25 juni 2008
Groene IT de hype voorbij
Gartner: duurzaamheid is serieus thema bij grote ondernemingen
ING bespaart 10 miljoen kilowattuur per jaar
De 45.000 pc’s van ING Group gaan voortaan ‘s avonds automatisch uit
Eerste Smart Working Center in Almere
Nieuwe formule moet mislukking eerdere telewerkcentra doen vergeten
Inzicht in energieverbruik nog altijd beperkt En andere resultaten van het Green IT onderzoek
inhoud Groene IT de hype voorbij. Gartner: tot 25%
Colofon
besparen zonder grote investeringen [4]
Focus op energie besparen en duurzaamheid is een speciale uitgave van IT Executive. Deze uitgave verschijnt in een oplage van 25.000 exemplaren en wordt meegestuurd met IT Executive en uitgereikt aan de bezoekers van de conferentie Greening the Enterprise op 25 juni.
De 45.000 pc’s van ING Group gaan voortaan ‘s avonds automatisch uit’ [6]
Redactie Coördinator: Marco van der Hoeven/Mediabureau Leiden Hoofdredacteur: Fred van der Molen Adjunct-hoofdredacteur: Sytse van der Schaaf Eindredacteur: Ruben Acohen Medewerkers: Ed Kerkman, Jan van der Lugt E
[email protected]
Eerste ‘Smart Working Center’ opent in september in Almere [8]
Inzicht in het energieverbruik?
15%
Heeft u inzicht in het energieverbruik van uw it-apparatuur?
27%
Enquête: inzicht in energiegebruik nog altijd beperkt [10]
Advertentie-exploitatie Salesmanager: Rob de Kleijnen T 06-53403470 E
[email protected] Sr. accountmanager: Erik van Heest T 06-13221012 E
[email protected]
58%
Ja Nee Gedeeltelijk
Hub Holland:
op naar duurzame netwerken! [12] 2%
Energy Star programma wordt bijuitgebreid Welke rol spelen energiekosten
Concept: Villa-DTP Realisatie: colorscan Amsterdam-Voorhout Advertorials: Quamedia
14%
23% Energie besparen en duurzaamheid
het aanschaffen van computerapparatuur
naar servers en datacenters [14] Geen Beperkte mate Belangrijke mate Het klimaat ís een Zeer belangrijke matebusinesskwestie
Drukwerk Senefelder Misset
60%
[15]
Auteursrecht Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn van toepassing de Standaardpublicatievoorwaarden van Wolters Kluwer Nederland BV, gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam onder nr. 217/1999; een kopie kan kosteloos bij de uitgever worden opgevraagd. Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer BV, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 6 januari 2003 onder depotnummer 3/2003. Op alle overeenkomsten tussen Uitgever en Afnemer met betrekking tot advertentie-plaatsingen (daaronder begrepen alle overeenkomsten met adverteerders en bemiddelaars) zijn in aanvulling op deze Algemene Voorwaarden van toepassing de laatstgeldende versie van de Regelen voor het Advertentiewezen, uitgegeven door de raad van Orde en Toezicht voor het Advertentiewezen (ROTA), hierna: ‘de Regelen’. Bij tegenstrijdigheid van de Algemene Voorwaarden met de Regelen prevaleren de Regelen. Een exemplaar van de Algemene Voorwaarden en de Regelen zal op eerste verzoek gratis worden toegezonden. U kunt beide ook vinden op www.adformatie. nl/algemene-oorwaarden.html. Copyright 2007, IT Executive, ISSN 1570-6737
Milieu tot ingrijpende Leeft dwingt Groene IT? transformatie datacenter Is uw organisatie bezig met de uitvoering [16] of planning van de implementatie van 'Groene IT'?
Uitvoeren
In planning Groene blik: koel niet meer dan ADVERTORIAL Aan het overwegen
Verwacht u dat milieuoverwegingen bij het aanschaffen van apparatuur in uw bedrijf over twee jaar een belangrijker afweging rol dan nu?
Doorbraak in technologie 16% Consolidatie en virtualisatie maken van Pggm maakt groene IT voor alle 66% wendbare en duurzamer organisatie [25] bedrijven bereikbaar
bijeenkomsten. Met een uniek door de lezers uitgesproken rapportcijfer: 7,6. Alle rapportcijfers ontvangen of wilt u meer weten over de interessante
verantwoordelijk zijn voor 80% van de it-investeringen in Nederland
advertentiemogelijkheden? Bel Erik van Heest,
volop in de belangstelling. De snelle technologische ontwikkelingen in de ICT, met
advertorials
name op het gebied van de virtualisatie, maken het beter dan ooit mogelijk om juist nu ingrijpende verbeteringen door te voeren, die niet alleen leiden tot duurzaam ondernemen, maar ook nog eens veel geld besparen. En het einde van die ontwikkeling is nog lang niet in zicht.
(24 miljard euro). Talentvolle lezers die zich graag in het juiste umfeld
06-132 21012 of mail naar
[email protected]
Canon maakt duurzaamheid renderend [29]
“Binnen een organisatie die maatschappelijk verantwoord on
Ricoh: Duurzame producten duurzaam gebruiken Besparen met virtualisatie - Doorbraak in technologie Het ‘groene geld’ ligt
initiëren en ontwikkelen leiders interne standaarden, norme
van het ICT spectrum omvat, zoals applicaties, middleware, databases, infrastructuur, netwerken en security. “Het is eenvoudig om te zeggen dat een deelaspect als SAP of email op een bepaalde manier moet worden georganiseerd, maar die onderdelen zijn binnen de gemiddelde organisatie veelal geïntegreerd binnen het web van applicaties. In de huidige industrie zijn we nog niet zover dat we dat zomaar allemaal kunnen aanbieden, maar je ziet wel duidelijk de trend doorzetten dat klanten meer gebruik en De circa 40.000 klanten van Ricoh in de Benelux produceren naar schatting tien miljard efficiency willen vanuit hun investeringen en veelal niet willen weten hoe prints en kopieën. Zeker de moeite waard om over na te denken in termen het werkt, maar van wanneer het beschikbaar is en tegen welke prijs. duurzaamheid en milieu. Dat doet Ricoh dan ook. En waar dat nodig is, denkt
richtlijnen en scheppen zij voorwaarden voor een goede inte communicatie hiervan.”
Adverteerdersindex [02] [28] [40]
36
Ricoh Nederland ook mee met de klant, in het besef dat de milieukwaliteiten vanze terecht op het gebied van virtualisatie en En daarmee komen consolidatie, twee belangrijke factoren die ook essentieel zijn voor producten pas zin hebben, als ze tot uiting komen in het gebruik. groene IT. Tuijnman: “Nog maar enkele jaren geleden kochten klanten voor alle toepassingen een andere server. En dat moest destijds ook “We ondersteunen de klant,” vertelt Monique Jansen. “We wel, vanwege de stand van de technologie. Dat speelde qua zorgen er voor dat de machines op de juiste manier worden technologie met name in de Intel-serveromgevingen en in de highingesteld. We rekenen voor hoe er energie kan worden end markt, veelal vanwege regelgeving. In deze situatie kwam veranbespaard. Een voorbeeld vormen de centraal voor een afdeling dering toen het mogelijk werd meerdere toepassingen onafhankelijk opgestelde multifunctionele machines als alternatief voor van elkaar op een server te laten werken, waarbij zowel de beschikdesktop printers; de energiebesparing kan daarbij behoorlijk baarheid en schaalbaarheid kon worden gegarandeerd alsook de oplopen. Een ander voorbeeld is dubbelzijdig printen. Dat integriteit van een applicatie. Dankzij virtualisatie kon een server gebeurt nog steeds veel minder dan zou kunnen. Ricoh waarvan de capaciteit voorheen maar voor tien procent gebruikt ontwerpt de machines zó, dat duplex printen allereenvoudigst Eugène Tuijnman, directeur Benelux en Nordics van TDMi werd, worden omgezet in een machine met vijf of zes virtuele servers. is, maar toch willen wij van Ricoh Nederland nog wel een extra “Ik denk dat dit een belangrijke trendbreuk is geweest, een echte duwtje in de rug geven.” De vraag naar groene IT wordt gestimuleerd en mogelijk gemaakt doorbraak in de technologie. Hardware die sporadisch gebruikt werd, Monique Jansen heeft als Environmental Manager het begrip door een aantal duidelijke trends, die spelen op de ICT-markt. Volgens kon nu alsnog rendabel worden gemaakt. Door deze doorbraak in duurzaamheid bij Ricoh Nederland onder haar hoede. Zij zorgt Eugène Tuijnman, directeur Benelux en Nordics van TDMi, is met er technologie gingen bedrijven omdat het (kwalimogelijk met haar collega’s voor datanders de ISOdenken, certificaten 9000 name het doorzetten van utility computing een belangrijke ontwikke- teit), werd 14001 om anders te denken. Virtualisatie stelde bedrijven inbehoude gele(milieu) en 27001 (informatiebeveiliging) ling. Dat is nog lastiger dan het klinkt, maar de ontwikkelingen gaan den genheid meerZij te bewaakt consolideren, waarmee ze automatisch besparingen blijven. de milieulabels, zoals Energy Star en snel. “Het is gecompliceerd, omdat het heel verschillende aspecten Blue konden doorvoeren op hunen energiegebruik, al dan niet bewust.” Label voor machines FSC (Forest Stewardship Council)
‘Energie Optimalisatie Scan’ toont enorme besparings-
mogelijkheden - Het ‘groene geld’ ligt voor het oprapen [34] FOCUS OP
Platinum sponsors Gold Sponsors Dell, Canon HP Pecoma IBM Ricoh VMWare Tandberg Partners Computer Profile, Mediaplaza, Milieu Magazine, ICT office, IT Executive
Energie besparen en duurzaamheid
maakt groene IT voor alle bedrijven voorbereikbaar het oprapen[32]
Partners in Greening the Enterprise
IT Executive Media Plaza Gartner
Greeni
Door de verandering van het klimaat en de stijgende energieprijzen staat ‘groene IT’
Ricoh: Duurzame producten
Esther van Olderen, account manager bij Pecoma Business Technology
Efficiënt, innovatief en (milieu)kostenbesparend
duurzaam gebruiken [36]
Energie besparen en duurzaamheid
doen om die positie nog verder te versterken en uit te bouwen. Met IT Executive bereikt u decisionmakers binnen bedrijven en organisaties die
per maand aan stroom
elke business case. “Groene IT is in feite niets anders dan bewust van ICT apparatuur st omgaan met stroomgebruik en recycling van producten. Zowel afne- grondstoffen en compo De Kyosei bedrijfsfi losofi e van Canon in op tijd allesteeds activiteiten van demoeten onderneming. mers als leveranciers zijn zich grijpt er de laatste meer bewust afbreekbaar zijn van geworden. De buitenwacht hogere energieprijs daarziet een ‘milieuzorg’ belangrijke nemen hunprobleem verantwoor Maar hoe overtuig je daar de van?heeft Canon niet als bijdrage aan geleverd, al moet ik daaraanMaar toevoegen dat er nog apparatuur. Wanneer je maar als morele verplichting. En als buitenkans. hoe bewijs je dat? steeds geen echt tekort is en 65 procent of meer van de energie dat nog veel meer voo prijs naar de belastingdienst gaat. Daarin zit, voorzichtig gesteld, een Volgens Tuijnman liggen zekere mate van hypocrisie bij de overheid. Waarom het kwartje van “Maak in de eerste pla Kyosei in zonne-energie? Wedden dat de subsidiepot kan A DKok V E Rniet T O Rinvesteren IAL De Kyosei fideskundige losofie vormt devervolg basis dan nog lang niet leeg was?” kan. Een vreemde ziet Canon. Zie: www.kyosei.nl. Aan the enterprise “De tweede stap is een2 industriële, commerciële onde Een factor die voor de bewustwording belangrijker is dan de ener- een efficiënte financiële voor het wel en wee van de were gieprijs, is volgens Tuijnman de verandering van het klimaat. “Als doorvoeren. Dit alles s voor het algemeen belang’, is de mens zijn we er allemaal mee bezig, en door de technologische middelen, en het verm binnen het voeren. bedrijf Want Canon, mogelijkheden kunnen we er gelukkig ook anders mee omgaan.” het maar kost relaties die Canon Deze bewustwording heeft onder meer gevolgen voor de de inrichting ideeën zijn zoekt er, de met manid deinmaatschappij (of liever: maa van datacenters. “Vroeger was het ’s zomers goed toeven een moet goed kijken naar tientallen landen waarin Canon koel datacenter als het buiten dertig graden was. Maar de apparatuur ADVERTORIAL verschillen). Meer in het b in dat datacenter doet het echt nog wel bij een tempratuurpelijke ver in de moederbedrijf v twintig graden, dus kun je de koeling ook op 23 graden werkers zetten inen TDMi met isdehetklant. onderdeel van TDM Holdings plaats van zeventien graden. Datacenters zijn bovendien goed beveien Oostenrijk. De omzet bed ligd en daarom vaak goed geïsoleerd. We koelen alleen Trampe: zo sterk, “Ik actief zal niet zeggen dat K als system integrator omdat we het ‘gewend’ zijn. Maar de temperatuur verhogen van wel 17 harde bedrijven vanaf vijftig geauto ‘Energie Optimalisatie Scan’ toont enorme besparingsmogelijkheden zitten elementen in. B duizenden. SLTN Nederla en Compar -Michel De Bosschere, Ricoh naar 23 graden heeft geen negatief effect op de systemen en verkregen de CEO jaren ISO 14001 milieu bedrijfskritische omgevinge beschikbaarheid, terwijl het wel enorme besparingen oplevert.” is breed omv als er maar Het éénaanbod vestiging bijeneen Volgens Tuijnman zijn zowel gebruikers als aanbieders steeds beter vertalen van die architectuu voor de hele onderneming geva dan het wereldwijde luchtvaartver implementatie met een resul bezig met groene IT, maar is het einde van de ontwikkelingen nog veroorzaken van datacenters zou het energieverbruik slechts ene vestiging niet willen zijn. Zo st xed time. Desgewenst kan duurzaamheid, waarbij dit begrip valt binnen busiKoeling en de flexibiliteit om het data lang niet in zicht. “Ik verwacht dat erdan nogweer veel meer innovatieve zaken rolfispelen. worden belangrijker onderzoek in eigen huisgeacht. ofgeloof opHeteen door herhalen, Geltechnologie: volhouden, in e ness excellence. in dit alles nog steeds belangRic gemiddeld slechts zes procent van de capacitei komen waarmee‘Groen’ we nogisslimmer om kunnen gaan een met technologie, gebruikt. Ongeveer dertig procent van de se de Canon. “Het is rijke maarde niet de enige. Veiligheid en gezondheid E betekent dat het gebruik nooit boven de omfactor, zo zowel portemonnee als het milieu te sparen.horen Datonderneming zou zoveel SLTN werkt primair met IBM-p beschikbare capaciteit komt. Als datacenters b er bijvoorbeeld ook onder en ook indirecte milieufactoren van onze G Trampe. waren ze al lang failliet geweest. leverancier onafhankelijke op waterkoeling kunnen zijn, dat weliswaar ooitbedrijfsis afgeschaft Een belangrijke oorzaak is volgens het rapport t voering, zoals energieverbruik bijtrend onzeinklanten. En dan fu Beide bedrijven werken ech enerzijds de IT-afdeling die de technisc maar nu weerhet dankzij een cyclische ontwikkeling is. Het tussen anderzijds de CFO die de energierekening services organisatie, zodatbeV p ondersteunen we als bedrijf en als personeel organisaties de IT-inkopers is zich eindprod nog niet bewust van d Van tot scheelt enorm in de airconditioning, je hoeft het alleen maar opgrondstof de vanmerkt hij met meerdere Vandaar datdat het rapport bedrijven adviseert om zoals War Child, Child Focus en de Landelijke Stichting tegen re aan te stellen die aan de CIO rapporteert en d Op de website van Canon Nede waterleiding aan te sluiten.” ons absoluut op nummer 1” 34 datacenter probeert te maximaliseren. Zinloos Geweld. We hebben een project Afghanistan. Dat het Pecoma enige wat telt.d Inreputatie wezen introduceert met de energie milieuparagrafen legio. Ze bestrijk de energie-tsaar, meent van Olderen. “Met de sc hoort er allemaal bij. Ik bedoel: dat hoort allemaal onder de s precies zien waar het energieverbruik te hoog Besparing grondstof tot eindproduct. Tramp mogelijk zijn. Naast het bedrijfsleven in kan mu ook noemer MVO.” de lasertechnologie voordeel mee doen en zo een signaal afgeve Die besparing op energie zal meer en meer een rol gaan mouw. spelen in Aan de geheim fysieke kant noem milieumaatregelen zelf ook serieus Het zit neemt. in ee de business case van ICT investeringen. “We werkten altijd met van grondstoffen, herg recycling Besparingen bij de overheid Aandacht voor duurzame producten vervanger van ‘natte’ extra belasting op verpa berekeningen om apparatuur te vervangen op basis van de return De energiebelasting,van Martin Trampe, Managing Director Canon Nederland en remanufacturing apparaten op vliegtickets, het is maar een greep. De overh De inspanningen van Ricoh Nederland passen wonderwel in droogproces maakt d on investment (ROI). Daarin werden de stroomkosten veelal niet om het belastingstelsel verder te vergroenen. overheid eigenlijk zelf aan energiebesparing? hij het terugbrengen van het energ het beleid van Ricoh als internationaal geheel. De in 1936 zijdig afdrukken mog TANDBERG Videocommunicatie: meegenomen omdat deze o.a. bij de facilitaire dienst lagen. Dat werd belastingdienst bijvoorbeeld staan datacenters meer dan 2.500 servers. Gezamenlijk verbr opgerichte in de jarenheeft tachtig de (van onmogelijke snelhede Martin Trampe, Managingmultinational Director van heeft Canonal Nederland, zo vanmodus 690 Watt naar 3 Wat gewoon doorbelast en men was zich onvoldoende bewust van deze energie als jaarlijks 2.000 huishoudens. Ik du Het energieverbruik door IT rijst de pan uit. Maar dat geldt De conferentie ‘Greening The Enterprise’, die op 25 juni aanstaande besparing van 30 procent haalbaar is. Dat sta vorige eeuw, geheel in lijn“We metstellen het in deze die jaren in Japan gestalte rendenzijn demogeli laser zijn eigen antwoorden op deze vragen. vragen intern zijdig printen hetmet waar in de Jaarbeursin van een Utrecht wordt gehouden, laat zienswap, dat de moge-het impleCO2-uitstoot, ofwel 44.000 bomen.” Voor de evenzeer voor de besparingsmogelijkheden. Het gros kosten. Tegenwoordig worden technology krijgend dat ondernemingen verantwoordelijkheid Hoezeer geltechno lijkheden tot energiebesparing enorm zijn. Met de gestegen energieaf en toe moeilijk tede vatten waarom bedrijven zich van de ook”, bedrijven in Nederland daar echter nog niet van natuurlijk zegt hij.isbesef Toen onze toenmalige CEOeen Ryuzaburo Kaku te laten draaien, zodat de netwerk prijzen leiden energiebesparende maatregelen niet alleen tot veel ‘groene goudmijn’ storten. “Soms vraag ik me a menteren van nieuwe doordrongen en doet zo zichzelf (en het milieu) onnodig technologie, omdat het lonend is om nog niet hebben tenmanager opzichte vanminderomgeving zij business opereren, de waarden van CO2-uitstoot, maar ook tot een sluitende case: wie overheid en bedrijven te latenprinters zien dat het geld b in 1988 de Kyosei filosofi introduceerde, wisten wewaarin ook direct inmeegedeze categorie: de grote aan-d tekort. Esther van Olderen, account e bij Pecoma let opvervangen, het klimaat, let op zijnook portemonnee.Wat Esther van Olderen verdienen is.” afgeschreven systemen deniet energiekosten Business Technology uit Amsterdam vindt het opmerkelijk eerste stappen gezet naarte een verstandhouding tussen volgende cijfers: Waar betreft, is debetere boodschap glashelder. “We merken dat steeds meer wat we meevanaan moesten. niet: dat was meer dan twintig e-Maintenance. Een derde dat er de directies bedrijven energiebesparing niet bedrijvenvoor onze Energie Scan aanvragen. Sterker nog, loont Bij verschillende gemeenten lijkt devan knop geh nomen. Dat is Vergeet relatief nieuw de Optimalisatie ICT afdeling maar het zich vraagt, bedrijf enzetten. omgeving. kan een een Ricoh gemeente Amsterdam ambitieuze doelste hoger op hun prioriteitenlijstje Hetzelfde geldt voor een makkelijkere manier om veel geld te verdienen en tegelijk het jaar geleden. Systematische aandachtmilieuvoor duurzaamheid kende technisch fu een goede dienst te bewijzen, is er bijna niet. Maar je moet er nu voor geschikt; klimaatneutrale het gemeentelijke organisatie te zijn, zeker. de landelijke en lokale overheden. Zij beseffen evenmin Ditzeer heeft sindsdien geleid producten die in de gehele een doorsnee laser ba wel iets tot voor doen.” Amsterdam een reductie van de uitstoot van C dat het geld voor het oprapen ligt. seren ten opzichte de uitstoot in 1990. “We men toen nogbestaanscyclus nauwelijks in hetblijk bedrijfsleven. Maarvan inmiddels wetenvijftigapparatuur wordt opvanMFP afstand bew Met de consolidatie en virtualisatie bijvoorbeeld naar vijf Ricoh geven van aandacht voor de omgeving. Gel staan genoe Het faillissement van datacenters afspraken gepland met verschillende Vorige maand verscheen tijdens het Greenen Enterprise Computing in geval bedrijven in diestoring betreffende regio’s energie we vrij nauwkeurig hoe we gemakkelijk onderwerpen milieuzorg duureen enonzevaak servers bedrag van ongeveer tweeduizend Vanaf het kan ontwerp, waarineen dezoals aanzetten worden gegeven vooreurovan
Maar Canon loopt al meer dan 20 jaar vooruit op de ontwikkelingen. Hoe vertel je dat?
