ZO
17/01/16
15.00 Concert
La Petite Bande Bart Coen, blokfluit | Jean-François Madeuf, baroktrompet | Sigiswald Kuijken, viool, viola da gamba, violoncello da spalla & artistieke leiding Jin Kim, viool | Barbara Konrad, viool & altviool | Marleen Thiers, altviool | Ronan Kernoa, basviool | Benjamin Alard, klavecimbel
Georg Philipp Telemann (1681-1767) Concerto in D voor trompet, twee violen & basso continuo, TWV 51:D7 Adagio Allegro Grave Allegro Concerto in F voor blokfluit, strijkers & basso continuo, TWV 51:F1 Affettuoso Allegro Adagio Menuet I & II Concerto in D voor trompet, strijkers & basso continuo, TWV 44:D1 Spirituoso Largo Vivace Concerto in a voor blokfluit, viola da gamba, strijkers & basso continuo, TWV52:a1 Grave Allegro Dolce Allegro Suite in D voor trompet, strijkers & basso continuo, TWV55:D7 Ouverture Air Rigaudon Plainte Furies Loure Trezza Menuet I & II
So hat der Spieler Lust Toen Georg Philipp Telemann zichzelf reeds als kind instrumenten aanleerde uit alle categorieën die in die tijd gangbaar waren (blazers, strijkers, klavier én tokkelinstrumenten) gaf hij daarmee niet enkel blijk van een uitzonderlijk muzikaal talent maar legde hij tevens de basis voor een indrukwekkende muzikale carrière waarin hij grote populariteit verwierf en een productiviteit aan de dag legde die aan het bovenmenselijke grenst. Zelfs nadat zijn directe omgeving hem tegenwerkte door zijn instrumenten uit het huis te verwijderen en hem richting een carrière in de rechten duwde, bleef hij trouw aan zijn oorspronkelijke liefde: de muziek. Koppig moet hij ook zijn geweest toen hij zelf besliste die rechtenstudies niet in Helmstedt te gaan volgen zoals het in de familie tot dan toe gebruikelijk was, maar wel in Leipzig. Het was dan ook daar dat hij als twintigjarige al snel de muzikale leiding op enkele sleutelposten zou gaan bekleden, zoals in de opera. In Leipzig richtte hij ook een collegium musicum op met de bedoeling openbare concerten te verzorgen. Ook bij latere gelegenheden (in Frankfurt en Hamburg) vormden de collegiae musicae voor hem het perfecte vehikel om een ruim publiek te laten kennismaken met zijn muziek. Het repertoire dat tijdens dit concert wordt uitgevoerd, kan worden gelinkt aan deze activiteiten van Telemann. Door de enorme productiviteit die hij als componist, organisator en als uitgever aan de dag legde, was het in het verleden soms moeilijk Telemann in een vakje te plaatsen. Gaf hij immers niet een tijdlang de indruk dat hij zijn muziek in de eerste plaats voorbestemde voor de betere amateur uit zijn tijd? Ondernemend als hij was, ontplooide hij commerciële activiteiten, zoals de uitgave van een – tweewekelijkse, op donderdag te verschijnen – muziekkrant Der Getreue Musickmeister, waarin hij inderdaad tegemoetkwam aan een ongetwijfeld ruime laag van de bevolking die óók wel eens een splinternieuw werk van die beroemde Herr Telemann wilde uitvoeren Vergeten we echter niet dat hij als kapelmeester naast opera’s, oratoria en enkele jaargangen kerkcantaten (Harmonischer Gottes-Dienst) een indrukwekkende hoeveelheid instrumentale muziek schreef die door professionele musici moest worden uitgevoerd, ofwel tijdens de openbare concerten die op zeer regelmatige basis werden georganiseerd ofwel aan de verschillende Duitse adellijke hoven waarvoor Telemann een veelgevraagd en fel geapprecieerd leverancier was. Om de muziek van Telemann te begrijpen, is het van belang stil te staan bij de invloed die zijn muziek heeft ondergaan. Die situeert zich ergens tussen Italië, Frankrijk en Polen, bevat ook opera-elementen en verder uiteraard elementen van Germaanse voorgangers en tijdgenoten. Telemann bestudeerde met grote interesse de Italiaanse muziek, zowel vocaal als instrumentaal, al was hij in eerste instantie niet zo geneigd de nochtans erg populaire concertovorm te imiteren, dat kwam pas later. Hij verbleef een tijdlang in Silezië en raakte onder de indruk van de Poolse volksmuziek zoals die in herbergen weerklonk waar de muzikanten hun viool opzettelijk
