CONTROLEMETHODIEK
Uitgave: Stichting Emissiepreventie Koudetechniek (STEK) © 2014 Copyright, Stichting Emissiepreventie Koudetechniek (STEK) Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Onverminderd de aanvaarding van deze Controlemethodiek door een nader te bepalen partij, berusten alle rechten bij Stichting Emissiepreventie Koudetechniek. Het gebruik van deze Controlemethodiek door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met Stichting Emissiepreventie Koudetechniek is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld.
controlemethodiek
Wijzigingen tabel
Versie beheer Versie:
Wijzigingsdatum:
Opmerking:
versie 0.0/2012 Versie 0.1/2014
14-05-2012 01-04-2014
Eerste uitgave Wijzigingen i.v.m. audit 2.0
Pagina 2 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
INHOUDSOPGAVE Pagina 1.
BEOORDELINGEN DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING ....................................................... 4 1.1. Toelatingsonderzoek ................................................................................................................ 4 1.1.1. Operationaliteit ................................................................................................................. 4 1.1.2.
Bedrijfscertificaat ............................................................................................................. 4
1.2. Periodieke beoordelingen ........................................................................................................ 4 1.2.1. Kwaliteitssysteem ............................................................................................................ 4 1.3 Certificeringsproces ………………………………………………….……………………………….5 1.4. Non-conformiteiten en sancties ................................................................................................ 7 1.4.1. Algemeen ......................................................................................................................... 7 1.4.2.
Major non-conformiteiten ................................................................................................. 7
1.4.3.
Minor non-conformiteiten ................................................................................................. 8
1.5. Kwalificatie certificatiepersoneel .............................................................................................. 8 1.5.1. Auditoren/inspecteurs ...................................................................................................... 8 2.
BEDRIJFSCERTIFICERING: VRAGENLIJSTEN ........................................................................... 9 2.1. STEK vragenlijsten .................................................................................................................. 9 2.1.2. Vragenlijst documentencontrole ………………………………………………………….. ..9 2.1.3.
Vragenlijst bedrijfsaudit ……………………………………………………………………..11
2.1.4.
Vragenlijst installatiecontrole ……………………………………………………………....15
2.2. F-gassen vragenlijsten .......................................................................................................... ..16 2.2.1. Vragenlijst documentencontrole …………………………………………………………...18 2.2.2.
Pagina 3 van 19
Vragenlijst bedrijfsaudit
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
1. BEOORDELINGEN DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING
1.1.
Toelatingsonderzoek
Onderstaande verrichtingen maken deel uit van het toelatingsonderzoek. 1.1.1. Operationaliteit Het initiële onderzoek vóór verlening van het STEK-bedrijfscertificaat door de certificatie-instelling omvat: het vaststellen van de doeltreffendheid het op juiste wijze hanteren van een operationeel kwaliteitssysteem van de ondernemer. Dit gebeurt door: te verifiëren of het kwaliteitssysteem voldoet aan de in het certificatieschema gestelde eisen; het beoordelen van de doeltreffendheid en juiste toepassing van het kwaliteitssysteem. Daarnaast worden er, afhankelijk van de bedrijfsomvang (het aantal operationele STEK-monteurs) installatiekeuringen uitgevoerd om na te gaan of de aanvrager in staat is om veilige, lekvrije installaties te bouwen. 1.1.2. Bedrijfscertificaat Na positieve afronding van het initiële onderzoek geeft STEK een bedrijfscertificaat af. Het certificaat wordt afgegeven voor een periode van twee jaar. Als sluitstuk van de initiële bedrijfscertificering kan, binnen zes maanden na afgifte van het bedrijfscertificaat, een extra bedrijfsaudit plaatsvinden. Deze audit richt zich dan op de beoordeling van de operationaliteit van het ingevoerde kwaliteitssysteem.
1.2.
