MANUEL DE L'UTILISATEUR GEBRUIKERSHANDLEIDING
CONSIGNES DE SECURITE - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
FAIRE FONCTIONNER LE GROUPE ELECTROGENE SUR UNE SURFACE HORIZONTALE. DE L'ESSENCE PEUT SE RENVERSER LORSQUE LE GROUPE ELECTROGENE EST INCLINE NE PAS LAISSER S'APPROCHER DU GROUPE ELECTROGENE LES ENFANTS ET LES ANIMAUX LORSQU'IL EST EN FONCTIONNEMENT. HET STROOMAGGREGAAT SLECHTS OP EEN HORIZONTALE OPPERVLAKTE GEBRUIKEN. MEN ZOU BENZINE KUNNEN VERLIEZEN INDIEN HET AGGREGAATOP EEN HELLENDE OPPERVLAKTE STAAT. KINDEREN EVENALS DIEREN OP EEN AFSTAND HOUDEN WANNEER HET AGGREGAAT IN WERKING IS.
NE PAS OUVRIR OU TRAVAILLER SUR LE GROUPE ELECTROGENE SANS AUPARAVANT CONSULTER LE MANUEL D'UTILISATION. SI CE MANUEL N'EST PAS ASSIMILE A 100%, CONSULTER VOTRE REVENDEUR OFFICIEL. NIET OPENEN OF WERKEN AAN DE STROOMAGGREGAAT ZONDER EERDER RAADPLEGEN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING. ALS DIT HANDLEIDING NIET 100% DUIDELIJK IS, CONTACT OPNEMEN MET EEN ERKENDE DEALER. AVANT D'UTILISER CE GROUPE ELECTROGENE, VEUILLEZ LIRE ET ASSIMILER LE CONTENU DE CE MANUEL. A DEFAUT, VOUS VOUS EXPOSERIEZ A DES RISQUES DE BLESSURES ET L'EQUIPEMENT POURRAIT ETRE ENDOMMAGE. VOOR DIT STROOMAGGREGAAT IN GEBRUIK TE NEMEN GELIEVE MEN DE INHOUD VAN DIT HANDBOEK MET AANDACHT TE LEZEN EN TE BEGRIJPEN. NE PAS FAIRE FONCTIONNER LE GROUPE ELECTROGENE DANS UN LOCAL CLOS, LES GAZ D'ECHAPPEMENT CONTIENNENT DU MONOXYDE DE CARBONE, UN GAZ INODORE ET MORTEL. VEILLER A ASSURER UNE BONNE VENTILATION. LAAT DE MOTOR NIET LOPEND IN EEN AFGESLOTEN RUIMTE, DE UITLAATGASSEN BEVATTEN KOOLMONOXIDE, EEN DODELIJK REUKLOOS GAS. ZORG VOOR VOLDOENDE VENTILATIE. L'ESSENCE EST UNE SUBSTANCE EXTREMEMENT INFLAMMABLE QUI PEUT EXPLOSER DANS CERTAINES CONDITIONS. FAIRE LE PLEIN DANS UN ENDROIT BIEN AERE AVEC LE MOTEUR ARRETE. NE PAS FUMER PENDANT LA MANIPULATION DU CARBURANT OU APPROCHER DES FLAMMES VIVES, ETINCELLES ... PRES DU GROUPE ELECTROGENE. SI DE L'ESSENCE S'EST REPANDUE, DEPLACER LA MACHINE ET ATTENDRE L'EVAPORATION COMPLETE ET LA DISSIPATION DES VAPEURS AVANT DE DEMARRER LE MOTEUR. BENZINE IS EEN UITERST LICHT ONTVLAMBARE STOF DAT ONDER BEPAALDE OMSTANDIGHEDEN ONTPLOFFEN KAN. DE BENZINE VULLEN IN EEN RUIMTE WAAR VOLDOENDE VENTILATIE IS. NOOIT HET BRANDSTOFTANK OPENEN WANNEER DE MOTOR DRAAIT OF NOG WARM IS. NIET ROKEN TIJDENS HET WERKEN MET BENZINE OF VLAMMEN IN DE BUURT VAN HET AGGREGAAT BRENGEN. MOCHT ER BENZINE ZIJN GEMORST, DE MACHINE VERPLAATSEN, WACHTEN TOTDAT DE BENZINE VOLKOMEN VERDAMT IS EN DE DAMPEN VERDWENEN ZIJN VOOR DE MOTOR OPNIEUW OP TE STARTEN.
NE PAS FAIRE FONCTIONNER LE GROUPE ELECTROGENE SOUS LA PLUIE OU SOUS LA NEIGE, LE PROTEGER DE TOUTES FORMES D'HUMIDITE. NOOIT DE MACHINE IN WERKING STELLEN IN DE REGEN OF IN DE SNEEUW. ZORG DAT HET STROOMAGGREGAAT NIET NAT WORDT. UN GROUPE ELECTROGENE REPRESENTE UN DANGER POTENTIEL D'ELECTROCUTION LORSQU'IL N'EST PAS UTILISE CORRECTEMENT. NE PAS LE MANIPULER AVEC LES MAINS MOUILLEES. EEN STROOMAGGREGAAT VORMT EEN POTENCIEEL GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE WANNEER HET NIET NAAR BEHOREN WORDT GEBRUIKT. NOOIT DE MACHINE GEBRUIKEN MET NATTE HANDEN. UTILISER DE L'ESSENCE SANS PLOMB, CELLE-CI LAISSE MOINS DE DEPOTS DANS LE MOTEUR ET SUR LA BOUGIE ET PROLONGE LA DUREE DE SERVICE DU SYSTEME D'ECHAPPEMENT. GEBRUIK LOODVRIJ BENZINE. BIJ GEBRUIK MET LOODVRIJ BENZINE BLIJFT ER MINDER AANSLAG ACHTER IN DE MOTOR EN OP DE BOUGIE EN GAAT HET UITLAATSYSTEEM LANGER MEE.
