6
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
nummer 4 augustus 2013
ACHTERGROND
‘Continuïteit in de volkshuisvesting is nu echt volkomen zoek’
Formeel ligt er nog helemaal geen novelle van minister Blok. Maar informeel is zijn via de media uitgelekte voorstel tot aanscherping van de Herzieningswet ingeslagen als een bom. In korte tijd ontstond zowel binnen als buiten de corporatiesector heftig en massaal verzet tegen de beleidsvoornemens van de VVD-bewindsman voor Wonen. “We hebben te maken met kille rekenmeesters en niet meer met volkshuisvesters waarmee we samen aan de beste oplossing kunnen werken,” vindt Jack Vinken, directeur-bestuurder van fusiecorporatie HEEMWonen.
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
nummer 4 augustus 2013
ACHTERGROND
‘De corporaties leveren een belangrijke bijdrage aan een aantrekkelijke en sociale woonomgeving. Zij zetten zich in voor de leefbaarheid in onze wijken en moeten dat ook in de toekomst kunnen blijven doen’ (Foto Luuk van der Lee / Hollandse Hoogte)
DOOR Eric Harms, freelance journalist, twitter@emharms #tvdv
T
erwijl de Herzieningswet nog voorligt aan de Eerste Kamer, de parlementaire enquête woningcorporaties in volle gang is en er allerlei rapporten verschijnen over hoe het beter kan en moet (zoals recent het Aedes-rapport ‘De balans verstoord’ en de rapportage ‘Gemeenten en corporaties; de vrijblijvendheid voorbij/Wederkerig en verplichtend’ van de Commissie Dekker), meende minister Stef Blok van Wonen dat de tijd rijp was voor een verdere aanscherping van de wet- en regelgeving voor de corporatiesector.
De novelle op de herziene Woningwet was eind maart per brief aan de Tweede Kamer al aangekondigd in de reactie van de bewindsman op de rapportage van de Commissie Hoekstra. Daarin werd onder andere gemeld dat in afwijking van de Herzieningswet, zowel het financiële als het volkshuisvestelijke toezicht weer in handen van de rijksoverheid zou worden gelegd. Dat leverde al direct het nodige commentaar op. Uit de versie van de novelle die medio mei voor commentaar werd uitgestuurd, bleek echter dat het daar wat Blok betreft niet bij zou blijven. In feite betekende de novelle niets meer of minder dan een eerste stap op weg naar de verwezenlijking van een langgekoesterde liberale wens: het einde van de woningcorporatie als maatschappelijk gebonden onderne-
7
8
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
nummer 4 augustus 2013
ACHTERGROND
ming, die opereert op de scheidslijn tussen publiek en privaat. Terug in het hok, was in feite de boodschap. Woningcorporaties dienen zich voortaan structureel te richten op de zogeheten doelgroep van beleid, huishoudens met een inkomen tot 34.000 euro, en incidenteel op de middeninkomens tot 43.000 euro. De corporaties komen daarnaast onder directe aansturing te staan van de gemeenten. En activiteiten die ook door de markt ontplooid zouden kunnen worden, zijn in de toekomst voor corporaties uit den boze. Om dat laatste te bereiken ging Blok veel verder dan de door de Europese Commissie opgelegde organisatorische scheiding tussen de Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) en de meer commerciële activiteiten (de zogeheten niet-DAEB activiteiten). De minister stelde namelijk een juridische scheiding voor. Alle niet-DAEB activiteiten, zoals winkels, kantoren, duurdere huur- en koopwoningen, zouden moeten worden ondergebracht in het tijdelijke vehikel van de overgangs-bv’s om vervolgens zo snel mogelijk te kunnen worden afgestoten. ‘Geen waardering’ De voorstellen gingen ver, en voor velen te ver. Zoals voor de ruim negentig PvdA-wethouders die in een open brief dwars voor de novelle gingen liggen. Natuurlijk is er heel veel misgegaan in corporatieland, luidde hun stelling. “Maar we willen wel bestrijden dat