Periodieke beoordelingen
De volgende verrichtingen maken deel uit van het periodieke toezicht. Dit toezicht richt zich op het blijvend voldoen aan de eisen in dit certificatieschema. 1.2.1. Kwaliteitssysteem De certificatie-instelling houdt periodiek toezicht op het blijvend in stand houden van de ontwikkelde systematiek. Onderzoek van projectdossiers maakt hier deel vanuit. Met de hierna genoemde frequentie wordt geverifieerd: of het kwaliteitssysteem blijvend voldoet aan de in dit schema gestelde eisen; of het kwaliteitssysteem doeltreffend blijft en op een juiste wijze wordt toegepast. In de hierna volgende tabel is de tijdbesteding opgenomen voor STEK-bedrijfscertificering. De periodieke controles en audits vinden eens per 12 maanden plaats.
Pagina 4 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
Bedrijfsomvang o.b.v. aantal STEK monteurs: 1– 3 4– 8 9 – 20 21 – 999
Aantal installatiekeuringen: 2 2 2 4
Aantal audituren voor bedrijfsaudit: 2 3 6 8
Toelichting: De uren voor het vastleggen van uw auditdocumenten in MySTEK zijn hier niet in meegenomen.
1.3
Het certificeringsproces
1.3.1
Certificeringsproces:
Registratie- en aanmelding
Initiële documentencontrole
Initiële bedrijfsaudit
Verstrekking certificaat
Continuering certificering (via jaarlijkse controles en audits)
Pagina 5 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
1.3.2
Certificeringscyclus:
(Na initiële audits) Certificaat verstrekt
Na 12 maanden
Documentencontrole
Na 12 maanden
Documentencontrole + aansluitend Bedrijfsaudit
Pagina 6 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
1.4. Non-conformiteiten en sancties 1.4.1. Algemeen Wat is de werkwijze voor het omgaan met geconstateerde non-conformiteiten? (Non-conformiteiten geconstateerd tijdens de in § 1.1 van de ‘STEK-eisen’ genoemde interventies.) 1.4.2. Major non-conformiteiten Categorie 1 non-conformiteiten, tijdens bedrijfs- en projectaudits (installaties) Als categorie 1 (major) non-conformiteit worden tenminste geclassificeerd: het volledig niet voldoen aan een normelement; misbruik van het STEK certificatiemerk of -logo, waardoor ten onrechte de indruk wordt gewekt dat een product of dienst gecertificeerd is; het niet treffen van adequate corrigerende maatregelen op een categorie 2 non-conformiteit binnen de daarvoor gestelde termijn; een situatie die aanleiding geeft tot ernstige twijfel aan het vermogen van de organisatie om aan de vereisten te voldoen en de vereiste prestaties te bereiken. Opvolging Zolang een non-conformiteit cat. 1 niet is afgehandeld, kan er geen STEK-bedrijfscertificaat worden verleend. Wordt een non-conformiteit cat. 1 geconstateerd bij een bestaande STEK certificaathouder? Dan moet de certificaathouder binnen 30 dagen na constatering, corrigerende maatregelen treffen. Hierbij moet een adequate oorzaakanalyse worden uitgevoerd. De certificatie-instelling beoordeelt de oorzaakanalyse, corrigerende maatregelen en de implementatie daarvan. Afhankelijk van de aard van de non-conformiteit kan een aanvullende audit of installatiebeoordeling nodig zijn. Wanneer een categorie 1 non-conformiteit niet tijdig wordt opgeheven, dan wordt het bedrijfscertificaat voor een periode van 30 dagen geschorst. STEK publiceert deze sanctie op haar website. 1.4.3. Minor non-conformiteiten Als cat.2 (minor) non-conformiteit worden tenminste geclassificeerd: het op onderdelen niet aantoonbaar voldoen van een product / proces aan de specificaties die in het certificaat zijn opgenomen of waarnaar in het certificaat wordt verwezen; alle andere non-conformiteiten, niet vallend onder cat.1. Opvolging Wordt een non-conformiteit cat. 2 geconstateerd? Dan moet de certificaathouder binnen 3 maanden na constatering, corrigerende maatregelen treffen. Hierbij moet een adequate oorzaakanalyse worden uitgevoerd. De certificatie-instelling beoordeelt de oorzaakanalyse, corrigerende maatregelen en de implementatie daarvan. Afhankelijk van de aard van de non-conformiteit kan een aanvullende audit of installatiebeoordeling nodig zijn. Wanneer een categorie 2 non-conformiteit niet tijdig wordt opgeheven, dan wordt deze omgezet in een non-conformiteit cat.1 (major). Aanbevelingen Naast het toekennen van non-conformiteiten kunnen ook opmerkingen gemaakt worden of aanbevelingen gedaan. Deze kunnen mogelijk non-conformiteiten voorkomen. Opmerkingen hebben geen directe consequenties voor de aanvrager/certificaathouder en aanbevelingen zijn niet bindend. Eventuele aanbevelingen moeten richtinggevend zijn; het zijn geen exacte aanwijzingen.