zaamheid onder de aandacht moeten brengen. Het is vooral onderhoudsbeurt heeft gehad vo verminderd energieen grondstoffenverbruik, toteen en met de voor printerpapier. TANDBERG Videocommunicatie: efficiënt, kwestie van overtuiging. Eendie kwestie vanis herhalen. Een kwestie vanook,dat ontmanteling, gericht op hergebruik, hoe dan vanhet nodig was. Nuttig effect: e Symposium in Orlando Florida een rapport van McKinsey & Co. Daarin stond te lezen dat datacenters over tien jaar meer kooldioxide
Een breed aandachtsveld
materialen. Met daartussen systematische aandacht voorkilometers. wat lang volhouden. En een kwestie van geloof in eigen kunnen.” De Service Enginee 38 TDMi • Transistorstraat 167 • 1322 CN Almere • T (036) 880 02 22 W www.tdmi.nl ‘re-marketing’ wordt genoemd, maar wat er in feite op neerkomt dat voor teruggenomen Ricoh-apparatuur een tweede, de invloed van de bedrijfsvoering op mens, milieu en samenvolwaardige gebruiksfase wordt gecreëerd. leving te optimaliseren. De managementsystemen die daarbij is per 15 mei van di worden gehanteerd (EFQM, ECSF), worden door haar geïnRicoh, de naam van Aandacht voor duurzaam gebruik tegreerd, zodat er jaar na jaar controleerbaar verbeteringen naamverandering pas “We zijn een internationaal bedrijf, dus we zitten veel in het vliegtuig. Maar wel veel Zelfs Ricoh-organisatie loopt het nieuwe kunnen worden aangebracht. “Het aandachtsveld is de laatste van Ricoh om één we 8215_Greening_advertorials.indd minder dan wanneer we2hetbinnen zonder onzede eigenwereldwijde communicatiemiddelen hadden moeten doen.” Erik Swart is Country Manager Nederland, één van 60 landen waarin Ricoh Nederland voorop in dehet managen van op duurzaamheid jaren erg veel breder geworden,” stelt zij tevreden vast. Samen met Nashuat TANDBERG marktleider op het gebied van videocommunicatie, actief is. Zijn collega gericht gebruik van haar Monique Jansen: “Klanten Toen ik zeven jaar geleden als milieukundige bij Ricoh begon Ricoh Nederland nu o Nico Teunissen, Product Support Manager, vult aan: “En denk producten. bij videocommunicatie alsjeblieft niet alleen aan intercontinentale conferenties en zo. Ik bespaar in mijn dagelijks krijgen van Ricoh Nederland méér dan een apparaat. Zij krijgen was dat puur alleen als Milieucoördinator, nu heet ik en naam: Ricoh. 8215_Greening_advertorials.indd 7-8
8215_Greening_advertorials.indd 5-6
Met deze scan kunnen de bedrijven met eige ze kunnen besparen op hun IT-energiekosten.
PECOMA BUSINESS TECHNOLOGY • H.J.E. Wenckebachweg 200 • Friesestraatweg 211c
stelt, nationaal en internationaal, vergaande doelen om[38] innovatief enRicoh(milieu)kostenbesparend FOCUS OP
Focus bijlagen en interessante conferenties en branchegerelateerde relatie-
Business case
Daarmee greening the IT een onderdeel geworden en van te bedrijfsresultaat Er is toenemende drukis op bedrijven omessentieel duurzaam te produceren handelen. als het
Veel belangrijker Belangrijker Blijft gelijk Minder belangrijk Weet niet
Energie besparen en duurzaamheid
propositie, vertaald naar een tweewekelijks magazine, een website, diverse
lezers- en adverteerdersmarkt. Daar zijn we trots op en zullen er alles aan
the enterpris
Canon maakt duurzaam 2% 9% 7% renderend
FOCUS OP
het it-vakbladenlandschap verworven met stevige marktaandelen op de
Greening
the enterpriseGree 2.0
Wordt milieu belangrijker? Wereldwijd de groenste -
Energie besparen en duurzaamheid
oriënteren. Daarbij ook ideaal voor uw arbeidsmarktcommunicatie. Een unieke
24%
3
Besparen met virtualisatieDe nieuwe ambities van Dell [22]
FOCUS OP
IT Executive, nog maar 1 jaar jong, heeft zich een prominente positie in
62%
ADVERTORIAL
Nee nodig [19]
32
Talent komt altijd boven drijven
6% 8%
FOCUS OP
Aanschafbeleid?
Vormgeving
Erik Swart, Country Manager Nederland en Nico Teunissen, Product Support Manager
Gartner: ‘tot 25% besparen zonder grote investeringen’
den, concludeert Gartner-analist Simon Mingay enigszins verbaasd na wereldwijd onderzoek bij grote ondernemingen. Of nu oprechte zorg om het klimaat een rol speelt, of de vrees voor een slecht imago dan wel mogelijkheden geld te besparen, het feit ligt er. Dit is een kans voor cio’s om leiderschap te tonen en hun organisaties te helpen innoveren.
Energie besparen en duurzaamheid
Bovendien geldt bijna altijd: wie let op het klimaat, let op zijn portemonnee. De echte dilemma’s dienen zich pas
FOCUS OP
4
aan als het laag hangende fruit is geplukt.
Er komt een moment dat groene investeringen geen geld meer opleveren maar kosten. Dan blijkt welke bedrijven écht willen investeren in het milieu
Door Fred van der Molen “Licht verbijsterend en een groot verschil met een jaar geleden”. Zo typeert Gartneronderzoeker Simon Mingay zijn laatste studie naar afwegingen bij aankoopbeslissingen door ondernemingen in Europa en de Verenigde Staten. Anders dan een jaar geleden scoren milieucriteria opmerkelijk hoog. Dat was even schrikken. Gartner heeft sinds een jaar de term ‘green IT’ in zijn top-10 van te verwachten ‘ontwrichtende’ nieuwe ontwikkelingen staan, maar dat de markt het zo snel zou nazeggen... Of zijn het praatjes voor de vaak? Mingay: “ We ontdekten dat 54 procent vindt dat milieucriteria bij aankopen even zwaar wegen als de prijs, en 11 procent zou die zelfs een hogere prioriteit geven. Bovendien verwachten cio’s dat de milieucriteria binnen twee jaar nog zwaarwegender worden bij aanschafbeslissingen. Inderdaad reflecteren deze cijfers volgens mij niet de huidige werkelijkheid. Maar ze vertellen wat mensen zouden willen, wat ze denken dat het juiste is om te doen. Dat is daarom wel belangrijk voor de commerciële realiteit: bedrijven willen producten aanschaffen die het klimaat minder belasten, punt.” In de it-sector richt ‘duurzaam ondernemen’ zich volgens Mingay op dit moment vooral op het energiegebruik van apparatuur en koeling. Diverse redenen om energie-efficiëntie na te streven komen samen: datacenters lopen vol vanwege koelings-
problemen of stroomtekort, en niet vanwege fysieke grenzen. Dat noodzaakt tot slimmere koeling en het efficiënter gebruik van apparatuur door te virtualiseren en te consolideren, en tot de inzet van energie-
De verantwoording daarover wordt steeds serieuzer, het imago van het bedrijf hangt er deels van af. Duurzamer ondernemen is een goede mogelijkheid daar invulling aan te geven.” DE POOLJAS AAN Het onweerstaanbare van groene IT is volgens Mingay dat alle drie motivaties voorlopig op hetzelfde neerkomen: streven naar energiebesparing in datacenter, distributie en desktop leidt tot een sluitende business case: “de roi is er gewoon.” De argumenten zijn op dit moment moeilijk uit elkaar te houden. Er is volgens Mingay ‘veel laag hangend fruit’: “De hele it-infrastructuur is ingericht zonder enige aandacht voor energiegebruik. Energie was immers nooit beperkt beschikbaar, kostte niet veel geld, en niemand maakte zich zorgen maakte over CO2-uitstoot. Het was ook een mentale kwestie: het hele datacenter moest toch 365 dagen per jaar, 24 uur per dag in de lucht zijn? 24x7, dat klonk stoer. Maar het is natuurlijk helemaal niet nodig dat alles altijd maar aan staat. Je kunt zoveel afschakelen in de avond of het weekend. Dat geldt voor testomgevingen, maar ook voor de kantooromgeving. 65 procent van de pc’s in kantoren gaat nog steeds ‘s avonds niet uit, zonder goede reden eigenlijk, want met moderne standby-regelingen kun je computers gewoon ‘s nachts patchen. Je kunt tussen 10 en 25 procent besparen zonder grote
Virtualisatie is natuurlijk een no brainer.” Volgens Mingay zijn er van processorontwerp tot datacenter nog enorme stappen te zetten. “Met een beetje meer tijd en geld kunnen besparingen in enkele jaren oplopen tot wel 40 à 50 procent. De nettowinst is natuurlijk kleiner, want de realiteit is dat het gebruik van it-gebruik nog verder gaat toenemen.” Hij wil de computerindustrie niet de schuld geven van de huidige verspilling. Mingay: “Die maken wat hun klanten willen kopen. En energiegebruik was ook bij de gebruikers nooit een onderwerp. Dat verandert nu. Je ziet dat groen in een jaar tijd flink hoger op de agenda is gekomen, in Europa nog meer dan in de VS. De katalysator is zonder twijfel de aandacht voor en de zorg om klimaatverandering. Het goede nieuws voor cio’s is dat er ook nog een
SIMON MINGAY is keynote spreker op het congres Greening the Enterprise 2.0 dat op 25 juni plaatsvindt in Media Plaza. Zie www.it-executive. nl/conferentie. business case van te maken is. Ze kunnen daarmee echt scoren in de bestuurskamer, zelfs als je voorbij gaat aan de sociale verantwoordelijkheid en het imago van je onderneming. De grote vraag op langere termijn is natuurlijk welke bedrijven écht willen investeren in het milieu. Er komt een moment dat groene investeringen geen geld meer opleveren, maar kosten. Wat gaan bedrijven die jarenlang luid hebben rondverteld dat ze groen zijn, dat de klimaatverandering hen ter harte gaat, dan doen? “Maar ik ben er zeker van dat groene IT over drie jaar nog op de agenda staat. De basis ervan is namelijk de klimaatverandering. Pas als we andere inzichten krijgen over de oorzaken van de klimaatverandering dan verdwijnt dit onderwerp van de agenda. Maar de broeikastheorie krijgt de laatste jaren eerder meer ondersteuning dan minder. Waar de it-sector kan bijdragen, is allereerst het optimaliseren van de eigen infrastructuur. Belangrijker nog is dat IT kan zorgen voor innovaties om de CO2-uitstoot te beperken: door organisaties anders te laten werken, personeel minder te laten reizen, minder kantoorruimte te benutten, klimaatbeheersing te optimaliseren, enzovoort. Er is een belangrijke rol voor de it-sector weggelegd.” •
WAAR IT HET VERSCHIL KAN MAKEN Producten en diensten efficiënter maken: te beginnen met de eigen it-infrastructuur zelf. Mingay: “we gaan naar een CO2-arme economie. De dingen die we nu doen, zijn nog maar het begin van deze omschakeling.” Dematerialisatie: geheel of gedeeltelijk vermijden dat een product een fysieke component krijgt. Een voorbeeld bij uitstek is de distributie van muziek: de logistieke keten daarvan is bijna geheel gedematerialiseerd. Op kleiner schaalniveau: het antwoordapparaat; die service zit nu als voice-mail in het netwerk. Minder papier: er liggen enorme mogelijkheden het papierverbruik te verminderen. Van ‘e-readers’ tot printing on demand, dichtbij de gebruiker. De distributie van papier biedt nog grote mogelijkheden tot innovatie. En natuurlijk komt het papierloze kantoor weer op de agenda.
Energie besparen en duurzaamheid
Duurzaam ondernemen staat op de agenda bij veel grote ondernemingen. Dat is een groot verschil met een jaar gele-
investeringen. Gewoon door gewoontes te veranderen; dat kan waarschijnlijk met de beheergereedschappen die je toch al in huis hebt. Veel bedrijven koelen enorm inefficiënt. De traditionele aanpak om hete servers te koelen is via luchtkoeling op de machine en airco in de ruimte. Maar dat is met een hamer een eitje pellen. Je moet met een pooljas in de serverruimte lopen om die de temperatuur op die paar hotspots aanvaardbaar te houden. Daar is zoveel te winnen: via waterkoeling of door koude lucht geconcentreerd aan te bieden.
5 FOCUS OP
Groene IT de hype voorbij
efficiënte apparatuur. Daar komt bij dat de energiekosten in snel tempo stijgen. Al deze prikkels vallen naadloos samen met de zorg om het milieu. Duurzaam ondernemen is efficiënt ondernemen. Mingay: “wie let op het klimaat, let op zijn portemonnee.” En dan is er nog die derde prikkel: imago. Organisaties voelen zich uit zichzelf of vanwege maatschappelijke druk verplicht aan om ‘aan het klimaat te doen’. Mingay: “Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt een steeds belangrijker onderdeel van het functioneren van organisaties.
ING haalt forse besparingen op energiegebruik van IT
intelligente softwareoplossing wordt zo een besparing gehaald van 10 miljoen kilowattuur per jaar. De besparing van electragebruik die ING door al deze maatregelen bereikt bedraagt 9 procent. Dit project is tot stand gekomen
Energie besparen en duurzaamheid
tijdens een intensieve samenwerking tussen de it-afdeling en de facilitaire dienst, en met een beperkt budget.
FOCUS OP
6
Door Marco van der Hoeven Duurzaam ondernemen is al lange tijd onderdeel van de filosofie van ING Groep. Arie Maarten de Bruin is binnen ING Facility Management voor ING vanaf 1998 betrokken bij programma’s om energie te besparen binnen de organisatie. Dit streven vindt zijn oorsprong in een overeenkomst tussen banken en verzekeraars die al in 1995 hebben afgesproken om onder meer een energiemonitoringssysteem aan te leggen en bedrijfsenergieplannen op te stellen. Vooral in het beheer van de gebouwen speelt energiebesparing een belangrijke rol. Vanuit de doelstellingen die ING Groep in zijn milieubeleid heeft opgesteld, is het energiegebruik van pc’s binnen de organisatie in beeld gekomen. Het werd al snel duidelijk dat veel medewerkers gewoon hun pc aan lieten staan als ze weggingen. Sommigen dachten gewoon dat het zo hoorde, anderen vonden het makkelijker dan dagelijks hun pc aan- en uit te zetten, of wilden er van buitenaf bij kunnen. Per gebouw kon wel gecommuniceerd worden met de gebruikers, maar die gedragsmaatregelen bleken altijd maar een tijdelijk effect te hebben. Wanneer bijvoorbeeld de it-afdeling een softwaredistributie moest doen en de gebruikers vroeg om de pc aan te laten staan, was het effect vaak dat de pc´s in het vervolg steeds weer aanbleven, waarmee het effect van een actie van maanden om deze pc na gebruik uit te zetten, teniet was gedaan. Arie Maarten de Bruin: “Wij betalen de
energierekening voor de IT, en dat is een hoge rekening. Daar wilden we op besparen. We hebben de les geleerd dat het investeren in gedragsmaatregelen onvoldoende werkt, en dat de structuren die je daarmee langzaam hebt opgebouwd in één dag weer teniet kunnen worden gedaan. Wat je in de menselijke sfeer opbouwt, verdwijnt heel snel. Wanneer je aan energiebesparing wilt doen, moet je dus kiezen voor een duidelijke technische oplossing.” CEDS-PROJECT De meest voor de hand liggende oplossing was om het in- en uitschakelen automatisch te regelen. Die mogelijkheid ontstond, toen ING zijn hele desktop-systeem ging opwaarderen in het kader van het zogenoemde Common European Desktop System (Ceds). ING Groep is ontstaan uit allerlei bedrijfsonderdelen die allemaal hun eigen infrastructuur met zich meebrachten. In het Ceds werd deze infrastructuur geharmoniseerd. Dat project is in 2004 van start gegaan. De mogelijkheid om het energiegebruik van de pc’s automatisch te regelen ontstond toen in het kader van het Ceds de softwaredistributie werd verbeterd. Met een module in dat systeem, SMS, kon ook de pc automatisch op afstand aan en uit worden gezet. Iris Lammers, projectleider bij IT: “Bij de it-afdeling, eigenlijk een interne systeemintegrator, hadden we al vaker over dit probleem nagedacht, en tijdens het
Ceds-project konden we het budgetneutraal organiseren.” De it-afdeling had geen budget en Facility Management kan geen geld uitgeven aan it-toepassingen. Maar dankzij de beoogde besparingen kon Facility Management toestemming krijgen om ‘out of pocket’ de benodigde licentiekosten voor de software te betalen. De it-organisatie hoefde daarmee niet te investeren, maar wel veel tijd vrij te maken. De Bruin: “Als Facility Management krijgen wij veel credits, maar de it-organisatie heeft het meeste werk geleverd. Het project is zo
‘Wil je aan energiebesparing doen, kies dan voor een technische oplossing’ goed geslaagd omdat we in het begin op een hoger echelon in de organisatie een contract hebben getekend. Wanneer het project vastloopt, heb je op deze wijze een escalatiemodel om het project weer vlot te trekken. Die steun van het senior management èn dat getekende contract zijn heel belangrijk geweest om dit binnen de organisatie voor elkaar te krijgen.” Lammers: “Juist omdat ik het allemaal binnen de baseline moest regelen, is die steun essentieel. Ik had ongeveer
INDIRECT EFFECT In totaal zijn in Nederland bij het project 45.000 pc´s betrokken. Ook in België en Duitsland zijn ondertussen pilots uitgevoerd, in Duitsland bij tweeduizend werkplekken. Technisch is het in Nederland vrij snel georganiseerd. Tijdens een paar tests werden metingen uitgevoerd op de daadwerkelijke besparing van energie. De voorlopige berekeningen bleken te kloppen. De eerste test begon met zes pc’s, vervolgens is getest met duizend pc´s in één gebouw. Dat gebouw was uitgekozen op het rustig verlopende energiegebruik, zodat het verschil goed zichtbaar was. En dat bleek heel goed uit te pakken. De Bruin: “De besparingen waren dramatisch groot. Daarop hebben we het systeem landelijk ingevoerd. De eerste schakeling werd gedaan in het weekend, en in de grafiek van het stroomverbruik werd het verschil meteen duidelijk. We konden dat zien aan de hand van de gegevens die we hebben bijgehouden sinds 1998. Met name bij de grote kantoorgebouwen bleek het verschil aanzienlijk. Op plekken waar ook rekencentra staan, zie je het verschil minder duidelijk, want de servers gaan natuurlijk niet uit.” Lammers: “Er bestaat ook een indirect effect, want vanwege de verminderde warmte heb je minder energie nodig om te koelen. Dat is vooral een comfort-voordeel. De gebouwen zijn gemaakt om ´s avonds af te koelen, maar doordat zoveel pc´s aan bleven staan koelde het gebouw ´s nachts niet voldoende af en voldeed de koeling niet meer om het op de juiste temperatuur te krijgen. Van dat probleem zijn we nu af. Daarnaast zijn we ook op andere gebieden bezig om de kosten voor klimaatregeling naar beneden te krijgen.” Een belangrijke voorwaarde in het project was dat niet alle pc´s tegelijkertijd zouden worden aangezet. Dan zou de enorme piek in het stroomgebruik die daardoor
Energie besparen en duurzaamheid
Bij alle Nederlandse vestigingen van ING Groep gaan in totaal 45.000 pc´s automatisch aan en uit. Door een
7 FOCUS OP
45.000 pc´s automatisch beheerd
tweehonderd uur van netwerkbeheer nodig, veertig uur voor ‘scripting’, veel uren voor SMS-beheer en beheer voor de afdelingen. Bovendien hadden we te maken met de security, die erbij betrokken moest worden. Het gaat tenslotte niet om een netwerkje van een paar pc´s. En er moest een netwerkpoort worden opengezet; dat mocht dus niet fout gaan.”
Iris Lammers en Arie Maarten de Bruin ontstaat de stoppen doen doorslaan. Per minuut gaan nu dertig pc´s verspreid over één pand tegelijk aan. Een aantal servers zendt vanaf vier uur ’s nachts signalen uit naar de pc’s om ze aan te zetten. Dat dit zo vroeg gebeurt, heeft met onderhoud en distributie te maken. Er is vervolgens een aantal momenten op de dag waarop pc´s worden uitgezet, op basis van scripts. Als pc´s korter dan een half uur aan staan, gaan ze niet uit, en ook de uitzonderings-pc´s zoals de bedrijfskritische machines in de dealingroom gaan niet uit. De rest wordt om tien
uur s morgens uitgeschakeld, om zes uur ‘s avonds en om tien uur ‘s avonds. De technische organisatie verliep zonder problemen. Ook organisatorisch ging het goed, dankzij een intensieve communicatie met de gebruikers. Er waren wel wat klachten, maar die kwamen voort uit het niet goed verwerken van de informatie. De Bruin: “Er kwamen vooral opmerkingen van mensen die hadden gelezen dat de pc automatisch uit werd gezet, maar die ‘s ochtends zagen dat de pc gewoon aanstond. Zij hadden niet door dat de pc´s vroeg in de ochtend ook vanzelf weer aangingen.” •
‘Smart work center’ Almere opent in september
Lachen om de file rijke bijdrage leveren aan het terugdringen van het dagelijkse fileleed in ons land en het broeikaseffect. Waar een klein land groot in kan zijn.
