O ver z ichtsartikelen
Coronavirus NL63, de Hollandse nieuwe Coronavirus NL63, the new Dutch
Auteurs
C.M. van der Hoek, K. Pyrc en B. Berkhout
Trefwoorden
‘angiotensine-converting enzyme’ 2, coronavirus, HCoV-NL63, luchtweginfectie, pseudokroep
Key words
angiotensin-converting enzyme 2, coronavirus, croup, HCoV-NL63, respiratory tract infection
Samenvatting
Gedurende tientallen jaren werd gedacht dat er slechts twee typen humane coronavirussen (HCoV) circuleerden: HCoV-229E en HCoV-OC43. Deze virussen zijn ontdekt in de jaren zestig van de vorige eeuw en stonden bekend als relatief ongevaarlijke verkoudheidsvirussen. De uitbraak in 2003 van het gevaarlijke SARS-CoV liet zien dat deze familie van virussen ook een ernstig ziektebeeld kan veroorzaken. Gelukkig is de SARS-CoV-epidemie een halt toegeroepen door scherpe quarantainemaatregelen. Al snel werd duidelijk dat er meer humane coronavirussen zijn. In 2004 ontdekten wij HCoV-NL63 in Nederland, een jaar later werd het HCoV-HKU1-virus voor het eerst beschreven in Hong Kong. Beide virussen zijn minder agressief dan SARS-CoV, maar een infectie met HCoV-NL63 kan leiden tot een ziekenhuisopname. Een groot aantal studies over dit virus is inmiddels, twee jaar na de ontdekking van HCoV-NL63, gepubliceerd. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken betreffende HCoV-NL63. (Tijdschr Infect 2006;1:108-14)
Inleiding
Coronavirussen zijn positiefstrengige RNA-virussen met een zeer groot genoom (27-33 kb). De virusdeeltjes worden omsloten door een lipidemembraan die op het oppervlak bedekt is met grote glycoproteïne-uitsteeksels ofwel ‘spikes’. De ‘spikes’ geven met elektronenmicroscopie de karakteristieke kroonstructuur (corona=kroon) te zien, waar het virus zijn naam aan ontleent (zie Figuur 1 op pag 109). De
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
Abstract
For dozens of years only two types of human coronaviruses (HCoV) were known: HCoV-229E and HCoV-OC43. These viruses were discovered in the mid 1960’s and were known as relatively harmless common cold viruses. The emergence of a new coronavirus in 2003 demonstrated that very pathogenic coronaviruses can also have humans as a host. Fortunately, SARS-CoV was quickly detained and combated by a highly effective global public health response. Soon thereafter it became clear that, besides HCoV-229E and HCoV-OC43, additional human coronaviruses, previously not recognized, are infecting humans. HCoV-NL63 was discovered in 2004 in the Netherlands and HCoV-HKU1 was discovered in Hong Kong in 2005. Both viruses are less aggressive than SARS-CoV, but infection with HCoV-NL63 may lead to hospitalization. Meanwhile, two years after the discovery of HCoV-NL63, a large number of studies has been published on this virus. In this article an overview of the results obtained in these studies is presented.
virussen kunnen op grond van het genotype onderverdeeld worden in drie groepen. Groep III-virussen worden exclusief bij vogels gevonden, terwijl groep I- en groep II-virussen alleen zoogdieren als gastheer hebben. Coronavirussen kunnen in dieren een scala aan ziektes veroorzaken zoals gastro-enteritis en longontsteking. Bij mensen is een infectie met coronavirussen alleen geassocieerd met respiratoire
vol.
1
nr.
3 - 2006
108
O ver z ichtsartikelen
den onderzocht. Bovendien zijn er gegevens over de pathogeniteit en de replicatiestrategie van het virus gepubliceerd.