Pagina 7 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
1.5.
Kwalificatie certificatiepersoneel
Het certificatiepersoneel dat betrokken is bij de controles en audits moet door de certificatie-instelling gekwalificeerd zijn op basis van de onderstaande eisen. STEK houdt een register bij van de beoordelaars die de certificatie-instellingen inzetten voor STEK-certificering. 1.5.1.
Auditoren/inspecteurs
Opleidingsniveau De functionarissen opereren op een MBO / HBO-niveau in werktuigbouw, installatietechniek of gelijkwaardig (verkregen door ervaring of opleiding). Specifieke kennis en vaardigheden Heeft ervaring met het beoordelen van systemen voor systematische kwaliteitszorg, bij voorkeur in de installatietechniek; Neemt deel aan harmonisatiebijeenkomsten (intern/extern) die bedoeld zijn ter vergroting van de harmonisatie van toezicht; Beschikt over goede gesprekstechnieken (objectiviteit/integriteit, diepgang, accuratesse, doortastendheid); Beschikt over voldoende sociale vaardigheden (verantwoordelijkheidsgevoel, representativiteit, zelfstandigheid, klantgerichtheid); Beheerst de juiste rapportagetechnieken (beoordelingsvermogen, netheid/nauwkeurigheid, taal/spelling). Ervaring • Minimaal 3 jaar werkervaring; • Kennis/ervaring op het gebied van werktuigbouw of installatietechniek en relevante materiaalkennis.
Pagina 8 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek 2. BEDRIJFSCERTIFICERING: VRAGENLIJSTEN
2.1.
STEK-vragenlijsten 2.1.1.
§ STEK-eisen:
Vragenlijst documentencontrole vraag-nr:
1. Beleid 1.1
Toepassingsgebied 1
3.1
Heeft de onderneming een geldig F-gassen bedrijfscertificaat? Directie verantwoordelijkheid
2 3.1.2
Is het beleid schriftelijk vastgelegd en is daarin tenminste emissiepreventie, veiligheid en duurzaamheid opgenomen? (beleidsverklaring) Verantwoordelijkheid en bevoegdheid
3
Heeft de directie de volgende medewerkers aantoonbaar gekwalificeerd? * monteurs per categorie (tabel § 3.1.3) * medewerkers belast met specifieke taken
3.1.3
Mensen en middelen 4
3.4
Document- en gegevensbeheer 5
Heeft de onderneming een werkwijze voor beoordeling en goedkeuring van documenten conform de STEK-eisen?
6
Heeft de onderneming een werkwijze voor de verspreiding van actuele documenten conform de STEK-eisen?
7
Heeft de onderneming een werkwijze voor het informeren van medewerkers over (ver)nieuw(de) kwaliteitsbeleid en documenten?
4.4
Meting 8
Beschikt de ondernemer over een overzicht met alle beschikbare middelen (gereedschap)
9
Beschikt de ondernemer over een overzicht met alle middelen (gereedschap) waarin aangegeven wanneer middel periodiek gekeurd is
4.7
Koudemiddelregistratie en -boekhouding 10
4.8
Heeft de onderneming een passende en actuele koudemiddelregistratie? Afvalbehandeling
11
Pagina 9 van 19
Is er een overzicht van medewerkers en hun bevoegdheid m.b.t. de uit te voeren koeltechnische werkzaamheden? ("competentie matrix" zie vraag 3)
Vindt er scheiding plaats van de afvalstromen ontstaan door de werkzaamheden?
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
2. Procedures 3.2
Kwaliteit
3.2.4
12
Is er een procedure voor het omgaan met installaties met terugkerende lekken / gebreken?
