COPD en voeding
Albert Schweitzer ziekenhuis september 2014 pavo 1146
Inleiding In deze folder leest u algemene informatie over de rol van voeding bij COPD.
Wat is COPD? De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Deze longaandoeningen zijn blijvend en geven verschillende klachten zoals kortademigheid, vermoeidheid en chronisch hoesten met opgeven van slijm. De klachten bij COPD zijn afhankelijk van het stadium waarin de aandoening zich bevindt. Bij beginnende COPD is er voornamelijk sprake van veel hoesten met daarbij opgeven van slijm en kortademigheid. Deze kortademigheid zal in eerste instantie alleen plaatsvinden bij zware lichamelijke inspanningen. Naarmate de COPD zich in een verder gevorderd stadium bevindt zal de kortademigheid zich ook bij minder zware inspanningen en uiteindelijk ook in rust voordoen. Doordat deze klachten zich voornamelijk ’s nachts en in de vroege ochtend voordoen, kan door de COPD chronische vermoeidheid ontstaan. Deze klachten kunnen allemaal hun uitwerking hebben op uw energiebehoefte en de voedselinname. COPD en lichaamsgewicht De BMI is een waarde die aangeeft of u een gezond gewicht heeft. BMI staat voor Body Mass Index en geeft de verhouding weer tussen het lichaamsgewicht en de lichaamslengte. Op de site van het voedingscentrum (www.voedingscentrum.nl) kan u uw BMI laten berekenen. De BMI wordt als volgt berekend: gewicht (in kg) lengte x lengte (in m)
= BMI
1 van 8
De normaalwaarde van de BMI ligt tussen 18 en 25. Boven de 25 is er sprake van overgewicht. Boven de 35 is er sprake van ziekteveroorzakend, ernstig overgewicht. Bij mensen met COPD wordt een BMI van 21-27 als gunstig gezien omdat onderzoek aangeeft dat deze mensen minder kans hebben op infecties en op ziekenhuisopnames. Met het gewicht kunnen we ook uw voedingstoestand vaststellen. Een BMI bij mensen met COPD onder de 21 wijst op een te laag gewicht en een grote kans op een te lage voedselinname. Door u wekelijks te wegen kunt u in de gaten houden of uw gewicht stabiel blijft. Het is verstandig om een diëtist te raadplegen wanneer: bij u COPD geconstateerd is; uw BMI lager is dan 21; uw BMI hoger is dan 27; u onbedoeld aankomt; u onbedoeld afvalt; u een trainingstherapie bij de fysiotherapeut gaat volgen; u overige voedingsgerelateerde vragen heeft.
De rol van voeding bij COPD Voldoende en juiste voeding is erg belangrijk bij mensen met COPD. Bij COPD kan er sprake zijn van ondergewicht of onbedoeld afvallen. Er kan ook sprake zijn van overgewicht of onbedoeld aankomen. Gewichtsverlies Het kan zijn dat uw lichaam behoefte heeft aan extra voeding. Deze verhoogde behoefte kan de volgende oorzaken hebben: Een versnelde stofwisseling (door ontstekingen of medicijnen). Een verhoogd energieverbruik. Een minder efficiënt energieverbruik.
2 van 8
Daarbij kan er bij COPD sprake zijn van een verminderde voedselinname. De oorzaken hiervoor kunnen zijn: Kortademigheid. Chronische vermoeidheid. Immobiliteit. Angst. Depressie. Een verhoogde energiebehoefte en verminderde voedselinname zorgen voor een verhoogd risico op gewichtsverlies. Terwijl het bij COPD juist extra belangrijk is om op gewicht te blijven. Gewichtsverlies kan leiden tot ondergewicht en een afname van de spiermassa. De afname van spieren vindt plaats bij de ademhalingsspieren maar ook bij de spieren in de armen en benen. Om in een zo goed mogelijke conditie te blijven is het dan ook belangrijk om op gewicht te blijven. Overgewicht Door de klachten van de COPD kan het zijn dat u juist minder energie verbruikt. Kortademigheid en vermoeidheid kunnen ervoor zorgen dat u veel minder beweegt dan voorheen. Daardoor gaat ook uw energiebehoefte naar beneden. Als u dan blijft eten wat u altijd gewend was, zult u onbedoeld gaan aankomen. Daarom is het belangrijk dat u uw voeding aanpast aan uw behoefte. Daarnaast is het belangrijk dat u ondanks de vermoeidheid of kortademigheid in beweging blijft. Dit houdt uw conditie en spiermassa op peil en voorkomt het onbedoeld aankomen. Verder kunnen medicijnen zoals Prednison ervoor zorgen dat de vetverdeling van uw lichaam verandert waardoor u dikker kunt worden bij het gezicht en de romp. Bovendien kunnen ze zorgen voor een toename van de eetlust en het vasthouden van vocht.
