Contrast Erwin Peek
Eerste druk, 2012 Copyright © 2012 Erwin Peek www.erwinpeek.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Alle personages in dit boek zijn fictief. Het verhaal is niet gebaseerd op waargebeurde feiten.
Hoofdstuk 1 Zondag 17 oktober 2010 Fotograferen is schrijven met licht. Ja, dat wist hij wel. Maar dat er zoveel over licht te vertellen viel, was voor hem een verrassing. De verschillen tussen frontaal en strijklicht, de diverse soorten tegenlicht, verschillen tussen natuurlijk en kunstlicht. Het was een boeiende avond geweest afgelopen woensdagavond tijdens de fotoworkshop die geheel was gewijd aan licht. Hij maakte vroeger veel te vaak gebruik van frontaal licht. Frontaal licht is licht dat recht van voren komt. Bij natuurlijk licht krijg je frontaal licht als de zon recht achter de camera staat, maar hij kreeg vaak frontaal licht, omdat hij zijn flitser op zijn camera had staan en recht naar voren flitste. Hij had nu geleerd dat een foto met frontaal licht al snel saai wordt. De foto lijkt al snel plat, doordat je weinig schaduwen ziet. Met strijklicht, dat is licht van de zijkant, zie je mooie schaduwen, waar de foto meer perspectief door krijgt. Maar ook de eigenschappen van je onderwerp, de textuur, wordt bij het gebruik van strijklicht beter zichtbaar. Afgelopen woensdag liet de cursusleider een foto zien van een de glooiing van een zandlandschap. Bij strijklicht zag je de structuur van het zand heel goed, doordat er schaduw zichtbaar was naast de stroken zand. Bij de foto met frontaal licht leek het een grote saaie gele vlakte. Hij had gelijk besloten om een strobistset aan te schaffen. Daarmee kon hij zijn flitser op een statief zetten en op afstand bedienen. Hij had hier op zaterdag al mee geoefend. Hij had diverse producten gefotografeerd, waarbij hij de flitser aan de zijkant van het product had gezet. Hij had ook een paraplu voor de flitser geplaatst. Hij vergeleek dit met foto’s die hij fotografeerde met de flitser op de camera. Het resultaat vond hij verbluffend.
Woensdag hadden ze de eigenschappen van allerlei soorten licht besproken. Hij wist al dat ochtend- en avondlicht het mooiste natuurlijke licht was. Op een zonnige dag is de zon te fel tijdens de middaguren en zijn de contrasten dan te hoog. De lichte delen worden dan uitgebleekt en de schaduwpartijen lopen dicht, zoals dat heet. Hij wist dat je met photoshop veel kon verbeteren, maar als er uitgebleekte delen in de foto zitten, kon je dit niet meer herstellen. Maar dat was niet de reden dat hij al om vier uur ’s nachts was opgestaan om hier te zijn. Volledig alleen, met alleen het geluid van dieren en de wind om zich heen. Hij moest om half zes op de heide zijn, om voor zes uur op de
plaats van bestemming te zijn. Het was een half uur lopen met alle fotospullen, maar hij had het er voor over. De weervoorspelling was dat er een heldere nacht zou zijn met een groot verschil in dag- en nachttemperatuur. En hij had gelezen dat de kans op grondmist dan het grootst is. Op deze mooie ochtend in oktober hoopte hij deze ochtendmist te kunnen fotograferen. Hij wist ook dat de mist binnen een kwartier na zonsopkomst weer verdwenen zou zijn. Dus hij moest wel vroeg opstaan.
Hij liep over de heide en zag overal mooie beelden voor zich. Maar hij wist dat hij discipline moest hebben: Pas als hij de plaats van bestemming had bereikt zou hij de camera pakken. En dat was al een moeilijke afweging. Eén keer eerder had hij ook besloten om de fotocamera in de tas te laten. Toen hoorde hij een enorme knal. Na de knal werd de hele lucht zwart van overvliegende eenden. Het was een schitterend gezicht, maar hij was te laat om de camera nog te pakken. Hij heeft toen maar besloten om gewoon te genieten. Hij wist namelijk dat hij te laat op zijn bestemming zou komen als hij telkens tussendoor plaatjes ging schieten. En je gaat toch niet voor niets zo vroeg je bed uit. Jeetje, dat was wel een opgave! Dat deed hij niet zo vaak. Maar als hij met een geweldige foto thuis zou komen, ook was het er maar één, zou hij zijn korte nachtrust zo vergeten zijn. Maar hij was realistisch: een natuurfotograaf gaat ongeveer negen keer voor niets op pad en de tiende keer is het raak. Niets is zo veranderlijk als het weer en de belichting. Die kan per minuut wijzigen.
Hij wist precies waar hij naar toe ging. Hij was er al een paar keer gaan kijken, maar toen was het licht niet interessant. Hij wist dat hij zich bij natuurfotografie goed moest voorbereiden. Wat wordt het weer? Wat zijn de kenmerken van het dier of het landschap dat je wilt gaan fotograferen? Hij had al diverse boeken gelezen over dierengedrag en ging vaak met IVN wandelingen mee. Hij was van mening dat je pas echte goede foto’s kan maken als je iets zelf beleeft of eerder hebt beleefd. Je moet het voelen.
Zo had hij ook een spreker meegemaakt die vertelde hoe hij een bepaalde stam in Zuid-Amerika had gefotografeerd. Die mensen waren geen blanke mensen gewend, laat staan
fotografen. Deze spreker had verteld dat hij eerst enkele weken had rondgelopen, zonder camera, om de mensen te leren kennen, hun gewoontes te bestuderen, maar vooral zorgen dat hij hun vertrouwen kreeg. Hij had vele mensen van de stam gesproken, meegeholpen met hun dagelijkse werkzaamheden en aan hun rituelen. Na deze weken was hij enkele dagen rond gaan lopen met de camera om zijn nek, maar zonder te fotograferen. Pas op de laatste twee dagen van zijn bezoek had hij daadwerkelijk foto’s gemaakt. Hij had het vertrouwen van de mensen gewonnen. Maar hij wist ook precies de kenmerken van de stam en van de specifieke mensen die hij op de foto wilde zetten. Dat bracht de kracht in de portretten. Dat was het verschil tussen een kiekje en een echte foto, had hij nog gezegd. De spreker had hem geïnspireerd met zijn verhaal en hem overtuigd dat je een gebeurtenis moet beleven om een mooie foto te maken.
En tijdens een IVN wandeling had de gids verteld over kenmerken van het landschap. Hij had daarbij ook diverse oefeningen. Een daarvan was om een tijdje te kijken en daarna je ogen te sluiten. Hij vroeg allerlei vragen over wat er te zien was, wat je hoorde, wat je kon ruiken, wat de meest dominante kleur was etc. Iedereen moest ook een schets maken van het landschap. “Zo, dit landschap vergeten jullie nooit meer.” En gelijk had de gids. Hij wist nog precies hoe het landschap er toen uitzag, zonder dat hij een foto had gemaakt.
En ook op deze vroege zondagochtend wilde hij het voelen. Hij had zich voorbereid op weersomstandigheden, op de geschiedenis van dit natuurgebied en de dieren die er voorkwamen. Hij wist dat er paarden losliepen in het gebied waar hij naar toe wilde. Hij had ze in eerdere jaren ook gezien, maar toen was hij niet zo vroeg. Met een beetje geluk zou hij straks een foto maken van de ochtendmist, de eerste ochtendstralen van de zon en een paard. Daar ging hij voor.
De tas en het statief begonnen ondertussen al wel zwaar aan te voelen, zeker zo op de vroege ochtend. Misschien was het een goed idee om een keer een karretje te kopen, mopperde hij tegen zichzelf. Hij moest nog even
doorzetten. Hij schatte dat hij nog tien minuten moest lopen. Plotseling zag hij in de verte iets achter de struiken liggen, wat niet paste in het landschap. Hij dacht eerst aan een vuilniszak. Maar hij vroeg zich af wie hier nu een vuilniszak zou neerleggen. Buiten het feit dat hij het niet netjes vond als mensen rommel in de natuur achterlieten, vond hij het merkwaardig dat iemand minimaal 20 minuten met een vuilniszak had gelopen of gefietst? Hij bedacht zich dat in sommige dorpen in de omgeving betaald moest worden per kilo afval en dat sommige inwoners hun afval ergens anders probeerde te dumpen om deze heffing te voorkomen. Maar toch niet zo ver op de heide? Hij liep dichterbij. Wat moest hij? Eigenlijk wilde hij op zijn doel afgaan. Het was immers al bijna zes uur. Maar dit vond hij toch wel vreemd en zijn nieuwsgierigheid leek het te gaan winnen van de foto.
Rechercheur Frank Verhaaghen was niet bepaald goed gehumeurd toen zijn jonge collega Johan Verkerk hem om zeven uur uit bed had gebeld. “Wie gaat er verdomme op zondagochtend om zes uur ’s ochtends wandelen op de heide?” Zijn vrouw Anki wist gelukkig beter. Hij was altijd zo als hij in de nacht of vroeg op de ochtend uit bed werd gebeld voor een nieuwe zaak. “Rustig Frank, sommige mensen hebben hobby’s. Als deze man daar niet gelopen had, waren er misschien wel sporen verloren gegaan.” Frank moest flink zuchten. Hij wist dat ze gelijk had. Het hoorde bij zijn functie. Maar wilde het niet graag toegeven. En dat lag niet aan haar. Ze bedoelde het goed en hij wilde haar best gelijk geven. Maar hij wilde het gewoon aan zichzelf niet toegeven. Hij was 55 jaar en werkte al ruim 35 jaar als rechercheur. In die jaren waren veel lijken in de nacht ontdekt en daar baalde hij van.
“Volgens de verordeningen mag je pas na zonsopgang de heide op, al is het maar om de dieren hun nachtrust te gunnen. Bij iedere ingang tot de heide staat het op borden. Alleen toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang, honden aan de lijn en geen muziekinstrumenten toegestaan. En wat er al niet meer op staat. Muziekinstrumenten… wie neemt nu zijn muziekinstrument mee naar de heide?”
Anki wist dat het klopte. Overal staan die borden, maar dat deed er nu eigenlijk niet toe. “Zal ik vlug een ontbijtje maken, schat? Johan komt je over een half uur ophalen.” Ze wist al zijn antwoord: een dikke kus op haar wang en “als ik jou toch niet had.” En dat maakte veel goed. Uiteraard vond ze het niet altijd leuk dat hij lange dagen maakte als hij een ingewikkelde zaak had, maar hij waardeerde haar altijd voor wat ze deed. Dat maakte veel goed.
Johan Verkerk, die dertig jaar jonger was dan Frank, was stipt op tijd. Hij had zijn ontbijt zelf moeten klaarmaken. Hij had het beperkt tot twee krentenbollen in de auto. “Wat hebben we, Johan?” Hij keek zijn jongere collega vragend aan. Johan kon niet meer vertellen dan wat hij had doorgekregen. “Een wandelaar die wilde fotograferen in de vroege morgen heeft een totaal verbrand lijk gevonden.”
Contrast Contrast is het verschil tussen tegenstellingen. Licht – donker Zwart – wit Geel – Violet Plat – volume Recht – krom Glad - ruw Zwaar – licht Luid – zacht
Groot – klein Groen – Rood Veel weinig Lang – kort Scherp – bot Hard – zacht Vloeibaar – vast Vlak – massa
Hoog – laag Blauw – Oranje Punt – lijn Breed – smal Horizontaal – vertikaal Stilstaan – beweging Sterk – zwak Continue - Fluctuerend
Hoofdstuk 2 Tien jaar eerder Het idee was eigenlijk heel spontaan opgekomen. Ze had hem gevraagd. Sven was een aardige rustige jongen die enthousiast bezig was met portretfotografie. Hij had al veel klasgenoten op de foto gezet. Hij maakte krachtige foto’s die veel indruk maakten op de klasgenoten. En dat was ook het weinige wat indruk maakte. Hij was een behoorlijk teruggetrokken jongen die niet graag in de belangstelling stond. Hij voelde zich het beste thuis als hij in gesprek was met één persoon. In groepen voelde hij zich minder thuis, in ieder geval op deze school. Al het stoere gedoe van de andere jongens in de klas paste niet bij hem. Hij was een middelmatige leerling met een voorkeur voor de creatieve vakken en geschiedenis. Fotografie was alles voor hem.
Toen Nancy Verbruggen hem had gevraagd om foto’s te maken had hij geen moment getwijfeld. Ze was een mooie meid en hij kon het goed met haar vinden. Ze was 19 jaar en had lang blond haar, blauwe ogen en vooral een mooie glimlach. Hij vond dat de meeste mooie meiden op school een verwaande blik hadden. Hij hield daar niet van. Bij Nancy was dat anders. Hij vond haar mooi, maar gelukkig had ze ook een vriendelijke uitstraling. Hij vond haar een ideaal model voor hem. Ze wilde het als verrassing voor haar vriend doen, Dennis van Bruinisse. Hij was twee jaar ouder dan zij. Hij was stoer, behoorlijk gespierd en een vrouwenversierder.
Dennis had twee karaktereigenschappen die Nancy iets minder prettig vond: hij was zeer jaloers en had een kort lontje. Hij kon het niet hebben als andere jongens te veel naar Nancy keken. Ze had hem al meerdere keren moeten sussen. Onlangs waren ze samen uitgegaan. Ze was een jongen tegengekomen van de lagere school. Hij was acht jaar geleden verhuisd. Ze vond het erg leuk om hem weer eens te spreken na een lange tijd. Maar Dennis vond het na een kwartier genoeg. “Nu hebben jullie genoeg gesproken. Kom Nancy,” had hij op zeer strenge wijze gezegd. “Hé Dennis, doe eens normaal. Ik wil graag met hem praten. Ik heb hem al in geen jaren gezien.” Dennis had haar boos aangekeken en had haar meegetrokken. Ze had zich losgetrokken. “Laat mijn arm los. Ik heb ook nog wat te
zeggen, of niet soms.” Ze was toen ook boos geworden. Ze vond dat zijn jaloezie nog niet betekende dat zij niets meer mocht inbrengen. Zij had ook een mening. Ze had zich geschaamd tegenover haar oude klasgenoot. “Nee, ik wil het niet hebben. Je wéét dat ik daar niet tegen kan. Waarom tart je me dan toch steeds?” was de reactie van Dennis. Nu was Nancy helemaal boos geworden. Nu kreeg zij een verwijt van hem. Dat vond ze de omgekeerde wereld. Ze was bij hem weggelopen, terug naar haar oude klasgenoot. Toen was Dennis woedend naar huis gegaan en had flink gedronken. Ze hadden elkaar sinds die tijd niet meer gesproken.
Ze wilde het weer goed maken met Dennis. Ze had heel spontaan het idee gekregen om Sven te vragen om een mooie fotorapportage van haar te maken. Die zou ze naar Dennis opsturen met een lief briefje erbij. Ze hoopte dat het daarmee weer goed zou komen. Sven kwam met al zijn apparatuur naar het huis van Nancy’s ouders. Hij had veel geleerd van zijn vader die ook veel portretten heeft gefotografeerd. Daardoor wist Sven precies waar hij op moest letten. Hij begon zijn fotosessies altijd met het laten zien van diverse foto’s aan het fotomodel. Daarmee kreeg het model een beeld van wat voor soort foto’s hij als fotograaf kan maken. Maar het model krijgt ook ideeën van diverse poses, make-up en achtergronden. Dit deed hij ook bij Nancy. Ze keek door het boek en zag ook mooie naaktfoto’s. Niet ordinair, maar stijlvolle, esthetische naaktfoto’s. Ze begon na te denken. Hoe zou Dennis hierop reageren? Ze wilde de gok wel wagen. Ze hoopte erop dat hij de foto’s zo mooi zou vinden dat hij niet boos zou worden. Integendeel: ze verwachtte dat een foto met haar mooie lijf alles goed zou maken. Hij hield immers van mooie vrouwen. Dit zou hem gaan overtuigen om terug bij haar te komen.
Sven begon met de fotosessie. Hij had van zijn vader geleerd hoe hij goede instructies kon geven aan de modellen. Bij professionele modellen kon dat beperkt blijven, maar bij onervaren modellen, zoals Nancy, waren instructies echt nodig. Sven zette Nancy bij een raam dat op het noorden staat. Vele fotografen zweren daarbij, omdat het licht dan het mooist is. “Nancy, wil je met je linkerschouder naar het raam staan?” Dat deed ze. “Nog een beetje naar links.” Hij wilde haar anderhalve meter van
het raam hebben staan om een zacht licht te krijgen dat op haar valt. Hij vroeg haar ook om een stapje naar achter te zetten, richting de muur, zodat ze net niet naast het raam stond, maar net een beetje achter het raam stond. “Dan valt de rand van het licht op jouw lichaam in plaats van het volle zonlicht. Deze rand van het licht is mooi zacht en dan komt je lichaam mooi tot zijn recht,” had hij toegelicht. Ze luisterde goed naar zijn instructies. Sven ging zelf aan de rechterkant naast het raam tegen de muur staan. “Nancy, ook al ben je slank, wil ik je vragen om je armen los te maken van je lichaam. Dan lijk je nog slanker.” Nancy stond goed en Sven begon een aantal foto’s te maken. “Goed zo, je doet het goed.” Complimenten geven is belangrijk, vond hij. De sfeer wordt er beter van en je laat het model weten dat je tevreden bent. In het begin was Nancy nog wat gespannen, wat ook op de foto’s te zien was, maar na een tijdje werd ze ontspannen. Sven wist dat de eerste foto’s meestal minder goed werden, zeker bij onervaren modellen, dus zei hij in het begin niets.
Sven liet een aantal van de onbewerkte foto’s aan Nancy zien. “Ik ga je later op de computer nog mooier maken, als je het niet erg vind. Meestal maak ik de ogen wat witter en scherper. En wat oneffenheden wegwerken, hoewel je die gelukkig niet veel hebt.” Hij wachtte even om haar reactie af te wachten. Ze keek hem wat uitdagend aan. “Je vindt me mooi hè?” Nu werd Sven wat verlegen. Ze had het bij het rechte eind. Maar moest hij dat vertellen? Ze had al een vriend en hij leek totaal niet op hem. Kennelijk viel ze op andere types. Hij was hier als fotograaf en hij vond dat hij zijn modellen niet mocht verleiden. “Ik ben blij dat ik mooie foto’s van je mag maken. Ik vind het een eer dat je het aan mij toevertrouwd.” Nancy dacht na. Nu is het moment om door te pakken.
Dennis van Bruinisse was bij enkele vrienden op bezoek geweest. “Wat ben je toch een sukkel om zo’n lekker ding te laten lopen,” hadden ze gezegd. Het had hem aangegrepen. Ze hadden gelijk. Hij had om iets onbenulligs de relatie met Nancy op het spel gezet. Waarom was hij toch een opvliegend persoon? Zijn vrienden hadden het vreemd gevonden dat hij zo boos was geworden om die oude klasgenoot. “Ze deden toch niets vreemds? Gewoon een gesprek met een oude klasgenoot. Dat is toch normaal?” hadden ze gezegd. “Ja, inderdaad normaal, maar
ik ben nu eenmaal zo,” dacht hij. En hij zag ook niet hoe hij dit moest veranderen. Maar hij wilde het wel. Hij zou hulp gaan zoeken. Hij wilde de relatie met Nancy niet verbreken. Hij moest hulp zoeken. En hij wilde dat besluit aan haar vertellen. Hij kreeg het plan om met een fles wijn en een bosje bloemen naar haar huis te gaan en te vragen om de relatie weer op te pakken. Desnoods zou hij haar op zijn knieën smeken.
“Sven, ik wil graag dat je van mij een foto maakt, zoals je me net hebt laten zien. En ook in zwart-wit.” Nancy had het boek opengeslagen bij een mooie foto van een topless vrouw. Sven schrok even. Dat had hij niet verwacht. Hij deed wel vaker naaktfotografie, maar niet met klasgenoten. En hij kende haar vriend. Die was sterk en deed aan meerdere vechtsporten. Daar wilde hij geen ruzie mee hebben. “Ik weet niet of dat een goed idee is, Nancy. Wat zal Dennis er van vinden als hij er achter komt dat ik jou bloot heb gefotografeerd?”
Nancy keek hem even aan. Ze vond het wel schattig om te zien hoe hij aan het twijfelen was. “Sven, rustig maar, ik neem alle verantwoordelijkheid op me. Als hij ruzie maakt, dan doet hij dat maar met mij. Maar ik verwacht dat niet. Hij houdt van mooie vrouwen. En als hij zo’n mooie foto van me ziet… Nee, ik denk wel dat het resultaat het zal overwinnen van zijn korte lontje.” Maar Sven bleef twijfelen. Hij wist niet wat hij als antwoord moest geven. Dennis en hij konden niet goed met elkaar opschieten. Althans Dennis keek op hem neer. Hij riep geregeld lullige dingen naar zijn hoofd, zoals: “wordt nu eens een echte vent” of “slappeling.”
Nancy liet er echter geen twijfel over bestaan. Nadat Sven even niets had gezegd begon zij zich uit te kleden. Sven liep even rood aan, maar liet het gebeuren. Hij liep naar zijn camera toe. Normaal gesproken trokken modellen hun kleding uit in een aparte ruimte. Hij wilde het niet zien hoe zij zich uitkleedden. Hij had geen keuze meer, vond hij. Hij zou haar naakt gaan fotograferen. Maar hij zou het professioneel doen. Geen opwinding. Dat paste niet bij een fotosessie, vond hij. Zonder iets te zeggen ging ze staan, zoals ze op een van de foto’s had gezien. Sven ging de
eerste foto’s maken. Na een drietal foto’s wilde Nancy het eerste resultaat zien op het scherm van de camera. Ze was tevreden en wilde doorgaan. Ze gaf hem een compliment en gaf hem een aai over zijn hoofd. “Ze zijn geweldig, Sven. Ga verder.”
Op het moment dat Sven weer terugliep om de volgende foto’s te gaan maken, ging de deurbel. “Bukken!” riep Sven. Maar het was te laat. Nancy keek verschrikt op. Dennis keek door het raam en zag hen bezig met de fotorapportage. Hij ramde op de deur. “Doe open!” schreeuwde hij. Nancy bukte en pakte haar kleding op. Ze liep naar het toilet waar ze zich vlug aankleedde. “Doe open, trut.” Hij begon hard op de ramen te bonken. Nancy deed niet open. Ze vroeg zich af wat hij in godsnaam van plan was. Waarom kwam hij zo onverwachts langs? Zou hij iets gehoord hebben van iemand? Of had iemand gezien dat Sven naar haar was toegekomen met zijn apparatuur? Hij kon niets weten van de naaktrapportage. Dat had ze zojuist pas besloten. Of was het allemaal toeval en kwam hij gewoon langs om het goed te maken?
“Wat wil je?” vroeg ze met harde stem. Ze zag dat zijn gezicht rood was aangelopen. Ze besefte dat er grote problemen zouden komen als ze de deur zou opendoen. Als hij zich zo gedroeg, was hij niet rustig te krijgen. “Wat moet je hier met deze slapjanus. De sukkel van de school…” En zo ging hij nog even verder. Nancy ging met haar rug naar de deur staan. Ze vond dat hij boos mocht zijn, maar dan wel op haar, niet op Sven. “Het is over! Hoor je dat! Over. Over en uit!” Ze reageerde er niet op. Daarop besloot hij om weg te lopen naar de auto.
Dennis baalde als een stekker. Hij wilde het goedmaken met zijn vriendin en wat deed zij: ze zat met de grootste sukkel van de klas in huis om naaktfoto’s te maken. Hij voelde zich totaal vernederd. Hij reed met zijn auto naar de kroeg en begon flink te drinken. Na een uur en heel veel glazen bier keek hij niet erg vrolijk meer. Er kwam een dame van ongeveer dertig jaar bij hem zitten. “Hé jongen, het ziet eruit dat jij wel wat gezelschap kan gebruiken.”
Het feest was goed voorbereid. Een mooie serveerster met blond gekruld haar vroeg of hij wat wilde drinken. “Een biertje graag.” Binnen twee minuten had hij een biertje. Bart Weenink hield wel van een biertje. Hij was een bekwaam rechercheur, maar vanavond zou alle eer uitgaan naar zijn baas, Frank Verhaaghen. Het hoorde bij het spel: hij was verantwoordelijk, dus als een zaak niet goed ging, kreeg hij alle verwijten, maar als een zaak succesvol was afgerond kreeg hij alle eer. En de 45 jarige Frank hield er ook van om alle eer te krijgen. Bart zag het al voor hem: straks gaat Frank vertellen hoe geweldig hij de zaak heeft opgelost. Het woord “team” of “collega” zal wel niet vallen. Het draait bij Frank om: Frank. En Bart had de oplossingsrichting aangedragen, zoals zo vaak. En niemand geloofde hem in het begin. Het zou te vergezocht zijn. Maar Bart had het bij het juiste eind en daardoor had Frank de zaak, met zijn team, kunnen oplossen. Dank je wel, Bart, goed gedaan. Nee dus. Iedereen moest zien hoe goed hij, Frank Verhaaghen, de zaak had opgelost. Zou het ooit wennen? Bart wist het nog niet. Hij genoot in ieder geval nu van zijn koude biertje.
Het bier en zijn Bourgondische etensstijl hadden hem wel aan de zware kant gemaakt: 110 kg was toch wel veel voor een man van 1 meter 85. Bart had halflang donker haar en was 30 jaar oud. Hij droeg vaak spijkerbroeken en een trui of T-shirt, afhankelijk van het seizoen. Nu ook, terwijl veel van de hoge heren in uniform kwamen om hun strepen te laten zien, kwam hij gewoon in casual kleding. Dat paste bij hem. Hij deed niet aan sport, wat zijn gewicht en conditie niet te goede kwam. Hij luisterde graag naar muziek, maar dat was dan ook zijn enige hobby. Ook thuis was hij niet erg actief. Het huishouden werd door zijn vrouw Anja en zijn dochter Denis gedaan. Zijn werk was zijn leven. Hij was intelligent, had een sterk strategisch inzicht, waardoor hij goed in staat was om verbanden te leggen in complexe zaken. Hij had al zo vaak een zaak in de goede richting gebracht door zijn slimme ideeën. Frank wist dat te respecteren, hoewel hij zelf met de eer ging strijken als er een zaak was opgelost. Bart had er mee leren leven, hoewel hij het niet altijd leuk vond. Op een avond als deze zou Frank toch even zijn team kunnen bedanken. Kleine moeite, groot plezier. Maar Bart rekende er niet op.
Anja had hem gebeld dat ze later zou komen. Ze moest eerst Denis ophalen en stond in een file. Het zou niet lang meer duren voor ze er zou zijn. Zijn vrouw en dochter waren alles voor hem. Vanaf de eerste dag dat hij Anja kende, had hij haar intens bewonderd. Ze was altijd positief, vrolijk, behulpzaam, zorgzaam en erg lief. Ze wist hem altijd op te beuren als hij vastzat in een zaak. Ze accepteerde dat hij vaak lange dagen maakte. Ze zorgde dan altijd voor zijn eten. Een betere vrouw kon hij niet wensen.
Zijn dochter Denis was zijn oogappel. Ze had, net als hij, donker haar: lang donker haar, zonder krullen. Ze had daarbij mooie bruine ogen. Ze gebruikte vaak veel make-up om haar ogen en mond te accentueren. Ze was erg populair bij de jongens op haar school, maar desondanks was ze nog vrij. Dat wilde ze graag nog even zo houden. Ze had veel vrienden. Maar een vaste vriend wilde ze nog niet. Met haar 16 jaar vond ze dat te jong. Ze was, in tegenstelling tot haar vader, erg sportief. Ze deed aan fitness, hardlopen en ging geregeld naar het zwembad. Ze had een goede conditie en had een strak lijntje. Bart bewonderde dat, maar had niet de discipline om te gaan lijnen of te gaan sporten. Hij had veel te onregelmatige tijden. Althans, dat smoesje gebruikte hij. Denis had vaak gevraagd of hij meeging naar de sportschool of het zwembad. Hij was twee keer meegegaan naar het zwembad, maar hij kon haar tempo niet bijhouden. Op zich is dat bij baantjes zwemmen niet erg, maar hij schaamde zich een beetje, zowel voor zijn buik als voor zijn trage tempo. Hij heeft toen besloten om er niet verder mee te gaan.
“Beste aanwezigen: collega’s, familie en vrienden van Frank. We zijn hier vanavond om deze fantastische rechercheur te onderscheiden. Hij heeft onze stad een enorme dienst bewezen… Een mooie start van het nieuwe millennium…” En zo ging het nog even door. Frank kreeg het ene compliment na de ander. Bart was er niet zo bij met zijn gedachten. Hij keek op zijn horloge. Waarom waren zijn vrouw en Denis er nog niet?
“Dennis, rijd je niet erg hard?” Het was een retorische vraag. Na ongeveer twintig biertjes was hij in de auto
gestapt met de dame die hem had aangesproken. Hij was haar naam al vergeten. Maar hij had wel behoefte aan wat vrouwelijke aandacht. Ze stak een sigaret op. In de kroeg had ze hem verleid. Nadat ze hem een aantal keren over zijn benen had gewreven en enkele zoenen had gegeven, had ze gevraagd: “Bij jou thuis of bij mij?” Het was dat laatste geworden. Hij reed met ruim 100 km per uur door de bebouwde kom. Hij was al door enkele rode lichten gereden, waar geen kruisend verkeer aankwam. Hij moest hard afremmen voor een auto met oude mensen die zich gewoon aan de snelheid hielden. Hij sloeg kwaad op zijn stuur, maar drukte niet op de claxon. Hij was nog steeds geïrriteerd over wat er die dag gebeurd was. Hij hoopte dat hij zich straks kon “afreageren” als ze bij haar thuis zouden zijn. En het liefst zo snel mogelijk. Die “treuzelaars” werkte op zijn zenuwen. Bij het volgende kruispunt sloegen ze af en hij gaf weer vol gas. De dame wreef over zijn arm en zei: “Mag het wat rustiger, schatje? Ik wil graag straks de liefde met je bedrijven, maar zonder rolstoel.” Ze lachte erbij. “Ik kan niet wachten en daarom rij ik door,” zei hij wat nors terug. Maar daarna kwam ook de glimlach. Maar de snelheid werd er niet minder door.
Frank was ondertussen aan zijn toespraak begonnen. En Bart had gelijk gekregen. Geen woord over zijn collega’s, geen bedankje voor het team. Alle eer was voor Frank. Heel trots vertelde hij hoe deze zaak door hem was opgelost. “Leuk Frank, maar dat waren mijn ideeën. Graag gedaan,” zei Bart tegen zichzelf in gedachte. “Laat hem maar. Verder is het een goede vent.” Bart dronk nog een biertje. Er volgde regelmatig tussendoor applaus, waardoor Frank nog meer ging glunderen. Bart wist dat Frank zijn bijdrage aan het team en hun vriendschap, want zo kon hij het wel noemen, erg waardeerde. Zijn egotripperij nam hij maar voor lief. Hij had ooit wel tegen hem gezegd dat het hem irriteerde, maar veel effect heeft het niet gehad. “Natuurlijk waardeer ik jou en het team” was standaard zijn antwoord, maar tijdens dergelijke bijeenkomsten ging zijn trots toch voor. Bart had besloten om daar geen energie meer in te steken. Hij zou het, tegen zijn zin, accepteren.
“Weet je wat ik als eerste ga doen als we thuis zijn?” Ze keek Dennis heel uitdagend aan. Hij keek naar haar. Hij zag haar: ze had er zin in. Ze gaf hem een knipoog. Zijn gedachten gingen naar wat er zou gaan gebeuren. Hij had
wel zin in een avond met deze onbekende vrouw. Beiden waren dronken; beiden hadden zin om de liefde te bedrijven. Hoe zou haar huis zijn, haar bed, haar lichaam? Het leek net een grote droom. “Pas op!” schreeuwde ze. Hij keek gelijk naar voren, maar kon niet meer remmen. Met meer dan 100 km per uur reed hij door het rode licht tegen een andere auto met twee personen. Daarna was hij buiten westen.
De speeches waren voorbij. Het was tijd voor de borrel. In de ruimte waar de borrel werd gehouden stonden veel staantafels met bakjes met nootjes erop. Een aantal serveersters bracht snacks en drankjes rond. Frank liep naar Bart. “Ik weet wat je denkt. En ja, ik ben het vergeten. Maar je weet dat ik jou waardeer en het team. Zonder jullie hadden we deze avond niet gehad.” Bart zuchtte even. Zo ging het altijd. “Het is goed, Frank. Dank voor je waardering.” Frank gaf hem een schouderklop. Hij wist dat hij weer fout was. Zijn collega was essentieel voor zijn carrière. Zonder zijn bijdrage was hij niet zo ver gekomen. Dat wist hij al te goed. “Ze hebben luxe nootjes vandaag. Die smaken goed. Niet van die simpele pinda’s. Ik zal ze complimenten geven,” zei Frank enthousiast. “Het moet niet gekker worden, hè Frank. Als jij complimenten gaat geven…” Bart lachte erbij. Frank voelde dat hij op zijn woorden moest passen.
Bart was een intelligente collega, maar hij hield er ook van om anderen in de maling te nemen. De ene keer plakte hij een plakbandje op de telefoonhoorn, zodat je niets hoort; de andere keer verwisselt hij de muis van rechtshandig naar linkshandig. En laat zeker niet de computer onbeheerd achter, want je loopt het risico dat Bart namens jou een ontslagbrief indient. Frank had er al twee ontvangen van nietsvermoedende slachtoffers. En er was ook nog de beruchte “meneer de Beer” grap. Frank was er zelf ook ingetrapt. “Frank, een of andere meneer de Beer heeft gebeld. Hier staat zijn nummer” en dan was het telefoonnummer van een andere dierentuin. Frank had het gevoel dat Bart nu ook in zo’n bui was om hem voor de gek te zetten, zeker nadat hij het team niet vermeld had.
“Meneer Weenink?” Een agent was naar hem toegelopen en tikte hem op zijn schouders. “Ja,” zei Bart automatisch terug. “Wilt u even met mij meekomen?” Bart zat hem verbaasd aan te kijken. Hij vertrouwde het niet. Hij had al zoveel collega’s voor de gek gehouden. Zouden ze hem nu willen foppen? “Bart, ik ga wel even mee,” zei Frank. Voor Bart was dit nog verdachter. “Meneer Weenink, alstublieft, wilt u even meekomen naar de ruimte hiernaast? Dat praat wat rustiger.” De agent keek ernstig. Frank voelde aan dat er serieus wat aan de hand is, maar Bart bleef op zijn hoede. Ze zouden hem niet voor de gek houden. Ze liepen met zijn drieën naar een aparte ruimte. “Ga even zitten.” Bart deed dat. Frank bleef staan, naast de stoel van Bart. “Meneer Weenink, ik heb een zeer vervelende mededeling.” Nu drong het tot Bart door, dat het niet meer waarschijnlijk was, dat het hier om een grap ging. Dit zou te ver gaan. “Op de kruising tussen de Kerkstraat en de Prinses Maximalaan is een ongeluk gebeurd. Uw vrouw en dochter waren daarbij betrokken en hebben het niet overleefd.” De laatste woorden bleven echoën door het hoofd van Bart. “en hebben het niet overleefd. Niet overleefd.”
Bart zat voorovergebukt op zijn stoel met zijn handen in zijn haar. Hij was even helemaal stil. “Dat is niet waar!” schreeuwde hij na enige tijd uit. Frank bukte door zijn knieën en ving zijn collega op. Hij wist hoeveel Anja en Denis voor hem betekende. Dit was een persoonlijk drama van ongekende omvang voor hem. “Niet waar! Niet waar!” schreeuwde hij opnieuw. De eerste fase van een rouwproces is altijd de ontkenning. Frank wist dat ook. Eerst kwam de ontkenning gevolgd door een periode van boosheid, verdriet en nostalgie. Pas daarna kon iemand weer gaan opbouwen om uiteindelijk de nieuwe situatie te accepteren.
De agent overhandigde hem enkele foto’s van het ongeluk. De auto van Anja was geheel ingedeukt. De foto’s van de slachtoffers lieten geen twijfel bestaan over de ernst van het ongeval en over de identiteit van de slachtoffers. “Het spijt me,” zei de agent tegen Bart, toen hij de foto’s overhandigde. Bart hoorde de woorden van de agent nauwelijks. Hij gaf een vlugge blik op de foto’s en begon enorm te huilen. Hij wilde het niet geloven. Zijn wereld stortte in. Wat had zijn leven voor zin zonder Anja en Denis. Frank gaf hem steun door een arm op zijn schouder te
leggen. Niet lang daarna kwamen zijn collega’s Mohammed Badhaari en Muriëlle Doornakkers binnen. Muriëlle sloeg onmiddellijk haar armen om Bart heen en ze liet zijn hoofd leunen op haar schouders. Zo bleven ze enige tijd staan. De agent herhaalde aan hen wat er was gebeurd. “Zijn vrouw en dochter zijn omgekomen bij een ongeluk. Een dronken jongeman van 21 reed met meer dan 100 km per uur door het rode licht. Ook een vrouwelijke passagier was op slag dood.” Frank keek naar hem. “Weer zo’n jong broekie die net zijn rijbewijs heeft!”
Bij Bart sloeg de emotie om in boosheid, fase 2 uit het rouwproces. Hij maakte zich los van Muriëlle. “Waar hij is? Waar is dat stuk verdriet?” Frank en Mohammed pakten hem vast bij de armen. “Rustig, Bart. Hij zal zijn straf niet ontlopen. Mohammed, Muriëlle en ik zullen het onderzoek doen,” zei Frank. Maar hij wist dat het tegen beter in was. Bart wilde zelf bij het onderzoek betrokken worden, maar dat zou niet gebeuren. Hij was te veel betrokken bij deze zaak en dan werd je niet op het team gezet. En hoewel hij begreep hoe graag Bart dat zou willen, Frank zou het nooit kunnen toestaan. Frank hoopte dat Bart ook tot dat inzicht zou komen als zijn emotie weer gezakt was.
“Dennis van Bruinisse, 21 jaar, is zwaar gewond in het ziekenhuis opgenomen. Hij is momenteel niet in staat om te praten. Volgens de artsen kan hij op zijn vroegst overmorgen iemand te woord staan.” De agent vertelde de details aan Frank, terwijl de twee andere collega’s bij Bart bleven. Het promillage alcohol was veel te hoog. Aan de hand van de remsporen wordt de snelheid geschat. “Volgens twee getuigen reed hij zeker 100 km per uur. Een van de getuigen had gezien dat hij vlak voor het ongeluk naar zijn vrouwelijke passagier keek in plaats van naar voren.” Frank noteerde alle gegevens die de agent hem gaf. Deze zaak zou niet moeilijk worden. Maar het zou een onmogelijke opgave zijn om Bart weer in zijn oude doen te krijgen. Frank sliep er vele nachten heel slecht van. De schreeuw van Bart bleef door zijn hoofd gaan. “Het is niet waar! Niet waar…..”
Hoofdstuk 3 Zaterdag 4 september 2010 Uit de luidsprekers klonken de subtiele gitaargeluiden van Steve Rothery, gitarist van Marillion. Uit de luidsprekers klonken de subtiele gitaargeluiden van Steve Rothery, gitarist van Marillion. Robert Smits luisterde naar “Marbles,” zijn favoriete album van de band. Hij had nu het nummer “fantastic place” op luid volume opstaan. Normaal had hij stevigere muziek aanstaan, hard rock en heavy metal. Maar deze CD paste nu beter bij zijn gemoedstoestand. Al was het maar omdat dit een van de weinige Cd’s was uit zijn uitgebreide collectie die zijn vriendin Chantal, met wie hij binnenkort ging trouwen, ook mooi vond. Ze had een totaal andere smaak dan hij. Ze had liever klassieke muziek opstaan, maar dat haatte hij.
Terwijl hij onderuitgezakt naar de muziek luisterde, besefte hij wel dat hij zijn aankomende huwelijk maar op het nippertje had gered. Ze was boos geworden. Heel boos, en terecht. Het was niet de eerste keer dat hij haar heel erg gekwetst had. Hij had verwacht dat hij deze keer te ver was gegaan, maar ze had het weer geaccepteerd. Zeer boos, verdrietig en teleurgesteld had ze het geaccepteerd.
Hij had de afgelopen weken weer veel te veel geld uitgegeven in de kroeg. En dat terwijl hij zuinig aan moest doen. Hij was in juli opnieuw werkloos geworden. Hij was 26 jaar en had al diverse werkgevers versleten. Hij was niet hoog opgeleid: met pijn en moeite had hij de havo gehaald. En waar kwam je met een alleen een havo diploma in 2010? Maar dat was niet het ergste. Hij was lui, vreselijk lui. Thuis mocht Chantal het gehele huishouden doen, maar ook op het werk was zijn inzet ver onder de maat. Hij had ook moeite met gezag. Hij had al vijf keer ruzie gemaakt met zijn leidinggevende, waardoor hij op straat werd gezet.
Hij ging liever met zijn vrienden naar de kroeg in het weekend. Dat zal na zijn huwelijk ook wel minder worden. Chantal vond het niet leuk dat ze op zaterdagavonden bijna nooit bij elkaar waren. En eigenlijk begreep hij dat ook wel. Maar als hij bij zijn vrienden was, wilden ze de vrouwen er niet bij hebben. Biertje drinken, kaarten en praten over
dure auto’s, lekkere meiden en de playboy. Daar hoorden geen vrouwen bij, vond hij. Ook de playboy was al meerdere malen aanleiding geweest tot ruzie met Chantal. Ze vond het maar niets dat hij steeds in dat blad zat te kijken. Maar hij hield ervan om naar mooie vrouwen te kijken. Hoe vaker hoe beter. En daarbij was het tweemaal mis gegaan. Hij was al twee keer vreemdgegaan. Het had de relatie behoorlijk onder druk gezet. Maar uiteindelijk had Chantal hem vergeven. Dat waardeerde hij zo aan haar. Ze kon veel gebreken van hem accepteren. Ze was zorgzaam en vreselijk lief. Ze was niet de mooiste vrouw die hij kende, maar haar goede karakter compenseerde dat ruimschoots. Hij wilde haar niet kwijt, dat wist hij zeker. En waarom was hij dan zo dom geweest om zoveel geld uit te geven in de kroeg. En onlangs had hij ook nog dure merkkleding gekocht. Ondanks dat hij weinig aan zijn uiterlijk besteedde, hield hij wel van het dragen van merkkleding.
Hij had haar beloofd om te sparen voor de trouwerij. Hij wist dat Chantal al van kleins af aan droomde van een romantische trouwdag met een koets, een jurk met een lange sleep, een fotorapportage, een enorme bruidstaart en een feest met veel gasten. Ze had al jaren gespaard voor deze dag. Ze leefde zuinig om deze dag te kunnen betalen. Zij had de bruidsjurk en de ringen al betaald. Dat kwam niet in gevaar door zijn geldproblemen. Maar de koets, de taart, de bloemen en de band moesten ze waarschijnlijk laten schieten. Ze zouden drankjes en hapjes kopen bij de supermarkt en het feest in klein gezelschap bij hen thuis houden. Ze was zo boos en teleurgesteld toen hij het had verteld.
Hij kon zich voor zijn kop slaan, maar hij kon de tijd niet meer terugdraaien. Het schrappen van de fotorapportage kwam het hardste aan bij Chantal. Dat was haar grote droom. Een album vol met trouwfoto’s en een grote canvasfoto voor in de kamer met Robert en zij in trouwkleding. De droom was waarschijnlijk voorbij. Daarvoor waren de geldschulden van Robert te groot geworden. Ze was boos uit huis gelopen en naar haar beste vriendin Mandy Sanders gegaan. Mandy was de ceremoniemeester. Ze zouden samen gaan kijken wat ze nog konden doen. Chantal had tegen Robert gezegd dat hij zich niet meer mocht bemoeien met de voorbereiding. Daar had hij mee ingestemd.
Terwijl hij tot rust probeerde te komen met de relaxte muziek van Marillion op de achtergrond ging de deurbel. Hij stond rustig op en keek eerst door het raam. Zijn beste vriend, Rik Grootveld, stond voor de deur. Hij was een jaar jonger dan Robert. Ze kenden elkaar al sinds de lagere school. De vriendschap was al die tijd heel hecht geweest, op een korte dip na. Rik was op de middelbare school verliefd op Chantal. Hij was te verlegen om haar te vragen. Hij was geen rokkenjager en dat was hij ook nooit geworden. Hij praatte met haar en ze gingen heel vriendschappelijk met haar om. Op feestjes hadden ze veel plezier samen. Hij waardeerde haar glimlach en ze was niet zo verwaand als alle andere meiden. Hij was bang om zijn echte gevoelens voor haar kenbaar te maken uit angst dat hij de vriendschap op het spel zou zetten. Hij hoopte stiekem dat ze zou aanvoelen wat hij voor haar voelde.
Maar hij herkende geen signalen van haar. Hij had hier ook met Robert over gesproken. Bij hem ging het meestal makkelijker als het om de vrouwen ging. Robert gaf hem wel tips, maar die paste niet bij zijn karakter. Uiteindelijk had Robert meer durf gehad en hij kreeg verkering met Chantal. In eerste instantie was Rik daar boos en verdrietig om. Maar na een tijdje zag hij in dat hij het zelf had laten lopen. Hij had geen durf getoond. Wat hij wel erg bleef vinden was dat Robert hem nauwelijks meer belde of op bezoek kwam. Al zijn tijd ging naar Chantal. Hij snapte heel goed dat hij veel tijd met Chantal wilde doorbrengen. Maar nadat hij vijf pogingen had gedaan om weer eens af te spreken, vond hij het genoeg. Robert belde niet terug of wees het verzoek weer af. Chantal voelde wel aan dat Rik baalde van het feit dat Robert hem nauwelijks nog zag staan. Ze heeft met Rik gepraat en daarna met Robert. Ze heeft Robert overgehaald om weer met Rik af te spreken. Ze hebben toen alles uitgepraat en de vriendschap werd weer hersteld. En nu waren ze weer beste vrienden. Hij was zijn getuige bij het huwelijk. Rik had twee relaties gehad, die ieder ongeveer anderhalf jaar hadden geduurd, maar nu was hij weer vrijgezel.
Rik had nooit begrepen waarom Robert twee maal vreemd was gegaan. Hij was er van overtuigd dat hij dat nooit zou hebben gedaan. Maar omdat Robert en Chantal er zelf uit
waren gekomen, vond hij dat hij zich daar verder niet mee moest bemoeien. Rik kwam meestal niet onverwacht op bezoek. De reden van dit onverwachte bezoek was dat hij Chantal had zien wegrijden. Ze was niet in een goed humeur. Sterker nog, ze leek wel in paniek. Ze had niets teruggezegd toen Rik haar groette. Hij vermoedde dat ze hem niet eens had gehoord.
“Hoi Rik, leuk je weer te zien.” Robert gaf zijn vriend een flinke schouderklop. “Robert, sorry dat ik zo onverwachts binnenkom…” Hij kon zijn zin niet afmaken. “Rik, geen enkel probleem. Ik ben blij dat je er bent. Dan kan ik ten minste mijn gedachten even verzetten. Biertje?” Rik knikte ontkennend. “Geef maar wat fris. Ik… euh… ik kwam net Chantal tegen op de fiets. Ik riep ‘Hoi Chantal’ tegen haar, terwijl ik naar haar zwaaide. Maar het leek of ze niets zag of hoorde. Ze reageerde totaal niet. Ik snap er niets van.”
Robert liep naar de keuken en schonk wat te drinken in voor Rik. Hij pakte een groot zak chips en stopte die in een grote kom. Hij zette de chips en drank op tafel. Hij pakte een grote hand met chips en liet zich vallen op de bank. Rik keek hem aan. “Rik, waarom ben ik zo’n enorme eikel?” Dat laatste woord zei hij extra hard. “Robert, kom op, wat heb je op je lever?” Hij vreesde het ergste voor de bruiloft, zeker nadat Robert al twee keer vreemd was gegaan. Zou het definitief uit zijn met Chantal?
“Een eikel ben ik, Rik, een grote domme eikel, en dan in het kwadraat. Nee, ik ben niet weer vreemd gegaan, voor het geval je dat denkt. Nee, ik trouw de meest fantastische vrouw die ik ken. Ze is lief, zorgzaam, heeft al zoveel zonden van mij moeten verwerken en geaccepteerd. Ze spaart al jaren voor die ene dag waarbij ze met mij gaat trouwen. Dat is haar grote droom. En wat doe ik? Oen dat ik ben…” Hij wachtte even voordat hij verder praatte. Rik keek hem recht in de ogen aan. “Ik heb haar droom verpest. Ik heb al mijn geld verbrast aan drank en veel te dure merkkleding. Ik heb mijn belofte aan Chantal geschonden om te sparen voor de trouwdag. Dus geen feest, geen band, geen fotorapportage, geen bloemen. Rik, ik heb haar droom verprutst!” Die laatste zin zei hij bijna in paniek. Hij had tranen in zijn ogen. Rik wist niet wat hij moest zeggen. Op
achtergrond draaide nog steeds de Cd van Marillion. “Deze Cd… we hebben samen lopen slowdancen op deze muziek. Rik, Dit is een van de weinige Cd’s die we allebei mooi vinden. En wat doet egoïst Robert. Ik draai altijd de muziek die ik mooi vind.” Hij begon te huilen. Dat had Rik nog nooit bij zijn beste vriend gezien. De altijd stoere Robert was aan het huilen. Wat moest hij doen? “Ze is boos, Rik. Heel erg boos. En terecht. Ik wil alles, maar dan ook alles doen om het goed te maken met haar. Rik, help me alsjeblieft.” Het was een oprechte smeekbede. Robert wist echt niet wat hij moest doen om deze fout goed te maken.
Het bleef even stil. Rik had nog geen slok genomen. Zijn gedachten gingen alle kanten op. “Waar is Chantal naar toe? Wat zijn haar gevoelens? Hoe kan Robert het goedmaken? Hoe kan hij hen beiden helpen? Net voor het huwelijk was dit niet goed. Had dit huwelijk wel een kans? Hoe vaak zou Chantal het gedrag van Robert nog accepteren? Waar ligt haar grens?” Hij wilde hen niet in de steek laten. Uiteindelijk zei hij: “Waar is ze naar toe?” Robert wist het niet. Ze was boos het huis uitgelopen. Ze had haar fiets gepakt en ze was weggereden zonder om te kijken. Robert vermoedde dat ze naar haar beste vriendin Mandy Sanders was gegaan. “Als ze naar haar ouders zou gaan, was ze wel met de auto vertrokken. Ik ben blij dat ze dat niet heeft gedaan.” En dat had in dit geval niets te maken met zijn slechte verhouding tot haar ouders. Nadat hij twee keer vreemd was gegaan, was de relatie tot zijn aanstaande schoonouders zeer slecht geworden. Maar hij was nu oprecht bezorgd. Als ze in de auto was gestapt, was de kans niet ondenkbeeldig dat ze in al haar emotie een ongeluk zou veroorzaken. “Mandy is niet verkeerd, Robert. Ik denk wel eens dat je ook aan haar te danken hebt, dat Chantal al jouw misstappen heeft geaccepteerd. Ze is goed in staat om haar te sussen. En ze is heeft een gave om in alles iets positiefs te zien. Je mag blij zijn dat zij haar beste vriendin is. Let op mijn woorden.” Robert stond op. “Net zoals ik blij ben dat jij mijn beste vriend bent, Rik. Ik meen het.”
Chantal was inderdaad naar haar vriendin Mandy Sanders gegaan. Ze was twee jaar jonger dan Chantal. Zij was als geen ander in staat om haar op te vrolijken. Nadat Robert had gezegd dat hij geen geld meer had op zijn bankrekeningen was Chantal heel boos geworden. Maar
ook heel verdrietig: dit was haar grote droom geweest. Als klein meisje deed ze vaak een huwelijk na als ze met haar poppen speelde. Ze was toen uren bezig om haar Barbie aan te kleden en op te maken voor het huwelijk met Ken. Toen ze op haar zesde verjaardag een bruidsjurkje kreeg voor Barbie was ze helemaal in de zevende hemel. Het was het mooiste cadeau dat ze ooit had gekregen als kind. Ze fantaseerde vaak hoe haar “prins” haar ten huwelijk zou gaan vragen. Een huiskamer vol met kaarsjes? Een vloer vol met rozen in de vorm van een hart? Zou hij kiezen voor het witte paard of haar met een koets naar een romantisch diner brengen? Ze kon er uren over dromen. Ze was een dromer.
Ze was 24 jaar en was verpleegster van beroep. Ze was naïef, romantisch en erg zorgzaam voor haar Robert. Ze leek totaal niet op haar aanstaande man, maar ze accepteerde veel van zijn slechte eigenschappen. En feitelijk kwam dat uit angst dat ze over zou blijven. Robert kon zo aan een andere vrouw komen. Ze was daar ook heel bang voor. Ze wist zelf ook dat ze niet een fotomodel was. Ze had half lang bruin haar, groene ogen, was 1 meter 70 groot en met 78 kilogram vond ze zichzelf toch net iets aan de zware kant. Ze gebruikte meestal wel wat make-up, maar niet te veel. Dat vond ze overdreven. Robert hield wel van vrouwen die flink opgemaakt waren, maar Chantal vond dat altijd “nep”.
Chantal voelde zich geregeld onzeker of ze wel sexy genoeg was voor Robert. De twee keer dat hij was vreemdgegaan had geen goed gedaan voor haar zelfvertrouwen op dit gebied. Doordat ze veel spaarde voor de bruiloft, had ze niet al te veel geld voor mooie kleding. Toch probeerde ze er altijd zo goed mogelijk uit te zien. Ze wist dat haar glimlach, haar positieve instelling en haar zorgzaamheid veel goed maakte. De glimlach die ze bijna altijd had, maar nu niet.
Ze zou zo graag willen dat Robert wat romantischer zou zijn. Maar dat zat niet in zijn karakter. Er waren veel meer verschillen tussen Robert en Chantal. Zoals hun smaak voor muziek. Chantal hield van klassieke muziek en dan vooral van Rachmaninov, Grieg en Tchaikovsky. Die laatste was
haar favoriete componist. Maar thuis werd meestal hardrock, hiphop en house gedraaid. Ze wilde ook graag kinderen, maar Robert had vaker verteld dat hij daar voorlopig nog mee wil wachten. Hij vond dat hij er nog niet aan toe was. Ze twijfelde eraan of hij ook echt kinderen wilde of dat hij het alleen maar zei om haar aan het lijntje te houden.
Chantal las graag romantische boeken, maar ze kon ook helemaal wegdromen bij het lezen van reisboeken. Ze keek dan naar de foto’s van adembenemende uitzichten, waar je vanuit de rotsen kon kijken naar de zonsondergang. Of ze las over oude culturen en droomde over hoe het leven toen geweest moest zijn. Ze had vooral interesse in de Griekse oudheid en de Maya cultuur. Robert kwam niet verder dan het lezen van de Playboy.
Verder hield Chantal van wandelen in de natuur, maar helaas deed ze dat veel te weinig omdat Robert er niet van hield. Ook de televisie was vaak onderwerp van discussie. Chantal wilde kijken naar diverse soaps op tv, terwijl Robert sport en spannende films wilde zien. Maar dat hadden ze nog wel opgelost. Meestal kwamen de programma’s die Robert wil zien op andere tijden dan de programma’s voor Chantal. En als dat niet zo was, werd een van beiden opgenomen.
Chantal had Robert leren kennen op een examenfeest van een klasgenoot. Dat was is de zomer van 2005. Ze kenden elkaar twee jaar voordat ze echt verkering kregen. Het was een mooie tijd, vooral aan het begin. Ze vond Robert een mooie jongen en ze was heel trots dat juist zij met hem verkering kreeg. Ze had al langer een oogje op hem gehad. Tijdens het feest was de vonk overgeslagen. Robert was verliefd geworden op haar en had haar die avond voor het eerst gezoend. Ze zou dat moment nooit meer vergeten. Sinds die tijd droomde ze van een huwelijk met hem. Ze waren heel vaak bij elkaar. Ze gingen naar veel feesten en dansten er op los. Ze gingen in het begin op vakantie samen met de vriendenkring van Robert. Chantal ging vaak lezen op het strand, terwijl Robert ging voetballen met wat vrienden. Maar ze gingen ook veel samen zwemmen in de zee. En ’s avonds gingen ze met zijn allen naar de
discotheek, waar Chantal en Robert veel en lang zoenden met elkaar. Robert hield van lang uitslapen. Chantal ging meestal als eerste het bed uit. Nadat ze was aangekleed ging ze naar een supermarkt om verse broodjes te halen. Ze hield ervan om samen op bed te ontbijten. Robert vond dit helemaal te gek. Meestal bedreven ze nog de liefde voordat ze naar het zwembad of het strand gingen. Chantal dacht vaak terug aan deze vakanties.
De twee keer dat hij vreemd was gegaan gaven een enorme dip in de relatie. Chantal had het beide keren niet zien aankomen. Ze dacht dat de relatie op die momenten goed was. Ze begreep niet waarom Robert was gevallen voor de twee andere vrouwen. Ze had geprobeerd om met hem hierover te praten. Maar zijn antwoorden waren vaag en ontwijkend. Het maakte haar onzeker, vooral over haar uiterlijk. Toen Robert zijn spijt betuigde en beloofde dat het nooit meer voor zou komen, was ze toch weer gezwicht voor zijn charmes. Daarbij had Mandy ook een rol gespeeld. Ze wist dat ze nog gek was op hem en ze had lange gesprekken met haar gevoerd. Rik had gelijk toen hij tegen Robert zei dat het wellicht aan haar te danken was dat ze nog bij elkaar waren. De vraag was of ze ook nu weer haar zou kunnen opvrolijken.
De eerste minuten bleef ze huilen. Mandy sloeg haar armen om haar heen. Ze voelde aan dat het echt mis was. Ze hield bewust haar mond en wachtte totdat Chantal begon te praten. Na tien minuten werd Chantal wat kalmer. Ze trok haar jas uit en Mandy hing de jas op de kapstok. “Lieverd, wat is er aan de hand? Wat heeft Robert in hemelsnaam gedaan om jou zo van streek te brengen?” Ze zei het op een hele lieve begripvolle manier. Chantal wreef in haar ogen. “Mijn droom is voorbij, Mandy. De droom van een sprookjeshuwelijk.” Mandy keek haar geschokt aan. “Je wilt toch niet zeggen dat het uit is?” Chantal knikte ontkennend. “Chantal, wat er ook aan de hand is, we zorgen dat jij je droomhuwelijk krijgt. Dat beloof ik je. Je bent mijn beste vriendin en ik laat het niet gebeuren dat jouw droom niet doorgaat!” Ze zei het heel overtuigend. Chantal gaf een kleine glimlach tussen haar verdrietige gezicht. Dat was typisch Mandy. Als het moest, zou ze het er voor over hebben om tot haar pensioen een schuld te moeten aflossen om haar te helpen. Maar dat kon ze niet accepteren. Dat kon ze niet van haar vragen.
“Ik heb met Robert gesproken. Ik had je verteld dat hij beloofd had om hard te sparen voor onze bruiloft. Maar nu… Nu blijkt dat hij helemaal blut is. Hij heeft al zijn geld besteed in de kroeg en aan die stomme kleding van hem.” Ze werd even stil. Mandy keek haar heel bezorgd aan. Ze was net zo verbaasd als Chantal dat Robert zijn belofte niet had gehouden. Ze wist van zijn gat in zijn hand. Ze had alleen niet verwacht dat hij dit opnieuw zou doen, na zijn plechtige belofte om te gaan sparen. Hij klonk zo stellig toen hij beloofde om voor het huwelijk te gaan sparen. Ze voelde met Chantal mee.
Chantal ging verder. “Hij is werkloos geworden en ik verwacht niet dat hij de komende anderhalve maand nog geld zal binnenhalen.” Mandy wist dat ze daar gelijk in zou krijgen. Hij was niet erg succesvol met baantjes en hij deed daar ook niet veel moeite voor. Hij vond het prima dat Chantal het geld verdiende. Mandy kon die houding van Robert niet begrijpen. Maar ze wist ook dat Chantal of zij hem niet kon veranderen. “Mijn spaargeld heb ik al uitgegeven aan mijn jurk en de ringen. Maar de dingen die Robert zou aanschaffen kan ik wel vergeten. Dus geen bloemen op mijn bruiloft, geen bruidstaart, geen fotograaf, geen bandje, geen feest, niets. Gewoon gemeentehuis en einde trouwdag.” Chantal begon opnieuw te snikken.
Mandy hoorde het aan, maar liet zich niet uit het veld slaan. Ze begreep haar teleurstelling en verdriet heel goed. “Niets daarvan, meisje. Ik ga je helpen.” Ze wilde haar emotioneel helpen, maar ze ging ook zorgen dat haar huwelijk door zou gaan op de manier die zij zo graag wilde. Daar had ze alles voor over. Haar hersens liepen al op volle toeren. Dat was typerend voor Mandy. Ze was iemand die de hele dag dingen aan het regelen was. Ze was een bezig bijtje. Ze hield van tempo maken. Geen treuzelen, maar snel keuzes maken. “Liever een snelle keuze dan geen keuze of een te late keuze,” was haar motto.
Ze dacht na over de mogelijkheden om Chantal te helpen. Haar buurvrouw deed een fotocursus. Het zou toch moeten lukken om een fotograaf te regelen, ook al was het geen professionele. “Veel amateurfotografen kunnen ook goede
foto’s maken,” dacht ze. Chantal had zelf al de ringen en de jurk betaald. Mandy zou de bloemen en de bruidstaart zelf kunnen betalen. Muziek regelen moest toch ook lukken. Denk… denk…
Chantal reageerde niet op de opmerking van Mandy. Mandy vermoedde dat ze het niet eens gehoord had. Ze deed een nieuwe poging. “Chantal, lieverd, ik begrijp je verdriet heel goed. Ik ben blij dat je naar mij bent toegekomen.” Ze wachtte even om te zien of het tot Chantal doordrong. Toen ze aan haar ogen zag dat ze contact had, ging ze verder. “Je hebt nu hulp nodig en die ga ik je geven. Ik heb al allerlei ideeën.” Chantal knikte voorzichtig. Mandy bracht haar naar de bank en gebaarde om te gaan zitten. “Ik ga je helpen. Dat beloof ik je. Mag ik even wat telefoontjes plegen? Nee, wacht even. Zal ik eerst wat te drinken inschenken?” Chantal knikte. Ze was al wat opgelucht, hoewel haar boosheid naar Robert toe nog zeker niet was afgenomen. Mandy liep naar de keuken toe en schonk cola in. Ze zette een schaaltje met chocolaatjes op tafel. De lievelingschocolaatjes van Chantal: met hazelnootvulling.