CONSIGNES DE SECURITE - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LE RACCORDEMENT A UNE LIGNE SECTEUR D'UN BATIMENT POUR ASSURER UNE ALIMENTATION DE SECOURS DOIT TOUJOURS ETRE EFFECTUE PAR UN ELECTRICIEN QUALIFIE ET ETRE CONFORME AUX LOIS ET CODES ELECTRIQUES EN VIGUEUR. DES RACCORDEMENTS MAL EXECUTES POURRAIENT ENTRAINER UN RETOUR DE COURANT ELECTRIQUE GENERE PAR LE GROUPE DANS LE RESEAU PUBLIC POUVANT PROVOQUER L'ELECTROCUTION DE TOUTE PERSONNE TRAVAILLANT SUR LE RESEAU. DE PLUS LE GROUPE RISQUE D'EXPLOSER, DE BRULER OU DE PROVOQUER DES DEBUTS D'INCENDIE DANS LE CIRCUIT ELECTRIQUE DU BATIMENT LORS DU RETABLISSEMENT DU COURANT SUR LE RESEAU. L'EQUIPEMENT ELECTRIQUE Y COMPRIS LES CABLES ET LES PRISES DOIT ETRE SANS DEFAUT. DE AANSLUITING OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN EEN GEBOUW ALS HULPVOEDINGSLIJN MOET ALTIJD DOOR EEN ERKENDE ELEKTRICIEN VERRICHT WORDEN OVEREENKOMSTIG DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. FOUTIEVE AANSLUITINGEN KUNNEN LIJDEN TOT EEN VERLIESSTROOM VANUIT HET STROOMAGGREGAAT NAAR HET NET. DEZE VERLIESSTROOM KAN AANLEIDING GEVEN TOT ELEKTRISCHE SCHOKKEN BIJ BEDIENING VAN TOESTELLEN DIE OP HET NET AANGESLOTEN ZIJN. EVENEENS KAN HET STROOMAGGREGAAT EXPLODEREN, IN BRAND VLIEGEN OF BRAND VEROORZAKEN IN HET NET. DE AANGESLOTEN APPARATUUR INCLUSIEF DE VERLENGSNOEREN MOGEN GEEN GEBREKEN VERTONEN.
NE PAS TOUCHER AUX PIECES EN ROTATION ET AU POT D'ECHAPPEMENT LORSQUE LE GROUPE ELECTROGENE EST EN FONCTIONNEMENT. LE POT D'ECHAPPEMENT RESTE CHAUD APRES L'ARRET DU MOTEUR. CERTAINES PARTIES DU MOTEUR A COMBUSTION INTERNE SONT CHAUDES ET PEUVENT ENTRAINER DES BRULURES. BIEN OBSERVER LES AVERTISSEMENTS SUR LE GROUPE ELECTROGENE. RAAK DE ROTERENDE DELEN, DE UITLAAT EN DE BOUGIEKABEL NIET AAN ALS HET STROOMAGGREGAAT IN GEBRUIK IS. ENKELE DELEN VAN DE VERBRANDINGSMOTOR WORDEN HEET EN KUNNEN VERBRANDINGEN VEROORZAKEN. NEEM DE WAARSCHUWINGEN OP HET STROOMAGGREGAAT IN ACHT.
ZONE SENSIBLE. GARDER UNE DISTANCE DE SECURITE. GEVAARLIJK GEBIED. HOUD AANGEWEZEN AFSTAND.
AUTOCOLLANTS "CONSIGNES DE SECURITE" STICKERS "VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN" Votre groupe électrogène doit être utilisé avec prudence. Dans ce but, des étiquettes destinées à vous rappeler les principales précautions d'utilisation ont été placées sur l'appareil sous forme de pictogrammes. Leurs significations vous a été données pages 2-3. Gebruik uw stroomaggregaat met de nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw machine voorzien van een aantal afbeeldingen welke u door middel van pictogrammen wijzen op de belangrijkste gebruiksrisico's. Hun betekenis is bladz. 2-3 weergegeven.
DESCRIPTION GENERALE - ALGEMENE BESCHRIJVING
AUTOCOLLANT NIVEAU DE PUISSANCE ACOUSTIQUE GELUIDSVERMOGENSNIVEAU STICKER
NUMERO DE SERIE / SERIENUMMER
DESCRIPTION GENERALE - ALGEMENE BESCHRIJVING
BOUCHON DE RESERVOIR / TANKAFSLUITER LEVIER DE STARTER / HENDEL V/D CHOKE CONTACTEUR MOTEUR / MOTORSCHAKELAAR COUVERCLE DE MAINTENANCE / SERVICELUIK
PRISES DE COURANT ALTERNATIF MONOPHASE 230 V - 16 A / KONTAKTDOZEN 230 V - 16 A MISE A LA TERRE / MASSA AANSLUITING
ROBINET D'ESSENCE / BENZINE KRAANTJE
POIGNEE DE STARTER/ HANDGREEP STARTKOORD
ORIFICE D'ECHAPPEMENT / UITGAAN VAN UITLAAT
DESCRIPTION GENERALE / ALGEMENE BESCHRIJVING
VERIFICATIONS AVANT UTILISATION - KONTROLES VOOR GEBRUIK ATTENTION / LET OP Pour réaliser cette série de vérifications, placer le groupe électrogène sur une surface stable et horizontale, le moteur à l'arrêt. Veillez à ne pas toucher les parties métalliques chaudes du moteur lors des vérifications. Voor het uitvoeren van deze serie kontroles, moet men het aggregaat op een stabiele en horizontale oppervlakte plaatsen, de motor afzetten. Oppassen dat men niet aan de warme metalen delen v/d motor komt tijdens de kontroles.
VERIFICATION DU NIVEAU D'HUILE / KONTROLE VAN HET OLIEPEIL Enlever le couvercle de maintenance à l'aide d'un tournevis. Vérifier le niveau d'huile en introduisant la jauge dans l'embout de remplissage sans la visser. Si le niveau est insuffisant (bas de la jauge), faire l'appoint avec l'huile préconisée jusqu'au haut du col de remplissage. Verwijder de serviceluik met het behulp van een schroevedraaier. Steek de peilstok in de olievulbuis zonder de peilstok aan te draaien. Als het peil te laag is (onder het einde van de peilstok), het niveau bijvullen met de aanbevolen olie tot aan de hals van het reservoir.
ATTENTION - LET OP Faire tourner le moteur avec une quantité d'huile insuffisante peut gravement l'endommager. / De motor laten draaien met een onvoldoende hoeveelheid olie kan hem ernstig beschadigen. Le système de sécurité d'huile est prévu pour éviter au moteur tout risque de dommage causé par un manque d'huile. Dès que le niveau d'huile atteint une limite de sécurité, le système de sécurité d'huile arrête automatiquement le moteur. Dans ce cas, le moteur ne démarrera pas tant que le complément d'huile ne sera pas fait. Het olieniveau bewakingssysteem is ontworpen om beschadigingen aan de motor door gebrek aan olie te voorkomen. Zodra het oliepeil het veiligheidspeil bereikt, zet het olieniveau bewakingssysteem de motor stop. In dit geval zal de motor niet meer kunnen starten indien de olie niet bijgevuld wordt.