een terts hoger stemden om op die manier veel luider te kunnen spelen. Ook werd hij beïnvloed door de Franse musici aan de adellijke hoven (o.a. Dresden). Later waagde hij met succes zijn kans om zijn eigen muziek te verspreiden in Parijs. De instrumentale muziek van Telemann omvat een zeer groot aandeel orkestsuites; hoeveel hij er exact componeerde, valt moeilijk na te gaan omdat – zoals bij zijn tijdgenoot Johann Sebastian Bach – ook van Telemann veel werken verloren zijn gegaan. Hijzelf heeft het in zijn autobiografieën over een 200-tal. Het zou ook kunnen dat, vanwege de verwarring over de begrippen ‘suite’ en ‘ouverture’, sommige van die zgn. ouvertures zich beperkten tot enkel één inleidend deel (van bijvoorbeeld een opera). Voor hetzelfde doel schakelde Telemann trouwens ook regelmatig concerti in. Typisch aan deze concertouvertures is dat er een solist naar voren wordt geschoven: al onmiddellijk in het snelle deel van de inleidende ouverture krijgt deze solist virtuoze passages voorgeschoteld die aan de compositie eigenlijk deels het allure geven van een concerto. Hierin toonde Telemann zich een (lichtjes rebelse) vernieuwer en bewees hij ook alweer zijn eigenzinnigheid. Meer conservatieve tijdgenoten vonden immers dat die solistische (Italianiserende) inbreng eigenlijk niet thuishoorde in de respectabele Franse suite. Telemann neemt vanaf 1710 ook de ritornellostructuur van zijn Italiaanse collega Vivaldi over, zowel in de langzame als de snelle delen. Dat betekent dat een refrein meermaals in een tuttibezetting terugkomt en steeds in een andere toonaard wordt gespeeld (bij een rondo komt het refrein in dezelfde toonaard voor). Het dateren van Telemanns werken is niet altijd evident, aangezien weinig autografe partituren zijn overgeleverd. Zo kennen we het concerto in F 51:F1 dankzij een manuscript uit 1740 van Telemanns vriend en componist Christoph Graupner, terwijl stilistische kenmerken het werk rond 1710 situeren. Wat Telemann nog met Vivaldi gemeenschappelijk heeft, is dat hij in zijn concerti en ouvertures graag verschillende klankkleuren combineert, zoals de blokfluit en de viola da gamba in het concerto TWV52:a1. Telemann ging er bovendien prat op dat hij een uitstekende kennis had van de intrinsieke kwaliteiten van de instrumenten, wat muzikanten zeker zullen beamen. Hij verkent de mogelijkheden van de instrumenten, zodat bijvoorbeeld de blokfluit en de trompet optimaal klinken, zowel voor de muzikant zelf, als de luisteraar. In zijn eerste autobiografie van 1718 (er volgde nog een tweede in 1729 en een derde in 1740) schrijft hij: “Gieb jedem Instrument das / Was es Leyden kann / So hat der Spieler Lust / Du hast Vergnügen dran.” Uiteraard is het zo dat wij ons zeer gelukkig mogen prijzen dat Telemann de gangbare conventies van zijn tijd aan zijn laars lapte en door het verenigen van verschillende Europese stijlen een unieke persoonlijke taal heeft ontwikkeld. Hij bezorgde ons onverwoestbare meesterwerken die een brug vormen tussen de barok en de klassiek. Bart Coen & Frederic Delmotte
Bart Coen Bart Coen studeerde aan het conservatorium van Antwerpen bij Baldrick Deerenberg, Jos van Immerseel en Dirk Verelst. Sindsdien is hij een veelgevraagd blokfluitist. Hij bouwde een jarenlange intensieve samenwerking op met onder anderen Paul Van Nevel, René Jacobs, Philippe Herreweghe, Sigiswald Kuijken en Erik Van Nevel. Hij werkte mee aan de voorstelling En Atendant van Rosas. Met zijn eigen ensemble Per Flauto nam hij twee cd’s op. Als docent is Bart Coen verbonden aan het conservatorium van Brussel en aan het Lemmensinstituut in Leuven.