alle corporaties per definitie niet deugen en dat de sector als geheel “bestraft” moet worden voor de incidenten van een minderheid.” Op lokaal niveau zijn de ervaringen namelijk veel positiever. “In onze gemeenten vervullen corporaties taken die wij als lokale bestuurders niet graag willen missen. Naast het bouwen en beheren van een sociale woningvoorraad bestaat die bijvoorbeeld uit het – samen met zorginstellingen - oprichten en beheren van wooncomplexen voor ouderen of mensen met een beperking. Dit is een taak die extra aandacht verdient nu de scheiding van zorg en wonen nabij is. De corporaties in onze gemeenten leveren een belangrijke bijdrage aan een aantrekkelijke en sociale woonomgeving. Zij zetten zich in voor de leefbaarheid in onze wijken en moeten dat ook in de toekomst kunnen blijven doen.” In die situatie past deze ingreep niet, zo stellen de ondertekenaars. “Het generale oordeel dat u met enkele Kamerleden velt over corporaties en de daaruit voortvloeiende maatregelen kunnen we daarom niet ondersteunen. (…) We hebben geen waardering voor een generaal negatief oordeel en erkennen dat een generaal positief beeld van corporaties net zo min op zijn plaats is. Wij willen er voor pleiten deze maatregelen een zodanige vorm te geven dat goed functionerende corporaties ermee uit de voeten kunnen. We denken bijvoorbeeld aan een verplichte investeringsagenda (als onderdeel van de verhuurdersheffing), verbetering van de transparantie en prestatieafspraken met lokale overheden.” ‘Jammer’ Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kwam in het geweer en ageerde eind juni met name tegen de juridische scheiding. In de Herzieningswet zijn immers al de nodige maatregelen genomen om te komen tot een adequaat level-playing-field. En dus is de vraag: voor welk probleem is de juridische splitsing de oplossing? Het is in de ogen van de VNG een aanpak zonder meerwaarde maar met veel nadelen. Het betekent de doodsteek voor de gemengde projecten in achterstandswijken maar ook in krimpgebieden, waar commerciële partijen nauwelijks bereid zijn om in te investeren. De kredietwaardigheid van de corporaties wordt er serieus door aangetast, wat meteen ook van invloed is op de gemeentelijke achtervang via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. En het is niet te voorspellen welk gedrag de corporaties zullen gaan vertonen wanneer de scheiding eenmaal een feit is. De VNG in haar brief aan Blok: “Wij vinden het jammer dat dit voorstel
is opgenomen in de novelle, omdat daarmee een voortvarende behandeling in het parlement bemoeilijkt lijkt te worden. De Herzieningswet, die in grote lijnen onze instemming heeft, kent al een zeer lange aanloop en wij zouden juist graag zien dat het parlement snel tot besluitvorming kan komen. Wij geven u uitdrukkelijk in overweging om het voorstel voor een juridische scheiding in deze vorm te herzien.” ‘Continuïteit is zoek’ Emeritus hoogleraar volkshuisvesting Hugo Priemus (nog steeds als (onbezoldigd) hoogleraar aan de TU Delft verbonden en tevens gevestigd als zelfstandig adviseur), kan zich alles voorstellen bij het verzet tegen de novelle. “Over de Herzieningswet was ik redelijk positief. Maar nu is mijn indruk dat het hele wetgevingsproces weer terug bij af is. De Herzieningswet is op vitale punten niet meer van toepassing, zo lijkt het. En daarmee is de continuïteit in het rijksbeleid op het gebied van de volkshuisvesting en ten aanzien van de corporaties echt volkomen zoek.” Dat is overigens iets wat al sinds 2005 aan de gang is, constateert Priemus. “Het mea culpa rapport dat Rudy de Jong in opdracht van Aedes heeft gemaakt (De balans verstoord, EH) plaatst geen enkele opmerking bij het feit dat er tien ministers in tien jaar tijd zijn geweest die er aan de kant van de overheid een gigantische rollercoaster van hebben gemaakt.” De manier waarop Blok zowel het beleidsmatige als het financiële toezicht naar zich toetrekt, vindt hoe dan ook geen genade in de ogen van Priemus. “Deze minister legt doodleuk alle adviezen en rapporten over
