Correct en gestructureerd Nederlands
Voorstel taalbeheersingspilots 2012-‐2013 op de HKU
1
Voorwoord Bijna dagelijks lees je in de krant en hoor je via andere nieuwsmedia dat het hbo klaagt over het taalniveau van de (aankomende)student. Veel instellingen hebben inmiddels taaltoetsen ingesteld en bijspijkerlessen (al dan niet verplicht en/of in de zomervakantie) en hebben een expliciet taalbeleid. Hoe zit het op de HKU? Hoe (Nederlands) talig is de HKU-‐student en hoe (Nederlands) talig moet deze gezien de externe eisen van beroepenveld en overheid zijn? In opdracht van het College van Bestuur ben ik in juni in gesprek gegaan met een aantal opleidingen over de schriftelijke taalvaardigheid van de ‘HKU-‐student’. Ik heb geïnventariseerd of er, gezien vanuit de beroepsgerichtheid en de hbo-‐eisen, behoefte was om de (schriftelijke) taalvaardigheid van de student te bevorderen. Ook heb ik me verdiept in de problematiek rond de taalvaardigheid van de hbo-‐student in het algemeen en die van de HKU-‐student in het bijzonder. Daarnaast heb ik me georiënteerd op de aanpak elders en de (wetenschappelijke) inzichten op het gebied van taalbeheersing. Utrecht, 28 augustus 2012 Corrie Nagtegaal
2
Inhoudsopgave Inleiding 1. Hoe schriftelijk taalvaardig is de HKU-‐student 2. Aanpak taalproblematiek elders 3. Wat is HKU-‐taalvaardig 4. HKU-‐aanpak 2012-‐2013 (pilot) Bijlage Begroting pilot 1
4 5 6 6
3
Inleiding In de maand juni heb ik een aantal gesprekken met medewerkers van de HKU gevoerd en een aantal schrijfproducten van studenten ingezien. Dit heeft geleid tot een eerste inventarisatie van de stand van zaken rond de (Nederlandse)taalbeheersing van ‘de HKU-‐ student’. Aan de hand hiervan zijn in overleg met een aantal faculteit-‐ en/of opleidingsmanagers mogelijke pilotafspraken gemaakt. In deze notitie geef ik achtereenvolgens een eerste algemene indruk van de (schriftelijke)taalvaardigheid van de HKU-‐student en ‘de landelijke aanpak’ van de taalproblematiek in mbo, hbo en wo. Daarnaast ga ik kort in op het belang van een brede beroepsgerichte visie en benadering van (Nederlandse) taalontwikkeling op de HKU. Zeker binnen het kunstonderwijs, waar studenten leren om zich uit te drukken in een ander medium dan taal is deze benadering van belang. Op de achtergrond spelen vragen als hoe (Nederlands) talig moet de beeldende kunstenaar, c.q. musicus zijn, gezien zijn latere beroepsuitoefening en gezien de eisen op dit gebied aan het hbo (Dublin descriptoren). Tot slot doe ik een voorstel voor de HKU pilot 2012-‐2013 en schets ik de mogelijke stappen daarna. 1. Hoe (schriftelijk)taalvaardig is de HKU-‐student Algemene indruk De taalvaardigheid van de HKU-‐student is niet wezenlijk anders dan die van de gemiddelde hbo’er, met dat onderscheid dat er met name bij de beeldende vakken, maar ook binnen de faculteit Kunst en Economie een grotere groep studenten dyslectisch is. Landelijk is dit 3% , binnen de HKU 10%. Voor deze groep is er binnen de HKU vanuit SSC al extra ondersteuning. De focus van dit voorstel ligt op de ‘gemiddelde’ HKU-‐student. De taalvaardigheidsproblemen bij deze student liggen op verschillende niveaus en zijn ook van verschillende aard. Zo worden er veel fouten gemaakt bij spelling, grammatica, woordkeus en formulering, maar ook het samenvatten, het helder denken en de opbouw van een tekst laten dikwijls te wensen over. Speciale aandacht verdient ook het brongebruik en het scheiden van feit en mening (eigen mening en die van anderen, citaten e.d.). Niet altijd is het taalprobleem (alleen) onkunde. Naast onkunde (het echt niet (meer) weten) spelen ook onwil (het weinig aandacht geven of niet belangrijk genoeg vinden), onzekerheid (je bent een echte beelddenker, je kan het niet, je bent dyslectisch, Nederlands is niet je eerste taal e.d.) en het niet voldoende gebruik maken van ondersteuning (spelcorrect, andere hulp e.d.): de 4 O’s van slordig taalgebruik. Bij het opzetten van de HKU pilot wordt aandacht geschonken aan deze verschillende oorzaken. Stand van zaken per faculteit Op de faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving zijn de hoofddocent theoretische vakken en het hoofd van de Bachelor of Fine Art and Design in Education het er over eens dat de Nederlandse schriftelijke taalvaardigheid van de student beter kan en beter moet. De beroepspraktijk en het hbo-‐(eind)niveau eisen dit. Regelmatig wijzen ook externen op het belang van een ‘BKV’er’ die foutloos, gestructureerd en begrijpelijk schrijft. Soms wordt het onvoldoende taalvaardig zijn van de studenten pijnlijk zichtbaar, zoals vorig jaar bij het Casco researchproject, op stages en tijdens eindexamenexposities.
