Contactlenscomfort
Droogte nog altijd reden voor stoppen contactlenscomfort is een complex en actueel onderwerp, gezien de recente publicatie van de tfos international workshop over contact lens discomfort. dr. robin chalmers bespreekt het meest recente onderzoek over het aan zachte contactlenzen gerelateerde droge ogen klachten, het belangrijkste obstakel voor comfortabel lensgebruik. De afgelopen jaren was er een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van verbeterd comfort bij zachte contactlenzen (ZCL). Wat de contactlensdrager betreft is comfort een van de belangrijkste aspecten bij het dragen van lenzen en problemen met het comfort zijn de belangrijkste reden waarom men met lenzen stopt.1,2 Jaarlijks is het aantal mensen dat stopt met lenzen even groot als het aantal mensen dat voor het eerst lenzen aangemeten krijgt,3 en dat remt de groei van het aantal dragers. Symptomen bij dragers van ZCL zijn anders dan bij niet-dragers, in de zin dat droogte als een belangrijker symptoom naar voren komt.4 Omdat de symptomen van droge ogen als aandoening lastig te vertalen zijn naar droogte en discomfort bij ZCL-gebruik, heeft de Tear Film and Ocular Surface Society (TFOS) het probleem aan de kaak gesteld tijdens een internationale workshop over het gebrek aan comfort bij contactlenzen (zie inzet).5 De TFOS workshop heeft onlangs een rapport gepubliceerd waarin aspecten, waarover consensus en controverse bestaat, worden benoemd. Contactlenscomfort is dan ook een zeer actueel onderwerp. 42
Figuur 1: Factoren die van invloed zijn op droogte en verminderd comfort
Omgeving Externe omgeving Oculaire omgeving Aanpasbare patiëntfactoren Inherente patiëntfactoren
Contactlensgebruik Materiaaleigenschappen Lensverzorging Passendheid en dragen van de lens
Lensdesign
Droogte en discomfort
wat is contactlenscomfort? Deze analyse beschrijft een aantal onderzoeken gericht op aan ZCL gerelateerde droogtesymptomen als een andere omschrijving voor gebrek aan comfort. We moeten chronische, aan ZCL gerelateerde droogte en gebrek aan comfort onderscheiden van het gebrek aan comfort met een mechanische oorzaak waar een contactlensdrager last van kan hebben tijdens de gewenningsfase, of het branderige gevoel dat te maken kan hebben met lensverzorgingsproducten of de manier van inzetten. Eerdere analyses werden gepubliceerd voordat een aantal innovaties beschikbaar kwamen en voordat nieuwe gebruikspatronen zichtbaar werden.3,6 Siliconen hydrogels (SiH-lenzen) werden eind jaren negentig geïntroduceerd, voornamelijk om aan hypoxie gerelateerde complicaties te verminderen en om contactlensdragers de mogelijkheid te bieden de lenzen 30 nachten continu te dragen. Tegenwoordig wordt dagelijks gebruik met slechts af en toe ook nachtelijk gebruik vaker aangeraden. Een onverwachte uitkomst was dat deze SiH-lenzen ook steevast minder droogtesymptomen opleverden bij
mensen die de lenzen aangemeten kregen,7-10 en meer uren comfortabel dragen dan bij eerdere hydrogels.7 Aanvankelijk werd gedacht dat alleen een hoog zuurstofniveau het comfort later op de dag verbeterd, hoewel er geen sensorische of fysiologische verklaring voor dit verschijnsel is vastgesteld.11-13 Deze analyse biedt een overzicht van recent onderzoek naar droogtesymptomen bij dragers van ZCL, en daarmee geassocieerde factoren die al dan niet kunnen worden aangepast (Figuur 1). We noemen mogelijke strategieën voor klinisch management (Figuur 2), waarbij men in gedachten moet houden dat oculair discomfort en droogheidsklachten niet alleen zijn voorbehouden aan contactlensdragers; deze symptomen worden ook ondervonden door brildragers en mensen zonder visuscorrectie. hoe kunnen we comfort bepalen? Onderzoekers hebben recent vragenlijsten gevalideerd om veranderingen in symptomen door de tijd heen en symptoomverschillen tussen lenzen mee te kunnen meten.14-17 Daarnaast zijn er klinische symptomen vastgesteld die verbonden zijn aan ZCLgerelateerde droogte, zoals lid wiper
achtergrond eyeline
epitheliopathie (LWE)18 en lid parallel conjunctival folds (LIPCOF).19 Deze symptomen worden bestudeerd om te bepalen wat hun relatie is met de mucines van het oogoppervlak,20,21 frictie op het oogoppervlak en symptomen bij dragers van ZCL.22,23 Materiaalwetenschappers hebben bestaande lensmaterialen aangepast of nieuwe lensoppervlakten ontwikkeld om de frictie te reduceren door de bevochtiging van het lensoppervlak te vergroten. De methoden die hierbij worden ingezet zijn o.a. oppervlakteaanpassingen, toevoeging en vertraagde afgifte van bevochtigingsmiddelen vanuit het materiaal en het insluiten van bevochtigingsmiddelen die niet worden vrijgegeven.24-29 Ook al ervaren veel ZCL-drager een gebrek aan comfort en droogte, het aantal onder hen dat bij zichzelf vaststelt dat de ogen droog zijn is groter dan
het aantal onder hen bij wie voordien droogte van het oog is vastgesteld.4 Hoe de anamnese wordt afgenomen verschilt van praktijk tot praktijk, en van specialist tot specialist, en vaak wordt cruciale informatie niet uitgevraagd. Tot voor kort waren er zelfs onder onderzoekers geen gevalideerde tools beschikbaar voor het meten van oogoppervlaksymptomen bij ZCLdragers. De toevoeging van een korte vragenlijst aan de anamnese voorafgaand aan het onderzoek zou de arts/specialist in staat stellen om te ontdekken of de contactlensdrager symptomen heeft van een tevreden of een ontevreden gebruiker.14 Een belangrijk kenmerk is dat het dragen van ZCL gepaard lijkt te gaan met een toename van droogte en verergering van symptomen gedurende de dag. Doorvragen naar droogte en gebrek aan comfort in de loop van
de tfos workshop De Tear Film and Ocular Surface Society heeft de bevindingen naar aanleiding van haar Internationale Workshop over gebrek aan comfort bij contactlenzen (contact lens discomfort, ofwel CLD) gepubliceerd in een speciaal nummer van Investigative Ophthalmology and Visual Science (oktober 2013). De workshop had tot doel: • Het uitvoeren van een evidence-based evaluatie van CLD zowel bij goede gezondheid als bij ziekte • De ontwikkeling van een actueel inzicht van de definitie, classificatie, epidemiologie, en neurobiologie van CLD • Het onderzoeken van de rol van lensmateriaal, design, en verzorging in de etiologie van CLD • Het beoordelen van biocompatibiliteit van contactlenzen met de traanfilm en het oogoppervlak • De ontwikkeling van passende standaarden voor trialopzet, waaronder maatstaven voor de resultaten hiervan • Het opstellen van aanbevelingen voor het management en de behandeling van CLD bij contactlensgebruik. De workshop heeft geleid tot een nieuwe definitie van CLD: ‘CLD is een aandoening die wordt gekenmerkt door episodische of aanhoudende last van het oog gerelateerd aan lensgebruik, met of zonder verstoring van het zicht, die resulteert in verminderde compatibiliteit tussen de contactlens en de omgeving van het oog, wat kan leiden tot verminderde draagtijd en het stoppen met het dragen van lenzen.’ Daarnaast biedt de workshop wereldwijde consensus over vele aspecten van CLD, alsmede een kader voor toekomstige studies en klinische activiteiten. Het biedt een omschrijving van actuele kennis, maar geeft ook aan dat er binnen de contactlensindustrie en onder onderzoekers nog altijd aspecten zijn die nader inzicht behoeven. Ga naar: www.iovs.org of www.tfos.org voor het volledige rapport.