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
nummer 4 augustus 2013
ACHTERGROND
Op lokaal niveau houden corporaties zich onder meer bezig met het – samen met zorginstellingen - oprichten en beheren van wooncomplexen voor ouderen (Foto Herman Engbers / Hollandse Hoogte)
het toezicht naast zich neer, en neemt de corporaties in een dubbele Nelson. Als Blok zijn zin krijgt bepaalt hij immers niet alleen zelf voortaan wat de corporaties mogen doen, maar is hij straks ook degene die erop toeziet dat ze het precies zo doen als dat hij het wil en kan hij zelfs als enige sancties opleggen als iets niet naar zijn zin is. Wat er nu dreigt te gebeuren is kwalijk en biedt weinig vertrouwen voor de toekomst.” Ook het voornemen om het speelveld van de corporaties te beperken tot de verhuur van woningen tot aan de liberalisatiegrens en de corporaties te dwingen om alles wat daar boven zit te verkopen kan op weinig sympathie rekenen. “Juist het feit dat de woningcorporaties zowel sociale als marktactiviteiten kan verrichten, is cruciaal gebleken voor de stedelijke vernieuwing en meer recent de krimpgebieden. Het is onmisbaar om de gewenste differentiatie op de woningmarkt te bereiken. De vastgoedbelegger en particuliere investeerders geven namelijk niet thuis als de rendementen niet alleen te laag liggen maar ook nog eens moeilijker zijn te realiseren. Zij passen van oudsher risicoselectie toe, waarbij doelgroepen, stedelijke aandachtswijken, krimpgebieden en hele regio’s in Nederland niet worden bediend. Dat er corporaties zijn die te ver van hun bed zijn geraakt is evident. Een koerscorrectie is daarom dringend gewenst. Zoals ook het geleidelijk verkleinen van de sector het overwegen waard is. Het marktaandeel van corporaties is tussen 1992 en nu overigens al gedaald van 42 tot 31 procent. Maar op deze manier is Blok de sector aan het amputeren en de vastgoedmarkt aan het bederven. Het badwater mag worden weggegooid, maar het kind moet natuurlijk wel worden gespaard.”
Kopje kleiner Het optreden van Blok is overigens alleszins verklaarbaar vanuit het verkiezingsprogramma van de VVD, benadrukt Priemus. “Daarin staat expliciet het voornemen om de corporaties een kopje kleiner te maken. Blok zelf heeft bovendien geen enkel begrip voor deze sector en zal dat ook nooit krijgen. Hij wil de bezuinigingstaakstelling halen en zijn eigen portefeuille overbodig maken, begrijp ik uit de interviews die hij heeft gegeven. Dat zegt genoeg, lijkt me.” Een extra complicatie is dat het kennisniveau op het ministerie van Wonen schijnbaar iets te wensen overlaat. “Kennelijk zijn er bij het rijk nog maar weinig mensen te vinden die voldoende kennis van en affiniteit met de sector hebben. Mensen die weten waar het over gaat, begrijpen wat de fouten zijn, maar tegelijkertijd onderkennen wat er allemaal wel goed gaat, in logische systemen kunnen denken en ook nog eens dicht bij de politieke besluitvorming zitten. Anders kan ik niet verklaren waarom bijvoorbeeld dat prachtige rapport van de SER-Commissie uit 2010 over eigendomsneutraal woningmarktbeleid, respectievelijk Wonen 4.0, het akkoord tussen Woonbond, Vereniging Eigen Huis, NVM en Aedes, volstrekt zijn genegeerd. In de plaats daarvan is gekozen voor een woningmarktbeleid zonder logica, dat voortdurend van koers verandert en de markt onnodig lang in onzekerheid laat. Dat geeft te denken.” Inmiddels is het streven naar beleidsvisie op rijksniveau vervangen door bezuinigingsdrift, aldus Priemus. “De overheid is op zoek naar geld. Alleen daaruit is