Consequenties niet tijdig implementeren aanbestedingsrichtlijnen Inleiding Op 1 april 2013 is de Aanbestedingswet 2012 in werking getreden. Inmiddels zijn er nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen gepubliceerd (2014/23, 2014/24 en 2014/25). In deze richtlijnen is opgenomen dat binnen 2 jaar de richtlijn moet zijn omgezet in nationaal recht. De uiterste datum om dit te doen is 18 april 2016, maar Nederland gaat deze deadline niet halen. Minister Kamp heeft aangegeven dat hij ernaar streeft dat de nieuwe wet per 1 juli 2016 inwerking treedt.
Te late omzetting, wat nu? Als de richtlijn niet tijdig wordt omgezet in nationaal recht, kan de betreffende richtlijn op verschillende manieren toch doorwerken in de nationale rechtsorde van een lidstaat, te weten via richtlijnconforme interpretatie, of via rechtstreekse werking.
Richtlijnconforme interpretatie vanaf 18 april 2016 Vanaf 18 april 2016 moet de Aanbestedingswet 2012, richtlijnconform door de aanbestedende diensten worden toegepast. Dat betekent dat de bepalingen uit de Aanbestedingswet 2012 uitgelegd moeten worden in de lijn die de richtlijn verlangt. Daarbij mag een interpretatie niet strijdig zijn met de huidige Aanbestedingswet 2012.
Rechtstreekse werking richtlijn Europese richtlijnen hebben geen rechtstreekse werking, maar bepalingen uit Europese richtlijnen kunnen onder bepaalde voorwaarden wel rechtstreekse werking hebben (Francovich arrest). Burgers (in een aanbesteding: ondernemers) kunnen onder uitzonderlijke omstandigheden een rechtstreeks beroep doen op de richtlijn, indien voldaan wordt aan een aantal cumulatieve criteria: 1. De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving is verstreken; 2. De richtlijn is niet, niet tijdig en/of niet deugdelijk omgezet in nationale wetgeving; 3. De bepaling waarop een beroep wordt gedaan is voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk; 4. De bepaling waarop een beroep wordt gedaan, moet rechten toekennen aan particulieren en die rechten moet kunnen worden vastgesteld op basis van de bepalingen van de richtlijn. Aan het eerste en het tweede criterium wordt voldaan. Wat betreft het derde en vierde criterium moet per bepaling worden beoordeeld of hieraan wordt voldaan. Is dat het geval, dan heeft de bepaling rechtstreekse werking en kunnen ondernemers hierop een rechtstreeks beroep doen. Zij kunnen dan bij een rechter afdwingen dat verplichtingen uit de richtlijnen worden nageleefd door een aanbestedende dienst, zonder dat de richtlijn al is omgezet in Nederlandse regelgeving. Het omgekeerde geldt niet, in die zin dat aanbestedende diensten de bepalingen van de nog niet geïmplementeerde richtlijn niet mogen tegenwerpen aan burgers en ondernemers. Een bepaling is onvoorwaardelijk als de aan de lidstaten opgelegde verplichting van geen enkele voorwaarde en haar uitvoering of werking van geen enkele handeling van gemeenschapsinstellingen of lidstaten afhankelijk is gesteld. Als een richtlijn aan lidstaten een zekere beoordelingsmarge laat bij de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen daarvan, hoeft dit niet af te doen aan het onvoorwaardelijke karakter van de bepalingen uit de richtlijn.
Verplichtingen op grond van de richtlijn na 18 april 2016 en (vermoedelijk) 1 juli 2016 Zoals hierboven aangegeven zal de aanbestedingsrichtlijn niet tijdig geïmplementeerd zijn. De aanbestedende dienst zal na 18 april tot en met (vermoedelijk) 1 jul 2016 of door middel van richtlijnconforme interpretatie, of door rechtstreekse werking, de richtlijnbepalingen in de praktijk al moeten toepassen. Er is geen uitputtend overzicht te geven van bepalingen die rechtstreekse werking hebben. Het is uiteindelijk aan de rechter om in een voorkomend geval te beoordelen of onderdelen van de richtlijn rechtstreekse werking hebben. Wel kan gezegd worden dat als bepalingen verwijzen naar een publicatieplicht, die onder de oude richtlijnen nog niet bestond, er bijna zeker sprake is van rechtstreekse werking. Voorbeelden zijn, sociale en andere specifieke diensten, publiceren van nietwezenlijke wijziging in geval van aanvullende diensten en werken en de aankondiging van concessieopdracht voor diensten. Hieronder wordt een aantal voorbeelden besproken van situaties die zich de komende periode kunnen voordoen.