Identificatie van HCoV-NL63
Figuur 1. HCoV-NL63. Negatiefkleuring met behulp van elektronenmicroscopie. De foto is gemaakt door dr. Bermingham en dr. Hoschler van de EM-unit van het Health Protection Agency, Colindale, Londen.
klachten. Het meest agressieve familielid is SARSCoV. Dit virus werd voor het eerst beschreven in 2003 en veroorzaakt ‘severe acute respiratory syndrome’ (SARS), een longziekte met een hoge morbiditeit. Het SARS-CoV is van oorsprong een dierlijk virus, waarschijnlijk afkomstig van vleermuizen, dat is overgedragen naar mensen. Via het eten van een besmette tussengastheer, een geïnfecteerde civetkat, is het virus overgesprongen op de mens. De wereldwijde verspreiding van SARS in het voorjaar van 2003 leidde tot ten minste 8.000 infecties en 800 doden. De epidemie werd snel een halt toegeroepen door strikte quarantainemaatregelen. Momenteel circuleert het virus niet meer bij mensen. Er zijn echter meer coronavirussen die mensen kunnen infecteren: naast SARS-CoV zijn er minstens vier humane coronavirussen. Twee stammen zijn onlangs gevonden: HCoV-NL63 en HCoVHKU1.1,2 De andere twee stammen, HCoV-OC43 en HCoV-229E, werden al in de jaren zestig van de vorige eeuw geïdentificeerd. In die tijd mocht een virus worden getest op gezonde vrijwilligers. Hieruit bleek dat HCoV-229E en HCoV-OC43 verkoudheid veroorzaken. Wat betreft de nieuwe virussen, HCoV-NL63 en HCoV-HKU1, is het ziektebeeld minder eenduidig. Testen van het virus op gezonde vrijwilligers is uiteraard niet meer mogelijk en een diermodel is vooralsnog niet voorhanden. Toch is er sinds de identificatie van HCoV-NL63 in 2004 veel informatie over dit virus bijgekomen. Meerdere groepen hebben de prevalentie in verschillende lan-
109
vol.
1
nr.
3 - 2006
In januari 2003 werd een baby van zeven maanden het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam binnengebracht met oogontsteking, koorts en een lageluchtweginfectie. Een virale infectie werd vermoed, maar de diagnostiek voor alle tot dan toe bekende respiratoire virussen was negatief. Een respiratoir monster werd door het streeklaboratorium van de GGD te Amsterdam geënt op niercellen van de aap en een paar dagen later werd een cytopathisch effect geobserveerd, wat aangeeft dat er virusreplicatie in de cellen optreedt. Vervolgens werd in het AMC, met behulp van een nieuwe methode voor het ontdekken van virussen, ‘virus discovery-cDNA-AFLP’ (VIDISCA), in het kweeksupernatant een nog onbekend virus geïdentificeerd.1 Dit virus vertoonde homologie met coronavirussen, en de sequentie van het hele genoom toonde aan dat het virus een nieuw lid is van de groep I-coronavirussen (zie Figuur 2). Een onderzoeksgroep van de Erasmus Universiteit Rotterdam presenteerde hetzelfde virus kort na de eerste publicatie over HCoV-NL63.3 Deze studie toonde het virus (HCoV-NL genoemd) aan in een kweek uit 1988. De kweek was afkomstig van een respiratoir monster dat was afgenomen bij een kind van acht maanden oud met longontsteking. Bijna een jaar na deze eerste twee publicaties was er een derde groep die nogmaals de identificatie van het virus opeiste.4 Met universele coronavirusprimers werd het virus geïdentificeerd bij kinderen met respiratoire problemen. De auteurs gaven het virus een nieuwe naam: New Haven coronavirus (HCoVNH), hoewel de sequentie van dit virus 94 tot 100% identiek is aan de sequentie van HCoV-NL63.5
Wereldwijde verspreiding van het virus
Meteen na de identificatie van HCoV-NL63 bleek dat infectie met dit virus geen zeldzaamheid is. In één winterseizoen werden meerdere patiënten met een HCoV-NL63-gerelateerde luchtweginfectie beschreven.1,3 Sindsdien hebben meerdere groepen infecties met het virus gemeld. In Australië was HCoV-NL63 aanwezig bij 16 van de 766 patiënten met een acute respiratoire ziekte (2,1%).6 In Japan zijn 118 kinderen jonger dan 2 jaar met bronchiolitis getest waarbij 3 HCoV-NL63-infecties werden gevonden (2,5%).7 Een
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
HCoV-NL63 HCoV-229E PEDV
100 FIPV 100
groep I
CCoV PRCoV TGEV
SARS-CoV BCoV HCoV-OC43
92
100
groep II
MHV HCoV-HKU1
TCoV 100
IBV
groep III
Figuur 2. Fylogenetische analyse van coronavirussen. De analyse is uitgevoerd met de sequentie van het nucleocapsidegen, gebruikmakend van de neighbour-joiningmethode binnen het MEGA-softwareprogramma. Bootstrapwaardes voor de sterkte van de clustering zijn aangegeven. CCoV=’canine coronavirus’, FIPV=’feline infectious peritonitis virus’, PEDV=’porcine epidemic diarrhea virus’, TGEV=’transmissible gastroenteritis virus’, PRCoV=’porcine respiratory coronavirus’, MHV=’mouse hepatitis virus’, BCoV=’bovine coronavirus’, IBV=’avian infectious bronchitis virus’, TCoV=’turkey coronavirus’.