3.2.7
13
Is er een procedure voor het omgaan met klachten en afwijkingen? Zijn de navolgende werkinstructies conform de STEK-eisen of gelijkwaardig?
14
* Uitvoeren van een drukbeproeving
15
* Inbedrijfstelling van een koelinstallatie
16
* Uitvoeren van vacumeren
17
* Installatiecontrole
18
* Periodiek onderhoud reparatie
19
* Vullen met koudemiddel
20
* Uitvoeren van een lekdichtheidscontrole
21
* Afzuigen van een installatie / verwijderen van koudemiddel voorafgaande aan afbraak of buiten gebruik stelling van een koelinstallatie
3.8 3.8.1
Omgaan met tekortkomingen 22
3.8.2
Heeft de onderneming een procedure voor het omgaan met tekortkomingen, afwijkingen (incl. klachten) en onvoorziene omstandigheden? Correctieve en corrigerende maatregelen
23
Beschikt de onderneming over een geïmplementeerde procedure inzake het op peil brengen van falende procesbeheersing? Is daarin opgenomen:
24
* Het beoordelen van een afwijking?
25
* Het vaststellen van de oorzaak?
26
* Het vaststellen van de noodzaak voor correctieve maatregelen?
27
* Het beoordelen of corrigerende maatregelen nodig zijn, dan wel dat er sprake is van een incident?
28
* Het zo nodig uitvoeren van correctieve maatregelen?
29
* Het vaststellen en doorvoeren van de corrigerende maatregelen?
30
* Het evalueren van de effectiviteit van de getroffen maatregelen?
4.4
Meting 31
Pagina 10 van 19
Beschikt de onderneming over een schriftelijk vastgelegde, geschikte, actuele en voor zover mogelijk, genormeerde beproevingsmethode?
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek 2.1.2.
§ STEK-eisen:
Vragenlijst STEK-bedrijfsaudit
vraag-nr:
1. Beleid 3.1 3.1.1
Directie verantwoordelijkheid 1
Is de directie aantoonbaar betrokken bij de ontwikkeling, invoering en instandhouding van de systematische kwaliteitsborging overeenkomstig deze certificatieregeling?
2
Zijn er voldoende mensen, middelen en passende werkvoorschriften?
3.3
Interne kwaliteitsbewaking 3
3.7
Uitbesteding 4
4.4 4.4.1
Indien koeltechnisch werk wordt uitbesteed, gebeurt dit dan alleen aan STEK gecertificeerde bedrijven? Meting
5
4.8
Voldoen de gebruikte meetmiddelen aan de kalibratiesystematiek zoals omschreven in de STEK-eisen? Afvalbehandeling
6
Vindt er scheiding plaats van de afvalstromen ontstaan door de werkzaamheden?
7
Wordt het gescheiden afval verwerkt door een erkende verwerker?
5
Eisen t.a.v. veilig werken 8
5.2
Heeft de onderneming een VCA bedrijfscertificaat verstrekt door een geaccrediteerde certificatie instelling? Voorlichting en instructie
9 5.4
Is er een verband tussen bedrijfsveiligheidsinstructies en de actuele RI&E? Bedrijfsgezondheidszorg
10 5.5
Pagina 11 van 19
Heeft de onderneming een systematiek van interne kwaliteitsbewaking ontwikkeld en geïmplementeerd?
Indien noodzakelijk, krijgen alle bij de uitvoering betrokken medewerkers de gelegenheid om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan? PBM's (persoonlijke beschermingsmiddelen)
11
Stelt de onderneming de juiste PBM’s beschikbaar conform RI&E?
12
Heeft de onderneming instructies m.b.t. gebruik en onderhoud van PBM's?
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
2. Procedures 3.1.2
Verantwoordelijkheid en bevoegdheid 13
Wordt de kwalificatie (competentie) van de werknemer(s) betrokken bij koeltechnische werkzaamheden jaarlijks beoordeeld met medeneming van de projectevaluatie?
14
Zijn de volgende aspecten opgenomen in de interne kwaliteitssystematiek? * Projectevaluatie, controlesystematiek, werkbonnen
3.8
Omgaan met tekortkomingen
3.8.1.1
15
Wordt deze procedure gebruikt in situaties waarin sprake is van herhaalde lekkage bij installaties, inclusief aantoonbaar advies aan de klant?