1. Sociale en andere specifieke diensten (voormalig 2B diensten) Wat houdt de wijziging in? In de huidige Aanbestedingswet 2012 is voor zogenaamde 2B-diensten een verlicht regime opgenomen. 2B-diensten zijn aangemerkt als diensten die geen bijdrage leveren aan de eenwording van de interne markt omdat de diensten door nationale dienstverleners (moeten) worden uitgevoerd. In de aanbestedingsrichtlijn komen de 2B-diensten niet meer terug. Wel is er een nieuw verlicht regime voor sociale en andere specifieke diensten. Het grootste verschil tussen deze regimes is dat het nieuw regime aanbestedende diensten verplicht om opdrachten vooraf aan te kondigen. Een deel van de oude 2B-diensten komt onder de sociale en andere specifieke diensten te vallen, een ander deel van de oude 2B-diensten komt niet meer terug en voor die diensten moet de volledige aanbestedingsprocedure gevolgd worden. Het verlichte regime gold voor 2B-diensten ≥ €209.000. Daaronder was deel 2 (over Europese aanbesteding) niet van toepassing en kon onderhands worden gegund (met inachtneming van de algemene beginselen zoals opgenomen in deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit), tenzij de diensten in een concreet geval een duidelijk grensoverschrijdend belang hadden. Ook voor sociale en andere specifieke diensten ≤ € 750.000 geldt dat. Wat geldt er tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012? Rechtstreekse werking? In de aanbestedingsrichtlijn komen de 2B-diensten en het verlichte regime niet meer terug en na 18 april 2016 kan er dus geen 2B-procedure meer worden gestart. Een aantal 2B-diensten komt te vallen onder het nieuwe regime voor sociale en ander specifieke diensten (vanaf € 750.000). Zoals hierboven aangegeven zijn in het nieuw regime aanbestedende diensten verplicht om opdrachten vooraf aan te kondigen. De nieuwe aankondiging geeft burgers en ondernemers het recht om vooraf op de hoogte te zijn van een aanbesteding. Het lijkt er op dat de artikelen 74 en 75 uit de aanbestedingsrichtlijn inzake de sociale en andere specifieke diensten voldoende, nauwkeurig omschreven zijn en onvoorwaardelijk zijn. Dit zou betekenen dat aan die bepalingen rechtstreekse werking toekomt, waar ondernemers een beroep op kunnen doen. 4e Nota van wijziging Minister Kamp heeft nog een andere oplossing bedacht. Met de 4e Nota van Wijziging op het wetsvoorstel inzake de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 is de volgende regeling opgenomen: voor
die sociale en anders specifieke diensten waar voorheen het 2B-regime voor gold, gelden de bepalingen met terugwerkende kracht. De aanbestedende dienst kan en moet de procedure voor sociale en andere specifieke diensten toepassen vanaf € 750.000 direct vanaf 18 april 2016. Onder de drempel Op sociale en andere specifieke diensten onder de € 750.000 is de richtlijn niet van toepassing en ook na inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012, is deel 2 (inzake Europese aanbesteding) hier niet op van toepassing. Dit geldt in de huidige wet ook voor 2B-diensten onder de Europese drempel. Hier zou een richtlijnconforme interpretatie van toepassing kunnen zijn, zodat onderhands (enkelvoudig of meervoudig) gegund zou kunnen worden. Wel zijn daarbij de algemene beginselen uit deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit van toepassing. De Gids Proportionaliteit wordt nog aangepast aan de gewijzigde Aanbestedingswet 2012. Mogelijk dat daar ook iets opgenomen wordt voor sociale en andere specifieke diensten onder de Europese drempel, maar daar is nog niets over bekend. Voorbehouden opdrachten Een aantal diensten dat onder het regime voor sociale en andere specifieke diensten valt, is tevens als voorbehouden opdracht te kwalificeren, zoals bedoeld in artikel 2.82a van het wetsvoorstel. Hierbij kan gekozen worden voor de meest geschikte procedure in het betreffende geval. 