tweede Japanse studie identificeerde 5 infecties bij 419 patiënten met een respiratoire infectie (1,2%).8 Bij 279 in een Belgisch ziekenhuis opgenomen kinderen met luchtweginfecties waren 7 kinderen geïnfecteerd met HCoV-NL63 (2,3%).9 Van 300 patiënten met een luchtweginfectie in Frankrijk bleken 28 patiënten HCoV-NL63-positief (9,3%).10 In een Zwitsers cohort van neonaten was gedurende de eerste doorgemaakte luchtweginfectie HCoV-NL63 aanwezig in 6 van de 82 gevallen (7,3%).11 Twee studies in Canada toonden bij 45 van de 1765 (2,5%) patiënten een HCoVNL63-infectie aan.12,13 Van deze patiënten waren er zeven betrokken bij een uitbraak van HCoV-NL63 in een verzorgingstehuis voor ouderen. In Duitsland (PRI.DE-studie) werd HCoV-NL63 aangetroffen bij 49 van de 949 kinderen met een lageluchtweginfectie (5,2%) en in Hong Kong waren 15 van de 587 kinderen positief (2,6%).14,15 De kinderen uit Hong Kong participeerden in een prospectieve klinische studie van kinderen onder de 18 jaar met een acute respiratoire infectie. In deze studie is de ziektelast van HCoV-NL63-infecties berekend. Geschat werd dat HCoV-NL63-infecties elk jaar meer dan 200 zie-
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
kenhuisopnames veroorzaken per 100.000 kinderen jonger dan 6 jaar. Enkele studies tonen aan dat het virus vaak voorkomt bij patiënten die immuungecompromiteerd zijn door (chemo)therapie of een hiv-infectie.3,6,9,13 Samenvattend kan gezegd worden dat een HCoV-NL63-infectie over de hele wereld frequent aangetroffen wordt bij kinderen, ouderen en verzwakte patiënten met luchtweginfecties. De virussen HCoV-OC43 en HCoV-229E komen voornamelijk voor in landen met een gematigd klimaat in het winterseizoen. Van HCoV-NL63 is in Nederland, België, Australië, Japan, Canada, Duitsland en Frankrijk ook aangetoond dat het voornamelijk in de winter voorkomt.6,7,9,10,12,14 Uit een studie die is uitgevoerd in Hong Kong bleek dat HCoV-NL63 met name in het voorjaar en de zomer voorkomt.15 Dit impliceert dat de seizoensvoorkeur van HCoV-NL63 in tropische of subtropische klimaten niet beperkt is tot de winter.