VERIFICATIONS AVANT UTILISATION - KONTROLES VOOR GEBRUIK 2. VERIFICATION DU NIVEAU D'ESSENCE - KONTROLE VAN HET BENZINEPEIL Utiliser de l'essence sans plomb, celle-ci laisse moins de dépôts dans le moteur et sur la bougie et prolonge la durée de service du système d'échappement. Ne pas trop remplir le réservoir. Après avoir fait le plein, vérifier que le bouchon du réservoir est serré correctement et à fond. Ne pas laisser de carburant à la portée des enfants. Ne jamais utiliser de mélange huile-essence, de carburant souillé ou trop vieux. Veiller à ne pas laisser pénétrer de saletés ou de l'eau dans le réservoir. Gebruik loodvrij benzine. Bij gebruik met loodvrije benzine blijft er minder aanslag achter in de motor en op de bougie en gaat het uitlaatsysteem langer mee. De tank niet te vol vullen. Controleer na het bijvullen of de dop van de brandstoftank goed en stevig aangedraaid is. Houdt brandstof uit de buurt van kinderen. Nooit een melange olie-benzine of vervuilde of te oude brandstof gebruiken. Erop letten dat er geen vuil of water in de tank kan komen.
NIVEAU MAXIMUM MAXIMUM NIVEAU
ATTENTION - WAARSCHUWING L'ESSENCE EST UNE SUBSTANCE EXTREMEMENT INFLAMMABLE QUI PEUT EXPLOSER DANS CERTAINES CONDITIONS. FAIRE LE PLEIN DANS UN ENDROIT BIEN AERE AVEC LE MOTEUR ARRETE. NE PAS FUMER PENDANT LA MANIPULATION DU CARBURANT OU APPROCHER DES FLAMMES VIVES, ETINCELLES ... PRES DU GROUPE ELECTROGENE. SI DE L'ESSENCE S'EST REPANDUE, DEPLACER LA MACHINE ET ATTENDRE L'EVAPORATION COMPLETE ET LA DISSIPATION DES VAPEURS AVANT DE DEMARRER LE MOTEUR. NE PAS DEPASSER LE NIVEAU MAXIMUM DE REMPLISSAGE. APRES LE PLEIN VERIFIER QUE LE BOUCHON DE RESERVOIR EST CORRECTEMENT SERRE. NE PAS LAISSER DE CARBURANT A LA PORTEE DES ENFANTS. BENZINE IS EEN UITERST LICHT ONTVLAMBARE STOF DAT ONDER BEPAALDE OMSTANDIGHEDEN ONTPLOFFEN KAN. DE BENZINE VULLEN IN EEN RUIMTE WAAR VOLDOENDE VENTILATIE IS EN ZET DE MOTOR AF. NOOIT HET BRANDSTOFTANK OPENEN WANNEER DE MOTOR DRAAIT OF NOG WARM IS. NIET ROKEN TIJDENS HET WERKEN MET BENZINE OF VLAMMEN IN DE BUURT VAN HET AGGREGAAT BRENGEN. MOCHT ER BENZINE ZIJN GEMORST, DE MACHINE VERPLAATSEN, WACHTEN TOTDAT DE BENZINE VOLKOMEN VERDAMT IS EN DE DAMPEN VERDWENEN ZIJN VOOR DE MOTOR OPNIEUW OP TE STARTEN. DE TANK NIET DE VOL VULLEN (GEEN BRANDSTOF BOVEN DE MAXIMUM NIVEAU). CONTROLEER NA HET BIJVULLEN OF DE DOP VAN DE BRANDSTOFTANK GOED EN STEVIG AANGEDRAAID IS. HOUDT BRANDSTOF UIT DE BUURT VAN KINDEREN.
VERIFICATIONS AVANT UTILISATION - KONTROLES VOOR GEBRUIK CARBURANTS OXYGENES - GEOXYGENEERDE BRANDSTOFFEN
Certaines essences conventionnelles sont mélangées à de l'alcool ou un composé d'éther. Elles sont collectivement appelées carburants oxygénés. Si l'on utilise un carburant oxygéné, s'assurer qu'il est sans plomb et possède l'indice d'octane minimum spécifié (86). Les pourcentages de composants oxygénés sont les suivants : > ETHANOL (alcool éthylique ou alcool de grain) on peut utiliser une essence contenant jusqu'à 10% d'éthanol en volume. > MTBE (éther méthyl-tertiobutylique) on peut utiliser une essence contenant jusqu'à 15% de MTBE en volume. > METHANOL (alcool méthylique ou alcool de bois) on peut utiliser une essence contenant jusqu'à 5% de méthanol en volume à condition qu'elle contienne également des cosolvants et des inhibiteurs de corrosion pour protéger le système d'alimentation en carburant. Une essence contenant plus de 5% de méthanol en volume peut provoquer des démarrage et de performances. Elle peut aussi endommager les pièces métalliques, les pièces en caoutchouc, les pièces en plastique du système d'alimentation en carburant. Sommige conventionele benzines worden gemengd met alcohol of mengsels op etherbasis. Zulke benzinesoorten worden vaak aangeduid als geoxygeneerde brandstoffen. Als u een geoxygeneerde brandstof gebruikt, controleer dan of deze loodvrij is minimale octaanwaarde heeft (86). Hierna ziet u de goedgekeurde percentages aan de geoxygeneerde vloeistoffen : > ETHANOL (ethyl of graanalcohol), kunt u een benzine gebruiken die maximaal 10 volumeprocent ethanol bevat. > MTBE (methyltertiair-butylether), kunt u een benzine gebruiken die maximaal 15 volumeprocent MTBE bevat. > METHANOL (methyl of houtalcohol), kunt u een benzine gebruiken die maximaal 5 volumeprocent bevat, alshieraan tenminste verdunners en corrosieremmers zijn toegevoegd ter bescherming van het brandstofsysteem. Als benzine meer dan 5 volumeprocent methanol bevat, kan dit leiden tot start- en prestatieproblemen. Er kan dan ook schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van uw brandstofsysteem.
NOTE - LET OP Les dommages du système d'alimentation en carburant ou les problèmes de performance résultant de l'utilisation d'un carburant oxygéné avec des pourcentages de composants oxygénés supérieurs à ceux ci-dessus ne sont pas couverts par la garantie du distributeur. Schade aan het brandstofsysteem of prestatieproblemen door het gebruik van een oxygeneerde brandstof met een hoger percentage aan geoxygeneerde vloiestoffen dan hierboven vermeld, wordt niet gedekt door de dealer garantie.
