst ....................................................................................................................................................... 21
Pagina 3 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
1. Inleiding Aanleiding voor de meting Deze meting is uitgevoerd in het kader van het CQI cliënttevredenheidsonderzoek bij ZuidOostZorg. Het onderzoek is uitgevoerd door ZorgfocuZ in de periode van oktober tot december 2014. Doel Het doel van dit onderzoek is om de ervaringen van de cliënten te meten en zodoende inzicht te krijgen in de beleving van de cliënten. Door cliënten te vragen naar hun ervaringen met de geboden zorg kan er voor verschillende aspecten van de zorg worden vastgesteld wat er goed gaat en waar verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Opzet Deze rapportage is het zogenaamde basisrapport, in dit rapport staan per vraag de resultaten in zowel aantallen als percentages vermeld. Onderstaande rapportage voldoet aan de vastgestelde normen voor de CQI en kan derhalve gebruikt worden voor externe verantwoording. In eventuele aanvullende rapportages worden de resultaten door middel van statistische datareductie overzichtelijk weergegeven en geduid. In deze aanvullende rapportage worden de analyses uitgevoerd zoals die in het voortraject zijn bepaald.
Pagina 4 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
2. Methode 2.1 Vragenlijst Voor de cliënttevredenheidsmeting wordt gebruik gemaakt van de laatste versie van de CQI voor bewoners van instellingen in de verpleging, verzorging en thuiszorg, CQI VV&T (IV) 4.1. Deze vragenlijst bestaat uit 29 vragen en is bedoeld voor mondelinge afname (interviews). De vragenlijst begint met een aantal vragen over de cliënt. Daarna volgen vragen over de deskundigheid van de zorgverleners, afspraken en overleg, communicatie en informatie, en de woon- en leefomstandigheden. Tot slot wordt de respondenten gevraagd naar sterke punten en verbeterpunten en of zij de betreffende zorginstelling zouden aanbevelen bij vrienden en familie. 2.2 Voorbereiding Ter voorbereiding van de meting heeft ZuidOostZorg hun cliëntenbestand versleuteld naar ZorgfocuZ verstuurd. Alvorens het cliëntenbestand werd verstuurd, heeft ZuidOostZorg de exlusiecriteria (zie 2.3) erop toegepast. Vervolgens heeft ZorgfocuZ uit het cliëntenbestand een steekproef en een reservesteekproef getrokken. Daarna zijn de interviews door gecertificeerde interviewers van ZorgfocuZ uitgevoerd. Onderstaand een overzicht van de getroffen voorbereidingen. ZuidOostZorg Opstellen populatiebestand aan de hand van de exclusiecriteria (zie 2.3) Verzenden vooraankondiging naar cliënten ZorgfocuZ Steekproeftrekking Opstellen steekproefbestand Voorbereiding interviews Uitvoering interviews Samenstellen database
Pagina 5 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
2.3 Exclusiecriteria Somatiek In de richtlijnen voor de CQI zijn de volgende exclusiecriteria vastgelegd, cliënten die aan een of meerdere van deze criteria voldoen worden niet meegenomen in de steekproeftrekking. • Cliënten die korter dan 1 maand in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven; • Cliënten die in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven vanwege revalidatie of reactivering; • Cliënten die voor een korte duur in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven (bijv. probeerverblijf); • Cliënten die ernstig ziek zijn (zwaarwegende medische redenen); • Cliënten die in het verpleeg- of verzorgingshuis verblijven vanwege terminale zorg; • Cliënten met ernstige psychiatrische problemen; • Cliënten met dementie; • Cliënten met een indicatie voor psychogeriatrie; • Cliënten die in de voorgaande 12 maanden al zijn aangeschreven voor een andere CQI meting; • Andere zwaarwegende redenen. 2.4 Interviews en dataverwerking De interviews worden afgenomen door gecertificeerde medewerkers van ZorgfocuZ. Wanneer een bewoner ten onrechte is geselecteerd, wordt de eerstvolgende bewoner van de reservelijst gevraagd mee te werken. Op deze manier wordt gezorgd voor 30 interviews, tenzij er geen 30 bewoners kunnen meewerken. De interviews zijn vervolgens door ZorgfocuZ ingevoerd in de database. 2.5 Analyses Op de data uit de database is met behulp van SPSS een aantal statistische bewerkingen uitgevoerd. Deze zijn vervolgens overzichtelijk weergegeven in onderstaande rapportage.