Energie besparen en duurzaamheid
Door Ben Kuiken
FOCUS OP
8
23 september wordt een belangrijke dag voor Nederland. Denkt Bas Boorsma, hoofd ‘Connected urban development Amsterdam’ bij Cisco. Op die datum opent Annemarie Jorritsma, burgemeester van Almere, namelijk het eerste ‘smart work center’ van ons land. Met dat concept kan ons land zich in de kijker spelen van de hele wereld, verwacht Boorsma. “Dit is een innovatie die nog nooit is vertoond. Voor het eerst brengen we de informatie naar de gebruiker in plaats van andersom. Dat geeft een structureel andere kijk op mobiliteit en is een echte revolutie waarvan we de omvang nog nauwelijks kunnen overzien.” Waar hebben we dat eerder gehoord in de IT, zou je zeggen. Maar als slechts de helft van de projecten die aangekondigd zijn ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden, dan overdrijft Boorsma niet. Dat begint dus met het ‘smart work center’ in Almere, een pilot waaraan de gemeente Amsterdam, de gemeente Almere, IBM en de financiële grootmacht ABN Amro zich gecommitteerd hebben. Maar ook andere bedrijven, waarvan Boorsma de namen echter nog niet kan noemen, hebben aangekondigd dergelijke centra te zullen openen. Zo ontstaat er een fijnmazig
netwerk van telecentra rondom de grote steden die werknemers in staat stellen de files te vermijden, en toch niet verbannen te worden naar de zolderkamer. Want sommige werknemers hebben geen zolderkamer die voldoende ruimte biedt om er een thuiswerkplek in te richten. Bij anderen kruipen er kleine kinderen over de vloer, waardoor van werken weinig terechtkomt. En weer anderen missen de sociale contacten als ze thuis werken en kiezen er dan toch maar weer voor om in de auto te stappen en de file te trotseren. Voor al deze werknemers is er eind jaren negentig een tussenoplossing bedacht: het telecentrum, teledock, satellietkantoor, of ‘smart work center’ zoals Cisco en de gemeente Amsterdam het concept noemen. ROESTIGE BUREAUS De eerlijkheid gebiedt te zeggen: die telecentra waren tot nu toe allerminst een succes. Albert Benschop, arbeids- en organisatiesocioloog en een van de pleitbezorgers van telecentra, spreekt in 2005 zelfs over ‘een kerkhof van mislukte telewerkcentra’. Hij wijdt dat aan drie factoren: een wankele financiële basis van de telewerkcentra, onvoldoende steun van lokale
gemeenschappen en gemeenteraden, en een gebrekkige infrastructuur. Om met dat laatste te beginnen: ‘We hebben te veel slecht uitgeruste telecentra gezien met tweedehands computers, trage internetverbindingen en roestige bureaus en stoelen,’ schrijft Benschop. Dat was natuurlijk niet bevorderlijk voor het gebruik, waardoor ook de inkomsten tegenvielen. De centra moesten het namelijk vooral hebben van de verhuur van werkplekken en computertijd. Of het centrum werd gefinancierd door één bedrijf, die het dan echter weer niet vol kreeg. Zo verging het bijvoorbeeld De Groene Weiden, een initiatief van de ING-bank uit 2003. Uiteindelijk was de bezettingsgraad van dit telewerkcentrum in Almere niet veel hoger dan 30 procent. Te laag, oordeelde de bank in 2005, waarna zij de stekker uit het project heeft getrokken. “Nederland is misschien wel te klein voor telewerkcentra,” oppert Philip Todd, directeur van het Ewerkforum voorzichtig. “Mensen werken thuis of gaan naar kantoor. Als je toch de deur uit moet, waarom dan niet even doorrijden naar kantoor?” Boorsma is het daar, uiteraard, niet mee eens. “Het gaat niet meer om afstanden. Het gaat erom hoe je als werkgever je
werknemers optimaal laat functioneren. Soms is dat thuis, soms op kantoor, soms in een café en soms in een ‘smart work center’. Waar het om gaat is dat je de keuze hebt, zodat je daar kunt werken waar dat het best past bij het soort van werk dat je wilt doen en dat goed aansluit op je privéleven. Dat vraagt om een structureel andere kijk op mobiliteit. Er zijn heel veel redenen om van huis te gaan; om elkaar te zien, om een biertje te drinken… Maar wat we willen bereiken, is dat mensen pas gaan reizen als dat echt nodig is.” BUSINESS CASE Volgens Boorsma is er bij de ontwikkeling van het ’smart work center’ in Almere ook wel geleerd van fouten uit het verleden. “Bijvoorbeeld door het geen satellietkantoor te noemen. Dat suggereert namelijk een centrum met daar omheen een periferie. Dan ben je als telewerker dus ook een soort secundaire werknemer. Door uit te gaan van die medewerker die functioneert in een netwerk, bestaat er helemaal geen centrum meer.” Een ander verschil met eerdere experimenten is volgens Boorsma de betrokkenheid van een groot aantal werkgevers en overheden bij het project. Dat heeft weer alles te maken met het klimaatprobleem dat dankzij Al Gore nu duidelijk op de kaart staat. En met de nog altijd verslechterende situatie op de Nederlandse wegen. Daardoor dreigen werknemers af te haken en op zoek te gaan naar een baan dichter bij huis. Dat is voor werkgevers met de huidige krappe arbeidsmarkt een regelrechte nachtmerrie. Die werkgevers benaderen het experiment ook anders, vertelt Boorsma. Werd telewerken, of het nu thuis gebeurde of in een centrum, tot voor kort door veel werkgevers gezien als iets extra’s, nu benaderen zij het veel holistischer: “Die vorige centra waren een volledig extra investering,
bovenop de kosten van de vaste werkplek van de werknemer op kantoor die soms wel 15.000 euro per jaar bedragen. Nu gaan bedrijven berekeningen maken hoeveel ze kunnen besparen op de vaste werkplekken. Ze gaan dus ook flexwerken.” Het is volgens Boorsma met andere woorden belangrijk om er een business case van te maken, zodat werkgevers zien dat het ook kostenvoordelen met zich meebrengt en niet alleen ‘leuk’ is voor werknemers. Daarnaast is het ’smart work center’ in Al-
Ondanks kerkhof van mislukte telewerkcentra opent eerste ‘smart work center’ straks zijn deuren
land in voldoende mate in de grond liggen. Daardoor flikken wij hier een kunstje dat lang niet overal mogelijk is.” Maar, geeft ook Boorsma toe, het blijft een experiment dat ook kan mislukken. “Het is ongelooflijk spannend, het is een innovatie en daarbij weet je nooit waar je precies uitkomt. Maar het bijzondere is dat er nu een aantal partijen is - waarvan je het niet meteen zou verwachten - die zeggen: ‘maar we gaan het nu wél doen.’ En natuurlijk gaan we de pilot intensief monitoren. Wat werkt wel en wat niet? Moet er kinderopvang in zitten, hoe richt je het restaurant in? We gaan meten: kun je bijvoorbeeld aantonen dat het ‘smart work center’ ook echt een positief effect heeft op duurzaamheid? En we gaan de mensen die meedoen aan de pilot intensief volgen. Uiteindelijk moet dit een ‘show case’ worden die we daarna op grote schaal kunnen uitrollen. Dat is ongelooflijk spannend.” •
mere zelf ook weer een business case: het centrum moet zichzelf kunnen bedruipen. “We verwachten dat het center vooral gebruikt gaat worden door mensen die voor een uurtje binnenkomen om tussen twee afspraken door even te kunnen werken. Maar daarmee heb je geen businessmodel. Daarom hebben we die grotere werkgevers nodig om zich eraan te committeren.” TELE-VERGADEREN Een vierde belangrijk verschil met eerdere initiatieven is de stand van de techniek. Er is veel meer software beschikbaar die samenwerken op afstand mogelijk maakt dan vijf jaar geleden. Daarnaast is de beveiliging van netwerken sterk verbeterd. Maar het allerbelangrijkste: er is veel meer connectiviteit. Boorsma: “We installeren in het centrum onze TelePresence, zodat je er kunt vergaderen met iemand in Amsterdam of aan de andere kant van de wereld. Maar dat vraagt om een gigantische hoeveelheid connectiviteit. En laat dat nu net in Neder-
Bas Boorsma: “Wij flikken in Nederland een kunstje dat lang niet overal mogelijk is.”
9 FOCUS OP
zijn deuren. Uiteindelijk moet er een netwerk van telewerkcentra ontstaan rondom de grote steden die een belang-
Energie besparen en duurzaamheid
Ondanks een ‘kerkhof van mislukte telewerkcentra’ opent in september het eerste ‘smart work center’ in Almere
Milieu-overwegingen zullen een prominenter rol gaan spelen bij de aanschaf van computerapparatuur. Met name de beheersing van energiekosten wordt een belangrijker factor. Uit onderzoek van IT Executive onder it-managers in Nederland blijkt echter dat energiegebruik meestal niet onder hun budget valt. Meer dan de helft van hen heeft dan ook geen inzicht in de energieconsumptie van de it-apparatuur.
Energie besparen en duurzaamheid
Door Jan van der Lugt
FOCUS OP
10
Binnen twee jaar zullen milieu-overwegingen een veel prominenter rol gaan spelen bij het aanschaffen van it-apparatuur. Driekwart van de Nederlandse it-managers verwacht dat dergelijke investeringen meer en meer gedreven zullen worden door groene overweging, zo blijkt uit een onderzoek van IT Executive. 16 procent verwacht niet dat duurzaam ondernemen belangrijker gaat worden, slechts 2 procent denkt dat het belang zelfs afneemt, en 7 procent weet het niet. Opvallend is dat vooral de vertegenwoordigers van grote organisaties deze trend ervaren. Deze uitkomst geeft duidelijk aan dat energie, milieu, duurzaam ondernemen en daaraan gerelateerde groene IT voorlopig niet van de zakelijke agenda verdwijnen, en er alleen maar een prominentere plaats krijgen in de hiërarchie van zaken die investeringen beïnvloeden. De boodschap dat bedrijven niet kunnen doorgaan op de huidige weg is dus aangekomen, in ieder geval bij de it-verantwoordelijken. Maar veel organisaties voldoen nog helemaal niet aan de meest basale voorwaar-
den om groener met hun it-infrastructuur om te gaan. EERST METEN De belangrijkste voorwaarde om van start te gaan met groene IT en duurzaam ondernemen is meten wat nu eigenlijk de bijdrage is van het bedrijf aan CO2-uitstoot, bij IT vooral veroorzaakt door het stroomgebruik van de apparatuur. Maar desgevraagd geeft 58 procent van de respondenten aan helemaal geen inzicht te hebben in het energiegebruik van hun it-apparatuur. 27 procent van de it-managers heeft slechts gedeeltelijk inzicht in de kosten, en niet meer dan 15 procent weet wat de hardware aan stroom gebruikt. De eerste stap voor veel bedrijven zal dus moeten zijn te meten wat de energiebehoefte van hun apparatuur is. Een geschikt instrument daarvoor is om het energiegebruik van hardware op te nemen in het budget van de it-verantwoordelijke. Maar uit het onderzoek blijkt dat bij bijna driekwart van de respondenten, 73 procent, het energiegebruik geen onderdeel uitmaakt van het eigen budget. Dat is slechts gedeel-
HET ONDERZOEK Het onderzoek is uitgevoerd door Computer Profile onder 12.854 lezers van IT Executive, die allemaal op een beslissend niveau verantwoordelijk zijn voor de itinfrastructuur in hun organisatie. Dat het onderwerp leeft is gebleken uit het ongewoon hoge responspercentage waardoor een representatief beeld geschetst kan worden van Groene IT bij ondernemingen met vijfendertig tot tienduizend werkplekken.
telijk het geval bij 12 procent, en bij niet meer dan 13 procent geheel. 2 procent heeft geen idee of energie onderdeel uitmaakt van hun budget. Ook hier zou het groener maken van de organisatie moeten beginnen met een organisatorische verandering. In het licht van deze uitkomsten is het niet verwonderlijk dat op dit moment de energiekosten een beperkte rol spelen bij de aanschaf van apparatuur. Voor 60 procent van de respondenten speelt het stroomgebruik een beperkte rol, terwijl bij bijna een kwart van de organisaties energiegebruik helemaal geen rol speelt bij de aanschaf. Bij niet meer dan 14 procent speelt stroom in belangrijke mate een rol. Er moet dus nog veel gebeuren voordat de toekomstige verwachting over de rol van duurzame IT werkelijkheid wordt. Een vergelijkbare uitkomst geeft de vraag welke bedrijven daadwerkelijk bezig zijn met het uitvoeren of plannen van de invoering van groene IT. Dat is op dit moment bij 62 procent van de organisaties niet aan de orde. Een kwart is de invoering van groene IT aan het overwegen, 8 procent is aan het plannen, en 6 procent van de respondenten is er daadwerkelijk mee aan de slag. Ook hier is te zien dat met name grote ondernemingen bezig zijn met groene IT, waarschijnlijk omdat zij gezien de omvang van hun it-infrastructuur als eerste geconfronteerd worden met de stijgende energiekosten. Want hoewel veel bedrijven in advertenties en andere media-uitingen steeds meer
ENQUÊTE-RESULTATEN GREEN IT 2008
SPECIALE PLAATS DATACENTRA Datacenters nemen door hun enorme energiegebruik en de groeiende hoeveelheid data in ondernemingen een speciale plaats in bij het invoeren van groene IT. De eerste voorzichtige tekenen dat datacenters tegen de grenzen van hun energievermogen oplopen zijn er ondertussen, vooral bij grotere bedrijven. 8 procent heeft die grens ondertussen bereikt, 11 procent ziet dat binnen twee jaar gebeuren en 10 procent binnen vier jaar. Eenderde van de respondenten verwacht nog vijf jaar of meer zonder problemen door te kunnen gaan met het verbruik van energie en koeling. Het verrassendste is wel dat niet minder dan 39 procent van de it-managers geen idee heeft of hun datacenter eigenlijk wel op de huidige voet kan blijven doordraaien. De actie die ondernomen moet worden, blijft hier echter wederom achterwege. Driekwart van de bedrijven doet geen ‘assessment’ van het datacenter om te kijken hoe energie en koeling efficiënter en zuiniger kunnen worden ingezet. 14 procent overweegt het, 7 procent is aan het plannen en 6 procent voert daadwerkelijk een assessment uit; ook hier zijn het voornamelijk de grotere bedrijven. Voor een kwart van de respondenten is energiebesparing een goede reden om een servervirtualisatietraject te starten. De resultaten van het door IT Executive uitgevoerde onderzoek laten zien dat het bewustzijn er is, en dat de noodzaak zich bij steeds meer bedrijven aandient. Maar in de praktijk gebeurt er te weinig aan groene IT, en zijn zelfs de meest eenvoudige voorwaarden, zoals een goed inzicht in energiegebruik, niet aanwezig. Voor de meeste bedrijven zal de eerste stap dus moeten zijn om eens grondig te meten wat IT consumeert aan energie, en hoe dat gebruik omlaag kan. Op directieniveau kan dan vervolgens bepaald worden of actie wordt genomen vanwege een groen imago, of puur uit kostenbesparing. •
Ja Nee Gedeeltelijk
Inzicht in het energieverbruik? Heeft u inzicht in het energieverbruik van uw it-apparatuur?
15% 27%
58%
2%
Aanschafbeleid? Welke rol spelen energiekosten bij het aanschaffen van computerapparatuur
14%
Geen Beperkte mate Belangrijke mate Zeer belangrijke mate
23%
60%
Energie besparen en duurzaamheid
Inzicht in energieverbruik is beperkt
hechten aan een groen imago, hebben de medewerkers op de it-afdeling daar toch een meer praktische visie op. Slechts 5 procent van hen vindt een groen imago cruciaal voor de onderneming. Eenderde, 29 procent, noemt het belangrijk, terwijl 41 procent niet verder komt dan de kwalificatie interessant. Voor een kwart is dat groene imago ronduit onbelangrijk.
11 FOCUS OP
Onderzoek: groot verschil theorie en praktijk groene IT
6% 8%
Leeft Groene IT? Is uw organisatie bezig met de uitvoering of planning van de implementatie van 'Groene IT'?
Uitvoeren In planning Aan het overwegen Nee
24%
62%
Wordt milieu belangrijker? Verwacht u dat milieuoverwegingen bij het aanschaffen van apparatuur in uw bedrijf over twee jaar een belangrijker afweging dan nu?
Veel belangrijker Belangrijker Blijft gelijk Minder belangrijk Weet niet
2%
7%
9%
16% 66%
Het uitgebreide onderzoeksverslag staat op onze website:www.it-executive.nl(dossier Groene IT)
We worden steeds nadrukkelijker geconfronteerd met de schaduwkanten van onze vooruitgang. Onze natuurlijke reactie is deze ad hoc te bestrijden met (technologische) aanpassingen. De fundamentele oplossing ligt echter in het definiëren van een nieuw paradigma, gestoeld op een heldere visie over wat we in de toekomst wel en niet willen (zijn). Een derde industriële revolutie, waarin ontwikkelingen weer in hun samenhang worden beoordeeld, kan
Energie besparen en duurzaamheid
ons een stap in die richting brengen. Zo worden de huidige bedreigingen omgevormd tot enorme kansen. Door Nico Baken
FOCUS OP
12
Gezien de explosie van het aantal mensen, hun kennis en hun vaardigheden in de laatste - zeg - tienduizend jaar, lijkt er wel sprake van een tweede ‘big bang’. Zo snel vinden de ontwikkelingen immers plaats vergeleken met de evolutie van het leven op onze planeet en de leeftijd van de aarde zelf. En de laatste halve eeuw komen daar de fenomenale ontwikkelingen in de computertechnologie nog eens bij. De dominante versnellers voor onze ontwikkeling zijn ongetwijfeld de taal en het schrift geweest. De ontwikkeling van taal en schrift werden mogelijk gemaakt door het jongste deel in onze hersenen: de neocortex en zijn bijzondere ontwikkeling in de homo sapiens. Zeer belangrijk voor de tweede ‘big bang’ is het concept van ‘arbeidsdeling’ die
specialisatie en grote efficiëntie mogelijk heeft gemaakt. Door de arbeidsdeling - of deftig gezegd de functionele decompositie van economische en maatschappelijke taken - zijn we in staat geweest efficiëntie op te voeren, uiteindelijk tot een globale schaal, en een groot aantal specialismen te creëren. Dit heeft ertoe geleid dat we nu als mens vrijwel al onze economische en maatschappelijke behoeften hebben uitbesteed aan specialisten in een twintigtal sectoren, van Energie tot Zorg, van Onderwijs tot Transport (zie figuur 2). Vanuit een set kernactiviteiten voor kleine gemeenschappen (‘communities’) is in een toenemend tempo een pulserend netwerk van sectoren ontstaan voor de global society. Heeft die efficiëntie en uiteindelijk de globalisering ons louter
goede zaken zoals welvaart gebracht? Een retorische vraag. Juist de exponentiële groei confronteert ons met de eindigheid van onze klassieke vitale hulpmiddelen zoals fossiele energie, water en voedsel die we, vooralsnog, niet virtueel kunnen nuttigen, maar gewoon nodig hebben om te overleven. NAAR BINNEN GEKEERD Onze economische en maatschappelijke behoeftes zijn dus functioneel opgedeeld in autonome sectoren met corresponderende specialismen. Normaliter worden de sectoren in dit model als nagenoeg losgekoppeld getekend, als pilaren die onze economie (welvaart) en maatschappij (welzijn) dragen. Het belang en het succes van een sector worden afgemeten naar
‘FIBER TO THE HOME’ Kijk naar Nederland, ons bnp en onze overheidsbegroting. De begroting is eindig, dus moeten er van overheidswege keuzes gemaakt worden waar we onze belastingcenten aan besteden. De komende tien jaar zal weer meer dan 60 miljard euro geïnvesteerd worden in onze wegen en ‘kunstwerken’ (tunnels, viaducten et cetera). Is dat verstandig? Kunnen we niet beter een deel daarvan aan andere sectoren spenderen, bijvoorbeeld in de onderwijs- of de telecomsector? Als we glasvezel naar elk huis brengen - in het jargon heet dat fiber to the home - dan kunnen in de nabije toekomst bandbreedtes van boven de 1000 Mbps tot aan 100 Tbps geleverd worden. Wat doet dat met het sectornetwerk en zijn economische en sociale prestatie, en wat doet dat met onze welvaart en welzijn? Wat doet dat met de duurzaamheid van onze economie en maatschappij? Laten we nog concreter worden en haalbare plannen maken in plaats van vage toekomstbeelden. Stel dat in de komende vijftien jaar náár (ftth) en in elk huis in ons land (6,7 miljoen huizen) een standaardbreedbandnetwerk wordt aangebracht waaraan álle apparatuur in huis wordt gekoppeld. Met een dergelijk netwerk kan niet alleen alle it- en andere apparatuur in huis worden bediend, maar ook bijvoorbeeld nieuwe apparatuur om de energie in huis te regelen, thuis of op afstand.
