ZO
22/03/15
15.00 Concert
Bel Ayre Lieselot De Wilde, sopraan | Lambert Colson, cornetto & blokfluit | Romina Lischka, viola da gamba | Liam Byrne, viola da gamba | Pieter Theuns, luit & theorbe | Sofie Vanden Eynde, luit & theorbe
Luzzasco Luzzaschi (1545?-1607) Aura soave Noé Faignient (fl. ca. 1560-1600) Adieu Anvers Ghérardus Mes (fl. 1561) Ick seg adieu Giaches De Wert (1535-1596) / Antwerps Liedboek (bewerking: Piet Stryckers) Un jour je m’en allais / Met eenen droeven sanghe Gregorio Huet (voor 1550-ca. 1616) Fantasia in d Pierre Guédron (na 1564?-1619/20) Si jamais mon âme blessée Giaches De Wert De que sirven ojos morenos Anoniem (16de eeuw) El baxel esta en la playa Mateo Romero (ca. 1575-1647) Bullicioso y claro arroyuelo Salamone Rossi (1570-ca. 1630) Sonata in dialogo Girolamo Dalla Casa (?-1601) Beato mi direi Francesco Maria Bassano (fl. 1610) Toccata in g Giulio Caccini (1551-1618) Torna, deh torna! Francesco Cavalli (1567-1643) Che città! Che città!, uit L’Ormindo
Adieu Anvers, viaggiando a Venezia Wat als de grond onder je voeten te heet wordt, wat als de dingen waarin jij gelooft bedreigd worden, wat als de dingen waar jij waarde aan hecht vernield worden. Wat als..., want voor westerse mensen van de zogeheten x- en y-generatie, waar wij van Bel Ayre allemaal toe behoren, zijn dit scenario’s die zich hoofdzakelijk in het nieuws, in de krant en in een ander land afspelen, maar waar wij tot nu toe gelukkig van bespaard gebleven zijn. Sterker nog, wij zijn opgegroeid met het idee dat maatschappelijke veiligheid een vanzelfsprekend iets is. Voor mensen van een generatie ouder roept het gegeven van fundamentele onveiligheid en vluchten wellicht meer concrete herinneringen op. En als we verder terug keren in onze geschiedenis diende de ene crisisperiode na de andere zich in een hoog tempo aan. Ook de periode waaruit Bel Ayre een groot deel van zijn repertoire haalt, is getekend door een van de meest ingrijpende crisissen voor de Zuidelijke Nederlanden: de tachtigjarige oorlog met als gevolg het beleg van Antwerpen en de sluiting van de Schelde in 1585 die er in één klap voor zorgde dat de toenmalige grootste havenstad van Europa en bijgevolg het hele gebied van de Zuidelijke Nederlanden in de armoede en onderdrukking gestort werd. Hoewel de gevolgen vooral op het sociaaleconomische gebied voelbaar waren, was de aanleiding tot deze verzwelging van Antwerpen van religieuze aard met als zwaarste incidenten de beeldenstorm in 1566 en de Spaanse Furie in 1576. Cynisch genoeg kunnen we zulke pijnlijke gebeurtenissen en de al even pijnlijke gevolgen ervan vandaag de dag quasi live herbekijken. En dat maakt het zeer concreet: de reacties van de mensen toen zullen niet anders geweest zijn dan nu. De angst, de wanhoop en de onafwendbare noodzaak om veiligere oorden op te zoeken zullen even tragisch geweest zijn. Wie het zich ook maar enigszins kon veroorloven vertrok voor het echt te laat was. Sommigen wipten nog snel de grens naar het Noorden over, anderen vertrokken naar het Zuiden, per boot dan, want de Alpen oversteken met je hele hebben en houden was niet meteen de veiligste optie. Dat Venetië voor veel van die meer gefortuneerde families op die manier in beeld kwam is naast een bewezen historisch feit ook wel logisch: tenslotte waren Venetië en Antwerpen in hun gloriedagen echte financiële centra van de Westerse wereld, te vergelijken met Londen en New York vandaag de dag. Zo was er in Venetië in de jaren negentig van de 16de eeuw reeds een heuse ‘nazione fiamminghi’ actief van Zuid-Nederlandse handelaars die hun naam verbasterd hadden tot het Italiaans, en die hun roots hadden in Antwerpen en Amsterdam. Bijvoorbeeld Pieter Pellecoorn (Pietro Pellicorno), Giovanni De Wale, Jan (Giovanni) en Jacques (Giacomo) Lemens, Nicquet (Nichetti), Pieter De Praet (Pietro del Prato), etc.
