Consulent landbouw en economie
Functiebenaming/graad en functionele loopbaan Consulent, B1-B3.
Doel van de functie
U bent verantwoordelijk voor het uitvoeren van beleidsvoorbereidende –en ondersteunende taken en opdrachten m.b.t. het stedelijk land- en tuinbouwbeleid en het beleid inzake bevordering en ondersteuning van het lokaal bedrijfsleven
Daarnaast bent u tevens verantwoordelijk voor het coördineren, (laten) uitvoeren en (bij)sturen van diverse opdrachten, activiteiten binnen deze beleidsdomeinen.
Plaats in de organisatie Rapporteert aan het diensthoofd economie.
Resultaatsgebieden 1. U bent verantwoordelijk voor het uitvoeren van beleidsvoorbereidende en beleidsondersteunende taken en opdrachten. Dat houdt onder meer in:
Deelnemen aan beleidsvoorbereidend overleg, door het aanbrengen van (nieuwe) ideeën, het signaleren van evoluties in deze sector, het geven van adviezen m.b.t. deze materie, enzovoort; Voorbereiden van beleids- en begrotingsvoorstellen op basis van onderzoekswerk (documentatie- en gegevensverzameling, lectuur, studie(dagen), vorming,…);
(Op)volgen van de landbouw en onderneming gerelateerde beleid van de stad in relatie tot het ruimtelijk beleid, natuuren bosbeleid, toerisme en recreatie,… …
2. U staat in voor een kwalitatieve en adequate uitwerking van diverse opdrachten, projecten, initiatieven, enzovoort, ter ondersteuning van de land- en tuinbouwsector en het land- en tuinbouwbeleid van de stad Roeselare. Dat houdt onder meer in:
Plannen, coördineren en uitvoeren van: de landbouwenquêtes; het vergunningenbeleid t.a.v. de agrarische sector (Vlarem, vogelschrikkanonnen, grondwater,…); initiatieven voor de selectieve inzameling van land- en tuinbouwbedrijfsafval; de communicatieplannen omtrent dieren- en plantenziekten (blauwtong, MKZ,…) naar de sector en het ruime publiek; …
Informeren en/of sensibiliseren van: land- en tuinbouwers inzake verkeersveiligheid (dimensie van landbouwvoertuigen, specifieke problemen m.b.t. vervoer naar de veiling, modder op de weg tijdens plant-, zaai- en oogstcampagnes,…); houders van hobbydieren inzake wetgeving, richtlijnen, enzovoort; landbouwers en overheden over ongediertebestrijding; …
Stimuleren, conceptualiseren, ondersteunen en opvolgen van educatieve projecten gericht naar het ruime publiek en scholen (bv. Educatief Centrum);
Mee coördineren en opvolgen van de werking van het ‘Huis van de voeding’;
…
3. Helpen organiseren, ondersteunen en/of opvolgen van allerhande (bedrijfseconomische) projecten, activiteiten, evenementen of festiviteiten, waaronder bvb. beurzen in het kader van het project Groeikans, Horeca Awards Vlaanderen, een nieuwe Roeselaarse bedrijvengids, project ‘Actie voor starters’, tot stand brengen van een bedrijventerreinmanagement, enzovoort. Dat houdt onder meer in:
Mee helpen creëren/uitwerken van een succesvol concept;
Financieel begroten van de manifestatie;
Ondersteuning bieden bij de praktische uitwerking van het concept in samenwerking met de betrokkenen;
Bijwonen of zelf organiseren van vergaderingen;
Contacten leggen en onderhouden met de betrokkenen,
(Laten) organiseren van receptie(s), persmoment(en) enz. (catering, reservatie lokalen, uitnodigingen enz.),
…
4. Advies geven aangaande de materie die tot uw bevoegdheid behoort. U doet dit op structurele en op ad hoc - basis. Dat houdt onder meer in:
uw diensthoofd, het departementshoofd, de directeur, de stadssecretaris, de bevoegde schepen, de departementsraad, het managementteam, het college van burgemeester en schepenen en/of uw collega’s op inhoudelijk vlak adviseren zowel vanuit een korte- als langetermijnperspectief;
complexe dossiers/projecten opvolgen en/of behandelen en instaan voor de communicatie met de belanghebbenden;
hiervoor telkens de vraag (laten) onderzoeken, waar nodig zorgen voor een voorstel, met inbegrip van de praktische implicaties, eventueel overlegvergaderingen organiseren met belanghebbenden en betrokkenen, waar nodig het voorstel bespreken in overlegorganen;
de evoluties binnen uw expertisegebied volgen (technisch/ reglementair/inhoudelijk). Ervoor zorgen dat de eventuele
veranderingen in werkwijzen/procedures/reglementeringen/ beleidsbeslissingen enz. in praktische implicaties omgezet worden, en hierover communiceren;