Jean-François Madeuf De Franse trompettist Jean-François Madeuf voert al jaren doorgedreven onderzoek naar de uitvoeringswijze op de natuurtrompet in de 17de en 18de eeuw. Hij brengt de resultaten van dit onderzoek ook in de praktijk op werkelijk authentieke instrumenten (dit in tegenstelling tot de compromis-instrumenten die meestal in de wereld van de oude muziek worden gebruikt). Dit leidde o.m. tot de oprichting van het ensemble Les Trompettes des Plaisirs in 1991. Madeufs onderzoeksgebied breidde zich systematisch uit tot het begin van de 20ste eeuw en de romantische muziek voor koperblazers (klephoorn, chromatische ventieltrompet, ventielhoorn ...) Dit leidde tot de oprichting van het ensemble Les Cuivres Romantiques in 2003. In zijn onderzoek werkt hij nauw samen met instrumentenbouwers als Robert Barclay (Ottawa), Rainer Egger (Basel), Graham Nicholson (Den Haag) en Markus Raquet (Bamberg). Madeuf werkt voornamelijk samen met Les Arts Florissants, La Petite Bande, La Simphonie du Marais, Ensemble Baroque de Limoges en Orchestre Révolutionnaire et Romantique. Jean-François Madeuf is docent natuurtrompet aan de Schola Cantorum Basiliensis en aan het Conservatoire National Supérieur de Musique de Lyon.
Sigiswald Kuijken Sigiswald Kuijken studeerde viool aan de conservatoria van Brugge en Brussel. Hij kwam op zeer jonge leeftijd in contact met de oude muziek, samen met zijn broer Wieland. Door zelfstudie maakte hij zich
vertrouwd met de specifieke 17de- en 18de-eeuwse speeltechnieken en interpretatieconventies. Zo introduceerde hij vanaf 1969 de meer authentieke barokvioolspeelwijze, waarbij het instrument niet meer onder de kin wordt geklemd, maar vrij tegen de hals ligt. Dit had een beslissende invloed op de benadering van de vioolmuziek en de techiek werd dan ook vanaf de vroege jaren zeventig door velen overgenomen. Hij werkte in los kamermuziekverband met diverse barokspecialisten, vooral zijn broers Wieland en Barthold, met Gustav Leonhardt, Robert Kohnen en verder ook met Anner Bylsma, Frans Brüggen en René Jacobs. In 1972 richtte hij het barokorkest La Petite Bande op. Van 1971 tot 1996 was Sigiswald Kuijken leraar barokviool aan het conservatorium in Den Haag. Van 1993 tot 2009 bekleedde hij deze functie aan het conservatorium in Brussel. Daarnaast is hij sinds vele jaren een veelgevraagd gastdocent, onder andere aan de London Royal College of Music, de universiteit van Salamanca, de Siena Accademia Chigiana, het Conservatoire de Genève en de Musikhochschule Leipzig. Op 2 februari 2007 werd Sigiswald Kuijken een eredoctoraat van de KU Leuven toegekend. En in februari 2009 ontving hij de prestigieuze prijs voor Algemene Culturele Verdienste van de Vlaamse Gemeenschap.