2B-procedure vóór 18 april 2016 gestart Als een 2B-procedure voor 18 april 2016 is gestart, maar na 18 april 2016, nog niet is gegund, dan kan de aanbestedende dienst met de procedure verder gaan, mits kan worden aangetoond dat de procedure vóór 18 april 2016 is gestart. Aantonen kan hetzij door middel van een aankondiging op TenderNed, hetzij door het overleggen van een uitnodiging tot inschrijving of een verzoek tot offerte. Samenvattend: sociale en andere specifieke diensten die voorheen onder het 2B-regime vielen moeten vanaf € 750.000 onder het nieuwe regime worden aanbesteed; 2B-diensten die niet meer onder sociale en andere specifieke diensten vallen moeten voortaan volgens het volledige aanbestedingsregime worden aanbesteed; nieuwe sociale en andere specifieke diensten (die voorheen niet onder het 2B-regime vielen) zouden tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 volgens de 4e Nota van wijziging volgens het volledige aanbestedingsregime moeten worden aanbesteed, maar kunnen vanwege de rechtstreekse werking óók via het nieuwe regime worden aanbesteed; op sociale en andere specifieke diensten onder de € 750.000 is de richtlijn niet van toepassing. Via richtlijnconforme interpretatie zou voor deze diensten een onderhandse gunning kunnen worden toegepast, mits de bepalingen daarvoor uit deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit worden toegepast; voor sociale en andere specifieke diensten die ook kwalificeren als voorbehouden opdracht in de zin van artikel 2.82a gewijzigde Aanbestedingswet 2012 mag de aanbestedende dienst kiezen wat de meest geschikte procedure is. In de bijlage bij deze memo is een tabel opgenomen met huidige 2B-diensten en sociale en andere specifieke diensten. Daaruit is op te maken welke 2B-diensten onder de sociale en andere specifieke diensten komen te vallen en welke niet. Daarbij is ook aangegeven welke sociale en andere specifieke diensten worden bedoeld in de 4e Nota van wijziging.
2. Uniform Europees Aanbestedingsdocument Wat houdt de wijziging in? Er komt een nieuw Model Eigen Verklaring, het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA). Dit UEA gaat onderdeel uitmaken van de aanbestedingsstukken in plaats van de huidige Eigen Verklaring. Het UEA moet zowel voor boven als onder de Europese drempels gebruikt worden. Wat geldt er tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012? Het UEA is bij Europese verordening vastgesteld en verordeningen hebben directe werking (zonder implementatie), zodat per 18 april 2016 gebruik zou moeten worden gemaakt van het UEA, voor Europese aanbestedingen. Er zijn echter wat onduidelijkheden en technische problemen: in de uitvoeringsverordening wordt alleen gezegd dat lidstaten het UEA moeten ‘opnemen’ als standaardformulier, niet dat ze het moeten gebruiken. Nederland beraadt zich nog op een correcte toepassing: het nieuwe UEA gebruiken, of de nationale Eigen Verklaring? er zijn technische problemen met de tool van de Europese Commissie waarmee de UEA online kan worden ingevuld. Het is onbekend wanneer de Europese Commissie deze problemen heeft opgelost. Voor aanbestedingen onder de Europese drempels is daarover niets bepaald in de richtlijn, maar deze verplichting is wel in de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 opgenomen. Nu daarover niets in de verordening of in de richtlijn staat, is er geen sprake van rechtstreekse werking en moet voor aanbestedingen onder de Europese drempel tot inwerkingtreding van de wet, de huidige Eigen Verklaring worden gebruikt. Hoe te handelen? Voor Europese aanbestedingen door de rechtstreekse werking moet de aanbestedende dienst een door een inschrijver ingediende UEA accepteren, maar ook een door een inschrijver ingediende Eigen Verklaring; het is onduidelijk wat de aanbestedende dienst zelf moet doet. Gelet op de technische problemen en de onduidelijkheden adviseren wij om tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 zelf nog de Eigen Verklaring te gebruiken; Voor aanbestedingen onder de Europese drempel de UEA geldt niet voor aanbestedingen onder de drempels, hiervoor moet tot inwerkingtredingen van de wet de huidige Eigen Verklaring worden gebruikt.