Mandy ging naar boven om te bellen. Ze wilde even rustig kunnen telefoneren. Ondertussen keek Chantal naar de schilderijen op de muur. Het waren abstracte schilderijen van personen. Ze hield zelf meer van wat concretere afbeeldingen, bij voorkeur van landschappen. Landschappen met mist of bij zonsondergang. Ze kon er zo van genieten als ze reisboeken aan het lezen was. De portretten op de muur hadden weinig betekenis voor haar. Maar ze vond dat iedereen zijn eigen smaak mocht hebben. Ze at nog een chocolaatje en dronk van haar cola. Na een minuut of drie wachten ging haar mobiele telefoon af. “Het zal Robert wel zijn,” dacht ze. Maar ze zag op haar display dat het Robert niet was, maar zijn beste vriend Rik Grootveld. Ze nam verbaasd op. “Met Chantal,” zei ze. “Hoi Chantal, met Rik. Ik zag je net snel voorbij fietsen. Ik zwaaide en riep, maar volgens mij zag je me niet.” Chantal excuseerde zich. Rik was een goede vent. Ze voelde zich schuldig dat ze hem niet had gezien. “Geen probleem, Chantal. Ik weet wat er speelt. Ik heb met Robert gesproken. Ik zou het zeer waarderen als je zou willen luisteren naar wat ik zeg.” Chantal antwoordde kort met “o.k.”
“Chantal, als je heel boos bent op Robert, heb je helemaal gelijk. Dat ben ik ook. Wat hij heeft gedaan, is niet goed te praten, ook door mij niet. Maar ik ben zijn beste vriend en ik ken jou ook heel goed. Ik heb hem zojuist zien huilen, intens zien huilen. Dat heb ik nog nooit bij hem gezien. Hij voelt zich zo vreselijk rot. Hij snapt het als je hem dit keer niet vergeeft. Zo realistisch is hij gelukkig wel. Maar hij heeft me gesmeekt om hem te helpen om het weer goed te maken. Hij heeft er alles voor over. Echt alles. Daar ben ik helemaal van overtuigd. Alsjeblieft Chantal, geef mij de kans om een keer met jou hierover te praten. Als je het niet voor Robert wil doen, doe het dan voor mij. Ik wil voor mezelf het gevoel hebben dat ik er alles aan gedaan heb om jullie weer bij elkaar te brengen. Maar het liefst… Ik wil gewoon dat het weer goed komt tussen jullie.”
Het bleef stil. Chantal keek even om zich heen. Ze hoorde Mandy boven nog druk in de weer. Ze dacht even na. Toen zei ze tegen Rik: “Ik kom zo naar je toe.” Ze drukte haar mobieltje uit en liep naar boven. Ze zwaaide naar Mandy. “Wacht even” hoorde ze Mandy zeggen door de telefoon. “Ik ga even weg. Je ziet me vanavond weer, o.k.?” Mandy betwijfelde of ze Chantal zou vragen waar ze heen zou gaan. Maar in deze situatie koos ze ervoor om haar te laten doen waar ze zich het beste bij voelde. Zij zou ondertussen verder gaan. Ze zwaaide terug. “Prima. Ik ga nog even verder. Tot vanavond.” En Chantal ging weg.
Na een uur had Mandy al iemand gevonden die muziek zou draaien. Het was een goede vriend van haar, die na het horen van het verhaal bereid was om belangeloos mee te helpen. “Een keer per jaar voor niets draaien moet toch kunnen voor het goede doel,” was zijn antwoord. “Geweldig, je bent mijn held.” Mandy was helemaal blij. Op internet ging ze zoeken naar corsages. Bij diverse websites van bloemisten in de buurt had ze leuke exemplaren gezien en ze besloot om die middag op pad te gaan. Ze had ook wat websites over bruidstaarten bekeken. Dat zou ze waarschijnlijk morgen gaan doen. De corsages wilde ze dezelfde dag nog regelen. Ze wilde haar vriendin zo snel mogelijk van het idee afhelpen dat haar huwelijk in duigen zou vallen. Ze dacht wel na waar ze zo plotseling heen was gaan. Ze vermoedde haar ouders. Dat zou op zich logisch
zijn, maar waarom kon dat niet wachten? Ze zou het haar niet gaan vragen. Ze was haar beste vriendin en geen spion.
Ze trok haar jas aan en reed naar het winkelcentrum in de buurt om bij de eerste bloemist te gaan kijken. Ze wilde gele corsages hebben. Ze wist dat zowel Robert als Chantal dat mooi zouden vinden. Ze had besloten om een selectie maken van drie tot vier corsages en deze voor te leggen aan Chantal. Ze vond dat Robert niets meer te zeggen had, na alles wat hij haar had aangedaan. Maar ze wist dat Chantal toch geen keuzes zou maken, zonder overleg met hem. Dat zat dus wel goed.
Na een half uurtje liep ze de bloemenwinkel uit om naar het centrum te gaan. Ze liep door het winkelcentrum richting de parkeerplaats. Toen liep ze haar buurvrouw tegen het lijf: Anki Verhaaghen. “Hoi Anki, hoe is het?” Anki had Mandy nog niet gezien en keek daarom wat verschrikt op. “Oh, hoi Mandy. Goed en eenzaam. Dat hoort een beetje bij het leven van een vrouw van een rechercheur. Maar ik heb zo mijn hobby’s waar ik me bezig kan houden.” Het was bijna het standaard antwoord van Anki. Ze had het werk van haar man Frank al lang geaccepteerd, maar kon het niet laten om het toch even te noemen dat ze vaak alleen was. Het was een indirecte oproep om eens wat vaker op de koffie te komen.
“Heb je vanavond tijd, Mandy?” Mandy schudde haar hoofd. “Het spijt me. Ik heb nu wat anders aan mijn hoofd.” Mandy was nog zo bezig met de bloemen dat ze bijna vergat dat haar buurvrouw haar wel eens zou kunnen helpen. Omdat Anki haar zo vragend bleef aankijken ging ze verder met haar verhaal. “Mijn beste vriendin zit in de problemen. Ik ben bezig om die op te lossen. Het komt dus wat ongelegen.” Anki keek geschrokken. “Wie dan?”
“Chantal Verbruggen. Ze trouwt binnenkort. Al toen ze nog kind was, droomde ze al van een groots trouwfeest. Maar door omstandigheden kunnen ze niet meer het grote trouwfeest doen die Chantal zo vreselijk graag wilde. Ze was behoorlijk overstuur. En dat begrijp ik ook. Ik ga wat dingen zelf betalen en probeer de rest de regelen.” Anki luisterde
aandachtig naar het hele verhaal dat Mandy vertelde. Ze vroeg of ze ergens mee kon helpen. “De muziek, de bruidstaart en de corsages heb ik geregeld. Een fotograaf, die zoek ik nog.” Anki keek vrolijk. Ze zat bij een fotocursus. Daar moest toch iemand zijn die kon helpen. “Ik ga morgenavond naar mijn fotocursus. Daar zal vast iemand zijn die haar kan helpen, toch?” Mandy keek opgelucht. “Als je dat zou willen doen? Bel me overmorgen als je wat weet?” Anki maakte een gebaar alsof ze op een deurbel drukte. “Ik kom wel even bij je langs.” Ze groetten elkaar gedag en Mandy liep verder naar haar auto om naar de volgende bloemist te rijden.
Hoofdstuk 4 “Beste cursisten. Het is belangrijk dat je de fotocamera goed kunt bedienen. Vorige keer heb ik uitgelegd wat diafragma, sluitertijd en ISO waarden inhouden. Vandaag ga ik dit nog een keer herhalen, omdat ik het zo belangrijk vind dat jullie dit goed begrijpen. De volgende keer zal ik jullie meer vertellen wat de samenhang daartussen is. Om te beginnen gaan we het hebben over het diafragma. Het diafragma bepaalt hoeveel scherptediepte in de foto komt. Dat is heel belangrijk voor je foto. Bij een grote diafragmaopening is een beperkt deel van je foto scherp. Je zet een onderwerp scherp op de foto, waarbij de achtergrond vaag is, om het onderwerp meer te benadrukken. Je kunt natuurlijk ook een deel van het onderwerp scherp op de foto zetten. Bij een kleine diafragmaopening is een groot gebied scherp. Dit zie je vaak bij landschappen.”
Edgar de Vries, de 40 jarige docent van de fotocursus, kon heel duidelijk en met veel enthousiasme zijn verhaal vertellen. Als fotograaf had hij een voorkeur voor straatfotografie, kinderfotografie en de natuur. Hij gaf veel workshops en werkte vaak belangeloos mee aan acties voor goede doelen. Onlangs had hij in het dorp een fotostudio opgebouwd op de jaarlijkse braderie en maakte gezinsfoto’s. De commissie die de braderie organiseerde was enthousiast over zijn idee geweest. “Bij veel gezinnen staat de vader of moeder nauwelijks op de foto, omdat die de foto’s maakt. Veel gezinnen hebben nauwelijks foto’s waar ze allemaal opstaan.” Het idee was goed aangeslagen. De opbrengsten van de braderie ging naar de cliniclowns. Hoewel Edgar zelf geen kinderen had, was hij er wel dol op. Edgar was zeer populair in de omgeving, waar hij nu sinds twee jaar woonde. Men vond hem sympathiek. Zijn buurvrouw noemde hem een allemansvriend, maar dat zei ze ook van haar hond. Voor hij hier kwam wonen, had hij langere tijd in het buitenland gewerkt en gewoond. Hij was 1,85 meter lang en weegt 75 kilogram. Naast zijn fotografie, wat zowel werk als hobby was, deed hij aan hardlopen, zwemmen en fitness. Hij had bruin kortgeknipt haar, blauwgrijze ogen en droeg kleding volgens de laatste mode. Hij hielp vaak bij evenementen en ook in het wijkhuis bij de bar in het weekend.
“Edgar, wat bedoel je nu met een groot diafragma: een groot of een klein getal? Ik vind het altijd zo verwarrend?” Else was meestal degene die veel vragen stelde. Edgar vond dat niet erg. Hij vond dat een teken van interesse tonen in de hobby die hij zelf ook zo fantastisch vond. En hij wist dat Else de vorige keer moeite had om het verhaal te volgen. “Ik zal het nog een keer uitleggen en geef maar gerust aan als ik te snel ga. Fotografen rekenen in stops. Elke stop is telkens 1,4 keer groter dan de vorige. De bekende diafragmawaarden gaan van 1,4 – 2,0 – 2,8 – 4,0 – 5,6 – 7,1 – 8,0 – 11,0 – 16,0 – 22,0 – 32,0. Met de hoofdletter F ervoor.” Hij schreef de getallen op het bord. “En dan nu het verwarrende: bij een groot getal als F22 is er sprake van een klein diafragma. En bij een klein getal als F2.8 is er sprake van een groot diafragma. Nu zullen jullie je afvragen waarom dat zo ingewikkeld is gemaakt.” Else reageerde als eerste. “Ja zeker, want ik snap het niet en ik raak er iedere keer van in de war.” Ook een aantal andere cursisten knikten dat ze benieuwd waren.
Edgar ging verder. “Wat bijna niemand weet is dat F4,0 eigenlijk F ¼ zou moeten zijn. En 1/22 is kleiner dan bijvoorbeeld 1/8. Maar fotografen laten de “1 gedeeld door” weg. Daardoor is het inderdaad verwarrend dat een klein getal als F2,8 een grote diafragmaopening betekent en een groot getal als F22 een kleine opening. Maar om iedere keer één tweeëntwintigste of zelfs één twee punt achtste te zeggen is ook wat.” Er ontstond wat gefluister in de zaal. Edgar keek eens rond. Hij voelde dat de cursisten nog geen genoegen namen met deze uitleg.
“Behalve het weglaten van de “1 gedeeld door” kan ik het ook op een andere manier uitleggen.” Het werd gelijk doodstil in de zaal. De aanwezigen zaten op hun puntje van de stoel. “Het diafragma is de verhouding tussen de opening waar het licht doorheen komt en het brandpuntafstand. Kan iemand vertellen wat de brandpuntafstand is?” vroeg Edgar. Anki gaf antwoord. “Volgens mij bepaal je daarmee de hoek waarmee je fotografeert. Bij een groothoeklens maak je een brede foto. Bij een telelens zoom je veel in en fotografeer je een smaller gebied.” Edgar knikte en liet haar verder praten. “Hoe groter de brandpuntafstand, hoe smaller het gebied, toch?”
“Goede toelichting, Anki. Een brandpuntafstand van 50mm wordt vaak als standaard gezien. Dit komt overeen met het gezichtsveld van het oog. Bij korte brandpuntafstanden als 20mm is er sprake van groothoekstand en bij lange brandpuntafstanden van bijvoorbeeld 300mm is er sprake van telestand.”
“Nu terug naar de diafragma. Ik zei net dat het diafragma de verhouding is tussen de opening waar het licht doorheen komt en het brandpuntafstand. Stel je hebt je camera ingesteld op een brandpuntafstand van 50mm en je hebt een grote opening van 18mm, dan is het diafragma 50 gedeeld door 18 is F2,8. Als je de opening verkleint naar 9 mm, dan is het diafragma 50 gedeeld door 9 = F5,6. Dus een kleinere opening betekent een groter getal. Uiteraard stel je op de camera niet de grote van de opening in, maar het diafragma. Dus door een bepaald diafragma in te stellen in combinatie met de brandpuntafstand die je instelt op je lensobjectief wordt de opening bepaald. Ik geef toe: het blijft verwarrend, maar ik hoop dat deze uitleg het wat duidelijker maakt?”
Else knikte. “Eindelijk iemand die het duidelijk kan vertellen. Bedankt, Edgar. Maar dan nog een vraagje? Hoe zit het dan met compactcamera’s? Die zijn zelfs bij F2,8 nog scherp. Hoe zit dat?” Edgar moest lachen om de vraag. “Compactcamera’s werken anders. Heb je jouw handleiding bij je?” Dat had Else altijd bij haar, zowel de handleiding van haar spiegelreflexcamera als van haar compact. “Welke brandpuntafstanden kun je kiezen, Else?” Ze keek in haar boekje: 36-114mm. “En kijk nu eens bij de technische gegevens. Wat staat daar?” Ze zocht het op en las voor: “3 keer zoomlens. 7,9 – 23,7mm. Tussen haakjes 38-114mm omgerekend naar een 35mm fotocamera. Hè, wat bedoelen ze daar nou mee?” Edgar liep naar het bord toe. “Digitale camera’s hebben meestal een andere sensor dan de analoge camera’s van vroeger. Om de afstanden van lenzen te vergelijken worden deze vaak omgerekend naar 35mm equivalenten, zoals dat met een duur woord heet, ofwel de analoge variant. Canon heeft een cropfactor van 1,6. Dat betekent dat een lens met een brandpuntafstand van 100mm gelijk is aan een lens met een brandpuntafstand van 160mm op een analoge camera. Nikon hanteert een
cropfactor van 1,5, Olympus van 2,0.” Een van de deelnemers riep: “dan koop ik een Olympus, dan kan ik een grotere brandpuntafstand krijgen voor de dierenfotografie.” Edgar keek hem aan. “Ja, dat klopt, maar er zit wel een nadeel aan. Hoe hoger de cropfactor, des te kleiner is de sensor. Daarom krijg je meer ruis bij hogere ISO waarden. Dit moet je wel in je keuze meewegen. Als je voorkeur uitgaat naar groothoekfoto’s kun je ook kiezen voor een camera zonder cropfactor. Dit heten full-frame camera’s. Het is afhankelijk van je voorkeuren. Als je veel fotografeert met relatief goede belichtingsomstandigheden is een camera met een grote cropfactor een goede keuze, zeker als je veel de telelens gebruikt. Maar als je vaak onder moeilijke omstandigheden moet fotograferen met hoge ISO waarden kun je beter een camera met een lagere cropfactor of een full frame overwegen.”
“Maar even terug naar de compactcamera. De groothoekstand van je compactcamera lijkt 38mm, maar is in feite 7,9mm. Bij een diafragma van F2,8 is de opening dus 7,9 delen door F2,8 is dus iets kleiner dan 3mm. Dat is een kleine opening en dus een scherp resultaat.” Else knikte bevredigend. Het werd wel een heel wiskundig verhaal en dat was niet haar sterkste punt. Dus deed ze maar alsof ze genoegen nam met het antwoord. Het inzicht dat de camera in feite een kleinere brandpuntafstand had dan ze dacht was voor haar voldoende.
“Met het diafragma bepaal je dus hoeveel scherpte in de foto komt. Met een grote opening, dus klein getal, heb je minder scherptediepte dan met een kleine opening, dus groot getal. Laten we het nog even hebben over scherptediepte. Hier heb ik een foto van een insect. Wat valt jullie op?” Eén van de cursisten antwoordde dat alleen de kop scherp was en dat de rest van het insect en de achtergrond vaag en onscherp was. “Goed gezien. In deze foto is dus sprake van weinig scherptediepte.” Hij pakte een andere foto van een stadslandschap. Hij vroeg de groep of er sprake was van veel of weinig scherptediepte. “Veel,” zei Else. “Dat klopt, Else. En welke diafragma zal hier gebruikt zijn: F2,8 of F18?” vroeg Edgar. Ze moest even nadenken. “Veel scherptediepte, kleine opening, groot getal. Volgens mij F18,” antwoordde Else. “Helemaal juist. Je hebt het begrepen.”
“Naast de diafragma zijn er meerdere zaken die van invloed zijn op de scherptediepte. Met een telelens krijg je minder scherptediepte dan met een groothoeklens. Met een groothoeklens is vaak alles scherp, terwijl met een telelens je onderwerp scherp wordt neergezet tegen een onscherpe achtergrond. Dat is ideaal bij dierenfotografie. Ook de afstand tot je onderwerp bepaalt hoe groot het gebied is dat scherp wordt. Bij macrofotografie is bijna niets scherp. Dan heb je het vaak over millimeters. Dat zag je ook bij het insect. Bij een macrolens heb je daarom vaak een kleine opening nodig om nog voldoende scherpte te krijgen.” Edgar moest weer oppassen dat de herhaling van de vorige keer niet te lang zou gaan duren. Maar hij wist hoe belangrijk het was dat de cursisten dit onderdeel goed begrepen.
Anki dacht ondertussen na wie ze in de pauze zou vragen voor de fotorapportage. Het moest iemand zijn die al wel wat ervaring had in het maken van portretfotografie en het liefst ook bruidsrapportages. Ze vond zichzelf in ieder geval veel te onervaren. Ze wilde het niet op haar geweten hebben dat de rapportage zou mislukken. Misschien Ahmed. Hij heeft al eerder portretfotografie gedaan. Ze twijfelde alleen of hij het aan zou durven. Jacques misschien. Hij was al wat verder gevorderd en vroeg meestal wel geld voor zijn fotosessies. Ze zou hem wel gaan vragen, maar ze twijfelde eraan of hij het belangeloos zou doen. Anki vroeg zich af waarom hij nog op deze cursus zat. Jacques fotografeerde al jaren, maar had nooit eerder een cursus gevolgd. Hij was iemand die meer van de praktijk hield dan de theoretische verhalen. Else niet. Die was nog te onervaren. Ze keek nog even naar de rest van de groep. Ze kenden de anderen nog niet zo heel erg goed. Dat vond ze ook wel een drempel om het te vragen. Dit was pas de derde les. Nee, ze zou beginnen met Ahmed en Jacques.
Edgar ging verder met de andere belangrijke factor: de sluitertijd. “De sluitertijd bepaalt de tijd hoe lang de lens open is.” Hij vertelde dat dit ook met stops ging. Van 1/4000 seconden (of nog korter) en dan steeds verdubbelen tot tijden van 60 seconden. “De sluitertijd bepaalt hoeveel beweging je ziet op een foto. Als je stromend water fotografeert met een hele korte sluitertijd zie je de
druppels. Als je een lange sluitertijd kiest zie je de beweging van het water.” Hij liet twee voorbeelden zien op de beamer. “Voor langere sluitertijden heb je meestal een statief nodig.”
Het was opnieuw Else die met de vragen kwam. “Edgar, waarom krijg ik op mijn compactcamera vaak zo’n irritant handje te zien en op mijn reflexcamera niet? Heeft dat ook met de sluitertijd van doen?” Edgar moest nadenken over het woord irritant. Waarom vond ze dit irritant? Eigenlijk moest ze er blij om zijn. Hij vroeg het aan haar. Else antwoordde: “Dan ben ik op vakantie en wil iemand fotograferen en dan zie ik dat handje telkens knipperen. Dat maakt me zenuwachtig. Mensen hebben vaak toch al zo weinig geduld om op de foto te komen.” Er waren twee andere deelnemers die dat gelijk beaamde.
Edgar had daar een hele andere visie op. “Dat handje is een waarschuwing. Het betekent dat de sluitertijd zo lang is, dat je de foto niet meer uit de hand kunt nemen. Je moet dus de sluitertijd verkorten of een statief gebruiken. Ik denk dat je blij mag zijn dat je dit ziet. Volgens mij kun je beter 10 seconden langer de tijd nemen om je camera goed in te stellen, dan met veel bewogen foto’s je vakantie af te sluiten. In photoshop kun je veel, maar bewogen foto’s weer scherp maken kan echt niet. Er is een vuistregel die je kunt hanteren. Als de brandpuntafstand bijvoorbeeld 100mm is op een Canon camera met cropfactor 1,6 dan is de brandpuntafstand omgerekend naar 35mm equivalent, jawel van de analoge camera’s, dus 160mm. De sluitertijd mag dan maximaal 1/160 seconde zijn. Als je een langere sluitertijd wilt, bijvoorbeeld 1/30 seconde, zul je een statief moeten gebruiken of de image stabilisator in je camera of op je lens moeten inschakelen. Maar dat laatste werkt maar voor een aantal stops. Wat je hier aan kunt doen vertel ik de volgende keer. Het is nu tijd voor pauze.”
Anki bestelde een ijsthee bij de bar. Ze ging bij Ahmed en Jacques staan. Ze vertelde het verhaal van Chantal Verbruggen. Ahmed had dezelfde gedachten als Anki. Hij wilde het risico niet nemen dat hij de bruidsrapportage zou verpesten. En Jacques begon niet over het geld, maar over de tijd die zo’n rapportage kost. “Anki, heb je enig besef
wat er bij zo’n rapportage komt kijken?” Ze schudde haar hoofd. “Allereerst zul je het bruidspaar moeten spreken. Kennismaken, wensen vaststellen, locaties uitzoeken voor de rapportage. Dan ga je die locaties bekijken. Hoe is de lichtinval, wat zijn mooie plekken om de foto te maken? Dan de dag zelf. En achteraf de honderden foto’s selecteren en bewerken. En aangezien het de belangrijkste, in ieder geval een van de belangrijkste, dagen van hun leven is, zul je foto’s van goede kwaliteit moeten afleveren. Per foto zul je veel meer tijd besteden dan bij een gewone kiek. En dan nog het fotoboek maken. Jeetje, Anki, weet je wel wat je vraagt? En dat voor nop?”
Anki was erg teleurgesteld met dit antwoord. Natuurlijk was het veel werk. Als ze zelf goed genoeg was geweest, had ze het zeker gedaan. Maar ze moest eerst nog enkele jaren ervaring opdoen, voordat ze zoiets aan zou durven. Wat nu? Ahmed liep naar een ander groepje toe, waar ook hun docent bijstond. Hij vertelde het verhaal van Anki. Vervolgens liep Edgar naar haar toe. “Wanneer is de bruiloft?” Anki gaf de datum door en Edgar keek in zijn agenda. “Ik zal het doen, Anki. Ik zou het alleen wel fijn vinden als ze zelf hun fotoboek zouden inplakken. Daar heb ik altijd een hekel aan.” Anki zat helemaal te stralen en belde gelijk naar Mandy.
Na de pauze werd er flink geoefend met het diafragma en sluitertijd in de praktijk. Edgar had in de pauze allerlei opstellingen gemaakt, waarbij de cursisten om beurten moesten spelen met hun instellingen. Van een uitgebreide uitleg over ISO en brandpuntafstand kwam weinig meer terecht. Dat werd opgeschoven naar de volgende les.
Hoofdstuk 5 De zeilboot was ruim acht meter. Geen groot jacht, maar genoeg om lekker in de weekenden tochtjes te maken op het IJsselmeer. De romp had in het voorjaar weer een nieuwe laag verf gekregen. Achter op de boot stond groot “Bartanja” en natuurlijk de plaatsnaam. Dat stond altijd op boten. De Nederlandse vlag wapperde in de wind. Het groot zeil en de fok zorgden voor een flinke snelheid met deze windkracht. De boot zou ieder moment moeten keren, want anders had de zeiler wel de zeilen laten zakken. Maar het gebeurde niet. De boot kwam met grote snelheid naar de haven toe gezeild. Hulpdiensten werden gealarmeerd door een bezorgde man die in de haven naar de naderende boot zat te kijken. Hij was bang dat de zeiler onwel was geworden.
Een politieboot en de reddingsbrigade waren toevallig in de buurt en gingen snel naar de boot toe. Politieagenten riepen met megafoons, maar er kwam geen reactie. Een medewerker van de reddingsbrigade stuurde zijn boot parallel aan die van de zeilboot, waarna een collega met gevaar voor eigen leven sprong naar de zeilboot. Hij kon de reling pakken. Dat voelde wel wat scherp aan zijn handen. Hij klom aan boord en zag niemand. Hij riep hard, maar kreeg geen antwoord. Hij liet de zeilen zo snel mogelijk zakken om een botsing met de haven te voorkomen. Het schip verminderde hierdoor de snelheid. Het roer zat vastgebonden. Hij maakte deze snel los en gooide een touw naar de reddingsboot. Die trok de boot rustig naar de haven. De politie kwam aan boord, maar er werd niemand aan boord gevonden. Een grootscheepse reddingsactie werd op touw gezet. De zeiler was waarschijnlijk overboord gevallen. Meneer Verhaaghen, uw collega Bart Weenink wordt vermist… uw collega Bart Weenink wordt vermist…
Frank schrok wakker. Hierdoor was Anki ook gelijk wakker geworden. “Heb je de nachtmerrie weer?” Sinds de verdwijning van zijn voormalige collega, acht jaar geleden, had hij vaker deze nachtmerrie gehad. Ook al had hij de gebeurtenis met de zeilboot niet zelf gezien, wist hij precies hoe het gegaan was. De agent had het verhaal verteld, maar hij had er ook op gestaan dat hij zelf de diverse getuigen mocht aanhoren. Niet voor het officiële onderzoek uiteraard, maar uit belangstelling voor zijn oud-partner. Hij
was nooit gevonden en jaren later was hij officieel dood verklaard. Frank baalde er altijd van als hij een zaak niet kon oplossen. Hij kon daarom moeilijk accepteren dat juist deze zaak niet opgelost kon worden. Zijn nieuwe collega Johan Verkerk was geen verkeerde kerel, maar hij kon niet tippen aan de kwaliteiten van Bart.
Hij miste zijn voormalige collega. Na de dood van zijn vrouw en dochter had hij Bart gestimuleerd om een hobby te zoeken, zodat hij afleiding zou hebben. Ondanks al het verdriet moest hij weer een nieuw leven opstarten. Pas na een tijd had hij hem zover gekregen dat hij een hobby had gevonden: het was zeilen geworden. Bart had zijn boot de “Bartanja” genoemd, om zijn vrouw niet te vergeten. In de kleine kajuit van de boot had hij veel foto’s van Anja en Denis opgehangen. Hij bracht veel tijd door op zijn boot en was al snel een ervaren zeiler. Frank had gezien dat het Bart goed deed en had besloten om daarna niet veel aandacht te schenken aan het overlijden van Anja en Denis. Hij wilde dat Bart zijn helemaal ging focussen op zijn nieuwe leven.
Dat zijn hobby nu uitgerekend zijn dood was geworden, kon Frank moeilijk verwerken. Frank werd soms nog boos op zichzelf. Hij had Bart aangespoord tot deze hobby. Hij gaf zichzelf mede de schuld van zijn dood. Hij wist dat het heel dom was om zo te denken, maar die emotie kon hij niet onderdrukken. Drie tot vier keer per jaar kreeg hij de nachtmerrie weer terug.
De oude grappenmaker was nooit meer de oude geworden na het ongeluk. Integendeel, zijn collega’s zagen de kans om Bart terug te pakken. Hij werd een geliefd slachtoffer van diverse grappen. Zijn gevoel voor humor was als sneeuw voor de zon verdwenen. Frank had het laten gebeuren. Hij had niet ingegrepen. Iemand die anderen voor de gek houdt, moet niet zeuren als hij zelf een keer gepakt wordt, vond Frank. Bart was niet gelukkig meer in zijn werk. Frank had het te druk met zijn werkzaamheden, dat hij nauwelijks tijd nam om met Bart hierover te praten. En Frank was daar ook niet het type voor. Nadat Bart zijn nieuwe hobby had gevonden, had Frank geen behoefte meer om zijn partner verdere hulp te geven. Frank voelde zich achteraf schuldig dat hij niet vaker met zijn collega had gepraat over zijn
gevoelens. Ze spraken alleen over de zaken waarmee ze bezig waren. Frank besefte dat hij veel meer had kunnen doen voor hem. Dat verwijt maakte hij al acht jaren lang. Maar deze verwijten zou hij zijn collega niet terugkrijgen.
Hij stond op en wilde zich gaan wassen aankleden. Zijn wekker was nog niet gegaan. Hij had het zachtjes uitgezet en uit de slaapkamer weggekropen. Hij gaf Anki een zoen. Het deed Frank wel goed dat zijn vrouw hem aandacht gaf als hij de nachtmerrie weer had gehad. Het verzachtte zijn gevoelens. Anki liep naar de keuken om alvast zijn ontbijt klaar te maken, terwijl hij zich verder ging wassen en aankleden. Vandaag zou hij weer extra vroeg op het bureau zijn. Diafragma Het instellen van het diafragma is belangrijk om de scherptediepte te bepalen. Dat is het gedeelte van de foto dat scherp wordt afgebeeld. Bij een grote opening (klein diafragmagetal) is er weinig scherptediepte; bij een kleine opening (groot diafragmagetal) is er veel scherptediepte. Weinig scherptediepte veel scherptediepte F2.8 – F 4.0 – F5.6 – F8 – F11 – F16 – F22 – F32 Sluitertijd De sluitertijd geeft aan hoelang de sluiter van de camera geopend is. Om het beeld te “bevriezen” is een korte sluitertijd nodig. Met langere sluitertijden kun je creatieve effecten krijgen, bijvoorbeeld bij stromend water. 1/250 sec – 1/125 – 1/60 – 1/30 – 1/15 – 1/8 – 1/4 – 1/2 – 1 sec – 2 sec
Hoofdstuk 6 Vrijdag 1 oktober 2010 Robert zat op de bank en keek naar het acht uur journaal. Na de weerberichten zette hij de televisie uit. Het zou nog ruim een week duren voor hij ging trouwen. Hij had de moeilijke periode overleefd. Hij dacht tevreden terug aan de afgelopen weken. Chantal was na hun aanvaring pas laat teruggekomen. Hij had bewust niet gevraagd waarom ze zo laat thuis was. Dat vond hij niet gepast. Ze had koel verteld dat Mandy heel veel aan het regelen was om de bruiloft toch naar wens door te laten gaan. Ze bleef maar zeggen hoe fantastisch ze Mandy vond. Robert kon dat alleen maar beamen.
Ook Rik had het een en ander geregeld. Een vriendin van hem was psycholoog of coach (hij wist het eigenlijk niet meer) en had twee uur met hem gesproken. Rik had tegen hem gezegd dat het goed was een keer met haar te praten over zijn relatie met Chantal en over zijn gedrag. Om Rik een dienst te bewijzen had ze dat kosteloos gedaan. Ze had in het gesprek Robert wakker geschud. Ze had hem overtuigd dat hij Chantal vroeger of later zou verliezen als hij zo door bleef gaan. Als hij met Chantal oud wilde worden, zou hij moeten veranderen. Ze had hem in korte tijd flink geconfronteerd met zijn gedrag. Ook na die sessie had hij lang nagedacht over wat ze had gezegd.
Hij vond dat hij al flink veranderd was in de afgelopen weken. Een week na het gesprek was Chantal een dag gaan winkelen met Mandy. Daarna hadden ze samen een film bekeken in de bioscoop. Robert had die dag het gehele huis gepoetst en opgeruimd. Hij had vanaf de voordeur tot in de woonkamer een gang gemaakt met waxinelichtjes. Binnen stonden drie grote boeketten met rode rozen. Toen ze binnenkwam had hij haar lievelingsnummer Romeo & Juliet van Tchaikovsky opgezet. Chantal was helemaal in de wolken en had hem innig omhelsd. Na een uitgebreide zoenpartij in de woonkamer hadden ze de kaarsjes uitgeblazen en waren naar de slaapkamer gegaan voor een schitterende nacht.
De week daarna had hij een lang gedicht voor haar geschreven met daarin al zijn gevoelens. Zowel de gevoelens voor haar als zijn eigen schuldgevoelens om wat hij gedaan had en om hoe hij was. Chantal zat met tranen in haar ogen het gedicht te lezen. Nadat ze het gedicht had gelezen had hij gezegd: “Lieve Chantal, je mag van me vinden wat je wilt. Ik heb dingen gedaan waar ik veel spijt van heb en die ik niet meer kan terugdraaien. Maar wat in het gedicht staat, meen ik vanuit het diepste van mijn hart.”
Chantal had hem gelijk omhelsd. Ze vond het heel dapper dat hij zich zo kwetsbaar had opgesteld. “Ik geloof je,” had ze geantwoord, maar volgde wel met “beloof dat het nooit meer zal voorkomen, nooit meer.” Ze zei dit zeer vastberaden. Dat was Robert niet van haar gewend. Maar hij beloofde het. En dat meende hij oprecht. Hij wilde haar nooit meer kwetsen. Hij had zelfs ingestemd dat hij zich niet meer met de voorbereidingen van de bruiloft zou bemoeien. Chantal deed dit zelf met Mandy en Rik. Hij had uiteraard wel zijn hulp aangeboden.
Hij liep naar de keuken en schonk een biertje in. Hij liep weer terug naar de woonkamer om een CD aan te zetten. Chantal was toch niet thuis, dus hij kon gerust iets van zijn smaak opzetten. Hij dacht terug aan afgelopen woensdagavond toen ze naar een concert van het plaatselijke amateurorkest waren geweest. Hij had kaartjes gekocht en pas woensdagmiddag verteld aan Chantal dat ze naar een concert gingen. Het orkest speelde onder andere de zesde symfonie van Tchaikovsky, de Pathetique. Chantal had hem vooraf wel gewaarschuwd om niet na het derde deel te gaan applaudisseren. Die fout werd vaak gemaakt bij deze symfonie. En inderdaad ook woensdagavond gebeurde dat, maar niet bij Robert. Hij had goed naar zijn aanstaande vrouw geluisterd. De dirigent had heel geïrriteerd duidelijk gemaakt dat de mensen nog niet moesten applaudisseren. Er volgde nog het vierde en dramatische deel.
Robert keek onophoudelijk naar zijn Chantal en zag hoe ze aan het genieten was. Achteraf, toen ze nog wat gingen drinken, bedankte ze Robert. “Robert, dit was de mooiste verrassing die je me ooit gegeven hebt. Ik vond het
fantastisch! Dank je wel, schat.” Robert vond de muziek helemaal niets, maar het was voor hem veel waard om Chantal zo te zien genieten. En de dankbaarheid achteraf ook. Dankzij het gesprek met de psycholoog had hij zich voorgenomen om niet langer meer egoïstisch te zijn en om te investeren in de meest fantastische vrouw die hij kende. Dat was zijn nieuwe uitdaging en hij vond dat hij daar ruimschoots in was geslaagd. Hij nam nog een slok van zijn biertje.
De afgelopen maand had hij ook veel tijd genomen om zijn c.v. er beter uit te laten zien. Hij had veel nagedacht over wat voor baan hij echt wilde en waarom. Wat vond hij belangrijk? Waarom vond hij dat belangrijk? Hij had dit met enkele vrienden besproken en zelfs met de vader van Chantal. Hij had daar niet zo’n goede relatie mee, maar toen Robert vertelde dat hij zijn mening zeer op prijs stelde, ging hij het gesprek aan. De vader van Chantal vond het zeer positief om te horen dat Robert serieus werk ging maken van het vinden van een baan.
Ondanks dat de vader van Chantal zelf geen hoge functie had, kleedde hij zich wel zo. Hij droeg geregeld in een kostuum met stropdas. Hij deed veel aan vrijwilligerswerk en stelde voor dat Robert dat ook ging doen om ervaring op te doen. “Loop een tijdje met me mee, dan zal ik je op weg helpen.” Robert had dat nu enkele keren gedaan en deed het met veel enthousiasme. Het zorgde voor een verbetering in de relatie met Chantals ouders. Dit betekende nog niet dat ze het verleden vergeten waren. Robert zou nog een lange weg moeten afleggen, voordat de relatie met zijn schoonouders echt goed zou zijn. Maar Robert toonde zijn goede wil.
Chantal belde dat ze er aan kwam. Robert liep naar de keuken om wat lekkere dingen op tafel te zetten. Hij stak de drie kaarsen aan die op de salontafel stonden. Hij zette andere muziek op en wachtte totdat Chantal binnenkwam. Dat duurde ongeveer tien minuten. Toen ze de woonkamer binnen liep gaf ze Robert een dikke kus. “Nog een week,” fluisterde ze in zijn oor. Hij pakte beide glazen van de salontafel op en zei: “Daar gaan we op proosten.” Ze gingen allebei op de bank zitten en pakten wat lekkers van de tafel.
“Weet jij al of er een vrijgezellenavond komt?” vroeg Chantal. “Nee, maar ik verwacht het wel.” Daar was Chantal het mee eens. Ze wist dat Mandy iets voor de dames aan het organiseren was. Ze twijfelde er niet aan dat Rik dat ook deed voor de mannen. En dat zat haar niet lekker. “Robert, wil je één ding beloven: na alles wat er gebeurd is, vind ik het niet gepast als er een stripper komt. Wil je dat beloven?” Robert gaf haar een glimlach. Hij had al verwacht dat ze dit zou gaan vragen. Hij had al tegen Rik gezegd dat hij absoluut geen stripper wilde als hij een vrijgezellenfeest zou organiseren voor hem. Maar hij wist ook dat Rik zich daar waarschijnlijk niets van aan zou trekken.
“Ik wil alleen een stripper als jij de stripper bent en alleen voor mij een show opvoert.” Chantal zette haar glas terug op tafel en keek hem recht in de ogen. “Ik meen het, Robert. Geen geintjes hierover.” Robert pakte haar glas weer op en gaf het terug. “Ik ook. Ik meen het ook.” Toen liep zij naar de CD speler en zette “You can leave your hat on” van Joe Cocker op. Er volgde een privé show voor Robert.
De volgende dag ging Chantal met Edgar de Vries de locaties uitzoeken waar ze de fotorapportage zouden maken. Robert had een aantal tips gegeven. Hij had zich de afgelopen dagen verdiept in mooie locaties. Maar Chantal wilde uiteindelijk toch zelf met de fotograaf de beslissingen nemen. Om half 10 stond Edgar met zijn auto voor de deur om haar op te halen. Ze bezochten diverse locaties en Chantal werd heel enthousiast. Eigenlijk kon ze niet kiezen.
Onderweg tussen de diverse locaties vertelde ze veel over Robert, hun relatie, hun problemen en hoe hij de afgelopen tijd veranderd is. “Hoe is Robert nou precies qua karakter?” vroeg Edgar. “Robert is op zich best lief. Hij lijkt een stoere vent, maar hij heeft een klein hartje. En dat hartje is voor mij. Veel mensen nemen het hem kwalijk dat hij twee keer vreemd is gegaan, zoals mijn ouders. In het begin nam ik het hem ook kwalijk, maar ik heb het hem vergeven. Je kunt toch niet je hele leven bestraft worden voor iets uit het verleden. Eens een dief… voor mij niet. En hij heeft beloofd om het nooit meer te doen. Ik geloof hem.”
“Chantal, ik vind het heel moedig van je dat je er zo over denkt. Ik zou dat zelf niet kunnen. Het is ook niet een eenmalig foutje, maar hij heeft het tweemaal gedaan. Ik vraag me af wat jou heeft overtuigd dat hij het nooit meer zal doen?” Edgar kon moeilijk geloven dat Chantal het helemaal heeft kunnen vergeten en vergeven. “Als je ziet wat hij de laatste tijd voor me gedaan heeft. Afgelopen maand heeft hij het hele huis versierd met kaarsjes en rozen.” Edgar was nog niet overtuigd. “Als ik jou goed hoor, kan een man bij jou twee keer vreemdgaan goedmaken door een keer het huis met kaarsjes en bloemen te versieren?” Chantal was echter niet uit haar tent te lokken. “Hij heeft nog veel meer gedaan. Hij heeft een schitterend gedicht gemaakt voor mij van drie kantjes waarin hij aangeeft hoe schuldig hij zich voelt over wat hij gedaan heeft. En over wat hij voor me voelt. Dat doe je toch niet als je niets in een relatie ziet, toch? En tegenwoordig mag ik ook mijn muziek in huis draaien.”
Edgar schrok van deze laatste opmerking. Hij draaide heel plotseling zijn hoofd naar haar toe, maar bedacht toen dat hij wel op de weg moest blijven letten. “Hoor ik het goed? Mocht je nooit je eigen muziek draaien in je eigen huis? Hoor je zelf wat je zegt?” Chantal knikte. “Jazeker. Ik houd van muziek waarvan ik begrijp dat niet iedereen dat mooi vindt. Componisten zoals Tchaikovsky, Mahler en Rachmaninov zijn voor veel mensen te zwaar, toch? Ik snap wel dat Robert daar niet van houdt. Zijn muziekvoorkeur is zoveel anders. Daar houd ik weer niet van. Maar je hebt wel gelijk: hij draaide wel zijn muziek waar ik bij was. Ik denk dat ik meer rekening houd met hem dan andersom, als het om de muziek gaat.”
Ze waren bijna bij de eerste bestemming. Edgar parkeerde de auto en stapte uit. “En als het om andere zaken gaat? Sorry. Misschien ben ik wat te negatief over je aanstaande man, en dat is niet wat ik wil, zo vlak voor je bruiloft. Maar ik begrijp het gewoon niet zo goed. Ik wil jullie karakters zo goed mogelijk op de foto krijgen. Daarvoor heb ik een goed beeld nodig van hoe jullie zijn. Maar als ik te ver ga, moet je het gewoon zeggen.” Chantal gaf hem een glimlach. “Nee hoor, ik begrijp dat je denkt dat Robert en ik niet bij elkaar passen na het aanhoren van alleen deze informatie. Dat neem ik je echt niet kwalijk. Ik zou ook niet durven, na wat
je voor ons gaat doen! Daar ben ik je nog steeds heel dankbaar voor. Ik vind het heel lief van je.”
“Kijk, ik zie het zo. Robert heeft zijn mindere kanten, maar ja… welke jongen heeft dat niet. En ik heb ze ook. Maar hij heeft ook zijn goede punten. Zoals hij me laatst meenam naar een klassiek concert. Hij houdt absoluut niet van die muziek. Maar hij heeft stiekem kaartjes voor ons gekocht, hij heeft me meegenomen en me laten genieten. Hij heeft niets negatiefs gezegd, terwijl ik weet dat dit niet zijn smaak is. Hij heeft de hele avond naar me gekeken en gezien hoe ik ervan genoot. En hij zei dat achteraf ook: dit zal mijn favoriete muziek nooit worden. Maar hoe ik jou heb zien genieten, maakt deze avond helemaal goed. Je moet weten: ik smolt helemaal weg toen hij dat zei. Dit zeg je toch alleen maar als je echt om iemand geeft?”
Edgar luisterde aandachtig naar het verhaal van Chantal. Hij vond het nog steeds naïef klinken. Chantal ging verder. “Iedereen onthoudt wat hij fout heeft gedaan, maar ik wil onthouden wat hij goed heeft gedaan. Het verleden is het verleden. Ik wil me focussen op de toekomst, Edgar. Een toekomst als getrouwd stel. Met veel kinderen, het liefst drie dochters en twee zonen. Kijk daar, dat beekje.” Edgar was nog niet overtuigd. Het gevoel dat hij over hield aan dit gesprek was dat Robert tijdelijk zich van de beste kant liet zien en Chantal zeer naïef was om hierin te trappen. Hij was bang dat Robert na het huwelijk terug zou vallen in zijn oude gedrag, waardoor Chantal opnieuw gekwetst zou worden.
Ze liepen naar een beekje met een bruggetje erover. Op de achtergrond was een groot grasveld met enkele koeien. Dit was één van de locaties die Edgar had uitgezocht. En zeker op dit tijdstip was het licht nog heel mooi. Op de trouwdag zou de fotosessie om half 11 beginnen, net als vandaag. Hij had liever eerder op de dag foto’s gemaakt in verband met het mooiere licht, maar het gemeentehuis stond om 9 uur gepland. Daarna zouden er eerst foto’s bij het gemeentehuis gemaakt worden. Edgar keek rond waar hij het bruidspaar het beste neer kon zetten. Hij vertelde zijn voorstel aan Chantal die gelijk enthousiast werd.
Na een kwartier liepen ze terug naar de auto om naar de volgende locatie te gaan. “De zon komt steeds hoger te staan, waardoor het licht minder mooi is. Daar moet je straks even doorheen prikken. Op jullie trouwdag zijn we rond half 11 op de eerste locatie en zal het licht nog mooi zijn. Als de zon schijnt, uiteraard.” Edgar besloot om niet verder in te gaan op het karakter van Robert. Hij vond het moeilijk te begrijpen wat Chantal in die jongen zag. Maar zolang zij met zoveel enthousiasme over hem sprak, wilde hij haar in die waan laten.
“Je vertelde straks over een klassiek concert,” sprak hij vragend. “Ja, het deel voor de pauze was niet zo bijzonder, maar na de pauze speelden ze de zesde symfonie van Tchaikovsky. Die vind ik zo mooi.” Chantal straalde helemaal toen ze dit zei. “Het eerste gedeelte van de symfonie gaat na ongeveer vijf minuten over in een rustig gedeelte. Ik vind dat zo ontroerend om naar te luisteren. Ik krijg er vochtige ogen van. En daarna barst het los met pauken en de blaasinstrumenten.” Ze maakte grote armgebaren alsof ze zelf op een pauk sloeg. “Dat gaat door heel mijn lijf, weet je. En zeker in zo’n concertzaal. Robert schrok ervan toen de eerste klap van de pauken kwam.” Ze moest erbij lachen. “Dat vind ik typisch Tchaikovsky: dat gaat van heel zacht naar plotseling heel hard en massaal.”
“Ik heb het wel eens in de trein geluisterd met mijn mp3speler. Dat was niet zo’n goed idee. Ik moest het wat harder zetten bij de zachte gedeeltes en toen kwam die enorme knal van de pauken. Hard, wauw, mijn oren deden er pijn van. Nee, sindsdien luister ik deze muziek op een rustige plek. In de zomer lig ik graag in de zon met deze muziek op mijn oren. Maar Robert kende de muziek helemaal niet en schrok dus. Ik moest er wel een beetje om lachen van binnen. En het eindigt dan weer met dat mooie, rustige gedeelte. Toch geweldig dat een amateurorkest zo iets kan spelen.”
Edgar luisterde aandachtig. Hij kreeg niet de kans om er tussen te komen. Ze sprak met zoveel enthousiasme dat hij er ook niet tussendoor wilde komen. Hij kende de muziek heel goed. Hij moest lachen toen ze vertelde dat veel mensen begonnen te klappen aan het einde van het derde
deel. Dat herkende hij maar al te goed. Het derde deel eindigt zoals veel symfonieën eindigen. En veel mensen denken dan dat het is afgelopen. De kenners weten dat er nog een vierde, heel treurig deel achteraan komt. “Weet je dat Tchaikovsky enkele dagen na de eerste uitvoering van deze symfonie is gestorven?” vroeg Edgar. Chantal knikte. “Treurig verhaal. Men vermoedde dat het zelfmoord was. Er wordt beweerd dat hij homoseksueel was, maar daar niet voor uit durfde te komen. Hij voelde zich er zo ongelukkig bij dat hij besloot om er zelf een einde aan te maken.”
Chantal pakte zijn rechterarm vast. “Inderdaad triest dat een man die zo talentvol was, ook zo ongelukkig was. Misschien was daarom zijn muziek wel zo goed, zo vol met passie en drama. Edgar, ik vind het geweldig dat ik zo met jou hierover kan praten. Eindelijk een diepgaand gesprek over mijn passies. Dat voelt zo goed.” Ze straalde er helemaal bij. Edgar bleef er nuchter onder. Hij besefte maar al te goed dat ze bij Robert zo’n gesprek kon vergeten. “Daar heeft iedereen op zijn tijd toch behoefte aan. Ik ben blij dat ik je hiermee een plezier kan doen. Kijk, we zijn bijna bij de tweede locatie.”
Ze waren bij een park. Ze praatten verder over muziek, boeken en films die ze boeiend vonden. Op een afstand stond Rik te kijken die toevallig ook in het park was. Hij zwaaide enkele keren, maar Chantal was te druk bezig met het uitzoeken van de locaties en met de gesprekken, waardoor ze hem niet zag. Edgar maakte enkele proefopnamen met een stralende Chantal erop. “Die zijn wel heel erg close met elkaar,” dacht Rik. Hij pakte zijn mobiele telefoon.
Diezelfde dag was Robert naar Mandy toegegaan. Hij wilde weten of hij nog ergens mee kon helpen. “Hoi Mandy, mag ik even binnenkomen?” Mandy was verbaasd om Robert te zien, maar vond het geen probleem om hem binnen te laten. “Natuurlijk, kan ik wat voor je inschenken?” Robert zei dat hij wel een kop koffie lustte. Hij liep naar binnen en ging zitten op de bank. Nadat Mandy was binnengekomen vroeg hij of hij ergens mee kon helpen. “Volgens mij niet meer. Ik moet je wel complimenten geven hoe je de laatste weken veranderd bent. Dat bedoel ik echt positief. Chantal
is weer helemaal opgeleefd. Bedankt daarvoor.” Robert gaf een glimlach. “Ik ben ook wel een ongelofelijke sukkel geweest. Ik had heel veel goed te maken. Ik denk inderdaad dat het wel gelukt is. Ik ben goed wakker geschud en heb me stellig voorgenomen om veel meer rekening te houden met haar. Ik wil haar nooit meer kwetsen, Mandy.”
Mandy keek hem aandachtig aan. Ze begreep dat Chantal hem geloofde. Zij deed dat ook. Het was de manier hoe hij uit zijn ogen keek. Toch was Mandy niet helemaal gerust dat Robert dit betere gedrag blijvend zou gaan volhouden. De kans op terugval naar zijn oude gedrag was groot. Maar het moest gezegd worden: tot nu toe hield hij het vol.
Mandy dacht aan de woorden die Chantal veel gebruikte: “Eens een dief… nee daar geloof ik niet in. Een mens moet een tweede kans krijgen.” Hoewel bij Robert het al om een derde of vierde kans gaat… Maar wie was zij om daar anders over te oordelen. Als haar beste vriendin gelukkig was met deze kerel, dan was zij de laatste die haar geluk in de weg zou staan. “Ik ben blij dat je er zo over denk, Robert. Chantal is een lief, maar kwetsbaar meisje. Ik heb haar niet anders gekend. Maar ze is ook heel vergevingsgezind, begripvol en altijd bereid om zich in te zetten voor andere mensen. Dat maakt haar sterk. Dat waardeer ik ook aan haar. En wil je me een plezier doen. Ze is nog steeds onzeker over haar uiterlijk. Geef haar alsjeblieft wat meer complimenten. Vaak, maar wel gemeend. Dat zal haar zelfvertrouwen goed doen.”
Robert nam een slok van zijn koffie. De koffie was redelijk sterk gemaakt, maar daar hield hij wel van. “Dat beloof ik. Ik zal er aan denken. Hoe is het trouwens woensdag geweest?” Mandy keek hem even verbaasd aan. “Wat bedoel je?” Robert zag haar verbaasde gezicht. “Je bent woensdag toch met Chantal naar Amsterdam geweest om te winkelen?” Mandy dacht na. Chantal had dit wellicht als smoesje gebruikt om iets te gaan doen. Maar waarom? Wat kon er zo spannend zijn om het voor Robert geheim te houden. Ze zou haar straks bellen. Ze wilde niet liegen tegen Robert. “Ik denk dat ze met een verrassing bezig was. Ik heb haar woensdag helemaal niet gezien.” Mandy had
verwacht dat Robert boos zou worden, maar hij bleef rustig. “Er zal wel een goede reden voor zijn.”
Anki Verhaaghen zat diezelfde dag te worstelen met de theorie die ze die week had geleerd van Edgar over de samenhang tussen diafragma en sluitertijd. Het was een erg technisch verhaal vond ze, maar wel interessant. Ze pakte haar aantekeningen erbij en las het nog een keer door.
“De camera meet de hoeveelheid licht. Dat wordt gemeten in lux. Dat zie je nergens op de camera. Je ziet alleen de uitkomsten van de meting. De meeste camera’s hebben drie manieren om licht te meten: bij integraalmeting wordt de belichting gemeten aan de hand van het totale beeld. Bij centrale meting wordt de focus gelegd op het midden van de afbeelding en bij spotmeting wordt maar een heel klein gebied gemeten. Bij zonnig weer wordt er 12 lux gemeten, bij bewolkt weer een lagere waarde. De camera kiest een combinatie tussen diafragma en sluitertijd en ISO waarde die past bij die lichtmeting.”
Anki dacht na over het voorbeeld dat Edgar had gegeven. Als een glas water de hoeveelheid licht is dat nodig is, dan kun je een kraan een klein beetje open zetten en dan duurt het lang voordat het glaasje vol is. Of je zet de kraan harder open en dan is het glaasje sneller vol. Ofwel een klein diafragma gaat samen met een langere sluitertijd en een groot diafragma gaat samen met een kortere sluitertijd. Het klonk logisch.
Edgar had als voorbeeld een combinatie gegeven van F8 en 1/125 seconden. Als je de opening 1 stop groter maakt van F8 naar F5,6, dan gaat de sluitertijd met 1 stop naar beneden, van 1/125 seconde naar 1/250 seconde. Dit werkt uiteraard ook de andere kant op.
Anki las verder in haar aantekeningen. “De camera meet dus een hoeveelheid licht dat nodig is (lux) en kiest een combinatie tussen diafragma en sluitertijd die daarbij past. Meerdere combinaties zijn mogelijk. Om te bepalen welke combinatie de camera kiest, kan een fotograaf kiezen uit de
automatische stand, de handmatige stand, of een tussenoplossing waarbij de fotograaf de diafragmawaarde of de sluitertijd instelt.”
“ In de automatische stand (P-stand) kiest de camera zelf een combinatie. Als je kiest voor de sluitertijdvoorkeur, bijvoorbeeld bij sportfotografie, kiest de fotograaf de sluitertijd en zoekt de camera het bijbehorende diafragma erbij (S of Ts stand). Bij landschapfotografie en macrofotografie kies je als fotograaf meestal liever het diafragma zelf uit en zoekt de camera de juiste sluitertijd daarbij. Dit is de diafragmavoorkeuzestand (A of Ta stand). Sommige fotografen kiezen ervoor om alles handmatig in te stellen, de M stand. De fotograaf kiest dan zelf de sluitertijd en diafragmawaarde. De camera geeft dan aan wat de afwijking is ten opzichte van wat de camera meet.”
Anki moest ervan zuchten. Ze had het al meerdere malen doorgelezen. Ze was niet zo wiskundig aangelegd. Edgar had gezegd dat het belangrijk was om dit te begrijpen. “In feite leiden vele combinaties tussen diafragma en sluitertijd tot dezelfde belichting. Het is aan de fotograaf om de juiste uit te zoeken voor zijn foto.” Anki kon deze woorden nog goed herinneren. Ze hield de tabel bij de hand die ze van Edgar had gekregen.
Ze ging ermee oefenen om het beter te begrijpen. Ze zette haar fototoestel op een statief en richtte het op een plant in de tuin. “Eens kijken. P stand, wat meet de camera? F5,6 met 1/60 seconde op ISO 100.” Als eerste wilde ze de camera wijzigen van de automatische stand naar de diafragmavoorkeur. “Ik zet de ISO vast op 100. Ik wijzig de P stand in de A stand. Ik kies voor F2,8 in plaats van F 5,6. Eens kijken wat er gebeurt. De sluitertijd wordt 1/250 seconde. Snap ik dit? Ik heb gekozen voor een grotere opening, dus glas is sneller vol. Van F5,6 naar F2,8 zijn twee stops, dus sluitertijd gaat van 1/60 naar 1/125 naar 1/250 seconde. Ja, dat snap ik.”
Vervolgens wilde ze gaan oefenen met de sluitertijd. “Ik ga weer terug naar F5,6. De sluitertijd wordt weer 1/60 seconde. Dat klopt nog steeds. Nu ga ik van de A stand naar
de S stand. Ik ga nu de sluitertijd wijzigen naar van 1/60 seconde naar 1/15 seconde. Het diafragma gaat naar F11. Snap ik dit ook? De sluitertijd is twee stops langer geworden, van 1/60 naar 1/30 naar 1/15 seconden. Dus het diafragmaopening wordt kleiner. Van F5,6 naar F8 naar F11. Ja, die snap ik ook.”
“ En dan nu de moeilijkste uitdaging: de M-stand. Ik verander de S stand in de M stand. Ik kies voor F5,6 met 1/125 seconde. Dat is een stop korter dan de P stand aangaf. De camera geeft EV -1,0 aan. Mooi zeg. Ik heb een kortere sluitertijd dan dat de camera zelf meet, dus het beeld zal 1 stop donkerder worden. Ja, snap ik ook.” Ze was een tijd aan het spelen met de instellingen van haar camera. Ze had veel geleerd van deze oefensessie.
Frank was ondertussen binnengekomen. “Wat ben jij nu aan het doen?” Anki draaide zich om. “Mijn camera aan het leren kennen. Edgar heeft vorige keer iets ingewikkelds uitgelegd over diafragma en sluitertijd. Ik ben het in de praktijk aan het brengen.” Frank keek haar een beetje onnozel aan. “En wat kun je dan concreet mee? Die apparaten zijn tegenwoordig zo intelligent dat je ze gewoon op automaat kan zetten, toch?”
Typisch Frank, dacht Anki. Hij wil gelijk weer de praktische kant weten. “Natuurlijk heeft het zin. Door te spelen met het diafragma kan ik als fotograaf bepalen welk deel van de foto ik scherp wil hebben en welk deel onscherp. Daarbij moet ik natuurlijk de sluitertijd in de gaten houden. Want een bewogen foto kan je achteraf niet meer herstellen. Hoeveel foto’s waren er vroeger op vakantie niet bewogen? Ik weet nu wat ik moet doen. Weet je nog toen we in Spanje foto’s wilde maken van die dansshow?” Frank knikte. Hij wist het nog goed. Het was een mooie vakantie geweest met een mooie show. “We mochten niet flitsen. Ik weet nu dat ik de ISO waarde zover omhoog moet schroeven, dat ik nog net geen ruis krijg, het diafragma zover mogelijk open moet zetten, en wellicht enkele stops moet onderbelichten. Dit is allemaal nodig om een korte sluitertijd te krijgen om de show goed op te nemen. Als ik in het RAW formaat fotografeer is het niet erg om enkele
stops onder te belichten. Dat kan ik later in photoshop weer ophalen. En dat is het verschil Frank. Ja, ja, ik leer wel wat.”
Frank zuchtte en ging op een stoel zitten. “Niets voor mij. Geef mij maar een compactcamera op de automatische stand. Maar iedereen zijn hobby. Het wordt weer eens tijd voor een interessante zaak voor mij. Dan kan ik ook weer hobbyen.” Anki schrok ervan. “Dus je wilt dat iemand weer een moord pleegt, zodat jij je uit kunt leven???” Frank zag in, dat zijn opmerking een beetje verkeerd uit zijn mond was gekomen. “Dat was een beetje lomp geformuleerd van me. Maar het bureauwerk kan me niet zo boeien. Ik ga liever het veld in.” Anki keek hem aan.
“Bel je zoon maar op. De lievelingsknuffels van Bas en Jasper zijn weg.” Bas en Jasper waren zijn kleinzoons. “Hij belde vanochtend op. Ze hebben het hele huis doorzocht, maar niets gevonden.” Frank trok zijn schouders op. “Dat is toch geen zaak. Zijn de teddyberen ontvoerd? Vermoord? Kom op. Die komen heus wel weer tevoorschijn. Je weet hoe slordig kinderen kunnen zijn.”
Maar Anki kon hier niet mee lachen. “Je moet eens weten hoe verdrietig ze zijn. Weet je nog toen Bas en Jasper laatst een week logeerden bij ons en we plotseling weg moesten?” Frank kon het zich nog goed herinneren. Gelukkig kon Edgar de Vries oppassen. “Oma, past Edgar ook op Teddy en Bruine Beer?” had Jasper gevraagd aan mij. Ik weet het nog zo goed. Die beren zijn alles voor ze.” Frank wist het nog goed. Edgar had van twee schoenendozen twee bedjes gemaakt voor de twee knuffelberen. Frank vond Edgar wel een toffe vent. Toen hij hoorde wat hij voor Chantal Verbruggen ging doen werd zijn beeld van hem weer bevestigd. Als iedereen zo behulpzaam was, dan zou de wereld er een stuk op vooruit gaan, vond hij.
De telefoon ging. Zijn zoon was aan de lijn. Jasper wilde graag met opa praten. “Hoi opa.” Frank hield ervan om met zijn kleinzoons te praten. Ze belden regelmatig naar elkaar. “Hoi Jasper, hoe is het met mijn grote vriend?” Frank hoorde aan de zucht die volgde dat zijn kleinzoon niet erg
blij was. “Opa, ik ben verdrietig. Bas en ik waren in het dorp aan het winkelen met pappa en mamma. We hebben toen bij de cafetaria frietjes gegeten. Toen we vertrokken merkten we dat Teddy en Bruine Beer niet meer op de stoel lagen. Opa, we hebben overal gezocht, in de cafetaria, in alle winkels waar we geweest zijn, in de auto, op de parkeerplaats. Nergens, opa. Nergens waren ze te vinden.” Frank luisterde aandachtig. Hij vermoedde dat ze niet meer wisten wat ze met hun knuffels hadden gedaan. Hij wist dat kinderen een levendige fantasie kunnen hebben.
“We zijn met pappa naar het politiebureau gegaan en naar het wijkcentrum, maar ze waren niet gevonden. Opa, ik ben zo verdrietig. En Bas ook.” Frank kon veel hebben: moorden, verkrachtingen, ontvoeringen. Alles had hij al meegemaakt. Maar twee kinderen, die huilden om het kwijtraken van hun lievelingsknuffels, liet hem niet koud. “Jasper, ik ga de beren voor jullie vinden. Dat beloof ik jullie. Vertel me maar eens precies waar jullie geweest zijn.” Jasper vertelde alles en later deed zijn vader dat nog een keer. “Pa, al die moordenaars pakken is iets goeds, maar als je Jasper en Bas helpt ben je pas een echte held voor ze.”
