Concernv ers lag
2012
Concernverslag 2012
Inhoudsopgave
A
Jaarverslag
B
Aanbieding
4.
Jaarrekening
239
Programmarekening Toelichting programmarekening Balans Toelichting Balans Specifieke uitkeringen en BrabantStad
239 242 252 254 266
Overig
1.
Algemeen
1.1 1.2 1.3
Samenstelling van bestuur Bestuurlijke hoofdlijn Financiële hoofdlijn
1 2 15
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
2.
Paragrafen
27
C
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Bedrijfsvoering Vermogenspositie en weerstandsvermogen Verbonden partijen en subsidierelaties Onderhoud kapitaalgoederen Grondbeleid Lokale heffingen Financiering en treasury Projecten Burgerjaarverslag
27 41 43 53 69 78 85 92 96
3.
Programmaonderdelen
105
1.1 1.3 2.3 2.4 2.5 2.8 3.1
Inkomensondersteuning Werk en inkomen Maatschappelijke zorg Inburgering Welzijn Publieke gezondheid Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren Pedagogische infrastructuur fysiek Sportparticipatie Eindhovense bevolking Museum voor hedendaagse kunst Uitstraling designstad Cultuur Totaal Parate dienstverlening en crisisbeheersing Veiligheid en Handhaving Bestuur Publieke dienstverlening Organisatie en bedrijfsvoering Duurzame stedelijke ontwikkeling Openbare ruimte Groen- en recreatievoorzieningen Water Milieu Verkeer en Vervoer Ruimtelijke kwaliteit Duurzaamheid Economische ontwikkeling
105 108 113 117 120 124 127
3.2 4.3 4.5 4.6 4.7 5.1 5.2 6.2 6.3 7.3 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 9.1
1
133 142 149 157 160 165 168 172 177 180 188 194 199 204 210 216 222 230 235
Jaarrekening
5.
Overig
269
5.1 5.2
Controle verklaring Begrippenlijst en afkortingen
269 271
Inhoudsopgave
Aanbieding In Eindhoven en omstreken heerst een goed innovatieklimaat. Onze regio is één van de belangrijkste kennisregio’s van Europa. Dit blijft ook in het binnen- en buitenland niet onopgemerkt. Als onderdeel van Brainport heeft Eindhoven een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven. Het grote aanbod van sport en cultuur – Eindhoven wil in 2018 de Culturele Hoofdstad van Europa zijn – trekt potentiële werknemers naar de regio. Na een zeer sterk 2011 (3,2% economische groei tegen 1,2% landelijk), laat 2012 een veranderend economisch beeld zien. Het is zaak om nieuwe wegen te bewandelen voor het behalen van maatschappelijk resultaat. De wereld verandert in sneltreinvaart: vergrijzing, decentralisaties, verdergaande ontwikkelingen in de ICT, en bezuinigingen vragen om een voortvarende aanpak. Hoe we het afgelopen jaar aan de slag zijn gegaan met de uitvoering van ons werkprogramma ‘Samen werkend aan morgen’ kunt u lezen op de volgende pagina’s. We hebben verder gebouwd aan een ‘toekomstbestendige stad’. Dat is een stad waarin de (sociale) basisbehoeften zijn gezekerd, de economie de motor is en innovatie het nieuwe denken. Een stad waarin de voorzieningen ook op de lange termijn betaalbaar zijn. Een stad die uitgaat van de eigen kracht van burgers. De transitie ‘WIJeindhoven’ is hiervan een sprekend voorbeeld.
In 2012 werd duidelijk dat onze aanpak zijn vruchten begint af te werpen. Voor het jaar 2012 is landelijk een gemiddelde stijging van het aantal bijstandsuitkeringen te zien van 2,9%. Wij blijven hier met een stijging van 1% aanzienlijk onder. Ook is een toename van het beroep op onze sociale voorzieningen uitgebleven. Dit heeft onder andere bijgedragen aan het in zijn totaliteit realiseren van een positief rekeningresultaat over 2012 van €22,1 miljoen. Daarmee hebben we een goede stap gezet richting het vergroten van onze financiële wendbaarheid en hebben we ook meer speelruimte gekregen om te kunnen blijven investeren in de stad. Anderzijds hebben we zo een basis om tegenslagen te kunnen op te vangen.
Aanbieding Leeswijzer Het Concernverslag is onderverdeeld in het jaarverslag, de jaarrekening en de controleverklaring. Deze indeling is voorgeschreven door het Besluit Begroting en Verantwoording. Het Jaarverslag kent nagenoeg dezelfde indeling als de programmabegroting. Dezelfde onderwerpen, hoofdstukken en paragrafen komen ook in dit jaarverslag terug. In dit verslag wordt verantwoording afgelegd over zaken die in de programmabegroting zijn voorgenomen. Het Jaarverslag bestaat uit drie hoofdstukken. In het algemene deel – hoofdstuk 1 – leest u de bestuurlijke hoofdlijn met daarin kort aangegeven wat in 2012 is gerealiseerd met betrekking tot het werkprogramma 2011-2015 ‘Samen werkend aan morgen’ . Verder treft u hier algemene informatie aan over het gemeentelijk bestuur en wordt in hoofdlijnen ingegaan op de jaarrekening. In hoofdstuk 2 wordt stilgestaan bij de door de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte paragrafen: bedrijfsvoering; vermogenspositie en weerstandsvermogen; verbonden partijen; onderhoud kapitaalgoederen; grondbeleid; lokale heffingen; financiering en treasury. De paragraaf “projecten” is opgenomen om de raad specifiek te informeren over dit onderwerp. Daarnaast is er collegiaal in het college voor gekozen om de wettelijke verplichting van rapportage aan de raad over dienstverlening en burgerparticipatie, op te nemen in het jaarverslag in de vorm van een paragraaf Burgerjaarverslag. In hoofdstuk 3 zijn de reguliere programmaonderdelen beschreven. Alle activiteiten van de gemeente Eindhoven zijn in één van de programmaonderdelen van hoofdstuk 3 terug te vinden. Dit in tegenstelling tot de informatie die is opgenomen in hoofdstuk 2 . Dit zijn per onderwerp dwarsdoorsneden van informatie die impliciet onderdeel uitmaakt van hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 bevat de feitelijke jaarrekening volgens de voorschriften (BBV). Hierin staan de rekening van baten en lasten, de balans, de toelichtingen daarop en de verantwoording voor specifieke uitkeringen. Tot slot wordt het Concernverslag in hoofdstuk 5 afgesloten met de controleverklaring en een afkortingenlijst. De bijlagen behorende bij dit Concernverslag bevatten de uitgebreidere cijfermatige toelichtingen als onderbouwing van de gegevens in het Concernverslag. Daarnaast is hierin onder andere het overzicht van de risico’s opgenomen, het sociaal jaarverslag, nadere detailinformatie over de projecten en de voortgangsrapportages van een drietal grote projecten, te weten Meerhoven, Strijp S en Stationsdistrict. In een apart boekwerk “uitvoeringsinfo” zijn de producten uitgewerkt, waarmee wij als college de door de gemeenteraad vastgestelde programmaonderdelen van hoofdstuk 3 hebben uitgevoerd. In dit boekwerk is tevens nadere detailinformatie terug te vinden over de verbonden partijen en grondexploitatie. De vaststelling hiervan is voorbehouden aan het college. Burgemeester en wethouders van Eindhoven 24 april 2013
Algem een
1
1.1 Samenstelling van bestuur 1.2 Bestuurlijke hoofdlijn 1.3 Financiële hoofdlijn
1. Algemeen 1.1 Samenstelling bestuur 2012 Het college van burgemeester en wethouders was in 2012 als volgt samengesteld en kende de volgende portefeuilleverdeling: De heer R. van Gijzel Burgemeester integrale veiligheid handhaving en toezicht, juridische zaken, communicatie, externe betrekkingen en burgerzaken
Mevrouw drs. M.C.T. Fiers (PvdA) Wethouder van wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie wonen, wijkvernieuwing, burgerparticipatie en stadsdeelgericht werken, ruimtelijke ordening, stedelijke ontwikkeling (o.a. projecten Meerhoven, Strijp S, Stationsgebied) en vergunningverlening
De heer ir. J.B. Helms (VVD) Wethouder van mobiliteit, milieu, sport en evenementen mobiliteit, verkeer en vervoer, Eindhoven Airport, duurzaamheid en milieu, afvalstoffenbeleid, Toerisme en evenementen, Citymarketing, BrabantStad en GSB (coördinatie) en sport en recreatie
Mevrouw drs. M.-A. Schreurs (D66) Wethouder van innovatie, cultuur en openbare ruimte cultuur, design, innovatie, vastgoed en grondbedrijf, openbare ruimte (water, groen, licht inclusief onderhoud) cultureel erfgoed, monumenten en archeologie
Mevrouw drs. H.T.M. Scholten (Groen Links) Wethouder van jeugd, welzijn en zorg welzijn / WMO, armoedebeleid, gezondheidszorg, jeugdbeleid, primair en voortgezet onderwijs/ voorschoolse educatie / Spil, diversiteit / inburgering en dierenaangelegenheden
De heer ir. G.C.S.M. Depla (PvdA) Wethouder van financiën, dienstverlening en organisatie financiën, organisatie / personeel, dienstverlening, bedrijfsvoering / ICT, minder regels / goed geregeld en inkoop
Mevrouw drs. M.C.T.M. List-de Roos (VVD) (tot1 maart 2012 de heer H.Brink) Wethouder van economie, werk en beroepsonderwijs Economische zaken, Brainport / MKB / marktzaken, beroeps- en hoger onderwijs, arbeidsmarktbeleid, sociale zaken, re-integratie en sociale werkvoorziening, externe ICT, BOR en studentenstad
Mevrouw drs. P.M. Pistor Gemeentesecretaris/Algemeen directeur
-1-
1. Algemeen 1.2 Bestuurlijke hoofdlijn Het Concernverslag 2012 geeft een overzicht van de belangrijke gebeurtenissen uit het afgelopen jaar. In deze collegeperiode hebben we verschillende bewegingen in gang gezet om de stad en de gemeentelijke organisatie toekomstbestendig te maken. In deze economisch en politiek onvoorspelbare www.eindhoven.nl
tijd is dat noodzakelijk.
Leren en werken in Eindhoven Economische ontwikkeling Brainport bedenkt, maakt en verkoopt ‘de producten van morgen’. Het economisch succes van Brainport is van belang voor de internationale concurrentiepositie van Nederland: samen met Amsterdam (Airport) en Rotterdam (Seaport) vormt Brainport het fundament van de Nederlandse economie. Uniek is de intensieve 'triple helix' samenwerking tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheid. Zo tekenden Cisco en diverse partijen in Eindhoven een intentieverklaring voor een verdergaande samenwerking die moet leiden tot
www.brainport.nl www.brainportdevelopment.nl www.brainportavenue.nl
versterking van Brainport Regio Eindhoven op drie gebieden: een efficiëntere zorgverlening die voorbereid is op de huidige demografische ontwikkelingen waaronder de vergrijzing; verbeterde en kostenbesparende dienstverlening van de gemeente aan burgers en bedrijven, en een stad die (technologisch) meer aansluit bij de behoeften van de bewoners en kwaliteit van wonen, werken en leven biedt aan haar inwoners. Ter versterking van de economische ontwikkeling van de regio is de E3 samenwerking met Amsterdam en Rotterdam uitgebouwd. Met de overige campusgemeenten Best, Helmond, en Veldhoven (met Eindhoven de C4) is een plan van aanpak opgesteld waaronder ook ingezoomd is op het verstevigen van de samenwerking op het vlak van acquisitie. Brainport Avenue is een cruciale schakel in het rijkswegennet en in de bereikbaarheid van de nationale Mainports. Brainport Avenue is een gebiedsontwikkeling van vijf gemeenten: Eindhoven, Veldhoven, Best, Waalre en Son en Breugel. Onderdeel is de Brainport Innovatie Campus, een ambitieuze gebiedsontwikkeling van Landelijk Strijp. Een nieuwe, toekomstgerichte en duurzame locatie die bij uitstek geschikt is voor samenwerking en open innovatie. Samen met de partnergemeenten in het stedelijk gebied is het regionale 1-loket opgezet. Hierdoor is het voor bedrijven niet meer nodig om meerdere gemeenten langs te gaan voor een vestigingslocatie. Koningin Beatrix bracht 22 november, samen met de Slowaakse president, een bezoek aan Eindhoven. Het gezelschap bezocht onder andere de High Tech Campus Eindhoven voor een demonstratie van nieuwe lichttechnologieën die in Brainport Regio Eindhoven worden ontwikkeld en die oplossingen bieden voor de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst. Met nieuwe verlichtingstechnologie kunnen we bijvoorbeeld de kwaliteit van de gezondheidszorg verbeteren, energiebesparing en veiligheid bevorderen in de openbare ruimte en de leerprestaties van kinderen verbeteren met slim verlichte klaslokalen. Ook de burgemeesters van Amsterdam, Almere, Nanjing en een delegatie van ruim 150 Nederlandse ambassadeurs, vertegenwoordigers van grote bedrijven en economische topsectorenteams waren in 2012 te gast.
-2-
Citymarketing en evenementen Eindhoven365 (officieel Stichting Eindhoven Marketing) heeft de activiteiten van CityDynamiek en VVVEindhoven gebundeld. Deze transitie is in 2012 afgerond. Rond de drie pijlers Technologie, Design en Kennis vormt zich de citymarketingstrategie om te komen tot een sterk merkbeleid en merkbeleving voor de stad Eindhoven. Dit moet (in)direct als een magneet werken voor (internationale) kenniswerkers, ontwerpers, technologiebedrijven, kennisinstellingen, organisaties en events.
www.eindhoven365.nl
In 2012 is een nieuw evenementenbeleid vastgesteld. De groeiende belangstelling voor publieksevenementen en de noodzakelijke aandacht voor de veiligheid en beheersbaarheid van evenementen zijn mede aanleiding geweest voor het herijken / actualiseren van het beleid. De primaire verantwoordelijkheid van de overheid ligt op het gebied van vergunningverlening en openbare orde en veiligheid. Deze verantwoordelijkheden staan daarom in dit nieuwe beleid centraal. Eindhoven365 vervult de front-office voor alle vragen en advisering met betrekking tot evenementen. Het beleid kent twee soorten evenementen. ‘On-Brand evenementen’ zijn evenementen die volledig aansluiten bij de citymarketingstrategie van Eindhoven en daar ook mede invulling aan geven. ‘Off-brand evenementen’ zijn evenementen die niet primair onder de citymarketingstrategie vallen, maar die voor inwoners van Eindhoven dan wel bezoekers zeer aantrekkelijk zijn. De publieke belangstelling voor Eindhovense evenementen groeit zowel regionaal, nationaal als internationaal. Denk aan de Dutch Design Week, Glow, de marathon en Koninginnedag, maar ook aan kleinere evenementen zoals de evenementen op het Wilhelminaplein of Parkdans. Arbeidsmarktbeleid Het Eindhovens re-integratiebeleid heeft de laatste jaren een goede start gemaakt. Binnen een gedifferentieerde aanpak krijgt iedere nieuwe instroom met een arbeidspotentieel een traject aangeboden in het Werkleerbedrijf . De overige groep cliënten wordt doorgeleid naar de werkteams, waar meerdere (interne) trajecten beschikbaar zijn. Daarbij is strak gestuurd op onder meer strikte uitvoering van de poortwachterfunctie. Met deze brede aanpak is tegen de landelijke trend in het aantal werkloosheids- en bijstandsuitkeringen tot september 2012 gedaald. Vanaf september hebben de prestaties de stijgende werkeloosheid in Eindhoven niet meer kunnen compenseren. Als gevolg van de economische ontwikkelingen kende Eindhoven uiteindelijk over heel 2012 een stijging van 1 %, maar dit cijfer is altijd nog gunstiger dan het landelijke gemiddelde van 2,9 %. Budgettair leidt dit tot voordelen. Gemeenten ontvangen op basis van de wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG) een budget voor het voeren van een effectief re-integratiebeleid. Het macrobudget wordt volgens een vast model verdeeld over alle gemeenten. Uitgangspunt is dat het budget volstaat om alle bijstandsuitkeringen in Nederland te kunnen betalen. Het Rijk heeft het macrobudget in 2012 moeten verhogen. Omdat we beter presteren dan het landelijk gemiddelde ontstaat een overschot. Dit voordeel zetten we in binnen het arbeidsmarktbeleid om mensen aan het werk te helpen. Dit met instrumenten als de werkcheques voor 45+ en 27-, de haalbaarheid van een lokaal investeringsfonds voor behoud en bevorderen werkgelegenheid, onderzoek naar het instellen van een werkboulevard (HRM-steunpunt voor alle werkgevers) anno nu, inzet op (door)starters en ZZP’ers en PSO-audits (Prestatieladder Socialer Ondernemen), een meetinstrument waarmee objectief kan worden bepaald in welke mate een bedrijf bijdraagt aan de werkgelegenheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.
-3-
www.pso-nederland.nl
1. Algemeen Design en innovatie De creatieve industrie, een bonte en brede verzameling van beroepen en bedrijven, is door het kabinet Rutte bestempeld tot één van de negen topsectoren in Nederland. Ook in Eindhoven zijn design en innovatie belangrijke speerpunten van beleid. Op tal van gemeentelijke taakvelden worden designers
www.clicknl.nl
betrokken bij de ontwikkeling van creatieve oplossingen voor stedelijke vraagstukken zoals openbare ruimte, zorg en gezondheid, WMO, veiligheid, duurzaamheid, sociale cohesie en educatie. Daarmee levert de creatieve industrie niet alleen een economische bijdrage aan land en regio, maar draagt ze ook bij aan een beter leven voor onze inwoners. Tijdens de Dutch Design Week heeft CLICKNL haar deuren geopend op Strijp S. CLICK NL (Creativity Learning Innovation Co-creation and Knowlegde) is het
www.slimmerleven2020.org
landelijke kennis- en innovatienetwerk voor de creatieve industrie. Daarnaast zijn we partner geworden in Slimmer Leven 2020. Deze coöperatie heeft momenteel 70 deelnemende partners, zoals (lokale en regionale) overheidsinstellingen, zorginstellingen, ziekenhuizen, woningbouwcoöperaties, welzijnsinstellingen, kennisinstituten, bedrijven en zorgverzekeraars. Onze ambitie is te zorgen voor significante doorbraken op het gebied van zorg, wonen en welzijn die op de lange termijn ook kostenbesparing voor de maatschappij en economische meerwaarde opleveren. Het convenant Lokaal Innovatieprogramma 2012-2014 is ondertekend door de gemeente en zes Eindhovense kennisinstellingen (TU/e, Fontys Hogescholen, Design Academy Eindhoven, ROC Eindhoven, Sint Lukas en Business School Notenboom). De innovatiekracht van de stad en regio wordt op vijf taakvelden gestimuleerd: zorg en gezondheid, educatie, burgerparticipatie, duurzaamheid en sport. In 2012 stond het Innovatieprogramma in het teken van “Zorg en gezondheid”. Op Strijp S was de bijeenkomst Designing Out Crime, waarbij design en ‘design denken’ wordt ingezet om meer veiligheid te creëren in de openbare ruimte.
Samen leven in Eindhoven WMO en Welzijn Met de val van het kabinet is de overheveling van taken naar de gemeente vertraagd. De Wet Werken Naar Vermogen die aanvankelijk per 1 januari 2013 van kracht zou gaan is gewijzigd in de Participatiewet. Deze zal per 1 januari 2014 ingaan. In het kader van de overdracht vanuit de AWBZ naar WMO, zou aanvankelijk alleen de begeleiding in 2013 overkomen naar de gemeente. Het regeerakkoord van Rutte 2 spreekt echter ook van de overdracht van persoonlijke verzorging (ADL) en cliëntondersteuning. Alle transities AWBZ zullen op 1 jan 2015 van kracht gaan. Dit geldt ook voor de decentralisatie Jeugdzorg. WIJeindhoven is de omslag van het sociaal beleid die de stad gaat maken. Belangrijk hierbij zijn de uitgangspunten: 1 huishouden, 1 plan, 1 contactpersoon. Die professionele contactpersoon is een generalist en kan dus op meerdere gebieden ondersteuning bieden. Maar vooral stimuleren we de eigen kracht van mensen en van de sociale omgeving en het gebruik van de
www.wijeindhoven.nl
basisvoorzieningen in de stad. Dat betekent ook dat meer naar de vraag wordt gekeken (wat heb je nodig), dan naar het aanbod (wat hebben we te bieden). Er zijn 2 startgebieden waar we vanaf september gestart zijn met WIJeindhoven: Tongelre (de buurten Lakerlopen, Villawijk en Doornakkers) en Gestel Midden (Bennekel, Blaarthem, Genderdal). De twee teams bestaan uit een diversiteit van professionals van medewerkers van Stichting Neos, GGze, De Boei, Stichting Jeugdzorg, Combinatie Jeugdzorg, Lunetzorg, Stichting Mee, Zuidzorg, Lumensgroep, Impegno en de gemeente Eindhoven. De eerste ervaringen wijzen uit dat de expertise van de generalisten goed en breed
-4-
inzetbaar is. Dat zij in staat zijn om meerdere onderwerpen op te pakken. Eind 2012 is het ‘Tactisch Team’ opgericht. Hierbij zijn alle partners die generalisten leveren aangesloten, inclusief de Vrijwillige Hulpdienst, de politie, Woonbedrijf en Fontys Hogeschool. Dit team heeft als taak om de methodische aanpak op hoofdlijnen te beschrijven en om operationele problemen (die niet individu gerelateerd zijn), op te pakken en een antwoord te bieden ter ondersteuning aan de operatie. In de lijn van WIJeindhoven is ook binnen de Wmo de zogenaamde Kanteling-smal ingezet. Dit is een uitwerking van de Wmo-visie die uitgaat van actieve sturing en stimulering van de eigen kracht van individuele burgers. De Kanteling van de Wmo moet bijdragen aan de ambitie om vernieuwend welzijnsbeleid te realiseren waarin niet de het aanbod, maar de behoefte van mensen centraal staat. Als pilot is in twee gebieden gestart met het voeren van ‘keukentafelgesprekken’, waarin duidelijk moet worden waar de behoeften van de cliënt nu echt liggen en op welke wijze aan deze behoefte kan worden voldaan. In eerste instantie wordt dan gekeken naar wat de cliënt zelf kan of kan regelen. Het Stedelijk Kompas is het plan van aanpak voor de maatschappelijk op vang en verslavingszorg. In 2012 heeft een kentering plaatsgevonden in de aanpak van de dakloosheid. Kern van die omslag is dat de zorg niet langer voorop wordt gesteld, maar alleen wordt ingezet als aanvulling op zelfstandig wonen en werken/dagbesteding. In dit kader zijn er ook programma’s opgezet voor zwerfjongeren waarbij getracht wordt toeleiding naar werk en een zelfstandige bestaan te realiseren. Leefbare wijken Er is de afgelopen jaren heel veel gedaan om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren. Daar mogen we samen met de bewoners en onze andere partners trots op zijn. Maar we zijn er nog niet en de opgave is nog niet af. In een deel van de wijken blijft gezamenlijke inzet op de thema’s sociaal, economisch, fysiek en
www.eindhoven.nl/wijkvernieuwing-eindhoven
veiligheid nodig. Een concentratie van bewoners in een achterstandspositie vraagt om een langdurige inzet ten behoeve van een sterke sociale infrastructuur. Er is en wordt door de gemeente, de partners en de bewoners vanuit een gezamenlijke visie aan de toekomst van de wijk gewerkt. Merkbaar is dat een fysiek betere buurt een positief gedrag heeft op gedrag van bewoners. Door de bewoners op veel terreinen te betrekken en te laten participeren bij de ontwikkeling van de buurt wordt dit effect versterkt. Als voorbeeld kan De Toeloop in Doornakkers worden genoemd. Door de realisatie van De Toeloop en de programmering hiervan is een natuurlijke verbinding (aan het) ontstaan tussen de buurten (Doornakkers en Tongelresche Akkers). Samen met de gebruikers, de bewoners en Woonbedrijf stimuleren we het succesvol gebruik van het Spilcentrum/MFA en willen we dit naar de toekomst toe borgen. Bij het werken aan de leefbare wijken geldt dat er geen sprake meer is van blauwdrukplanning maar van een organische vorm van wijkvernieuwing waarbij we samen met bewoners en partners kansen en mogelijkheden benutten om kleine stappen te zetten richting de gestelde ambities. In 2012 is deze werkwijze ook verankerd in de samenwerking met de corporaties. Samen met de corporaties is een plan van aanpak gebiedsgericht werken opgesteld. Het proces van buurtanalyse, aanwijzen actiegebieden naar een concreet buurtcontract is daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bewoners, corporaties en gemeente. Onderdeel van de afspraken is het besluit dat alle wijken, waaronder de wijkvernieuwingsgebieden, die extra inzet krijgen voortaan ‘actiegebieden’ heten. Met ingang van 2014 komen, op basis van een grondige analyse, de nieuwe aanwijzingen tot stand voor de periode 2015-2018. Binnen deze samenwerking is daarnaast in 2012 een start gemaakt met het verkennen van het proces om samen te programmeren. Gemeente en corporaties onderkennen het belang van het afstemmen van de investerings- en reguliere onderhoudsmiddelen om daarmee in overleg
-5-
1. Algemeen te komen tot doeltreffende en doelmatige besteding van schaarser wordende middelen. Zeker in deze tijd waar sprake is van een toenemende druk op de beschikbare middelen is een gezamenlijk aanpak met focus op de juiste methoden die effectief zijn nodig. Veiligheid en handhaving Op het gebied van veiligheid zijn de aanpak van risicojeugd, woninginbraken, auto-inbraken, fietsendiefstallen, overvallen, woonoverlast, geweld (relationeel en overig geweld), georganiseerde criminaliteit en veilig uitgaan als prioriteit benoemd. Op veel thema’s zijn positieve resultaten te melden. De samenwerking met de verschillende partners verloopt steeds beter. De actoren die invloed hebben op de leefbaarheid en veiligheid in de stad zijn meer en meer in beeld. Het bureau Intelligence levert daarin een meerwaarde. Door hun bijdrage wordt informatie gestuurd beleid mogelijk en kan er steeds meer sturing plaatsvinden op de door hen in beeld gebrachte ‘hot-spots’ en ‘hot-times’. Ook uit de jaarlijkse Integrale Veiligheidsmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat Eindhovenaren zich steeds veiliger voelen in onze stad. Daarnaast wordt er veel regionaal samen gewerkt (taskforce B5, RIEC, RCF, Veiligheidshuis) waardoor de slagkracht op het gebied van veiligheid wordt vergroot. Versterken jeugdbeleid We hebben de ambitie om samen met het bedrijfsleven en de onderwijssector de instroom in de brede techniekpraktijk fors te vergroten. Daartoe is een basis gelegd met het ondertekenen van de letter of intent met het MKB, ROC, twee VMBO en de Eindhovense Fabrikantenkring. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft met de gemeenten en het VO/MBO een VSVconvenant voor de regio Zuid-Oost Brabant afgesloten voor de periode 2012-2015. In Zuid-Oost Brabant is uitvoerend beleid neergezet dat door de centrumgemeente Eindhoven wordt aangestuurd. Daarnaast hebben verschillende partners binnen deze regio de handen ineen geslagen om de afstemming van passend onderwijs en de (transitie) jeugdzorg voor te bereiden en op elkaar af te stemmen. Doel van dit initiatief is om de werelden van onderwijs en jeugd dichter bij elkaar te brengen, deels te integreren en daardoor efficiënter te organiseren. Deze aanpak krijgt onder andere vorm in nieuw op te zetten schoolteams. Door deze teams (samengesteld uit expertise van zowel onderwijs als jeugdzorgpartners) wordt ondersteuning en begeleiding geboden aan jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar en hun ouders. De teams zijn aanwezig op de scholen voortgezet onderwijs en voeren hulp uit thuis, op school en op straat. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) moet ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen voorkomen of bestrijden. Het integreren van de kinderopvang en peuterspeelzalen heeft ervoor gezorgd dat in de gehele stad VVE kan worden aangeboden aan elk kind in de leeftijd van 0 tot 5 jaar. Voor kinderen die geïndiceerd zijn, zijn gratis extra dagdelen beschikbaar. In oktober vierde het Eindhovense Centrum Jeugd en Gezin (CJG) haar eerste lustrum. Het CJG Eindhoven is een netwerkorganisatie, waarbij opvoedondersteuning en hulp aan jeugdigen en gezinnen zoveel mogelijk plaatsvindt in de thuissituatie, op scholen en SPILcentra en in de wijken. www.cjgeindhoven.nl
Het bereik onder jeugdigen en gezinnen is groot.
Op het congres Signs of Safety kwamen zo’n 250 jeugdwerkers uit de hele regio bijeen. Signs of Safety is een werkwijze die in Australië is ontwikkeld en wordt sinds begin 2012 ook toegepast in Eindhoven. Dit gebeurt in gezinnen waar sprake is van een onveilige situatie, zoals kindermishandeling of huiselijk geweld. In oktober heeft de Visitatiecommissie Jongerenwerk een rapport uitgebracht onder de naam ‘Doelgericht jongerenwerk in Eindhoven’. De commissie heeft een overwegend positief beeld van het jongerenwerk gekregen. Wel heeft ze de indruk gekregen dat het wijkgebonden jongerenwerk beter zou kunnen aansluiten op veranderende inzichten over de inhoud van het welzijnswerk, de sturing in het sociale domein (Wijeindhoven) en de veranderingen in de omgeving. Ze is daarom van oordeel dat het wijkgebonden jongerenwerk op een aantal punten te verbeteren is. Grofweg worden een zes-tal
-6-
punten onderscheiden die voor verbetering vatbaar zijn: 1.
De kernfunctie van het jongerenwerk.
2.
De sturing van het jongerenwerk.
3.
Capaciteit jongerenwerkers.
4.
Doelgroep jongerenwerk.
5.
Sturing op outcome.
6.
Professionaliteit jongerenwerkers.
Armoede en schuldhulpverlening Het NIBUD heeft in 2012 onderzoek gedaan naar de stapelingseffecten van diverse (rijks)bezuinigingen. Op basis van de uitkomsten hebben we de koopkrachtdaling van mensen met een laag inkomen deels gecompenseerd. Ook bij de Stichting Leergeld is het aantal aanvragen in 2012 sterk gestegen. De stichting keert geld uit aan gezinnen die in financiële nood verkeren. Het geld is bestemd voor school,
www.leergeld.nl
sport, welzijn of cultuur voor kinderen. De schulddienstverlening is in 2012 gekanteld. Ook hier moeten mensen weer in eigen kracht worden gezet. Primaire doel van de schulddienstverlening is participatie en voorkomen van maatschappelijke kosten. Een schuldenvrije toekomst is een secundair doel. Schuldpreventie, vroegsignalering en advies is een eerstelijnsvoorziening geworden. Het stabiliseren en treffen van schuldregelingen een tweedelijnsvoorziening. De dienstverlening aan mensen die chronisch hulpbehoevend zijn is verbeterd. Zo is een aanvang gemaakt met de verbetering en vereenvoudiging van dienstverlening aan mensen in Fokuswoningen (waar mensen met een ernstige lichamelijke handicap mogelijkheden worden geboden om onafhankelijk en zelfstandig te leven). Verbreding van de doelgroep en vereenvoudiging van het dienstverleningspakket zal verder worden opgepakt.
Kwaliteit van de stad Openbare ruimte Naast de diverse (onderhouds)projecten die zijn uitgevoerd, hebben we ook gekeken of mensen meer betrokken willen worden bij het onderhoud van hun buurt. Dit is gebeurd in het kader van de pilot SlimCity die in 't Hool en Jagershoef heeft plaatsgevonden. Bewoners hebben hier de mogelijkheid gehad om zelf te bepalen welk onderhoud belangrijk is in de openbare ruimte en er is een interactieve
www.buitenbeter.nl
buurtkaart online, waarop bewoners alle informatie over de openbare ruimte kunnen vinden en informatie met elkaar kunnen delen. In 2013 wordt deze pilot geëvalueerd en wordt bekeken of hij breder kan worden uitgerold. We hebben de eerste grote stappen gezet om onze lokale ruimtelijke regels te veranderen. Het veranderen van die regels is geen doel op zich, maar een opgave om recht te doen aan de veranderingen in de stad en in de rol die wij daarin oppakken. Om die nieuwe rol te definiëren hebben we uitgangspunten vastgesteld. Die vormen nu de basis voor onze lokale ruimtelijke regels. Voor 2013 hebben we een plan van aanpak opgesteld, waarin is vastgelegd waar we onze energie op richten, en hoe we dat met de stad gaan doen. Met de realisatie van een gemeentelijk GeoFundament en de vernieuwing van GeoGids spelen we als gemeente in op de ontwikkelingen die op ons afkomen zoals wettelijke basisregistraties en de verwachtingen van inwoners om met de gemeente te communiceren via online kaarten, smartphones (zoals de BuitenBeter-app) en tablets en de behoefte aan ‘open’, vrij toegankelijke data.
-7-
1. Algemeen Om een goede keuze te maken wanneer we wat en waar in de stad toe willen passen op het gebied van licht is de Roadmap Stedelijke verlichting Eindhoven 2030 opgesteld. De roadmap geeft concreet aan welke stappen wanneer genomen moeten worden om te komen tot onze uiteindelijke ambitie: een slim lichtgrid, dat verlichting, energie en de (ontwerp) mogelijkheden van de sociale ruimte samenbrengt. Kracht van de roadmap is dat het de samenhang der dingen zichtbaar kan maken, licht is als zodanig hier een uitwerking van. Aanleiding tot deze roadmap was het bezoek van tachtig internationale gasten aan onze stad om de huidige en toekomstige ontwikkelingen op het gebied van licht te bekijken. Ze behoren tot het netwerk LUCI: City Under Microscope. LUCI is een internationaal netwerk van steden en lichtprofessionals die licht inzetten als instrument voor stedelijke, sociale en economische ontwikkeling. In het kader van het PLUS-project (Public Lighting strategies for sustainable urban spaces) bezochten tegelijkertijd de elf Europese partnersteden Eindhoven. Zij wisselden kennis en ervaring uit om gezamenlijk tot betere oplossingen op het terrein van openbare verlichting te komen. Een delegatie van ambtenaren uit Engeland, Frankrijk en België was op bezoek in Eindhoven voor het LivelyCities Project (LICI). Een Europees project om openbare ruimte die niet of slecht in gebruik is, terug te geven aan de buurt. De gemeente Eindhoven heeft drie locaties in de buurt Doornakkers aangemeld voor dit project. Cultuur De Metavisie kunst en cultuur is in het najaar van 2012 ter eerste bespreking aangeboden. De Metavisie zal in 2013 verder uitgewerkt worden en dienen als richtinggevend kader voor het cultuurbeleid van de gemeente Eindhoven. Eindhoven|Brabant heeft zich gekwalificeerd voor de volgende beoordelingsronde om Culturele Hoofdstad van Europa in 2018 te worden. Onder het motto ‘Imagination designs Europe’ willen we dat Eindhoven en de hele provincie één groot living lab wordt, waar met verbeelding als drijvende kracht gewerkt wordt aan de stad en het Europa van de toekomst. Dat doen we met de nieuwste technologische innovaties, open
www.2018eindhoven.eu
source en zoveel mogelijk met elkaar. In september begon de renovatie en verbouwing van het Natlab, om in september 2013 klaar te zijn voor het nieuwe seizoen van Plaza Futura, Broet en Baltan Laboratories. Aan het realiseren van dit project betalen diverse overheden mee, zoals de provincie NoordBrabant en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Het nieuwe Natlab 2.0 gaat instellingen huisvesten met aan elkaar grenzende culturele functies zoals film, evenementen, theater en nieuwe media (onderzoek, ontwikkeling, productie en presentatie). Voor de bibliotheekfunctie zijn de lijnen uitgezet waarlangs de transitie naar een nieuw innovatief profiel wordt vormgegeven. De eerste lijn is de ontwikkeling van een Educatief Programma op basis waarvan toekomstig alle scholen in het primair onderwijs een jeugdbibliotheek kunnen hebben die, behalve uit fysieke boeken, ook zal bestaan uit leermiddelen die bijdragen aan de ontwikkeling van mediawijsheid. De tweede programmalijn die voorligt is de ombouw van de Centrale Bibliotheek naar een Centrum voor Media, Educatie en Persoonlijke Ontwikkeling (Kenniswerkplaats). In Berckelhof is een pilot uitgevoerd om het fysieke boek dichter bij senioren en minder mobiele burgers te brengen door de inrichting van bibliotheekpunten in ouderenvoorzieningen.
-8-
Sport Eindhovense sporters hebben prachtige prestaties geleverd op de Olympische Spelen in Londen. Op het stadhuis werd een aantal van hen feestelijk onthaald. De hockeyers van Oranje Zwart werden gehuldigd, zwemcoach Jacco Verhaeren werd benoemd tot ereburger van Eindhoven. Ook zwemsters Ranomi Kromowidjojo en Marleen Veldhuis werden gehuldigd. Samen met andere sporters zijn zij aangesloten bij het Centrum voor Topsport en Onderwijs Eindhoven (CTO) dat voor de sporters de weg naar de top
www.ctoeindhoven.nl
mogelijk maakt. Eindhoven sportstad kreeg ook een nieuwe impuls tijdens een succesvol EK Waterpolo. Het meer dan geslaagde evenement in Nationaal Zwemcentrum de Tongelreep zette niet alleen de sport zelf, maar ook onze stad op de (inter)nationale kaart. Het Sportpark Botenlaan, dat ligt aan de Rijstenweg in Eindhoven, heet nu Sportpark Strijp. Op het herontwikkelde sportpark is een multifunctionele sporthal gerealiseerd. Ook is er de nieuwbouw van de VMBO school van het Christiaan Huygens College, een nieuwe accommodatie voor EHV Handbal en nieuwe (kunstgras)sportvelden. Het sportpark is koploper in gebruik van duurzame energie. Met behulp van zonnestroom, zonnewarmte en Warmte Koude Opslag in de bodem wordt energie opgewekt. Deze duurzame energie voorziet zowel het Christiaan Huygens College als het sportpark in een groot gedeelte van hun energiebehoefte. Voor sportpark ’t Schoot is overeenstemming bereikt tussen de gemeente en de externe partners (Amvest, Woonbedrijf en Stichting Buurtbelangen Drents Dorp) over de dekking van het exploitatiesaldo van sportpark voor de komende 2 jaar. Duurzaamheid en Milieu De gemeente Eindhoven is de eerste gemeente in Nederland die duurzaamheid vorm gaat geven binnen de organisatie volgens de methodiek van The Natural Step (TNS). De principes van TNS houden in dat we uiteindelijk, in een volledig duurzame stad:
b b b b
De bodem niet uitputten
www.naturalstep.org
Geen schadelijke chemisch stoffen gebruiken De natuur niet aantasten Aandacht voor mensen hebben
Dit framework wordt gebruikt om duurzaamheid te verankeren in besluitvorming, planning en uitvoering. Binnen onze organisatie is veel aandacht gegeven aan het voorlichten en informeren van medewerkers over het werken volgens TNS. Voorbeelden zijn het aanpassen van de beheertoets openbare ruimte, de opname van duurzaamheid in diverse werkplannen, het toevoegen van een module ‘duurzaamheid’ in het opleidingscentrum, aanpassing in het handboek openbare ruimte. In 2009 zijn landelijke verplichte afspraken gemaakt over de vorming van een dertigtal regionale uitvoeringsdiensten voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) op het taakveld milieu. De aanleiding is de bestaande versnippering in de uitvoering (500 uitvoerende instanties) en dat het lastig is om grip te krijgen op slecht
www.rudzob.nl
naleefgedrag. Er is gekozen voor een proces met ruimte voor regionaal maatwerk binnen landelijke kaders. Kort samengevat zijn er de volgende redenen voor de vorming van de uitvoeringsdiensten en de bundeling van de uitvoering van VTHmilieutaken door provincie en gemeenten:
-9-
1. Algemeen b
Verminderen van de versnippering in de uitvoering van de VTH-taken om zo eenduidig en effectief op te kunnen treden tegen slecht naleefgedrag.
b
Versterken van de kritische massa, expertise en deskundigheid voor de taakuitvoering door het bundelen van personeel in één organisatie.
b b
Creëren van een 'level plating field' voor burgers en bedrijven met een gelijke benadering en behandeling. Een centraal punt met milieu informatie die de uitwisseling en afstemming verzorgt tussen bestuursrecht en strafrecht (ketentoezicht met politie, Openbaar Ministerie).
In 2012 zijn de noodzakelijke voorbereidingen getroffen voor de op te richten regionale uitvoeringsdienst. De uitvoeringsdienst in onze regio is via een gemeenschappelijke regeling gevormd door 21 gemeenten en de provincie Noord-Brabant en richt zich naast het taakveld milieu ook op de overige taken binnen het omgevingsrecht. Het werkgebied is gelijk aan die van de Veiligheidsregio. Vanaf 1 januari 2013 is de uitvoeringsdienst onder de naam Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant opgericht en gaat naar verwachting vanaf 1 juni 2013 de taken uitvoeren. In 2011 is gestart met het vormgeven van een duurzaam energiebedrijf in Eindhoven. Voortschrijdend inzicht in 2012 heeft er toe geleid dat we daarvoor in plaats in 2012 de focus hebben gelegd op een coördinatiepunt duurzame energie. De doelstelling van dit coördinatiepunt is tweeledig. De gemeente ondersteunt, voor zover het binnen haar mogelijkheden ligt, partijen in de stad die een bijdrage kunnen en willen leveren aan de energieneutrale ambitie van de stad. Daarnaast beperkt de gemeentelijke organisatie haar energiegebruik zo veel mogelijk en gebruikt voor het resterende verbruik alleen groene energie of duurzame energie, tegen zo laag mogelijke kosten. Met de ondertekening van het ‘Manifest Professioneel Duurzaam inkopen’ van het ministerie van Infrastructuur & Milieu, scherpt de gemeente haar ambitie met betrekking tot duurzaam inkopen aan. In september is de marktverkenning Stadspoort Gennep van start gegaan. Dit is een stap in het proces van de nieuwe koers voor het Milieu Educatie Centrum (MEC), waarbij we een zelfstandig ondernemer zoeken voor exploitatie van de Stadspoort.
www.mecehv.nl
Vastgoed De totale grond- en vastgoedportefeuille beoordelen we continu vanuit het uitgangspunt dat deze een bijdrage levert aan de maatschappelijke functies binnen de stad. We hebben geïnventariseerd welke delen van de gemeentelijke vastgoedportefeuille we kunnen afstoten. Het gros van de verkooplijst gemeentelijk vastgoed bestaat uit woningen, zowel leeg en in verhuurde staat. Een aantal (lege) panden is inmiddels verkocht. De zittende huurders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid het betreffende pand te kopen. Ook woningcorporaties en andere professionele partijen zijn benaderd. Een ontwikkeling die nadrukkelijk is ingezet is het stimuleren van medegebruik binnen het maatschappelijk vastgoed door gecombineerde huisvesting/gebruik van maatschappelijke functies (cultuur, maar ook welzijn, zorg, educatie). Het Projectbureau Maatschappelijk Vastgoed gaat hier een sturende rol in vervullen. Dit projectbureau inventariseert welke behoefte er is, welke ruimten er zijn en hoe deze bij elkaar zijn te brengen.
- 10 -
Gebiedsontwikkeling Spoorzone Eindhoven is een belangrijke ontwikkelzone in de stad. De Spoorzone is het gebied langs het spoor binnen de Ring. De zone heeft vier onderdelen: Strijp- S, het Stadionkwartier, het Stationsgebied, en het spooremplacementgebied aan de oostkant van het station tot aan de Ring. De ambitie om van Spoorzone Eindhoven, en met name Strijp- S en Stationsdistrict, een kwalitatief aantrekkelijk en bruisend hoogstedelijk gebied te maken, krijgt ondanks de periode van economische tegenwind verder vorm.
www.strijp-s.nl
De gebiedsontwikkeling Strijp-S verloopt, zeker afgezet tegen het huidige economische klimaat, naar behoren. Wel is alertheid en creativiteit geboden. Alle aanwezige gebouwen zijn vrijwel geheel gevuld, de buitenruimte is voor een belangrijk deel ingericht en wordt o.a. voor evenementen goed gebruikt. Voor het Stationsdistrict is in overleg met de ontwikkelaar onderzocht hoe het stedenbouwkundig plan aangepast kan worden, waardoor een betere fasering en daarmee ontwikkeling van de te onderscheiden gebouwonderdelen mogelijk is. Daarnaast is enige flexibiliteit in het programma toegelaten. Als onderdeel van het Stimuleringsplan Economische Herstel (mei 2009) heeft de gemeente Eindhoven voor het project Meerrijk een achtervangconstructie opgezet. Mede hierdoor kon dit project, ondanks de crisis, in uitvoering worden gebracht. Als uitvloeisel van de achtervang hebben we 70 woningen van de ontwikkelaar overgenomen en ondergebracht in Meerhoven Meerrijk BV, een investeringsfonds dat we samen met de provincie hebben opgezet. Het uitgangspunt van de BV blijft om alle woningen zo spoedig mogelijk tegen acceptabele prijs te verkopen. In de tussentijd is verhuur mogelijk. De woningmarkt is de afgelopen jaren sterk veranderd. De crisis op de financiële markten heeft zijn effect met als belangrijk gevolg stagnatie en vraaguitval op de vastgoed- en woningmarkt. We merken dat nog niet in de daadwerkelijke realisatiecijfers van nieuwe woningen (+1.600 in 2012) maar wel op projectniveau. Vraagstukken die spelen zijn naar welk type woning en in welke prijsklasse behoefte is aan woningen en hoe we de markt in beweging houden en bouwen aan duurzame woningvoorraad die bestand is tegen de structurele veranderingen die plaatsvinden? Steeds meer kijken we daarbij naar de mogelijkheden om de invloed van de eindgebruiker op de woning te vergroten zodat vraag en aanbod (prijs en kwaliteit) beter op elkaar aansluiten. We stimuleren daarom dat mensen zelf (kunnen) bouwen, alleen of samen. Dit past ook in de maatschappelijke ontwikkeling dat mensen meer regie willen over hun leven en zich ook met wonen willen onderscheiden. De acties die we ondernemen betreffen zowel de uitgifte van kavels voor zelfbouw of samenbouw op locaties als Blixembosch Buiten en Waterrijk (in 2012 nieuwe ontwikkelstrategie vastgesteld) maar ook door het stellen van heldere regels (beleidskader CPO), het instellen van een financiële stimuleringsregeling voor CPO-projecten en het uitvoeren van een gerichte communicatie gericht op informeren, vergroten van kennis en kunde en ontmoeten. In Waterrijk is in 2012 de keuze gemaakt voor een andere manier van ontwikkelen omdat de ‘klassieke gebiedsontwikkeling’ daar niet meer werkt. Naast een keuze om minder woningen te ontwikkelen op Waterrijk heeft het college gekozen om afscheid te nemen van de ontwikkelaars en in te zetten op planontwikkeling dichter bij de consument en kleinschalig. Naast een betere aansluiting op de woonwens van de consument is de planontwikkeling daarmee ook beter faseerbaar.
- 11 -
1. Algemeen Bereikbaarheid In 2012 is conform planning een start gemaakt met de realisatie van de HOV in de Sterrenlaan. De verwachte einddatum is voorjaar 2013. Voor de Aalsterweg is het Definitief Ontwerp vastgesteld. Op het gebied van parkeernormen zijn de eerste stappen gezet in de vereenvoudiging van de regelgeving. De parkeernormen hebben tot doel de parkeerdruk te beheersen en zodoende bij te
www.hov2.nl
dragen aan een gunstig woon- een leefklimaat. De huidige economische situatie vraagt om meer flexibiliteit. Gelet daarop zijn nieuwe beleidsregels voor parkeernormen in 2012 vastgesteld waardoor de toepassing van de parkeernormen soepeler is geworden. Eindhoven Airport sluit 2012 af met record van bijna 3 miljoen passagiers. Dat is een groei van 13% ten opzichte van 2011. Een belangrijke oorzaak van deze groei is de toename van het aantal lijndienstbestemmingen; eind 2011 waren er 37 lijndienstbestemmingen, in 2012 is dit aantal toegenomen tot 42. Voor 2013 verwacht Eindhoven Airport een groei van 14% in de passagiersaantallen en zal daarmee in 2013 uitkomen op ongeveer 3,4 miljoen passagiers.
Besturen in Eindhoven met een efficiëntere organisatie Participatie en zeggenschap De gemeente zet hoog in op burgerparticipatie. Niet alleen door inwoners in een vroeg stadium te betrekken bij belangrijke ontwikkelingen, maar ook door burgerinitiatieven te stimuleren, er goed naar te luisteren en door mee te denken. Bewoners moeten de gemeente steeds beter weten te vinden om hun wensen kenbaar te maken, met als uitgangspunt ‘ja, tenzij’. Het initiatief ligt vooral bij de bewoners. Maar de Eindhovenaren worden ook gestimuleerd om zelf activiteiten uit te voeren, al dan niet met ondersteuning van de gemeente. Ook in 2012 zijn er weer mooie voorbeelden. Zo is een aantal bewoners van de Sint Severusstraat aan de slag gegaan met een geslaagde opschoonactie. De straat is schoongemaakt, er is onkruid gewied en er zijn bloemen gezaaid. Binnen de gemeente Eindhoven kennen we al een groot aantal mogelijkheden waar inwoners en ondernemers hun ideeën kunnen indienen. Denk aan de initiatieven in het ruimtelijk domein, de Samenspraakaanpak, buurtcontracten, wijkbudgetten, burgerinitiatieven en de spreekuren van wethouders. Vanaf eind 2012 kunnen ideeën ook gemeld worden aan de ideeënmakelaar. De ideeënmakelaar is een virtueel loket waar ideeën aan de gemeente kenbaar gemaakt kunnen worden. De ideeënmakelaar van de gemeente Eindhoven denkt met de indieners mee en brengt ze in contact met de juiste mensen binnen de gemeentelijke
www.eindhoven.nl/producten/Ideeenbus.htm
organisatie. Samenwerking met mede-overheden In de regio Eindhoven werken we al lang en intensief samen. De (nieuwe) maatschappelijke vraagstukken waar we ons voor gesteld zien vragen echter een vernieuwing van deze samenwerking. Om de toenemende complexiteit van maatschappelijke vraagstukken op te kunnen lossen zetten we in op een vernieuwde samenwerking, waarbij de samenwerking door inhoud wordt gedreven. De betrokken partijen beperken zich niet tot enkel de overheid of tot één schaalniveau. Eerder hebben we dit geduid als multi-level governance. De SRE-organisatie faciliteert deze bestuurlijke samenwerking. De samenwerkingsverbanden zijn steeds minder geïnstitutionaliseerd, maar eerder thematisch en pragmatisch.
www.sre.nl
In de toekomst krijgen de gemeente de ruimte om vanuit eigen kracht thema’s (gezamenlijk) op te pakken. Dit leidt ertoe dat de (uitvoerende) taken die uit de verschillende samenwerkingsverbanden voorvloeien door de gemeenten zelf (in plaats van door het SRE) opgepakt worden. Een centrumstad kan de taken uitvoeren die een grotere schaal vragen.