Daarbij komen heel nieuwe energiebronnen om de hoek kijken als een eigen brandstofcel, gekoppeld met het buurt- en energienetwerk (het ‘uploaden’ van energie wordt immers ook mogelijk!). Dit moet zo worden uitgevoerd dat het huis of de buurt op termijn tenminste 50 procent bespaart ten opzichte van nu. Als we zo’n aan huis (ftth) en in huis breedbandnetwerk met it-, energie- en domoticavoorzieningen willen aanleggen, zijn we de komende vijftien jaar grofweg 20.000 euro per huis kwijt aan investeringen. Ruim de helft daarvan kan worden terugverdiend doordat we producent worden voor onszelf, de buurt en het energiebedrijf, én omdat we duurzamer en efficiënter met energie omgaan. De overheid zou (een deel van) het restant kunnen financieren en is daar om meerdere reden bij gebaat (denk aan de Meerjarenafspraken en de Europese richtlijnen). De financiering is te ondersteunen door een slimme combinatie van de financiële sector (hypotheek/huur), de energiesector en de zorgsector in samenwerking met de it- en bouwsector. Zonder aftrekbaarheid komen de financieringslasten per huishouden neer op 66 euro per maand, met aftrekbaarheid dus op minder dan 35 euro …Besparingen in energie alleen al leveren dit op. De burger kan een contract worden aangeboden waarbij de som van woonlasten (huur of hypotheek), energie en zorglasten de komende tien jaar constant blijven. Staatssteun is dan waarschijnlijk overbodig; van de overheid worden slechts een vooruitstrevende regie en faciliterende maatregelen verwacht. Natuurlijk is dit slechts een eerste schets. Maar duidelijk is dat de financiering geen enkel probleem hoeft te zijn. Bovendien ligt er voor de industrie in Nederland met dit scenario een markt open van tenminste 100 miljard euro. Een win/win-situatie. De Onderwijs
Financieel
Telecom Transport
Gezondheidszorg
belangrijkste resultaten zijn: 1. Nederland wordt top-innovator in Europa en moderniseert in één keer toekomstvast en duurzaam een belangrijk deel van zijn infrastructuur. 2. Ons land heeft de modernste communicatie-, veiligheid- en zorginfrastructuur en verrijkt zijn exportportfolio met een schat aan producten, diensten en kennis. 3. Nederland initieert een ‘duurzame derde industriële revolutie’ in Europa en jaagt alleen al in eigen land een industrie van ruim 100 miljard euro aan, die rust op de pijlers Communicatie en Energie. 4. Energieschaarste gaat over in een overvloed van gedistribueerde energie. 5. Nederland vermindert zijn CO2-uitstoot met tenminste de hoeveelheid die we nu in totaal in één jaar uitstoten (ruim 200 MTon). KIJKEN NAAR SAMENHANG De eindigheid van onze natuurlijke hulpbronnen en het einde van het absorptieniveau van onze planeet komt in zicht. Het is nu tijd voor een nieuw paradigma waarin klassieke groei niet meer dogmatisch voorop staat maar waarin netwerkdenken - en dus kijken naar de samenhang van ontwikkelingen - prevaleert boven het ‘nodale’ model waarin de partiële rationaliteit van een bedrijf of een sector regeert. Misschien kunnen we onszelf gaan beschouwen als de kernen van neuronen in een menselijk p2p-netwerk en op zoek gaan naar de collectieve neocortex van onze global society. Maar laten we maar eens beginnen in Nederland: Hub Holland, the Connected Sustainable Delta! • Prof. dr ir Nico H.G. Baken is hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft en senior strateeg KPN. Nico Baken is een van de sprekers op het congres Greening the Enterprise 2.0
1. Agricultuur 2. Amusement 3. Bouw 4. Onderwijs 5. Energie 6. Milieu 7. Financieel 8. Overheid 9. Gezondheidszorg 10. Industrie
11. Vrije tijdsbesteding 12. Media 13. Mijnbouw 14. Particulieren 15. Veiligheid 16. Telecom 17. Toerisme 18. Handel 19. Transport 20. Water
Figuur 2. De mens heeft vrijwel al zijn economische en maatschappelijke behoeften uitbesteed aan specialisten in twintig sectoren, van Energie tot Zorg, van Onderwijs tot Transport. Bron: N. Baken, Unravelling 21th Century Riddles, The Journal of The Communications Network, Vol 5, part 4, pp 11-19
Energie besparen en duurzaamheid
Glasvezel in plaats van asfalt
zijn individuele bijdrage aan het bnp. Dit maakt dat het gedrag binnen elke sector primair gestoeld is op lokale, partiële rationaliteit: men streeft naar optimalisatie binnen het eigen gebied. Het beperkte, intern gerichte blikveld maakt dat de innovaties zelden sectoroverstijgend en in de regel niet disruptief zijn, maar veelal incrementeel en op de sector zelf gericht. Het model waar sectoren samen een hecht en complex netwerk vormen, geeft een compleet andere zienswijze en biedt een spectrum van nieuwe kansen. Tussen de knooppunten bestaan allerlei relaties en vormen zich verbindingen waar van alles doorheen stroomt. Harde zaken zoals geld en goederen, maar ook zachte zaken zoals kennis en vertrouwen. Van dit netwerk zijn we ons nog maar nauwelijks bewust, laat staan dat we de prestatie en de duurzaamheid ervan begrijpen of onder de knie hebben. Maar laten we een poging doen.
13 FOCUS OP
Hub Holland: naar duurzame netwerken!
Er zijn vele energielabels, maar het Amerikaanse Energy Star-programma is de bekendste. Op afzienbare termijn wor-
Bedrijven die de klimaatverandering zien als een kwestie op het gebied
den ook servers en op termijn zelfs datacenters langs de energie-meetlat gelegd. Hiermee verschuift de focus steeds
van maatschappelijk verantwoord ondernemen, hebben het niet goed
meer naar de zakelijke markt. Het huidige Energy Star is vooral gericht op
begrepen. Het klimaat is een business-issue. En vraagt – dus - om een
consumentenproducten en bureaucomputers. Uiteindelijk komen ook andere
strategische aanpak.
onderdelen van de infrastructuur aan bod, zoals opslag- en netwerkapparatuur.
Energie besparen en duurzaamheid
Door Jan van der Lugt
FOCUS OP
14
De datacenter- en serverinitiatieven worden uitgewerkt in de Verenigde Staten, en zijn ondergebracht in het National Data Center Energy Efficiency Information Program. Dit project wordt gecoördineerd door het Amerikaanse ministerie van Energie (DOE) en de Environmental Protection Agency (EPA). Het is een vrijwillig programma waarbij een reeks organisaties en bedrijven zich heeft aangesloten om een breed scala initiatieven om energie te besparen in het datacenter worden gebundeld. Eerder al is vanuit de EPA een rapport gestuurd naar het Congres over het energiezuinig maken van servers en datacenters. Volgens de EPA zijn er alleen in de Verenigde Staten al tien miljoen servers en tienduizend datacenters. Het energiegebruik van deze servers is 0,6 procent van het totale stroomgebruik in de VS. Wanneer daar de koeling en ondersteunende infrastructuur bij wordt betrokken, is dat zelfs 1,2 procent. En naar verwachting zal het stroomgebruik van servers de komende
jaren toenemen met 40 tot 70 procent. EPA, EU en China Op dit moment werkt de EPA aan een Energy Star-specificatie voor ‘enterprise servers’. Dat gebeurt onder meer in een reeks bijeenkomsten met bedrijven die willen meepraten over deze specificaties. Tot de deelnemers aan de discussie behoren IBM, Microsoft, Dell, VMWare, EMC en Intel. Een eerste schets van de serverspecificaties is besproken tijdens een bijeenkomst in april, in oktober staat een tweede workshop op het programma om de specificaties verder uit te werken. In de eerste discussieronde is onder meer bepaald dat voor opslag en netwerkapparatuur aparte initiatieven worden ondernomen, die waarschijnlijk in 2009 van start gaan. Ook blade-servers worden naar verwachting een categorie met aparte specificaties. Een van de oplossingen die besproken wordt om te voorkomen dat servers ongebruikt draaien, is virtualisatie. Vooral het ongebruikt aanstaan van apparaten lijkt de speciale aandacht te hebben van de EPA. Naast het bepalen van de specificatie voor servers werkt de EPA ondertussen ook aan het opstellen van eisen voor datacenters. Dit programma verkeert nog in de beginfase, waarbij de EPA nu vooal bezig is met het verzamelen van data over het energiegebruik in datacenters. Pas wanneer zij deze gegevens hebben, zijn ze in staat om werkbare regels voor beperking van het energiegebruik in datacenters op te stellen. EPA is daarvoor afhankelijk van beheerders van datacenters die hun gegevens beschikbaar willen stellen. Partijen
die willen meedoen aan het verzamelen van die data kunnen intekenen op het programma. Deze inschrijving is onlangs verlengd tot 1 juli. Initiatiefnemer EPA werkt hierin nauw samen met de Europese Unie en China om de energiebesparingsprogramma´s op elkaar af te stemmen. Dit betekent dat ook in Nederland de regels voor servers gaan gelden die nu in de Verenigde Staten worden opgesteld, naar analogie van de Energy Star-normen die al gelden voor andere elektrische apparaten. Het beleid rond servers zal ontwikkeld worden door het Ministerie van Economische Zaken. Tot die tijd gelden in Nederland vooral regels voor het vestigen van datacentra, die afhankelijk van de omvang van het project worden gehandhaafd door de gemeente of de provincie. MEER INFORMATIE Energy Protection Agency: http://www.epa.gov EU Energy Star programma: www.eu-energystar.org The Green Grid: www.thegreengrid.org
De meeste ondernemingen zien de klimaatproblematiek nog steeds als een kwestie op het gebied van corporate social responsibility. Een grote vergissing, zeggen managementgoeroe Michael Porter en zijn collega-prof Forest Reinhardt, beiden verbonden aan Harvard Business School. De klimaatverandering is geen sociale maar een zakelijke kwestie – een kwestie die je niet moet aanpakken met de tools van de filantroop maar met de tools van de strateeg. Aangezien technologie - inclusief ict - meestal een essentiële rol speelt in ‘klimaatvriendelijke’ operaties, hebben Porter en Reinhardt het in wezen ook over strategische klimaatgerelateerde aanwending van ict. De klimaatverandering biedt veel bedrijven strategische kansen, dat wil zeggen kansen om concurrentievoordeel te realiseren. Hoe kun je als bedrijf vaststellen wat de juiste strategische klimaataanpak is voor jouw specifieke situatie? Je moet om te beginnen twee dingen doen: - ‘van binnen naar buiten’ kijken om inzicht te krijgen in de impact die de bedrijfsactiviteiten hebben op het klimaat; - ‘van buiten naar binnen’ kijken om inzicht te krijgen in de manier waarop het klimaat - zowel fysiek (nieuwe temperatuur- en weerspatronen) als via nieuwe regelgeving - van invloed is op de businessomgeving van het bedrijf. VAN BINNEN NAAR BUITEN Eerst moet dus worden bekeken wat de inside out-impact is. Daartoe moet de waardeketen worden bestudeerd. Élke activiteit in jouw stuk van de waardeketen – van interne en externe logistiek en marketing tot operaties, verkoop en aftersalesservice – kan CO2-emissies opleveren. Ook moet
worden gekeken naar de emissies elders in de waardeketen - bij toeleveranciers, kanalen en klanten. Strategisch inzicht ontstaat dan zodra je vragen gaat stellen als: wat zou er gebeuren als er vanaf morgen een belasting wordt geheven van, zeg, 10 euro per 1000 kg CO2-emissie? Het zou revolutionaire implicaties kunnen hebben. Het kan bijvoorbeeld dat de moderne toeleveringsketen met zijn transportintensieve ‘just in time’ voorraadbeheerssystemen niet meer optimaal is als er meer moet worden betaald voor emissies. Het kan dat e-handel – dat wordt gekenmerkt door grote aantallen kleine verzendingen – tegen serieuze beperkingen oploopt. Of dat offshoring – dat emissieverhogend werkt vanwege de lange transportlijnen – vaker wordt vervangen door onshoring in de buurt van klantenclusters. Een dergelijke ‘van-binnen-naar-buitenanalyse’ maakt bijvoorbeeld veel van Wal-Marts klimaataanpak helder. De
VAN BUITEN NAAR BINNEN Op soortgelijke wijze moet de outside in-impact worden geanalyseerd: wat zijn de mogelijke effecten van de klimaatverandering op het bedrijf? Voor een voedselbedrijf als Nestlé bijvoorbeeld is het belangrijk dat de nieuwe temperatuuren weersomstandigheden van invloed zijn op de productiviteit van de verschillende landbouwregio’s waar de grondstoffen vandaan komen. Dat heeft impact op de inputkosten. Tegelijkertijd heeft klimaatgerelateerde regelgeving invloed op zaken als de energiekosten van de diepvriezers in de winkel. Enzovoort. Op het moment dat dergelijke ‘van-buitennaar-binnen-issues’ zo worden aangepakt dat de concurrenten dat niet zomaar kunnen imiteren, worden ze strategisch aangepakt. Als business-issues. • Bron: Harvard Business Review
Wal-Mart, de grootste onderneming ter wereld, heeft een programma om de eigen CO2-emissies terug te brengen.
Energie besparen en duurzaamheid
Energy Star
Klimaat ís businesskwestie
15 FOCUS OP
Programma wordt uitgebreid naar servers en datacentra
activiteiten van deze retailer – de grootste onderneming ter wereld - zijn zeer logistiek- en transportintensief, en Wal-Mart probeert om de daaruit voortkomende CO2emissies terug te brengen. Op het eerste gezicht lijkt dit een puur operationele kwestie. Als Wal-Mart zijn schaal en scope, de herconfiguratie van de waardeketen en zijn vermogen om zwaar te investeren in technologie echter kan benutten om de emissie terug te brengen op manieren die moeilijk zijn te kopiëren door concurrenten, worden zijn emissiereductieprogramma’s strategisch. Wal-Marts emissieaanpak biedt dan – letterlijk - duurzaam concurrentievoordeel.
HP Technology@work, eerder dit jaar in Barcelona, stond voor een belangrijk deel in het teken van groene IT. Nu duurzaam ondernemen niet alleen meer een ethische kwestie is, maar door de steeds zwaarwegender financiële component ook op de business-agenda staat, is er grote vraag naar innovatieve oplossingen bij cio’s en it-directeuren.
Energie besparen en duurzaamheid
Door Marco van der Hoeven
onder cio’s blijkt dat 88 procent van de bedrijven vindt dat ze teveel tijd en energie steekt in het managen van hun datacenter. Meer dan 70 procent van de technologiekosten zijn gerelateerd aan onderhoud. En van de respondenten heeft 83 procent meerdere datacenters, die ze graag willen consolideren. Daarbij speelt een belangrijke rol dat de technologie die ze willen inzetten niet alleen energiezuiniger is, maar de bedrijven ook helpt om beter met het milieu om te gaan in het kader van een strategie van duurzaam ondernemen die steeds vaker tot de standaardwaarden van een onderneming behoort.
kosten. En ook andere bedrijven zouden zo hun bijdrage aan CO2 met tientallen procenten kunnen reduceren, onder meer met televergaderfaciliteiten waardoor het aantal vliegreizen afneemt.” Deze visie wordt gedeeld door Dennis Pamlin, Global Policy Advisor van het Wereldnatuurfonds. Hij is auteur van het rapport From fossile to future with innovative ICT solutions, waarin het WNF pleit voor gebruik van meer technologie om de wereldwijde CO2-uitstoot te verminderen. Pamlin: “Er is juist méér technologie nodig. IT zorgt voor een versnelling van ontwikkelingen, van elektrische auto’s tot televergaderen. Daarvoor is zowel actie
Stroomverbruik bladeservers kan in twee jaar groter worden dan de aanschafkosten
FOCUS OP
16
Eenderde van de cio’s verwacht dat hun datacenter niet meer in staat is om in de nabije toekomst aan de eisen van het bedrijf te voldoen. En de helft van alle cio’s denkt dat consolideren naar minder datacenters de beste oplossing is voor dit groeiende probleem. Volgens Ann Livermore, executive vice president van de Technology Solutions Group bij HP, is dit een beweging in de markt die grote invloed zal hebben op de it-infrastructuur van bedrijven.
De oorzaak van deze krapte in het datacenter is in de eerste plaats de explosieve groei van de hoeveelheid digitale informatie binnen organisaties. Deze verdubbelt elke achttien maanden. Daarnaast worden de eisen die bestuurders stellen aan hun it-organisatie steeds zwaarder, onder meer op het gebied van beveiliging en de continuïteit van de systemen. Tegelijkertijd blijken veel bedrijven nog met oude legacy-systemen te werken, die hier niet op zijn berekend.
De transformatie van het traditionele datacenter, die volgens Livermore nodig is om aan de behoefte in de markt te voldoen, is in de eerste plaats een proces dat het datacenter geschikt maakt voor nieuwe technologie. Van de bestaande eilanden moet een volledig geautomatiseerde omgeving worden gemaakt, waaraan gebruikers twee zwaarwegende eisen stellen: de infrastructuur moet ruimte-efficiënt zijn en vooral energie-efficiënt. Uit het door HP uitgevoerde onderzoek
Virtualisatie kan zorgen voor een aanzienlijke reductie van de groeiende beheerslast. Fysieke en virtuele bronnen worden op dezelfde manier beheerd om tijd te besparen en de productiviteit te verhogen. Voorheen waren er twee verschillende manieren nodig om dat voor elkaar te krijgen. De gebruiker merkt niet meer of hij te maken heeft met de fysieke of de virtuele wereld.
nodig vanuit de aanbieders, de gebruikers als de overheid.” Chandrakant pleit daarom voor een duurzaam it-ecosysteem, dat onder meer in de plaats komt van de traditionele toeleveringsketen. “IT en telecommunicatie kunnen de fysieke beperkingen van de infrastructuur opheffen. En om een acceptabele tco te krijgen, moet de beschikbare energie zuinig worden gebruikt.”
AFNAME VLIEGREIZEN Volgens Chandrakant Patel van HP Labs biedt IT veel mogelijkheden om te komen tot een verminderde uitstoot van CO2, maar is het probleem op dit moment vooral dat IT niet op de juiste manier wordt gebruikt. Want wanneer bedrijfsactiviteiten grondig onder de loep worden genomen blijkt een aanzienlijk deel van de activiteiten efficiënter, goedkoper en milieuvriendelijker te kunnen dankzij slim gebruik van IT. Hij draait de bekende Gartner-bevindingen dat IT verantwoordelijk is voor 2 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, om: “Dit betekent dat op de andere 98 procent nog heel veel reductie van CO2-emissie te behalen is met behulp van technologie. Sonere bijvoorbeeld heeft met IT 70 procent besparing bereikt op zijn energie-
ELEKTRICITEITSREKENING Datacenters spelen daarin een centrale rol. De operationele kosten van servers zijn hoog, maar zijn met een aantal maatregelen flink terug te brengen. John Bennet, als solutions-manager verantwoordelijk voor het Data Center Transformation-project, ziet onder zijn klanten een motivatie die zowel voortkomt uit de behoefte aan duurzaam ondernemen als aan het reduceren van energiekosten: “Praktische zaken als de energieprijs spelen een belangrijke rol, daar hebben ondertussen zowel facility managers als it-managers mee te maken. Energie slurpt een groter deel van het budget op dan ooit te voren.” “Het heeft dus directe financiële consequenties om minder energie te gebruiken. Tegelijkertijd neemt de vraag naar diensten van het datacenter enorm toe. We zien
dat veel datacenters beperkt zijn in hun energiecapaciteit. Dat wordt een hindernis voor groei. Vanuit de IT gaat het om besparingen en efficiëntie.” “Virtualisatie was ooit gericht op efficiënt gebruik van middelen, maar wordt steeds crucialer voor het beperkt houden van de fysieke infrastructuur en het besparen van energie. Je hebt minder servers nodig, en minder energie. Veel bedrijven hebben bovendien workloads die in de loop van een dag variëren. Je kunt met virtualisatie het beslag dat diensten leggen op het datacenter reguleren. Als er weinig vraag is, kun je alle vraag op een beperkt aantal servers zetten, en de rest fysiek uitschakelen.” “Bij veel klanten merken we dat de mensen die de elektriciteitsrekening krijgen, niet de managers van de datacenters zijn. Bedrijven moeten dus hun gehele energiegebruik bekijken vanuit een businessperspectief. Dat vereist samenwerking tussen de it-manager en de facilities-manager. Ook regelgeving speelt en rol, naast de regels die vanuit de raad van bestuur worden opgesteld rond duurzaam ondernemen. ‘Greening’ gaat niet alleen over IT en het datacenter. Het gaat ook om recycling van afgeschreven technologie, en daar spelen de leveranciers een belangrijke rol in. Want als je vijf datacenters tot één datacenter samenvoegt heb je wel een hoop oude servers over waar je op een ‘groene manier’ vanaf moet zien te komen.” Volgens Bennett zijn er een paar manieren voor bedrijven om met groene IT te beginnen. Veel bedrijven beginnen traditioneel met één bepaalde tak: serverconsolidatie, opslagconsolidatie, >>
17 FOCUS OP
Uit de stroomversnelling
Energie besparen en duurzaamheid
Milieu dwingt tot ingrijpende transformatie datacenter
Energie besparen en duurzaamheid FOCUS OP
18
of applicatieconsolidatie. Maar het is effectiever om een stap terug te doen, en naar het datacenter te kijken vanuit een businessperspectief: welke diensten levert het datacenter, en welke diensten heb ik eigenlijk nodig? In de praktijk blijkt dan dat er veel diensten en servers draaien die mensen gewoon vergeten zijn, maar wel veel energie gebruiken. FINANCIËLE SECTOR “De belangrijkste les die we zelf hebben geleerd uit consolidatie, is dat je kunt transformeren zonder de business te onderbreken in een reeks projecten, niet één grote operatie. De operationele kosten kunnen zeker 25 procent omlaag. Bij HP hebben we zelfs een besparing van 50 procent bereikt op de operationele kosten. Zijn collega Klaus Hieronymi is als hoofd van de afdeling Environmental Management Emea al tien jaar met duurzaam ondernemen bezig. Duurzaamheid speelde al langer op het gebied van producten, maar daar zijn de laatste jaren stroomverbruik en de bijbehorende kosten bijgekomen. In de jaren negentig werd de wereldwijde regelgeving al steeds strikter, wat fabrikanten dwong om grondig na te gaan denken over hun productieproces. “Duurzaamheid werd deels ook marketinginstrument. Maar nu is milieu business geworden. De inhoud verandert ook. Waar twee jaar geleden recycling nog een belangrijk onderwerp was, is dat nu volledig
normaal geworden, met goed lopende systemen. Nu is stroom de drijvende kracht, omdat het zo duidelijk terugkomt in de kosten. Zo is er een directe relatie ontstaan tussen duurzaam ondernemen en kosten. Bij recycling ging het vooral om de claim groener te zijn dan een ander. Maar een besparing op energie is direct te zien in een kostenreductie.” “De groeiende hoeveelheid rekenkracht in datacenters gebruikt steeds meer stroom, niet in de laatste plaats voor de airconditioning. Bij bladeservers kan het stroomverbruik in twee jaar groter zijn dan de aanschafkosten van de hardware. Standaard wordt een datacenter gekoeld door middel van koude lucht. Bij ‘dynamic smart cooling’ wordt eerst de temperatuur van het rack gemeten, en de koude lucht wordt daar naartoe gedirigeerd. Dat scheelt 30 procent in de koelingskosten.” De bedrijven die volgens Hieronymi het meest doen aan duurzaam ondernemen, zijn bedrijven in de financiële sector. Door de nadruk op het thema en het zware it-gebruik van deze sector is daar
veel te besparen. “IT zou eigenlijk verantwoordelijk moeten worden voor 8 tot 10 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, omdat dit betekent dat het andere, zwaardere, vervuilers vervangt. Reizen is vaak helemaal niet meer nodig door de goede ‘real time’ faciliteiten voor televergaderen. In Groot-Brittannië bestaat al een systeem dat met behulp van IT voorspelt waar de meeste ongelukken gebeuren, zodat de ambulances op strategische plaatsen opgesteld kunnen worden. Dat verhoogt de efficiëntie en vermindert de uitstoot van CO2.”
