Constructie van de variabele ‘Etnische afkomst’ Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een ‘allochtoon’. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek uit met welke variabelen en hoe we rekening hebben gehouden ter constructie van de variabelen rond etnische afkomst.
A. Mogelijke definities van allochtonen Letterlijk: 'van buitenlandse afkomst'. Brede definitie allochtoon = kind is geboren in buitenland of één van de ouders of grootouders is geboren in het buitenland.
Enkele voorbeelden: In het Minderhedendecreet inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van de etnisch-culturele minderheden rekent men tot deze groep het geheel van de allochtonen, de vluchtelingen, de woonwagenbewoners en de niet tot hiervoor genoemde groepen behorende vreemdelingen die zich in België bevinden zonder wettig verblijfsstatuut en die wegens hun noodsituatie opvang of bijstand vragen. (art.1,4°) De allochtonen worden omschreven als personen die zich legaal in België bevinden, ongeacht of zij de Belgische nationaliteit hebben en aan de volgende voorwaarden voldoen : • minstens één van hun ouders of grootouders is geboren buiten België ; • zij bevinden zich in een achterstandspositie vanwege hun etnische afkomst en hun zwakke sociaal-economische situatie. (zie art. 2, 1°) De dienst Emancipatiezaken van de Vlaamse Gemeenschap beschouwt als 'allochtoon': • Iedereen die een vreemde nationaliteit heeft • Iedereen met Belgische nationaliteit die ofwel zelf in het buitenland geboren is, ofwel minstens één ouder of grootouder heeft die in het buitenland geboren werd en die zichzelf in het kader van de vrijwillige registratie als van andere dan Belgische afkomst opgeeft. Hierbij kan eventueel een opsplitsing gemaakt worden tussen wie tot de 'doelgroep' allochtonen behoort (in principe met achterstandspositie) en wie niet. Bij grote aantallen kan men namelijk een onderscheid maken tussen wélke afkomst de respondenten opgeven. Kind en gezin: nationaliteit bij geboorte van de moeder is niet Belgisch. Provinciaal Integratiecentrum West-Vlaanderen: allochtoon = aanduiding voor persoon, die nietautochtoon is. In onderzoek wordt die term op drie verschillende manieren gedefinieerd: 1. persoon die in België woont, die of niet in België geboren is, of ten minste één ouder heeft die niet in België is geboren. Dit is een ruime definitie. 2. persoon, die in België woont, die of niet in België geboren is of in België geboren is maar (ook) niet de Belgische nationaliteit bezit. 3. persoon, die in België woont die (ook) niet de Belgische nationaliteit bezit. In het alledaags gebruik wordt met ‘allochtoon’ diegene bedoeld, die op grond van uiterlijke kenmerken herkenbaar is als niet-West-Europeaan. Dat betekent dat het voor een persoon met die uiterlijke kenmerken het onmogelijk wordt om als Belg of autochtoon aanzien te worden door de gemeenschap.
De definitie van allochtoon gehanteerd door de stad Gent verschilt van de definitie uit het Minderheden-decreet. Voor de stad Gent is een allochtoon “een persoon die afkomstig is uit een land buiten de Europese Unie waar het gemiddeld bruto-jaarinkomen minder dan 3718 euro bedraagt” (Stad Gent 2000b:15).
B. Etnische afkomst in het SiBO-onderzoek
In het SiBO-onderzoek hebben we de meeste gegevens (respons) omtrent de nationaliteit bij geboorte of het geboorteland van het kind. We hebben van de totale steekproef leerlingen (K3GroepLarge + L1GroepLarge) de volgende gegevens: Nationaliteit bij geboorte van het kind Gekend: 6044 (=80,14%) Niet gekend: 1432 Geboorteland van het kind: Gekend: 6110 (=81,01%) Niet gekend: 1498 Maar gezien in de meeste definities van allochtoon (ook) naar het geboorteland van de ouders (en zelfs grootouders) gekeken wordt, baseren wij ons om de etnische afkomst te bepalen ook op de ouders. We kiezen ook om niet enkel het geboorteland te nemen, maar ook (en vooral) de nationaliteit bij geboorte van ouders (soms zelfs gecombineerd met geboorteland grootouders). Dit omdat kinderen anders kinderen van Belgische ouders die in het buitenland geboren zijn (vb. door kort verblijf daar of adoptie) ook allochtonen zouden zijn. Terwijl kinderen van ouders die wel in België geboren zijn maar nog steeds een buitenlandse nationaliteit hebben (vb. tweede generatie migranten) geen allochtonen zouden zijn.
De variabele ‘etnische afkomst’ werd geconstrueerd in drie stappen, die elk op zich variabelen opleveren die bruikbaar zijn voor analyses. Elk van deze variabelen zijn te vinden in de tabel ‘LeerlingSesGok’.
1. Autochtoon/allochtoon Op basis van de nationaliteit bij geboorte van beide ouders1 werd bekeken of het kind uit een allochtoon, autochtoon of gemengd gezin komt. Deze gegevens staan in de tabel ‘LeerlingSesGok’ onder de variabele ‘AutAlloch’.
1
Gebaseerd op: Tratsaert, K. (1994). Over herkomst en achterstand. Migrantenbeleid: een proeve tot operationalisering. Leuven: HIVA.