Pagina 6 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
3. Responsanalyse 3.1 Steekproeftrekking De richtlijnen van het Kwaliteitsinstituut schrijven voor dat voor somatiekafdelingen 30 respondenten dienen te worden geïnterviewd. Wanneer een locatie minder dan 30 bewoners heeft, worden alle bewoners geïnterviewd. Wanneer er meer dan 30 bewoners zijn, wordt er een steekproef getrokken. Bij het trekken van de steekproef dient gecontroleerd te worden of de steekproef representatief is voor de bevolking wat betreft geslacht en leeftijd. Uit de overgebleven bewoners wordt, door middel van een tweede steekproef, een reservebestand gemaakt. Wanneer er minder dan 60 bewoners op een locatie zijn, bestaat dit reservebestand uit de rest van de bewoners, op willekeurige volgorde. In onderstaande tabel zijn de steekproefgegevens van de locatie de Lijte weergegeven. Wanneer er minder dan 30 bewoners overbleven na opschoning door middel van de exclusiecriteria zullen de steekproefgegevens gelijk zijn aan de populatiegegevens. 3.2 Representativiteit steekproef Toetsing van representativiteit gebeurt door middel van het 95% betrouwbaarheidsinterval (BHI). Het BHI geeft een marge rondom het gemiddelde waarbinnen met 95% zekerheid kan worden gesteld dat de steekproef niet afwijkt van het gemiddelde. Wanneer het gemiddelde van de steekproef binnen deze marge valt wordt er gesproken van een correcte steekproef. Mocht er een afwijking zijn geconstateerd, dan is eerst gekeken waardoor de afwijking kan worden veroorzaakt. Wanneer er geen aanwijsbare reden is gevonden wordt de steekproef opnieuw getrokken net zo lang tot een geldige steekproef is getrokken.
Man Vrouw
Totale populatie 12 48
% 20,0% 80,0%
Steekproef 5 25
% 16,7% 83,3%
Totale populatie
BHI
Steekproef
Gemiddelde leeftijd
87,0
85,8 - 88,2
87,5
Verhouding geslacht (1=man, 2=vrouw)
1,80
1,68 – 1,92
1,83
3.3 Representativiteit respons Gemiddelde leeftijd
Totale 87,0 populatie
Steekproef 87,5
Respons 86,4
Pagina 7 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
3.4 Responsanalyse (1) aantal cliënten benaderd
37
(2) cliënten die ten onrechte zijn benaderd voor een interview omdat: de cliënt is overleden reden verblijf is vanwege een terminale fase van een ziekte of aandoening cliënt psychogeriatrisch is of anderszins door ziekte niet in staat mee te werken reden verblijf is vanwege herstel of revalidatie reden verblijf is niet ingevuld cliënt is jonger dan 18 jaar of de ingevulde leeftijd is onwaarschijnlijk
0 0 2 0 0 0
(3) aantal cliënten terecht benaderd voor een interview (3=1-2)
35
(4) non-respons aantal lege vragenlijsten (minder dan 5 vragen ingevuld) aantal cliënten dat niet mee wilde doen aantal cliënten dat niet aanwezig was
0 2 2
(5) bruto respons (5=3-4)
31
(6) aantal vragenlijsten verwijderd omdat ze onvoldoende of niet juist zijn ingevuld: casemix adjuster niet ingevuld minder dan 50% van de sleutelvragen is ingevuld (7) netto respons (7=5-6) (8) bruto responspercentage (8=5/3) (9) netto responspercentage (9=7/3)
0 0 31 88,6% 88,6%
Pagina 8 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
4. Leeswijzer 4.1 Vraagtypen In de vragenlijst komen twee soorten vragen voor, ervaringsvragen en achtergrondvragen. Ervaringsvragen bevragen de ervaringen van cliënten met het desbetreffende onderdeel van de zorgverlening. Een voorbeeld hiervan is: “Is er genoeg personeel in huis?” Achtergrondvragen zijn vragen over de cliënt, deze worden gebruikt om verschillende zorginstellingen met elkaar te vergelijken. Ook kunnen deze in aanvullende analyses gebruikt worden om verschillende groepen met elkaar te vergelijken. Voorbeelden van achtergrondvragen zijn vragen over de leeftijd en de gezondheid van de respondent. 