Associatie met ziekte
De eerste beschreven ziektegevallen door HCoVNL63 betroffen jonge kinderen met ernstige luchtweginfecties.1,3,6 Een van de ouderen in het Canadese verzorgingstehuis met de HCoV-NL63-uitbraak overleed vijf dagen na aanvang van de symptomen.12 Dit laat zien dat een infectie met het virus ernstig kan verlopen. Tabel 1 op pagina 111 biedt een overzicht van de symptomen van een HCoV-NL63-infectie. In dit overzicht zijn alleen studies opgenomen waarin niet is geselecteerd op een bepaalde respiratoire aandoening, bijvoorbeeld bronchiolitis of alleen lageluchtweginfecties, om te voorkomen dat een vertekend beeld ontstaat. Ernstige respiratoire symptomen zoals longontsteking, worden waargenomen bij een HCoVNL63-infectie, maar ook minder ernstige symptomen zoals koorts, hoesten, zere keel en neusverkoudheid.12 Ter illustratie, in de Canadese studie werden slechts zestien van de 45 HCoV-NL63-positieve patiënten in het ziekenhuis opgenomen.12,13 Dit doet vermoeden dat HCoV-NL63 een verkoudheidsvirus is, net als HCoV-229E en HCoV-OC43. Van HCoV-229E en HCoV-OC43 is bekend dat ze verkoudheid veroorzaken bij gezonde (volwassen) vrijwilligers, maar de virussen zijn ook aanwezig bij kinderen en verzwakte volwassenen met ernstigere respiratoire klachten.16,17 De associatie van HCoV-NL63-infectie met een specifiek ziektebeeld werd duidelijk in de PRI.DEstudie. In deze studie werden kinderen met een lageluchtweginfectie onderzocht op de aanwezigheid van HCoV-NL63.14 Bijna de helft van de met HCoVNL63 geïnfecteerde kinderen had laryngotracheïtis,
vol.
1
nr.
3 - 2006
110
O ver z ichtsartikelen
Tabel 1. Klinische symptomen van HCoV-NL63-geïnfecteerde patiënten.a Land
Bronchitis/ Longbronchio- ontstelitis (%) king (%)
Pseudo- Onderligkroep gende (%) aandoening (%)
Ziekte van Kawasaki (%)
Koorts (%)
Hoesten (%)
Neusverkoudheid (%)
Keelontsteking, keelpijn, heesheid (%)
Nederland (n=4)3
50
50
75
N.B.
0
0
0
100
0
Australië (n=10)6
70
70
60
50
50
0
10
30
0
Canada (n=19)12
79
47
10
26
10
0
5
5
0
België (n=5)9
80
60
20
20
60b
0
0
80
0
Hong Kong (n=12)15
18
73
64
27
0
0
27
27
0
Frankrijk (n=18) c,10
61
N.B.
39
22
33
5
0
5
0
Canada (n=24)13
30
58
42
8
46
4
4
69
0
=alleen patiënten waarbij geen tweede respiratoir virus aantoonbaar is, zijn in dit overzicht opgenomen, =lageluchtweginfectie; het is onbekend of dit bronchitis, bronchiolitis of longontsteking betrof, c=medische dossiers waren beschikbaar van 18 van de 28 patiënten, N.B.=niet bekend. a
b
ook wel pseudokroep genoemd, ten opzichte van slechts 6% van de controlegroep (p<0,0001). Ook in de studie in Hong Kong werd pseudokroep vaak gevonden bij de met HCoV-NL63 geïnfecteerde kinderen.14,15 Pseudokroep is een ontsteking van de luchtpijp die gekaraktiseerd wordt door een harde blaffende hoest, die vooral ’s nachts optreedt. In het verleden zijn de para-influenzavirussen (PIV’s) vooral genoemd als veroorzaker van pseudokroep, maar de PRI.DE-studie toont aan dat de associatie met HCoV-NL63 sterker is. Esper et al. beschreven een associatie van HCoVNL63 met de ziekte van Kawasaki.18 Respiratoire monsters van acht van de elf kinderen met de ziekte van Kawasaki bleken positief voor HCoV-NL63 (73%), terwijl in een controlegroep slechts één van de 22 kinderen positief was. De ziekte van Kawasaki is de meest voorkomende vorm van vasculitis bij kinderen en presenteert zich met koorts, ontsteking van de huid, ogen en lymfeklieren en opgezwollen handen en voeten. Het kan ook leiden tot een levensbedreigende uitzetting van de bloedvaten (aneurysma). De geografische clustering van uitbraken en de seizoensgebondenheid van de ziekte zijn aanwijzingen dat een infectieus agens betrokken is bij deze ziekte. De associatie van HCoV-NL63 met de ziekte van Kawasaki is vooralsnog niet beves-
111
vol.
1
nr.