3. VERIFICATION DU FILTRE A AIR - KONTROLE VAN HET LUCHTFILTER Vérifier si les éléments constitutifs du filtre à air sont propres et en bon état. Nettoyer et/ou remplacer ces éléments si nécessaire. Enlever le couvercle de maintenance à l'aide d'un tournevis. Enlever le couvercle de filtre à air à l'aide d'un tournevis. Vérifier les éléments du filtre à air. Controleer of de filterelementen schoon en in goede staat verkeren. Reinig of vervang filterelementen indien nodig. Draai het serviceluik los met een schroevedraaier. Draai de schroeven van het luchtfilter deksel los. Controleer filterelementen.
ATTENTION - VOORZICHTIG
NE JAMAIS FAIRE FONCTIONNER LE MOTEUR SANS FILTRE A AIR. DES IMPURETES (POUSSIERES - CRASSES) ASPIREES DANS LE MOTEUR A TRAVERS LE CARBURATEUR ENTRAINERAIENT UNE USURE RAPIDE DU MOTEUR. LAAT DE MOTOR NOOIT DRAAIEN ZONDER LUCHTFILTER. DOOR VERONTREINIGINGEN ALS STOF EN VUIL DIE DOOR DE MOTOR AANGEZOGEN WORDEN ZAL DEZE SNELLER SLIJTEN.
UTILISATION - GEBRUIK ATTENTION - WAARSCHUWING Mettre le groupe électrogène à la terre quand l'équipement connecté est mis à la terre. Ne pas raccorder le groupe électrogène au réseau électrique d'un bâtiment si un interrupteur d'isolement n'a pas été installé par un électricien qualifié. Le raccordement à une ligne secteur d'un bâtiment pour assurer une alimentation de secours doit toujours être effectué par un électricien qualifié et doit être conforme aux lois et codes électriques en vigueur. Des raccordements mal exécutés pourraient entraîner un retour du courant électrique généré par le groupe électrogène dans le réseau public. Un tel retour peut provoquer l'électrocution du personnel de la compagnie d'électricité, ou toute autre personne travaillant sur le réseau pendant une panne de courant, de plus, lorsque le courant est rétabli, le groupe électrogène risque d'exploser, de brûler ou de provoquer des débuts d'incendie dans le circuit électrique du bâtiment. Ne pas dépasser la limite d'intensité spécifiée pour chaque prise. Ne pas brancher en parallèle deux groupes électrogènes. Ne pas raccorder le groupe électrogène au secteur. Ceci pourrait endommager le groupe ou les appareils électriques de la maison. Ne pas modifier le groupe électrogène et ne pas l'utiliser dans un autre but que celui prévu. Observer également les points suivants : Ne pas connecter un tuyau de rallonge au tuyau d'échappement. Lorsqu'il est nécessaire d'ajouter un câble de rallonge, utiliser un câble blindé flexible et robuste (IEC 245 ou équivalent). Longueur limite des câbles de rallonge, 60m pour les câbles de 1.5mm² et 100m pour les câbles de 2.5mm². Des câbles de rallonge trop longs réduisent la puissance utilisable car leur résistance est plus grande. Installer le groupe électrogène éloigné de tous câbles ou fils électriques tels que les câbles d'alimentation du réseau d'électricité. Om schokken door defecten in aangesloten apparaten te voorkomen, moet de generator geaard worden. Sluit de generator met behulp van een voldoende dikke kabel aan op een extern massapunt. Aansluitingen voor een noodstroomvoorziening voor de elektrische installatie van een gebouw moeten door een erkende elektricien aangebracht worden en dienen in overeenstemming te zijn met de geldende wettelijke voorschriften. Bij een verkeerde aansluiting bestaat de mogelijkheid dat er stroom wordt afgegeven naar het elektriciteitsnet. Hierdoor bestaat de kans dat mensen die werkzaamheden uitvoeren aan het net geelektrocuteerd worden en kan de generator, als weer spanning op het net gezet wordt, exploderen, in brand vliegen of brand veroorzaken in de elektrische installatie van het gebouw. Overschrijd het nominale vermogen niet. Houd altijd rekening met het totale vermogen (wattage) van alle verbruikers. Overschrijd de maximum stroomsterkte van de verschillende contactdozen niet. De generatoren niet in parallelbedrijf schakelen. Sluit de generator niet op de elektrische installatie van een woonhuis aan. Dit kan schade aan de generator en aan de elektrische installatie van het huis veroorzaken. Breng geen wijzigingen aan, aan de generator en gebruik deze niet voor andere doeleinden dan die waarvoor het apparaat bestemd is. Let tijdens het gebruik van de generator verder op de volgende punten : Verleng de uitlaatpijp niet. Als een verlengkabel noodzakelijk is, gebruik dan een flexibele kabel met een zware rubberen isolatie (IEC 245 of soortgelijk). Maximale lengte van verlengskabels, 60m voor kabels met een doorsnede van 1.5mm² en 100m voor kabels met een doorsnede van 2.5mm². Houd de generator uit de buurt van elektrische bedrading en kabels van de publieke stroomvoorziening.
FONCTIONNEMENT EN ALTITUDE / GEBRUIK OP GROTE HOOGTE
En altitude, la richesse stoechiométrique du mélange air-carburant du carburateur est très élevée. Il s'ensuit une baisse de la performance et une augmentation de la consommation d'essence. Les performances à haute altitude peuvent être améliorées grâce à des modifications spéciales du carburateur. En cas d'utilisation du groupe électrogène à une altitude supérieure à 1500m au-dessus du niveau de la mer, faire régler le carburateur par un concessionnaire agréé. Même avec un jet de carburateur approprié, la puissance du moteur diminue d'environ 3.5% pour chaque augmentation d'altitude de 300 mètres. L'effet de l'altitude sur la puissance est plus grande que si aucune modification de carburateur n'est effectuée. Les performances du groupe électrogène sont amoindries, s'il est utilisé à une altitude inférieure à celle pour laquelle l'alimentation du carburateur a été réglée ; le moteur chauffe et est endommagé par un mélange stoechiométrique trop riche. Op grote hoogte is het standaard lucht/brandstofmengsel te rijk. Hierdoor zal het vermogen afnemen en het brandstofverbruik toenemen. De werking op grote hoogtes kan verbeterd worden door bepaalde aanpassingen aan de carburateur. Als de generator uitsluitend gebruikt wordt op een hoogte van 1500m of meer, kunt u deze afstellingen door een officiële dealer laten aanpassen. Zelfs met een optimale sproeierbezetting zal het motorvermogen voor elke 300m hoger toch 3.5% afnemen. Als de carburateur niet aangepast wordt, zal het vermogen nog meer afnemen. Als de generator wordt gebruiktop een lagare hoogte dan die waarvoor de sproeier is gekozen, kan dat leiden tot een afname van het vermogen, oververhitting en ernstige motorschade vanwege een te arm lucht/brandstofmengsel.