- 12 -
In Europa is de regio Eindhoven is zeer succesvol geweest in het aantal deelnames aan Interregprojecten, alsook het budget dat daarmee gemoeid is. Het Interreg Community Initiative (‘Interreg’) is een Europese subsidieregeling waarbinnen partijen uit meerdere EU-landen (overheden, bedrijven en kennisinstellingen) samenwerken in projecten op het terrein van duurzame ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Zowel wat betreft het aantal projecten als het subsidiebedrag, is de gemeente Eindhoven de meest actieve Nederlandse organisatie. De gemeente Eindhoven participeert in 17 projecten. "In 2012 werden 4 projecten goedgekeurd in het INTERREG programma, waaronder Health4Growth van de corporatie Slimmer Leven, gericht op diensten en producten op het terrein van health als economische factor en het project D-Air, waarbij we invulling geven aan het 'groene concept' achter de expansie van de Eindhovense Luchthaven. In het Kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling werd het project SPEA goedgekeurd, waarbij Europa voor € 650.000 bijdraagt aan het proces van en in innovatieve energiebesparende toepassingen in de te renoveren stadhuistoren. Publieke dienstverlening Het ministerie heeft bepaald dat kinderen die voorheen met een bijschrijving in het paspoort van hun ouders staan, een eigen reisdocument moeten hebben. Dit moest uiterlijk 1 mei aangevraagd worden om naar het buitenland op vakantie te kunnen. Het Inwonersplein ging zaterdag 21 april extra open om de enorme drukte rondom reisdocumenten voor kinderen te spreiden. 500 mensen maakten hiervoor een afspraak. Onder andere dankzij deze maatregel konden inwoners nog tijdig aan een paspoort of ID-kaart geholpen worden. TNS NIPO reikte een Hostmanship Award uit aan de gemeente Eindhoven. Vooral de deskundigheid van de medewerkers en het nakomen van afspraken scoorden hoog onder de klanten van de gemeente. Zelfredzaamheid van de burger via digitale kanalen (digitaal loket, email en sociale media) wordt verder ontwikkeld. Dankzij een
www.eindhoven.nl/digitaalloket-21.htm
aantal verbeteringen is de gemeentelijke website een stuk sneller geworden en beter bereikbaar voor onze bezoekers. Papierloos vergaderen De gemeenteraad heeft in 2012 de stap naar papierloos vergaderen gezet. Doelen zijn minder belasting van het milieu, betere service aan raadsleden en een grotere kostenbesparing. Een eerste proefneming startte in 2011. De testgroep uit de raad adviseerde pas over te gaan na een gedegen cursorische voorbereiding en na realisatie van een dekkend wifi-netwerk in het stadhuis. Medio 2012 was het zover. Na wat aanloopproblemen is iedereen nu gewend. Stroomlijnen gemeentelijke organisatie De gemeente Eindhoven ontwikkelt naar een slanke, slagvaardige, flexibele en wendbare organisatie. Van een organisatie die bepaalt en regelt wat de stad nodig heeft, naar een partner die samen met inwoners, bedrijven en andere partijen werkt aan het Eindhoven van nu en van morgen. Die ruimte geeft aan creatieve ideeën en mooie plannen. Die zich terugtrekt als een ander het beter kan, belemmeringen wegneemt, faciliteert, stimuleert en verbindt. Daarbij past een ander soort organisatie. Kleiner en flexibel. Die resultaat- en kostenbewust makkelijk in kan spelen op veranderingen. Met Route2014 zijn de contouren van de nieuwe organisatie vastgelegd. Uitgangspunt is de veranderende rol. Deze is bepalend voor de manier waarop de bezuiniging op personeel gerealiseerd wordt. Er zijn voorstellen uitgewerkt voor andere, meer hoogwaardige functies, om de verschuiving naar samenwerking in een netwerkomgeving waar te kunnen maken. Er is gekeken naar de mogelijkheden van anders en slimmer werken en meer efficiency. Taken die beter aan anderen kunnen worden overgelaten worden niet meer
- 13 -
1. Algemeen uitgevoerd. Soms betekent dat terugtrekken en overlaten aan de eindgebruiker of aan de markt. In andere gevallen wordt uitvoering bij derden ondergebracht, waarbij de gemeente wel regie houdt. Over de hele breedte leidt dit tot een kleinere organisatie met minder uitvoering en meer samenwerkend en verbindend vermogen. De organisatie krimpt de komende jaren met circa 400 fte en staat daarmee voor een grote mobiliteitsopgave. Financiën op orde In 2012 is een stresstest uitgevoerd die laat zien dat de gemeente kwetsbaar is. Ondanks dat onze begroting sluitend is, is de afgelopen jaren een kentering waar te nemen in het liquiditeitenpatroon van de gemeente. Voorheen hielden inkomsten en uitgaven elkaar in evenwicht. Een deel van de inkomsten, voornamelijk vanuit het Grondbedrijf, zijn gestagneerd en bezittingen blijven langer in portefeuille. Onze reserves zitten inmiddels in zijn geheel vast in activa (met name gebouwen, terreinen en kunst). Een deel van onze uitgaven moet daarom gefinancierd worden met leningen. Deze brengen hogere rentelasten met zich mee. Dit vergroot de noodzaak van focus op een duurzame financiële positie. Er is daarom een aanzet gemaakt voor het sturen met normen en uitvoerig besproken met de gemeenteraad. In de Kadernota 2014-2017 worden de normen verder uitgewerkt. Het boekjaar 2012 wordt afgesloten met een positief rekeningresultaat. De taakstelling voor 2012 om €42 miljoen te bezuinigen is gerealiseerd. In enkele gevallen wijkt de realisatie (tijdelijk) qua vorm of tijdpad af van ons werkprogramma ‘Samen werkend aan morgen’. De bezuiniging op personele kosten is voor 2012 ingevuld met vacatureruimte. Definitieve invulling vindt plaats op basis van de Organisatie en Formatieplannen (OFP) die naar verwachting in 2013 kunnen worden vastgesteld. Voor de verkoop van panden zijn pakketten aangeboden aan de markt die successievelijk gerealiseerd zullen worden. Voor 2013 lopen de bezuinigingen op naar €62,5 miljoen. Voor de jaren daarna zal de opgave, mede gezien de extra te verwachten rijksbezuinigingen, verder toenemen.
- 14 -
1.3 Financiële hoofdlijn In deze paragraaf geven wij inzicht in het financiële resultaat over 2012 van de gemeente Eindhoven, de belangrijkste hoofdoorzaken die het financiële resultaat hebben veroorzaakt en de realisatie van een aantal belangrijke posten in de begroting. Vervolgens gaan we in op de financiële positie.
Financieel resultaat Het jaar 2012 is gestart met een primitieve begroting waarbij we €732 miljoen aan uitgaven hadden geraamd, € 722 miljoen aan inkomsten en per saldo € 10 miljoen inzet aan middelen die we vanuit eerdere jaren hebben gereserveerd. In deze begroting (zowel primitieve als gewijzigde begroting) was een structureel bedrag van € 42 miljoen aan ombuigingen verwerkt. Door tussentijdse begrotingswijzigingen om de begroting actueel te houden is de begroting in de loop van 2012 bijgesteld naar € 729 miljoen uitgaven, € 710 miljoen inkomsten en per saldo €19 miljoen inzet van reserves. Het actueel houden van de begroting is een van de opdrachten vanuit het coalitieakkoord “financiën helder en op orde”. De begroting dient een zo actueel mogelijk beeld te geven van de beleidsvoornemens en de financiële vertaling daarvan. In dit kader zijn begrotingsspelregels vastgesteld waarbij onder meer is afgesproken dat begrotingswijzigingen gebundeld worden aangeboden op vaste momenten. Deze momenten zijn onder andere bij de tussentijdse rapportages. Een ander moment is op het eind van het jaar waarbij een afweging gemaakt wordt in hoeverre restant budgetten kunnen komen vrij te vallen dan wel dienen te worden doorgeschoven naar een volgend begrotingsjaar om zo de afgesproken taakstellingen in volgende jaren te kunnen realiseren. Eind 2012 is via dit reserveringsdossier € 58 miljoen aan budgetten doorgeschoven naar 2013 en verder, onder andere voor niet bestede middelen nieuwbouw VMBO (€ 22 miljoen) en BUIG (€ 12 miljoen). Tussentijds wordt gestuurd op begroting en realisatie via begrotingswijzigingen, het tussentijds signaleren van knelpunten waarvoor bijsturingsacties zijn geformuleerd en een strikte financiële sturing via onder andere tussentijdse rapportages. Ondanks dat zien we nu bij de realisatie een voordeel ontstaan van per saldo € 22,1 miljoen. Het is goed om dat resultaat in perspectief te plaatsen. Bij de tweede tussentijdse rapportage is een voorlopige jaarrekeningprognose afgegeven van € 2,8 miljoen voordelig. Later is deze prognose in november nog bijgesteld naar € 5,3 miljoen voordelig. We zien dus afwijkingen tussen de gewijzigde begroting, prognose tussentijds en realisatie. Dit is enerzijds het gevolg van het feit dat er zich in het laatste kwartaal van het jaar zich ontwikkelingen kunnen voordoen die niet goed te voorspellen zijn of waar we zelf geen invloed op hebben. Voorbeelden hiervan zijn onder andere het voordeel wat ontstaan is bij armoedebeleid. Ondanks een ruimhartiger beleid in de 2e helft van 2012 zijn er minder aanvragen dan vooraf ingeschat. Een ander voorbeeld is de eindafrekening van het Focus-programma die negatiever was dan in eerste is ingeschat. Daarnaast onstaan er aan het einde van het jaar ook resultaten die het gevolg zijn van extra sturing. Een goed voorbeeld van waar we extra op hebben gestuurd maar waar we voor het uiteindelijke resultaat toch afhankelijk zijn van een derdenpartij (in dit geval het Rijk) is de BDU SIV. Door actief verzamelen van extra verantwoordingsinformatie is het gelukt om meer kosten te verantwoorden waardoor een groot deel van de reservering voor de terugbetaling kon vrijvallen. Pas begin 2013 was duidelijk dat het Rijk akkoord ging met de heraanlevering en de lagere terugbetalingsvaststelling. Daarnaast is er actief gestuurd op het voorkomen dat er middelen van het participatiebudget door onderuitputting zouden moeten worden terugbetaald aan het rijk, door onderzoek kon er € 2,5 miljoen meer aan middelen aan het participatiebudget worden doorbelast dan in eerste instantie werd ingeschat. Een andere oorzaak van het fors positieve resultaat dan geprognotiseerd is dat we tussentijds wel constateren dat we op onderdelen voordelen gaan zien maar dat het soms moeilijk is in te schatten hoe groot deze voordelen gaan worden. Voorbeelden hiervan zijn onder
- 15 -
1. Algemeen andere de uitkeringen levensonderhoud (BUIG) en de WMO-middelen. Bij de jaarrekening blijken voordelen op deze onderdelen groter dan eerder werd aangenomen. Deze prognoses zullen we nog verder verbeteren. Ondanks dat er nu per saldo een jaarrekeningresultaat resteert van voordelig € 22,1 miljoen kunnen we uit onderstaand overzicht concluderen dat het ons steeds beter lukt om de begroting actueel te houden. De uitgaven blijven steeds beter binnen de begroting. Echter we constateren ook dat we er nog niet zijn. Van afwijkingen die we tussentijds constateren moeten we beter gaan inschatten wat de hoogte daarvan gaat worden zodat we tijdig kunnen bijsturen. Daarnaast moeten we nu al ten aanzien van de financiële positie rekening houden met de nieuwe ontwikkelingen die op ons afkomen zoals meer bezuinigingen en decentralisaties vanuit het Rijk. De financiële positie blijft daarom continu aandacht vragen. Een strikte financiële sturing, het tussentijds signaleren van afwijkingen, bijsturen en het goed prognosticeren blijft de komende tijd belangrijk.
Bedragen
Afwijking
* Afwijking
* Afwijking
2009
2010
2011
(x € 1.000)
*
Primitieve
Gewijzigde
Rekening
begroting
begroting
2012
Afwijking
*
2012
2012
2012
Exploitatielasten
44.028 V
31.085 N
14.346 V
732.032
728.610
740.854
12.244 N
Exploitatiebaten
6.404 V
36.404 V
9.432 V
721.944
709.979
732.828
22.849 V
Exploitatiesaldo
50.432 V
5.319 V
23.778 V
10.088 N
18.631
N
8.026
N
10.605 V
Mutaties
43.536 N
5.587 N
21.004 N
10.088 V
18.631
V
30.125
V
11.494 V
6.896 V
268 N
2.774 V
22.099
V
22.099 V
reserves Resultaat
0
0
* Afwijking = rekening -/- gewijzigde begroting
Verklaring afwijkingen en rekeningresultaat Op de lasten, baten en mutaties reserves zijn afwijkingen ontstaan ten opzichte van de gewijzigde begroting. Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de belangrijkste afwijkingen. Hierbij wordt eerst ingegaan op de afwijkingen die voor een belangrijk deel het jaarrekeningresultaat van € 22,1 miljoen hebben bepaald. Daarna wordt ingegaan op de posten die niet of nauwelijks effect hebben gehad op het jaarrekeningresultaat omdat bijvoorbeeld afwijkingen op de lasten gecompenseerd worden door hogere/lagere baten en/of mutaties reserves. Dit zijn tevens de posten die een verklaring geven voor de € 11,5 miljoen hogere onttrekking uit de reserves dan geraamd. Vervolgens wordt kort ingegaan op de realisatie van een paar belangrijke posten in de begroting. Een uitgebreide toelichting is terug te vinden in hoofdstuk 3 van dit Concernverslag bij de financiële analyses van de programmaonderdelen en hoofdstuk 4.2 toelichting programmarekening.
- 16 -
Afwijkingen (tov gewijzigde begroting) bepalend voor het rekeningresultaat
Omschrijving
Lasten
Baten
Bedragen x € 1 miljoen
Mutaties
Afwijking
Reserves
PO 1.1 Armoedebeleid
V 3,2
V 0,8
-
V 4,0
PO 1.3 Uitkeringen levensonderhoud
V 5,1
-
V 0,5
V 5,6
PO 2.3 Stedelijk kompas
V 2,5
-
-
V 2,5
PO 2.4 Inburgering /
V 2,1
V 3,0
-
V 5,1
PO 2.5 Welzijn
V 2,3
V 0,2
V 0,1
V 2,6
PO 3.1 Onderwijs 12-
V 1,1
-
-
V 1,1
PO 5.2 Integrale veiligheid
N 0,6
N 0,5
-
N 1,1
PO 6.2 Bestuurlijke samenwerking
N 2,1
V 1,0
-
N 1,1
PO 8.6 Parkeren
N 0,2
N 1,2
-
N 1,4
PO 7.3 Organisatie en bedrijfsvoering
PO 1.1 Armoedebeleid Vanuit het coalitieakkoord “Samen Werkend aan Morgen” is er in verband met de economische crisis en de verwachte groei die dit zou hebben voor het aantal mensen die een beroep doen op minimaregelingen extra geld vrijgemaakt voor armoedebestrijding. De verwachte stijging heeft zich in Eindhoven in 2012 niet voorgedaan. Bij de 1e tussentijdse rapportage in 2012 werd derhalve een overschot geprognosticeerd van € 3,4 miljoen. Eind 2011 heeft de Raad een motie aangenomen om onderzoek te laten doen naar de stapelingseffecten en de koopkracht voor mensen met een laag inkomen. Op basis van de uitkomsten heeft het College in september 2012 mogelijke maatregelen met de Commissie besproken. De uitbreiding van de maatregelen werd geprognosticeerd op € 1,6 miljoen. Ondanks dit beleid is er toch minder aangevraagd van de regelingen dan vooraf geschat. Met name bij de onderdelen Bijzondere Bijstand voor eigen bijdrage GGZ en reiskosten woon- werkverkeer. Hierdoor resulteert er op het eind van het jaar nog een voordeel van € 2,2 miljoen. Ultimo 2012 is geconstateerd dat er meer middelen aan het participatiebudget konden worden doorbelast dan in eerste instantie bij de begroting en ook tussentijds werd ingeschat (begroot € 1,2 miljoen, prognose + € 0,5 miljoen, realisatie € 2,5 miljoen). Dit betreft met name programmakosten Meedoenbijdrage en personele kosten van Schulddienstverlening. Hiermee zijn gemeentelijke middelen vrijgespeeld. PO 1.3 Uitkeringen levensonderhoud De bestandsstijging van het aantal bijstandsuitkeringen is landelijk 2,9 %. Eindhoven kende uiteindelijk over 2012 een bestandsstijging van 1%. Dit door een combinatie van scherpere prestaties en economische omstandigheden. Tussentijds was al rekening gehouden met een lagere stijging dan gemiddeld en is er via begrotingswijzing eind 2012 voor € 12 miljoen aan BUIG middelen gereserveerd om in te zetten voor 2013 ev. Het uiteindelijke voordeel ligt echter nog € 4 miljoen hoger. Dit wordt veroorzaakt door enerzijds lagere uitgaven WWB (€ 3,2 miljoen) en WWIK (€ 0,4 miljoen) en anderzijds door hogere Rijksontvangsten in 2012 (€ 0,4 miljoen). Wat de WWB betreft is het bestand van Eindhoven met 1% gestegen, echter daar tegenover staat dat de prijs per uitkering lager is dan geraamd. Op cliëntenaantal van circa 5.400 werkt dit hard door. Oorzaak van een lagere gemiddelde uitkering per cliënt wordt o.a. veroorzaakt door een wijziging in de samenstelling van het cliëntenbestand en het resultaat van de inspanning van cliënten om ook parttime aan de slag te gaan. Voor de WWIK geldt dat er sprake is geweest van een tijdelijke regeling waarbij men aanspraak op heeft kunnen maken. Hier is
- 17 -
1. Algemeen echter nagenoeg geen gebruik van gemaakt. Daarnaast zijn er voordelen ontstaan onder andere doordat minder mensen aanspraak hebben gemaakt op de kapitaalsverstrekkingen in de regeling BBZ. Van deze voordelen was tussentijds € 1,3 miljoen geprognosticeerd. PO 2.3 Stedelijk kompas Het grootste voordeel is hier te zien doordat de kosten inzake werk & activering ten laste van het participatiebudget konden worden gebracht. Daarnaast een voordeel doordat de uitstroom van dak- en thuislozen lager is dan verwacht waardoor een kleiner deel van de intensiveringsmiddelen nodig is. De verwachting is dat in de komende jaren wel intensivering nodig zal zijn. PO 2.4 Inburgering / PO 7.3 Organisatie en bedrijfsvoering In het kader van de Brede Doel Uitkering Sociaal Integratie en Veiligheid is van het ministerie van Binnenlandse Zaken begin 2013 een concept vaststellingsbeschikking ontvangen. Deze beschikking houdt in dat we € 2 miljoen aan het Rijk moeten terugbetalen. Bij de jaarrekening 2011 was in eerste instantie nog rekening gehouden met een nog terug te betalen bedrag van € 7,1 miljoen. Dit naar aanleiding van een eerdere beschikking, afgegeven door het Rijk in 2011. Als gevolg van de door de gemeente Eindhoven aangeleverde herziene SiSa-verantwoording 2010 en de SiSa-verantwoording 2011 over de BDU SIV voor de alsnog gerealiseerde prestatieafspraken in 2010 en 2011 is de beschikking door het Rijk bijgesteld naar € 2 miljoen. Omdat er geen juridische grondslag meer aanwezig is om het eerder voorziene bedrag volledig te handhaven kan er € 5,1 miljoen vrijvallen. PO 2.5 Welzijn Voordelen zijn hier te zien in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Tussentijds was er in 2012 al rekening gehouden met voordelen en is er via begrotingswijzing eind 2012 voor € 3,8 miljoen aan WMO middelen gereserveerd om in te zetten voor 2013 ev. Eind 2012 resteerde echter nog een voordeel van totaal €1,5 miljoen. Onder andere doordat de in 2010 en 2011 ingezette groei van het aantal klanten Hulp bij het Huishouden en de gedeclareerde uren per klant lager is dan eerdere prognoses. Daarnaast heeft de aanbesteding op dit onderdeel een positief effect gehad op het resultaat. Ook de algehele tendens bij de woon- en vervoersvoorzieningen is dat het aantal aanvragen en verstrekkingen terugloopt. Dit komt door een sterke nadruk op het gebruik van andere en goedkopere voorzieningen. Daarnaast zijn er middels aanbestedingen en aangepast beleid manieren gevonden om goedkoper in te kopen. De hiervoor genoemde voordelen zijn ontstaan door hier in 2012 bewust op te sturen. Ook in 2013 zullen we dat gaan doen en hiermee hopen we de kortingen die we vanaf 2014 vanuit het Rijk op ons af zien komen te kunnen opvangen. Verder is er voor €1,1 miljoen aan voordelen ontstaan in het kader van subsidies onder andere vrijval van diverse posten door lagere subsidievaststellingen over 2011 door het strikter naleven van de subsidievoorwaarden, incidentele restpost Lumens groep, minder subsidieaanvragen (onder andere senioren) en het in 2012 niet doorgaan van de seniorendag. PO 3.1 Onderwijs 12In het kader van voor- en vroegschoolse educatie heeft de inhoudelijke besluitvorming Harmonisatie Kinderopvang en bijbehorende intentieverklaring organisatorisch uitwerking plaatsgevonden op 18 en 19 juni 2012. De financiële uitwerking is vervolgens op 26 september 2012 geformaliseerd. De inhoudelijke uitvoering schuift door naar 2013. De niet ingezette rijksmiddelen zijn via begrotingswijziging gereserveerd voor 2013 en verdere jaren. De gemeentelijke middelen (€ 1,1 miljoen) vallen vrij, zoals tussentijds gemeld. PO 5.2 Integrale veiligheid Als gevolg van een interne reorganisatie is boventalligheid ontstaan en een formatieplaats abusievelijk niet opgenomen in de begroting. Hierdoor ontstaan nadelen van € 0,5 miljoen. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met opbrengsten vanuit leges. Deze zijn niet gehaald omdat minder BIBOB-onderzoeken zijn uitgevoerd dan begroot.
- 18 -
Dit wordt onder andere veroorzaakt door uitstel van de nieuwe Prostitutiewet en het in 2012 afronden van onderzoeken vanuit 2011 die nog niet legesplichtig zijn. PO 6.2 Bestuurlijke samenwerking Voor het FOCUS-programma (looptijd 1999-2006) heeft in 2012 de definitieve onderlinge verrekening tussen de 9 steden plaatsgevonden. Het FOCUS-programma maakt onderdeel uit van de Europese structuurfondsen ter medefinanciering van gemeentelijk beleid. Met dit programma zijn in Eindhoven in het verleden (grote) projecten gefinancierd ten behoeve van het versterken van de sociaal-economsiche structuur van de stad (o.a. Parktheater, het International Music Master Program en ombouw van een aantal SPILcentra). Door de definitieve verrekening is een nadeel ontstaan van € 0,9 miljoen wat deels veroorzaakt wordt door een (onvoorziene) lagere vaststelling van de Europese subsidie als compromis in een langlopende discussie tussen de rijksaccountantsdienst en programma-accountants van de 9 steden over het subsidiabel zijn van kosten. Daarnaast heeft een overschrijding plaatsgevonden op de programmaondersteuning doordat het programma langer gelopen heeft en doordat de afrekening meer inzet heeft gevraagd dan voorzien bij de start in 1999. In de huidige en toekomstige Europese structuurfondsenprogramma's kan deze situatie niet meer optreden omdat de beheersverantwoordelijkheid voor de programma's bij de provincie Noord-Brabant ligt. PO 8.6 Parkeren De inkomsten van het betaald parkeren blijven fors achter ten opzichte van de geraamde opbrengsten onder andere als gevolg van het vervallen van enkele parkeerterreinen, een teruglopend aantal parkeertransacties en het niet tijdig kunnen invullen van een bezuinigingsopdracht op de parkeerinkomsten.
Overige grote afwijkingen met geen of nauwelijks effect op resultaat
Omschrijving
Lasten
Baten
Bedragen x € 1.000 PO 2.4 Inburgering,
Mutaties
Afwijking
Toelichting
reserves V 1,6
N 1,6
-
0
Als gevolg van het beëindigen van de Wet Inburgering per
diversiteit en
2013 is conform opdracht het BPI bestand leeggemaakt. In de
emancipatie
komende jaren zullen nog uitgaven gedaan worden conform prestatieafspraken die contractueel zijn vastgelegd. Als gevolg hiervan is ten aanzien van de participatiemiddelen Inburgering sprake van een onderrealisatie van € 1,5 miljoen die op basis van de meeneemregeling naar de participatiemiddelen 2013 overgeheveld wordt.
PO 3.2 Peda-
V 2,7
V1,1
N 3,3
V 0,5
Divers e voor- en nadelen, o.a. bij Internationale School waar
gogische infra-
sponsorbijdrage van Philips tegen verwachting in toch in 2012
structuur
is ontvangen en betaling tweede termijn als gevolg van een faillissement van de bouwer niet in 2012 heeft plaatsgevonden. Daarnaast sanering van boekwaarden van panden die niet meer in ons bezit dan wel al gesloopt zijn. Het grootste gedeelte van de voor- en nadelen zijn afgewikkeld met reserve huisvesting onderwijs.
- 19 -
1. Algemeen Omschrijving
Lasten
Baten
N 1,0
V 1,3
Bedragen x € 1.000 PO 4.5 culturele
Mutaties
Afwijking
Toelichting
reserves N 0,3
0
basisinfrastructuur
Resultaat op het door het van Abbemuseum verwerven van kunstwerken en het organiseren en realiseren van tentoonstellingen. Het saldo wordt afgewikkeld met de reserve tentoonstellingen.
PO 7.3 Organisatie
V 0,1
V 3,2
N 3,7
N 0,4
en bedrijfsvoering
Het voordeel op de baten wordt met name gerealiseerd op de interne rente (dit is een nadeel op andere programmaonderdelen waarmee tussentijds begrotingstechnisch al rekening mee is gehouden). Het nadeel op de reserves betreft met name een aanvullende storting voor huisvesting/het nieuwe werken (uit de voordelen bij de ondersteunende afdelingen).
PO 8.5 Afvalbeheer
V 1,9
V 1,6
N 3,6
N 0,1
Voordeel op afvalstoffen heffing, lager tarief GFT, lagere inzamelkosten CURE, hogere inkomsten deelstromen. Nagenoeg alle voordelen worden afgewikkeld met de reserve afval.
PO 8.7 Ruimtelijke
N 35,2
V 12,3
V 23,2
V 0,3
kwaliteit
De lasten en baten van de lopende maatschappelijk nut projecten waren hoger dan geraamd. Het saldo van € 9,9 miljoen is onttrokken uit de voor dat doel ingestelde reserve Maatschappelijk nut projecten in ontwikkeling. Daarnaast is de voorziening nadelige grondexploitaties ter afdekking van verwachte verliezen van planexploitaties met € 9,5 miljoen opgehoogd ten laste van de reserve bouwgrondexploitaties.
Belangrijke posten Bezuinigingen In deze begroting (zowel primitieve als gewijzigde begroting) was een structureel bedrag van € 42 miljoen aan ombuigingen verwerkt. In dit bedrag is ook de korting op het participatiebudget (€ 9 miljoen) opgenomen. Over de voortgang van de bezuinigingstaakstelling is 1 keer per 2 maanden gerapporteerd aan Directie en College. Als op basis van deze tussentijdse voortgangsrapportages geconstateerd werd dat taakstellingen niet konden worden gerealiseerd, zijn alternatieve kostenbesparende maatregelen genomen. In 2012 is voor € 0,4 miljoen niet in haar oorspronkelijke vorm gerealiseerd. Alternatieven zijn gevonden in onderschrijdingen op budgetten elders in de begroting. Het gehele bedrag aan ombuigingen is in 2012 uiteindelijk ook daadwerkelijk gerealiseerd. Personeelslasten Over 2012 zijn de gerealiseerde personeelskosten binnen de gemeente Eindhoven € 525.000 lager dan begroot. Bij eigen personeel ontstond door een vacaturestop een voordeel van € 6,3 miljoen, over geheel 2012 viel de gemiddelde bezetting 113 fte’s lager uit. Daarentegen was ook sprake van stijgende loonkosten (nadeel € 2,5 miljoen). Bij inhuur ontstond een voordeel, door
- 20 -
terughoudendheid bij het inhuren en het inzetten van eigen personeel. Per saldo werd de bezuinigingsdoelstelling op personeel van € 3,9 miljoen ruim behaald.
Personeelskosten (bedragen x € 1.000)
2009
2010
2011
Realisatie salariskosten eigen personeel
119.101
126.877
128.048
45.135
34.648
21.161
Realisatie totaal
164.236
161.525
149.209
149.116
Resultaat
N 3.259
N 2.115
V 1.386
V 525
1.955
1.979
1.963
1.914
Realisatie inhuur personeel
Werkelijke bezetting fte’s per 31-12
2012 132.043 Waarvan €131.750 tlv exploitatie, restant tlv voorzieningen 17.073 Waarvan €16.716 tlv exploitatie, restant t.l.v. activa
Kijkend naar de realisatie over een aantal jaren dan laten de totale personeelskosten een dalende lijn zien, in zowel euro’s als fte’s. In plaats van inhuur wordt steeds vaker eigen personeel ingezet voor tijdelijk werk (Carrière 2014, Klussenbank). Daarnaast wordt inhuurbudget omgezet naar eigen personeel, per saldo is dit in veel gevallen voordeliger. Door een vacaturestop (in 2010 ingesteld) worden vacatures zoveel mogelijk intern ingevuld en wordt slechts bij uitzondering extern personeel aangenomen. Het aantal externe sollicitanten is hierdoor drastisch afgenomen. Salarismaatregelen (cao- en werkgeverslastenstijging) leiden echter weer tot hogere salariskosten. Per saldo is bij eigen personeel sprake van afname in fte’s maar van een toename van salariskosten. Terughoudendheid bij inhuur en aandacht voor kostenbeheersing (tarieven/compliance) hierbij zorgen verder voor lagere uitgaven aan inhuur. Invulling van de bezuinigingsopdrachten (de personele taakstelling), zoals deze gefaseerd in de meerjarenbegroting is opgenomen, zal in volgende jaren zorgen voor een verdere daling van het aantal fte’s en aanverwant de salariskosten. In 2012 zijn alle sectoren ten behoeve van invulling van deze bezuinigingsopdracht aan de slag gegaan met het opstellen van Organisatie&Formatieplannen. Tegelijkertijd is er binnen het sociaal en het ruimtelijk domein verder ingezet op stevige transities. Deze OFP’s zijn deels aan het einde van 2012 voor besluitvorming in route gebracht, de overige plannen volgen in het eerste of tweede kwartaal van 2013. Vanwege de werkgarantie tot 1 januari 2017, in combinatie met de WW verplichtingen, dient hierbij wel rekening te worden gehouden met frictiekosten.
Kapitaallasten materiële vaste activa (economisch nut) De realisatie van de kapitaallasten wijkt nauwelijks af van de gewijzigde begroting. Tussentijds is geconstateerd dat de geraamde investeringen niet conform planning konden worden uitgevoerd (temporisering) onder andere voor Spilcentra, huisvesting onderwijs, aanleg ondergrondse containers en aanleg riolen (begrote investeringen € 85 miljoen, realisatie € 29 miljoen). Dit heeft geleidt tot een verlagen van de kapitaallasten in de begroting met € 12,4. Deze verlaging is begrotingstechnisch voor € 5 miljoen ingezet voor het sluitend maken van de dekking van de nieuwbouw VMBO’s, voor € 4,6 miljoen is het verwerkt binnen het renteresultaat en voor € 1 miljoen verrekend met reserves en tarieven/huren. Uiteindelijk resteert er een voordeel van € 1,8 miljoen ten gunste van het resultaat. Een voordeel van € 0,3 wordt veroorzaakt door een inkoopvoordeel bij de nieuwbouw sporthogeschool Fontys en een nadeel van € 3,7 miljoen door het afboeken van de boekwaarden van oude schoolgebouwen die niet meer in ons bezit zijn. Beide resultaten worden verrekend met een reserve.
- 21 -
1. Algemeen
Kapitaallasten materiële vaste activa (bedragen x € 1.000):
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Realisatie 2012
18.770
19.378
21.433
21.381
Afschrijvingen Rente
22.787
24.808
22.328
21.969
Totaal kapitaallasten
41.557
44.186
43.761
43.350
724
3.739
44.485
47.090
Extra afschrijving Totaal
41.557
44.186
Kijkend naar het totaal aan kapitaallasten over de afgelopen vier jaren dan liggen deze nagenoeg op hetzelfde niveau. Slechts door incidentele zaken, zoals een extra afschrijving, zijn de kapitaallasten soms eenmalig hoger. Kostendoorberekening Kosten en opbrengsten die niet direct toerekenbaar zijn naar de programmaonderdelen en projecten zijn evenals in voorgaande jaren per sector verzameld en vervolgens met verdeelsleutels doorbelast naar de programmaonderdelen en projecten. Het begrote saldo bedroeg in 2012 € 114,1 miljoen, de realisatie bedroeg € 116,7 miljoen, oftewel een nadelig resultaat van € 2,6 miljoen. Dit nadeel wordt veroorzaakt door diverse posten, onder andere personeelskosten, niet ingevulde stelposten en diverse kleine postjes (zie hoofdstuk 4.2). Een andere belangrijke oorzaak zit in de gekozen systematiek en gehanteerde tarieven. De sectoren die aan projecten werken, rekenen door middel van de gewerkte uren kosten door naar de projecten. Het tarief op basis waarvan doorbelast wordt, blijkt te laag te zijn. Tevens wordt een deel van de vaste overhead (van college, ondersteuning, personeelszaken, ICT, administratie, control) via een opslag aan projecten toegerekend. Doordat het aantal projecten afneemt, neemt de dekking voor die overhead ook af. In de realisatie is in 2012 een verschil ontstaan bij de door te belasten uren en tarief van ruim € 5,5 miljoen. € 2,5 miljoen hiervan is tariefsverschil en is afgewikkeld met de daarvoor bestemde reserve overhead. De resterende €3 miljoen is ten laste van het resultaat gebracht. We zullen voor 2014 de systematiek en tarieven gaan herzien. Voor 2013 zullen we maximaal bijsturen in de uitvoering om het negatieve effect zoveel mogelijk te beperken. Algemene uitkering De uitkering uit het gemeentefonds vertoonde over 2012 slechts een negatief resultaat van afgerond € 145.000. Dit is veroorzaakt door een positief nagekomen resultaat over de uitkeringsjaren 2010 en 2011 als gevolg van de definitieve vaststelling van onderliggende statistieken (€ 975.000 voordelig). Via de Decembercirculaire hebben we geld gekregen voor de nieuwe taken ‘transitiekosten RUD’s’ en ‘focusgemeenten’ (€ 377.000 voordelig). Dit geld is gestort in de reserve gemeentefonds om besteding in 2013 mogelijk te maken. De gevolgen van de decembercirculaire zijn uitsluitend in de realisatie opgenomen. Een begrotingswijziging is op zo’n laat tijdstip niet meer mogelijk. Voor het uitkeringsjaar 2012 zijn enkele statistieken en verdeelsleutels aangepast (€ 310.000 voordelig). Tenslotte is rekening gehouden met de vooraankondiging van de tegenvallende afrekening van het accres 2012 (€ 1.430.000 nadelig). Dit betreft de afrekening van het “trap op – trap af” – systeem. De structurele consequenties van het gemeentefonds zijn afzonderlijk berekend bij de Kadernota 2014, als onderdeel van de financiële positie.
- 22 -
Jaarrekeningbeeld 2012 De voorgaande analyses kunnen als volgt worden samengevat: Programma’s
Uitgaven in 2012
Inkomsten in 2012
Gewijzigde (bedragen x € 1.000):
Gewijzigde
begroting
Rekening
begroting
Rekening
begroting
Rekening
183.513
175.214
159.961
160.735
23.552
14.479
2 Zorg en Welzijn
84.704
78.002
9.034
11.382
75.670
66.620
3 Onderwijs en Jeugd
77.537
71.960
19.974
21.001
57.563
50.959
4 Kunst, cultuur en sport
71.771
72.968
19.155
21.607
52.616
51.361
5 Openbare orde en veiligheid
27.275
27.943
2.302
1.790
24.973
26.153
6 Burger en bestuur
39.981
41.684
5.495
6.784
34.486
34.900
30.856
28.678
335.721
338.938
V 304.865
V 310.260
203.041
234.778
154.034
166.106
49.007
68.672
1 Inkomen
7 Bedrijfsvoering en organisatie 8 Ruimtelijk 9 Economische ontwikkeling
9.932
9.626
4.303
4.484
5.629
5.142
Mutaties reserves
145.447
155.318
164.078
185.443
V 18.631
V 30.125
Totaal
874.057
896.171
874.057
918.270
-
V 22.099
Kostensoorten
Uitgaven in 2012
Percentage
Gewijzigde (bedragen x € 1.000):
Gewijzigde
begroting
Rekening
begroting
Rekening
134.521
131.750
15 %
15 %
2 Inhuur van derden
22.392
16.716
3%
2%
3 Kapitaallasten (excl. Grondbedrijf)
68.855
73.205
8%
8%
279.391
269.775
32 %
30 %
1 Personeelslasten
4 Subsidies en overdrachten 5 Grondbedrijf (incl. kapitaallasten) 6 Overig * 7 Storting in reserves Totaal
54.137
58.275
6%
7%
169.314
191.132
19 %
21 %
145.447
155.318
17 %
17 %
874.057
918.270
100 %
100 %
Inkomsten in 2012
Percentage
Gewijzigde
Gewijzigde
begroting
Rekening
begroting
Rekening
1 Alg. uitkering gemeentefonds
257.463
257.967
29 %
28 %
2 Overige rijksbijdragen
170.102
182.665
20 %
20 %
3 Belastingen en heffingen
108.629
108.531
12 %
12 %
4 Grondbedrijf 5 Overig * 6 Onttrekkingen aan reserves Totaal *
Saldo in 2012
Gewijzigde
65.165
56.187
7%
6%
108.620
127.477
13 %
14 %
164.078
185.443
19 %
20 %
874.057
918.270
100 %
100 %
onder andere doorbelaste of intern verrekende kosten en opbrengsten, goederen en diensten en werken van/voor derden.
- 23 -
1. Algemeen Vermogenspositie De omvang van het eigen vermogen en voorzieningen van de gemeente Eindhoven bedraagt, inclusief € 22,1 miljoen rekeningresultaat, per 31 december 2012 € 436,3 miljoen. Ten opzichte van 2011 is de vermogenspositie per saldo met € 20,3 miljoen gedaald. Het saldo van de voorzieningen is in 2012 met € 12,3 miljoen afgenomen tot € 107,9 miljoen. De voorzieningen bevatten middelen voor specifieke risico’s en doelen en worden jaarlijks bij de jaarrekening gecontroleerd op toereikendheid voor het doel waarvoor deze zijn ingesteld. De stand van de reserves is per saldo (na toevoeging van het rekeningresultaat 2011 van + € 2,7 miljoen, echter exclusief rekeningresultaat 2012) met € 30,1 miljoen afgenomen tot een bedrag van €306,3 miljoen.
Ultimo 2012 bedraagt het benodigd weerstandsvermogen €78 miljoen, waarvan €27 miljoen voor algemene risico’s. Het beschikbaar weerstandsvermogen is, onder meer als gevolg van het positieve rekeningresultaat over 2011, toegenomen en bedraagt €87 miljoen. Het weerstandsvermogen is derhalve toereikend. Het benodigd weerstandsvermogen voor het grondbedrijf is ten opzichte van 2011 met €12 miljoen gedaald naar €51 miljoen. Dit lijkt een rooskleurig beeld, echter het gros van deze verlaging wordt veroorzaakt doordat risico’s juist zijn opgetreden in de lopende projecten en daarom overgeheveld naar de planexploitaties. Onder andere voor Waterrijk en het project Romagna. De verlaging in benodigde weerstandscapaciteit wordt daarnaast met name verklaard door het aanpassen van het rentepercentage voor verliesgevende planexploitaties naar 1,5%. Dit heeft een positief rente-effect (met name door renteaanpassing Meerhoven), waardoor risico’s in zijn geheel zijn afgenomen. Daarnaast zijn subsidies zeker gesteld en aanbestedingen hebben plaatsgevonden (o.a. gunstige aanbestedingsresultaat op de OV-terminal passage). Naast de verlaging in benodigde weerstandcapaciteit voor de lopende projecten is juist voor de benodigde weerstandscapaciteit voorraadprojecten een toename te zien. Dit als gevolg van de huidige malaise op de vastgoedmarkt die ook de toekomstige resultaten van het Grondbedrijf onverminderd onder druk zet. Inzake het grondbedrijf is verder van belang te vermelden dat de reserve Bouwgrondexploitatie eind 2012 is geëindigd met een klein voordeel van € 0,1 miljoen. In de update MPG 2012 werd nog voorspeld dat de Reserve Bouwgrondexploitaties in het jaar 2012 op een klein tekort zou eindigen van € 0,4 miljoen. Dit voordeel is ontstaan doordat met name de benodigde dotaties aan de voorziening verliesgevende planexploitaties nog enigszins mee bleken te vallen (per saldo storting van € 9,5 miljoen). Daarmee is een vergelijkbare situatie ontstaan als vorig jaar toen eveneens, ondanks dat er een behoorlijk resultaat vrijviel uit het afsluiten van winstgevende projecten (€ 11,7 miljoen in 2011 ten opzichte van € 14,7 miljoen dit jaar) uiteindelijk, door de noodzakelijke verliesvoorzieningen en het overig beheerresultaat dat op de reserve drukt, maar een heel klein positief saldo voor de reserve overblijft. De doorkijk naar de toekomst in het MPG 2013 laat zien dat de reserve ook in de komende jaren onder druk blijft staan.
Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse Projecten leggen een groot financieel beslag op de beschikbare middelen. Bij de behandeling van de begroting 2013 - 2016 is geconstateerd dat het huidige investeringsvolume de beschikbare kasmiddelen overstijgt. Deze constatering heeft geleid tot een aanzet tot scherpere prioritering in de projectportefeuille. In 2012 is hiertoe een nieuw analysekader opgesteld waarlangs de investeringen zijn afgewogen. In deze methodiek zijn in 2012 circa 450 projecten (met circa 400 miljoen euro aan netto uitgaven) beoordeeld op maatschappelijke effecten; de zogenaamde Quickscan Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse (MKBA). Besloten is om alleen die projecten te starten c.q. te continueren die in de categorieën ‘Voort te zetten’ en ‘Niet te beïnvloeden’ 2013 zijn ingedeeld. Concreet betekent dit dat de gemeente Eindhoven voor een bedrag van € 78 miljoen in 2013 en een bedrag van € 48 miljoen in 2014 en verder blijft investeren. Daarnaast wordt voor afgerond € 40 miljoen aan projecten gefaseerd tot na 2016. In 2013 krijgt het MKBA een vervolg voor de projecten die bij de eerste beoordeling in 2012 in de categorieën ‘Te optimaliseren’ en ‘Te herijken’ 2013 zijn geplaatst.
- 24 -
Concreet heeft het MKBA in 2012 tot gevolg gehad dat een aantal projecten in afwachting van de uitkomsten van deze analyse on hold gezet, waardoor er een aantal projecten vertraagd zijn ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Een deel hiervan schuift door naar 2013 en verder. Een uitgebreide toelichting op de projecten is terug te vinden in hoofdstuk 2.8 van dit Concernverslag.
Sturen met normen De stresstest, die is uitgevoerd op de begroting in het voorjaar van 2012, laat zien dat de gemeente kwetsbaar is. Onze organisatie moet wendbaarder worden om sneller te kunnen reageren. Onze inspanningen moeten gericht zijn op het zo min mogelijk vastzetten van onze organisatie. Enerzijds financieel wendbaar door onze begroting op orde te hebben, ons vermogen minder langjarig vast te leggen en een grotere financiële buffer aan te houden. Dit versterkt de noodzaak om afscheid te nemen van de oude rol van de gemeente bij gebiedsontwikkeling en investeringen in vastgoed. Anderzijds organisatorisch wendbaar om goed in te kunnen spelen op uitbreiding of juist inkrimping in ons takenpakket (decentralisaties), om samenwerking aan te kunnen gaan met gemeenten die bij ons aankloppen en om mee te gaan in de veranderende verhoudingen tussen de gemeente en instellingen, bedrijven en inwoners in de stad. In commissieverband is daarom gesproken over sturen met normen. Hierin zijn 4 domeinen gedefinieerd: flexibiliteit, weerbaarheid, stabiliteit en wettelijke kaders. Begin 2013 zijn deze domeinen verder uitgewerkt waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de expertise van andere gemeenten, specifieke deskundigen en de VNG. In lijn hiermee hebben we in deze jaarrekening de beoogde normen en indicatoren opgenomen. Zie onderstaande tabel voor een totaaloverzicht. Voor een toelichting per indicator zie de desbetreffende paragraaf.
Indicator
Norm
Stand ultimo 2012
Waar te vinden in Concernverslag voor nadere toelichting
Kapitaallastennorm
10% van totale uitgaven
Saldo incidentele baten en lasten
8%
4.2 Toelichting rekening
€ 11,5 miljoen
4.2 Toelichting rekening
Begrotingsuitputting Weerstandsvermogen (incl. reserves)
Accountantsverslag € 87 miljoen
2.2 Weerstandsvermogen
Financiering vaste activa
111%
2.2 Weerstandsvermogen
Brutoschuld/inkomsten
62%
2.7 Financiering en treasury
Kasgeldlimiet
Minimaal € 78 miljoen
Maximaal €65 miljoen bij
e
1 kwartaal overschreden, e
aanvang kwartaal
e
2.7 Financiering en treasury
e
2 , 3 en 4 kwartaal onder norm
Renterisiconorm
Maximaal €153,2 miljoen
€37,6 miljoen
2.7 Financiering en treasury
EMU-saldo
Maximaal - € 35,2 miljoen
- € 19,5 miljoen
Bijlagen
- 25 -
- 26 -
Pa ragra fen
2
2.1 Bedrijfsvoering 2.2
Vermogenspositie en weerstandsvermogen
2.3 Verbonden partijen en subsidierelaties 2.4 Onderhoud kapitaalgoederen 2.5 Grondbeleid 2.6 Lokale heffingen 2.7 Financiering en treasury 2.8 Projecten 2.9 Burgerjaarverslag
2. Paragrafen De rekening kent net als de begroting zeven verplicht voorgeschreven paragrafen. Op verzoek van de raad is paragraaf 8 ‘projecten’ toegevoegd. Daarnaast is er collegiaal in het college voor gekozen om de, nu nog wettelijke verplichting van rapportage aan de raad over dienstverlening en burgerparticipatie, op te nemen in het Concernverslag in de vorm van een Burgerjaarverslag. Hierin wordt kort ingegaan op dienstverlening, burgerparticipatie, beroep- en bezwaar en klachten. De paragrafen in dit hoofdstuk zijn: 1.
Bedrijfsvoering
2.
Vermogenspositie en Weerstandsvermogen
3.
Verbonden partijen en subsidierelaties
4.
Onderhoud kapitaalgoederen
5.
Grondbeleid
6.
Lokale heffingen
7.
Financiering en treasury
8.
Projecten
9.
Burgerjaarverslag
2.1
Bedrijfsvoering
In het coalitieakkoord “werken aan morgen” heeft het college de opdracht gekregen de financiën helder en op orde te brengen. Alleen dan is goede sturing en beheersing van de uitgave van de gemeente Eindhoven mogelijk. Dat is nodig vanwege de bezuinigingen als gevolg van minder inkomsten gemeentefonds, decentralisatie Rijkstaken met efficiencykortingen en de krediet- en eurocrisis. Daarnaast decentraliseert het rijk een aantal taken naar de gemeenten. Naast deze bezuinigingen en nieuwe taken zal de verhouding en rol van de gemeente ten opzichte van bewoners, bedrijven, instellingen en verenigingen duurzaam veranderen. Dit vraagt op korte termijn een forse verandering van de ambtelijke organisatie: dit is een verandering in kwalitatieve, maar zeker ook in kwantitatieve zin. De ambtelijke organisatie wordt bij deze verandering ondersteunt door de interne en dienstverlenende disciplines op het gebied van middelenbeheer (PIOFA) en control. De belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot deze disciplines binnen de gemeente Eindhoven worden in deze paragraaf beschreven. Met deze ontwikkelingen wordt blijvend gebouwd aan een sterke organisatie voor nu en in de toekomst. Daarnaast worden de programma’s Mobiliteit, Slim Werken, Het Nieuwe Werken en Huisvesting beschreven welke geïnitieerd zijn als extra maatregelen. Tevens wordt in deze paragraaf aangegeven hoe omgegaan is met de aanbevelingen van de rekenkameronderzoeken.
Nota bedrijfsvoering Begin 2012 is de nota bedrijfsvoering vastgesteld. Hiermee heeft een doorontwikkeling plaatsgevonden van de startnota bedrijfsvoering, zoals die was opgenomen in het verbeterplan bedrijfsvoering uit 2010. Een en ander is destijds in ontwikkeling gebracht naar aanleiding van een aantal rekenkameronderzoeken die betrekking hebben op de sturing en beheersing van het beleid en de organisatie (bedrijfsvoering), te weten:
b b b
“Regeren is vooruitzien” (2007): sturing op en de effectiviteit van het beleidsproces; “Sturen op de achterbank” (2008): de sturingskracht en de transparantie van het begrotingsproces; “Grip op het apparaat” (2010): de beheersing van de apparaatskosten.
- 27 -
2. Paragrafen Evaluatie voortgang projecten Nota Bedrijfsvoering 2012 De projecten die op basis van de rekenkamerrapporten zijn geïnitieerd zijn opgenomen in het projectenportfolio als onderdeel van de Nota Bedrijfsvoering 2012. Naast de projectmatige doorontwikkeling van de Nota zelf is een 10-tal projecten geprioriteerd vastgesteld en in uitvoering genomen. Dit betreft op hoofdlijnen o.a.: Verbetering cyclische instrumenten Voor het begrotingsjaar 2013-2016 zijn beter afrekenbare en scherpere indicatoren geformuleerd. Voor het begrotingsjaar 2014-2017 gaat er gewerkt worden met een nieuwe programma-indeling. De ontwikkelingen bij het sociale - en ruimtelijke domein zijn daarin bepalend. Vooralsnog wordt gewerkt met de door de gemeenteraad vastgestelde 9 programma's (nu de hoofdstukindeling) en 26 collegeproducten (nu de programma- indeling). Stresstest Aan de hand van een rekenmodel zijn de effecten van een aantal exogene factoren (vastgoedcrisis, financiële crisis, sociaaleconomische crisis, bedreiging veiligheid) doorgerekend op de financiële positie (baten en lasten + balans). Daarnaast is vastgesteld welke ruimte de gemeente (vervolgens) heeft om daarop in financiële zin te kunnen reageren. De algemene conclusie is dat er niet zonder meer voldoende ruimte is om de effecten van de individuele schokken of een cumulatie daarvan in financiële zin op te kunnen vangen. Een combinatie van, aan het college en directieraad aangeboden en nog door te ontwikkelen, maatregelen is nodig ter bevordering van de opbouw van additionele reserves (ophogen weerstandscapaciteit) en een herstructurering van de balanspositie ter bevordering van de financiële wendbaarheid. In commissieverband is als vervolg hierop gesproken over sturen met normen. Buiten de reguliere exploitatie wordt hierbij ook nadrukkelijk gekeken naar de ontwikkelingen op de balans (activa en eigen/vreemd vermogen). Er zijn 4 domeinen gedefinieerd: flexibiliteit, weerbaarheid, stabiliteit en wettelijke kaders met elk een paar mogelijke indicatoren en normen. Begin 2013 zijn deze domeinen verder uitgewerkt waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de expertise van andere gemeenten, specifieke deskundigen en de VNG. Op basis hiervan wordt een compacte set aan praktisch hanteerbare normen geïntegreerd in de planning- en controlcyclus. Normen zijn daarbij geen doel op zich. Ze fungeren als streefwaarden en als leidraad bij integrale afwegingen. Inhuur derden De analyse inzake de kenmerken per type inhuurkracht, het aanscherpen van de kaderstelling en de implementatie van een proces Inhuur dat recht doet aan de verantwoordelijkheid van de lijn hebben transparantie gebracht in de aard van de gemeentebrede inhuur en daaraan gerelateerde besteding van budgetten. Deze analyses hebben mede geleid tot een forse verlaging van de inhuurkosten (realisatie 2010 € 34,6 miljoen, 2011 € 21,2 miljoen, 2012 € 17,1 miljoen). Vacaturestop De met Route 2014 samenhangende Vacaturestop geldt nog steeds en draagt bij aan het realiseren van de bezuinigingsopdracht (zie hiervoor de personeelskosten analyse in paragraaf .4.2) en het beschikbaar krijgen en houden van functies waarop (toekomstige) boventallige medewerkers kunnen reageren (doorstroom) in het kader van Carriere2014.