Het is de route van de Zuidervaarders die Bel Ayre in kaart brengt in dit programma. Aan boord koopfamilies, handelaars, kunstenaars, wetenschappers, verstekelingen,... allen lieten ze iets achter, allen kampten ze met heimwee, angst, verdriet. Maar ook hoop op iets beters: ze kwamen in contact met andere culturen, andere gewoontes, nieuwe liefdes. In de teksten van de liederen komen deze verhalen tot leven, worden de emoties van deze mensen concreet, de muziek maakt het tastbaar: “Ic seg adieu, wy twee wi moeten sceiden, tot op een nyeu; so wil ick troost verbeyden. Ic late bi u dat herte mijn, want waer ghi zijt, daer sal ic zijn. Tsi vruecht oft pijn, altoos sal ic u vry eygen zijn.” Eveneens zwermden een netwerk van muzikanten die uit over heel Europa. Niet zelden hadden zij Vlaamse roots – waarbij we ‘Vlaams’ moeten interpreteren als pars pro toto voor de Lage Landen, van NoordFrankrijk tot aan de Nederlandse rivieren. Ietwat exotische namen als Mateo Romero (kapelmeester in Madrid) of Gregorio Huet (luitist in Wolfenbüttel) zijn terug te brengen tot respectievelijk Matthieu Rosmarin en Grégoire Huet (beiden wellicht afkomstig uit het Luikse). En waar Luzzasco Luzzaschi een rasechte Italiaanse tongtwister is, hoeft iemand die verlegen zit om de uitspraak van een naam als Giaches de Wert slechts ‘Jacques de Weerdt’ te denken – bij voorkeur met een Gentse tongval. De internationale carrières van componisten vormden draden die een stad als Antwerpen verbonden met centra als Parijs, Venetië of Rome, via een repertoire en de verspreiding ervan via de muziekdrukkunst. Dit concertprogramma rijgt knopen uit dat internationale en intertekstuele netwerk op een associatieve manier aan elkaar. Daarnaast bewandelt het echter nog een andere belangrijke muziekhistorische lijn. De gekozen stukken bevinden zich immers aan weerszijden van het kantelpunt dat omstreeks 1600 de muzikale barok uit de renaissance deed ontstaan. Louter vocale polyfonie werd solozang met begeleiding, en de beheerste toepassing van het contrapunt moest plaats ruimen voor nieuwe harmonieën in functie van de tekstexpressie. Toen Claudio Monteverdi voor het doorvoeren van deze stilistische revolutie werd bekritiseerd, verdedigde zijn broer Giulio zijn muziek onder meer door deze nieuwigheden te wortelen in de algemeen gerespecteerde traditie. De nieuwe stijl kwam niet zomaar uit het niets, maar ging terug op innovatieve trekjes die reeds aanwezig waren in Italiaanse madrigalen van 16de-eeuwers als Cipriano de Rore en Giaches de Wert. De invloed van de Lage Landen reikt dan ook verder dan de verspreiding van de Vlaamse polyfonie tijdens de renaissance. Ze bevatte tevens de kiemen voor de ontwikkelingen waarmee Italianen als Luzzaschi (leerling van de Rore), Giulio Caccini en Francesco Cavalli mee de basis legden voor de muziek van de toekomst. Simon Van Damme, Lieselot De Wilde & Pieter Theuns
Aura soave Aura soave di segreti accenti che penetrando per l’orecchie al core svegliasti la dove dormiva Amore. Per te respiro e vivo da che nel petto mio spirasti tu d’Amor vital desio. Vissi di vita privo mentre amorosa cura in me fu spenta: hor vien che l’alma senta virtu di quel tuo spirito gentile. Felice vita oltre l’usato stile. Ic seg adieu Ic seg adieu, wy twee wi moeten sceiden, tot op een nyeu; so wil ick troost verbeyden. Ic late bi u dat herte mijn, want waer ghi zijt, daer sal ic zijn. Tsi vruecht oft pijn, altoos sal ic u vry eygen zijn. Ic dancke u lief, reyn minnelic lief gepresen, voor alle grief so wilt mi doch ghenesen. Dese niders fel met haer fenijn, si hebben belet ons blide aenschijn op dit termijn. Altoos sal ic u vry eygen zijn. Adieu, schoon stadt, adieu, prieel vol vruechden, reyn maechdelijck vat,
Zoete bries van geheime tonen, die langs de oren het hart bereiken, je hebt Amor gewekt in mijn slaap. Voor jou adem en leef ik van toen je in mijn boezem het levende verlangen naar Amor hebt ingeblazen. Ik leefde, beroofd van het leven, zolang de zorg om de liefde in mij uitgedoofd bleef: nu is het zover dat de ziel de kracht van jouw nobele geest begint te voelen. Wat een gelukkig leven dat zoveel verder gaat dan het alledaagse.