Even later hing Frank op. “Zie je wel. Ik denk dat dit echt een zaak is. Niet voor Frank de rechercheur, maar voor Frank als opa,” zei Anki. Frank pakte zijn notitieblokje en noteerde alle feiten die hij had gehoord. Diezelfde middag bezocht hij de locaties die Jasper had genoemd. Lichtwaardes Lichtwaarde Kaarslicht -2 Binnen 5-8 Dichtbewolkt 8-12 Lichtbewolkt 12-13 Zon 14-15
Lichtwaarde bij ISO 100 7 8 9 8 9 10 9 10 11 10 11 12 F2.8 F5.6 F8
10 11 12 13 F11
1/15 1/30 1/60 1/125
Uit bovenstaande tabel blijkt dat lichtwaarde 10 (bij dichtbewolkt weer) ingesteld kan worden door o.a. de combinatie F2.8 met e 1/125e sec, F5.6 met 1/60e sec, F8 met 1/30 sec etc.
Hoofdstuk 7 Donderdag 7 oktober 2010 De sfeer was anders dan hij zich vooraf had voorgesteld. Een vrijgezellenavond moest toch een feestavond zijn met al zijn vrienden, waarbij hij enigszins voor gek zou worden gezet. Dat hoorde erbij. Maar er was iets wat hem niet beviel, maar hij wist niet precies wat. Op de een of andere manier vond hij het helemaal niet zo gezellig, sterker nog, hij voelde zich er helemaal niet prettig bij.
De avond begon bij een karaoke bar. En als hij ergens een hekel aan had… Rik wist dit toch. Urenlang luisteren naar mensen die niet kunnen zingen en dan ook nog bij muziek waar hij een hekel aan had: al die Nederlandstalige smartlappen, slagermuziek en wat het meer kon zijn. De stemming van Robert was er niet beter op geworden. Zijn vrienden waren na deze eerste bar al helemaal dronken. Ze zaten op te scheppen over vrouwen. Hij had er dit keer geen zin in. Het voelde niet goed. De jongens, en vooral Rik, zaten hem de gehele avond op te dringen om dingen te doen waar hij absoluut geen zin in had.
Hij dacht aan Chantal. Hoe zou haar vrijgezellenavond zijn? Vast veel leuker. Dat kon hij wel aan Mandy overlaten. De tweede bar was ook al niet veel leuker. De meeste vrienden van hem waren dronken. Sommige moesten al overgeven. Anderen begonnen te vechten met andere mensen. Robert trok zich wat terug. Dit was niet de avond die hij zich had voorgesteld. Hij was teleurgesteld in Rik. Hij had de avond georganiseerd en tot nu toe waren dat alleen dingen die hij niet leuk vond. Of lag het aan zichzelf? Hij wist het niet.
Een van zijn vrienden ging eerder naar huis, omdat hij zich niet goed voelde. Althans, dat beweerde hij. Hij ging naar het huis van Robert om een stripper binnen te laten. Toen de vriendengroep om twee uur ’s nachts bij Robert thuis aankwamen, was Robert niet blij. “Verdomme, Rik, je wist dat ik dit niet wilde.” Maar de jongens begonnen hem al op te stoken. “Robert, wacht maar tot je haar beha ziet. Dan piep je wel anders.” En een ander riep: “Je mag bij haar op schoot. Man, een ander zou daar een moord voor doen.” De groep begon “uitkleden, uitkleden” te schreeuwen.
Robert schaamde zich en wilde zich verontschuldigen aan de dame. Maar voordat hij daar de kans voor kreeg, had Rik muziek opgezet en begon zij met haar show. Robert werd vastgehouden door twee vrienden, maar hij wist zich los te maken. Hij liep boos naar buiten. Hij wilde hier niets mee te maken hebben. Hij had niet in de gaten dat hij door iemand in de gaten werd gehouden vanuit de struiken aan de overkant. Een uur later was het feest over en ging Robert alleen naar binnen. Hij zou een heel indringend gesprek met Rik aangaan.
De volgende ochtend begon hij met het schoonmaken van de woning. De jongens hadden er een bende van gemaakt, maar de avond ervoor had hij niet meer de energie om nog iets te doen. Na een uur was de grootste rommel aan de kant. Hij startte zijn computer op en zag dat er nieuwe mail was met een onbekende afzender. In email stonden foto’s van de stripper. Iemand had die stiekem gemaakt met zijn mobiele telefoon. Het was duidelijk dat de foto’s bij hun in huis was gemaakt. Chantal zou de mail ook gelezen kunnen hebben met haar smartphone. Ze was bij Mandy blijven slapen. Hij wist dat Chantal regelmatig naar de mail keek op haar smartphone.
Robert werd er zenuwachtig van. Hoe zou ze reageren als ze de foto’s zag? Ze zou ontploffen van woede. Hij had beloofd dat er geen stripper zou komen. In het slechtste geval was de relatie helemaal over. Maar dat wilde hij niet laten gebeuren. Ondanks dat hij trilde van de zenuwen, verzamelde hij alle moed en ging naar het huis van Mandy. Hij zou het zelf gaan vertellen.
Mandy deed open. Ze zag dat Robert heel zenuwachtig was. Als hij een staart had gehad, zat deze nu tussen zijn benen. Hij liep heel rustig naar binnen. Chantal sprong op van de bank en rende naar hem toe. Ze omhelsde hem. Na een dikke kus van haar vroeg hij “dus je hebt nog niet de mail gezien?” Chantal glimlachte heel lief naar hem. “Jawel, ik heb wel de mail gezien met alle foto’s. Walgelijk. Ik vind het stijlloos van Rik. Ik weet dat je hem meerdere malen op het hart hebt gedrukt om geen stripper te regelen. Jij bent mijn held.”
Robert snapte er niets meer van. Hij wist niet wat hij moest voelen of zeggen. Opluchting, achterdocht. Mandy bracht de verlossende woorden. “Robert, sorry, maar ik heb jullie huis gisterenavond in de gaten gehouden. Ik zag dat je kokend van woede naar buiten liep toen je vrienden die stripper hadden geregeld. Je hebt buiten gewacht tot ze allemaal weg waren. Je hebt je aan je woord gehouden. Ik ben trots op je. Chantal krijgt een man die ze verdiend!”
Robert was opgelucht. Maar even later werd hij kwaad. “Het lijkt wel of iemand bewust een rotstreek heeft uitgehaald. Degene die de foto’s maakte en verspreidde wist waarschijnlijk heel goed dat Chantal de mail ook zou lezen met alle foto’s daarin. Waarom? Wie?” Hij pakte zijn mobiele telefoon en belde Rik. Dat werd geen vrolijk gesprek.
Die middag waren Robert en Chantal aan het genieten van een glas wijn. Ze zat tegen Robert aan op de bank. “Het was misschien niet netjes van Mandy om het huis in de gaten gehouden, maar ik ben toch blij dat ze het gedaan had. Volgens mij heeft ze een crisis voorkomen.” Robert zei het met een grote glimlach. Chantal antwoordde met een kus. “Ik denk dat ik de foto’s niet geloofd had. Je had het zo stellig beloofd. En bovendien stond je zelf nergens op de foto.”
Robert dacht net “wat kan er nu nog mis gaan” toen de telefoon ging. Chantal stond met tegenzin op en keek op de nummermelder. “Mijn zus Peggy. Die kunnen we wel laten lopen.” Chantal had helemaal geen zin om haar zus te woord te staan. Ze was het zwarte schaap van haar familie. Ze was verslaafd aan drugs, rookte minimaal een pakje sigaretten per dag, sliep vaak in opvanghuizen of op straat. Ze had altijd foute vriendjes en altijd geldgebrek. Chantal en Robert wilden haar wel spullen geven, maar weigerden om haar geld te geven, omdat ze wisten dat het niet goed besteed zou worden. Ze wilde geld hebben om drugs te kopen. En daar wilden Chantal en Robert niet aan meewerken. Ook haar ouders deden dat niet, ook al had Chantals moeder daar wel moeite mee. “We kunnen haar toch niet in de steek laten. Het is wel onze dochter en jouw zus.”
Chantal had haar moeder al vaker uitgelegd dat ze van mening was dat ze Peggy niet zou helpen door haar geld te geven. “Mam, je helpt een drugsverslaafde niet door hem geld te geven voor drugs. Als je Peggy wilt helpen, moet je haar helpen van deze verslaving af te komen en een toekomst op te bouwen. Geef haar eten, onderdak, biedt hulp aan, maar geen geld.” De discussie hadden ze al vaak gevoerd. “Dat is niet wat ze wilt. Waarom geven we haar niet wat ze wilt. Anders blijft ze zich tegen ons keren. Misschien als we haar het gevoel geven dat we haar echt helpen, dat ze zal minderen.” Haar moeder ging er van uit dat de drugs bij Peggy een vorm van aandacht vragen was.
Haar vader was het volledig met Chantal en Robert eens. De ouders van Chantal en Peggy hadden onlangs een klein huisje voor Peggy kunnen huren om ervoor te zorgen dat ze niet meer op straat hoefde te leven. Het had haar levensstijl nog niet veel veranderd. Ze kwam vaak niet thuis en bleef op straat. Het hoorde bij haar leven. De ouders van Chantal hadden verwacht dat Peggy dankbaar zou zijn voor het huisje, maar die dankbaarheid werd nauwelijks door Peggy getoond. Sindsdien waren Chantal en haar vader helemaal overtuigd om geen hulp meer te geven. Ze vonden het moeilijk om haar in de steek te laten, maar ze geloofden niet dat hun hulp goed terecht kwam.
Nancy, haar andere zus, gaf ook nooit geld. Sterker nog, ze hadden nauwelijks nog contact. Ze was naar Chili verhuisd met haar man en nam nog maar heel sporadisch contact op met haar familie. Ze was daarom ook niet uitgenodigd voor de bruiloft. Chantal had vroeger leuk met haar zussen kunnen spelen, maar de laatste jaren had ze er niet veel meer aan. Ze zocht vooral steun bij haar ouders, die het ook moeilijk hadden met de drugsverslaving van Peggy en het vertrek naar het buitenland van Nancy.
“Neem toch maar op, Chantal, want Peggy kennende blijft ze bellen als ze geld nodig heeft.” Met nog meer tegenzin pakte Chantal de telefoon op. “Met Chantal,” zei ze een beetje nors. Ze was niet blij dat haar gezellige onderonsje met Robert was verstoord door haar zus. Maar ze snapte ook wel dat Peggy dat niet kon weten. “Zus, ik heb dringend
geld nodig. Ik ben helemaal blut. Ik heb geen cent meer om brood te kopen.” Chantal hoorde dat ze weer stoned was. “Peggy, je weet ons standpunt. Als we het al hadden – de bruilof kost ook veel geld – hadden we het je niet gegeven. Ik vind dat je maar eens moet stoppen met de drugs en sigaretten. Dan houdt je heel veel geld over,” zei ze heel vastberaden.
“Daar heb je ons trutje weer. ‘Je weet ons standpunt.’ Gadverdamme, je lijkt ons pa wel. En wel geld over hebben voor een huwelijk, maar niet voor je bloed eigen zus. Egoïst!” Nu werd Chantal heel boos. “Als je zo begint, hang ik nu op!” Chantal wilde de telefoon al ophangen, toen Robert het overnam. Hij hoorde Peggy tieren aan de andere kant van de lijn. “Vuile trut. Dat huwelijk van jullie zal toch niet lang standhouden. Die tietenkijker zal weer vreemd gaan.” En er volgde nog veel meer. Robert gooide alsnog de telefoon neer. Ze keken elkaar even aan en moesten daarna samen hard lachen. “Je hebt er een in elke familie.” Chantal kon het goed relativeren. Robert bewonderde dat in haar. Hij had op dit punt veel van haar geleerd. Zijn vader stond ook bekend om zijn vervelende karakter om anderen te sarren en te kleineren. Zeker richting de ouders van Chantal. Robert vreesde dat zijn vader op hun huwelijk ook weer ophef of ruzie zou gaan maken. Hij had dit al goed met Chantal voorbereid. Hij wist dat hij het altijd voor haar zou opnemen. Altijd.
Hoofdstuk 8 Zaterdag 9 oktober 2010 De bruiloft in het gemeentehuis liep geheel volgens planning. Chantal zag er schitterend uit in haar bruidsjurk. De jurk was gebroken wit met een lange sleep en veel versiersels. Ze had wat glitter in haar haren. Het was even wennen voor haar om Robert te zien in een pak. Ze vond dat het hem goed stond. Hij had een bruin pak aan met een beige blouse en een stropdas. Hij was helemaal geen persoon om een pak te dragen, maar hij straalde als een trotse man.
Mandy had als ceremoniemeester alles goed geregeld. Rik en zij waren de getuigen. De enige spanning die voelbaar was, was tussen Rik en het bruidspaar. Rik had door de telefoon ontkend dat hij iets van de foto’s van de stripper afwist. Hij wist wel dat er een stripper zou komen, ondanks dat Robert dat niet wilde. Maar hij vond dat het er gewoon bij hoorde. Maar hij zweerde dat hij niets wist dat er foto’s gemaakt zouden worden. Robert geloofde hem niet. Chantal en hij hadden nog overwogen om een andere getuige te vragen, maar daarvoor was het eigenlijk al te laat. De namen waren al doorgegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Ze straalden allebei en ze hadden geen zin om deze dag te laten verpesten door ruzie met Rik. Ze besloten om hem zoveel mogelijk links te laten liggen en het later uit te praten. De ambtenaar hield een mooi verhaal over hun relatie. Toen ze elkaar het jawoord gaven ging er een rilling door Chantal heen. Ze had zich nog nooit zo gelukkig gevoeld. Ze moest een traantje laten, toen Robert de ring om haar vinger schoof.
Ook de fotorapportage liep naar wens. Eerst werden er foto’s gemaakt bij het gemeentehuis. Edgar maakte eerst enkele foto’s van het bruidspaar. Daarna wilde hij de jurk goed op de foto krijgen en maakte enkele foto’s van alleen Chantal en enkele detailfoto’s van de jurk. Als laatste werden alle genodigden uitgenodigd voor een groepsfoto. Daarna ging het bruidspaar met Edgar mee voor de rest van de fotorapportage. De zon met lichte bewolking zorgde
voor een mooie belichting. Ze maakten foto’s op vier verschillende locaties. Edgar keek tevreden en zei dat dit een hele mooie rapportage zou worden.
Om vier uur begon het feest dat tot ongeveer twaalf uur zou duren. Mandy had een diner geregeld voor alle gasten. Om kwart over vier, toen alle gasten al binnen waren, liepen Chantal en Robert arm in arm naar binnen. Op dat moment gingen werden de lichten gedimd en startte een orkest met “Romeo en Juliet” van Tchaikovsky. Dat had Robert stiekem geregeld. Chantal was sprakeloos. Ze liepen naar voren om goed te kunnen luisteren en kijken naar het orkest.
Robert had nog meer geregeld. Terwijl het orkest speelde, draaide er op de achtergrond op een groot scherm een diapresentatie met foto’s van Robert en Chantal van de afgelopen jaren. Alle herinneringen kwamen voorbij: de eerste vakantie samen. Dat was naar een camping op Texel. Ze wist het allemaal nog zo goed. En de foto’s van het eerste kerstdiner bij haar schoonouders. Dat was absoluut geen succes geworden, maar dat konden de gasten niet zien op de foto’s. De ouders van Robert waren zo anders als die van haar. De relatie tussen de ouders van Robert en haar ouders is nooit goed geweest. Het kerstdiner bij haar ouders verliep niet veel beter. Toen haar moeder struikelde en de soep over haar jurk morste, was Chantal niet blij meer. Het kwam allemaal voorbij.
Toen na vijf minuten het romantische deel van het nummer begon, gaf Chantal opnieuw een traan van geluk. Robert hield haar hand stevig vast. Ze hadden niet door dat Edgar op het juiste moment een foto maakte van de traan. Toen het nummer na 19 minuten was afgelopen omhelsde Chantal haar kersverse man en gaf een lange kus. De aanwezigen gaven een groot applaus, behalve Rik, Peggy en de ouders van Robert. Het was Mandy opgevallen dat ze niet meededen. Chantal en Robert hadden daar geen oog voor. Het orkest begon na het laatste applaus met afbreken en ging daarna naar huis. Het podium kwam vrij voor degene die plaatjes ging draaien. Dit was een goede vriend van Mandy. Al snel werd er volop gedanst op het podium.
Om zes uur begon het diner. Mandy had een paar mensen die een kookclubje hadden gevormd gevraagd om iets klaar te maken. Tegen een geringe vergoeding wilden ze hier aan meedoen. Robert en Chantal hadden in overleg met Mandy de tafelschikking vlak voor de bruiloft gewijzigd. Het bruidspaar wilde niet in de buurt van Rik en Peggy zitten. Chantal wilde liever ook niet bij de ouders van Robert zitten, maar dan had ze ook haar ouders niet kunnen plaatsen aan haar tafel. Het compromis was dat ze wel aan tafel zaten bij het bruidspaar, maar zo ver mogelijk van Chantal vandaan. Chantal had er ook op gestaan dat Edgar bij hun aan tafel zou zitten. Maar hij had dit afgeslagen, omdat hij foto’s wilde maken tijdens het diner. “Ik ben zeer vereerd dat je me gevraagd hebt, Chantal. Ik vind echter dat foto’s van het diner bij de rapportage horen. Ik maak eerst foto’s en dan eet ik achteraf wel ergens,” had hij gezegd. Chantal had hem bijna smekend aangekeken. Ze wist dat ze met hem goede gesprekken kon voeren. Ze mocht hem graag. Ze was zo dankbaar voor wat hij deed. “Kom dan nadat je foto’s hebt gemaakt bij ons zitten. We hebben je plek gereserveerd.” Edgar kon het niet meer weigeren. “Afgesproken, nadat ik foto’s heb gemaakt, kom ik bij je aan tafel zitten. Belooft.”
Hij liep naar de keuken en vroeg of hij foto’s mocht maken van de gerechten. De kookclub voelde zich vereerd. Edgar gaf eerst wat aanwijzingen hoe hij het eten graag op het bord zag. Bea was degene die initiatief had genomen tot de kookclub. Ze werd door de anderen als de voorzitter van hun club gezien. Zelf hechtte ze daar geen waarde aan. Bea keek heel verbaasd toen Edgar aanwijzigen gaf hoe het eten op de borden moest liggen.
“Luister, Bea. Het laatste wat ik wil is om iets over jullie kookkunsten te zeggen. Ik ben er van overtuigd dat het heerlijk zal smaken. Bij voedselfotografie komt er vaak een voedselstyliste bij. Een kok zorgt ervoor dat het eten voortreffelijk smaakt. Een voedselstyliste zorgt ervoor dat het eten zo wordt neergelegd dat het zo mooi en smakelijk mogelijk op de foto komt. Dat is een vak apart, hoor. Dus nogmaals: niets ten nadele van jullie capaciteiten. Zelfs de beste koks worden geholpen door zo’n styliste als hun voedsel op de foto komt.” Bea glimlachte. Ze had er wel ooit van gehoord, maar zich er nooit in verdiept.
Ze pakte een bord en volgde de aanwijzingen van Edgar op. Hoewel hij zelf ook geen stylist was, had hij er wel wat over gelezen. Hij zette een bord op een bepaalde plaats neer op een apart tafeltje met een licht tafellaken. Hij zette de flitser met softbox achter de tafel, zodat hij het voedsel van achteren zou belichten. Dat gebeurt vaak bij voedselfotografie. Zijn toestel had hij op een statief gezet die aan de voorkant van de tafel. Door het voedsel van achteren te belichten zou er een harde schaduw aan de voorkant verschijnen. Dat was niet de bedoeling. Edgar wist hoe hij die schaduw zachter kon maken. Dat had hij thuis goed voorbereid. Hij had van vier stukken wit karton twee reflectiescherm gemaakt. Per reflectiescherm had hij twee stukken wit karton met plakband aan elkaar gemaakt, zodat hij het reflectiescherm met een knik op tafel kon zetten. De reflectieschermen moesten aan de andere kant van het bord staan als de flitser, dus aan de voorkant. Maar ze mochten uiteraard niet voor de cameralens staan. Hij pakte het eerste reflectiescherm en plaatste deze voor het bord en links van zijn lens op de tafel, zodat het net niet op de foto zou komen. Hij deed dat ook aan de rechterzijde met het tweede reflectiescherm. De ruimte tussen de twee reflectieschermen was precies groot genoeg om de foto te kunnen maken. De beide schermen kaatsten het licht van de flitser terug, zodat de schaduwen niet meer hard waren.
Hij maakte een paar proeffoto’s. Tussendoor veranderde hij nog wat zaken op het bord. Ten slotte zette hij twee houten blokjes tegen het bord aan en haalde het bord weg. “Dit was het bord om alles goed te zetten. Maar de damp van de hitte is ondertussen verdwenen. Ik heb nu een nieuw bord
nodig met warm eten. Door het plaatsen van deze blokjes kan ik het nieuwe bord met warm eten precies op de goede plaats neerzetten en gelijk de juiste foto maken,” lichtte hij toe aan Bea. Bea gaf een nieuw bord aan Edgar. Hij zette het op exact dezelfde plaats en haalde daarna de blokjes weg. Hij kon zo snel het bord met het warme eten fotograferen.
Edgar liet de foto aan Bea zien. De anderen van de kookclub kwamen ook kijken. Ze waren tevreden. “Leuk dat het nu ook op een mooie manier op de foto komt. Mogen we ook een afdruk?” vroeg een van de leden van de kookclub. Edgar beloofde het. Daarna werd het eten opgediend bij de gasten. Edgar maakte foto’s van alle tafels. Toen hij klaar was met fotograferen schoof hij aan bij de tafel van het bruidspaar. Ze hadden erg genoten van de maaltijd.
Robert hield na het hoofdgerecht een korte toespraak om de mensen van de kookclub te bedanken. Er volgde een groot applaus van de gasten. Als nagerecht was een grote ijstaart gemaakt. Uiteraard mochten Robert en Chantal deze aansnijden.
Na het diner werd er weer volop gedanst. Rond acht uur kwam Mandy met lichte paniek naar Chantal en Robert toe. “ Peggy loopt tegen iedereen te roepen dat jullie gierig zijn en haar in de steek laten.” Robert gaf een diepe zucht. Ze hadden het verwacht. Ze hadden stiekem gehoopt dat Peggy zich rustig zou houden. Ze liepen met zijn drieën naar haar toe. Robert nam het woord. “Peggy, ik verneem dat jij tegen diverse mensen vertelt dat we gierig zijn en jou niet willen helpen.” Peggy knikte bevestigend, maar voordat ze de kans kreeg om iets te zeggen ging Robert verder: “Peggy, dit is iets tussen ons en jou. Daar hebben die andere mensen niets mee te maken. Helemaal niets. Die komen hier om feest te vieren. Ik wil je vragen om direct te stoppen met deze stemmingmakerij. We praten er later over.”
Maar Peggy was dat niet van plan. “Eens een Dagobert Duck, altijd een Dagobert Duck. Je denkt toch niet dat ik geloof dat jullie me ook maar iets tegemoet gaan komen.
Nee, iedereen mag weten hoe Chantal haar bloed eigen zus in de steek laat. Wat haar echte karakter is: alleen aan haar zelf denken.” Chantal werd boos en was geneigd om haar zus te slaan.
Beide ouders kwamen er bij staan, maar Edgar was degene die tussenbeide kwam. “Peggy, ik ken je niet, maar ik hoor dat je een probleem hebt met Robert en vooral met je zus, Chantal. Dat kan altijd gebeuren. Ik ben het met Robert eens, dat het niet netjes is om dat tijdens hun feest met iedereen te delen. Ik heb ook moeite dat je het gehele karakter van Chantal afkraakt om slechts één gebeurtenis waar je het niet mee eens bent. Dat vind ik niet terecht. Ieder mens heeft zijn goede en minder goede eigenschappen. Iedere eigenschap heeft zijn plus- en minpunten. Laten we dit gesprek even op de hal verder voeren, zodat de feestgangers verder kunnen gaan. Akkoord?”
Peggy liep inderdaad mee naar de hal, maar begon daar onophoudelijk te schelden tegen haar zus. Edgar wenkte tegen Robert dat hij Chantal moest meenemen naar binnen. Toen dat gebeurd was pakte Edgar haar bij de arm en sleepte haar naar buiten. Ze probeerde zich los te rukken, maar Edgar was veel sterker. Buiten zei hij tegen haar: “Je bent niet voor rede vatbaar op dit moment. Je gaat nu weg. Ik wil je vanavond niet meer zien op dit feest. Als je toch besluit om terug te komen, ga je daar heel veel spijt van krijgen. Dan garandeer ik je.” Hij liet haar los. “Ik heb geld nodig. Die (…)” Ze maakte wilde gebaren met haar handen. “wil me niets geven.” Ze schreeuwde het uit. Edgar gaf haar symbolisch een briefje van 10 euro. “En nu wegwezen.”
Het duurde nog geen uur voordat het volgende conflict ontstond. De vader van Robert had weer veel te veel gedronken en liep naar zijn zoon toe. “Zoon, je had die kans moeten grijpen met die stripper. Lekker wijf. Chantal maakt een watje van je. Waar is de zoon gebleven die ik heb grootgebracht?” Robert vroeg zich af hoe zijn vader wist hoe de stripper eruit had gezien. Maar Robert kon daar niet te lang bij stil staan. Hij moest zijn vrouw verdedigen. “Pa, ik houd van Chantal en ik accepteer niet dat je zo over haar
praat. Is dat duidelijk?” Zijn vader lachte hem in zijn gezicht uit.
Chantal was ondertussen ook naar hen toe gelopen, evenals Mandy. “Niet weer,” dacht Mandy. “Robert, het begint nu al. Zie dat toch in. Het is een burgertrutje die van muziek houdt van eeuwen geleden. Je laat je helemaal inpalmen door haar. Recht je rug en wordt weer een vent.” Roberts moeder wilde wat zeggen, maar werd na twee woorden al door zijn vader naar achteren geduwd. “Je bent dronken. Ik wil dat je weggaat,” zei Robert met de nodige stemverheffing. Zijn vader reageerde door hem stevig vast te pakken bij zijn bovenarmen. “Niemand gaat hier weg en zeker ik niet. Ik ben je vader. Zonder mij was je niet eens geboren. Een beetje respect voor je oude vader.”
Ondertussen waren diverse vrienden van Robert naar hen toegekomen. Ze hadden verwacht dat deze ruzie wel eens tot een gevecht zou kunnen komen. “He, Robert was duidelijk of sprak hij Chinees,” riep een van hen. Daarop pakten vier vrienden de vader van Robert vast en duwde hem naar buiten. Hij begon te slaan, maar de anderen wisten zich goed te weren. Na enkele minuten waren ze bij de deur naar buiten. De vader van Robert schreeuwde: “Dit huwelijk zal niet lang duren. Dat beloof ik je. Dit huwelijk is snel ten einde.” Toen werd hij hardhandig naar buiten gegooid. Mandy was ondertussen haar vriendin aan het troosten. Als ceremoniemeester kan je alles goed regelen, maar sommige dingen zijn niet te voorkomen. Ze hoopte dat het nu voorbij was. Haar vriendin had een mooie bruiloft verdiend en geen bruiloft met ruzies.
Om elf uur ging Edgar naar huis. Robert bedankte hem heel hartelijk. Chantal zei dat ze even met hem mee naar buiten zou lopen. “Edgar, ik weet niet hoe ik je kan bedanken. Ondanks de twee voorvallen, heb ik een fantastische bruiloft gehad. En dankzij jou kan ik straks vaak terugkijken op deze dag.” Edgar zag dat haar dankbaarheid uit het diepste van haar hart kwam. “Graag gedaan. Je hebt het verdiend.” Chantal had er geen vrede mee, dat het hierbij zou blijven. “Hoe kan ik je bedanken? Ik heb zo de behoefte om iets voor je terug te doen.” Edgar dacht even na. “Chantal, dat hoeft echt niet.” Maar Chantal bleef
aanhouden. Uiteindelijk zei hij “Je kunt me helpen bij een experiment die ik volgende week wil doen. Daar heb ik nog een model voor nodig. Jij zou daar heel geschikt voor zijn.” Chantal werd heel nieuwsgierig. “Ik wil je dolgraag helpen. Wat ben je van plan?” Edgar begreep wel dat ze graag iets terug wilde doen. Hij twijfelde even om het te vertellen, maar Chantal hield aan. “Kom, Edgar, vertel het.” Ze keek hem bijna met verliefde ogen aan. Ze had het idee dat het iets spannends zou kunnen zijn.
“Chantal, ik ben bezig om een serie foto’s te maken waarin twee tegenstellingen te zien zijn. Ik wil een foto maken met zon en regen in een foto. Als het goed is, schijnt donderdag de zon. Ik heb zelf een soort mobiele douche gemaakt om de regen te simuleren. Ik wil twee foto’s maken: een in de zon en een met de kunstmatige regen, en deze in elkaar laten overvloeien. Wil je hier aan meewerken?” Chantal keek vol verlangen. “Oh, dan word ik dus nat?” zei ze een beetje ondeugend. “Ja, je zult wel droge kleding mee moeten nemen.” Voordat hij iets meer kon zeggen, zei ze heel vastberaden “Ja, ik doe het. Jij hebt mij enorm helpen. Dit is toch het minste wat ik kan doen voor je.” Edgar keek haar even aan. Zou ze het doen uit schuldgevoel? Hij vermoedde van niet. Haar enthousiasme had hem wel wat verbaasd. “Weet je het zeker? Ik bedoel, ik wil niet dat je je verplicht voelt…” Chantal bleef vastberaden. “Nee, nee, het lijkt me leuk. Zoiets heb ik nog nooit eerder gedaan. En ik kan Robert verrassen met een mooie foto. Ik mag er toch ook een hebben?” Edgar knikte. “Tot donderdag dan. Ik kom je ophalen om vier uur, goed?” Chantal glimlachte heel lief en gaf hem een kus op zijn wang. “Bedankt voor alles, Edgar. Tot donderdag.” Ze zwaaiden nog naar elkaar. Geen van beiden had gezien dat Rik op een afstand naar hen had staan kijken.
Hoofdstuk 9 Donderdag 14 oktober 2010 Chantal en Robert hadden de afgelopen dagen enorm van elkaar genoten. Ze waren uit eten geweest, naar de bioscoop gegaan, een dagje van de Efteling genoten en veel samen gewandeld in het park. Ze zaten uren na te praten over de bruiloft. Robert had al vaak gezegd dat hij het fantastisch vond dat Mandy en Chantal nog zo’n geweldige bruiloft hadden kunnen regelen. Hij wist dat Mandy schulden had gemaakt om dit mogelijk te maken. Hij waardeerde dat enorm. Hij vond dat Chantal bofte met zo’n goede vriendin.
Hij dacht na over Rik. Zijn voormalig beste vriend had hem in de steek gelaten. Daar voelde hij zich rot over. Hij snapte niet waar het vandaan kwam. Maar hij wilde zijn wittebroodsweken er niet door laten bederven. Niets kon hun geluk meer in de weg staan. Geen Peggy, geen ouders, geen Rik. Nee, ze waren nu samen en zouden samen oud worden. Dat vond hij een mooi vooruitzicht.
Chantal had wel verteld dat ze nog een fotosessie had bij Edgar, maar niet wat hij van plan was. Dat zou een verrassing worden. Ze zou om half vier worden opgehaald door Edgar, maar ze had besloten om met de fiets naar de heide te gaan. Ze zou daar Edgar treffen. Ze had wel een uur voor de spiegel gestaan om zich op te maken. Dat had Robert wel verbaasd. Normaal gesproken gebruikte ze nooit zoveel make-up en was ze hooguit een kwartiertje bezig. Maar hij kon zich wel voorstellen dat ze voor een fotosessie wel wat extra zou doen. Hij had er daarom ook niet van gezegd.
Ze fietste naar de parkeerplaats die Edgar had opgegeven. Althans, volgens de kaart van de omgeving was het een parkeerplaats. Ze keek rond. Er was een picknickplaats met een stuk of vijf bankjes met tafeltjes, een grote zandvlakte, waar kinderen aan het voetballen waren. “Een ideale plek voor een kindervakantieweek”, dacht Chantal. Het pad langs deze picknickplaats was hier wat breder en er stonden inderdaad wat auto’s. Chantal ging er van uit dat die auto’s van mensen waren die hun hond gingen uitlaten. Ze zag
drie mensen met honden aankomen. Maar even later kwam ook een verliefd stelletje terug van de heide en stapte in hun auto.
Na vijf minuten wachten kwam Edgar met zijn blauwe Renault. Hij stapte uit en glimlachte naar Chantal. “Je ziet er fantastisch uit. Het lijkt wel of je vandaag gaat trouwen.” Chantal voelde zich gevleid. Maar het klopte dat ze zich zo mooi mogelijk had gemaakt. Ze wist wat er ging komen. Ze wilde niet alleen mooi, maar ook sexy op de foto komen. Ze werd immers niet iedere dag gevraagd om foto’s te maken. En daarnaast wilde ze Robert verrassen met deze foto’s. Ze had haar kleding zorgvuldig uitgezocht. Ze wist precies met welke kleding ze de “zonnige” shot wilde maken en met welke de “regenshot,” zoals Edgar het genoemd had. Ze liep naar hem toe. Hij was begonnen met het pakken van zijn spullen. Hij had veel spullen in zijn achterbak liggen. Hij had daarom twee boodschappenkarretjes om alles in te vervoeren. Ze bood aan om hem te helpen, maar dat sloeg hij af. “Neem jij je kleding maar mee. Ik zou niet willen, dat je straks bezweet op de foto komt.” Chantal begreep dat wel.
Na een paar minuten liepen ze de heide op. Eerst moesten ze door een stukje bos van hooguit 200 meter. Daarna liepen ze anderhalve kilometer over een pad. Aan de zijkanten zag Chantal vennen met enkele bomen. “In augustus staat de heide in de bloei. Dat is een mooie periode om de heide te bewonderen, vooral ’s avonds en ’s ochtends als de zon laag staat.” Het was nu oktober en van een bloeiende heide was al lang geen sprake meer van. Het was gelukkig wel redelijk weer voor dit jaargetijde. Er scheen een zonnetje, er waren enkele wolken en de temperatuur was met 16 graden niet slecht voor half oktober. Als het licht niet veel mooier was geweest, zou Edgar de foto’s liever in de zomer maken. Het harde licht in de zomer weerhield hem daarvan. En in de zomeravonden waren er teveel muggen. Zijn fotomodel zou opgevreten worden door de muggen.
Na anderhalve kilometer lopen gingen ze rechtsaf een klein pad in. Het pad viel nauwelijks op. Chantal had het idee dat hier niet zoveel mensen zouden komen. Het viel nauwelijks
op dat er een pad was. Het pad werd ook steeds vager en hobbeliger. Het kostte Edgar meer moeite om de spullen mee te nemen. Ze spraken onderweg over de bruiloft, over hun gezamenlijke muziekvoorkeur en over de fotosessie.
Na twintig minuten lopen over het pad kwamen ze bij de bestemming. Er was een klein ven met een weids uitzicht. “Hier komt bijna nooit iemand. En het is bijna onmogelijk om vanuit de grote paden ons te zien. Ik heb hier al dagenlang gefotografeerd zonder een mens te zien. Daarmee vind ik het een ideale plaats om ongestoord te gaan fotograferen.” Hij begon met het installeren van al zijn apparatuur. Ondertussen genoot Chantal intens van het uitzicht. “Wat is het hier ontzettend mooi. Ik zou hier willen liggen in het zand en de zon zien ondergaan. Ik wist niet dat er nog plekjes waren in Nederland, waar je ongestoord kan genieten.” Ze dacht aan het nummer “fantastic places” van Marillion, het nummer waarop Robert en zij al enige keren hadden geschuifeld, heel dicht tegen elkaar. Zou deze band door zo’n mooi uitzicht geïnspireerd zijn, vroeg ze zich af. Ze moeten toch een heel mooi uitzicht hebben gezien om tot zo’n mooi nummer te komen. Wat zou het geweest zijn? Zittend op een rots en kijken naar een mooie zonsopgang met uitzicht op de zee? Een nationaal park met watervallen of juist een schitterend berglandschap? Haar gedachten dwaalden wat af.
Edgar had even geen tijd om te reageren. Hij moest zijn fotocamera en flitsinstallatie gereed maken, maar ook de mobiele douche installeren. Hij had zelfs een schot meegenomen die als “kleedruimte” diende. Hij had ook een thermosfles met koffie meegenomen. Hij was van mening dat een model goed verzorgd moest worden. Dat kwam de foto ten goede. Na een kwartier was hij klaar en hij legde nog een keer uit wat de bedoeling was.
“Normaal doe ik met Photoshop alleen het hoognodige, zoals het aanpassen van de kleuren, heel soms een uitsnede aanpassen - maar meestal is die al goed – en een beetje verscherpen. Maar nu wil ik experimenteren om twee foto’s in elkaar over te laten vloeien. Ik wil zon en regen in een foto laten overvloeien. We beginnen dus met de zonnige foto. Als die goed is, wil ik je vragen om daarna om te
kleden en ongeveer een meter naar rechts te staan. Ik zal dat markeren. Dan plaats ik daar de mobiele douche om de regen te simuleren. Die zie je uiteraard niet op de foto. Thuis ga ik deze twee foto’s samenvoegen.”
Chantal straalde. Ze had er zin in. Ze had een blouse meegenomen die wat doorschijnend was, zeker als het nat zou worden. Ze voelde zich helemaal opgewonden voor deze fotosessie. Ze was benieuwd hoe Robert zou reageren. Ze was er niet heel bang voor. Hij hield wel van sexy vrouwen. En als zijn kersverse vrouw sexy op een foto stond, zou hij dat helemaal geweldig vinden.
De fotosessie verliep vrij vlot. Edgar wilde de foto’s snel maken, omdat Chantal het anders te koud zou krijgen. Maar Chantal kreeg het niet koud. Ondanks het koude water dat uit het ven werd gepompt, voelde ze zich helemaal warm. Ze voelde zich zo geweldig, zo vrouwelijk, zo trots op zichzelf. Het was voor haar een van de mooiste momenten uit haar leven. Ze had geen tijd om het koud te hebben. Haar gedachten hielden haar warm. Edgar kon geen mooiere emotie op haar gezicht wensen. Ze keek zo gelukkig. Toen hij gereed was, droogde ze zich af en kleedde ze zich om in haar “kleedruimte.” Edgar ruimde zijn spullen op. Chantal keek nog even over de rand, maar Edgar keek niet naar haar. Hij liet haar rustig omkleden.
Toen ze gereed was, vroeg ze af ze kon helpen. Edgar antwoordde dat hij bijna gereed was. “Als je even wacht, loop ik zo met je mee. Ik heb nog ongeveer vijf minuten nodig.” Chantal wilde echter zo snel mogelijk gaan. Ze voelde zich geweldig en wilde zo snel mogelijk naar Robert gaan. “Ik ga al vast, als je het niet erg vindt. Ik wil graag naar Robert toe.” Edgar zag hoe ze nog steeds straalde. “Je hebt het geweldig gedaan. Ik weet zeker dat het een geslaagde foto gaat worden. Weet je zeker dat je alleen naar de parkeerplaats loopt?” Chantal knikte. Ze “huppelde” met haar kledingzak terug naar de parkeerplaats. Ze zwaaide naar Edgar. Ze kon niet weten dat ze nooit meer bij Robert zou aankomen.
Hoofdstuk 10 Zondag 17 oktober 2010 Muriëlle Doornakkers zag er vermoeid uit. Ze had vrijdag en zaterdag lange dagen gemaakt. Ze had daar geen moeite mee, want ze wilde graag carrière maken. Ze dacht terug aan de afgelopen twee dagen. Vrijdag had Robert Smits om 10 uur ’s ochtends op het politiebureau gemeld dat zijn vrouw Chantal niet thuis was gekomen, nadat ze op donderdag om half vier was vertrokken voor een fotosessie met fotograaf Edgar de Vries. Haar baas, Frank Verhaaghen, was in deze situaties heel voorspelbaar. Johan Verkerk en hij hadden hem verhoord. Was het gebruikelijk dat ze ’s nachts niet thuiskwam? Is er ruzie geweest? Heb je haar vrienden, vriendinnen en familie gebeld? Ziekenhuis?
Robert had verteld dat hij inderdaad de gehele nacht had gebeld en gezocht. Frank had hem verteld dat ze pas na 24 uur vermissing in actie zouden komen. Ondanks dat Robert had aangedrongen om eerder te beginnen – Chantal was immers nog nooit ’s nachts weggebleven – moest Frank hem wel vertellen dat hij zich moest houden aan de procedure. Frank was daar het type niet voor. Maar hij had in het verleden al genoeg problemen gehad met de korpschef als hij zich niet aan de procedures hield. Hij had zich er bij neergelegd dat procedures er niet voor niets waren. Maar wel met tegenzin. Maar dit keer zou hij anders doen als hij had gezegd. Robert had namelijk gezegd dat Edgar de Vries een van de laatste mensen was die Chantal had gezien. Hij kende Edgar goed en vond hem een sympathieke kerel. Hij heeft hen ooit geholpen met babysitten en zijn vrouw Anki kende hem van de fotocursus. Frank besloot om hem toch te bellen.
Edgar zat in de woonkamer achter zijn computer om de foto’s van de bruiloft te bewerken. Hij was al een eind gevorderd, maar had nog wel tijd nodig om het af te krijgen. De telefoon ging. “Hallo, met Edgar de Vries,” klonk het vriendelijk. “Edgar, met Frank Verhaaghen. Hoe gaat het met je?” Edgar gaf aan dat het goed ging. Hij hoorde aan de stem van Frank dat het waarschijnlijk niet ging om een nieuw verzoek tot babysitten. Hij vroeg waarmee hij kon helpen. “Edgar, donderdag heb je een fotorapportage gemaakt van Chantal Smits, klopt dat?” Edgar bevestigde
dit. “Hoe is dat verlopen?” Edgar was verbaasd. “Ik neem aan dat je niet wilt weten welke instellingen ik in mijn camera heb ingesteld. Wat bedoel je precies?” Frank baalde van dit antwoord. Hij wist dat Edgar gelijk had. Zijn vraag was onduidelijk geweest. Dat had hem niet mogen gebeuren.
“Edgar, hoe laat is de fotosessie geëindigd? Hoe is ze weggegaan? Heeft ze iets gezegd over wat ze daarna zou gaan doen?” Frank had al in de gaten dat hij drie vragen ineens had gesteld. Met een beetje pech zou Edgar daar iets over zeggen. Scherp blijven, Frank, scherp blijven. En ja, Edgar zei daar iets van. “Frank, dat zijn drie vragen. Maar volgens mij heb ik ze onthouden.” Hij zei het een beetje plagerig. Bij Frank was de hint overgekomen. Hij zat nog niet diep in een zaak. Hij moest altijd een beetje op gang komen. Na wekenlang bureauwerk werd zijn scherpte minder.
Edgar ging verder. “Het precieze tijdstip moet ik je schuldig blijven, maar ik vermoed dat het rond kwart over vijf is geweest toen ze wegging. Ik heb aangeboden om met haar mee te lopen naar de parkeerplaats van de heide, maar ze zei dat ze graag snel weg wilde, om naar haar man te gaan. Ze was pas getrouwd, weet je.” Frank noteerde alles. “Hoe was haar stemming toen ze wegging?” Edgar antwoordde dat ze in opperbeste stemming was. Hij was wel verbaasd dat ze snel weg wilde.
“Ze heeft verder niet gezegd waarom ze snel naar Robert wilde. Ze huppelde weg als een verliefde tiener. Ze zwaaide nog even en liep toen vlot verder. Ik heb haar fiets niet meer gezien toen ik bij de auto kwam. Maar hoezo, waarom vraag je dit allemaal.” Dit was belangrijke informatie voor Frank. Hoe snel vraagt iemand waarom ze ondervraagd worden. Dat kan soms informatie geven over de dader. Een dader vergeet het soms te vragen, omdat hij al weet wat er gebeurd is. “Ze is als vermist opgegeven. Ze is nooit bij Robert aangekomen.” Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Na een tijdje zei Edgar “Verschrikkelijk. Weet je al wat meer?” Frank moest ontkennen. “Frank, als ik je ergens mee kan helpen… of ben ik verdachte?” Dat laatste klonk geschrokken. “Nee, Edgar. Niemand is nog verdachte.
We moeten eerst achterhalen wat er gebeurd is. Kun je meer vertellen? Ieder detail kan belangrijk zijn.” Edgar vertelde van A tot Z wat er afgelopen donderdag gebeurd was. Na afloop bedankte Frank voor de informatie en hing op.
Muriëlle wist dat ze officieel 24 uur moesten wachten, maar ze zag aan het gezicht van Frank dat hij al lang besloten had om een onderzoek te starten. “Muriëlle en Mohammed, willen jullie een routine ronde rijden, en als je toevallig Chantal of haar fiets ziet, meldt het dan. Ga eens langs bij de wegen in de buurt van de heide.” Hij gaf er een knipoog bij. Muriëlle en Mohammed wisten voldoende. Officieel zouden ze een routine ronde rijden, maar onofficieel zouden ze uitkijken naar Chantal en naar haar fiets. Robert Smits had een gedetailleerde beschrijving gegeven van de fiets en ook van de kleding die Chantal had aangetrokken. Ze hadden voor de zekerheid zaklampen meegenomen.
En inderdaad, om vijf uur kregen ze het signaal om officieel te gaan zoeken. Het weer werd steeds slechter. Frank en Johan gingen ook mee zoeken. Vanaf zeven uur werd het weer heel slecht. Harde wind en veel regen. “Het wordt nu echt herfst,” zei Mohammed. Hij hield helemaal niet van koud en guur weer. Ze zochten met de zaklampen verder. Ze waren allen kletsnat tot op het bot. Om tien uur ’s avond besloot Frank dat ze de volgende ochtend verder zouden gaan.
Muriëlle was op zaterdag als eerste van het team op de heide. Mohammed volgde al snel. Johan en Frank waren, zoals gebruikelijk, als laatste gearriveerd. Ze kregen hulp van een tiental politieagenten. Het was nog steeds stormachtig weer. Er lagen al grote plassen op de looppaden. Muriëlle had regenkleding en laarzen aangetrokken. Ze wilde voorkomen dat ze weer zo nat zou worden, omdat ze bang was om daar ziek van te worden. Ook de anderen hadden hun voorzorgsmaatregelen genomen.
Pas later in de middag begon het droog te worden. “Het schijnt wel weer beter te worden,” zei Muriëlle om de sfeer
er in te houden. “Ik hoorde dat we vannacht zelfs de sterren kunnen zien, zo helder wordt het.” Frank kon haar optimisme wel waarderen. Muriëlle wist dat Frank haar op veel punten kon waarderen. Ze was ambitieus, sportief, opgewekt en vooral ook heel mooi. Ze was 35 jaar oud. Ze had prachtig halflang donker haar met kastanje bruine ogen. Ze probeerde zeker drie dagen per week op de sportschool te zijn en in de zomer ging ze ook vaak zwemmen bij een groot ven. Ze vond het meestal niet erg als het water nog koud was. Door haar snelle slagen was ze snel weer warm. Het sporten hield haar slank en fit. Het maakte haar ook positief. Ze had geleerd dat ze tot meer in staat was dan ze dacht. En dat maakte haar een optimistisch persoon.
En dat is wat Frank op dit moment zo waardeerde aan haar. Hij werd snel humeurig van slecht weer. Hij kon op dat punt wel van Muriëlle leren. Maar hij zag in het slechte geen belemmering om door te werken. Hij zag vannacht liever een levende Chantal dan een paar sterren.
Opnieuw moesten ze de zoektocht om tien uur ’s avonds afbreken. De lucht was ondertussen een stuk helderder geworden en de temperatuur was flink afgekoeld. “Het begint nu echt koud te worden,” klaagde Mohammed. “We gaan morgen verder,” zei Frank. Het team ging naar huis.
Muriëlle keek in de spiegel terwijl ze terugdacht aan deze twee lange dagen. Ze kon wel een vrije zondag gebruiken. Ondanks haar goede conditie waren deze twee lange dagen toch erg vermoeiend geweest. Ze kamde snel haar haren en maakte zich een beetje op. Ze zouden vandaag verder gaan zoeken. Frank had tegen het team gezegd dat ze een beetje mochten uitslapen. Ze hadden afgesproken om te starten om tien uur. Het uitslapen was echter niet gelukt. Ze had vanaf 4 uur al wakker gelegen en dacht aan het vermiste meisje.
Om kwart voor zeven werd ze gebeld door het bureau. Ze hadden een lijk gevonden, enkele kilometers verder dan de parkeerplaats bij de heide. Het lichaam was verbrand. Het moet Chantal zijn, dacht Muriëlle. Ze belde naar Johan
Verkerk. “Bel jij naar Frank of moet ik het doen? Volgens mij is het jouw beurt.” Johan wist dat hij aan de beurt was en hij had de twijfelachtige eer om Frank te informeren. Hij zou ook Mohammed bellen. Muriëlle had zich snel gewassen, opgemaakt en aangekleed. Ze pakte een paar krentenbollen uit de provisiekast en at deze in de auto op.
Een kwartier later was ze op de plaats delict. De rest zou pas drie kwartier later arriveren. Muriëlle had ondertussen al de exacte locatie kunnen vaststellen. Het was circa drie kilometer verwijderd van de locatie van de fotorapportage. En was nog vreemder was: het was niet op de route naar haar huis.
Ze had de verklaring opgenomen van de fotograaf die haar gevonden had. Ze was gereed toen Frank en Johan arriveerde. “Lengte en geslacht komen overeen. De lijkschouwing moet definitief uitsluitsel, maar als je het mij vraagt is het voor 99% zeker dat hier Chantal Smits ligt,” zei Muriëlle, voordat Frank kon vragen wat ze al wist. Frank knikte. “We gaan uit van de feiten, maar ik vrees dat je gelijk hebt. Goed werk, Muriëlle.” Als de omstandigheden anders waren geweest, zou ze verheugd zijn. Een compliment van Frank was redelijk zeldzaam. Maar ze vond het nu niet het moment om trots op zichzelf te zijn. Het oplossen van deze moordzaak was het allerbelangrijkste op dit moment.
De technische recherche was na anderhalf uur klaar met haar werk. “Mohammed, wil jij met Muriëlle en enkele mensen van de technische dienst naar Edgar de Vries gaan. Ik wil dat zijn auto volledig wordt onderzocht op sporen. Ook zijn fotoapparatuur checken.” Mohammed keek hem verbaasd aan. “Verdenk je hem?” Johan gaf antwoord voordat Frank daar de kans toe kreeg. “Ja, hij is een verdachte. Hij heeft haar als laatste gezien, afgezien van de moordenaar. Ze is in de buurt gevonden van de plek waar hij haar heeft gefotografeerd. We moeten hem zo snel mogelijk verhoren.”
De stelligheid waarmee Johan dit zei, stond Frank niet aan. Hij wist dat Johan moeite zou hebben met het feit dat Frank
Edgar kende. “Johan, je hebt gelijk. We moeten hem ondervragen. Dat klinkt nog iets vriendelijker dan verhoren. Hij is vooralsnog getuige, geen verdachte. Ik wil kunnen uitsluiten dat hij het is geweest. Daarom eerst de check op zijn auto en apparatuur.” Johan liep al terug naar de auto. Frank zei tegen Mohammed en Muriëlle zachtjes: “ik geloof niet dat Edgar hier iets mee te maken heeft. Maar officieel moeten we het onderzoeken om hem als verdachte te kunnen uitsluiten. Nu ga ik datgene doen, waar ik het meeste van baal. Ik mag de echtgenoot en de ouders gaan informeren.” Muriëlle en Mohammed wensten hem succes.
Johan zat achter het stuur. “Je gelooft zeker niet dat Edgar het gedaan heeft?” Frank had op deze discussie gerekend. Hij geloofde er inderdaad niet in dat Edgar iets met de moord van doen had. Maar hij kon dit als de baas van Johan natuurlijk niet zeggen. “Iedereen is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is,” was zijn neutrale antwoord. Maar Johan nam daar geen genoegen mee. “Frank, je weet wat ik bedoel. We moeten objectief zijn en blijven. Je kent een van de mogelijke verdachte. Hij heeft op jullie kleinkinderen gepast. Ik weet dat je heel veel respect hebt voor hem. Ben je wel objectief genoeg om dit onderzoek te leiden?” Het beviel Frank geheel niet dat Johan de objectiviteit en bekwaamheid van hem in twijfel trok.
“Luister Verkerk, weet waar je plaats is in de organisatie!” Frank zei dit op een geërgerde en denigrerende manier. Binnen het team sprak hij de mensen nauwelijks aan met de achternamen. Alleen als hij boos was gebruikte hij de achternamen. “Edgar is een zeer gerespecteerde inwoner van onze gemeente. Hij heeft zich voor zeer veel goede doelen ingezet en onlangs heeft hij ons slachtoffer geheel belangeloos geholpen bij haar bruiloft.” Johan liet zich niet van de wijs brengen. “Het is nog maar te betwijfelen of het inderdaad geheel belangeloos was. Wie weet had hij al alles voorbereid.”
Frank werd nog bozer. “Denk nu eens een keer na, voordat je iets doms zegt. Hoe had Edgar dit in hemelsnaam kunnen voorbereiden. Hij kon toch niet vooraf weten dat mijn vrouw namens ons buurmeisje op zoek was naar een fotograaf. Als een van de cursisten ja had gezegd, was hij
überhaupt niet in beeld gekomen. Als hij het gesprek tussen mijn vrouw en de andere cursisten niet had opgevangen, zou hij eveneens niet de fotograaf van de bruiloft geworden zijn. Vertel me eens, Verkerk, hoe had hij dit kunnen plannen?” Johan wist dat zijn baas gelijk had op dit punt.
“Dat weet ik nu nog niet, maar ik vind het allemaal wel erg toevallig: fotograaf tijdens de bruiloft van het slachtoffer vraagt haar voor een extra fotosessie en kort na die sessie wordt ze teruggevonden in de buurt van de locatie waar de fotosessie heeft plaatsgevonden. Wie wisten die locatie allemaal? Zo voor de hand was die locatie niet.” Frank keek zijn collega aan. “Laten we dat eerst eens gaan uitzoeken, voordat we ondoordachte conclusies trekken. Feiten, Verkerk. Feiten hebben we nodig. En ja, ondanks de terechte feiten die je noemt, denk ik dat Edgar de Vries niets met de moord van doen heeft. Maar als de feiten anders uitwijzen, ga ik zeker dat spoor ook serieus onderzoeken. Niemand is heilig voor mij. Ik vind dat ik de mening mag hebben dat Edgar onschuldig is, maar die mening mag en zal mijn onderzoek niet beïnvloeden. Dat is het verschil, Verkerk.”
Johan gaf een zucht, waarmee hij duidelijk wilde maken dat hij opgelucht was dat zijn baas dit spoor ook serieus ging nemen. “Ik ben overtuigd. Sorry voor mijn iets te ongenuanceerde kritiek.” Frank knikte als teken dat hij de excuses van zijn collega accepteerde.
Ze kwamen aan bij het huis van Robert. Hij zag de wagen van Frank aankomen en rende snel naar de voordeur. Frank hoefde niets te zeggen. Robert zag zijn gezicht en wist genoeg. Hij liep naar binnen en begon hard te huilen. “We hebben slecht nieuws,” zei Frank toch maar toen ze in de woonkamer stonden. Na een minuut ging Frank verder. “Ze is vermoord. Haar verbrande lichaam is teruggevonden op de heide.” Robert keek met zijn tranende ogen naar Frank. Het leek of hij Johan niet zag staan. “Verbrand?” vroeg hij. Frank knikte. Het bleef nog even stil.
“Op de heide? Heeft Edgar er dan iets mee te maken?” vroeg hij. Frank was op de bank gaan zitten. Robert volgde
zijn voorbeeld, maar Johan bleef staan. “Dat is nog allerminst zeker. Ze is niet op de fotolocatie teruggevonden, maar enkele kilometers verderop. Het vreemde is dat ze niet gevonden is op de route naar jullie huis. Terwijl Edgar heeft verteld dat ze snel naar jou toe wilde gaan.” Robert stond weer op. “Momentje, alsjeblieft.” Hij haalde een glas water voor zichzelf. Hij moest even drinken voordat hij kon praten.
“Zijn wagen en apparatuur worden op dit moment onderzocht,” ging Frank verder. Robert nam de informatie nauwelijks op. Frank wist wat hij moest doen. Als mensen teveel in de emotie zitten, is het niet zinvol om verder te gaan met de inhoud. “Robert, ik denk dat je het even moet verwerken. Zullen we morgen verder praten op het bureau?” Robert knikte. Frank gaf zijn partner een seintje om te gaan. “We komen er wel uit. Tot morgen. Sterkte.”
Mohammed en Muriëlle waren ondertussen met twee mensen van de technische recherche bij Edgar de Vries gearriveerd. Hij deed de deur open. “Rechercheur Badhaari en Doornakkers. We hebben slecht nieuws. Chantal Smits, voorheen Verbruggen, is vanochtend vermoord teruggevonden.” Muriëlle zag dat Edgar schrok. Ze kon zich herinneren dat Frank en Johan heel anders dachten over de vraag of Edgar verdacht is. Ze kon er nog niet zeker van zijn dat deze reactie van Edgar oprecht was. Misschien kon hij heel goed toneelspelen.
“We zouden graag nu uw wagen en uw fotoapparatuur willen controleren. Hopelijk mogen we dit vrijwillig. Als u weigert, gaan we …” Muriëlle hoefde haar zin niet af te maken. “Ik begrijp dat u mijn wagen en apparatuur wilt onderzoeken. Ik heb niets te verbergen. Ga uw gang. Wilt u alstublieft uw collega’s wel vragen om voorzichtig met de fotoapparatuur om te gaan. Het is duur spul.” Ze knikte. Edgar wist dat het geen zin had om te weigeren. Gezien de situatie kon hij begrijpen dat ze zijn spullen en wagen moesten onderzoeken op sporen. Als hij zou weigeren, zouden ze zo toestemming krijgen van hoger hand. Daar twijfelde hij niet aan. Zijn fotomodel was vermoord, vlak nadat hij haar gefotografeerd had.
Edgar wilde weten wat er was gebeurd. Mohammed ging met de technische recherche aan de slag. Muriëlle ging met Edgar naar binnen om te vertellen wat er gebeurd was. “In het kader van het onderzoek kan ik uiteraard nog niet veel vertellen.” Edgar had niet veel anders verwacht, maar snapte dat ook wel. Ze vertelde hem dat Chantal vermoord was teruggevonden op de heide. Ze vertelde niet hoe ze haar hadden aangetroffen, wanneer en wat de exacte locatie was. Dat zou ze niet mogen. Edgar vertelde dat ze een blauwe tas bij zich had met kleding. Ze noteerde dat. Ze vroeg ook een omschrijving van de kleding. Edgar vertelde dat. Ze had zelf geen tas gevonden, maar wellicht dat iemand van de technische recherche het had meegenomen voor onderzoek.
Ze keek rond in de woonkamer. Het was bescheiden ingericht met een eettafel, vier eetstoelen, een stoffen bank met een klein bijzettafeltje en een kleine tv. In de hoek stond een audiotoren met een stapel Cd’s ernaast. Aan de muur hingen diverse ingelijste foto’s. “Eigen werk?” vroeg ze, maar wist in feite het antwoord al. Edgar knikte. Ze bekeek aandachtig alle foto’s. Edgar keek hoe ze zijn foto’s aan het bewonderen was. De eerste foto bestond uit een bloemenveld met allemaal gele bloemen en slechts één rode. “Photoshop?” vroeg ze, terwijl ze naar de rode bloem wees. “Nee, het had gemakkelijk gekund, want in photoshop kun je de kleur zo aanpassen. Maar dit is echt. Ik heb het vorig jaar gefotografeerd. Ik vond het wel mooi: een rode bloem tussen al die gele bloemen. En uiteraard de rode bloem op 1/3 van links en 1/3 van beneden. Dat is een sterk punt.”
Hij liep naar de foto toe. “Maak denkbeeldig horizontale en verticale lijnen op 1/3 en 2/3 van je foto.” Hij maakte met zijn wijsvinger bewegingen over de foto heen. “Je deelt de foto dus in 9 vlakken. De vier snijpunten zijn de sterke punten. Als je daar je onderwerp plaatst, wordt de foto veel krachtiger. Kijk ook maar eens naar veel schilderijen. Sorry, beroepsdeformatie. Ik begin gelijk uitleg te geven over fotografie aan anderen.” Muriëlle glimlachte. Edgar zag de mooie kastanjebruine ogen en de hagelwitte tanden van haar. Ze zou een mooi fotomodel zijn. “Geen probleem,” antwoordde ze. Edgar keek haar recht in haar ogen. Hij glimlachte terug.
Op de tweede foto stond een mooi herfstblad uitgelicht tegenover een donkere achtergrond. “Mooi belichte foto. Past goed bij dit jaargetijde,” zei Muriëlle. Edgar glimlachte opnieuw. Hij hield ervan als hij complimenten kreeg over zijn foto’s. “Dank voor je compliment. Ik heb de natuur wel een beetje geholpen om zo’n mooi contrast te krijgen tussen licht en donker. De zon scheen mooi op het blad, maar de achtergrond vond ik ook te licht. Ik heb de camera wat donkerder ingesteld om de achtergrond donkerder te maken.”
“Hoe doe je dat dan?” Muriëlle had niet zoveel verstand van fotograferen. Ze hoopte dat ze iets los kon maken wat ze kon gebruiken bij het onderzoek. Dat lukte nog niet. “Ik heb gekozen voor een handmatige instelling met een kortere sluitertijd en kleinere diafragma dan nodig was. Daardoor ging de camera onderbelichten.” Edgar liep naar de kast. “Hier ligt mijn reserve camera.” De technische recherche gaf toestemming om de camera te pakken. “Die hebben we al gecontroleerd.”
Edgar liet aan Muriëlle zien hoe hij de camera op de Mstand zette. “En hoe komt het dat het blad wel mooi is uitgelicht?” Edgar vond het prettig dat iemand zoveel interesse had in zijn foto’s. Hij nam graag de tijd om het uit te leggen. “Ik heb mijn flitser op een tafelstatief gezet en het op afstand laten flitsen. Dat noemen ze strobistfotografie. Het is momenteel heel populair. Het is afkomstig van David Hobby. Hij heeft er een mooie website over. Bij strobistfotografie gebruik je één of meerdere flitsers op afstand, dus niet op je camera. Je gaat bij deze vorm van fotografie bestaand licht combineren met kunstlicht. Door het knijpen van het diafragma en/of sluitertijd wordt de achtergrond wat donkerder gemaakt. Deze achtergrond wordt door het bestaande licht belicht. Door de invulflits, het kunstlicht, wordt het hoofdonderwerp, in dit geval het herfstblad, mooi uitgelicht. Ik vond deze foto krachtiger dan de foto die ik alleen met natuurlijk licht heb gemaakt. Maar het blijft natuurlijk een kwestie van smaak.” Muriëlle merkte hoe bevlogen deze man was van de fotografie.
Frank was samen met Johan naar de ouders van Chantal gegaan. Tranen, heel veel tranen. Maar de ouders van Chantal konden hen niet veel verder op weg helpen. Ze waren te emotioneel om zinvolle informatie te geven.
De volgende dag kwam Robert op het bureau. Johan schonk een beker koffie in voor hem. “Ga zitten, Robert. Mag ik Robert zeggen? “ vroeg Frank. Hij knikte. Frank realiseerde zich dat hij gisteren hem ook met zijn voornaam had aangesproken, maar toen zonder het te vragen.