‘Er is juist meer technologie nodig
“Traditionele zaken kunnen dus worden vervangen door slimme technologie. In de komende jaren zal energie een ‘hot topic’ blijven. Ik verwacht dat er nog een verschuiving van de aandacht plaatsvindt naar materialen. Behalve het milieu speelt namelijk een dreigend tekort aan grondstoffen een rol. HP maakt bijvoorbeeld al gebruik van recyclebaar plastic van cola-flessen. Dergelijke zaken worden in de toekomst net zo belangrijk als de energiekwestie.” •
SLIM KOELEN Servers zijn zonder meer de grootste it-kostenpost, zeker als ze geconcentreerd staan in een datacenter. Vooral met efficiënt koelen is nog veel geld te besparen. Het ‘dynamic smart cooling’-concept van HP probeert de behoeften aan koeling af te stemmen op het daadwerkelijke gebruik van de servers in een datacenter. De eerste stap is het gebruik zelf regelen op basis van de behoefte aan rekenkracht. Vaak is het helemaal niet nodig om alle servers vierentwintig uur per dag en zeven dagen in de week aan te laten staan. Maar waar servers wel gebruikt worden, is de behoefte aan koeling niet constant. Door een fijnmazig systeem van sensoren kan de effectiviteit van de airconditioning gedetailleerd worden bestuurd. Er bestaat in India een datacenter met 7.500 sensoren, wat een besparing van 40 procent op de energieconsumptie heeft opgeleverd. Voor een groot datacenter kan dat een miljoen dollar per jaar betekenen. Maar naast die besparing leveren de sensoren ook gedetailleerde informatie op over het daadwerkelijke gebruik in een datacenter, die de cio weer kan gebruiken om real time te sturen op efficiëntie door bijvoorbeeld servers bij te schakelen waar nodig, of snel storingen op te sporen.
IBM’s ‘quick scans’ leggen snelle besparingen bloot
‘Koel niet meer dan nodig’
IBM voert bij diverse klanten een zogeheten ‘green datacenter quick scan’ uit om de mogelijkheden van besparing op het energiegebruik van IT in kaart te brengen. De eerste resultaten laten zien dat veel organisaties met slechts een beperkt aantal goedkope maatregelen al aanzienlijke besparingen kunnen behalen. Wie meer investeert in ‘groene’ maatregelen kan het stroomgebruik zelfs tot meer dan de helft van het huidige niveau reduceren. Het begint allemaal bij accuraat meten.
Want ze weten daarmee ook niet of ze bijvoorbeeld in hun back up- voorzieningen voldoende capaciteit hebben om een eventuele stroomuitval op te vangen.” Milieu-overwegingen spelen vooralsnog een ondergeschikte rol als drijvende kracht om het energiegebruik in een organisatie onder de loep te nemen. Driekwart van de bedrijven en instellingen kampt met operationele problemen rond energiegebruik, en een kwart loopt in toenemende mate tegen de altijd stijgende kosten op. Van de Graaff: “’Pijn’ is nog steeds de grootste drijver. Eerst moet het operationele deel in orde zijn, dan komen de financiën, dan volgt milieu. Maar ongeacht de motivatie hebben de maatregelen die genomen kunnen worden op alle drie de aspecten grote invloed.” Een van de zaken waar steeds meer organisaties mee te maken krijgen, is regelgeving
rond duurzaam ondernemen. Een belangrijke ontwikkeling is de Europese regelgeving, en dan met name de 20-20-20-regel die in Brussel is vastgesteld. Deze houdt in dat in 2020 20 procent CO2-reductie moet zijn bereikt ten opzichte van 1990, en dat 20 procent van de energie duurzaam moet zijn. Daarom wordt door de branche op Europees niveau al gewerkt aan een gedragscode rondom datacenters waar bedrijven zich vrijwillig bij aan kunnen sluiten. Deze gedragscode vormt als het ware een afspraak met de samenleving over maatregelen om energie te besparen, om die energiebesparing te meten en erover te rapporteren, en zo nodig over compensatiemaatregelen. Dirk Harryvan: “Hierin zie je wel duidelijk een verschil tussen de Verenigde Staten en
19 FOCUS OP
In het kader van de ‘green datacenter’initiatieven van IBM hebben tot nu toe al een flink aantal grootgebruikers van IT een ‘quick scan’ laten uitvoeren. Dit onderzoek biedt gedetailleerd inzicht in de mogelijkheden die er in de infrastructuur bestaan om te besparen op IT. Volgens Aernoud van de Graaff en Dirk Harryvan, beiden intensief betrokken bij de groene initiatieven van IBM, liggen er in grote lijnen drie factoren ten grondslag aan de vraag naar deze scans: financieel, operationeel en milieubewustzijn. In de praktijk blijken met name problemen aan de operationele kant effect te hebben op de vraag naar duurzame oplossingen. Van de Graaff: “Veel gebruikers hebben geen idee hoe hun stroomgebruik in elkaar zit. Behalve het kostenaspect heeft dit ook invloed op de continuïteit van een bedrijf.
Energie besparen en duurzaamheid
Door Marco van der Hoeven
In drie seconden bespaar je duizenden euro’s per jaar in je datacenter de Europese Unie. In de Verenigde Staten is al heel veel geregeld, al zijn nog een aantal zaken helemaal vrij. In Europa moet nog veel geregeld worden, al is lokaal wel veel aan de gang. In Amsterdam bijvoorbeeld zijn de eisen rond het opzetten van een datacenter bijvoorbeeld al heel streng.” Europese doelstellingen Er zal nog veel moeten gebeuren om de Europese doelstellingen daadwerkelijk te halen. Zo blijkt uit een rapport dat is
>>
FOCUS OP
20
geschreven in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, dat in Nederland bij de huidige stand van zaken in 2020 het stroomverbruik niet met 20 procent is afgenomen, maar juist zal zijn verdubbeld. Nederland lijkt nu te gaan inzetten op het halveren van die verwachte verdubbeling. En datacenters zullen in dat beleid een van de belangrijkste speerpunten gaan
‘groen’ erg gehyped wordt, vanwege alle aandacht die het nu krijgt. Maar de problemen die nu in de belangstelling staan, zijn echt. Het is dus zeker geen luchtbel, en de te realiseren besparingen zijn enorm. Het loont om er nu mee aan de slag te gaan. De kansen liggen voor het oprapen, het gaat niet om leveranciers die iets willen verkopen.”
Het koelwatersysteem is te vergelijken met het bloedvatenstelsel in het menselijk lichaam vormen. Deze ophanden zijnde regelgeving maakt eigen initiatieven om energie te besparen extra noodzakelijk. Aernoud van de Graaff: “Het lijkt erop of
Harryvan: “Vijf jaar geleden was energie nog een te verwaarlozen kostenfactor bij veel organisaties. Maar de prijs is ondertussen zo substantieel toegenomen dat het
Op een hogere temperatuur koelen heeft overigens nog een effect, want wanneer er te koud gekoeld wordt is het weer nodig om de lucht te bevochtigen. De airconditioning trekt de lucht droog, zodat luchtbevochtigers nodig zijn die ook weer energie kosten omdat ergens water gekookt moet worden om stoom op te wekken. Harryvan: “Al deze zaken bij elkaar kunnen in meer dan 90 procent van de gevallen leiden tot heel snelle besparingen aan de facilitaire kant. Met een investering van een paar honderd euro en een paar uur werk kun je al snel 15 procent besparen op je facility-kosten.” BEspAring De wederopstanding van waterkoeling is de belangrijkste trend in koeling, die ook grote gevolgen heeft voor de inrichting van datacenters, is. Van de Graaff: In de toekomst gaan we ernaar toe dat al onze servers watergekoeld worden. We gaan eigenlijk terug naar het ooit verdwenen ‘liquid assisted cooling’. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld al in de hydroclusters en in onze supercomputers, de huidige Power6 575. Over een of twee generaties servers zullen we dat steeds meer gaan zien, en niet alleen bij de duurste servers. Zo kan een grote
hoeveelheid processoren dicht bij elkaar worden gezet. Op dit moment kan water al bijna tot op de chip worden gebracht om te koelen. Het systeem dat we daarvoor gebruiken is in opzet te vergelijken met het bloedvatenstelsel in het menselijk lichaam, omdat het steeds verder vertakt tot kleine waterwegen.” Harryvan: “Bovendien is de emissie nul. Er gaat water van kamertemperatuur in, en er komt water van zestig graden uit. Daar kun je industrieel wat mee. Je maakt dus veel meer gebruik van omgevingsfactoren, zodat je zo min mogelijk energie hoeft toe te voegen om te koelen. Dan is het geen kostenpost meer, maar een bron van inkomsten omdat je die warmte kunt gebruiken.” Een van de factoren die een rol speelt is de bekabeling, die ook nog eens in veel gevallen een risicofactor vormt. Met name bij oude datacenters liggen vaak nog allerlei afgeknipte oude kabels. Harryvan: “Het herbekabelen van een datacenter is een grote investering, maar soms is het noodzakelijk.” Ook van belang is een gelaagde ondervloer voor het transport van de lucht. Omdat voor koeling van tientallen kubieke meters lucht veel ruimte nodig is, gaat het wel om bijna een halve verdieping extra. •
Energie besparen en duurzaamheid
EFFiCiËnt KoElEn Tijdens de ‘quick scans’ bleek dat in sommige gevallen de meest elementaire informatie over de eigen energievoorziening ontbrak. Zo komt het geregeld voor dat een deel van de stroom die naar een datacenter wordt geleid helemaal niet in dat datacenter wordt ingezet voor de koeling of de servers, maar wordt doorgeleid naar bijvoorbeeld de verlichting van het hele gebouw. Van de Graaff: “Dat kan een bewuste keuze zijn, maar in praktijk weten bedrijven vaak niet hoe hun stroom is aangelegd. Voorheen werd daar nooit aandacht aan besteed. De mensen meten niet, en ze weten het daarom niet. Slechts één energieleverancier waar we zijn geweest, wist exact waar alle stroom heen ging.” Voor het realiseren van structurele besparingen is een grotere investering in tijd en geld nodig dan bij de kleine facilitaire zaken, maar bij een besparing tot meer dan 70 procent kan dat wel de moeite waard zijn. Uit de quick scans die IBM ondertussen bij klanten heeft uitgevoerd is al een aantal voorlopige conclusies te trekken die voor veel bedrijven gelden. Zo blijkt vrijwel geen enkele organisatie in zijn datacenter gebruik te maken van ‘blanking panels’. Dit zijn platen die de open ruimte in de serverracks afsluiten. In de meeste datacenters zitten zo veel open plekken in de racks, waardoor de lucht van de ene gang
naar de andere gaat tussen de servers door, in plaats van dóór de server. Dat maakt de koeling uitermate inefficiënt. Bovendien blijken mensen de natuurlijke neiging te hebben juist op warme plekken vloertegels neer te leggen waar koude lucht uit stroomt. Dat lijkt intuïtief helemaal goed, maar het is juist precies de verkeerde werkwijze. Want waar het al warm is moet het juist warm zijn, en het neerleggen van de koelende tegels heeft weinig effect. Die kunnen beter aan de koude kant worden neergelegd, in de koude gang, terwijl in de warme gang dichte tegels moeten liggen. Op die manier worden de warme en koude gedeelten gescheiden, stroomt de koude lucht door de machines naar de warme kant, en vloeit de warme lucht via de airconditioning terug. Harryvan: “Dat is de efficiëntste koeling. In die gescheiden luchtstromen moet warme lucht niet afgekoeld worden, maar afgevoerd en dan gekoeld. Koude lucht tegen warme lucht aan laten stromen werkt niet.” Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van deze koelingsmethode is uiteraard wel dat zowel tussen als boven de gangen scheidingen zijn aangebracht. De ruimte onder de vloer zorgt voor de verspreiding van koude lucht, en de koude gang is afgedekt.” De quick win zit daarnaast in het afdichten van gaten en het weghalen van kabels. De lucht in de vloer staat onder druk, en gaten zorgen dat die druk lager wordt. Die gaten kunnen weer heel eenvoudig gedicht worden met borstels zoals die ook in een brievenbus zitten tegen de tocht. Anders is er onvoldoende druk om de lucht in het datacenter te verplaatsen. Nog een eenvoudige en zeer snelle manier om besparingen te realiseren is om niet al te koud te koelen. Van de Graaff: “Met een handeling die drie seconden duurt bespaar je duizenden euro’s per jaar in je datacenter. De opgestelde apparatuur is namelijk geschikt om op veel hogere temperaturen te gebruiken dan de huidige koelingstemperatuur. Die ligt vaak op zestien of zeventien graden, terwijl de apparatuur is gecertificeerd tot dertig graden, en in de garantie sprake is van een bovengrens van vijfentwintig graden. Als je dus op maximaal vierentwintig graden koelt, werkt de apparatuur nog steeds prima. Maar vaak heeft men geen idee, en heeft men ook geen goede controle. Dus wordt de koeling zo hoog mogelijk gezet.”
21 FOCUS OP
Energie besparen en duurzaamheid
een bijna zo belangrijke factor wordt als de aanschaf van een server of andere hardware. Daarom is er zoveel belangstelling voor ‘utilities management’. Organisaties kijken niet alleen naar wat het goedkoopst is in aanschaf, maar betrekken daar ook de kosten in het gebruik bij. Deze component is ondertussen zwaar gaan wegen, want in aanschafprijs ontlopen servers elkaar niet zoveel in de markt, maar de kosten van het beheer, inclusief stroomverbruik, kunnen nogal uiteen lopen.” Om het energiegebruik in datacenters terug te brengen, is een grondige meting noodzakelijk. De maatregelen kunnen in twee fasen worden uitgevoerd. De eerste is die van de ‘quick wins’, die vaak snel duidelijk worden. Voor de tweede, nog rendabelere, fase zijn meer investeringen nodig. Van de Graaff: “Niet alles is in een achternamiddag geregeld, maar er zijn wel degelijk verbeteringen die letterlijk in een achternamiddag geregeld kunnen worden.”
Een van de it-bedrijven die veel ruchtbaarheid geeft aan zijn groene initiatieven is Dell. Het bedrijf is al enkele jaren op verschillende gebieden actief met duurzaam ondernemen, en ook de Nederlandse vestiging ontkomt daar niet aan. De ambitie is om het groenste it-bedrijf ter wereld te worden.
Energie besparen en duurzaamheid
Door Marco van der Hoeven
FOCUS OP
22
“Bijna drie jaar geleden hebben we aangekondigd dat we al onze producten willen kunnen recyclen. Dat wilden we wereldwijd doen, ook in China. De Chinese overheid is erg geïnteresseerd in groene initiatieven, dus moedigde ze dat sterk aan. Voor ons was de grootste uitdaging om wereldwijd alle standaarden waarmee we werken gelijk te trekken, zodat we zowel in Europa als in de Aziatische landen hetzelfde werken.” Aan het woord is Renzo Taal. Hij is directeur van de Solutions & Services Group, en tevens verantwoordelijk voor de activiteiten van Dell in Nederland bij de overheid en de zorgsector op Emea-niveau. Hij is nu een jaar werkzaam in Nederland, na drie jaar voor Dell te hebben gewerkt in China. Daar is hij al intensief betrokken geweest bij het Green Initiative. Tien jaar geleden is Dell al begonnen met initiatieven op het gebied van hergebruik van materialen. In het kader daarvan worden aan alle leveranciers van onderdelen strenge eisen gesteld aan het gebruik van chemische stoffen in subcomponenten zoals moederborden. Deze activiteiten vallen nu samen met de trend dat ‘greening’ een van de belangrijkste onderwerpen aan het worden is in de it-branche. RECYCLING Ondertussen is de vervuiling per dollar omzet het laagst van alle Fortune 500-bedrijven. Nog dit jaar wil Dell als organisatie volledig CO2-neutraal werken. Die doelstelling is ondertussen behaald voor het hoofdkwartier in de Verenigde Staten, in Round Rock bij Austin in Texas [zie kader]. De rest van de organisatie moet de komende maanden op hetzelfde niveau
verplicht gesteld dat alles gerecycled kan worden. “Waar je ter wereld ook zit, in alle Dell Directs kan alles gerecycled worden. Dat doen we zelfs bij producten van derden die we meeleveren.” Voor klanten op de consumentenmarkt is dat gratis, zakelijke klanten betalen een bijdrage. PRODUCTIEPROCES DOORGELICHT Naast het hergebruik van componenten en recyclen is Dell het productieproces aan het doorlichten, om het aantal plastics dat in de producten zit te reduceren. Dit heeft al geleid tot de ontwikkeling van een pc die veel kleiner is dan een traditionele
We vragen onze leveranciers om producten te leveren die in een duurzame omgeving geproduceerd worden
“Het model van Dell leent zich bij uitstek voor groene initiatieven in de toeleveringsketen, omdat we uitsluitend built to order werken. Het aantal transacties dat leidt tot logistieke bewegingen is dus per definitie al relatief laag. We beginnen pas iets te vervoeren als de klant daadwerkelijk ergens om gevraagd heeft. En wanneer een klant een grotere bestelling plaatst, leveren we die in één keer, in plaats van deze te verspreiden over diverse zendingen.” Onderdeel van het ‘wieg tot wieg’-proces is ‘single packaging’. “Veel van onze klanten zijn op zoek naar een efficiënte verpakking van hun producten. Wanneer een bedrijf duizend pc’s bestelt, wil het daarbij niet duizend boekjes en duizend cd´s hebben. Dat is goed te regelen in een bto-proces, omdat we precies weten voor wie we wat wanneer bouwen. Als een klant duizend pc’s bestelt en maar een paar boekjes of cd’s, kunnen we dat gelijk in het proces opnemen. Ook vragen ze vaak recycleerbare pallets. Bij servers kun je bovendien bestellingen van servers in één levering samenvoegen, wat zowel verpakkingsmateriaal als vrachtwagens scheelt. Helemaal aan de andere kant van de keten is een recycling-programma ingesteld. Michael Dell heeft binnen de organisatie
pc zodat er meer in een zending kunnen, terwijl hij bovendien volledig gemaakt is van gerecycled materiaal. Een belangrijk deel van de groene activiteiten die leveranciers ontplooien, is klanten adviseren over de manier waarop ze zo efficiënt mogelijk kunnen omgaan met hun IT, en hoe ze energiekosten kunnen besparen en tegelijk duurzamer werken. Daarin zijn zowel aan de kant van de desktops als de datacenters grote voordelen te behalen. Taal: “Op dat gebied hebben we een aantal vergaande commitments gedaan: onze desktops en notebooks zullen in 2010 25 procent zuiniger zijn dan dit jaar.” Ook bestaande datacenters van klanten worden grondig doorgelicht, en op dit moment lopen er diverse projecten bij zowel bedrijven als de overheid “Als een organisatie de doelstelling heeft om energie te besparen, kijken we of we daarbij kunnen helpen. Datacenters kunnen bijvoorbeeld een enorme bijdrage leveren aan energiebesparing, en daar kun je weer een besparing in CO2 aan hangen. We kijken niet alleen naar hoe een product zuiniger kan worden, maar proberen ook de infrastructuur veel efficiënter te maken. Dat is een ingrijpende operatie, maar die kan wel leiden tot forse besparingen.”