Personeel en Organisatie Herijken en complementeren van het uitvoeringsbeleid en instrumentarium Organisatie&formatieplannen Alle sectoren zijn aan de slag gegaan met het opstellen van Organisatie&Formatieplannen (voorheen de Strategische personeelsplannen) om de transformatie naar een slanke, flexibele en slagvaardige gemeentelijke organisatie uit te werken en te vertalen naar consequenties voor organisatiestructuur en functies. Tegelijkertijd is er binnen het sociaal en het ruimtelijk domein ingezet op stevige transities. Deze OFP’s zijn deels aan het einde van 2012 voor besluitvorming in route gebracht, de overige plannen volgen in het eerste of tweede kwartaal van 2013.
- 28 -
Opleidingen - Carrièreplein
b Opleidingswijzer. Er zijn 700 medewerkers die aan ongeveer 76 trainingen hebben deelgenomen. Dit betekent een verdubbeling ten opzichte van 2011. De gemiddelde tevredenheidscore voor een training is een 8,1.
b Traineeprogramma’s “Toekomst van Brabant” (2010–2012 en 2012–2014). Het traineeprogramma 2010–2012 is dit jaar afgerond en de gemeente Eindhoven heeft van de 9 trainees een 3-tal als talenten in tijdelijke dienst genomen. Voor de periode 2012-2014 worden bij de gemeente Eindhoven 15 trainees (8 maanden per trainee) in het kader van dit 2 jarig programma geplaatst. Loopbaantrajecten. Naast de loopbaantrajecten uit het programma Mobiliteit is tevens gebruik gemaakt van 20 “gratis” aangeboden loopbaantrajecten; deze zijn gefinancierd met een deel van de ontvangen IZA-gelden. Het loopbaandossier draagt bij tot een verandering in de mindset bij betrokkenen en een verhoogde sense of urgency.
Reduceren van de overhead In het kader van Route 2014 zijn door de organisatie keuzes gemaakt ten aanzien van onder meer (wettelijke) verplichtingen, kerntaken en bestuurlijke aandachtpunten, waarop de komende jaren capaciteit zal worden ingezet. In 2012 heeft de gemeente Eindhoven deelgenomen aan de Berenschot Benchmark 2012. Het doel van de benchmark was het bepalen van de efficiency van de overhead functies. Het overheadpercentage (met in achtneming van de bezuinigingen route 2014) is bij de gemeente Eindhoven met 31,8% beduidend lager dan gemiddeld (33,2%) binnen de grootteklasse van 100.000+ gemeenten. De top 25% (de 25%, zijnde de drie meest efficiënte gemeenten uit de referentiegroep van 100.000+ gemeenten) heeft een overheadpercentage van 31,6%. Dit percentage overhead is opgebouwd uit percentages van telkens de beste drie scorende gemeenten, die per onderdeel van samenstelling kunnen wisselen. Conclusie is dat de overhead (decentraal en centraal) bij gemeente Eindhoven op de kwartielscore uitkomt. Met ‘Route 2014’ wordt daadwerkelijk invulling gegeven aan de ambitie om tot de top 25% te horen.
Overeenstemming met Georganiseerd Overleg over arbeidsvoorwaarden
b In december 2011 is binnen het GO overeengekomen op welke wijze de bezuinigingsopgave 2012 van € 1 miljoen op arbeidsvoorwaarden ingevuld zal worden. Gekozen is voor een gedeeltelijke structurele invullingen (€ 655.000) en een incidentele invulling (€ 345.000). Eind 2012 is overeenstemming bereikt over de invulling van de incidentele bezuiniging van het jaar 2013.
b In 2012 is in het Georganiseerd Overleg ook over het Sociaal statuut gemeente Eindhoven 2012 overeenstemming bereikt. Het voortzetten van het diversiteitsbeleid door middel van onder andere stages, werkervaringsplaatsen, scoutproject en generatiemanagement
b Stages en werkervaringsplaatsen: het aantal stagiairs zit nog steeds in een stijgende lijn (2010: 145 2011: 312 en 2012: 416) en voldoet daarmee ruimschoots aan de politieke doelstelling vanuit 2010 om het aantal stagiaires te verdubbelen. Dit ondanks de ingevoerde maatregel dat sectoren hun HBO en WO stagiairs helemaal en MBO voor 25% zelf moeten betalen.
b BBL-studenten: in 2012 is een 3-tal BBL-studenten aan de slag gegaan; dit aantal blijft achter bij de doelstelling van 5. De reden hiervan is financieel, namelijk een BBL’er wordt als tpd’er aangenomen met het daarbij behorende relatief hogere salaris.
b Werkervaringsplaatsen: op basis van dit project zijn 11 personen gestart. Hiervoor is niet een doelstelling gedefinieerd. Voor verdere informatie over personeel, een beeld van de omvang, samenstelling van de organisatie en de ontwikkelingen die zich voordoen zie het Sociaal Jaarverslag 2012. Deze is opgenomen in bijlage 8.
- 29 -
2. Paragrafen
Informatisering en Beheer Resultaat en maatregelen Interne ondersteuning en dienstverlening In het najaar van 2011 heeft Het Expertisecentrum (HEC) een onderzoek uitgevoerd naar de interne dienstverlening op het gebied van ICT en informatievoorziening van de gemeente Eindhoven. Dat resulteerde in 2012 in de opdracht om “herinrichting van de I-functie” binnen de gemeente Eindhoven vorm te geven. In dit onderzoek is geconstateerd dat: 1.
I&B zowel de rol van opdrachtgever, als van leverancier voor de ICT-functie vervulde. Hierdoor was de aansluiting op de overige sectoren niet optimaal.
2.
de directieraad (DR) geen onafhankelijk adviesorgaan had voor ICT-beleid en prioritering van ICT-projecten;
3.
de stabiliteit van de dienstverlening vanuit I&B op orde is .
Inmiddels zijn de volgende verbetermaatregelen getroffen: 1.
er is een multiprojectboard ingesteld als adviesorgaan van de directieraad
2.
de lijnmanagers fungeren als opdrachtgever van ICT-projecten.
3.
er is een nieuw directieraadlid aangetrokken voor de portefeuille Bedrijfsvoering en CIO.
Programma’s Doelstelling is om de gemeentelijke dienstverlening op het gebied van ICT aan te laten sluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen en de kwaliteit van de bestaande dienstverlening te handhaven. Waar mogelijk is bijvoorbeeld gestart met het vervangen van balie dienstverlening door, of aan te vullen met digitale dienstverlening. Met als opdrachtgevers het programma Dienstverlening en het programma Slim Werken is een aantal businesscases ontwikkeld en geïmplementeerd waarmee de kwaliteit van de digitale dienstverlening is toegenomen. Parallel hieraan is gestart met een nieuw dienstverleningsconcept. Informatiebeveiliging De aandacht voor informatiebeveiliging neemt toe, zowel door interne ontwikkelingen als door sturing vanuit de rijksoverheid. Zo is veilig omgaan met gemeentelijke informatie een belangrijke randvoorwaarde voor het programma Het Nieuwe Werken. De gemeente heeft in samenwerking met VNG/King vrijwillig deelgenomen aan de pilot-audit DigiD. Deze audit is succesvol afgerond. De aanvallen van diverse virussen zijn succesvol afgewend. In 2012 waren dit twee grote, wereldwijde aanvallen en dagelijks kwamen meerdere kleine aanvallen voor. Verder is aansluiting gezocht bij landelijke ontwikkelingen door deel te nemen aan expertgroepen van VNG/King. Overige ontwikkelingen In 2012 is portfoliomanagement van software pakketten ingevoerd en is gestart met het centraliseren van de besluitvorming en standaardiseren en saneren van softwarepakketten. Daarnaast zijn de infrastructurele voorzieningen geanalyseerd op het gebied van contracten, licentievormen en prijzen. De (software)portefeuille wordt periodiek bijgesteld op basis van geaccordeerde behoeften en geprognosticeerde kosten.
- 30 -
Administratie, Inkoop, Huishoudelijke Dienst en Catering De sector heeft in 2012 de volgende zaken gerealiseerd: Administratie
b De voorbereidingen zijn getroffen om elektronische uitwisseling van factuurgegevens mogelijk te maken (E-facturatie). Dit zal in 2013 geleidelijk worden ingevoerd en is een van de randvoorwaarden voor vermindering formatie i.v.m. Route 2014
b Naar aanleiding van de gebleken tekortkomingen in de beheersing rondom de verhuisoperatie woonwagenbewoners Orgelplein zijn verschillende verbeteracties in gang gezet waaronder een meer gedetailleerde bewaking van de financiële projectresultaten, het inrichten van een adequaat stelsel van controlemaatregelen inzake betaalopdrachten, het beter bewaren van brondocumenten, het bepalen dat Verzekeringen vóóraf geraadpleegd wordt bij het verzekeren tegen aansprakelijkheidrisico’s.
Inkoop en aanbestedingen
b De gerealiseerde aanbestedingsvoordelen bedragen 2,1 miljoen t/m 2012. Dit is bijna 200K meer dan begroot. Voor 2013 en 2014 blijft nog 900K in te vullen om de bezuiniging op aanbestedingsvoordelen van 3 miljoen te realiseren. Realisatie is afhankelijk van tijdstip nieuwe aanbestedingen.
b Er is onderzoek gedaan naar het keurmerk Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) en hoe dit in te zetten in het inkoopbeleid. De gemeente Eindhoven is voornemens om de PSO in de toekomst te gebruiken bij onderhandse aanbestedingen als invulling voor social return.
b Een extern bureau heeft onderzoek uitgevoerd naar het beleid van de gemeente Eindhoven op gebied van social return ten opzichte van andere gemeenten. Hieruit blijkt dat de gemeente wat betreft maatwerk en strategie tot de koplopers behoort.
b Bij social return gaat het om het creëren van stageplaatsen, leerplekken en arbeidsplaatsen of andere activiteiten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Social return raakt zowel binnen alle geledingen van de gemeente Eindhoven als onder onze leveranciers steeds beter ingeburgerd en de behaalde resultaten laten dan ook een stijgende lijn zien. Juli 2010-
Juli 2011-
juli 2011
juli 2012
Stageplaatsen voor studenten
39
22
Traineeships voor pas afgestudeerden
30
56
61 (2)
48 (11)
Banen langer dan 26 weken op uitzendbasis voor werkloos werkzoekenden
6
13
Fte werkplekken voor WSW’ers
9
11
145
150
Banen (inclusief werk leerplekken) voor werkloos werkzoekenden
Totaal aan plaatsingen op stage- en werkplekken
Sociale Voorwaarden Duurzaam Inkopen:
b In 2012 is Eindhoven als één van de eerste gemeenten in Nederland aan de slag gegaan met het toepassen van sociale voorwaarden in Europese aanbestedingen (onderdeel van de nieuwe aanpak duurzaam inkopen). Sociale voorwaarden dragen bij aan een meer sociaal verantwoorde productie in productieketen. Zo wordt bijgedragen aan het uitbannen van misstanden als kinderarbeid, hongerlonen en onmenselijke arbeidsomstandigheden. Eindhoven werkt hierin samen met het Ministerie van Infrastructuur & Milieu, de organisatie HumanRights@Work en MVO Nederland.
b De bezuinigingen en hogere kwaliteitseisen vragen er om de markt maximaal uit te dagen tot het inzetten van hun expertise om aan alle voorwaarden te voldoen. Een innovatieve aanbestedingsmethodiek die dit bij uitstek mogelijk maakt is ‘Best Value
- 31 -
2. Paragrafen Procurement’ (BVP), in het Nederlands ook wel ‘prestatie-inkoop’ genoemd. Deze methode heeft de gemeente in 2012 voor het eerst en met succes toegepast in de aanbesteding van de restauratie van de Genneper hoeve. De keuze voor BVP bespaarde het maken van een bouwkundig bestek. De winnende aannemer heeft optimaal gebruik gemaakt van de geboden vrijheid om een slim restauratieplan te ontwikkelen, dat tegen de laagste kosten kan worden gerealiseerd. De besparing maakt het mogelijk om het comfort van het woongedeelte vervroegd aan eigentijdse eisen aan te passen.
b Bijdrage geleverd vanuit Inkoop aan Europees innovatieproject SPEA. Het project SPEA wordt gebruikt als bron voor cofinanciering en ideevorming voor de aanbesteding van het energiezuinig maken van gemeentelijk vastgoed, in het kader van de herhuisvesting van gemeentelijk personeel.
Communicatie Bestuur In 2012 had elke wethouder zijn of haar ‘eigen’ communicatieadviseur. Deze één-op-één relatie maakt het mogelijk om de wethouder ‘op maat’ te bedienen en zodoende een bijdrage te leveren aan het zichtbaar en transparant maken van het stadsbestuur. In het eerste half jaar is er intensief ingezet op marketing-communicatieacties om Eindhoven nadrukkelijk te positioneren als ‘slimste regio van de wereld’. In dit kader zijn bijvoorbeeld ambassadeurs uit tientallen landen in Eindhoven ontvangen en was er een actieve rol in de realisatie van de eerste DTW (Dutch Technology Week). Dat Brainport Eindhoven er in de beeldvorming steeds meer toe doet blijkt bijvoorbeeld ook uit het eerste officiële staatsbezoek (Slowakije) dat de stad in 2012 kende. Met de wijze waarop Fontys Sporthogeschool en p+r Meerhoven van start zijn gegaan laat de Eindhoven ook de moderne dynamiek zien die past bij de ontwikkelingen en ambities.
Communicatieve organisatie In het kader van het project ‘Heldere Taal’ van de sector Communicatie zijn in 2012 vierhonderd ambtenaren getraind om ‘helder te schrijven’. Tientallen standaardbrieven die vanuit verschillende sectoren worden verstuurd zijn herschreven om de doelgroepen duidelijker te informeren. Effectmeting van deze acties is lastig. Niet alleen de duidelijkheid van een brief maar bijvoorbeeld ook het type maatregel dat in de brief wordt beschreven kan aanleiding zijn voor reacties. Belangrijk is dat bij ambtenaren het besef groeit dat duidelijke communicatie van cruciaal belang is. Gezien de grote belangstelling voor deze trainingen lijken met dit project grote stappen te worden gezet. verder zijn er cursussen social media (o.a. twitter) georganiseerd voor ambtenaren.
Eindhoven.nl Het op maat informeren van Eindhovenaren stagneert, er zijn technische onvolkomenheden in het Content Management Systeem. De performance (vindbaarheid, snelheid en toegankelijk) van eindhoven.nl is op orde. Om de beheerskosten te minimaliseren wordt nu geïnvesteerd in de herstructurering van eindhoven.nl. Een project dat nog doorloopt tot de zomer van 2013. Als de herstructurering afgerond is kan het op maat informeren van Eindhovenaren weer opgepakt worden en kan er gewerkt worden aan andere toekomstgerichte ontwikkelingen op eindhoven.nl (bijvoorbeeld integratie eindhoven.nl met social media).
Social-media De gemeente heeft haar eigen Facebook pagina. Dagelijks worden er actuele berichten op gepost in de categorie ‘nice to know’ (eindhoven.nl bevat vooral ‘need to know’ informatie). Daarnaast twittert de gemeente Eindhoven, bijvoorbeeld - en met veel succes bij projecten als de Hovenring, Koninginnedag en gladheidbestrijding. In 2012 is ook een begin gemaakt met de productie en inzet van bewegende beelden (film) waarbij gebruikt wordt gemaakt van youtube.
- 32 -
Control b VBIC Het controle bewustzijn is in 2012 organisatiebreed toegenomen. Bij de VBIC rapportage zijn 12 bevindingen met een hoog risicoprofiel gesignaleerd (risico’s voor de organisatie). De sectorhoofden zijn als verantwoordelijken voor deze processen verzocht de aanbevelingen op te volgen, daar expliciet op te sturen en daarmee de risico’s te verminderen, actief toe te zien op de voortgang en daarover te rapporteren. Specifiek zijn er opdrachten ten aanzien van reinigingsrecht, verzekering kluizen, inning vorderingen, bulkfacturaties WMO, parkeeropbrengsten en het gebruik van GWS4ALL. In 2013 gaat de VBIC een meer risicogerichte aanpak op processen en projecten implementeren en de controles verbreden/ uitbreiden met data-analyses en IT-audits, deze acties komen onder andere voort uit het onderzoek orgelplein.
b
Managementletter
De managementletter gaat over de risico’s bij de bedrijfsprocessen en de beheersing daarvan. Naast de risico’s op de interne processen en de kwetsbaarheid van de informatievoorziening (prestatieverklaring, verantwoording subsidies, grondexploitaties) noodzaken de ontwikkelingen extern (wijzigende relaties met onze partners zoals corporaties en in de zorg, rolbepaling in het cultuurdomein en maatregelen uit het regeerakkoord zoals BTW-compensatie en het verschuiven van taken) tot versterking van de informatievoorziening en sturingsinformatie. Analyse van de omgeving en versterken van de strategisch financiële sturing vragen meer aandacht.
Juridische Zaken In 2012 heeft de sector JZ gewerkt aan
b Het bevorderen van de juridische kwaliteit van de gemeentelijke processen en het handelen van de gemeente; b Het zorgdragen voor een zorgvuldige en adequate behandeling van geschillen tussen burgers en bedrijven enerzijds en de gemeente als overheidsorgaan anderzijds;
b Behartigen van de belangen van de gemeente Eindhoven als partij in juridische procedures. Daarnaast heeft JZ de volgende specifieke voornemens gerealiseerd:
b b
Terugkoppeling van verbeterpunten uit de bezwaarprocedure een lopend traject is; Er binnen de organisatie beperkt aandacht is voor de juridische kwaliteitszorg als gevolg van de diverse uit te voeren bezuinigingsmaatregelen;
b
Implementatie van ‘de andere aanpak’ in het primaire proces stokt, o.m. door de door te voeren bezuinigingsmaatregelen. Dit leidt niet tot minder bezwaarschriften. Er is zelfs sprake van een behoorlijke toename van het aantal bezwaarschriften in 2012. Een stijging van 1960 naar 2150 bezwaarschriften (meer dan 10%)! - 42% van de bezwaarschriften is afgehandeld via bemiddeling; - 605 van de bezwaarschriften is binnen de wettelijke termijn afgehandeld. De doelstelling om 80% van de bezwaarschriften tijdig af te handelen is niet behaald. Dit is een gevolg van de sterke toename van het aantal bezwaarschriften. Het gevolg hiervan is ook een toename van in gebreke stellingen en verbeurde dwangsommen, alsmede een toename van gerechtelijke procedures in de vorm van voorlopige voorzieningen!
- 33 -
2. Paragrafen Programma’s Als extra maatregelen om de eerder genoemde ambities en stappen te kunnen realiseren, zijn de programma’s Slim Werken, Het Nieuwe Werken, Mobiliteit en Huisvesting geïnitieerd. Hierna wordt kort ingegaan op de uitvoering in 2012.
Slim Werken Slim Werken is een ontwikkelprogramma om met “lean-management” ons werk écht anders te organiseren. Dat anders kan alleen worden gerealiseerd door het herontwerpen van de werkprocessen zodat diensten en producten sneller, beter en goedkoper geleverd kunnen worden. Belangrijk hierin zijn het bevorderen van de zelfredzaamheid van burgers en het stimuleren van internetgebruik. Maar ook het proberen te vermijden van fouten (in één keer goed), het schrappen van onnodige regels en procedures en het soepeler maken van overdrachtsmomenten als er in een procesketen wordt gewerkt. Echt anders gaan werken is nodig om te groeien naar een moderne organisatie die inspeelt op de veranderende rol van de overheid en het hoofd kan bieden aan de forse bezuinigingstaakstellingen waarvoor we als gemeente Eindhoven staan. In de zogeheten “Lean-studio” hebben al bijna 400 medewerkers via een zelf ontwikkelde lean-game kennis gemaakt met wat “lean” is en wat het voor hun werk kan betekenen. Bewustwording is de eerste voorname stap naar een houding van ‘continu verbeteren’ zodat procesverbeteringen niet bij eenmalige acties blijven maar nadien borging vinden in de organisatie. In 2012 zijn de begrotingswijzigingen voor de in 2011 gestarte pilots (Belastingketens en Inkomensregelingen) afgerond. Daarnaast is er een begrotingswijziging doorgevoerd voor het digitaliseren van bekendmakingen van vergunningen die niet langer in Groot Eindhoven worden afgedrukt maar alleen via de gemeentelijke website. Ook is in 2012 de eerste fase van Parkeren (ORVM/VTH) ‘ingeboekt’ waarbij een nieuw besturingsmodel is ontwikkeld en er activiteiten uit het Herstelplan Parkeren (ic e-loket) zijn uitgewerkt. Er loopt nu een vervolg waarbij het parkeerproces verder wordt gestroomlijnd volgens de lean-principes. Van een aantal trajecten zijn in 2012 de businesscases definitief afgemaakt. Dat zijn de Digitalisering van bezwaar en beroep (VJB), Gemeentelijk bestelproces (AIHD), Vergunningen Wabo (VTH), Vermindering van baliecontacten (Puco) en Formatie & bezetting (P&O). In het eerste kwartaal 2013 zullen de dossiers met bijbehorende begrotingswijzigingen ter besluitvorming aan het College worden voorgelegd. Vier trajecten lopen door in 2013: Procesverbeteringen uit het Verbeterplan I&B, Planning en Control instrumenten (CTR), Verkoop van kavels (GV) en Parkeren fase 2 (ORVM). In 2012 is een totaalbedrag van €930.000 aan bezuinigingen door Slim Werken ingeboekt. Hiermee is de bezuinigingstaakstelling van €1,2 miljoen niet gehaald. Oorzaak is dat (delen van) opbrengsten van kanaalsturing (digitale bekendmakingen € 125.000 en digitale afvalkalender € 75.000) elders zijn ingezet of gebruikt om knelpunten in sectoren op te lossen. Daarnaast is de eindafrekening van de pilot Belastingen verplaatst naar maart 2013 omdat pas dan enkele maatregelen op hun effecten kunnen worden beoordeeld. Het gaat om € 82.500 die nog mogelijk kan worden toegevoegd.
Huisvesting en Het nieuwe Werken (HNW) Het Nieuwe Werken (HNW) is er op gericht een aantal belangrijke strategische organisatiedoelstellingen te helpen realiseren, namelijk: een professionele en flexibele organisatie, aantrekkelijk werkgeverschap, kostenbesparingen en duurzaamheid. Dit programma kent daarvoor 3 ontwikkelsporen: werkplek (“Bricks”: gebouw, inrichting, bureaus, etc.), ICT ondersteuning (“Bytes”: kantoorautomatisering, thuiswerkfaciliteiten, WIFI, smartphones/tablets, etc.) en mens & organisatie (“Behaviour”: leiderschap, medewerkers ontwikkeling, cleandesk, etc.). Het programma “Huisvesting” moet (op de lange termijn) vooral het programma HNW faciliteren met de juiste huisvesting.
- 34 -
Gedurende het eerste halfjaar van 2012 is de businesscase voor korte termijn ambtelijke huisvesting (incl. introductie HNW) afgerond. Het voorkeursscenario in de businesscase (i.e. verlaten KBC, Begijnenhof 27 en Herman de Witte Huis en intrek in NRE) is via een dossier voorgelegd aan de raad. Pijler Bricks: voor het NRE-pand is inmiddels een definitief ontwerp vastgesteld. Dit definitieve ontwerp is tot stand gekomen in samenspraak met vertegenwoordigers van de sectoren die in het NRE gehuisvest zullen worden. Inmiddels is het bestek afgerond en gepubliceerd en is de verwachting dat in het 1e kwartaal van 2013 daadwerkelijk gestart wordt met de verbouwingswerkzaamheden in het NRE (en opvolgend de ontruiming van het KBC). Voor het Stadskantoor zijn ook al workshops met de diverse sectoren geweest die daar gehuisvest zullen worden. Deze input is door de architect vertaald in een definitief ontwerp. Verwachting is dat er vanaf medio 2013 ook gestart zal worden met aanpassingen voor HNW in het Stadskantoor. Voor beide panden geldt dat hergebruik (binnenwanden, vloerbedekking, pantry’s en meubilair) het uitgangspunt is. Pijler Bytes: vanaf medio 2012 is voor de introductie van ICT-technologieën gestart met een aantal projecten: - de introductie van WIFI in alle dienstgebouwen - digitalisering van afdelings- en persoonlijke archieven - afronding van de aanbesteding van Smartphones en het daarbij behorende Mobile Device Management - start van de overgang van Groupwise naar Outlook (essentieel om toekomstige voorzieningen die samenwerking ondersteunen te kunnen implementeren). Pijler Behaviour: in 2012 is er gestart met diverse workshops die gericht zijn op nieuwe werkwijzen (o.a. vergaderen op afstand) en de nieuwe overheid. Daarnaast is er in afstemming met de sector P&O een plan opgesteld gericht op het introduceren van nieuwe interne opleidingen/cursussen, digitaal werken (introductie van interne trainers/digi buddy’s), flexibel werken en aanpassing van de huidige P&O-cyclus en arbeidsvoorwaarden. In 2013 wordt verder uitvoering gegeven aan dit plan.
Mobiliteit Het mobiliteitscentrum (verder te noemen Carriere2014) is in 2012 van start gegaan om alle medewerkers te faciliteren in het zetten van stappen in hun loopbaan en tegelijk een belangrijke bijdrage te leveren aan de doelstellingen van Route2014 in de vorm van (ook externe) mobiliteit om de personeelsreductie te realiseren. Doelstelling is zowel het bevorderen van vrijwillige mobiliteit als het in de nabije toekomst begeleiden van gedwongen mobiliteit door middel van “werk-naar-werk” contracten. Ons motto is daarbij “de juiste persoon, op de juiste plaats, op het juiste moment”. Daarbij helpen we alle mobiliteitskandidaten bij het vinden van een nieuwe baan, waarbij we met name de doelstellingen m.b.t. gedwongen mobiliteit gerealiseerd willen hebben voor het verstrijken van de werkgarantie. Om invulling te geven aan de kernopdracht (mobiliteit in brede zin bevorderen én boventallige medewerkers begeleiden naar ander werk) is in 2012 bereikt:
b b b b
opbouw fysiek en digitaal benaderbaar mobiliteitsbureau onder noemer Carriere2014 (operationeel sinds 12 april 2012); ontwikkeling online platform op Pino ter uitwisseling en publicatie van vacatures, formele informatie en successen; implementatie en ingebruikname van een matching systeem; ontwikkeling taken/rollen en regelen personele bezetting voor de benodigde functies van Intaker, Persoonlijk Ontwikkeladviseur (lees: loopbaanadviseur) Counseler en recruiter.
Daarnaast is de gemeente Eindhoven aangesloten bij het mobiliteitsnetwerk SAM-ZON (Samenwerken Aan Mobiliteit – Zuid-Oost Nederland) en Regio Effect ter uitwisseling van personeel en vacatures, zowel vast als tijdelijk.
- 35 -
2. Paragrafen Ook is het opleidingenaanbod meer gericht op de ontwikkelbehoefte van de organisatie. Enerzijds heeft dit tot doel het beantwoorden aan de kernopdracht, anderzijds draagt dit op de langere termijn bij aan doelstelling om de mindset rondom mobiliteit te veranderen en uit de hoek te halen van alleen gedwongen mobiliteit: “loopbaanplanning en –ontwikkeling is voor iedereen vanzelfsprekend”.
b Concrete aantallen met betrekking tot in- en uitstroom peildatum 31 december 2012: -
Totale instroom (1 januari – 31 december 2012): Vaste medewerkers (23) en tpd ‘ers (37):
60
-
Totale uitstroom (1 januari – 31 december 2012): Vaste medewerkers (83) en tpd’ers (44):
127
-
Per saldo een afname van het personeelsbestand van 67 medewerkers.
b 2012 heeft in het teken gestaan van vrijwillige en preventieve mobiliteit. Met het gereedkomen van het nieuwe sociaal statuut en het gefaseerd vaststellen van de Organisatie- en Formatieplannen (OFP’s) bemerken we een groei in de informatievraag rondom Carriere2014. Dat zal zijn weerslag krijgen in concrete adviesvragen aan loopbaanadviseurs en recruiter.
b In totaal is er in 2012 een budget beschikbaar van 1.126K. Hiervan is 319k uitgegeven. Het restant bedrag is gereserveerd voor 2013. Daarnaast is voor een bedrag van 652K regelingen getroffen met vertrokken medewerkers; dit bedrag is ten laste gekomen van de betreffende sectoren.
Implementatie rekenkameronderzoeken Sinds 2004 zijn diverse rekenkameronderzoeken uitgevoerd. Hierna wordt per rekenkameronderzoek aangegeven hoe procesmatig met het implementeren van de aanbevelingen is omgegaan en wat de stand van zaken is van de implementatie.
Regeren is vooruitzien, sturen op de achterbank, grip op het apparaat Met instemming van de Rekenkamercommissie wordt over de voortgang van de verbetermaatregelen naar aanleiding van deze rapporten gerapporteerd via de Nota bedrijsvoering. Zie hiervoor in deze paragraaf.
Stagnatie of succes Quick scan Strijp S
b Sinds 1 januari 2011 is een interne programmamanager Spoorzone (waaronder Strijp-S) aangesteld en is vervolgens de gemeentelijke programmaorganisatie verder ingevuld. Naast een stevigere inzet op programmacontrolling en (privaat-)juridische advisering/bewaking, is er daarbij ook extra aandacht voor subsidieverwerving en klantbegeleiding bij (flexibele) beschikkingen/vergunningen.
b De programmamanager stuurt de gemeentelijke projecten op en rond Strijp-S aan. Ten opzichte van de PSB-activiteiten is de programmamanager daarnaast verbindingsfunctionaris voor de operationele/tactische activiteiten van PSB. Samenwerking staat voorop, maar ook worden de gemeentelijke kaders nadrukkelijker gehandhaafd. Hij adviseert de gemeentelijke AVAvertegenwoordiger, en is de linking-pin richting ambtelijke organisatie (bewaken programma, uitvoering gemeentelijke taken, leveren gemeentelijke expertises, etc.). Tevens neemt hij deel aan het GEM-overleg (grondexploitatiemaatschappij = Park Strijp Beheer). In het GEM-overleg worden de voorstellen uit de diverse project- en werkgroepen behandeld en de AVA-vergaderingen voorbereid.
b Tevens is in Park Strijp Beheer B.V. een gemeentelijk medewerker actief, welke -samen met een collega vanuit de KVWS-organisatie en de onafhankelijke, extern geworven directeur- meer balans in de samenwerking brengt.
b E.e.a. impliceert dat vanaf 1/1/2011 zowel de gemeentelijke vertegenwoordiging in PSB, alsook de aanhaking aan, resp. sturing resp. controle vanuit de gemeente, niet langer meer door ingehuurde personen plaatsvindt, maar volledig met eigen gemeentelijk personeel wordt bemenst.
b Vanaf 2e helft 2011 is ook de risicobeheersing voor Strijp-S geïntensiveerd. Er wordt halfjaarlijks m.n. op dit onderdeel aan de raad gerapporteerd. Er is een risicobeheersingplan opgesteld; aanwezige risico’s zijn in kaart gebracht, geprioriteerd, en voor de
- 36 -
strategische risico’s zijn beheersmaatregelen opgesteld, waarop periodiek wordt gemonitoord. 2-3 maal per jaar worden door de betrokken medewerkers de risico’s incl. verbeterkansen doorgenomen, 4-5 keer per jaar wordt expliciet ingezoomd op de subsidieonderdelen.
b Daarnaast is op 31/12/11 voor het eerst de halfjaarlijkse rapportage over Strijp-S opgesteld. Met peildatum 30/06/12 is ook de tweede rapportage aan de raad aangeboden en toegelicht. Inmiddels geschiedt dit binnen de Spoorzone ook voor het Stationsdistrict. In de bijlagen behorend bij dit Concernverslag is de voortgangsrapportage over de periode juli t/m december 2012 opgenomen. Hierin is het advies van de rekenkamer bij de 2e turap 2012 met betrekking tot de beschrijvingen van de acties en de resultaten hiervan verwerkt.
b Halfjaarlijks zullen we dit blijven herhalen, waarbij dit telkens onderdeel zal zijn van de reguliere P&C-rapportages. In deze rapportages worden de gewenste ijkpunten van de rekenkamercommissie, een financieel verdiepingsslag, de risico’s en het programma Wenkend Perspectief meegenomen. Telkenmale wordt naar aanleiding van deze rapportages aan de raad –al dan niet op lokatie- een presentatie gegeven, waarbij de mogelijkheid is geboden om vragen te stellen en de stand zaken ook te bezichtigen. Met behulp van deze rapportages en de presentaties wordt de raad gelegenheid geboden om haar controlerende rol beter uit te oefenen.
b Op basis van de halfjaarrapportages wordt zorg gedragen dat de opgevolgde aanbevelingen een structurele doorwerking krijgen, daar deze worden ingebed in de P&C cyclus. Het rekenkameronderzoek komt daarom voor afsluiting in aanmerking.
Welzijnsbeleid gemeente Eindhoven
b In april 2012 is door de gemeenteraad “WIJeindhoven” vastgesteld, dit betreft de systeeminnovatie in het sociaal domein. b In september zijn de 2 startgebieden, Gestel-Midden en Doornakkers/De Laak, van start gaan. De kwartiermaker is aangesteld, de werving voor de twee teamleiders is afgerond en in juni is gestart met de werving van de generalisten. Op 23 mei jl. is de eerste WIJdag geweest voor de twee startgebieden. Hierbij waren organisaties, burgers, raadsleden en overige betrokken partijen betrokken. De ervaringen van deze dag waren zeer positief.
b Naast de visiegestuurde aanpak, vinden er (kleinere concrete) stappen plaats: bijvoorbeeld in het beleids- en uitwerkingstraject van de WMO vindt kanteling plaats waarin individuele verstrekkingen sterker via welzijnsarrangementen worden aangeboden. In juni 2012 heeft de implementatie van de kanteling smal in Woensel zuid plaats gevonden. In samenwerking met MEE en Lumens vinden gesprekken “aan de keukentafel”plaats.
b Voor de subsidieregeling (BCF) is voor de aanvragen voor 2013 een andere invulling gegeven. Dit is verwerkt in de Opdracht Sociaal domein 2013. Het betreft hier de doelstellingen en opgaven op het gebied van welzijn, jeugd en onderwijs, maatschappelijke zorg en publieke gezondheid. Hierbij zijn de volgende kernpunten benoemd;
-
Professionele ontkokering door het principe van één hulpverlener per gezin te hanteren. Community-based werken in het sociaal domein, gericht op netwerken, informele zorg, inzet van vrijwilligers en steunsystemen.
-
Daadkracht van professionals met een ‘erop-af’ mentaliteit, die dichtbij mensen en hun sociale netwerk met mandaat kunnen werken.
Door deze veranderende vraagstelling wordt vanuit de gemeente meer gestuurd op maatschappelijke effecten en prestatie indicatoren. Daarnaast vindt het proces tussen welzijnsorganisaties en gemeente meer interactief plaats. In overleg met de oude raadswerkgroep wordt gekeken op welke wijze de gemeenteraad in de verdere procedure en voortgang geïnformeerd en betrokken wil blijven.
- 37 -
2. Paragrafen Nu de aanbevelingen vanuit de rekenkamer een expliciete plaats hebben gekregen binnen Wij Eindhoven en binnen de uitvoering komt het rekenkameronderzoek voor afsluiting in aanmerking. Over het welzijnsbeleid (o.a. WIJeindhoven, opdracht sociaal domein) zullen wij u dan ook, zowel inhoudelijk als organisatorisch, informeren.
Rekenkameronderzoek Met de rug tegen de muur Op grond van de aanbevelingen van het rekenkameronderzoek Met de rug tegen de muur wordt met betrekking tot complexe projecten en constructies het volgende samengevat, cf. raadsinformatiebrief (11R4547) d.d. 12 oktober 2011;
b De aanbevelingen in het NRE-rapport hebben betrekking op een veranderingsproces (projectmatige aanpak), terwijl de verbonden partijen een meer permanente situatie betreffen. Met verbonden partijen worden de deelnemingen van de gemeente Eindhoven bedoeld. De gemeente Eindhoven heeft daarmee een bestuurlijk en financieel belang in andere rechtspersonen.
b Het Team Verbonden Partijen is samengesteld uit meerdere disciplines, waardoor het implementeren en monitoren van de aanbevelingen in het NRE-rapport kan worden ingepast in de reguliere P&C-cyclus; in een paragraaf over de verbonden partijen in begroting en jaarrekening, dan wel ingebed in de specifieke collegedossiers ten behoeve van de Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders. Ook wordt nadrukkelijk bekeken of bij complexe constructies specifieke expertise intern aanwezig is of dat die extern gehaald moet worden.
b Er is een analyse gemaakt welke verbonden partijen wel of niet een verhoogd risico met zich meebrengen. Daaruit komt voort dat de focus gelegd wordt bij de categorieën publiek private samenwerking (PPS) en publiek private partijen (PPP). In dit verband kan worden genoemd Park Strijp BV/CV (Volker Wessels), Flight Forum BV/CV (Schiphol Group), GR CURE (Van Ganzewinkel), Wonen Boven Winkels Eindhoven N.V.(Woonbedrijf) en Airport Eindhoven N.V. (Schiphol Group), Twice Eindhoven BV (BOM, Rabobank) en Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V. (Aldenhof, Vado Beheer en ABN/Amro-bank ). De bevindingen en conclusies van deze risicoanalyse zal via een separaat dossier in het 2e kwartaal 2013 onder de aandacht worden gebracht.
b Ook andere projecten en constructies, die veel aandacht vragen en waarvoor niet altijd intern specifieke expertise beschikbaar is, komen in aanmerking. Dit heeft dan te maken met de complexiteit en een verhoogd risicoprofiel. In deze situaties wordt via een projectmatige aanpak expertise en kennis bijeengebracht om de risico’s voor de gemeente Eindhoven zoveel mogelijk te beperken cq. beheersbaar te maken. Voor zover noodzakelijk wordt specifieke deskundigheid gevraagd om het college optimaal te informeren en adequate besluitvorming te laten plaatsvinden. De implementatie en uitvoering van de aanbevelingen zijn geïntegreerd in de reguliere P&C-cyclus, waardoor de activiteiten naar verwachting binnen de huidige personele capaciteit konden worden opgevangen. Ingeval het noodzakelijk is om specifieke expertise in te huren, dan zal dit binnen de bestaande budgetten moeten worden opgevangen.
Parktheater De volgende aanbevelingen zijn gedaan:
b
De gemeenteraad dient vanwege haar controlerende rol meer dan nu het geval is bij ‘hoofdpijndossiers’ de verantwoordelijk portefeuillehouder daarover periodiek inhoudelijk te bevragen en aanvullend actief te monitoren op welke wijze de afhandeling van het dossier plaatsvindt of plaats gaat vinden.
b
Indien besloten wordt tot nader onderzoek, dient naast opzet en uitvoering transparantie meer aandacht te krijgen, zeker indien de onderzoeken plaatsvinden op initiatief van organen die behoren tot de publieke sector. De volgende aanbevelingen hebben dan ook tot doel de procesgang van toekomstige onderzoeken adequaat te laten verlopen:
- Bezint eer ge begint: de opdracht (wat moet worden gedaan) dient, uitgaande van een heldere probleemdefinitie (wat willen we weten), te worden opgesteld. Hierbij dient met name te worden bezien of bij het onderzoek, gezien aard en karakter, deelonderzoeken worden onderscheiden en of de uitvoering in fasen plaatsvindt.
- 38 -
- Indien de rol of het functioneren van het college of een van haar leden subject van onderzoek is dan wel zou kunnen worden, dient de opdracht voor een onderzoek aan een extern bureau te worden verstrekt door de gemeenteraad, ter vermijding van (de schijn van) belangenverstrengeling.
- Bij het selecteren van een onderzoeksbureau dient naast onderzoekservaring, deskundigheid en kwaliteit vooral ook haar onafhankelijkheid expliciet te worden meegenomen (vermijding van “enig conflict of interest”).
- Bij de start dienen verwachtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer schriftelijk te worden vastgelegd. Belangrijke aandachtspunten zijn de te hanteren professionele onderzoeksstandaard, de beschikbaarheid van informatie, dossier- en documentbeheer, de wederhoorprocedure en de wijze waarop het definitieve rapport door het bureau wordt uitgebracht.
- Voordat met de uitvoering van de opdracht wordt aangevangen dient duidelijk te zijn wie, zowel ambtelijk als bestuurlijk, projectverantwoordelijk is. De ambtelijke verantwoordelijke is met name belast voor de dagelijkse bewaking van het project (voortgang, aanspreekpunt voor onderzoeker) en voor de informatievoorziening aan de bestuurlijke projectverantwoordelijke.
- Indien het onderzoek dat toelaat dient de gemeenteraad gedurende het onderzoek periodiek, proactief te worden geïnformeerd over de voortgang van het onderzoek en over de tussentijdse bevindingen. Daarmee wordt beoogd zo veel als mogelijk transparant te zijn. Er is behoefte aan richtlijnen voor daadwerkelijk implementatie van de aanbevelingen. Daarom dient een draaiboek te worden ontwikkeld voor doeltreffend en doelmatig handelen. De eerste en laatste aanbeveling komen voor rekening van de Raad (1e diamantje) dan wel de rekenkamer zelf (3e diamantje). In haar evaluatieverslag geeft de rekenkamer aan dat in samenwerking met de afdeling JZ de ‘Handreiking onderzoek’ is opgesteld. De andere aanbevelingen ten aanzien van de wijze van opdrachtverlening zijn overgenomen door het ambtelijk apparaat en toegepast indien er sprake is van dergelijke opdrachten, daarmee is dit geborgd binnen de organisatie. De implementatie van de aanbevelingen wijken niet af van wat er in eerdere rapportages al is gemeld. Het rekenkameronderzoek komt voor afsluiting in aanmerking.
Onderwijshuisvesting Aanbevelingen Raadsbesluit 6 december 2011 zijn opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Aanbevelingen op hoofdlijnen zijn: 1.
Verbetering onderwijshuisvestingsbeleid
2.
Verbetering van uitvoering
3.
Verbetering van de controlefunctie
4.
het college opdragen de Raad halfjaarlijks via tussenrapportages overzicht verschaffen tav de stand van zaken.
Stand van zaken uitvoering aanbevelingen In het nog op te stellen IHP zal een uitvoeringsagenda worden opgenomen. De uitvoeringsagenda wordt het sturende instrument voor de raad. In de uitvoeringsagenda wordt de raad minimaal 2 keer per jaar geïnformeerd op nog te bepalen ijkpunten voor uitvoering, controle, monitoring en bijsturing. Analoog aan de door u aangegeven punten, zullen onderwerpen worden opgenomen in de uitvoeringsagenda, waarbij er betere sturing mogelijk is voor uw raad in deze complexe materie. Middels het instellen van het IHP is [het] zo mogelijk voor uw raad om betere grip en sturing te krijgen op onderwijshuisvesting.
- 39 -
2. Paragrafen Maar we hebben helaas wel moeten constateren dat het opstellen van het IHP meer tijd kost dan wij eind 2011 verwachtten. De raad is over de voortgang van het IHP in december 2012 geïnformeerd door middel van een raadsinformatiebrief. Wij hebben daarin aangegeven dat in nauwe afstemming met de schoolbesturen en overige partners veel werk verzet is om de totale onderwijshuisvestingssituatie en –problematiek in kaart te brengen en tezamen te komen tot een gedeelde visie en ambitie op onderwijs en onderwijshuisvesting. En dat hierin de afgelopen periode flinke stappen voorwaarts zijn gezet en overeenstemming is over de vervolgstappen. Daarnaast hebben wij aangegeven dat vanuit landelijke wettelijke kaders de afgelopen maanden relevante wijzigingen vastgesteld zijn waarvan de gevolgen op lokaal niveau pas binnen een aantal maanden duidelijk zijn. En dat in eerste instantie op verzoek van schoolbesturen van het Primair Onderwijs (PO) extra tijd gevraagd is om te komen tot een gedragen IHP. Vervolgens is in overeenstemming met schoolbesturen van het Voortgezet Onderwijs (VO) en het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs ((V)SO) afgesproken om ook voor het VO en (V)SO extra tijd te benutten om de speciale voorzieningen Passend Onderwijs, in relatie tot onderwijshuisvesting, te concretiseren. Op basis van het bovenstaande is de planning van het IHP als volgt: Voor het PO is het IHP uiterlijk in juli 2013 gereed, voor het VO/(V)SO in april 2013 (afhankelijk van de formele besluitvorming in het RSVVO, doch uiterlijk in juli 2013). De uitvoeringsagenda, inclusief ijkpunten voor uitvoering, controle, monitoring en bijsturing, zullen wij u dan ook, conform onze eerdere toezegging, aanbieden samen met het IHP: uiterlijk juli 2013. Afronding van het IHP is naar verwachting medio 2013. Aan dit IHP is een uitvoeringsagenda gekoppeld voor een periode van 4 jaar.
- 40 -
2.2 Vermogenspositie en weerstandsvermogen Vermogenspositie De omvang van het eigen vermogen en voorzieningen van de gemeente Eindhoven per 31 december 2012 is € 436 miljoen. Ten opzichte van 2011 is de vermogenspositie van de gemeente Eindhoven per saldo met € 20 miljoen gedaald.
Vermogenspositie
800.000
resultaat voorzieningen bestemmingsreserves algemene reserves
700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2008
2009
2010
2011
2012
-100.000
Sturen met normen In 2012 is in het kader van ‘Financiën helder en op orde’ een start gemaakt met ‘sturen met normen’. Er zijn 4 domeinen benoemd: stabiliteit, flexibiliteit, weerbaarheid en wettelijke kaders. In 2013 wordt, onder meer aan de hand van een verdiepingsslag in VNGverband, bepaald welke indicatoren we implementeren. Twee mogelijke normen hebben een relatie met weerstandsvermogen en worden in deze paragraaf verder toegelicht: - Domein weerbaarheid: weerstandsvermogen - Domein flexibiliteit: financiering vaste activa
Domein weerbaarheid: weerstandsvermogen Gemeenten worden geconfronteerd met bezuinigingen en nieuwe taken. Risico’s nemen toe, inkomsten uit het grondbedrijf nemen af. In 2011 is de minimumnorm voor het eigen kapitaal geactualiseerd naar 10% van de jaarlijkse ‘vrij besteedbare’ inkomsten (de algemene uitkering + OZB-inkomsten) vermeerderd met het berekend weerstandsvermogen voor het grondbedrijf. De nieuwe norm is variabel en beweegt met de ontwikkelingen mee. Jaarlijks wordt de norm opnieuw vastgesteld aan de hand van de meest recente inzichten. Hierbij
- 41 -
2. Paragrafen wordt een bandbreedte van €5 miljoen (€2,5 miljoen meer of minder) in acht genomen. Zo worden kleine aanpassingen voorkomen. Ultimo 2012 bedraagt het benodigd weerstandsvermogen €78 miljoen, waarvan €27 miljoen voor algemene risico’s. Het benodigd weerstandsvermogen voor het grondbedrijf is ten opzichte van 2011 met €12 miljoen gedaald naar €51 miljoen. Diverse risico’s zijn daadwerkelijk opgetreden en daarom overgeheveld naar de planexploitaties en daar waar nodig is een voorziening getroffen ten laste van de reserve bouwgrondexploitaties. Het beschikbaar weerstandsvermogen is, onder meer als gevolg van het positieve rekeningresultaat over 2011, toegenomen en bedraagt €87 miljoen. Het weerstandsvermogen is derhalve weer toereikend. Voor een overzicht van de algemene risico’s wordt verwezen naar bijlage 7. Indicator (x € 1 miljoen)
2011
2012
Risico’s algemeen: 10% van algemene uitkering (excl. WMO) +OZB
27
27
Risico’s Grondbedrijf (MPG)
63
51
Benodigd weerstandsvermogen (norm)
90
78
Beschikbaar weerstandsvermogen
84
87
Domein flexibiliteit Voor een gezond financiële huishouding moeten de vaste activa gefinancierd zijn met eigen vermogen en lang vreemd vermogen. Zijn de activa hoger dan is een deel er van kort gefinancierd, met een prijsrisico bij elke herfinanciering. Zijn de activa lager, dan kunnen we in theorie met een restschuld achterblijven (vergelijk: hypotheek huis). Onze activa zijn eind 2012 ten opzichte van 2011 gedaald maar nog steeds hoger dan de som van het eigen vermogen en de langlopende schulden. We financieren dus een deel van onze investeringen kort. We doen dit bewust omdat de rente voor kortlopende leningen historisch laag is. Zolang dit aanhoudt, zetten we geen verdere bijsturingsacties in gang. Uiteraard volgen we de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt nauwlettend. Indicator (x € 1 miljoen)
2011
2012
Vaste activa (incl. voorraad grond)
913
898
Eigen vermogen + langlopende schulden
764
806
119%
111%
- 42 -
2.3 Verbonden partijen en subsidierelaties Verbonden partijen Een verbonden partij is een rechtspersoon waarin de gemeente zowel bestuurlijk, als financieel een belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur of een stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen beschikbaar stelt, die zij mogelijk kwijt is, in geval van faillissement van de verbonden partij. Om die reden kunnen naast vennootschappen (N.V. en B.V.’s) ook Stichtingen tot verbonden partijen behoren, ingeval de gemeente Eindhoven in het stichtingsbestuur zitting heeft en er financieel is bijgedragen in de oprichting van de rechtspersoon (stichtingskapitaal). Bovendien kan het zijn dat met de verbonden partijen tevens een subsidierelatie bestaat. In dit verband kan genoemd worden het Muziekgebouw en het Parktheater. De verbonden partijen zijn gesplitst in 2 categorieën. Voor de categorie I partijen geldt dat de gemeente Eindhoven een significant bestuurlijk en financieel belang heeft in de verbonden partij. Als beslissende maatstaf is genomen een financieel belang in een verbonden partij dat groter is dan 1% van de gemeentelijke begroting. De categorie II verbonden partijen daarentegen zijn partijen met een gering financieel belang. De gemeente kan op deze verbonden partijen niet of nauwelijks invloed van betekenis uitoefenen. In het “Team Verbonden Partijen” (TVP) zijn financiële, juridische en inhoudelijke disciplines bijeengebracht, waardoor brede advisering aan het bestuur en management heeft plaatsgevonden. Het team verbonden partijen draagt bij aan een betere beheersing en coördinatie van de verbonden partijen. Het team verzamelt en beoordeelt informatie van de deelnemingen, houdt toezicht op formele procedures, adviseert het College omtrent uitoefening van alle bevoegdheden van de gemeente en haar functionarissen en ziet er op toe dat periodiek wordt overlegd met de verbonden partijen. In het verslagjaar 2012 is door het Team Verbonden Partijen, met name bij de NV’s, BV’s, CV’s en Gemeenschappelijke Regelingen in totaal 79 keer (2011: 61 keer) geadviseerd. Concrete resultaten zijn merkbaar in de advisering tijdens de Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders (AVA’s), waarin vanuit het aandeelhoudersbelang aandacht voor risico’s is gevraagd. Gedacht kan worden aan een verhoogd “ondernemingsrisico” in relatie tot de recessie en de vertaling ervan naar het weerstandsvermogen. Ook is in de AVA’s aandacht gevraagd voor de meerjaren prognose / verwachting in het kader van de continuïteit. Voor een aantal verbonden partijen is een sluitende exploitatie voor de komende jaren een aanzienlijke uitdaging. Mede in dit kader is risicomanagement voor de bedrijfsvoering bij de verbonden partij, alsmede het toezicht hierop door de Raad van Commissarissen (RvC) van essentieel belang. In het verslagjaar 2012 is tijdens de AVA’s ingegaan op de bezoldiging van bestuurders. Als uitgangspunt voor de bezoldiging aan bestuurders van deelnemingen van de gemeente Eindhoven geldt dat deze op grond van de Wet Normering Topinkomens (WNT) niet boven de zogenaamde premiernorm mogen uitgaan. In 3 van de verbonden partijen (Eindhoven Airport, Enexis en BNG) is vanwege een minderheidsbelang het niet gelukt om de bezoldiging aan bestuurders binnen deze premiernorm te laten uitkomen. Ook is in de AVA’s aandacht gevraagd voor “social return”. In algemene zin kan “social return”worden omschreven als het door leveranciers bijdragen aan de inzetbaarheid van mensen, die wat verder van de arbeidsmarkt staan - bij voorkeur in Eindhoven. Voorbeelden hiervan zijn het bieden van werk of werkervaringsplaatsen aan werkzoekenden en WSW’ers, maar ook het beschikbaar stellen van stageplaatsen, het aanbieden van traineeships en soms zelf om maatschappelijk relevante activiteiten. Diverse gesprekken zijn gevoerd met de verbonden partijen van de gemeente Eindhoven in het kader van hun inkoop en aanbesteding om na te gaan of een deel van de aanneemsom of het inkoopbedrag door de leverancier ingezet kan worden voor “social return”. Landelijk wordt voor social return veelal de 5%-regeling gehanteerd. Dit betekent dat 5% van de aanneemsom of het inkoopbedrag door
- 43 -
2. Paragrafen de leverancier moet worden ingezet voor social return. Eindhoven hanteert in principe deze richtlijn, maar vindt maatwerk bij het uitvragen van social return noodzakelijk. In 2013 zal het deelnemingenbeleid op een aantal onderwerpen nader worden aangescherpt, om meer grip op de verbonden partijen te krijgen, waarbij de eerste 2 onderwerpen in praktijk al worden toegepast. Gedacht kan worden aan: -
bezoldiging bestuurders (WNT-normering);
-
social return (via leveranciers van de deelneming);
-
verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid commissarissen;
-
omvang eigen vermogen van de deelneming.