3 - 2006
tigd in andere studies. Meerdere groepen hebben gezocht naar HCoV-NL63 bij Kawasaki-patiënten, met slechts negatieve resultaten.19-22
Genetische variatie van HCoV-NL63-isolaten
RNA-virussen hebben een grote genetische diversiteit vanwege de hoge mutatiefrequentie tijdens de replicatie. Bovendien kan er recombinatie tussen twee verschillende RNA-genomen optreden, waardoor de genetische variatie nog verder toeneemt. Fylogenetische analyse van een gedeelte van het 1a-gen van HCoV-NL63 toont aan dat veldisolaten een zekere genetische variatie vertonen en dat de virussen clusteren in subgroepen.1,6,12,15 Isolaten afkomstig uit Nederland, België, Canada, Hong Kong, Korea en Australië groeperen samen in clusters, dus de verscheidenheid is niet het gevolg van onafhankelijke evolutie in verschillende geografische gebieden (zie Figuur 3). Fylogenetische analyse van een gedeelte van het spikegen laat ook clustering in subgroepen zien.9 De samenstelling van de groepen is echter niet hetzelfde: isolaten die met het 1a-gen verwant zijn, lijken niet noodzakelijkerwijs op elkaar in het spikegen. Dit is een indicatie dat er recombinatie plaatsvindt en dat de veldisolaten een mozaïekstructuur vertonen.9
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
CAN306-03 CAN57-02 KR05-143 NL-p496 KR04-593 Q01-7011 CAN309-03 CAN316-03 NL-223 CAN52-02 KR04-78 NL63-Amsterdam 1
87
CAN528-02 Q01-6819 CAN483-02 Q03-1403 NL-p72 BE04-70688 BE03-1153 CAN470-02 Q03-1604
CAN495-02 KR05-133 BE03-21596 NL-p246 Q03-1023
0,002
Figuur 3. Fylogenetische analyse van 1a-sequenties van HCoV-NL63-veldisolaten. De neighbour-joiningmethode binnen het MEGA-softwareprogramma is gebruikt met HCoV229E als outgroup- en bootstrapwaardes die de sterkte van de clustering aangeven. NL63-Amsterdam 1 is het prototype van de sequentie van HCoV-NL63. CAN=Canada, Q=Australië, NL=Nederland, BE=België, KR=Korea.
Frequentie van HCoV-NL63-infectie versus infectie met HCoV-229E, HCoV-OC43 en HCoV-HKU1
Een aantal onderzoeksgroepen heeft de HCoVNL63-infectie bestudeerd en tegelijkertijd een test op HCoV-OC43- en HCoV-229E-infecties uitgevoerd. In Tabel 2 is te zien dat een infectie met HCoV-NL63 en HCoV-OC43 frequent voorkomt, terwijl een infectie met HCoV-229E minder vaak aangetoond wordt. Er zijn geen studies waarbij op alle vier humane coronavirussen is getest. Het eerste rapport over HCoV-HKU1 in Hong Kong rapporteerde slechts 2 met HCoV-HKU1 geïnfecteerde volwassenen op 400 patiënten (0,5%), maar in Frankrijk zijn 6 HCoV-HKU1-positieve monsters gevonden bij 135 kinderen uit het ziekenhuis (4,4%).23 In Australië is 3,1% van de kinderen met luchtweginfecties positief voor HCoV-HKU1.24 Een tweede studie in Hong Kong toonde tien HCoV-HKU1-infecties aan (2,4%) bij volwassenen met longontsteking.25 Deze studies doen vermoeden dat een infectie met het andere nieuwe humane coronavirus, HCoV-HKU1, ook niet zeldzaam is. Het komt over de hele wereld voor en heeft mogelijk een voorkeur voor volwassenen met chronische longziektes.