“Dit betekent dat je naar allerlei zaken gaat kijken, en datacenters op een geheel andere manier organiseert. Een van de verbeteringen die je eenvoudig kunt realiseren, is het werken bij een hogere temperatuur in een datacenter. Daardoor heb je aanzienlijk minder koeling en dus minder energie nodig in het datacenter. Bovendien kun je in de winter van de buitenlucht gebruik maken om te koelen. Dat vereist een heel ander ontwerp van datacenters, en een volledig andere visie dan de traditionele manier van werken.” Volgens Taal is er veel vraag onder gebruikers naar groene IT. “Ze horen graag wat de industrie over dit onderwerp te zeggen heeft. Onze visie is gebaseerd op de vraag hoe je je datacenter zodanig kunt inrichten dat je wel de volledige kwaliteit en mogelijkheden hebt van de oude datacenters, terwijl tegelijkertijd het energiegebruik radicaal wordt teruggebracht.” Het energiegebruik van notebooks en desktops is bekend, zodat op basis van die gegevens de bijbehorende CO2-uitstoot berekend kan worden. “We hebben pas een grote notebook- en desktop-deal gewonnen vanwege de impact die we kunnen leveren op het groene beleid van die organisatie. Klanten hebben ondertussen vrijwel allemaal een ‘green chapter’, en willen daarin ook meenemen wat de IT voor invloed heeft op zaken als energiegebruik en logistiek.” BOMEN PLANTEN Al ruim en jaar werkt Dell bovendien aan het plant a tree-initiatief. Op basis van de bijdrage die desktops en notebooks leveren aan de uitstoot van CO2, kunnen klanten ervoor kiezen om dat te compenseren door het planten van een boom, of meerdere bomen voor grote gebruikers. Zo heeft ABN Amro bijvoorbeeld in het kader van dat programma 16.000 bomen geplant na een grote investering in IT. “We proberen daar dus voortdurend innovatief mee om te gaan. Dat gaat verder dan alleen de levenscyclus van de pc.” En groene IT gaat ook verder dan alleen de organisatie van de gebruiker. “Als je kijkt naar de betekenis van IT, zie je dat door het automatiseren van processen voor de algemene economie enorme besparingen op energiegebruik te behalen zijn. Dan is >>
Energie besparen en duurzaamheid
Wereldwijd de groenste
komen. Renzo Taal kijkt al weer verder: “De volgende stap is te kijken naar ‘wieg tot wieg’-oplossingen, in plaats van ‘point in time’-oplossingen.” “Waar we een aantal jaren geleden al zijn gaan kijken waar we invloed zouden kunnen uitoefenen met zaken als recycling en het terugdringen van vervuiling, gaan we alle losse initiatieven aan elkaar knopen. We vragen aan onze leveranciers dus om producten te leveren die in een duurzame omgeving geproduceerd worden. Daarnaast kijken we naar de supply chain, dus het proces om onderdelen van fabrikanten te vervoeren naar onze eigen fabrieken.”
23 FOCUS OP
Dell legt de lat hoog
Energie besparen en duurzaamheid
1 kW die gebruikt wordt in IT, staat gelijk aan 10 kW die normaal gebruikt wordt in de economie
FOCUS OP
24
de IT juist een factor die kan bijdragen aan duurzaam ondernemen. Een kilowatt die gebruikt wordt in IT, staat gelijk aan tien kilowatt die normaal gebruikt wordt in de economie.” Het begint allemaal met de ‘quick wins’. Leveranciers kunnen het gebruik van IT in een organisatie inzichtelijk maken. “Het is in ieder geval belangrijk om heel goed te kijken naar je IT, en de leverancier intensief te betrekken bij je groene agenda. Vaak zie je aan de voorkant wel een groene agenda omdat bedrijven beter willen omgaan met het milieu, maar de wensen en doelstellingen die aan de voorkant liggen moeten wel vertaald worden naar de achterkant - in samenspraak met de it-directeur of cio. Die vertaling door en met de IT organisatie levert de snelste voordelen op. Wanneer je die eenmaal behaald hebt, kun je met partners aan de IT kant vorm gaan geven aan die doelstellingen.” Wanneer een van die harde doelstellingen bijvoorbeeld is dat per werkplek maximaal 12 tot 15 watt gebruikt mag worden, heeft dat nogal wat invloed op de volledige it-infrastructuur. Niet iedereen kan dan met een groot werkstation aan zijn bureau zitten,
want die gebruikt veel meer stroom. Maar ook een thin-client zal niet in alle gevallen voldoen. Dergelijke doelstellingen die door de raad van bestuur of een ‘green officer’ worden vastgesteld, werken dóór in de IT. “De cio moet dat kunnen invullen. Met dat soort vragen krijgen wij veel te maken. Europese bedrijven lopen daarmee voorop, en ook als Nederland kunnen we trots op zijn. We kunnen zo kennis ontwikkelen en een voorsprong nemen op de rest van de wereld. Ik denk dat de Nederlandse overheid goed bezig is, door een duidelijke visie op
de maatschappij en door het formuleren van bijbehorende richtlijnen.” “Het is voor iedereen duidelijk dat we verantwoord moeten omgaan met energie en de grondstoffen die we hebben. Niemand zal dat ontkennen. Dit is een van de zaken waarbij zelfs al onze concurrenten het eens zijn. Dat zien we ook bij projecten die we doen met verschillende partijen. Het aardige van groene IT is dat we uiteindelijk allemaal hetzelfde doel nastreven. Dat maakt gezamenlijke projecten veel makkelijker.” •
VOLLEDIG KLIMAATNEUTRAAL Dell heeft ook binnen de eigen organisatie het stroomverbruik van de IT teruggebracht, wat een besparing van 1,8 miljoen dollar en een reductie in CO2-uitstoot van 11.000 ton heeft opgeleverd. Deze maatregelen passen binnen de filosofie van oprichter en ceo Michael Dell, die IT als een van de meest effectieve middelen beschouwt om wereldwijd de uitstoot van CO2 te reduceren. Hij verwacht dat groene IT binnen een periode van tien jaar een merkbare bijdrage levert aan het verzachten van de effecten van klimaatverandering. Het hoofdkwartier van Dell, de campus in Round Rock bij Austin in Texas waar op een oppervlakte van 2,1 miljoen vierkante kilometer 10.000 mensen werken, wordt al volledig voorzien van groene stroom. 40 procent van de stroom in het hoofdkwartier wordt gewonnen uit biomassa, 60 procent is windenergie. Nog dit jaar wil Dell ook wereldwijd volledig klimaatneutraal gaan werken.
Consolidatie en virtualisatie maken Pggm wendbare organisatie
Duurzaam werken uit ruimtegebrek De IT van pensioenfonds-beheerder Pggm is uitgebreid en complex. Nadat jarenlang van een grote hoeveelheid losse applicaties gebruik was gemaakt, besloot het administratiebedrijf te consolideren. Maar tijdens deze reorganisatie bleek dat door de gekozen infrastructuur het ruimtebeslag volledig uit de hand liep. Virtualisatie met VM Ware bleek de beste oplossing voor dit probleem. Uiteindelijk leverde dit niet alleen grote besparingen op, maar bleek dit uitstekend te passen in de strategie van duurzaam ondernemen. Energie besparen en duurzaamheid
Door Marco van der Hoeven
FOCUS OP
25
Hans van der Zwaag, directeur IT & Facilitaire Diensten bij Pggm.
De IT-infrastructuur van Pggm wordt voor heel specifieke en bedrijfskritische toepassingen ingezet. Na de splitsing van beleid en uitvoering is Pggm vanaf dit jaar actief als uitvoeringsbedrijf dat de administratie voert voor het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (Pfzw). Na de splitsing van de activiteiten per 1 januari 2008 is de organisatie verantwoordelijk voor het beheer van een vermogen van ongeveer 85 miljard euro.
Om de individuele klanten te bedienen is een coöperatie opgericht. Voor deze constructie is gekozen om de werknemers in de sector Zorg en Welzijn aanvullende financiële producten aan te bieden op het gebied van inkomenszekerheid en vermogensvorming. Zo kunnen zij in de toekomst bijvoorbeeld sparen of verzekeren, eventueel met een beleggingselement erin. Bij Pggm werken ongeveer duizend men
sen, die de pensioenopbouw beheren voor ruim twee miljoen deelnemers in de pensioenregeling van PFZW. Van de deelnemers betalen 1,1 miljoen mensen premie, 206.900 mensen ontvangen een pensioenuitkering, en 720.000 mensen hebben pensioen opgebouwd maar betalen geen premie meer omdat ze niet meer in de sector werkzaam zijn. “Omdat we een administratiebedrijf zijn, >>
Energie besparen en duurzaamheid
‘Energie wordt dé kostenfactor in een it-omgeving, zeker in het datacenter’
FOCUS OP
26
kernactiviteiten van Pggm, is de automatisering van oudsher steeds in eigen huis gehouden. Van der Zwaag: “Dat is een essentieel verschil met bijvoorbeeld de IT in productiebedrijven. We hebben daarin een traditionele ontwikkeling doorgemaakt, van kleine computers naar mainframes en Unix-systemen. Begin 2000 hebben we ervoor gekozen om een einde te maken aan de lappendeken van informatiesystemen en architecturen die in de afgelopen decennia is ontstaan. Het kan simpeler, goedkoper en sneller.” Hoofddoel van de consolidatieslag was om de wendbaarheid te vergroten met één infrastructuur en één architectuur. “Die infrastructuur en architectuur moesten gebaseerd zijn op de behoeften van de business, dus op de vraag hoe de bedrijfsprocessen in elkaar zitten, en de informatiestromen lopen. Welke toepassingen heb je nodig om de werkzaamheden uit te voeren? En natuurlijk: welke infrastructuur is nodig om het werk goed te kunnen doen?” ALLES OP WINDOWS Een specifiek probleem waar Pggm tegenaan liep, was dat er geen toepassingen bestaan die speciaal zijn geschreven voor de activiteiten van de grote bedrijfstakpensioenfondsen. Alleen voor algemene activiteiten zoals ‘investment management’ bestaan kant-en-klare applicaties. De pakketten die er zijn voor ondernemingspensioenfondsen zijn niet geschikt voor de brede bedrijfstakpensioenfondsen waarvoor Pggm de administratie uitvoert. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de complexiteit van de regelingen waar een organisatie als Pggm mee te maken heeft. De complexiteit is in de afgelopen 40 jaar
bouwt weer andere rechten op dan iemand die al heel lang in de sector werkt.” Dit had weer grote invloed op de IT. De lappendeken aan regelingen had in de loop der jaren geleid tot een grote hoeveelheid losse applicaties om van alles uit te rekenen. “Met de beste bedoelingen is er de afgelopen jaren ontzettend veel maatwerk gemaakt, ook op verschillende platformen. In 2000 hebben we daar een eind aan gemaakt. We hebben gekozen voor één technologie, het Windows-platform, wat destijds in de ogen van veel organisaties een bijzondere stap was. Het was toen niet zo gebruikelijk om op Microsoft Windows je totale bedrijfsprocessen te gaan draaien, maar wij hebben besloten dat wel te doen. Na een uitgebreide voorbereidende fase zijn we uiteindelijk in 2003 echt aan de slag gegaan. In vijf jaar tijd hebben we volledig in eigen huis onze eigen pensioenfondsapplicatie gebouwd, gebaseerd op Microsoft: Net-technologie.” TE KLEIN EN TE WARM In de voorbereidende fase is de kantoorautomatisering grondig aangepakt, waarbij alle werkplekken en de bijbehorende infrastructuur zijn gereorganiseerd. Na deze technische voorbereiding van het terrein konden de applicaties ontwikkeld worden. Maar twee jaar geleden bleek dat de IT door alle nieuwe technologie in combinatie met nog functionerende oude technologie van de mainframes en Unixsystemen fysiek te omvangrijk werd voor de beschikbare ruimte. Van der Zwaag: “Het huis werd letterlijk te klein. De servers kwamen hier in oktober 2005 per pallet binnen, en in februari 2006 had ik alweer een aanvraag voor
zo’n volle pallet klaar liggen. Bovendien bleek uit een rapport van onze leverancier HP dat de warmtelast van ons datacenter uit de hand liep. Het werd te warm, en de apparatuur stond te dicht bij elkaar. Een nieuwe pallet met servers konden we dus eigenlijk niet eens meer kwijt. En het eind was nog niet in zicht. De verwachting was dat er binnen een half jaar wéér een nieuwe pallet moest komen. Daar moesten we wat aan doen.” Door het nijpende ruimtegebrek kwam virtualisatie van het uitgebreide serverpark sneller in beeld. Daarvoor klopte Pggm aan bij HP en VMWare. Door virtualisatie zou er fors minder apparatuur nodig zijn, zou de koellast omlaag gaan, het energiegebruik teruglopen, de afschrijving lager worden, en de flexibiliteit toenemen. “Met name koelen blijkt een van de meest onrendabele energieverslinders in een datacenter. De achtergrond van de reorganisatie was niet in de eerste plaats milieu, de aanzet is gegeven door de noodzaak om efficiënter om te gaan met praktische logistieke problemen. We konden onze spullen gewoon niet kwijt.” “Maar wanneer je je erin verdiept, blijken er ook mooie resultaten behaald te kunnen worden op het gebied van duurzaamheid die passen bij de strategie van onze organisatie. Je moet je niet rijk rekenen, maar door de virtualisatie besparen we toch een equivalent van vijfenzeventig woningen aan energiegebruik per jaar, inclusief verminderde koeling. De besparing ligt tussen de 25.000 en 35.000 euro per jaar. ” Omdat een server net als een gewone pc maar een deel van zijn volledige voedingscapaciteit gebruikt, heeft Pggm zijn cijfers niet gebaseerd op een theoretische berekening, maar is een praktijkmeting van de machines gedaan vóór en na de virtualisatie. “Wanneer je je erin verdiept, word je je ervan bewust dat je op die manier een bijdrage kunt leveren aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Op dat moment, in 2006, speelde het onderwerp binnen de IT nog niet zo erg als nu. Pggm zelf had wel al een ‘corporate’ strategie op basis van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzaam ondernemen was in die zin niet nieuw. De fabrikant gebruikte duurzaamheid niet als verkoopargument. Wij waren er dus vrij vroeg mee. Nu is het onderwerp zo bekend dat je met de raad van bestuur om de tafel zou kunnen gaan zitten om te laten zien hoeveel energie je bespaart.”
GEDEGEN BUSINESS-CASE “Dankzij de virtualisatie hebben we een ruimte- en koelingsprobleem opgelost, èn een beheersprobleem, terwijl de wendbaarheid van de organisatie groter is geworden. Wanneer je alles verpakt in hardware, zit je vast. Bij virtualisatie daarentegen maak je met één druk op de knop een virtuele server.” Dat vereist echter wel oplettendheid bij de beheerders van die virtuele server: “Dit betekent wel dat voor ons levenscyclusbeheer van de virtuele servers heel belangrijk is. Op het moment dat je de servers creëert, moet je gelijk nadenken over hoe en wanneer je ze weer opruimt. Wanneer je dat niet doet laat je ze allemaal oneindig draaien, en heb je toch weer hardware nodig om ze te bedienen. Dus ongebreidelde groei van je virtuele serverpark heeft uiteindelijk toch een groei van je hardwarepark tot gevolg. Aandacht voor ‘decommissioning’ is dus essentieel.” De energiebesparingen die Pggm behaalde met virtualisatie, heeft haar wel op het spoor gezet van verdere maatregelen om IT groener te maken, bijvoorbeeld bij het gebruik van pc’s. “Veel pc’s staan wel aan, maar worden niet gebruikt. Tijdens vakanties en in de avonduren hadden we er al wel een rem opgezet, maar individueel gedrag blijkt toch moeilijk te sturen. Sommige mensen lieten de pc toch aanstaan om verschillende redenen. Maar dat kan natuurlijk veel efficiënter.” Het toepassen van virtualisatie bij de pc’s lag voor de hand. “Dat kost veel minder stroom. Een pc wordt pas geactiveerd als iemand wat begint te doen. Daardoor combineren we nu flexibiliteit en snelheid van installeren met lage energielasten. We raken niet alle pc’s kwijt, maar hebben straks wel 1.200 virtuele desktops. Daarmee gaan we op jaarbasis ongeveer duizend maal zeventig watt aan energielasten reduceren. Dat werkt veel beter dan tegen mensen zeggen dat ze hun pc moeten uitzetten als ze weggaan.” De thin-clients die op de werkplekken komen te staan, gebruiken zeer weinig energie, en beschikken over net voldoende capaciteit om het scherm van de virtuele pc te laten zien. Bovendien schakelen ze zichzelf uit. “Energie wordt volgens mij dé kostenfactor in een it-omgeving, zeker in het datacenter.” Virtualisatie vereist een gedegen businesscase: “Vanuit het business-perspectief zit
Energie besparen en duurzaamheid
ontstaan door wetgeving en bijzondere regelingen voor specifieke doelgroepen in het deelnemersbestand van de pensioenregeling. Van der Zwaag: “Wanneer we deze regelingen eruit licht, hebben we voor circa twintig groepen binnen die twee miljoen mensen uitzonderingen. De basispensioenregeling is op zichzelf vrij simpel. Maar een administrateur die sinds kort werkt bij een regionaal ziekenhuis,
27 FOCUS OP
hebben we de beschikking over een vrij uitgebreide informatievoorziening. Dat zou onmogelijk zijn zonder geautomatiseerde middelen,” aldus Hans van der Zwaag, directeur IT & Facilitaire Diensten bij Pggm. “In de loop der jaren is Pggm als administratief bedrijf fors gegroeid, en al vanaf de jaren zestig werken we al met computers vanwege de complexe administratie.” Omdat de administratie behoort tot de
je eigenlijk niet direct te wachten op technieken als virtualisatie. De IT gaat er niet sneller door lopen. En de business ziet niet de rekening terug van de terugverdienkosten door de lagere energierekening. In de collectieve besluitvorming is dat lastig. Wij hadden het voordeel in deze case dat de groei van de hoeveelheid apparatuur enorme kosten met zich ging meebrengen door uitbreiding van de ruimte, de koeling en het beheer. Zo beschikten we aan de it-kant over een stevige business-case.” De business is wel betrokken geweest bij het testen van de applicaties na de virtualisatie. Dat ging echter vrij snel, want de applicaties waren hetzelfde gebleven. Het ging er vooral om of ze
nog functioneerden in de nieuwe situatie. Daarnaast is communicatie een essentieel onderdeel geweest van het project. “Een heel groot voordeel is bovendien dat we nu een testomgeving kunnen creëren zonder extra hardware aan te schaffen. Dat was in het verleden wel nodig, wat lang duurde en extra investeringen met zich meebracht. Toen ik vertelde dat we in een paar dagen een volledig werkende testomgeving konden creëren, had ik alle informatiemanagers van de businessunit mee. Waar we ons op verkeken hebben is dat bij virtualisatie het ruimtebeslag op je opslag fors toeneemt, omdat je overal databestanden van maakt. Maar verder is dit proces zonder problemen verlopen.” •
ADVERTORIAL
Greening
the enterprise 2.0
Canon maakt duurzaamheid renderend Er is toenemende druk op bedrijven om duurzaam te produceren en te handelen. Maar Canon loopt al meer dan 20 jaar vooruit op de ontwikkelingen. Hoe vertel je dat? De Kyosei bedrijfsfilosofie van Canon grijpt in op alle activiteiten van de onderneming. Maar hoe overtuig je daar de buitenwacht van? Canon ziet ‘milieuzorg’ niet als probleem maar als morele verplichting. En als buitenkans. Maar hoe bewijs je dat?
Trampe: “Ik zal niet zeggen dat Kyosei een harde filosofie is. Maar er zitten wel harde elementen in. Bijvoorbeeld, Canon heeft de sinds jaren verkregen ISO 14001 milieucertificering zó georganiseerd, dat als er maar één vestiging bij een audit in de fout gaat, het certificaat voor de hele onderneming gevaar loopt. En reken maar dat wij die ene vestiging niet willen zijn. Zo stuurt Kyosei (nogmaals: overtuiging, herhalen, volhouden, geloof in eigen kunnen) al het handelen van de onderneming Canon. “Het is een ‘fact of life’ geworden,” zegt Trampe.
Van grondstof tot eindproduct: milieu centraal
Martin Trampe, Managing Director Canon Nederland
Martin Trampe, Managing Director van Canon Nederland, heeft zo zijn eigen antwoorden op deze vragen. “We stellen deze vragen intern natuurlijk ook”, zegt hij. Toen onze toenmalige CEO Ryuzaburo Kaku in 1988 de Kyosei filosofie introduceerde, wisten we ook niet direct wat we er mee aan moesten. Vergeet niet: dat was meer dan twintig jaar geleden. Systematische aandacht voor duurzaamheid kende men toen nog nauwelijks in het bedrijfsleven. Maar inmiddels weten we vrij nauwkeurig hoe we onderwerpen zoals milieuzorg en duurzaamheid onder de aandacht moeten brengen. Het is vooral een kwestie van overtuiging. Een kwestie van herhalen. Een kwestie van lang volhouden. En een kwestie van geloof in eigen kunnen.”