de dag is de meest doeltreffende manier om symptomen boven tafel te krijgen die een negatieve invloed kunnen hebben op het succes en het voortduren van het lensgebruik.2 Recent is een korte versie van de Contact Lens Dry Eye Questionnaire (CLDEQ-8) gevalideerd bij patiënten met een breed scala aan ervaringen met hun gebruikelijke ZCL.14 Daarnaast werd mobiele technologie ingezet om patiënten real-time te volgen en om hun symptomen gedurende de dag te beoordelen.30,31 Bij een onderzoek werd oogoppervlakcomfort gemeten door middel van vooraf ingestelde sms’jes; uit dit onderzoek bleek dat het comfort gedurende de dag voor veel verschillende types contactlensdragers achteruitgaat.30 Blackberries en smartphones kunnen worden ingezet om op afstand subjectieve gegevens te verzamelen voor klinische trials.9,31,32 welke patiënten zijn het gevoeligst voor comfortproblemen? Geslacht en leeftijd Idealiter dragen tevreden jonge ZCLdragers hun contactlenzen decennia lang als de primaire vorm van visuscorrectie, als zij daar de voorkeur aan geven. De voornaamste uitdaging bij het dragen van ZCL op de lange termijn is een afname van algeheel draagcomfort na een aantal jaren lensgebruik. Onderzoek naar symptoompatronen bij grote populaties van ZCL-dragers buiten klinische onderzoeken, resulteerde in een omschrijving van de meest voorkomende en ernstigste symptomen, en toonde ook risicofactoren aan.2,4,31-34 Hoewel leeftijd en het vrouwelijke geslacht belangrijke nietaanpasbare factoren zijn die een rol spelen bij droge ogen bij niet-lensdragers, spelen ze een veel kleinere rol bij ZCL-dragers. In de meeste onderzoeken vertonen mannelijke en vrouwelijke ZCL-dragers dezelfde droogtesymptomen,4 maar stoppen mannen vaker met het dragen van lenzen.2 Jonge ZCL-dragers, tussen 8 en 14 jaar oud, vertonen een veel lagere incidentie van lens-gerelateerde droogtheidsklachten dan volwassen dragers (4.3 versus 56.2 %).35 De meeste epidemiologische onderzoeken tonen een sterke correlatie tussen droge 43
VRAGEN CL-drager - Leeftijd - Gezondheid en medicatie - Symptomen (CKDEQ-8) - Draagpatronen - Lensverzorgingsgewoonten - Ergonomie - Blootstelling Indien symptomen sterk aanwezig Onderzoeken & Managen - Omgeving (warmte, luchtstromen, rokerig) - Ergononmie (computer, ventilatiegaten)
ONDERZOEKEN Biomicroscopische symptomen - Lensoppervlakbevochtiging - Knippersnelheid en –kwaliteit - Traanfilm - brekingstijd - kwaliteit & kwantiteit - hoogte traanmeniscus - Oogleden en wimpers - LWE, LIPCOF - MGD, blefaritis - Corneale en conj. staining Indien fysieke symptomen normaal Onderzoeken & Managen - Wimper hygiëne (ooglidreiniging) - Functioneren van de Meiboom klieren (warmte& massage)
AANBEVELEN Nieuw aanmeting lenzen - Materiaal (Hyd of Si Hy) - gladheid, bevochting, modulus - Design - Vervangingsschema - Draagschema’s Lensverzorgingsregime Voedingssupplementen Ergonomische aanpassingen Omgevingsmanagement Knipperoefeningen
Controlebezoeken Bekrachtigen & Managen - Opnieuw vragen stellen bij controlebezoeken - Behandeling zo nodig aanpassen
Figuur 2: Klinisch management van lens-gerelateerd comfort
ogen bij niet-lensdragers en veroudering, vooral wanneer ook geriatrische patiënten werden meegenomen.36-39 Onder volwassenen is er tussen lensdragers er niet-lensdragers een groot correlatieverschil tussen frequentie en intensiteit van droogte later op de dag. Veroudering bij hydrogeldragers van 18 tot 39 jaar oud werd geassocieerd met een toenemende frequentie van lens-gerelateerde droogtesymptomen, een eerdere diagnose van droge ogen, en met contactlensdragers die overwogen te stoppen met het dragen van lenzen.40 Onder SiH-dragers werd significant minder melding gemaakt van droogte en overwegingen om te stoppen met het dragen van lenzen, en deze meldingen waren niet gerelateerd aan leeftijd. Lensmateriaal heeft een belangrijke invloed gehad op symptomen en het langetermijnsucces in het algemeen. Meldingen van verminderde symptomen na een heraanmeting met moderne SiH lenzen,7,9,10,16 zijn des te overtuigender omdat deelnemers die bij aanvang van het onderzoek onder de groep jongvolwassenen SiH-dragers vielen40 vaker een voorafgaande diagnose van droge ogen rapporteerden. Gezondheid en medicatie in het algemeen Er is weinig is onderzoek gedaan naar de impact van de algehele gezondheid van ZCL-dragers op het contactlenscomfort. Wel is het zo dat veel geneesmiddelen voor systemi44
sche aandoeningen oogsymptomen kunnen verergeren bij niet-dragers en deze spelen mogelijk ook een rol bij symptomen bij ZCL dragers.36,41 Hoornvliesfysiologie bij diabetici kan gevolgen hebben voor de veiligheid van contactlensgebruik, maar oculaire symptomen zijn niet onderzocht.42 in hoeverre verschillen symptomatische dragers van asymptomatische dragers? Symptomatische ZCL-dragers verschillen in meer opzichten van asymptomatische dragers dan alleen het aantal klachten dat zij hebben; zo vertonen zij een grotere afname in comfort en toename van droogte in de loop van de dag.43 Zelfs na zes uur dragen hadden symptomatische dragers minder stabiel traanvocht, lagere traanvochtafvloeiing en lagere traanvochtproductie.44 Andere factoren die worden geassocieerd met aan lensgebruik gerelateerde droogte zijn het vrouwelijk geslacht, frequent gebruik van vrij verkrijgbare pijnstillers, hydrogel lenzen met een hoog watergehalte, een lage pre-lens break-up tijd en verhoogde osmolaliteit van het traanvocht.45 In een onderzoek bleken symptomatische ZCL-dragers 6.5 vaker droogte te rapporteren bij afwezigheid van contactlenzen, maar slechts een lichte toename van het gebruik van kunstmatige tranen of bevochtigende oogdruppels. Deze patiënten waren minder tevreden met lensgebruik in het algemeen, vertoonden een kortere dagelijkse draagtijd en waren minder
in staat om hun lenzen te dragen zo lang als ze zouden willen.46 Een andere studie toonde aan dat 31 procent van ZCL-dragers last had regelmatige tot constante droogte en intense droogte later op de dag.47 Dragers die droogte rapporteerden verschilden niet van minder symptomatische contactlensdragers in termen van geslacht, lensmateriaal of het verzorgingsproduct. Ze vertoonden eerder kortere, comfortabele draagtijd en meer symptomen in het algemeen. Hoewel 47 procent van de ZCL-dragers bij zichzelf vaststellen dat ze last hebben van droge ogen, is bij slechts 38 procent eerder een diagnose van een droog oog gesteld. Gedetailleerd klinisch onderzoek van deelnemers die aangaven last te hebben van CL-gerelateerde droogte toonde aan dat bij bijna een kwart van hen geen significante tekenen van droogte te zien waren.48 hoe kunnen we gebrek aan comfort bij patiënten voorspellen? LIPCOF en LWE hebben beide een voorspellende waarde die aangeeft welke dragers symptomen rapporteerden bij regelmatig gebruik van ZCL.22 LIPCOF wordt gezien op de bulbaire conjunctiva op 4 en 8 uur, als losse plooitjes bij het onderste ooglid in de primaire stand (Figuur 3). LWE is zichtbaar als een lijn van lissamine- of fluoresceïne-kleuring langs de bovenste en onderste ooglidmarges (Figuur 4)18 en wordt vaker gezien bij vastgestelde symptomatische ZCL-drager en mensen met een droog oog die geen lenzen dragen. Nog niet is vastgesteld of LIPCOF of LWE omkeerbaar zijn en dat heeft belangrijke gevolgen voor hun nut als maatstaf voor de uitkomst. is gezondheid een factor bij comfort? Contactlensdragers met een slechte algehele gezondheid of met ernstige vormen van droge ogen kiezen er vaak zelf voor te stoppen met het gebruik van contactlenzen. Contactlensdragers dienen een gezond oogoppervlak te hebben voor verantwoord lensgebruik en om ernstige complicaties te voorkomen. Echter, veel gebruikers met mildere aandoeningen zoals blefaritis of meibomitis rapporteren een