“Robert, je hebt onlangs je bruiloft gehad en kort daarop wordt je vrouw vermoord teruggevonden. Zijn er dingen gebeurd, hoe onbelangrijk het ook mag lijken, die je zijn opgevallen? Voor de bruiloft, tijdens de bruiloft of erna?” Frank hield de vraag heel open. Hij was benieuwd of Robert met namen zou komen of met concrete aanwijzingen.
“Er is eigenlijk heel veel gebeurd, ook hele rare zaken. Ik weet niet waar ik moet beginnen?” Robert kreeg allerlei gedachten en had moeite om ze te ordenen. “Laten we bij het begin starten. Wat is er in de aanloop naar de bruiloft allemaal gebeurd?” Frank wilde hem wat op weg helpen om wat structuur in het gesprek te krijgen.
“De bruiloft was door mijn toedoen bijna niet doorgegaan. Chantal had maar één grote droom: ons huwelijk. Ze had al jaren gespaard om die droom uit te laten komen. Ik was lui. Ik had veel baantjes gehad, maar ik vond het allemaal niets en werd vaak al na enige weken weer ontslagen. Het interesseerde me niet veel. Ik wist dat Chantal een goede baan had als verpleegster. Ik vond het eigenlijk wel prima dat zij het geld verdiende. Ik ging ook vaak naar het café in het weekend. Er ging veel bier doorheen, maar ik gokte ook. Ik verloor veel geld en ik kon mijn aandeel van de bruiloft niet betalen. Ik voel me daar zo intens vervelend over. Dat kan ik niet vaak genoeg zeggen tegen mezelf. Chantal was boos geworden, en terecht. Ze is toen naar haar beste vriendin gegaan, Mandy Sanders. Ze is toen pas heel laat thuis gekomen. Midden in de nacht. Eerlijk gezegd weet ik niet meer hoe laat het was. Maar voor haar doen was dat
ongewoon. Ik vond dat ik maar beter niet kon vragen wat ze gedaan had.”
Frank knikte dat hij het begreep. “Je had het over rare zaken. Wat bedoel je daar precies mee?” vroeg Johan. Hij was scherp op opvallende bijwoorden of bijvoeglijke naamwoorden van getuigen en verdachten. Robert vervolgde: “Niet lang daarna had mijn toenmalige beste vriend, Rik Grootveld, een gesprek geregeld met een coach. Ja, zo noemde hij haar, een coach. Ik had een gesprek met haar over de relatie met Chantal. Ik vond dat een heel merkwaardig gesprek.” Johan onderbrak hem. “Hoezo heel merkwaardig?”
Robert nam een slok van zijn koffie. Hij dacht terug aan die vrouw die hem de meest indringende vragen stelde. Niet alleen indringend, maar het leek wel of ze alleen maar wilde benadrukken hoe verschillend Chantal en hij waren. Het leek wel of ze hem duidelijk wilde maken dat hij niet geschikt was voor haar. Het zou allemaal aan hem liggen.
“Nadat ik haar wat over mezelf en over mijn relatie met Chantal had verteld, begon ze allemaal vragen te stellen. Vragen die voor mij maar één doel leken te hebben: mij duidelijk maken dat Chantal niet bij me past.” Frank fronste. Dit zou wel eens een aanknopingspunt kunnen worden, dacht hij. “Vertel eens verder.”
“Ze begon te vragen over onze eigenschappen. Daar ging ze heel diep op in. Chantal had werk en verdiende goed. Ze wilde weten waarom ik bij al die baantjes niet mijn best had gedaan; waarom ik het niet uitdagend vond. Waarom ik geen opleiding wilde volgen. Wat dacht ik te bereiken zonder goede diploma’s? Hoe dacht ik een gezin te kunnen onderhouden zonder baan? Hoe zou ik het vinden als zij kostwinner zou zijn en ik huisvader? Chantal wilde een groot gezin. Ze wilde weten of ik dat ook wilde. Uiteindelijk wel, maar nog niet gelijk. Ik vind dat ik daar nog niet aan toe ben. Waarom dan niet? Altijd maar die waarom vraag.”
“Op zich zijn dat toch geen verkeerde vragen?” vroeg Frank. “Klopt, maar de manier waarop ze het vroeg stond me niet aan. Het lag er te dik bovenop dat ze alleen maar wilde aantonen dat Chantal en ik niet bij elkaar paste. Andere muzieksmaak. Andere favoriete programma’s op televisie. Zij was actief in het huishouden, ik niet. Ga zo maar verder. Geen enkele keer kwam de vraag waarom ik van haar hield of wat de overeenkomsten waren tussen ons.”
“Dat is inderdaad niet logisch. Hoe voelde je erbij?” Johan keek verbaasd toen Frank deze vraag stelde. Frank vroeg niet zo vaak aan een getuige of verdachte hoe die zich voelde. Frank had de geïrriteerde stem van Robert gehoord. Hij wilde hier op doorpakken. “Ik voelde me er helemaal niet prettig bij. Ik voelde me aangevallen. Ik was ook verward. Ik had nog nooit een gesprek met een coach of psycholoog gehad. Ik wist dus niet wat ik ervan kon verwachten. Mijn hart vertelde wel dat dit niet in de haak was.”
“Heb je dit aan haar verteld?” vroeg Frank. Hij was verbaasd dat iemand een gesprek niet stopte als het niet goed voelde. Robert knikte ontkennend. “Waarom heb je het gesprek dan niet afgebroken?” Robert moest even nadenken. “Nadat Chantal boos was weggelopen, was Rik bij mij gekomen. Ik had het hele verhaal verteld. Ik heb hem gesmeekt om mij te helpen om het goed te maken met Chantal. Hij heeft toen deze dame geadviseerd. Ik vond dat ik het niet kon maken om het gesprek af te breken. Ik zou dat niet aan hem hebben kunnen uitleggen.”
Het was even stil. Frank liet dit antwoord even bezinken. Het klonk niet onlogisch, maar als een gesprek zo vreemd verloopt, had hij toch ook kunnen zeggen dat hij wilde stoppen. Hij had toch aan zijn vriend kunnen vertellen dat het gesprek hem niet had geholpen, ondanks al zijn goede bedoelingen? Kennelijk had Robert anders besloten. Johan verbrak de stilte. “Zijn er nog meer merkwaardige zaken besproken met deze coach?”
“Een ander onderwerp wat ze uitvoering met me besprak waren de twee keer dat ik vreemd ben gegaan. Dat is een
vloek wat me blijft achtervolgen.” Frank gaf een grijns. “En dat vind ik nu niet zo vreemd.” Robert baalde van deze opmerking. Aan zijn gezicht was duidelijk te zien dat hij het niet op prijs stelde. “Sorry, dat ik me zo uitliet. Wat ik bedoelde te zeggen, is dat ik het begrijpelijk vindt dat iemand met zo’n professionele achtergrond dieper ingaat op deze gebeurtenissen. Het zegt iets over jou als persoon en over je relatie met Chantal.” Robert reageerde niet gelijk. Na een tijdje zei hij:”Mag ik nu verder gaan?” Frank knikte.
“Ze wilde weten waarom ik vreemd was gegaan. Ik vertelde dat ik een gezonde jongen was en dat Chantal niet al mijn seksuele behoeften kon bevredigen. En ook toen begon ze door te vragen. Maar dat vond ik te ver gaan.” Johan begon te lachen. Frank gaf een stoot met zijn elleboog tegen hem aan, omdat hij het ongepast vond om nu te gaan lachen. De stoot kwam harder aan dan de bedoeling was. De lach was gelijk verdwenen van het gezicht van Johan. “Wat deed je toen?” vroeg Frank verder. Robert vertelde dat hij haar had duidelijk gemaakt dat dergelijke zaken privé zijn. Hij wilde haar niets vertellen over hun seksleven.
“Ze vroeg ook wat er zou gebeuren als ik weer een aantrekkelijke vrouw zou tegenkomen die er zin in heeft. Daarin ging ze wel ver. Ze vroeg letterlijk wat ik zou doen als zij zich zou gaan uitkleden. Ik geloofde er niets van dat ze dat ook daadwerkelijk zou gaan doen, maar alleen de vraag al, vond ik merkwaardig.”
“Misschien wilde ze je testen. Hoe zag ze er uit?” ging Frank verder. “Ze zag er voor haar leeftijd best aantrekkelijk uit. Ze had lange blonde haren. Ze had redelijk wat make-up opgedaan. Ze had enigszins uitdagende kleding aan, maar niet te overdreven. Het was een witte blouse met een zwarte beha daaronder. Ik moet toegeven dat haar vrouwelijke vormen mooi uitkwamen met deze kleding.” Hij maakte handbewegingen bij deze opmerkingen. “Maar nee, ik zou niets met haar willen. Na al die vragen was ik absoluut niet meer in de stemming. Geen denken aan.”
“Een coach die je probeert te verleiden?” vroeg Johan. Hij wilde nog zeggen dat hij dat een gekke situatie vond, maar Robert onderbrak hem. “Verleiden vind ik een groot woord. Ik denk dat uw collega gelijk heeft dat ze me wilde uitproberen.” Frank moest glimlachen bij het horen van dit compliment. Hij hield er wel van als hij complimenten kreeg, maar misschien hield hij nog meer van als een derde zijn partner verteld dat hij ongelijk heeft. Hoe dommer zijn partner overkomt, hoe intelligenter hij overkwam. En die gedachte deed Frank doen glimlachen.
“Hoe heette die dame eigenlijk?” vroeg Frank. Robert vertelde dat ze Cindy heette. De achternaam wist hij niet meer uit zijn hoofd. Hij wist wel een adres. Hij schreef het op een briefje. Johan gaf het briefje aan Mohammed. “Trek haar eens na?” vroeg hij aan zijn collega.
Muriëlle was ondertussen de lijst met genodigden van de bruiloft aan het doornemen. Frank was er van overtuigd dat de bruiloft iets met de moord van doen had. Zeker nadat Muriëlle de vorige dag rapport uitbracht van het bezoek aan Edgar. Hij had verteld dat er meerdere ruzies waren geweest tijdens de bruiloft. Hij had gezegd dat zowel de zus van Chantal, Peggy, als de ouders van Robert bewust er op uit waren om ruzie te maken tijdens het feest. Hij had ook de spanning gevoeld tussen Rik en het bruidspaar, maar wist niet waar deze spanning vandaan kwam. Het viel haar op dat de andere zus van Chantal, Nancy, niet was uitgenodigd.
Na wat uitzoekwerk kwam ze erachter dat ze getrouwd was met een Chileen en al enige jaren in Chili woont. Ze heet nu Nancy Allejandro. Ze vermoedde dat een vliegtuigticket te duur was voor haar. Ze had dit doorgeven aan Frank, zodat hij het aan Robert kon vragen. Verder kwam ze geen opvallende namen tegen.
“Robert, mijn collega heeft naar jullie gastenlijst gekeken van de bruiloft. Er valt een naam op die niet uitgenodigd was, je schoonzus Nancy Allejandro.” Frank overhandigde een foto aan hem. “Ik weet hoe ze eruit ziet,” zei Robert terug. Hij vond dat het niet van belang was wie Chantal en
hij voor de bruiloft hadden uitgenodigd en wie niet. Maar Frank dacht daar anders over. Het moment dat iemand die ondervraagd wordt geen antwoord wilde geven, was voor Frank een reden om extra alert te zijn. “Robert, luister, we zijn bezig met een moordzaak. Dan kan alle informatie van belang zijn. Dus nogmaals: waarom was Nancy niet uitgenodigd?” Frank begon zijn stem te verheffen. Het maakte weinig indruk op Robert. Hij bleef rustig zitten en zijn gezichtsuitdrukking maakte duidelijk dat Frank met zijn stemverheffing niets bereikt had.
“Nancy woont in Chili met haar man. Ze is daar gelukkig. Ze heeft kennelijk niet de behoefte om regelmatig contact op te nemen met ons of met haar ouders. Als ze twee keer per jaar belt of mailt is het veel. We hebben op zich geen ruzie met haar. Het is haar keuze. We hebben in het begin vaak contact met haar opgenomen, althans Chantal deed dat ongeveer vier tot vijf keer per maand. Maar het werd op den duur eenrichtingsverkeer. We hebben besloten om het initiatief bij Nancy te laten en eens een tijd niet gebeld. Er kwam maar heel sporadisch een bericht uit Chili. Chantal was hier heel teleurgesteld over. Ze kon altijd goed met haar opschieten. Chantal en ik hebben uitgebreid gesproken of we haar uit zouden nodigen. Op zich was ze welkom. Maar we vonden het raar om iemand uit te nodigen waar we nauwelijks nog contact mee hadden. En gezien onze financiële situatie konden we maar een beperkt aantal gasten uitnodigingen. Onze voorkeur ging uit naar vrienden en vriendinnen die we regelmatiger zagen. Meer is het niet. Geen haat of wat dan ook. Als ze in Nederland is, is ze van harte welkom bij mij thuis. Ik zou het zelfs op prijs stellen.”
“Het is zeker een mooie meid?” vroeg Johan. Frank vond het een ongepaste opmerking. Hij verexcuseerde zich richting Robert en nam zijn collega mee naar de gang voor kort overleg. Frank was boos. “Wat is er met je aan de hand? Eerst begin je te lachen en nu maak je zo’n stomme opmerking. Denk je dat hij straks nog alles zal vertellen als hij het gevoel krijgt dat we hem niet serieus nemen? En ik neem hem bloedserieus.” Johan reageerde niet gelijk. Hij was geschrokken dat Frank zo boos op hem was. “Dus waarom lachte je hem uit?” Frank was rood aangelopen. Johan wist dat hij fout zat.
“Sorry baas,” begon hij. Als hij iets fout had gedaan, noemde hij Frank nooit met zijn voornaam, maar sprak hem aan met “baas.” Johan voelde zich nederig worden. Hij wist dat Frank hem niet volledig accepteerde, omdat Frank vond dat Johans voorganger beter was. Frank had nooit helemaal aan hem kunnen wennen. Maar Johan Verkerk was geen Bart Weenink. Dat had hij al vaker tegen Frank gezegd. Hij wist dat Frank die opmerking niet kon waarderen. Dus hij besloot dit argument niet meer te gebruiken.
“Toen hij het had over die coach die vraag naar zijn seksleven, had ik een binnenpretje. Ik was benieuwd wat hij geantwoord zou hebben.” Het was waar, maar het klonk niet overtuigend. “Wordt eens volwassen, man!” Frank liep terug naar de verhoorkamer. Hij wilde al niet meer horen waarom hij vroeg of Robert Nancy een mooie meid vond.
“Excuses, nogmaals. We gaan verder. We hebben het gehad over die coach Cindy, over Nancy. Zijn er nog meer rare zaken gebeurd, waar je het in het begin over had?” Robert pakte zijn lege beker op en maakte duidelijk dat hij nog een kopje koffie lustte. Frank gaf de beker aan Johan. Hij snapte de hint. Toen hij de kamer uit was gelopen ging Robert verder. “Ik stel de opmerkingen en suggestieve vragen niet op prijs. Ik heb genoeg geleden onder mijn fouten uit het verleden. Ik heb er genoeg van dat deze twee fouten altijd worden uitvergroot, rechercheur. Ik ben veranderd en ik rouw om het verlies van mijn pasgetrouwde vrouw. Een beetje respect voor mijn situatie zou ik op prijs stellen.” Frank zuchtte diep. Hij wist dat Robert Smits gelijk had. Hij had zijn collega er al op aangesproken. Hij besloot om dit ook aan Robert te melden, zonder opnieuw excuses te maken. Die had hij al gegeven.
Johan Verkerk kwam binnen met de koffie. Aan het gezicht van Frank kon hij aflezen dat hij de rest van het verhoor beter geen ondoordachte opmerkingen of vragen meer kon stellen. Hij hield zich op de achtergrond. Robert ging na een tijdje verder met zijn verhaal. “Er zijn diverse ruzies geweest. Mijn beste vriend Rik heeft tegen mijn nadrukkelijke wil in een stripper ingehuurd tijdens mijn vrijgezellenavond. Toen ik het zag, was ik weggelopen. Het ergste kwam de volgende dag pas. Iemand had foto’s
genomen en met een anoniem e-mailadres naar ons verzonden. Ik vond het een smakeloze grap en was serieus bang dat de relatie met Chantal over zou zijn, als ze de foto’s had gezien op haar smartphone. Achteraf zei Rik dat hij niets van de foto’s afwist. En wat had degene die de foto heeft verzonden in hemelsnaam gedacht? Dat Chantal niet met een computer overweg kon? Ze kon dat tien keer beter dan ik. De meeste dingen kon ze beter dan ik.” Robert gaf een diepe zucht. Hij staarde voor zich uit. Hij werd weer boos als hij er aan terugdacht.
“En die foto’s zal Chantal niet zo leuk hebben gevonden, neem ik aan. Ruzie?” Frank vroeg het heel voorzichtig. Robert kon het waarderen. “Nee, gelukkig niet. Zoals ik net zei, was ik bang dat dit de doodsteek voor onze relatie zou worden. Maar Mandy Sanders vertrouwde ons vrijgezellenfeestje niet en stond stiekem te kijken. Ze had gezien dat ik gelijk ben weggelopen en dat ik ruzie maakte met Rik. Dat was mijn redding. Chantal was trots op me. Ik had me aan mijn belofte gehouden en dat was voor haar veel waard.”
Toen kwamen er weer tranen in zijn ogen. Frank stopte even en Johan haalde een glaasje water. Na twee minuten gaf Frank aan dat ze het verhoor zouden gaan onderbreken voor de lunch. Het leek hem een goed moment om de ochtend te evalueren en vooral om Robert even tot rust te laten komen.
Robert had niet veel honger. Hij was naar buiten gelopen en had een broodje gekocht bij een winkeltje waar ze lekkere sandwiches verkochten. Daar stond het winkeltje in de weide omgeving om bekend. Hij nam een witte sandwich met tonijn salade. Hij wandelde naar het park en ging op een bankje zitten. Hij nam enkele hapjes van zijn sandwich en stopte het daarna weer weg. Hij keek uit over de vijver. De vijver had een fontein in het midden. Robert had er geen oog voor. Hij staarde voor zich uit en dacht terug aan Chantal. Hij vroeg zich af hoe het gevoeld moet hebben om levend verbrand te worden. Het was nog niet zeker of ze levend verbrand was of dat ze in brand was gestoken nadat ze vermoord was. Maar hij moest met beide mogelijkheden rekening houden. Het zou voor hem extra pijnlijk zijn om te
weten dat ze levend verbrand was. Hij kon het niet opbrengen om er bij stil te staan hoe pijnlijk zoiets moest zijn. Hij probeerde zijn gedachte te verzetten. Hij probeerde terug te denken aan de fotorapportage die hier gemaakt was. Hier, in dit park, samen met zijn geliefde. Het lukte hem niet om het beeld lang vast te houden. Hij bleef denken aan vuur, aan hoe ze geschreeuwd zou hebben. Een ergere dood kon hij zich niet voorstellen. Hij vroeg zich af hoe Chantal terug zou kijken op haar korte leven en vooral op de relatie met hem. Hij hoopte dat ze zijn slechte eigenschappen snel zou vergeten. Dat mag allemaal verbrand zijn. Hij hoopte dat ze terugdacht aan alle mooie vakanties, aan hun eerste ontmoeting, de eerste kus, de bruiloft, het klassieke concert waar ze geweest waren, zijn gedicht waarin hij had aangegeven hoeveel hij van haar hield. Wat zou ze aan God vertellen? Is er een God? Ze zal het nu weten. Als hij er is, zal hij goed voor haar zorgen. Daar was Robert van overtuigd. Dat had ze verdiend. Ze had zoveel goeds gedaan voor anderen. Voor hem…….
“Meneer, gaat alles goed?” Een klein meisje was naar hem toegelopen. Robert had tranen in zijn ogen en hield zijn handen voor zijn gezicht. Toen hij het meisje hoorde, deed hij zijn handen weer omlaag. “Mamma, deze meneer is aan het huilen.” Er kwam een dame van circa 30 jaar aangelopen. “Chantal, laat deze meneer maar even met rust. Kom.” Robert keek het meisje na. “Dag, Chantal,” zei hij zacht. De moeder liep snel weg en riep geregeld tegen haar dochter dat ze door moest lopen. “Dag lieve Chantal,” dacht Robert. “Ik hoop dat het je beter vergaat dan je naamgenoot.”
Muriëlle zag Robert als eerste binnenlopen. “Meneer Smits, gaat het met u?” Hij zag er beroerd uit. Er waren wallen onder zijn vochtige ogen. “Ik heb net mijn vrouw verloren. Hoe denkt u dat het met me gaat?” klonk het verontwaardigde antwoord van Robert. Ze legde een hand op zijn schouder. “Ik zal kijken wat ik kan doen,” zei ze tegen hem. Ze liep naar Frank om te vragen of hij het verhoor wilde uitstellen tot de volgende dag. Maar daar had Frank geen trek in. “Als ik ieder verhoor moet stoppen als er tranen aan te pas komen, kan ik net zo goed een andere baan nemen. Haal hem hierheen. Ik wil over vijf minuten weer beginnen.” Frank maakte met zijn stemgebruik en
handgebaren duidelijk dat er geen discussie mogelijk was. “En ik wil dat jij er bij gaat zitten in plaats van Verkerk.”
Muriëlle liep terug en haalde Robert op. Met een handgebaar maakte ze duidelijk dat haar poging om iets te doen voor hem op niets was uitgelopen. Hij liep met haar mee. In de verhoorkamer stak Frank een sigaret op. Muriëlle wist al dat het geen zin had om daar een opmerking over te maken. Maar Robert wist dat niet. “Rechercheur, ik wil dat u de sigaret uitmaakt.” Frank negeerde hem volledig. Robert pikte dat niet. “Volgens mij was ik duidelijk.” Frank blies vervolgens de rook richting zijn gezicht. “Wie denk je wel niet dat je bent om mij te vertellen wat ik wel en niet mag doen in de verhoorkamer! Luister eens, jongen. Tot de lunch heb je ons nuttige informatie verstrekt en dat ga je nu weer doen. Met of zonder sigaret.” Frank wist dat hij niet mocht roken. Hij hield er niet van als iemand hem daarop aansprak. Robert stond op. “Dan is het gesprek nu afgelopen. Ik weet de weg te vinden naar de korpschef om mijn klacht in te dienen.”
Frank had er niet op gerekend dat Robert een klacht zou willen indienen. Hij geloofde ook niet dat hij het echt zou doen. “Volgens mij heb je zelf jaren gerookt. Dat zie ik aan je. Dat ruik ik aan je. Maar je geeft me geen keuze. Houdt er wel rekening dat het mijn humeur niet te goede komt. En dat is wellicht niet gunstig voor je.” Frank was chagrijnig geworden van deze discussie. “Stoppen, Frank.” Muriëlle kwam tussen beide. “We gaan verder met het verhoor, zonder sigaret, zonder slecht humeur en zonder dreigementen aan het adres van de heer Smits. Hij is getuige, geen verdachte,” zei Muriëlle stellig. Frank bond in en ging rustig zitten. Muriëlle ging verder. “Meneer Smits, u hebt voor de lunch aan mijn collega’s verteld over diverse voorvallen. Kunt u iets vertellen over Peggy?”
“Peggy is het zwarte, pikzwarte, schaap van de familie. Ik had gewild dat ze haar hadden vermoord in plaats van mijn lieve Chantal.” Robert zei het met een vastberaden stem. “Dat is een stevige uitspraak, meneer Smits,” gaf Muriëlle als reactie. “Ze was drugsverslaafde en had altijd geldgebrek. Ze smeekte altijd bij ons om geld om weer nieuwe drugs te kunnen kopen. Dat weigerden we iedere
keer. Het zorgde voor een grote ruzie op onze bruiloft. Vlak voor de bruiloft had ze Chantal een vuile trut genoemd en mij een tietenkijker. Tijdens de bruiloft had ze tegen me geroepen dat ons huwelijk niet lang zou duren. Ze heeft verdomme nog gelijk gekregen ook.” Robert liep rood aan en sloeg met zijn gebalde vuist op tafel toen hij dat zei. “Rustig maar. Wat gebeurde er voor die opmerking van Peggy?” vroeg Muriëlle op een kalme toon.
Frank zat ondertussen wat achteroverhangend op zijn stoel. Hij was blij dat Muriëlle het verhoor even van hem overnam. Hij baalde dat hij niet mocht roken. Hij rookte niet vaak, maar hij had er nu wel behoefte aan. Maar hij baalde het meeste dat Robert van hem had gewonnen. Dat gebeurde niet vaak. De meeste getuigen of verdachten stonden het met tegenzin toe dat hij rookte. Het ging Frank meer om de macht die hij daarbij voelde dan om het roken zelf. Maar Robert klonk erg vastberaden dat hij een klacht wilde indienen. Hij had het risico niet willen lopen dat hij het echt zou doen.
“Op de bruiloft zat ze tegen iedereen te vertellen hoe gierig dat we zijn. Toen we er iets van zeiden, begon ze onophoudelijk te schelden tegen Chantal. Edgar de Vries, onze fotograaf, heeft ons geholpen. Ik baalde echt van dat voorval. Ik hoop dat ik haar nooit meer hoef te zien.”
“Dat is duidelijke taal,” zie Muriëlle. “Dit verhaal komt overeen met wat ik gisteren van jullie fotograaf heb vernomen. Zijn er nog meer problemen geweest?” Robert vertelde over zijn ouders. Hij vertelde over het karakter van zijn vader en over de ruzie die hij gemaakt heeft tijdens het feest. “Ik weet dat ik vroeger fouten heb gemaakt door vreemd te gaan. Maar ik heb geen beter voorbeeld gehad van mijn vader. Hij is zwaar alcoholist. Hij was vroeger nooit thuis in het weekend. Altijd naar de kroeg. En als hij laat thuiskwam werd mijn moeder vaak mishandeld. Ik ben niet trots op hen. Ik heb me de laatste tijd vaak afgevraagd waarom ik zo tegen Chantal heb gedaan, waarom ik nooit meehielp in het huishouden en waarom ik eigenlijk niet wilde werken. Volgens mij komt het volledig door mijn opvoeding. Of liever gezegd: het gebrek daaraan.”
Muriëlle vroeg of hij zijn ouders nog gezien heeft na de bruiloft. “Nee, ze riepen dat ons huwelijk niet lang zou duren. Dat klonk zeer dreigend.” Robert hield even zijn mond. Hij keek naar Muriëlle. “Ik ben veranderd. Ik ben niet meer de zoon die zuipt, neukt en vecht. Ik ben de afgelopen maanden veranderd en dat kunnen ze niet accepteren. Dan heb ik geen reden meer om hen te zien.”
Frank geloofde er niet in dat Robert zo veranderd was. Hij was van mening dat een mens niet in zo’n korte tijd zo drastisch kan veranderen. Hij ging voor het eerst sinds de lunch zich bemoeien met het verhoor. “Ik geloof je niet. Ik geloof niet in jouw plotselinge verandering. De jongen die lui, egoïstisch en werkloos was, vreemd ging en ook ieder weekend in de kroeg zat om te gokken en te zuipen is nu plotseling de ideale schoonzoon. Laat me niet lachen. Je hebt twee maanden toneel gespeeld om veilig te stellen dat jouw geldverdienende vrouwtje met jou zou trouwen, zodat je daarna weer lekker je oude leventje op zou kunnen pakken.”
Deze opmerking van Frank maakte Robert boos. En dat precies wat Frank wilde bereiken. Muriëlle vond het jammer dat Frank deze wending gaf aan het verhoor. Robert was tot nu toe vrij open en dat zou wel eens anders kunnen worden na deze wending. Aan de andere kant was ze niet verbaasd. Frank deed dit vaker. Hij had hier vaak een bedoeling mee. Ze had alleen nu geen flauw idee waarom Frank in dit stadium een dergelijke aanvallende opmerking maakte. Maar ze kon het ook niet vragen waar Robert bij was.
“Je hebt niet het recht om me te beoordelen. Je kent me helemaal niet. Je gelooft me niet, hè? Waarom vertel ik dit allemaal in godsnaam?” Robert liep rood aan. Frank begon te grijnzen en gebaarde naar Muriëlle om haar mond te houden. “Dat is mijn vak om niet alle verklaringen maar klakkeloos aan te nemen. Ik heb alle redenen om aan te nemen dat de verandering van jou niet van lange duur zal zijn. Daar zijn allerlei wetenschappelijke studies over. Zo wordt het karakter van iemand in de eerste levensjaren bepaald. Dat is later maar heel beperkt aan te passen. De talenten die je in de eerste jaren opbouwt, maar ook je
zwakke punten, blijven je hele leven bij je. Jammer, maar ik geloof je niet. Je zult je best hebben gedaan, maar het zou nooit lang hebben kunnen duren. Dat is mijn stellige overtuiging. Je zou ongelukkig geworden zijn van die nieuwe levensstijl. Je gedraagt je niet meer authentiek, en dat houdt niemand vol. Ik niet, mijn collega niet en jij ook niet. En daarmee zeg ik niet dat ik de rest van je verhaal niet geloof, maar dit onderdeel is voor mij ongeloofwaardig.”
“Ik vind het wel genoeg voor vandaag. Ik wil gaan,” zei Robert. Frank knikte. Toen Robert het bureau was uitgelopen zei Frank tegen Muriëlle: “dank dat je me op het laatst niet onderbroken hebt. Dat heb je goed aangevoeld. Daarom wilde ik jou erbij hebben en niet Verkerk. Die had me zeker onderbroken. Het heeft me nuttige informatie gegeven.”
Hoofdstuk 11 Dinsdag 19 oktober 2010
Frank was vroeg op het bureau. Hij wilde vandaag met de ouders van Robert gaan praten. Hij wilde graag hun versie van de ruzie horen. Hij liep naar zijn postvakje en zag dat er een brief van afdeling Personeelszaken lag. Hij maakte de brief open. Frank en Anki werden uitgenodigd voor de receptie op 29 oktober ter gelegenheid van het 25 jarige jubileum van de korpschef. Frank vond het leuk dat de partners ook mee mochten komen. Hij vroeg zich af of korpschef Brink en rechercheur Verstappen ook uitgenodigd zouden zijn. Brink was zijn collega toen hij nog bij een ander korps werkte. Beiden hielden ervan om op te scheppen over hun succes, maar ook om de ander te sarren als een zaak niet vlot liep. En met Verstappen was het niet veel beter. Maar Brink was erger. Frank voelde al de druk om deze zaak snel op te lossen. Als hij op 29 oktober nog geen voldoende vorderingen had, zou hem dat nog tijden lang achtervolgen. Frank wist dat deze twee heren op de een of andere manier altijd op de hoogte waren van de vorderingen van de zaken van hem. Bluffen zou weinig zin hebben. Hij had nog tien dagen.
Johan belde op dat hij zich verslapen had. Nadat Frank hem had duidelijk gemaakt dat je geen moordenaars vindt door in bed te blijven, besloot hij om samen met Muriëlle naar de ouders van Robert te gaan. Het was half negen toen ze aanbelden. Frank had gehoopt dat ze nog niet wakker waren. Hij wilde weten hoe het humeur van meneer Smits zou zijn als hij uit bed werd gebeld. Hij kreeg zijn zin. Hij belde aan. Er werd niet open gedaan. Vervolgens drukte Frank minimaal tien seconden lang op de voordeurbel. Muriëlle besloot om hier maar niets van te zeggen.
Het raam van de slaapkamer ging open. Frank en Muriëlle hoorden enkele harde vloeken. “Politie, open doen a.u.b.” Meneer Smits schrok van het feit dat er politie aan zijn deur stond. Hij liep snel naar beneden. Hij zocht de voordeursleutel in zijn jaszak, maar kon deze niet vinden. Hij schreeuwde naar boven. Frank hoorde duidelijk dat dit op een onbeschofte manier ging met veel verwijten richting zijn vrouw. Frank vermoedde dat mevrouw Smits van haar
man overal de schuld van kreeg. Ze kwam naar beneden en maakte de deur open. Meneer Smits stond nog in zijn boksershort met een slonzig hemd er los overheen. Frank zag dat zijn armen en nek voorzien waren van tatoeages. Hij rook sterk naar de alcohol, waarschijnlijk van de vorige dag.
Mevrouw Smits had snel nog een nachtjapon aangetrokken met korte mouwen. Frank keek gelijk naar haar armen en zag meerdere blauwe plekken. “Rechercheur Verhaaghen en mijn collega Doornakkers. Ik wil u spreken in verband met de moord op uw schoondochter Chantal Smits.” Meneer Smits moest hard lachen. Hij had nog niet vernomen dat ze dood was. “Ik zei toch dat het huwelijk niet lang zou duren. Maar zo kort…”
Frank kon er niet mee lachen. Hij vond het onbeschoft om te lachen om iemand anders dood. Het verbaasde hem echter niet. Na de verhalen die ze van Edgar de Vries en Robert Smits hadden gehoord, moest dit wel een hele asociale familie zijn. Hij wist wel hoe hij de grote mond van deze man kon dempen. “En we komen tevens om de blauwe plekken van uw vrouw te onderzoeken. Collega Doornakkers, wilt u mevrouw Smits even nader bekijken.”
Het gezicht van meneer Smits betrok gelijk. Frank had succes met zijn aanpak. Meneer Smits voelde dat hij opgepakt zou kunnen worden en veranderde van toon en van houding. “Rechercheur, ik… euh…” Nu kreeg Frank een binnenpretje, maar liet dat niet blijken. “Meneer Smits, gaat u me nu niet vertellen dat uw vrouw van de trap gevallen is. Dat kunnen we heel goed nagaan. Mogen we naar binnen?” Meneer Smits hield zijn linkerhand omhoog als teken dat ze de gang in mochten lopen naar de huiskamer. Muriëlle liep met mevrouw Smits naar de badkamer.
“U was kennelijk nog niet op de hoogte van de dood van uw schoondochter?” vroeg Frank retorisch aan meneer Smits. “Nee, sinds de bruiloft heb ik Robert en Chantal niet meer gesproken. Ik was woest na die ruzie. En ik heb liever niet dat u haar mijn schoondochter noemt.”
“Of u wilt of niet, haar wettelijke status is dat ze uw schoondochter is. Waarom wilt u dat eigenlijk niet?” Frank was wel benieuwd of hij meer details kon krijgen over de relatie tussen meneer Smits en zijn schoondochter. Maar er kwam niet veel zinvols uit zijn mond. “Ze verpest mijn zoon. Hij wordt veel te soft door haar” was het antwoord dat hij bleef herhalen. Frank vroeg naar het alibi. Meneer Smits vertelde dat hij thuis was. Frank had met Muriëlle afgesproken dat zij ook naar het alibi zou vragen. Ze bevestigde het alibi. Dit was geen sterk alibi als alleen je partner deze kan bevestigen, maar Frank moest het er voorlopig mee doen.
Muriëlle was met mevrouw Smits naar de badkamer gegaan. Ze had niet veel tijd nodig om te constateren dat ze vol zat met krassen en blauwe plekken, vooral op haar rug. “Kleedt je maar aan.” Ze liep terug naar haar collega, terwijl mevrouw Smits zich verder ging wassen en aankleden. “Meneer Smits, we moeten u arresteren voor huiselijk geweld tegen uw vrouw,” zei ze gelijk tegen hem. Ze keek rond in de huiskamer. Ze walgde van de rommel. De keuken stond volgestapeld met vuile borden en bierglazen. Het leek wel of er een week geen afwas was gedaan. De stofnesten lagen overal op de grond. De bank lag vol met stukjes chips en seksblaadjes. De muren waren geel van de sigarettenrook. Ze vroeg af hoe vaak deze mensen het huis schoonmaakten. Frank en Muriëlle namen beide ouders van Robert mee naar het bureau. Mevrouw Smits werd meegenomen, omdat de politiearts haar verwondingen verder wilde onderzoeken. Meneer Smits werd in een politiecel opgesloten totdat de verdere bewijsvoering rond was.
Johan was ondertussen ook gearriveerd. Frank vertelde wat ze die ochtend gedaan hadden. “Meneer Smits is een zwaar alcoholist die zijn vrouw mishandelt. Ik heb weinig respect voor dit soort mannen. Maar ik geloof niet dat hij de moord heeft gepleegd. Hij haatte zijn schoondochter, maar volgens mij is hij gewoon niet slim genoeg om een moord te plegen zonder veel sporen achter te laten. Ik kan hem niet uitsluiten, maar ik acht de kans niet erg groot.” Muriëlle deelde zijn mening. “Inderdaad, ik zie hem niet als type die iemand op een zodanige manier vermoord. Ik zie hem eerder in staat om iemand impulsief dood te slaan of te wurgen met zijn armen.”
“ Johan, Mohammed, willen jullie met de collega’s van de technische recherche het huis van Roberts ouders onderzoeken op sporen?” Het was geen vraag van Frank, maar een opdracht. Johan begon met de aanvraag van een huiszoekingsbevel. Diezelfde middag gingen ze aan de slag.
“Wie nu?” vroeg Muriëlle, “Rik Grootveld of Peggy Verbruggen?” Frank had zijn plan al getrokken. “Ik wil eerst met die Rik spreken. Ik ben benieuwd naar zijn versie van de stripper, de ruzie en zijn relatie met het bruidspaar.” Ze liepen samen naar de auto. “Maar eerst lunch. Ik rammel van de honger,” zei Frank. Muriëlle moest even glimlachen. “Ik dacht dat je geen trek meer zou hebben na het zien van het huis van familie Flodder.” Frank moest er ook om glimlachen. “Toch wel. Ik trakteer.”
Het huis van Rik Grootveld was niet zo groot. Hij woonde er alleen. Ze deden het tuinhekje open en liepen over het kleine pad naar de voordeur. Rik deed snel open. “Politie, neem ik aan?” vroeg Rik. Frank knikte. Hij pakte zijn legitimatie. “Rechercheur Verhaaghen, collega Doornakkers. We komen voor de moord op Chantal Smits.”
“Kom binnen. Ik weet niet of ik u veel kan helpen, maar stel gerust uw vragen.” Ze liepen naar de bank in de huiskamer. Het was een oude stoffige bank die al bijna doorgesleten was. De rest van de woonkamer was niet veel beter. Er stond een radio-cd speler op de grond. Frank gokte dat deze niet meer dan € 100 had gekost. Een stapel Cd’s lag ernaast. Op de muur hingen enkele posters, de meesten daarvan waren afkomstig uit tijdschriften. Dat zag hij aan de vouwen. Aan het plafond hing een gloeilamp, zonder kap er omheen. “Sorry, ik heb geen kapstok.” Frank en Muriëlle hingen hun jassen over de bank heen. “Mag ik Rik zeggen?” begon Muriëlle. Hij knikte. “Rik, we hebben met Robert Smits gesproken. Hij gaf aan dat jullie lange tijd de beste vrienden waren, maar dat er onlangs een einde is gekomen aan jullie vriendschap. Ik zou graag jouw versie van het verhaal horen.”
“Robert is gewoon eigenwijs. Tijdens zijn vrijgezellenavond hadden we een stripper geregeld. Daarvan zijn foto’s rondgestuurd. Dat vond hij niet leuk. Hij wil niet geloven dat ik daar niets van af wist. Wat kan ik daar aan veranderen? Ik kan het honderd keer zeggen. Hij gelooft me niet.”
“Van wie kwam het idee van die stripper?” vroeg Frank. “Van haar zus Peggy.” Het bleef even stil. Frank hoopte dat Rik uit zichzelf verder zou gaan vertellen als het stil zou vallen, maar dat gebeurde niet. “En? Waarom heeft Peggy dat gedaan?” hielp hij hem verder.
“Peggy haatte haar zus en aanstaande zwager. Dat mens spoorde gewoon niet. Ze zat altijd aan de drugs en zeurde voortdurend om geld. Ik heb de verhalen zo vaak moeten horen van Robert en Chantal. Peggy dit, Peggy dat. Ze wist dat Chantal absoluut niet wilde dat er een stripper kwam op het vrijgezellenfeest. Om te sarren heeft ze dat geregeld. Dat wist ik wel.”
“Terwijl je wist dat je beste vriend dat ook absoluut niet wilde?” vroeg Muriëlle heel verbaasd. “Je had het toch tegen kunnen houden.”
“Nee, ik kende Robert. Hij hield van mooie vrouwen en Chantal had al bewezen dat ze niet zo snel bij hem wegliep. Ik was er van overtuigd dat hij het leuk zou vinden, maar dat hij dat natuurlijk niet kon zeggen.”
“En het versturen van die foto’s?” vroeg Frank. “Dat kwam ook van Peggy. Ze had een van ons gebeld met het verzoek om ze door te mailen. Ik wist daar niets vanaf.” Rik probeerde het overtuigend te zeggen, maar Frank vertrouwde het niet. “En als je het wel had geweten? Had je het tegengehouden?” Het bleef stil. Frank stond op. “Dit is het voor nu, maar ik denk dat we nog wel een keer bij je komen.” Ze pakten hun jassen en liepen naar buiten.
In de auto zei Muriëlle: “Waren we al gereed?” Frank keek haar aan. “Van wie denk je dat Peggy had gehoord dat
Robert en Chantal absoluut geen stripper wilde? Vast niet van Chantal zelf.” Muriëlle snapte de hint. “Morgen gaan we eens een bezoekje brengen bij die Peggy. Als ze thuis is tenminste.”
Frank hing zijn jas op en deed zijn schoenen uit. Hij liep naar de woonkamer en plofte op de bank. Hij hoopte dat Anki een lekker glas koud bier voor hem zou gaan inschenken. Het was geen zomer meer, maar een koud biertje zou er wel ingaan. Hij was moe van de lange dagen die hij gemaakt had. Hij had veel gehoord, maar had nog geen concrete aanwijzingen. Hij ging er van uit dat hij morgen bij Peggy nieuwe informatie zou krijgen. Hij legden zijn voeten op de salontafel. Hij wist dat Anki dat niet goed vond, maar hij vond dat hij het verdiend had om even zijn voeten te laten rusten. Hij hoorde haar boven telefoneren. Hij deed geen moeite om te horen wie er aan de lijn was. In zijn gedachten liep hij alle gesprekken van de afgelopen dagen nog een keer na: het gesprek met Robert. In het begin gaf die jongen goede informatie, maar later in het gesprek werd het wat grimmiger. Had hij zich toch wat meer in moeten houden? Misschien was het effectiever geweest? Maar dat was achteraf praten. Het gesprek met zijn vader en moeder had een arrestatie opgeleverd, maar waarschijnlijk niet voor de moord op Chantal. En Rik. Wat moest hij van hem denken? Hij vertrouwde hem niet. Hij hield iets achter. Daar was Frank van overtuigd. Hij hoopte via Peggy er achter te komen wat dat was. Frank zuchtte nog eens diep.
“Frank!” riep Anki geïrriteerd. Het leek of hij werd wakker geschud. Hij zat zo diep in gedachten verzonken dat hij niet had gehoord dat ze hem al drie keer had geroepen. “Ja, schat,” zei hij heel rustig. “Ik heb je al drie keer van boven geroepen. Hoor je me niet? Ik heb Jasper voor je aan de lijn. Hij wil weten of je Teddy en Bruine beer al gevonden hebt.” Frank vloekte van binnen. Door de moord op Chantal had hij geen verdere aandacht kunnen geven aan het vinden van de twee lievelingsknuffels van zijn kleinzonen. Hij verwachtte ook niet dat hij ze terug zou gaan vinden. Maar dat kon hij toch moeilijk vertellen. Hij zou een verhaal kunnen vertellen dat ze ontvoerd waren en dat hij in zware onderhandelingen zat om ze los te krijgen. Het zou wel een stoer verhaal zijn. Maar dat gaf ook verwachtingen dat de beren terug zouden komen. “Nee, geen goed idee,” dacht
hij. Wat nu? Tijd winnen. Dat is het enige wat hij kan doen. Hij mocht niet falen. Hij wilde dat zijn kleinzonen hem als held zouden zien. Ze zouden hem eeuwig dankbaar zijn als hij de beren zou terugvinden. Hij stond op en liep langzaam met zijn vermoeide benen de trap op.
“Hoi Jasper, met opa.” Jasper begon gelijk een heel verhaal te vertellen over het afgelopen weekend. Ze waren naar een huisje geweest in het noorden van Nederland en hadden daar een paar pretparken bezocht. Hij was helemaal enthousiast. Frank hoopte een beetje dat Jasper zou vergeten te vragen hoe het met de zoektocht naar Teddy en Bruine beer ging. Maar helaas, na een tijdje vroeg hij het toch. “Opa is er druk mee bezig. Lieverd, het oplossen van een vermissing kost meestal veel tijd. Ik doe mijn uiterste best om ze terug te vinden. Ik zou het zo erg vinden om mijn twee schatten teleur te moeten stellen.” En dat laatste meende hij vanuit zijn hart. Zijn kleinzonen betekenden heel veel voor hem. Het liefst ging hij elk weekend naar ze toe, maar bij een grote zaak als deze, was dat niet mogelijk. Het deed hem veel pijn dat Bas en Jasper hun teddyberen kwijt waren. Het frustreerde hem helemaal dat ze niet gevonden waren. Hoe was het toch mogelijk dat zijn zoon overal gezocht had zonder succes. Ook Frank had al op diverse plaatsen tevergeefs gezocht. Hij baalde ervan. Het kon niet waar zijn dat hij zijn kleinzoons teleur moest stellen. Hoe kon hij dit verder oppakken? Hij had er al over nagedacht, maar hij kon niets meer bedenken.
“Opa, wanneer kom je weer langs?” vroeg Jasper. “Binnenkort, jongen. We zullen binnenkort weer naar je toe komen.” Jasper klonk tevreden. Nadat ze het telefoongesprek beëindigd hadden, liep Frank weer naar beneden. Anki had ondertussen een glas bier voor hem ingeschonken. “Dat is precies waar ik naar verlangde,” zei Frank en gaf haar een kus. Hij ging opnieuw op de bank zitten, maar hield zijn voeten dit keer van de tafel. “Wat zit je bedenkelijk te kijken, schat?” vroeg Anki.
“Jasper vroeg of ik hun teddyberen al gevonden had. Hoe kan het toch zijn dat die beren nog niet gevonden zijn? Ik snap er niets van.” Anki ging naast hem zitten. Ze legde haar hand op zijn knie. “Maak je niet druk. Misschien heeft een
ander kind ze meegenomen.” Frank schudde met zijn hoofd. “Daar zou een ouder iets van zeggen, toch?” Frank zou het logisch vinden als een ouder iets zei als een kind iets meenam wat niet van hem of haar was. Maar hij wist ook wel dat niet iedere ouder dat zou doen. Maar hij wilde niet geloven dat een ander kind de teddyberen van zijn kleinkinderen had meegenomen. In dat geval zou hij het probleem niet oplossen en Bas en Jasper teleur moeten stellen. “Niet elke ouder doet dat, Frank. Dat weet je ook. Misschien moet je gewoon eerlijk zijn en zeggen dat je je best hebt gedaan, maar ze niet gevonden hebt.”
Dat antwoord wilde Frank niet horen. “Nee, ik zal ze vinden. Ik ga Bas en Jasper niet teleurstellen. Over mijn lijk.” Anki wist wel hoe laat het was. Frank wilde niet toegeven dat hij gefaald had. Dan kwam je aan zijn eergevoel. Ze besloot om geen reactie te geven op deze opmerking. Ze liep naar de keuken om de pannen van het vuur te halen. “Het eten is klaar,” riep ze vanuit de keuken. Frank nam zijn glas mee en liep naar de keuken. Zonder iets te vragen hielp hij mee om de tafel te dekken. Toen ze even later aan tafel zaten vroeg Anki met een lach “Kan ik morgenavond eigenlijk wel naar mijn fotocursus?” Frank was nog te humeurig om er om te kunnen lachen. “Waarom niet?” vroeg hij heel droog.
“Edgar is toch een van je verdachten. Als vrouw van de rechercheur die het onderzoek leidt…” Ze keek met ondeugende ogen met de hoop hem wat op te vrolijken. Frank bleef echter heel koel en zei op een monotone manier dat er formeel nog geen verdachten zijn. “Zolang hij niet gearresteerd is, mag hij les geven en mag jij daar naartoe. Uiteraard mag je tegen niemand iets zeggen over het onderzoek. Maar daarom vertel ik je ook bijna niets over de vorderingen. Dan kan ik je ook niet in problemen brengen. Waar gaan jullie het over hebben?” Dat was een goede vraag, waar Anki even over na moest denken. “Als ik het goed heb gaan we het over kleurgebruik hebben, maar ik weet het niet zeker.”
Frank deed zelf niet aan fotograferen. Hij vond de foto’s van zijn vrouw erg mooi en kon daar van genieten. Er hingen meerdere foto’s van haar aan de muur. Ongeveer iedere drie maanden verving ze de foto’s. Het liefst maakte ze
creatieve macrofoto’s. Ze pakte een klein detail uit een voorwerp die ze scherp op de foto zette, waarbij de rest vaag op de achtergrond stond. Dat was haar stijl geworden. Ze koos meestal voor de breedbeeldverhouding (16:9), waarbij ze het belangrijkste onderwerp op 1/3 van links of van rechts zette. Ze maakte zelf de passe-partouts. Ze koos daarbij een kleur passe-partout dat goed paste bij de foto. Ze hield er niet van om alleen maar zwarte of witte passepartouts te gebruiken. Een andere kleur kon de foto heel anders doen uitkomen.
Een avond over kleurgebruik vond ze daarom erg nuttig. Wellicht kon ze meer leren over de combinaties tussen foto en passe-partout. Frank stimuleerde haar bij haar hobby. Hij gaf altijd zijn mening en was daar heel eerlijk in. Hij benadrukte de mooie elementen, maar vertelde ook als hij iets minder mooi vond. Dat vond Anki erg prettig. Ze hoorde liever eerlijke kritiek, dan dat iemand alleen maar “mooi” zegt. Tijdens het avondeten spraken ze vaak lang over haar foto’s. Zo ook tijdens dit diner. Wat voor Frank ook meespeelde was dat hij zijn werk even uit zijn gedachten kon halen als hij met Anki sprak over haar foto’s. Maar deze avond had dat geen succes. Toen hij in bed stapte bleef hij nadenken over de moordzaak en over de teddyberen. Het duurde uren voordat hij de slaap kon vatten.
Hoofdstuk 12 Woensdag 20 oktober 2010 Frank en Johan gingen naar Peggy Verbruggen. Ze woonde in een klein huisje in een oude volksbuurt. De gordijnen waren nog dicht toen ze om half tien aanbelden. Er gebeurde niets. Frank bleef minuten lang bellen en kloppen, maar zonder effect. “Ze is niet thuis, chef.” Frank keek nog wat rond of hij iets zag wat hem kon helpen, maar dit leverde niets op.
Hij besloot aan te bellen bij de buren. “Ik ben op zoek naar mevrouw Verbruggen, uw buurvrouw, voor een routineonderzoek. Weet u waar ze is?” De buurvrouw knikte. “Nee, ik heb haar al twee dagen niet gezien. Haar gordijnen zijn ook niet open geweest. Volgens mij is ze een paar dagen weg, maar ik heb geen idee waarheen.” Frank bedankte haar voor de informatie.
Johan was naar de andere buren gegaan en kreeg min of meer dezelfde informatie. “Johan, wil jij Mohammed en Muriëlle vragen om haar op te sporen? Ik wil haar spreken, en het liefst zo snel mogelijk.” Johan was al blij dat niet hij de opdracht kreeg om haar op te sporen. Hij wist wat dat betekende: uren wachten in de auto in de hoop dat ze vroeg of laat thuis zou komen. Hij had daar een hekel aan. Hij vond het vak uiterst boeiend, maar wachten was niets voor hem. Gelukkig hield Frank daar rekening mee.
“Zolang we haar niet gevonden hebben, gaan we alle aanwezigen van de bruiloft en het vrijgezellenfeest ondervragen.” Johan keek vragend naar hem toe. “Dat zijn er heel veel. Bepaalde personen eerst?” Frank besefte dat het om zeker honderd personen ging. Hij had het er voor over. Hij wilde een scherper beeld krijgen wat er in de laatste dagen van het leven van Chantal was gebeurd. Iemand zou hem toch zinvolle informatie moeten geven. En zolang Peggy niet gevonden was, vond Frank dit de beste tijdsbesteding om het onderzoek te vervolgen.
“Mensen, nog even samenvatten. Primaire kleuren kunnen op twee manieren worden ingedeeld. Camera’s maken
gebruik van de additieve kleuren rood, groen en blauw, RGB afgekort, en deze ontstaan doordat licht wordt doorgelaten. Printers maken gebruik van subtractieve kleuren rood, geel en blauw, CMYK afgekort. Deze ontstaan door de absorptie op papier of doek. Het is goed om camera, monitor en printer op elkaar af te stemmen om ervoor te zorgen dat de kleuren op de afdruk uiteindelijk de juiste kleuren zijn.” Edgar keek even de zaal in. Hij had net een technisch verhaal gehouden over kleurmanagement. Zoals in elke cursus waren maar enkele deelnemers echt geïnteresseerd in dit onderwerp. Hij had het daarom kort gehouden en hij ging nu naar het deel dat de meesten meer kon boeien: de praktijk.
“Dan gaan we het nu hebben over de verschillende associaties die kleuren hebben. Laten we beginnen met één van diepste en sterkste kleuren, rood. Rode onderwerpen neigen naar voren te komen, zeker tegen achtergronden met koele kleuren, zoals blauw. Op deze manier creëer je diepte in je foto. Waar denken jullie aan bij de kleur rood?” Er zat een kleine, maar pittige dame in de zaal die Eva heette. Ze had rossig lang haar. Ze reageerde als eerste. “Liefde en passie. Maar dan wel met een lekkere vent.” Een aantal anderen moest lachen. “Maar ook gevaar,” riep Achmed. “De waarschuwingsborden hebben niet voor niets een rode rand.” Anki had nog een andere suggestie. “Ik denk bij rood aan de mooie zonsopgangen en ondergangen. Hoewel dat misschien meer oranje is. Ik vind rood een kleur die warmte uitstraalt.” Edgar nam het weer over. “Ik heb al veel associaties met de kleur rood gehoord. Rood straalt energie, passie, vitaliteit, sterkte en warmte uit, maar ook agressie en gevaar.”
“En dan gaan we naar de helderste kleur, geel. Hebben jullie er ooit bij stil gestaan dat er geen donkere vorm bestaat van de kleur geel?” Het werd even stil in de zaal. Edgar ging snel verder. “Waar denken jullie aan bij de kleur geel?” Jacques antwoordde als eerste. “De zon. Fel licht. Maar ook aan de kleine kuikentjes. Ik krijg er een lentegevoel van.” Else reageerde op dit antwoord. “En wat is bij jou een lentegevoel?” Jacques antwoordde dat hij het najaar en de winter kon missen als kiespijn. “Als het lente wordt, gaat alles weer groeien, de zon gaat weer schijnen, het wordt warmer en de dagen worden langer. Daar word ik vrolijk van.” Edgar maakte wat handgebaren. “Ja, vrolijkheid
hoort bij de kleur geel, net als fel, scherp en indringend. Geel lijkt licht uit te stralen, helemaal als dit tegen een donkere achtergrond gebeurd. Hier kun je slim gebruik van maken in je foto’s.”
“Ook de blauwe kleur kun je heel bewust inzetten in je foto’s. Blauw is een rustige en koele kleur. Een koele kleur, zoals blauw lijkt naar achteren te staan. Men denkt bij deze kleur al snel aan lucht en water, maar ook aan koelte en natheid.”
“Bij groen denk je al snel aan…” Achmed vulde Edgar aan. “Bomen en planten,” zei hij. “Inderdaad, de natuur. Groen straalt groei, vooruitgang en hoop uit.” Eva moest aan iets heel anders denken. “Ik ben ooit flink zeeziek geworden. Toen zag ik ook erg groen!” De mensen in de zaal moesten lachen. “Dat is dan een mooi contrast met je rode haren,” riep één van hen. “Sommigen vinden groen ook ziekte uitstralen. Zelf heb ik deze associatie wat minder, maar ik kan we voorstellen dat je het noemt als je ooit zo ziek bent geweest op een schip.” Edgar vond groen een te mooie kleur om aan nare zaken als ziektes te denken. Hij dacht liever aan de mooie dingen in het leven.
“Nu gaan we het hebben over een zeldzame kleur, violet. Je komt het niet veel tegen en deze kleur mag niet worden verward met paars. Dat gebeurt wel vaak. Mensen denken bij deze kleur vaak met weelde, rijkdom, status en mysterie. Violet is de moeilijkste kleur om te fotograferen. Paars heeft daarentegen iets religieus, iets spiritueels.”
“De laatste kleur die we gaan behandelen heeft oranje. Deze kleur heeft net als rood een warme, sterke uitstraling. Het is stralend, krachtig en er wordt bij deze kleur vaak gedacht aan feesten, maar ook aan hitte en droogte.”
“Nu we de associaties met diverse kleuren hebben besproken, gaan we aan het einde van deze avond spreken over combinaties van kleuren. Om kleuren in mooie harmonie te combineren heeft de Duitse dichter Goethe de kleuren ingedeeld van helder naar donker. De helderste
kleur geel heeft bij hem een waarde van 9, oranje 8, rood en groen hebben beiden 6, blauw 4 en de donkerste kleur violet 3.” Edgar schreef de waardes op. “Om een mooie balans te krijgen moet je deze in evenwicht op de foto zetten. Om een mooie balans te krijgen tussen rood en groen, zouden beide kleuren op een even groot deel van de foto moeten staan. Ze hebben namelijk allebei dezelfde waarde. Bijvoorbeeld bij een rode bloem met groene bladeren op de achtergrond. Als je het belangrijk vindt dat de kleuren in evenwicht zijn kies je het kader van je foto zo, dat de bloem en de bladeren ieder 50% van de foto bevatten.”
“Een foto met de kleuren violet en geel heeft een hele andere verhouding, als je tenminste kiest voor een evenwichtige kleurverdeling. Geel heeft waarde 9, violet heeft waarde 3. Je hebt dus 3 keer meer violet nodig dan geel op een foto nodig om ze in evenwicht te krijgen. Het contrast tussen blauw en oranje heeft twee keer meer blauw nodig dan oranje, omdat oranje waarde 8 heeft en blauw waarde 4. Je kunt hierbij denken aan iemand in oranje kleding met blauwe lucht op de achtergrond.”
“De voorbeelden die ik zojuist heb gegeven zorgen voor evenwicht en harmonie in kleuren in de foto. Uiteraard hoef je in de foto niet automatisch te kiezen om de kleuren precies in balans te hebben. Een evenwichtige foto kan ook weer saai overkomen. Dat is je eigen keuze. Ik hoop dat jullie de avond interessant vonden. Tot de volgende keer.” Edgar zwaaide en de deelnemers gingen weg.
Edgar en Anki gingen naar de bar om nog iets te drinken. “Interessant verhaal, Edgar. Ik wist niet dat violet macht en status uitstraalde. Ik vind het zo fascinerend om te zien hoe jij bezeten bent van jouw vak.” Ze keek hem diep in de ogen. De andere cursisten waren al naar huis gegaan. “Mijn werk is mijn hobby. Dat maakt het mooi. Ik voel het niet als werk. Ik vind het fantastisch om te fotograferen en ik vind het erg leuk om er over te vertellen. Ik geniet er met volle teugen van. Dat zouden meer mensen moeten doen. Gewoon hun dromen volgen. Ik ken zo veel mensen die werk doen die ze niet leuk vinden, die bij partners blijven wonen die ze niet meer mogen. Noem maar op. Waarom?
Vaak voor het geld, status of angst. Angst om alleen te blijven, angst om niet meer alles te kunnen kopen of doen wat je wilt? Nee, droom, droom, droom en maak je dromen waar. Wat is jouw droom, Anki?”
Daar werd ze even stil van. Ze had er nooit zo over nagedacht wat haar grote droom was. Ze had al helemaal nooit overwogen om een droom waar te maken. Eigenlijk paste ze goed in de beschrijving die Edgar zojuist gaf. Met Frank als man, waar ze veel van hield, zou ze niet snel iets doen wat hij niet leuk vond. Hij bepaalde voor een groot deel haar leven.
Edgar zag haar denken. “Probeer eens out-of-the-box te denken, zoals ze dat zo mooi noemen. Stel dat je de loterij gewonnen hebt, geen enkele verplichting hebt met werk of gezin. Wat zou je dan doen?” Anki pakte haar fototoestel en wees ernaar. “Ik zou het liefst een reis maken naar Afrika of Azië om daar mensen in nood te helpen. De beelden op televisie over de armoede in die delen van de wereld raken me diep. Ik zou graag iets voor die mensen doen. Ik zou ook daar heen willen om een fotorapportage te maken over de situatie waarin die mensen moeten leven. Ik zou daarmee andere mensen willen aansporen om mijn voorbeeld te volgen.”
“Mooie droom, Anki. En wat weerhoudt jou ervan om deze droom te verwezenlijken?” vroeg Edgar. “Ik heb een man, een huishouden, kinderen en kleinkinderen. Nee, dat kan ik niet maken.” Anki voelde zich klein worden. Edgar zag het en antwoordde gelijk. “Anki, mensen kunnen duizenden redenen verzinnen om iets niet te doen. Het gaat erom dat je die ene reden vindt om iets wel te doen. Je man houdt er van om dag en nacht bezig te zijn met boeven vangen. Dat mag hij toch ook van jou? Waarom zou jij je droom niet mogen waarmaken? Je bent toch niet je hele leven weg?”
Anki werd er weer stil van. Ze dacht na. Ze zag allemaal beren op de weg. Aan de andere kant had Edgar ook wel een beetje gelijk. “En mijn kleinkinderen dan? Die zie ik dan maanden niet?” vroeg ze met een benepen stemmetje. Ze moest er niet aan denken dat ze de ontwikkeling van Bas en
Jasper voor maanden moest missen. “Daar zijn oplossingen voor, Anki. Met een laptop of een tablet kun je overal ter wereld foto’s en video’s versturen en ontvangen, videochatten, noem maar op. In ontwikkelingslanden zal het niet op iedere plek kunnen, maar in elk land zijn er wel plekken met internetverbinding. Je ziet ze dan niet in het echt, maar met de techniek van tegenwoordig kan al veel.”
Ze nam een slok van haar rode wijn. “Ik zal er eens over nadenken. Je weet mensen wel te motiveren! Je hebt wel een punt. Ik stel me wellicht wat te onderdanig op. Het zou wel fantastisch mooi zijn.” Edgar pakte zijn glas en strekte zijn arm uit als teken dat hij wilde proosten. “Op de mooie fotoreis.”
Op vrijdag ging Edgar naar Robert toe. Hij belde aan. Robert wilde hem gelijk binnen uitnodigen, maar Edgar weifelde. “Robert, ik vind het eigenlijk wel moeilijk. Ik ben een van de verdachten van de moord op je vrouw. Maar ik wil je toch de foto’s overhandigen.” Robert vond het geen enkel probleem. Hij geloofde er niet in dat Edgar iets met de moord te maken had. “Kom binnen, Edgar. Iedereen is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. Ik weet alleen nog niet of ik het aankan om de foto’s al te bekijken. Ik ben nog zeer geëmotioneerd.”