4.2 Staafdiagrammen De resultaten van de meting worden weergegeven door middel van honderd procent gestapelde staafdiagrammen. Links van dit staafdiagram staat vermeld op hoeveel respondenten de resultaten zijn gebaseerd (n=...). De gekleurde staven bevatten de scores van de respondenten op de verschillende antwoordmogelijkheden. Onder het staafdiagram staat een legenda met de betekenis van de gebruikte kleuren. De ervaringsvragen uit de gebruikte vragenlijst kennen verschillende antwoordcategorieën. Dit zijn meestal de categorieën “nooit”, “soms”, “meestal” en “altijd”. In het staafdiagram worden de categorieën “nooit” en “soms” samengevoegd omdat deze categorieën (en met name de categorie “nooit”) weinig aangevinkt worden door cliënten. Tevens wordt een tabel met het aantal gegeven antwoorden per antwoordcategorie weergegeven. De antwoordcategorieën “niet van toepassing” en “weet ik niet” zijn niet meegenomen in het staafdiagram, maar staan wel vermeld in de tabel. Bij ervaringsvragen staan de negatieve ervaringen (kleur paars) altijd links in het staafdiagram. Hieronder vindt u een voorbeeld. 10. Nemen de zorgverleners uw gezondheidsklachten serieus? (n=28) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% nooit/soms
meestal
altijd
Pagina 9 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Ook zijn er ervaringsvragen met de antwoordmogelijkheden “ja” en “nee”. Hierbij is “nee” paars en “ja” groen, waarbij de negatieve score (“nee”) wederom links in het staafdiagram wordt getoond (zie voorbeeld hieronder). 15. Geeft de zorginstelling u genoeg informatie over uw rechten? (bijvoorbeeld dat u mag meebeslissen over de zorg en behandelingen, en dat u kunt… 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% nee
ja
Achtergrondvragen hebben ieder een eigen antwoordcategorie en hebben daarom elk een eigen opmaak. Onder iedere grafiek staat een tabel met de antwoorden weergegeven per categorie in zowel aantallen als percentages.
Pagina 10 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
5. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten per thema besproken. De resultaten worden in dezelfde volgorde gerapporteerd als waarin ze zijn bevraagd.
Over uzelf (vraag 1 t/m 5)
Deskundigheid zorgverleners (vraag 6 en 10)
Afspraken en overleg (vraag 11 t/m 13)
Communicatie en informatie (vraag 14 t/m 18)
Woon- en leefomstandigheden (vraag 19 t/m 23)
Overige vragen (vraag 24 t/m 26)
Tot slot (vraag 27 en 28)
5.1 Over uzelf
1. Hoe lang woont u in dit huis? (n=31) 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
minder dan een half jaar
6 maanden tot minder dan een jaar
1 tot 2 jaar
2 tot 5 jaar
meer dan 5 jaar
V. 01 Minder dan een half jaar 6 maanden tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 5 jaar Meer dan 5 jaar
Aantal 1 4 10 11 5
% 3% 13% 32% 35% 16%
Pagina 11 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
25 20 15 10 5 0 2. Waarom woont u in dit huis? (meerdere antwoorden mogelijk) Omdat u niet meer zelfstandig kunt wonen Vanwege lichamelijke beperkingen of handicap(s) Vanwege chronische ziekte(n) Na een ziekenhuisopname of operatie Na een ongeval Voor herstel of revalidatie Vanwege zintuiglijke handicap(s) (bijvoorbeeld slechthorendheid, slechtziendheid) Vanwege verstandelijke beperkingen of handicap(s) Vanwege psychosociale problemen (bijvoorbeeld vereenzaming, depressie, angst) Vanwege een terminale fase van een ziekte of aandoening Wegens opname van partner in het verpleeg- of verzorgingshuis Anders
V. 02 Omdat hij/zij niet meer zelfstandig kan wonen Vanwege lichamelijke beperkingen of handicap(s) Vanwege chronische ziekte(n) Na een ziekenhuisopname of operatie Na een ongeval Voor herstel of revalidatie Vanwege zintuigelijke handicap(s) Vanwege verstandelijke beperkingen of handicaps(s) Vanwege psychosociale problemen Vanwege een terminale fase van een ziekte of aandoening Wegens opname van partner in het verpleeg- of verzorgingshuis Anders *Als percentage van het totaal aantal respondenten (n=31).