hogere mate van droogte dan dragers zonder die aandoeningen.48 Het dragen van contactlenzen wordt niet genoemd in de classificatie van meibomitis.49 Recente onderzoeken wijzen echter op morfologische veranderingen aan de klieren en een lagere talgexpressie bij contactlensdragers die langer dan een jaar contactlenzen hebben gedragen, en de duur van lensgebruik is van invloed op veranderingen in de anatomie van de meibomklier.50-52 Deze veranderingen spelen waarschijnlijk een rol bij de symptomen van droogte bij veel ZCL-dragers. De gezondheid van een patiënt kan het gebruik van systemische medicatie vereisen die de traanproductie terugbrengt en dit kan leiden tot symptomen van droogte in de neus, mond en ogen. Voorbeelden zijn bloeddrukmedicatie, antidepressiva en antihistaminica. Veel lensdragers hebben seizoensallergieën die zij zelf aanpakken met topische dan wel orale antihistaminica. De hoge prevalentie van allergie betekent dat antihistaminica tot de meest gebruikte medicijnen behoren, maar contactlensdragers geven het gebruik ervan mogelijk niet door aan hun oogzorgspecialist aangezien de medicijnen zonder recept verkrijgbaar zijn. Twee merken daglenzen (etafilcon A en nelfilcon A) hebben door de FDA goedgekeurde claims voor beter comfort bij veel contactlensdragers die last hebben van een licht gebrek aan comfort en jeuk door allergieën.53,54 Bij het gebruik van daglenzen is er minder opbouw van aanslag en oppervlakteallergenen.
Figuur 3: LIPCOF
Figuur 4: LWE 46
kan een ander lensontwerp of ander materiaal helpen? Contactlensfabrikanten hebben onderzoek gedaan naar de effecten van lenseigenschappen zoals modulus (stijfheid), oppervlaktegladheid, beweging, dikte en randontwerp op het comfort van ZCL. In een recent onderzoek werden oppervlakteontwerpen, conjunctiva staining en lenscomfort van merklenzen vergeleken, al hadden deze verschillende materiaaleigenschappen.55 Een dunne, aflopende rand was het meest comfortabel en een afgeronde rand het minst comfortabel, waarbij de eerste werd geassocieerd met meer, zij het klinisch niet significante, staining dan de overige ontwerpen. Waarschijnlijk bestaat er een relatie tussen algemene fysieke eigenschappen (lensvorm, oppervlak, modulus, randontwerp etc.) die al moeten worden gemanipuleerd om een goed comfort te bewerkstelligen. Aan ZCL gerelateerde droogte is ook bestudeerd door tevreden dan wel ontevreden ZCL-dragers nieuwe SiH materialen aan te meten.7-10 Houdt hierbij in gedachten dat bij deze onderzoeken zelden een groep betrokken is waarbij geen verandering in behandeling werd doorgevoerd als controlegroep, wat de interpretatie van de resultaten bemoeilijkt. Inmiddels zijn er nieuwe hydrogelopties ontwikkeld om droogheidsklachten te verlichten zijn, en veel contactlensdragers blijven hydrogels dragen; wat suggereert dat acceptatie afhankelijk is van de contactlensdrager. Tot nu toe zijn bij enkele studies contactlensdragers overgezet van SiHlenzen op hydrogels. In een analyse zijn symptomen bij voormalige hydrogellensdragers vergeleken met niet-lensdragers van dezelfde leeftijd. Symptomen bij de hydrogellensdragers werden vervolgens vergeleken met symptomen van SiH-dragers, na toelating tot klinische trials. Droogte gedurende de dag en aan het eind van de dag werd half zo vaak gerapporteerd na het aanmeten van de SiH-lenzen.10 De afname van droogtesymptomen na het aanmeten van SiH-lenzen was stabiel in de drie jaar durende follow-up.56 Droogte (althans ‘soms’ voorkomend en ‘matig’ van intensiteit) een week na de aanmeting, werd geassocieerd met toekomstig stoppen met lensgebruik.
Een omvangrijke prevalentiestudie onder ZCL-dragers toonde aan dat 52 procent een aantal criteria had die hen kenmerkte als probleemdragers, waarbij twee uur per dag oncomfortabel dragen het meest voorkwam, gevolgd door meldingen van constante droogte; ook hier vertoonden slechts zeer weinig contactlensdragers oculaire symptomen.8 Onder een subset van probleemdragers die senofilcon A SiH-lenzen aangemeten kregen, had tenminste driekwart minder last van droogte, beter comfort of minder oncomfortabele uren, en werd een afname van klinische symptomen gezien. Objectieve en subjectieve reacties verbeterden na het aanmeten van SiHlenzen bij contactlensdragers die over een langere periode met succes hydrogellenzen hadden gedragen.7 Naleving van tweewekelijkse of maandelijkse vervangingsschema’s bij SiH-lenzen kan het comfort en zicht verbeteren tijdens de levensduur van de lenzen.57 In een grootschalige analyse van ZCLlensdragers bij hun toelating tot klinische trials, gaf 12,2 procent aan last te hebben van ‘gevoelige ogen’.58 Deze deelnemers rapporteerden significant hogere niveaus van droogte, irritatie en roodheid dan deelnemers met ‘niet-gevoelige’ ogen, maar er bestonden geen verschillen in klinische symptomen. Hen werd gerandomiseerd senofilcon A lenzen dan wel andere ZCL aangemeten (lotrafilcon B, omafilcon A, balafilcon A). Bij senofilcon A, rapporteerden de deelnemers minder droogte, irritatie en roodheid en langere comfortabele draagtijden. is comfort beter met daglenzen? Als lensaanslag op herbruikbare ZCL van invloed is op het gevoel van lensgerelateerde droogte, kan het overstappen op daglenzen mogelijk helpen.59 Aangetoond werd dat het totaal eiwit en totaal lysozym toenam tijdens een daglens studie, maar het aandeel van actief lysozym nam licht af en liet geen verschil zien tussen symptomatische en asymptomatische deelnemers. De hoeveelheid actief lysozyme vertoonde echter wel een correlatie met comfort en droogte, zelfs na twee uren dragen. Bij verschillende onderzoeken kregen dragers van herbruikbare ZCL, daglenzen aangemeten.60-63 Een contra-
achtergrond eyeline
laterale vergelijking van twee merken daglenzen over tien dagen gebruik toonde aan dat 60 procent van de patiënten de voorkeur gaf aan omafilcon A lenzen voor wat betreft eindedagscomfort en algehele voorkeur, terwijl 20 procent geen verschil waarnam tussen de lenzen.60 Een omvangrijkere gerandomiseerde trial vergeleek comfort en andere klinische maatstaven na het aanmeten van hetzij etafilcon A dan wel nelfilcon A daglenzen bij ZCLdragers.61 Na één week, rapporteerde de etafilcon A groep meer comfort, en langere (comfortabele) draagtijden in het algemeen. Een ander onderzoek betrof deelnemers die symptomatisch waren bij het dagelijks dragen van hydrogel- en SiH-lenzen die eens per twee of vier weken werden vervangen, en die een daglensmateriaal aangemeten kregen dat tijdens het dragen non-cross-linked PVA afgeeft (nelfilcon A).62 De frequentie van droogtesymptomen werd gereduceerd bij 54 procent van de patiënten en 40 procent ervoer minder ernstige droogte. Slechts weinig onderzoeken hebben gekeken naar lenscomfort bij SiH daglenzen. Een trial waarbij nieuwe dragers daglenzen aangemeten kregen, toonde echter aan dat oculaire symptomen bij narafilcon A lenzen niet verschilden van symptomen onder niet-dragers. Symptomen verbeterden gedurende de eerste maand van gebruik, waarna er een terugval werd gezien in comfort tijdens het dragen gedurende de dag.63 Het enige symptoom waarop een verschil werd gezien tussen dragers en niet-dragers was een geringe staining van de conjunctiva; na een jaar waren limbale roodheid, corneale staining en andere symptomen vergelijkbaar voor narafilcon A lenzen en geen lensgebruik. Een uniek aspect van daglensgebruikers is dat contactlensdragers dagelijks worden blootgesteld aan de oplossing in de blisterverpakking en aan een niet-gedragen, schoon lensoppervlak. De oppervlaktekwaliteit van het niet-gedragen