4
Bij de faculteit Kunst, Media & Technologie is men er van overtuigd dat de student meer compact en gestructureerd kan leren schrijven. Dat is het meest zichtbaar bij het schrijven van onderzoekartikelen in het derde jaar. Men ziet op de drie ‘schools’ Games en interactie, Media en Muziektechnologie accentverschillen in de taalvaardigheid van studenten. Zo zijn Media-‐studenten over het algemeen wat taalvaardiger dan studenten Muziektechnologie. De laatsten werken vaak weer wat meer gestructureerd en dat blijkt ook bij de geschreven producten. Bij Games en interactie is de student in zijn schriftelijke taalgebruik vaak te weinig lezersgericht. Op de faculteit Kunst en Economie is ‘taal’ voor de kunstmanager, c.q. ondernemer meer dan op de andere HKU-‐faculteiten een belangrijk instrument. Om die reden is er ook voor gekozen om het studiejaar 2013-‐2014 alle studenten bij de decentrale selectie ook op taalvaardigheid te toetsen. Daarnaast wil de faculteit haar eisen op dit gebied aanscherpen. Zo wil zij alle ingeleverde schrijfopdrachten met meer dan 3 taalfouten aan studenten teruggeven, met de opdracht deze te verbeteren op taal. Ook ziet zij dat een goed gestructureerd stuk schrijven veel studenten moeite kost en zou ze daar graag in haar curriculum meer aandacht aan besteden. Bij de faculteiten Theater en op het Utrecht Conservatorium wordt de problematiek en de behoefte om de (schriftelijke) taligheid van de student te bevorderen voor eind 2012 in kaart gebracht. 2. Aanpak taalproblematiek elders Er wordt binnen het mbo, hbo en wo veel getoetst en gerepareerd en er wordt hard gewerkt aan effectief taalbeleid. Het mbo wordt hierin extra geactiveerd door de eisen van landelijke taaltoetsen in 2014. Zo heeft het Willem 1 college in ’s Hertogenbosch hierop vooruitlopend dit jaar een 8 daags bijspijkerkamp georganiseerd. voor aankomende studenten die voor de taaltoets, die wordt afgenomen bij inschrijving, onvoldoende scoren. De zomercursus, die in juni en augustus 3x aangeboden wordt, is dit jaar nog vrijwillig. Het Willem 1 overweegt deze zomercursus vanaf volgend jaar verplicht te stellen. Ook is er een expliciete koppeling met het totale Willem 1 taalbeleid, gebaseerd op De Drieslag, taalbeleid van het MBO. Zij doet dit naar voorbeeld van het ROC Aventus te Apeldoorn, waar al enkele jaren met bijspijkerkampen wordt gewerkt. De resultaten zijn positief. Daarnaast hebben de PABO’s door de verplichte CITO taaltoets voor aankomende studenten (1 jaar inhaaltijd) hun handen vol aan het opzetten van effectief taalbeleid en bijspijkerkampen. Ook hebben andere grote hbo-‐instellingen en universiteiten, zoals de Hogeschool Utrecht, Saxion, Windesheim, Avans, In Holland, VU en UVA taalcentra, waar studenten met taalproblemen kunnen aankloppen en waar in samenwerking met de opleidingen actief taalbeleid wordt gevoerd. Digitaal zijn er heel wat oefentaaltoetsen te vinden. De meest relevante voor het hbo is de hbo-‐taaltoets op www.hbotaaltoets.nl. Studenten kunnen zich hiermee voorbereiden op de door de instelling zelf bepaalde en te bepalen instellingstoetsen. Daarnaast is er voldoende ander goed leermateriaal, zoals het jarenlang beproefde Leren Communiceren van Steehouder en Jansen.