1 = Allochtoon 2 = Gemengd 3 = Autochtoon Regels bij de constructie: • Indien de nationaliteit bij geboorte van beide ouders niet Belgisch is, krijgen het kind het label ‘allochtoon’ (score 1). • Indien de nationaliteit bij geboorte van één van de ouders niet de Belgische is, krijgt het kind het label ‘gemengd’ (score 2). • Indien de nationaliteit bij geboorte van beide ouders Belgisch is, krijgt het kind score 3 (‘Autochtoon’). • Bij deze regels geldt één uitzondering: indien de grootouders beiden geboren Belgen zijn en de huidige nationaliteit van de ouder in kwestie is ook Belgisch, dan wordt deze ouder als Belg beschouwd. Van alle leerlingen die ooit in onze steekproef zaten (K3GroepLarge + L1GroepLarge, N= 7542) hebben we de volgende gegevens omtrent etnische afkomst: Allochtoon: 678 Gemengd: 452 Autochtoon: 3439 Totaal: 4569 (= 60,58%) Niet gekend: 2973 (= 39,42%) Deze cijfers zijn absolute minimumgegevens, gezien de oudervragenlijst in februari werd afgenomen en sommige leerlingen dan nog niet/niet meer in een SiBO-school zaten en de gegevens aldus aan hen niet werden opgevraagd. Ook dienen we rekening te houden met ongeveer 10% uitval omwille van de non-respons op de oudervragenlijst. Bij analyses op een subgroep zullen de percentages van gekende afkomst dus hoger liggen. (vb. Van de K3GroepSmall is de etnische afkomst van 4552 leerlingen op een totaal van 6073, zijnde 74,95%, gekend. Van de L1GroepSmall is de etnische afkomst van 3706 leerlingen op een totaal van 5932, zijnde 62,47%, gekend.)
2. Herkomstregio Voor elke leerling waarbij we in stap 1 de nationaliteit konden bepalen, wordt in deze stap de variabele ‘herkomstregio’ gespecificeerd. Indien men tot de gemengde categorie behoort, heeft men bijgevolg twee herkomstregio’s, gescheiden door een +teken en in deze volgorde: • • • • • • •
BEL : België WEUR : West-Europa, VS, Canada, Australië OEUR : Oost-Europa m.i.v. Rusland/Sovjetunie/GOS MAGHREB : Marokko, Tunesië, Algerije TUR : Turkije AFR : Afrika MIDOOST: Midden Oosten
• • •
LATAM: Latijns-Amerika (Midden- en Zuid-Amerika) AZIE: Azië ANDERE
Van alle leerlingen die ooit in onze steekproef zaten (K3GroepLarge + L1GroepLarge) hebben we de volgende gegevens omtrent de herkomstregio: BEL 3439 BEL + WEUR 213 BEL + TUR 46 BEL + MAGHREB 54 WEUR 78 OEUR 79 TUR 222 MAGHREB 180 AFR 47 Overig gekend: 211 Totaal gekend: 4569 (= 60,58%) Niet gekend: 2973 (= 39,42%)
3. Etnische afkomst
De informatie uit de twee vorige variabelen werd gereduceerd tot één cijfer op de variabele ‘EtnischeAfkomst’. Bepaalde herkomstregio’s worden gegroepeerd. Indien de leerling uit een gemengd of allochtoon gezin komt met ouders uit een verschillende (overkoepelende) regio, krijgt deze leerling een dubbel cijfer, met het laagste eerst (34 is dus het hoogst mogelijke cijfer). De rangorde van de cijfers is gebaseerd op het onderzoek van Schryvers e.a.2 (2002) die stelden dat de Belgische leerlingen het best presteren op rekenen en begrijpend lezen, in dalende lijn gevolgd door West-Europese, Zuid-Europese, Marokkaanse en Turkse leerlingen. 1 = Maghreb + Turkije 2 = Niet West-Europese land (m.u.v. Maghreb-landen en Turkije) 3 = West-Europese land (m.i.v. VS, Canada en Australië) dat niet België is 4 = België Voorbeeld van dubbel cijfer: 13 = allochtoon gezin met één ouder uit een Maghreb-land of Turkije en één ouder uit een WestEuropees land dat niet België is 24 = gemengd gezin met één ouder uit een Niet-West-Europees land en één ouder uit België
2
Schryvers, E., Lagrou, L. & Van de Velde, V. (2002). Evaluatieonderzoek van het onderwijsbeleid ten aanzien van etnische minderheden in het lager onderwijs. Deelrapport effectmeting. Leuven: HIVA.
Bij de analyses voor het eerste leerjaar en de schoolrapporten L13 zijn de volgende regels bij de dubbele cijfers gebruikt: • Bij een gemengd autochtoon-allochtoon gezin, krijgt men de score die één hoger ligt dan de score die de allochtone ouder zou krijgen. vb. BEL-TUR = 2, BEL-WEUR = 4. • Bij een dubbel allochtoon gezin, krijgt men de hoogste score die één van de allochtone ouders zou krijgen. vb. TUR-AFR = 2, WEUR-MAGHREB = 3. Maar gezien met deze berekening een BEL-TUR gezin dezelfde score zou krijgen als een TUR-AFR gezin, zijn misschien andere berekeningswijzen aan te bevelen.
4. Nationaliteit bij geboorte van het kind Indien men de etnische afkomst aan de hand van de nationaliteit bij geboorte van het kind zelf wil bepalen, heeft men iets meer kans op een ‘hit’. We hebben van de totale steekproef leerlingen (K3GroepLarge + L1GroepLarge) de volgende gegevens: Nationaliteit bij geboorte van het kind Gekend: 6044 (=80,14%) Niet gekend: 1432 Geboorteland van het kind: Gekend: 6110 (=81,01%) Niet gekend: 1498
3
Verachtert, P., Verhaeghe, J. P., Onghena, P., Van Petegem, P., & Van Damme, J. (2005). Longitudinaal Onderzoek in het Basisonderwijs. Beginsituatie en Leerresultaten in het Eerste Leerjaar [LOA-rapport 38]. Leuven: Steunpunt LOA, cel SiBO.