Edgar liep mee naar binnen. Robert vroeg of hij wat wilde drinken. Daarna ging hij koffie zetten en nam ook een schaal met grote koeken mee. “Ik heb toch besloten om een fotoalbum te maken voor je. Ik vond dat ik niet minder kon doen voor je,” zei Edgar.
“Ik dacht dat je daar een hekel aan had?” zei Robert. Edgar knikte. Dat had hij inderdaad gezegd en het was ook de waarheid. “Bedankt. Ik waardeer je medeleven.” Edgar pakte het fotoalbum uit zijn tas en overhandigde het aan Robert. “Kijk maar wanneer je het album wilt bekijken. Ik snap dat je tijd nodig hebt.” Hij wachtte een moment voor hij verder ging. Hij zag dat Robert het even moeilijk had, toen hij het album aannam. Edgar had daar alle begrip voor. Robert legde het album op de kast en liep terug naar Edgar.
“Ik heb nog iets. Ik heb de foto’s op een DVD gezet. Dan kun je daar eventueel later nog iets mee doen. Dit is het goede exemplaar.” Hij overhandigde de DVD aan Robert. “Het goede exemplaar?” vroeg Robert verbaasd. “Ik heb nog een DVD waar ik per ongeluk een paar foto’s op gekopieerd heb die er eigenlijk niet op thuishoren. Ik had een selectie gemaakt van mogelijke fotolocaties die ik in gedachte had voor jullie huwelijk. Deze stonden in dezelfde map op de computer als jullie trouwfoto’s. Toen ik de DVD ging branden was ik vergeten om deze eruit te filteren. Ze hadden er niet op moeten staan. Daarom had ik nog een exemplaar gemaakt. Ik geef het toch maar aan je. Als reserve exemplaar, zal ik maar zeggen.” Robert nam het aan en bedankte Edgar. Nadat Edgar zijn koffie had opgedronken ging hij weer naar huis.
Muriëlle en Mohammed hadden ondertussen nog geen spoor gevonden van Peggy Verbruggen. Frank besloot om samen met Johan naar haar ouders te gaan. “Goedemiddag meneer Verbruggen. We zijn al een aantal dagen op zoek naar uw dochter Peggy. Hebt u enig idee waar ze op dit moment is?” De vader van Chantal schudde zijn hoofd. “We hebben nog maar weinig contact met Peggy. Volgens mij hebben we haar sinds het huwelijk van Chantal niet meer gezien.” Frank wilde vragen waarom ze geen contact meer hadden, maar Johan was hem voor met een andere vraag. “Zijn er speciale plekken of vrienden waar Peggy graag naartoe gaat?”
Meneer Verbruggen moest nadenken. “Ik zou het niet weten. Ik zal het aan mijn vrouw vragen.” Hij riep naar zijn vrouw. Die kwam naar de deur gelopen. “Mevrouw Verbruggen, we zijn op zoek naar uw dochter Peggy.” Voordat Frank verder kon praten vroeg ze gelijk waarom ze haar wilde spreken. De manier waarop ze dat vroeg zorgde ervoor dat Frank zich irriteerde aan haar. Johan zag het gebeuren en zei vlug “voor het onderzoek willen we haar wat vragen stellen. Een aantal personen hebben haar naam genoemd en we willen dit graag van haar bevestigd zien.” Johan vertelde dit op een rustige toon. Mevrouw Verbruggen veranderde echter niet van toon. “Hoezo, haar naam genoemd? Wie wil mijn dochter beschuldigen van de moord op haar zus?”
Johan negeerde de emotie van mevrouw Verbruggen en ging kalm verder. “Niemand heeft haar beschuldigd. In het kader van het onderzoek kan ik niet inhoudelijk ingaan op de verklaringen van de diverse ondervraagden. Ik hoop dat u dat begrijpt.” Ze werd steeds emotioneler. “Het gaat wel om mijn dochter die vermoord is,” riep ze met tranen in haar ogen. “Genoeg zo,” riep meneer Verbruggen. “Excuses voor het gedrag van mijn vrouw. We kunnen u niet verder helpen om Peggy te vinden. Ik zal bellen als ze contact opneemt of als we weten waar ze is.” Johan bedankte hem.
In de auto was Frank nog steeds geïrriteerd. “Wat bezielde haar om zo te reageren? We proberen de moordenaar op haar dochter te vinden en dan gaat ze tegenwerken.” Johan was het met Frank eens dat de reactie van haar opmerkelijk was. “Ik denk dat ze nog erg emotioneel is. Wellicht wil ze haar andere dochter ook niet verliezen. Het zou voor haar toch wel heel moeilijk zijn: De oudste dochter in Chili, haar jongste dochter vermoord en de middelste in de gevangenis. Ik kan me wel voorstellen dat ze daar niet op zit te wachten.”
Frank liet het even op hem inwerken. Hij geloofde niet zo in deze stelling van zijn collega. Hij waardeerde wel dat zijn partner hem probeerde te kalmeren. “Bedankt dat je het verhoor van me overnam. Ik was te geïrriteerd om het gesprek verder voort te zetten.” Johan glimlachte. Dit waren unieke momenten waar hij even van moest genieten. Een compliment van Frank was zeldzaam. Zeker voor hem.
Muriëlle woonde sinds kort in het huis van haar vriend Marcel. Ze woonden in een huis met vier verdiepingen. Het bevatte veel kamers. Op de begane grond was de woon- en eetkamer. Deze kamer was van alle luxe voorzien. Een groot plasmascherm hing aan de muur. Op twee plaatsen hingen kroonluchters aan het plafond. In de keuken was een ingebouwd espresso apparaat van enkele duizenden euro’s. Marcel hield van een lekker kopje Express en nam alleen genoegen met de beste kwaliteit. Als je naar het meubilair en de schilderijen keek, zag je onmiddellijk dat hij een dure smaak had. Hij wilde vooral veel indruk maken op zijn gasten.
Op de eerste verdieping waren twee slaapkamers en een badkamer. De eerste slaapkamer was van Marcel en Muriëlle. Ook hier had hij niet bezuinigd op de inrichting. Er stond een mooi hemelbed. Ook in deze slaapkamer hing een grote plasma televisie. Marcel keek graag nog televisie voordat hij ging slapen. In het bedkastje was een kleine koelkast aanwezig, waar meestal een goede fles champagne te vinden was. De kledingkasten waren zeer groot. Veel vrouwen zouden jaloers zijn op de garderobe van Muriëlle. Marcel kocht regelmatig dure kleding voor haar. Eigenlijk vond ze dat overbodig, maar ze wilde ook niet ondankbaar overkomen. Muriëlle schepte er niet over op tegenover haar vriendinnen.
De tweede slaapkamer diende als logeerkamer. Hoewel deze niet zo luxe was ingericht, hadden de gasten niets te klagen. De badkamer bestond uit een breed bubbelbad en een aparte douche met een luxe douchepaneel die voor allerlei stralen kon zorgen.
Op de tweede verdieping waren twee kamers. Marcel had een kamer ingericht om te sporten. Er stond een roeiapparaat en diverse halters. De andere kamer was een studeerkamer. Ook op deze verdieping was een kleine badkamer die Marcel meestal gebruikte om te douchen na het sporten. Op de zolder stond vooral veel rommel en de wasmachine en droger.
Het was kwart voor tien toen de telefoon ging. Muriëlle was net van plan om vroeg naar bed te gaan. Ze kon wel een beetje extra slaap gebruiken. “Hoi schatje.” Muriëlle werd helemaal vrolijk en vergat hoe moe ze was. “Hoi Marcel, hoe is het met je?” Marcel zat in Afrika om te onderhandelen over een contract dat niet onomstreden was. Het ging om de opslag van radioactieve materialen en Marcel was bezig om een locatie daarvoor te regelen. Hij was geregeld in het buitenland voor zijn werk. Het bedrijf waarvoor hij werkte had veel geld over om het materiaal daar op te slaan. De lokale overheden konden dat geld goed gebruiken. De bevolking en diverse milieuorganisaties voerden harde campagne tegen de komst van de opslag. Marcel had al vaker dergelijke onderhandelingen met
succes gevoerd. Het waren geen gemakkelijke trajecten, maar hij wist hoe hij het aan moest pakken. Hij was er bedreven in geworden. Iedere overwinning voelde als een kick voor hem. Het deed hem weinig dat dit soort afspraken op weinig sympathie konden rekenen. Hij vond ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ maar een vies woord. Muriëlle had daar een hele andere mening over. Ze hadden hier al vaak harde discussies over gehad.
“Met mij gaat het prima. Uiteraard vele discussies met die milieufreaks en bezorgde bewoners, maar dat heb je overal. Ik zit nu eenmaal niet in een populaire business. Maar het verdient goed.” Dat was net hetgeen waar Muriëlle bang voor was. Zijn vak kende vele vijanden en ze hoopte dat er niemand op het idee kwam om haar vriend persoonlijk te gaan bedreigen. Het was niet ondenkbaar. “Marcel, liefje, doe geen domme dingen. Geld is niet het belangrijkste in het leven. We komen toch wel rond.”
Ze wist dat hij zich daar niets van aan zou trekken. Marcel had geen angst. Hij wilde rijk worden. Heel rijk. En daarvoor ging hij over lijken. Hij wist hoe Muriëlle hier over dacht, maar was niet van plan om op dit punt te veranderen. “Nee, schat, dat weet je toch. Volgende week vrijdag ben ik weer terug.” Hij maakte daarbij een kussend geluid. “Ik hou van je,” zei Muriëlle terug. “Mooi te horen. Hoe gaat het me jou?” Muriëlle vertelde kort over de moordzaak, zonder veel details te noemen. “Ik mis je,” zei ze door de telefoon. “Ik mis jou ook, schatje.” Even later verbraken ze de verbinding. Ze ging naar bed, maar bleef nog lange tijd nadenken over zijn terugkomst. Kleurwaarden Geel Oranje Rood
9 8 6
Groen Blauw Violet
6 4 3
Hoofdstuk 13 Zondag 24 oktober 2010 Ze waren ondanks het minder goede weer naar het bos gegaan. Ze hadden allebei een smoes gebruikt om weg te gaan. Ze had haar ouders toch niet kunnen vertellen dat ze een vriendje had. Ze was 15 jaar en haar ouders zouden dat niet goed vinden. “We vinden je nog veel te jong,” hadden ze haar al regelmatig verteld. Ze was die preken helemaal beu. Ze vond zichzelf al oud genoeg om zelfstandig besluiten te nemen. De wereld was veranderd. “Jongeren zijn veel eerder volwassen dan de eerdere generaties,” was haar opvatting. Ze had hier regelmatig ruzie over gehad met haar ouders.
En als haar ouders wisten dat haar vriendje drie jaar ouder was en van Marokkaanse afkomst, dan had ze helemaal een verbod gekregen. Haar vader had zeker geen hekel aan buitenlanders, maar hij vond dat verschillende culturen in een huwelijk vroeg of laat tot problemen zou leiden. Ze kon daar zo boos om worden. Ze was het totaal niet met hem eens. Haar vriendje was anders. Hij was net begonnen aan een HBO studie, sprak perfect Nederlands en was nog nooit in aanraking met de politie gekomen. Maar ze wist dat ze haar vader niet zou kunnen overtuigen. En ooit zou ze het moeten vertellen aan hem.
Ze was verliefd, heel erg verliefd. Ze wilde later met hem trouwen. Dat wist ze nu al zeker. Ze had vlinders in haar buik. Ze hadden stiekem afgesproken in het bos. Ze verlangde al naar zijn sterke lichaam. Hij ging tweemaal per week naar de sportschool, waardoor hij er sportief en gespierd uitzag. Ze kon niet wachten tot ze hem weer zag.
Na tien minuten wachten kwam hij. “Wat ben je vroeg?” vroeg hij nog. Maar ze gaf geen antwoord, ze begon hem gelijk te kussen. Na een lange tongzoen liepen ze verder het bos in, op zoek naar een rustig plekje. Ze merkten nauwelijks hoe koud het was. De gedachten aan elkaar hield hen warm. Na iedere honderd meter trok ze hem van het pad en begon opnieuw te kussen. En zo duurde het even voordat ze verder het bos in kwamen. “Ik weet een goed plekje, waar niet veel mensen komen, en zeker niet met dit
koude weer,” zei hij. “Ik kan niet wachten,” zei ze zwoel. Ze renden allebei een klein pad op. Ze hadden geen oog voor alle mooie dingen die de natuur in de herfst had te bieden. Ze zagen niet de paddenstoelen, niet de mooie herfstbladeren die op de grond lagen, alleen elkaar. Totdat ze plotseling stokstijf bleef staan en heel hard begon te gillen. Hij draaide zich om en zag het ook: aan een stevige tak had een vrouw zich opgehangen met een touw.
“Frank, ze hebben Peggy gevonden,” zei Muriëlle door de telefoon. “Mooi, dan gaan we haar gelijk verhoren.” Muriëlle bleef even stil. Ze hield er niet van om haar baas teleur te stellen, maar nu moest ze wel. “Dat zal niet meer gaan. Een verliefd stelletje heeft haar gevonden, opgehangen aan een boom. Waarschijnlijk zelfmoord.” Frank vloekte toen hij dit hoorde. Peggy was een belangrijke getuige en mogelijk zelfs verdachte. “Muriëlle, wil jij met Mohammed naar de plaats delict gaan. Ik wil met Johan gaan rondneuzen in het huis van haar. Ik zal daar wel toestemming voor krijgen.” Muriëlle wist dat Mohammed vandaag de verjaardag van een van zijn kinderen vierde.
“Frank, kun je meekomen naar de plaats delict. Ik zal daarna met jullie meegaan naar het huis van Peggy. Ik wil Mohammed vandaag niet storen. Zijn zoon is jarig vandaag.” Ondanks het slechte humeur kon Frank het niet over zijn hart verkrijgen om Mohammed weg te halen bij de verjaardag van zijn zoon. Hij hield zelf ook van kinderen en vond dat vaders en moeders altijd op de verjaardagen van hun kinderen behoren te zijn. Hij had vroeger een aantal keren gewerkt op de verjaardag van zijn eigen zoon en had daar nu spijt van. Hij had gezworen om altijd op de verjaardagen van Bas en Jasper aanwezig te zijn. “Het is goed. We laten hem lekker bij zijn zoon.” Muriëlle was tevreden en opgelucht. “Frank, ik weet zeker dat Mohammed dit zal waarderen.”
Ze waren met zijn drieën naar het bos gegaan en hadden het verliefde stelletje ondervraagd. Ze konden niet veel vertellen. Ze baalden alleen dat hun dagje samenzijn was onderbroken en bleven dat herhalen. “Mijn ouders hoeven dit toch niet te weten te komen?” vroeg het meisje. Frank knikte. “Ik ben ook jong geweest. Je hoeft je geen zorgen te
maken. Jullie zullen al genoeg geschrokken zijn. Ik wil alleen jullie adressen en mobiele nummers weten, voor het geval ik jullie nog nodig heb. Maar die kans acht ik klein.” Beiden schreven hun gegevens op en konden daarna gaan.
Frank haalde de voordeursleutel uit de zak van Peggy. “We gaan eerst de ouders op de hoogte brengen. Johan?” Johan maakte een gebaar met zijn handen dat hij liever op de plaats delict verder ging met het onderzoek. “Ik ga wel mee,” zei Muriëlle. Toen ze in de wagen zaten om naar de ouders van Peggy te gaan zei Muriëlle: “Frank, je kunt me soms zo verbazen. De ene keer ben je nukkig, hard en zonder mededogen; de andere keer voel je anderen perfect aan. Zoals nu bij dit stelletje en vanochtend bij Mohammed.” Frank hield meestal niet van feedback op zijn karakter, maar deze kon hij wel hebben.
“Als er kinderen in het spel zijn… deze jongen, maar vooral dat meisje waren nog kinderen. Zag je hoe angstig ze keek? Ik weet zeker dat haar ouders niets weten van de relatie. Daar wilde ik niet tussenkomen. Dat mogen ze ooit zelf gaan vertellen. Ik had er ook geen enkel belang bij. Dit stel had er echt niets mee te maken. Ik weet bijna zeker dat het om zelfmoord gaat.” Muriëlle was het daar mee eens.
“Meneer en mevrouw Verbruggen. Mogen we even binnenkomen?” Mevrouw Verbruggen deed de deur verder open en liet het tweetal naar binnen. In de woonkamer begon ze gelijk excuses te maken voor haar vorige optreden. “Rechercheur, mijn excuses voor mijn gedrag van de vorige keer. Ik weet niet wat me bezielde. Ik denk dat ik te bang was dat Peggy iets met de moord op Chantal te maken had. Na Nancy, die vertrokken is naar Chili, en Chantal, dat weet u, wilde ik niet ook nog Peggy verliezen. Ook al hadden we niet veel contact meer, ik hou van haar.”
Frank slikte. Na deze mooie woorden van mevrouw Verbruggen over Peggy was het extra moeilijk om het slechte nieuws te gaan vertellen. Hij wist dat de waarheid beter ineens verteld kon worden, om vervolgens bewust een stilte te laten vallen. “Mevrouw en meneer Verbruggen, ik vrees dat ik slecht nieuws heb.” Mevrouw Verbruggen
begon gelijk te huilen. “Zeg me dat het niet waar is. Heeft ze Chantal vermoord?” Muriëlle legde een hand om haar heen. Ze had medelijden met deze vrouw die in korte tijd twee van haar dochters had verloren. “Peggy is gevonden in het bos. Ze heeft met grote mate van waarschijnlijkheid zelfmoord gepleegd. De sectie op haar lichaam zal dat uitwijzen. We willen graag naar haar woning om te kijken of ze een afscheidsbrief heeft achtergelaten.” Meneer Verbruggen knikte dat het akkoord was. Ze lieten het echtpaar alleen om het verdriet te verwerken.
Toen Frank en Muriëlle weer in de auto zaten, belde Mohammed op naar Frank. “Mohammed? Ik dacht dat je vandaag de verjaardag van je zoon vierde?” vroeg Frank verbaasd. Muriëlle zat ook verbaasd naar Frank te kijken. “Ja, Frank, dat klopt. Hij is veertien jaar geworden vandaag. Hij heeft een geweldig feest.” Mohammed klonk erg opgetogen. “Mohammed, op verzoek van Muriëlle hebben we je vandaag met rust gelaten.” Voordat Frank kon vragen waarom hij belde vroeg Mohammed waarom ze aan het werk waren. “Peggy is gevonden in het bos, zeer waarschijnlijk zelfmoord.” Frank gaf in het kort de details weer. “Maar daarvoor belde je vast niet,” zei Frank.
“Dat klopt, Frank. Luister, ik heb wellicht ook goed nieuws. De vader van een vriend van mijn zoon kwam hem zojuist ophalen. Hij vroeg aan mij of ik met de zaak van het verbrandde meisje bezig was. Ik gaf aan dat ik inderdaad in het team zat die de moord op haar onderzoekt. Hij vertelde dat hij iedere werkdag vroeg begint, zodat hij om half vier thuis kan zijn. Hun hond kan niet langer alleen zijn. Hij gaat dan altijd naar de heide. Hij komt daar meestal om kwart voor vier aan. Hij kon zich herinneren dat er ongeveer drie wagens bij de parkeerplaats stond. Maar wat hem verbaasde – en ook irriteerde – was dat er een auto een paar honderd meter verderop stond. Hij vond het asociaal, omdat de auto een groot deel van het pad belemmerde. Nu komt het mooiste: het was een donkerrode Volkswagen Polo. Heeft Robert Smits ook niet zo’n auto?”
Frank was even stil. Dit was een wereldvondst. “Mohammed, fantastisch werk. Jij moet vaker feestjes geven!” klonk hij opgewonden. “Goed werk. Hier gaan we
hem binnenkort eens mee confronteren. Fijne avond nog, Mohammed.”
Frank vertelde aan Muriëlle wat Mohammed had ontdekt. “Naar Robert?” vroeg Muriëlle. Maar Frank wilde eerst kijken of hij in het huis van Peggy meer belastend materiaal kon vinden. “Morgen gaan we eerst naar het huis van Peggy. En ik hoop dat we iets vinden wat belastend is voor Rik Grootveld of Robert Smits. Tientallen jaren ervaring vertellen mij dat één van die twee iets achterhoudt. Het telefoontje van Mohammed is daarvoor het eerste bewijs. Ik wil eerst kijken of ik meer bewijs kan vinden. Dat maakt het verhoor voor ons straks veel makkelijker.” Muriëlle zette Frank thuis af. “Fijne avond nog.”
Anki had lekker gekookt voor Frank. Ze had de tafel feestelijk versierd met hun mooie tafellaken, hun chique bestek en een kandelaar met drie brandende kaarsen. “Hebben we iets te vieren?” vroeg Frank. Hij voelde aan zijn water dat dit etentje een bijbedoeling had. “Ik wilde je een keer verwennen. Dat mag toch wel?” zei Anki heel onschuldig. Na de amuse van kalkoenfilet met mangoportsaus en een zalmsoep met courgettes als voorgerecht zat de stemming er goed in. Anki had een goede wijn gekocht waar Frank volop van genoot.
“Frank, jouw werk om boeven te vangen is eigenlijk jouw grote passie, toch?” vroeg Anki retorisch. Frank knikte. “Jazeker, mijn werk is in feite een betaalde hobby. Ik vind het geweldig om die misdadigers op te pakken, ook al moet ik soms op de meest ongelukkige tijden mijn bed uit.” Anki schonk nog wat wijn in zijn glas. “Je weet dat fotograferen mijn grote passie is en dat ik me graag inzet voor goede doelen?”
“Ja, dat klopt. Dat waardeer ik ook aan jou.” Frank wist niet waar dit gesprek heen zou gaan, maar tot nu toe had hij er geen problemen mee. “Frank, ik heb eens nagedacht over mijn passies. Mijn grote droom is om naar Bangladesh te gaan om daar mensen te helpen die het moeilijk hebben. Bijna ieder jaar hebben ze veel last van overstromingen. Het leven voor die mensen moet heel zwaar zijn. Tevens wil ik
daar een fotorapportage maken over hoe het is om daar te overleven. Die rapportage wil ik hier tentoonstellen om meer mensen te overtuigen om zich in te zetten voor mensen in de derde wereld.”
Frank moest het even laten bezinken. Zijn vrouw had het “opeens op de heupen” om naar de derde wereld te gaan om te helpen. “Haar grote droom” noemde ze het. Waarschijnlijk had ze een of ander vrouwenblad gelezen, vermoedde Frank. Hij zag dit absoluut niet zitten. Hij wist dat hij het meeste kon bereiken als hij in eerste instantie meeging in haar gedachtegang. Daarna zou hij langzamerhand haar duidelijk maken dat het een heel dom idee was. Dat zou ze wel inzien. Maar het was beter dat ze dat zelf inzag, dan dat hij dat gelijk zou vertellen. Vooralsnog ging Frank er van uit dat het om een bevlieging ging die vanzelf zou overgaan. Ze zou haar kleinkinderen nooit voor lange tijd kunnen missen.
“Dat is heel nobel van je. Hoe zie je de reis voor je?” vroeg Frank. Anki vertelde dat ze samen met een vriendin gesproken had. Ze wilden samen gaan. Ze kende medewerkers van Artsen zonder grenzen die daar werkten. Ze hadden hen verteld dat ze altijd extra hulp konden gebruiken. Anki wist dat ze niet gelijk al haar kruit moest verschieten. Dit moest langzaam tot haar man doordringen. Ze had al een plan om hem in kleine stapjes te overtuigen van haar wens. Herhaling was hier het juiste remedie. “Frank, laten we lekker van het hoofdgerecht gaan genieten. Ik heb eend met lekkere sinaasappelsaus klaargemaakt. We praten hier later wel verder over.” Frank vond dat prima en liet het diner goed smaken. Die nacht sliep hij onrustig. Het idee dat zijn vrouw voor langere tijd weg zou willen zat hem dwars. Hij moest het uit haar hoofd praten. Dit mocht niet gebeuren.
Hoofdstuk 14 Maandag 25 oktober 2010 Lieve Chantal, Ik ben nu onderweg naar jou en hoop je snel weer te zien. Ik schrijf deze brief speciaal voor jou, omdat ik zoveel spijt heb dat ik jou zo gekwetst heb. Ik was zo jaloers op alles wat jij had en ik niet. Het was mijn afgunst die er voor zorgde dat ik jouw bruiloft wilde dwarsbomen. En nu zijn mijn pesterijen mijn laatste herinneringen aan jou. Dat kan ik niet langer verkroppen. Ik wil daarom zo snel mogelijk naar je toe, om het uit te leggen.
Ik voelde me zo ongelukkig. Ik was verslaafd aan de drugs. Dat is de stomste fout die iemand kan begaan. Ik had er geen geld voor en heb zelfs enkele malen anderen bestolen om aan geld te komen voor de drugs. Gelukkig weten pappa en mamma hier niets van. Wil je dat zo laten? Ik vind ook dat pappa en mamma mij niet voldoende hebben geholpen. Ik had altijd het gevoel dat ze zich schaamden voor mij. Jij was hun oogappel. Jij had werk, je had een relatie, je was gezond, hielp graag andere mensen. Je was een goed mens. En ik had geen werk, geen relatie, leefde ongezond en deed zeker niet wat pappa en mamma graag gewild hadden. Ik voldeed niet aan hun verwachtingen.
En Nancy heeft me ook al in de steek gelaten door naar Chili te vluchten. Ik heb nauwelijks nog iets van haar gehoord. Dat heeft me veel pijn gedaan. Ik heb nog vaak aan vroeger gedacht toen we met zijn drieën veel plezier hadden gehad. Ik vond dat een geweldige tijd. Maar vanaf het moment dat Nancy zichzelf naakt wilde laten fotograferen door dat jochie leek alles anders te worden. Nancy wilde weg. Doordat haar vriendje rond ging vertellen wat ze gedaan had, schaamde ze zich. Ze schaamde zich voor pappa en mamma, ze schaamde zich voor jou en mij, ze schaamde zich voor de omgeving. Het was de breuk in de hechte relatie die we als zusjes hadden. Er knakte iets bij mij, maar dat heb ik je nooit verteld. Ik kreeg de verkeerde vrienden en vluchtte uiteindelijk in de drugs. Lief zusje, jij bent wel sterk geweest. Je kon het allemaal wel verdragen.
Je wilde me geen geld geven voor de drugs. Natuurlijk deed je dat niet. De drugs zorgde voor een barrière tussen ons en dat wilde je niet. Je wilde niet dat ik nog verder naar de afgrond ging. Ik wilde dat nooit inzien. Nu wel. Ik snap je.
Maar toen je me laatst weer geld weigerde, werd ik boos. Ik wilde je terugpakken. En daar heb ik hele gemene dingen voor gedaan. Ik heb zelfs dat hopeloos verliefde vriendje van Robert geholpen. Dat vind ik nog het ergste van alles. Die Rik had me verteld dat je na de ruzie met Robert naar hem toe was gegaan. Robert had Rik gesmeekt om hem te helpen om het goed te maken met je. En wat deed Rik? Hij ging je troosten en werd weer opnieuw verliefd op jou. Hij wilde tegen elke prijs voorkomen dat jullie gingen trouwen. Hij vertelde me dat hij Robert zogenaamd naar een coach had gestuurd, maar in feite was dat een vriendin van een vriend van hem. Zij was helemaal geen coach of psycholoog. Zij kreeg van Rik de opdracht om Robert te laten inzien dat hij niet paste bij jou. Het doel was dat de relatie over zou gaan. Maar het effect was precies andersom. Robert wilde gaan bewijzen dat hij juist wel bij jou hoorde. Daar baalde Rik enorm van.
Omdat ik ook wraak wilde nemen hebben we samen het plan bedacht van de stripper. We hebben Jaap € 100 gegeven als hij de foto’s zogenaamd per ongeluk naar jouw e-mailadres zou mailen. Maar hij had nog meer gedaan. Hij had jou en de fotograaf gevolgd toen jullie naar fotolocaties gingen kijken. Hij heeft Robert gebeld met de mededeling dat die fotograaf en jij wel heel erg “close” waren. Rik was radeloos en enorm jaloers. Hij hoopte dat Robert zo boos op jou zou worden dat hij de relatie zou verbreken. Maar hij deed helemaal niets met de informatie. Vond ik wel vreemd.
Lief zusje, al deze slechte gebeurtenissen zijn de laatste herinneringen die ik nu aan je heb. Je bent nu gestorven en ik kan niet verkroppen dat ik jou zulke slechte dingen heb aangedaan vlak voor je dood. Ik heb niets met je dood van doen, dat zweer ik je. Ik wil het weer goed met je maken. Weer lol gaan maken. Ik geloof niet in God, maar ik hoop dat, als hij bestaat, hij mij in de hemel wil toelaten, zodat
ik bij jou kan zijn. En als ik eerst een aantal jaren moeten boeten in de hel, omdat ik dit jou heb aangedaan, dan moet dat maar. Als ik uiteindelijk maar weer bij jou kom.
Lieve zus, ik hoop dat je me kunt vergeven voor wat ik je de laatste tijd heb aangedaan. Ik hou van je.
Liefs,
Peggy
Frank was er even stil van. Hij las de brief die hij in het huis van Peggy had gevonden drie keer door en liet het daarna aan Johan, Muriëlle en Mohammed lezen. Ze hadden niet lang hoeven te zoeken naar de brief. Hij lag op de woonkamer op de tafel. Op de envelop stond: “Voor mijn lieve zusje Chantal.” Dat was voor Frank voldoende om te weten dat hierin de afscheidsbrief zou zitten.
De brief bevatte heel veel nieuwe informatie. Rik had veel verzwegen. De coach was nep. De coach was ingezet om het huwelijk te saboteren om daarna met Chantal een nieuwe relatie te beginnen. Wat was er gebeurd op de dag dat Chantal en Robert ruzie hadden gekregen, waardoor hij weer verliefd was geworden. Was Chantal ook verliefd op hem geworden? Dat leek hem niet waarschijnlijk met de informatie die hij had. Zou Chantal hem duidelijk hebben gemaakt dat ze niet verliefd was op hem? Dat zou een motief voor moord zijn. Rik had ook gelogen over de stripper. Volgens deze brief wist hij er alles van. En waarom zou Peggy liegen? Welk belang zou ze daarbij hebben? En dat telefoontje tussen Rik en Robert. Waarom hadden ze dat niet nagetrokken? Waren er nog meer telefoontjes geweest die hij moest weten? Hij zou Mohammed hier gelijk op zetten. Die was daar goed in.
Ook Robert had niet de hele waarheid verteld. Hij wist dat de relatie tussen Edgar en Chantal mogelijk meer was dan puur zakelijk. Zou hij Edgar en Chantal gevolgd zijn naar de heide en gezien hebben dat ze een relatie hadden? Hij was
daar zeer waarschijnlijk geweest, gezien de getuige die Mohammed gesproken heeft. Dit zou voor Robert een motief kunnen zijn voor moord. En had Robert kunnen weten dat Rik opnieuw verliefd was geworden op Chantal?
Waarom hadden beide heren belangrijke informatie verzwegen? Ze hadden zich beiden hierdoor erg verdacht gemaakt. Frank voelde dat het einde van deze zaak in zicht kwam. Hij wilde eerst nog wat zaken controleren. Daarna konden beide heren rekenen op een zwaar verhoor met hem. Frank liep tevreden terug naar de auto.
Hoofdstuk 15 Woensdag 27 oktober 2010 Frank en zijn team hadden de maandag en dinsdag gebruikt om alle sporen te controleren. Frank wilde zeker weten dat ze alle feiten hadden. Johan had bij Robert de DVD gekopieerd, maar het had hem geen nieuwe informatie gegeven. Alle gesprekken met de aanwezigen op de bruiloft hadden weinig zinvolle toevoegingen. Er was slechts één aanknopingspunt. Mandy Sanders had verteld dat Robert dacht dat Chantal de woensdag voor hun bruiloft bij haar was. Mandy wist dat Chantal hierover gelogen had en had tegen Robert gezegd dat ze waarschijnlijk met een verrassing voor hem bezig was. Maar achteraf had ze geen verrassing voor hem georganiseerd. Mandy vermoedde dat ze iets had willen proberen, maar dat het waarschijnlijk niet meer geregeld kon worden op zo’n korte tijd. Een andere verklaring had ze hier niet voor. Frank zou Robert hiermee confronteren. Als hij geweten had dat Chantal iets verzwegen had, dan zou hij haar daar toch naar gevraagd hebben? Maar eerst zou hij Rik aan de tand voelen. Frank vertrouwde hem niet. Rik had zoveel verzwegen dat Frank hem evenals Robert als hoofdverdachte beschouwde.
“O.k. de feiten nog even samenvatten: Rik heeft veel verzwegen, hij was opnieuw verliefd en werd mogelijk jaloers toen hij Chantal met Edgar zag. Of Chantal heeft hem duidelijk gemaakt dat ze nooit met hem een relatie zou beginnen. Hij is daar kwaad om geworden. Hij heeft in ieder geval van alles gedaan om het huwelijk te saboteren. Hij heeft de nepcoach ingeschakeld met als doel om Robert duidelijk te maken dat hij niet bij Chantal hoorde. Johan, heb jij die Cindy nog nagetrokken?”
“Ja, Frank. Haar naam is Cindy op het Veld, 35 jaar. Ze is geen coach of psycholoog van beroep, maar heeft wel eens een cursus gevolgd op dat gebied. Ze bevestigt dat ze door Rik betaald werd om Robert duidelijk te maken dat hij niet geschikt was voor Chantal. Rik wilde volgens haar heel duidelijk het huwelijk saboteren. Dat is dus mislukt. Het effect was precies andersom. Rik is heel boos op haar geworden en heeft het geld teruggeëist.”
“Duidelijk. Verder heeft Rik gelogen over de stripper. Volgens de brief van Peggy wist hij er alles van. En dan Robert. Hij is vermoedelijk vlak voor de fotosessie in het bos geweest en heeft zijn wagen een stuk verderop neergezet om Chantal te controleren. Hij heeft enkele signalen gehad dat er wel eens iets tussen Edgar en Chantal kan zijn. De meeste daarvan zijn afkomstig van Rik. Maar ook de bewuste woensdag voor het huwelijk had ze gelogen over waar ze heen was gegaan. Ik zou als man genoeg redenen hebben om aan te nemen dat er iets aan de hand zou kunnen zijn. Heeft iemand Edgar hierover aan de tand gevoeld?”
Muriëlle antwoordde: “Jawel, maar hij ontkent. Ze hadden goede gesprekken, maar van liefde was er geen sprake.” Johan nam geen genoegen met dit antwoord. “Dat zou ik in zijn geval ook zeggen. Maar ook al voelde Edgar niets voor Chantal, dan wil het nog niet zeggen dat zij niets voor hem voelde. Heb je dit ook gevraagd?”
“Ja, maar daarbij geeft Edgar aan dat hij geen gedachten kan lezen. Daar zit natuurlijk wat in.” Muriëlle voelde zich wat aangevallen door haar collega, wat ze niet leuk vond. Johan bleef Edgar als verdachte beschouwen. “Nee, daar ben ik het niet mee eens. Mensen voelen over het algemeen best goed aan als iemand verliefd op je is. Ik geloof gewoonweg niet dat Edgar dat niet zou aanvoelen.”
Frank kwam tussenbeide. “Johan, ik weet dat je Edgar nog steeds als verdachte ziet.” Johan knikte. “De auto, zijn huis en zijn apparatuur zijn helemaal doorgelicht. Er is geen enkel spoor gevonden. Het enige wat hem tegenzit, is dat hij vlak voor haar dood bij haar is geweest in het bos om foto’s te maken. Verder is er geen enkel bewijs dat hij ook maar iets met de moord van doen heeft.”
“Frank, ik weet dat je Edgar graag mag en dat jullie elkaar persoonlijk kennen, maar hij had gelegenheid en geen alibi. Alleen het motief ontbreekt. Daar heb ik ook niets van kunnen ontdekken. Maar ik wil hem in ieder geval niet uitsluiten als mogelijk moordenaar.” Frank liep rood aan toen Johan dit zei. Het was een regelrecht verwijt dat hij
niet objectief zou zijn. “Muriëlle, Mohammed, wat vinden jullie van Edgar?”
Muriëlle besefte dat ze nu tactisch moest blijven. “Als je het mij vraagt moeten we hem niet uitsluiten, maar we moeten ons ook niet focussen op hem. Uit het technisch onderzoek is inderdaad geen spoor gekomen. En ik kan ook geen motief bedenken. Het was puur toeval dat hij fotograaf was geworden van het huwelijk. Een spontane moord in het bos door hem, lijkt me zo onwaarschijnlijk. Dan hadden we iets moeten vinden. Nee, eerst het spoor van Robert en Rik volgen.”
Mohammed was de volgende die zijn mening gaf. “Ik deel de mening van Muriëlle. Ik wil daar wel iets aan toevoegen. Frank, ik zie dat het je persoonlijk raakt als Johan zegt dat je Edgar persoonlijk kent en dat je hem mag. Ik weet dat je professioneel genoeg bent om privézaken en een moordzaak uit elkaar te houden. Maar om alle schijn te voorkomen dat je iemand bevoordeelt, stel ik voor dat Muriëlle en ik alle gesprekken met Edgar gaan doen.”
Frank was verrast door dit voorstel van Mohammed. Hij was er niet boos om. Hij had het mooi verwoord en hij wist dat Mohammed gelijk had. De schijn moest voorkomen worden dat er persoonlijke belangen meespeelden. Hij vond het fijn om te horen dat Mohammed niet twijfelde aan zijn professionaliteit. Aan de andere kant baalde hij ervan dat Johan dat kennelijk wel deed. Het deed hem een groot plezier dat Johan nu weer baalde van het voorstel van Mohammed. “En waarom Muriëlle en jij?” vroeg Johan. “Ik vind dat jij er ook niet helemaal objectief in zit Johan. Het lijkt wel een obsessie van jou om Edgar te arresteren. Als je de feiten objectief bekijkt kan het niet waar zijn je Edgar als hoofdverdachte ziet. Ik denk dat Muriëlle en ik er neutraler inzitten. Vandaar.”
Muriëlle gaf aan dat ze akkoord was met het voorstel en Frank beaamde het ook. Johan ging met veel tegenzin ook akkoord. Hij was er van overtuigd dat Edgar de dader was. En hij zou het bewijzen ook. Dat motief zou wel komen.
“Johan, wij gaan Rik aan de tand voelen. Muriëlle en Mohammed, willen jullie met de foto’s van de bruiloft naar de ouders van Chantal en naar Mandy Sanders gaan? Misschien zien zij iets opvallends.” Johan belde Rik met het verzoek om naar het bureau te komen. Een kwartier later was hij aanwezig.
“Rik, vertel me nog eens opnieuw over die stripper” vroeg Frank. Rik keek hem onbenullig aan. Hij trok zijn schouders op en zei “dat heb ik toch al verteld. Het was een idee van Peggy en mij, maar van die foto’s wist ik niets.” Hier zat Frank op te wachten. Hij wist dat Rik zat te liegen. “Kom op, jongen, dat kun je veel beter.” Frank hield zich nog rustig, maar hij zou bij de volgende leugen bewust heel boos worden. Hij wist dat die leugen niet lang op zich zou laten wachten.
“Ik weet niet waar u heen wilt, rechercheur. U moet bij Peggy zijn. Zij was het brein achter die foto’s.” Rik zei het rustig, maar ook wat onzeker. Frank stond op van zijn stoel en sloeg hard met zijn hand op de tafel. “Behandel ons niet als een stelletje onnozelaars!” brulde hij uit. Rik deinsde naar achteren. Hij ging twijfelen. Had Peggy meer verteld dan ze had mogen vertellen? “De waarheid, jongen. Ik wil de waarheid horen. En anders kan het heel vervelend met je aflopen.” Johan ging daar nog over heen. “Chef, hoeveel jaren kun je ook al weer krijgen voor obstructie van een onderzoek - of belemmering van de rechtsgang – hoe je het ook wilt noemen?” Frank begon op zijn handen te tellen, zonder verder iets te zeggen. Rik begon te zweten.
“Stop maar, ik wist er inderdaad van af.” Frank ging weer zitten. “Dat werd tijd. Je had ons heel wat tijd kunnen besparen als je dat gelijk had verteld. Weet je hoeveel belastinggeld hierdoor verloren gaat? En dan nu de waarheid, de hele waarheid en niets anders dan de waarheid. Geen leugens meer, geen nonsens meer. Ik heb daar meer dan genoeg van.”
“Sorry, ik wilde mezelf niet verdacht maken.” Johan begon te lachen. “Dat is dan flink mislukt, net als dat geintje van je met die Cindy op het Veld.” Rik slikte. Wisten ze dat ook al?
“Ik zal bij het begin starten,” zei Rik heel aarzelend. “Dat lijkt me een goed plan,” reageerde Frank en trok daarbij een ernstig gezicht. “Het begon toen Robert en Chantal ruzie hadden gekregen, begin september. Jullie zullen wel weten waar dat over ging, neem ik aan.” Frank en Johan knikten.
“Ik zag haar in paniek van huis vertrekken. Ze zat op de fiets, maar zag niet dat ik zwaaide en hoorde niet dat ik riep. Ik ben toen naar Robert gegaan. Die zag er beroerd uit. Hij huilde zelfs. Dat had ik nog nooit bij hem gezien. Hij heeft me gesmeekt om hem te helpen. Ik dacht bij mezelf: wat ben je inderdaad een sukkel zeg. Dit is de derde keer dat je Chantal zo kwetst. Dit is de laatste keer geweest. Ik zweerde mezelf dat hij dat nooit meer mocht doen. Toen ik thuiskwam heb ik nagedacht. Een uur later besloot ik om Chantal te bellen. Ik moest haar wel overtuigen om naar me toe te komen. Maar ze kwam gelukkig. Ze was zo verdrietig.” Rik zuchtte. Frank keek hem ongeduldig aan.
“Ik was zo kwaad op Robert dat hij Chantal dit had aangedaan. Chantal heeft minutenlang lopen huilen met haar armen om me heen. Het klinkt misschien raar, maar ondanks de omstandigheden, voelde het bij mij heel goed. Ik kon mijn oude liefde weer troosten. Ik noem het mijn oude liefde, maar eigenlijk ben ik altijd verliefd op Chantal gebleven. Ik heb het verdrongen. Maar die dag kwam het helemaal terug. Ik wist zeker dat ik haar dit keer zou gaan veroveren. We hebben een lang en diepgaand gesprek gehad.”
“En waarover ging dat lange en diepgaande gesprek?” Frank wilde nu de diepte ingaan in de hoop nieuwe informatie te krijgen. Tot nu toe had hij alleen een bevestiging gehoord van wat hij al wist. Rik ging verder. “Het ging vooral over gevoelens. Ik liet haar vooral praten in het begin. Daarna probeerde ik haar op te beuren. Ze kon wel wat vrolijkheid gebruiken.”
Frank begon ongeduldig te worden. “Rik, nu even ophouden met die vage verhaaltjes. Gevoelens? Wat voor gevoelens? Wat heeft ze gezegd. Letterlijk, woordelijk. Kom op. Concreet worden.” Rik bleef even stil. Johan begon
ongeduldig op zijn horloge te kijken als hint dat hij op moest schieten. “Het is al weer bijna twee maanden geleden…” zei Rik in een poging de vraag te omzeilen. Dit keer was het Johan die uit zijn slof ging. “Man, sodemieter op zeg. Hier wordt ik dus helemaal chagrijnig van.” Johan maakte heftige armbewegingen. Rik schrok van de felle reactie. “Je hebt het gesprek van je leven met je oude vlam. Je doet een poging om haar opnieuw te versieren. En meneer beweert dat hij twee maanden later niet meer kan herinneren wat er gezegd is. Kom op zeg. Maak dat je moeder wijs.” Frank vulde zijn collega aan. “Nu geen spelletjes meer spelen. Wat is er gezegd?” Frank zat helemaal op het puntje van zijn stoel, naar voren gebogen en keek Rik recht in zijn ogen aan. Rik voelde zich heel klein worden.
“Dat is privé.” Rik zei het heel rustig en zachtjes. Frank ontplofte bijna van woede. Hij stond weer op en dat ging zo wild dat de stoel naar achteren viel. “Vriend, het gaat hier om een moordzaak. Dus niets ‘privé.’ Kom op met je verhaal. Je liefje is vermoord. Wil je soms niet dat de moordenaar gepakt wordt?” Dit raakte bij Rik wel een gevoelige snaar. Dat wilde hij wel. Maar alle gevoelens die hij aan Chantal geuit had gingen deze twee heren niets aan. Hij bleef stil.
“Kom, Verkerk, we laten hem een nachtje in de cel zitten. Misschien is morgen zijn geheugen weer een beetje opgefrist.” Frank liep boos de verhoorkamer uit. Johan nam Rik mee naar een politiecel. Een kwartier later zaten ze het gesprek te evalueren. “Die jongen gaat niet veel vertellen. Maar waarom?” vroeg Johan zich af. Frank trok zijn schouders op. “Uit liefde voor Chantal? Of om zichzelf te beschermen?” Frank wist het ook niet.
Johan kreeg een ingeving. “Frank, ik heb nog eens na lopen denken. Wat nu, als Robert wel wist van die stripper. Dat alles in scene gezet is. Rik en Robert hadden beiden het vermoeden dat Chantal iets voor die fotograaf voelde. Misschien hebben ze het wel samen gedaan?” Frank moest even nadenken over deze suggestie. “Goed bedacht, Johan. Maar gezien hun onderlinge slechte relatie kan ik me dat niet zo goed voorstellen.” Johan schonk twee mokken met koffie in en gaf er een aan Frank. “Alsjeblieft. Ze kunnen die
zogenaamde ruzie toch ook spelen?” Frank bedankte voor de koffie. “We zullen het niet uitsluiten.”
Na de lunch kwam een agent naar Frank toegelopen. “Die jongen wil weer praten, maar niet over het onderwerp waar je naar vroeg.” Frank bedankte de agent en hij liep naar de verhoorkamer. Johan kwam enige minuten later met Rik binnen. Rik ging zitten. Hij keek wat bedeesd. “Luister, ik wil ook dat de moordenaar van Chantal wordt gevonden. Ik zal alles vertellen, maar het gesprek over de gevoelens die Chantal en ik hebben uitgesproken is echt privé. Ik zweer u dat het niets met haar dood te maken heeft. Ik heb gezworen dat het tussen ons zou blijven. En ook nu ze dood is, wil ik als eerbetoon aan haar, deze belofte in stand houden. Alstublieft.”
“Wat een onzin,” riep Johan. Frank had het idee dat hij moest kiezen tussen twee kwaden: of Rik vertelde het halve verhaal of hij vertelde helemaal niets meer. Dan maar een half verhaal. “Luister, eigenlijk vind ik het grote onzin. Maar vooralsnog zal ik niet doorvragen op jullie gesprekje. Ik wil alles horen. Alles, hoor je! En ik houd me het recht voor om je later alsnog te ondervragen over de middag.” Rik zuchtte van opluchting. Hij knikte dat hij akkoord ging. Johan keek afkeurend in de richting van Rik. Hij begreep de oplossing van Frank, maar had weinig respect meer voor Rik. Hij vermoedde dat Rik iets essentieels achterhield. En hij wilde absoluut te weten komen wat dat was.
“Vertel eens over die Cindy.” Johan wilde nu eens weten wat Rik wilde bereiken door haar in te schakelen. “Cindy kende ik van vroeger. Ik wist dat ze ooit een cursus psychologie had gedaan. Gewoon als hobby. Nadat Robert drie keer Chantal had gekwetst was voor mij de maat vol. Robert had me gesmeekt om hem te helpen. Dat heb ik inderdaad beloofd om te doen. Maar ik wilde hem helpen door hem in te laten zien dat hij niet de juiste partner was voor Chantal. Volgens mij wist iedereen dat, behalve Robert zelf.”
“En Chantal,” zei Johan. “Chantal had die conclusie toen nog niet getrokken als je het mij vraagt.” Johan keek naar Frank.
“Ik ben het met mijn collega eens. Chantal had inderdaad ruzie met Robert, maar bij Mandy had ze niet duidelijk gemaakt dat ze de relatie definitief wilde beëindigen. Integendeel, ze wilde hoe dan ook de bruiloft door laten gaan. En Mandy zou haar daarbij helpen. Dus ik denk dat mijn collega gelijk had dat ook Chantal nog zeker niet zo ver was dat ze vond dat Robert niet de juiste partij was.”
“Ik dacht daar anders over. Ik wist natuurlijk niet wat ze met Mandy besproken had. Mijn gevoel vertelde me dat het niet meer goed ging komen tussen die twee. Ik wilde Robert laten inzien dat ze de bruiloft en hun relatie moesten beëindigen. Ze waren op alle fronten verschillend. Ik begrijp tot op de dag van vandaag niet waarom Chantal verliefd is geworden op Robert.”
“Dat is ook niet relevant. Ze was het wel en ze zal haar redenen daarvoor wel gehad hebben. Ze was vrij vergevingsgezind. Als ik alle verhalen gehoord heb van aanwezigen van de bruiloft, heb ik het beeld dat ze echt van Robert hield. Maar goed, jij had die overtuiging in ieder geval niet,” zei Frank.
“Nee, ik zag ook wel dat ze gelukkig was met Robert, maar ik kan het gewoon niet begrijpen. Hij heeft haar twee keer bedrogen met een ander. En dan het breken van zijn belofte om te sparen voor haar droomhuwelijk. Wat had Robert in hemelsnaam moeten doen voordat ze de relatie zou verbreken. Ze bleef maar geloven dat het goed zou komen.”
“Je wilt dus zeggen dat je haar naïef vond?” vroeg Johan. Rik antwoordde dat hij haar inderdaad naïef vond. “Toen dacht ik aan Cindy. Ik had haar opgebeld en gevraagd of ze een opdracht voor mij wilde doen. Ik had haar beloofd om € 500 te geven als ze een gesprek zou voeren met Robert en hem zou overtuigen dat Chantal en hij niet bij elkaar horen. Dat klinkt heel gemeen. Maar als je bedenkt wat hij haar had aangedaan, vond ik het terecht om dit te doen. Ik was er van overtuigd dat Chantal een ongelukkige toekomst tegemoet zou gaan met Robert. Hij zou haar blijven pijn doen. Die jongen verandert niet. Daar geloof ik niet in. Hij was lui en egoïstisch. En dat zal hij altijd blijven.”
“Maar hij was wel jarenlang je beste vriend. Je beste vriend was lui en egoïstisch? Waarom was hij dan je beste vriend?” vroeg Frank. Rik moest even nadenken. “Je kon ook heel veel lol met hem hebben. Vooral als hij wat gedronken had. Hij kon zo goed moppen vertellen. En vroeger hebben we zoveel samen gedaan. De buurt onveilig gemaakt, zal ik maar zeggen.”
“Dus jij had een goede reden om een goede vriend van hem te zijn, ondanks zijn slechte eigenschappen. Waarom zou Chantal geen goede reden kunnen hebben om zijn vriendin te zijn, ondanks dezelfde slechte eigenschappen?” vroeg Johan. Frank vond het een scherpe opmerking van zijn collega. Rik werd er ook stil van. Hij kon er niet direct antwoord op geven.
“Ik ben niet door hem bedrogen met een ander,” zei hij na een tijdje. Johan was weer gevat. “Maar hij heeft wel je vriendin afgepakt, terwijl hij wist dat je verliefd op haar was. Hoe noem je dat dan?” Ondanks de bezwaren die Frank altijd heeft gehad tegen Johan, kon hij van dit soort momenten genieten. Johan kon een verdachte helemaal klem zetten. Rik zat met zijn mond vol tanden. Uiteindelijk antwoordde hij dat hij het nog nooit van die kant bekeken had.
“Rik, ik ben geneigd om te denken dat jouw verliefdheid richting Chantal de belangrijkste reden was om Robert te dumpen. En niet omdat Robert zo’n slechte eigenschappen had. Heb ik het juist?” vroeg Johan weer. “Ik denk dat je gelijk hebt. Hoewel zijn karakter wel heeft meegespeeld.”
Rik vertelde wat hij van Cindy teruggekoppeld had gekregen. Dit kwam overeen met wat Cindy zelf had verteld tijdens de ondervraging. “Hoe voelde je na deze mislukking?” vroeg Frank. “Ik baalde als een stekker. Ik raakte zelfs in paniek. Ik had niet veel tijd meer om te zorgen dat de relatie werd verbroken. Toen kwam Peggy langs. Ze had nog een grotere behoefte om hun bruiloft te dwarsbomen dan ik. Die was kwaad zeg. Ze noemde hen geldwolven, gierigaards, egoïsten. En wat het niet meer
mag zijn. Ze vroeg aan mij hoe we hen het hardste konden pakken. Ik vertelde haar dat ze absoluut geen stripper wilde tijdens het vrijgezellenfeest. ‘Dan gaan we dat doen’, riep ze. En we maken foto’s die we rondsturen, ook naar hen. ‘Als dat niet de doodsteek voor hun relatie is’, had ze gezegd. Ik vond het in eerste instantie wel ver gaan, maar aan de andere kant wilde ik ook dat hun relatie zou stoppen. Dus ging ik akkoord. Maar het was wel haar idee.”
“Lekker belangrijk,” zei Frank. “Je ging akkoord, dus je bent medeplichtig aan dat feit. En hoe kwam Peggy eigenlijk aan jouw adres?” Rik vertelde dat ze elkaar wel eens gezien hadden op verjaardagen. Hij had haar ooit verteld waar hij ging wonen. Het was een paar weken voor hij daar naartoe ging. Dat had ze onthouden. “En wie had die foto’s verzonden?” vroeg Johan. Rik vertelde dat Peggy aan Jaap had gevraagd om een nieuw hotmailadres te maken met een vage benaming. Jaap had de foto’s gemaakt en doorgezonden. Frank wist dat het lastig zou worden om dat na te trekken. Het was misschien ook niet meer zo relevant voor het onderzoek. Hij zou er geen prioriteit aan geven.
“En wat gebeurde er nog meer in de aanloop naar het huwelijk?” vroeg Frank. Rik zat hem vragend aan te kijken. “Wat bedoelt u?” Frank pakte zijn mobiele telefoon en wees ernaar. “Is deze aanwijzing duidelijk genoeg?” Rik moest even nadenken. “U doelt op het telefoontje wat ik naar Robert heb gedaan vanuit het park?” Frank knikte. Rik vroeg zich af waarom ze vragen stelde, waarop ze het antwoord toch al wisten. “Ik zag Chantal met hun fotograaf in het park. Ik had het idee dat het meer was dan ontmoeting om fotolocaties uit te zoeken.”
“En waar baseerde je dat dan op?” vroeg Frank. “De manier waarop ze straalde, ze lachte, eigenlijk haar hele voorkomen.” Johan stond op en liep naar hem toe en ging dicht bij hem staan. “Luister jongen. Voor Chantal was die bruiloft haar dag van haar leven. Ze had hier jaren naar uit gekeken. Ze was bezig om deze dag voor te bereiden. Ze zag waarschijnlijk de foto’s al voor zich. Hoe vreemd is het dan dat ze straalde?”
Rik voelde zich geïntimideerd. “Ik was jaloers, o.k.? Ik zag dingen die er waarschijnlijk niet waren.” Hij werd geïrriteerd van de vragen van Johan. Hoewel hij besefte dat de vragen op zich niet vreemd waren, baalde hij dat hij eigenlijk geen goede antwoorden wist op deze vragen. Hij voelde zich enigszins belachelijk. Hij had er nooit zo over nagedacht. “En waarom belde je Robert meteen op?” vroeg Johan verder. Rik antwoordde dat hij opnieuw wilde proberen om de relatie tussen hen te schaden. “Wat zei je precies tegen hem?” vroeg Frank. “Ik zei tegen Robert: Luister Robert, ik loop hier in het park en zie Chantal samen met jullie fotograaf. Het enige wat hij zei was: En? Toen zei ik dat ik ze wel hele close vond. Ik zei dat er volgens mij iets meer aan de hand was. Robert geloofde dat niet. Hij zei dat ze goed met elkaar op konden schieten. Hij vertelde dat Chantal en hij allebei heel blij waren dat Edgar dit wilde doen voor hen. Hij zag er geen kwaad in.”
“En wat vond je van deze reactie?” vroeg Frank. “Ik vond het vreemd. Ik had verwacht dat hij heel boos zou worden en gelijk ging kijken. Hij vroeg alleen waarom ik in het park was.” Johan was ondertussen weer gaan zitten. “Terechte vraag. Ik wilde hem ook al aan je stellen.” Rik vroeg aan hem of het heel vreemd is om als voetganger door een park te lopen. “Nee, maar het is wel heel toevallig dat je er loopt tijdens het kwartiertje dat Chantal en Edgar daar waren,” was de reactie van Johan. “Dan is het maar toeval,” reageerde Rik geïrriteerd.
“En de woensdag voor de bruiloft? Waar was je toen?” vroeg Frank. “Daar zou ik over na moeten denken. Volgens mij heb ik niet iets bijzonders gedaan. Gewassen, aangekleed, ontbeten, naar het werk, avondeten, tv kijken. Zoiets zal het geweest zijn. Waarom?” Frank vroeg of er niets bijzonders was gebeurd op die dag. Maar Rik gaf aan dat hij zich dat niet kan herinneren. Frank probeerde het nog een paar maal, maar zonder succes. Hij vond het genoeg geweest. “Johan, laat hem maar gaan. Maar houdt je beschikbaar. Ik heb het vermoeden dat dit niet ons laatste gesprekje is geweest.” Zonder te groeten liep Rik met Johan mee naar de uitgang van het bureau.
Muriëlle liep naar Frank en Johan toe met enkele vellen papier in haar hand. “Frank, Johan, vrijdagavond is de receptie van onze korpschef. Julie komen toch ook met jullie partners?” Frank zei dat Anki mee zou komen. Hij wist dat hij nog twee dagen zou hebben om succes te halen. Hij wilde voorkomen dat Brink en Verstappen hem konden sarren. Hij hoopte op succes met het verhoor van Robert.
Toen hij de vellen papier zag voelde hij al aankomen dat hij iets leuks moest verzinnen voor in een boek. En hij kreeg gelijk. Muriëlle was bezig om een boek te maken met leuke herinneringen, foto’s, gedichten of iets anders creatiefs. “Leuk idee,” moest Frank wel zeggen. “Maar je geeft ons wel weinig tijd.” Muriëlle verontschuldigde zich. “Ik ben inderdaad wat laat. Maar ik vind dat we iets moeten doen. Je kunt toch wel wat verzinnen, Frank?”
Frank zat na te denken. Wat moet ik in hemelsnaam verzinnen? Hun korpschef was geen opvallend persoon en heel veel anekdotes over hem waren er niet. Hij mocht hem wel, dus hij ging er wel serieus over nadenken. “Tot morgen, mensen. Dan gaan we Robert aan de tand voelen. Ik hoop dat er wat meer uitkomt dan bij die Rik.” Frank verliet het bureau.
Anki had opnieuw een cursusavond. Edgar gaf eerst een herhaling van de voorgaande lessen. “We hebben het gehad over diverse aspecten van compositie. Eerst begin je met het beeldformaat. De meest voorkomende formaten zijn 3 bij 2 wat bij o.a. Canon en Nikon gebruikelijk is en 4 bij 3 wat bij Olympus, Panasonic en veel compactcamera’s wordt gebruikt. Dit laatste formaat is ook de verhouding van beeldschermen, terwijl 3 bij 2 het meest gebruikt wordt bij fotoafdrukken. Het doel van de foto is dus mede bepalend voor welk formaat je kiest. Het 4 bij 3 formaat is natuurlijker. Het geeft een vriendelijker effect aan de foto. Bij de 3 bij 2 formaten is de richting van de foto veel dominanter aanwezig. Tegenwoordig is ook het breedbeeldformaat 16 bij 9 populair. HD films worden in dit formaat genomen. Hier is de richting helemaal dominant aanwezig. En er zijn natuurlijk vierkante foto’s. Bij vierkante foto’s moet er wel een hele bewuste reden zijn om deze te kiezen, bijvoorbeeld voor een symmetrie in de afbeelding.
Bij vierkante foto’s wordt je blik steeds naar het midden geleid.”
“ Na de keuze van het beeldformaat maak je de keuze tussen staand en liggend formaat, behalve bij vierkante foto’s natuurlijk. Welke keuze je maakt, is van vele factoren afhankelijk. Fotocamera’s zijn gemaakt voor horizontaal gebruik. Ook het blikveld van mensen is horizontaal. Wil je een wijds landschap laten zien kun je beter kiezen voor 3 bij 2 of 16 bij 9, omdat je de nadruk wilt leggen op de breedte. Bij hoge gebouwen of bomen kies je vaak voor staand formaat om de hoogte te benadrukken. Als je een portret fotografeert in de verticale stand is 4 bij 3 meestal mooier, omdat 3 bij 2 vaak te hoog is.”
“De derde stap is de plaatsing van het voorwerp. Mensen vinden vaak een foto, tekening of schilderij mooier als het hoofdonderwerp op 1/3 of 2/3 van links staat en op 1/3 of 2/3 van boven. Dat zijn de sterke punten. Als een onderwerp in het midden vinden mensen het al snel saai. Toch kom je het veel tegen bij amateurfotografen en dat vind ik jammer. Ook voor de plaatsing van de horizon is het nuttig om de 1/3 – 2/3 regel te gebruiken. Het is uiteraard geen plicht om de compositieregels te gebruiken. Sommige foto’s kunnen juist heel sterk zijn als het onderwerp in het midden staat. Je moet die keuze wel bewust nemen. Bij alle compositieregels geldt dat je moet weten hoe ze werken. Als je een goede reden hebt, dan kun je er ook weer bewust van afwijken.”
“Eerder hebben we gesproken over kleurgebruik. De betekenis van kleuren hebben we besproken en ook de contrasten tussen rood en groen, blauw en oranje, en tussen geel en violet. En hoe je deze kleuren in de juiste verhoudingen kunt gebruiken. Uiteraard kun je hier ook weer van afwijken. Vandaag gaan we verder in op het onderwerp contrasten.”
“Anki, waar denk je aan bij contrasten?” Anki moest niet heel lang nadenken. “Aan het schuifje in Photoshop om de donkere kleuren donkerder te maken en de lichte kleuren lichter.” Edgar klikte op zijn muis en op een nieuwe
powerpointdia verscheen inderdaad het contrast tussen licht en donker. “Dit is inderdaad de bekendste vorm van contrast. Maar er zijn vele vormen van contrast. Er is zelfs onderzoek naar gedaan. Je kunt denken aan groot versus klein, hoog versus laag, hard versus zacht, vast versus vloeibaar, zwaar versus licht, een punt versus een lijn, veel versus weinig, en zo zijn er nog wel een paar. Je kunt deze contrasten in twee verschillende foto’s tot uiting laten brengen, maar ook in een enkele foto. Zo vind ik het erg leuk om oude en nieuwe gebouwen samen op een foto te zetten. Laten we vanavond eens gaan oefenen met contrasten in een foto te zetten. Ik heb een aantal zaken meegenomen: een steen en een aantal veren om een contrast te maken tussen zwaar en licht. Ik heb ook een bak met water en ijsklonten: vloeibaar versus vast. Laten we aan de slag gaan.”