Om meer inzicht en grip op de verbonden partijen te krijgen zal in het voorjaar 2013 een risico–inventarisatie bij de deelnemingen van de gemeente Eindhoven worden uitgevoerd. De bevindingen en conclusies van deze risico-analyse worden via een separaat dossier onder de aandacht gebracht. In onderstaande tabel wordt ingegaan op de financiële positie van de verbonden partijen en inzicht gegeven in het aandelenbelang van de gemeente Eindhoven.
Financiële positie en aandelenbelang verbonden partijen (peildatum 1 januari 2012, bedragen x € 1.000) Naam Verbonden partij
Vreemd
Eigen
Vermogen
Vermogen
Aandeel gemeente Eindhoven in %
in €
Boekwaarde deelneming
Categorie 1: Flight Forum BV
16
18
50%
9
9
Flight Forum CV
4.855
9.515
50,9%
4.843
4.660
32.612
38.082
24,5%
9.330
556
81
36
50%
18
0
398
3.884
34%
1.192
1.192
Eindhoven Airport N.V. Wonen Boven Winkels Eindhoven NV Breedband Regio Eindhoven B.V. Park Strijp Beheer BV
14
66
50%
33
10
27.129
2.000
50%
1.000
1.000
Parktheater Eindhoven N.V.
4.321
2.404
100%
2.404
45
Muziekgebouw Eindhoven N.V.
3.960
440
100%
440
45
Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V.
4.207
1.614
12,5%
202
68
12.730
3.596
20%
719
113
Brainport Development NV
5.650
4.084
15,2%
621
7
Meerhoven Meerrijk BV
n.v.t.
n.v.t.
100%
n.v.t.
-
GR Werkvoorziening Regio Eindhoven (Ergon)
7.148
6.063
75%
4.547
-
221.552
13.752
30,2%
4.153
-
GR GGD Brabant Zuidoost
10.628
2.405
13,89%
334
-
GR Veiligheidsregio Zuidoost Brabant
13.715
4.383
28%
1.227
-
6.541
231
75%
173
-
100
2.618
50%
1.309
-
Park Strijp CV
Twice Eindhoven B.V.
GR SRE
GR CURE GR Industrieschap Eindhoven-Son (Ekkersrijt)
- 44 -
Categorie 2: Enexis Holding N.V. (voormalig Essent) Attero Holding N.V.
5.050.555
3.574.881
0,015%
536
11
544.940
274.152
0,015%
41
-
134.563.000
1.897.000
0,3%
5.691
429
Stichting Middenstands- en bedrijfshuisvesting
3
6.042
-
-
-
Stichting Twice support Eindhoven
3
4.218
-
-
-
BNG
Stichting COELO
85
374
-
-
-
Stichting Stedenlink
122
23
-
-
-
Stichting Cultuur en Bedrijf
340
24
-
-
Vreemd
Eigen
Aandeel gemeente Eindhoven
Vermogen
Vermogen
in %
in €
deelneming
n.n.b.*
n.n.b.
-
-
-
n.v.t.
n.v.t.
-
-
-
166
0
-
-
-
Naam Verbonden partij
Stichting Technology Liaison Eindhoven Region (Teler) Stichting Essent Sustainability Development Stichting Eindhoven Fiber Exchange (EFX ) Stichting Cultuurfonds Strijp S
Boekwaarde
0
316
-
-
-
261
32
-
-
-
Stichting Marketing Eindhoven (EHV 365)
3.331
924
-
-
-
Stichting 2018 Brabantstad
n.v.t.
n.v.t.
-
-
-
Stichting Buurtonderneming Woensel-West
Stichting Brainport Development
628
231
-
-
-
42.338
55.553
-
-
-
CV Design Coöperatie Brainport UA
1.156
- 364
-
-
-
CV Slimmer Leven 2020 UA
n.n.b.
n.n.b.
-
-
-
3
0
-
-
-
VNG
CV AiREAS UA * niet nader bekend.
De belangrijkste ontwikkelingen in 2012 van de verbonden partijen in categorie 1 worden onderstaand weergegeven. Ten aanzien van de financiële gegevens van de verbonden partijen over het jaar 2012 kon ten tijde van het samenstellen van deze concernrekening nog niet worden beschikt. Om die reden is volstaan met een verwijzing naar de jaarcijfers van voorgaand jaar, waarbij de beschikbare tussentijdse en prognosecijfers 2012 van verbonden partijen zijn gebruikt om risico’s, dan wel belangrijke ontwikkelingen betreffende het verslagjaar 2012 te monitoren. Flight Forum Gemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate participeren samen in Flight Forum BV. Flight Forum BV is beherend vennoot in de CV Flight Forum. Flight Forum CV is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate met als doelstelling een hoogwaardige, deels luchtvaart gerelateerd, businesspark te realiseren bij Eindhoven Airport. De situatie van Flight Forum is gezien de omstandigheden op de bouw- en vastgoedmarkt ten opzicht van vorig jaar niet verbeterd, in tegendeel. Kon vorig jaar nog worden gemeld dat er belangstelling viel te constateren in de sector bedrijventerreinen, hetgeen in de daarop volgende onderhandelingen tot optimisme stemde. Op dit moment is er geen sprake van enige contacten die zicht geven op verkoopactiviteiten. Zelfs de contractuele afspraken die er zijn, zullen slechts met heel veel inspanningen daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd (Onis – hotel/facilitair centrum). Niettemen zijn er op de wat langere termijn uitzichten op verbeteringen, die enerzijds volgen uit de aantrekkende ontwikkelingen in de Eindhovense regio, ook de recent uitgevoerde taxaties van de nog ter beschikking staanden gronden in de clusters 1, 2, en 3, door DTZ zijn bemoedigend en geven enig vertrouwen op de wat langere termijn. Ook het
- 45 -
2. Paragrafen uitzicht op de realisatie van tenminste een deel van cluster 8 doet het vermoeden rechtvaardigen dat 2013 met een bescheiden positief resultaat kan worden afgesloten. De belangrijkste uit te voeren activiteiten in 2013 zullen zijn: -
het implementeren van de plannen om te komen tot Afslanking Flight Forum;
-
het oprichten en operationaliseren van de stichting Parkmanagement en de stichting financien Parkmanagement, inclusief het hierbij betrekken van de eigenaren en bewoners van Flight Forum;
-
Het implementeren van de plannen voor tijdelijke inrichting van vrije kavels en verdere verlevendiging van en op de locatie;
-
Het begeleiden van de verdere ontwikkeling van het hotel/facilitair centrum dan wel het trachten te initieren van een nieuwe (andere) hotelontwikkeling;
-
het begeleiden van de realisatie van het duurzaam tankstation op cluster 8
-
het exploiteren van de HOV-parkeergarage en de parkeerplaatsen op maaiveld;
-
uitvoering geven aan het marketing- en communicatiebeleid;
-
verhuizing van de flight forum activiteiten.
Aan de hand van de tussentijdse cijfers t/m 3e kwartaal 2012 wordt verwacht dat het verslagjaar 2012 met een positief resultaat kan worden afgesloten. In 2012 is gezien de huidige marktomstandigheden geen tussentijdse winstuitkering verricht. Ultimo 2012 is in totaal € 7 miljoen aan tussentijdse winstuitkering ontvangen (2008: € 2 miljoen en 2009: € 5 miljoen). Eindhoven Airport N.V. Eindhoven Airport sluit het jaar 2012 af met een passagiersaantal van 2,98 miljoen. Dat is een groei van 13% ten opzichte van 2011 (2,65 miljoen passagiers). De toename is vooral het gevolg van het aantal nieuwe lijndienst-bestemmingen. Vanaf Eindhoven Airport kan worden gevlogen naar 42 lijndienstbestemmingen, hetgeen in 2011 er nog 37 waren. Voor het jaar 2013 ligt een groei in het aantal vliegreizigers met circa 14% in het verschiet. Het aantal vliegbewegingen zal in 2013 groeien met naar verwachting tot 26.900 vliegbewegingen, hetgeen binnen het maximumaantal blijft, dat is afgesproken met de omgeving. Vorenstaande positieve ontwikkeling in het aantal passagiers betekent dat het jaar 2012 naar verwachting met een positief resultaat zal worden afgesloten. Eindhoven Airport mag in de komende jaren gaan groeien (kabinetsbesluit 14 december 2010). Het aantal vliegbewegingen (vertrek of aankomst) mag in de komende jaren worden uitgebreid in twee stappen. Tot 2015 mag de luchthaven ca. 10.000 extra vliegbewegingen per jaar toestaan. Daarna komen er nog eens ca. 15.000 vliegbewegingen bij. De luchthaven moet wel een stevig pakket aan maatregelen nemen voor de beperking van hinder en de verduurzaming van de luchthaven, als ook voor gestelde eisen aan landzijdige ontsluiting. De verbouwing van Airport is officieel van start. Behalve dat de terminal het komend jaar twee keer zo groot wordt, komt er ook een hotel met 120 kamers bovenop de hal te staan. Ook wordt er een nieuwe parkeergarage bijgezet, met een capaciteit voor 1.400 auto’s. De verbouwing wordt volgens planning in 2013 opgeleverd om de sterke groei van de luchthaven te kunnen accommoderen. Wonen boven Winkels Eindhoven N.V. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Wonen Boven Winkels NV van 23 mei 2012 is besloten om de NV op te heffen. Gezien het feit dat er onvoldoende concrete resultaten zijn bereikt, en binnen de context van de bezuinigingen waar de gemeente mee geconfronteerd wordt, kwamen beide aandeelhouders (gemeente eindhoven en Woonbedrijf) tot de conclusie dat deelname aan de NV
- 46 -
onder gelijkblijvende voorwaarden niet langer verantwoord is. In de kadernota 2013-2016 zijn de beschikbare middelen voor WbW ad. € 1,2 miljoen ingezet als bezuinigingsmaatregel voor de programmabegroting 2013-2016 (jaarschijf 2013). Breedband Regio Eindhoven B.V. De samenwerking van 23 organisaties, waaronder de gemeente Eindhoven ten aanzien van de inkoop en eigen gebruik van glasvezel in ondergebracht in de Breedband Regio Eindhoven. Door bundeling van vraag naar breedbandverbindingen en daarin de bijdrage (voor eigen gebruik) van de gemeente Eindhoven werden de voordelen van “eigen” verbindingen toegankelijk voor een groot aantal bedrijven en instellingen (prijs/prestatie). Operations wordt ingevuld door de bestaande organisatie Endinet/Alliander. Begin 2012 is het beheerscontract MDF1 opgezegd door de sector Veiligheid. Dit betekent dat de verbindingen en de camera’s t.b.v. publieke veiligheid niet beheerd worden (onderhoud en reparatie i.g.v .verstoring). De besprekingen tussen Breedband Regio Eindhoven en de sector Veiligheid lopen hierover nog. In 2012 is onderzocht of Breedband Regio Eindhoven vervreemd kan worden en/of qua operationalisering ondergebracht kan worden bij de neutrale operator (opgezet in kader van algehele verglazing gemeente Eindhoven). Uitgangspunt is dat deze transformatie geen nadelige effecten heeft t.b.v. de lopende dienstverlening. Een eventuele vervreemding zal goedgekeurd moeten worden door de algemene vergadering van aandeelhouders. Conform BBV-voorschriften (en aanbeveling accountant PWC) heeft voor de duurzame waardevermindering van Breedband een afwaardering van € 87.000 plaatsgevonden. Park Strijp Doel is het bestuurlijk belang bij de ontwikkeling van het Masterplan Strijp veilig te stellen; Park Strijp Beheer BV is de beherende vennoot van Park Strijp CV. De vennootschap Park Strijp CV heeft als doel de verwerving, (her-)ontwikkeling, exploitatie en vervreemding van registergoederen gelegen in plangebied Strijp S. Via Park Strijp Beheer B.V. is het bestuurlijk belang van de gemeente gewaarborgd. Naast het beheer en verhuur van gronden en panden en voorbereidende werkzaamheden is er in 2012 ook veel fysiek werk verricht in het plangebied. In het voorjaar van 2012 zijn de eerste 300 bomen in de Torenalle geplant. Rond bouwveld E zijn de woonstraten aangelegd ter ontsluiting van de in het najaar 2012 opgeleverde woningen op dit bouwveld. Daarnaast is ter hoogte van het Natlab de Kastanjelaan gereconstrueerd zodat de HOV ook daar over een vrij liggende baan kan rijden. De in 2012 geplande levering van bouwveld K schuift vanwege uitwerking van nadere afspraken door naar begin 2013. Net zo als andere projecten heeft Strijp-S te maken met de effecten van de recessie. Binnen de gemeentelijke begroting komen deze effecten echter minder tot uitdrukking. Dit komt doordat op basis van contractuele afspraken gebouwen en bouwvelden volgens een vastgesteld tijdspad worden verkocht. Zo verwisselen de bouwvelden nagenoeg conform planning van eigenaar. Hierdoor ligt het project financieel redelijk op schema en is er nog steeds sprake van een kostendekkende exploitatie. Op basis van een risico analyse is er binnen de exploitatie van Park Strijp CV een voorziening getroffen ter afdekking van de risico´s. Het risico van de grondexploitatie is verder erg beperkt (28 van de 31 velden zijn verkocht). Voor de overige drie bouwvelden heeft KVWS een eerste recht van koop tegen kostprijs-plus (bouwvelden B, C en V). Deze bouwvelden zijn overigens pas in de laatste fase van de ontwikkeling van Strijp-S gepland om uitgevoerd te worden. Mocht bij afsluiting van het project het eindsaldo van de totale exploitatie desondanks negatief zijn, dan komt dit voor 50 % voor rekening van de gemeente. Vooralsnog wordt uitgegaan van een sluitende exploitatie. De feitelijke start van de nieuwbouw en herontwikkeling van de monumentale gebouwen door de opstal ontwikkelaars loopt vertraging op als gevolg van de recessie. Eind 2012 zijn de eerste woningen op bouwveld E in gebruik genomen en is de machinekamer omgevormd tot restaurant en winkelruimte. Begin 2013 worden de eerste lofts in gebouw SBP en SAN bewoond. De verbouwing van een
- 47 -
2. Paragrafen deel van het oude Natlab tot media- en artfilm-broedplaats is naar verwachting in het najaar van 2013 gereed. In opdracht van St Lucas (voorheen Eindhovense School) worden plannen uitgewerkt voor huisvesting van de school in de restterende vleugels van het Natlab plus een stukje nieuwbouw. Na een moeizame start eind 2008 verloopt de tijdelijke verhuur van kantoorruimte boven verwachting. Inmiddels is ruim 70.000 m2 verhuurd. Dit zijn ca. 350 bedrijven en bedrijfjes, die werk bieden aan circa 1.500 mensen. Naast de financiële voordelen, biedt de tijdelijke verhuur tevens de mogelijkheid voor bedrijven om door te stromen naar permanente huisvesting op Strijp-S. Meer dan de helft van die bedrijven geeft aan permanent in het gebied (en voor zover mogelijk in het huidige gebouw) gehuisvest te willen/zullen blijven. Sinds begin 2012 huurt Bosch Security voor een termijn van tien jaar 15.000 m2 in gebouw SFF gevestigd. Dit is de grootste kantorentransactie in de regio in de voorbije 10 jaren. Het aantal Bosch-medewerkers op Strijp-S verdubbelt hierdoor (van tweehonderd naar vierhonderd). De kabinetsplannen die vanaf 2013 de woningcorporaties raken, zijn voor Trudo aanleiding geweest om te prioriteren qua investeringen. Strijp-S blijft prioritair, de plannen van Trudo op Strijp-S zijn niet van de baan, maar zullen vertraagd worden uitgevoerd. Parktheater Eindhoven N.V. Het Parktheater heeft in 2012 een pluriform theateraanbod verzorgd. De verschillende theatergenres zoals toneel, dans en opera, zijn aan bod gekomen. Parktheater is gestart met presenteren van internationaal festival aanbod (Best of the Fest). Eindhovense organisaties zoals Theaterplan en United-C zijn regelmatig op het podium te zien geweest. Vanaf 1 januari 2011 wordt de hogere huur niet langer gecompenseerd. Voor 2011 en 2012 is er dekking door de incidentele middelen van 2008 niet geheel terug te vorderen. Voor 2013 en 2014 dient dit binnen de exploitatie van het Parktheater opgevangen te worden. In 2014 neemt de gemeente een besluit over compensatie vanaf 1 januari 2015 voor de extra huurkosten tegen de achtergrond van de financiële situatie van de gemeente op dat moment. Verder wordt het Parktheater tot 2015 geen bezuiniging opgelegd binnen de context van het huidige op 10 december 2010 gepresenteerde bezuinigingspalet. Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven N.V. Het Muziekgebouw heeft in 2012 bijgedragen aan een onderscheidend aanbod voor verschillende doelgroepen (zowel breedte, top als talent). Klassieke muziek, verzorgd door huisgezelschap Het Brabants Orkest en uiteenlopende nationale en internationale muziekgezelschappen werden afgewisseld door popmuziek, wereldmuziek en jazz. Ook hierin een groot aandeel internationale artiesten. Voor de komende jaren zal een sluitende exploitatie voor het Muziekgebouw een aanzienlijke uitdaging zijn. In overleg met de gemeente worden de financiële mogelijkheden onderzocht. Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V. Bedrijvencentra Regio Eindhoven BV (BRE) is een publiek-private samenwerkingsorganisatie (PPS-constructie), met commerciële partijen (ABN AMRO bank, Dapifer, Aldenhoven) en gemeenten (Eindhoven, Helmond en Nuenen) als aandeelhouders. Deze constructie is destijds gecreëerd om kleinschalige huisvesting met dienstverlening te realiseren voor jonge bedrijven, die hierdoor gemakkelijker konden starten of doorgroeien. De markt voor bedrijvencentra is echter sterk veranderd in de afgelopen jaren. Steeds meer heeft de markt de rol van de BRE overgenomen. In de algemene vergadering van aandeelhouders d.d. 21 december 2011 is door alle aandeelhouders unaniem besloten de (publieke) aandelen BRE te verkopen aan de private partij Aldenhoven. Het bod van Aldenhoven van 6x de nominale waarde is reëel en acceptabel, gelet op de marktwaarde. De streefdatum voor de aandelenoverdracht was 1 juli 2012. Nadat de aandeelhouders de verkoop waren overeengekomen bleek, begin mei 2012, dat de eerder gestelde streefdatum voor overdracht van de vennootschap per 1 juli 2012 voor
- 48 -
koper niet haalbaar was. De aandeelhouders van BRE zijn daarop, in hun vergadering van 15 mei 2012, met Aldenhoven overeengekomen de overdracht te verschuiven naar (uiterlijk) 1 september 2012. Recent heeft Aldenhoven de directie en aandeelhouders laten weten dat ook de nieuwe overdrachtsdatum van 1 september 2012 voor hem niet haalbaar bleek. Oorzaak hiervoor is het feit dat de bank waarmee hij in bespreking was heeft besloten om de voor aankoop van de aandelen benodigde financiering niet aan hem te verstrekken. Met dit tweede bericht van uitstel van de overdracht van de aandelen ontstond bij de verkopende partijen, en dan met name ook bij de overheidsaandeelhouders, een sterke behoefte om de tijdens de aandeelhoudersvergaderingen besproken en genotuleerde afspraken met Aldenhoven nader contractueel uit te werken. Dit om de verkopende partijen meer zekerheid te bieden dan dat zij hadden op basis van de tot dusverre in de aandeelhoudersvergaderingen (op hoofdlijnen) overeengekomen verkoop. Onlangs is overeenstemming bereikt over de verkoopovereenkomst. Hierin is bepaald dat vanaf 1 september 2012 rentevergoeding verschuldigd is, tot aan de datum van de daadwerkelijke aandelenoverdracht en uiterlijk tot 1 november 2013. Per 1 november 2013 treed de boeteclausule in werking. Twice Eindhoven B.V. In 2008 is het plan uitgewerkt om op het TUE terrein een aantal nieuwe en oude technostarterscentra (Multi media Paviljoen, Twice en Catalyst) onder het gemeenschappelijk beheer van Twice BV te brengen. De constructie is dat de Stichting Twinning Support dan ook de exploitatieverliezen van alle drie de centra voor haar rekening zal nemen. In 2010 is ingestemd met de toetreding van de TUE, via TU/e Holding BV, als aandeelhouder in Twice. Dit in verband met de vestiging van Catalyst op het TUE-terrein. Anders dan bij de Bedrijvencentra Regio Eindhoven doen de thematische bedrijvencentra van Twice het uitstekend en voorzien nog steeds in een duidelijke behoefte. In de afgelopen jaren is het aantal thematische centra met succes uitgebreid en omvat inmiddels de incubators op de High Tech Campus (beta 1 en beta 2) en de campussen op de TUE-campus (Twinning Center Eindhoven en recent Catalist). Brainport Development realiseert in opdracht van Twice Eindhoven B.V. op de High Tech Campus Eindhoven inmiddels een nieuw bedrijvencentrum met de naam Mµ, gericht op bedrijven in Lifetec en New Energy. Mµ wordt naast het reeds bestaande en succesvolle R&D bedrijvencentrum Bèta gerealiseerd. Mµ gaat huisvesting, advies en begeleiding bieden aan groeiende bedrijven in de R&D sector met de focus op LifeTech en New Energy. Mµ biedt kleinschalige kantoorruimten en laboratoria aan voor circa 35 bedrijven met aantoonbare groeipotentie en innovatiekracht. De kantoor- en laboratoriumruimten worden ook in combinatie verhuurd. Brainport Development biedt huurders toegang tot relevante netwerken, bedrijfsadvies en begeleiding, diverse gezamenlijke faciliteiten. In het geval van Bèta en Mµ kunnen de bedrijven ook gebruik maken van de netwerken en faciliteiten van de High Tech Campus Eindhoven. In het voorjaar van 2013 zal de bouw volledig zijn afgerond en zullen de eerste bedrijven zich gaan vestigen. Brainport Development N.V. De juridische fusie tussen NV REDE en Brainport Operations BV is op 1 januari 2010 voltooid. SRE, de gemeenten Eindhoven, Helmond, Veldhoven enerzijds (aandeelhouders A) en stichting Brainport (aandeelhouder B) beschikten vanaf die datum elk over 50% van de aandelen in NV Brainport Development. De gemeente Eindhoven heeft 15,2 % van de A-aandelen. De zeggenschapsrechten zijn zo verdeeld dat aandeelhouder B zeggenschap heeft in de strategie van de onderneming en in de voordracht van een 3-helix samengestelde Raad van Commissarissen.
- 49 -
2. Paragrafen De aandeelhouders A hebben recht op het opgebouwde en op te bouwen vermogen van de vennootschap: het eigen vermogen, de waarde van haar deelnemingen en (als eerste) de verdeling van de winst. In een fusie-overeenkomst is een contractuele voorziening getroffen die erop neerkomt dat de aandeelhouder B zich conformeert aan het stemgedrag van de aandeelhouders A, wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders een voorstel wordt gedaan over de vaststelling van jaarrekening en –verslag. Begin 2012 heeft de gemeenteraad de meerjaren financiering Brainport Development NV voor de periode 2013-2016 vastgesteld. De gemeentelijke bijdrage is bepaald op circa € 1,4 miljoen (op een totaalbijdrage van de overheidsaandeelhouders van € 3,8 miljoen. Daarbij is voorzien in de toetreding van de gemeente Best als nieuwe aandeelhouder A (vanaf 1 januari 2013). Ook is voorzien in een hogere bijdrage in de meerjaren financiering door het in de stichting Brainport vertegenwoordigde bedrijfsleven. Met de toetreding van Best als overheidsaandeelhouder (aandeelhouder ‘A’) is, vanaf 1 januari 2013, het 50% overheidsaandeel in Brainport Development NV als volgt verdeeld: Best 2,2%, Veldhoven 3,3%, Helmond 5,3%, Eindhoven 14,5% en SRE 24,7%. Meerhoven Meerrijk B.V. Als onderdeel van het Stimuleringsplan Economische Herstel (mei 2009) heeft de gemeente Eindhoven voor het project Meerrijk een achtervang constructie opgezet. Mede hierdoor kon dit project, ondanks de crisis, in uitvoering worden gebracht, met de nodige positieve effecten voor de regionale werkgelegenheid in de bouw tot gevolg. Voor het project Meerrijk betekende dit dat de hoogstnoodzakelijke winkelvoorzieningen en het gezondheidscentrum van start konden gaan. Hierbij heeft de gemeente maximaal gebruik gemaakt van de financiele ondersteuningsmaatregelen van de Provincie en het Rijk, alsmede sturingsinstrumenten die we als gemeente zelf tot de beschikking hebben. In het geval van Meerrijk betreft het een garantie op de afname van maximaal 70 niet-verkochte woningen, die overgenomen moeten worden van ASR vastgoedontwikkeling. Voor de aankoop van deze 70 woningen, als ook voor de oprichting van Meerhoven Meerrijk BV heeft de Raad op 20 november 2012 ingestemd. De 70 woningen zijn inmiddels op 3 december 2012 notarieel overgedragen aan Meerhoven Meerrijk BV. Uitgangspunt is om alle woningen zo spoedig mogelijk tegen acceptabele prijs te verkopen. Vanwege de huidige marktsituatie zal verkoop op korte termijn niet slagen en zal mogelijk overgegaan worden tot tijdelijke verhuur van de woningen. Verkoop van de woningen zal echter altijd de voorrang krijgen. GR Werkvoorziening Regio Eindhoven (Ergon) De Wet Werken naar Vermogen (WWnV) wordt niet ingevoerd maar vervangen door de Participatiewet die naar verwachting 1 januari 2014 wordt doorgevoerd. Op basis hiervan: -
wordt geen herstructureringsfaciliteit beschikbaar gesteld;
-
wordt de periode waarin de Rijksbijdrage wordt teruggebracht naar € 22.050 verspreid over 6 jaar. Dus de Rijksbijdrage per SE wordt geleidelijk teruggebracht naar uiteindelijk € 22.000 in 2019.
In april 2013 wordt in het bestuur een nieuwe berekening voorgelegd op grond van deze laatste ontwikkelingen. Zoals eerder is vermeld stelt het Rijk geen herstructureringsfaciliteit Wsw beschikbaar. De GRWRE-gemeenten zouden op grond van deze faciliteit ongeveer € 8 miljoen van het Rijk ontvangen. Zoals eerder is aangegeven zien we wel de noodzaak om te herstructureren. Deze herstructurering (kleinere en efficiëntere organisatie) gaat gepaard met frictiekosten. Voor de jaren 2013 t/m 2016 worden deze frictiekosten (hebben betrekking op onder meer personeelkosten van het boventallige personeel en leegstandskosten) ingeschat op ruim € 6,6 miljoen. Dit wordt betaald uit de exploitatie. De begroting van 2013 gaat uit van een nulresultaat (bestaande uit een positief exploitatieresultaat van € 1,95 miljoen en € 1,95 miljoen frictiekosten).
- 50 -
GR Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) In het jaar 2012 is samenwerking en de SRE-organisatie op vele fronten in ontwikkeling, voornamelijk: -
uitwerking Regionale Agenda met als uitgangspunt multilevel governance / subregionale samenwerking;
-
ontvlechting van de Milieudienst in relatie tot de oprichting van de nieuwe Omgevingsdienst (RUD);
-
het (wederom) op de agenda staan van de afschaffing van de WGR+-status (en daarmee het rechtstreekse zeggenschap over de BDU Verkeer en Vervoer);
-
veranderende positie van de regio in nationaal en Europees niveau.
Daarnaast hebben wij in 2012 het standpunt voor een verdere verlaging van de inwonersbijdrage aan de SRE doorgezet. Niet omdat wij minder belang hechten aan regionale samenwerking, maar omdat wij van mening zijn dat ook de SRE-organisatie slanker kan en wij middelen willen vrijspelen c.q. verschuiven naar meer subregionale samenwerking binnen het SRE (onder andere ten behoeve van de samenwerking met de campusgemeenten of in het stedelijk gebied). Mede hierdoor is de samenwerking in de regio en de SRE-organisatie in transitie. Over de theorie en grote lijnen lijkt overeenstemming, Het nader detailleren blijkt lastig en is opgave voor 2013. In december 2012 is in de regioraad een motie aangenomen die deze beweging ondersteunt. In deze motie wordt het DB gevraagd om voor de zomer van 2013 een transformatieplan te maken, waarin het SRE per 2015 zal zijn doorontwikkeld tot een bestuurlijk platform met een smalle servicegerichte organisatie, die op adequate wijze de regionale vraagstukken op het gebied van economie, infrastructuur en ruimte behartigt, alsmede het beheer van investeringsfondsen verzorgt en om een begrotingswijziging voor te bereiden (betreffende de begroting 2013), waarin een structureel bedrag van tenminste €500.000 (indicatief) wordt vrijgemaakt voor een verlaging van de inwonerbijdrage ten behoeve van multilevel governance. GR GGD Brabant Zuidoost De gemeente Eindhoven maakt samen met de 20 andere gemeenten in de regio Brabant Zuidoost deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling GGD BZO. De GGD is per 1 juni 2012 gehuisvest in de Witte Dame te Eindhoven, een klein deel van de GGD zit nog in het pand de Callenburgh in Helmond. De GGD heeft besloten om haar hoofdvestiging naar Eindhoven te verplaatsen. Als gevolg van dit besluit staat het pand in Helmond te koop. Bij verkoop van het pand zal een eventueel verlies door de gemeenten, en dus ook de gemeente Eindhoven, gedragen moeten worden. GR Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant In 2012 is het onderzoek inzake organisatorische en financiële knelpunten afgerond. Daarmee zijn de discrepanties in de begroting voor 2012 en 2013 opgelost. Voor 2014 heeft het college besloten een DVO aan te gaan binnen de begroting en de veiligheidsregio verzoeken aan te geven wat de gevolgen zijn van verlaging van de DVO met €311.000 (zijnde de structurele discrepantie). De organisatorische knelpunten worden in 2013 verder opgepakt. De regionale brandweer nieuwe stijl moet € 685.000 bezuinigen, zo hebben de gemeenten afgesproken. Op 4 december 2012 is hiertoe een Raadsvoorstel voorgelegd waarin staat dat het algemeen bestuur als onderdeel van deze bezuiniging onder andere het laatste duikteam wil afschaffen. Het werk kan in 99% van de gevallen worden gedaan door ‘grijpreddingen’ door gewone brandweerlieden. Er is een amendement ingediend om het duikteam in stand te houden, dit amendement is aangehouden tot maart 2013. Mede in verband met de bezuinigingsopdracht die van het Eindhovense College van B&W is ontvangen eind 2010 (= financiële taakstelling van € 500.000 in 2014 en € 975.000 vanaf 2015), is destijds gestart met het project Veiligheid & Rendement dat antwoord zou moeten geven op de vraag hoe de inverdienopdracht kon worden gerealiseerd. De achterliggende gedachte achter Veiligheid en
- 51 -
2. Paragrafen Rendement is het verder verhogen van het maatschappelijk rendement van de brandweer in Eindhoven, terwijl de veiligheid van de burger gegarandeerd blijft. In 2013 wordt hier definitief invulling aan gegeven. GR Centrum Uitvoering Reinigingstaken Eindhoven en omgeving (CURE) De zorg voor de inzameling en het beheer van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeenten Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard worden per 1 januari 2014 uitgevoerd door een nieuwe organisatie. De drie gemeenten hebben besloten dat ze daarvoor een nieuwe gemeenschappelijke regeling oprichten. De gemeenten willen binnen deze nieuwe gemeenschappelijke regeling de afstand verkleinen tussen regie en uitvoering. Ook verwachten zij meer flexibiliteit bij aanpassingen van beleid en uitvoering. De nieuwe gemeenschappelijke regeling (Gemeenschappelijke regeling Cure) treedt in werking op 1 januari 2013. De taken gekoppeld aan de zorg voor de inzameling worden vanaf 1 januari 2014 uitgevoerd. In de nieuwe gemeenschappelijke regeling maakt de private partij (RRD BV) geen onderdeel meer uit van het bestuur. GR industrieschap Eindhoven-Son (Ekkersrijt) Ekkersrijt is inmiddels een modern gemengd bedrijventerrein waar verschillende segmenten van bedrijvigheid goed worden bediend. Aangezien de doelstelling van Ekkersrijt is bereikt kan tot opheffing per 1 januari 2013 worden overgegaan. In de Raadsvergadering van 18 december 2012 is ingestemd met de liquidatiebalans, de verdeling van de middelen en het gezamenlijk eigendom van de gronden op ekkersrijt Oost (locatie van Rooijen; 8,144 hectare). Op grond van het liquidatieplan heeft de gemeente Eindhoven, als deelnemer van de Gemeenschappelijke Regeling een liquidatieuitkering van afgerond 1,5 miljoen ontvangen. In de begroting 2012 is rekening gehouden met een winstuitkering van 0,5 miljoen, hetgeen betekent dat 1 miljoen extra ten gunste komt van het jaarrekeningresultaat 2012.
Subsidierelaties Naast de verbonden partijen, zoals hiervoor vermeld, heeft de gemeente Eindhoven met een groot aantal organisaties een subsidierelatie. Het verstrekken van subsidies gebeurt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Wij verstrekken subsidies op grond van de “Algemene Subsidieverordening gemeente Eindhoven”. Deze nieuwe verordening bevat uniforme en vereenvoudigde regels voor het financiële beheer van subsidies (aanvraag, uitvoering en verantwoording), met name ten aanzien van termijnen en voorschotten. In bijlage 6a is een overzicht van de subsidie-instanties opgenomen zoals bedoeld in artikel 4:23 lid 3 sub c van de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast is in deze bijlage een overzicht opgenomen van de subsidie-instanties waaraan subsidies groter dan € 50.000 zijn verleend.
- 52 -
2.4 Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft via een dwarsdoorsnede van de jaarrekening , inzicht in de mate van onderhoud en de daarmee gemoeide financiële lasten. Het onderhoud van de kapitaalgoederen behelst een substantieel deel van de middelen.
De kapitaalgoederen zijn te verdelen in:
b b b b
Openbare ruimte: wegen en kunstwerken; Openbare ruimte: groen; Openbare ruimte: water ; Onderhoud gebouwen.
Het onderhouden van de kapitaalgoederen waarborgt de continuïteit van de voorzieningen. Het onderhoud is verdeeld in:
b b b
Cyclisch onderhoud: dagelijks of cosmetisch onderhoud op basis van aanwezig onderhoudsplannen; Curatief onderhoud: de drie O’s Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar zijn hierbij van toepassing; Technisch meerjaarlijks onderhoud: bv: renoveren en vervangen riool, asfaltrenovaties, herinrichten, verlichting en verkeersinstallaties.
Openbare ruimte (m.u.v. water en groen) Onderhoud Wegen (verharding/inrichtingselementen) Kerncijfers en overige gegevens Elementenverharding
857 ha
Asfaltverharding
367 ha
Halfverharding
24 ha
Aantal lichtpunten
46.499
Werkelijke kosten onderhoud in 2012 ten opzichte van begrote kosten Voor onderhoud van kapitaalgoederen (wegen, terreinen, verlichting, civieltechnische kunstwerken) is in de begroting 2012 een bedrag van € 10.104.000 begroot. In het kader van de bezuinigingen is hier in 2012 totaal € 195.000 structureel op bezuinigd. Daarnaast is voor 2012 besloten om de overschrijdingen op de curatieve middelen en de overschrijding op electra van de openbare verlichting te dekken uit het groot onderhoud. De overschrijding van de curatieve middelen en electra bedroeg in 2012 € 443.000. Dit betekent dat er in 2012 in totaal €638.000 minder aan het onderhoud van de kapitaalgoederen is uitgegeven (bezuiniging + dekking curatief). Het restantbedrag is in 2012 volledig omgezet in projecten/uitgegeven.
Verklaring afwijking werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten Na verwerking van de bezuinigingen en dekking van de overschrijding van de curatieve middelen is er geen afwijking ten opzichte van het begrote bedrag voor 2012. Alle middelen zijn ingezet.
Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2012 in relatie tot het geplande onderhoud 2012 Voor de kapitaalgoederen is het cyclisch onderhoud en het technisch meerjaarlijkse onderhoud relevant. In 2012 is groot onderhoud gepleegd aan de Orpheuslaan, Willem Elschotlaan, St. Lebuinuslaan, Canneshof en Rimsky Korsakowlaan. De projecten Broekakkersweg
- 53 -
2. Paragrafen en Dr Cuyperslaan zijn ten gevolge van de MKBA-studie niet gestart in 2012. Verder is er onderhoud uitgevoerd aan 12 civieltechnische kunstwerken. In 4 straten is de verlichting vervangen. Naast de middelen voor het feitelijk onderhoud van de kapitaalgoederen, zijn er ook curatieve middelen t.b.v. de kapitaalgoederen. Deze middelen worden ingezet om de veiligheid van de openbare ruimte te garanderen (gebaseerd op onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar). Inzet van deze middelen geeft een signaal over hoe het staat met het onderhoud van de stad. In 2012 is er sprake van een overschrijding van € 259.000. Dit bedrag ligt aanzienlijk lager dan voorgaande jaren, omdat de winter van 2012 minder streng is geweest. Dit is een overschrijding van 2,5%. Voornaamste verklaring is de (curatieve) reparaties die aan de wegen uitgevoerd moesten worden ten gevolge van achterstallig onderhoud.
Onderhoudsachterstanden In 2010 is het onderhoud van de openbare ruimte opnieuw geëvalueerd. Uit de evaluatie en uit de kwaliteitsmonitor (onderdeel van de evaluatie) blijkt dat de financiële impuls van de laatste jaren een vooruitgang in de kwaliteit van de kapitaalgoederen laat zien: de achterstanden op het gebied van kunstwerken zijn weggewerkt tot 6,3% (was 34% in 2007) en voldoet nu aan de doelstellingen. Voor de civieltechnische kunstwerken geldt wel dat de komende jaren hoge kosten gemaakt moeten worden om nieuwe achterstanden te voorkomen. Dit heeft te maken met het feit dat een groot aantal kunstwerken een leeftijd heeft bereikt dat groot onderhoud/vervanging noodzakelijk is. Hiervoor worden risico-analyses uitgevoerd. De achterstanden op het gebied van elementverharding zijn gezakt van 36% in 2008 naar 32% in 2010 (nieuwe cijfers volgen in 2013). De achterstanden op het gebied van asfalt zijn gezakt van 31% in 2008 naar 27% in 2010. Ook op het gebied van openbare verlichting is een positief stijgende lijn te zien: de achterstanden op het gebied van armaturen bedroeg in 2008 32%, in 2010 30,9% en in 2012 24%. De lichtmasten voldoen met een achterstand van 8% aan de doelstellingen (maximaal 10% mag afwijken van de basiskwaliteit) Deze positieve trend is veroorzaakt door de € 25 miljoen NRE middelen die van 2006 t/m 2010 beschikbaar is gesteld en extra onderhoudsbudget dat vanaf 2007 (€ 2,5 miljoen vanaf 2008) beschikbaar is gesteld. Deze laatste impuls is ten gevolge van bezuinigingen echter verlaagd naar € 1,2 miljoen. Vanaf 2011 zijn er geen NRE middelen meer beschikbaar voor onderhoud van de openbare ruimte. De nu beschikbare budgetten zijn niet voldoende om achterstanden weg te werken. Dit is de oorzaak van de overschrijding van de curatieve middelen. Door bezuinigingen zullen de onderhoudsachterstanden minder snel weggewerkt worden. Doordat er minder middelen beschikbaar zijn bestaat het risico dat kleine vervangingen die nu nodig zijn niet uitgevoerd worden en worden uitgesteld, waardoor op een later tijdstip eerder een grote renovatie plaats moeten vinden. Dit leidt uiteindelijk tot hogere kosten , waardoor er minder kan worden uitgevoerd van het beschikbare budget en de achterstanden verder toenemen. 2-jaarlijks wordt door derden een . technische inspecties uitgevoerd. Op basis van deze inspectie bepalen we als gemeente de prioritering en worden de werkzaamheden geprogrammeerd.
Uitvoering projecten maatschappelijk- en economisch nut ter verbetering van kapitaalgoederen Naast onderhoudsmiddelen wordt de openbare ruimte ook verbeterd door het uitvoeren van maatschappelijk nut- en economisch nut projecten. In de periode 2009-2012 is vanuit afkoppelprojecten ± 83 hectare openbare ruimte opnieuw ingericht, waarbij ook het onderhoud wordt aangepakt. In 2012 is een aantal straten in Woenselse Heide, Tempel West, Genderbeemd vanuit rioolvervanging aangepakt. Vanuit HOV is de Sterrenlaan aangepakt en de Meerenakkerweg-Beemdstraat in het kader van de bereikbaarheid van de stad aangepakt. Via de integrale afweging van het MIP wordt gekeken op welke ‘slimme wijze’ investeringen aan onderhoud gekoppeld kunnen wordt zodat de beschikbare middelen efficiënt worden ingezet.
- 54 -
Ontwikkelingen Door nieuwe technieken op het gebied van rioolonderhoud (relining) zijn in de toekomst minder reconstructies van riolen en bovenliggende wegen nodig. De bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van de wegen door rioolonderhoud zal hierdoor afnemen.
Een groot aantal civieltechnische kunstwerken heeft een leeftijd bereikt dat groot onderhoud noodzakelijk is om de kunstwerken in stand te houden. De kosten voor onderhoud van de kunstwerken lopen de komende jaren dus op.
Risico’s Verharding en verlichting: Door bezuinigingen zullen de onderhoudsachterstanden minder snel weggewerkt worden. Doordat er minder middelen beschikbaar zijn bestaat het risico dat kleine vervangingen die nu nodig zijn niet uitgevoerd worden, waardoor eerder een grote renovatie plaats moeten vinden. Dit leidt tot hogere kosten , waardoor er minder kan worden uitgevoerd van het beschikbare budget en de achterstanden verder toenemen. Verder kunnen de achterstanden leiden tot verhoging van het aantal meldingen/klachten en aansprakelijkheidsstellingen. Dit leidt tot hogere kosten. Tevens kan de tevredenheid over het onderhoud in de stad afnemen. Ten gevolge van achterstallig onderhoud is in 2012 voor € 259.000 aan curatieve werkzaamheden aan wegen uitgevoerd, om gevaarlijke situaties of afsluiting van wegen te voorkomen (dit is 2,5% meer dan begroot). Het aantal reparaties is met name afhankelijk van hoe streng de winter is omdat het wegdek dan veel meer te leiden heeft. Vooraf is dus niet aan te geven hoeveel risico er gelopen wordt. Ten gevolge van een zachtere winter is in 2012 is de overschrijding lager dan de voorgaande jaren (verwachting voor 2013 is dat dit veel hoger zal liggen door de lange vorstperiode in januari 2013 die o.a. grote zichtbare schade aan de fietspaden heeft veroorzaakt).
Civieltechnische kunstwerken: Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet aan de huidige verkeersintensiteiten. Ook het Rijk heeft hier middels een brief alle Nederlandse gemeenten hier op geattendeerd. Met de huidige visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses dient hier duidelijkheid over te worden verkregen. Tot en met 2012 zijn 17 risico-analyses uitgevoerd. Hieruit blijkt dat 4 viaducten voor 2018 vervangen moeten worden. De brug Beemdstraat en fietsbrug ’t Werdje zijn reeds geprogrammeerd. Voor vervanging van de bruggen Wolvendijk en Karel de Grotelaan zijn nog geen middelen beschikbaar (€ 1.750.000 respectievelijk € 2.250.000). 11 houten (loop)bruggen die op basis van hun levensduur vervangen moeten worden kunnen in de onderhoudsprogramma’s meegenomen worden. Indien de bruggen niet tijdig worden vervangen, zullen de wegen afgesloten moeten worden om de situatie veilig te houden. In 2013 worden weer 10 viaducten geanalyseerd. Aan het eind van het jaar zijn de risico’s van die kunstwerken inzichtelijk. Op dit moment lopen we geen acuut risico. We achten de kans waarschijnlijk dat bij een aantal viaducten maatregelen moeten worden getroffen om risico’s te voorkomen.
- 55 -
2. Paragrafen Water Onderhoud Water (inclusief riolering en oeverbescherming) Kerncijfers en overige gegevens Lengte riool
1.233 km
Aantal rioolkolken
81.270
Aantal gemalen
160
Lengte oppervlaktewater Oppervlaktewater binnen bebouwingsgrens
57 km 850.082 m2
Werkelijke kosten onderhoud in 2012 ten opzichte van begrote kosten Voor onderhoud van kapitaalgoederen (riolering, gemalen, oppervlaktewater) is in de begroting 2012 een bedrag van € 4.831.000 opgenomen. De werkelijke kosten bedragen € 4.762.614. Dit zijn de kosten voor exploitatie onderhoud inclusief de personele lasten en exclusief de kapitaallasten, afdracht BTW-compensatiefonds en dotatie voorziening.
Verklaring afwijking werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten In feite zijn er geen grote afwijkingen. De grootste afwijkingen zijn dat er minder is uitgegeven aan monitoring, onderzoek en communicatie, en aan reinigen en inspectie riolen (samen ca. € 150.000). Het reinigen en inspecteren van riolen wordt uitgevoerd met een bestek met een looptijd van 2 jaar. Hierdoor kan er in het eerste jaar minder worden uitgegeven, in het volgende jaar wordt dit dan weer ingehaald. Aan curatief onderhoud is meer uitgegeven (totaal ca. € 135.000). Verder is er sprake van een aantal kleine afwijkingen.
Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2012 in relatie tot het geplande onderhoud 2012 Het onderhoud kan worden onderverdeeld in:
b b
cyclisch jaarlijks onderhoud: reinigen kolken en rioolgemalen; periodiek reinigen en onderhouden oppervlaktewateren curatief onderhoud: naar aanleiding van klachten. Dit is noodzakelijk voor het goed laten functioneren van het rioolstelsel en het oppervlaktewatersysteem
b
meerjaarlijks onderhoud: reinigen en inspecteren (stam)riolen
Onderhoudsachterstanden Er is volledig uitvoering gegeven aan de geplande onderhoudswerkzaamheden. Het inspecteren en reinigen van de riolen geschiedt met een bestek met een looptijd van 2 jaar. Hierdoor is in 2012 (het eerste jaar) wat minder uitgevoerd; in 2013 (het tweede jaar) wordt dit dan weer ingehaald.
Uitvoering projecten maatschappelijk- en economisch nut ter verbetering van kapitaalgoederen In 2012 zijn vervangings- en verbeteringsinvesteringen uitgevoerd. In totaal is voor een bedrag van ca. € 12 miljoen geïnvesteerd. Dit betreft ruim € 7 miljoen aan rioolvervangingsprojecten en bijna € 5 miljoen aan verbeteringen zoals afkoppelen verhard oppervlak, aanleg waterstructuren en opheffen/voorkomen grondwateroverlast. In samenwerking met de waterpartners in de stad is de grondwateronttrekking Vredeoord en Aalsterweg is stand gehouden teneinde grondwateroverlast te voorkomen. Gestart is met de uitvoering van het project opwaarderen Beatrixkanaal dat o.a. voorziet in het vernieuwen van de damwanden en het uitbaggeren van het kanaal.
- 56 -
Specifiek voor riolering: GRP 2012 exploitatie Kengetallen/Prestatie-indicatoren met streefwaarden
Begroot 2012
Jaarrekening 2012
Afwijking t.o.v. begroting
125 km
80
45
162.500 st
162.500
0
Exploitatie - Inspectie en reiniging riolen - Reiniging kolken
489 st
489
0
€ 4.831.000
€ 4.762.614
€ 68.386
- Reiniging en inspectie rioolgemalen - Financiële uitputting exploitatie activiteiten
Ontwikkelingen Eind 2012 is een samenwerkingsovereenkomst Waterportaal ZuidoostBrabant getekend. Hiermee is samenwerking op het gebied van riolering en water door 11 gemeenten en het waterschap geborgd. Middels jaarplannen wordt uitvoering gegeven aan de afspraken uit het Bestuursakkoord Water over Doelmatig Waterbeheer. In 2013 zal er wederom een Benchmark riolering door de stichting Rioned worden uitgevoerd.
Groen Onderhoud Groen Kerncijfers en overige gegevens Stedelijke bomen
91.000
Bomen buitengebied
11.000
Stedelijk groen
960
Buitengebied
380
Speelplekken
730
Werkelijke kosten onderhoud in 2012 ten opzichte van begrote kosten Begrote kosten
12,9 miljoen
Werkelijke kosten
12,9 miljoen
Verklaring afwijking werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten Geen afwijkingen.
Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2012 in relatie tot het geplande onderhoud 2012 Er heeft cyclisch jaarlijks onderhoud plaatsgevonden aan beplantingsvakken, bomen, speelvoorzieningen en de kinderboerderij. Zo zijn onder meer het gras gemaaid, onkruid verwijderd, beplantingen gesnoeid. Speelvoorzieningen zijn gecontroleerd en zo nodig op basis daarvan gerepareerd. Er is ongedierte bestreden. En de dieren in de kinderboerderij zijn verzorgd.
Er heeft meerjaarlijks onderhoud plaatsgevonden. Onder meer zijn bomen op kwaliteit gecontroleerd en zo nodig gesnoeid, beplantingvakken en bomen zo nodig ingeboet. Afgeschreven speelvoorzieningen zijn indien nodig in overleg met omwonenden vervangen.
- 57 -
2. Paragrafen Er heeft gecombineerd met investeringen groot onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn in overleg met omwonenden speelplaatsen gerenoveerd, (al dan niet met riolerings- of verkeersprojecten gecombineerd) straten opnieuw ingericht met bomen, parkrenovaties voorbereid en deels uitgevoerd.
Er heeft curatief onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn er veelal op basis van meldingen van bewoners schades gerepareerd, zijn enkele bomen verwijderd na storm en is er ongedierte bestreden.