Op de website van Canon Nederland (www.canon.nl) is het aantal milieuparagrafen legio. Ze bestrijken het totale industriële traject, van grondstof tot eindproduct. Trampe schudt de voorbeelden zó uit zijn mouw. Aan de fysieke kant noemt hij de permanente aandacht voor recycling van grondstoffen, hergebruik van materialen, refurbishing en remanufacturing van apparaten. Als ontwikkelingsresultaten noemt hij het terugbrengen van het energieverbruik van apparaten in standby modus (van 690 Watt naar 3 Watt), het vereenvoudigen van dubbelzijdig printen en het waar mogelijk de applicaties op de apparatuur te laten draaien, zodat de netwerken minder belast worden. Eveneens in deze categorie: de grote aan-dacht voor remote service, of beter: e-Maintenance. Een derde van het uitstaande machinepark is daar nu voor geschikt; het technisch functioneren van de multifunctionele apparatuur wordt op afstand bewaakt. De machines melden zichzelf in geval van een storing en vaak is het zo dat de machine al een onderhoudsbeurt heeft gehad voor de klant zelfs maar gemerkt heeft dat het nodig was. Nuttig effect: een aanzienlijke besparing op autokilometers. De Service Engineer weet immers van tevoren welke
29 FOCUS OP
De Kyosei filosofie vormt de basis voor het gedrag en de cultuur van Canon. Zie: www.kyosei.nl. Aan de basis ligt de opvatting dat ook industriële, commerciële ondernemingen verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de wereld. ‘Samen leven en samen werken voor het algemeen belang’, is de betekenis. Kyosei geldt niet alleen binnen het bedrijf Canon, maar vormt ook het fundament onder de relaties die Canon zoekt met de omgeving. In het algemeen: met de maatschappij (of liever: maatschappijen, want in de meer dan tientallen landen waarin Canon actief is, zijn er grote maatschappelijke verschillen). Meer in het bijzonder: de relatie met de medewerkers en met de klant.
Energie besparen en duurzaamheid
Kyosei
ADVERTORIAL
Greening
FOCUS OP
30
Adel verplicht: Martin Trampe voorzitter van Stichting ICT~Milieu Als je het voortouw wilt nemen op het brede terrein van duurzaamheid en milieubewustzijn, moet je niet bang zijn dit uit te dragen in de directe omgeving waarin je functioneert. Martin Trampe doet dit als voorzitter van de Stichting ICT~Milieu. De Stichting ICT~Milieu is onderdeel van de brancheorganisatie ICT~Office. De Stichting behartigt de belangen van ca. 270 bedrijven in de sectoren IT, Telecom, en Kantoortechnologie. Zij treedt op als woordvoerder van de ICT-sector als het op het milieu aankomt. Zij heeft de dagelijkse leiding over het ICT-inzamelingsysteem, dat in 1999 is opgezet in antwoord op de toenemende milieu-eisen van overheid en samenleving. Een succes, blijkbaar, want waar aanvankelijk 75 bedrijven deelnamen, zijn het er nu meer dan 300. Martin Trampe: “In relatief korte tijd heeft de ICT-sector zich het onderwerp duurzaamheid eigen gemaakt. Voor zo’n omvangrijke sector, waarin de ontwikkelingen bovendien ongemeen snel gaan, vind ik dat een prestatie van formaat. Al blijft er voor de Stichting natuurlijk nog genoeg te doen.”
Werken aan jezelf Ji-kaku, Ji-chi en Ji-hatsu. Ofwel: Self Awareness, Self Management en Self Motivation. Ofwel: Zelfbewustzijn, Zelfmanagement en Zelfmotivatie.
onderdelen hij mee moet nemen en hoeft dus niet nodeloos heen en weer te rijden. Ook het industriële proces blijft niet onbesproken. De keuze voor celproductie als alternatief voor de lopende band is mede genomen met het oog op het energieverbruik. En tenslotte de organisatie: in geen kamer van het Canon gebouw in Hoofddorp blijft het licht nodeloos branden dankzij speciale stickers die de ‘bewoners’ erop wijzen het licht uit te doen bij het verlaten van een ruimte. Daarnaast zit meer dan 90% van het wagenpark van Canon Nederland onder de norm van 180 gram/kilometer uitstoot.
Ji-kaku: Bewustzijn van de situatie waarin je je bevindt van de rol die je daar in speelt.
Aan de basis: mentaliteit Martin Trampe geeft grif toe dat het tijd gekost heeft, maar nu durft hij dan ook wel met zekerheid te zeggen dat de mentaliteit bij Canon er één is die duurzaamheid en zorg voor de samenleving naar waarde schat. “We werken daar expliciet aan,” zegt hij, “en het is voor niemand bij Canon een vrijblijvende zaak. We hebben bijvoorbeeld wat we noemen ‘de drie Selfs’ gedragsregels en daar kun je van denken wat je wilt maar de medewerkers worden er wel op beoordeeld. Zij moeten er aan werken en de mate waarin zij dat doen vormt een relevant element in het jaarlijkse functioneringsgesprek. Dat wordt nu ook breed erkend in de organisatie en je merkt dat het een bindende factor is. Mensen werken graag bij Canon. Bij ons laatste tevredenheidsonderzoek onder de medewerkers gaf 93% aan dat zij zich sterk verbonden voelen met de doelstellingen van Canon. We hebben weinig verloop, weinig verzuim. En om nog een voorbeeld te noemen: we hebben hier bij Canon Nederland een programma opgezet waarin medewerkers één dag per jaar vrijwilligerswerk doen tijdens speciaal georganiseerde vrijwilligersdagen. Een groot deel van de medewerkers doet hieraan mee.”
En het rendeert “Aandacht voor de samenleving, aandacht voor duurzaamheid, aandacht voor het milieu – het rendeert,” stelt Martin Trampe. “De belangen van bedrijf en omgeving lopen echt parallel. Er zijn geweldige besparingen mogelijk op bijvoorbeeld energieverbruik; dat komt niet alleen ten goede aan een duurzamer samenleving, je ziet het ook terug op de energierekening. En dat is maar één voorbeeld. Het werkt door in alles. Een laag verloop onder medewerkers werkt ook door in het rendement van de onderneming; grotere betrokkenheid voor de maatschappij werkt door in betrokkenheid bij de onderneming.” “Men mag het van mij aannemen,” besluit Trampe: “Aandacht voor duurzaamheid en milieu rendeert.”
Energie besparen en duurzaamheid
Adel verplicht: Factor Twee voor CO2 Als je het voortouw wilt nemen op het brede terrein van duurzaamheid en milieubewustzijn, moet je niet bang zijn om de lat hoog te leggen. In het jaar 2000 heeft Canon het daarom op zich genomen om per 2010 de uitstoot van CO2 met een Factor Twee te verminderen (bij gelijkblijvende omzet). Een doelstelling die geldt voor alle facetten van de industriële organisatie die Canon is. Meetbaar en dus controleerbaar. Met jaarlijkse metingen aan de hand van kengetallen. Martin Trampe: “En in elk jaar sinds 2000 hebben we stappen in de goede richting kunnen aantonen. En elk jaar komt het doel van 2010 dichterbij.”
31 FOCUS OP
Energie besparen en duurzaamheid
the enterprise 2.0
Ji-chi: Verantwoordelijkheid nemen en voor al je acties aanspreekbaar zijn.
Canon: ruim 75 jaar Canon ging in 1933 in Japan van start als producent van fotocamera’s en beschikte al snel over een volledige productielijn. Later werd de onderneming gemoderniseerd en werd de basis gelegd voor de leidende positie, die Canon nu heeft, waar het gaat om camera’s voor consument en professional. Sinds 1968 heeft de onderneming een vestiging in Nederland, waar inmiddels ook het Europese logistieke hoofdkantoor is gevestigd. In de jaren zestig werden de eerste stappen gezet op het terrein van kantoormachines, met een eerste model copier in 1964. Sindsdien volgen scanners, printers, multifunctionals elkaar snel op. Canon is één van de weinige overgebleven producenten, die over de volle breedte van de IT-input en –output actief is.
Ji-hatsu: Initiatief nemen en pro-actief zijn bij alles wat je doet.
De op zichzelf eenvoudige leefregels zijn een direct uitvloeisel van de Kyosei bedrijfsfilosofie van Canon. Aan de individuele invulling ervan - die niet zo eenvoudig is - hecht de onderneming erg veel waarde; deze vormt dan ook een factor in de beoordeling van medewerkers.
Canon Nederland N.V. • Neptunusstraat 1 • 2132 JA Hoofddorp • Postbus 1500 • 2130 HA Hoofddorp T (023) 567 01 23 F (023) 567 01 24 W www.canon.nl
ADVERTORIAL
Greening
the enterprise 2.0
Energie besparen en duurzaamheid
Door de verandering van het klimaat en de stijgende energieprijzen staat ‘groene IT’ volop in de belangstelling. De snelle technologische ontwikkelingen in de ICT, met name op het gebied van de virtualisatie, maken het beter dan ooit mogelijk om juist nu ingrijpende verbeteringen door te voeren, die niet alleen leiden tot duurzaam ondernemen, maar ook nog eens veel geld besparen. En het einde van die ontwikkeling is nog lang niet in zicht.
FOCUS OP
32 van het ICT spectrum omvat, zoals applicaties, middleware, databases, infrastructuur, netwerken en security. “Het is eenvoudig om te zeggen dat een deelaspect als SAP of email op een bepaalde manier moet worden georganiseerd, maar die onderdelen zijn binnen de gemiddelde organisatie veelal geïntegreerd binnen het web van applicaties. In de huidige industrie zijn we nog niet zover dat we dat zomaar allemaal kunnen aanbieden, maar je ziet wel duidelijk de trend doorzetten dat klanten meer gebruik en efficiency willen vanuit hun investeringen en veelal niet willen weten hoe het werkt, maar wanneer het beschikbaar is en tegen welke prijs.
Eugène Tuijnman, directeur Benelux en Nordics van TDMi
De vraag naar groene IT wordt gestimuleerd en mogelijk gemaakt door een aantal duidelijke trends, die spelen op de ICT-markt. Volgens Eugène Tuijnman, directeur Benelux en Nordics van TDMi, is met name het doorzetten van utility computing een belangrijke ontwikkeling. Dat is nog lastiger dan het klinkt, maar de ontwikkelingen gaan snel. “Het is gecompliceerd, omdat het heel verschillende aspecten
En daarmee komen ze terecht op het gebied van virtualisatie en consolidatie, twee belangrijke factoren die ook essentieel zijn voor groene IT. Tuijnman: “Nog maar enkele jaren geleden kochten klanten voor alle toepassingen een andere server. En dat moest destijds ook wel, vanwege de stand van de technologie. Dat speelde qua technologie met name in de Intel-serveromgevingen en in de highend markt, veelal vanwege regelgeving. In deze situatie kwam verandering toen het mogelijk werd meerdere toepassingen onafhankelijk van elkaar op een server te laten werken, waarbij zowel de beschikbaarheid en schaalbaarheid kon worden gegarandeerd alsook de integriteit van een applicatie. Dankzij virtualisatie kon een server waarvan de capaciteit voorheen maar voor tien procent gebruikt werd, worden omgezet in een machine met vijf of zes virtuele servers. “Ik denk dat dit een belangrijke trendbreuk is geweest, een echte doorbraak in de technologie. Hardware die sporadisch gebruikt werd, kon nu alsnog rendabel worden gemaakt. Door deze doorbraak in technologie gingen bedrijven anders denken, omdat het mogelijk werd om anders te denken. Virtualisatie stelde bedrijven in de gelegenheid meer te consolideren, waarmee ze automatisch besparingen konden doorvoeren op hun energiegebruik, al dan niet bewust.”
Business case Daarmee is greening the IT een essentieel onderdeel geworden van elke business case. “Groene IT is in feite niets anders dan bewust omgaan met stroomgebruik en recycling van producten. Zowel afnemers als leveranciers zijn zich er de laatste tijd steeds meer bewust van geworden. De hogere energieprijs heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd, al moet ik daaraan toevoegen dat er nog steeds geen echt tekort is en 65 procent of meer van de energie prijs naar de belastingdienst gaat. Daarin zit, voorzichtig gesteld, een zekere mate van hypocrisie bij de overheid. Waarom het kwartje van Kok niet investeren in zonne-energie? Wedden dat de subsidiepot dan nog lang niet leeg was?” Een factor die voor de bewustwording belangrijker is dan de energieprijs, is volgens Tuijnman de verandering van het klimaat. “Als mens zijn we er allemaal mee bezig, en door de technologische mogelijkheden kunnen we er gelukkig ook anders mee omgaan.” Deze bewustwording heeft onder meer gevolgen voor de inrichting van datacenters. “Vroeger was het ’s zomers goed toeven in een koel datacenter als het buiten dertig graden was. Maar de apparatuur in dat datacenter doet het echt nog wel bij een tempratuur ver in de twintig graden, dus kun je de koeling ook op 23 graden zetten in plaats van zeventien graden. Datacenters zijn bovendien goed beveiligd en daarom vaak goed geïsoleerd. We koelen alleen zo sterk, omdat we het ‘gewend’ zijn. Maar de temperatuur verhogen van 17 naar 23 graden heeft geen negatief effect op de systemen en de beschikbaarheid, terwijl het wel enorme besparingen oplevert.” Volgens Tuijnman zijn zowel gebruikers als aanbieders steeds beter bezig met groene IT, maar is het einde van de ontwikkelingen nog lang niet in zicht. “Ik verwacht dat er nog veel meer innovatieve zaken komen waarmee we nog slimmer om kunnen gaan met technologie, om zo zowel de portemonnee als het milieu te sparen. Dat zou bijvoorbeeld waterkoeling kunnen zijn, dat weliswaar ooit is afgeschaft maar nu weer dankzij een cyclische trend in ontwikkeling is. Het scheelt enorm in de airconditioning, je hoeft het alleen maar op de waterleiding aan te sluiten.”
Besparing Die besparing op energie zal meer en meer een rol gaan spelen in de business case van ICT investeringen. “We werkten altijd met berekeningen om apparatuur te vervangen op basis van de return on investment (ROI). Daarin werden de stroomkosten veelal niet meegenomen omdat deze o.a. bij de facilitaire dienst lagen. Dat werd gewoon doorbelast en men was zich onvoldoende bewust van deze kosten. Tegenwoordig worden in een technology swap, het implementeren van nieuwe technologie, omdat het lonend is om nog niet afgeschreven systemen te vervangen, ook de energiekosten meegenomen. Dat is relatief nieuw voor de ICT afdeling maar het loont zich zeer zeker. Met de consolidatie en virtualisatie van bijvoorbeeld vijftig naar vijf servers kan gemakkelijk een bedrag van ongeveer tweeduizend euro
TDMi • Transistorstraat 167 • 1322 CN Almere • T (036) 880 02 22 W www.tdmi.nl
per maand aan stroomkosten bespaard worden, wat zowel voor het bedrijfsresultaat als het milieu interessant is. Ook bij de producenten van ICT apparatuur staan energiezuinige servers en recyclebare grondstoffen en componenten hoog op de agenda. “Alle onderdelen moeten afbreekbaar zijn. Dat worden standaarden. Ondernemingen nemen hun verantwoordelijkheid en verkopen duurzame en efficiënte apparatuur. Wanneer je er dan ook nog eens slim mee omgaat, levert dat nog veel meer voordelen op.” Volgens Tuijnman liggen de eenvoudigste besparingen voor de hand. “Maak in de eerste plaats een inventarisatie van wat je hebt. Een deskundige kan vervolgens beoordelen of het slimmer of efficiënter kan. Een vreemde ziet altijd meer dan degene die er middenin zit. “De tweede stap is een quick win-scan, om vervolgens te kijken naar een efficiënte financiële invulling zodat je je technology swap kunt doorvoeren. Dit alles staat of valt met de beschikbaarheid van de middelen, en het vermogen al dan niet de veranderingen door te voeren. Want het kost tijd, en heeft impact op de organisatie. De ideeën zijn er, de manier waarop het kan is niet zo moeilijk, maar je moet goed kijken naar je operationele mogelijkheden.”
TDMi is het moederbedrijf van de System Integrators SLTN en Comparex. TDMi is onderdeel van TDM Holdings N.V. en is voornamelijk actief in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. De omzet bedraagt bijna zeshonderd miljoen euro per jaar. TDMi is actief als system integrator in het midden- en high-end segment van de markt, van bedrijven vanaf vijftig geautomatiseerde werkplekken tot multinationals met enkele duizenden. SLTN en Comparex leveren infrastructurele toepassingen, met name in bedrijfskritische omgevingen, zoals het datacenter. Het aanbod is breed en omvat het meedenken over de benodigde architectuur, het vertalen van die architectuur in een project aanbieding en uiteindelijk veelal tot de implementatie met een resultaatsverplichting, bijvoorbeeld in de vorm van fixed price fixed time. Desgewenst kan zorg worden gedragen voor het beheer en de hosting, in eigen huis of op een door de klant te kiezen externe locatie. SLTN werkt primair met IBM-producten, de activiteiten van Comparex levert innovatieve, leverancier onafhankelijke oplossingen, met merken als IBM, HP, EMC, SUN en Netapp. Beide bedrijven werken echter wel nauw samen en er is sprake van één centrale services organisatie, zodat projecten kunnen worden uitgevoerd zonder dat de klant merkt dat hij met meerdere bedrijven te maken heeft. “Klanttevredenheid staat bij ons absoluut op nummer 1” aldus Tuijnman. “In deze kleine wereld is naast kennis, reputatie het enige wat telt.”
33 FOCUS OP
Doorbraak in technologie maakt groene IT voor alle bedrijven bereikbaar
Energie besparen en duurzaamheid
Besparen met virtualisatie
ADVERTORIAL
Greening
the enterprise 2.0
FOCUS OP
34
Esther van Olderen, account manager bij Pecoma Business Technology
Het energieverbruik door IT rijst de pan uit. Maar dat geldt evenzeer voor de besparingsmogelijkheden. Het gros van de bedrijven in Nederland is daar echter nog niet van doordrongen en doet zo zichzelf (en het milieu) onnodig tekort. Esther van Olderen, account manager bij Pecoma Business Technology uit Amsterdam vindt het opmerkelijk dat de directies van bedrijven energiebesparing niet hoger op hun prioriteitenlijstje zetten. Hetzelfde geldt voor de landelijke en lokale overheden. Zij beseffen evenmin dat het geld voor het oprapen ligt.
De conferentie ‘Greening The Enterprise’, die op 25 juni aanstaande in de Jaarbeurs van Utrecht wordt gehouden, laat zien dat de mogelijkheden tot energiebesparing enorm zijn. Met de gestegen energieprijzen leiden energiebesparende maatregelen niet alleen tot veel minder CO2-uitstoot, maar ook tot een sluitende business case: wie let op het klimaat, let op zijn portemonnee.Wat Esther van Olderen betreft, is de boodschap glashelder. “We merken dat steeds meer bedrijven onze Energie Optimalisatie Scan aanvragen. Sterker nog, een makkelijkere manier om veel geld te verdienen en tegelijk het milieu een goede dienst te bewijzen, is er bijna niet. Maar je moet er wel iets voor doen.”
Het faillissement van datacenters Vorige maand verscheen tijdens het Green Enterprise Computing Symposium in Orlando Florida een rapport van McKinsey & Co. Daarin stond te lezen dat datacenters over tien jaar meer kooldioxide
veroorzaken dan het wereldwijde luchtvaartverkeer. Bij het ontwerp van datacenters zou het energieverbruik slechts een ondergeschikte rol spelen. Koeling en de flexibiliteit om het datacenter uit te breiden worden belangrijker geacht. Het onderzoek laat tevens zien dat gemiddeld slechts zes procent van de capaciteit van de server wordt gebruikt. Ongeveer dertig procent van de servers is ‘dood’, wat zoveel betekent dat het gebruik nooit boven de drie procent van de beschikbare capaciteit komt. Als datacenters bedrijven zouden zijn, waren ze al lang failliet geweest. Een belangrijke oorzaak is volgens het rapport te wijten aan de kloof tussen enerzijds de IT-afdeling die de technische eisen bepaalt en anderzijds de CFO die de energierekening betaalt. Het merendeel van de IT-inkopers is zich nog niet bewust van de energieproblemen. Vandaar dat het rapport bedrijven adviseert om een ‘energie-tsaar’ aan te stellen die aan de CIO rapporteert en de efficiency van het datacenter probeert te maximaliseren. In wezen introduceert Pecoma met de energiescan een variant op de energie-tsaar, meent van Olderen. “Met de scan kunnen bedrijven precies zien waar het energieverbruik te hoog is en besparingen mogelijk zijn. Naast het bedrijfsleven kan ook de overheid er haar voordeel mee doen en zo een signaal afgeven dat ze haar eigen milieumaatregelen zelf ook serieus neemt.
in het realiseren van hun doelstellingen. Uit onze ervaring met klanten weten we dat besparingen van veertig procent en meer niet ongewoon zijn.”