Aantal 23 17 3 4 5 1 2 0 2 0 0 1
%* 74% 55% 10% 13% 16% 3% 6% 0% 6% 0% 0% 3%
Max. 100
Gemiddeld 86,4
V. 03 Min. Wat is uw leeftijd?
77
Pagina 12 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
4. Wat is uw hoogst voltooide opleiging? (n=31) 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt) Lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs) Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals LTS, LEAO, LHNO, VMBO) Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, MBO-kort, VMBO-t) Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS, MMS) Hoger beroepsonderwijs (zoals HBO, HTS, HEAO, HBO-V, kandidaats wetenschappelijk onderwijs) Wetenschappelijk onderwijs (universiteit)
V. 04 Aantal 0 21 0 6 4 0 0 0 0
Geen opleiding Lager onderwijs Lager of voorbereidend beroepsonderwijs Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs MBO of beroepsbegeleidend onderwijs HAVO/VWO Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs Anders
% 0% 68% 0% 19% 13% 0% 0% 0% 0%
5. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen? (n=31) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Slecht
Matig
Goed
Zeer goed
Uitstekend
V. 05 Slecht Matig Goed Zeer goed Uitstekend
Aantal 3 15 9 4 0
% 10% 48% 29% 13% 0%
Pagina 13 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
5.2 Deskundigheid zorgverleners
6. Werken de zorgveleners vakkundig? (n=26) 7. Is er genoeg personeel in huis? (n=24) 8. Zijn uw zorgverleners goed op de hoogte van uw ziekte(n) of gezondheidsproblemen? (n=30) 9. Houden de zorgverleners rekening met wat u zelf wel en niet kunt? (n=29) 10. Nemen de zorgverleners uw gezondheidsklachten serieus? (n=28) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% nooit/soms
V. 06 V. 07 V. 08 V. 09 V. 10
Nooit 0 2 0 0 0
% 0% 6% 0% 0% 0%
Soms 1 0 4 1 0
% 3% 0% 13% 3% 0%
Meestal 10 17 8 6 7
meestal
% 32% 55% 26% 19% 23%
altijd
Altijd 15 5 18 22 21
% 48% 16% 58% 71% 68%
Nvt/weet niet 5 7 1 2 3
% 16% 23% 3% 6% 10%
5.3 Afspraken en overleg 11. Kunt u meebeslissen over wat voor zorg of hulp u krijgt? (n=18) 12. Kunt u meebeslissen over wanneer u zorg of hulp krijgt? (n=18) 13. Komt het verpleeg-/verzorgingshuis de afspraken over uw verzorging en behandeling goed na? (n=20) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% nooit/soms
V. 11 V. 12 1111 V. 13
Nooit 1 2 0
% 3% 7% 0%
Soms 1 2 1
% 3% 7% 5%
Meestal 4 6 7
meestal
% 13% 21% 32%
altijd
Altijd 12 8 12
% 40% 28% 55%
Nvt/niet nodig 12 11 2
% 40% 38% 9%
Pagina 14 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
5.4 Communicatie en informatie