Na de pauze gingen de cursisten nog twintig minuten door met de proefopstellingen die Edgar had neergezet. “Het laatste half uur wil ik besteden aan een ander onderwerp dat met compositie te maken heeft: perspectief. Met perspectief creëer je diepte in een foto. Deze is van groot belang in de fotografie. De dieptewerking kun je op een aantal manieren bereiken. Een bekend voorbeeld is een weg.” Edgar toonde een foto van een landschap waar een weg doorheen liep. “Deze weg lijkt in de foto naar elkaar toe te lopen naar een punt in de horizon, terwijl in werkelijkheid de weg uiteraard even breed blijft. Dit noemt met het lineair perspectief.”
“Edgar, dat is een feit, maar ik kan er toch niets aan veranderen?” vroeg Else. “Jawel, door gebruik van een groothoeklens wordt dit effect versterkt. De lijnen van de weg lijken schuiner te lopen dan bij gebruik van een telelens. Door de keuze van je objectief en de brandpuntafstand kun je dus zelf kiezen of je het effect wilt versterken of juist wilt afzwakken. Je moet het maar eens uitproberen.”
Edgar liet een andere foto zien. Op de foto stond een rij flatgebouwen aan een zijde van de weg. “Iets wat lijkt op het lineair perspectief is het verkleinend perspectief, ofwel ritmeperspectief. Door verschillende voorwerpen die in
werkelijkheid even groot zijn achter elkaar te plaatsen, bijvoorbeeld deze flatgebouwen langs een rivier of bomen langs een weg, lijkt het alsof de voorwerpen steeds kleiner worden. Kijk eens naar deze foto. De achterste flats lijken kleiner dan de voorste flats.”
Edgar keek op zijn horloge. “Ik zie dat ik een beetje tempo moet maken. Het atmosferisch perspectief sla ik daarom even over. Bij toonperspectief wordt gebruik gemaakt van het effect van lichte en donkere kleuren. Lichte kleuren lijken naar voren te komen, terwijl donkere kleuren naar achteren lijken te gaan. Door lichte voorwerpen op de voorgrond te plaatsen versterk je dus het perspectief.” Hij toonde een foto waarbij een persoon met lichte kleding stond tegenover een donkere muur. Het effect was versterkt door de persoon met een flitser extra op te lichten, terwijl de achtergrond wat donkerder was gemaakt door de sluitertijd en de diafragma wat te knijpen.
“Dit effect kun je ook krijgen door te werken met warme en koude kleuren. We hebben de vorige keer gezien dat rood, oranje en geel als warme kleuren worden gezien. Warme kleuren lijken ook naar voren te komen. Koele kleuren, zoals blauw en groen, lijken juist naar achteren te gaan. Dus als je een onderwerp met warme kleuren plaatst tegen een achtergrond met een koele kleur zorg je voor extra dieptewerking in je foto.” Hij pakte een foto van een persoon met een rode jas aan met een lichtblauwe lucht als achtergrond.
“Ook met scherpte kun je diepte creëren. Met een klein diafragmagetal, dus een grote opening - ik zeg het nog maar een keer – zorg je voor een klein gebied dat scherp is. Scherpe voorwerpen tegen een vage achtergrond lijken naar voren te komen. Zo zijn er dus verschillende mogelijkheden om meer diepte in je foto te krijgen. Ik geef jullie zo een artikel mee, waarin je dit nogmaals kunt nalezen. Ik wil jullie vragen om voor de volgende keer een paar landschapfoto’s te maken. Maak een startfoto en ga dan proberen om meer diepte te creëren en daarna proberen om juist minder diepte in je foto te stoppen. Ik ben benieuwd naar jullie resultaten. Tot volgende keer.”
Hoofdstuk 16 Donderdag 28 oktober 2010 Frank was er van overtuigd dat hij genoeg gegevens had om Robert vandaag te breken. Hij zou hem flink onder druk zetten. Hij voelde dat hij helemaal scherp was. De vorige keer was het gesprek grimmig verlopen, maar vandaag zou dat overtroffen worden. Hij zou hem zodanig onder druk zetten dat hij wel moest bekennen. Tientallen jaren van ervaring vertelden hem dat de doorbraak vandaag zou komen. Dat zou mooi zijn voor de receptie van morgenavond. Hij zou zijn collega rechercheurs weer kunnen vertellen hoe vlot hij deze zaak had opgelost. Hij zag het al helemaal voor zich.”Goed gedaan, Frank. Zou je niet voor ons korps willen werken, Frank?” Hij glunderde bij de gedachte. Maar eerst moest hij Robert nog laten bekennen.
Om tien uur kwam Robert binnen. Johan nam een kop koffie voor hem mee. Frank begon de ondervraging op een scherpe manier. “Robert, we weten ondertussen dat je heel veel voor ons verzwegen hebt. Dus laten we het volgende afspreken. Er worden geen spelletjes meer gespeeld. Er wordt niets meer verzwegen of gelogen.” Hij zei het op een intimiderende manier. Robert zat hem wat onnozel aan te kijken. Hij snapte echt niet waar de rechercheur het over had. “Kom op, jongen, wat heb je ons allemaal verzwegen?” vulde Johan zijn collega aan.
“Sorry, ik zou even niet weten wat jullie bedoelen. We hebben de vorige keer een gesprek gehad over de stripper, over de coach en over beide zussen Peggy en Nancy. Toen is het gesprek afgebroken, omdat het mij wat te veel werd.” Johan knikte. “Van verzwijgen kan er volgens mij helemaal geen sprake zijn. We hebben misschien nog niet alles besproken, maar dat is iets heel anders,” zei Robert op een rustige manier.
Het voelde als een bokser die een klap gaf, maar vervolgens veel hardere klap terug kreeg. Frank baalde van dit antwoord. Hij was even vergeten dat Robert het vorige gesprek was weggegaan omdat het hem wat te veel werd. Er was inderdaad geen vervolggesprek geweest. Was hij dan toch minder scherp dan hij dacht? Maar hij liet zich niet van
de wijs brengen. Hij moest deze fout slikken en vervolgens doorpakken.
“Je hebt gelijk, maar je wist wel meer dan je toen verteld hebt. Zo heeft Rik je meerdere malen gebeld om te vertellen dat Chantal en Edgar vermoedelijk iets met elkaar hadden.” Robert moest hard lachen. “Die onzin van Rik. Ik wil eigenlijk helemaal niet meer over hem spreken. Hij is verleden tijd voor mij. Hij heeft me inderdaad gebeld, toen Chantal en Edgar naar fotolocaties aan het zoeken waren. Hij zei dat Chantal en Edgar wel heel close waren. Dat waren zijn letterlijke woorden. Ik geloofde daar helemaal niets van. Ik wist dat Chantal heel gelukkig was met wat Edgar voor ons wilde doen. En dat was ik ook. Dus dat ze enorm straalde, vond ik niet gek. Ik heb het aangehoord en naast me neer gelegd. Ik vond het grote onzin. Toch niet zo vreemd?”
Twee-nul voor Robert, dacht Johan. Ze hadden dit scenario al eerder besproken. Roberts verhaal was precies zoals ze toen er al over dachten. Frank ging verder. “Die Rik heeft doelbewust jouw bruiloft proberen te saboteren, samen met Peggy. Hij heeft toegegeven dat hij hopelijk verliefd was geworden op Chantal, nadat jij ruzie met haar had gemaakt. Nadat Chantal naar Mandy was gegaan, werd ze door hem gebeld. Ze is naar hem toegegaan en daar lange tijd gebleven. Hij wilde niet vertellen over hun intieme gesprekjes. En achteraf had je helemaal geen argwaan? Vind ik vreemd,” zei Frank.
“Volgens mij hebben we dit al eerder besproken. Na mijn fouten vond ik het niet gepast om haar te vragen waar ze al die tijd gebleven was. Zou u dat gedaan hebben?” Frank zweeg even. “Dat dacht ik dus al. Ik wist overigens niet dat Rik mijn bruiloft wilde saboteren en dat hij weer opnieuw verliefd was geworden. Wat een loser zeg! Nu begin ik het allemaal wel te snappen. Die stripper paste zeker ook in die strategie. Wat een…”
Robert werd kwaad. Hij had wel vermoedens dat Rik wist van de stripper en het verzenden van de foto’s. Maar wat de politie hem net vertelde was vele malen erger. Zijn beste
vriend was bezig geweest om de bruiloft te dwarsbomen om zelf een relatie met Chantal te beginnen. Robert was er van overtuigd dat Rik geen enkele kans had gemaakt. Hij maakte zijn zin echter niet af. Hij wilde niet vloeken waar de politie bij was. Maar hij zou Rik nog wel te pakken nemen.
“Ik vind het nog steeds ongeloofwaardig dat je niets gemerkt hebt dat Rik verliefd was en jullie relatie wilde schaden. Er waren zoveel tekenen. Ben je nu echt zo naïef?” vroeg Johan. Robert haalde zijn schouders op. “Als je het zo wilt noemen. Ik zag er toen geen kwaad in.”
Frank vond het tijd worden om zijn belangrijkste wapen in te gaan zetten. “En dan het belangrijkste wat je ons niet gemeld hebt: je bent in het bos geweest toen Chantal de fotosessie aan het maken was. Je was dus in de buurt.” Robert maakte niet de indruk dat deze opmerking hem van de wijs bracht. “Dat klopt. Hoe weet u dat?” Johan vertelde van de getuige. “Ik ben daar inderdaad gaan kijken. Ik had de auto wat verder weg gezet. Na het telefoontje van Rik, die ik overigens niet geloofde, wilde ik toch uitsluiten dat er iets gaande zou zijn tussen Chantal en Edgar. Toen ik zag dat hij al zijn fotoapparatuur uitpakte, wist ik voldoende. Het was dus niet waar. Ik ben gelijk terug gegaan. Ik ben toen boodschappen gaan doen. Volgens mij kun je op de bankafschriften nog wel zien hoe laat dat precies was. Het pinbonnetje heb ik niet meer, als u het niet erg vind.”
Frank liep even de verhoorkamer uit. Hij moest stoom gaan afblazen. Hij was vooral boos op zichzelf. Hij had Robert onderschat. Hoe kon hem dat overkomen? Zijn hoop op een doorbraak leek vervlogen. Ofwel was Robert een geweldig acteur die dit verhoor goed had voorbereid, of hij was gewoonweg niet de dader. Hij kon het niet geloven. Hij liep even later weer terug.
“En waarom heb je dit de vorige keer verzwegen?” Robert werd moe van de in zijn ogen suggestieve vragen van de rechercheur. “Ik lijk wel een papegaai. Volgens mij hebt u helemaal niets en probeert u mij te intimideren. Nogmaals, ik heb niets verzwegen. Vorige keer hebben we gesproken over alle rare gebeurtenissen. Daar heb ik alles over verteld
en alle vragen van u heb ik beantwoord naar eer en geweten. We zijn hier toen niet aan toegekomen. Ik word de suggestieve vragen een beetje zat. En dat is zachtjes uitgedrukt.”
“Ik geloof je niet,” zei Frank in een laatste poging iets los te krijgen. Maar hij had geen succes. Robert antwoordde dat het niet zijn probleem was wat de rechercheur wel of niet geloofde. Frank baalde als een stekker. Zijn hoofdverdachte was nog niet gebroken. Maar dat zou nog wel komen. Rik of Robert was de dader. En hij gokte op de laatste.
Frank had om half vijf gezegd dat zijn teamleden wel een keer eerder naar huis mochten. Hij had behoefte om alles nog een keer te overdenken. Muriëlle kwam een kwartier later thuis. Muriëlle had de gewoonte om altijd gelijk makkelijke kleding aan te trekken als ze thuiskwam van haar werk. Ze trok haar schoenen uit en liep naar de slaapkamer. Ze trok haar broek uit en omdat haar sokken erg naar zweet roken besloot ze dat ze schone sokken zou gaan aantrekken. Ze stond voor haar enorme kledingkast, toen ze geluid hoorde op de verdieping erboven. Ze pakte haar dienststok en liep voorzichtig de trap op.
Ze wist welke treden konden kraken en sloeg deze over. Toen ze halverwege de trap was, hoorde ze stromend water. Ze liep voorzichtig verder en deed de deur van de badkamer voorzichtig open. Er stond iemand onder haar douche. Ze rukte het douchegordijn open met de stok gereed om te slaan. “Marcel?” zei ze verbaasd en tegelijk opgelucht. “Verrassing!” riep hij. Hij was een dag eerder terug gekomen van zijn verblijf in het buitenland. Zonder verder na te denken gooide Muriëlle de stok op de grond en sprong bij hem in de douche. Ze begonnen elkaar hartstochtelijk te kussen. Terwijl ze volop van elkaar aan het genieten waren, hoorden ze opeens een enorme knal van een ontploffing. Ze schrokken enorm en Marcel deed gelijk de kraan uit. Muriëlle pakte hun handdoeken en sloeg die om. Met de handdoeken om hun lichamen liepen ze naar het raam van de studeerkamer. Buiten zagen ze de dure BMW van Marcel in vlammen opgaan. Door de enorme knal waren diverse ruiten in het huis, maar ook van andere auto’s gesneuveld.
Frank en Mohammed waren een half uur later bij haar. “Je zult wel geschrokken zijn?” vroeg Mohammed. Muriëlle en Marcel waren ondertussen weer aangekleed, maar de haren van Muriëlle zaten nog wild. Ze had geen tijd meer gehad om het te föhnen en het in model te brengen. “Hier was ik al langer bang voor.” Muriëlle vertelde over het werk van Marcel. “Het is nog niet zeker dat het met zijn werk te maken heeft,” zei Frank om haar gerust te stellen. Maar in feite wist hij wel beter. “Zijn er nog andere mensen die iets tegen Marcel hebben?” vroeg Frank. Muriëlle kon niets bedenken. “Ik zou het niet weten.” Ook Marcel had geen idee. Een verband met zijn werk was op dit moment de enige logische verklaring.
Ze hadden er weer een nieuwe zaak bij. Het begon Frank boven het hoofd te groeien: de dood van Chantal Smits, het huiselijk geweld van de familie Smits, het verdwijnen van de teddyberen, de wens van zijn vrouw om weg te gaan en dan nu een autobom. Hij snakte naar een succesje.
Hoofdstuk 17 Vrijdag 29 oktober, 20.00 uur Frank kwam met Anki binnen op de receptie. Hij moest van haar in pak en met een stropdas om. Ze had speciaal voor deze gelegenheid een nieuwe stropdas gekocht. Of eigenlijk was deze receptie voor haar het excuus om een keer een nieuwe stropdas voor hem te kopen. Ze wilde dit al langer, maar zocht naar het juiste moment. Nu kon hij geen commentaar geven en ook de discussie over het aantrekken van zijn pak kon achterwege blijven. Frank had haar slimme streek wel door, maar had er niets van gezegd. Zonder te morren had hij zich omgekleed. Hij moest in deze periode wat slijmen bij haar om haar van het belachelijke idee af te houden om naar Bangladesh te gaan voor enkele maanden.
Frank keek rond wie er al binnen waren. Hij zag gelijk rechercheur Verstappen, waar hij niet al te goede herinneringen aan had. Hoewel hij in een ander korps zat, wist Verstappen altijd precies als Frank vast zat in een zaak en hield ervan om hem hiermee te plagen. Frank voelde aan zijn water dat Verstappen het dit keer ook niet zou kunnen laten. Hij fluisterde Anki in haar oor dat ze naar de andere hoek moesten lopen. Dat deden ze.
Frank had niet gezien dat een andere korpschef in die hoek stond. Hij draaide zich om. “Verhaaghen, hoe is het met je? Ik hoor dat je wat tegenslagen hebt de laatste tijd.” Frank zag dat het korpschef Brink was. Die was nog erger dan Verstappen. Brink had ooit samen gewerkt met Frank, maar dat liep niet soepel. Brink hield ervan om Frank te wijzen op het falen van een zaak. Hij vond zichzelf veel beter dan Frank, omdat hij promotie had gemaakt tot korpschef en Frank niet. Frank zou dat ook kunnen worden, maar hij had niet die ambitie. Hij wilde liever boeven vangen dan achter het bureau te zitten. Frank hoorde duidelijk de ondertoon in de opmerking van Brink. Frank probeerde zich rustig te houden.
“Brink, we zijn pas een aantal weken bezig met de zaak,” was het antwoord van Frank. “En heb je al iets concreets?” vroeg Brink met een sarcastische ondertoon. Frank wilde niet toegeven dat hij vast zat. “We volgen een aantal
sporen.” Maar Brink was slim en zag aan de gezichtsuitdrukking van Frank dat hij vast zat. “Mij houdt je niet voor de gek, Frank. Daarvoor ken ik je te lang. Ik zie aan je gezicht hoe de zaken ervoor staan. Je baalt enorm dat je vandaag geen succes kan melden. Waar of niet?” Frank baalde inderdaad. Ontkennen had geen zin meer. Hij knikte. “Je wordt misschien te oud voor het vak, jongen. De tijden veranderen. De techniek staat voor niets. De oplossing komt soms uit onverwachtse hoek. Waarschijnlijk zit de oplossing daar waar je het niet zoekt. Let op mijn woorden.” Frank bedankte hem voor zijn tip en liep verder.
Mohammed was met Muriëlle in gesprek. “Hoe is het nu met je? Je zult wel geschrokken zijn?” vroeg hij. “Inderdaad, maar mijn grootste zorg zit bij Marcel. Ik ben er van overtuigd dat deze aanslag met zijn werk te maken heeft. Ik wil zo graag dat hij stopt. Maar hij denkt er niet over. Er valt niet met hem over te praten.” Het viel Mohammed op dat Marcel er niet bij was. Hij vroeg waarom hij niet was meegekomen. “Zaken en ruzie. We hebben onenigheid gehad over zijn werk. Daar was hij boos over. Hij had beloofd om te proberen zijn afspraak van vanavond te verzetten, zodat hij mee kon gaan met mij. Maar na de ruzie had hij daar geen zin meer in. En daar ben ik weer boos over.”
“Jeetje, jullie zouden nu juist steun bij elkaar moeten zoeken.” Mohammed had medelijden met zijn collega. Ze knikte. “Dat had ik ook gehoopt.” Er kwam iemand langs met drank. Mohammed pakte een jus d’orange en Muriëlle een glas water. “Maar ik laat mijn avond er niet door verpesten. Volgens mij moeten we Frank een beetje bijstaan. Ik zag al dat Brink en Verstappen met een grote grijns bij hem wegliepen. Ze zullen hem wel weer geconfronteerd hebben met het feit dat de zaak vastzit.”
“Ik vind dat eigenlijk maar onzin. Hoe oud is onze zaak? Twee weken of zo? Wat hebben die twee toch tegen hem?” vroeg Mohammed. Johan kwam net aangelopen. “Dat kan ik je precies vertellen. Frank loopt altijd op te scheppen over zijn successen. Dan kun je deze reactie ook wel een beetje verwachten. Daarnaast waren Brink en Frank geen goed duo. Ze gunden elkaar helemaal niets en werkten
daarom niet goed samen. Brink en Frank zijn ieder naar een ander korps gegaan. Enkele jaren later heeft Brink promotie gekregen. Hij schepte daarover op tegen Frank. Frank laat sindsdien geen moment ongelegen om op te scheppen over zijn successen. En Brink laat geen moment ongelegen om Frank te sarren als het tegen zit. Een beetje onvolwassen, vind je niet?”
“En Verstappen dan?” vroeg Muriëlle. “Dat weet ik niet precies. Maar volgens mij heeft Verstappen een hekel aan opscheppers en dus aan Frank. Maar meer weet ik er niet van. Sorry, ik zie Anki daar. Ik ga even met haar praten.”
Anki stond te praten met de vrouw van de korpschef. Ze had een chique rode jurk aangetrokken. Deze had ze alleen aan op speciale gelegenheden. Johan kwam aangelopen en maakte gelijk een compliment over haar jurk. Dat viel in goede aarde bij Anki. Ze voelde zich gevleid. “Hoe is het, Johan? Is Frank nog steeds lastig tegen je?” Ze vroeg het met een lach en een knipoog. Ze wist dat Frank hem niet helemaal accepteerde en ze vond dat niet terecht.
“Je weet hoe hij is. Sommige opmerkingen laat ik langs me heen gaan. Dat is de beste remedie. Onlangs heb ik zelfs een compliment van hem gehad. Dus het gaat vooruit.” Ze moesten allebei lachen. “Iedereen heeft zijn positieve en minder positieve kanten, Johan. Daar moet je inderdaad mee om leren gaan.”
“En verder gaat het goed met me. En met jou? Doe je nog veel aan fotografie? Dat was toch je grote hobby?” vroeg Johan. Anki begon helemaal te stralen. “Jazeker. Ik heb mijn cursus er bijna opzitten. We zijn nu bezig met het onderdeel compositie. Erg boeiend. En ik heb plannen om een lange reis te gaan maken.” Johan keek verrast. “Zo, vertel eens.” Anki merkte dat Frank nog niets tegen Johan had verteld over haar plannen. Dat verbaasde haar niet.
“Ik wil met een vriendin naar Bangladesh gaan om te helpen bij de medewerkers van Artsen zonder Grenzen die daar goed werk doen voor de bevolking. Over dat werk wil ik een
fotorapportage gaan maken om meer aandacht te vragen voor de problemen die daar zijn.”
“Wauw, Anki, dat klinkt te gek. En wanneer vertrek je?” De vraag overviel Anki een beetje. “Ik weet het nog niet. Ik moet eerst Frank nog over de streep krijgen,” zei ze vertwijfeld. “Nee, Anki, je moet je eigen dromen volgen. Ik zie het enthousiasme waarmee je het vertelt. Ik zie het aan je ogen, aan de manier van praten, aan je hele lichaamstaal. Er zijn zoveel mensen die hun dromen niet verwezenlijken om allerlei redenen. Niet doen! Gewoon gaan. Maak je droom waar. Wij letten wel op dat Frank niet ontspoort.” Ze moesten allebei weer lachen. “Daar houd ik je dan aan.”
Johan zag nog wel haar vertwijfeling. “Even serieus, Anki. Ik zie dat je nog twijfelt. Waar maak je je zorgen om?” Anki wenkte hem dat ze even op een rustigere plek verder moesten praten. Ze liepen naar een rustig deel van de ruimte. “Ik vraag me af of ik zo lang zonder mijn kleinkinderen kan. Ik heb wel voorzorgsmaatregelen genomen. Ik heb een iPad aangeschaft. Die staat vol met foto’s en filmpjes van Bas en Jasper. Ik weet ook waar ik internetverbinding heb in Bangladesh. Ik moet er wel een stuk voor rijden, maar dat heb ik wel voor over. Maar eerlijk gezegd maak ik me meer zorgen over Frank. Hij is er niet enthousiast over. Weet je: ik houd van hem. Ik wil hem niet kwetsen.”
“En hoeveel avonden en weekenden heb jij wel niet alleen op de bank gezeten of – toen je kinderen nog thuis woonden – alleen met je kinderen. Ik zou het niet eerlijk vinden van Frank als hij jou niet zou toestaan om je droom waar te maken.” Johan klonk heel overtuigend. Het zette Anki opnieuw aan het denken. Edgar had ook al zoiets tegen haar gezegd. Misschien moest ze toch maar de knoop doorhakken. “Als ik jou was zou ik het gewoon doen. Doen, Anki. Praat erover met Frank, maar laat er geen twijfel over bestaan dat je daadwerkelijk gaat. Als hij maar iets twijfel bij je bespeurt, zal hij je manipuleren. Blijf bij je standpunt: je gaat op reis. Dat is het advies wat ik je mee wil geven.”
Op dat moment kwam Frank aangelopen. Hij had de laatste twee zinnen opgevangen. En daar kwam het woord “reis” in voor. Dat beviel hem niet. Ging die Verkerk zich ook al met de reis van Anki bemoeien. Hij haatte het onderwerp. En hij was toch al niet in een goed humeur na de ontmoetingen met Verstappen en Brink. En zij waren niet de enigen, maar wel de ergste. “Gezellig aan het praten?” vroeg hij heel onnozel. “Frank, wat heb je toch een schitterende vrouw. Moet je zien hoe mooi ze er uit ziet in haar jurk,” zei Johan. Hoewel hij het eens was met zijn opmerking, beviel de toon, die hij te enthousiast vond, hem niet. “Ik heb niet te klagen,” was zijn nukkige antwoord. “He, schat, zijn Brink en Verstappen weer bezig geweest. Trek het je niet aan. Jouw succes komt wel weer. Het heeft alleen iets meer tijd nodig.”
Anki probeerde haar man hiermee te troosten, maar het had het verkeerde effect. Frank draaide zich om en wilde weglopen. Anki kon hem nog net vastpakken aan zijn arm. “Wat scheelt er nu aan?” vroeg ze. Frank liep rood aan. “Wat scheelt eraan? Wat scheelt eraan? Wat denk je dat er aan scheelt? Terwijl ik mij overal moet verdedigen tegenover Brink en Verstappen zit Verkerk hier gewoon jou op te hemelen om op die stomme reis te gaan. Dat is er aan de hand. Waar bemoeit die vent zich in godsnaam mee?”
Voordat Johan hier antwoord op kon geven zei Anki op stevige toon dat Johan ook recht heeft op een mening. “En in dit geval heeft hij nog eens groot gelijk. Ik heb ook recht op mijn eigen leven. Ik hoef niet mijn hele leven als een slaaf voor jou te dienen. Ik mag ook wel eens een keer iets doen wat IK leuk vind!” riep ze vinnig. “Je mag inderdaad wel IETS doen wat je leuk vind, maar een half jaar in een onderontwikkeld land leven, waar je allerlei ziektes kunt oplopen is voor mij meer dan IETS leuks doen” zei Frank boos terug.
Johan kwam tussenbeide. “Zij heeft ook recht op…” maar verder kwam hij niet. Frank pakte de nek van Johan stevig vast met zijn handen. “Jij hebt je helemaal nergens mee te bemoeien. Dit is iets tussen mijn vrouw en mij.” Ondertussen waren diverse aanwezigen tussen beide heren gaan staan, om Frank te dwingen Johan los te laten. “Frank,
beheers jezelf!” sprak Muriëlle hem toe. Frank liep uiteindelijk los en verliet het pand. Hij ging een lange wandeling maken naar huis. Zonder Anki. Aandachtspunten bij compositie Kies een beeldkader (3:2, 4:3, 16:9, panorama, vierkant; staand/liggend) Kies de plaatsing van het onderwerp (gulden snede); Kies de plaatsing van de horizon (1/3 van boven of 1/3 van beneden) Kies of je gebruik maakt van intern kader (door een poort, raam o.i.d. fotograferen) Kies voor een hoog of laag contrast Kies voor de mate van balans in de foto Creëer dynamisch spanning door het gebruik van (denkbeeldige) diagonalen, tegengestelde lijnen of elementen die de blik van de kijker naar de randen leiden Kies voor een ritme of patroon in de foto (vb herhaling van voorwerpen) Verhoog of verlaag het perspectief in je foto Mensen kijken het eerst naar het menselijk gezicht (ogen, mond), daarna naar teksten en vervolgens naar zaken die emoties oproepen Kies voor bepaalde kleuren om een sfeer of gevoel op te roepen Kies je brandpuntafstand om het bereik en het karakter van je foto te bepalen Kies je standpunt t.o.v. het onderwerp (hoog of laag standpunt) Stap eens een meter naar links of rechts en kijk of je foto daar beter van wordt Minder op de foto is vaak beter (less is more)
Hoofdstuk 18 Donderdag 25 november 2010 Het was een druilerige dag. Een dag die past bij november. Althans dat was de mening van Muriëlle. Ze vond november een sombere maand, een beetje melancholiek. Er zaten geen bladeren meer aan de bomen. De meeste dagen regende het, vaak zelfs hard. Hoewel het weer de afgelopen jaren een wat ander patroon begon te vertonen, bleef november nat, koud en winderig. Er was zelfs al een vroege winter voorspeld. Muriëlle hechtte niet zoveel waarde aan weersvoorspellingen die langer dan een dag vooruit werden gemaakt. Ze was al blij als de weermannen en weervrouwen een dag vooruit konden voorspellen.
Ze wilde niet denken aan een strenge winter. Daar hield ze niet van. Wintersport was niets voor haar. Wel voor Marcel. Hij ging meestal twee keer per winter naar een skioord. Dat deed hij met vrienden, omdat Muriëlle niet mee wilde. Ze vond het fijn dat ze het op die manier hadden kunnen oplossen. Ze keek uit het raam. Het was tijd om naar de begrafenis van Chantal te gaan. Haar lichaam was eindelijk vrijgegeven, zodat de familie afscheid kon gaan nemen. Namens het team zou zij naar de begrafenis gaan. Ze had daar geen moeite mee.
In de afgelopen maand had ze ontdekt dat Nancy ten tijde van de bruiloft in Nederland was. Ze had diverse vluchtgegevens opgevraagd met passagierslijsten. Nancy was niet rechtstreeks gevlogen vanuit Chili, maar vanuit Argentinië. Daarom had ze het niet eerder gezien. Ze had ook gezien dat Nancy gisteren geland was op Schiphol. Ze zou dus waarschijnlijk op de begrafenis aanwezig zijn. Muriëlle had zich voorgenomen dat ze haar na afloop even zou gaan spreken. Ze was destijds in Nederland geweest, maar niemand had haar gezien. Ze had de moeite genomen om naar Nederland te komen. Waarom was ze dan niet naar de bruiloft gegaan? Dat vond ze toch wel vreemd. Wie weet bracht het nieuwe informatie op. De zaak zat vast en het team kon wel weer een opsteker gebruiken.
Na een kwartier stapte ze uit haar auto. Het regende stevig en de wind waaide te hard om een paraplu op te houden.
Muriëlle deed geen moeite om droog te blijven, evenals veel andere aanwezigen. Het afscheid begon in de kerk. Muriëlle keek rond in de kerk. De kerk was groot met veel zitplaatsen. Zelfs de twee zijbeuken in de kerk zaten vol met mensen. Muriëlle kwam niet vaak in een kerk. Maar deze kerk was wel een van de mooiste die ze ooit in Nederland had gezien. De bloemenzee rondom de kist was enorm. Op de kist stond een grote foto van Chantal die door Edgar was gemaakt tijdens de bruiloft.
Robert zat in een zwart pak op de eerste rij naast de ouders van Chantal. Aan de andere zijde van Robert zat Mandy. Ze mocht als enige niet-familielid op de eerste rij zitten, omdat ze de hartsvriendin van Chantal was. Naast de vader van Chantal zat Nancy en haar man. Muriëlle probeerde zoveel mogelijk mensen te observeren die van belang konden zijn voor het onderzoek. En daarbij keek ze ook naar de gezichtsuitdrukkingen. Misschien konden die iets vertellen. Ze herkende Rik Grootveld die ergens halverwege zat. Hij had een spijkerbroek aan met een bruin colbertjasje. Ze keek naar de stropdas die hij om had. Ze kon van een afstand zien dat hij niet vaak stropdassen om had. Het zag er slordig uit.
Een aantal banken daarachter zat Edgar de Vries. Hij had een zwart pak aan met een bruine streep. Dat paste goed bij zijn stropdas, vond Muriëlle. Ze kon zien dat Edgar iemand was die smaak had als het om kleding ging. Ze keek verder en herkende enkele vrienden van Robert en Chantal die ze hadden ondervraagd. Tot zover kon ze weinig bijzonderheden ontdekken. Meestal ging een moordenaar ook naar de begrafenis toe. Ze was benieuwd of dat nu ook het geval was. Ze besloot om te gaan zitten op een van de achterste banken. Ze koos een plek waarbij ze goed kon observeren hoe de mensen keken als de kist naar buiten gereden werd.
De kerkdienst begon. Het orkest begon het romantische deel Romeo & Juliet van Tchaikovsky te spelen. Dat was het favoriete nummer van Chantal. Diverse mensen begonnen te huilen bij het horen van de muziek. Muriëlle hoorde een mevrouw op de bank voor haar fluisteren tegen haar man dat het allemaal zo onwerkelijk was. Na het
openingsnummer heette de pastoor iedereen welkom en begon met zijn opening. Hij vertelde mooie dingen over Chantal. Daarna werd Mandy naar voren gevraagd om een gedicht voor te lezen. Het was muisstil in de kerk. Muriëlle kreeg rillingen van de mooie woorden. Ze had waardering voor haar, omdat ze in staat was om het gedicht in deze omstandigheden voor te lezen. Ze hoorde dat Mandy er veel moeite mee had, maar ze kon haar emotie onderdrukken. Totdat ze uitsprak dat haar vreselijk miste. Toen hield ze het niet meer droog.
Ze zag dat Robert de moeder van Chantal moest ondersteunen en troosten. Ze kon het niet goed zien, maar ze vermoedde dat Robert het zelf ook moeilijk zou hebben na deze mooie woorden. Toen Mandy ging zitten, zag Muriëlle dat Robert kort iets in haar oren fluisterde. Het kon niet anders dan een bedankje voor de mooie woorden zijn.
De pastoor ging verder met de uitvaartdienst. Een collega van Chantal uit het ziekenhuis die tevens een goede vriendin van haar was las de eerste lezing voor. De vader van Chantal probeerde de twee lezing voor te lezen, maar hij was te emotioneel. De pastoor nam het van hem over. Aan het einde van de dienst kwam Nancy de slotwoorden voorlezen. “Lieve Chantal, Mijn beide lieve zussen verliezen in enkele dagen tijd, dat is een enorme klap voor ons. Voor pappa, voor mamma, voor mij. Ook al woon ik ver weg, het verdriet is er niet minder om. Ik weet dat ik Peggy en jou pijn heb gedaan door weg te gaan. Maar ik voelde me hier niet meer gelukkig door alles wat er gebeurd is. Ik ben heel gelukkig in Chili. Ik hoor daar thuis met mijn man. Ik dacht dat ik mijn oude leven vaarwel kon zeggen door het verleden te negeren. Weinig bellen of schrijven. Niet veel terugdenken aan Nederland. Maar dat was een vergissing. Je kunt je verleden niet vergeten. Jullie bleven in mijn gedachten. Ik heb gewoonweg te veel goede herinneringen aan vroeger. En ik was stiekem toch bij je bruiloft. Ik was in Nederland en heb je gezien in het park. En ook tijdens de fotorapportage heb ik Robert en jou gezien van een afstand. Ik heb stiekem foto’s gemaakt als herinnering. Daar ben ik nu zo blij om.
Het zijn mijn laatste herinneringen aan jou. Ik draag de foto’s dag en nacht bij me. Ik wil Robert bedanken voor alle steun die hij aan pappa en mamma gegeven heeft. Ik zal er alles aan doen om die steun ook te geven. Lieve Chantal, gelukkig heb je jouw droom kunnen waarmaken. Rust in vrede. Ik zal je missen.”
Muriëlle had aandachtig geluisterd. Nancy had enkele nieuwe feiten genoemd. Maar ze had daarmee nog niet al haar vragen beantwoord. De woorden van Nancy raakte haar, ondanks dat ze geen emotionele band had met de overledene. Ze moest een traantje laten. En dat kwam vooral omdat ze niet kon begrijpen dat zo’n zachtaardige jonge vrouw het slachtoffer moest worden van dit misdrijf. Het beeld dat Muriëlle had overgehouden van alle gesprekken was dat Chantal geen vlieg kwaad zou doen.
Na de slotwoorden van Nancy gaf de pastoor aan wat er daarna zou gebeurden. De medewerkers van de uitvaartonderneming tilden de kist op en reden deze rustig de kerk uit. Robert, Mandy en de ouders van Chantal liepen er als eerste achter. Robert ondersteunde de moeder van Chantal en Mandy deed dat bij de vader. Muriëlle zag aan de gezichten dat ze intens verdrietig waren. Muriëlle kon niet geloven dat dit een toneelspel zou zijn. Nee, deze mensen waren intens verdrietig.
Daarachter liepen Nancy en haar man. Ook bij hen liepen de tranen over het gezicht. Vervolgens liepen alle aanwezigen rustig achter de kist aan, op de manier die de pastoor had aangegeven. Muriëlle had zich voorgenomen om vooral op Rik letten. Het leek alsof hij wat afwezig was. Hij keek voortdurend naar de grond, waardoor Muriëlle hem niet goed kon observeren. Ze vroeg zich af of Rik haar herkend had en bewust zijn gezicht niet wilde laten zien. Muriëlle liep als een van de laatste de kerk uit. Toen ze bij de begraafplaats aankwam, was de pastoor al begonnen.
Nadat alle aanwezigen een bloem op de kist hadden gelegd, mochten alleen de familieleden en Mandy blijven toen de kist de grond in werd getild. De overige aanwezigen gingen naar de koffietafel. Muriëlle vond het niet gepast om
daar naar binnen te gaan. Ze wachtte buiten anderhalf uur. Ze was ondertussen doorweekt van de regen. Toen kwam Nancy met haar man naar buiten.
Muriëlle liep op haar af. “Nancy Allejandro?” Ze knikte. “U bent vast van de politie. Bedankt dat u gewacht hebt tot de dienst helemaal voorbij was. Dat waardeer ik.” Muriëlle glimlachte en stelde zich voor. Nancy vertelde dat ze per se de bruidsjurk wilde zien en daarom naar Nederland was gegaan. Ze respecteerde de keuze van Chantal om haar niet uit te nodigen. Ze vond het wel jammer. “Ik was er verdrietig om, maar begreep haar wel. Ik denk dat het niet eens kwade opzet was. Ik denk als ik Robert zou vragen naar de echte reden, dat hij zal zeggen dat ze ons niet op kosten wilden jagen. We zijn via Argentinië en Engeland gevlogen omdat het goedkoper was dan een rechtstreekse vlucht naar Nederland. Het was zo mooi om haar te zien stralen.”
Muriëlle geloofde haar. “Waarom ben je niet naar haar toegegaan?” vroeg ze. Ze zag het gezicht van Nancy betrekken. “Ik wist niet hoe haar reactie zou zijn. Ik wilde het risico niet lopen om haar plezier niet verpesten. Ze had me per slot van rekening niet uitgenodigd. Misschien had ze het heel leuk gevonden, misschien ook niet. En ik was bang. Ik ben nog steeds bang voor Dennis van Bruinisse, mijn oude vriendje.”
“Maar die zit toch veilig in de gevangenis?” vroeg Muriëlle, die zelf begon te twijfelen. “Het zou goed kunnen dat hij al vrij is. Goed gedrag en zo. Ik weet het niet. Weet je waar ik echt bang voor ben?” Muriëlle schudde met haar schouders dat ze het niet wist. “Ik ben bang dat Dennis van Bruinisse wraak op mij heeft willen nemen. En dat kan op twee manieren: ofwel hij wilde wraak nemen door mijn zus te vermoorden. Of hij heeft Chantal voor mij aangezien en de verkeerde vermoord. Daar ben ik bang voor. Die gedachten spoken de gehele dag door mijn hoofd. Iedere dag.”
Even later bedankte ze Nancy voor de informatie en belde naar Frank op met het verzoek of hij wilde uitzoeken of
Dennis van Bruinisse nog in de gevangenis zat. Frank delegeerde de opdracht aan Johan.
Hoofdstuk 19 Maandag 10 januari 2011 “Waarom moeten reizigers in hemelsnaam drie uur voor vertrek op Schiphol zijn,” mopperde Marcel. “Daar hebben ze hele goede redenen voor. Er zijn mensen die structureel te laat komen…” zei Muriëlle, maar ze werd al onderbroken. “En daarom moeten alle mensen die zich gewoon aan de tijd houden voor boeten? En daarom moet ik om drie uur ’s nachts in de auto om te vertrekken.” Het was half twee in de nacht en de wekker was net gegaan. Na de feestdagen en een week werken in Nederland, moest Marcel weer naar Afrika voor zijn werk. Muriëlle hielp hem om de laatste spullen in de koffers te doen.
“Lieverd, met je nieuwe Audi A8 is het toch geen straf om naar Schiphol te rijden?” vroeg Muriëlle. Ze wist dat ze hem hiermee kon opvrolijken. Nadat zijn BMW was ontploft, had hij gekozen voor deze nieuwe auto die van alle moderne technieken was voorzien. De inrichting van de auto straalde niets dan pure luxe uit. Daar hield Marcel van. Muriëlle vond het maar overdreven, maar ze had besloten daar niets over te zeggen. “Daar heb je ook weer gelijk in. Lekkere muziek aan. De installatie in de auto is beter dan hier in huis. Moeten we thuis geen nieuwe audio-installatie aanschaffen?” Muriëlle wist dat Marcel iedere gelegenheid aangreep om weer iets nieuws te kopen. Ze negeerde de opmerking. “Kom, je moet verder.”
Muriëlle maakt nog snel iets te eten klaar voor Marcel. Nadat Marcel gereed was met scheren, wassen en aankleden kwam hij beneden voor zijn ontbijt. “Op dit tijdstip ligt mijn maag nog te slapen, maar toch bedankt, schat.” Na het eten pakte hij zijn spullen in zijn auto. “Ga je wel via het centrum naar de snelweg toe?” vroeg Muriëlle. “Daar is straatverlichting.” Maar Marcel ging liever binnendoor, zodat hij een stuk kon afsnijden. Dat waren weggetjes waar niet veel verkeer kwam, omdat de wegen voornamelijk bedoeld waren voor tractors.
“Als ik over de B-weggetjes ga is dat veel korter. Het scheelt me zeker een kwartier. En mijn auto heeft groot licht. Grapje.” Maar Muriëlle kon daar niet om lachen. “Ik
waardeer je bezorgdheid, maar ik rijd al jarenlang schadevrij. Ik weet wat ik doe. En ik wil er nu niets meer over horen.” Daarmee was de discussie afgelopen. Muriëlle wist dat het weinig zin had om nog verder te gaan.
Tien minuten later gaf hij Muriëlle een dikke zoen en stapte daarna in de wagen. “Tot over drie weken, schatje. Ik mis je nu al.” Hij gaf nog een handkus en deed daarna het raampje dicht. Het was een strenge winter en het was te koud om het raam lange tijd open te hebben. Muriëlle liep snel weer terug naar binnen. Ze ging weer naar bed, maar kon de slaap niet pakken. Ze was al helemaal wakker, doordat ze ruim een uur uit bed was geweest en door de kou. Ze besloot om wat muziek te gaan luisteren. Een half uur voordat haar wekker ging, viel ze alsnog in slaap. Daarna kon ze er moeilijk uitkomen.
Ze nam een korte douche en kleedde zich aan. Ze nam een gezond ontbijt met een kiwi, een peer en een bakje met gemengd fruit. Ze smeerde enkele boterhammen om mee te nemen naar het werk. De laatste tijd had ze steeds minder zin in haar werk. De sfeer in het team was behoorlijk bekoeld. Frank was niet meer te genieten. Anki was half december naar Bangladesh vertrokken. Dat maakte zijn humeur niet beter. Ook het ontbreken van een doorbraak in de zaak zorgde ervoor dat hij chagrijnig was.
Vooral Johan moest dat ontgelden. Toen Muriëlle in november had gebeld met het verzoek om te controleren of Dennis van Bruinisse nog in de gevangenis zat, was hij boos op Johan geworden. Waarom had Johan hier nog niet aan gedacht? Toen Johan zei dat het nog niet relevant voor het onderzoek was geweest, was Frank woest geworden. Muriëlle had het voor Johan opgenomen. Ze vond dat niemand er aan gedacht had. Ze vond het niet eerlijk dat Johan hier de schuld van kreeg. Toen ook Mohammed had gezegd dat hij dezelfde mening had, was Frank boos weggelopen.
Muriëlle wist dat Frank met kerstmis naar zijn kleinkinderen was gegaan. Hij voelde zich alleen en had behoefte aan wat familie om zich heen. Het was alleen niet zo’n gezellige
kerst geworden als hij gehoopt had. Het gesprek ging al gauw over de Teddyberen. “Ik dacht dat jij zo’n goede speurder was, opa,” had Bas tegen hem gezegd, nadat Frank had verteld dat de teddyberen nog niet gevonden waren. Daarmee had zijn kleinzoon hem echt diep geraakt. Hij raakte steeds meer gefrustreerd. Op de tweede kerstdag was hij niet gebleven, maar was hij opnieuw op zoek gegaan naar de verloren teddyberen. Zonder succes. Na de feestdagen was de stemming in het team hierdoor alleen maar verder verslechterd. Muriëlle had al getwijfeld of ze om overplaatsing zou gaan vragen. Een goede werksfeer was erg belangrijk voor haar. Ze hechtte meer waarde aan een goede werkomgeving dan om het geld dat ze verdiende. Ze wilde de situatie nog een tijdje aankijken. Maar haar enthousiasme over haar werk was wel verdwenen.
Om half negen kwam ze op kantoor. Johan en Mohammed waren er al. “En was het een zwaar afscheid?” vroeg Mohammed. Het antwoord was van haar gezicht af te lezen. “Ik ben blij dat mijn vrouw niet zo’n baan heeft. Ik zou het niet aankunnen,” zei Mohammed. “Alles went,” was het antwoord van Muriëlle. “Maar bedankt voor de interesse.”
Een half uur later kwam ook Frank binnen. “Al nieuwe informatie?” vroeg hij nors. Hij liep door naar zijn bureau, zonder het antwoord af te wachten. Hij ging er al van uit dat er geen nieuws was. Mohammed liep naar Frank toe en fluisterde: “Marcel is vannacht vertrokken naar het buitenland. Misschien kun je aan Muriëlle vragen hoe het er mee is?” Maar Frank had daar helemaal geen zin in. “Mohammed, als iemand behoefte heeft aan ondersteuning of medelijden, dan gaan ze maar naar een psycholoog. En als je ondersteuning wilt geven, dan had je maar psycholoog moeten worden. In dit vak kunnen we geen softies gebruiken. Muriëlle weet dat haar vriend vaak op reis moet. Als ze dat niet wil, moet ze maar een andere vriend zoeken.” Mohammed was verbijsterd van dit botte antwoord van Frank. “Jeetje, een beetje interesse in je collega’s mag je toch wel tonen?” zei hij verontwaardigd. “Einde discussie, Mohammed. Aan het werk.”
Mohammed liep terug naar zijn bureau. “Het wordt tijd dat zijn vrouw weer thuiskomt. Hij is niet te genieten,” fluisterde hij tegen Muriëlle. Ze probeerde hem nog te sussen. “Je moet het hem niet te zwaar aanrekenen. Hij heeft het niet gemakkelijk de laatste tijd.” Johan vond dat maar onzin. “Je hoeft hem niet te verdedigen. Er is geen enkel excuus denkbaar dat je belemmert om je een beetje menselijk te gedragen. Met hem valt gewoon bijna niet meer te werken. Ik heb er al met de korpschef over gesproken.”
“Dat zal Frank je niet in dank afnemen,” zei Muriëlle. “Alles beter dan deze situatie,” was het antwoord van Johan. Daarna gingen ze aan de slag. “Is Dennis van Bruinisse nog niet boven water?” vroeg Mohammed. Sinds zijn vrijlating was hij niet gevonden. Het huis dat op zijn naam stond was onbewoond. Ze hadden twee weken lang het huis geobserveerd, maar zonder succes. “Het lijkt wel of hij een dakloos bestaan heeft. Hij heeft na zijn vrijlating een groot bedrag contant opgenomen. En daarna geen spoor meer van hem,” vertelde Johan. “Zou hij echt op zoek zijn naar Nancy?” vroeg Muriëlle bezorgd. “Het is wel zijn obsessie. Diverse gevangenen hebben bevestigd dat Dennis heeft gezworen om wraak te nemen op Nancy,” zei Johan.
“Muriëlle?” riep de korpschef vanuit zijn kantoor. Ze keek om. “Heb je even voor me?” Ze stond op. Toen kwam Frank aangelopen. “Ik denk dat Muriëlle het druk genoeg heeft met alle openstaande zaken,” zei hij op norse toon. “En ik ben je meerdere en ik kan zelf wel beoordelen of dit belangrijker is of niet. Muriëlle?” Ze keek minachtend naar Frank en liep naar de korpschef. Frank vloekte wat, maar Muriëlle kon het niet goed horen.
“Ga even rustig zitten, Muriëlle,” zei de korpschef. Ze pakte een stoel en ging zitten. Ze had verwacht dat de korpschef over de samenwerking met Frank zou willen praten. Ze wist dat hij het belangrijk vond dat er een goede samenwerking was in het team. En hij wist dat die situatie er nu niet was. Ze had al nagedacht over wat ze wilde zeggen hierover.
“Ik heb helaas geen goed nieuws voor je,” zei de korpschef op rustige toon. Muriëlle schrok enorm. Dit gesprek ging dus niet over Frank. Wat kon er zo’n slecht nieuws zijn? Marcel? Zou er iets met Marcel zijn gebeurd? “Marcel?” vroeg ze met een zacht stemmetje. De korpschef knikte. “Je weet dat hij vannacht vertrokken is naar Schiphol. Onderweg naar de snelweg is hij gesneden door een andere auto. Hij is daarbij met hoge snelheid in de sloot beland, waarbij hij zwaar gewond is geraakt. Hij is niet in levensgevaar, maar…” hij hield even pauze. “De kans is groot dat hij blijvend invalide zal worden.” Muriëlle kon geen woord uitbrengen. De tranen rolden over haar wangen. Ze had hem zo vaak gewaarschuwd om een andere route te nemen. Ze had hem gewaarschuwd om niet over de onverlichte wegen te gaan. Maar wat maakte het uit. Het was gebeurd.
De korpschef gaf haar een glas water. “Ik vind het vreselijk voor je.” Mohammed had door het raam van het kantoor gezien dat Muriëlle aan het huilen was. Hij liep naar het kantoor toe. De korpschef wenkte hem dat hij naar binnen mocht komen om haar te troosten. Toen hij binnenkwam sloeg hij een arm om haar heen. De korpschef herhaalde wat er gebeurd was. “En nog veel erger. Het is waarschijnlijk een bewuste actie geweest. Marcel was aan het telefoneren met een andere collega die ook onderweg naar Schiphol was. Die collega hoorde hem nog schreeuwen dat iemand hem afsneed. Met daarna een vloek en een harde knal. Daarna hoorde hij niets meer.”
“Geen kenteken zeker?” vroeg Mohammed. “Nee. Gelukkig voor Marcel had hij een stevige auto. Bij een minder stevige wagen had hij het zeker niet meer na kunnen vertellen.” Hij keek naar Muriëlle. Ze huilde nog steeds. “Mohammed, wil jij Muriëlle naar huis brengen en bij haar blijven totdat ze het een beetje heeft kunnen verwerken? Ik praat Johan en Frank wel bij.” Mohammed pakte haar beet en bracht haar naar haar auto. Ze gaf hem de sleutels en liet hem rijden. Het duurde een lange tijd voordat ze weer kalm werd.
Muriëlle stelde de aanwezigheid van Mohammed erg op prijs. Ze was in ieder geval niet alleen. Aan het einde van de ochtend bracht Mohammed haar naar het ziekenhuis. Ze
mocht van de artsen nog niet bij hem komen. “Ik ga weer aan het werk. Bel me als je me nodig hebt. Ik kom na het werk weer naar het ziekenhuis toe. Ik zal dan wat eten meebrengen voor ons.” Muriëlle gaf hem een zoen op zijn wang. “Dank je wel. Je bent een fijne collega.” Mohammed stond op om weg te lopen. “Mag ik je nog om een gunst vragen?” vroeg ze. Hij draaide zich om. “Mag ik vannacht bij jullie in huis slapen. Ik wil niet alleen zijn vannacht.” Mohammed hoorde de angst in haar stem. “Dat gaat wel lukken. Tot straks.”
Op het werk vroeg Johan gelijk aan Mohammed hoe het met Muriëlle was. Hij vertelde wat er gebeurd was en hoe ze zich voelde. Frank had geen enkele interesse. “He mannen, we hebben werk aan de winkel en we moeten nu al met een man minder doen. Aan de slag.” Mohammed en Johan maakten allebei een afkeurend gebaar naar hem. “Wat een ongelofelijke gevoelloze chagrijn is het toch geworden,” dacht Mohammed. “Mohammed, jij gaat naar de technische recherche toe. Johan, wij gaan ter plekke kijken. En ik wil die collega spreken. Zorg dat je zijn mobiele nummer achterhaalt,” riep Frank. Zijn gezichtsuitdrukking maakte duidelijk dat hij geen tegenspraak duldde. “En Mohammed, als je klaar bent met de technische recherche, wil ik dat je een lijst samenstelt met alle tegenstanders waar Marcel mee te maken had. En vandaag nog!”
Johan wist ondertussen de handleiding van Frank. Zolang je over de zaak sprak, kon je een goed gesprek met hem voeren. Alle andere onderwerpen waren uit den boze. In de auto was het stil. Toen ze een kwartier later ter plekke waren, was de technische recherche al weg. Ze zagen een verlaten weggetje. “Vroeger noemde ze dit toch een Bweg?” vroeg Johan. “Klopt. Laten we hier een tijdje staan. Eens kijken hoeveel auto’s er voorbij komen. Ik vraag me af of de route voor Marcel heel veel korter was.” Frank keek om zich heen. Er stond een enkele boerderij. Verder was er weinig anders te zien dan grote weilanden met wat koeien en schapen. “Ik zal vanavond laat beide routes rijden van het huis van Muriëlle naar de snelweg. Dan kunnen we kijken of het veel verschil uitmaakt,” stelde Johan voor. “Goed idee. Maar het zal ons niet helpen de dader te vinden.”
Ze bleven een half uur staan en telden vijf auto’s. “Vijf auto’s overdag. Hoe groot is de kans dat er ’s nachts meer auto’s rijden?” vroeg Frank aan zijn collega. “Nul komma nul. Ik begrijp wat je bedoeld. Dit moet wel een bewuste actie zijn geweest.” Johan keek op zijn horloge en vroeg zich af of het veel zin had om langer te blijven. Frank had de hint begrepen en was het met hem eens. Zonder iets te zeggen liep hij terug naar de auto en stapte in.
Mohammed was ondertussen bij de technische recherche geweest. “Het is nog te vroeg om conclusies te trekken. Maar het ziet er naar uit dat de auto van het slachtoffer veel te hard reed en daarom heel hard heeft moeten remmen. Daarbij is de auto over de kop gegaan en uiteindelijk in de sloot terecht gekomen.” Mohammed vroeg nog naar de geschatte snelheid, maar het was nog te vroeg om daar een betrouwbaar getal voor te noemen.
Mohammed ging bellen met het bedrijf van Marcel en had al snel het telefoonnummer van de bewuste collega te pakken. Hij besloot zelf te bellen en vroeg naar wat er precies gebeurd was. “Ik belde hem op om zeker te weten dat hij al op weg was naar Schiphol. Hij zat weer op te scheppen over zijn nieuwe auto. Dat was ik wel van hem gewend. Marcel was verslaafd aan nieuwe gadgets en luxe artikelen. We hadden het ook nog even over zijn vriendin. Hij vertelde wat een lekker mokkeltje het is. Sexy…” Mohammed had in de gaten dat deze man niet realiseerde dat Muriëlle een collega was van hem. Dat liet hij maar zo. “Volgens mij had hij haar alleen voor de seks. Ik denk dat het maar goed is dat ze niet weet hoe Marcel over haar sprak op het werk. Ik denk dat ze zich zou schamen en heel ongelukkig zou voelen.” Mohammed werd er niet goed van. Die kerel gebruikte haar alleen als lustobject. Hij moest Muriëlle daarvoor waarschuwen.
“En nadat hij zei dat hij haar zou inwisselen als ze ouderdomsverschijnselen zou tonen, schreeuwde hij opeens: kijk uit, verdomme. Snijd me niet af. Toen hoorde ik allerlei geluiden. Ik vermoed dat de mobiele telefoon uit zijn carkit is geschoten en door de auto is gevlogen. Maar dat weet ik niet zeker.” Mohammed vroeg of Marcel nog meer gezegd had. De man gaf aan dat hij daarna nog geprobeerd
had om met hem te praten, maar Marcel gaf geen antwoorden meer. Hij dacht alleen wat kreunend geluid te horen. Mohammed vroeg wie de groeperingen en mensen waren waar Marcel een zakelijk conflict mee had. Hij noteerde de namen die de man noemde. Daarna bedankte hij voor de inlichtingen. Hij was blij dat hij zelf had gebeld. Hij kon de informatie doorspelen aan Muriëlle.
Later die middag had hij met de directeur en met de projectleider gesproken en zijn lijst met namen aangevuld. Het beeld dat de collega had gegeven over hoe Marcel over Muriëlle sprak werd door beiden bevestigd. Toen Frank terugkwam met Johan, gaf Mohammed de lijst aan Frank. “Ik heb ook al gebeld met die collega. De resultaten heb ik in het rapport staan, evenals de voorlopige aannames die ik van de technische recherche heb ontvangen.” Frank was zichtbaar tevreden. Voor het eerst sinds maanden kwam er een glimlach op zijn gezicht. “Goed werk, Mohammed. Kom, ga maar naar Muriëlle toe. Doe haar mijn groeten. En snel, voor ik spijt krijg van mijn toezegging.” Mohammed pakte zijn spullen en ging weg.
Hij haalde wat eten bij de Chinees en reed door naar het ziekenhuis. Hij had Muriëlle snel gevonden. “Hoe is het? Weet je al meer?” Ze schudde met haar hoofd. “Ik heb wat Chinees gehaald. Zullen we even naar mij thuis gaan. Ik heb wat belangrijks te vertellen aan je.” Ze liep met hem mee. In de auto vroeg ze of hij al meer wist over het ongeluk. “Nee, nog niet veel,” was zijn antwoord. “Maar je had toch belangrijk nieuws voor me?” Mohammed was even stil. “Wat is er, Mohammed? Is het iets ergs?” vroeg ze. Hij knikte. “Maar wat kan er erger zijn dan dit ongeluk?”
Mohammed verzamelde al zijn moed bijeen. “Muriëlle, ik vind dit heel moeilijk om tegen je te zeggen.” Hij bleef even stil. “Ik begin me zorgen te maken, Mohammed,” zei Muriëlle. “Ik heb vandaag van drie verschillende personen informatie gekregen over Marcel. Over hoe Marcel over jou denkt. En ik denk dat het je heel erg zal kwetsen. Ik weet niet of ik het je moet vertellen.” Maar hij kon niet meer terug. Muriëlle wilde het weten. “Ik vertel wat ik gehoord heb. Het is uiteraard het verhaal van de collega, de projectleider en de directeur van Marcel.” Ze knikte. “Ga
verder. Het is uiteraard hun perceptie, niet die van jou, Mohammed.”
“Alle drie vertelden ze mij hoe Marcel op zijn werk over jou praat. Zelfs in het telefoongesprek met zijn collega had hij het over jou. Sorry, maar ze vertelden alle drie afzonderlijk van elkaar dat Marcel jou alleen als lustobject ziet. Gewoon voor de seks. En als je te oud voor hem wordt zou hij je gewoon inwisselen voor een ander sexy jong ding. Het zijn niet mijn woorden, Muriëlle. Ik vind het zo erg om het je te moeten vertellen.”
Ze bleef even stil. “Mohammed, bedankt dat je zo open tegen me bent. Dat waardeer ik zeer. Weet je: eigenlijk verbaast het me niet. Ik ben al die tijd zo verliefd op hem geweest, dat ik het niet gezien heb. Maar hoe langer ik er over nadenk, hoe meer ik denk dat die collega’s gelijk hebben. Marcel hield wel van grootspraak. Er rest maar één oplossing: ik zal het Marcel vragen, zodra hij daartoe in staat is. Als hij bevestigt, is het einde oefening voor onze relatie.”
Tijdens het eten spraken ze over andere dingen. Niet over het werk, niet over Marcel. De kinderen van Mohammed vroegen van alles aan Muriëlle en vertelden over wat ze die dag hadden beleefd. De vrouw van Mohammed bracht het eten in mooie schalen naar de tafel. Mohammed had rustige muziek opgezet. Hij wilde het Muriëlle naar haar zin maken. Ze had het al zo zwaar. De vrouw van Mohammed had zelf een lekker toetje gemaakt. Muriëlle genoot ervan. Na het eten liet de vrouw van Mohammed de logeerkamer zien waar Muriëlle mocht blijven slapen. Het was een klein kamertje, waar vaak vriendjes van de kinderen bleven slapen. Ze had een handdoek en washand voor haar klaargelegd. Muriëlle bedankte haar voor de gastvrijheid.
“Laten we nog even wat spulletjes bij je thuis ophalen? Daarna kunnen we nog even naar het ziekenhuis gaan.” Mohammed haalde haar jas van de kapstok en hielp haar bij het aantrekken ervan. “Dat is galant van je,” zei Muriëlle. Ze liepen naar de auto. Toen ze bij haar thuis waren, pakte ze snel wat kleding en toiletspullen. Mohammed bleef in de
auto wachten. Daarna gingen ze naar het ziekenhuis. Muriëlle mocht van de arts vijf minuten met Marcel praten. Na afloop wist ze genoeg. Het verhaal was waar. Ondanks dat Marcel spijt betuigde, was het over voor haar. Ze zou op zoek gaan naar een nieuwe woning, zonder Marcel en zonder al die overbodige luxe.
De volgende dag was Frank al vroeg op het werk. Hij was helemaal diep in gedachten over de zaak en had niet in de gaten dat Muriëlle en Mohammed binnen kwamen. Toen ze vroeg of hij koffie wilde schrok hij een beetje. “Zag je niet dat ik geconcentreerd bezig was?” riep hij geïrriteerd. Toen Muriëlle hem verontwaardigd aankeek, vulde hij het snel aan met “Ja, graag, doe maar koffie.” Ze haalde koffie en zette het op zijn bureau. Ze had een bedroefd gezicht. De dag ervoor was ze nog boos over wat Marcel allemaal gezegd had. Ze was blij dat ze de keuze had gemaakt om bij hem weg te gaan. Maar toen ze alleen in bed lag, waren de emoties alsnog gekomen. Waarom had hij dit haar aangedaan? Waarom had ze het nog niet eerder gemerkt? Of had ze het wel gemerkt, maar wilde ze het negeren? Was ze verblind door de liefde? Ze had lang wakker gelegen.
Frank pakte zijn beker met koffie zonder verder iets te zeggen. Muriëlle bleef even staan. Frank zou toch wel vragen hoe het is afgelopen? Maar nee, het bleef stil en Frank dook weer in zijn dossiers. Na een minuut liep ze naar haar eigen bureau. “Scheelt er iets?” vroeg Frank even later, zonder op te kijken uit zijn dossiers. “Laat maar,” riep ze kwaad terug.
Een kwartier later was Johan ook binnen. Hij liep gelijk naar haar toe om te vragen hoe het was. Hij had gelijk gezien dat ze er moeite mee had. “Slechte nacht gehad, meisje,” vroeg hij met een vaderlijke stem. Zonder op antwoord te wachten begon hij haar te troosten. “Komt wel goed, Muriëlle,” zei hij zachtjes. Na een paar minuten vond Frank het wel genoeg. Hij stond op en liep naar ze toe. “Met tranen lossen we geen misdaden op. Muriëlle, ben je in staat om het team te helpen? Ja of nee?” Het klonk als een machinegeweer die op haar hoofd werd gezet. Ze knikte voorzichtig. “Aan het werk dan.”