Figuur 5: Corneale staining op basis van een oplossing (met toestemming van Gary Andrasko)
daglens materiaal, wanneer het uit de verpakking wordt gehaald, is mogelijk van invloed op de bevochtiging van het oog als de contactlensdrager de lenzen begint te dragen.64 Oogprofessionals hebben de keuze uit vele daglenzen om een lens te vinden die past bij de traanfilm van de drager en die een goede bevochtiging behoudt gedurende de dag. recente verbeteringen aan lenzen ter vergroting van het comfort: werken ze? Er zijn vele pogingen ondernomen om lensmaterialen opnieuw vorm te geven of om nieuwe materialen te ontwikkelen die tot een verbetering van droogtesymptomen leiden.24-29, 65 Bevochtigingsstrategieën bij huidige lenzen omvatten de afgifte van polyvinylalcohol (PVA) vanuit de lens,24 of het toevoegen van polyvinylpyrrolidone (PVP) of hyaluronzuur (HA) aan het materiaal 28 om de oppervlakte gladheid te vergroten. Toekomstige strategieën zijn mogelijk de gecontroleerde afgifte door de lens van hoog moleculair gewicht HA door middel van een biomimetische imprint in het lensmateriaal.26 Daarnaast zijn er technieken ontwikkeld voor het meten van de frictie-coëfficiënt (gladheid) door de fysiologische omgeving waarin de lens functioneert op het oogoppervlak op te nemen in het model.27 Verfijning van laboratoriumtechnieken zal hopelijk leiden tot een grotere voorspellende waarde van deze in vitro tests met betrekking tot oculaire symptomen van frictie (contactlens-gerelateerde papillaire conjunctivitis en LWE), en resulteren in gladdere of meer biocompatibele materialen en verzorgingssystemen. Vergeleken met dragers van sferische ZCL, rapporteerden dragers van torische lenzen frequenter en intenser gebrek aan comfort en droogte.16 De reden hiervoor is nog niet bekend, hoewel dragers van torische lenzen sneller vooroppervlak-droogte ervaren dan dragers van rotatie-stabiele lenzen, of mogelijk wordt interactie van de oogleden met bepaalde stabilisatiezones door patiënten ten onrechte opgevat als droogte. De keuze van materialen die symptomen minimaliseren is mogelijk essentieel bij astigmatische patienten met borderline droogte.
heeft het lensverzorgingsproduct invloed op comfort? Desinfectiesystemen en hun mogelijke interactie met SiH-lenzen zijn aan kritiek onderhevig. De oorspronkelijke focus lag op vluchtige, oppervlakkige, fluoresceïne staining van het hoornvlies na kortdurende, acute blootstelling aan bepaalde combinaties van lensverzorgingsproducten.66 Inmiddels is de aandacht verlegd naar het effect van verzorgingsproducten op dragers comfort en de interactie tussen vloeistoffen, materialen en oculaire symptomen.67 Kortetermijnexposure In een zes-uursonderzoek met voorbevochtigde, ongedragen lotrafilcon B en galyfilcon A lenzen, werd een Polyquad/ Aldox multipurpose oplossing geassocieerd met verminderd comfort, en verhoogde branderigheid, prikken en lensbewustheid dan een systeem op basis van polyhexanide (PHMB).67 De twee systemen vertoonden duidelijk te onderscheiden patronen voor de tijdsduur van de door de oplossing veroorzaakte corneale staining (SICS, Figuur 5). Beide lieten lage SICS zien maar bij het PHMB systeem was het niveau veel hoger. De verschijnselen en gemelde symptomen leken daarom niet samen te hangen. Uit een ander onderzoek bleek dat staining verschilde per SiH na één dag dragen en een nacht bewaren in verschillende verzorgingssystemen, maar er bestond geen verschil tussen de oplossingen wat betreft staining of symptomen.68 Routinematig gebruik door de contactlensdrager Bij een kleinschalig onderzoek werd de klinische prestatie van een een-staps waterstofperoxide systeem afgezet tegen een Polyquad/Aldox oplossing voor twee SiH-lenzen, namelijk lotrafilcon B en senofilcon A.69 Na een maand gebruik van elk systeem werden er geen verschillen in klinische variabelen gevonden, maar deelnemers rapporteerden langere comfortabele draagtijden bij gebruik van het peroxidesysteem voor beide materialen. Een maand gebruik van een Polyquad/ Aldox oplossing met het gebruikelijke lensmerk (van de deelnemer) liet beter comfort zien (bij inzetten en aan het eind van de dag) en verhoogde de 47
algehele tevredenheid dan de PHMB systemen.70 Een vergelijking van oculair comfort, zicht en SICS over een gebruiksperiode van drie maanden bij 24 combinaties van SiH-merken en desinfectiesystemen, toonde aan dat patiënten met SICS minder comfort ervoeren aan het eind van de dag dan patiënten zonder SICS.71 Onderzoekers vergeleken de subjectieve respons bij SiH lens/oplossingscombinaties die bekend waren uit eerdere studies om te zien wat het beste en het slechtste eindedagscomfort opleverde.72 Oculair comfort, droogte en lensbewustheid bij symptomatische dragers kunnen merkbaar verbeteren door hen over te zetten op een alternatieve combinatie. Er werden geen significante verschillen aangetroffen bij nietsymptomatische deelnemers. Het opnemen van een wrijf- en spoelstap is mogelijk van invloed op comfort. Een onderzoek met drie verzorgingssystemen bij galyfilcon A lenzen liet zien dat bij het kleine aantal deelnemers die significante hoeveelheden lensaanslag ontwikkelden de wrijfstap wel resulteerde in een vermindering van de aanslag.73 Andere auteurs suggereren om de lenzen te wrijven en spoelen met MPS voorafgaand aan de desinfectie, aangezien dit veel contactlensdragers zou kunnen helpen een groter comfort te bereiken.74 Ook is onderzoek verricht naar nieuwe formules gericht op het vergroten van comfort. Een systeem dat een oppervlakte-actieve stof en een di-block copolymeer bevat voor een betere oppervlaktebevochtiging werd vergeleken met een PHMB systeem.75 De nieuwe formule resulteerde in een verbetering van comfort en andere symptomen, en geringere ernst van de corneale staining. Een afzonderlijk onderzoek keek naar het effect van twee nieuwe MPS met bevochtigingsadditieven bij ex vivo lenshydratatie en subjectieve symptomen.76 De mate van dehydratatie van de lens werd voor beide systemen vertraagd gedurende een gebruiksperiode van een maand, en ook de subjectieve respons verminderde. helpen bevochtigingsdruppels? Als het voorschrijven van minder uitdrogende materialen, bevochtigingsoplossingen of daglenzen onvoldoende 48