14. Geeft het huis u genoeg informatie over wat zij voor u kan doen? (over de mogelijkheden van het wonen, de zorg, de activiteiten, enzovoorts) (n=25) 15. Geeft de zorginstelling u genoeg informatie over uw rechten? (bijvoorbeeld dat u mag meebeslissen over de zorg en behandelingen, en dat u kunt klagen) (n=22) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% nee
V. 14 V. 15
Nee 10 9
% 32% 30%
ja
Ja 15 13
% 48% 43%
Weet niet 6 8
% 19% 27%
16. Luisteren de zorgverleners aandachtig naar u? (n=31) 17. Geven de zorgverleners goed antwoord op uw vragen? (n=29) 18. Hebben de zorgverleners voldoende aandacht voor hoe het met u gaat? (n=28) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% nooit/soms
V. 16 V. 17 V. 18
Nooit 0 0 1
% 0% 0% 3%
Soms 2 1 2
% 6% 3% 6%
Meestal 10 7 8
meestal
% 32% 23% 26%
altijd
Altijd 19 21 17
% 61% 68% 55%
Nvt/niet nodig 0 2 3
% 0% 6% 10%
Pagina 15 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
5.5 Woon- en leefomstandigheden 19. Wordt uw woonruimte goed schoongehouden? (uw woon-/slaapkamer, toilet en douche/ badkamer) (n=31) 20. Gaan de bewoners prettig met elkaar om? (n=23) 21. Kunt u zich met bezoek op een rustige plek terug trekken? (n=30) 22. Voelt u zich veilig in huis? (n=30) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% nooit/soms
V. 19 V. 20 V. 21 V. 22
Nooit 0 0 0 0
% 0% 0% 0% 0%
Soms 4 1 0 0
% 13% 3% 0% 0%
Meestal 8 10 2 3
meestal
altijd
% 26% 33% 7% 10%
Altijd 19 12 28 27
% 61% 40% 93% 90%
Nvt/weet niet 0 7 0 0
% 0% 23% 0% 0%
23. Kunt u zelf bepalen hoe u de kamer of woonruimte inricht? (met eigen spullen, enzovoorts) (NB: deze vraag geldt ook bij gedeelde woonruimte) (n=31) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% nee
V. 23
ja
Nee 0
% 0%
Ja 31
% 100%
Pagina 16 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
5.6 Overige vragen
24. Organiseert het huis genoeg activiteiten? (n=29) 25. Zijn de maaltijden lekker?* (n=28) 26. Is de sfeer tijdens het eten goed?** (n=12) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% nooit/soms
meestal
altijd
*Indien sondevoeding: nvt **Indien cliënt alleen eet: nvt
V. 24 V. 25 V. 26
Nooit 0 1 0
% 0% 3% 0%
Soms 0 2 0
% 0% 6% 0%
Meestal 7 17 4
% 23% 55% 13%
Altijd 22 8 8
% 71% 26% 26%
Nvt/niet nodig 2 3 19
% 6% 10% 61%
5.7 Tot slot 27. Zou u de Lijte aanbevelen bij familie en vrienden? (n=28) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% 0 t/m 6
7 t/m 8
9 t/m 10
V. 27 Aantal % 0 Zeer waarschijnlijk niet 0 0% 1 0 0% 2 0 0% 3 0 0% 4 0 0% 5 1 4% 6 0 0% 7 5 18% 8 14 50% 9 6 21% 10 Zeer waarschijnlijk wel 2 7% Gemiddelde 8,07 NPS* 25 *De Net Promotor Score wordt berekend door het percentage Criticasters (0-6) af te trekken van het percentage Promotors (9-10). Mensen die een 7 of een 8 geven worden gezien als Neutraal.