3.8.1.2
16
Wordt deze procedure gebruikt in situaties waarin sprake is van geconstateerde verschillen in de voorraad of koudemiddelboekhouding?
3.8.2
Correctieve en corrigerende maatregelen 17
4 4.1
Eisen te stellen aan het Proces 18
4.2
Voldoet de onderhoudsinterval aan het wettelijke gestelde ? Uitvoering werkzaamheden
19
Worden tijdens (koeltechnische) werkzaamheden de aanwezigheid en kwaliteit van de noodzakelijke technische uitrusting in acht genomen?
20
Worden tijdens (koeltechnische)werkzaamheden de deskundigheid waarmee en de wijze waarop de handelingen met koudemiddelen worden verricht, in acht genomen?
5.1
Pagina 12 van 19
Heeft de onderneming een registratie waarmee het treffen van effectieve correctieve en corrigerende maatregelen aangetoond kan worden?
Arbo risico-inventarisatie 21
Indien bij de uitvoering van een project wordt geconstateerd dat de RI&E niet afdoende is, wordt de RI&E dan aangepast?
22
Zijn voor alle in de RI&E geïdentificeerde risico's afdoende VGM-maatregelen (Veiligheid, Gezondheid, Milieu) getroffen?
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
3. Documenten 3.1.4
Werkoverleg 23
3.3.1
Heeft het afgelopen jaar aantoonbaar werkoverleg plaatsgevonden waarbij beleid, kwaliteit, uitvoering en procedures zijn besproken? Organisatie interne kwaliteitsborging
24 3.5
Heeft de onderneming een overzicht met medewerkers die betrokken zijn bij de interne kwaliteitsbewaking? Inkoop/inhuur
25 3.6
Kan de onderneming aantoonbaar maken dat de kwaliteit van de ingekochte materialen wordt beheerst? Ingangscontrole
26 4.3
Kan de onderneming de operationaliteit van de ingangscontrole aantonen? Werkregistratie
4.3.1
27
Is de werkopdracht die de monteur (mee)krijgt duidelijk over de uit te voeren werkzaamheden?
4.3.2
28
Is de werkregistratie ingevuld conform de STEK eisen (richtlijnen) en zijn bijzonderheden, afwijkingen en genomen maatregelen beschreven waardoor de gepleegde inzet reproduceerbaar is?
29
Zijn alle meetmiddelen voorzien van een unieke identificatie?
30
Instrueert de onderneming bij oplevering van een koelinstallatie de eigenaar/gebruiker correct over onderhoud en gebruik van de installatie en stelt de onderneming op schrift voldoende en duidelijke technische informatie ter beschikking?
4.6
5.1
Arbo risico-inventarisatie 31
Heeft de onderneming een actuele Arbo-risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)?
32
Zijn in de RI&E de in de STEK-eisen genoemde punten aanwezig, indien van toepassing?
33
Wordt de RI&E aantoonbaar gecommuniceerd met de medewerkers?
5.2
Voorlichting en instructie 34
5.3
Werkplekinspectie 35
5.6
Heeft de onderneming aantoonbaar werkplekinspecties, (mede) gericht op "veilig werken" uitgevoerd? Melding en registratie ongevallen
36
Pagina 13 van 19
Heeft het bedrijf schriftelijke bedrijfsveiligheidsinstructies t.b.v. medewerkers?
Heeft de onderneming een register voor meldingen van ongevallen?
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
4. Werkinstructies 4.3
Werkregistratie 37
Wordt elke installatie interventie voldoende duidelijk in het installatielogboek geregistreerd?
38
Wordt bij de registratie van elke meting de identiteit van het gebruikte meetmiddel geregistreerd?
4.9
Energie Worden de volgende punten gecontroleerd en genoteerd op de werkregistratie?