vermindering van de ZCL-gerelateerde droogte oplevert, zijn mogelijk andere behandelingen noodzakelijk. Het gebruik van bevochtigingsdruppels is een voorspellende factor voor ZCL-gerelateerde droogte.45 Er zijn vele druppels verkrijgbaar en allemaal delen ze bepaalde fysieke kwaliteiten; het aanbrengen van een druppel tijdens het dragen van de lens spoelt tijdelijk het voorvlak van de lens en kan door verdunning helpen eventuele aanslag te verwijderen. In theorie zouden bevochtigingsdruppels ook voor korte tijd oppervlaktefrictie kunnen veranderen. Bevochtigingsdruppels zijn slechts beperkt werkzaam omdat de verlichting niet zo volledig is als gewenst, dan wel niet zo lang aanhoudt.74 Het effect van bevochtigingsformules van verschillende mate van viscositeit op comfort is getest bij contralateraal gebruik van hydrogel en SiH lenzen.74 Alle bevochtigingsmiddelen verhoogden het comfort vlak na het inzetten, maar na zes uur was het comfort bij hydrogels significant slechter. Bij elk lenstype was het comfort na zes uur niet beter dan de helft van de score vlak na het inzetten. Symptomatische lensdragers van middelbare leeftijd werden 60 dagen lang geobserveerd na viermaal daags gebruik van een hypo-osmolaire lensbevochtigingsdruppel.77 De Ocular Surface Disease Index (OSDI) score verbeterde significant, evenals de meeste klinische symptomen. Het onderzoek omvatte geen controlebehandeling of maskering van de onderzoeker. Een ander onderzoek vergeleek de klinische performance en eiwitafzetting op de lens bij enkele bevochtigingsdruppels met oppervlakte-actieve stoffen en een zoutoplossing zonder conserveringsmiddel.78 Bij beginnende ZCL-dragers die hun lenzen 30 nachten achter elkaar inhielden, verergerden de symptomen later op de dag, onafhankelijk van de behandelingsgroep. Degenen die de druppels gebruikten rapporteerden beter comfort bij het inzetten en hadden een geringere mate van en minder gedenatureerde lysozymafzetting. Op zich verschilden de symptomen van droogte niet tussen de behandelgroepen. Een andere methode om de werkingstijd van druppels te onderzoeken is door het volume van de traanmenis-
cus in de tijd te meten. Een onderzoek onder symptomatische lensdragers, asymptomatische lensdragers en nietdragers bij 5, 10, 20 en 30 minuten na het aanbrengen, toonde aan dat symptomatische dragers op alle momenten lagere traanvolumes hadden, en dat traanvolume en lens-gerelateerd comfort afnam na 10 uur dragen bij alle dragers.79 Na het inbrengen van de druppels, hield een toename in traanvolume en comfort slechts 10-20 minuten aan bij zowel asymptomatische als symptomatische lensdragers. Een onderzoeksteam heeft de in vivo osmolariteit van contactlensmaterialen gemeten als mede het effect van hypo-osmotische versus hyper-osmotische zoutoplossingen bij symptomatische en asymptomatische lensdragers.80,81 Er waren geen verschillen in traanstabiliteit, corneale staining, lensbevochtiging of watergehalte tussen de verschillende druppels, maar 60 procent van de deelnemers gaf alles bij elkaar de voorkeur aan de hypoosmotische druppels en rapporteerde minder droogte en lensbewustheid. Deze druppels zijn dan ook mogelijk van nut bij de aanpak van lens-gerelateerde droogtesymptomen. hoe zit het met andere behandelmogelijkheden? In een aantal landen wordt het ontstekingsremmende cyclosporine (Restasis, Allergan) op grote schaal ingezet bij de behandeling van matig tot ernstig droge ogen.82 Bij ZCL-dragers met zelf-gediagnostiseerde lens-gerelateerde droogte, leverde cyclosporine (0.05%) plus bevochtigingsdruppels een verbetering op in hoe de deelnemers de mate van ernst van hun oogdroogte ervoeren, in vergelijking met alleen druppels. Na een gebruik van drie maanden, vertoonde de draagtijd een stijging en werden de druppels minder vaak gebruikt.83 Topisch gebruik van een experimentele antibiotische macrolide-oplossing (1% azitromycine) getest tegen vrij verkrijgbare bevochtigingsdruppels werd geassocieerd met een groter aantal uren comfortabel gebruik en minder droogtesymptomen aan het eind van de dag.84 Bij veel ZCL-dragers kunnen oculaire allergieën een negatieve impact hebben op comfort. Een onderzoek ver-
geleek de subjectieve uitkomsten en oculaire symptomen bij deelnemers die 0.05% epinastine (een oculair antihistaminicum plus mastcelstabilisator) gebruikten samen met bevochtigingsdruppels versus alleen bevochtigingsdruppels.85 De met de antihistaminicum behandelde groep rapporteerde een langere periode van comfortabel gebruik, een enigszins langere draagtijd, minder jeuk aan de ogen en een verminderd gebruik van bevochtigingsdruppels. Aangezien allergieën bij ZCL-dragers vaak seizoens-gerelateerd zijn, zou een topisch antihistaminicum kunnen helpen in perioden waarin men het meest last heeft van symptomen. Punctum plugs Het behoud van traanvocht is een strategie voor het doen verminderen van droogtesymptomen aan het oog, met en zonder lensgebruik. Plugs worden ingebracht in het onderste punctum en zorgen voor een hoger traanvolume door het blokkeren van de afvloeiing van traanvocht. Het behandelmodel gaat ervan uit dat het volume en niet de chemische samenstelling van het traanvocht het essentiële kenmerk is in relatie tot symptomen van droogte aan het oog, maar veel patiënten met droogtesymptomen hebben ontstekingsbronnen langs hun oogleden (blefaritis, MGD) of in de traanklier.86 Klinische trials met punctum plugs hebben niet aangetoond dat deze succesvol zijn bij de behandeling van lens-gerelateerde droogte.87 Voedingssupplementen Voedingssupplementen met omega-6 vetzuren vormen een andere therapeutische benadering. Vrouwelijke ZCL-dragers van middelbare leeftijd werden over een periode van zes maanden gevolgd, waarbij zij een dosis teunisbloemolie, dan wel olijfolie, dan wel een placebo innamen.88 De teunisbloemoliegroep vertoonde alleen een verbetering wat betreft droogte, terwijl alle overige symptomen in alle groepen hetzelfde bleven. Orale voedingssupplementen leiden mogelijk tot een verhoogde aanmaak van ontstekingsremmende type 1 prostaglandines in het lichaam.89 Als dezelfde onderliggende ontstekings50
mechanismen een rol spelen bij droge ogen en bij ZCL-gerelateerde droogte, zijn deze behandelmethoden wellicht ook nuttig voor contactlensdragers. Tot slot staat de niet-wetenschappelijke literatuur bol van de aanbevelingen om twee liter water per dag te drinken en een overmaat aan vocht afdrijvende dranken te mijden (koffie, thee, alcohol, energiedrankjes) voor het behoud van een goede algehele gezondheid. Hoewel dit geloof wijdverbreid is onder zorgverleners en patiënten, is de rol van vochtinname op contactlenscomfort nooit onderzocht. helpt het om de omgeving te verbeteren? De omgeving heeft een significante impact op het ervaren van droogte tijdens het dragen van contactlenzen, maar SiH-lenzen minimaliseren een aantal van die effecten, zoals is aangetoond in een grote klinische trial waarbij hydrogel ZCL-dragers die verschillende SiH lensmaterialen aangemeten kregen.90 Na twee weken werd het gebruik van alle drie de lenzen geassocieerd met beter comfort, in veel van de meest problematische omgevingen (onder een airco zitten, lage luchtvochtigheid, een rokerige, stoffige or vervuilde omgeving, en bij het dutten of slapen). Het aanmeten van senofilcon A en galyfilcon A leidde tot een verbetering in alle problematische omgevingen. ZCL-dragers die meer dan vier uur per dag achter een beeldscherm doorbrengen rapporteerden de sterkste visuele en droogtesymptomen, en hadden daarbij een lagere traanmeniscus in vergelijking met niet-lensdragers of minder beeldschermgebruik.91 Een vergelijking van symptomen onder ZCL-dragers en niet-dragers in verschillende werkomgevingen wees op een doseringsrespons bij beeldschermgebruik en brandende ogen onder lensdragers.92 Zelfs bij nietdragers verergerde het beeldschermgebruik de symptomen. Omgevingen met airconditioning en verwarming vertoonden hogere scores op symptomen onder ZCL-dragers in vergelijking met niet-dragers.