daer wi tsamen verhuechden! Gedenct den troost die ghy mi boot, ghi zijt myn lief die ic noeyt en vloot; ic segt u bloot: u eygen blive ic tot inde doot. Met eenen droeven sanghe Met eenen droeven sanghe ist dat ick u claghen moet, dat ic dus bi bedwange moet laten dat liefste goet; haer wesen is so soet van haer die mi trueren doet; na haer moet ick verlanghen, verteerend mijns herten bloet. Adieu, suyver princesse, adieu, reyn violier, adieu, reyn acoleye, adieu, reyn eglentier, adieu, bemint rosier, adieu, reyn balsemier, it is mijn bien alleye, adieu, ic moet van hier! Si jamais mon ame blessée Si jamais mon ame blessée loge aileurs qu’en vous sa pensée puissay-je ester pour chastiment privé de tout contentement. Si jamais l’amour d’autre dame eschauffe mon Coeur de sa flame, puissay-je esprouver les rigueurs de toutes sortes de malheurs.
Als mijn gekwetste hart op zekere dag zijn overpeinzing elders herbergt dan bij jou, dat ik dan ter kastijding van elke vervulling mag verstoken blijven. Als de liefde voor een andere dame mijn hart op een dag in vuur en vlam zet, dat ik dan de onverbiddelijkheid van alle mogelijke vormen van ellende mag ondervinden.
Si jamais le temps ny l’absence peuvent esbranler ma constance, puissay-je sans aucun secours languir le le reste de mes jours. Bref, soyés moy toujours cruelle autant que vous me sembles belle, si je mancque a vostre beauté d’amour, et de fidelité.
Als ooit de tijd en het gemis mijn standvastigheid kunnen doen wankelen, dat ik dan zonder enige ondersteuning de rest van mijn dagen in smachtend verlangen mag wegkwijnen. Kortom, wees niet-aflatend meedogenloos voor mij in dezelfde mate dat u mij bekoorlijk lijkt, als ik ten aanzien van uw schoonheid in liefde en getrouwheid tekortschiet.
De que sirven ojos morenos De que sirven ojos morenos que nome mireis tam mas de que yo padezca mas, mas no de que hoy quiera menos.
Waarom toch, donkere ogen, kijken jullie niet meer naar mij, zodat ik juist nog méér lijd; er is niets dat ik nu minder wil.
El baxel esta en la playa El baxel esta en la playa presto para navegar, ay ay ay! Ay, quien se quiere embarcar?
De boot ligt op het strand gereed om uit te varen, ay, ay, ay! Ay, wie wil er inschepen?
Acudan a la marina los que fueren del Amor, para quitarles su ardor; pues que la vela se tira al son d’esta mi bozina os quiero yo pregonar, ay ay ay!
Laten zij die in de ban van de liefde waren maar naar zee gaan, zodat ze zich kunnen ontdoen van hun liefdesvuur; laat het zeil hijsen als mijn hoorn klinkt, dat vraag ik jullie, ay ay ay!
En pagar el homenage a los dioses del Amor, a quien quiere navegar si se le hara ultrage. Solo tenga buen corage quando sentira gridar: ay ay ay!
Een eerbewijs brengen aan de goden van de liefde is een zelfbelediging voor degene die de zee op wil. Hij moet alleen wel standvastig zijn als hij hoort schreeuwen: ay ay ay!