UTILISATION - GEBRUIK
SYSTEME DE SECURITE D'HUILE / OLIENIVEAU BEWAKINSSYSTEEM
Le système de sécurité d'huile est prévu pour éviter au moteur tout risque de dommage causé par un manque d'huile dans le carter inférieur. Dès que le niveau d'huile atteint une limite de sécurité, le système de sécurité d'huile arrête automatiquement le moteur. Dans ce cas, le moteur ne démarrera pas, malgré les actions sur le lanceur tant que le complément d'huile ne sera pas fait. Het olieniveau bewakingssysteem is ontworpen om beschadigingen aan de motor door gebrek aan olie in de onderste krukas te voorkomen. Zodra het oliepeil het veiligheidspeil bereikt, zet het olieniveau bewakingssysteem de motor stop. In dit geval zal de motor niet meer kunnen starten, ondanks het lanceren v/d starterkoord, indien de olie niet bijgevuld wordt.
ATTENTION / VOORZICHTIG
Ne pas utiliser le groupe électrogène sans filtre à air, cela pourrait endommager le moteur. Des impuretés telles que poussières et saletés aspirées dans le moteur à travers le carburateur entraîneraient une usure rapide du moteur. Laat de motor nooit draaien zonder luchtfilter. Door verontreinigingen als stof en vuil die door de motor aangezogen worden zal deze sneller slijten.
TEMOINS DE SORTIE ET DE SURCHARGE / CONTROLELAMPJES
La lampe témoin de sortie s'allume dès que le moteur démarre. La lampe témoin pleine charge ou 1/2 charge s'allume quand la charge respective est atteinte. En cas de surcharge ou de court circuit de l'appareil branché, la lampe témoin de surcharge s'allume et le courant de sortie est coupé dans les 20 secondes. Onder normale omstandigheden brandt het controlelampje "Afgifte vermogen" constant. De controlelampje "1/2 last" of "vollast" brandt zodra de respectieve last is bereikt. Als de generator overbelast wordt of als er een kortsluiting is in het aangesloten apparaat, gaat het controlelampje "overbelasting" aan en de stroomtoevoer naar het aangesloten apparaat binnen 20 seconden wordt onderbroken.
UTILISATION / GEBRUIK
MISE EN MARCHE DU MOTEUR / MOTOR STARTEN Placer le commutateur moteur vers la position marche "I". Déplacer le levier de starter vers la position "fermé". Placer le levier du robinet d'arrivée d'essence sur la position "ON". Zet de contactschakelaar in de stand AAN "I". Zet de chokeknop in de stand DICHT. Zet de benzinekraantje in de stand AAN.
Tirer doucement la poignée du lanceur jusqu'à ce que l'on ressente une résistance, puis la tirer d'un coup sec dans le sens de la flèche. Trek licht aan de handgreep van het startkoord tot een weerstand voelbaar is, geef dan een flinke ruk aan de handgreep in de richting van de pijl.
Déplacer le levier de starter vers la position "ouvert" dès que le moteur chauffe. Zet de chokeknop in de stand OPEN zodra de motor op temperatuur komt.
UTILISATION - GEBRUIK
Assurez-vous que la lampe témoin de sortie s'allume. Branchez l'application. Controleer dat het controlelampje "afgifte vermogen" brandt. Sluit de apparaat aan. En cas de surcharge, la lampe témoin de surcharge s'allume et le courant de sortie est coupé dans les 20 secondes. Arrêtez le moteur. Attendez 30 secondes, puis redémarrer le moteur. Als de generator overbelast wordt, gaat het controlelampje "overbelasting" aan en de stoomtoevoer naar het aangesloten apparaat binnen 20 seconden wordt onderbroken. Zetten de motor uit. Wachten 30 seconden alvoerens de startmotor opnieuw gebruiken.
La prise de courant DC (charge batterie) peut être utilisée uniquement pour la charge de batteries de type automobile 12 volts. Assurez-vous que le groupe électrogène est arrêté. 1. Connecter les câbles de charge à la prise DC du groupe, puis aux bornes de la batterie. 2. Démarrer le groupe électrogène. Pour éviter la possibilité d'étincelle à proximité de la batterie, connecter d'abord le câble de charge au groupe électrogène, puis à la batterie. Avant de connecter le câble de charge à une batterie installée sur un véhicule, déconnecter le câble de batterie du véhicule. Re connecter le câble de batterie du véhicule après avoir retiré les câbles de charge. Cette procédure empêchera les risques de court-circuit et d'étincelles en cas de contact accidentel entre une borne de batterie et le châssis ou la carrosserie du véhicule. Ne pas essayer de faire démarrer le moteur d'une automobile tant que le groupe est connecté à sa batterie. Ceci pourrait endommager le groupe électrogène. Connecter la borne positive de la batterie au câble de charge positif. Ne pas inverser les câbles de charge, cela pourrait endommager le groupe électrogène et/ou la batterie. De DC-contactdoos mag alleen gebruikt worden voor het laden van 12 V accu's. De stroomaggregaat moet in de stand OFF gezet worden. 1. Sluit de kabels op de contactdoos van de generator aan en vervolgens op de accupolen. 2. Start de motor. Sluit de kabel eerst aan op de generator en dan op de accu om vonkvorming in de buurt van de accu te voorkomen. Neem de kabel als eerste los van de accu. Als de kabel wordt aangesloten op een aacu die in een auto is gemonteerd, neem dan eerst de massakabel van de accu los. Sluit de massakabel weer op de accu aan nadat de kabels voor het laden zijn losgenomen. Dit voorkomt de kans op kortsluiting en vonkvorming als er per ongeluk contact gemaakt wordt tussen de accupool en de carrosserie van de auto. Probeer niet een auto te starten terwijl de generator nog is aangesloten. De generator kan hierdoor beschadigd raken. Sluit de pluskabel aan op de positieve accupool. Verwissel de kabels niet, dit kan ernstige schade aan de generator en de accu veroorzaken.