Pagina 14 van 19
39
* Controle op aanwezigheid en staat van de isolatie van de koudemiddelenleidingen
40
* Toestand en werking van de condensor
41
* De warmtewisselaars in de ruimte op vervuiling
42
* De waarden van aanwezige energiemeters
43
* Het opgestelde koelvermogen
44
* Pers- en zuigdruk en conclusie over het energetische rendement van de koelinstallatie
45
* Advies over conclusie energetisch rendement aan klant
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek 2.1.3. § STEK-eisen:
Vragenlijst STEK-installatiecontrole vraag-nr:
1. Documenten 3.2.5
1
Is bij de installatie een logboek of logboekkaart aanwezig?
3.2.5
2
Zijn in het logboek of logboekkaart de gegevens conform de STEK-eisen ingevuld?
3.2.5
3
Is in het logboek of logboekkaart een afschrift van de werkregistratie opgenomen?
4.3.2
4
Is bij de installatie een schriftelijk bewijs voor drukbeproeving aanwezig?
3.2.5
5
Zijn op het schriftelijk bewijs voor drukbeproeving de juiste gegevens ingevuld?
4.3.2
6
Is bij de installatie een schriftelijk bewijs voor vacumeren en vullen aanwezig?
3.2.5
7
Zijn op het schriftelijk bewijs voor vacumeren en vullen de juiste gegevens ingevuld?
4.3.2
8
Is bij de installatie een schriftelijk bewijs voor lekdichtheidcontrole aanwezig?
3.2.5
9
Zijn op het schriftelijk bewijs voor lekdichtheidcontrole de juiste gegevens ingevuld?
4.3.2
10
Is bij de installatie een schriftelijk bewijs voor installatiecontrole aanwezig?
3.2.5
11
Zijn op het schriftelijk bewijs voor installatiecontrole de juiste gegevens ingevuld?
12
Is de installatie voorzien van een etiket (kenplaat)?
13
Zijn op het etiket de juiste gegevens vermeld?
14
Is bij de installatie een conformiteitsverklaring aanwezig?
15
Is op de conformiteitsverklaring de juiste informatie ingevuld?
16
Is bij de installatie een onderhouds en- of technische manual van de leverancier aanwezig?
3.2
3.2
2. Werkregistraties 4.3.2
17
Is de werkregistratie duidelijk ingevuld?
4.3.2
18
Is van alle uitgevoerde handelingen per handeling een werkregistratie aanwezig?
4.3.2
19
3.8.1.1
20
Is uit de werkregistratie te herleiden, ingeval van lekkage, of het om een herhaalde lekkage gaat?
21
Komen de bij het bedrijf opgevraagde kopieën overeen met de kopieën in het logboek?
4.9
22
Is met de werkregistraties een trend over de energieprestatie van de koelinstallatie samen te stellen?
4.1 / bijlage F
23
Wordt het periodiek onderhoud met de juiste frequentie uitgevoerd?
4.1
24
Wordt de preventieve controle met de juiste frequentie uitgevoerd?
Geeft de werkregistratie aan om welk type werkzaamheden het gaat? (installeren/ onderhoud/ ontmanteling)
3. Installatie algemeen 5.2
25
Is de opstellingsplek van de koelinstallatie goed toegankelijk?
5.2
26
Zijn op de opstellingsplek van de koelinstallatie voldoende veiligheidsvoorzieningen aanwezig?
Pagina 15 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek 2.2
F-gassen vragenlijsten 2.2.1 Vragenlijst documentencontrole
Vraag-nr:
1. Procedures 1
Is er een procedure voor het installeren van een stationaire of mobiele koelinstallatie ? En voldoen deze aan de huidige regelgeving?
2
Staat in deze procedure een beschrijving van de adequate instrumenten waarmee bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd ?
3
Wordt er voor elke procedurestap die een diploma vereist, aangegeven met welk diploma (of diploma's) deze procedurestap mag worden uitgevoerd ?
4
Wordt in de procedure aangegeven welke voorziening of technieken moeten worden toegepast tijdens de bouw van een koelinstallatie zodat lekkage voorkomen wordt zodra de koelinstallatie in gebruik wordt genomen ?
5
Zijn er bepalingen ten aanzien van het uitvoeren van lekcontroles, zodra een stationaire of mobiele koelinstallatie is gevuld ?