Pagina 17 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
V 28. Wat zou u willen veranderen aan de zorg die de bewoner nu krijgt? (Wat kan beter, zijn er dingen die u mist, wat kan het huis veranderen, of moeten de medewerkers anders werken?) Als je belt moeten ze sneller komen Dat ze allemaal goed aandacht hebben, een praatje aangaan. Ook als ze weinig tijd hebben groeten ze. Eten kan beter Groente is smakeloos, zo uit water op bord, geen kruiden, melk of boter. Slecht. Kapucijners zijn zwart en hard. Alles is smakeloos, ook vlees. Ik ben nog mobiel, ik vind het jammer dat er zoveel mensen op de kamer zitten Ik heb niet veel zorg nodig. Het is naar mn zin. Ik heb zelf in de zorg gewerkt. Er zijn teveel parttimers die niet altijd bevoegd zijn. Ik ben zeer slechtziend daar hebben ze te weinig ervaring mee. Daardoor geen aangepaste zorg voor mij. Met personeel kom ik nooit meer buiten. Kan alleen als ik met mn zoon kom. Voel mij niet thuis vanwege mijn zintuiglijke handicap. Ik vind het hier heel goed Ik zou het niet weten, Ik zou wel eens met iemand willen wandelen, maar daar hebben ze geen tijd voor. Meer zout en vet eten. Er is te weinig personeel. Na 7 uur 's avonds is er niets meer de toen. Ik zou 's avonds wel eens wat willen. Ik heb verder helemaal geen klachten Nee Nee. gewoon zo blijven Niets, ben tevreden Vaker een avondsluiting 1x per week Veel wisseling van personeel en afspraken worden niet altijd doorgegeven Verzorgenden zijn goed, luisteren naar me Vooral douche en wc kan wel wat schoner. 20 minuten schoonmaken is wel erg kort. De deur gaat pas om 22.00 uur dicht, maar het is om 18 uur al donker. Ze laten altijd de deur open. Dat vind ik vervelend Zoals het is, is het wel goed maar ik ben hier niet op mijn plek. Zou het niet weten V 29. Waar bent u (zeer) tevreden over als het gaat om de zorg die u nu krijgt? Activiteiten en de zorg Alles gaat goed Altijd aanspreekbaar, luisteren goed, fleurig. Dat ik zelf niet zo veel meer hoef te doen en er veel voor me wordt gedaan Dat ze zo vriendelijk zijn, dat is heel wat waard. De activiteiten zijn prima Er zijn wel goede verplegers, maar ze zijn niet berekend op mn handicap. Heel blij met het personeel Heel tevreden ook over personeel Het is goed Het voldoet me hier goed Ik ben tevreden Ik ben tevreden mens Ik heb niets te klagen, de verzorging is prima
Pagina 18 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Laatst bij een vergadering van De Lijte met bewoners kwamen er allerlei vragen van bewoners. Maar niemand die zegt dat het hier zo goed is. Dat wil ik hier nog wel even zeggen. Medewerkers zijn lief en meelevend Niks te klagen, alles goed geregeld Prima naar de zin
Pagina 19 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
6. Belangscores Bij de ontwikkeling van de CQI-vragenlijsten is voor iedere vraag vastgesteld van hoe groot belang deze is voor respondenten. Deze zogenaamde belangscore is vastgesteld op een schaal van 0 tot 4, waarbij 0 van geen enkel belang betekent en 4 van het grootste belang. Om tot de verbeterscore te komen wordt de belangscore vermenigvuldigd met het percentage negatieve antwoorden (nooit/soms, nee). Bij een hoog belang en een hoog percentage negatieve antwoorden zal de verbeterscore dan ook hoog uitvallen (max. 4). Bij een laag percentage negatieve antwoorden zal de verbeterscore laag zijn (min. 0). De verbeterscore kan dan ook gezien worden als de mate van prioriteit dat een onderwerp verdient. Hieronder zijn de verbeterscores per vraag weergegeven, gesorteerd van hoog naar laag.
Belang
Percentage negatief
Verbeterscore
v14
3,04
32%
0,98
v15
2,89
30%
0,87
v19
3,36
13%
0,43
v8
3,31
13%
0,43
v12
2,60
14%
0,36
v25
3,47
10%
0,34
v18
3,22
10%
0,31
v7
3,60
6%
0,23
v16
3,30
6%
0,21
v11
2,76
7%
0,18
v13
3,33
5%
0,15
v6
3,40
3%
0,11
v20
3,23
3%
0,11
v9
3,28
3%
0,11
v17
3,23
3%
0,10
v10
3,39
0%
0,00
v23
3,10
0%
0,00
v22
3,41
0%
0,00
v26
2,89
0%
0,00
v21
3,11
0%
0,00
v24
2,77
0%
0,00
Pagina 20 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Bijlage I. Vragenlijst
Pagina 21 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Pagina 22 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Pagina 23 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Pagina 24 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Pagina 25 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Pagina 26 van 27
Onderzoekt, adviseert en leidt op.
Pagina 27 van 27