uw expertise ten dienste stellen van en verder ontwikkelen bij wie er behoefte, nut en belang aan heeft, zodat de goede werking van de dienst Landbouw gegarandeerd blijft en dit ook in het geval van veranderende situaties en behoeften;
…
5. Onderhouden van goede contacten met diverse interne en externe betrokken partijen (groendienst, landbouworganisaties, agrarische onderwijs- en onderzoeksinstellingen, agrovoedingscluster, officiële instanties en overheden met landbouwbevoegdheden, educatief centrum, Unizo, Voka, WVI, dienst ruimtelijke planning, vzw BTM Roeselare, enz.), om een goede informatiedoorstroming te verzekeren en bij te dragen tot het verwerven en behouden van een professioneel imago van het stadsbestuur. Dat houdt onder meer in:
Deelnemen aan overleg met voormelde betrokkenen (vertegenwoordigen van het stadsbestuur);
Organiseren en/of bijwonen van vergaderingen (plaatselijk, regionaal, provinciaal of nationaal);
Overleg plegen en/of contacten onderhouden met o.a. bovenvernoemde betrokken partijen;
Opbouwen en onderhouden van relatienetwerken;
Waar nodig het beleid van het stadsbestuur toelichten;
Zoeken naar de beste manier om informatie te laten doorstromen;
Op een systematische manier nadenken over en bewaken van de externe communicatie inzake land- en tuinbouw: Sector: informeren van de landbouwers via de website; Intern: kwalitatief informeren van de burger inzake landen tuinbouw; Extern: toerisme imago buiten de stad.
…
6. U staat in voor het verzorgen en opvolgen van diverse (administratieve) taken en opdrachten.
…
Functiedoelstellingen Vaktechnische doelstellingen ▪ Professionele toepassing van:
Relevante wet- en regelgeving;
…
▪ Basistoepassing van:
Functie en werking van gemeentelijke diensten;
Gangbare pc- en softwareprogramma’s (Word, Access, Excel, Powerpoint, enz.);
…
▪ Kennis van de organisatie en de huisstijl.
COMPETENTIEPROFIEL WAARDEGEBONDEN COMPETENTIES ▪ VOORTDUREND VERBETEREN (niveau 3) Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van het departement, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen.
III. Leert over andere vakgebieden, methodes en technieken en werkt actief mee aan het verbeteren van de werking van de entiteit -
Heeft belangstelling voor 'aanverwante' onderwerpen om zijn kennis te verruimen. Benut informatie die afkomstig is uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren. Onderkent de impact van nieuwe processen, technieken en methodes in andere vakgebieden op de eigen werking. Stuurt de eigen werking proactief bij naar gelang van wijzigingen op het niveau van de ploeg/dienst/sectie/organisatie. Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen.
▪ KLANTGERICHTHEID (niveau 3) Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de rechtmatige behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren.
III. Onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren -
-
Gaat kritisch na op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan worden verbeterd. Onderzoekt gericht (via systematisch onderzoek) de wensen, behoeften en verwachtingen van klanten (tevredenheidsenquêtes, mondelinge enquêtes,..). Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te verbeteren. Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten. Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om in de praktijk.
-
Onderneemt acties om de dienstverlening aan specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun beperkingen en behoeften (bv. handicap, allochtonen …).
▪ SAMENWERKEN (niveau 3) (eventueel dienstoverschrijdend) Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van de ploeg/dienst/sectie/organisatie, ook als dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is.
III. Stimuleert de samenwerking binnen de eigen ploeg/dienst/sectie/organisatie, werkgroepen of projectgroepen -
Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren. Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen. Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen. Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben. Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor de verscheidenheid van mensen. Geeft opbouwende kritiek en feedback. Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden.