6
Is er een procedure voor het onderhouden van stationaire koelinstallaties (<3kg. of < 6kg. herm. gesloten) En voldoen deze aan de huidige regelgeving ?
7
Staat in deze procedure een beschrijving van de adequate instrumenten waarmee bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd ?
8
Wordt er voor elke procedurestap die een diploma vereist, aangegeven met welk diploma (of diploma's) deze procedurestap mag worden uitgevoerd ?
9
Wordt in de procedure aangegeven wanneer en hoe de lekcontrole van de stationaire koelinstallatie plaats zal vinden ?
10
Zijn er bepalingen voor het buiten bedrijf stellen van de stationaire koelinstallatie wanneer een geconstateerde lekkage niet direct kan worden verholpen ?
11
Meldt u de eigenaar of gebruiker van de stationaire koelinstallatie, als er een lekkage is, dat hij de koelinstallatie binnen een maand na herstel van de lekkage opnieuw moet laten controleren ?
12
Zijn er bepalingen vastgelegd dat de gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen altijd moeten worden teruggewonnen tijdens onderhoud of bij ontmanteling ?
13
Is er een procedure voor het onderhouden van stationaire of mobiele koelinstallaties (>3kg. of > 6kg. herm. gesloten) ? En voldoen deze aan de huidige regelgeving ?
14
Staat in deze procedure een beschrijving van de adequate instrumenten waarmee bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd ?
15
Wordt er voor elke procedurestap die een diploma vereist, aangegeven met welk diploma (of diploma's) deze procedurestap mag worden uitgevoerd ?
Pagina 16 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
16
Zijn er bepalingen voor de stationaire en mobiele koelinstallatie ten aanzien van het uitvoeren van lekcontroles, waaronder instructies voor het buiten bedrijf stellen van de stationaire of mobiele koelinstallatie, wanneer een eventuele lekkage niet direct verholpen kan worden ?
17
Wordt de eigenaar of gebruiker van de stationaire koelinstallatie of mobiele koelinstallatie, indien er sprake is van een lekkage er op geattendeerd dat deze de koelinstallatie binnen een maand na herstel van de lekkage opnieuw moet laten controleren ?
18
Zijn er bepalingen dat de gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen altijd moeten worden teruggewonnen tijdens onderhoud of bij ontmanteling ?
19
Is er een procedure voor het bijhouden van een logboek bij de installatie (altijd) ? en voldoen deze aan de huidige regelgeving ?
20
Is er een procedure voor het bijhouden van de koudemiddelregistratie? En voldoen deze aan de huidige regelgeving ?
2. Koudemiddelenregistraties 21
Wordt het type koelinstallatie vermeld?
22
Wordt de nominale vulling van de koelinstallatie vermeld?
23
Wordt het in de koelinstallatie aanwezige type gefluoreerde broeikasgas vermeld?
24
Worden de resultaten van de uitgevoerde lekdichtheidscontroles vermeld?
25
Wordt de hoeveelheid verbruikte of bijgevulde gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen vermeld?
26
Wordt bij verbruikte of bijgevulde gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen de juiste reden vermeld?
27
Wordt de hoeveelheid afgetapte gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen vermeld?
28
Wordt bij de hoeveelheid afgetapte gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen de reden van aftappen vermeld?
29
Is er een koudemiddelbalans met daarin aangegeven: de totaal aanwezige voorraad per eerste en laatste dag van het kalenderjaar (berekend én gewogen)
30
Is er een koudemiddelbalans met daarin aangegeven: de totale hoeveelheid ingekochte gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen (in kilogram);
31
Is er een koudemiddelbalans met daarin aangegeven: de totale hoeveelheid verkochte gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen (in kilogram) ten behoeve van: nieuwbouw, retrofit, uitbreiding, bijvulling nominale vulling of lekkage;
32
Is er een koudemiddelbalans met daarin aangegeven: de totale hoeveelheid teruggenomen gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen (in kilogram) als gevolg van retrofit, onderhoud of ontmanteling;
33
Is er een koudemiddelbalans met daarin aangegeven: de totale hoeveelheid afgevoerd gefluoreerde broeikasgassen of gereguleerde stoffen (in kilogram).