3. Uitsluitingsgronden Wat houden de wijzigingen in? Nieuwe verplichte uitsluitingsgronden Er zijn drie nieuwe verplichte uitsluitingsgronden in de aanbestedingsrichtlijn: terrorisme (hierin is al voorzien in de huidige Aanbestedingswet 2012) kinderarbeid belastingen of sociale premies niet betaald en wanneer dit is vastgesteld bij een rechter of administratieve beslissing Terugkijktermijn De terugkijktermijn (= maximale uitsluitingsperiode voor inschrijvers op wie een uitsluitingsgrond van toepassing is) is in de richtlijn maximaal 5 jaar voor verplichte uitsluitingsgronden en 3 jaar voor facultatieve uitsluitingsgronden. In de huidige Aanbestedingswet 2012 is dat voor beiden 4 jaar.
‘Self-cleaning’ Elke ondernemer op wie een verplichte of facultatieve uitsluitingsgrond van toepassing is, mag bewijzen dat de maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende dienst dit bewijs toereikend vindt, wordt de ondernemer niet uitgesloten (‘self-cleaning’). Wat geldt er tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012? Nieuwe verplichte uitsluitingsgronden Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument moet vanaf 18 april 2016 voor Europese aanbestedingen worden gebruikt. In het UEA moet worden verklaard dat de verplichte uitsluitingsgronden niet op de inschrijver van toepassing zijn, ook de drie nieuwe verplichte uitsluitingsgronden. De uitsluitingsgronden zijn voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk. Gelet hierop hebben de uitsluitingsgronden waarschijnlijk rechtstreekse werking. Terugkijktermijn Voor wat betreft de terugkijktermijn kan de bepaling van de Aanbestedingswet 2012 voor facultatieve uitsluitingsgronden richtlijnconform worden geïnterpreteerd, of kan er rechtstreekse werking aan worden toegekend. Het is een voldoende nauwkeurige en onvoorwaardelijke bepaling, waar ondernemers rechten aan kunnen ontlenen. De terugkijktermijn die dan gehanteerd moet worden voor facultatieve uitsluitingsgronden is drie jaar. Voor wat betreft verplichte uitsluitingsgronden geldt voor de terugkijktermijn geen rechtstreekse werking. De termijn in de huidige Aanbestedingswet 2012 is vier jaar en wordt in de gewijzigde wet vijf jaar en de richtlijn staat maximaal vijf jaar toe. De bepaling is wat dat betreft niet voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk, de lidstaat moet nog een keuze maken. Bovendien zal geen ondernemer zich erop beroepen en de aanbestedende dienst mag de bepaling uit de richtlijn niet tegenwerpen aan de ondernemer. ‘Self-cleaning’ Een ondernemer kan een beroep doen op de rechtstreekse werking van artikel 57 lid 6 van de richtlijn. Dit artikel lijkt voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk te zijn geformuleerd. Ook kan de huidige Aanbestedingswet 2012 richtlijnconform worden geïnterpreteerd, omdat daarin een bepaling is opgenomen waarin de aanbestedende dienst de bevoegdheid heeft om af te zien van uitsluiting als de inschrijver voldoende maatregelen heeft genomen om het geschonden vertrouwen weer te herstellen.
4. Wezenlijke wijzigingen Wat houdt de wijziging in Op grond van het Pressetext-arrest van het HvJ Eu mogen wijzigingen die zich tijdens de uitvoering van de opdracht voordoen niet wezenlijk van aard zijn, anders is er sprake van een verkapte nieuwe opdracht en geldt een aanbestedingsplicht. In de aanbestedingsrichtlijn is dit arrest gecodificeerd en zijn er nog wat andere gevallen aan toegevoegd. Wat geldt er tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012? Rechtstreekse werking? Zolang de nieuwe richtlijn nog niet is geïmplementeerd moet de wezenlijke wijziging worden uitgelegd conform het Pressetext-arrest en andere jurisprudentie. De rechtspraak is tot nu toe strikter dan de nieuwe richtlijn. Het lijkt mogelijk, bij het ontbreken van een regeling in de Aanbestedingswet 2012 over de wezenlijke wijziging, de regeling uit te leggen op de wijze zoals de nieuwe richtlijn voorschrijft,
richtlijnconforme interpretatie dus. Daarmee zou de ruimte die de nieuwe richtlijn biedt om wijzigingen door te voeren in een lopende opdracht, optimaal kunnen worden benut. Aanvullende werken en diensten Voor het onderhands gunnen van aanvullende werken en diensten kent de huidige Aanbestedingswet 2012 al een regeling. Deze regeling is ook opgenomen in de nieuwe richtlijn, met enkele inhoudelijke aanpassingen. Deze bepaling is nauwkeurig geformuleerd en laat de lidstaten geen beoordelingsmarge bij implementatie en moet dus één op één worden overgenomen. De bepaling lijkt dus rechtstreekse werking te hebben. Voor zover artikel 2.35 Aanbestedingswet 2012 (waarin de aanvullende werken en diensten geregeld zijn), niet strookt met het artikel in de richtlijn, moet dit gedeelte van artikel 2.35 buiten toepassing blijven.