de maatregel te verklaren om alles af te stoten boven de liberalisatiegrens. Want dat levert in een normale markt 20 tot 50 miljard euro op. Ik zie de minister van Financiën al in zijn handen wrijven. Temeer omdat met dat geld heel veel andere nare bezuinigingsmaatregelen voorkomen kunnen worden. Wat meteen verklaart waarom de PvdA tot nu toe heeft gezwegen. Naast het feit dat de sociaal-democraten vanwege alle incidenten boos zijn op de corporatiesector en haar dus een lesje willen leren.” De vraag is of het tij nog valt te keren. Priemus: “Met Blok komt het nooit meer goed. Maar er zit gelukkig nog voldoende gezond verstand in de rest van het kabinet, de Tweede en de Eerste Kamer. Ik reken erop dat dat op enig moment weer zal doorbreken.” Hybride karakter Minder optimistisch is Jack Vinken. Hij is directeur-bestuurder van fusiecorporatie HEEMWonen, die actief is in de krimpgemeenten Landgraaf en Kerkrade. In het profiel van de organisatie wordt met name ook het hybride karakter benoemd: “Enerzijds is HEEMwonen een organisatie die zich maatschappelijk inzet en vraagstukken op het gebied van wonen actief oppakt. Anderzijds is HEEMwonen een vastgoedbedrijf met lef, dat door het gezond exploiteren van vastgoed maatschappelijke prestaties kan blijven leveren.” Volgens Vinken zou het niet minder dan een ramp zijn als daar een einde aan zou komen. “Wij streven ondanks de krimp naar gedifferentieerde wijken. Slopen doen we nu vooral in de goedkopere voorraad. Als de ruimte vervolgens wordt beperkt om daarvoor in de plaats woningen in de duurdere segmenten terug te bouwen, kunnen wij die strategie niet meer volgen. Daar maken we ons grote zorgen over. Ik vraag me eerlijk gezegd af of ze zich in Den Haag wel realiseren welke desastreuze gevolgen zo’n landelijke maatregel voor corporaties in bepaalde regio’s heeft. Wij hebben in ieder geval niet bepaald het gevoel dat er mensen bij het ministerie aan de knoppen zitten die weten waar ze het over hebben. Anders zouden ze zulke maatregelen niet nemen. We merken ook dat, waar vroeger nog enige dialoog mogelijk was, nu alleen nog maar consignes vanuit Den Haag worden gegeven, waar je het maar mee moet doen. Er is geen ruimte meer voor overleg. We hebben te maken met kil-
9
10
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
nummer 4 augustus 2013
ACHTERGROND
le rekenmeesters en niet meer met volkshuisvesters waarmee we samen aan de beste oplossing kunnen werken. De vraag is of we dan niet verkeerd bezig zijn met elkaar.” De novelle van minister Blok is wat Vinken betreft een logisch gevolg van die opstelling. Maar dat wil niet zeggen dat het ook gaat werken. “De minister zegt dat de markt moet instappen in de segmenten waar de corporaties uit moeten stappen. Maar het probleem is nu net dat de markt dat niet doet. De reden voor ons om in te springen bij sommige projecten en ook de duurdere huurwoningen te realiseren is juist het feit dat marktpartijen het laten afweten. We zijn bijvoorbeeld betrokken geraakt bij het centrumplan van Schaesberg, gemeente Landgraaf, omdat daar een onafgemaakt plan dreigde in een gebied waar wij veel bezit hebben. We doen dat niet omdat we zo graag ontwikkelaartje willen spelen. We doen dat omdat de commerciële ontwikkelaars er zijn weggevlucht. Niet voor niets is de gemeente hartstikke blij met ons. Nu kunnen ook in krimpgebieden plannen doorgang vinden, waar zonder onze betrokkenheid een streep door zou zijn gehaald. Ik voorspel u dat als de plannen van Blok doorgaan, de problemen in de krimpgebieden alleen maar groter zullen worden. En dat op een moment dat het net gelukt was om dit thema op de politieke agenda te krijgen.” ‘Keiharde opstelling’ Op zijn beurt kan Jan van der Schaar, emeritus hoogleraar volkshuisvesting en geassocieerd partner van RIGO Research en Advies, zich best voorstellen dat de politiek ervoor kiest om het werkterrein van woningcorporaties te beperken en het toezicht fors aan te scherpen. “Maar de wijze waarop die legitieme politieke keuze in de novelle is uitgewerkt,