Tot slot zijn deelnemers getest in een sterk gecontroleerde ongunstige omgeving terwijl zij hun gebruikelijke lenzen droegen, dan wel senofilcon A lenzen of geen lenzen.90 Het gebruik van senofilcon A lenzen terwijl men zittend visuele taken uitvoerde in een ruimte met een lage luchtvochtigheid vertoonde beter comfort vergeleken met de eigen lens of geen lenzen. Het lensmateriaal biedt mogelijke bescherming tegen het verbreken van de traanfilm en het gevoel aan het hoornvlies dat hiermee gepaard gaat.93 conclusies Voor deze analyse werd gekeken naar het belangrijkste aspect van lensgerelateerd gebrek aan comfort, nl. droogte, aangezien dit mensen ertoe doet besluiten om te stoppen met het gebruik van hun lenzen. Iedere oogzorgprofessional dient gebruikers van zachte contactlenzen te onderzoeken om mogelijke problemen vast te stellen die kunnen leiden tot droogtesymptomen. Maar het instrumentarium dat hem daarbij ter beschikking staat, helpt alleen indien de oogzorgprofessional lensdragers actief vraagt naar hun symptomen. Vragenlijsten kunnen helpen bij het identificeren van patiënten die van klinische behandeling kunnen profiteren. Door op te hoogte te blijven van onderzoek, verkrijgt de zorgverlener inzicht in de vele onderliggende factoren die kunnen bijdragen aan droogtesymptomen, zoals de leeftijd van de patiënt, medicatie, het gebruik van tonische lenzen, beroep, mate van computergebruik, en blootstelling aan problematische omgevingen, en kan hij het gesprek met de patient aangaan hoe deze tot een betere draagervaring kan komen. Comfort is dragerafhankelijk en het is dan ook van belang om de lens aan de contactlensdrager aan te passen, in plaats van de contactlensdrager aan de lens. Differentiaaldiagnose zou een zorgvuldig onderzoek van het traanvocht, oogoppervlak, oogleden, tarsale plaatjes en meibomkliertjes moeten omvatten, om vast te stellen welke contactlensdragers fysiologische problemen hebben waar actief op ingegrepen moet worden.
achtergrond eyeline
Houd daarbij in gedachten dat veel dragers van zachte contactlenzen met klachten geen duidelijke fysieke symptomen hebben die in verband staan met droogte. Voor contactlensdragers die mogelijk reacties op lensverzorgingsvloeistoffen vertonen, zouden daglenzen een eind kunnen maken aan dergelijke irritatieproblemen. Recente ontwikkelingen, zoals verbeterde hydrogel en SiH-materialen en lensverzorgingsproducten vergroten de kans dat de contactlensdrager een goede mate van comfort bereikt bij het dragen van zijn lenzen. Tegelijkertijd, echter, zet de manier waarop wij onze ogen gebruiken, door lange tijd achtereen naar computerschermen en mobiele apparatuur te staren, en de verslechterde luchtkwaliteit binnenshuis, het oogoppervlak extra onder druk. Deze tegengestelde krachten zorgen ervoor dat een goed draagcomfort bij zachte contactlenzen een uitdaging blijft voor de oogzorgprofessional. Dit artikel is eerder gepubliceerd en vertaald uit Optician (2014) 247, 6438: 18-28
voornaamste punten voor toepassing in de praktijk • Maak gebruik van vragenlijsten voor het vaststellen van symptomen en mogelijke problemen met de huidige lenzen • Vraag door naar droogte en CLD later op de dag • Vraag patiënten naar hun werkomgeving en vrijetijdsbesteding, gezondheid en medicijngebruik • Kijk bij klinische observaties ook naar LIPCOF, LWE en MGD • Meet symptomatische lensdragers lenzen aan van een ander materiaal, een ander ontwerp of een ander vervangingsschema • Kies een lens en lensverzorgingscombinatie die goed aansluit op de individuele patiënt • Beveel daglenzen aan bij patiënten met een allergie • Onthoud dat CLD en droogte niet alleen voorkomen bij de lensdrager
dankwoord Dit artikel is gebaseerd op een paper gepubliceerd in Optician’s zusteruitgave Contact Lens and Anterior Eye (Chalmers R. Overview of factors that affect comfort with modern soft contact lenses. CLAE (2013), http://dx.doi. org/10.1016/j.clae.2013.08.154), met de gewaardeerde toestemming van Elsevier en de British Contact Lens Association. De paper werd ondersteund door een beurs van Johnson & Johnson Vision Care, onderdeel van Johnson & Johnson Medical Ltd. • Dr. Robin Chalmers is een onafhankelijk consultant bij klinische trials en is tevens vicevoorzitter van het American Academy of Optometry Research Committee. referenties
1. Dumbleton K, Woods CA, Jones LW e.a . The impact of contemporary contact lenses on contact lens discontinuation. Eye Contact Lens 2013;39:1 93-9. 2. Richdale K, Sinnott LT, Skadahl E e.a . Frequency of and factors associated with contact lens dissatisfaction and discontinuation. Cornea 2007;26:168-74. 3. Fonn D. Targeting contact lens induced dryness and discomfort: what properties will make lenses more comfortable. Optom Vis Sci 2007;84(4):279-85. 4. Chalmers RL and Begley CG. Dryness symptoms among an unselected clinical population with and without contact lens wear. Cont Lens Anterior Eye 2006;29:1 25-30. 5. The TFOS International Workshop on Contact Lens Discomfort. Invest Ophthalmol Vis Sci 2013;54:TFOS1-TFOS203. 6. Sindt CW and Longmuir RA. Contact lens strategies for the patient with dry eye. Ocul Surf 2007;5:4 294-307. 7. Dumbleton K, Keir N, Moezzi A e.a . Objective and subjective responses in patients refitted to daily-wear SiHy hydrogel contact lenses. Optom Vis Sci 2006;83:10 758-68. 8. Riley C, Young G and Chalmers R. Prevalence of ocular surface symptoms, signs, and uncomfortable hours of wear in contact lens wearers: the effect of refitting with daily-wear silicone hydrogel lenses (senofilcon a). Eye Contact Lens 2006;32:6 281-6. 9. Dumbleton KA, Woods CA, Jones LW e.a . Comfort and adaptation to silicone hydrogel lenses for daily wear. Eye Contact Lens 2008;34:4 215-23. 10. Chalmers R, Long B, Dillehay S e.a . Improving contact-lens related dryness symptoms with silicone hydrogel lenses. Optom Vis Sci 2008;85:8 778-84. 11. Dillehay SM. Does the level of available oxygen impact comfort in contact lens wear? A review of the literature. Eye Contact Lens 2007;33:3 148-55. 12. Chen J and Simpson TL. A role of corneal mechanical adaptation in contact lens-related dry eye symptoms. Invest Ophthalmol Vis Sci 2011;52:3 1200-5. 13. Golebiowski B, Papas EB and Stapleton F. Corneal and conjunctival sensory function: the impact on ocular surface sensitivity of change from low to high oxygen transmissibi-