Besparingen bij de overheid
Twee vliegen
De energiebelasting, extra belasting op verpakkingen, een heffing op vliegtickets, het is maar een greep. De overheid lijkt vastbesloten om het belastingstelsel verder te vergroenen. Maar wat doet die overheid eigenlijk zelf aan energiebesparing? Van Olderen: Bij de belastingdienst bijvoorbeeld staan datacenters met misschien wel meer dan 2.500 servers. Gezamenlijk verbruiken ze net zoveel energie als jaarlijks 2.000 huishoudens. Ik durf te stellen dat een besparing van 30 procent haalbaar is. Dat staat gelijk aan 875 ton CO2-uitstoot, ofwel 44.000 bomen.” Voor de account manager is af en toe moeilijk te vatten waarom bedrijven zich niet massaal op deze ‘groene goudmijn’ storten. “Soms vraag ik me af wat er nodig is om overheid en bedrijven te laten zien dat het geld bijna niet makkelijker te verdienen is.”
Om zelf bij te dragen aan een betere leefwereld biedt Pecoma de scan kosteloos aan. “Wel vragen we een symbolische bijdrage van 1.000 euro.” Dat bedrag komt geheel ten goede aan het Ben & Jerry’s Climate Change College. Dit is een initiatief van de Nederlandse poolreiziger Marc Cornelissen, het Wereld Natuur Fonds en ijsfabrikant Ben & Jerry’s. De inmiddels derde lichting klimaatambassadeurs bestaat uit een selecte groep jong volwassenen (18-30 jaar), afkomstig uit acht Europese landen. Het doel van de opleiding is om deze groep betrokken jonge mensen te inspireren en te helpen om in eigen land bedrijfsgerichte oplossingen voor klimaatverandering te ontwikkelen. Van Olderen: “Voor die minimale investering slaan bedrijven twee vliegen in een klap. Niet alleen dragen ze bij aan het verder ontwikkelen van initiatieven om het milieu te ontlasten, ze sparen ook hun eigen portemonnee. Dus geef eens één goede reden om het niet te doen. Aanmelden kan via de website www.redbomenmetict.nl.”
Bij verschillende gemeenten lijkt de knop gelukkig om. Zo heeft gemeente Amsterdam een ambitieuze doelstelling om in 2015 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie te zijn, en in 2025 in geheel Amsterdam een reductie van de uitstoot van CO2 met 40% te realiseren ten opzichte van de uitstoot in 1990. “We hebben momenteel afspraken gepland staan met verschillende gemeenten om alle bedrijven in die betreffende regio’s onze energiescan aan te bieden. Met deze scan kunnen de bedrijven met eigen ogen zien hoeveel ze kunnen besparen op hun IT-energiekosten. Zo helpen we mee
Wat Pecoma zelf doet voor het milieu Uiteraard heeft Pecoma de energiescan ook intern uitgevoerd. Met als resultaat dat de organisatie (met 150 werkplekken) zeker 2.500 bomen kan redden en bijna 20.000 euro aan energiekosten bespaart op jaarbasis. Eén van de eerste acties is de vervanging van desktops door energiezuinige laptops. Alle medewerkers van Pecoma zijn nu in het bezit van een energiezuinige laptop, wat al gauw een besparing oplevert van 8 500 euro per jaar. Daarnaast is een groot deel van de serveromgeving gevirtualiseerd. Ook zijn er maatregelen genomen op het gebied van papier en printerverbruik. Van het werken met FSC papier tot dubbelzijdig printen en de invoering van digitale loonstroken.
35 FOCUS OP
Energie besparen en duurzaamheid
Het ‘groene geld’ ligt voor het oprapen
Energie besparen en duurzaamheid
‘Energie Optimalisatie Scan’ toont enorme besparingsmogelijkheden
PECOMA BUSINESS TECHNOLOGY • H.J.E. Wenckebachweg 200 • Postbus 94148 • 1090 GC Amsterdam • T (020) 460 9609 • F (020) 460 9610 • E
[email protected] • I www.pecoma.nl • Friesestraatweg 211c • Postbus 70151 • 9704 AD Groningen • T (050) 520 1888 • F (050) 520 1890
ADVERTORIAL
Greening
the enterprise 2.0
Ricoh: Duurzame producten duurzaam gebruiken
“Binnen een organisatie die maatschappelijk verantwoord onderneemt, initiëren en ontwikkelen leiders interne standaarden, normen en richtlijnen en scheppen zij voorwaarden voor een goede interne en externe communicatie hiervan.” -Michel De Bosschere, CEO Ricoh Nederland/België
De circa 40.000 klanten van Ricoh in de Benelux produceren naar schatting tien miljard
Ricoh Nederland ook mee met de klant, in het besef dat de milieukwaliteiten van
Energie besparen en duurzaamheid
producten pas zin hebben, als ze tot uiting komen in het gebruik. “We ondersteunen de klant,” vertelt Monique Jansen. “We zorgen er voor dat de machines op de juiste manier worden ingesteld. We rekenen voor hoe er energie kan worden bespaard. Een voorbeeld vormen de centraal voor een afdeling opgestelde multifunctionele machines als alternatief voor desktop printers; de energiebesparing kan daarbij behoorlijk oplopen. Een ander voorbeeld is dubbelzijdig printen. Dat gebeurt nog steeds veel minder dan zou kunnen. Ricoh ontwerpt de machines zó, dat duplex printen allereenvoudigst is, maar toch willen wij van Ricoh Nederland nog wel een extra duwtje in de rug geven.” Monique Jansen heeft als Environmental Manager het begrip duurzaamheid bij Ricoh Nederland onder haar hoede. Zij zorgt er met haar collega’s voor dat de ISO certificaten 9000 (kwaliteit), 14001 (milieu) en 27001 (informatiebeveiliging) behouden blijven. Zij bewaakt de milieulabels, zoals Energy Star en Blue Label voor machines en FSC (Forest Stewardship Council) voor printerpapier.
FOCUS OP
36
Een breed aandachtsveld Ricoh stelt, nationaal en internationaal, vergaande doelen om de invloed van de bedrijfsvoering op mens, milieu en samenleving te optimaliseren. De managementsystemen die daarbij worden gehanteerd (EFQM, ECSF), worden door haar geïntegreerd, zodat er jaar na jaar controleerbaar verbeteringen kunnen worden aangebracht. “Het aandachtsveld is de laatste jaren erg veel breder geworden,” stelt zij tevreden vast. Toen ik zeven jaar geleden als milieukundige bij Ricoh begon was dat puur alleen als Milieucoördinator, nu heet ik Environmental Manager. Destijds hadden we een Stuurgroep Milieu; nu hebben we een kernteam Duurzaam Ondernemen. De aandacht wordt nu vooral gericht door begrippen zoals
Monique Jansen, Environmental manager Ricoh Nederland
“Als je het goed doet, levert duurzaam ondernemen meer op dan het kost, zeker op de lange termijn.”
MVO: Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen In het Duurzaamheidsverslag 2006 wordt het letterwoord MVO gehanteerd als ‘staande term’. Kennelijk wordt van iedereen die Ricoh kent, aangenomen dat men weet dat de drie letters staan voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het verslag geeft een overzicht van alle MVO activiteiten van Ricoh Nederland. Het is in te zien, aan te vragen en te downloaden via www.ricoh.nl/milieu. Het boekjaar van Ricoh Nederland loopt van 1 april tot 31 maart. Het Duurzaamheidsverslag 2007 komt uit in de komende zomermaanden.
duurzaamheid, waarbij dit begrip dan weer valt binnen business excellence. ‘Groen’ is in dit alles nog steeds een belangrijke factor, maar niet de enige. Veiligheid en gezondheid horen er ook onder en ook indirecte milieufactoren van onze bedrijfsvoering, zoals het energieverbruik bij onze klanten. En dan ondersteunen we als bedrijf en als personeel organisaties zoals War Child, Child Focus en de Landelijke Stichting tegen Zinloos Geweld. We hebben een project Afghanistan. Dat hoort er allemaal bij. Ik bedoel: dat hoort allemaal onder de noemer MVO.” Aandacht voor duurzame producten De inspanningen van Ricoh Nederland passen wonderwel in het beleid van Ricoh als internationaal geheel. De in 1936 opgerichte multinational heeft al in de jaren tachtig van de vorige eeuw, geheel in lijn met het in die jaren in Japan gestalte krijgend besef dat ondernemingen een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van omgeving waarin zij opereren, de eerste stappen gezet naar een betere verstandhouding tussen bedrijf en omgeving. Dit heeft sindsdien geleid tot producten die in de gehele bestaanscyclus blijk geven van aandacht voor de omgeving. Vanaf het ontwerp, waarin de aanzetten worden gegeven voor verminderd energie- en grondstoffenverbruik, tot en met de ontmanteling, die gericht is op hergebruik, hoe dan ook, van materialen. Met daartussen systematische aandacht voor wat ‘re-marketing’ wordt genoemd, maar wat er in feite op neerkomt dat voor teruggenomen Ricoh-apparatuur een tweede, volwaardige gebruiksfase wordt gecreëerd. Aandacht voor duurzaam gebruik Zelfs binnen de wereldwijde Ricoh-organisatie loopt het nieuwe Ricoh Nederland voorop in het managen van op duurzaamheid gericht gebruik van haar producten. Monique Jansen: “Klanten krijgen van Ricoh Nederland méér dan een apparaat. Zij krijgen toegang tot concepten, niet alleen op het vlak van kostenbeheersing en productiviteit, maar ook op het vlak van duurzaamheid. Eén van onze sterke punten is transparantie. Als hij dat wil krijgt de klant alle informatie die hij wil. Onze websites zijn daar op ingericht, maar als er toch nog zorgen blijven bestaan over bijvoorbeeld de uitstoot van ozon, dan gaan we er persoonlijk op uit om die zorgen weg te nemen. Environmental Management betekent voor ons ook, dat we de kwaliteitsmanagers en milieucoördinatoren van onze klanten moeten ondersteunen in hun werk.”
Geltechnologie: Ricoh’s eigen antwoord Eind 2006 introduceerde Ricoh de Geltechnologie voor printers en multifunctionele kantoormachines (MFP’s). Vooral bedoeld als alternatief voor de relatief trage en in het gebruik nogal dure inkjet printers, maar ook met succes toegepast als vervanging van de lasertechnologie in multifunctionele printers/copiers.
Het geheim zit in een (zeer) snel drogende gel als vervanger van ‘natte’ inkt. Ook zonder energieintensief droogproces maakt deze gel zonder vertraging tweezijdig afdrukken mogelijk. Daarbij kunnen voor inkjet onmogelijke snelheden worden bereikt die concurrerend zijn met de lasertechnologie. Hoezeer de geltechnologie doorwerkt in de energiewaarden van printers en dergelijke moge blijken uit de volgende cijfers: Waar een inkjet printer al gauw 1000W vraagt, kan een Ricoh Gel(S)printer toe met 60W. Waar een doorsnee laser based MFP 450W vergt, neemt een Ricoh Gel MFP genoegen met 250W.
De in de Benelux overbekende merknaam Nashuatec is per 15 mei van dit jaar vervangen door de naam Ricoh, de naam van de moedermaatschappij. De naamverandering past in de internationale strategie van Ricoh om één wereldwijde merknaam te voeren. Samen met Nashuatec functioneren Rex-Rotary en Ricoh Nederland nu onder één managementstructuur en naam: Ricoh. In de kern draait het nieuwe Ricoh om het beste van twee werelden. De cultuur en gedrevenheid van Nashuatec, waar het beste van Rex-Rotary – als onderwijsspecialist – en Ricoh Nederland – als sterke distributiepartner – zijn toegevoegd, plus de kracht en de financiële betrouwbaarheid van het wereldwijde mark Ricoh. Michel De Bosschere, CEO Ricoh Nederland/België, hierover: “We blijven innoveren met onze klanten in het zoeken naar oplossingen die passen bij onze opvattingen over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.”
Ricoh • Utopialaan 25 • 5232 CD ‘s-Hertogenbosch • Postbus 93150 • 5203 MB ‘s-Hertogenbosch T (073) 645 11 11 W www.ricoh.nl
Energie besparen en duurzaamheid
duurzaamheid en milieu. Dat doet Ricoh dan ook. En waar dat nodig is, denkt
37 FOCUS OP
prints en kopieën. Zeker de moeite waard om over na te denken in termen van
ADVERTORIAL
Greening
the enterprise 2.0
Dankzij videoconferencing wordt op reistijd en –kosten bespaard, dan ook nog het milieu te bevoordelen. “Natuurlijk hebben we hier een prachtige studio, waarin we aan een ovale vergadertafel tegenover een aantal prachtige schermen kunnen gaan zitten voor een vergadering met collega’s, waar ook ter wereld. Zie het maar als paradepaardje. Maar de essentie is de dagelijkse communicatie tussen mensen die elkaar even nodig hebben.” Teunissen weer: “Als ik thuis in Den Helder zit te werken kan ik op mijn laptop zien wie er online is. Met hen kan ik een open videoverbinding aanhouden. Ik kan echt met hen overleggen, alsof zij tegenover me zitten.”
Energie besparen en duurzaamheid
De doorbraak naar deze vorm van videocommunicatie is te danken aan twee factoren. De eerste is geweest: IP, en dus: bandbreedte. TANDBERG hanteert het idee van Beeld over IP, zoals de rest van de wereld spreekt van Voice over IP. De tweede doorbraakfactor ligt in wat Swart noemt ‘de rij zwarte doosjes’, die TANDBERG ontwikkelt en produceert. Routers, switches enzovoorts. Naast geavanceerde End Point apparatuur schuilt in die zwarte doosjes de reden waarom TANDBERG marktleider kon worden in 60 landen. Swart: “Softwarematig heeft TANDBERG gekozen voor een Outlookachtige aanpak. Je hoeft als gebruiker niet meer tot je beschikking te hebben dan een goede kwaliteit laptop en het gebruiken van videocommunicatie is ook niet moeilijker dan het verzenden van een e-mailbericht. Binnen de ‘community’ waarin je functioneert, kan bij wijze van spreken een kind de was doen.”
FOCUS OP
38
Erik Swart, Country Manager Nederland en Nico Teunissen, Product Support Manager
Videocommunicatie als IT-onderwerp
“We zijn een internationaal bedrijf, dus we zitten veel in het vliegtuig. Maar wel veel minder dan wanneer we het zonder onze eigen communicatiemiddelen hadden moeten doen.” Erik Swart is Country Manager Nederland, één van de 60 landen waarin TANDBERG marktleider op het gebied van videocommunicatie, actief is. Zijn collega Nico Teunissen, Product Support Manager, vult aan: “En denk bij videocommunicatie alsjeblieft niet alleen aan intercontinentale conferenties en zo. Ik bespaar in mijn dagelijks werk wekelijks honderden autokilometers, simpel en alleen omdat ik via mijn laptop met mijn collega’s kan overleggen alsof ze tegenover me zitten.” Met zijn team van 12 medewerkers maakt Erik Swart letterlijk ‘voorbeeldig’ gebruik van de TANDBERG technologie voor videocommunicatie. Alle twaalf mederwerkers werken formeel in Amsterdam, maar zij doen dat grotendeels vanuit, bijvoorbeeld Kampen, Deventer en ’s-Hertogenbosch. Zij reizen alleen als het nodig is en hebben telewerken tot standaard verheven. Swart: “Natuurlijk blijven persoonlijke contacten essentieel. Onze technologie is ondersteunend en aanvullend, maar vervangt het directe contact niet. Videocommunicatie werkt het best tussen mensen die elkaar kennen. We nemen, ook internationaal, dan ook extra maatregelen om het onderlinge contact te versterken. Ieder kwartaal komen we als team bijeen. Twee keer per jaar is er een
internationale bijeenkomst. Dat lijkt veel, maar het voorkomt allerlei individuele reizen, die kunnen worden vervangen door videocommunicatie. En wat blijkt dan? De communicatie als zodanig wordt niet minder persoonlijk, maar méér. We kennen elkaar en we communiceren frequenter en beter.”
Een nieuwe generatie technologie De ontwikkelingen in videocommunicatie zijn al een kleine dertig jaar oud. ‘Beeldtelefonie’ was destijds nog de term. Volgens Swart en Teunissen is de markt een beetje blijven steken in de ideeën van toen. Teunissen: “Men denkt nog te veel aan moeizaam opgezette videoconferenties. Dat is al lang niet meer de essentie.” En Swart:
De relatie tussen communicatie en IT is met het laatste gelegd. “Draagvlak in de IT-wereld is belangrijk voor ons,” stelt Swart vast. “IT heeft al een belangrijke rol bij de beslissing over videocommunicatie, maar die rol wordt cruciaal bij de implementatie. Ik kan heel goed beargumenteren dat de beslissing over de invoering van videocommunicatie eerst en vooral een managementbeslissing is. HR is daarbij belangrijk. De gedachten over telewerken bijvoorbeeld. Maar ook marketing en sales kunnen hun inbreng hebben. Maar uiteindelijk moet IT het geheel faciliteren. Het zijn IT-netwerken die we benutten.
Waar het op neer komt Videocommunicatie gaat de wereld veranderen. Erik Swart is er vast van overtuigd. “In de vroegste science fiction wordt het al als heel gewoon gepresenteerd dat mensen elkaar kunnen zien als zij met elkaar praten. Lichaamstaal en gebarentaal zijn nu eenmaal niet te vervangen door spraak en tekst. De telefoon is beperkt. De e-mail is beperkt. De combinatie van spraak, tekst en beeld is wezenlijk voor de communicatie. Dit verklaart dat noch de telefoon, noch de e-mail significante effecten heeft gehad op bijvoorbeeld het reisgedrag van mensen. Videocommunicatie zal dat wel hebben. Het zal een geweldig positief effect hebben op thuiswerken en telewerken. Dat bewijzen we zelf. En het zal snel gaan. We groeien in Nederland nu al drie jaar achtereen meer dan 100% per jaar, en we verwachten dat dit voorlopig zo zal blijven. En waarom ook niet? Want laten we
nuchter zijn: als je met videocommunicatie kunt voorkomen dat je een paar uur in de file of een halve dag in het vliegtuig zit, dan doe je dat toch? Je reist toch (meestal) niet voor je plezier?” “Ik voor mij,” besluit hij, “zie videocommunicatie als de ideale manier om zowel jezelf, als je bedrijf en dan ook nog het milieu in gelijke mate te bevoordelen.”
TANDBERG is een Noors bedrijf dat in 1932 van start ging in de audiotechnologie. Onder meer hadden de TANDBERG taperecorders ook in Nederland een goede, tamelijk exclusieve naam. De onderneming is nog steeds actief op dit terrein, maar de snelst groeiende divisie is nu toch wel de divisie die richt op videocommunicatie. Laat in de jaren tachtig van de vorige eeuw van start gegaan. Met een eerste product in 1992. Inmiddels groot in de VS en marktleider in de EMEA-landen. Met in de afgelopen jaren wereldwijd een groeipercentage van 40 tot 50% en in Nederland de afgelopen drie jaar een groei van meer dan 100%. TANDBERG stelt zich op als producent van de voor videocommunicatie essentiële componenten, hardware en software. Maar zoals elk modern productiebedrijf legt TANDBERG zich toe op ontwerp en ontwikkeling en besteedt het de feitelijke productie uit aan in Noorwegen opererende toeleveranciers. In 1998 werd deze omslag gemaakt van een traditioneel productiebedrijf naar een hedendaags, gespecialiseerd en voornamelijk kennisintensieve onderneming. Deze omslag verklaart nu niet alleen de relatief beperkte omvang van de divisie (wereldwijd 1400 medewerkers) maar ook de zeer hoge R&D uitgaven, die liggen rond de 30% van de omzet. Voor de distributie van TANDBERG videocommunicatie zoekt de onderneming samenwerking met zowel regionaal als wereldwijd opererende ondernemingen. In Nederland valt het exclusieve contract met KPN op. Wereldwijd is er samenwerking met ondernemingen zoals AT&T, BT, Dimension Data, HP en Talk & Vision. Dat de relaties niet altijd even eenduidig zijn, moge bijvoorbeeld blijken uit het feit dat HP niet alleen afnemer is van TANDBERG, maar ook concurrent.
www.berekengroen.com
TANDBERG • Kruislaan 402 • 1098 SM Amsterdam • T (020) 888 49 62 E
[email protected] W www.tandberg.nl
Energie besparen en duurzaamheid
Efficiënt, innovatief en (milieu)kostenbesparend
waardoor het de ideale manier is om zowel jezelf, als het bedrijf en
39 FOCUS OP
TANDBERG Videocommunicatie:
Hoe groen is uw IT? Onze Green IT-Scorecard geeft meetbare antwoorden.
Hoe kunt u: • de energie efficiëntie van uw IT verhogen? • door inzet van IT uw organisatie duurzamer maken? • IT laten bijdragen aan het MVO jaarverslag? • En tegelijkertijd op basis van praktische adviezen het financiële rendement van uw organisatie verbeteren. Met onze aanpak neemt u de juiste beslissingen:
We know where IT is heading, and we’ll help you get there.
Gartner Research laat u zien welke stappen u kunt nemen om duurzamer met IT om te gaan. Met de Green IT-Scorecard bepaalt u hoe groen uw IT op dit moment is en waar u kunt verbeteren. Onze consultants helpen u met het ontwikkelen van een maatschappelijk verantwoorde en economische IT strategie. Wilt u meer weten? Bel Jeroen Kleinhoven op 020-3144129 of stuur een e-mail aan
[email protected]
Gartner helpt organisaties bij het nemen van onderbouwde beslissingen op het gebied van ICT met behulp van Gartner Research, Gartner Executive Programs, Gartner Consulting en Gartner Events.
© 2008 Gartner, Inc. and/or its affiliates. All rights reserved. Gartner is a registered trademark of Gartner, Inc. or its affiliates. For more information, e-mail
[email protected] or visit gartner.com. Produced by Gartner Corporate Marketing