Bullicioso y claro arroyuelo Bullicioso y claro arroyuelo que salpicas las guyas blancas de tu imbidia los ruiseñores van saltando de rama en rama.
Kolkend en helder beekje, dat vol afgunst de witte kiezelsteentjes nat spat, de nachtegalen springen van tak naar tak.
Lucinda mas bella, y qual bella ingrata a quien fuego abrase si la nieve a brasa
Lucinda, de allermooiste vrouw, even hardvochtig als mooi, die pas als sneeuw brandt door het vuur zal ontvlammen,
de un arroya claro mira la mundança y a su son alegre alegre cantava.
kijkt naar de beweging van een heldere beek en zingt opgewekt bij dat vrolijke geluid.
Vivas larga vida adorada ingrata y amor te de vista aunque ojos le faltan.
Dat je lang moge leven, ondankbare aanbedene, en dat Amor je inzicht moge schenken, ook al heeft hij geen ogen.
No toque a tu boca aunque a mi me mata mas passito lengua cantad puer que cantan!
Dat hij jouw mond niet moge beroeren, ook al doet hij mij sterven. zing zachter, jullie nachtegalen, als zij aan het zingen is!
Beato mi direi Beato mi direi, se mi mostrasse vostr’alma mercede quel di che fan vostre parole fede. Ma son homai si stanco de l’aspettar cio che’l mio cor desia, ch’io potrei venir manco, in van bramando vostra cortesia. Dunque speranza mia,
Ik zou gelukkig zijn, indien u mij het mededogen toonde dat u mij al zo lange tijd belooft. Maar ik ben zo vermoeid van ‘t wachten op dat wat mijn hart begeert dat ik zou kunnen sterven zonder de troost van waar ik vergeefs naar smacht. Wil dus, licht van mijn leven,
prima ch’io giung’al fin gli anni rei, consolatte gli afflitti spirti mei!
voordat ik aan mijn smart ten onder ga, mijn reeds zo lang gekwelde hart vertroosten!
Torna, deh torna Torna, deh torna pargoletto mio, torna, che senza te son senza core! Dove t’ascondi, ohimè? Che t’ho fatt’ io, ch’io non ti veggio e non ti sento, Amore? Corrimi in braccio omai, spargi d’oblio questo, che ‘l cuor mi strugge, aspro dolore. Senti de la mia voce il flebil suono tra’ pianti e tra’ sospir’ chieder perdono?
Keer toch weer, mijn kind, want zonder jou ben ik mijn hart kwijt! Waar verberg je je toch? Wat heb ik jou misdaan om je niet meer te mogen zien of horen, mijn lief? Kom in mijn armen, laat mij mijn smart vergeten, want nu is het pijn dat mijn hart voelt. Hoor je ’t zwakke geluid van mijn stem die jou, zuchtend en wenend, om vergeving vraagt?
Che città, che città Che città, che città! Che costumi, che gente sfacciata ed insolente! Ogn’un meco la vole con fatti e con parole.
Wat een stad, wat een stad! Rare zeden, rare mensen, schaamteloos en onbeschoft! Iedereen wil iets van mij, met daden en met woorden.
Mille perigli e mille mi sovrastano al giorno, ho cento insidiatori ognor d’intorno. Né so il perché capire. Chi me’l saprebbe dire?
Een duizendtal gevaren bedreigt mij dag na dag, honderd belagers zwermen om mij heen. Ik begrijp niet waarom. Wie kan mij dit verklaren?
Tal le guancie mi tocca, che non conosco a pena, seco cortese m’invita a cena. Né so il perché capire. Chi me’l saprebbe dire?
Een man die ik niet ken raakt zomaar mijn gezicht aan en noodt me te dineren. Ik begrijp niet waarom. Wie kan mij dit verklaren?
Ogn’un tace e lo sa. Che città, che città! Non vedo l’ora che ritorni Amida
Niemand verklaart mij iets. Wat een stad, wat een stad! Ik hoop maar dat Amida gauw terugkomt
in Tremisene per partir di qua.
in Tremisene, want dan mag ik weg.
Che città, che città! Che costumi, che gente sfacciata ed insolente!