lity contact lenses. Invest Ophthalmol Vis Sci 2012;53:3 1177-81. 14. Chalmers R, Begley CG, Moody K e.a . Contact Lens Dry Eye Questionnaire-8 and overall opinion of contact lenses. Optom Vis Sci 2012:89:10 1435-42. 15. Papas EB, Keay L and Golebiowski B. Estimating a just-noticeable difference for ocular comfort in contact lens wearers. Invest Ophthalmol Vis Sci 2011;21;52:7 4390-4. 16. Young G, Chalmers RL, Napier L e.a . Characterizing contact lens-related dryness symptoms in a cross-section of UK soft lens wearers. Cont Lens Anterior Eye 2011;34:2 6470. 17. Michel M, Sickenberger W and Pult H. The effectiveness of questionnaires in the determination of Contact Lens Induced Dry Eye. Ophthalmic Physiol Opt 2009;29:5 479-86. 18. Korb DR, Greiner JV, Herman JP e.a . Lid-wiper epitheliopathy and dry-eye symptoms in contact lens wearers. CLAO J 2002;28:4 211-6. 19. Pult H, Purslow C, Berry M e.a . Clinical tests for successful contact lens wear: relationship and predictive potential. Optom Vis Sci 2008;85:10 E924-9. 20. Berry M, Pult H, Purslow C e.a . Mucins and ocular signs in symptomatic and asymptomatic contact lens wear. Optom Vis Sci 2008;85:10 930-8. 21. Berry M, Purslow C, Murphy PJ e.a . Contact lens materials, mucin fragmentation and relation to symptoms. Cornea 2012;31:7 770-6. 22. Pult H, Murphy PJ and Purslow C. A novel method to predict the dry eye symptoms in new contact lens wearers. Optom Vis Sci 2009;86:9 1042-50. 23. Yeniad B, Beginoglu M and Bilgin LK. Lidwiper epitheliopathy in contact lens users and patients with dry eye. Eye Contact Lens 2010;36:3 140-3. 24. Winterton LC, Lally JM, Sentell KB e.a . The elution of Poly(vinylalcohol) from a contact lense: The realization of a time release moisturizing agent/artificial tear. J Biomed Mat Res Part B: Applied Biomaterials 2007;80:2 424-32. 25. White CJ, McBride MK, Pate KM e.a . Extended release of high molecular weight hydroxypropyl methylcellulose from molecularly imprinted, extended wear silicone hydrogel contact lenses. Biomaterials 2011;32:24 5698705. 26. Ali M and Byrne ME. Controlled release of high molecular weight hyaluronic acid from molecularly imprinted hydrogel contact lenses. Pharm Res 2009;26:3 714-26. 27. Roba M, Duncan EG, Hill GA e.a . Friction measurements on contact lenses in their operating environment. Tribology Letters 2011;4:3 387-97. 28. Sheardown H, Liu L and Jones L. Chemical characterization of 1•DAY ACUVUE® MOIST® and 1•DAY ACUVUE® contact lenses. Invest Ophthalmol Vis Sci 2006;47: E-Abstract 2388. 29. Weeks A, Morrison D, Alauzun JG e.a . Photocrosslinkable hyaluronic acid as an internal wetting agent in model conventional and silicone hydrogel contact lenses. J Biomed Mater Res A 2012;100:8 1972-82. 30. Santodomingo-Rubido J, Barrado-Navascués E and Rubido-Crespo MJ. Ocular surface comfort during the day assessed by instant reporting in different types of contact and non-contact lens wearers. Eye Contact Lens 2010;36:2 96-100. 31. Begley CG, Chalmers RL, Mitchell GL e.a . Characterization of ocular surface symptoms from optometric practices in North America. Cornea 2001;20:6 610-8. 32. Woods CA, Dumbleton K, Jones L e.a . Patient use of smartphones to communicate
51
subjective data in clinical trials. Optom Vis Sci 2011;88:2 290-4. 33. Young G, Veys J, Pritchard N e.a . A multicentre study of lapsed contact lens wearers. Ophthalmic Physiol Opt 2002;22:6 516-27. 34. Guillon M and Maissa C. Dry eye symptomatology of soft contact lens wearers and nonwearers. Optom Vis Sci 2005;82:9 829-34. 35. Greiner KL and Walline JJ. Dry eye in pediatric contact lens wearers. Eye Contact Lens 2010;36:6 352-5. 36. Schein O, Hochberg M, Munoz B e.a . Dry eye and dry mouth in the elderly: a population-based assessment. Arch Intern Med 1999;159:12 1359-63. 37. Schaumberg DA, Sullivan DA, Buring J e.a . Prevalence of dry eye syndrome among US women. Am J Ophthalmol 2003;136:318-26. 38. Moss S, Klein R and Klein B. Incidence of dry eye in an older population. Invest Opthalmol Vis Sci 2003;44:5 ARVO Abstract 810. 39. Moss SE, Klein R and Klein BE. Long-term incidence of dry eye in an older population. Optom Vis Sci 2008;85:8 668-74. 40. Chalmers RL, Hunt C, Hickson-Curran S e.a . Struggle with hydrogel CL wear increases with age in young adults. Cont Lens Ant Eye 2009;32:3 113-9. 41. du Toit R, Simpson T e.a . The effects of six months of contact lens wear on the tear film, ocular surfaces, and symptoms of presbyopes. Optom Vis Sci 2001;78:6 455-62. 42. O’Donnell C and Efron N. Diabetes and contact lens wear. Clin Exp Optom 2012;95:3 32837. 43. Fonn D, Situ P and Simpson T. Hydrogel lens dehydration and subjective comfort and dryness ratings in symptomatic and asymptomatic contact lens wearers. Optom Vis Sci 1999;76:10 700-4. 44. Glasson MJ, Stapleton F, Keay L e.a . The effect of short term contact lens wear on the tear film and ocular surface characteristics of tolerant and intolerant wearers. Cont Lens Anterior Eye 2006;29:1 41-7. 45. Nichols JJ and Sinnott LT. Tear film, contact lens, and patient-related factors associated with contact lens-related dry eye. Invest Ophthalmol Vis Sci 2006;47:4 1319-28. 46. Ramamoorthy P, Sinnott LT and Nichols JJ. Treatment, material, care, and patient-related factors in contact lens-related dry eye. Optom Vis Sci 2008;85:8 764-72. 47. Young G, Chalmers RL, Napier L e.a . Soft contact lens related dryness with and without clinical signs. Optom Vis Sci 2012;89:8 112532. 48. Lemp MA and Nichols KK. Blepharitis in the United States 2009: a survey-based perspective on prevalence and treatment. Ocu Surf 2009;7 Suppl 2, S1-4. 49. Nelson JD, Shimazaki J, Benitez-del-Castillo JM e.a . The International Workshop on Meibomian Gland Dysfunction: Report of the Definition and Classificaiton Subcommittee. Invest Ophthalmol Vis Sci Special Issue 2011;52:4 1930-7. 50. Villani E, Ceresara G, Beretta S e.a . In-vivo confocal microscopy of meibomian glands in contact lens wearers. Invest Ophthalmol Vis Sci 2011;52:8 5215-9. 51. Arita R, Itoh K, Inoue K e.a . Contact lens wear is associated with decrease of meibomian glands. Ophthalmology 2009;116:379-84. 52. Pult H and Nichols JJ. A review of meibography. Optom Vis Sci 2012;89:5 760-9. 53. Wolffsohn JS and Emberlin JC. Role of contact lenses in relieving ocular allergy. Cont Lens Anterior Eye 2011;34:4 169-72. 54. Hayes VY, Schnider CM and Veys J. An evaluation of 1-day disposable contact lens wear in a population of allergy sufferers. Cont Lens Anterior Eye 2003;26:2 85-93.