getuigt van een keiharde opstelling, die op vele fronten tot grote risico’s leidt. De introductie van de overgangs-BV kan bijvoorbeeld in de beheeren exploitatiefase de nodige problemen veroorzaken, als in delen van het bezit opeens niet meer de corporatie maar een private BV verantwoordelijk is voor het onderhoud. Het feit dat er wordt ingezet op gedwongen verkoop kan ook redelijk onbeheersbare gevolgen met zich meebrengen. Als hele delen van het bezit op de markt moeten worden gebracht, krijg je daar nooit meer een reële marktwaarde voor. Dan heb je het probleem dat de overgangs-BV en de moedercorporatie op enig moment elkaars vijand zouden kunnen worden, bijvoorbeeld op het moment dat de BV kiest voor winstmaximalisatie. En in het toezicht zou de Raad van Commissarissen van de corporatie ook de overgangs-BV moeten gaan aansturen, onder een regime dat door de bewindsman naar believen kan worden ingevuld. Dat zou ik als commissaris nooit accepteren.” Met de novelle lijkt het ministerie volgens Van der Schaar welhaast problemen te willen creëren. “Iemand heeft dit wetsvoorstel geschreven die er duidelijk op uit was om zo hard mogelijk en zo compromisloos mogelijk dit soort maatregelen te treffen. En dat vind ik eigenlijk niet passen. Er is een bijna Kamerbrede politieke stroming die meent dat de corporaties terug moeten keren naar hun kerntaken. Dat is ook terecht, want er is ook van alles misgegaan toen zij hun pakket gingen verbreden. Vergeet ook niet dat de nadruk op sociale woningbouw zo oud is als de volkshuisvesting zelf; de corporatie als projectontwikkelende instelling is van vrij recente datum. Maar dat nu hun takenpakket zo dreigt te worden versmald dat zij zich nog uitsluitend met sociale verhuur kunnen bezighouden, vind ik niet juist. Bovendien: het blijven natuurlijk wel
TIJDSCHRIFT VOOR DE volkshuisvesting
zelfstandige, private rechtspersonen die deels belast zijn met publieke taken. Ik vraag me dan ook ten zeerste af of een maatregel, waarmee met een pennenstreek een groot deel van het bezit verplicht moet worden afgestoten, niet in strijd is met het eigendomsrecht.” Positieve punten De concept-novelle is ondertussen uitvoerig besproken door de grootstedelijke woningcorporaties, verenigd in De Vernieuwde Stad. En het zal misschien verbazen, maar de aangesloten woningcorporaties slaagden er zelfs in om iets positiefs in het stuk te ontdekken, vertelt Bert Wijbenga, voorzitter van de raad van bestuur van de Rotterdamse corporatie Woonbron. “Laten we wel wezen. Het debat over waar de corporaties wel en niet voor zijn, en onder welke voorwaarden ze kunnen functioneren, en wie moet er toezicht op houden, wordt niet of op onderdelen gevoerd. Veel ministers hebben de tanden stuk gebeten op een document waarin zij kleur bekennen en zijn er dus ook niet in geslaagd het politiek aan de orde te stellen. Deze minister heeft zich wel uitgesproken en lijkt ook serieus van plan om dit voorstel naar de Raad van State en het parlement te sturen. En dat heeft de sector hard nodig: dat de politiek legitimatie en mandaat verleent aan de corporaties. Deze novelle vergroot tenminste de kans op een concreet, politiek gedragen resultaat. En zij leidt uiteindelijk dus ook tot verheldering en uniformering van waar de corporaties nu wel en niet voor zijn.” Tot zover de positieve kant van het verhaal. Wijbenga: “Want we zijn tegelijkertijd ook zeer bezorgd over de richting die de minister op wil gaan. Je ziet het vaker gebeuren nadat er iets is misgegaan: in de interventie slaat
nummer 4 augustus 2013