Onderhoudsachterstanden Het cyclisch en meerjarenonderhoud van het groen blijft ondanks de bezuinigingen nagenoeg op peil, waarmee een belangrijk deel van het groene kapitaal in de openbare ruimte zeker is gesteld. De lichte bezuinigingen hierop kunnen worden opgevangen door op plaatsen waar dit mogelijk is beplantingen of onderhoudsvormen te kiezen die minder kostbaar zijn in onderhoud. Een inhaalslag op groot-onderhoudsachterstanden is in de periode 2009-2012 in gang gezet en loopt qua uitvoering deels de komende jaren nog door, dankzij de inzet van incidentele middelen voor investeringsprojecten uit deze periode (waarbij direct ook het achterstallig onderhoud wordt aangepakt). Doordat deze investeringsmiddelen incidenteel waren (groenreserve) en zoals het er nu uitziet nauwelijks meer beschikbaar zijn, zal van de nieuwe grootonderhoudsprojecten en investeringsprojecten die zich de komende jaren zullen aandienen slechts een zeer klein deel kunnen worden opgepakt.
Uitvoering projecten maatschappelijk- en economisch nut ter verbetering van kapitaalgoederen Tot op heden zijn middelen uit de groenreserve aangewend voor vervangings- en renovatieprojecten. In 2012 werd onder meer gewerkt aan: realisatie Catharinaplein, realisatie renovatie Bonifaciuspark, realisatie terreininrichting kinderboerderij, afronding renovatie Philips de Jong Wandelpark, voorbereiding gedeeltelijke renovatie Henri Dunant-park, realisatie renovatie Severijnpark, voorbereiding uitvoering renovatie Ph. van Lenneppark, voorbereiding en van uitvoering diverse verbeteringsmaatregelen voor de ecologische structuur van de stad en de voorbereiding uitvoering revitalisering straatbomen.
Ontwikkelingen Bestrijden van de eikenprocessierups heeft in 2012 preventief plaatsgevonden. Een en ander in afstemming met de omliggende gemeenten. De jaarlijkse budgetoverschrijding die de bestrijding in het verleden veroorzaakte is hiermee aanzienlijk teruggebracht. Het restant van de kosten is in het groenprogramma (structureel) opgevangen door de investeringsmiddelen verder te verminderen.
Risico’s Met ingang van 2013 is de groenreserve nagenoeg uitgeput. Er zijn echter ook dan nog steeds (structureel) aan groen gelabelde investeringsmiddelen nodig om het groen op peil te kunnen houden. Zonder verdere beleidswijziging lijkt oplopen van de grootonderhoudsachterstanden onontkoombaar. Het gaat dan om zaken als renovaties van parken, straat- en laanbomen en het renoveren van beplantingvakken (al dan niet in combinatie met verkeers- en rioleringsprojecten) en het oplossen van ondergrondse groeiruimteproblemen voor bomen. Deze investeringen moeten in het vervolg ingediend worden voor het jaarlijkse Meerjaren Investerings Programma (MIP) met als dekkingsvoorstel de reserve financieringsfonds MIP. Het is dan aan de Raad om hier een integrale afweging in te maken. Bij integrale planontwikkelingen is, zonder aan groen gelabelde gelden, het risico bovendien veel groter dat groen in één van de vele verschillende processtappen wordt ‘wegbezuinigd’. Dit omdat de baten niet direct aan het hoofddoel van het betreffende project zijn te koppelen, maar meer indirect aan de wijk of de stad als geheel.
- 58 -
Gemeentelijke gebouwen Eigen huisvesting Kerngegevens en overige gegevens In de categorie "Eigen huisvesting" zijn alle panden opgenomen waar het bestuur en de eigen (ambtelijke) organisatie is gehuisvest. Het betreft hier het Stadhuis, Stadhuistoren (voorheen GGD-toren), Mercado, MO-gebouw (Herman de Witte Huis) en een kleine 20% van het NRE-gebouw (pand Nachtegaallaan). Daarnaast heeft de gemeente voor de eigen huisvesting de volgende panden aangehuurd: Kennedy Business Center, Stadhuisplein 10 (Stadskantoor), Begijnenhof 27 en Smalle Haven 101 (Het Puntje). Zie de hierna opgenomen tabel voor de kerngegevens inzake de eigen huisvesting.
Beoordeling uitgevoerde onderhoud en verklaring afwijkingen Het geplande onderhoud is nagenoeg allemaal uitgevoerd met uitzondering van de € 3 miljoen aan onderhoudswerkzaamheden voor de GGD toren. De werkzaamheden aan de gevel van de GGD-toren zijn uitgesteld en planmatig doorgeschoven in afwachting van de goedkeuring gemeentelijk huisvestingsplan. Voor het onderhoud aan de eigen huisvesting is geen splitsing gemaakt tussen gebruiker en eigenaar en worden nu alle kosten ten laste gebracht van één voorziening.
Stand van de onderhoudsvoorzieningen eind 2012 en beoordeling ervan voor toekomstig onderhoud In 2007 is het dossier voor de herschikking van de onderhoudsmiddelen goedgekeurd door het college. Door de herschikking en door het inzetten van extra middelen zijn de middelen toereikend voor het reguliere onderhoud voor de komende 10 jaar. Iedere 5 jaar vindt deze beoordeling plaats. Begin 2013 zal hieromtrent een dossier in roulatie worden gebracht.
De taken met betrekking tot de gebruiker en de eigenaar van de eigenhuisvesting zijn niet gesplitst. Er is een afspraak gemaakt tussen de sector AIHD en de sector Grond en Vastgoed over de verdeling van de eigenaars- en gebruikerstaken. Dit dient echter nog geformaliseerd te worden. Momenteel wordt het onderhoud volledig uitgevoerd door de sector Grond en Vastgoed. Het onderhoud van de panden is verder up-to-date:
Lopende nieuwbouwprojecten Renovatie/verbouw Nachtegaallaan 15 (NRE-gebouw) ten behoeve van de ambtelijke huisvesting cf. Het Nieuwe Werken, flexplekken etc.
- 59 -
2. Paragrafen
Adres
Boekwaarde
Verzekerde
Verzekerde
WOZ
WOZ gebruiker
31-12-2012
opstal 2012
inrichting 2012
eigendom
2012
Huurkosten
Standen onderhoudsvoorzieningen
2012 01-01-2012
31-12-2012
Eigen huisvesting Stadhuisplein 1-2
€ 6.925.899
€ 35.666.100
€ 4.232.800
Stadhuisplein 10 Stadhuisplein 6
€ 2.319.826
-
€ 5.543.208
€ 5.888.000
Begijnenhof (27-35)
€ 21.677.000
nvt
nvt
€ 4.523.100
nvt
geen aanslag
€ 2.230.428
€ 1.382.400
€ 4.611.000
nvt
€ 3.178.397
€ 3.196.181
- € 26.454
- €24.740
-
-
€ 583.800
nvt
€ 4.186.000
€ 153.268
€ 1.258.084
€ 2.223.500
-
€ 2.094.000
nvt
nvt
€ 944.637
nvt
€ 4.301.600
nvt
€ 23.847.000
€ 3.700.979
€ 6.035.724
€ 21.615.100
€ 3.073.500
€ 16.799.000
nvt
nvt
€ 1.291.658
€ 1.337.401
€ 23.027.378
€ 65.392.700
€ 18.097.200
€ 45.181.000
€ 6.084.675
€ 4.443.601
€ 4.508.843
€ 14.185.300
€-
Kronehoefstraat KBC (Kennedy Business Center) Mercado
Totaal
Brandweer
Maatschappelijke huisvesting Het maatschappelijk vastgoed bij de gemeente Eindhoven is verdeeld in een aantal categorieën (doelgroepen): A
Sportgebouwen
Kerngegevens en overige gegevens Voor de kerngegevens inzake de sportgebouwen zie de hierna opgenomen tabel.
Onderhoudsanalyse Het eigenaaronderhoud wordt onder regie van de sector Grond en Vastgoed uitgevoerd, het gebruikersonderhoud valt onder de verantwoordelijkheid van de Sector Sport en bewegen. Het onderhoud is uitgevoerd conform de planningen. De standen van de eigenaar- en gebruikersvoorzieningen per 31-12-2012 en de toekomstige stortingen zijn voldoende voor het eigenaaronderhoud voor de komende 10 jaar.
Lopende nieuwbouwprojecten De lopende nieuwbouwprojecten zijn:
b b b b b
Fontys hogeschool op Genneper Parken Herontwikkeling Sportpark Strijp Sportaccommodatie Wodan Paviljoen Opnoord Sportgebouwen
- 60 -
Kerngegevens en overige gegevens
Adres
Boekwaarde
Verzekerde
WOZ eigendom
Gebruikers-
Standen
31-12-2012
opstal 2012
2012
opbrengsten 2012
onderhoudsvoorzieningen 01-01-2012
31-12-2012
Sport Sport Complex Eindhoven Ir Ottenbad
€ 6.129.817
€ 20.696.600
€ 11.193.000
€ 603.000
€ 80.869
€ 57.880
Sport- en turnhal
€ 3.645.887
€ 3.417.100
Zie sportpark
€ 264.000
€ 118.680
€ 106.242
Sportpark Woensel
€ 5.137.801
€ 4.029.000
€ 16.632.000
€ 180.000
€ 397.121
€ 416.016
Tennishal Eindhoven Noord
€ 1.364.737
€ 2.478.600
€ 2.992.000
€ 62.000
€ 36.871
€ 75.804
€ 193.497
€ 337.200
Zie Ir Ottenbad
€ 9.000
- € 9.256
- €94.674
Tongelreep/ NZC
€ 15.168.427
€ 77.615.500
€ 46.109.000
€ 1.812.000
€ 999.826
€ 975.463
IJssportcentrum
€ 4.103.976
€ 20.590.300
€ 15.573.000
€ 350.000
€ 955
€ 73.592
Indoor Sportcentrum
€ 1.607.643
€ 11.901.500
€ 9.567.000
€ 91.000
€ 111.569
€ 134.489
€ 7.209.052
€ 10.551.300
€ 13.378.000
€ 316.000
€ 354.791
€ 413.035
Petanquehal
Genneper Parken
Eindhoven Sportpark Aalsterweg
Sportbedrijf De Karpen Gymlokalen
€ 2.058.222
€ 6.404.000
€ 4.441.000
€ 234.000
€ 423.169
€ 446.464
Sporthallen
€ 9.007.031
€ 25.089.500
€ 16.920.000
€ 664.000
€ 592.996
€ 539.121
€ 24.677.329
€ 18.733.400
€ 35.790.000
€ 979.000
€ 363.510
€ 432.227
€ 611.308
€ 356.400
€ 758.000
€-
€ 2.794
€ 2.794
€ 80.994.324
€ 202.200.400
€ 173.353.000
€ 5.564.000
€ 3.670.871
€ 3.773.287
Wijksportparken
Verpacht Javalaan (De IJzeren Man)
Totaal Sport
B
Schoolgebouwen (incl. Spilcentra/brede scholen/bruikleenscholen)
Kerngegevens en overige gegevens Dit betreft alle schoolgebouwen waarvoor de gemeente de wettelijke zorgplicht draagt. Schoolbesturen zijn in de meeste gevallen juridisch eigenaar van het schoolgebouw en zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. In het geval dat de gemeente juridisch eigenaar is, spreken we van bruikleenscholen. Voor de kerngegevens inzake schoolgebouwen zie de hierna opgenomen tabel. Schoolbesturen ontvangen rechtstreeks van het Rijk een vergoeding, hierin zit ook een component voor onderhoud. Door de sector Grond & Vastgoed worden geen onderhoudsplanningen opgesteld voor deze schoolgebouwen.
- 61 -
2. Paragrafen Voor een aantal onderhoudscomponenten kunnen de schoolbesturen een verzoek indienen bij de gemeente voor vergoeding van groot onderhoud. Een aantal onderhoudscomponenten komen namelijk voor rekening van de gemeente. Welke dat zijn, is vastgelegd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. Dit geldt overigens alleen voor de schoolgebouwen in het primair en speciaal onderwijs, bij het voortgezet onderwijs is de voorziening onderhoud doorgedecentraliseerd. In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), de Wet op de Expertisecentra (WEC) en Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) staat vermeld wie waarvoor verantwoordelijk is. Zo is de gemeente ook verantwoordelijk voor de betaling van verzekeringen van de schoolgebouwen evenals voor de bekostiging van belastingen (onroerende zaken).
Onderhoudsanalyse
b
Onderhoud bruikleenscholen
Op basis van de onderhoudsplicht bij bruikleenscholen vanuit de gemeente vindt jaarlijks klein onderhoud plaats bij diverse bruikleenscholen. Bij het ontbreken van de onderhoudsplanningen is ter afdekking van de onderhoudskosten een reserve ingesteld. In 2012 is voor € 0,9 miljoen aan onderhoud gepleegd. Jaarlijks wordt een bedrag gestort in deze reserve, ad € 0,4 miljoen. Indien blijkt dat een overschot ontstaat in de reserve, vloeit dit overschot terug in de reserve huisvesting onderwijs (egalisatiereserve), aangezien de jaarlijkse stortingen in de reserve onderhoud preventief onderhoud bruikleenscholen ook uit deze reserve worden geput.
b
Overig onderhoud schoolgebouwen
De overige onderhoudskosten hebben betrekking op onderhoud welke middels het toekennen van diverse voorzieningen (conform Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs) via het jaarlijkse Programma wordt vastgesteld. Schoolbesturen hebben hiervoor een aanvraag ingediend en zij zijn na deze toekenning verantwoordelijk voor de uitvoering. Dit houdt in dat de gemeente ook afhankelijk is van het schoolbestuur als het gaat om de financiële afrekening. Voor dit onderhoud is een voorziening ingesteld ter afdekking van deze kosten. Omdat schoolbesturen in de meeste gevallen verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten en ook verantwoordelijk voor de financiële afrekening ervan, is de gemeente afhankelijk van het schoolbestuur als het gaat om deze financiële afrekening. Hierdoor kunnen in een bepaald jaar de onderhoudskosten vele malen hoger liggen dan in andere jaren. Tevens worden de onderhoudsvoorzieningen die door de gemeente bekostigd worden, op basis van werkelijke kosten afgerekend (op basis van ingediende facturen). In de begroting gaat men uit van geraamde kosten. Jaarlijks vindt een storting plaats in de voorziening onderhoud buitenkant basisonderwijs. Dit is een begrote storting op basis van historische cijfers. Mede door deze jaarlijkse stortingen zijn voldoende middelen beschikbaar om toekomstig onderhoud uit te (laten) voeren.
In 2012 is voor € 1,6 miljoen aan onderhoud uitgevoerd/gedeclareerd en de jaarlijkse storting bedraagt € 1,0 miljoen. Het deel van de dotatie is niet bepaald op basis van een onderhoudsplanning maar op basis van voorkoming van een negatieve stand van de onderhoudsvoorziening op korte termijn, dit in afwachting van toekomstige ontwikkelingen (doordecentralisatie onderhoud voor primair onderwijs). Aangezien genoemde ontwikkelingen zich nog steeds niet voordoen dient bezien te worden of de jaarlijkse dotaties toereikend zijn voor een wat langere periode. Indien blijkt dat een overschot ontstaat in de voorziening, vloeit dit overschot terug in de reserve huisvesting onderwijs (egalisatiereserve), aangezien de jaarlijkse stortingen in de voorziening onderhoud buitenkant ook uit deze reserve worden geput.
b
Onderhoud spilcentra
Evenals voor de scholen is het schoolbestuur samen met de spilpartners verantwoordelijk voor het gebruikersonderhoud van de spilgebouwen. Voor het groot onderhoud (vervangen buitenkozijnen, dakbedekking, etc.) is de gemeente verantwoordelijk.
- 62 -
In de huurstelling Spil is rekening gehouden met een component voor onderhoud. Deze component dient ter dekking van de toekomstige onderhoudskosten. Er is nog geen voorziening voor deze onderhoudskosten ingesteld voor Spilcentra. Hierdoor worden de middelen voor onderhoud vooralsnog niet meerjarig gereserveerd. Zolang er voor de spilcentra geen onderhoudsplanningen zijn, zijn er ook geen middelen beschikbaar om het onderhoud uit te voeren. Door het niet kunnen reserveren van deze middelen, loopt de gemeente een financieel risico indien binnen afzienbare tijd de eerste grote onderhoudswerkzaamheden plaats dienen te vinden.
Risico’s Via de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven en overige bestaande beleidskaders vindt aan de hand van door schoolbesturen ingediende aanvragen, bekostiging plaats van huisvestingsvoorzieningen. Tot op heden is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het instellen van een bekostigingsplafond. Inmiddels zijn gemeentebreed, middels het meerjareninvesteringplan (MIP) en Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) projecten geprioriteerd, gefaseerd en getemporiseerd en middelen geheralloceerd. Voor onderwijshuisvesting specifiek is naar aanleiding van het vaststellen van het projectplan IHP het startsein gegeven om te komen tot meerjarige investeringsplan en onderhoudsplan voor alle onderwijsgebouwen waarvoor de zorgplicht bij de gemeente ligt. Vanaf 2013 loopt de financiering van de onderwijshuisvesting niet langer via de reserve onderwijshuisvesting. Als gevolg hiervan komen de eenmalige uitgaven en de kapitaallasten van de nieuwe en eerder gedane investeringen rechtstreeks ten laste van exploitatiebegroting. Structurele uitgaven dienen te worden gedekt met structurele middelen. Een en ander is besloten in de kadernota 2013 en vervolgens is de begroting 2013 aangepast.
De raad wordt hierdoor meer directe invloed geboden op het ambitieniveau bij de invulling van de zorgplicht onderwijshuisvesting. De raad bepaalt het totale financiële volume voor onderwijshuisvesting en het college kan, binnen die ruimte, een bekostigingsplafond vaststellen, desgewenst naar onderwijssoort of voorzieningensoort. Op deze wijze wordt het ambitieniveau voor onderwijshuisvesting door de raad bepaald in directe concurrentie met andere beleidsterreinen. Het college heeft vervolgens de mogelijkheid om te sturen op basis van bijv. het integraal huisvestingsplan (IHP), waarvan medio 2013 een dossier met de uitkomsten zal worden aangeboden. Een aantal onderwerpen zal aan bod komen, waaronder:
b b b b b
het uitvoeringsprogramma voor PO, (V)SO en VO hoe om te gaan met de reserve huisvesting onderwijs (incidentele uitgaven) is het instellen van een bekostigingsplafond noodzakelijk doorkijk naar de financiën van onderwijshuisvesting hoe om te gaan met bovennormatieve kosten, zoals locatie- en apparaatskosten en/of kosten afhankelijk van nog te maken (bestuurlijke) keuzes)
Zolang er voor de spilcentra geen huurovereenkomsten zijn getekend, zijn er geen onderhoudsplanningen en zijn er ook geen middelen beschikbaar om het onderhoud uit te voeren. In de huurstelling Spil is een component voor onderhoud berekend. Door het niet kunnen reserveren van deze middelen, loopt de gemeente een financieel risico indien binnen afzienbare tijd de eerste grote onderhoudswerkzaamheden plaats dienen te vinden.
Lopende (nieuwbouw)projecten Evenals voor onderhoud zijn ook schoolbesturen verantwoordelijk voor het aanvragen van (vervangende) nieuwbouw. De aanvragen worden middels het Programma jaarlijks goedgekeurd door het college van B&W. Na goedkeuring van de voorziening wordt het bouwheerschap en dus ook de verantwoordelijkheid bij het schoolbestuur neergelegd.
- 63 -
2. Paragrafen De investeringen zijn in aantal en omvang afhankelijk van de aanvragen. Grondslag voor het aanvragen en toekennen/afwijzen is de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven.
Overige kerngegevens
Soort onderwijs
Verzekerde
WOZ eigendom
waarde totaal
01-01-2012
Standen onderhoudsvoorzieningen
2012 01-01-2012
31-12-2012
Onderwijs Huisvesting VBO-MBO
€ 13.494.200
€ 4.691.000
nvt
nvt
Huisvesting BBO
€ 176.101.800
€ 137.022.000
nvt
nvt
Huisvesting BSBO
€ 52.458.100
€ 38.079.000
nvt
nvt
Huisvesting BVO
€ 100.834.700
€ 60.162.000
nvt
nvt
Huisvesting OBO
€ 55.472.900
€ 31.300.000
nvt
nvt
Huisvesting BSO en OSO
€ 71.395.900
€ 45.664.000
nvt
nvt
Huisvesting OVO
€ 61.645.500
€ 34.185.000
nvt
nvt
nvt
nvt
€ 1.999.813
€ 1.463.015
€ 531.403.100
€ 351.103.000
€ 1.999.813
€ 1.463.015
Voorziening onderhoud buitenkant basisonderwijs
Totaal onderwijs
N.b. de WOZ-waarde van het eigendom zijn niet allemaal bekend over 2012, derhalve wordt de WOZ-waarde 2011 ook voor 2012 opgenomen.
C
Welzijnsaccommodaties (o.a. Kinderdagverblijven , Vrijetijdsaccommodaties, Dynamo, etc):
Kerngegevens en overige gegevens De meeste panden waarin een welzijnsorganisatie is opgenomen, worden door de gemeente verhuurd aan de betreffende instellingen. De gemeente verzorgt het eigenaarsonderhoud, de instelling verzorgt het gebruikersonderhoud. De ROA (Regeling Opvang Asielzoekers) panden vormen hierop een uitzondering. De beheerskosten van deze panden worden ten lasten van de aflopende onderhoudsvoorziening gebracht. Voor de kerngegevens inzake de welzijnsaccommodaties zie de hierna opgenomen tabel.
Onderhoudsanalyse In verband met de herontwikkelingsplannen voor het Karregat (Urkhovenseweg) heeft er over 2011 slechts curatief onderhoud plaatsgevonden. De middelen in de voorziening worden conform besluitvorming mede ingezet voor de uitvoering van de herontwikkeling. Onderhoudsvoorziening ROA-panden is aflopend aangezien de ROA-regeling ook afloopt (uitsterfconstructie). Er vindt geen storting plaats in deze voorziening. De verwachting is dat de middelen toereikend zijn voor de nog aanwezige ROA-panden. Voor de overige welzijnspanden zijn de onderhoudsvoorzieningen toereikend voor de komende 10 jaar.
- 64 -
Lopende (nieuwbouw)projecten Ten aanzien van de herontwikkeling van de Urkhovenseweg (’t Karregat) zal naar verwachting begin 2013 bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden.
Adres
Gebruiker
Boekwaarde
Verzekerde
Verzekerde
WOZ
Standen
31-12-2012
opstal 2012
inrichting 2012
eigendom
onderhoudsvoorzieningen
2012 01-01-2012
31-12-2012
Welzijn Catharinaplein
Dynamo
Smitsstraat 17
Veteranenhuis
Urkhovenseweg
‘t Karregat
Kanaaldijk Noord 15C-15D
Dagopvang
Mathildelaan 2
Nachtopvang
ROA-panden
ROA
Wijkaccommodaties
Vta en kdv
Totaal Welzijn
D
€ 11.198.576
€ 9.830.500
nvt
€ 10.627.000
€ 1.175.021
€ 1.283.928
€-
€-
nvt
€ 591.000
€ 103.082
€ 117.082
€ 428.793
€ 1.352.400
€-
€ 1.476.000
€ 1.731.327
€ 1.051.427
€ 1.596.400
€ 2.599.200
nvt
€ 1.229.000
€ 141.417
€ 168.187
€ 175.162
nvt
nvt
€ 401.000
€ 65.756
€ 71.756
nvt
nvt
€ 60.800
nvt
€ 79.847
€ 78.757
€ 6.034.857
€ 43.535.900
€-
€ 39.063.900
- € 346.871
- € 290.256
€19.433.787
€ 57.318.000
€ 60.800
€ 53.387.900
€ 2.949.579
€ 2.480.881
Kunst en cultuur gebouwen (waaronder Van Abbemuseum)
Kerngegevens en overige gegevens De panden van kunst en cultuur die eigendom zijn van de gemeente worden verhuurd aan de instellingen. De gemeente verzorgt het eigenaarsonderhoud en de instelling verzorgt het gebruikersonderhoud. Voor de kerngegevens inzake de eigen kunst- en cultuurgebouwen zie de hierna opgenomen tabel.
Voor het Van Abbemuseum heeft, als gemeentelijke instelling, wel een splitsing plaatsgevonden tussen eigenaarsonderhoud en gebruikersonderhoud. Aan het Van Abbemuseum wordt een gebruiksvergoeding in rekening gebracht voor de eigenaarslasten. Deze vergoeding is gelijk aan alle eigenaarskosten op basis van de begroting (conform systematiek sector Sport en Bewegen). Het gebruikersonderhoud vindt over het algemeen onder regie van de sector Grond en Vastgoed plaats en wordt doorbelast op basis van werkelijke uitgaven.
De renovatie van de Steentjeskerk en de verbouwing van Popei zijn financieel en administratief afgerond.
Ontwikkelingen
b
Beheersystematiek Cultuur Vastgoed
Conform het vastgestelde beleid aangaande Beheersystematiek Cultuur vastgoed is de werkwijze zoals deze in de pilot Parktheater is toegepast zal worden doorgezet naar andere objecten in het culturele segment. De Beheersystematiek Cultuur Vastgoed is een nieuwe systematiek voor cultuur vastgoed in eigendom van de gemeente, waarbij de gemeente het volledige onderhoud (eigenaars- en gebruikersonderhoud) voor de cultuurpanden gaat uitvoeren. De beheersystematiek Cultuur Vastgoed is ingevoerd bij: Popei, Parktheater en De Effenaar. Bij het Natlab (Plaza) is de beheersystematiek integraal meegenomen in de nieuwbouw.
- 65 -
2. Paragrafen b
Maatschappelijk Beheer Bedrijf
Onderzoek naar cultuur vastgoed, betere benutting vierkante meters ruimte. In 2011 is verder invulling gegeven aan de werkvorm inzake het beheer van het maatschappelijk vastgoed door het instellen van een taskforce Maatschappelijk Vastgoed. Het betreft hier een integraal beleidsoverleg waarin de sectoren Mens & Maatschappij, Sport & Bewegen, Economie & Cultuur, Gebiedsontwikkeling en Grond & Vastgoed participeren. Het betreft hier niet alleen het cultureel vastgoed maar het totale pallet van het maatschappelijk vastgoed. Door een intensievere samenwerking en afstemming van vraag en aanbod wordt meer efficiency bereikt en is een meer eenduidige handelswijze ontwikkeld. Dit heeft tot gevolg dat de beschikbare vierkante meters waarschijnlijk beter benut kunnen worden. De Projectgroep Maatschappelijk Vastgoed is beter verankerd in de staande organisatie. In het jaar 2012 zijn door de sector GBO een aantal gebiedsanalyses uitgevoerd die als basis dienen om een afstemming te maken tussen de vraag aan maatschappelijke voorzieningen en het aanbod ervan. Dit heeft in 2012 ertoe geleid dat diverse vta’s afgestoten kunnen worden .Binnen de projectgroep is een eerste onderzoek uitgevoerd binnen het cultureel vastgoed betreffende het medegebruik.
Onderhoudsanalyse De onderhoudsvoorzieningen zijn toereikend voor de komende 10 jaar.
Lopende (nieuwbouw)projecten Natlab 2.0 verwachte ingebruikname eind 2013.
Adres
Gebruiker
Boekwaarde
Verzekerde
31-12-2012
opstal 2012
WOZ eigendom 2012
Standen onderhoudsvoorzieningen 01-01-2012
31-12-2012
Kunst en Cultuur Theaterpad
Parktheater
€ 21.885.162
€ 46.137.600
€ 20.391.000
€ 2.630.689
€ 2.841.617
Dommelstraat
Effenaar
€ 10.856.415
€ 12.252.900
€ 11.203.000
€ 1.011.194
€ 332.838
Hemelrijken 75-77
Atelier
€ 4.849
€ 2.233.100
€ 380.000
- € 10.979
- € 13.882
Klokgebouw 300
Popei
€ 3.074.492
€ 5.003.000
nvt
€ 195.152
€ 263.512
Leenderweg 65
Plaza Futura
€-
€ 1.572.300
€ 1.017.000
€ 207.558
€ 243.866
St Antoniusstraat 5-7
Steentjeskerk
€ 883.917
€ 9.219.400
€ 1.017.000
€ 2.695
€ 20.008
Stadhuisplein 3
Designhuis
€-
€-
€ 1.744.000
Geen voorziening
Paradijslaan 6-8
’t Klein
€ 3.424
€ 1.543.800
€ 304.000
€ 279.513
€ 299.520
Bilderdijklaan
Van Abbemuseum
€ 529.641
€ 34.295.800
€ 25.222.000
- € 200.067
- € 303.543
Baarsstraat 36-38
De Fabriek
€-
€-
€ 3.750.000
€ 23.883
€ 26.827
Heuvelgalerie
Muziekcentrum
€ 4.424.213
nvt
nvt
€ 41.662.114
€ 112.257.900
€ 62.980.000
Totaal Welzijn
- 66 -
Geen voorziening
€ 4.139.637
€ 3.710.764
Vastgoed Ruimtelijke ordening Kerngegevens en overige Dit betreft vastgoed dat om redenen van Ruimtelijke Ontwikkeling tijdelijk behoort tot de vastgoedportefeuille.
Onderhoudsanalyse Onderhoud en beheer vindt plaats bij de sector Grond en Vastgoed. Tot op heden werd voor deze panden alleen instandhoudingsonderhoud verricht, aangezien de bestemming niet altijd duidelijk was. Doordat deze objecten vaak langer in eigendom blijven, bleek het noodzakelijk om de renovatie alsnog uit te voeren. De kosten onderhoud en renovatie komen rechtstreeks ten lasten van collegeproduct 8.7.4 Grondexploitatie. Aangezien hiervoor geen planningen en voorzieningen gecreëerd werden, leidt dit tot grote fluctuaties. Voor 2012 is als gevolg van de uitvoering van een aantal renovatieprojecten en administratieve verwerking ervan bijna €1,3 miljoen (2011: € 1,2 miljoen) uitgevoerd aan onderhoudswerkzaamheden. Dit bedrag is ten laste gebracht van collegeproduct 8.7.4. Grondexploitatie
In 2010 is er op basis van de toekomstvisie een categorisering binnen het vastgoed ruimtelijk ordening aangebracht. Hierdoor is er een betere sturing en beheersing van de onderhoudskosten mogelijk. Het vastgoed ruimtelijk ordening is in de volgende categorieën ingedeeld: 1.
vastgoed ruimtelijk ordening t.b.v. lopende planexploitaties (geen onderhoud)
2.
vastgoed ruimtelijk ordening t.b.v. toekomstige planexploitaties (correctief onderhoud)
3.
vastgoed ruimtelijk ordening met strategische locatie/gebouw (correctief en (meerjaren)planmatig onderhoud
4.
- vastgoed ruimtelijk ordening op niet strategische locatie/geen potentie gebouw (correctief/beperkt planmatig onderhoud) - vastgoed ruimtelijk ordening op niet strategische locatie/wel potentie gebouw (correctief/beperkt planmatig onderhoud) - vastgoed ruimtelijk ordening op niet strategische locatie/wel functioneel gebouw (correctief en (meerjaren) planmatig onderhoud)
5.
Geen grondbedrijf en vastgoed-locatie/gebouw(correctief en beperkt planmatig onderhoud
Overige Vastgoed Kerngegevens en overige Dit betreft alle overige vastgoed niet behorend tot voorgaande groepen, zoals woningen, begraafplaatsen, monumenten, dienstwoningen, overige bedrijfspanden. Hierbij is sprake van marktconforme exploitatie op basis van functie, kwaliteit en locatie van het gebouw.
Onderhoudsanalyse Onderhoud van het overig vastgoed wordt betaald uit de diverse voorzieningen, zoals overige eigendommen, dienstwoningen en de voorziening monumenten. De totale stand van de voorziening was per 1 januari 2012 € 4.274.617. De stand onderhoud eind 2012 bedraagt € 3.774.830. De totale storting 2012 in de voorziening bedroeg € 524.000 en de totale onttrekking € 1.041.787. Onderhoud heeft plaatsgevonden conform de planningen. Door de aanpassingen van de planning van een aantal panden in curatief onderhoud (alleen het klachtenonderhoud) wordt er geen tekort van de onderhoudsvoorziening voorzien. Nadat bekend is wat de plannen voor deze panden zijn kan er echter weer druk op het budget komen te staan, indien er geen andere dekking tegenover staat (zoals bijdragen van de gebruiker).
Door een bezuinigingstaakstelling is kritisch beoordeeld of onderhoud noodzakelijk is dan wel getemporiseerd kan worden en of op onderhoudskosten bespaard kon worden.
- 67 -
2. Paragrafen Risico’s De panden met monumentenstatus zullen de komende jaren extra aandacht behoeven. Er is een plan van aanpak geaccordeerd. Hierin is een inventarisatie opgenomen om inzicht te krijgen in de noodzakelijke en gewenste activiteiten en de daaraan gekoppelde kosten. Momenteel wordt een verkoop- en beheerplan voor monumenten verder uitgewerkt.
In 2012 is een dossier inzake het afstoten van delen van de gemeentelijke vastgoedportefeuille in roulatie gebracht. De verkoop van delen van de vastgoed portefeuille is gefaseerd uitgevoerd. De eerste tranche van de verkoop heeft zich toegespitst op woningen. Hiervoor zijn de corporaties benaderd. Deze verkoop bevindt zich eind 2012 in een afrondende fase. Tevens heeft er in 2012 een internet veiling plaatsgevonden. Aangezien dit een eerste experiment was zijn er vier objecten op deze wijze aangeboden aan de markt.
Lopende nieuwbouwprojecten In 2011 is gestart met de renovatie van de Ventoseflat, begin 2013 zal de renovatie afgerond worden.
Strategische verwervingen Er zijn in 2012 geen strategische verwervingen gedaan door het Grondbedrijf. Ik verwijs u eveneens naar de paragraaf Grondbeleid.
- 68 -
2.5 Grondbeleid Missie en Doelstellingen De sector Grond & Vastgoed heeft en geeft overzicht over het (totale) grondeigendom van de gemeente en wil door het creatief inzetten van haar eigendom en haar eigendomspositie, gebruikmakend van de tot haar beschikking staande publiekrechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten, een doorslaggevende rol spelen in het realiseren van de ruimtelijke en maatschappelijke doelstellingen van de Gemeente Eindhoven.
Visie op het grondbeleid Het gemeentebestuur heeft aangegeven dat zij maximale invloed wil uitoefenen op de ruimtelijke ontwikkeling van haar stad. Dit wil zij bereiken met zowel de ter beschikking staande publiekrechtelijke als privaatrechtelijke instrumenten.
Doelstellingen grondbeleid Om het gewenste bestuurlijke ambitieniveau te realiseren is regie noodzakelijk. Het Grondbedrijf, meer in het bijzonder de Meerjaren Prognose van het Grondbedrijf (MPG) speelt hierbij een sleutelrol. De doelstellingen van het grondbeleid zijn:
b b b b
Het zorgvuldig toedelen van de schaarse gronden aan gewenste functies, bekeken vanuit het maatschappelijk oogpunt; Het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en het duurzaam gebruik van gronden stimuleren; Het vergroten van de zeggenschap van burgers bij het gebruik van gronden, en Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van de lasten en baten over de gebruikers, eigenaren, ontwikkelaars en overheid.
Wijze waarop het grondbeleid in 2012 is uitgevoerd Via het grondbedrijf worden gemeentelijke eigendommen strategisch in positie gebracht om ambities waar te maken. Zodra bestuurlijke ambities via programmalijnen voldoende zijn uitgekristalliseerd in projecten (investerings- en grondexploitatieprojecten), voorziet het MPG in de belangrijkste bestuursinformatie rond de grondexploitatieprojecten. Voor lopende planexploitaties maakt het MPG de volgende zaken inzichtelijk:
b b b b b
Planning uitgesplitst in jaarschijven; Programma voor woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen; Financiën, kosten-opbrengsten-plansaldi, gekapitaliseerd totaal van plansaldi en de voorziening verliesgevende exploitaties; Projectrisico’s, projectspecifieke risico’s, marktrisico’s; Het verloop van de reserve bouwgrond-exploitaties.
Daarnaast bepaalt het MPG op basis van de risico’s het benodigde weerstandvermogen van het Grondbedrijf. Op basis van deze gegevens kan het bestuur vervolgens keuzes maken en zo nodig bijsturen.
Groepsindeling in de planexploitaties In het MPG 2013 wordt de indeling gevolgd van de in het MPG 2010 geïntroduceerde Strategie Matrix Grondbedrijf. Deze indeling maakt het mogelijk om op verschillende niveaus analyses te kunnen maken over het gevoerde en te voeren grondbeleid en de lopende planexploitaties. Daardoor kunnen zowel op planexploitatie- als op totaalniveau strategische keuzes en bijsturingsacties transparanter met het bestuur worden besproken en ter besluitvorming worden voorgelegd. De planexploitaties zijn primair op basis van importantie voor onze stad en secundair op het risicoprofiel in vier groepen onderverdeeld. Deze vier groepen zijn: Groep 1: Planexploitaties met een hoge importantie en hoog risicoprofiel;
- 69 -
2. Paragrafen Groep 2: Planexploitaties met een hoge importantie en laag risicoprofiel (het ideale profiel); Groep 3: Planexploitaties met een lage importantie en hoog risicoprofiel; Groep 4: Planexploitaties met een lage importantie en laag risicoprofiel.
Prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie Het MPG 2013 is op 4 maart 2013 bestuurlijk vastgesteld. Het totaal verwachte resultaat van de lopende planexploitaties bedraagt op basis van eindwaarde (EW) € 35,5 miljoen en op basis van netto contante waarde (NCW) € 27,6 miljoen. Dit resultaat zal naar verwachting en bij ongewijzigde omstandigheden, in de komende jaren vrijvallen via de Reserve Bouwgrondexploitaties. Ten tijde van de jaarrekening 2011 (gebaseerd op het MPG 2012) werd nog een EW verwacht van € 17,4 miljoen en een NCW van € 37,4 miljoen. In onderstaand overzicht is de opbouw van dit verwachte resultaat, uitgesplitst naar de groepen uit de Strategie Matrix Grondbedrijf, terug te vinden.
Naam
Aantal
Aantal
Saldo (EW)
Saldo (EW)
Saldo NCW
Saldo NCW
planexploitaties
planexploitaties
grondbedrijf
grondbedrijf
MPG 2013 (€)
update MPG
MPG 2013
update MPG
MPG 2013 (€)
Update MPG 2012
2012
2012 (€)
(€)
Groep I
4
5
- 9.481.128
-11.883.162
-8.631.970
-10.912.043
Groep II
3
2
669.269
146.227
566.065
97.229
Groep III
4
6
10.319.813
10.786.555
8.211.780
8.561.054
Groep IV
30
22
33.946.652
42.559.044
27.464.615
37.306.308
Totaal
41
35
35.454.606
41.608.664
27.610.490
35.052.548
Bovenstaand overzicht sluit aan op het overzicht uit het MPG 2013. Hierbij is rekening gehouden met de planexploitaties die bij deze jaarrekening worden afgesloten.
Afgelopen jaar zijn er bij enkele planexploitaties veranderingen van enige omvang (lees: een bedrag van minimaal € 500.000 in NCW) opgetreden. Hieronder een overzicht van deze exploitaties. (+ = positief en gunstigere plansaldo tov update MPG 2012, - = negatief en ongunstigere plansaldo tov update MPG 2012)
Naam planexploitatie
Stadionkwartier (021-
NCW MPG 2013 (€) -230.875
NCW update MPG 2012 (€)
Mutatie
Oorzaak
-68.107
-162.768
Het faillissement van Stadion Kwartier B.V. brengt
02)
hogere kosten met zich mee. Dit wordt veroorzaakt doordat een gedeelte van de kosten niet invorderbaar zijn.
Kantoren Eindhoven
1.497.869
1.957.867
-459.998
Airport (034-00)
Opbrengsten dalen omdat een gedeelte van de grond ten gunste komt van Flight Forum CV. De vertraging in de verwachte uitgifte van de twee resterende bedrijventerreinen, hetgeen wordt veroorzaakt door de huidige marktsituatie.
- 70 -
Naam planexploitatie
Meerhoven (035)
NCW MPG 2013 (€) -23.117.058
NCW update MPG 2012 (€)
Mutatie
-25.291.029
2.173.970
Oorzaak
Positief saldo is het resultaat van een aantal bezuinigingen, ontstaan door gunstige aanbestedingen.
Bedrijventerrein GDC
7.426.891
6.665.014
761.877
Noord (079)
Door de faseringsinvloeden wordt het resultaat positief beïnvloed (renteopbrengsten). Tevens is de post onvoorzien geminimaliseerd.
Bedrijventerrein Acht
4.187.589
4.066.667
120.922
- Kapelbeemd (170-
de langere looptijd worden meer renteopbrengsten
00) Strijp S + Natlab
Vertraging door huidige marktomstandigheden. Door
gegenereerd wat resulteert in een positiever saldo. 576.604
363.359
213.246
(177+613)
Het verbeterde resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door een extra beschikte subsidie van het SRE voor HOV Kastanjelaan.
Kantongerecht-
-38.628
1.005.762
-1.044.390
Romagna (294-00)
Project vindt geen doorgang en wordt in 2013 afgesloten. Het geprognosticeerde resultaat is dan dus ook verwijderd.
Kantoren Boutenslaan
1.554.027
1.314.511
239.516
(300)
Het gereserveerde budget voor de herinrichting van het openbaar gebied kan vervallen. Waardoor het saldo op NCW positief wordt beïnvloed met €240.000.
Woningbouw
14.275.898
13.789.232
486.666
Langere looptijd (eindjaar is gewijzigd van 2015 in
Puttensedreef
2018) waardoor meer renteopbrengsten gegenereerd
(Putten) (302-00)
worden. De vertraging is te wijten aan de huidige marktsituatie.
Blixembosch
5.700.173
7.790.725
-2.090.552
Noordoost (382)
De voornaamste reden voor het dalen van de NCW is het bijstellen van de fasering, omdat de grond naar verwachting later (circa 1 jaar) zal worden verkocht.
Castiliëlaan (456)
28.441
379.551
-351.110
Door discussie/onduidelijkheid over het stedenbouwkundig plan is het project vertraagd. Doordat naar verwachting een kleiner stuk grond wordt afgenomen komen minder opbrengsten binnen uit grondverkoop.
Stationsgebied (520)
3.678.701
1.192.183
2.486.518
Hoofdzakelijk door gunstig aanbestedingsresultaat OV-terminal passage.
Woningbouw
207.114
0
207.114
Project betreft een in 2012 vastgestelde exploitatie.
-76.353
-220.373
144.020
Bijdragen vanuit andere projecten die niet geraamd
Pisanostraat/ Lehmbrückstraat (554) Herinrichting woonwagenlocaties
waren.
(665)
- 71 -
2. Paragrafen Naam planexploitatie
NCW MPG 2013 (€)
Restlocaties (686)
NCW update MPG 2012 (€)
Mutatie
692.288
1.908.017
2.600.305
Oorzaak
In het MPG 2012 zijn 2 restkavels in het (reeds afgesloten) gebied Driehoeksbos niet meegenomen. In het MPG 2013 zijn deze kavels (waarvan inmiddels 1 verkocht) wel meegenomen.
Totaal
18.270.698
13.637.650
4.633.047
Gerealiseerde winstneming ten opzichte van begroting en onderbouwing hiervan In onderstaande tabel is het totaal resultaat van de afgesloten planexploitaties toegelicht.
Omschrijving:
Saldo exploitatie
In 2012 afgesloten nadelige exploitaties
-856.382
Vrijval
Impact op reserve
voorziening
bouwgrondexploitatie
8.358
-848.024
In 2012 afgesloten voordelige exploitaties
14.112.617
0
14.112.617
Totaal afsluitingen 2012
13.256.235
8.358
13.264.593
Voorraad en strategische verwervingen In 2012 is er een uitbreiding geweest aan strategische verwervingen van € 0,1 miljoen. Het saldo aan strategische verwervingen bedraagt circa 44,5 miljoen. Momenteel vinden er geen strategische verwervingen plaats omdat er een stop op het verwervingsbudget zit. Dit komt doordat de rente ten laste komt van de reserve bouwgrondexploitatie en deze momenteel niet toereikend is.
Het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen1 geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de weerstandscapaciteit die de gemeente heeft om de (eventueel) bijkomende niet begrote kosten op te kunnen vangen. Het betreft risico’s die nog niet voorzien zijn in projecten en dus niet financieel vertaald zijn in de planexploitaties.
In onderstaande tabel wordt de update gegeven van de analyse zoals deze gemaakt is voor het MPG 2013 en geeft een verwachting weer voor de benodigde weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2012. Dit betreft een bedrag van circa €51,5 miljoen. Deze verwachting is gebaseerd op gecalculeerde (negatieve) risico’s die minimaal afgedekt dienen te zijn in de totaal aanwezige weerstandscapaciteit van de gemeente. Dit betreft dan een achtervang voor het geval deze risico’s daadwerkelijk optreden. Positieve risico’s worden bij de bepaling van de verwachting van de benodigde weerstandscapaciteit niet meegenomen. Dat wil niet zeggen dat deze niet kunnen optreden (denk bijvoorbeeld aan een mogelijke meevaller in de winstafdracht van Flight Forum CV in het project Meerhoven). In het proces van risicomanagement is met name aandacht voor risico’s in het project vóór het vaststellen van de planexploitatie van groot belang. In deze fase kunnen risico’s nog vaak het beste beïnvloed en gestuurd worden. Dit is na vaststelling van het project minder goed mogelijk aangezien kaders dan inmiddels zijn vastgesteld.
1
Definitie uit artikel 11 BBV.
- 72 -
De benodigde weerstandscapaciteit wordt als volgt bepaald
Basisrisico scenario
Worstcase risico
Benodigde
Ondergrens
Scenario
weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit lopende projecten: 50% van de marktrisico’s van lopende projecten
€ 21.100.000
€ 41.600.000
€ 31.350.000
100% van projectrisico’s
€ 24.000.000
€ 24.000.000
€ 24.000.000
Minus reeds gereserveerd in post onvoorzien
-€ 8.700.000 € 46.650.000
Benodigde weerstandscapaciteit voorraadprojecten:
€ 4.800.000
Totaal benodigde weerstandscapaciteit
€51.500.000
In het MPG 2012 was de benodigde weerstandscapaciteit nog berekend op circa €64,6 miljoen. Een negatieve bijstelling van de benodigde weerstandscapaciteit van circa € 13,5 miljoen. Een groot deel hiervan is al gepresenteerd bij de tweede update 2012, waarin als gevolg van de mutatie Waterrijk de benodigde weerstandscapaciteit al met circa € 6,0 miljoen euro was gedaald.
Dit betekent dus dat er minder risico’s worden voorzien in de projecten. Dit lijkt een rooskleurig beeld, echter het gros van deze verlaging wordt veroorzaakt doordat risico’s juist zijn opgetreden in de projecten. Indien de kans van optreden van een risico groter is dan 60% dient het risico rechtstreeks in de exploitatie meegenomen te worden.
Naast de mutatie in Waterrijk wordt de verlaging in benodigde weerstandscapaciteit met name verklaard door:
b
Het college heeft bij de kadernota besloten om voor verliesgevende planexploitaties het rentepercentage aan te passen naar 1,5%, voor maximaal € 3 miljoen. Dit heeft een positief rente-effect (met name door renteaanpassing Meerhoven), waardoor marktrisico’s in zijn geheel zijn afgenomen;
b
Het project Romagna gaat niet meer door. Het risico dat daar de opbrengsten niet gehaald zouden worden, werd vorig jaar al erg hoog geschat en is op het moment realiteit geworden, waardoor geen aanspraak meer gemaakt wordt op de benodigde weerstandscapaciteit;
b
Subsidies zijn zeker gesteld en aanbestedingen hebben plaatsgevonden (o.a. gunstige aanbestedingsresultaat op de OV-terminal passage).
Naast de verlaging in benodigde weerstandcapaciteit voor de lopende projecten is juist voor de benodigde weerstandscapaciteit voorraadprojecten een toename te zien. Nu betreft dit een bedrag van circa € 4,8 miljoen, terwijl hier vorig jaar nog circa € 2,1 miljoen euro voor is geselecteerd. Dit als gevolg van de huidige malaise op de vastgoedmarkt.
Reserve Bouwgrondexploitaties De Reserve Bouwgrondexploitaties is de belangrijkste gemeentelijke reserve in relatie tot het grondbeleid. Deze reserve zorgt ervoor dat de financiële resultaten en risico’s van het grondbedrijf gescheiden worden van de financiële huishouding voor de overige gemeentelijke taken. De reserve vormt een buffer voor de financiële risico’s die samenhangen met de grondexploitaties.
- 73 -
2. Paragrafen
Eventuele rechtstreekse mutaties in reserve
= Dotatie vanuit Algemene Middelen € 0,0 miljoen
Reserve Bouwgrondexploitaties T=0
Mutaties voorzieningen nadelige resultaten planexploitaties en afwaarderingen voorraad
Resultaten afgesloten planexploitaties en voorraadprojecten Gebeurtenissen gedurende een jaar (van T=0 tot T=1)
Inclusief incidentele resultaten
T=0 = jaarrekening 2011
€ 0,0 miljoen
-€ 9,5 miljoen
€ 14,7 miljoen
(zowel positief als negatief)
Collegeproduct 8.7.4. Overig Opbrengsten en kosten van bebouwde & onbebouwde eigendommen ( plangerelateerd ), -Rentelasten van de strategische verwervingen -Niet projectgebonden apparaatskosten -Overige.. (restkosten voor onderzoek e.d.)
-€ 5,1 miljoen
Beheerresultaat = Collegeproduct 8.7.4
€ 0,1 miljoen Reserve Bouwgrondexploitaties T=1
T=1 = jaarrek. 2012
Samenvattend muteert de Reserve Bouwgrondexploitaties jaarlijks in principe op basis van de volgende vier componenten: 1.
Op basis van de herijking van de planexploitaties worden de nadelige exploitaties in beeld gebracht. De wijzigingen (positief dan wel negatief) ten opzichte van het vorige jaar worden verantwoord in de Voorziening nadelige planexploitaties. De mutatie in deze voorziening ten opzichte van het voorgaand jaar wordt ten bate of ten laste van de Reserve Bouwgrondexploitaties gebracht
2.
De resultaten (positief dan wel negatief) van de afgesloten planexploitaties en voorraadprojecten
3.
Het beheerresultaat van collegeproduct 8.7.4 “overig”
4.
Rechtstreekse mutaties in de Reserve Bouwgrondexploitaties als gevolg van doteren of afromen van of naar de Algemene Middelen.
In de update MPG 2012 werd nog voorspeld dat de Reserve Bouwgrondexploitaties in het jaar 2012 op een klein tekort zou eindigen op € 0,4 miljoen. Doordat met name uiteindelijk de benodigde dotaties aan de voorziening verliesgevende planexploitaties nog enigszins mee bleken te vallen is de reserve eind 2012 geëindigd op een klein positief saldo van € 0,1 miljoen. Daarmee is een vergelijkbare
- 74 -
situatie ontstaan als vorig jaar toen eveneens, ondanks dat er een behoorlijk resultaat vrijviel uit het afsluiten van winstgevende projecten (€ 11,7 miljoen in 2011 ten opzichte van € 14,7 miljoen dit jaar) uiteindelijk, door de noodzakelijke verliesvoorzieningen en het overig beheerresultaat dat op de reserve drukt, maar een heel klein positief saldo voor de reserve overblijft.
Ook in het MPG 2013 wordt voor de Reserve Bouwgrondexploitatie weer een doorkijk gegeven naar de toekomst. Daarbij geldt dat dit gedaan wordt aan de hand van huidige uitgangspunten en inzichten en dat er vele factoren zijn die het uiteindelijke verloop van de reserve zullen veranderen. Wanneer bijvoorbeeld later blijkt dat een winstgevend project in een later jaar wordt afgesloten dan heeft dat direct consequenties voor onderstaande verwachtingen.
In onderstaande grafiek zijn een aantal ontwikkelingen zichtbaar gemaakt:
Resultaten afgesloten planexploitaties: allereerst wordt uiteengezet hoe de reserve zich zou ontwikkelen wanneer alleen gekeken wordt naar de verwachte winstnemingen uit de nog lopende planexploitaties (de paarse kolommen).