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
Infectie van de gastheercel
Coronavirussen gebruiken een specifieke receptor om de gastheercel te infecteren. Het spike-eiwit van het virus bindt aan deze receptor en vervolgens wordt het virus opgenomen in de cel. De coronavirussen van varkens, katten en honden, die in dezelfde genetische groep I vallen als HCoV-NL63, gebruiken alle aminopeptidase N, ook wel CD13 genoemd, als receptor. Ook het HCoV-229E (ook een groep Icoronavirus) maakt gebruik van CD13, en daarom werd in eerste instantie verwacht dat HCoV-NL63 ook gebruik maakt van dit eiwit op de gastheermembraan. Opvallend genoeg bleek dit niet het geval te zijn. HCoV-NL63 gebruikt een andere receptor, namelijk ‘angiotensine-converting enzyme’ 2 (ACE2).26 Dit eiwit wordt slechts door één ander coronavirus gebruikt om de cel binnen te komen: SARS-CoV.27 ACE2 is een eiwit dat een prominente rol speelt bij de regulatie van de bloeddruk, maar ook betrokken is bij bescherming tegen longschade.28 Bij een infectie met SARS-CoV vermindert de expressie van ACE2. Men heeft geopperd dat dit één van de oorzaken is van de ernstige schade van de longen van SARS-patiënten.28 Het is interessant om na te gaan in hoeverre HCoV-NL63 ook de expressie van ACE2 beïnvloedt, aangezien een infectie met HCoV-NL63 een veel minder ernstig ziekteverloop kent dan een infectie met SARS-CoV.
Conclusie
De eerste publicaties over HCoV-NL63 kwamen uit Nederland. Toch is het geen typisch Nederlands virus. Verscheidene onderzoeksgroepen hebben over de hele wereld infecties met HCoV-NL63 gemeld bij 1-10% van de patiënten met respiratoire aandoeningen. HCoV-NL63 betreft ook geen nieuwe virusintroductie bij de mens. De genetische variatie bij de huidige veldisolaten en het traceren van een Tabel 2. Frequentie van de aanwezigheid van de humane coronavirussen in respiratoir materiaal van kinderen met respiratoire klachten. Land
HCoV-NL63 HCoV-OC43 HCoV-229E (%) (%) (%)
België 9
2,3
2,3
0,3
Hong Kong 15
2,6
1,5
0,3
Frankrijk 10
9,3
2,2
0
Zwitserland 11
7,3
6,1
3,7
vol.
1
nr.
3 - 2006
112
O ver z ichtsartikelen
Aanwijzingen voor de praktijk 1. Humaan coronavirus NL63 (HCoV-NL63) is een van oudsher bij de mens aanwezig virus dat nu pas is ontdekt. 2. Voor HCoV-NL63 ontbreekt een diermodel, waardoor een associatie met ziekte alleen bij een infectie is te bepalen. Het beschrijven van een associatie valt of staat met de juiste controlegroep. De enige studie met een representatieve controlegroep laat zien dat een HCoV-NL63infectie sterk geassocieerd is met larynchotracheïtis. 3. Indien virusdiagnostiek wordt ingezet bij kinderen met larynchotracheïtis, dan is HCoV-NL63 een van de belangrijkste virussen waarop getest moet worden. 4. Een verband tussen HCoV-NL63 en de ziekte van Kawasaki is één keer beschreven, maar kon niet worden bevestigd door andere onderzoeksgroepen. 5. HCoV-NL63 en SARS-CoV maken gebruik van dezelfde receptor, ‘angiotensine-converting enzyme’ 2 (ACE2). Dit eiwit speelt een prominente rol bij de regulatie van de bloeddruk, maar is ook betrokken bij bescherming tegen longschade.
isolaat uit 1988 illustreren dit punt. De symptomen van een HCoV-NL63-infectie lijken het meest op de symptomen van een infectie met HCoV-229E of HCoV-OC43. De hoge frequentie van pseudokroep is echter karakteristiek voor een HCoV-NL63-infectie. HCoV-NL63 is waarschijnlijk een gewoon verkoudheidsvirus en lijkt dus relatief ongevaarlijk. Maar juist gewone verkoudheidsvirussen zoals het respiratoir syncytieelvirus (RSV), de humane coronavirussen en de PIV’s, veroorzaken bij kinderen soms ernstige luchtweginfecties. Een snelle diagnose en adequate behandeling van dit soort infecties is gewenst. Snelle diagnostiek is mogelijk met PCR, maar specifieke antivirale therapie ontbreekt nog. De resultaten die geboekt zijn met RNA-interferentie (RNAi) in diermodellen bij het bestrijden van respiratoire infecties door PIV, RSV en SARS-CoV zijn zeer hoopvol.29-31 RNAi lijkt een zeer goede optie voor het behandelen van HCoV-NL63-infecties.