5. Belangenconflicten Wat houdt de wijziging in? Aanbestedende diensten moeten passende maatregelen nemen om belangenconflicten te voorkomen, te signaleren en te verhelpen. Het gaat hier om fraude, bevoordeling, corruptie en belangenconflicten tijdens de aanbestedingsprocedure. Wat geldt er tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012? Deze bepaling heeft geen rechtstreekse werking. De bepaling in de richtlijn is niet onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig. De aanbestedende dienst moet de passende maatregelen in het beleid opnemen, die zijn niet rechtstreeks uit de richtlijn te halen en de bepaling kent ook geen rechten toe aan particulieren. Echter, in de huidige praktijk moet ook al aandacht worden besteed aan belangenconflicten en integriteit, op grond van de beginselen van het Europees Verdrag (transparantie en non-discriminatie) en van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
6. Dienstenconcessies Wat houdt de wijziging in? Er is een ook een nieuwe Concessierichtlijn (2014/23/EU). Deze is van toepassing op werken en diensten. De huidige Aanbestedingswet 2012 is niet van toepassing op dienstenconcessies, tenzij er sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang. In de nieuwe Concessierichtlijn wordt een verlicht regime opgenomen voor concessies voor werken en diensten ≤ € 5.225.000. Dit is in de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 opgenomen in deel 2A. De aanbestedende dienst mag zelf de procedure organiseren, met inachtneming van de algemene beginselen uit deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit. Wat geldt er tot de inwerkingtreding van de gewijzigde Aanbestedingswet 2012? De concessierichtlijn geeft een recht aan ondernemers om op de hoogte gesteld te worden van het bestaan van een concessieopdracht. Het ligt voor de hand, bij richtlijnconforme interpretatie dat tussen 18 april 2016 en de datum van inwerking treden van de wet een publicatie (conform de richtlijn) van de aankondiging van concessieopdrachten via TenderNed zal gebeuren. Dit geldt dan ook voor dienstenconcessies ≤ € 5.225.000. De overige bepalingen uit de concessierichtlijn geven vermoedelijk geen rechten aan ondernemers, maar richten zich tot de aanbestedende diensten.
7. Overige voorbeelden Het overzicht hierboven is niet volledig. In een artikel van J.M. Hebly en J.W.A. Meesters in Tijdschrift Aanbestedingsrecht van 31 maart 2016 worden nog enkele voorbeelden genoemd waarbij
richtlijnconforme interpretatie en rechtstreekse werking aan de orde zou kunnen zijn. Deze worden hieronder kort genoemd: de toepassing van nieuwe aanbestedingsprocedures, zoals het innovatiepartnerschap en de mededingingsprocedure. De auteurs vinden de bepalingen voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk geformuleerd. Ondernemers zouden een beroep op de betreffende bepalingen kunnen doen. Aanbestedende diensten mogen de bepalingen uit de nieuwe richtlijn niet tegenwerpen aan een particulier voor zover die bepalingen verplichtingen oplegt aan de particulier. diensten waarop een specifieke uitsluiting van toepassing is in de richtlijn en die onder de huidige Aanbestedingswet 2012 onder het 2B-regime vallen. Bv. rechtskundige diensten. Auteurs menen dat hier ook rechtstreekse werking kan toekomen aan de bepalingen, zodat voor die diensten niet langer het 2B-regime zal gelden. Aanbestedende diensten mogen de bepalingen uit de nieuwe richtlijn niet tegenwerpen aan een particulier voor zover die bepalingen verplichtingen oplegt aan de particulier. de mogelijkheid om in de specificaties van de opdracht onder voorwaarden expliciet te verwijzen naar keurmerken is in de richtlijn opgenomen, maar in de huidige Aanbestedingswet 2012 verboden (tenzij het voorwerp van de opdracht een verwijzing naar keurmerken rechtvaardigt). Aanbestedende diensten zouden met richtlijnconforme interpretatie van het artikel in de huidige Aanbestedingswet 2012 wellicht reeds gebruik kunnen maken van deze mogelijkheid, aldus de auteurs.