Collegeprodukt 8.7.4 overig: Naast deze winstnemingen zijn er echter nog andere zaken die van invloed zijn op de ontwikkeling van de reserve. In de groene kolommen is tevens rekening gehouden met de te verwachten onttrekking uit de reserve door de tekorten in het overig beheerresultaat die uit de reserve bouwgrondexploitaties gedekt moeten worden. Er blijkt dan al dat in de jaren 2014 t/m 2016 met huidige uitgangspunten en inzichten een tekort op de reserve verwacht kan worden door de benodigde onttrekkingen uit de reserve in verband met het overig beheerresultaat. Dit overig beheerresultaat (zie ook figuur 2.1) bedraagt jaarlijks circa € 5 miljoen negatief en is opgebouwd uit rente op strategische verwervingen, niet projectgebonden apparaatskosten en overige resultaten voor het grondbedrijf die jaarlijks ten gunste of ten laste van de exploitatie komen (zie ook paragraaf 2.3.3)
Mutaties voorziening nadelige planexploitaties en afwaardering voorraad: Tenslotte dient ook nog rekening gehouden te worden met verliesnemingen die komende jaren mogelijk noodzakelijk zijn. Hoewel het gezien het risicoprofiel (zie ook paragraaf 2.3.5) aannemelijk is dat er nog verliesnemingen noodzakelijk zijn, is het alleen met bandbreedtes mogelijk om de jaarlijkse verliezen door optredende risico’s te bepalen. In de grafiek is daarom alleen rekening gehouden met de extra te nemen verliezen bij de huidige inzichten en uitgangspunten, door de ontwikkeling van de huidig ingecalculeerde verliezen van NCW naar EW en dit is met behulp van de gele kolommen weergegeven.
- 75 -
Miljoenen
2. Paragrafen
60 50 40
euro
30 20 10 0 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
-10 -20 jaar verwachte winsten
reserve na overig beheerresultaat
reserve na overig beheerresultaat en rente op verliesvoorziening
Op basis van bovenstaande verwachtingen dient er al rekening gehouden te worden met dotaties vanuit de algemene middelen om de reserve in de navolgende jaren niet onder nul te krijgen. Wat echter niet in de prognose van de reserve meegenomen is (en kan worden) zijn eventueel benodigde onttrekkingen uit de reserve ten behoeve van de voorziening nadelige resultaten planexploitaties, indien een volgende prognose een (extra) verliesgevend plan laat zien. Gezien de forse omvang van het benodigd weerstandsvermogen (zie volgende paragraaf) is het aannemelijk dat er wel degelijk rekening gehouden moet worden met extra verliezen. De ruimte die de reserveontwikkeling dan in bovenstaand overzicht laat zien is maar zeer beperkt en de Reserve Bouwgrondexploitaties staat dus ook onder druk.
Voorziening Nadelige resultaten grondexploitaties De gemeente Eindhoven kent naast een aantal planexploitaties met een verwacht positief financieel resultaat ook planexploitaties met een verwacht nadelig financieel resultaat. De noodzakelijke investeringen zijn soms nodig om de gemeentelijke ambities en doelstellingen te verwezenlijken. Als uitgangspunt geldt dat voor een planexploitatie met een verwachte negatieve exploitatie direct een voorziening moet worden getroffen. Hiermee wordt recht gedaan aan het voorzichtigheidsbeginsel2 dat vergt dat verwachte verliezen direct tot uitdrukking komen in een voorziening. Het realiteitsgehalte van de verwachte verliezen moet hoog zijn. In feite moet er sprake zijn van een onafwendbare situatie.
In onderstaand overzicht is het verloop van de voorziening nadelige resultaten planexploitaties in 2012 weergegeven.
2
Het voorzichtigheidsbeginsel komt uit het BBV; uitgangspunten gemodificeerd stelsel van baten en lasten.
- 76 -
Verloopoverzicht voorziening nadelige resultaten planexploitaties 2012 (bedragen in €) (bedragen in €) Beginstand voorziening 01-01-2012 Vrijval i.v.m. afsluiten verliesgevende exploitatie Vrijval i.v.m. wijziging NIEGG naar Voorraad Grond en Hulpstoffen Vrijval i.v.m. wijziging verliesgevend naar winstgevend Mutaties voorziening i.v.m. (extra) verliesgevende exploitaties Eindstand voorziening 31-12-2012
€ 36.885.439
+
€ 8.358
-
€ 4.247.566
-
€ 21.281
-
€ 9.763.979
+
€ 42.372.213
De middels deze voorziening genomen verliezen zijn dus wederom in omvang toegenomen in 2012. Ook voor de navolgende jaren dient er rekening mee gehouden te worden dat de voorziening verder wordt gevoed, en daarmee de Reserve Bouwgrondexploitaties verder belast gaat worden. Dit gezien de risico’s binnen de planexploitaties die in het benodigde weerstandsvermogen worden benoemd (zie paragraaf 2.3.5). Het verwachte toekomstig totaalresultaat, het benodigd weerstandsvermogen, de voorziening nadelige planexploitaties en de Reserve Bouwgrondexploitaties zijn communicerende vaten. Het voorziene resultaat wordt immers, evenals de berekeningen voor de voorziening nadelige planexploitaties en de raming van de ontwikkeling van de Reserve Bouwgrondexploitaties, bepaald door inputfactoren waar al rekening gehouden mee kan/moet worden. Daarnaast zijn er inputfactoren die (nog) te onzeker zijn om al rekening mee te houden en deze bepalen de omvang van de risico’s (het benodigd weerstandsvermogen). Bij een volgende herijking kunnen deze inputfactoren echter van zekerheidsstatus veranderen waardoor er wel rekening gehouden mee kan/moet worden. Ze worden dan overgeheveld van het benodigd weerstandsvermogen naar de exploitatie van het project. Iedere nieuwe herijking kan daardoor voor grote afwijkingen zorgen die zowel positief als negatief kunnen uitpakken. In onderstaand figuur wordt e.e.a. schematisch voorgesteld:
Communicerende vaten inputfactoren grondexploitaties
- 77 -
2. Paragrafen 2.6
Lokale heffingen
Werkelijke versus geraamde inkomsten (bedragen x € 1.000): Belastingsoort
Realisatie 2010
Realisatie 2011
40.818
41.226
Precariobelasting
565
Hondenbelasting
909
Gewijzigde
Realisatie 2012
Afwijking
41.813
41.891
78 V
764
789
821
32 V
934
914
984
70 V
begroting 2012 Onroerende zaakbelasting (OZB)
Baatbelasting
9
11
0
9
9V
1.511
2.073
1.607
1.898
291 V
Standplaatsgeld autobussen
13
12
12
12
0
Kanaalrechten
28
32
42
31
11 N
7.743
8.360
9.906
8.700
1.206 N
Toeristenbelasting
Parkeerbelasting Leges*
9.863
10.561
11.981
11.583
398 N
25.057
23.117
23.409
24.509
1.100 V
15.665
16.024
16.307
16.379
72 V
Begraafplaatsrechten
562
594
693
654
39 N
Marktgelden
556
551
636
545
91N
497
520
515
5N
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Rioolrechten
Reclamebelasting * Het betreft de leges, inclusief de leges burgerzaken.
Nadere verklaring grote verschillen werkelijke en geraamde inkomsten Afwijkingen groter dan € 250.000 of groter dan 10% van het begrote bedrag en groter dan €100.000 dienen te worden toegelicht. Belastingsoort
Afwijking x
Nadere toelichting
€ 1.000 Toeristenbelasting
291 V Het aantal (te verwachten) overnachtingen 2012 ligt hoger dan begroot. Hierbij is reeds rekening gehouden met de huidige economische situatie (o.a. toename aantal faillissementen); de meeropbrengst 2012 naar aanleiding van bovenstaande resulteert in €114 V. Daarnaast lag het daadwerkelijke aantal overnachtingen over 2011 hoger dan op basis van het voorlopige kohier te verwachten viel; als gevolg hiervan een meeropbrengst 2011 van €177. (De te verwachten meeropbrengst 2012 wordt conform raadsbesluit gestort in de reserve Citymarketing, toerisme, recreatie en evenementen. De meeropbrengst 2011 wordt gedeeltelijk gestort in deze reserve.).
Parkeerbelasting
1.206 N Als gevolg van het vervallen van enkele parkeerterreinen, een teruglopend aantal parkeertransacties (door meer internetaankopen en de
- 78 -
economische situatie) en het niet kunnen invullen van een bezuinigingsopdracht op de parkeerinkomsten, zijn in 2012 de parkeeropbrengsten fors achtergebleven ten opzichte van de geraamde opbrengsten. Leges
398 N Door een afname in het aantal grote bouwplaatsen is de gerealiseerde opbrengst uit ‘leges gebruik openbare grond’ lager dan begroot (€172 N). Met het legesdossier 2013 is deze (neerwaartse) bijstelling van de opbrengst in de begroting 2013 verwerkt. De opbrengst in verband met leges BIBOB-onderzoeken blijft achter ten opzichte van het begrote bedrag (€250 N). Dit wordt o.a. veroorzaakt door uitstel van de prostitutiewet tot 2013. Overige afwijkingen bedragen per saldo € 24 voordelig.
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
1.100 V
De gemeente Eindhoven hanteert 4 tarieven afvalstoffenheffing ( afhankelijk van de gezinsgrootte). Als gezinnen kleiner worden, komen ze in aanmerking voor een lager tarief, hetgeen resulteert in lagere opbrengsten afvalstoffenheffing. Dit aantal verminderingen over 2012 is minder dan begroot. (€147 V) Daarnaast voordeel a.g.v. nakohier voorgaande jaren.(€ 111V) Bedrijven zijn verantwoordelijk voor de afvoer van hun eigen afval .Zij kunnen gebruik maken van de gemeentelijke inzameldienst. In dat geval moeten ze reinigingsrecht betalen en ontvangen een aanslag. In 2012 is met een inhaalslag ook reinigingsrecht voor voorgaande jaren geïnd. Gebleken is dat een aantal bedrijven geen overeenkomst had met een privaat bedrijf dat hun afval inzamelt, maar dat zij ook gebruik maakten van de gemeentelijke dienst (€ 841 incidenteel)
Beleid en tarifering Op basis van de Kadernota 2012-2015 en de Programmabegroting 2012-2015 dient uitgegaan te worden van een tariefsverhoging (volgens de reguliere index systematiek) van 2% voor het jaar 2012. In de verordeningen rioolheffing, begraafplaatsen, marktgelden, precariobelasting, hondenbelasting, standplaatsgeld autobusdiensten en kanaalrechten is derhalve voor het belastingjaar 2012 uitgegaan van een tariefsverhoging van 2%. De aanpassingen in de verordeningen onroerende zaakbelastingen, reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht), leges, parkeerbelastingen en toeristenbelasting behoeven nadere toelichting. Daarnaast wordt u kort geïnformeerd omtrent het verloop van de heffing van reclamebelasting, die in 2011 is geïntroduceerd.
Onroerende zaakbelastingen Voor wat betreft de onroerendezaakbelastingen (OZB) dient de waarde ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) als grondslag voor de aanslag OZB. De OZB-tarieven bedragen een percentage van de WOZ-waarde. Volgens de Wet WOZ dient de waarde jaarlijks te worden vastgesteld door de gemeente. Voor het belastingjaar 2012 gaat het daarbij om de waarde naar peildatum 01-012011. Vanwege de waardedaling van de woningen en niet-woningen in Eindhoven in de periode 01-01-2010 tot 01-01-2011 heeft dit
- 79 -
2. Paragrafen voor de onroerende zaakbelastingen geresulteerd in een stijging van de tarieven. Hierbij is tevens rekening gehouden met de eenmalige correctie met een technisch karakter, zoals deze in 2012 is doorgevoerd.
Afvalstoffenheffing Met betrekking tot de afvalstoffenheffing is per 2009 voor een andere tariefstructuur gekozen. In plaats van een onderscheid tussen éénen meerpersoonshuishoudens zijn bij deze tariefstelling de constante en variabele kosten van het afvalbeheer naar rato over één, twee, drie en meerpersoonshuishoudens verdeeld. Achterliggende reden van dit besluit was het zoveel mogelijk recht doen aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. Hierbij is gekozen voor een geleidelijke tariefsontwikkeling over meerdere jaren om grote sprongen in de tarieven te voorkomen. De voorziening afvalstoffenheffing is bedoeld voor een gelijkmatige ontwikkeling van de tarieven. Bij de bepaling van de tarieven wordt ernaar gestreefd de stand van de voorziening te maximaliseren. Hier is bij de tariefstelling rekening mee gehouden. Ten aanzien van de afvalstoffenheffing die is verschuldigd voor het achterlaten van colli, zijn de tarieven gehandhaafd op een kostendekkend niveau. De tarieven zijn niet geïndexeerd.
Reinigingsrecht In 2011 zijn ondergrondse containers uitgezet voor het ophalen van bedrijfsafval. Vanaf 2012 hebben de bedrijven die deze containers hebben een aanslag reinigingsrecht ontvangen. Voor 2012 moesten bedrijven een contract van een vuilophaalbedrijf overleggen om niet te worden betrokken in de heffing. Voor wat betreft het tarief reinigingsrecht heeft een stijging plaatsgevonden. Besloten is het tarief in 3 jaar te verhogen naar een kostendekkend tarief.
Leges Algemeen uitgangspunt bij legesheffing is een zoveel mogelijk kostendekkend tarief. Dit is in het coalitieakkoord 2010-2014 aldus verwoord: ‘het college streeft naar optimale kostendekkendheid van de gemeentelijke heffingen, met oog voor de maatschappelijke effecten van de tariefstelling’. Leges mogen weliswaar maximaal kostendekkend zijn, maar deze kosten betreffen niet de specifiek voor de aangevraagde dienst gemaakte kosten. Het betreft de totale kosten van de diensten die zijn opgenomen in de legesverordening (per titel). Vervolgens geldt bij de vaststelling van de tarieven slechts, dat de totale geraamde opbrengsten de totale geraamde kosten niet mogen overschrijden.
Leges Burgerzaken Uitvoering gevend aan het uitgangspunt om leges zoveel mogelijk kostendekkend vast te stellen, met oog voor maatschappelijke effecten is in 2012 het tarief Rijbewijs vastgesteld op €40,- en het tarief uittreksel Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens op €8,-. Voor de reisdocumenten zijn in 2012 de van rijkswege gemaximeerde tarieven vastgesteld (afrondingsverschillen daargelaten).
Gehandicaptenparkeerkaart Voor de eerste afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart is een medische keuring vereist. In 2012 worden de kosten daarvan via de leges verhaald op de aanvrager. De tarieven bedragen €91,- (tijdens spreekuur) en €191,- (huisbezoek). Vanuit maatschappelijk oogpunt zijn daarnaast de beleidsregels met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart versoepeld. Er worden geen leges meer in rekening gebracht voor een aanpassing van de parkeerkaart, vanwege het afgeven van een nieuw rijbewijs.
- 80 -
Milieuzone Ten aanzien van ontheffingen voor toegang tot milieuzones zijn twee nieuwe producten opgenomen in de legesverordening. Dit als gevolg van afspraken met de gemeenten Tilburg, 's-Hertogenbosch en Breda, waar ook een milieuzone is ingesteld. Ten aanzien van de hardheidsclausule wordt opgemerkt dat hiervoor een aanvraag kan worden gedaan indien bedrijven in financiële problemen (dreigen te) verkeren en die vaker dan 12 keer per jaar in een milieuzone moeten zijn, zoals ten behoeve van markten. Als de aanvraag in meerdere gemeenten wordt aangevraagd, betaalt de aanvrager in iedere gemeente leges en vindt besluitvorming plaats per gemeente. De inhoud van de aanvraag en het besluit wordt wel onderling afgestemd en de tarieven worden in alle vierde steden tot op hetzelfde bedrag vastgesteld.
APV, Omgevingsvergunning en Drank en Horecavergunning Voor wat betref de omgevingsvergunningen (bouwgerelateerde vergunningen), APV-vergunningen en drank- en horecavergunningen wordt met ingang van 1 januari 2012 een andere heffingsmethodiek gehanteerd; de zogenaamde ABC-methode (activity based costing). Per vergunning is transparant gemaakt welke deelactiviteiten worden uitgevoerd en wat de kosten hiervoor zijn. Naast het hebben van een legessysteem dat stabiel, transparant en niet vraagafhankelijk is, is deze ABC-methode uitermate geschikt om te anticiperen op de volgende landelijke trend die nu zichtbaar wordt. Er vindt een verschuiving plaats waarbij de overheid uitgaat van een high trust society in plaats van een low trust. Dit betekent dat de overheid meer zal overlaten aan burgers en bedrijven. Ten aanzien van vergunningverlening worden in Nederland de eerste stappen gezet om het, in navolging van andere Europese landen, mogelijk te maken dat naast de gemeenten ook specialisten buiten de gemeentelijke organisatie een aantal vergunninggerelateerde activiteiten kunnen uitvoeren. Er zijn binnen het vergunningsproces een aantal activiteiten, een kleine 50% van de procedure, dat zich daarvoor leent.
Omgevingsvergunningen (bouwgerelateerde vergunningen) Geconcludeerd kan worden dat bij een 100% kostendekkendheid van alle afzonderlijke producten we komen tot een legestarief voor de kleinere vergunningen dat maatschappelijk, op dit moment, niet te verantwoorden is. Om op deze situatie in te spelen geven we nu de voorkeur aan de in de verordening opgenomen tarieven. Opgemerkt wordt dat de tarieven van deelproducten van de "bouwvergunningen" niet allemaal 100% kostendekkendheid zijn. De gezamenlijke dienstverlening van de productgroep is echter wel maximaal 100% kostendekkend.
Horeca-vergunningen In het streven naar een optimale kostendekkendheid van de gemeentelijke heffingen is een vergelijking met de kostendekkendheid van de omgevingsvergunningen op zijn plaats. Het gaat bij de horeca ook om vergunningen ten behoeve van commerciële activiteiten en daardoor speelt het maatschappelijk effect een minder grote rol. In dit kader is een tarief vastgesteld voor de Bi bob-toetsing (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) en zijn de tarieven gestegen tot een kostendekkendheid van bijna 100%. Hierbij worden de tarieven voor de horeca enigszins ontzien (95%), hetgeen gecompenseerd wordt door de tarieven voor de coffee- en growshops (120%).
APV-vergunningen De ventvergunning, kledingcollecteervergunning en vergunning bouwplaatsinrichting D zijn in 2012 omgezet in algemene regels. De woonbootvergunning, en fretteer- en jachttoestemming inclusief de bijbehorende kosten worden, aangezien het hier gaat om het gebruik maken van gemeentegrond, door sector Grond en Vastgoed verwerkt in privaatrechtelijke overeenkomsten. De ontheffing (hefschroef)vliegtuigen is wettelijk al overgedragen aan de provincie. Van de mogelijke adviesrol in deze is afgezien.
- 81 -
2. Paragrafen Tot op heden werden geen leges geheven voor een vergunning voor het inzamelen van oud papier. Deze vergunningen worden verleend aan Eindhovense verenigingen voor een termijn van 5 jaar waarbij de verenigingen een vergoeding ontvangen. In feite is het een soort subsidieregeling. Bij afschaffing van de vergunningplicht kan niet meer worden gegarandeerd dat alleen Eindhovense verenigingen gebruik maken van deze subsidieregeling. In 2012 worden voor deze vergunning leges geheven met een kostendekkendheid van 50%. Het tarief voor een collecte- en inzamelingsvergunning is ongeveer verdubbeld, waardoor een kostendekkendheid van 20% wordt gerealiseerd. Met het oog op de maatschappelijke achtergrond van deze activiteit zijn de leges niet verder verhoogd tot een volledig kostendekkend niveau. De tarieven voor loterijvergunningen en kienvergunningen zijn verhoogd naar 20% kostendekkendheid. Ook deze leges zijn niet verder verhoogd aangezien deze activiteiten vaak worden gehouden in het verenigingsleven om exploitatie sluitend te maken. De leges van de standplaatsvergunning zijn verdubbeld, maar niet verhoogd tot 100% van de kosten, om de activiteiten van de kleine ondernemer enigszins te ontzien. De leges van de incidentele ontheffing winkeltijdenwet zijn verdubbeld maar niet verhoogd tot 100%. De incidentele ontheffing van de winkeltijdenwet wordt over het algemeen aangevraagd door winkeliers, die een jubileum/ eenmalig feest willen houden of een bijdrage willen leveren voor bijvoorbeeld een wijkactiviteit. Het betreft dus voornamelijk een activiteit met een maatschappelijk doel. De structurele ontheffing voor de wekelijkse zondagopenstelling voor de grote supermarktketens heeft hoofdzakelijk een commercieel belang. Er is een grote vraag naar deze ontheffing zodat jaarlijks een loting uitmaakt wie deze ontheffing mag aanvragen. Vanwege de verschillende belangen, maatschappelijk versus commercieel, is de kleine ondernemer ontzien door een lager tarief te hanteren, hetgeen gecompenseerd wordt in de tarieven voor de structurele ontheffing (220%). De leges met betrekking tot de bouwplaatsinrichting A, B en C en de mobiele kraan/hoogwerker zijn als totaal product kostendekkend. Er is wel voor gekozen om de grote bouwplaatsinrichting iets meer dan 100% door te belasten om kleine bouwplaatsinrichtingen C te ontzien. Parkeerbelastingen De tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuur zijn voor 2012 met meer dan de index verhoogd. Het betreft een correctie van de niet doorgevoerde indexeringen van de afgelopen jaren; dit omdat in verband met de betaalmogelijkheid met munten bij de parkeerautomaat de tarieven dienen te worden afgerond. Voor het nog te realiseren transferium Trade Forum aan de Heerbaan is een tarief vastgesteld voor de eerste 24 uur parkeren van €3,- en voor iedere volgende 24 uur €10,-.
Toeristenbelasting Het tarief toeristenbelasting is in 2012 niet geïndexeerd.
Reclamebelasting Per 1-1-2011 is in de binnenstad van Eindhoven reclamebelasting ingevoerd. Hierbij is bepaald dat de netto-opbrengst in een ondernemersfonds wordt gestort. Hiermee kan het bestuur van de Stichting Ondernemersfonds Eindhoven Centrum (SOEC) activiteiten verrichten waarvan de belastingplichtige ondernemers profijt hebben. De pilot heeft een looptijd van vier jaar en voor 2012 zijn geen (inhoudelijke) aanpassingen in de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting doorgevoerd.
- 82 -
Tarieven De tarieven van de belastingsoorten waarmee nagenoeg alle huishoudens en bedrijven van doen hebben worden hier weergegeven.
Belastingsoort
Tarief in 2010 Tarief in 2011 Tarief in 2012
Onroerende zaakbelasting Woningen - eigenaar
0,07240
0,07474
0,07727
- gebruiker
0.12253
0,12730
0,13152
- eigenaar
0.15316
0,15920
0,16449
- eigenaar
137
140
142
- gebruiker
189
193
197
Niet-woningen
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing - eenpersoonshuishouden
200
190
183
- meerpersoonshuishouden
-
-
-
- tweepersoonshuishouden
263
235
223
- driepersoonshuishouden
299
280
263
- vierpersoonshuishouden (of meer)
322
320
327
- reinigingsrecht bedrijfspanden
250
313
391
Gemiddelde woonlasten per jaar
558,00
596,17
582,64
Reinigingsrechten
b b
Het tarief met betrekking tot onroerende zaakbelasting betreft een percentage van de waarde; Het tarief met betrekking tot reinigingsrecht bedrijfspanden betreft een tarief inclusief BTW, indien deze verschuldigd is.
Vergelijking overige gemeenten Net als vorig jaar betalen Eindhovenaren, in vergelijking met 34 andere grote gemeenten, weinig aan woonlasten (onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en reinigingsheffing). Dit is te lezen in ‘Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2012’, zoals opgesteld door het Centrum voor Onderzoek van de lagere Overheden (COELO). In vergelijking tot vorig jaar (29e plaats) staat Eindhoven nu op plaats 30. Dit betekent dat de woonlasten in 29 andere grote gemeenten hoger zijn. Gemiddeld bedragen de woonlasten in de grote gemeenten € 659. Dat is 2,3% (€ 15) meer dan vorig jaar. In Eindhoven bedragen de woonlasten € 582,64. Ten opzichte van vorig jaar zijn de woonlasten in Eindhoven met 2,3% gedaald. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere kosten van afvalverwerking, hetgeen in de tarieven afvalstoffenheffing tot uitdrukking komt.
- 83 -
2. Paragrafen Uitvoering kwijtscheldingsbeleid De voorwaarden waarbinnen de gemeente kwijtschelding van belastingen en heffingen kan verlenen zijn geregeld in de Invorderingswet 1990 en Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De beleidsmatige regeling is beschreven in de Leidraad Invordering Gemeente Eindhoven. Kwijtschelding is in de gemeente Eindhoven mogelijk voor de volgende heffingen: afvalstoffenheffing, rioolheffing, onroerendezaakbelastingen woningen, hondenbelasting en begraafplaatsrechten. De overige gemeentelijke belastingen en/of heffingen komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Er wordt geen kwijtschelding verleend indien:
b b b
Er voldoende betalingscapaciteit is om de aanslag te kunnen voldoen *; Er sprake is van overwaarde van de eigen woning; dit bedrag wordt meegenomen in de berekening vermogen; Er sprake is van in het bezit zijn van een auto of saldo bankrekening waarvan de waarde/saldo hoger is dan de gestelde norm.
Daarnaast wordt geen kwijtschelding verleend aan zelfstandigen. * De betalingscapaciteit wordt bepaald door berekening van het netto besteedbare inkomen waarvan de kosten van bestaan worden afgetrokken. Als kwijtscheldingsnorm hanteert de gemeente Eindhoven de maximaal toegestane norm van 100% van de bijstandsnorm + netto ziektekosten + netto huurkosten. Is de aldus vastgestelde betalingscapaciteit positief, dan mag 80% hiervan voor de belastingbetaling worden opgeëist.
Afwijkingen ten opzichte van begroting 2012 In de begroting over 2012 was een bedrag van € 2,05 miljoen geraamd aan kwijtschelding afvalstoffenheffing. De realisatie over 2012 bedraagt € 1,189 miljoen (2011: € 1,252 miljoen). Realisatie blijft achter bij de begroting en is daarnaast minder in vergelijking tot de realisatie 2011. Het aantal (deels) toegewezen kwijtscheldingsverzoeken is ten opzichte van 2011 toegenomen. De daling van het tarief (één-, twee- en driepersoonshuishouden) ten opzichte van 2011 heeft geleid tot afname van het bedrag. Daarnaast was in de begroting over 2012 een bedrag ad € 69.000 geraamd met betrekking tot kwijtschelding hondenbelasting. Uiteindelijk is in 2012 € 76.496 (2011: € 66.038) aan kwijtschelding gerealiseerd.
- 84 -
l 2.7 Financiering en treasury Rente- en marktontwikkelingen De schuldencrisis groeide in 2012 en zo langzamerhand begint dit ook in Nederland te leiden tot serieuze economische problemen (o.a. op de huizenmarkt en in de bouwsector). Volgens het Centraal Planbureau zal de Nederlandse economie over geheel 2012 een krimp laten zien. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het hele jaar strijd gevoerd tegen deze crisis. Zo werden goedkope 3-jaars leningen (LTRO’s) verstrekt aan commerciële banken, werd het OMT-programma in het leven geroepen (opkopen van staatsleningen van landen die hulp vragen) en werd de beleidsrente verlaagd met 0,25% tot 0,75% (de laagste stand ooit). Onlangs besloten de ministers van financiën tot de invoering van een gemeenschappelijk toezichtmechanisme voor Europese banken (SSM). Volgens dit besluit zal de ECB vanaf 1 maart 2014 toezicht gaan houden op ongeveer 200 grote banken in geheel Europa. De rente op staatsobligaties in Italië en Spanje steeg naar het hoogste niveau sinds de invoering van de Euro. Een vlucht naar veilige beleggingen leidde tot forse dalingen van de Duitse en Nederlandse obligatierente. De lange rente (10-jaars swap) daalde in een jaar tijd van 2,38% naar 1,63% eind december 2012. Als gevolg van de verlaging van de ECB beleidsrente daalden ook de rentetarieven op de geldmarkt. De korte rente (voor 3 maanden) daalde van 1,37% naar 0,19%. De rente die de gemeente betaalt op kasgeldleningen tot een maand naderde het nulpunt in begin vierde kwartaal.
Renteresultaten De gemeente Eindhoven werkt met het principe van totaal financiering. Alle inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd. De treasury afdeling is de interne bank van de gemeente. Alleen deze afdeling opereert op de geld- en kapitaalmarkt. Over het kapitaalbeslag ten behoeve van investeringen wordt het omslagpercentage in rekening gebracht. Dit percentage is een mix van de kosten voor eigen vermogen, aangetrokken langlopende geldleningen en de kosten voor kortlopende middelen voor zover deze zijn gebruikt voor de voorfinanciering van investeringen. Voor 2012 bedraagt de begrote omslagrente 4,50%. Het nacalculatorisch omslagpercentage komt in 2012 uit op 3,36%. Op basis van het begrote omslagpercentage werd een financieringsresultaat op lang geld begroot van € 7,2 miljoen en voor kort geld van - € 0,7 miljoen.
Het gerealiseerde renteresultaat (lang en kort) voor de “interne bank” bedraagt € 7,6 miljoen: een voordeel van € 1,1 miljoen positief ten opzichte van de begroting.
b
De netto werkelijke rentekosten voor de gemeente Eindhoven zijn €1,4 miljoen lager dan begroot: €0,8 miljoen incidentele rente inkomsten uit verstrekte rekening courant kredieten aan derden, lagere rentekosten door de extreem lage rente voor korte leningen, en lagere kosten voor bemiddeling van geldmakelaars door daling van de tarieven.
b
De ontvangen omslagrente (intern) over de activa is € 1,1 miljoen hoger dan begroot: de beginwaarde van de activa (op 1 januari 2012) en daardoor de waarde van de activa in geheel 2012 was hoger dan begroot. Dit is het gevolg van investeringen in de 2e helft van 2011. De waarde van de activa waarover omslagrente afgedragen wordt nam in 2012 met €16 miljoen toe ten opzichte van €45 miljoen in 2011.
b
De betaalde interne rente op reserves en voorziening is € 1,4 miljoen hoger dan begroot: de reserves en voorzieningen zijn gemiddeld hoger dan begroot (minder onttrekkingen).
Onderstaande wordt een vergelijking gemaakt tussen het begrote en het nacalculatorisch omslagpercentage in de afgelopen vijf jaar:
Jaar
2008
2009
2010
2011
2012
Begroot
4,75
4,75
4,75
4,50
4,50
Nacalculatorisch
4,10
3,61
3,55
3,22
3,36
- 85 -
2. Paragrafen Sturen met normen Binnen het programma ‘Financiën helder en op orde’ nemen we hiervoor de volgende stap: we gaan indicatoren en normen benoemen om de financiële positie beter te kunnen sturen. In basis zijn er 4 domeinen benoemd: stabiliteit, flexibiliteit, weerbaarheid en wettelijke kaders. Een viertal normen uit deze domeinen heeft een relatie met treasury en zal in deze paragraaf verder toegelicht worden:
b b b
Domein flexibiliteit: rentedruk Domein wettelijk kader: kasgeldlimiet en renterisiconorm Domein stabiliteit: bruto schuld als percentage van inkomsten
Liquiditeiten Ondanks dat de gemeente jaarlijks een sluitende begroting presenteert en de jaarrekening doorgaands vrijwel sluitend is, toont de liquiditeiten ontwikkeling een ander beeld. Er zit een belangrijk verschil tussen kosten en opbrengsten enerzijds en uitgaven en inkomsten anderzijds. Niet alle uitgaven leiden direct tot kosten in de exploitatie; investeringen (=uitgaven) leiden pas in latere jaren via afschrijvingen tot kosten in de exploitatie. Sinds 2009 is de liquiditeitsbehoefte van de gemeente Eindhoven toegenomen. De inkomsten (op de bank) zijn niet langer voldoende om de uitgaven te compenseren. Dit is overigens een landelijk beeld. Ook over 2012 waren de uitgaven groter dan de inkomsten: de netto uitstroom bedroeg ca € 40 miljoen, €10 miljoen meer dan op basis van de begroting werd berekend. Vergeleken met 2010 en 2011 is de netto uitstroom meer dan gehalveerd. De trajecten in 2012 die onder aansturing van B&W doorlopen zijn om lopende en nieuwe projecten te beoordelen (Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) en Meerjaren Investerings Programma (MIP)) hebben remmend gewerkt op de uitgaven.
T rendontwikkeling liquiditeiten gecorrigeerd voor vrijval beleggingen en verkoop endinet 20 0 -20
01-jan
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
-40 -60 -80
2011
-100
2010
-120
2009 2012
-140
De gemeentelijke liquiditeitsbehoefte werd zo veel mogelijk gefinancierd met kasgeldleningen (kortlopende leningen). De te betalen rente op 1 tot 4 weeks kasgeld was zeer laag (gemiddeld 0,22%). De wet Financiering decentrale overheden (Fido) stelt echter een grens aan het bedrag dat maximaal met kort geld mag worden gefinancierd. In de wet is bepaald dat de gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal de kasgeldlimiet (€65 miljoen) niet mag overschrijden. De wet bepaalt tevens dat de gemeente aanvullende maatregelen moet nemen wanneer de kasgeldlimiet in 3 achtereenvolgende kwartalen wordt overschreden. In het vierde kwartaal 2011 was er sprake van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Dit betekende dat uiterlijk eind juni 2012 lange financiering aangetrokken moest zijn. In maart is voor een bedrag van €100 miljoen aan lang lopende leningen aangetrokken. Een bedrag van €16 miljoen is gebruikt voor de verplichte aflossing van een lopende lening. Het restant is ingezet om kasgeldleningen mee af te lossen. Daardoor voldeed de gemeente
- 86 -
l vanaf het twee kwartaal aan de kasgeldlimiet. De rest van 2012 heeft de gemeente Eindhoven de kasgeldlimiet niet meer overschreden. Door de netto liquiditeitenuitstroom in november en december zal het 1e kwartaal 2013 waarschijnlijk een overschrijding laten zien. Uiterlijk in het vierde kwartaal 2013 zal deze in dat geval opgeheven moeten zijn om de wet FIDO niet te overtreden.
De gemiddelde netto liquiditeitsbehoefte (netto-vlottende schuld) in 2012 was:
Indicator Kasgeldlimiet (norm) Liquiditeitsbehoefte (x 1 miljoen)
kw1
kw2
kw3
kw4
65
65
65
65
129
39
17
32
Ontwikkeling leningenportefeuille De gemeente Eindhoven heeft ultimo 2012 voor een totaalbedrag van ca. € 366 miljoen aan langlopende geldleningen opgenomen. Dit is € 61 miljoen meer dan eind 2011. De toename wordt met name veroorzaakt door het aantrekken van € 100 miljoen lange leningen voor eigen reguliere financiering, die deels (€ 16,25 miljoen) is gebruikt voor de aflossing van aflopende leningen. De opgenomen leningenportefeuille laat over 2012 het volgende verloop zien:
Opgenomen leningen (x €1 miljoen)
01-01-2012
Mutatie
31-12-2012
42
-7
35
129
+84
213
49
0
49
219
+77
297
Voor doorlening aan woningbouw
71
- 15
56
Renteloze leningen van rijk en provincie
12
0
12
3
-1
2
305
+61
366
Projectfinanciering Strijp S Eigen financiering Lening tbv aankoop gronden PSV Totaal eigen financiering
BWS restant schuld Totaal opgenomen leningen
In maart 2012 zijn vijf fixe leningen (aflossing aan het eind) aangetrokken voor de eigen financieringsbehoefte voor in totaal €100 miljoen met looptijden van 3, 4, 5 en 6 jaar.
De leningenportefeuille bevat € 56 miljoen aan leningen, die zijn doorgeleend aan Eindhovense woningbouwcorporaties. Hiervan is €35 miljoen afgesloten met zogenaamde WSW garantie; in geval de tegenpartij in gebreke blijft, kan de gemeente haar lening via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) terug krijgen. Een bedrag van €35 miljoen betreft de projectfinanciering voor de herontwikkeling van Strijp S. Hierop wordt jaarlijks €7 miljoen afgelost. Het totaal bedrag aan verstrekte leningen komt ultimo 2012 uit op € 93 miljoen. De verstrekte leningenportefeuille laat over 2012 het volgende verloop zien:
- 87 -
2. Paragrafen Verstrekte leningen (x €1 miljoen) Leningen aan woningbouw
01-01-2012
Mutatie
31-12-2012
71
-15
56
Leningen aan Meerrijk BV
0
15
15
Lening aan Park Strijp S CV
13
-2
11
9
+2
11
93
0
93
Overige verstrekte leningen (Bibliotheek Eindhoven, Woonbedrijf ivm Gerritsonlaan, startersleningen, bijstand etc) Totaal verstrekte leningen
De belangrijkste mutaties op een rij:
b
Vanwege de levering van 70 woningen in Meerrijk, als gevolg van in 2009 opgezette achtervang constructie, heeft de gemeente
Eindhoven de BV Meerhoven Meerrijk opgericht, waarvan zij 100% aandeelhouder is. Vanuit Meerhoven Meerrijk B.V. zal de exploitatie, beheer en verkoop plaats gaan vinden. Door de aankoop van de woningen ontstaat er een financieringsbehoefte. Deze is ingevuld door het aantrekken van vreemd vermogen bij de Gemeente Eindhoven (€ 13 miljoen) en een winstdelende lening, die wordt verstrekt door de stichting Brabants Investeringsfonds nieuwbouwwoningen project Meerrijk (het investeringsfonds) (€2,8 miljoen). De gemeente Eindhoven en de provincie Noord-Brabant participeren elk voor 50% en verstrekken beide een lening van €1,4 miljoen aan het investeringsfonds. Daarnaast verstrekt de gemeente een rekening courant krediet aan de BV voor de oprichtingskosten van de bv, de beheerskosten en het verhuurklaar maken woningen. In totaal heeft de gemeente Eindhoven eind 2012 een bedrag van €15 miljoen direct of indirect geleend aan de BV Meerhoven Meerijk. De gemeente heeft het eerste recht van hypotheek op de woningen. Daarnaast is een voorziening ingesteld bedoeld voor het afdekken van de negatieve waardeontwikkeling van de woningen waardoor de leningen van de gemeente aan de BV en het Investeringsfonds mogelijk niet volledig kunnen worden afgelost.
b
Op basis van de afgesloten raamovereenkomst voor de overname van het project Gerritsonlaan door Woonbedrijf is een voor dit
doel verstrekte lening u/g van bijna €3,0 miljoen overgegaan naar Woonbedrijf. Woonbedrijf heeft 70% van deze lening in 2012 afgelost. Het restant zal in twee bedragen van 15% worden terugbetaald afhankelijk van de voortgang van het project.
b
Door Park Strijp Beheer CV is €1,5 miljoen afgelost binnen de overeenkomst van achtergestelde lening. De terugbetaling is
afhankelijk van de verkoop van de bouwvelden.
b
In 1992 en 1993 heeft de gemeenteraad van Eindhoven besloten om in te stemmen met het verstrekken van een 40-jarige lening
aan Vitalis Residentiële Woonvormen (Vitalis) voor de realisatie van woon-zorgcomplex Petruspark. In totaal heeft de gemeente ruim €13 miljoen financiering opgenomen, en één op één doorgeleend aan Vitalis. De leningen zijn verstrekt op basis van een 40-jarige annuïteit, maar met een 20- jarige looptijd. Dit betekent dat op 20 maart 2012 en 1 april 2013 beide leningen van ruim €6 miljoen door Vitalis aan de gemeente moe(s)ten worden afgelost. Vitalis is momenteel niet in staat om de leningen uit reguliere kasstromen af te lossen. Daarom heeft zij de gemeente benaderd met het verzoek om herfinanciering. Vanwege het raadsbesluit uit 1992 heeft Vitalis recht op nog een twintigjarige lening. Omdat de gemeente geen bank is, gaat de voorkeur uit naar het verstrekken van een garantie boven een lening. De lening die dit jaar is vervallen is inmiddels voor vijf jaar geherfinancierd door de BNG waarbij de gemeente voor 80% garant staat en nog steeds het eerste recht van hypotheek behoudt. De financiering van de lening die in 2013 moet worden afgelost zal onder gelijke voorwaarden door de BNG worden overgenomen.
b
Het rekening courant krediet, dat in 2011 verstrekt is aan Museum Kempenland, is volledig afgelost met de verkoopopbrengst van
het kantoorpand.
De renterisiconorm in de wet Fido schrijft voor dat het totaal aan aflossingen van leningen en renteherziening op leningen in één jaar niet meer is dan 20% van het begrotingstotaal. Voor Eindhoven is dat in 2012 € 153,2 miljoen. Het totaal bruto bedrag aan aflossingen bedroeg €37,6 miljoen. De gemeente Eindhoven heeft de renterisiconorm in 2012 niet overschreden.
- 88 -
l
Indicator Renterisiconorm
(* €1 miljoen)
2011
2012
20% van begrotingstotaal
169,0
153,2
stand
22,6
37,6
De VNG verzamelt en publiceert jaarlijks gegevens over de schuldpositie van gemeenten. Over 2010 bedraagt het landelijk gemiddelde 73%. De tabel laat zien dat ons percentage bruto schuld de afgelopen jaren is toegenomen, maar nog steeds onder het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten zit.
Indicator Bruto schuld (lang en kort) / inkomsten
2010
2011
2012
43%
57%
62%
(exclusief mutaties reserves)
Ontwikkeling garantieportefeuille Per ultimo 2012 (stand) is voor een bedrag van €39 miljoen aan leningen direct gegarandeerd door de gemeente aan instellingen, die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, sport en cultuur. De garanties zijn deels verstrekt met hypothecaire zekerheid. Ca 75% van de garanties stamt van voor 2009. B&W is terughoudend in het verstrekken van nieuwe garanties of leningen. In geval van materiële bedragen wordt vooraf advies ingewonnen van de raad.
Verstrekte garanties (x €1 miljoen) Garanties aan derden
01-01-2012
Mutatie
31-12-2012
33
+6
39
Belangrijke mutaties in 2012:
b
In 2011 zijn de Eindhovense voetbalverenigingen ESV en WVVZ gefuseerd. Vanaf het seizoen 2012/2013 is de fusievereniging onder
de naam WODAN actief op Sportcomplex Eindhoven Noord (SEN). Aan voetbalvereniging WODAN is een garantie van € 0,25 miljoen verstrekt ten behoeve van de financiering van de bouw van een clubhuis op sportpark Woensel met een looptijd van 15 jaar. De Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) staat voor een zelfde bedrag garant. SWS en de gemeente hebben gezamenlijk hypothecaire zekerheid.
b
Eind 2011 heeft B&W besloten om een garantie te verstrekken van €0,2 miljoen aan de Design Coöperatie Brainport op een
rekening courant krediet van €0,25 miljoen per januari 2012. Dit krediet is noodzakelijk om tijdelijke liquiditeitstekorten, die ontstaan door een mismatch in uitgaven en (subsidie)inkomsten, vooral door het project PROUD, te kunnen opvangen.
b
Zoals eerder vermeld is een lening van ruim € 6 miljoen aan Vitalis Residentiële Woonvormen omgezet in een 80%
gemeentegarantie (€4,8 miljoen).
De gemeente heeft eind 2011 voor een bedrag van ca. €1,2 miljard aan garanties en leningen uitstaan waarvan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) primair het risico draagt. Voor deze leningen en garanties geldt dat samen met het Rijk de achtervang positie wordt ingenomen. Indien het garantievermogen van het WSW te laag is (bijv. doordat vanwege problemen bij corporaties in andere steden een beroep op het WSW moet worden gedaan) moeten alle deelnemende gemeenten en het Rijk aan het WSW renteloze leningen verstrekken. Momenteel zijn er geen signalen dat deze achtervangpositie wordt aangesproken, maar dat kunnen we natuurlijk niet uitsluiten.
- 89 -
2. Paragrafen Op de uitstaande leningen en garanties loopt de gemeente risico. Voor dit doel wordt de voorziening algemene risico’s garanties en geldleningen aangehouden. Over een deel van de lopende leningen en garanties wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht bij de geldnemer. Op basis van de Europese regelgeving is dit voor nieuwe garanties ten minste 0,4% per jaar over de restantschuld. Deze premie wordt gestort in deze voorziening. Indien de gemeente wordt aangesproken op haar garantie, of een lening niet wordt afgelost, komt dit verlies ten laste van deze voorziening. In 2012 zijn er geen tegenpartijen in de financiële problemen geraakt, zodat er geen substantiële bedragen ten laste van de voorziening zijn gebracht. Om de hoogte van de voorziening te bepalen wordt om een relatie te leggen met het risico van de uitstaande leningen en garanties. Jaarlijks wordt de financiële positie van de geldnemers individueel beoordeeld. De solvabiliteit van de geldnemer in combinatie met de zekerheden voor de gemeente bepaalt de noodzakelijke buffer in de voorziening. Eind 2012 is de noodzakelijke buffer berekend op € 3,34 miljoen. In 2012 zijn er geen noemenswaardige onttrekkingen uit de voorziening gedaan. Daardoor is de hoogte van de voorziening met € 3,48 miljoen eind 2012 toereikend. Dit is exclusief de separate risicovoorziening voor de leningen en garantie ivm Meerhoven Meerrijk BV.
Beleggingen De gemeente Eindhoven heeft in 2006 naar aanleiding van de verkoop Endinet diverse beleggingen gedaan. In de beleggingsportefeuille resteren eind 2012 vier garantieproducten. In november 2012 is één garantieproduct vrijgevallen. Per 31 december 2012 resteren nog vier garantieproducten. Deze bestaan voor een groot deel uit obligaties (90%) , maar een klein deel van de inleg (10%) is belegd in aandelengerelateerde producten. Bij een garantieproduct wordt, conform de wettelijke eisen, aan het einde van de looptijd tenminste de inleg terugontvangen. De resterende garantieproducten vallen vrij in de jaren 2013 tot en met 2015 met minimaal €14 miljoen per jaar. In 2014 valt ook het garantieproduct uit 2004, met een inleg van €15 miljoen, vrij.
Per 31 december 2012 geeft de beleggingsportefeuille van de gemeente Eindhoven het volgende beeld:
Beleggingsportefeuille van de gemeente Eindhoven
x €1 miljoen
Waarde per 31-12-2011
81,6
Af: aflossing garantieproduct
-15,8
Bij: marktwaardeverschil (= niet gerealiseerd koersresultaat)
6,7
Waarde per 31-12-2012
72,6
Ontvangen in 2012:
15,9
Waarvan ontvangen aflossing garantieproduct
15,8
Waarvan ontvangen dividend
0,1
Naast de aflossing van een garantieproduct is in 2012 een bedrag aan dividend ontvangen van € 0,12 miljoen. De garantieportefeuille laat een positieve marktwaarde ontwikkeling zien (effect van dalende rente en stijging van de aandelenkoersen). De portefeuille is gekocht om aan te houden tot de einddatum. Hierdoor wordt het marktwaardeverschil niet daadwerkelijk gerealiseerd. De gehele beleggingsportefeuille staat tegen nominale (eind)waarde op de balans. Voor één garantieproduct geldt een gegarandeerd minimumrendement, dat jaarlijks wordt toegevoegd aan de balanswaardering.
De totale portefeuille heeft qua risico’s een zeer gespreid karakter. Het risico op onze uitzettingen volgen we onder meer aan de hand van ‘ratings’, een maatstaf voor kredietwaardigheid. Vanuit ons treasurystatuut is voor de kredietwaardigheid van tegenpartijen de status ‘AA’ minimaal vereist. In de afgelopen jaren zijn de ratings van banken gedaald. Bij drie garantieproducten, met daarin ABN AMRO
- 90 -
l en de Britse banken HBOS en Barclays, zijn de ratings onder de norm gezakt. De beleggingen worden aangehouden tot einde looptijd. De garantieproducten zijn echter maatwerk en daardoor slecht verkoopbaar (en vanwege de bankencrisis alleen met verlies). ABN AMRO heeft in het verleden al staatssteun gekregen, en ook de Britse regering heeft toegezegd stappen te ondernemen indien nodig. Het risico lijkt daardoor beperkt.
Ruim vijf jaar geleden heeft het college besloten om EUR 5 miljoen te storten op de streekrekening "Het Groene Woud" voor de periode van 5 jaar. Diverse belanghebbenden (bedrijven, overheden, private partijen) hebben geld gestort op de streekrekening en ontvangen hierop een beperkte rente vergoeding. Een vast percentage van de renteopbrengsten wordt uitgekeerd aan het Streekfonds Groen Woud, en gebruikt om verbeteringen in Het groene Woud te realiseren. De effectieve rentebijdrage van de Gemeente Eindhoven dankzij deze belegging was ca € 5.000 per jaar. Besloten is om met ingang van 2013 een rechtstreekse jaarlijkse donatie in het streekfonds te doen voor hetzelfde bedrag. De belegging is opgeheven en het bedrag is ingezet voor de algemene liquiditeitenbehoefte.
- 91 -
2. Paragrafen 2.8
Projecten
Algemeen Projecten leggen een groot financieel beslag op de beschikbare middelen. Bij de behandeling van de begroting 2013 - 2016 is geconstateerd dat het huidige investeringsvolume de beschikbare kasmiddelen overstijgt. Deze constatering heeft geleid tot een aanzet tot scherpere prioritering in de projectportefeuille. In 2012 is hiertoe een nieuw analysekader opgesteld waarlangs de investeringen zijn afgewogen. In deze methodiek worden investeringen beoordeeld op maatschappelijke effecten; de zogenaamde Quickscan Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse (MKBA). Naar aanleiding van de beoordeling zijn een aantal projecten in 2012 in afwachting van de uitkomsten van deze analyse on hold gezet, waardoor er een aantal projecten vertraagd zijn ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Het MKBA-proces zal in deze paragraaf nader worden toegelicht. De projecten binnen de gemeente Eindhoven zijn te onderscheiden in:
b b b
Projecten Maatschappelijk nut: vb reconstructie van wegen en openbare verlichting Projecten Economisch nut: vb de rioleringsprojecten Projecten Vastgoed: vb investeringen in vastgoed-objecten
Per projectportefeuille worden de belangrijkste financiële risico’s en inhoudelijke knelpunten toegelicht. Tevens worden de voorgestelde bijsturingsacties benoemd. Deze zullen met een separaat (integraal) dossier ter besluitvorming worden voorgelegd. Daarnaast gaat er veel geld om in het Grondbedrijf. Binnen het Grondbedrijf worden de uitgaven in principe door uitgifte van gronden terugverdiend. Voor de toelichting op de projecten Grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid in dit concernverslag. Voor alle projecten geldt dat in het concernverslag bijlagen een nadere analyse per project is opgenomen. Tevens is in de bijlagen voor de grote projecten Meerhoven, Strijp S en Stationsdistrict een voortgangsrapportage opgenomen.
Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse In het analysekader van het MKBA staan vier hoofdcriteria centraal: 1) Legitimiteit: moet de gemeente het doen en in welke mate? 2) Effectiviteit: in hoeverre draagt het bij aan de ontwikkelingen en doelen die de gemeente heeft gesteld? 3) Efficiency: doen we het zo doelmatig mogelijk? 4) Risico’s: zijn alle risico’s in beeld? Circa 450 projecten (met circa 400 miljoen euro aan netto uitgaven) zijn in 2012 aan de hand van bovenstaande hoofdvragen beoordeeld en onderverdeeld in een van de onderstaande categorieën: -
Voort te zetten,
-
Niet te beïnvloeden,
-
Te optimaliseren,
-
Te herijken,
-
Te stoppen,
-
Niet te beoordelen (onvoldoende informatie beschikbaar).
Uit de resultaten van het MKBA blijkt dat het mogelijk is om voor afgerond € 40 miljoen in projecten te faseren tot na 2016. Daarnaast is besloten om alleen die projecten te starten c.q. te continueren die in de categorieën ‘Voort te zetten’ en ‘Niet te beïnvloeden’ 2013 zijn ingedeeld. Concreet betekent dit dat de gemeente Eindhoven voor een bedrag van € 78 miljoen in 2013 en een bedrag van € 48 miljoen in 2014 en verder blijft investeren.