Referenties 1. Van der Hoek L, Pyrc K, Jebbink MF, Vermeulen-Oost W, Berkhout RJ, Wolthers KC, et al. Identification of a new human coronavirus. Nat Med 2004;10:368-73. 2. Woo PC, Lau SK, Chu CM, Chan KH, Tsoi HW, Huang Y, et al. Characterization and complete genome sequence of a novel coronavirus, coronavirus HKU1, from patients with pneumo-
113
vol.
1
nr.
3 - 2006
nia. J Virol 2005;79:884-95. 3. Fouchier RA, Hartwig NG, Bestebroer TM, Niemeyer B, De Jong JC, Simon JH, et al. A previously undescribed coronavirus associated with respiratory disease in humans. Proc Natl Acad Sci U S A 2004;101:6212-6. 4. Esper F, Weibel C, Ferguson D, Landry ML, Kahn JS. Evidence of a novel human coronavirus that is associated with respiratory tract disease in infants and young children. J Infect Dis 2005;191:492-8. 5. Van der Hoek L, Berkhout B. Questions concerning the New Haven coronavirus. J Infect Dis 2005;192:350-1. 6. Arden KE, Nissen MD, Sloots TP, Mackay IM. New human coronavirus, HCoV-NL63, associated with severe lower respiratory tract disease in Australia. J Med Virol 2005;75:455-62. 7. Ebihara T, Endo R, Ma X, Ishiguro N, Kikuta H. Detection of human coronavirus NL63 in young children with bronchiolitis. J Med Virol 2005;75:463-5. 8. Suzuki A, Okamoto M, Ohmi A, Watanabe O, Miyabayashi S, Nishimura H. Detection of human coronavirusNL63 in children in Japan. Pediatr Infect Dis J 2005;24:645-6. 9. Moes E, Vijgen L, Keyaerts E, Zlateva K, Li S, Maes P, et al. A novel pancoronavirus RT-PCR assay: frequent detection of human coronavirus NL63 in children hospitalized with respiratory tract infections in Belgium. BMC Infect Dis 2005;5:6. 10. Vabret A, Mourez T, Dina J, Van der Hoek L, Gouarin S, Petitjean J, et al. Human coronavirus NL63, France. Emerg Infect Dis 2005;11:1225-9. 11. Kaiser L, Regamey N, Roiha H, Deffernez C, Frey U.
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
Human coronavirus NL63 associated with lower respiratory tract symptoms in early life. Pediatr Infect Dis J 2005;24:1015-7. 12. Bastien N, Anderson K, Hart L, Van Caeseele P, Brandt K, Milley D, et al. Human coronavirus NL63 infection in Canada. J Infect Dis 2005;191:503-6. 13. Bastien N, Robinson JL, Tse A, Lee BE, Hart L, Li Y. Human coronavirus NL-63 infections in children: a 1-year study. J Clin Microbiol 2005;43:4567-73. 14. Van der Hoek L, Sure K, Ihorst G, Stang A, Pyrc K, Jebbink MF, et al. Croup is associated with the novel coronavirus NL63. PLoS Med 2005;2:e240. 15. Chiu SS, Chan KH, Chu KW, Kwan SW, Guan Y, Poon LL, et al. Human coronavirus NL63 infection and other coronavirus infections in children hospitalized with acute respiratory disease in Hong Kong, China. Clin Infect Dis 2005;40:1721-9. 16. Van Elden LJ, Van Loon AM, Van Alphen F, Hendriksen KA, Hoepelman AI, Van Kraaij MG, et al. Frequent detection of human coronaviruses in clinical specimens from patients with respiratory tract infection by use of a novel realtime reverse-transcriptase polymerase chain reaction. J Infect Dis 2004;189:652-7. 17. McIntosh K, Chao RK, Krause HE, Wasil R, Mocega HE, Mufson MA. Coronavirus infection in acute lower respiratory tract disease of infants. J Infect Dis 1974;130:5027. 