3 van 8
Voedingsrichtlijnen Het Voedingscentrum heeft richtlijnen opgesteld voor de dagelijkse voeding. Met deze hoeveelheden krijgt u dagelijks voldoende van alle voedingsstoffen binnen. De hoeveelheden staan in onderstaande tabel.
Voedingsmiddelen Groente
Fruit Brood Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
Melk(producten) Kaas
Vlees(waren), vis, kip, eieren, vleesvervangers Halvarine Bak-, braad- en frituurproducten, olie Dranken (inclusief melk)
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid per leeftijdsgroep 19-50 jaar 51-70 jaar 71 jaar en ouder 200 g 200 g 150 g 4 opschep4 opschep3 opschep-lepels lepels lepels 200 g 200 g 200 g 2 stuks 2 stuks 2 stuks 6-7 sneetjes 5-6 sneetjes 4-5 sneetjes 200-250 g 150-200 g 100-200 g 4-5 aardap3-4 aardap2-4 aardappelen/oppelen/oppelen/opscheplepels scheplepels scheplepels 450 ml 500 ml 650 ml 1 ½ plak 1 ½ plak 1 plak (30 g) (30 g) (20 g) 100 - 125 g
100 - 125 g
100 - 125 g
30-35 g 5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1 ½ -2 liter
25-30 g 5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1 ½ -2 liter
20-25 g 5 g/sneetje 15 g 1 eetlepel 1 ½ -2 liter
4 van 8
Eiwitten Mensen met COPD hebben meer eiwitten nodig dan mensen zonder COPD. Eiwitten zijn de bouwstenen voor het lichaam en spelen een belangrijke rol bij de spieropbouw. Als uw dagelijkse voeding te weinig eiwit bevat, zullen uw spieren zwakker worden en uw conditie verslechteren. Producten die veel eiwit bevatten zijn bijvoorbeeld: melkproducten (vooral kwark), vlees(waren), vis, kaas, eieren, peulvruchten, pinda’s en noten. Praktische adviezen voor meer eiwit in uw voeding: Gebruik eiwitrijke tussendoortjes. Voorbeelden van zoete tussendoortjes zijn: vla, milkshake, pudding, yoghurt/kwark. Voorbeelden van hartige tussendoortjes: blokjes kaas, stukjes worst, noten, saucijzenbroodje, toastje met paté, vlees- of vissalade, haring. Gebruik ruim melkproducten, zoals: melk, yoghurt, kwark, roomkaas, (slagroom)vla, chocolademelk, yoghurtdrank. Gebruik royaal hartig beleg op brood, bijvoorbeeld kaas, vleeswaren, vis of ei. Als vlees tegen staat, probeer dan eens om het vlees koud te eten. Soms gaat dit beter omdat er dan minder ‘luchtjes’ vanaf komen. Als het u ondanks voorgaande adviezen niet lukt om voldoende eiwit te gebruiken, dan kan uw diëtist u adviseren om gebruik te gaan maken van aanvullende drinkvoeding of andere dieetpreparaten. Samen met de diëtist kunt uitzoeken welk product voor u het meest geschikt is. Meestal krijgt u de kosten voor medische voeding vergoed van uw zorgverzekeraar. Om voor deze vergoeding in aanmerking te komen, heeft u wel een verklaring nodig van uw arts of diëtist.