- 92 -
Vervolgproces De projecten die bij de eerste beoordeling in 2012 in de categorieën ‘Te optimaliseren’ en ‘Te herijken’ 2013 zijn geplaatst worden in het eerste kwartaal van 2013(2e tranche) nader beoordeeld en geprioriteerd. Hierbij wordt nogmaals kritisch gekeken naar de fasering en de hoogte van de investering en de onlosmakelijke samenhang van deze projecten met de projecten in de categorieën ‘Voort te zetten’ en ‘Niet te beïnvloeden’.
Projecten Maatschappelijk nut Onderstaand wordt voorzien in een samenvatting van de projecten maatschappelijk nut met financiële afwijkingen van > € 500.000.- en de projecten met een potentieel risico: De projecten die betrekking hebben op het onderhoud van de openbare ruimte (cp 8.2.08) resulteren in een gecumuleerd financieel voordeel per einde project van € 2.792.000. Dit bestaat uit wat kleine voordelen op diverse projecten ad € 258.000 en uit een aantal projecten waarin wat grotere voordelen te verwachten zijn die tezamen tot een verwacht resultaat van afgerond € 2.534.000 leiden ( zijnde wegreconstructie Hastelweg € 131.000, wegreconstructie Zwaanstraat € 200.000, wegreconstructie halvemaanstraat € 600.000, Karel de Grotelaan € 1.200.000 en Deklaag vervanging Marathonloop € 403.000). Binnen het project Karel de Grotelaan is kritisch gekeken welke maatregelen noodzakelijk waren. Op basis hiervan zijn prioriteiten gesteld binnen het project. Dit heeft ertoe geleid dat een deel van de weg de deklaag vervangen wordt in plaats van de totale vervanging van de constructie. Dit geldt ook voor de marathonloop. In het voorstel tot bijsturing dat wordt voorgelegd zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de aanwezige achterstanden in het onderhoud ( zie voor toelichting hierover de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen openbare ruimte).. Het project O.R. 18 Septemberplein resulteert in een financieel tekort. De Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA) heeft op 8 oktober 2012 uitspraak gedaan in het financiële geschil tussen de gemeente en aannemer BAM. De RvA heeft besloten dat de gemeente verantwoordelijk is voor de vertraging en de bijbehorende meerkosten. Door deze uitspraak ontstaat er een tekort van € 1.585.000, dit is inclusief € 225.000 aan kosten die in 2013 gemaakt gaan worden ten behoeve van de laatste werkzaamheden aan de openbare ruimte bij de Bubble;. Vooruitlopend op het proces van de jaarrekening is er een analyse gemaakt om te peilen of er op andere projecten voldoende voordeel aanwezig is om het financiële tekort op te vangen. Uit de analyse blijkt dat het tekort binnen de projectportefeuille maatschappelijk nut kan worden opgevangen. B&W heeft in november 2012 op basis van de gepresenteerde resultaten besloten om het nadeel, conform de reguliere cyclus, op te lossen bij de jaarrekening 2012. De dekking van het tekort wordt met het separate bijsturingsvoorstel ingeregeld. De aanbesteding van de Sterrenlaan binnen het project HOV2 is lager uitgevallen dan geraamd. De uitvoering gaat voorspoedig. Naar verwachting vallen de lasten € 1.000.000 lager uit. Aangezien het project voor 50% betaald wordt uit subsidie, valt ook de subsidie lager uit. Resteert een voordeel van € 500.000. De vrijval van eigen middelen is vooruitlopend op de eindafrekening van het project in 2014, en houdt rekening met de huidige projectrisico's; De financiële resultaten van de projecten Hovenring, Meerenakkerweg Beemdstraat, en onderdoorgang Meerenakkerweg zijn niet los van elkaar te zien. Dit komt doordat de projecten fysiek aan elkaar gekoppeld zijn en er werkzaamheden van de onderdoorgang Meerenakkerweg door de Hovenring zijn uitgevoerd om de beschikbare subsidiemogelijkheden volledig uit te kunnen nutten. Per saldo resulteren de projecten in een verwacht voordeel van € 1.021.000. Echter, er bestaat nog een contract waarvan het financieel volume nog niet in de projecten is verwerkt. Er ligt een overeenkomst met RWS om een bijdrage van € 1.600.000.- te betalen voor de aansluiting van de N2 op de Meerenakkerweg en de Noord Brabantlaan(dossier 10bst02487, B&W 18-1-2011). B&W heeft besloten om de € 1.600.000
- 93 -
2. Paragrafen zo mogelijk te financieren uit het project, daarna domein verkeer en als sluitstuk het MIP. Van de € 1.600.000 heeft € 1.067.000 betrekking op de afslag Meerenakkerweg, en € 533.000 op de afslag Noord Brabantlaan (project Hovenring). Het positieve saldo biedt mogelijkheden om een groot deel van deze additionele kosten op te vangen in de genoemde projecten. Daarnaast wordt nog gezocht naar aanvullende subsidies. Hiervoor zijn bijsturingacties geformuleerd in het separate projectdossier. Er is sprake van een inhoudelijk knelpunt op het Plan van aanpak luchtkwaliteit. In 2015 moet de gemeente voldoen aan de wettelijke norm (grenswaarde NO2/40µg/m3). Op dit moment is de verwachting dat de Mauritsstraat niet tijdig aan deze gestelde norm gaat voldoen. Momenteel worden alternatieven uitgewerkt om dit op te lossen. Het niet tijdig kunnen voldoen aan de wettelijke normen leidt tot problemen bij ruimtelijke ontwikkelingen na 2015. Op het project wordt geen financieel resultaat verwacht. Wel is sprake van een voordeel op baten €6.800.000 en een nadeel op de lasten €6.800.000. In 2007 is het programma luchtkwaliteit en mobiliteit vastgesteld door de Raad. Gemeente Eindhoven ontvangt vanuit het Rijk (via de provincie) in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit een bijdrage van 10,6 miljoen. Hoewel in het raadsvoorstel van 2007 de ontvangst van deze middelen al is aangekondigd is de begroting nog niet volledig vastgesteld. In 2e kwartaal 2013 wordt aan het College een dossier voorgelegd waarin de werkzaamheden en financiën worden vastgesteld. Geluidsanering (wijk Tongelre). Er is ‘een landelijke vastgestelde prioriteitenlijst’ op het gebied van geluidssaneringen. De gemeente Eindhoven draagt initiatieven aan bij het ministerie van I&M om deze prioriteiten te realiseren. Het ministerie besluit vervolgens welke projecten uitgevoerd mogen worden en subsidieert deze volledig richting de aanvrager. Voor het aanbrengen van raildempers en het plaatsen van geluidschermen langs het spoor ter hoogte van de wijk tongelre is een subsidie verkregen. De uitvoeringsperiode van de raildempers loopt van dec 2010 tot en met jan 2015. De uitvoeringsperiode van de schermen loopt van dec 2010 tot en met dec 2013. Op dit project wordt geen financieel resultaat verwacht. Wel is sprake van een nadeel op de lasten en voordeel op de baten ter grootte van € 3.439.000. Dit ontstaat doordat de subsidie nog niet juist in de begroting is verwerkt. In het 2e kwartaal 2013 zal een dossier aan het College worden voorgelegd waarin de werkzaamheden en financiën worden vastgesteld. Op een aantal verkeersveiligheidsprojecten is een subsidie ontvangen die niet geraamd was. De projecten die het betreft waren reeds volledig afgedekt. De ontvangen subsidie leidt tot vrijval van middelen en daarmee tot een financieel voordeel van € 639.000.- In het voorstel tot bijsturing zal rekening worden gehouden met het feit dat deze middelen in het MeerjarenInvesteringsPlan 2013 gealloceerd zijn ter dekking van verkeersmaatregelen.
Projecten Economisch nut De projecten economisch nut betreffen nagenoeg alleen projecten die onderdeel uitmaken van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het volume van de investeringen, zoals dat vastgesteld is in het GRP, is uiteengezet in verschillende economisch nut projecten. Zoveel als mogelijk wordt in de stad integraal geprogrammeerd. Daarbij wordt geprobeerd om de aanpassingen/investeringen in groen, water en de overige openbare ruimte zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Grote financiële afwijkingen doen zich voor op het project opwaardering Beatrixkanaal. Hier is een voordeel te verwachten van € 2.376.000 dat veroorzaakt is door aanbestedingsvoordelen. Op het project Rioolvervanging diverse straten Leenderweg/Haviklaan e.o. wordt een voordeel verwacht van € 300.000 vanwege minder kosten voor onvoorzien, inhuur derden en meerwerk dan geraamd. Op de projecten Waterstructuur De Burgh, Rioolvervanging Parklaan en Kruidenbuurt Zuid zijn respectievelijk een voordeel van € 500.000, een nadeel van € 800.000 en een nadeel van € 1.000.000 te verwachten omdat bij deze projecten in eerste instantie uitgegaan is van een
- 94 -
eerste grove aanname die gaandeweg is bijgesteld bij de verdere detaillering van het ontwerp. Al deze voor en nadelen worden verrekend met de voorziening van het GRP.
Projecten Vastgoed De financiële afwijking in de vastgoed portefeuille wordt grotendeels bepaald door het project Biomassacentrale Tongelreep ad. € 1.188.000. In de jaarrekening 2011 is reeds een tekort van € 990.000 verantwoord, hetgeen veroorzaakt werd door het abusievelijk in 2010 verantwoorden van een subsidie in de algemene middelen en het verantwoorden van het onderhoud van de eerste twee aanloopjaren ten laste van het project. Het restant tekort ad € 198.000 is ontstaan door een juridisch geschil. De per saldo hogere investeringkosten leiden tot hogere kapitaallasten in de meerjarenbegroting. Een deel van het tekort, zijnde €800.000 kan opgevangen worden door het aanwenden van een beschikbaar krediet dat een overeenkomstige doelbestemming heeft. De resterende hogere eigenaarkosten ad € 388.000 worden doorberekend aan de interne gebruiker, die vervolgens moet bezien of deze kosten afgedekt kunnen worden door hogere inkomsten dan wel verlaging van de kosten. De realisatie van de Fontys Sporthogeschool is volgens planning gerealiseerd. Het gebouw is in september 2012 geopend. In 2010 is reeds het aanbestedingsresultaat van € 2.000.000 (t.o.v. oorspronkelijk krediet ad € 16,9 mln) aan college en raad voorgelegd. In 2012 is wederom een aanbestedingsvoordeel behaald, waardoor er een voordeel van € 600.000 is ontstaan. Dit leidt tot lagere kapitaallasten in de meerjarenbegroting. Tot slot is het vermeldenswaardig dat voor de herontwikkeling Karregat er in 2013 een dossier volgt op basis van nieuwe inzichten over het ontwerp en het financiële plan.
- 95 -
2. Paragrafen 2.9
Burgerjaarverslag
Er is wederom voor gekozen om het burgerjaarverslag op te nemen in het concernverslag. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op dienstverlening, burgerparticipatie, klachten en bezwaarschriften.
Dienstverlening 2012 In dit burgerjaarverslag leest u onder andere over onze dienstverlening en de inbreng van burgers bij de voorbereiding van plannen. We noemen dit burgerparticipatie. In dit verslag is ook informatie te vinden over de afhandeling van klachten en bezwaarschriften. Veel informatie staat ook in verschillende andere verslagen, met name in de jaarrekening 2012.
De gemeente Eindhoven maakt gebruik van klanttevredenheidsonderzoeken, benchmarks, panels en de algemene opinie om de kwaliteit van de dienstverlening te beoordelen en verbetermogelijkheden vast te stellen. Eindhoven heeft in 2012 deelgenomen aan de benchmark publiekszaken. Het totaaloordeel voor de dienstverlening aan de balie op het Inwonersplein bedroeg een 7,4, aan de telefoon een 7,2 (14 040) en het digitaal loket op www.eindhoven.nl een 7,7. Daarnaast heeft de gemeente Eindhoven in 2012 de hostmanshipaward ontvangen; dit naar aanleiding van een onderzoek van TNS Nipo onder inwoners van de 20 grootste gemeenten. Hostmanship is de kunst mensen het gevoel te geven dat ze welkom zijn. In het onderzoek zijn burgers gevraagd naar hun ervaringen bij de gemeente Eindhoven. De balies op het Inwonersplein van de gemeente Eindhoven werden hierbij beoordeeld met een 7,8.
Om onze burgers en ondernemers zo goed mogelijk van dienst te zijn hebben we een kwaliteitshandvest “Dienstverlenen doen we zo” opgesteld. Hierin zijn concrete normen opgenomen waaraan onze service moet voldoen. Met dit kwaliteitshandvest maken we duidelijk waar de gemeente voor staat, wat burgers en ondernemers mogen verwachten en ook wat zij zelf kunnen doen om snel en goed geholpen te worden.
De samenleving staat niet stil. Verwachtingen tussen burgers en overheid veranderen en vernieuwde technologieën zorgen voor nieuwe mogelijkheden. Adequate dienstverlening aan inwoners is belangrijk. We streven naar een verbetering van de dienstverlening door slimmer te werken, goed te kijken waar we zaken kunnen vereenvoudigen en administratieve lasten kunnen terugbrengen door maximaal in te spelen op de mogelijkheden die de digitalisering biedt.
Dienstverlening aan de balie Met ingang van 1 januari 2012 gelden er andere openingstijden voor het Inwonersplein. Burgers kunnen zonder afspraak tot 13.00 uur terecht op het Inwonersplein. Na 13.00 uur en bij de avondopenstellingen kan dit alleen op afspraak. Het aantal bezoekers aan het Inwonersplein bedroeg in 2012 210.529. Ten opzichte van 2011 (216.542) is dit een afname van 2,78%. Het aantal afspraken voor bezoeken aan het Inwonersplein in 2012 was 35.350. Van de mensen die het Inwonersplein bezochten hoefden 70% bij een afspraak niet langer dan vijf minuten te wachten en hoefden 58% bij vrije inloop niet langer dan twintig minuten te wachten. Helaas is dit beneden de norm van 80%. Oorzaken van het niet behalen van deze norm zijn o.a. (regelmatige) systeemuitval onder andere gedurende de piekmaanden (maart t/m juli) en een forse toename van het aantal aangevraagde reispapieren vanaf maart 2012 in verband met het vervallen van de geldigheid van kinderbijschrijvingen met ingang van 26 juni 2012.
- 96 -
Elektronische dienstverlening Digitale loket Het digitaal loket trok in 2012 gemiddeld 28.156 bezoekers per maand. Onze bezoekers waardeerden de dienstverlening van het digitaal loket met een rapportcijfer 7,7; dit naar aanleiding van een grootschalig klanttevredenheidsonderzoek dat medio 2012 is uitgevoerd door Quint Result en SGBO Benchmarking. Steeds meer producten worden via het digitale loket aangeboden. Zo zijn er in 2012 via het digitale loket bijvoorbeeld 10.606 verhuizingen doorgeven en 5.412 uittreksels besteld. Deze toename is ook het gevolg van een groeiende vanzelfsprekendheid om de gemeente via internet te benaderen. Ook in 2012 is het digitaal loket verrijkt met nieuwe functionaliteiten. Zo heeft er een uitbreiding plaatsgevonden van het aantal digitale formulieren. Daarnaast zijn er een groot aantal reeds bestaande formulieren gestandaardiseerd waardoor de herkenbaarheid en het gebruiksgemak bevorderd is. Tevens is in 2012 een nieuwe indeling gemaakt van het digitaal loket. Dit leidt tot een verbetering ten aanzien van het zoeken en vinden door en voor de burger. Dit alles met het doel om onze klant beter en sneller vraag- en taakgericht van dienst te kunnen zijn. Algemeen uitgangspunt van het digitaal loket is het verminderen van het aantal overbodige fysieke klantcontacten door het vergroten van selfservice en door slimmere inrichting van de processen.
Sociale media De toepassing van sociale media als Twitter, Facebook en apps . beginnen hun vruchten af te werpen. Een goed voorbeeld hiervan is de BuitenBeterapp, waarmee de burger op ieder moment ter plaats een melding van de openbare ruimte kan doen. Op Twitter worden dagelijks de binnenkomende meldingen/vragen beantwoord. Ook worden regelmatig via het twitteraccount van de gemeente,actuele nieuwswaardige mededelingen over dienstverlening getwitterd. Sinds 1 september 2012 is ook de Facebookpagina van de gemeente Eindhoven actief.
Telefonische dienstverlening Ook de waardering voor de telefonische bereikbaarheid is met een 7,2 goed. Het aantal binnengekomen telefoontjes op het centrale algemene nummer 14 040 bedroeg 203.557. Hiervan werd 63 % binnen 25 seconden opgenomen (de norm is 80%). In 2012 heeft de gemeente Eindhoven gekampt met een verslechterde telefonische bereikbaarheid en heeft hierover met regelmaat klachten en signalen ontvangen. De slechte bereikbaarheid werd voor een deel veroorzaakt door de technische problemen die zijn ontstaan door de invoering van een nieuwe telefooncentrale en nieuwe software voor het callcenter. Hierdoor was het callcenter minder goed bereikbaar door uitval van telefoonvoorzieningen. Een deel van de huidige knelpunten komt ook voort uit de slechte bereikbaarheid van de ‘achterliggende” organisatie. De minder goede bereikbaarheid van de medewerkers in de organisatie is van invloed op de bereikbaarheid van het algemene nummer 14040. Het is gebleken dat callcenter medewerkers een groot deel van de telefoontjes niet kwijt kunnen aan de achterliggende organisatie. Vakafdelingen zijn niet altijd goed bereikbaar en telefoons zijn vaak niet doorgeschakeld naar een collega. Het kost de callcenter medewerker veel tijd om een medewerker te vinden die het gesprek met de burger kan overnemen en in veel gevallen wordt alsnog een terugbelnotitie gemaakt. Verbetering van de telefonische dienstverlening heeft hoge prioriteit.
Schriftelijke dienstverlening Afhandeling brieven en e-mails In 2012 zijn er 73.381 poststukken ontvangen en officieel geregistreerd. Van alle afgehandelde brieven wordt gemiddeld 85% tijdig beantwoord. De manier waarop tussentijdse informatie wordt verschaft over de voortgang van afhandeling (bijv.
- 97 -
2. Paragrafen ontvangstbevestigingen en verdagingsberichten) schiet nog tekort, ondanks de diverse verbeteringen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd. In gemiddeld 44% van de gevallen wordt er een ontvangstbevestiging verstuurd. In 2012 zijn 17.895 mails door het callcenter afgehandeld.
Burgerparticipatie In november 2010 hebben er een 5-tal samenspraakactiviteiten plaatsgevonden voor het realiseren van het nieuwe programma Burgerparticipatie 2011-2014. In april 2011 is dit nieuwe programma vastgesteld. Basis hiervoor is het coalitieakkoord “Samen werken aan morgen”. “Wij stimuleren bewonersinitiatieven en sluiten daar als gemeente zoveel mogelijk op aan. Gemeentelijke participatie in burgerinitiatieven in plaats van burgerparticipatie op gemeentelijke initiatieven. Ook willen we zeggenschap geven aan bewoners op het gebied van veiligheid, openbare ruimte en de inzet van welzijnswerk”. Dus, burgerparticipatie begint met luisteren naar de burger; gemeentelijke participatie . De praktijk wijst uit dat burgerparticipatie een voortdurend aandachtspunt is. Op diverse terreinen sorteert het, weliswaar zeer geleidelijk, steeds meer effect. Burgerparticipatie heeft betrekking op “dienstverlening” aan groepen van bewoners. Het collectieve belang ten aanzien van de woonen leefomgeving voert de boventoon. Het gaat hier dus niet over individuele dienstverlening. Wel zijn er overeenkomsten en aanknopingspunten te zien tussen burgerparticipatie en individuele dienstverlening: de wensen en behoeften van de inwoners staan centraal. Het programma kent 4 kernthema’s waarbij ambities zijn geformuleerd.
Thema samenspraak
b
de ambitie t.a.v. samenspraak van deelnemers aan samenspraakprocessen stijgt van 6.8 (2009) naar 7 (medio 2012) en 7.2 (medio 2014);
b b
% Eindhovenaren, dat meedenkt en –praat over buurtontwikkelingen stijgt van 21 (2009) naar 23 (2012) en 26 (medio 2014); % Deelnemers aan samenspraakprocessen, dat zich serieus genomen voelt in samenspraakprocessen stijgt van 85 (2009) naar 87 (2012) en 88 (medio 2014).
Het % Eindhovenaren, dat meedenkt en –praat over buurtontwikkelingen, blijft volgens de inwonersenquête steken op het zelfde niveau als dat van 2009. De redenen om niet mee te denken of te praten zit in: de mogelijkheid deed zich niet voor (26%), geen tijd (28%) of interesse (19%) daarvoor. Een klein deel (12%) gaf aan er geen vertrouwen in te hebben, dat er iets met de inbreng van burgers gebeurt. Ondanks het feit dat het resultaat hetzelfde blijft, blijkt uit het rapport van de Universiteit van Tilburg (februari 2013), dat voor burgerparticipatie de afgelopen zes jaren een stevige basis is gelegd van waaruit o.a. met bewoners de samenwerking gevonden wordt. Dit is en gaat niet vanzelf, maar er wordt constructief en serieus (samen)gewerkt. Het rapport van de Universiteit van Tilburg is het derde rapport “interactie in actie”. De conclusies van het onderzoek komen op het volgende neer. De positieve ontwikkeling op het gebied van burgerparticipatie, die in 2009 ten opzichte van 2006 werd geconstateerd, is in 2012 geconsolideerd. Als de resultaten van 2009 vergeleken worden met de resultaten van het huidige onderzoek dan valt op dat op veel punten respondenten (van de internetenquête) dezelfde (overwegend positieve) antwoorden gegeven hebben. Zowel beleidsmatig als ten aanzien van de uitvoeringspraktijk heeft een verrijking van burgerparticipatie plaatsgehad. Via beleid, scholing en training van medewerkers, uitvoeringsprogramma’s, verordeningen, subsidies, etc. zijn voorwaarden voor burgerparticipatie gecreëerd voor de Eindhovense samenleving. Voorts is nadrukkelijker ingezet op activering van bewoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en ambtenaren. De basis voor burgerparticipatie is zoals gesteld daarmede veel steviger geworden.
- 98 -
Ten opzichte van de voorgaande 2 onderzoeken blijkt dat de verhoudingen (zowel persoonlijke als institutionele relaties) tussen de gemeente (incl. ambtelijk apparaat) en bewoners, ondernemers, professionals van maatschappelijke instellingen en corporaties verbeterd zijn. Men vindt elkaar beter, trekt beter met elkaar op en durft elkaar aan te spreken op zaken die beter moeten. Ambtenaren worden vaardiger in het vormgeven en omgaan met participatieprocessen. Met name ambtenaren in de frontlinie geloven in de participatieaanpak. Hierbij blijkt dat zij steeds beter in staat zijn om maatwerk per gebied te leveren en dan zoals gesteld in samenwerking met professionals. De afgelopen tijd heeft de gemeente de bal meer bij de bewoners gelegd. Activering en verantwoordelijkheid zijn toegenomen. Met andere woorden het lijkt er op dat bewoners ook meer aan de bal zijn. Sommige ambtenaren ervaren dat als lastig, want dat betekent loslaten. De grondhouding van de gemeente is aan het veranderen van het zelf willen doen en meedoen (meer controlerend en wat risicomijdend) richting kaderstellend en loslaten (meer maatschappelijk ondernemend). De aanpak van burgerparticipatie blijkt volgens de onderzoekers ook effect te hebben op actief burgerschap en de sociale cohesie. Zo laat het lerend vermogen van bewoners en de verbetering van de sociale samenhang in de buurt ten opzichte van 2009 een flinke stijging zien (10 à 20%). Toch is wel een kanttekening op zijn plaats. De huidige tijdgeest staat in het teken van bezuinigingen, hetgeen de roep om meer initiatief uit de samenleving doet groeien. Dit vergt meer vertrouwen van de overheid en instellingen in bewoners. Voorts blijkt de roep om een doedemocratie groter te worden en wordt burgerparticipatie als “praatcircus” wat teruggedrongen. Van belang voor die doe-democratie is een tweetal elementen. Een of enkele bewoners staan op, nemen een initiatief en willen door activiteiten iets betekenen voor hun omgeving. Zij mobiliseren in feite hiermede andere bewoners. Facilitering van dit soort initiatieven dient vanuit de gemeente en instellingen prioriteit te krijgen. Voorts heeft men personen nodig die vanuit de unieke combinatie van betrokkenheid en ondernemerschap verbindingen weten te leggen tussen mensen en werelden. Tot zover in algemene zin de conclusies van het rapport van de Universiteit van Tilburg.
Thema zeggenschap
b b
medio 2012: bewoners hebben zeggenschap op minimaal 5 domeinen, verspreid over de stad; % Bewoners, dat zeggenschap ervaart als een instrument dat doelmatig en doeltreffend bijdraagt aan het behoud en verbetering van de leefbaarheid; ten aanzien van deze ambitie zou een nulmeting gehouden moeten worden. Bij nader inzien ligt het meer in de rede aan de hand van evaluaties van de diverse vormen van zeggenschap conclusies te trekken.
Momenteel bestaat op 5 domeinen zeggenschap door bewoners(organisaties). 1.
De aanbesteding van welzijnswerk in Vaartbroek/Eckart heeft begin 2012 plaatsgehad. De bewoners hadden hierbij de
meerderheid. De verdere aansturing van de welzijnsprofessionals door de bewonersorganisatie heeft in 2012 een vervolg gekregen. 2.
In 2011 is een pilot aansturing stadstoezicht door de bewonersorganisatie in Genderdal gedraaid. Dit heeft een vervolg gekregen
voor 19 andere actiegebieden in de stad. Een en ander is vastgelegd in de buurtcontracten 2012 en in uitvoering genomen. In 2013 zal dit een verdere verbetering ondergaan door de centralistische planning onderhevig te maken aan de wensen vanuit de buurt. Direct acteren op signalen uit de buurt krijgt daarbij voorrang. 3.
Op 1 januari 2012 is de Verordening subsidiëring gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden in werking getreden.
Het effect dat met deze vernieuwende verordening nagestreefd wordt is het bereiken van een groter vertrouwen van bewoners in de overheid, daarbij verantwoordelijkheid nemen voor de eigen woon- en leefomgeving en meedenken en praten over die omgeving; dit ten behoeve van behoud en verbetering van de leefbaarheid in gebieden. Deze vorm van zeggenschap richt zich op het zelf als bewonersorganisatie beslissen over het inzetten van middelen. Deze vorm van zeggenschap maakt onderdeel uit van de buurtcontracten, die jaarlijks worden opgesteld. In deze contracten komen met name zeggenschap en actief burgerschap tot zijn recht, waarbij samenwerking tussen bewoners en professionals centraal staat.
- 99 -
2. Paragrafen Het verstrekken van waardebonnen voor bewonersinitiatieven door regiegroepen is eveneens een voorbeeld van zeggenschap. Voor de overige gebieden is per 1 januari 2013 een nieuwe nadere regel (subsidie gebiedsgericht werken in niet-actiegebieden) in werking getreden, die gebaseerd is op dezelfde uitgangspunten als die voor de verordening. Inmiddels hebben visitatiecommissies, bestaande uit 3 bewoners, gesprekken gevoerd over de met subsidie bereikte resultaten in 2012 in de bestuurlijk aangewezen gebieden. Het doel hiervan is delen en leren. De verslagen van de visitatiecommissies worden breed gecommuniceerd. 4.
Wat betreft de openbare ruimte zijn op verschillende terreinen inmiddels zeggenschapsvormen ontwikkeld. Dit varieert van “blik
opzij, dan kan de veger erbij”, zeggenschap bij aanbestedingen onderhoud en beheer openbare ruimte tot S(l)imcity, waarbij bewoners zeggenschap hebben over de mate van onderhoud per onderwerp, bijv. acceptatie meer onkruid, maar sterker inzetten op zwerfafval. Inmiddels is geconstateerd dat dit ook via een rechtstreekse interactie tussen bewoners en de aannemer kan. In 2012 is een begin gemaakt met de aansturing door bewonersorganisaties van de zogenaamde buurtconciërges van het buurtbeheerbedrijf, die zich richten op het opruimen van illegaal afval. In 2013 wordt dit verder geoperationaliseerd. 5.
In het naoorlogs deel van Eindhoven ontstaat een stevige opgave ten aanzien van de leefbaarheid. Tegelijkertijd is er het besef dat
de middelen voorlopig schaars zullen blijven, dat geen enkele partij in staat is deze opgave alleen aan te gaan en dat de tijd voorbij is dat we als gemeente en corporaties alleen bepalen wat goed voor de buurt is. Daarom gaan Woonbedrijf en gemeente voor de buurten Eckart en Vaartbroek de opgave aan door middel van het concept van Ontwikkelend Beheer. Behalve het al genoemde besef dat middelen schaars zullen blijven en we de opgave gezamenlijk aan zullen moeten gaan, staat de rol van bewoners centraal. In het kader van Bewoners aan zet zullen bewoners optimaal worden betrokken in het formuleren van een perspectief voor deze buurten en bij de vertaling ervan naar concrete activiteiten. We zullen verantwoordelijkheden steeds meer bij bewoners(groepen) neerleggen. Maar bij verantwoordelijkheid hoort zoals al eerder gesteld ook de ruimte voor bewoners om keuze te maken en - binnen kaders - hun eigen weg te kiezen.
In een speciale bijeenkomst van raadsleden en bewonersorganisatie is begin 2012 gediscussieerd over mogelijk andere domeinen, die voor zeggenschap in aanmerking zouden kunnen komen. Wat kan de gemeente loslaten en wat zouden bewonersorganisaties willen oppakken en wat zouden zij daarvoor nodig hebben. Uiteindelijk was de constatering vanuit bewoners veelzeggend. Zij hebben behoefte aan korte lijnen met de gemeente, die transparant is in haar optreden, ook als geen uitvoering gegeven kan worden. Als mogelijke nieuwe zeggenschapvormen kwamen naar voren: vergroting van het budgetrecht op gebiedsniveau en bepaling van beeldkwaliteitsplannen. Beide aangelegenheden hebben nog geen vervolg gekregen. Het budgetrecht is vooralsnog beperkt tot de nadere regel subsidie gebiedsgericht werken in niet-actiegebieden en de Verordening subsidiering gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden. Werken met beeldkwaliteitsplannen maakt onderdeel uit van de discussie over welstand.
Thema actief burgerschap stimuleren
b b
% Eindhovenaren, dat zich mede verantwoordelijk voelt voor de buurt stijgt van 60 (2009) naar 62 (2012) en 65 (medio 2014); % Eindhovenaren, dat daadwerkelijk zelfwerkzaamheid laat zien; eerst nulmeting voordat ambitie bepaald wordt.
Uit de inwonersenquête blijkt, dat verantwoordelijkheid voor de buurt enigszins is afgenomen; van 60 naar 57%. Opvallend is dat op straatniveau het percentage van 69 gelijk is gebleven aan dat van 2009. Dit thema krijgt permanent aandacht vanuit diverse sectoren in de overleggen met bewonersorganisaties en leefbaarheidsteams. Een mooi voorbeeld hiervan is het door bewoners sneeuw- en ijsvrij maken van voetpaden in de buurt van zorginstellingen, waarbij de gemeente sneeuwschuivers beschikbaar stelt op basis van een concreet plannetje van aanpak. In het kader van WIJeindhoven zal overigens juist een groter beroep op actief burgerschap gedaan worden. In 2013 zal dit verder doorontwikkeld worden.
- 100 -
De inwonersenquête laat voorts als nulmeting zien, dat 50% van de bevolking daadwerkelijk zelfwerkzaamheid laat zien. Daar waar mogelijk zullen vormen van zelfwerkzaamheid gestimuleerd blijven worden, zoals bijvoorbeeld bij aanleg en onderhoud van moestuinen.
Thema gemeentelijke participatie bij burgerinitiatieven
b
% Bewoners, dat zich serieus genomen voelt door de gemeente bij eigen initiatieven en plannen bedraagt X (eerst nulmeting uitvoeren dan ambitie vaststellen);
De nulmeting gaf een vrij lage score (43%) te zien. De verklaring voor de lage score wordt volgens de onderzoekers veroorzaakt door: 1.
dat het vaak handelt om complexe vragen, waarop niet snel een pasklare oplossing aanwezig is;
2.
de verschillende opvattingen over de rol van de burger dan wel die van de gemeentelijke organisatie;
3.
de benadering van een specifieke doelgroep via de inwonersenquête een meer afstandelijke en minder directe manier van meten is;
4.
interpretatie van de vraagstelling.
Aangezien het resultaat bovendien betrekking heeft op een relatief kleine groep dient de uitkomst met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Een en ander is aanleiding om dit soort initiatieven op een andere wijze te monitoren door vanaf het moment van het indienen van het initiatief de initiatiefnemers periodiek te bevragen over de wijze van behandeling en afhandeling van het initiatief. In de loop van 2013 wordt dit ingevoerd.
Dit thema maakt inmiddels onderdeel uit van “Weet wat werkt!”, het strategisch human resource beleid van de gemeente. Op grond hiervan heeft de ambtelijke organisatie opdracht gekregen om de diverse vormen van burgerparticipatie qua producten, houding, gedrag en competenties in te bedden in persoonlijke werkplannen 2012 van leidinggevenden en medewerkers. Het een en ander krijgt een verder vervolg door een in 2013 te wijzigen inrichting van het sociale en ruimtelijke domein als antwoord op het beter en slagvaardiger optreden van de ambtelijke organisatie, waarbij als uitgangspunten gelden meer kijken van buiten naar binnen, minder regels, loslaten en faciliteren daar waar nodig. Onder andere in het rapport van de Universiteit van Tilburg is aangegeven, dat dit cultuuraspect geleidelijk aan vorm begint te krijgen.
Slot Tot slot van dit verslag is het volgend vermeldenswaard. De buurtcontracten komen nu veelal tot stand in overleg met de georganiseerde (bewoners)organisaties. Bij de vaststelling van de buurtcontracten 2013 is besloten, dat het streven er op gericht is om voor 2014 op buurtniveau te komen tot verbreding van de participatie o.a. door inzet van nieuwe middelen zoals sociale media. De betrokkenheid van ook de niet-georganiseerde bewoners, jongeren en allochtonen is hierbij een aandachtspunt. Via een aanvulling op het programma burgerparticipatie wordt daar ook een aanzet voor gegeven. Daarnaast zal ook kritisch gekeken worden naar de gemeentelijke rol in dit proces en naar de verantwoordelijkheden van professionele partners en bewoners. Met name de gezamenlijke afstemming m.b.t. investeringen en aanbestedingen in het sociale domein zullen daarbij prioriteit krijgen.
- 101 -
2. Paragrafen Klachten Indien een burger zich niet correct behandeld voelt door een bestuurder of gemeentelijk medewerker, dan heeft hij de mogelijkheid om hierover een klacht in te dienen. De Algemene wet bestuursrecht stelt een aantal voorwaarden waar een klacht aan moet voldoen. Zo moet een klacht bijvoorbeeld gericht zijn tegen een persoon en mag de klager niet langer dan een jaar wachten met het indienen ervan. Daarnaast is het van belang dat duidelijk omschreven wordt om welke gedraging het gaat en wie het betreft.
Klachten over de laatste 5 jaar 2008
2009
2010
2011
2012
Aantal in behandeling genomen klachten
204
265
360
288
338
100%
Afgehandeld binnen 6 weken
72%
63%
72%
79%
287
84%
Afgehandeld binnen 10 weken
88%
83%
87%
89%
317
94%
Informeel afgehandeld
74%
85%
89%
89%
316
93%
Formeel afgehandeld, waarvan:
26%
15%
11%
11%
22
7%
(Deels) gegrond
57%
36%
36%
29%
7
31%
Ongegrond
39%
56%
61%
65%
12
55%
4%
8%
3%
6%
3
14%
Geen oordeel
Aantal klachten Ondanks de daling in 2011 is het aantal klachten in 2012 toegenomen. Het aantal klachten is wel minder dan in 2010. Een belangrijke relatie hierin kan gelegd worden met een wetswijziging die is ingegaan op 26 juni 2012 waardoor bijschrijving van kinderen in de paspoorten van ouders niet meer mogelijk is en elk kind een eigenreisdocument moet hebben. In de zomermaanden was sprake van extra drukte bij het Inwonersplein waardoor de normen van doorlooptijden en afspraken niet altijd konden worden gerealiseerd. Dit heeft geleid tot een groot aantal klachten. Daarnaast heeft de aanhoudende economische recessie ook zijn invloed op een toename van klantcontacten bij de sectoren Werk en Zorg & Inkomen. Mensen krijgen eerder een negatief besluit die direct de primaire levensbehoefte van mensen aangaan en daarnaast zijn de gemeentelijke medewerkers belast met de uitvoering hiervan, hetgeen ook spanningen met zich mee kan brengen.
Afhandeling klachten De gemeente richt zich bij het afhandelen van klachten op een informele afhandeling. Daarbij wordt het contact tussen de burger en de betrokken medewerker gestimuleerd, om een onheuse ondervonden bejegening uit de wereld te helpen. Deze informele afhandeling wordt door de betrokken burger erg op prijs gesteld. Als gevolg hiervan wordt maar in een beperkt aantal gevallen een klacht op een formele wijze afgedaan. Het is in 2012 gelukt om het hoog percentage klachten dat op informele wijze is afgehandeld te verhogen en daarmee te voldoen aan de wensen van de klager. Als klagers niet tevreden zijn kunnen zij alsnog om een formele afhandeling vragen. Dit is nauwelijks voorgekomen.
De percentages (deels)gegrond, ongegrond en geen oordeel betreffen de formeel afgehandelde klachten waarover het college van burgemeester en wethouders een oordeel geeft. In 2012 ging het om 22 formeel afgehandelde klachten. Blijft een klager daarna bedenkingen houden bij de manier waarop de gemeente met zijn klacht om is gegaan dan kan hij terecht bij de Ombudscommissie Zuidoost-Brabant. In 2012 hebben 13 klagers dit gedaan. In 2011 ging het om 9 klagers.
- 102 -
De wet stelt een termijn aan de afhandeling van klachten. In principe dient een klacht binnen 6 weken afgehandeld te zijn. Er is een mogelijkheid om deze termijn met opgave van reden met 4 weken te verlengen naar 10 weken. In 2012 is het aantal klachten dat binnen de wettelijke termijnen is afgehandeld weer verder toegenomen. In overleg en met toestemming van de klager is de behandeling van 21 klachten na de 10 weken termijn verder uitgesteld omdat dit voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk was.
Bezwaarschriften Het totaal aantal bezwaarschriften dat in 2012 is ingediend is ten opzichte van voorgaande opnieuw jaren behoorlijk gestegen. Er was andermaal sprake van een hoge instroom van bezwaarschriften als gevolg van diverse bezuinigingsmaatregelen. Met name de uitvoering van de sociale regelingen, de rechtmatigheidtoetsen en het strikt opleggen van maatregelen hebben geleid tot een forse toename van bezwaren. Ook was in 2012 nog een forse stroom aan bezwaren die betrekking hadden op kamergewijze bewoning. Daarbij ging het niet enkel om kamerverhuur aan studenten, maar ook het huisvesten van bijzondere doelgroepen. Door de grote toestroom aan bezwaarschriften daalde het percentage bezwaren dat tijdig kon worden afgedaan naar ca. 60%. Circa 42 % hiervan werd via de ‘andere aanpak’, via een minder formeel traject, opgelost.
De ontwikkeling van de ingediende bezwaarschriften over de afgelopen jaren laat het volgend beeld zien:
Jaar
Ingekomen
Afgedaan
Tijdig
Andere aanpak
2009
1765
1601
75%
37,5%
2010
1755
1780
79%
35%
2011
1962
1681
76 %
33 %
2012
2150
2090
60%
42%
Onderstaande cijfers geven een beeld van de gerechtelijke procedures over de afgelopen jaren.
Jaar
Ingekomen
Afgedaan
Gegrond
Ingetrokken
2009
276
232
61 (27%)
63 (27%)
2010
309
248
58 (23%)
61 (24%)
2011
331
305
54 (18 %)
46 (15 %)
2012
388
356
63 (17%)
84 (23%)
Het aantal ingediende gerechtelijke procedures is het afgelopen jaar opnieuw gestegen. Dit is uiteraard een direct gevolg van de toename van het aantal bezwaarschriften en het negatieve besluiten. Het aantal gerechtelijke procedures, waarbij gemeentelijke besluiten door de rechter zijn vernietigd, is procentueel nagenoeg gelijk gebleven.
- 103 -
- 104 -
Pro gram m aond erd elen
3
1.1 Inkomensondersteuning 1.3 Werk en inkomen 2.3 Maatschappelijke zorg 2.4 Inburgering 2.5 Welzijn 2.8 Publieke gezondheid 3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren 3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek 4.3 Sportparticipatie Eindhovense bevolking 4.5 Museum voor hedendaagse kunst 4.6 Uitstraling designstad 4.7 Cultuur Totaal 5.1 Parate dienstverlening en crisisbeheersing 5.2 Veiligheid en Handhaving 6.2 Bestuur 6.3 Publieke dienstverlening 7.3 Organisatie en bedrijfsvoering 8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling 8.2 Openbare ruimte 8.3 Groen- en recreatievoorzieningen 8.4 Water 8.5 Milieu 8.6 Verkeer en Vervoer 8.7 Ruimtelijke kwaliteit 8.8 Duurzaamheid 9.1 Economische ontwikkeling
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.1 Inkomensondersteuning
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Zorg & Inkomen
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Op een (pro-)actieve wijze terugdringen van het aantal personen met een financieel problematische situatie in de gemeente Eindhoven Er wordt gestreefd naar een betere samenwerking tussen instellingen en de overlap moet uit het aanbod worden gehaald.
Effectindicatoren: Realisatie - Toekenningen Bijzondere Bijstand* - % dat niet meedoet van Eindhovenaren met een laag inkomen ** - % inwoners met adviesgesprek (SDV)***
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
7.107
6.494
10.000
2.786
9%
8%
8%
9%
0,91%
0,88%
0,98%
0,87%
Toelichting afwijking effectindicatoren: * Per 1 januari 2012 zijn een aantal regelingen als schoolkosten en technologievergoeding, samengevoegd tot de Meedoenbijdrage. De dekking collectieve zorgverzekering gemeente is uitgebreid, waardoor er geen bijzondere bijstand medische kosten wordt verstrekt. Deze factoren hebben geleid tot een daling van het aantal aanvragen en toekenningen. Samenvoeging van regelingen heeft voor de klant budgetneutraal plaatsgevonden. ** bron: Stadsmonitor (niet meedoen wordt bepaald aan de hand van vragen in de inwonersenquête. Het gaat om de vragen of men werkt, studeert, vrijwilligerswerk verricht, sport en/of uitgaat. *** Het percentage inwoners dat een adviesgesprek heeft gehad, loopt in de pas met het voorgaande jaar. De verwachting was, dat vanwege de crisis, het aantal adviesgesprekken SDV zou toenemen in 2012. Deze stijging is uitgebleven.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Aanbieden van integrale
+
schulddienstverlening. Verstrekken van kredieten aan personen die
vastgesteld in de beleidswijziging, uitgevoerd. +
niet terecht kunnen bij reguliere,
Het aantal aanvragen Persoonlijke lening blijft achter op begroting. Echter het aantal ligt ongeveer in lijn met 2011. Het toekenningsbeleid is
commerciële kredietverstrekkers. Bieden van inkomensondersteuning door
Schulddienstverlening heeft conform het nieuwe beleid 2012, dat is
hetzelfde gebleven. +
individueel bijzondere bijstand te verstrekken. Regelingen in het kader van het
+
De begrootte aantallen aanvragen minimabeleid zijn niet behaald. Dit
minimabeleid en de bijzondere bijstand
heeft te maken met de uitgebleven groei in 2010 en 2011. De cliënten zijn
ruimhartig aan een brede groep aanbieden.
wel ruimhartig geholpen volgens de regels gesteld in de verordening.
- 105 -
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.1 Inkomensondersteuning
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Zorg & Inkomen
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
7.107
6.494
10.000
2.786
Toekenningen Minimaregelingen
12.739
12.594
13.860
12.116
Trajecten schulddienstverlening **
1.559
1.234
1.800
674
Toekenningen Bijzondere Bijstand*
Toelichting afwijking outputindicatoren: *Per 1 januari 2012 zijn een aantal regelingen als schoolkosten en technologievergoeding, samengevoegd tot de Meedoenbijdrage. De dekking collectieve zorgverzekering gemeente is uitgebreid, waardoor er geen bijzondere bijstand medische kosten wordt verstrekt. Deze factoren hebben geleid tot een daling van het aantal aanvragen en toekenningen. Samenvoeging van regelingen heeft voor de klant budgetneutraal plaatsgevonden. **Het aantal aanvragen trajecten SDV is flink afgenomen. In 2010 volgt uit 80% van de adviesgesprekken een aanvraag; in 2011 daalt dit percentage naar 65%. In 2012 volgt uit 36% van de adviesgesprekken een traject. D.m.v. een nieuwe intakeprocedure en deelname aan de pilot digitaal screeningsinstrument, hebben de trajecten een hogere slagingskans.
Wat heeft het gekost Exploitatie:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
22.514
19.313
V 3.201
Exploitatiebaten
2.138
2.957
V 819
N 20.376
N 16.356
V 4.020
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
V0 N 20.376
N 16.356
Toelichting afwijking exploitatie
V 4.020
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
V 2.156
V 2.156
V 2.156
V 870
V 870
reserves Minimaregelingen e
In de 2 helft van 2012 is besloten om ten aanzien van minimaregelingen te komen met een uitbreiding van maatregelen. De omvang van deze acties waren geprognosticeerd op €1,6 miljoen op jaarbasis op een overschot van €3,2 miljoen (gemeld in 2e TURAP). Er is minder aangevraagd van de nieuwe regelingen dan vooraf ingeschat. Met name bij de onderdelen Bijzondere Bijstand voor eigen bijdrage GGZ en reiskosten woon- werkverkeer. Participatiebudget Meedoenbijdrage Ultimo 2012 is €870k aan programmakosten Meedoenbijdrage doorbelast aan het participatiebudget.
- 106 -
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.1 Inkomensondersteuning
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Zorg & Inkomen
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves V 462
Participatiebudget schulddienstverlening
V 462
Ultimo 2012 zijn er € 1.662.000 personele kosten van Schulddienstverlening doorbelast aan het participatiebudget van de sector Werk. Hier was €1,2 miljoen begroot daarom ontstaat het voordeel van € 462.000. V 375
Doorbelaste kosten
V 375
De uitvoeringskosten van Zorg en Inkomen zijn lager uitgevallen. De voorziening die is opgenomen voor afvloeiing van personeel is maar zeer beperkt ingezet. Dit door een succesvolle werk naar werk begeleiding. Overige afwijkingen: Totaal
- 107 -
N 200
V 357
V 157
V 3.201
V 819
V 4.020
V 2.156
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.3 Werk en inkomen
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Werk
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Duurzame bijstandsonafhankelijkheid van de burgers van Eindhoven. Tot die periode het rechtmatig, vanuit de regelgeving, voorzien in een inkomensvoorziening (bestaanszekerheid) aan Eindhovenaren, met inachtneming van de rechten en plichten van de cliënt. Daarnaast instroom van nieuwe cliënten verminderen door een strikte poortwachtersfunctie en inzetten van hoogwaardig handhaven. Deze inzet is er uiteindelijk op gericht het aantal bijstandsgerechtigden structureel met 10% te verlagen over de periode 2011-2014.
Effectindicatoren:
Aantal cliënten Inkomensvoorziening WWB
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
5.434
5.320
5.284*
5.416
nb
960
2.142
1.978
1.888
592
- Waarvan aantal cliënten Inkomensvoorziening WIJ Preventie (1)
nb
Uitstroom (2)
1.890
Toelichting afwijking effectindicatoren: * Met ingang van 1 juli 2012 is de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) afgeschaft. De verwachte aantallen cliënten per jaar zijn voor alsnog opgenomen in de inkomensvoorziening WWB. De ambitie om in 4 jaar 10% minder bijstandsafhankelijkheid te realiseren is verwerkt in de WWB aantallen. Daarnaast zijn de verwachtte aantallen WWIK van 118 cliënten in 2012 aflopend naar 112 in 2015 opgeteld bij de inkomensvoorziening WWB Het is de ambitie van de Sector Werk om, bij onveranderde omstandigheden, de bijstandsafhankelijkheid te verlagen met 2,5%. Sinds het bepalen van deze doelstelling is er veel veranderd. Tot september 2012 daalde de bijstandsafhankelijkheid in Eindhoven inderdaad, door een combinatie van scherpere prestaties en economische omstandigheden. Vanaf september 2012 hebben de prestaties de stijgende werkloosheid in Eindhoven niet meer kunnen compenseren. Wél zijn de Eindhovense cijfers nog altijd gunstiger dan het landelijk gemiddelde, hoewel het werkloosheidspercentage in Eindhoven substantieel ongunstiger is dan de percentages in de regio en landelijk. Eindhoven kende in 2012 een stijging van het aantal bijstandsuitkeringen van 1%. Landelijk was in 2012 sprake van een stijging van het aantal bijstandsuitkeringen van 2,9%.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Binnen de geldende wettelijke termijn afhandelen van aanvragen levensonderhoud. 1.
Het betaalbaar stellen van de inkomensvoorziening aan
+ +
In ruim 97 % van alle aanvragen binnen de wettelijke termijn van 56 dagen afgehandeld. Vanaf 28 dagen worden wettelijke voorschotten verstrekt. Maandelijks worden de uitkeringen tijdig betaald.
- 108 -
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.3 Werk en inkomen
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Werk
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming bijstandsgerechtigden. 2.
Het strikt uitvoeren van de
De poortwachtersfunctie krijgt gestalte door een combinatie van het
poortwachtersfunctie.
beroep doen op de zelfredzaamheid van de burger (door het introduceren van zoektijden), het geven van voorlichting ten aanzien van rechten én +
plichten, het doorleiden van alle nieuwe instromers met enig arbeidsmarkt perspectief naar het Werkleerbedrijf en het strikt toepassen van geldende wet- en regelgeving tijdens het beoordelen van ingediende aanvragen levensonderhoud.
3.
Het toepassen van hoogwaardig
Handhaving vindt plaats op basis van binnen gekomen signalen, op basis
handhaven.
van de professionaliteit van de casemanager, die bij gerede twijfel een +
speciaal onderzoek in stelt (de Intensieve controle), door middel van het herinvoeren van de inkomstenverklaring voor personen met (wisselende) inkomsten en door middel van een koppeling met de Gemeentelijke Basis Administratie.
4.
Het intensiveren van de uitvoering van
De geldende maatregelenverordening wordt steeds intensiever
het gemeentelijke sanctiebeleid.
uitgevoerd. Signaleren van maatregelwaardig gedrag en hierop handelen
+
conform de verordening is een aandachtspunt waarop wordt gestuurd. Het aantal opgelegde maatregelen en het daarbij behorende bedrag overtreffen die van 2011.
5.
Het intensiveren van een debiteuren- en
De wijze van handhaven is er op gericht steeds rechtmatig uitkeringen te
incassobeleid.
verstrekken en zo snel mogelijk het eventueel verstrekken van een te hoge uitkering te signaleren en corrigeren. Gevolg hiervan is dat meer dan in het verleden het ontstaan van vorderingen wordt voorkomen omdat kan worden overgegaan tot verrekenen met de uitkering. 0
Ten aanzien incasso heeft een aanpassing in het debiteurenbeheer plaatsgevonden op grond waarvan wordt zorg gedragen voor continuïteit in aflossing bij het bestaan van meerdere vorderingen. Op het gebied van incasso is besloten dit dichter bij het primair proces te brengen en op korte termijn wordt verhaal en incasso weer ondergebracht bij sector Werk.