ATTENTION / WAARSCHUWING
Les batteries dégagent des gaz explosifs. S'ils s'enflamment, une explosion peut provoquer de graves brûlures de la peau ou des yeux. Assurer une aération adéquate pendant la charge. PRODUIT CHIMIQUE DANGEREUX : l'électrolyte de batterie contient de l'acide sulfurique. Un contact avec les yeux ou la peau, même à travers un vêtement, peut provoquer de graves brûlures. Porter une visière et des vêtements de protection. Ne pas approcher de flammes ni d'étincelles et ne pas fumer à proximité de la batterie pendant qu'elle est en charge. POISON : l'électrolyte est un poison. En cas de contact avec la peau : bien rincer avec de l'eau - En cas de contact avec les yeux : bien rincer, au moins 15 minutes, et consulter immédiatement un médecin - En cas d'ingestion : boire de grandes quantités d'eau ou de lait, puis de la magnésie hydratée ou de l'huile végétale et consulter immédiatement un médecin. GARDER HORS DE PORTEE DES ENFANTS. Uit de accu komen explosieve gassen ; rook niet en voorkom vonken en open vuur in de buurt van de accu. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het laden. De accu bevat zwavelzuur (elektrolyt). Aanraking met de huid of ogen veroorzaakt ernstige brandwonden. Draag beschermende kleding en een veiligheidsbril. Elektrolyt is GIFTIG. Als er elektrolyt op uw huid komt, spoel dit dan af met water - Als er elektrolyt in uw ogen komt, spoel ze dan minstens 15 min. uit met water en bel een dokter - Als u elektrolyt heeft ingeslikt, drink dan veel water of melk, gevolgd door melk met magnesiumpoeder of plantaardige olie en bel een dokter. UIT DE BUURT VAN KINDEREN HOUDEN.
UTILISATION - GEBRUIK
REMARQUE - OPMERKING
La sortie courant continu DC peut être utilisée alors que l'alimentation courant alternatif AC est utilisée. Attention les performances diminueront et la consommation augmentera. De DC-contactdoos (gelijkstroom) kan ook gelijktijdig met de AC-contactdoos (wisselstroom) worden gebruikt. De prestaties zal afnemen en de consumptie zal toenemen.
ARRET DU MOTEUR - MOTOR UITZETTEN 1. Mettre l'équipement conecté hors tension, et retirer la fiche insérée. 2. Placer le commutateur du moteur sur la position "OFF" (arrêt). 3. Tourner le robinet d'arrivée d'essence sur "OFF" (arrêt). 1. Schakel de aangesloten apparatuur uit en trek de stekker los. 2. Zet de contactschakelaar in de stand "OFF". 3. Het benzinzkraantje dichtdraaien (zet in de stand "OFF").
POUR ARRETER LE MOTEUR EN CAS D'URGENCE, PLACER LE COMMUTATEUR DU MOTEUR SUR LA POSITION ARRET (OFF). ZET IN NOODGEVALLEN DE MOTOR UIT DOOR DE CONTACTSCHAKELAAR IN DE STAND OFF TE ZETTEN.
ENTRETIEN - ONDERHOUD L e but du programme d’entretien et de réglage est de garder le groupe électrogène dans le meilleur état de service. Contrôler ou entretenir comme programmé dans le tableau ci-dessous. Het onderhoudsschema dient om de generator in een optimale conditie te houden. Houd u aan het onderstaande onderhoudsschema.
ATTENTION - WAARSCHUWING Avant de commencer un entretien ou une réparation, s’assurer que le moteur est arrêté. Ceci éliminera plusieurs risques potentiels : > Empoisonnement par le monoxyde de carbone de l’échappement du moteur. Avant de faire fonctionner le moteur, s’assurer que l’aération est suffisante. > Brûlures par des pièces chaudes. Attendre que le moteur et le système d’échappement refroidissent avant de les toucher. Zet de motor uit alvoerens hier werkzaamheden aan uit te voeren. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is. Uitlaatgassen bevatten het giftige koolmonoxide. De motor en de uitlaat kunnen erg heet worden en ook na het uitzetten van de motor nog enige tijd heet blijven.
CALLENDRIER D’ENTRETIEN / ONDERHOUDSSCHEMA Fréquence d’entretien Onderhoudsinterval
A CHAQUE UTILISATION / BIJ IEDER GEBRUIK
Description Item Vérifier le niveau / Controleer Renouveler / Ververs Vérifier / Controleer FILTRE A AIR LUCHTFILTER Nettoyer / Reinig Vérifier – régler / controleer – stel af BOUGIE Remplacer / Vervang JEU AUX SOUPAPES KLEPSPELING FILTRE A CARBURANT BRANDSTOF FILTER HUILE MOTEUR MOTOROLIE
1ER MOIS OU 20 HEURES / 1STE MAAND OF 20 UUR
TOUS LES 3 MOIS OU 50 HEURES / ELKE 3 MAANDEN OF 50 UUR
TOUS LES 6 MOIS OU 100 HEURES / ELKE 6 MAANDEN OF 100 UUR
TOUS LES ANS OU 200 HEURES / ELK JAAR OF 200 UUR
● ●
●
● ●* ● ● CONSULTER VOTRE REVENDEUR UNE FOIS PAR AN ELK JAAR UW DEALER RAADPLEGEN CONSULTER VOTRE REVENDEUR UNE FOIS PAR AN ELK JAAR UW DEALER RAADPLEGEN
* entretenir plus fréquemment en cas d’utilisation dans des zônes poussiéreuses. In een stoffige omgeving is het raadzaam vaker onderhoud te plegen.
- 16 -
ENTRETIEN / ONDERHOUD 1. ENTRETIEN DU FILTRE A AIR / ONDERHOUD LUCHTFILTER
Si le filtre à air est sale, le passage de l'air vers le carburateur sera restreint. Pour prévenir toute avarie du carburateur, nettoyer le filtre à air régulièrement. Le nettoyer plus fréquemment quand le groupe est utilisé dans un environnement plus poussiéreux. 1. Ouvrir la trappe de maintenance à l'aide d'un tourne-vis. 2. Desserrer les vis du couvercle de filtre à air et déposer le couvercle de filtre à air. 3. Laver l'élément mousse dans un solvant non-inflammable (eau chaude savonneuse p.e.) et le laisser complètement sécher. Tremper l'élément dans de l'huile moteur propre et en extraire l'huile excédentaire. 4. Tapoter doucement l'élément filtrant en papier sur une surface dure pour en détacher la saleté. Een vuil luchtfilter beperkt de luchtstroom naar de carburateur. Controleer het luchtfilter regelmatig om problemen met de carburateur te voorkomen. Voer het onderhoud vaker uit als de generator in stoffige gebieden wordt gebruikt. 1. Draai het serviceluik los met een schroevedraaier. 2. Draai schroeven van luchtfilterdeksel los en verwijder het deksel. 3. Reinig schuimrubberen luchtfilterelement in een warm zeepsopje, spoel met schoon water en laat drogen. drenk het filterelement in schone motorolie en wring alle overtollige olie uit. 4. Tik een paar keer met het papieren filterelement op een hard oppervlak om vuil te verwijderen.