La Petite Bande Het barokorkest La Petite Bande werd in 1972 opgericht door Sigiswald Kuijken op verzoek van de Duitse platenfirma Harmonia Mundi, om Lully’s Le Bourgeois Gentilhomme op te nemen onder leiding van Gustav Leonhardt. Na een eerste periode waarin het accent vooral op de Franse barokmuziek (Lully, Campra, Muffat) lag, werd ook het Italiaanse repertoire aangevat (Corelli, Vivaldi e.a.). Daarna kwam als vanzelfsprekend ook het oeuvre van Johann Sebastian Bach aan de beurt. De laatste jaren heeft het orkest zich ook vaak laten opmerken door zijn veelgeprezen interpretaties van de klassieke meesters, onder wie Mozart en Haydn. Hun opname van Haydns Die Tageszeiten werd in het najaar van 2012 nog gelauwerd met een Diapason d’or. De 17-delige cd-reeks met cantaten van Johann Sebastian Bach werd in 2012 afgerond. In deze opnamen past Sigiswald Kuijken de bevindingen van recent Bach-onderzoek toe: geen koor, enkel een vocaal kwartet, en ook een minimale instrumentale bezetting. Hierdoor komt het fijne muzikale weefsel van deze cantaten veel beter (en natuurlijker) tot zijn recht. Het ensemble deed talrijke festivals en grote internationale podia aan, zowel in Europa, als in Japan, China, Australië en Zuid-Amerika. La Petite Bande wordt structureel gesteund door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van België. Sinds 1997 is La Petite Bande in residentie van de Stad Leuven waar in 2012 de 40ste verjaardag van het ensemble werd gevierd.
Volgende concerten VR 22/01/16 - 21.00 uur
Camerata Trajectina Het Antwerps Liedboek: laatmiddeleeuwse wereldlijke liederen tickets € 20 / € 16 / € 14 / € 5
ZO 24/01/16 - 15.00 uur
Hasnaa Bennani & Les Muffatti Little siren of the stage: Händels opera-aria’s voor Francesca Cuzzoni tickets € 24 / € 20 / € 16 / € 5
DO 28/01/16 - 21.00 uur
Huelgas Ensemble La Liberazione di Ruggiero dall’isola d’Alcina: opera van Francesca Caccini tickets € 28 / € 24 / € 20 / € 5
ZO 31/01/16 - 15.00 uur
Andreas Staier & Freiburger Barockorchester Klavecimbelconcerti van Johann Sebastian Bach tickets € 28 / € 24 / € 20 / € 5
Goed om te weten Foyer De foyer van AMUZ is open vanaf een uur voor aanvang van het concert en blijft ook na afloop van het concert nog geruime tijd open. Beeld- en geluidsopnamen Het is absoluut verboden beeld- en geluidsopnamen te maken tijdens de concerten en voorstellingen zonder
Rondleidingen en zaalverhuur Wenst u met een groep een rondleiding in de gebouwen van AMUZ, om zo het fascinerende verhaal te horen van de gerenoveerde kerk en AMUZ als concertgebouw en -organisator, of wenst u meer informatie over de mogelijkheden om de zaal te huren voor concerten, voorstellingen en presentaties? Gelieve dan tijdens de kantooruren contact op te nemen met de administratie
expliciete toelating van de directie van AMUZ.
van AMUZ.
Concertinleidingen, aanvangsuur en duur van de concerten De concerten in AMUZ vangen op zondag steeds aan om 15.00 uur. Op andere dagen starten de concerten om 21.00 uur. Voor de avondconcerten is er steeds een inleiding om 20.15 uur. De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze en duren tussen de 65 en 80 minuten, tenzij anders vermeld.
Medewerkers AMUZ Bart Demuyt, directie & artistieke leiding | Veerle Braem, zakelijke directie | Robin Steins, assistentie programmering & educatie | Frederic Delmotte, assistentie programmering & dramaturgie | Tine Hubrechts, zakelijk medewerker | Klaartje Heiremans, pers & communicatie | Greet Coenegrachts, communicatie | Tine Clevers, eindredactie & ticketing | Mona Heyrman, directieassistentie & productie | Jan Tambuyser, productie & techniek | Evelyne Van Mieghem, productie & zaalhuur | Bart Tambuyser, techniek & gebouwbeheer | Koen Koninkx, foyer & ticketing | Elise Simoens, artistiek adviseur Klavier
Programmaboekjes De programmaboekjes bij de concerten van AMUZ zijn downloadbaar van de website www.amuz.be vanaf enkele dagen na het concert.
Binnenwerk geprint bij Laatkomers De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze. Laatkomers kunnen dan ook niet meer worden toegelaten in de concertzaal. Op vertoon van hun concertticket kunnen zij het concert volgen op de plasmaschermen in de foyer.
Binnenwerk geprint bij www.prints-copy.be
wettelijk depotnummer: D/2015/0306/114