ACHTERGROND 11
men door. Daar heeft deze novelle alle schijn van. Wij vinden het ten eerste een groot gemis dat de novelle niet onderkent dat corporaties een belangrijke functie hebben in het gemengd houden van de volkswijken van Nederland. Het beleid neigt juist naar segmentatie. Want belangrijke projecten voor stad en wijk komen hierdoor juist vanwege hun gemengde karakter op losse schroeven te staan. De markt vermag heel veel en vormt een kracht die we misschien teveel hebben ontmoedigd, maar zij zal slechts ten dele in het door de novelle gecreëerde gat springen. Vanwege de te hoge risico´s en het te lage rendement zullen de sociaal zwakkere wijken in de marge belanden. Vanuit die optiek vonden we de actie van de PvdA-wethouders ook bijzonder hartverwarmend.” Volkshuisvestelijk kapitaal Een tweede vrees is dat de juridische splitsing enerzijds zal leiden tot het weglekken van een groot deel van het volkshuisvestelijk opgebouwde kapitaal van corporaties en anderzijds zoveel problemen zal opleveren in de besturing van corporaties en hun overgangs-BV’s, dat hierdoor de positie van corporaties op de kapitaalmarkt wordt aangetast. “Dat vonden wij misschien wel het grootste bezwaar van deze novelle”, stelt Wijbenga. Maar ook de wijze waarop Blok het toezicht wil gaan invullen, baart zorgen. “Zij het dat de novelle hierover nauwelijks duidelijkheid geeft. Dat is in het algemeen het probleem. Veel van het aangekondigde beleid moet uiteindelijk in de vorm van Algemene maatregelen van Bestuur nader worden ingevuld. We werden er onrustig van hoeveel open eindjes er nog waren en hoeveel er dus ook nog helemaal verkeerd zou kunnen worden ingevuld.” Dat de gemeenten meer invloed moeten krijgen, vinden de corporaties van De Vernieuwde Stad overigens op zich een goede zaak. “Wij doen nu ook al niets zonder dat de gemeente erbij betrokken is. Maar de vervolgvraag is wel deze: hoe voorkom je dat de invloed van de gemeente zo groot wordt dat dit de bedrijfscontinuïteit en de financiële verantwoordelijkheid gaat raken. Wij zijn er niet alleen voor vandaag, maar ook voor morgen. Hoe zit het dan met het rentmeesterschap en de afweging tussen de korte vierjarige termijn van het gemeentebestuur en de lange termijn waarmee corporaties rekenen? Wij zijn er niet gerust op dat dat scherp in beeld blijft op het moment dat de gemeentelijke invloed te groot wordt.” Het is natuurlijk de vraag in hoeverre de novelle in haar huidige vorm in concrete wet- en regelgeving zal worden vertaald. “De tucht van het financieringstekort is op alle beleidsterreinen voelbaar”, weet ook Wijbenga. “En ondertussen worden op de politieke speeltafel de nodige kwartetspelletjes gespeeld waarbij de ene sector zomaar voor de andere sector kan worden ingeruild als de politieke meerderheid daarom vraagt. De uitkomst van dat proces is dus absoluut ongewis. Maar wij ontvangen inmiddels toch wel steeds duidelijker signalen dat de novelle op een aantal punten ingrijpend zal worden aangepast. Zelf krijg ik er nu toch wat meer fiducie in dat we uiteindelijk op een zorgvuldiger bepaald midden zullen uitkomen. Dat is ook wel het leuke van deze twee partijen in de coalitie. De ene wil meer markt, de ander meer staat. Dat zou uiteindelijk toch nog wel tot mooie compromissen kunnen leiden. En vergeet niet: het zou pas echt erg zijn als wij politiek niet de moeite waard zouden worden gevonden om de strijd over aan te gaan. Dat is zeker niet het geval. We doen er nog toe.” Lachend: “Eindigen we dan toch nog met een positief punt.”
‘De reden voor ons om in te springen bij sommige projecten en ook de duurdere huurwoningen te realiseren is juist het feit dat marktpartijen het laten afweten’, volgens Jack Vinken van HEEMwonen. Op de foto Kerkrade (Foto Bert Verhoeff / Hollandse Hoogte)