2. CHANGEMENT DE L'HUILE MOTEUR / OLIE VERVERSEN
Vidanger l'huile usée quand le moteur est encore chaud. La vidange s'effectue plus rapidement et plus complètement. Ouvrir la trappe de maintenance à l'aide d'un tournevis. 1. Placer un récipient approprié sous le moteur pour recueillir l'huile usagée, puis retirer le bouchon de remplissage d'huile, le bouchon de vidange et le joint de bouchon de vidange. 2. Vidanger complètement l'huile usée, puis remettre le bouchon de vidange d'huile en place et le serrer à fond. 3. Avec le moteur à l'horizontal, remplir jusqu'au repère de limite supérieure de la jauge. 4. Reposer le bouchon de remplissage d'huile et le visser à fond. L'utilisation du moteur avec un niveau d'huile insuffisant peut causer des dommages au moteur. Tap de verbruikte olie af terwijl de motor nog warm is. Warme olie stroomt snel en gemakkelijk uit de motor. Draai het serviceluik los met een schroevedraaier. 1. Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie op te vangen en verwijder dan de vuldop/peilstok, de aftapdop en de ring. 2. Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapdop en de ring aan en draai de aftapdop stevig vast. 3. Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok. 4. Breng de vuldop/peilstok aan en druk stevig aan. Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan.
ENTRETIEN / ONDERHOUD 3. BOUGIE D'ALLUMAGE / BOUGIE BOUGIE RECOMMANDEE /AANBEVOLEN BOUGIE
L'emploi de bougie ayant un indice thermique non approprié peut causer des dommages au moteur La bougie doit avoir un écartement d'électrodes correct et ne pas être encrassée. Het gebruik van bougie die niet de juiste thermische waarde hebben, kan schade berokkenen aan de motor. De bougie moet de juiste elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn. Retirer la trappe de maintenance à l'aide d'un tournevis. 1. Déconnecter le capuchon de bougie et nettoyer toute saleté autour de la bougie. 2. Déposer la bougie à l'aide d'une clé à bougie de 13/16 ". 3. Contrôler la bougie. La remplacer si elle est endommagée ou trop encrassée, si la rondelle d'étanchéité est en mauvais état ou si son électrode est usée. 4. Mesurer l'écartement des électrodes avec un calibre d'épaisseur à fils. Si nécessaire, le corriger en pliant l'électrode latérale. L'électrode doit être de 0.6 - 0.7 mm. 5. Reposer la bougie à la main avec précaution pour éviter d'endommager son filetage. 6. lorsque la bougie a touché son siège, continuer à la serrer avec une clé à bougie de 13/16 " pour comprimer la rondelle d'étanchéité. Si la bougie est neuve, la serrer de 1/2 tour ; si elle a déjà été utilisée, la serrer de 1/8 à 1/4 de tour. Une bougie insuffisamment serrée peut surchauffer et endommager le moteur. Un serrage excessif de la bougie peut endommager le filetage dans la culasse. 7. Fixer le capuchon de bougie sur la bougie. Draai het serviceluik los met een schroevedraaier. 1. Haal de bougiedop los van de bougie en verwijder eventueel vuil direct rondom de bougie. 2. Verwijder de bougie met een 13/16-inch bougiesleutel. 3. Inspecteer de bougie. Vervang hem als hij beschadigd is of er erg vervuild en als de afdichtring in slechte conditie is of als de elektrode versleten is. 4. Meet de elektrodenafstand met een voelermaat van het draad type. Corrigeer de elektrodenafstand zo nodig door de zijelektrode voorzichtig iets te buigen. De afstand moet zijn 0.6 - 0.7 mm. 5. Monteer de bougie zorgvuldig met de hand, om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen. 6. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 13/16-inch bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten. Draai een nieuwe bougie nog 1/2 slag verder met de sleutel om de afdichtring in te drukken. Draai een gebruikte bougie slechts 1/8 tot 1/4 slag verder om de afdichtring in te drukken. Draai de bougie goed vast. Als de bougie niet goed vastgedraaid is, kan deze erg heet worden en kan de motor beschadigd raken. 7. Plaats de bougiedop stevig op de bougie.
DEPISTAGE DES PANNES / OPSPORING VAN STORINGEN LE MOTEUR NE DEMARRE PAS DE MOTOR START NIET VERIFIER LE NIVEAU DE CARBURANT ZIT ER BRANDSTOF IN DE TANK
PAS D'ELECTRICITE GEEN STROOM
VERIFIER LE NIVEAU D'HUILE OLIENIVEAU CONTROLEREN 1. Vérifier si la lampe témoin "SURCHARGE" s'est allumée. Het controlelampje "overbelasting" brandt.
VERIFIER LA BOUGIE / BOUGIE CONTROLEREN 1. Dévisser la bougie. Placer la bougie sur le capuchon de bougie. Afschroef de bougie. Plaats de bougiedop op de bougie. 2. Placer l'électrode de la bougie sur la culasse Zet de elektrode van de bougie op de cilinder kop 3. Tirer sur le lanceur, une étincelle devrait se produire si la bougie est en bon état Trek aan het starterkoord. Het zou vonken veroorzaken indien de bougie in goede staat is.