Pagina 17 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek 2.2.2
Vragenlijst bedrijfsdoorlichting
Vraag-nr:
1. Personeel 1
Heeft het bedrijf voldoende personeel met een diploma cat 1, in relatie tot het verwachte werkaanbod voor de komende 12 mnd?
2
Heeft het bedrijf voldoende personeel met een diploma cat II, in relatie tot het verwachte werkaanbod voor de komende 12 mnd?
3
Is dit personeel inzetbaar op het moment dat het werk zich aanbiedt?
4
Wordt er door het bedrijf aansturing gegeven aan het personeel met betrekking tot werkzaamheden gerelateerde voorschriften?
5
Is het bedrijf te allen tijde aansprakelijk voor het doen en laten van het personeel?
6
Heeft het bedrijf minimaal één persoon bij haar in dienst met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd, al dan niet in deeltijd?
7
Is het installeren en onderhouden, de lekcontroles en andere handelingen op het gebied van H(C)FK's uitgevoerd door daartoe adequaat gediplomeerd personeel? (In de afgelopen 24 maanden; beoordelen van werkregistraties.)
2. Instrumenten 8
Beschikt het bedrijf over een manometerset geschikt voor het type koudemiddel?
9
Beschikt het bedrijf over lekdetectieapparatuur: Voldoet deze apparatuur tenminste aan een detectiegrens van 5 p.p.m.1; Wordt deze lekdetectieapparatuur om de 12 maanden gecontroleerd op zijn correct functioneren;
10
Beschikt het bedrijf over een temperatuurmeter?
11
Beschikt het bedrijf over middelen t.b.v. directe lekdetectiemethoden - Zeepoplossing, of; - Ultraviolet (uv) oplichtende detectievloeistof of een kleurstof voor in het circuit of; Overige voor specifieke koelmiddelen geschikte lekdetectie-apparatuur;
12
Beschikt het bedrijf over weegapparatuur voor koudemiddelcilinders (t.b.v. het kunnen bijhouden van een correcte koudemiddelenregistratie) - Voor koudemiddelcilinders met een inhoud aan koudemiddel > 100 kg mag worden volstaan met de door de leverancier gefactureerde hoeveelheid. Hiervoor is geen weegapparatuur noodzakelijk; - Voor koudemiddelcilinders met een inhoud aan koudemiddel > 30 kg en < 100 kg moet weegapparatuur worden gebruikt met een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 1,0 kg; - Voor koudemiddelcilinders met een inhoud aan koudemiddel < 30 kg moet weegapparatuur worden gehanteerd met een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 0,1 kg.
13
Beschikt het bedrijf over een vacuümpomp ?
14
Beschikt het bedrijf over een afzuigpomp/afzuigunit - Kan deze voor handelingen op het gebied van (H)(C)FK’s de vereiste druk bereiken;
15
Beschikt het bedrijf over een vacuümmeter - Kan hierop een absolute druk kleiner dan 270 Pa worden afgelezen of waargenomen;
Pagina 18 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief
controlemethodiek
16
Beschikt het bedrijf over koudemiddelcilinders, retourcilinder - Is aan de koudemiddelcilinder duidelijk herkenbaar voor welk type koudemiddel de cilinder geschikt is / welk koudemiddel de cilinder bevat; - Zijn koudemiddelcilinders met geregenereerd koudemiddel voorzien van een speciale aanduiding; - Zijn retourcilinders met gerecycled koudemiddel voorzien van een speciale aanduiding; worden er cilinders voor éénmalig gebruik toegepast, (is niet toegestaan)
17
Beschikt het bedrijf over een stikstofcilindermeter, reduceerventiel en manometer?
18
Beschikt het bedrijf over een ampèremeter (optioneel) - Uitsluitend indien in de bedrijfsprocessen bepalingen zijn opgenomen rond het uitvoeren van lekcontroles volgens de beschreven indirecte meetmethode uit vo 1516/2007.
19
Beschikt het bedrijf over voldoende instrumenten. Daaronder wordt verstaan dat personeel dat gelijktijdig met deze instrumenten moet werken, hier ook daadwerkelijk over kan beschikken.
Pagina 19 van 19
STEK controlemethodiek versie 0.1/2014 definitief