5 van 8
Eiwitverrijkt poeder Voor extra eiwit in uw voeding kunt u ook gebruik maken van een eiwitverrijkt poeder, bijvoorbeeld Protifar of Resource instant protein. Deze poeders zijn redelijk neutraal van smaak en kunnen in zoete en hartige producten worden verwerkt. Het mag worden verwarmd, maar niet worden meegekookt. U kunt deze poeder toevoegen aan melk, karnemelk, yoghurt, vruchtensap, vruchtenmoes, vla, pap, kwark, pudding, aardappelpuree en soep. Tip: los het poeder voor gebruik eerst op in een kleine hoeveelheid warm water. Enkele voorbeelden: • (Karne)melk of yoghurt: 3-4 schepjes per glas. • Vruchtensap: 3-4 schepjes per glas. • Vla: 3 schepjes per schaaltje. • Pap: 5 schepjes per schaaltje. • Aardappelpuree: 4 schepjes per portie. • (gebonden) soep: 4 schepjes per kom. Hoeveelheid eiwit in voedingsmiddelen Product Melk (1 beker, 250 ml) Chocolademelk (1 beker, 250 ml) Yoghurtdrank (1 beker, 250 ml) Kwark, naturel (1 schaaltje, 150 ml) Yoghurt (1 schaaltje, 150 ml) Vla (1 schaaltje, 150 ml) Pap (1 schaaltje, 150 ml) Kaas (voor 1 snee, 20 gram ) Vleeswaren (voor 1 snee, 20 gram ) Vlees (100 gram) Vis (100 gram) Noten en pinda’s (1 eetlepel, 20 gram) Ei (1 stuk, 50 gram) Bonen bruine/witte, gekookt (1 lepel, 60 gram Huzarensalade (50 gram)
Eiwit (gram) 9 9 8 15 6 5 5 5 4 20 18 5 7 5 3
6 van 8
Herstel na lichamelijke inspanning Recent onderzoek suggereert dat het gebruik van 10-20 gram eiwit tot twee uur na lichamelijke inspanning de spieropbouw kan bevorderen. Neem na lichamelijk inspanning dus een eiwitrijk product.
Calcium en vitamine D Mensen met COPD hebben een verhoogd risico op botontkalking wat vervolgens de kans op botbreuken verhoogd. Dit komt onder andere door het gebruik van bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld Prednison). Ook een verminderde lichamelijke activiteit verhoogt de kans op botontkalking. Om dit proces tegen te gaan, is het heel belangrijk dat uw voeding voldoende calcium bevat. Gebruik naast een gevarieerde voeding voldoende melkproducten zodat u voldoende calcium en eiwitten krijgt (voor de hoeveelheid zie voedingsrichtlijnen). Voldoende vitamine D zorgt voor een goede opname van calcium in de darmen. U krijgt voldoende vitamine D inname als u naast een gevarieerde voeding, voldoende halvarine, margarine en bak- en braadproducten te gebruiken. Voor de volgende groepen wordt aangeraden een vitamine D supplement van 10 microgram per dag te nemen: Personen tussen de 4 en 50 jaar met een donkere huidskleur; Vrouwen van boven de 50 en mannen van boven de 70 jaar; Vrouwen tot 50 jaar die een sluier dragen. Voor de onderstaande groepen wordt 20 microgram extra aan vitamine D aanbevolen: Personen die botontkalking hebben of in een verzorgings- of verpleeghuis wonen; Vrouwen ouder dan 50 jaar en mannen ouder dan 70 jaar die weinig buiten komen; Vrouwen ouder dan 50 jaar die een sluier dragen. Een vitamine D supplement is verkrijgbaar bij drogist of apotheek.
7 van 8
Praktische tips Bij slijmvorming in de mond Het slijm dat u van melkproducten krijgt, is een ander soort slijm dan het slijm dat u ophoest. Eigenlijk is het helemaal geen slijm, maar speeksel dat slijmerig aanvoelt. Het slijmerige speeksel dat u van melkproducten krijgt, verdwijnt na afloop een slokje water, vruchtensap of frisdrank. Zure melkproducten zoals karnemelk, yoghurt(drank) of kwark zorgen voor minder slijmerig speeksel dan melk. Bij een droge mond Goed kauwen stimuleert de speekselproductie. Neem bij elke hap een slokje te drinken. Houd altijd iets te drinken bij de hand. Gebruik veel jus, saus of appelmoes om uw warme maaltijd smeuïger te maken. Beleg uw boterhammen met een smeerbaar, zacht beleg. Zuig op een zuurtje of een pepermuntje. Kauwgom kan de speekselproductie stimuleren.
Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, bel dan met de afdeling Diëtetiek, tel. (078) 652 33 97. Wij zijn bereikbaar op maandagochtend, dinsdag en donderdag.
Bronvermelding * dieetbehandelingsrichtlijn COPD; elsevier gezondheidszorg * www.voedingscentrum.nl Gemaakt in samenwerking met het landelijk netwerk COPD diëtisten en het regio netwerk COPD diëtisten (regio Rotterdam e.o.)
8 van 8