2. Arrêter le moteur. Attendre 30 seconde et vérifier l'appareil connecté. Zet de motor uit. Wacht 30 seconden. Controleer het aangesloten toestel
3. Redémarrer le moteur. Start opnieuw de motor.
CARACTERISTIQUES - TECHNISCHE GEGEVENS DIMENSION ET POIDS / AFMETINGEN & GEWICHT
Lxlxh
/ Lengte x breedte x hoogte
POIDS A SEC / LEEG GEWICHT
MOTEUR / MOTOR
TYPE DE MOTEUR / MOTORTYPE
MONOCYL. - ARBRE A CAMES EN TETE - 4 TEMPS - ESSENCE - REFROIDIS. AIR FORCE EEN CILINDER - BOVENLIGGENDE NOKKENAS - 4 TAKT - BENZINE - GEFORCEERDE LUCHTKOELING
CYLINDREE / SLAGVOLUME CONTENANCE EN HUILE / INHOUD CARTER CAPACITE RESERVOIR CARBURANT / INHOUD BRANDSTOFTANK BOUGIE REGIME MOTEUR tr/m / TOERENTAL omw/min
TENSION / SPANNING
SORTIE C. A. ACUITGANG
FREQUENCE NOMINALE FREQUENTIE INTENSITE NOMINALE STROOMSTERKTE PUISSANCE NOMINALE NOMINAAL VERMOGEN PUISSANCE MAX. MAXIMUM VERMOGEN
SORTIE C. C.
/ DC-UITGANG
UNIQUEMENT POUR LA CHARGE DE BATTERIES AUTOMOBILES 12 VOLTS - 8.3 A ALLEEN VOOR HET LADEN VAN 12 V ACCUS. MAXIMUM LAADSTROOM : 8.3 A
CARACTERISTIQUES MODIFIABLES SANS PREAVIS / DE VERMELDE VARIATIES WORDEN LOUTER TER INDICATIE VERMELD EN KUNNEN ZONDER KENNISGEVING GEWIJZIGD WORDEN.
TRANSPORT-REMISAGE / TRANSPORT-OPSLAG Pour éviter de répandre l'essence lors du transport ou lors d'un remisage provisoire, le groupe électrogène doit être fixé verticalement dans sa position d'utilisation normale, avec le commutateur du moteur en position OFF (arrêt). Om het morsen van brandstof tijdens vervoer of tijdelijke opslag te voorkomen, moet de generator rechtop staan in de normale werkstand, met de contactschakelaar in de stand OFF.
ATTENTION / WAARSCHUWING
Lors du transport du groupe électrogène : > Ne pas trop remplir le réservoir (il ne doit pas y avoir d'essence dans le goulot de dispositif de remplissage). > Ne pas faire fonctionner le groupe électrogène lorsqu'il se trouve sur un véhicule. Descendre le groupe électrogène du véhicule et l'utiliser dans un endroit bien aéré. > Eviter un endroit exposé aux rayons directs du soleil en mettant le groupe électrogène sur un véhicule. Si le groupe électrogène est laissé pendant de nombreuses heures dans un véhicule fermé, la température élevée à l'intérieur du véhicule peut faire vaporiser l'essence, entraînant un risque d'explosion. > Ne pas conduire sur une route accidentée pendant une période prolongée avec le groupe électrogène à bord. Si vous devez transporter le groupe électrogène sur une route accidentée, vidanger à l'avance l'essence du réservoir du groupe électrogène. Tijdens transport van de generator : > Doe de brandstoftank niet te vol (er mag zich geen brandstof in de vulpijp bevinden). > Gebruik de generator niet terwijl deze in een voertuig staat. Haal de generator uit het voertuig en gebruik hem alleen in een goed geventileerde ruimte. > Wanneer de generator in een voertuig geplaatst wordt, voorkom dan dat deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld. Als de generator gedurende enkele uren in een afgesloten voertuig geplaatst wordt, kan door de hoge temperatuur in het voertuig de brandstof verdampen hetgeen een explosie tot gevolg kan hebben. > Voorkom langdurig rijden op slechte wegen met de generator aan boord. Als u wel op slechte wegen moet rijden met de generator aan boord, tap dan de brandstof van te voren af. Avant de remiser l'appareil pendant une période prolongée : 1. Vérifier que la zone de remisage est sans humidité, ni poussières excessives. 2. Vidanger l'essence. ATTENTION L'essence est extrêmement inflammable et explosive dans certaines conditions. Effectuer la tâche dans une zone bien aérée avec le moteur arrêté. Ne pas fumer, ni autoriser de flammes ou étincelles dans la zone pendant cette procédure. > Vidanger toute l'essence du réservoir de carburant dans un récipient approprié. Ne pas utiliser une pompe électrique. > Placer le commutateur du moteur sur la position marche "I", desserrer la vis de vidange de carburateur, et vidanger l'essence du carburateur dans un récipient approprié. > La vis de vidange étant desserrée, déposer le capuchon de bougie d'allumage, et tirer la poignée de lanceur à 3 ou 4 reprises pour vidanger l'essence de la pompe à essence. > Placer le commutateur du moteur du moteur sur la position arrêt "0", et resserrer à fond la vis de vidange. > Bien reposer le capuchon de bougie d'allumage sur la bougie d'allumage. 3. Renouveler l'huile du moteur. 4. Déposer la bougie d'allumage et verser une cuillerée d'huile moteur propre dans le cylindre. Lancer le moteur et le laisser effectuer plusieurs tours pour distribuer l'huile, puis reposer la bougie d'allumage. 5. Tirer lentement sur la poignée de lanceur jusqu'à ce qu'une résistance soit ressentie. A ce moment là le piston se trouve au temps de compression et les soupapes d'admission et d'échappement sont toutes deux fermées. Le fait de remiser le moteur dans cet état contribue à le protéger contre la corrosion interne. Let op de volgende punten als het apparaar gedurende langere tijd wordt opgeslagen : 1. Zorg ervoor dat de opslagruimte niet te vochtig of stoffig is. 2. Tap de brandstof af. WAARSCHUWING Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden explosief. Rook niet en voorkom open vuur en vonken. > Tap de brandstof af in een voor benzine geschikte bak. > Draai de contactschakelaar in de stand AAN "I", draai de benzineaftapplug uit de carburateur en tap de benzine af in een daarvoor geschikte bak. > Verwijder de bougiekap nadat de aftapschroef losgedraaid is en trek 3 tot 4 keer aan het startkoord om de benzine uit de brandstofpomp te verwijderen. > Zet de contactschakelaar in de stand UIT "0" en draai de aftapplug weer stevig vast. > Plaats de bougiedop stevig op de bougie. 3. Ververs de motorolie. 4. Verwijder de bougie en giet ongeveer 15ml schone motorolie in de cilinder. Laat de motor een aantal omwentelingen ronddraaien om de olie te verdelen en zet de bougie terug. 5. Trek langzaam aan de handgreep van het startkoord tot er weerstand voelbaar is. Op dat punt komt de zuiger omhoog in de compressieslag en zijn de in- en uitlaatkleppen dicht. Zo is de motor beter beschermd tegen corrosie.
SCHEMA DE CABLAGE / BEDRADINGSSCHEMA