18. Esper F, Shapiro ED, Weibel C, Ferguson D, Landry ML, Kahn JS. Association between a novel human coronavirus and Kawasaki disease. J Infect Dis 2005;191:499-502. 19. Ebihara T, Endo R, Ma X, Ishiguro N, Kikuta H. Lack of association between New Haven coronavirus and Kawasaki disease. J Infect Dis 2005;192:351-2. 20. Belay ED, Erdman DD, Anderson LJ, Peret TC, Schrag SJ, Fields BS, et al. Kawasaki disease and human coronavirus. J Infect Dis 2005;192:352-3. 21. Shimizu C, Shike H, Baker SC, Garcia F, Van der Hoek L, Kuijpers TW, et al. Human coronavirus NL63 is not detected in the respiratory tracts of children with acute Kawasaki disease. J Infect Dis 2005;192:1767-71. 22. Chang LY, Chiang BL, Kao CL, Wu MH, Chen PJ, Berkhout B, et al. Lack of association between infection with a novel human coronavirus (HCoV), HCoV-NH, and Kawasaki disease in Taiwan. J Infect Dis 2006;193:283-6. 23. Vabret A, Dina J, Gouarin S, Petitjean J, Corbet S, Freymuth F. Detection of the new human coronavirus HKU1: a report of 6 cases. Clin Infect Dis 2006;42:634-9. 24. Sloots TP, McErlean P, Speicher DJ, Arden KE, Nissen MD, Mackay IM. Evidence of human coronavirus HKU1 and human bocavirus in Australian children. J Clin Virol 2006;35:99-102. 25. Woo PC, Lau SK, Tsoi HW, Huang Y, Poon RW, Chu CM, et al. Clinical and molecular epidemiological features of coronavirus HKU1-associated community-acquired pneumonia. J Infect Dis 2005;192:1898-1907. 26. Hofmann H, Pyrc K, van der Hoek L, Geier M, Berkhout B,
t i j d s c h r i f t
v o o r
i n f e c t i e z i e k t e n
Pohlmann S. Human coronavirus NL63 employs the severe acute respiratory syndrome coronavirus receptor for cellular entry. Proc Natl Acad Sci U S A 2005;102:7988-93. 27. Li W, Moore MJ, Vasilieva N, Sui J, Wong SK, Berne MA, et al. Angiotensin-converting enzyme 2 is a functional receptor for the SARS coronavirus. Nature 2003;426:450-4. 28. Imai Y, Kuba K, Rao S, Huan Y, Guo F, Guan B, et al. Angiotensin-converting enzyme 2 protects from severe acute lung failure. Nature 2005;436:112-6. 29. Zhang W, Yang H, Kong X, Mohapatra S, Juan-Vergara HS, Hellermann G, et al. Inhibition of respiratory syncytial virus infection with intranasal siRNA nanoparticles targeting the viral NS1 gene. Nat Med 2005;11:56-62. 30. Bitko V, Musiyenko A, Shulyayeva O, Barik S. Inhibition of respiratory viruses by nasally administered siRNA. Nat Med 2005;11:50-5. 31. Li BJ, Tang Q, Cheng D, Qin C, Xie FY, Wei Q et al. Using siRNA in prophylactic and therapeutic regimens against SARS coronavirus in Rhesus macaque. Nat Med 2005;11:944-51. Ontvangen 20 februari 2006, geaccepteerd 17 mei 2006.
Correspondentieadres Mw. dr. C.M. van der Hoek, groepsleider van de Virus Discovery Unit Drs. K. Pyrc, assistent in opleiding bij de Virus Discovery Unit Prof. dr. B. Berkhout, hoogleraar Humane Retrovirologie Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam Experimentele Virologie Afdeling Medische Microbiologie Centrum voor Infectie en Immuniteit Amsterdam Postbus 22660 1100 DD Amsterdam Tel.: 020 566 75 10 Fax: 020 691 65 31 E-mailadres:
[email protected] Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: mw. dr. C.M. van der Hoek heeft een VIDI-beurs ontvangen voor het project ‘Identification of novel viruses involved in human disease’ met nummer 016.066.318.
vol.
1
nr.
3 - 2006
114