Conclusie: wat betekent dit nu voor de praktijk
Uitgangspunt is en blijft de geldende Aanbestedingswet 2012. Aanbestedingsprocedures die na 18 april 2016 worden gestart moeten daaraan blijven voldoen. Aanbestedende diensten moeten de huidige wet en de daarop gebaseerde regelgeving nu al wel zoveel mogelijk uitleggen in het licht van de doelstellingen van de richtlijnen (richtlijnconforme interpretatie). Bovendien is het nodig om rekening te houden met eventuele rechtstreekse werking en daarnaar te handelen. Tot slot geldt dat als richtlijnconforme interpretatie van de Aanbestedingswet 2012 of daarop gebaseerde regelgeving niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld omdat een bepaalde uitleg in strijd zou zijn met de Aanbestedingswet 2012, de nationale voorschriften die onverenigbaar zijn met de nog te implementeren richtlijnen buiten toepassing moeten worden gelaten.
Bij twijfel of bij gevallen die zich voordoen, die hier niet beschreven zijn, vraag de inkoper/inkoopadviseur.
12 april 2016 Pascale Konings, gemeente Wijdemeren Caroline van der Werff, gemeente Hilversum
Bronnen
Een race tegen de klok: over de consequenties van niet-tijdige omzetting van de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen – J.M. Hebly en J.W.A. Meesters, Tijdschrift Aanbestedingsrecht, jaargang 13, aflevering 2, 31 maart 2016. Metrokaart (FAQ) wijziging Aanbestedingswet 2016, PIANOo, april 2016 Rechtstreekse werking van bepalingen uit Europese richtlijnen: Regels en risico’s, Europa Decentraal, december 2009. FAQ Over de rechtstreekse werking van Europese aanbestedingsrichtlijnen, Europa Decentraal, april 2016
BIJLAGE
Overzicht huidig IIB-regime en nieuw verlicht regime
II-B huidige Aanbestedingswet
Verlicht regime nieuwe
Wat te doen na 18 april 2016
2012
richtlijn (art. 74 ev)
tot inwerkingtreding wijziging Aanbestedingswet 2012?
Hotels en restaurants
Hotel en restaurant diensten
Vervoer per spoor
--
Vervoer over water
Overige maatschappelijke, sociale en persoonlijke diensten (zoals politieke organisaties) --
Verplichte sociale verzekeringen
Vervoersondersteunende activiteiten
--
Diensten met betrekking tot uitkeringen
Rechtskundige diensten
Juridische diensten
Arbeidsbemiddeling
--
Religieuze diensten
Opsporing en beveiliging
Opsporing en beveiliging
rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 (en 4e Nota van wijziging geldt) aanbesteden volgens de normale (volledige) aanbestedingsprocedures rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 aanbesteden volgens de normale (volledige) aanbestedingsprocedures rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 aanbesteden volgens de normale (volledige) aanbestedingsprocedures rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 (en 4e Nota van wijziging geldt) aanbesteden volgens de normale (volledige) aanbestedingsprocedures rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000
Onderwijsdiensten
Administratieve diensten voor sociale diensten, onderwijs, gezondheidszorg en culturele diensten
Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening
Gezondheidszorg, sociale dienstverlening en aanverwante diensten
Cultuur, sport en recreatie
Overige administratieve diensten en overheidsdiensten
Overige diensten
--
Gevangenisdiensten en openbare veiligheid
Diensten ten behoeve van de gemeenschap (diplomatieke diensten, consulaire diensten, gerechtelijke diensten) Internationale diensten
Postbezorging
Coveren van banden en smederijdiensten
(en 4e Nota van wijziging geldt) rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 (en 4e Nota van wijziging geldt) rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 (en 4e Nota van wijziging geldt) aanbesteden volgens de normale (volledige) aanbestedingsprocedures rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 (en 4e Nota van wijziging geldt) aanbesteden volgens de normale (volledige) aanbestedingsprocedures rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000 rechtstreekse werking, aanbesteden volgens nieuw verlicht regime boven de € 750.000