5
3. Wat is HKU taalvaardig Binnen de pilot ga ik uit van een brede visie op taal en sluit hiermee aan bij het theoretische model van taalvaardigheid van Canale en Swain (1980). Dit model is essentieel bij taalbeheersing in het hbo en kan aankomend jaar de dialoog over een mogelijk taalbeleid voor de HKU voeden. Dit model wordt o.a. ook gebruikt in het lectoraat van dr. Maaike Hajer, Hogeschool Utrecht, gebruikt; zie www.educatie.onderzoek.hu.nl). Taalvaardig zijn bestaat hierbij uit vier deelcompetenties: linguïstisch, pragmatisch, strategische en referentieël. De linguïstische competentie gaat over spelling, woordvormen, zinsbouw en interpunctie. Bij de pragmatische competentie gaat het om de toon en stijl, passend bij de situatie, studie of beroepstaak. De referentiële competentie verwijst naar de relatie tussen het uiteindelijke product van de student en de opdracht, waarbij de verwerking van de relevante inhoud, vakbegrippen en contexten bijeenkomen. Ten slotte is er de strategische competentie, strategieën die de student toepast bij het sturen, controleren en evalueren van het schrijfproces en -‐product. De vier deelcomponenten zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden van elkaar. Een taalvaardige student is competent in alle vier de componenten. Die student kan zowel de spelling-‐ en grammaticaregels goed toepassen als weten welke stijl en toon het meest geschikt is in verschillende contexten. Bovendien beheerst hij verschillende strategieën en kan hij die sturen en toepassen in verschillende situaties. 4. HKU-‐aanpak 2012-‐2013 (pilot) De taalproblemen binnen de HKU gaan over bovengenoemde deelaspecten van taal. Zij laten zich, in drie groepen verdelen en hebben dikwijls een verschillende oorzaak (de 4 O’s van slordig taalgebruik): 1. Linguïstische aspect: spelling, woordvormen, zinsbouw en interpunctie. Veel fouten worden gemaakt door Onkunde, Onwil en Onvoldoende gebruik maken van Ondersteuning; 2. Pragmatisch en referentiele aspect: structuur (toon en stijl) en verwerking van de relevante inhoud, vakbegrippen en contexten. Hier ontstaan de fouten door Onkunde, Onzekerheid en Onvoldoende gebruik maken van Ondersteuning; 3. Strategisch aspect: sturen, controleren en evalueren van het schrijfproces en –product. Hier worden veel onnodige fouten gemaakt door Onkunde, Onwil, Onzekerheid en Onvoldoende gebruik maken van Ondersteuning. De pilot in 2012-‐2013 richt zich dan ook op deze drie terreinen en houdt zo veel mogelijk rekening met de 4 O’s van slecht taalgebruik: 1. Taaltoets en reparatieroute, jaar 1 a. Bachelor of Fine Art and Design in Education Voltijd: voor half oktober taaltoets, herkansing mei. Tussen oktober en mei 5 verplichte bijspijkerlessen van 1,5 uur. De onderwerpen worden mede bepaald uit de foutanalyse na de eerste toets en gekoppeld aan bestaande schrijfopdrachten. Deeltijd: schrijfhulp bij bestaande opdrachten jaar 1(zie bijlage voor begroting). b. Binnen KE taalprogramma 2013-‐2014 ‘ontwikkelen en integreren’. Voor maart 2013 KE-‐taaltoetsdeel opzetten voor decentrale selectie en In overleg met taaldocenten KE een aantal colleges communicatie in jaar 1 (en verder) ontwikkelen over helder denken en effectief schrijven. 6