De rest van de week werd het niet anders. Frank toonde geen enkele medeleven met Muriëlle. Hij moest steeds denken aan zijn oude partner. De woorden “niet weer” kwamen geregeld door zijn hoofd. Frank vond, net als toen, dat een rechercheur professioneel genoeg moest zijn om zijn privé situatie te scheiden van zijn werk. Hij ging ook niet zeuren over het feit dat Anki op reis was. Wat Frank niet besefte was dat zijn gedrag wel dramatisch veranderd was door haar vertrek en dat hij zijn privé situatie dus wel degelijk had meegenomen naar zijn werk.
Op vrijdag vroeg de korpschef aan Muriëlle om bij hem te komen. Ze liep mee met hem naar zijn kantoor. “Ga zitten.” Muriëlle ging zitten en keek rond in zijn kantoor. Overal lagen dossiers: op zijn bureau, op de grond, in de kasten. Het zou niets voor haar zijn om een groot deel van de dag bezig te zijn met lezen van dossiers. Het echte werk was toch op straat, vond ze. “Hoe gaat het me je?” vroeg de korpschef. “Bedankt dat je het vraagt. Het gaat wel weer. Het is natuurlijk even wennen als je zo’n lange tijd hebt samengewoond…” Ze wachtte even. “Maar ik kom er wel over heen.”
“En hier op het werk?” Muriëlle schrok een beetje van de vraag. Hij zou toch niet ontevreden zijn over haar functioneren? In een flits evalueerde ze de afgelopen week. Ze kon zich af en toe wat minder goed concentreren, maar ze vond toch zelf dat haar werk daar niet onder te lijden had. “Het is druk met alle zaken die we hebben, maar verder is het o.k.” zei ze met een lichte vertwijfeling in haar stem. “Dat geloof ik wel, dat het druk is. Ik hoor ook een aarzeling in je stem. Wees niet ongerust. Ik ben heel tevreden over hoe je functioneert. En zeker gezien alle gebeurtenissen die je onlangs allemaal hebt meegemaakt. Complimenten zelfs.” Muriëlle gaf een zucht van verlichting.
“Ik bedoel meer de samenwerking in het team. Daar maak ik me zorgen om. Hoe zie jij dat?” vroeg de korpschef. “Dat kan inderdaad beter. Ik vind het wel lastig om over Frank te praten. Het is wel mijn meerdere.” De korpschef stelde haar gerust. “Ik begrijp dat het lastig is. Maar ik kan de situatie niet verbeteren als ik geen input vanuit het team krijg. Ik zal
er professioneel mee omgaan. Ik wil graag dat je open bent. Johan is dat ook al geweest.”
“Daar reken ik dan op. Frank is de laatste tijd niet meer te genieten. Hij is nors. Hij vraagt niet hoe het me gaat? Sterker nog, toen Johan me onlangs even wilde troosten, brak hij dat heel bruut af. Het komt de samenwerking niet ten goede dat hij de hele dag alleen nog maar bevelen loopt te geven en ons werk loopt af te kraken. Ja, bevelen geven is hier wel het juiste woord.”
“En de anderen? Hoe functioneert Johan bijvoorbeeld?” vroeg de korpschef. Daar moest ze even over nadenken. “Ik heb niet zoveel problemen met de samenwerking met Johan. Het valt me wel op dat Frank en Johan hele andere conclusies trekken uit het onderzoek tot nu toe. Frank denkt dat Robert Smits of Rik Grootveld de dader is, terwijl Johan blijft volhouden dat Edgar de Vries de moordenaar is.”
“En wat denk jij?” Daar hoefde Muriëlle niet zo lang over na te denken. “Ik ben het eens met Frank. We hebben alle feiten en sporen nagetrokken. Het enige waar Johan zijn conclusies op baseert is het feit dat Edgar in de buurt was. En ik denk eerder dat het Rik is dan Robert. Ik ben op de begrafenis geweest en Robert zag er oprecht verdrietig uit. Ik denk niet dat hij dat kon toneelspelen. Ik weet dat Frank ook nog de optie openhoudt dat Rik en Robert het samen gedaan hebben.”
“Met deze verdachten zijn we de afgelopen tijd niet veel verder gekomen. Denk nu eens buiten alle kaders. Zouden er nog andere opties kunnen zijn. Opties die we nog niet eerder bekeken hebben. Hebben we iets over het hoofd gezien?” Muriëlle moest een tijd nadenken over de vraag van de korpschef. Wat zou het haar carrière ten goede komen als ze deze zaak kon oplossen. Maar ze kon niets bedenken. Ze noemde de namen van Peggy en Roberts ouders. Ze gaf aan dat ze daar eigenlijk niet in geloofde. “En Mandy? De ideale vriendin. Zijn er geen argumenten te bedenken dat zij het gedaan kan hebben?” Muriëlle schrok van deze suggestie. Ze geloofde er totaal niet in dat Mandy
ook maar iets met de moord te doen had. En dat gaf ze ook aan. “Maar soms zijn degenen waarvan je het niet verwacht uiteindelijk toch de daders,” gaf de korpschef aan. “Soms moet je even loskomen van de dagelijkse werkzaamheden om op dat soort ideeën te komen. Laat je fantasie het komend weekend eens werken. Wellicht kom je op een verband of spoor waar we nog niet aangedacht hebben.” Muriëlle knikte even. “En heb je een fotocamera?” vroeg de korpschef. “Ja, waarom?”
“Morgen houdt Edgar de Vries een workshop landschapsfotografie op de heide. Ik heb de vrijheid genomen om je op te geven. Op onze kosten uiteraard.” Muriëlle had geen plannen voor het weekend, dus ze kon er naar toe gaan. “Waarom ik? En wat is het doel?”
“Je hebt eerder interesse getoond in het werk van Edgar. Hij zal niet verbaasd zijn als je naar zijn workshop komt.” Muriëlle dacht na. Het klopte. Bij een van de eerste bezoeken aan Edgar had ze diverse foto’s gezien waar ze vragen over gesteld had. “Ik wil dat je scherp bent op wat Edgar allemaal verteld. Ook al is de kans klein dat hij het gedaan heeft, wil ik dat je oplet of hij iets zegt waar we iets aan kunnen hebben. Bijvoorbeeld: Spreekt hij zichzelf tegen? Vertelt hij iets over fotografie, wat hij zelf anders doet. Of specifieker: in de foto van Chantal anders heeft gedaan. Muriëlle, je bent bij hem thuis geweest. Wat viel je op aan de foto’s?”
“Er waren veel foto’s waarin tegenstellingen zaten: geklede en naakte mensen, mannen en vrouwen, licht en donker, oud en nieuw. Dat soort zaken.” De korpschef vroeg of ze wilde opletten of hij daar iets over zou vertellen tijdens de workshop. En als het zou gebeuren, zou Muriëlle moeten vragen waarom hij dat zo deed. Wat vond Edgar boeiend aan deze tegenstellingen? “Ik wil bereiken dat we de theorie van Johan kunnen bevestigen, dan wel dat we het definitief van de baan kunnen vegen. Wees scherp. Maar ik realiseer me ook dat er geen enkele garantie is dat we dit doel gaan bereiken. Maar dan heb je wel tijd om op de heide nog even je fantasie de vrije loop te laten gaan. Wie weet kom je op briljante ideeën.” Ze glimlachte.
“En nog even over Frank. Oordeel niet te hard over hem. Hij heeft het zwaar zonder zijn vrouw. En de plagerijen vanuit andere korpsen bevallen hem niet. Hij is gefrustreerd dat er nog geen resultaat is geboekt. En dat geeft ook aan hoe betrokken hij is bij zijn werk. Maar het moet niet doorslaan. Als hij echt te ver gaat, hoor ik het graag. Maar neem het alsjeblieft met een korreltje zout.” Het klonk als een vader die zijn dochter toesprak. Muriëlle vond wel dat de korpschef mooi gesproken had. Ze had het nog niet zo bekeken. Ze zou er rekening mee houden.
Op vrijdagavond ging ze nog vlug haar handleiding lezen van haar camera. Ze had een compactcamera en hoopte dat ze daarmee niet uit de toon zou vallen. Ze besteedde de vrijdagavond om thuis wat foto’s te maken. Op zaterdagochtend ging ze vroeg naar de heide toe om te oefenen met landschapfotografie. Ze wilde voorkomen dat zou uitkomen dat ze eigenlijk weinig van fotografie af wist. Het was een strenge winter. Ze had zich zeer warm aangekleed, maar desondanks had ze het koud. Ze maakte enkele sneeuwfoto’s en het viel haar op dat deze veel te grijs werden. Ze koos voor de sneeuw- en zonstand op haar camera en het resultaat werd beter. Ze wist niet waardoor dat kwam, maar het was in ieder geval een vraag die ze kon stellen. Ze ging om half elf terug om te gaan eten. Ze was door en door koud.
Na een vroege lunch ging ze terug naar de heide, waar om één uur de workshop begon. Er waren vijftien fotografen die meededen. Edgar herkende een aantal daarvan. “Hoi Else, leuk dat je meedoet met deze workshop. We gaan vandaag in de praktijk brengen wat we in de cursus geleerd hebben.” Edgar gaf een aantal mensen een hand en stelde zich voor. Hij herkende ook Muriëlle. “Ik ben even je naam kwijt, maar je bent bij me thuis geweest voor jullie onderzoek. Je had toen al interesse in fotografie.”
“Ik heet Muriëlle. En het klopt dat ik interesse heb in fotografie. Ik wil kijken of ik meer kan halen uit mijn compactcamera.” Ze wees naar haar camera. Ze had gezien dat de meeste deelnemers een spiegelreflexcamera hadden. Maar ze was ook blij dat drie andere deelnemers ook een kleine camera hadden. “Je klinkt of je een
compactcamera ondergeschikt vindt. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Een compactcamera heb je vaker bij je dan een zware spiegelreflex. Je kunt dus vaker inspelen op bepaald licht. Je hebt minder mogelijkheden. Dat is misschien een nadeel. Aan de andere kant, kun je daarom meer focus leggen op een goede compositie. En daar gaan we het vandaag uitgebreid over hebben. Maar ik denk dat ik je ook wat kan leren over het gebruik van je camera. Dus denk niet te min over het gebruik van een compactcamera. Soms worden de mooiste foto’s gemaakt met zo’n camera.”
De opmerkingen van Edgar stelde haar gerust. Edgar maakte zijn voorstelrondje af. Daarna vroeg hij iedereen of ze specifieke vragen hadden. Een van de mannen vroeg hoe hij personen goed in beeld kan brengen bij tegenlicht en bij fel zonlicht. Edgar noteerde de vraag en maakte het rondje verder af. Muriëlle stelde de vraag over de sneeuw. Toen Edgar gereed was met het rondje liepen ze een halve kilometer naar een pad waar ze uitzicht hadden over een ven met aan de overkant een boom. “Willen jullie allemaal een foto maken van dit landschap?” vroeg Edgar. En gelijk ging iedereen foto’s maken. Binnen een halve minuut was iedereen klaar.
“De rest van de middag gaan we besteden om de foto’s die jullie nu gemaakt hebben te verbeteren. We blijven de gehele middag hier.” Er ontstond wat rumoer in de groep. “De hele middag voor deze ene locatie?” vroeg iemand verontwaardigd. “Jazeker,” was het antwoord van Edgar. “Waar moeten we het dan over hebben?” vroeg een wat oudere dame. Ze was circa 60 jaar en had evenals Muriëlle een compactcamera. “Het is toch veel te koud om zo lang stil te staan?” vroeg een wat jongere vrouw. Ze had zich wat minder goed voorbereid op het koude weer. “Fijn, dan hoef ik niet te veel te sjouwen met al mijn fotoapparatuur,” riep een jongeman die een grote tas bij zich had.
“Prima,” zei Edgar. “Wat heb je allemaal in je tas meegenomen?” De jongen die Ruben heette deed zijn tas open. “Een groothoeklens, een telelens, een externe flitser, een polarisatiefilter, grijsverloopfilters, een stevig statief, lensdoekjes, een reserve batterij en een extra geheugenkaart.”
“Niet slecht, Ruben. En wat heb je allemaal gebruikt bij het maken van de eerste foto?” Ruben keek naar de rest van de groep. Maar die reageerden niet. “Euh, gewoon, mijn camera met standaardlens.” Edgar wees naar zijn tas. “Ik zie een jonge fotograaf met een loodzware tas die vervolgens daar nauwelijks iets van gebruikt. Dat begrijp ik niet.” Edgar zat de jongen een beetje te plagen. “Maar ik kan toch niet minutenlang bezig zijn met die ene foto. Dan moet de groep te lang wachten,” was zijn antwoord.
“En wie heeft jou die beperking opgelegd, Ruben? Ik? De groep? Of jezelf?” De jongeman moest toegeven dat hij zelf besloten had om de foto snel te maken. “En wat had je anders gedaan als je de tijd wel had? De groep heeft tijd tot vijf uur. En misschien nog wel langer.” Ruben werd een beetje zenuwachtig. “Ruben, ik zit je maar wat te plagen. Maar er zit ook een kern van waarheid in. Kun je aan mij en aan de groep vertellen hoe je normaal gesproken een foto maakt.”
“Als ik iets moois zie, dan pak ik mijn camera en druk ik de ontspantoets half in om scherp te stellen. Ik kijk wat ik een mooi plaatje vind en maak de foto. En bij mooi weer gebruik ik soms mijn filters.” Edgar liep naar zijn camera toe. “En welke instellingen gebruik je?” Ruben gaf aan dat hij altijd de automaat gebruikt. “En heel soms een van de voorkeursstanden. Ik had hier de sneeuwstand kunnen gebruiken.”
“Bedankt, Ruben, ik kom straks bij je terug. Else, ik ken jou van de fotocursus die ik gegeven heb. Welke keuzes heb je gemaakt toen je de foto maakte?” Edgar wist dat Else een enthousiaste fotografe was en hoopte dat ze veel keuzes zou vertellen. Maar dat viel hem wat tegen. “Ik heb de camera gezet op diafragmavoorkeur. F14 met een sluitertijd van 1/60 seconde en ISO 200. De boom heb ik op 1/3e van rechts geplaatst en de horizon op 1/3e van boven.”
“En verder?” vroeg Edgar. Ze keek hem verbaasd aan. “Hoezo, verder?” vroeg ze. Hij hield even zijn mond dicht in
de hoop dat ze meer zou vertellen over hoe ze de foto had gemaakt, maar het kwam niet los.
“Mensen, luister, in de fotografie kun je situaties hebben waarin je snel moet reageren. De bekende fotograaf Henri Cartier-Bresson sprak over ‘le moment décisif’ ofwel het beslissende moment. Je moet in dergelijke situaties de camera in een neutrale stand zetten, waarbij je snel een foto kunt maken als dat nodig is. Anticiperen is dan heel belangrijk. Aan de andere kant heb je situaties waar je heel rustig alles kunt instellen, zoals bij productfotografie, maar ook bij landschapfotografie. Op dit moment zal het licht niet heel snel veranderen, bij een zonsopgang of zonsondergang is dat uiteraard anders. Vandaag gebruiken we gewoon het licht dat er is. We gaan ons eerst afvragen welke keuzes je kunt maken bij het bepalen van je compositie. Ruben, je hebt een statief bij je, maar die heb je niet gebruikt. Waarom niet?”
“Dat vond ik te lang duren,” was zijn antwoord. Edgar vroeg of hij zijn camera op het statief wilde zetten. “Dan kun je veel rustiger fotograferen. Je kunt rustig alles instellen en je compositie bepalen. Een ander voordeel is dat je langere sluitertijden kunt gebruiken. Bij landschapsfotografie gebruik je meestal een zo laag mogelijke ISO. Ik zet de camera meestal op ISO 100. Als je dan een groot deel van je foto scherp wil hebben, bijvoorbeeld met F14 of hoger, zoals Else heeft gedaan, dan kan het zijn dat de sluitertijd te lang wordt om uit de hand te fotograferen. Met gebruik van een statief maakt dat niet uit. Ruben, waarom heb je het statief op die hoogte gezet?” Hij keek enigszins hopeloos naar de rest van de groep. Hij was geen man van de bewuste keuzes. Hij schoot de foto’s die hij mooi vond, zonder daar lang bij na te denken. “Geen idee,” was zijn antwoord. “Komen we later op terug,” zei Edgar. “Allereerst heb je, waarschijnlijk onbewust, gekozen voor een horizontale stand. Of was het een bewuste keuze?” Ruben gaf toe dat hij dat niet bewust had gedaan.
“Muriëlle, wat vindt jij? Horizontaal of verticaal?” Ze keek naar het landschap. Ze wilde niet gelijk antwoord geven, omdat ze wel door had dat Edgar hele scherpe vragen stelde. “Als ik kijk naar dit landschap dan zou ik het ven er
op willen hebben, met de boom inderdaad op 1/3e van rechts, niet te veel lucht, want die is nu niet interessant. De breedte van het ven en de weidsheid van het landschap vind ik belangrijker dan de hoogte van de boom. Ik zou voor een liggende foto kiezen.” Ze was zenuwachtig voor zijn reactie. Met welke scherpe vraag zou hij terugkomen. Maar in plaats van een scherpe vraag kreeg ze een compliment.
“Mooie analyse, Muriëlle. Je hebt aangegeven wat je ziet en vervolgens wat je mooi vindt. Je hebt verteld wat je met de foto wilt bereiken, namelijk het laten zien van de grootte van het ven en de weidsheid van het landschap. Een liggende foto is dan een logische keuze. Waarom niet de hoogte van de boom?” Muriëlle keek nog een keer naar de boom. Het was een kale boom die niet heel bijzonder was. En dat gaf ze ook als antwoord. “Iemand die het anders zou doen?” Een oudere man stapte naar voren. “Ik zou wel voor een staande foto kiezen. Ik zou namelijk de boom willen fotograferen met maar een stukje van het ven. Dat lijkt me een spannendere foto. Vooral als de lucht wat dramatisch is.”
“Zo zie je maar. De keuze tussen een liggende en staande foto is afhankelijk wat je mooi vind en wat je wilt laten zien met je foto. Muriëlle, we gaan even verder met jouw idee. Voor welk formaat foto zou je kiezen?”
“Mijn camera heeft een verhouding van 4:3. Ik kan toch achteraf bijsnijden als ik een ander formaat wil?” Een aantal deelnemers knikte. Edgar had een andere visie. “Het is beter als je die keuze al maakt tijdens het fotograferen. Dat scheelt veel tijd met de nabewerking. Jullie hobby is toch fotograferen en niet photoshoppen?”
“Ik zou voor breedbeeld kiezen, 16:9.Dan krijg je een mooi panoramisch effect,” zei de oudere man. Edgar pakte twee stukken papier. Op een vel stonden 8 vakjes horizontaal met 6 vakjes verticaal. Op de andere stonden 16 vakjes horizontaal en 9 vakjes verticaal. “Nog liefhebbers voor 3 bij 2?” vroeg Edgar. Acht mensen staken hun hand op. Edgar pakte een laatste vel papier met 12 bij 8 vakjes. “Er zijn straks drie groepen: voor elk formaat een groep. Jullie gaan
straks met jullie rug naar het ven toestaan, zodat jullie het niet zien. Willen jullie met deze stiften gaan tekenen hoe de foto er grofweg uit moet komen te zien. Hoe groot moet het ven eruit zien? Waar staat de boom? Hoe groot is de boom? Hoeveel lucht? Hoeveel wil je op de voorgrond? Willen jullie nog iets toevoegen aan de foto? Schets het op het papier.”
De groepen gingen aan de slag. Toen ze klaar waren vroeg Edgar aan Ruben om een foto te maken die overeenkwam met de schets die zijn groep had gemaakt. En dat viel hem nog niet mee. Vanuit de groep kwamen allerlei tips. Het statief hoger, dan weer lager. Nadat Ruben een tijdje had geprobeerd om de foto te maken, zoals zijn schets, onderbrak Edgar hem. “Goed geprobeerd. Laten we starten met de boom. Je zat in de groep van 3 bij 2 en hebt gekozen om de boom in vakje acht en negen te plaatsen en vanaf het vierde vakje van boven. Probeer eerst dat eens voor elkaar te krijgen.”
Het was voor Ruben niet heel moeilijk om dat te realiseren, maar daarmee kreeg hij het ven er niet helemaal op. Op de schets nam het ven bijna de hele breedte van de foto in beslag. Er bleef slechts een vakje open aan beide uiteinden. “Mensen, hoe kan Ruben het ven erop krijgen?” vroeg Edgar. De jongere vrouw riep “uitzoomen.” Edgar vroeg aan Ruben om dat te doen. “Dan wordt de boom te klein,” riep hij. Edgar vroeg de groep opnieuw om Ruben te helpen. Hoe kon hij meer ven laten zien, zonder de boom te verkleinen. Er werd van alles geprobeerd en geroepen. Het werd wat chaotisch. Uiteindelijk gaf Edgar het antwoord: “Ruben, je kunt gaan spelen met je brandpuntafstand. Je hebt een groothoeklens bij je. Zet deze eens op de camera.” Nadat Ruben dat gedaan had, lukte het hem om de breedte van het ven erop te krijgen, zonder de boom te verkleinen. Hij moest daarvoor wel wat stappen naar voren doen.
“Mensen, probeer eens een foto te maken waarbij de boom steeds even groot in beeld is. Start met een groothoeklens. En ga daarna steeds meer naar de telestand toe. Je zult steeds meer naar achteren moeten lopen. Zie het verschil.” De groep was daar een half uur mee bezig. “En nu ga je met de hoogte van je statief spelen om de voorgrond, de
achtergrond en het ven zoveel mogelijk op de schets te laten lijken.” Na wat proberen was Ruben hier ook mee klaar. Hij maakte een foto en vergeleek deze met de eerste foto die hij had gemaakt. Het was al veel beter. Hij vond het steeds leuker dat hij de proefpersoon was geworden. De groep mocht mee discussiëren, maar hij bediende de camera en het statief.
“Even een samenvatting tot zo ver. Je hebt de keuze tussen een staand, liggend of vierkant formaat. Daarna kun je de verhouding tussen hoogte en breedte bepalen. Bij vele camera’s kun je dat instellen. Ga dus niet automatisch uit van het standaard formaat van je camera. Bepaal wat je met je foto wilt gaan bereiken en maak een schets; in je hoofd of op papier. Met de brandpuntafstand en het perspectief, hoog of laag, kun je variëren tot je de afbeelding hebt die je wenst. Soms kan een stap naar voren, achteren, links of rechts al wonderen doen voor je compositie.”
De oudere dame liep naar de camera van Ruben en keek op zijn scherm. “Ik vind het eigenlijk nog steeds geen boeiende foto,” zei ze op een beetje norse toon. “Heel goed dat u dat aangeeft. Gelukkig hebben we nog een aantal uur om er wel een boeiende foto van te maken. Waarom vindt u de foto niet boeiend?” vroeg Edgar. Ze keek nog even naar de foto op het scherm. “Het zegt me niets. Er zit geen diepte in. Er staat niets op de voorgrond. Een beetje saaie foto.”
“Else, je hebt cursus bij me gevolgd. Deze dame, sorry, ik ben even uw naam kwijt.” De dame gaf aan dat ze mevrouw Verkerk heette. “Mevrouw Verkerk mist diepte in de foto. En terecht. Wat kun je adviseren om meer diepte in de foto te krijgen? Weet je het nog?” Else wist dat Edgar de diverse manieren van perspectief bedoelde. Ze dacht hard op na. “We hebben hier geen weg of rivier, en ook geen paaltjes. Dus het verkleinende perspectief werkt hier niet. Je kunt met scherpte spelen, maar dat lijkt me hier niet zo mooi. Dan zou je, zoals mevrouw Verkerk aangaf, iets op de voorgrond moeten zetten waarop scherp gesteld wordt. Maar het ging nu om het vennetje en de boom, dus dat zou ik niet doen. Wat had je ook al weer nog meer verteld?” Ze dacht even na. “Oh ja, kleuren. Een warme kleur tegen een
achtergrond met een koele kleur zorgt ook voor dieptewerking. We zouden Muriëlle op de voorgrond kunnen zetten met haar rode jas. Maar ook dan plaatsen we iets extra’s in de foto.” Een van de mannen riep: “Maar dat extra’s ziet er wel mooi uit. Volgens mij wordt de foto er zeker beter van.” De groep moest lachen. Edgar vond de suggestie van Else helemaal niet zo slecht.
“We kunnen inderdaad iemand met een rode jas neerzetten. Dat gaan we straks proberen. Eerst wil ik jullie nog iets anders leren. Diagonale lijnen zorgen voor dynamiek in de foto. Als we een denkbeeldige driehoek kunnen creëren dan krijgt de foto meer dieptewerking. Door die twee takken, die nu buiten beeld liggen, in de foto te betrekken, kunnen we dit bereiken. Wat zien jullie in het ven liggen?”
De groep keek goed in het water, maar zagen niets bijzonders. “Alleen een enkele graspol,” riep een van de deelnemers. “Juist, een graspol. We gaan een denkbeeldige diagonale lijn creëren die begint in de rechter onderhoek van de foto, via de tak en de graspol naar de boom. Hetzelfde proberen we aan de linkerkant. Van de linker onderhoek via de tak en enkele graspollen naar de boom. Er ontstaat een denkbeeldige driehoek die uitkomt bij de boom. De kijker zal dan onbewust zijn blik naar boom laten gaan. Ruben, wil jij op je scherm of door de zoeker kijken en ons instructies geven. Kun je zien of er nu al een lijn is tussen de rechter onderhoek, de graspol en de boom?”
Ruben gaf aan dat het nog niet zo was en hij verschoof zijn statief zodanig dat het wel zo werd. Vervolgens gaf hij instructies hoe de tak neergelegd moest worden, zodat er een denkbeeldige lijn ontstond. Dit gebeurde ook aan de andere zijde. Ruben maakte een nieuwe foto en werd steeds enthousiaster. “Dit is inderdaad veel mooier!” riep hij. De anderen liepen langs zijn camera om op het scherm te kijken.
Edgar voegde hier aan toe: “Mensen, we hebben het nog helemaal niet over de techniek gehad. Alleen over compositie. Een denkbeeldige driehoek en diagonale lijnen
zorgen voor dynamiek in de foto. Daarom is het belangrijk om een oneven aantal voorwerpen in een foto te plaatsen. Drie of vijf bomen in een foto is mooier dan twee of vier. Uiteraard geldt dat je altijd de compositieregels naast je neer kunt leggen als je daar een goede reden voor hebt. Maar laten we eerst leren hoe de regels zijn, dan kunnen jullie ze later alsnog bewust achterwege laten.”
“Laten we nu de tak aan de linkerkant verwijderen. Muriëlle, wil jij met je mooie rode jas ongeveer op de plaats gaan staan waar de tak lag. En dan kijken naar de boom. De kijker zal dan nieuwsgierig worden waar Muriëlle naar kijkt en zal ook naar de boom gaan kijken. Ruben?”
“Muriëlle, wil je nog iets naar links gaan?” Ze bewoog zich iets naar links. “Stop maar. Je staat nu in een mooie lijn tussen de hoek van de foto en de boom. Perfect.” Ruben maakte de foto. Maar hij was er toch niet helemaal tevreden over. Door de komst van Muriëlle had de camera een andere belichting gekozen. Muriëlle kwam mooi in beeld, maar het landschap en vooral de lucht was te licht. “Edgar, moet je dit nu zien? Ik vind het niet mooi. Wat moet ik hier aan doen?” Edgar bekeek de foto. Muriëlle was ook nieuwsgierig geworden. Ze keek naar de groep. Het viel haar op dat de oudere man zich wat terugtrok. Het leek wel of hij het moeilijk had. Zou hij het niet kunnen volgen? Was het te ingewikkeld? Of was er iets anders?
“Nu komen we aan bij de vraag… van wie was die ook al weer? Het maakt ook niet uit. We gaan nu oefenen met het combineren van bestaand licht en kunstlicht. We hebben hier te maken met een sneeuwlandschap. Doordat er veel wit in het landschap is, gaat de camera knijpen. Dat betekent een kortere sluitertijd of een kleiner diafragma. Voor alle duidelijkheid: een kleiner diafragma betekent een groter getal. De sneeuw zal daarom grijs eruit zien. Daarom moet je bij veel wit, zoals bij sneeuw, één of twee stoppen overbelichten. Dit kun je doen door de EV knop op +1 of +2 te zetten. De sneeuwstand die op sommige camera’s zit doet dit automatisch. Dat was volgens mij jouw vraag, Muriëlle.” Muriëlle antwoordde dat het duidelijk was.
“Maar dat is niet het antwoord op de vraag hoe we de achtergrond beter uitlichten. We gaan de flitser gebruiken. Ruben, wil je de flitser op je camera zetten?” Ruben deed het. “Muriëlle, wil je even terug komen?” Muriëlle liep terug naar de groep. “Ruben wil je meten op de lucht en de boom? Onthoudt de waardes en zet je camera op de handmatige stand, de M stand.” Ruben deed wat hem gevraagd werd. “De camera zal nu in alle gevallen de lucht goed belichten. Voor een dramatisch effect zou je kunnen kiezen om het nog wat donkerder te maken door de sluitertijd te verkorten of het diafragma te verkleinen. De sluitertijd kan door het gebruik van de flitser echter niet korter dan de flitssynchronisatietijd, meestal 1/250 seconde. Dat is afhankelijk van de camera die je gebruikt.” Ruben maakte een proeffoto. “Als ik het donkerder zet, vind ik de sneeuw niet mooi. Dus is zet het terug op de eerdere instelling. Goed?” Edgar knikte.
“Nu de lucht en het landschap goed worden belicht, gaat de flitser zorgen voor een goede belichting van Muriëlle. Wil je alsjeblieft weer terug gaan staan?” Dat deed ze. Terwijl ze daar stond kon ze de oude man niet meer in de gaten houden. “Ruben, wil je een foto maken met je flitser aan?” Ruben maakte de foto en hij vond het resultaat veel beter. “En nu de laatste stap. Ik heb een setje bij me waarmee je de flitser op afstand kunt bedienen. Die kosten niet heel erg veel. Ik zet de zender op de camera en de ontvanger onder de flitser. Een setje met zender en ontvanger kun je voor enkele tientjes kopen. Else, wil jij links van Muriëlle gaan staan, net buiten beeld? En dan de flitser op het hoofd van Muriëlle richten? Als je op afstand flitst, moet je deze vaak handmatig instellen. Er zijn ook systemen die het TTL doen. Dat betekent dat de flitser communiceert met de camera op afstand. Maar dit setje kan het niet. We moeten dus even uitproberen. Ruben, wil je een foto maken?” Ruben maakte de foto. Muriëlle was te veel belicht. Edgar zette de flitser minder sterk. Ruben maakte opnieuw een foto die mooi was uitgelicht. “Geweldig,” riep hij enthousiast.
Vervolgens gingen de deelnemers van de workshop in kleine groepjes oefenen met de flitser. Om beurten waren ze model, fotograaf en toekijker. Muriëlle was in het groepje van de oude man gegaan. Ze zag dat hij een traan in zijn ogen had. “Gaat het goed met u?” De man keek heel gelukkig dat ze reageerde op zijn ongelukkige
gezichtsuitdrukking. “Mag ik u na afloop van de workshop even spreken? U zou me daar zo’n groot plezier mee doen.” Daar twijfelde Muriëlle geen moment over. “Natuurlijk. Als ik u daarmee een plezier kan doen. Heel graag zelfs.”
Om half zes stopte Edgar met de workshop. Het begon al schemerig te worden. Muriëlle ging met de oude man mee naar zijn woning. Hij heette Klaas. Muriëlle schatte dat de man tussen de 75 en 80 jaar oud was. Hij woonde in een mooi groot huis. De man hield van houten meubelen. Muriëlle zag veel antiek staan. Er stond een staande klok in de woonkamer die zeker al enkele generaties oud moest zijn. Muriëlle ging zitten op een bank met mooi afgewerkte leuningen aan de zijkant. De woning had een open haard. Klaas begon deze aan te maken. Hij had nog niet veel gezegd, sinds dat ze bij hem thuis waren gekomen. Hij schonk ongevraagd voor hen beiden een glas rode wijn in. Hij zette stukjes kaas en worst op tafel. “Je zult wel honger hebben, na deze intensieve workshop,” zei hij. “Inderdaad, ik lust wel wat.” Hij liep naar een antieke kast toe en deed een lade open. Hij haalde een grote envelop uit de lade en pakte daar een foto uit. Hij gaf deze foto aan Muriëlle.
Muriëlle keek naar de foto en was er even stil van. Er stond een meisje op van ongeveer vijftien jaar oud. Ze leek sprekend op Muriëlle toen ze wat jonger was. De haren, de ogen, de mond. “Alsof je uit de dood bent herrezen,” zei de man en hij begon te huilen. Muriëlle liep naar de man toe om hem te troosten. Ze wist niet wat zijn bedoelingen waren met haar, maar het voelde niet goed om deze man te laten treuren. Ze liet hem uithuilen op haar schouder. Na een tijdje liet hij los en ging hij zitten op een schommelstoel die in de kamer stond. “Sorry. U moet wel denken. Wat moet die oude man met mij.” Muriëlle stelde hem gerust. “Wees daar maar niet bang voor. Ik maak me eerder zorgen wat er met dit meisje gebeurd is, waardoor u zo verdrietig bent geworden. Ik lijk op haar, hè?”
De man knikte. “Toen ik u zag staan kijken naar die boom, kwamen alle herinneringen weer terug. Erica, mijn kleindochter is vermoord toen ze 15 jaar oud was. Ze leek sprekend op u.” De man pakte zijn glas wijn en nam een slok. Muriëlle volgde zijn voorbeeld. Ze had al in de gaten
dat de man alle tijd nam om zijn verhaal te vertellen. Ze vermoedde omdat hij het moeilijk vond om het te vertellen, maar wellicht ook omdat hij haar aanwezigheid plezierig vond.
“Erica was mijn enige kleindochter. Mijn zoon heeft geen kinderen en mijn dochter had moeite om zwanger te worden. Ze waren dolgelukkig toen Erica geboren was. Ze besloten om het bij één kind te laten. Ze wilden de medische toestanden niet nog een keer meemaken. En dat kon ik allemaal goed voorstellen. Al die vele ziekenhuisbezoeken. Het legde een enorme druk op hun huwelijk. Gelukkig is dat allemaal goed gekomen. Ze zijn nog steeds bij elkaar.”
“Erica was een vrolijk kind die veel vriendjes en vriendinnetjes had. Ze speelde piano en was helemaal bezeten van paarden. Mijn vrouw en ik gingen vaak kijken bij de manege. We waren zo trots op haar. Ze deed het goed op school. Ze behaalde goede rapporten. Ze liep vaak voorop als er iets leuks werd georganiseerd. Ze wilde per se de hoofdrol in de musical. En ze kreeg die ook. Ik heb de videoband van de musical al bijna versleten. Zo vaak heb ik het bekeken.”
“Ze was ook een heel mooi kindje, zoals je op de foto hebt kunnen zien. Op de middelbare school was ze erg populair. Vele jongens hadden interesse in haar. Maar Erica hield niet van de opschepperige en stoere types. Haar eerste vriendje kreeg ze toen ze 14 was. Het was een rustige, lieve jongen. Ik was erg tevreden met haar keuze, ook al was ik er van overtuigd dat ze te jong was om de partner te kiezen voor de rest van haar leven.”
“Een aantal jongens op school waren het niet eens met haar keuze. Ze vonden haar vriendje maar een softe. Ja, dat waren haar woorden. Maar Erica trok zich daar niets van aan. Ze was verliefd op hem. Een aantal maanden later werd ze dood teruggevonden. Iemand had haar een enorme klap met een stevige stok of iets dergelijks gegeven. Het moordwapen is nooit gevonden. Haar vriend was gelukkig geen van de verdachten, want hij was toen in
een ander deel van het land. Een paar schoolgenoten, die niet blij waren met haar vriendje, waren dat wel. Het onderzoek heeft maanden geduurd. Het bleek uiteindelijk een totaal andere klasgenoot te zijn. Een vrij stille jongen, die kennelijk ook verliefd op haar was, maar daar nooit iets over heeft laten blijken. Hij werd veel gepest. Uit pure frustratie heeft hij haar als willekeurig slachtoffer gekozen. Onder het mom van ‘als ik haar niet kan krijgen, dan mag niemand haar hebben.’ Het is puur toeval dat ze hem gepakt hebben. Ik heb begrepen dat hij in een dronken bui iets geroepen heeft, waardoor hij later is opgepakt. Hij moest naar de jeugdgevangenis. Het is zo’n triest verhaal. Mijn enige kleinkind.”
Muriëlle werd er even stil van. Ze had aandachtig naar de man geluisterd. Hij had het heel kalm verteld, maar aan het einde kwamen er toch nog tranen. Ze liep naar zijn stoel toe. “Toen je mij bij die boom zag, kwamen alle herinneringen weer terug?” vroeg ze retorisch. “Die boom stond daar zo treurig en eenzaam in het landschap. Daarom wilde ik ook een ander plaatje maken dan jij had voorgesteld. Toen jij keek naar de treurige boom, leek het net alsof Erica stond te kijken. Ik kon mijn emoties niet meer bedwingen.”
Muriëlle legde haar hand op zijn schouders. “Sorry daarvoor,”zei ze zachtjes. Maar de man gaf aan dat zij er natuurlijk niets aan kon doen. Ze liet hem los en ging weer op de bank zitten. “Hoe heette dat vriendje, als ik vragen mag?” vroeg ze. “Rik,” antwoordde de man. “Rik Grootveld.”
Er gingen allerlei gedachten door haar hoofd heen. Chantal was dus niet zijn eerste vriendin die vermoord is. Is er een verband tussen Erica en Chantal? Kende beide dames elkaar? Hoeveel tijd zat er tussen de moord op Erica en het moment waarop Rik verliefd werd op Chantal? Deze dag had in ieder geval genoeg stof tot nadenken opgeleverd. Ze wilde Rik hierover ondervragen, maar niet met Frank of Johan erbij. Ze was er van overtuigd dat Rik niets zou loslaten met een van beide heren erbij. Ze zou met Mohammed gaan. En vooraf ging ze de korpschef op de
hoogte stellen. Ze nam het risico dat Frank zich gepasseerd zou voelen.
Ze bleef nog twee uur lang praten met de oude man, voordat ze naar huis ging. Hij had ondertussen twee pizza’s opgewarmd, zodat ze thuis niet meer hoefde te koken. Toen ze thuiskwam pakte ze de foto van Chantal die Edgar had gemaakt, vlak voor haar dood. Ze bleef de hele avond naar de foto staren. Ze liet de hele dag aan zich voorbij trekken. Wat had Edgar allemaal gezegd? Op welke punten wijkt deze foto af van wat hij geleerd had? En wat zou het haar brengen voor het onderzoek? Hij had immers ook gezegd dat je altijd mag afwijken van de standaard compositieregels, mits je het maar bewust doet. Ze ging pas laat naar bed.
Edgar liep op zaterdagavond naar zijn computer en opende zijn e-mailprogramma. Hij bekeek zijn nieuwe berichten. Eén bericht verraste hem.
Van:
[email protected] Aan:
[email protected] Datum: 15-10-2011 Onderwerp: Workshop
Beste Edgar, Hoe is je workshop gegaan vandaag? Het kan bij jou eigenlijk niet mis gaan. Maar toch, even interesse. Ik kan je tips goed toepassen hier in Bangladesh. Ik heb al mooie foto’s gemaakt, die ik zonder de cursus nooit gemaakt zou hebben. Bedankt nogmaals, Groetjes, Anki Verhaaghen
Edgar vond het leuk dat ze er aan gedacht had. Het was alweer even geleden dat hij iets van haar vernomen had. Hij had haar altijd een sympathieke dame gevonden die veel interesse had in de fotografie. Hij vond haar heel leergierig en ambitieus. Hij besloot om gelijk terug te mailen.
Van:
[email protected] Aan:
[email protected] Datum: 15-10-2011 Onderwerp: RE:Workshop
Hoi Anki, Wat leuk dat je iets van je laat horen, zeker nu je zo ver weg bent. Ook fijn om te horen dat je veel profijt hebt van de fotocursus die ik gegeven heb. Dat doet me goed. Hoe gaat het verder met je project? Het lijkt me dat je veel indrukken zult opdoen. Ik ben benieuwd naar je ervaringen en natuurlijk naar de foto’s die je gemaakt hebt. Misschien kun je enkele foto’s naar me mailen. Dan kan ik je tips geven. En hoe is het met je man? Vooraf gaf je aan dat hij moeite had met je reis. Hoe vergaat het hem nu? Is het hem meegevallen? We houden contact, Edgar
Op zondagochtend belde ze de korpschef en vertelde het resultaat van de vorige dag. Ze stelde voor om Mohammed mee te nemen. De korpschef ging daarmee akkoord. “Ik ben alleen bang voor de reactie van Frank als hij merkt dat ik hem gepasseerd heb,” zei Muriëlle met een bezorgde stem. “Laat dat maar aan mij over. Ik ben tenslotte wel zijn meerdere. Ik sta achter je.” Dat luchtte op.
Mohammed was zo verheugd dat er mogelijk een doorbraak was in het onderzoek dat hij het niet erg vond om op zondag met haar mee te gaan naar Rik Grootveld. Om elf uur stonden ze aan de deur van Rik. Hij deed snel open. “Goedemorgen. Is jullie chef er niet bij?” vroeg hij onmiddellijk. “Nee, hij had andere werkzaamheden,” loog Muriëlle. Rik gaf een zucht van verlichting en deed de deur verder open. “Kom binnen.” Even later zaten ze in de woonkamer.
“Waarover wilt u me spreken?” vroeg Rik op een keurige toon. “Over Erica.” Ze zag dat Rik schrok. Voordat ze verder
ging met vragen stellen, liet ze hem even bijkomen. “Ik heb haar grootvader gesproken. Lieve man, overigens.” Rik keek haar aan. “Daar geef ik je helemaal gelijk in. Mensen klagen veel over schoonfamilie, maar met Klaas had ik niets te klagen. Helaas zijn de contacten verwaterd. Dat is eigenlijk ook wel mijn schuld. Misschien moet ik weer eens bellen. Weet u dat u veel op Erica lijkt?”
Muriëlle knikte en liet een foto van Erica aan Mohammed zien. “Ik mocht deze foto hebben van haar grootvader. Vertel eens, was dit het onderdeel van jouw gesprek met Chantal, begin september, waarover je niets kwijt wilde?”
“Erica was een schat. Ik was er kapot van dat ze vermoord was. Ik heb zoveel van haar gehouden. Er was zo’n groep jongens op school. Je weet wel: stoer, macho. Die wilden haar allemaal hebben. Ik was er van overtuigd dat één van hen de dader was. Maar het was uiteindelijk dat sulletje. Het was een eenling. Hij had nauwelijks contact met anderen uit de klas. Ongelooflijk. En ja, hierover heb ik met Chantal gesproken na de ruzie. Ik vond dat ze het moest weten. Ik heb ook gesproken over mijn verliefdheid voor haar.”
Muriëlle zag dat Rik onophoudelijk naar haar zat te kijken. Ze voelde dat ze wel het een en ander van hem los zou kunnen krijgen. “Wil je het met ons delen wat er die dag gebeurd is?” vroeg ze op een rustige manier.
“Jawel, ik denk dat ik er nu wel klaar voor ben.” Hij hield nog een moment stilte. Hij zuchtte. “Ik kwam van Robert terug en was heel boos op hem. Hij had opnieuw Chantal gekwetst. Maar in het belang van Chantal besloot ik om toch een lijmpoging te doen. Ik wilde dat ze gelukkig werd, hoewel ik betwijfelde of dat bij Robert zou lukken. Ik belde haar op. Ze was toen bij Mandy. Ik wist toen nog niet wat Mandy en Chantal besproken hadden en waar Mandy allemaal mee bezig was. Chantal kwam onmiddellijk. Toen ik de deur opendeed barste ze in tranen uit. Ik heb haar zeker tien minuten lopen troosten voordat we verder gingen naar de woonkamer. Het voelde zo goed dat ze zo dicht tegen me aanstond. Dat klinkt misschien egoïstisch,
maar het was wel zo. Toen besloot ik om te gaan knokken om Chantal voor me te gaan winnen. Robert kon barsten. Ik had al eens een vriendin verloren, Erica. Ik wilde het niet nogmaals laten gebeuren. Chantal zat naast me op de bank. Ik hield mijn arm om haar schouders. Ze protesteerde niet. Dus ik liet het zo.”
Hij stond op en liep naar de keuken. “Sorry, ik heb dorst. Willen jullie ook wat hebben?” Mohammed sloeg het aanbod af. Muriëlle gaf aan dat ze wel een glas water lustte. Toen hij terugkwam ging hij verder. “Ze vertelde alles wat er was gebeurd tijdens de ruzie met Robert. Ze schoof haar emoties niet onder stoelen of banken. Ze was boos, teleurgesteld en verdrietig. Toen ze klaar was met vertellen, zei ze dat het haar enorm had opgelucht dat ze haar verhaal kwijt kon.” Rik hield weer een moment rust. Het leek alsof hij diep geraakt was door wat hij vertelde. Tijdens het verhaal bleek dat hij er moeite mee had om het te vertellen. Af en toe beefde hij zelfs. Hij bleef haar aankijken met een bepaalde blik. Het leek alsof Mohammed niet in de buurt was. Muriëlle vroeg zich af of Rik echt geraakt was door wat er gebeurd was of dat hij goed kon toneelspelen.
“Ze vroeg of ik ooit grote ruzie had gehad met een vriendin en hoe ik daar mee om was gegaan. Toen vertelde ik haar het verhaal van Erica. Uiteraard had ik ook wel eens ruzie met haar gehad. Maar ik vond het belangrijker om te vertellen hoe zij was gestorven. Toen begon ze mij te troosten. En ook dat voelde weer goed. Ik had het gevoel dat de vonk oversloeg bij haar.” Rik hield opnieuw even zijn mond.
“En was dat ook zo?” vroeg Mohammed even later. “Nee, helaas niet. Ze vertelde toen pas wat ze met Mandy besproken had en dat Mandy al heel veel zaken aan het regelen was. Als Mandy dat niet gedaan had, zou het wellicht gelukt zijn. Chantal geloofde in de goede afloop van de trouwdag, ondanks alle tegenslagen. Eigenlijk moet je daar wel veel respect voor hebben. Dat ze zo vasthoudend was. Ongelooflijk. Ik zou in dezelfde situatie al drie keer de relatie verbroken hebben, maar ze bleef trouw aan Robert, wat er ook gebeurde.”
“En wat deed dat met jou?” vroeg Muriëlle. “Het kwam toch als een klap. Ik dacht dat ik die twee nog wel uit elkaar zou kunnen krijgen. Daarom besloot ik tot die coach en de stripper. Dat verhaal kennen jullie, toch?”
“Ja, die kennen we. Hoe gingen jullie uit elkaar?” vroeg Muriëlle. “Op zich wel goed. Chantal leek opgelucht dat ze haar verhaal had kunnen doen. Ze ging veel vrolijker weg dan ze gekomen was. Ik had een kater van de teleurstelling. Dat zul je begrijpen.”
“En waarom wilde je dit niet eerder vertellen op het bureau?” vroeg Muriëlle. Rik gaf aan dat hij vond dat Frank Verhaaghen hem toch niet zou geloven. En hij was er toen nog niet aan toe. Hij was toen nog te geëmotioneerd. “Heb ik me nu verdachter gemaakt?” vroeg Rik bezorgd. “Uiteraard is dit gesprek onderdeel van ons onderzoek, waarover we wat zullen vermelden in het dossier,” gaf Mohammed als antwoord. “Ik heb het echt niet gedaan. Ik was dol op Chantal. Ik zou haar nooit iets kunnen aandoen. Anders had ik dat toch wel eerder gedaan, toch?” Muriëlle en Mohammed reageerden niet op deze opmerking.
Muriëlle en Mohammed namen afscheid van Rik. In de auto vroeg Mohammed of ze wilde blijven eten. “Daar heeft je vrouw vast niet op gerekend,” antwoordde Muriëlle. “Jawel, dat heeft ze wel. Ik heb haar verteld dat we waarschijnlijk pas tegen etenstijd terug zouden komen. Ik heb haar gevraagd om wat grotere portie te koken.” Muriëlle vond dit zo lief van Mohammed. “Je bent een schat,” zei ze enthousiast.
“De laatste opmerking van Rik sneed wel hout. Als hij Chantal iets zou willen aandoen, waarom zou hij dan zo lang gewacht hebben? En waarom zou hij dan niet Robert hebben vermoord?” ging Mohammed verder. Muriëlle was er nog niet zo zeker van. “Hij klonk inderdaad heel overtuigend, maar we weten ook dat hij goed kan toneelspelen. Hij kan dit gesprek al vaak geoefend hebben. Een kat in het nauw maakt rare sprongen, toch?” Mohammed dacht er over na. “We sluiten hem zeker nog
niet uit. Dat ben ik met je eens. Wat heeft deze dag ons gebracht?”
“In ieder geval duidelijkheid over wat er besproken is tussen Rik en Chantal. Dat was nog een vraagteken tot vandaag. En mogelijk een motief. Wellicht is er een verband tussen Erica en Chantal. Laten we dat morgen eens gaan onderzoeken.”
Edgar startte zijn computer op. Hij zag dat hij weer een mail van Anki had ontvangen.
Van:
[email protected] Aan:
[email protected] Datum: 16-10-2011 Onderwerp: RE: Workshop
Beste Edgar, Het is hier inderdaad indrukwekkend. De wereld is zo anders hier. Geen luxe, maar overleven. De armoede is zo groot. Dat kun je in ons rijke westen niet voorstellen. Ik ben blij dat ik voor een langere periode mijn bijdrage kan leveren. Dat geeft veel meer voldoening dan geld geven. De hulpverleners doen geweldig werk hier. En dat wil ik graag in beeld brengen. Ik zal binnenkort wel wat foto’s opsturen.
Je vroeg in je mail ook naar Frank. Om eerlijk te zijn maak ik me daar wel wat zorgen over. Frank houdt niet zo van email, dus we hebben niet veel contact. Af en toe een telefoontje. Maar hij is nog steeds gepikeerd dat ik ben vertrokken. Ik ontving ook een e-mail van zijn partner op zijn werk, Johan Verkerk. Hij vroeg mijn hulp om Frank wat op te beuren. De vriend van een van hun teamleden heeft een zwaar ongeluk gehad. Frank heeft dat enkele jaren geleden ook al meegemaakt dat een partner van een van zijn teamleden iets was overkomen. Hij kan er niet mee omgaan. Hij schijnt heel chagrijnig te zijn en wil alleen nog maar praten over de zaken waar ze mee bezig zijn. Ik herken dat wel. Ik maak me daar ook echt zorgen over. Ik heb echt geen idee hoe ik hem kan opvrolijken vanaf zo’n afstand. Soms vraag ik me af of ik wel had moeten gaan. Aan de
andere kant had ik het niet willen missen. Kun jij me advies geven?
Groeten, Anki
Edgar dacht na wat hij met deze email aan moest. Hij had grote twijfels of zijn advies wel zin had, hoe dat advies er ook uit zou zien. Hij besloot om geen advies te geven. Hij schreef haar terug dat ze zeker geen spijt moest hebben, zolang ze zelf een goed gevoel had over haar daden. Hij gaf verder aan dat hij het vervelend voor haar vond dat ze zich zo’n zorgen maakte over haar man. Hij voegde er aan toe dat ze vanuit Bangladesh waarschijnlijk weinig kon doen. Hij wenste haar veel plezier en hij schreef dat hij uitkeek naar de foto’s. Hij beantwoordde nog wat andere mails en ging daarna slapen.
De volgende morgen stond Muriëlle vroeg op. Ze wilde op tijd op het bureau zijn, om haar rapport te schrijven over Rik. Toen ze binnen kwam, was Frank er ook al. Ze vroeg af wat ze zou gaan zeggen. Frank zag haar toen hij naar het koffiezetapparaat liep. Hij schonk koffie voor haar in. Toen hij de kop koffie aan haar gaf, zei hij: “Goedemorgen, heeft Rik iets losgelaten?” Ze had wel verwacht dat hij gelijk over de zaak zou beginnen. Ze hoefde geen bedankje te verwachten voor al het werk dat ze in het weekend had gedaan.
“We weten wat er na de ruzie besproken is tussen Rik en Chantal. De eerdere vriendin van Rik, een zekere Erica van der Vlis, is vermoord.” Ze zag dat Frank daarvan schrok. “En daar hebben ze over gesproken?” vroeg hij. “Klopt. Maar ook over zijn verliefdheid. Toen hij vernam dat Mandy het huwelijk ging redden, zag hij in dat hij weinig kans had. Toen begon hij zijn plannetjes te bedenken om die twee uit elkaar te werken.”
“Goed speurwerk, Muriëlle. Ik lees je rapport straks wel verder. Ik ben vooral nieuwsgierig naar die Erica. Ik heb
begrepen dat je met Mohammed wilde gaan, omdat je bang was dat Rik niet veel wilde zeggen als Johan of ik erbij waren. Als je dat in de toekomst nog eens wenst, laat het me gewoon geweten. Om een zaak op te lossen is bij mij alles bespreekbaar.” Hij liep weer terug naar zijn bureau, waarmee hij duidelijk maakte dat het gesprek voorbij was. Het klonk als een licht verwijt. Muriëlle wist dat de korpschef vooraf met Frank zou spreken. Normaal gesproken zou hij nu uit zijn vel zijn gesprongen. Maar de korpschef had kennelijk goed op hem ingepraat. De woorden van Frank klonken wel als een verwijt, maar waren wel terecht. Ze beschouwde het als een leerschool voor zichzelf. Het team ging op zoek naar verbanden tussen Erica en Chantal. Mogelijk zou dat meer duidelijkheid geven in de zaak.
Hoofdstuk 20 Donderdag 17 maart 2011 Het was donker in de straat. Het was zwaar bewolkt. Af en toe kwamen er flinke buien uit. Er stonden vier oude en vervallen fabriekshallen die soms door krakers bewoond werden. De muren van de fabriekshallen waren beschilderd met graffiti. Er stonden schitterende tekeningen van allerlei personen, hoewel het vaak eerder op buitenlandse wezens leek. Maar ook allerlei ordinaire woorden waren te lezen op de muren.
Verder bestond de straat uit oude huizen. De voortuinen waren verwilderd, alsof ze al jaren lang niet bijgehouden waren. Een enkele lantaarnpaal gaf wat verlichting. Er stonden veel vuilniszakken omheen. Mohammed vroeg zich af wie hier wilde wonen. Hij keek om zich heen en kreeg medelijden met degenen die hier hun leven moesten doorbrengen. Hij schatte dat zeker de helft van de huizen onbewoond was.
Na speurwerk van enkele maanden hadden ze eindelijk de verblijfplaats van Dennis van Bruinisse ontdekt. Hier in deze straat had hij zich verborgen. Er waren maar weinig buurtbewoners die iets over Dennis durfden te zeggen. En wat deze mensen hadden gezegd, waren in vage termen omschreven. Ze hadden geruchten gehoord dat het wel eens zou kunnen zijn dat… Mohammed vroeg zich af of de informatie enige nuttige waarde had. De geruchten in deze buurt gingen over diverse criminele activiteiten waarmee Dennis van Bruinisse bezig zou zijn.
Mohammed had ook gebeld met de directeur van de gevangenis waar Dennis had gezeten. Hij gaf aan dat Dennis van Bruinisse tijdens zijn verblijf in de gevangenis intensief contact had met een andere topcrimineel, Tommy de K. genaamd. Ze waren beide ongeveer gelijktijdig vrijgekomen. Dennis was in augustus 2010 vrijgekomen, de K. drie maanden eerder. Het team van Frank hield rekening met het ergste. Ze waren zwaarbewapend gekomen naar zijn verblijf. Er stonden tien scherpschutters op de daken, omdat de kans van een ontsnapping tijdens de inval niet onderschat mocht worden. Het team werd verder versterkt
door vier andere politieagenten, die speciaal getraind waren om huizen binnen te vallen.
Om negen uur ’s avonds had de korpschef, na overleg met Frank, het sein gegeven om binnen te vallen. Een agent trapte de voordeur is, wat niet veel moeite kostte. De vier agenten liepen met hun geweren in de aanslag naar binnen en riepen: “Politie.” Vier schaars geklede dames zaten en lagen op een sofa. Ze waren overduidelijk dronken en mogelijk ook onder invloed van drugs. De tafel stond vol met bierglazen en drugsspuiten. Eén van de dames trok haar T-shirt over haar hoofd en vroeg “komen jullie hiervoor?” terwijl ze naar haar borsten wees. De agenten lieten zich niet van de wijs brengen.
Frank en zijn team waren ondertussen ook binnen. “Muriëlle, houdt jij ze onder schot? Mohammed en Johan, doe de handboeien om bij deze dames. Ik ben benieuwd wat ze te vertellen hebben,” zei Frank met een sarcastische stem. “Ga je me onderzoeken, meneer de politieagent?” vroeg één van de dames ondeugend. “Spannend.” Frank negeerde de opmerking. “Ze mogen ons toch niets doen, want dan krijgen ze allerlei problemen,” zei een ander.
“En van wie heb je die onzin?” vroeg Frank met dreigende stem. “Van Dennis van Bruinisse soms?” Hij probeerde hen uit te horen over de aanwezigheid van Dennis. Maar de dames begonnen te giechelen. “Hij ziet er zo sexy uit als hij boos wordt, vind je ook niet?” en ze wreef met haar handen over haar borsten toen ze dat zei. Frank was geïrriteerd, maar niet boos. Hij had al vaker met dronken mensen van doen gehad. Hij had een troef achter de hand en besloot om deze in te zetten. “Luister, als ik het verantwoord vind en jullie hier ter plekke bewusteloos sla, heb ik hier heel veel collega’s rondlopen die voor de rechter zullen verklaren dat ik dat deed uit noodweer. Het is dan het woord van respectabele politieagenten tegen vier dronken vrouwen. Wat denken jullie dat de rechter zal besluiten?” De vrouwen werden stil. “Juist, dus ik zou me maar een beetje gedeisd houden.” Frank wist dat hij blufte, maar het had wel succes. Voor even althans. Want hij had nog nauwelijks gesproken of er vlogen enkele kogels door de kamer, maar raakten hen niet. Vanuit de keuken werd er op
hen geschoten. De agenten schoten gelijk terug en Johan deed ook mee.
Johan hoorde iemand de trap oprennen naar boven. Hij ging er achteraan, samen met een andere agent. Er werd een aantal keer naar beneden geschoten. De man of vrouw die naar boven rende had een betere positie dan Johan. Hij moest voorzichtig zijn. Hij ging weer enkele treden omhoog. De persoon boven deed dat ook. Johan hoorde dat de persoon een kamer binnenliep. Hij zag dat de muren van die kamer enkele gaten had. Hij merkte net op tijd dat de man door die gaten ging schieten. Hij bukte en schreeuwde tegen zijn collega “liggen,” maar het kwam te laat. De agent werd in zijn borst geschoten en bloedde hevig. “Agent geraakt,” riep hij hard naar beneden.
Beneden werd er nog volop geschoten over en weer. Beide partijen konden niet dichter bij de andere komen. “Het is zelfmoord om dichter bij de keuken te komen,” dacht Frank. “Hoeveel munitie zouden ze nog hebben?” vroeg hij zacht aan Mohammed. Deze schudde met zijn schouders. Ze hadden Johan horen roepen dat er een agent was geraakt, maar ze konden onmogelijk de trap bereiken. Het zou een kwestie worden van veel geduld en scherp blijven.
Johan besefte dat hij op dit moment geen hulp kon krijgen, maar dat hij ook niet verder naar boven kon gaan. Hij luisterde aandachtig. Na een minuut hoorde hij boven een deur bewegen. Even later hoorde hij een klink. Johan vermoedde dat de persoon probeerde via het raam te ontsnappen. In dat geval zou de persoon die op de agent had geschoten snel door een scherpschutter worden beschoten. Hij waagde het erop om verder de trap op te lopen. Hij maakte de deur open en zag nog net een been uit het raam klimmen. Hij zag dat het een man was. Hij schoot onmiddellijk, maar de man was al weg.
Buiten hoorde hij de man rennen over het platte dak. Dat duurde niet lang. Een van de sluipschutters had besloten om te schieten rondom de man. De man besloot om door te gaan met alle risico’s van dien. De scherpschutter had geen andere keuze dan gericht te schieten. Hij had de man
geraakt, voordat hij ver kon komen. Johan keek eerst naar de scherpschutter. Die moest hem eerst herkennen, om te voorkomen dat hij ook op Johan zou gaan schieten. Die gaf een sein met zijn handen dat hij Johan had gezien en dat hij verder kon gaan. Johan liep naar de man toe en herkende hem. Het was Dennis van Bruinisse. Dat kon niet missen. De man was er slecht aan toe. Hij bloedde hevig en kon nog moeilijk ademhalen. Johan zag dat hij pijn had. Hij had echter geen medelijden met deze man. Johan moest echter voorzichtig zijn. De man zou nog een laatste actie kunnen ondernemen met zijn pistool. Het zou niet de eerste keer zijn dat een dader die neergeschoten was als laatste daad een politieagent zou neerschieten. Johan schatte in dat het nog maar enkele momenten zou duren, voordat de man dood zou zijn. Hij moest snel handelen.
Hij pakte de armen van de man vast, zodat hij geen onverwachte acties meer kon doen. Hij pakte het pistool af en gooide het een eindje verder neer op het dak. “Heb je Chantal Verbruggen vermoord?” vroeg Johan. “Sukkel, jullie snappen er ook niets van. Ik moest Nancy hebben, niet haar zus.” Toen sloot hij zijn ogen. Johan voelde zijn hartslag. Dood.
Johan besloot om van het platte dak naar beneden te springen, om zo de andere schutters te verrassen. Dit was volgens hem de enige manier om zijn team te helpen. Hij sprong en kwam ongelukkig neer. Zijn been deed zeer, maar hij liet zich daar niet door remmen. Hij keek door het raam en zag nog drie schutters staan. Hij ging op een strategische plaats staan, waar hij moeilijk geraakt zou kunnen worden. Van daaruit schoot hij achter elkaar twee bewoners neer. Beiden zakten in elkaar. De derde man liet zich daarna niet meer verrassen en schoot op Johan, maar hij kon hem niet raken. Doordat deze man zich op Johan focuste hadden de anderen de kans om de keuken in te lopen. Mohammed, Frank en drie agenten hadden hun geweren op de man gericht. Hij gaf zich over. Johan kwam via de kapot geschoten keukendeur naar binnen. “Dennis is dood. In zijn laatste adem zei hij dat hij Chantal niet heeft vermoord.”
De man en de vier dames werden naar het politiebureau gebracht. De gewonde agent werd door een ambulance
opgehaald. Hij was er slecht aan toe. Frank belde de technische recherche om hen te assisteren. In het huis vonden ze tientallen kilo’s met cocaïne en heroïne. Daarnaast lag er een kist vol geweren en munitie. Mohammed vond ook een sigarenkistje vol met foto’s van Nancy Verbruggen. Muriëlle vond enkele reisgidsen over Zuid-Amerika. “Dat kan natuurlijk geen toeval zijn,” riep ze naar de anderen. “Hij was van plan om naar Chili te gaan.” Frank was tevreden over de vondst.