Wat een stad, wat een stad! Rare zeden, rare mensen, schaamteloos en onbeschoft! vertaling: Marianne Lambregts (Spaans), Ike Cialona (Italiaans), Brigitte Hermans (Frans)
Bel Ayre BEL AYRE (uitgesproken als ‘bel air’) betekent letterlijk ‘mooi lied’. Het woord ‘ayre’ had rond 1600 bijna overal in Europa dezelfde schrijfwijze en betekenis. En zo vat de groepsnaam meteen samen waar Bel Ayre voor staat: sinds hun oprichting vertolken zij de mooiste liederen uit het rijke barokrepertoire. Aan de hand van verrassende verhaallijnen, frisse combinaties uit het repertoire en een begeesterende stijl willen zij deze muziek herkenbaar maken voor zowel de kenners van het genre als een publiek dat minder vertrouwd is met deze muziek. Want dat muziek tot het kart kan spreken is een van haar meest evidente maar tegelijk ook meest unieke krachten: muziek ontstaat in het nu en creëert daardoor een tijdloosheid die de tijd van eeuwen terug met die van vandaag verbindt. Bel Ayre ontstond in 2010 als trio rond de bezetting zang, theorbe en viola da gamba. Vanaf 2014 wordt de groep steeds aangevuld met muzikanten van topkwaliteit. Sinds hun ontstaan concerteerde het ensemble op concertlocaties en festivals zoals Bozar, Operadagen Rotterdam, festival van het Venetian Centre for Baroque Music, New Years’s Music Festival Gstaad, Promenades Musicales du Pays d’Auge, live op France Musique, live op radio Klara, Klara Festival on Tour, Zomeravondconcerten aan zee, Dag van de Oude Muziek in Alden-Biesen. In 2011 waren zij Selected Promising Ensemble van IYAP, in 2013 kregen ze de kans om zich te presenteren op de recitals van de Jonge Oost-Vlaamse Solisten. In 2015 is Bel Ayre Scoop Ensemble van het Concertgebouw Brugge.
Goed om te weten Foyer De foyer van AMUZ is open vanaf een uur voor aanvang van het concert en blijft ook na afloop van het concert nog geruime tijd open. Beeld- en geluidsopnamen Het is absoluut verboden beeld- en geluidsopnamen te maken tijdens de concerten en voorstellingen zonder
Rondleidingen en zaalverhuur Wenst u met een groep een rondleiding in de gebouwen van AMUZ, om zo het fascinerende verhaal te horen van de gerenoveerde kerk en AMUZ als concertgebouw en -organisator, of wenst u meer informatie over de mogelijkheden om de zaal te huren voor concerten, voorstellingen en presentaties? Gelieve dan tijdens de kantooruren contact op te nemen met de administratie
expliciete toelating van de directie van AMUZ.
van AMUZ.
Concertinleidingen, aanvangsuur en duur van de concerten De concerten in AMUZ vangen op zondag steeds aan om 15.00 uur. Op andere dagen starten de concerten om 21.00 uur. Voor de avondconcerten is er steeds een inleiding om 20.15 uur. De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze en duren tussen de 65 en 80 minuten, tenzij anders vermeld.
Medewerkers AMUZ Bart Demuyt, directie & artistieke leiding | Veerle Braem, zakelijke directie | Robin Steins, assistentie programmering & educatie | Frederic Delmotte, assistentie programmering & dramaturgie | Tine Hubrechts, zakelijk medewerker | Klaartje Heiremans, pers & communicatie | Greet Coenegrachts, communicatie | Tine Clevers, eindredactie & ticketing | Mona Heyrman, directieassistentie & productie | Jan Tambuyser, productie & techniek | Evelyne Van Mieghem, productie & zaalhuur | Bart Tambuyser, techniek & gebouwbeheer | Koen Koninkx, foyer & ticketing
Programmaboekjes De programmaboekjes bij de concerten van AMUZ zijn downloadbaar van de website www.amuz.be vanaf enkele dagen na het concert. Laatkomers De concerten in AMUZ hebben in principe geen pauze. Laatkomers kunnen dan ook niet meer worden toegelaten in de concertzaal. Op vertoon van hun concertticket kunnen zij het concert volgen op de plasmaschermen in de foyer.
Binnenwerk geprint bij
www.prints-copy.be
wettelijk depotnummer: D/2014/0306/169