2. Schrijfhulp bij BKV-‐eindscriptie. Vanaf oktober kunnen een aantal 4e jaars studenten individueel of in groepjes van 6 door middel van vrijwillige inschrijving gebruik maken van een schrijfhulp. Deze helpt de studenten bij het structureren en correct schrijven van hun scriptie, gemiddeld 1 uur per student. 3. KMT-‐workshop ‘Schrijven doe je in rondes’ aan 3e jaars studenten. Het programma behandelt de fasen van schrijven en structureren, waaronder heldere vraagarticulatie, het schrijven met een doel, het werken met structuur, onderbouwen door argumenten, het verschil tussen mening en feit (inclusief bronvermelding) en het schrijven voor een publiek. (wie gaat je stuk lezen en begrijpen zij wat je schrijft) tijdens de projecten in jaar 3 (vanaf januari 2013). 7 lessen van 1.5 uur, 15 deelnemers, gemengde groep van Games en interactie, Media en Muziektechnologie; vrijwillig inschrijven. Tevens wordt dit studiejaar binnen de HKU de behoefte om de (Nederlandse) taligheid van studenten te bevorderen verder in kaart gebracht. Zo wordt bij de faculteit BKV met de vakgroep Onderzoek verdere invulling gegeven aan de taaleisen. taaltoetsen, taalbegeleiding en de noodzaak van een BKV, c.q. HKU-‐taalbeleid. Ook in de andere faculteiten KMT, Theater, Muziek en KE wordt gekeken naar het taalniveau en de taaleisen. Met de pilotervaringen wordt de behoefte, noodzaak en ervaring verwerkt tot een concreet advies ‘Taalbeleid Nederlandse Taalvaardigheid HKU’ (mei 2013).
7
Studententaaltoets Categorieën o.b.v. taaltoets VU Spelling en interpunctie
Aantal vragen 50
Onderdelen per categorie Conventies, interpunctie, NT2spelling, werkwoordflexie Alineagrenzen, topiczinnen, zinsvolgorde Congruentie onderwerppersoonsvorm, hen-hun, NT2-grammatica, onregelmatige werkwoorden, verwijswoorden, woordvolgorde
Structuur
20
Grammatica
50
Woordenschat/woordkeuze
50
Idioom, NT2woordenschat, synoniemen, voegwoorden, voorzetsels
Formuleren
30
als-dan, collocatie, stijl
200 vragen totaal Vijf categorieën, 200 vragen, ervaring met vaststellen zak-/slaaggrens. Wel moet de toets worden omgezet naar een andere afnameomgeving. De werknemer die dat doet is twee weken op vakantie; zij moet de tijdsduur daarvan inschatten.
Taalassessment Categorieën taalassessment
Aantal vragen
Spelling en interpunctie
40
Grammatica
40
Formuleren en woordkeus
Onderdelen per categorie d/t, tussen-n, aan elkaar of los, opsommingen, hoofdletters, afkortingen, Engelse werkwoorden
congruentie, verwijswoorden, hen/hun, als/dan 40 formuleren (stijl), synoniemen, voorzetsels, voegwoorden, verhaspelingen, anglicismen 120 vragen totaal
Drie categorieën, 120 vragen, nu al gereed voor gebruik. Wel meer gericht op zakelijke markt. Minder goed beeld zak-/slaaggrens. Zeer eenvoudig in gebruik.
8
Taalassessment Taalcentrum-VU
Voorbeeldvragen
Blok 1 – Spelling en interpunctie Kies de juiste spelling. Bij vragen kunt u ook een _______ sturen aan de klantenservice. o email o e-mail Wat moet er staan op de plaats van het hekje (#)? Toen tientallen klachten binnenkwamen # stopte het bedrijf met zijn advertentiecampagne. o komma (,) o niets o puntkomma (;)
Geef aan of het onderstreepte woord goed of fout is gespeld. De directeur wijdde uit over de jaarnota. o goed o fout
Blok 2 – Grammatica Kies de juiste werkwoordsvorm. De grote hoeveelheid zieken ______ al snel weer af. o nam o namen
Kies de juiste vorm: hen of hun? Zij gaven ______ geen medaille. o hen o hun
9
Tarieven taalassessment Nederlands – Taalcentrum-VU Taaltoets Versie
Basis Plus Premium
Deelnemer Totaalscore Inzicht in individu* juiste antwoorden X X X X X
Uitleg basisregels
X
Opdrachtgever Totaalscore van Score per Rapportage alle deelnemers categorie in Word (Excel) (Excel) X X X X X X
Tarief Prijs per deelnemer € 30,€ 35,€ 40,-
10