▪ BETROUWBAARHEID (niveau 2) Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels en van sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg,…). Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid opnemen.
II. Brengt sociale en ethische normen in de praktijk -
Neemt de verantwoordelijkheid op zich voor zijn eigen handelen (past geen ‘paraplupolitiek’ toe). Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau. Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen. Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan. Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid. Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken.
INTERPERSOONLIJK GEDRAG ▪ OVERTUIGINGSKRACHT (niveau 3) Instemming verkrijgen voor een mening, aanpak of visie door goed onderbouwde argumenten te gebruiken, door dialoog en overleg aan te gaan, door autoriteit (bevoegdheid en deskundigheid) gepast aan te wenden en door gepaste strategieën uit te bouwen.
III. Hanteert aangepaste beïnvloedingsstrategieën -
-
Trekt tijd uit om in te gaan op signalen van weerstand ook al betreft het inhoudelijke details. Legt voorafgaandelijk contacten met anderen om problemen te kunnen detecteren en om tot afspraken te komen. Vergroot de impact van zijn boodschap door een gepaste communicatiemix te gebruiken (bv. beeldmateriaal gebruiken, interactieve momenten inlassen). Weet tegenargumenten om te buigen en aan te wenden in de eigen argumentatie. Denkt (vooraf) aan de impact die de eigen argumentatie kan hebben op anderen. Durft hiervoor een speciale, ongewone actie te gebruiken.
OMGAAN MET INFORMATIE ▪ NAUWGEZETHEID (niveau 2) Taken nauwgezet en met zin voor detail volbrengen. Gepast omgaan met materialen.
II. Levert met oog voor detail correct werk af -
Voert repetitieve administratieve of technische taken foutloos uit. Vult documenten en formulieren correct en zorgvuldig in. Blijft aandachtig bij routineuze taken. Controleert het eigen werk. Merkt fouten en onnauwkeurigheden in de beschikbare informatie op, met het oog op het aanbrengen van correcties.
▪ VISIE (CONCEPTUEEL DENKEN) (niveau 2) De dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken van op een afstand, ze in een ruimere context en langetermijnperspectief plaatsen.
II. Betrekt bredere (maatschappelijke, technische,…) factoren bij zijn aanpak -
Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en de eigen functie/job/takenpakket of domein.
-
Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn. Denkt kritisch en zelfstandig. Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatie- of beleidscontext Heeft voeling met wat er in de toekomst kan worden gevraagd.
PROBLEEMOPLOSSEND GEDRAG ▪ RESULTAATGERICHTHEID (niveau 3) Het ondernemen van concrete en gerichte acties met het oog op het behalen of overstijgen van doelstellingen.
III. Werkt resultaatgericht en draagt dat uit naar de eigen omgeving -
Formuleert uitdagende doelstellingen die een impact hebben op de werking van anderen of van de ploeg/dienst/sectie/organisatie. Ontwikkelt een doelgericht en concreet actieplan met doelen, mensen, middelen, timing enzovoort. Maakt concrete afspraken met alle betrokkenen om de gestelde doelstellingen te bereiken. Communiceert op regelmatige basis over de stand van zaken aan de andere betrokkenen. Spreekt anderen aan op het bereiken van de doelstellingen als dat nodig blijkt
BEHEERSMATIG GEDRAG ▪ ORGANISEREN (niveau 2) De benodigde acties, tijd en middelen aangeven en die elementen coördineren om de doelstellingen te bereiken conform de planning.
II. Coördineert acties, tijd en middelen -
Splitst een opdracht adequaat op in deelopdrachten en gaat stapsgewijs en goed doordacht te werk. Organiseert zich op zodanige wijze dat hij een overzicht kan bewaren. Houdt bij het opmaken van een planning op realistische wijze rekening met de beschikbare middelen. Zet schaarse middelen (mensen, instrumenten,…) zo in dat ze optimaal worden benut. Is resultaatgericht in zijn actieplannen en doelstellingen (bv. werkt met duidelijke doelen en timing). Voorziet voor een omvangrijkere opdracht in een actieplan met benodigde budgetten, middelen, mensen en informatie.