52
55. Maïssa C, Guillon M and Garofalo RJ. Contact lens-induced circumlimbal staining in silicone hydrogel contact lenses worn on a daily wear basis. Eye Contact Lens 2012;38:1 16-26. 56. Schafer J, Mitchell GL, Chalmers RL e.a . The stability of dryness symptoms after refitting with silicone hydrogel contact lenses over 3 years. Eye Contact Lens 2007;33:5 247-52. 57. Dumbleton K, Woods C, Jones L e.a . Comfort and vision with silicone hydrogel lenses: effect of compliance. Optom Vis Sci 2010;87:6 421-5. 58. Spyridon M, Hickson-Curran S, Hunt C e.a . Eye sensitivity in soft contact lens wearers. Optom Vis Sci 2012;89:12 1682-90. 59. Subbaraman LN, Glasier MA, Varikooty J e.a . Protein deposition and clinical symptoms in daily wear of etafilcon lenses. Optom Vis Sci 2012;89:10 1450-9. 60. Scott WL, Rein MJ and Pack LD. Subjective comparison of 2 daily disposable contact lenses: Focus Dailies with AquaRelease and Proclear 1-Day. Optometry 2010;81:1 40-6. 61. Walker J, Young G, Hunt C e.a . Multi-centre evaluation of two daily disposable contact lenses. Cont Lens Ant Eye 2007;30:2 125-33. 62. Fahmy M, Long B, Giles T e.a . Comfort-enhanced daily disposable contact lens reduces symptoms among weekly/monthly wear patients. Eye Contact Lens 2010;36:4 215-9. 63. Morgan PB, Chamberlain P, Moody K e.a . Ocular physiology and comfort in neophyte subjects fitted in daily disposable silicone hydrogel contact lenses. Cont Lens Ant Eye 2013;36:3 118-25. 64. Menzies KL, Rogers R and Jones L. In vitro contact angle analysis and physical properties of blister pack solutions of daily disposable contact lenses. Eye Contact Lens 2010;36:1 10-8. 65. Tighe BJ. A decade of silicone hydrogel development: surface properties, mechanical properties, and ocular compatibility. Eye Contact Lens 2013;39:1 4-12. 66. Andrasko G and Ryen K. Corneal staining and comfort observed with traditional and silicone hydrogel lenses and multipurpose solution combinations. Optometry 2008;79:8 444-54. 67. Willcox MD, Phillips B, Ozkan J e.a . Interactions of lens care with silicone hydrogel lenses and effect on comfort. Optom Vis Sci 2010;87:11 839-46. 68. Santodomingo-Rubido J, Barrado-Navascués E, Rubido-Crespo MJ e.a . Compatibility of two new silicone hydrogel contact lenses with three soft contact lens multipurpose solutions. Ophthalmic Physiol Opt 2008;28:4 373-81. 69. Keir N, Woods CA, Dumbleton K e.a . Clinical performance of different care systems with silicone hydrogel contact lenses. Cont Lens Anterior Eye 2010;33:4 189-95. 70. Corbin GS, Bennett L, Espejo L e.a . A multicenter investigation of Opti-Free Replenish multi-purpose disinfecting solution impact on soft contact lens patient comfort. Clin Ophthalmol 2010;2:4 47-57. 71. Diec J, Evans VE, Tilia D e.a . Comparison of ocular comfort, vision, and SICS during silicone hydrogel contact lens daily wear. Eye Contact Lens 2012;38:1 2-6. 72. Tilia D, Lazon de la Jara P, Peng N e.a . Effect of lens and solution choice on the comfort of contact lens wearers. Optom Vis Sci 2013;90:5 411-8. 73. Nichols JJ. Deposition rates and lens care influence on galyfilcon A silicone hydrogel lenses. Optom Vis Sci 2006;83:10 751-7. 74. Ozkan J and Papas E. Lubricant effects on low Dk and silicone hydrogel lens comfort. Optom Vis Sci 2008;85:8 773-7. 75. Campbell R, Kame G, Leach N e.a . Clinical
benefits of a new multipurpose disinfecting solution in silicone hydrogel soft contact lens users. Eye Contact Lens 2012;38:2 93-101. 76. Gonzalez-Meijome JM, da Silva AC, Never H e.a . Clinical performance and ex- vivo dehydration of silicone hydrogel contact lenses with two new multipurpose solutions. Cont Lens Anterior Eye 2013;36:2 86-92. 77. Versura P, Profazio V, Balducci N e.a . Efficacy of two-month treatment with Xiloial® eyedrops for discomfort from disposable soft contact lenses. Clin Ophthalmol 2010;4:103541. 78. Subbaraman LN, Bayer S, Glasier MA e.a . Rewetting drops containing surface-active agents improve the clinical performance of silicone hydrogel contact lenses. Optom Vis Sci 2006;83:3 143-51. 79. Chen Q, Wang J, Shen M e.a . Tear menisci and ocular discomfort during daily contact lens wear in symptomatic wearers. Invest Ophthalmol Vis Sci 2011;6:52(5):2175-80. 80. Stahl U, Willcox M and Stapleton F. Role of hypo-osmotic saline drops in ocular comfort during contact lens wear. Cont Lens Anterior Eye 2010;33:2 68-75. 81. Stahl U, Willcox MD, Naduvilath T e.a . Influence of tear film and contact lens osmolality on ocular comfort in contact lens wear. Optom Vis Sci 2009;86:7 857-67. 82. Kunert KS, Tisdale AS, Stern ME e.a . Goblet cell numbers and epithelial proliferation in the conjunctiva of patients with dry eye syndrome: effect on conjunctival lymphocytes. Arch Ophthalmol 2000;118:1489-96. 83. Hom MM. Use of cyclosporine 0.05% ophthalmic emulsion for contact lens-intolerant patients. Eye Contact Lens 2006;32:2 109-11. 84. Nichols JJ, Bickle KM, Zink RC e.a . Safety and efficacy of topical azithromycin ophthalmic solution 1.0% in the treatment of contact lens-related dry eye. Eye Contact Lens 2012;38:2 73-9. 85. Nichols KK, Morris S, Gaddie IB e.a . Epinastine 0.05% ophthalmic solution in contact lens-wearing subjects with a history of allergic conjunctivitis. Eye Contact Lens 2009;35:1 26-31. 86. Lemp MA. Advances in understanding and managing dry eye disease. Am J Ophthalmol 2008;146:3 350-6. 87. Geldis JR and Nichols JJ. The impact of punctal occlusion on soft contact lens wearing comfort and the tear film. Eye Contact Lens 2008;34:5 261-5. 88. Kokke KH, Morris JA and Lawrenson JG. Oral omega-6 essential fatty acid treatment in contact lens associated dry eye. Cont Lens Anterior Eye 2008;31:3 141-6. 89. Rand AL and Asbell PA. Current opinion in ophthalmology nutritional supplements for dry eye syndrome. Curr Opin Ophthalmol 2011;22:4 279-82. 90. Young G, Riley CM, Chalmers RL e.a . Hydrogel lens comfort in challenging environments and the effect of refitting with SiHy hydrogel lenses. Optom Vis Sci 2007;84:4 302-8. 91. Kojima T, Ibrahim OM, Wakamatsu T e.a . The impact of contact lens wear and visual display terminal work on ocular surface and tear functions in office workers. Am J Ophthalmol 2011;152:6 933-40. 92. Gonzales-Meijome JM, Parafita MA, YebraPimental E e.a . Symptoms in a population of contact lens and noncontact lens wearers under different environmental conditions. Optom Vis Sci 2007;84:4 296-301. 93. Ousler GW 3rd, Anderson RT and Osborn KE. The effect of senofilcon A contact lenses compared to habitual contact lenses on ocular discomfort during exposure to a controlled adverse environment. Curr Med Res Opin 2008;24:2 335-41.