Hij vond het alleen jammer dat Dennis niet meer leefde. Hij had hem graag ondervraagd. Dennis had vaak geroepen dat Nancy Verbruggen verantwoordelijk was voor zijn gevangenisstraf en de dood van Anja en Denis Weenink. Frank had hem hiermee willen confronteren. Hij vond de redenering van Dennis niet kloppen. Nancy was misschien de aanleiding voor zijn slechte humeur, maar Dennis had zelf besloten om dronken achter het stuur te zitten en veel te hard te rijden. Frank vond dat hij dat niet op Nancy mocht afschuiven.
“Muriëlle, wil jij Nancy Verbruggen informeren over het feit dat Dennis van Bruinisse niet meer leeft?” vroeg Frank. Ze pakte haar telefoon. Ze had haar snel te pakken. “Sorry, dat ik je stoor, maar ik wil je zo snel mogelijk informeren over het feit dat Dennis van Bruinisse is omgekomen bij een schietincident,” zei ze nadat ze zich had voorgesteld door de telefoon. “Is dat echt waar?” vroeg Nancy verbaasd. “Jazeker,” antwoordde Muriëlle. De vreugdekreet die ze toen hoorde zou ze nog lang herinneren.
Hoofdstuk 21 Zaterdag 9 april 2011 Het was rond tien uur in de ochtend. Het had die nacht flink geregend. De grond was nog erg nat en op veel plaatsen lagen diepe plassen. De lucht was nog zwaar bewolkt, maar het was in ieder geval droog op dit moment. Na maanden van zoeken had ze eindelijk deze plek kunnen lokaliseren. De andere foto’s van de mogelijke fotolocaties had ze snel herkend. Deze had ze de afgelopen maanden al bezocht.
Maar deze plek kende ze niet. Het lag ook niet voor de hand. De afstand was daarvoor net te groot. Ze keek om zich heen. Het was een weiland die op dit moment vol plassen water lag. Op het weiland stond een boerderij die er onbewoond uitzag. En daarachter stond een lege schuur. Ze keek naar de foto en vervolgens naar de schuur. Dit moest de schuur zijn die op de foto stond. Ze zag niet in waarom deze schuur een potentiële fotolocatie was voor een bruiloft. Daar had ze al avonden lang over lopen nadenken. Een park, een bos of een molen waren logische fotolocaties. Ook het bruggetje waar Edgar daadwerkelijk foto’s had gemaakt lag voor de hand. Maar een vervallen, oude schuur kon ze niet begrijpen. Het stonk hier vreselijk van de omliggende boerderijen.
Waarom was ze hier eigenlijk naartoe gekomen? En waarom op dit tijdstip? Ze wist het antwoord wel. Enerzijds nieuwsgierigheid en anderzijds haar drive om de moord op haar beste vriendin op te lossen. Sinds Mandy de DVD met foto’s van Robert had gekopieerd, was ze op zoek naar de bestemmingen die er op stonden. Dit was de laatste. Na zo’n lange zoektocht had ze de avond ervoor eindelijk ontdekt waar deze foto genomen was. Ze was op bezoek geweest bij een vriendin. In een huis-aan-huis blaadje die op tafel lag, had ze de schuur herkend. Ze kon ze niet langer haar nieuwsgierigheid bedwingen.
Ze lag al uren wakker en had besloten om vroeg op pad te gaan. Ze had gewacht totdat het licht was geworden. En ze was eerst nog verkeerd gereden. Na een half uur zoeken had ze de boerderij gevonden. Ze had eerst met een verrekijker gekeken. Ze zag niets bijzonders. Daarna
probeerde ze een boer aan te spreken om te vragen wie daar woonde. De boer had nors geantwoord dat het haar zaken niet waren.
Ze besloot om de poort van het hek dat om het weiland stond open te maken en naar de boerderij te lopen. Dat deed ze heel voorzichtig, om niet al te vies te worden. Ze kwam aan bij de boerderij en belde aan. Er werd niet opengedaan. Dat had ze ook niet verwacht. Ze liep rond de boerderij om te kijken of ze iets vreemds zag. Toen ze rond het huis was gelopen, ging ze naar de schuur toe. Door de grote plassen op het weiland, moest ze soms omlopen om bij de schuur te komen. Ze pakte nogmaals de foto, die ze met haar printer had afgedrukt, uit haar jaszak en keek ernaar. “Dit moet het zijn,” zei ze tegen zichzelf.
Nog steeds was ze vertwijfeld over de keuze van Edgar de Vries. Ze stelde zich voor hoe het was als er geen plassen waren. Waar zouden Chantal en Robert hebben gestaan? Wat had Edgar hier willen bereiken? Een mooi bruidspaar op de voorgrond met een oude, vervallen schuur en wat elektriciteitsmasten op de achtergrond. Ze bleef het raar vinden. Of zou deze foto helemaal niet op de DVD hadden moeten staan? Waarom had ze het eigenlijk niet gewoon gevraagd aan hem? Ze vond het een beetje vreemd om naar hem toe te gaan en te vragen naar deze locatie. “Edgar, ik snap niet goed waarom dit een fotolocatie is voor een bruiloft. Kun je het me uitleggen?” Nee, dat vond ze raar om te vragen, ondanks dat Edgar gemakkelijk benaderbaar is. Het had haar maanden van zoekwerk kunnen besparen.
Ze liep verder naar de schuur. Ze vroeg zich af of ze de moed had om naar binnen te kijken. Ze was nog enkele meters verwijderd van de schuur verwijderd, toen ze opnieuw om een grote plas heen moest lopen. Terwijl ze dat deed hoorde ze een schot. Ze dook van schrik naar de grond. Haar kleding, haar gezicht en haren waren gelijk doorweekt en vies. Er volgde nog een schot. Deze kwam enkele meters van haar vandaan in een plas terecht. “Een boze boer,” dacht ze. “Stop met schieten, alstublieft,” riep ze paniekerig. Maar er kwam weer een schot zodra ze probeerde op te staan met haar handen in de lucht.
Opnieuw moest ze zich op de grond laten vallen. Ze besloot om voorzichtig over de grond, door de plassen, verder te kruipen naar de schuur, zodat ze niet meer geraakt kon worden.
Ze vroeg zich af waarom de persoon die op haar schoot niet naar buiten kwam. Ze kon niets doen. Ze was ongewapend en dat had haar belager toch wel door moeten hebben. Ze kroop stukje voor stukje verder. Haar schoenen en broek zaten onder de modder en haar handen waren helemaal vies, waardoor ze er afschuwelijk uitzag. Er werd nog een paar keer geschoten. De kogels kwamen in de buurt van haar terecht, maar raakten haar gelukkig niet. Ze wist de achterkant van de schuur te bereiken. Ze keek angstig om zich heen. Hier zou ze maar voor even veilig zijn. Ze zag honderd meter verderop wat bomen staan. Als ze die zou kunnen bereiken, zou ze daarna wellicht naar haar auto kunnen rennen.
Maar de schutter zou haar zonder veel moeite kunnen raken. Ze had niet veel tijd om na te denken. Ze besloot zich zo klein mogelijk te maken en zo hard te rennen als ze kon. Ze hoorde achter zich voetstappen. Ze rende zo hard ze kon. Ze hoorde geen schoten meer. Ze hoorde wel een geluid dat klonk alsof de schutter zijn geweer opendeed. Wellicht moest hij nieuwe kogels in zijn geweer stoppen. Was dat haar redding? Ze had het risico genomen om naar de bomen te rennen. Had ze eigenlijk wel een andere keuze?
Het leek een eeuwigheid te duren voordat ze bij de bomen aankwam. Ze hoorde weer een geluid achter haar. Ze hoorde een knal en dook weer op de grond. Daarna kroop ze in snel tempo door naar de bomen. Uitgeput bereikte ze de bomen. Ze moest zich vlug oriënteren hoe ze bij haar auto kon komen. Rechtsom zou de meest logische weg zijn, maar dat zou haar schutter wellicht ook denken. Ze zag van achter de boom dat hij inderdaad die kant op liep. Ze ging daarom linksom. Ze deed haar schoenen uit om minder geluid te maken. Ze liep van boom naar boom. Na een honderd meter begon een slootje. Hier stond een klein laagje water in. Ze was toch al nat en vies. In de sloot zou ze minder opvallen. Ze liepen voorovergebogen door de sloot
heen. Het voordeel van alle modder op haar jas was dat ze minder opviel. Na tien minuten wist ze haar auto te bereiken. Ze liet in eerste instantie haar lichten uit. Ze wist niet hoe snel ze weg moest rijden.
Ze reed met volle vaart naar huis. Maar ze ging niet naar haar huis, maar naar het huis van Frank Verhaaghen. Met de ene hand belde ze onophoudelijk en met de andere hand ramde ze op het raam, alsof ze nog steeds achtervolgd werd. De adrenaline zat nog helemaal in haar lijf. Frank deed snel open en zag zijn buurvrouw helemaal vies, nat en vooral in paniek. “Mandy?” vroeg hij oprecht bezorgd. Ze rende naar binnen en maakte daarbij de vloer nat en vies. Frank vond dat geen probleem. Hij was veel te bezorgd. “Er is op mij geschoten,” schreeuwde ze uit. Ze ging met haar vieze kleding tegen hem aanstaan, sloeg haar armen om hem heen en begon te huilen. “Rustig, Mandy, rustig,” probeerde hij haar te kalmeren. Frank voelde haar helemaal beven van angst.
Na vijf minuten was Mandy enigszins gekalmeerd. Frank trok snel wat anders aan en ze liepen samen naar haar huis. “Ga je eerst maar wassen en omkleden. Ik help je later wel met het schoonmaken van je auto.” Mandy volgde het advies van Frank op. Toen ze tien minuten later beneden kwam, vroeg Frank op rustige toon wat er gebeurd was. “Ik was op zoek naar de fotolocaties die op de foto-DVD van de bruiloft stonden en…” Frank onderbrak haar. Hij was helemaal verbouwereerd. “Stop even. Fotolocaties op de foto-DVD? Wat bedoel je?” vroeg hij. “De DVD die Robert had gekregen van Edgar de Vries. Die had ik gekopieerd.”
Frank snapte er niets van. Er stonden toch geen fotolocaties op de DVD. Johan Verkerk had kopieën gemaakt. De foto’s hadden ze uitgebreid bekeken. “Mandy, ik snap je niet. Sorry. Maar op de DVD staan toch alleen foto’s van de bruiloft zelf?” vroeg Frank. Ze schudde haar hoofd. “Nee, Robert heeft twee verschillende Dvd’s ontvangen. Edgar had eerst een DVD gemaakt waar per ongeluk de foto’s van de mogelijke locaties voor de trouwrapportage op stonden. Ik denk dat hij dat gebruikt heeft om aan Chantal te laten zien om ideeën op te doen. Deze hoorde uiteraard niet op de DVD thuis, dus brandde Edgar nog een exemplaar. Hij
vond het zonde om weg te gooien, dus had hij deze ook aan Robert gegeven als een back-up.”
Frank vloekte van binnen. Johan Verkerk had dus niet alles gekopieerd. Wat een sukkel! En daardoor liep het onderzoek al maandenlang vertraging op. En nog erger: een onschuldige burger was hierdoor in gevaar gekomen. En niet zo maar een onschuldige burger: zijn buurvrouw. Frank wist één ding zeker. Hier zou Johan Verkerk grote problemen mee krijgen. Daar zou hij persoonlijk voor gaan zorgen.
“Waarom ben je deze locaties op gaan zoeken?” vroeg Frank. “Ik zag het als een soort rouwproces. Ik hoopte dat ik hiermee voor mezelf een hoofdstuk kon afsluiten. En misschien kon ik jullie helpen,” gaf ze als antwoord. “Mandy, een burger moet het onderzoeken van misdrijven aan de politie overlaten. Je hebt jezelf hierdoor in gevaar gebracht. Dat vind ik niet verstandig. Waarom heb je me niets verteld van je zoektocht? Dan had ik je kunnen helpen?” Ze kon daar geen antwoord op geven. “Geeft niets, daar hebben we het later wel over. Vertel eens wat er vanochtend allemaal gebeurd is,” vroeg Frank.
Ze vertelde verder wat er vandaag was gebeurd. Haar gezicht was helemaal wit en angstig toen ze het vertelde. “Kom, Mandy, ik ga je helpen. Ik ga zo naar het bureau. Ik laat het team bijeenkomen en ga daarna bij die boerderij kijken. Ik laat ondertussen je huis bewaken. Kun je daarmee vooruit?” Ze knikte. “Ik kom vanavond weer bij je langs. Sterkte.”
Hij belde de korpschef en legde het hele verhaal uit. De korpschef liet het hele team direct naar het bureau komen. Frank nam afscheid van Mandy. “Over een half uur is hier een agent om je huis te bewaken, mogelijk al eerder.” Frank verliet het huis en ging direct naar het bureau.
Een kwartier later was iedereen aanwezig, inclusief de korpschef. Frank begon zijn verhaal. “Luister, vandaag is iets ernstigs gebeurd met ernstige gevolgen voor één van jullie.”
Frank zag dat de groep schrok. “Mandy Sanders is vandaag meerdere malen beschoten. Ze had een kopie van de DVD gekregen van Robert Smits, waar per ongeluk ook de foto’s op stonden van de mogelijke locaties voor de bruidsrapportages.” Johan slikte. Hij voelde de bui al aankomen. “Ze is vandaag bij het bezoeken van één van die locaties beschoten. Ze heeft zeer angstige momenten meegemaakt. Verkerk, jij hebt die kopie gemaakt.” En Frank hield daarna zijn mond. Dat was ook voldoende. De andere teamleden keken naar Johan.
“Robert heeft het verteld, maar ik dacht dat het niet belangrijk zou zijn,” zei hij met een onzekere zachte stem. De korpschef nam het van Frank over. “Johan, je begrijpt dat dit ernstige gevolgen heeft. Een onschuldige burger is door jouw grove nalatigheid onnodig in gevaar gebracht. Ze had wel dood kunnen zijn. Verder is het onderzoek vertraagd door deze fout. Je bent geschorst en afdeling Interne Zaken zal onderzoek naar je doen. Je kunt nu je legitimatie en je dienstwapen bij me inleveren.” Johan pakte zijn spullen en gaf het aan de korpschef. “Je kunt nu gaan. Je wordt volgende week opgeroepen voor verhoor door Interne Zaken.” Johan ging weg zonder iets te zeggen.
Frank ging verder. “Muriëlle, hier is de DVD met de locaties. Ik wil dat jij deze grondig analyseert, en vooral de boerderij. Wie is de eigenaar, wie waren de eigenaren in het verleden. Mutaties in het kadaster. Alles. Mohammed, jij gaat met me mee naar de boerderij. Er zijn al twee agenten ter plekke om te kijken of de schutter er nog is. Maar die kans acht ik klein. Maar voor alle zekerheid: doe toch maar een kogelvrij vest aan en je dienstwapen schietklaar houden.”
Hij keek nog naar de blik van Muriëlle. Hij wist dat ze graag mee had gegaan naar de boerderij. “Muriëlle, jij bent de beste in het maken van snelle en goede analyses. Ik weet dat je graag zou meewillen, maar ik moet nu gebruik maken van jouw sterke kanten. Jij kunt die taak als beste. En het is nu heel belangrijk.” Muriëlle ging er van stralen. Frank had opgemerkt dat ze teleurgesteld was. Dat was al fijn om te horen. Maar het deed haar helemaal goed dat hij zei dat zij de beste was in het maken van scherpe analyses. “Dat is akkoord, Frank. Je krijgt mijn analyse.”
In de auto nam Frank contact op met de agenten die al ter plekke waren. Ze hadden nog niemand op het weiland gezien. Ze hadden ook de boerderij van buitenaf bekeken, door de ramen gekeken en de schuur onderzocht. Frank en Mohammed waren snel bij de boerderij. Ze pakten hun dienstwapens in de hand en liepen naar de boerderij toe. “Bel maar aan,” zei Frank tegen een agent. Er gebeurde niets. De agent probeerde het een aantal malen. Ook werd er op de deur geklopt. “We gaan naar binnen. We hebben een huiszoekingsbevel,” zei Frank. “Hebben we al iets van Muriëlle gehoord?” vroeg Mohammed. “Bel eerst maar,” antwoordde Frank.
“Muriëlle, met Mohammed. Weet je al wat meer over de boerderij?” Muriëlle kon helaas nog niet veel vertellen. “Het is een buitenlandse vennootschap die deze boerderij heeft gekocht. Be aWare holding is de naam, een beveiligingsbedrijf. Ik ben aan het onderzoeken wie de eigenaar is. Maar op zondag zijn de officiële instanties niet open.” Mohammed gaf de informatie door aan Frank. “Zeg maar tegen Muriëlle dat we daar morgen mee verder gaan. We gaan nu de boerderij in voor onderzoek.” Mohammed gaf het door aan Muriëlle en verbrak de verbinding.
Een agent probeerde de deur in te trappen, maar dat viel nog niet mee. Ze hadden ook een breekijzer meegenomen. Na enkele minuten waren ze binnen. Ze keken rond. De hal had iets onrealistisch. Er stond een kapstok zonder jassen. Er stond een tafel met een kleedje erop en een dikke kaars die brandde. Verder was de tafel leeg. Op het plafond en aan de muren zaten veel spinnenwebben, terwijl de vloer redelijk schoon was. “Woont hier iemand of niet?” vroeg Mohammed. “De kaars brandt,” gaf Frank als antwoord. “Maar ik snap wat je bedoelt. Het klopt niet. Een kapstok zonder jassen.” Mohammed wees op de tafel. “En geen fotolijstjes. De meeste mensen hebben wel fotolijstjes op dit soort tafeltjes staan of aan de muur.”
“De meeste wel, maar niet iedereen, Mohammed. Voel de temperatuur eens. Hier heeft al lang geen verwarming meer aan gestaan. Nee, het klopt niet.” Mohammed draaide plotseling zijn hoofd naar het trappengat. “Sst,” zei hij. Ze
luisterden even. “Volgens mij hoor ik muziek boven.” Frank hoorde het ook. “Jullie blijven beneden. Mohammed en ik gaan boven kijken.”
Frank en Mohammed liepen voorzichtig naar boven. Boven deed Mohammed een van de deuren open. Daarna stonden ze allebei perplex. De kamer was leeg. Er stond alleen een CD speler. Die stond op de herhaalstand voor één liedje: “Ik zag twee beren broodjes smeren.” Frank ontplofte bijna van woede. Hij dacht gelijk aan de teddyberen van Bas en Jasper. Zijn gedachten gingen alle kanten op. Iemand die wist de teddyberen van zijn kleinzoons kwijt waren, heeft hem naar deze boerderij willen lokken. Was er dan toch iemand die de teddyberen doelbewust had meegenomen? Had die persoon hem hierheen gelokt, of was het iemand die wist van de situatie en hem wilde sarren? Maar hoe had deze persoon dat in gang kunnen zetten. Als Mandy niet de fotolocaties was gaan zoeken, was hij hier nooit gekomen. Of wist die persoon daar ook van af? Dan had hij echt een probleem, want dan was het iemand van heel dichtbij. Was er iemand die hem volgde of afluisterde?
“Mohammed, er zit hier iemand op een gruwelijke wijze op mijn zenuwen te werken.” Mohammed kon de boosheid van Frank begrijpen. Hij had dezelfde gedachten dan zijn collega. “Frank, dit lijkt wel een regelrechte actie tegen jou gericht. Dat kan toch niet anders. Het kan geen toeval zijn dat juist dit nummer opstaat en dan ook alleen dit nummer.”
“Mohammed, wie? Wie heeft er in godsnaam zo’n hekel aan mij dat mijn kleinkinderen daar de dupe van worden? Wie is de slapjanus die in plaats van tegen mij te praten, mijn kleinkinderen pakt? Wie, Mohammed?” Frank belde naar Muriëlle. “Muriëlle, nieuwe opdracht. Iemand heeft het tegen mij persoonlijk gemunt.” Ze schrok. “Hoezo dan?” vroeg ze. “Ik leg het je later wel uit. Wil je zo spoedig mogelijk een lijst maken met namen van personen die ik vroeger heb opgepakt en onlangs zijn vrijgekomen? En zeg zo min mogelijk door de telefoon. Ik hoor het liever persoonlijk. ”
“Frank, of zou het wraak zijn van een handlanger van Dennis van Bruinisse? Hij is per slot van rekening gedood door een van onze acties.” Frank dacht na over deze optie van Mohammed. “Ik denk het niet. Dan had Dennis de beren van mijn kleinzoons al moeten hebben voordat wij in actie kwamen. Het lijkt me onwaarschijnlijk.” Frank voelde zich steeds gefrustreerder worden door al die zaken die onopgelost bleven. Waarom lukte het hem niet om de moordenaar van Chantal Smits te vinden, de ontvoerder van de teddyberen te vinden en degene die een aanslag of beide aanslagen had gedaan op Marcel? Hij ging steeds meer aan zichzelf twijfelen. “Verdomme, Weenink, geef me vanuit de hemel alsjeblieft nog één keer de verlossende tip?” riep hij luid. De stem van Frank klonk zowel smekend als gefrustreerd. “Bart?” vroeg Mohammed.
“Mohammed, ik voel me gefrustreerd door alle tegenslagen en zeker degene die ik zojuist heb ontdekt. Met alle respect voor jou en Muriëlle, maar op zulke momenten mis ik Bart toch wel. Hij wist me altijd uit de problemen te helpen. Altijd. Ik heb zoveel succes aan hem te danken. Als ik weer eens vast zat in een zaak, kwam Bart altijd met een nieuw inzicht. Vaak leek dat in eerste instantie helemaal nergens op, maar meestal had hij het wel bij het juiste eind. En dat mis ik nu. Zijn inzicht, maar ook zijn persoon.” Frank werd even stil. Mohammed liet hem even. Hij besefte maar al te goed hoe hij zich moest voelen.
“Mohammed, je wilt niet weten hoe vaak ik mezelf verwijt dat ik hem destijds niet meer gesteund heb. Hij was zijn gezin plotseling verloren en ik was vanaf dat moment de belangrijkste persoon voor hem. Dat heb ik me toen veel te weinig gerealiseerd. Ik heb daarom voor mijn gevoel veel te weinig gedaan om hem te helpen. Ik kan soms zo bot overkomen, zo onpersoonlijk. Ja, Mohammed, ik weet echt wel wat mijn zwakke punten zijn.” Het bleef even stil.
“Frank, je moet jezelf de dood van Bart niet verwijten. Dat was een ongeluk,” zei Mohammed om hem wat te bedaren. “Nee, Mohammed, zijn dood verwijt ik mezelf niet, maar wel dat ik er onvoldoende was toen hij zich zo ongelukkig was. Ik had veel meer kunnen doen. Ik mis hem gewoon verschrikkelijk.”
“En toen Marcel…” begon Mohammed. “Toen Muriëlle min of meer hetzelfde overkwam als Bart, kwam alles weer naar boven. Ik kan gewoon niet met zulke situaties omgaan. Ik word daar gefrustreerd van. Waarom moet mij dat overkomen? Waarom moet dat mijn team overkomen? Een gevoel van machteloosheid. En dat reageer ik dan af op mijn hardwerkende collega’s. Mohammed, het is niet goed te praten. Iedereen heeft zijn zwakke eigenschappen. En deze is van mij. Ik werd weer boos op mezelf dat ik deze slechte eigenschap bezit, ik sliep slecht, maakte allerlei verwijten tegen mezelf. Ik kan dit alles helaas niet meer aan Bart vertellen.”
“Maar wel aan Muriëlle. Het zou haar goed doen als je dit ook tegen haar vertelt,” zei Mohammed. Frank dacht even na. “Misschien moet ik dat maar doen. En dan zit ik nog met Verkerk. Wat moet ik toch met hem?” Mohammed wist dat Frank Johan nooit helemaal geaccepteerd had. “Frank, als je mijn advies wilt hebben…” Frank knikte. “Johan is geen Bart. Johan heeft weer andere goede en minder goede eigenschappen. Accepteer toch dat Johan geen kopie is van Bart. Laat het los. Probeer Johan te accepteren om hoe hij is.”
“Mohammed, dat zijn mooie woorden. Johan zal best zijn goede eigenschappen hebben. Maar hij heeft al zoveel fouten gemaakt. En daarnaast is hij soms zo onhandig in de verhoren met verdachten. Ik heb meer last van hem dan profijt.” Mohammed wilde het toch voor zijn collega opnemen. “Maar bij de actie tegen Dennis van Bruinisse heeft hij toch goed werk verricht?” Frank kon dit feit op zich niet ontkennen. “Mohammed, eens. Dat zal ik niet ontkennen. Maar hij heeft zoveel fouten gemaakt in deze zaak. Hij blijft zich richten op Edgar de Vries, terwijl alle feiten dat tegenspreken. Als tweede heeft hij de DVD niet volledig gekopieerd, waardoor Mandy Sanders in gevaar is gekomen. Als derde heeft hij grote fouten gemaakt bij de verhoren van Rik Grootveld en Robert Smits. Ik ga hem toch niet vertellen dat hij goed werk heeft verricht bij Dennis van Bruinisse?” Mohammed wist even niet wat hij daar op moest zeggen. Johan had inderdaad wel grote steken laten vallen, dat kon hij niet ontkennen. Frank besefte dat hij misschien wel te open was geweest tegen Mohammed. Het
was niet gebruikelijk om over andere collega’s te praten zonder dat ze erbij waren. “Mohammed, misschien is het niet verstandig om dit allemaal tegen jou te vertellen, maar ik had er even de behoefte aan.” Mohammed kon dit wel begrijpen. “Het is goed, Frank. Ik denk dat het goed is dat je jouw hart een keer gelucht hebt. Ik houd het voor me. Daar kun je van op aan.”
Niet lang daarna kwam een agent naar boven. “Rechercheur, kom snel kijken.” Frank en Mohammed liepen snel naar beneden en gingen met de agent naar buiten. Op de muur waren twee woorden met een graffiti spuitbus geschreven. Het stond er met grote rode letters:
TOCH WEL “Verkerk,” riep Mohammed. “Dat kan niet anders, Frank. We spraken net over hem. Je zei tegen me dat je toch niet ging vertellen dat hij ook goede dingen had gedaan, na al zijn fouten?” Frank begon opnieuw te koken. “Je hebt gelijk. Verdomme, Mohammed, je hebt gelijk. En hij heeft alles gehoord wat we zeiden.” Op dat moment hoorde ze een crossmotor met volle vaart wegrijden. Van achter het huis naar de rand van het weiland. Het had geen zin om te schieten. Ze zagen de persoon in zwarte kleding afstappen en over het hek springen. Waarschijnlijk naar een auto. Frank sloeg met zijn vuist tegen de muur.
Hij pakte gelijk zijn telefoon en belde de korpschef. “Arresteer Johan Verkerk. Onmiddellijk.” De korpschef vroeg eerst rustig wat er aan de hand was. “Toen Mohammed en ik binnenkwamen in de boerderij stond ‘Ik zag twee beren broodjes smeren’ op. Dat is een regelrechte hint naar de gestolen teddyberen van mijn kleinzoons. Het was geen toeval, want de CD speler stond ingesteld dat alleen dat nummer herhaald werd. Vervolgens praatten Mohammed en ik over de verschillen tussen Bart Weenink en Johan Verkerk. Dat gesprek eindigde met mijn woorden dat ik na alle fouten van Johan toch niet aan hem ga vertellen wat hij goed heeft gedaan. Enkele minuten later stond met grote rode letters op de muur geschreven ‘toch wel.’ Dat kan alleen hij gedaan hebben. Toen ging bij mij alles dagen. Hij heeft bewust de DVD niet gekopieerd. Hij
heeft bewust vastgehouden aan Edgar de Vries, om ons op een dwaalspoor te zetten. Hij wist af van de terugkomst van Marcel en van het feit dat Muriëlle eerder naar huis mocht van mij. Hij wist wanneer Marcel weer weg ging in januari. En hij heeft mijn vrouw lopen opstoken dat ze op reis moest gaan.”
“Geef mij Mohammed even,” vroeg de korpschef. Mohammed nam de telefoon over van Frank. De korpschef vroeg wat Mohammed er van vond. “Ik kan niet anders concluderen dan dat Frank gelijk heeft. Ik kan het nauwelijks geloven dat Johan dit allemaal gedaan heeft.” De korpschef vroeg zich af of Mohammed wel de moed had om Frank tegen te spreken in zijn aanwezigheid. “En welke motivatie zou Johan hiervoor moeten hebben?” vroeg de korpschef. “Ik kan natuurlijk niet in zijn koppie kijken. Maar ik kan me wel voorstellen dat hij gefrustreerd was dat Frank hem nooit geaccepteerd heeft. Frank vergeleek Johan altijd met zijn voorganger. Frank is nooit gelukkig geweest met Johan als partner.”
“Dat is me bekend. Maar dan is hij wel erg doorgeslagen. Geef Frank even terug,” vroeg de korpschef. “Frank, weet je waar hij nu is?” Frank baalde dat hij moest vertellen dat Johan net ontsnapt was. “Ik heb niet kunnen zien in welke auto hij is gestapt, nadat hij over het hek is gesprongen. En laat de technische recherche komen. Deze boerderij moet van voor tot achter doorzocht worden. Ik vermoed dat er afluisterapparatuur aanwezig is.”
Frank zette Mohammed af bij het bureau. “Het einde van de zaak is in zicht,” zei Frank tegen Mohammed voordat deze uitstapte. “Maar wat is het verband met Chantal Smits?” vroeg Mohammed. “Daar ben ik ook over aan het nadenken. Laten daar morgen mee aan de slag gaan.” Ondanks alles wenste Mohammed Frank een fijne avond toe en stapte uit. Frank reed door naar Mandy om haar te vertellen dat ze de vermoedelijke dader gepakt hebben. Ze was opgelucht. “Heb je zin om samen Chinees te gaan eten?” vroeg ze. Frank had niet zo veel zin om voor zichzelf te koken. Dus dit was een onverwachte verrassing.
Tien minuten later waren ze bij het Chinees restaurant. “Je ziet er een stuk beter uit dan vanochtend,” zei Frank met een lach. “Gelukkig wel. Ik heb een lekker warm bad genomen en daar extra lang ingezeten. Ik voelde me zo enorm vies na al die modderbaden van vanochtend. Bedankt dat je zo snel actie hebt ondernomen. Dat waardeer ik, Frank.” Ze zag er zichtbaar opgewekt uit. “Graag gedaan.”
Ze bestelden hun eten en praatten over van alles. Het werd een gezellige avond. Frank wilde niet over de zaak praten en Mandy had behoefte aan een gezellige avond. Het leek een soort stilzwijgende overeenkomst om niet over de zaak en niet over Chantal te praten. Aan het einde van de avond vroeg Mandy hoe het met Anki ging. Daarmee veranderde de sfeer. Ze voelde dat Frank dit geen leuk onderwerp vond. Hij werd er even stil van. “Sorry, Frank, ik zie je stil worden. Ik wist niet dat het zo gevoelig lag.” Mandy had al spijt dat ze er over begonnen was.
“Ik mis haar vreselijk. Ik heb het nooit leuk gevonden dat ze voor lange tijd is vertrokken. Onder het motto dat zij toch ook wel eens wat leuks mag doen kon ik niet weigeren. Psychologische chantage noem ik zo iets. Is dat iets van vrouwen of hoe zit dat?”
“Nu moet je niet alle vrouwen over één kam scheren, Frank. Het gaat over Anki. Heb je haar verteld dat je haar zo vreselijk mist?” vroeg Mandy. “Nee, integendeel. Ik ben eigenlijk niet zo aardig tegen haar geweest in de weinige keren dat we contact hadden. Als ik zeg dat ik haar zo vreselijk mis, dan zou het net lijken of ik niet voor mezelf kan zorgen. En ook dat ik haar terug wil hebben en dus haar niet gun om haar wens te doen uitkomen. Nee, dat wil ik niet op mijn geweten hebben.”
Mandy was het hier niet mee eens. “Frank, ik denk dat je hier de plank mis slaat. Je laat nu alleen maar zien dat je boos bent en op die manier laat je juist weten dat je het haar niet gunt. Als je haar vertelt dat je haar mist, geef je aan dat je haar waardeert, dat zij één van de belangrijkste personen uit je leven is. Dat zal haar goed doen. En daarna
kunnen jullie weer normaal met elkaar praten of mailen of wat jullie ook doen. Ze zal heus wel snappen dat je voor jezelf kunt zorgen. Eitje bakken, macaroni maken…”
“Ja, ja, ik kan echt wel meer koken dan een eitje en macaroni. Nu ben je mannen over één kam aan het scheren,” zei Frank. “Ik was je maar aan het plagen. Natuurlijk kun je veel meer en je kunt ook voor jezelf zorgen. Maar zelfs de grootste macho – en dat vind ik je wel – heeft op zijn tijd behoefte aan de warmte en liefde van zijn vrouw. En wat is er mis mee om dat aan haar te vertellen. Daarmee hoeft ze niet gelijk terug te komen. Maar om deze periode door te komen is het misschien al genoeg als jullie af en toe eens lieve woorden tegen elkaar zeggen door de telefoon. Wat is er op tegen?”
Frank bleef even stil. “Wat er op tegen is, is dat het wellicht al te laat is. De ruzie is zo hoog opgelopen, dat ze voorlopig geen contact meer wil en langer wil blijven.” Mandy schrok hiervan. “Het spijt me voor je, Frank. Probeer mijn advies dan eens over een paar weken. Dan is het misschien wat gezakt bij haar.” Frank bedankte haar voor haar advies en voor de fijne avond. Hij betaalde de rekening en bracht Mandy naar huis.
De volgende ochtend werd Frank gebeld. “Peter Verstappen, interne zaken. Ik wil vanochtend met jou spreken en daarna met rechercheur Badhaari en als laatste met rechercheur Doornakkers.” Frank kende Peter goed. Hij stond er om bekend om scherpe en harde verhoren. “Verkerk gaat het heel lastig met hem krijgen,” dacht hij bij zichzelf. “Peter, geen probleem. Ik ben al op kantoor. Ik kan over tien minuten bij je zijn.” Hoe sneller dat Verkerk veroordeeld werd, des te beter, vond Frank. Dat had zijn prioriteit. “Perfect. Neem al jullie bewijsmateriaal mee.”
Aan het einde van de ochtend had Verstappen alle gesprekken gevoerd. Hij belde de korpschef. “Peter Verstappen, interne zaken. Ik heb rechercheurs Verhaaghen, Badhaari en Doornakkers gesproken en al het bewijsmateriaal ontvangen. Mijn complimenten voor de medewerking die ik van jouw mensen heb gekregen.” De
korpschef was blij te horen dat Frank ook zijn medewerking had verleend. Dat was wel eens anders geweest. Hij besefte dat de keuze voor Verstappen daar wellicht wel bij geholpen had. “Wat denk je?” vroeg de korpschef. “Ik denk dat we een sterke zaak hebben. In ieder geval heeft hij grove fouten gemaakt. Of hij daadwerkelijk de schutter bij de boerderij is geweest vind ik nog te vroeg. Daarvoor wil ik hem vanmiddag gaan verhoren. Maar ik heb daar een goed gevoel over. Het verband met de moord op Chantal Smits moeten we nog wel achterhalen. Ik wil voorstellen dat jouw drie rechercheurs gaan samenwerken met een aantal rechercheurs van Interne zaken om dit verband zo snel mogelijk te achterhalen.” De korpschef antwoordde dat hij helemaal achter dit voorstel stond. “Verhaaghen en Doornakkers zijn wel persoonlijk bij de zaak betrokken. Kan ik van hen op aan?” vroeg Verstappen. “Daar zijn ze professioneel genoeg voor. Ik steek mijn hand voor hen in het vuur.” Verstappen was tevreden met dit antwoord.
Na de lunch gingen ze op zoek naar verbanden tussen Chantal en Johan. “Het leeftijdsverschil is maar één jaar. Mogelijk hebben ze op dezelfde school of sportvereniging gezeten,” vatte Muriëlle samen. De scholen kwamen niet overeen. Het zoeken naar mogelijke hobbyclubs of sportverenigingen duurde langer.
Johan was zonder problemen naar de verhoorkamer gekomen. “Peter Verstappen, interne zaken,” stelde Peter zich voor. “Verstappen? Familie van?” vroeg Johan als grapje. “Familie van wie?” vroeg Peter nors. “Karel Verstappen, de rechercheur met wie Frank Verhaaghen altijd overhoop ligt.” Peter Verstappen wist van de slechte verhouding tussen Frank en Karel Verstappen. Ze waren geen familie van elkaar. Hij liep rond de verhoortafel en keek hem recht in de ogen aan. “Verkerk, we zijn hier voor serieuze zaken. En het antwoord is nee.”
“Hoe was je verhouding tot rechercheur Verhaaghen?” vroeg Peter Verstappen aan Johan. “We spraken elkaar altijd met voornamen aan. Dus dat wil ik nu ook doen. Ik voelde me regelmatig gekleineerd door Frank.” Peter stond er om bekend dat hij mensen niet heel lang aan het woord liet. Hij wilde de regie strak in de hand houden. “Hoezo
gekleineerd?” vroeg hij. “Hij vergeleek me vaak met zijn voorganger, Bart Weenink. Daarmee maakte hij me vaak duidelijk dat ik niet aan hem kon tippen.”
“En wat zei rechercheur Verhaaghen dan?” vroeg Peter. “Meestal kreeg ik een uitbrander en zei hij er achteraan dat die fout bij Bart Weenink nooit gebeurd zou zijn.” Peter keek heel aandachtig naar de gezichtsuitdrukkingen van Johan. “En wat deed het met jou als hij zoiets zei?” ging Peter verder. “Wat denk je? Dat is niet leuk om te horen,” antwoordde Johan. “Dat vroeg ik niet! Wat voor gevoel had je in dergelijke situaties?” vroeg Peter geïrriteerd. “Ik voelde me vernederd, maar ook strijdbaar. Ik wilde bewijzen dat ik wel toegevoegde waarde had voor het team.”
“Je voelde je vernederd en moest je telkens opnieuw bewijzen. Hoe kun je goed functioneren in een dergelijke relatie met je partner. Als partners moet je blindelings op elkaar kunnen vertrouwen. In een vuurgevecht kan een moment van twijfel fataal zijn. Dus nogmaals: hoe kon jij goed functioneren?” Johan moest hier even over nadenken. “Ik geloof niet dat één van ons beiden zou twijfelen in een vuurgevecht. Dat hebben we onlangs wel bewezen bij de arrestatie van Dennis van Bruinisse,” zei Johan.
“Onzin!” riep Peter nors. “Op de eerste plaats was het geen arrestatie, want hij is omgekomen bij de actie. Op de tweede plaats geloof ik niet dat jij je 200% zou geven om rechercheur Verhaaghen te redden als dat nodig zou zijn. In een fractie van een seconde zou je kunnen beslissen om van die vervelende partner af te komen; en helemaal als je zelf grote risico’s moet nemen.”
“Niet waar. Ik zou alles doen om mijn teamleden te redden!” riep Johan verontwaardigd. “Oh ja, is dat zo? En hoe kon het dan gebeuren dat je niet beide Dvd’s had gekopieerd? Als je jezelf zo graag wilde bewijzen, was dit toch wel een hele rare en domme fout, vind je ook niet?” vroeg Peter die het over een andere boeg wilde gooien. Johan slikte. “Ja, ik geef toe dat het een hele domme fout is. En als daar consequenties aan zitten, zal ik die accepteren.”
Peter stond op en liep naar hem toe. “Dat is te gemakkelijk, jongen. Ik wil weten waarom je die tweede DVD niet hebt gekopieerd, terwijl je wist dat die extra informatie bevatte?” Peter probeerde Johan te intimideren. Johan bleef stil. “Zal ik dan eens vertellen wat ik denk: Je hebt die kopie wel gemaakt, maar voor jezelf gehouden. Je wilde rechercheur Verhaaghen terugpakken voor al die keren dat hij je gekleineerd heeft. Je wist dat bepaalde collega’s van andere korpsen rechercheur Verhaaghen daarop aan zouden spreken. En je wist dat hij daarvan zou balen. Of niet soms?”
“Dat laatste klopt. Ik weet dat hij baalt als hij wordt aangesproken op zijn falen. Maar de rest is onzin en suggestief,” reageerde Johan fel. “Wat heeft dit allemaal te betekenen? Ik word hier behandeld als een crimineel met een arrestatie door vier agenten en vervolgens een verhoor dat me helemaal niet zint.”
De telefoon op het bureau van Frank rinkelde. “Frank Verhaaghen,” antwoordde hij. “Frank, met Jasper van de technische recherche. We hebben de microfoons onderzocht. Er zijn in totaal 12 microfoons gevonden van redelijk hoogwaardige kwaliteit. Ze zijn superklein, maar kunnen het geluid haarscherp opvangen. We vermoeden dat de schutter met een koptelefoon en een kleine ontvanger de gesprekken kon horen.” Frank bedankte voor de informatie. “En in de bezemkast zijn voetafdrukken gevonden met modder erbij.” Frank wist gelijk waarom ze de motorrijder niet eerder gezien hadden. De agenten hadden nog niet alles onderzocht toen ze de letters op de voorgevel hadden ontdekt. “Lag er verder nog iets in die bezemkast?” vroeg Frank. Jasper aarzelde even. “Ik denk niet dat het belangrijk is, maar ik kom zo even naar u toe.”
Vijf minuten later stond Jasper aan het bureau van Frank. Muriëlle en Mohammed waren er ook bij gaan staan. Jasper had een plastic zakje en haalde daar met een pincet een propje papier uit. Frank vouwde het open. Er stond een afbeelding op van een loods. Het huisnummer van de loods was 16. “Mohammed, Muriëlle, willen jullie zo snel mogelijk uitzoeken waar die loods staat?” Beiden gingen gelijk aan de slag. Frank bedankte Jasper.
“Johan, vertel me eens waarom je bent blijven volhouden dat Edgar de Vries de moordenaar is van Chantal Smits?” vroeg Peter Verstappen. “Edgar de Vries had de gelegenheid. Dat is één. Verder vind ik hem een mister nice guy. Hij is voor mij te perfect en als iets te is, dan is het voor mij verdacht.” Peter vond het grote onzin wat Johan riep. Dit waren voor hem geen argumenten die een rechercheur zou moeten noemen. “Dus de pastoor van de kerk die zich ook inzet voor de medemens is daarmee ook een verdachte? Dat is toch geen argument! Wat heb jij in hemelsnaam geleerd op de politieschool?” Johan negeerde de opmerking. “En verder? Wat heb je verder voor briljante ideeën waarom Edgar de Vries verdacht is volgens jou?”
“Voor het geval je me nog serieus neemt: de foto die hij gemaakt heeft. Wat is er zo bijzonder aan die foto van Chantal. Het zou een experiment zijn. Maar wat is er zo experimenteel aan een foto waarin twee personen staan: één in de regen en één in de zon? Dat kunnen toch vele fotografen hem nadoen? Dat het een montage is van twee keer hetzelfde model, maakt het toch niet speciaal? Nee, dit zit me al maanden dwars?”
“Heb je dit gedeeld met de andere leden van het onderzoeksteam?” vroeg Peter. “Nee, die zouden me uitlachen, net als u doet. U gelooft helemaal niets van wat ik zeg.” Daarmee zei Johan de waarheid. Peter geloofde inderdaad niet veel van het verhaal. Peter had nog niet verteld dat hij hier zat in verband met de gebeurtenissen bij de boerderij. Daar zou hij later mee komen. Peter voelde dat Johan zich van de domme hield. Maar hij zou hem steeds verder in het nauw drijven. “Dus je hebt maandenlang een spoor gevolgd, zonder je teamleden erbij te betrekken? Dat vind ik een kwalijke zaak, een hele kwalijke zaak,” zei Peter streng. Binnen het team moest je alle informatie met elkaar delen. “De korpschef wist ervan. Hij heeft onlangs zelfs besloten om een collega van mij naar een workshop van Edgar de Vries te sturen.”
“En dat ontslaat jou om het aan de rest van je team niet te vertellen? Dat getuigt van heel weinig verantwoordelijkheidsgevoel. Rechercheur Verhaaghen is
verantwoordelijk voor het oplossen van de zaak. Hij stelt de prioriteiten en daar hoor jij je aan te houden. Ik neem aan dat dit duidelijk was voor je?” vroeg Peter met een belerende toon. Johan knikte en begon te zweten. “Ik weet dat ik hierin fout ben geweest.” Peter keek heel minachtend naar hem. “Je weet dat je fout bent geweest. En wat heeft het bezoek van rechercheur Doornakkers opgeleverd? Nagenoeg niets. Ze heeft het weekend opgeofferd voor een dwaalspoor van een rechercheur met een obsessie, die zich niet houdt aan afspraken en zijn teamleden niet informeert. Je lacht verdachten uit tijdens het verhoor en maakt grote blunders. Het ziet er niet goed uit voor je, Verkerk.”
Muriëlle had de locatie van de loods snel gevonden. Zodra ze het adres hadden, ging ze met Frank en Mohammed naar de loods. “Muriëlle, bel naar Verstappen. Hij moet op de hoogte zijn van onze acties,” zei Frank. Het verhoor van Johan werd onderbroken door het telefoongesprek. Peter Verstappen vroeg aan Muriëlle om voorzichtig te zijn. “Ik kan nog niet uitsluiten of Johan een handlanger heeft. Houd me op de hoogte,” zei hij tegen haar.
Ze reden op een weg die evenwijdig liep aan het kanaal. “Die Peter Verstappen zal Johan flink aanpakken,” zei Frank in de auto. “Daar heeft hij het ook wel naar gemaakt. Ik kan het nog steeds moeilijk bevatten dat Johan dit allemaal gedaan heeft. Recht onder onze ogen,” zei Mohammed. “De korpschef en zelfs Brink hebben het gezegd: soms moet je zoeken waar je het absoluut niet verwacht. Ik baal nog het meest dat Brink hierin gelijk heeft gekregen.” Frank zag het al voor zich. Brink zou met een grote glimlach op zijn mond zeggen dat hij gelijk had gehad. Aan de andere kant was hij blij dat de zaken bijna waren opgelost. Peter Verstappen zou Johan op korte termijn breken. Het kon niet lang duren voordat Johan zou bekennen. Alleen het verband met de moord op Chantal Smits was voor Frank en zijn team nog een vraagteken. Maar hij was er van overtuigd dat Peter dat ook uit Johan zou krijgen.
“Hoelang zal Johan de gevangenis in moeten als hij schuldig is?” vroeg Muriëlle om iets te zeggen. “Dat zal een optelling worden van meerdere feiten. Het ligt eraan welke feiten bewezen kunnen worden. Maar als hij de moord op Chantal
op zijn geweten heeft, gaat hij voorlopig niet meer vaak de buitenlucht zien.” Frank genoot een beetje toen hij dit zei. Johan zou nooit zijn vriend zijn. Daarvoor waren ze te verschillend. “Arme Johan,” dacht Muriëlle, maar ze durfde het niet hardop te zeggen. Ze dacht na wat Johan gedreven moest hebben om dit allemaal te doen. Ze kon het zelf niet bedenken. Welk geheim droeg Johan met zich mee?
Ze hadden de loods snel gevonden. Met verf was er 16 op geschilderd. De lamp boven de ingang was stuk. Ze stapten uit en zagen dat de voordeur al openstond. Het liep te klapperen. “Dienstwapen gereed houden. We kunnen niet uitsluiten dat Johan een landhanger kan hebben,” zei Frank tegen de andere twee. “Muriëlle, het ziet er donker uit binnen. Heb je een zaklamp bij je?” Muriëlle knikte en wees met haar hand naar haar broekzak. Aan haar riem zat een kleine zaklamp vastgemaakt. “Ik ook,” zei Mohammed er zacht achteraan. Ze liepen zachtjes naar de deur. Frank liep voorop en keek voorzichtig om de hoek, terwijl Mohammed aan de andere kant van de ingang stond. “Zaklamp?” vroeg hij aan Muriëlle. Ze gaf hem de zaklamp. “Er brandt een klein kaarsje op een tafel. Ik kan niet zien wat er verder bij staat. Voor de rest is het donker,” zei Frank. Hij deed de zaklamp aan en scheen naar binnen.
Mohammed ging als eerste naar binnen en deed ook zijn zaklamp aan. Frank volgde en Muriëlle kwam als laatste. Frank scheen langs de muren. In de hoek links achterin leek iets te hangen. Ze liepen er heen. Frank scheen op het onderwerp. Ze moesten goed kijken. “Volgens mij is het Edgar de Vries,” zei Muriëlle geschrokken. Ze liepen dichterbij. Frank draaide zich gelijk om, om te kijken of er niet iemand anders nog in de loods was. Het zou een val kunnen zijn. Frank scheen vlug langs alle muren van de loods en daarna over de vloer. Naast de tafel en Edgar was er niets te zien in de loods. Hij draaide zich terug richting Edgar.
“Omgevallen kruk, hij hangt aan een touw die aan het plafond is bevestigd. Het moet op een zelfmoord lijken,” zei Muriëlle. Frank keek goed naar het lijk van Edgar de Vries. “Of Johan heeft hem vermoord of wellicht is er toch een handlanger van Johan? We moeten er achter komen
hoelang Edgar hier al hangt. Dat zal de lijkschouwing moeten uitwijzen. We moeten alert blijven. Mohammed, ik wil dat jij op de uitkijk gaat staan bij de deur. Ik wil voorkomen dat er iemand plotseling binnen komt met een vuurwapen.” Mohammed knikte en liep naar de ingang.
Muriëlle was ondertussen naar de tafel gelopen. “Frank!” riep ze. Hij snelde naar de tafel. Het was ronduit schokkend wat ze zagen. Op de tafel stonden de twee teddyberen van zijn kleinzoons. Tegen één van de beren stond een foto. Een foto waarvan ze het rechtergedeelte al kenden: Een volkomen gelukkige Chantal in de regen. Het linkerdeel was echter veranderd. Ze zagen Chantal die het uitschreeuwde van pijn en paniek omdat ze levend werd verbrand. Muriëlle moest er bijna van overgeven. “Walgelijk,” riep Frank. “Ronduit walgelijk.” Bij beiden ging maar één gedachte door het hoofd: waarom?
Frank scheen met de zaklamp verder over de tafel en zag dat onder de andere teddybeer een envelop lag. Hij pakte deze op. “Voor Frank,” stond erop geschreven. “Hij wist dat we kwamen,” zei Frank. “Zou hij die foto van deze loods bewust in de boerderij neergelegd hebben?” vroeg Muriëlle. Frank zei niets. Hij opende de envelop. Samen lazen ze de brief.
Beste Frank, Er bestaat geen groot contrast dan tussen goed en kwaad in mijn persoon. Zoals je op de foto hebt gezien, heeft je nieuwe partner het nog niet zo slecht gedaan. Ik was het. Hoe ga je het hem straks vertellen, Frank. Ga je eerlijk toegeven dat je fout zat en hij gelijk had. Ik heb mijn vraagtekens.
Ik heb Chantal vermoord. Op één van de meest gruwelijke manieren die ik kon bedenken: levend verbranden. Natuurlijk was een foto met een contrast tussen regen en zonneschijn geen uitdaging. Daar heb je zeker nooit bij stilgestaan. Ik denk dat je partner dat wel in de gaten had. Nee, dit meesterwerk moest veel grootser zijn: het contrast tussen een perfect gelukkig meisje in de bloei van haar leven versus de intense angsten die ze uitstraalde toen ze levend
werd verbrand. Ik kon me geen groter contrast voorstellen. Het was het sluitstuk van mijn hele serie over contrasten.
Ik zie je al denken. Waarom Chantal? Ze had gewoon pech. Ze was vreselijk naïef en meegaand. En ik vond dat ze bij die jongen toch geen toekomst zou hebben. Die Robert zou binnen de kortste tijden weer zijn oude gedrag vertonen en haar ongelukkig maken. Ze is nu gestorven op het hoogtepunt van haar leven. Mooier kan toch bijna niet?
En waarom kon je geen sporen vinden? Simpel, na een cursus Geweldloze Communicatie waardoor ik heel anders met mensen ben gaan omgaan – Frank, dat zou ook iets voor jou zijn – flink afvallen en veel goede doelen ondersteunen word je vanzelf heel populair. Je krijgt dan van alles voor elkaar. Ik had die dag een auto geleend. Mijn eigen auto stond ook in het bos, voor de sier. Met de geleende auto heb ik haar vervoerd. Dus vond je geen sporen. En de schoenen waren uiteraard ook na eenmalig gebruik goed voor kleding die naar de derde wereld gaat.
En waarom? Dat is de vraag die jou bezig zal houden. Die vraag spookt door jouw hoofd. Ik weet het zeker. Waarom? Om jou, Frank. Jouw opschepperig gedrag, altijd alle successen zelf claimen, bijna nooit een bedankje of compliment naar je team. Je denkt alleen maar aan jezelf en aan de zaak. Wat deed je toen de vriend van Muriëlle van de weg werd gereden? Niets. Geen enkele empathie. Je wilde zelfs niet dat anderen er aandacht aan besteedden. Je bent dus niets veranderd. Waarom ik die bom heb geplaatst en hem van de weg heb gereden? Gewoon, om te kijken of je tegenwoordig anders met je teamleden omgaat. Maar je hebt me weer teleurgesteld. Waarom ik hem moest hebben? Ik vond hem een opschepperig figuur. Altijd pochen over zijn nieuwe auto, zijn nieuwe gadgets en over zijn vriendin Muriëlle. Niet respectvol, maar ordinair. Muriëlle verdient beter. Daarom. Het was overigens wel een risico om hem van de weg te rijden, maar hij deed perfect mee. Hij reed zo de sloot in.
Terug naar de waarom vraag. Ik wilde je frustreren door je een zaak te geven die je niet kon oplossen. Het stelen van de
teddyberen van je kleinzoons moest zorgen voor een extra frustratie. En dat is wel gelukt, geloof ik. Na de avond oppassen wist ik precies waarmee ik ze het hardst kon treffen. Hoe ga je straks je kleinzoons uitleggen dat de ontvoerder zelf de teddyberen heeft teruggebracht? Doe je het wel eerlijk, Frank?
En dan is het me gelukt om Anki op reis te sturen. Het ging eigenlijk zo makkelijk. Komt dat omdat je veel te weinig aandacht aan haar geeft? Of omdat je teveel aan jezelf denkt? En dankzij jouw vrouwtje in Bangladesh was ik goed op de hoogte van jouw gemoedstoestand. De techniek staat voor niets.
Nadat je had toegegeven aan Mohammed dat je spijt had dat je te weinig aandacht had gegeven aan je oude partner, nadat hij zijn vrouw en dochter had verloren, vond ik het tijd om je uit je lijden te verlossen. Ik vond het nog wel schattig dat je vroeg om zijn hulp. Je hebt dus eigenlijk niets zelf opgelost. Ik draag het je nu allemaal aan. Hoe voelt dat, Frank? Gefrustreerd? Of ga je straks gewoon aan iedereen vertellen dat jij, en jij alleen, deze zaak tot een goed einde hebt gebracht? Ik vrees het ergste.
Ik denk dat ik je genoeg geholpen heb. De laatste loodjes mag je zelf oplossen. Ik ga nu op weg naar mijn familie. Wie ik ben? Ik ben Bart Weenink.
Einde
Van:
[email protected]
b.w.devries.nl
Aan: Info@e.
Datum: 15-10-2011 Onderwerp: Workshop
B.W. = Bart Weenink
“Muriëlle, met Mohammed. Weet je al wat meer over de boerderij?” Muriëlle kon helaas nog niet veel vertellen. “Het is een buitenlandse vennootschap die deze boerderij heeft gekocht.
Be aWare holding is de naam, een
beveiligingsbedrijf. Ik ben aan het onderzoeken wie de eigenaar is.
“Bart?” vroeg Mohammed. “Mohammed, ik voel me gefrustreerd door alle tegenslagen en zeker degene die ik zojuist heb ontdekt. Met alle respect voor jou en Muriëlle, maar op zulke momenten mis ik Bart toch wel. Hij wist me altijd uit de problemen te helpen. Altijd. Ik heb zoveel succes aan hem te danken. Als ik weer eens vast zat in een zaak, kwam Bart altijd met een nieuw inzicht. Vaak leek dat in eerste instantie helemaal nergens op, maar meestal had hij het wel bij het juiste eind. En dat mis ik nu. Zijn inzicht, maar ook zijn persoon.” Frank werd even stil. Mohammed liet hem even. Hij besefte maar al te goed hoe hij zich moest voelen.
“Mohammed, je wilt niet weten hoe vaak ik mezelf verwijt dat ik hem destijds niet meer gesteund heb. Hij was zijn gezin plotseling verloren en ik was vanaf dat moment de belangrijkste persoon voor hem. Dat heb ik me toen veel te weinig gerealiseerd. Ik heb daarom voor mijn gevoel veel te weinig gedaan om hem te helpen. Ik kan soms zo bot overkomen, zo onpersoonlijk. Ja, Mohammed, ik weet echt wel wat mijn zwakke punten zijn.” Het bleef even stil.
“En toen Marcel…” begon Mohammed. “Toen Muriëlle min of meer hetzelfde overkwam als Bart, kwam alles weer naar boven. Ik kan gewoon niet met zulke situaties omgaan. Ik word daar gefrustreerd van. Waarom moet mij dat overkomen? Waarom moet dat mijn team overkomen? Een gevoel van machteloosheid. En dat reageer ik dan af op mijn hardwerkende collega’s. Mohammed, het is niet goed te praten. Iedereen heeft zijn zwakke eigenschappen. En deze is van mij. Ik werd weer boos op mezelf dat ik deze slechte eigenschap bezit, ik sliep slecht, maakte allerlei verwijten tegen mezelf. Ik kan dit alles helaas niet meer aan Bart vertellen.”
TOCH WEL
“Verdomme, Weenink, geef me vanuit de hemel alsjeblieft nog één keer de verlossende tip?”
De telefoon op het bureau van Frank rinkelde. “Frank Verhaaghen,” antwoordde hij. “Frank, met Jasper van de technische recherche… Lag er verder nog iets in die bezemkast?” vroeg Frank… Jasper had een plastic zakje en haalde daar met een pincet een propje papier uit. Frank vouwde het open. Er stond een afbeelding op van een loods. Het huisnummer van de loods was 16.
Maar een vaste vriend hoefde van haar nog niet. Met haar 16 jaar vond ze dat te jong.
Epiloog Vrijdag 14 oktober 2011 Hoe pak je het leven weer op na zo’n ontknoping? Chantal was slachtoffer geworden van een zielige eenling die wraak wilde nemen op zijn oude baas, omdat hij hem te weinig ondersteund had. Robert kon het nog steeds niet bevatten. Een zwaar traumatische ervaring kan het karakter van een persoon veranderen. Dat was bij Robert ook gebeurd. Hij was niet meer de macho van vroeger. Hij had zelfs geen behoefte meer om uit te gaan. De contacten met veel van zijn vrienden lagen daarom op een laag pitje. Hij wilde verder leven met het enthousiasme die Chantal altijd uitstraalde. Maar het kostte nog veel moeite.
Robert was na al die tijd nog steeds in verwarring. De mooiste foto’s van Chantal en hem waren genomen door degene die haar vermoord had. Wat doe je met zulke foto’s? Robert had de canvasfoto van hun huwelijk van de muur gehaald en die vervangen door een foto die Nancy stiekem had gemaakt. Kwalitatief een veel minder goede foto, maar wel een foto zonder negatieve gedachten. En de overige foto’s van de bruiloft? Na een jaar zat hij nog steeds in dubio. Zijn grote liefde stond op de foto’s, dus hij wilde ze niet weggooien. De foto’s zijn gemaakt door haar moordenaar, dus bekijken wilde hij ook niet meer. Hij had ze op zolder gelegd, uit het zicht. Als hij de klap ooit te boven kwam, zou hij alsnog kunnen besluiten wat hij ermee zou doen.
Hij trof Mandy op de begraafplaats. Ze zeiden niets tegen elkaar. Ze rouwden allebei. Ze rouwden om Chantal die precies een jaar geleden op gruwelijke wijze om het leven was gekomen. Ze kwamen vaak naar de begraafplaats en regelmatig troffen ze elkaar daar. Het was alsof ze een stilzwijgende overeenkomst hadden om niet te spreken op de begraafplaats. Ze rouwden beide in stilte. Na afloop liepen ze terug naar de auto’s en soms besloten ze om steun te zoeken bij elkaar: praten, praten en nog eens praten over wat er gebeurd was. Het hielp om erover te praten, maar het verdriet was er nog niet minder om.
Bij het hek van de begraafplaats troffen ze Muriëlle. “Gaat het?” vroeg ze aan beiden. Robert zakte bijna in elkaar van verdriet. Mandy en Muriëlle gaven hem ondersteuning. Zonder verder iets te zeggen stapten Mandy en Robert bij Muriëlle in de auto. Ze reden naar haar huis. Robert was ondertussen weer wat tot rust gekomen. Ze gingen bij Muriëlle naar binnen. “Wat goed dat je de datum onthouden hebt,” zei Mandy tegen Muriëlle. “Deze zaak kan ik nog steeds niet vergeten. Ik kende hem zo goed. Ik begrijp nog steeds niets van zijn beweegredenen. En daarom begrijp ik jullie verdriet zo goed.” Ze hield even op met praten.
“De enige troost die we hebben is dat de dader ook niet meer leeft,” zei Mandy. “Dat hebben jullie goed opgelost.” Muriëlle schudde haar hoofd. “Nee, Bart Weenink heeft het opgelost, niet ons onderzoeksteam. Hij heeft alle hints zelf gegeven. En bewust. En daarmee is het de eerste zaak waar Frank Verhaaghen niet trots op is. Je hoort hem nooit zeggen dat hij succes heeft gehad of dat hij de zaak heeft opgelost. Die kerel heeft zo’n spoor van narigheid achtergelaten: het ergste is natuurlijk de dood van Chantal; maar ook mijn voormalige vriend is voor het leven gehandicapt; jij bent beschoten, Mandy; twee jonge kinderen hebben maandenlang verdriet gehad om het verlies van hun lievelingsknuffels; de naam van een goede rechercheur, Johan Verkerk, is ten onrechte beschaamd; hij is overgeplaatst; en het huwelijk van Frank Verhaaghen is ten einde.” Ze zuchtte diep.
“In ons team hebben we er veel over gesproken. Het is goed om je gevoelens te delen. Dat zouden jullie ook moeten doen. En ik wil jullie daar ook bij helpen. Dat wilde ik jullie vertellen. Bel me alsjeblieft als je hieraan behoefte hebt.” Robert en Mandy bedankten haar voor het aanbod. Ze bleven nog een uur met haar praten. Daarna bracht ze de twee terug naar de begraafplaats. Mandy stapte in haar auto. Robert liep terug naar het graf van zijn Chantal. Hij knielde voor het graf. Gedurende deze minuten ging er maar één muziekstuk door zijn hoofd: het vierde en treurige deel van de Pathetique van Tchaikovsky.