Outputindicatoren: Realisatie
-
% aanvragen WWB afgehandeld binnen wettelijke termijn van 8 weken
-
Aantal opgelegde sancties
-
Aantal nieuwe terugvorderingen debiteuren
- 109 -
Realisatie Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
97,3%
97%
98%
97%
566
1.616
700
1.462
1.259
2.061
1.000
1.028
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.3 Werk en inkomen
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Werk
Toelichting afwijking outputindicatoren: Sancties Als gevolg van het naleven van de maatregelenverordening neemt het aantal opgelegde maatregelen toe. Het in de begroting voor 2012 opgenomen aantal van 700 is vastgesteld op een tijdstip waarop de eerste resultaten van de nieuwe aanpak beschikbaar waren.
Wat heeft het gekost Investeringen:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
23-
V 23
-
Totaal (netto) investering
Toelichting afwijking investeringen: In 2012 is door de gemeente € 23.000 ontvangen i.v.m. terugbetaling van eerder (als financiële activa opgenomen) verstrekte leningen. In het bovenstaand overzicht wordt dit als negatieve investering gepresenteerd. Openstaand saldo van het totaal van de verstrekte leningen ultimo 2012 bedraagt € 184.178.
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
160.999
155.901
Exploitatiebaten
157.823
157.778
N 45
Saldo voor mutaties reserves
N 3.176
V 1.877
V 5.053
Mutaties in reserves
N 10.587
N 10.006
V 581
Saldo na mutaties reserves
N 13.763
N 8.129
V 5.634
Toelichting afwijking exploitatie
V 5.098
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten Volgens de landelijke cijfers kent Eindhoven een bestandsstijging van 1%. Landelijk is sprake van een bestandsstijging van 2,9%. Hiermee presteert Eindhoven beduidend beter dan landelijk. De voordelige afwijking van € 4 miljoen wordt veroorzaakt door enerzijds lagere uitgaven WWB (€ 3,2 miljoen) en WWIK (€ 0,4 miljoen) en anderzijds door hogere Rijksontvangsten (€ 0,4 miljoen). Wat de WWB betreft is het bestand van Eindhoven met 1% gestegen,
- 110 -
V 3.591
V 419
V 4.010
Structureel
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.3 Werk en inkomen
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Werk
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves echter daar tegenover staat dat de prijs per uitkering lager is dan geraamd. Op cliëntenaantal van circa 5.400 werkt dit hard door. Oorzaak van een lagere gemiddelde uitkering per cliënt wordt o.a. veroorzaakt door een wijziging in de samenstelling van het cliëntenbestand en het resultaat van de inspanning van cliënten om ook parttime aan de slag te gaan. Voor de WWIK geldt dat er sprake is geweest van een tijdelijke regeling waarbij men aanspraak op heeft kunnen maken. Hier is echter nagenoeg geen gebruik van gemaakt. V 460
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ)
V 262
V 722
De voordelige afwijking van € 0,7 miljoen bestaat uit 2 aspecten: -
Ten opzichte van de begroting een voordelig resultaat van € 0,4 miljoen op de bestedingen. Minder mensen hebben aanspraak gemaakt op de kapitaalsverstrekkingen in de regeling BBZ. Daarnaast is meer uitgegeven gemaakt op het onderdeel Levensonderhoud van de regeling BBZ. Per saldo betreft het een voordelig resultaat in de lasten.
-
Ten opzichte van de begroting een voordelig resultaat van € 0,3 miljoen op de baten. Abusievelijk is in de begroting de rijksontvangsten voor wat betreft Levensonderhoud niet volledig opgenomen. Dit is in de begroting 2013-2016 gecorrigeerd. N 388
Stelposten
N 388
Er is sprake van 2 stelposten, namelijk stelpost korting Ketensamenwerking en stelpost langdurig werklozen voor een totaal bedrag van € 1,6 miljoen. Om deze knelpunten op te lossen heeft de sector Werk enkele bijsturingsacties voorgesteld., waaronder het inzetten extra BUIG ontvangsten ad € 0,74 miljoen, WSW middelen ad € 0,48 miljoen en ESF middelen ad € 0,35 miljoen. Daar er nog geen definitieve vaststelling van de ESF middelen is, dient derhalve het resterend nadelig resultaat van de stelposten in mindering worden gebracht op het voordeel van de BUIG. Investeringsfonds Eindhoven
N 150
V 495
V 345
V 1.695
N 1.695
0
Het investeringsfonds Eindhoven is niet in de begroting opgenomen. Echter de verstrekte leningen en ontvangsten zijn in de exploitatie verantwoordt. Als gevolg hiervan is sprake van een voordelige afwijking van € 0,3 miljoen. Participatie-budget De ambitie van sector Werk betreft met minder participatiemiddelen, minimaal hetzelfde uitstroomresultaat bereiken. Vanaf 2011 is een omslag gemaakt van uitbesteden naar inbesteden van de
- 111 -
Structureel
Inkomen Raadsprogramma:
1 Inkomen
Programmaonderdeel:
1.3 Werk en inkomen
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Werk
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves participatiewerkzaamheden. Inbesteding heeft ertoe geleid dat uitgaven van dure (maatwerk)trajecten werden beperkt en dit heeft dat een efficiëntere besteding van middelen geleid. Per saldo is het resultaat neutraal. Het niet benutte deel 2012 (€ 1,9 miljoen) wordt via de meeneemregeling gereserveerd voor 2013 en toegevoegd aan het budget 2013 N 581
Jeugdwerkloosheid
V 581
In 2012 is een voorschot betaling van het ministerie van sociale zaken ontvangen betreffende de 1e tranche van het ESF project. Het project bestaat uit 2 tranches. De definitieve beschikking wordt ontvangen aan het eind van de 2e tranche. Met het vaststellen van deze beschikking kan worden vastgesteld welk bedrag terug dient te vloeien in het participatiebudget. Om te bepalen wat werkelijk terug dient te vloeien dienen we af te wachten wat de declaratie is over het 2e tijdvak. Derhalve is het advies (mede van een extern adviseur van Funding) deze middelen als vooruit ontvangen bedrag te beschouwen en niet, waarmee in de begroting rekening is gehouden, als vrij te besteden middelen in een reserve te storten. Salarissen en indirecte kosten
V 609
N 319
V 290
N 1.142
V 1.142
0
V 423
V 232
V 655
V 5.098
N 45
De voordelige afwijking van de salarissen heeft betrekking op ontstane vacatureruimte van de werkcasemanagers. De werkzaamheden zijn tijdelijk uitgevoerd middels inbesteding via het Participatie-budget. WSW De afwijking te aanzien van de WSW middelen wordt veroorzaakt doordat de rijksmiddelen WSW ten opzichte van de begroting € 1.141.571 afwijken. Conform gemaakte afspraken uit het verleden worden de rijksmiddelen volledig aan Ergon beschikbaar gestel en heeft Ergon deze in haar begroting opgenomen. Daarom is het effect voor de gemeente Eindhoven nihil. Een eventueel resultaat ten aanzien van de WSW komt terecht in de reserves van de Ergon. Overige afwijkingen: Totaal
- 112 -
V 581
V 5.634
Structureel
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.3 Maatschappelijke zorg
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Wat hebben we bereikt Doelstelling: 1.
Afname van het aantal kwetsbare personen in een maatschappelijk problematische situatie;
2.
Vermindering van overlast veroorzaakt door kwetsbare personen in een maatschappelijk problematische situatie;
3.
Vermindering van relationeel geweld (waaronder slachtoffers van loverboys, eerwraak, huiselijk geweld).
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
*
100
115**
Afname van het aantal feitelijk daklozen, residentieel daklozen, zwerfjongeren en dreigend daklozen per jaar
-
Het aantal slachtoffers van relationeel geweld neemt af
Toelichting afwijking effectindicatoren: *Cijfers 2010 en 2011: het aantal feitelijk en residentieel daklozen is, net zoals het aantal zwerfjongeren, gebaseerd op de aantallen die via de quick scan van bureau Intraval in 2009 naar voren zijn gekomen en zijn gepubliceerd in het onderzoek van Intraval (2010). In 2011 is er geen meting geweest van Intraval. ** De aantallen zijn gebaseerd op de najaarsrapportages van de betrokken instellingen (Neos, Leger des Heils). Definitieve cijfers zijn pas beschikbaar zodra de jaarverslagen van diezelfde instellingen zijn ingediend (uiterlijk mei 2013).
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Het organiseren van activiteiten en het inrichten van voorzieningen op het gebied van preventie, vroegtijdige signalering, opvang en ondersteuning voor mensen die in een maatschappelijk problematische situatie verkeren, zoals:
b
In stand houden van laagdrempelige
+
In het Programma Stedelijk Kompas 2011-2015 is de nadruk gelegd op het
opvangvoorzieningen (Dagopvang,
belang van de onderdelen wonen, werken en begeleiding in de opbouw
nachtopvang, 24-uurs opvang en
van een traject om vanaf de start toekomstperspectief te bieden aan dak-
crisisopvang).
en thuislozen. De nachtopvang is medio 2012 omgevormd tot Instroomhuis en de dagopvang van Novadic-Kentron (Kanaaldijk) tot activeringscentrum. Tot slot is in 2012 het Schakelpunt Werk & Activering ingericht (binnen het Coördinatiepunt Stedelijk Kompas) dat ketensamenwerking tussen partners op gebied van werk/ activering en
- 113 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.3 Maatschappelijke zorg
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming uitbreiding van het werk-/leeraanbod moet bewerkstelligen. Hierdoor is er sprake van een gedifferentieerd aanbod op alle treden van de Participatieladder om een doorgaande ontwikkellijn mogelijk te kunnen maken.
b
Aanbieden van gedifferentieerde
+
Housing First is aan het palet van gedifferentieerde opvangvoorzieningen toegevoegd. Het verslaafdenhostel is in gebruik genomen.
woonvormen (beschermd en begeleid wonen, kleine leefgemeenschappen) ter bevordering van duurzame uitstroom.
b
Inzet van preventieve activiteiten
+
In 2012 zijn 300 huishoudens besproken in het woonoverlastteam. Er is
(voorlichting, voorkomen
een trend zichtbaar in de toename van het aantal huisuitzettingen. Ook
huisuitzetting..) en van
zijn er in het jaar 2012 afspraken gemaakt met de signaleringsoverleggen
begeleidingstrajecten
in de regiogemeenten over preventie (voorkomen van uitval en huisuitzet-
(dagstructurering, werk, aanvullende
tingen) en nazorg (terugkeer uit de maatschappelijke opvang naar de
zorg) ten behoeve van duurzame
eigen gemeente.
uitstroom.
b
Toepassen van Drang en Dwang aanpakmethoden in het kader van integrale veiligheid.
b
In het kader van het Stedelijk Kompas
+
Bemoeizorg heeft in 2012 een nieuwe vorm gekregen. De kwaliteit van de
wordt gewerkt aan de inrichting van
nieuwe opzet wordt door partners positief beoordeeld in de evaluatie
een structuur voor toeleiding en zorg.
(november 2012).
De afspraken met de instellingen worden
+
herzien en bijgesteld zodat deze direct
Gerealiseerd in offertecyclus voor 2012 door het invoeren van resultaatafspraken.
bijdragen aan en aansluiten op de gewenste maatschappelijke effecten die de gemeente Eindhoven nastreeft. Een gedifferentieerd aanbod op alle treden
+
Het leer/werkaanbod Schuttingen, Schildersbus en Horeca is ingericht en
van de Participatieladder is gerealiseerd
vanaf september 2012 heeft instroom plaatsgevonden zodat begin 2013
waardoor een doorgaande ontwikkellijn van
alle trajecten volledig zijn gevuld. Vier mensen zijn via acquisitie
participatie en liefst uistroom naar betaald
uitgestroomd naar een betaalde baan bij een regionale of lokale
werk mogelijk is.
werkgever.
- 114 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.3 Maatschappelijke zorg
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
Aantal trajecten begeleid wonen;
Aantal opvangplekken voor maatschappelijke opvang. * * De plekken voor begeleid wonen en opvang worden
t/m augustus 225
235
177 WMO 124 AWBZ
175 WMO 156 AWBZ
gerealiseerd door Neos, Leger des Heils, Lumens, St Annaklooster, en gefinancierd vanuit verschillende wettelijke kaders waaronder WMO en AWBZ. Het opstellen van streefwaarden zal gebeuren nadat de behoefte van de doelgroep inzichtelijk is geworden met behulp van het cliëntvolgsysteem.
Wat heeft het gekost Investeringen:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
-
Totaal (netto) investering
Afwijking
-
V0
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
19.600
17.099
V 2.501
Exploitatiebaten
498
510
V 12
N 19.102
N 16.589
V 2.513
V 556
V 556
V0
N 18.546
N 16.033
V 2.513
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Werk & activering
V 1.772
V 1.772
V 228
V 228
Kosten ten aanzien van werk & activering zijn ten laste van het participatiebudget gekomen. Intensiveringsmiddelen De uitstroom van dak- en thuislozen is lager dan verwacht hierdoor is een kleiner deel van de intensiveringsmiddelen nodig. De verwachting is dat in de komende jaren wel intensivering nodig zal zijn.
- 115 -
Structureel
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.3 Maatschappelijke zorg
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves V 172
Uitvoeringskosten Stedelijk Kompas
V 172
De uitvoeringskosten zijn afhankelijk van de mate waarin er behoefte is. Deze behoefte is vooraf moeilijk in te schatten. Overige afwijkingen: Totaal
V 329
V 12
V 341
V 2.501
V 12
V 2.513
Wat zijn de risico’s Nieuwe risico’s: De uitstroom uit de maatschappelijke opvang is in belangrijke mate afhankelijk van beschikbare woonruimte. Dit is onderwerp van bestuurlijk overleg.
- 116 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.4 Inburgering
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Werk
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Inburgering is een participatie instrument met als uiteindelijke doel structurele economische zelfstandigheid. Inburgeraars krijgen op deze manier een kans om te integreren en participeren in de Eindhovense samenleving. Dit kan in de wijk/buurt of op school, maar bij voorkeur op de arbeidsmarkt. Bijstandsgerechtigden met groeipotentie naar trede 5 of 6 op de participatieladder krijgen inburgering integraal aangeboden met als hoogste doel werk (trede 6) *. Aantekening: Door bezuinigingen, opgelegd door het rijk welke voor Eindhoven vanaf het jaar 2012 een grootschalig effect geeft, was de opdracht van het college voor 2011: Inburgering inzetten voor wettelijke doelgroepen en het Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen (BPI) in twee jaar zoveel mogelijk op te schonen en met de beschikbare middelen zoveel mogelijk inburgeringsplichtigen alsnog een passend inburgeringsaanbod doen. Dit betekent dat het college naast het doen van een aanbod aan de wettelijke doelgroepen ook een aanbod doet aan de verplichte inburgeraars uit het BPI bestand, rekeninghoudend met een prioritering in de groepen. De gemeente Eindhoven wil maximaal gebruik maken van de wettelijke ontheffingsmogelijkheden. Bij het doen van een aanbod blijft de haalbaarheid het belangrijkste criterium. Een inburgeringstraject wordt gezien als een schaars goed en een kans voor de inburgeraar. Er zijn rechten én plichten. * De treden van de participatieladder zijn als volgt verdeeld. - trede 1: geïsoleerd levend - trede 2: sociale contacten buitenshuis - trede 3: deelname aan georganiseerde activiteiten - trede 4: onbetaald werk - trede 5: betaald werk met ondersteuning - trede 6: betaald werk
Effectindicatoren:
- % geslaagden t.o.v. het aantal deelnemers dat een volledig inburgeringsexamen heeft afgelegd
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
85%
85%
80%
84%
Toelichting afwijking effectindicatoren: Van de vanaf 2007 gestarte inburgeraars hebben 2.000 personen deelgenomen aan het volledige examen, hiervan zijn er 1.685 geslaagd voor het diploma. Dit is 84%.
- 117 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.4 Inburgering
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Werk
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Inburgeringsvoorzieningen aanbieden voor
De rol van de gemeente op het gebied van aanbieden van voorzieningen is
wettelijke doelgroepen:
weliswaar sterk afgenomen, maar voor de beperkte groep die aanspraak
- Geestelijke bedienaren; - Asielgerechtigden;
+
kan blijven maken op een voorziening is het aanbod onveranderd aanwezig.
- Analfabeten met WI-beschikking van de gemeente met toezegging voor een traject. Handhaven en het informeren van inburgeringsplichtigen en inburgeraars.
+
De rol wordt door de gemeente uitgevoerd.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
2010 2.580
- Aantal potentieel inburgeringsplichtige Eindhovenaren * - Aantal gestarte trajecten exclusief Alfabetisering - Aantal vrijstellingen (gedeeltelijk, tijdelijk en volledig)
Begroting
Realisatie
2011
2012
2012
508
1.500
0
945
364
600
256
N.b.
N.b.
N.b.
101
Toelichting afwijking outputindicatoren: * Conform de opdracht zijn de laatste personen uit het BPI bestand bezien in 2012. Dit heeft per september 2012 geleid tot een “leeg” BPI bestand. In niet alle gevallen wordt een inburgeringtraject aangeboden. Er kan ook sprake zijn van handhaving of ontheffing. Het lagere aantal gestarte trajecten is een rechtstreeks gevolg van de sterk afgenomen groep personen die een beroep gedaan zouden kunnen hebben op een inburgeringvoorziening.
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
6.357
Rekening 2012 4.822
V 1.535
2.871
5.028
V 2.157
N 3.486
V 206
V 3.692
N 3.486
V 206
V 3.692
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Afwijking
V0
- 118 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.4 Inburgering
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Werk
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
V 1.714
N 1.569
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Inburgering
V 145
Als gevolg van het beëindigen van de Wet Inburgering per 2013 is conform opdracht het BPI bestand leeggemaakt. In de komende jaren zullen nog uitgaven gedaan worden conform prestatieafspraken die contractueel zijn vastgelegd. Als gevolg hiervan is ten aanzien van de participatiemiddelen Inburgering sprake van een onderrealisatie van € 1,5 miljoen die op basis van de meeneemregeling naar de participatiemiddelen 2013 overgeheveld wordt. De voordelige afwijking op het saldo wordt veroorzaakt door achterblijvende kosten inzake kinderopvang in relatie tot inburgering. V 472
Salarissen
V 472
Vanaf 2013 wordt inburgering een eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar, inclusief de kosten. Afdeling Inburgering vervult daarom de vrijgevallen vacatures niet meer op. Dit leidt tot een voordelige afwijking in de salariskosten. Eind 2011 heeft de laatste verantwoording plaatsgevonden van het
N 688
V 3.726
V 3.038
V 37
0
0
V 37
V 1.535
V 2.157
0
V 3.692
Grotestedenbeleid. Begin 2013 is de conceptbeschikking ontvangen van het ministerie. Als gevolg hiervan is de juridische grondslag niet meer aanwezig om de voorziening te handhaven, derhalve vindt er een vrijval plaats van € 3 miljoen. Overige afwijkingen: Totaal
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: In 2013 ontvangt gemeente Eindhoven voor het laatst rijksmiddelen voor inburgering. In 2012 zijn de laatste trajecten gestart, welke maximaal 3 jaar lopen. Dit betekent dat gemeente Eindhoven kosten krijgt in 2014 en 2015 welke deels gedekt moeten worden uit het participatiebudget re-integratie.
- 119 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.5 Welzijn
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Participatie
b
Alle inwoners kunnen meedoen aan de Eindhovense samenleving (ondernemen activiteiten buitenshuis, vrijwilligerswerk, opleiding, betaald werk).
b
Inwoners ondersteunen elkaar via informele zorg of vrijwilligerswerk.
Zelfredzaamheid
b
Inwoners zijn zelfredzaam, kunnen zelfstandig functioneren en worden gesteund wanneer dit nodig is. Hun competenties en eigen kracht en de ontwikkeling daarvan zijn het uitgangspunt.
Sociale cohesie
b
Inwoners voelen zich betrokken en medeverantwoordelijk voor het samenleven in hun buurt.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
Het % Eindhovenaren dat meedoet
95%
96%
95%
97%
Het % inwoners dat vrijwilligerswerk verricht
40%
42%
44%
45%
o meting
*
De verhouding intramuraal/ extramuraal van groep ouderen (65+) De schaalscore sociale cohesie
5.9
5.9
**
Toelichting afwijking effectindicatoren: * Tot op heden is het niet mogelijk gebleken om informatie systemen aan elkaar te koppelen waardoor er geen meting heeft plaats gevonden. In 2013 wordt nader onderzocht of en hoe dat gerealiseerd gaat worden. ** De schaalscore sociale cohesie 2012 is in maart 2013 beschikbaar (bron Inwonersenquete, uitgevoerd door BIO)
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Ontwikkelen van meer collectieve voorzieningen, verminderen van individuele voorzieningen.
+/-
Er zijn alternatieven ontwikkeld voor individuele voorzieningen zoals de boodschappendienst. De ervaringen en de evaluatie van de kanteling leidt tot aanknopingspunten en mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen en initiatieven. De nota vrijwillige inzet is momenteel in voorbereiding en zal in april worden besproken in de raadsvergadering.
Investeringen in de ontwikkeling van de
+
De ondersteuning van vrijwilligers heeft in 2012 een nieuwe opzet
informele zorg, o.a. ondersteunen van
gekregen. Om verbeteringen aan te brengen in de dienstverlening is
mantelzorgers en vrijwilligers.
onderzoek gedaan wat uitwijst dat het vraaggericht werken centraal gesteld moet worden. De bevindingen van dit onderzoek vinden hun
- 120 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.5 Welzijn
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming weerslag in de bcf 2013. Meer inzet van vrijwilligers i.p.v. professionals binnen diverse werksoorten van Lumens
In de seniorenontmoetingsruimten zijn beroepskrachten vervangen door +
Groep (o.a. seniorenwerk, opbouwwerk).
vrijwilligers. In een samenwerkingsproject met OVO worden vrijwillige ouderen adviseurs begeleid door professionele ouderenadviseurs.
Ontwikkelingslijn inclusief beleid wordt
0
concreet uitgewerkt. Er worden voorzieningen ontwikkeld voor de verdere invulling van de begeleiding/dagbesteding in het kader van de overheveling AWBZ naar de WMO. Het aanbieden van individuele voorzieningen
In 2012 is door de val van het kabinet het besluit over de transitie AWBZ uitgesteld naar 2013.
+
In 2012 hebben we een bezuinigingsslag gemaakt voor het voeren van een
op het terrein van: het voeren van een
huishouden om deze voorziening ook voor de toekomst betaalbaar te
huishouden, het normale gebruik van de
houden. Hiervoor zijn nieuwe contracten aangegaan en hebben we het
woning, het verplaatsen in en om de woning en het zich lokaal verplaatsen per
urenprotocol aangescherpt. Voor dit laatste is het beleid WMO aangepast.
vervoermiddel volgens de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven (2012).
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
360
458 51%
300
≥300 *60%
- Jaarlijks worden er 300 kwetsbare vrouwen bereikt door emancipatiewerk. Daarvan stijgt minimaal 50% een trede op de participatieladder.
**3
- Binnen het project zilveren kracht worden 3 ‘pittige koffiemeetings’ georganiseerd waar senioren gestimuleerd worden vrijwilligerswerk te verrichten.
215
- Het aantal deelnemers aan ‘huiskamers plus’ (dagbesteding voor mensen met lichte beperkingen is minimaal 100 per week.
***
- Binnen het opbouwwerk van Lumens Groep worden in totaal minimaal 450 inwoners intensief begeleid. Daarvan stijgt minimaal 70% een trede op de participatieladder. Hulp bij het huishouden (in natura): - Aantal geleverde uren
- Aantal klanten - Gemiddeld aantal uren per klant
- 121 -
802.000
880.000
953.690
910.000
5.647
6.230
6.580
6.400
142
141
144
142
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.5 Welzijn
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Toelichting afwijking outputindicatoren: * In 2011 was er een lichte stijging te zien op de participatieladder, naar verwachting zal het percentage toenemen met 10% ** Iedere bijeenkomst is bezocht door gemiddeld 40 deelnemers *** In de jaarlijkse verantwoording van de Lumensgroep medio mei 2013, zullen de cijfers volgen
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
-
Totaal (netto) investering
Afwijking
-
V0
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
Rekening 2012
52.291
Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
49.972
V 2.319
5.665
5.837
V 172
N 46.626
N 44.135
V 2.491
N 4.695
N 4.594
V 101
N 51.321
N 48.729
V 2.592
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Afwijking
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Overschot WMO Hulp bij het Huishouden Het voordeel ontstaat doordat de in 2010 en 2011 ingezette groei van
V 459
V 266
V 725
V 593
V 36
V 629
het aantal klanten HbH en de gedeclareerde uren per klant achterblijft op de eerdere prognose. Ook de aanbesteding van HbH heeft financieel een positief effect gehad op het resultaat op de lasten. In 2012 zagen we dat de baten uit Eigen Bijdragen opliepen, tijdens de stafsessies werd een overschot van € 200.000 verwacht. Door een groter dan verwachte boeking in december is dit opgelopen naar € 266.000. Voorzieningen De algehele tendens bij voorzieningen is dat het aantal aanvragen en verstrekkingen terugloopt. Daarnaast zijn er middels aanbestedingen en aangepast beleid manieren gevonden om goedkoper in te kopen. Hierdoor ontstaan de overschotten.
- 122 -
Structureel
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.5 Welzijn
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Overige afwijkingen Vrijval diverse posten, waaronder lagere subsidievaststellingen door
V 1.267
N 130
V 101
V 1.238
V 2.319
V 172
V 101
V 2.592
strakker sturen / salarissen / incidentele restpost Lumens Groep wegens technische dubbele verwerking. Totaal
- 123 -
Structureel
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.8 Publieke gezondheid
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Wat hebben we bereikt Doelstelling: b Het bevorderen van een gezonde leefstijl en gezond gedrag b Het bevorderen van een gezonde fysieke en sociale woon- en leefomgeving b Er is aandacht voor burgers met een risico op ziekte en uitval Effectindicatoren:
- Het percentage Eindhovenaren dat zijn/haar gezondheid als goed / zeer goed / uitstekend beschouwt
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
84%
82%
84%
84%*
* Laatst bekende percentage uit de Gezondheidsmonitor van de GGD. Deze monitor wordt niet jaarlijks samengesteld, de laatste versie dateert uit 2011. In 2011 is een andere bron gebruikt.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Naast de wettelijke taken van de gemeente
+
Met deze projecten/programma’s legt de gemeente accenten binnen het
op gebied van gezondheid (Wet Publieke
lokale gezondheidsbeleid. Binnen het programmaonderdeel “Éen in
Gezondheid) voert de gemeente ook andere
gezondheid” zijn dat 25 projecten:
projecten/programma’s uit.
Eén in gezonde leefstijl: 10 projecten Eén in gezonde buurten: 6 projecten Eén in gezonde zorg: 9 projecten
“Familie Lekkerbek in balans” (overgewicht en diabetes).
+
Uitvoering is conform afspraak geweest, maar de GGd kan niet aantonen in hoeverre dit project bijdraagt aan het effect om overgewicht terug te dringen.
“laat je niet flessen” (overmatig alcoholgebruik).
+
KIVPA (Korte Indicatieve Vragenlijst voor
+
Uitvoering conform afspraak, er is veel aandacht geweest voor invoering nieuwe drank en horecawet samen met VTH.
Psychosociale problematiek bij
Conform afspraak uitgevoerd: 18 scholen, 2525 leerlingen uit 3e en 4e leerjaar.
Adolescenten). “Gezond in de buurt” (verminderen sociaaleconomische gezondheidsverschillen tussen groepen).
+
Uitvoering is conform afspraak geweest. Het effect is moeilijk meetbaar.
Gezondheidswijzer plus (beschikbaarheid informatie m.b.t. zorg en zorgprojecten).
0
Het bereik is te laag, ook op het inwonersplein. Er volgt nog een laatste poging om het bereik te verhogen.
- 124 -
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.8 Publieke gezondheid
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Allochtone zorgconsulent (toegankelijkheid (eerstelijns)zorg).
+
Conform afspraak uitgevoerd, GGD heeft opdracht gekregen om in 2013 de financiering van dit project (deels) bij zorgverzekeraars en/of eerste lijn onder te brengen.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
1.090
1.014
700
450 (volw)*
400
179**
Hieronder staan relevante outputindicatoren van de projecten waarmee de gemeente Eindhoven haar accenten binnen het gezondheidsbeleid wil verwezenlijken.
- Op jaarbasis worden er met de activiteiten rondom gezondheid per actiegebied gemiddeld 700 deelnemers bereikt. (Totaal acht buurten: 5600 inwoners, 2012: 7 buurten: 4900)
- Inzet van drie allochtone zorgconsulten in de eerstelijnzorg en in wijkactiviteiten in Tongelre, Stratum, Oud-Woensel en de Bennekel, leidend tot een bereik van 400 allochtone patiënten.
Toelichting afwijking outputindicatoren: *Er is in 2012 conform afspraak in 7 buurten (ipv 8 buurten in de voorgaande jaren) gewerkt door de GGD. Tot 1 oktober zijn er in totaal 3150 volwassen bereikt, daarnaast nog veel kinderen via de basisscholen in de buurten waardoor het totaalcijfer de 4900 overstijgt. De streefwaarde is dus gehaald. **De allochtone zorgconsulenten hebben 694 consulten afgenomen, bij179 cliënten.
Wat heeft het gekost Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
6.456
6.109
V 347
Exploitatiebaten
-
6
V6
N 6.456
N 6.103
V 353
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
V0 N 6.456
- 125 -
N 6.103
V 353
Zorg en Welzijn Raadsprogramma:
2 Zorg en Welzijn
Programmaonderdeel:
2.8 Publieke gezondheid
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves V 309
GGDBZO
V 309
Er sprake van een aantal meevallers door BTW compensatiefonds, toezicht kinderopvang en uitloopschalen en een lagere vaststelling 2011 voor de GGD, zoals gemeld bij de 2e turap. Overige afwijkingen: Totaal
- 126 -
V 38
V6
V 44
V 347
V6
V 353
Structureel
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Bevorderen dat jeugdigen en hun ouders zich zo breed mogelijk ontwikkelen, zelfstandig deelnemen aan de maatschappij en verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen leven en dat van anderen. De doelstelling omvat:
b
Pedagogische interventies (methodiek) om zowel individuele als groepen jongeren, in het leefgebied vrije tijd te bereiken en te binden aan de samenleving met het doel om hen optimaal gebruik te laten maken van hun mogelijkheden en talenten;
b
Kortdurende hulpverlening geboden ten behoeve van jongeren, ouders en leerkrachten bij psychosociale problemen die door of op scholen gesignaleerd worden met als doel de ontwikkeling van het kind niet te verstoren;
b
Het organiseren van activiteiten die opvoeders helpen hun opvoedingskwaliteiten te benutten en te versterken en de opvoedingssituatie te verbeteren, waardoor er randvoorwaarden gecreëerd worden voor een goede ontwikkeling van jongeren.
Effectindicatoren: -
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
- Aantal voortijdig schoolverlaters
694
661
439
5381)
- Het % jongeren dat participeert aan sport (15-23 jaar)
69%
73%
70%
74%
- Het % jongeren dat participeert aan kunst, cultuur (15-23 jaar)
93%
89%
91%
93%
- Het % jongeren dat participeert in vrijwilligerswerk (15-23 jaar)
37%
39%
37%
37%
Toelichting afwijking effectindicatoren: 1)
Er is sprake van een positieve toename in het bereik van 18+ jeugdigen door een intensivering in de outreachende werkwijze.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Doorontwikkeling van doorlopende en
+
Onderwijs heeft de regie over zowel de voor- als de vroegschoolse
integraal afgestemde leer-, ontwikkel- en
educatie. Hiermee verbetert de afstemming tussen opvang en onderwijs.
zorglijnen ter preventie van ontwikkelings-
Basis voor deze samenwerking vormen het in de LEA vastgestelde
en onderwijsachterstanden.
kwaliteitskader VVE, de pedagogisch educatieve raamplannen Spil (1x per 4 jaar te actualiseren) en de hiervan afgeleide Spil jaarplan.
Het vergroten van onderwijskansen en
+
Stadsbreed aanbod VVE is bestemd voor alle Eindhovense peuters van 2,5
integratie via gerichte taalactiviteiten,
tot 4 jaar. Peuterspeelzaal- en kinderopvanggroepen integreren als gevolg
projecten, arrangementen en scholingen in
van harmonisatie.
zowel de voor- en vroegschoolse periode, als
Met de door de PO-raad geïnitieerde pilot Logo 3000, wordt naast
bij jongeren en volwassenen.
woordenschatontwikkeling ook de actieve ouderbetrokkenheid bevorderd. De pilot is op drie basisscholen gestart.
- 127 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Het aantal schakelklassen is in 2012 uitgebreid naar 11. Vraaggerichte en wijkgerichte (vrije
+
Dit resulteert in meer zichtbaar zijn in de wijk en verbeterde
tijds)activiteiten vanuit jeugd- en
samenwerking. Meer uitvoering door vrijwilligers, talentontwikkeling en
jongerenwerk.
economische en sociale zelfstandigheid van jongeren.
Het verlenen en versterken van preventieve
+
Er is effectievere hulp en inzet in gezinnen gerealiseerd door
opvoed- en opgroeiondersteuning op
samenvoeging van de werksoorten schoolmaatschappelijk werk, O&O ,
individueel en groepsniveau, met prioriteit
gezinsondersteuning, JPP en jeugdmaatschappelijk werk tot één functie:
voor risicogezinnen en – kinderen.
de Jeugd en gezinswerker. De focus in het gerealiseerde aanbod was met name collectief. De pedagogische kwaliteit in de wijk is verbeterd middels scholing van vrijwilligers in o.a. Triple P. Het bereik van (allochtone) ouders en het gebruik van maatjesprojecten is toegenomen.
Aanpak risicojeugd middels vroegtijdige
+
signalering en integrale samenwerking met
Per januari 2012 is Jeugd In Beeld stadsbreed ingevoerd. Met deze aanpak zijn 227 jongeren (begroot 150) bereikt.
en rondom jongeren, ter ondersteuning in het opgroeiproces tot participerende volwassenen. Activiteiten gericht op hulp, begeleiding en
+
toeleiding naar onderwijs en arbeid,
Er is ingezet op het bereik van alle ouders in aanpakken en programma’s. De focus lag op wijk- en gezinsgerichte activiteiten.
ouderbetrokkenheid, maatschappelijke zelfredzaamheid en aanpak veiligheidsproblematiek, ten aanzien van specifieke doelgroepen (Marokkaanse en Antilliaanse risicojeugd), “thuiszitters”, jongeren die de jeugdzorg verlaten, kinderen en ouders na echtscheiding en jonge moeders. Voorbereiding ontwikkelingen transitie
+
Binnen regionaal proces zijn uitgangspunten bestuurlijk vastgesteld, zijn
jeugdzorg middels diverse pilots en
inspiratiemodellen voor lokale organisatie vastgesteld (voor Eindhoven:
doorontwikkeling bestaand aanbod voor
WIJ Eindhoven) en is een strategische agenda voor 2013 vastgesteld.
risicogezinnen. Regie voeren op het voorkomen van
+
Er is sprake van een systeem waarbij elke vsv-er in de regio Zuidoost
schooluitval/voortijdig schoolverlaten, het
Brabant in beeld is en het individuele resultaat van de inzet duidelijk is.
behalen van startkwalificaties en het
Binnen de regio is een uniform werkproces gerealiseerd.
versterken van aansluiting op de
De verzuimmelding van de 18+ groep is verbeterd.
arbeidsmarkt, middels het tegengaan van schoolverzuim., talentontwikkeling, het
- 128 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming realiseren van een breed samenhangend programma (schoolmaatschappelijk werk, zorgadviesteams, plusvoor-zieningen, jongerencoach)bij jongeren. Terugdringen en regie voeren op (het
+/-
Het verlengde convenant is beëindigd in december 2012. De reductie is
Convenant) Voortijdig schoolverlaten (VSV)
niet gehaald. De definitieve cijfers over dit convenant zijn in maart 2014
middels regionale aanpak.
beschikbaar. Het Convenant VSV 2012-2015 is gestart met een nieuwe managementstructuur. De convenant-maatregelen worden nu uitgewerkt. Gerichte aandacht gaat naar de scholen met de grootste aantallen VSV, het MBO. Ingezet wordt specifiek op: terugdringen VSV in de BBL, uitval MBO niveau 3 en 4, doorlopende leerlijnen VO/MBO en de Overbelasten.
Aanbieden van volwassen basiseducatie en
+
alfabetiseringstrajecten voor
Er is middels gesprekken met het Stercollege gestuurd op resultaten o.h.g.v. instroom, uitstroom en kostenbeheersing.
laaggeletterden. Vorm geven aan de regionale front-office
+
Deze is uitgevoerd volgens verwachting. Er is sprake van een efficiëntere
Centrum Jeugd en Gezin, passend binnen de
aanpak rondom risicogezinnen en –jongeren door samenwerkende
ontwikkelingen nieuw sociaal beleid, passend
partners CJG.
onderwijs en transitie jeugdzorg. Organiseren van leerlingenvervoer op basis
+
Het leerlingenvervoer is binnen de nieuwe verordening gerealiseerd. In
van de verordening schoolvervoer binnen het
2012 is een aanbestedingsprocedure gestart voor het schooljaar 2013-
beschikbare budget.
2014.
In stand houden van speciale klassen voor
+
De wijze van uitvoering is gevolgd conform de subsidieverordening van de
kinderen met een stoornis in het autistische
gemeente Eindhoven. Door het uitstellen van de invoering van de wet op
spectrum, waarbij sprake is van
passend onderwijs is opnieuw voor een jaar een overbruggingssubsidie
samenwerking tussen speciaal voortgezet
toegekend.
onderwijs en regulier voortgezet onderwijs. Anticiperen op de komende invoering van
+
Passend Onderwijs middels verbeterde
De raad heeft de notitie Onderwijs met een Plus vastgesteld. De lijn hierin is i.s.m. het Samenwerkingsverband uitgewerkt.
aansluiting en sturing tussen onderwijs en zorgstructuren. Toezicht houden op uitvoering van de
+
De onderwijsinspectie heeft Eindhoven een A-status toegekend. Lokaal
wettelijke regelingen en taken als
zijn aanvullende afspraken gemaakt voor geïntensiveerd toezicht
Jeugdgezondheidszorg, Wet Kinderopvang,
(certificering voorschoolse voorzieningen).
Wet OKE en Wet primair onderwijs.
- 129 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Aanpak segregatie en het bevorderen van integratie in het basisonderwijs.
In het VVE kwaliteitskader is een aan de afspiegelingsdoelstelling gekoppelde prestatie-indicator opgenomen.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
2010
2011
2012
2012
-
Kinderw: 24% Jw: 17%
20%
Kw: 14% Jw: 15%
704
11621)
6742)
693
882
872
1080
6503)
1.134
1.180
1.100
1150
70
72
70
70
522
4)
528
- Bereik van jongeren en kinderen met activiteiten door kinderen jongerenwerk
- Aantal trajecten schoolmaatschappelijk werk - Aantal trajecten pedagogische opvoedondersteuning - Meldingen leerplichtwet % aantal trajectbegeleidingen vs. aantal VSV-ers Aantal deelnemers volwassen educatie
715
Realisatie
715
Toelichting afwijking outputindicatoren: 1)
Is inclusief door onderwijs gefinancierde trajecten
2)
Is exclusief door onderwijs gefinancierde trajecten. De realisatie incl. is 1155 trajecten.
3)
De vermelde realisatiecijfers hebben betrekking op de laatst bekende verantwoording in de half- ofwel najaarsrapportage. Realisatie 2012 volgt uiterlijk 1 mei 2013 na verantwoording van partners in de stad.
4)
Verzuimd is de begroting naar beneden bij te stellen in aansluiting bij de verlaging van de rijksbijdragen.
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 378
Totaal (netto) investering
Rekening 2012
Afwijking
274
V 104
Toelichting afwijking investeringen: Geraamde investeringen zijn gebaseerd op de investeringsplanning van speeltoestellen in de omheinde speeltuinen. Hierin zijn alle toestellen opgenomen waarvan de levensduur verstreken is. In de praktijk worden niet alle afgeschreven toestellen vervangen. Restant krediet gaat mee in de verdeling van de budgetten naar de speeltuinen in 2013.
- 130 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
Rekening 2012
41.430
Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
V 2.834
10.381
10.305
N 76
N 31.049
N 28.291
V 2.758
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Afwijking
38.596
V 508
V 508
V0
N 30.541
N 27.783
V 2.758
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves V 123
Peuterspeelzalen Lumens Groep 2010
V 123
Lagere vaststelling subsidie Peuterspeelzalen 2010 nadat het bezwaarschrift ongegrond is verklaard. V 1.096
Voor en vroegschoolse Educatie (VVE)
V1
V 1097
JA
Inhoudelijke besluitvorming Harmonisatie Kinderopvang en bijbehorende intentieverklaring organisatorisch uitwerking heeft plaatsgevonden op 18 en 19 juni 2012. De financiële uitwerking is vervolgens op 26 september 2012 geformaliseerd. Gezien de datum van besluitvorming wordt het geëffectueerd op 1 januari 2013. De niet ingezette rijksmiddelen worden gereserveerd voor 2013 en verdere jaren. De Gemeentelijke middelen vallen vrij. V 60
V 60
LeerlingenVervoer Het leerlingenvervoer heeft niet de toename zoals verwacht. Dit komt met name door de beperking van instroom van leerlingen in het Speciaal Onderwijs, namelijk:
- regelgeving vanuit Passend onderwijs - voorwaarde dat leerlingen de dichtstbijzijnde school moeten bezoeken
- leerlingenaantallen buiten de 6 km grens zijn minder dan verwacht. Dagopvang overbelaste jongeren
V 273
V 14
V 287
V 349
V 13
V 362
De e-SMS populatie blijven we bedienen middels een slimme benutting van de voorzieningen bij combinatie jeugdzorg. Met deze werkwijze lopen we vooruit op de decentralisatie jeugdzorg. We besparen de hiervoor geraamde middelen omdat gebruik gemaakt wordt van bestaande voorzieningen. Er is een kwartiermaker aangesteld die de werkwijze gaat inregelen. Jeugd en Gezin Binnen de Doeluitkering Jeugd en Gezin zijn niet alle middelen ingezet
- 131 -
JA
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren
Portefeuille:
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Mens & Maatschappij
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves doordat gemeente kritisch heeft gestuurd op de inzet, bezien vanuit een wijziging in de behoefte door het nieuwe beleid WIJEindhoven, maar ook vanuit “de hand op de knip” in tijden van schaarste van middelen. Kinderopvang plus
V 50
V 50
V 176
V 176
V 273
V 273
V 52
V 52
Saldo na afwikkeling garantstelling facturatie 2010 inzake kinderopvang plus. Lagere vaststellingen 2011 Als gevolg van strakker subsidiebeheer subsidies lager vastgesteld over 2011. Indirecte kosten Afwijking op doorbelasting, zie algemene toelichting hierop. VIG coaches BTW regime Wegens wijziging BTW regime in 2012 lagere kosten verantwoord. Overige afwijkingen: Totaal
- 132 -
V 382
N 104
V 209
V 2.834
N 76
V 2.758
Structureel
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Schoolbesturen faciliteren ten behoeve van het realiseren van optimale huisvestingsvoorzieningen voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Dit gebeurt in samenwerking met de partners en met in achtneming van de wettelijke zorgplicht en bestaande beleidskaders. Onderscheid wordt gemaakt in huisvesting voor regulier onderwijs, spilcentra, VMBO’s en internationale campus.
Effectindicatoren: Niet van toepassing, het betreft een instrumentele doelstelling.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Schoolbesturen faciliteren ten behoeve van
+
Via de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente
het realiseren van optimale
Eindhoven en overige bestaande beleidskaders vindt aan de hand van
huisvestingsvoorzieningen voor het primair,
door schoolbesturen ingediende aanvragen, bekostiging plaats van
speciaal en voortgezet onderwijs.
huisvestingsvoorzieningen. In het collegebesluit met dossiernummer 12.19.451 is vooruitlopend op het IHP ingestemd met het instellen van een bekostigingsplafond voor het nu lopende programma & overzicht 2013. Tot op heden is er geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het instellen van een bekostigingsplafond. Afgelopen jaar zijn onderstaande activiteiten gerealiseerd: -
Het programma en overzicht 2013 voorzieningen huisvesting onderwijs is door B&W vastgesteld;
-
Diverse aanvragen voor voorzieningen in de onderwijshuisvesting met een spoedeisend karakter zijn afgewikkeld.
Diverse aanvragen vanuit reeds eerder besloten jaarprogramma’s huisvesting onderwijs zijn afgewikkeld. Het herijken van de gewenste
0
doordecentralisatie.
Doordecentralisatie wordt getemporiseerd. Het college geeft prioriteit aan de twee resterende vmbo’s en aan het doorontwikkelen van kaders, alvorens over te gaan tot doordecentralisatie. Via een Integraal Huisvestingsplan (IHP) zal invulling worden gegeven aan de kaders. Afhankelijk van de uitkomst van het IHP zal worden bekeken of doordecentralisatie een vervolg krijgt.
Integraal huisvestingplan onderwijshuisvesting (IHP).
0
In december 2011 is een projectplan IHP ofwel een uitvoeringsplan, om te komen tot een IHP, opgesteld. In het eerste en tweede kwartaal van 2012 is m.n. geïnvesteerd in het op
- 133 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming orde krijgen van een zgn. nulmeting (vaststelling in kwantiteit en kwaliteit van schoolgebouwen en spreiding c.q. omvang leerlingenaantal). De nulmeting is in een gezamenlijk proces tussen schoolbesturen en gemeente tot stand gekomen. Het betreft een nulmeting om van daaruit met schoolbesturen een integrale visie op onderwijshuisvesting te formuleren. In het VO en PO zijn afspraken gemaakt, zie besluit B&W met inboeknummer 12bst02180 (d.d. 18 december 2012) en RIB met inboeknummer 12bst02181 (d.d. 18 december 2012). Het betreft een instemming in een verschuiving van de planning van eind 2012 naar medio 2013 om te komen tot een IHP. Voor het VO is het IHP naar verwachting op z’n vroegst in april 2013 gereed. Hierbij worden o.a. de ontwikkelingen in het passend onderwijs meegenomen. Voor het PO is het IHP naar verwachting voor de zomervakantie 2013 gereed. Hierbij worden o.a. de ontwikkelingen in het passend onderwijs en groot onderhoud meegenomen in het IHP. Dossier lopende projecten onderwijshuisvesting.
0
In februari 2012 is het dossier lopende projecten onderwijshuisvesting vastgesteld, waarin de projecten benoemd zijn die vooruitlopend op het IHP mogen worden opgepakt. Via separate dossiers per project worden bestuurlijke besluiten voorgelegd. In 2012 zijn onderstaande projecten bestuurlijk goedgekeurd:
Huur- en vaststellingsovereenkomsten
-/-
-
Spilcentrum Blixembosch West
-
Spilcentrum Villapark-Lakerlopen
De huur- en vaststellingsovereenkomsten Spil zijn nagenoeg in afronding. Als gevolg van de voor- en vroegvoorschoolse educatie (VVE
Spilcentra.
)ontwikkelingen in 2012 zijn partners statutair gewijzigd en dit heeft gevolgen voor de uiteindelijke opstelling van de overeenkomsten. De afronding in de huur- en vaststellingsovereenkomsten zal in februari 2013 ingezet worden. Vooruitlopend op deze gebeurtenis is in 2012 de huur die inmiddels verschuldigd was vanaf het moment van ingebruikname van een Spil-ruimte door de gemeente ingevorderd en grotendeels ontvangen. Sturen op realisatie van de overige 2 nieuwe
0
- Vmbo Stedelijk College Eindhoven op SEN: Er is een
VMBO’s in de periode 2012 - 2014 met behulp
Samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de gemeente en het
van een integraal projectleider
bevoegd gezag. Hierin zijn afspraken vastgelegd over de realisatie van de
(bouwheerschap VMBO bij schoolbestuur).
nieuwbouw over ondermeer rolverdeling/opdrachtgeverschap, processtappen, projectorganisatie, planning, eigendom/exploitatie/gebruik, taakstellend budget, aanbesteding, financiële verplichtingen, betalingsregime/financiering, groencompensatie/duurzaamheid, doordecentralisatie, techniekeducatie en geschillen. Er is een Letter of Intent (LOI) getekend door de gemeente, de vmbo’s en
- 134 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming andere betrokken partijen uit het onderwijs en bedrijfsleven. In deze LOI hebben de betrokken partijen afspraken met elkaar gemaakt over hoe ze tot een innovatieve invulling van het opleidingsaanbod voor techniekonderwijs willen komen. De afspraken zijn vertaald in concrete uitvoeringsdocumenten. De bouwvoorbereiding (oa. bouwrijp maken van de grond) is medio 2012 gestart. De aanbesteding/gunning van het schoolgebouw heeft plaats gevonden in december 2012. . De realisatie start in januari 2013 (volgens planning). - Vmbo Piuslaan de Burgh (inmiddels Vakcollege Eindhoven & Aloysius/de Roosten): er is een gemeentelijk projectmanager aangesteld. De school heeft een innovatief design-traject doorlopen. De aanbevelingen worden meegenomen in het ontwerpproces. Er is een definitief ontwerp gemaakt voor de ver-/nieuwbouw van de school. Er loopt een scenariostudie/businesscase naar de sportvoorziening voor de school in relatie tot het al dan niet openhouden van sporthal Tivoli. Sporthal Tivoli zal in ieder geval gebruikt worden ten tijde van de realisatiefase van de school. Tijdelijke huisvesting voor de realisatiefase wordt gezocht. Uitvoering van de verordening betreft met
+
In mei 2011 hebben zowel de raad van toezicht van de stichting Primair en
name onderwijsvoorzieningen op het gebied
voortgezet onderwijs zuid Nederland als de gemeente Eindhoven de
van nieuwbouw, uitbreiding en eerste
leveringsovereenkomst en aanwijzing preferred bidder behandeld.
inrichting; voor het primair onderwijs, dit
Eind 2011 is voor het project PPS Campus Internationale School
aangevuld met groot onderhoud.
Eindhoven (ISE) het consortium Van Straten Groep/ Complan (hierna afgekort als VSC) aangewezen als consortium. De VSC heeft het ontwerp verder verfijnd en uitgewerkt van voorlopig ontwerp (VO) naar definitief ontwerp (DO), en is gestart met de vergunningenprocedure. In het voorjaar van 2012 (maart) is de bouw gestart. De bouw verliep voorspoedig tot aan de periode augustus –december. In deze periode zijn 2 bouwbedrijven failliet gegaan en heeft er een bouwongeluk plaatsgevonden. De bouwcombinatie Van Straten Groep/ Complan is vervangen door Strukton. Deze gebeurtenissen hebben geleid tot vertraging van de eerste oplevering, waardoor de termijnbetaling voor 2012 door zullen schuiven naar 2013. Gepland is nu dat de school in de periode van augustus – december 2013 kan verhuizen naar de nieuwe locatie.
- 135 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
- Programma
100
100
100
100
- Spoed
100
100
100
100
- Jaarschijf
100
100
100
100
33.490
33.394
32.466
32.974
% Afwikkeling binnen gestelde termijnen:
Aantal leerlingen PO, (V)SO en VO
*llt= leerlingentelling,, LLP = leerlingenprognose De cijfers ten behoeve van de begroting zijn ontleend aan de leerlingentellingen van oktober van het voorgaande jaar. **De ontwikkeling van de in te dienen aanvragen door schoolbesturen is autonoom en niet te prognosticeren
Toelichting afwijking outputindicatoren: De prognoses komen tot stand middels diverse gegevens die door de gemeente Eindhoven wordt aangeleverd bij Pronexus B.V.; bevolkingsgegevens, leerlingenaantallen, woningvoorraad en eventuele wijzigingen hierin. Ook de herkomstgegevens van leerlingen worden in deze prognoses meegenomen. Aan de hand van deze gegevens stelt Pronexus B.V. normaliter jaarlijks nieuwe prognoses op. Er zijn voor 2012 op basis van de leerlingentelling van 1-10-2011 en de bevolkingsprognose (de woningbouwprognose ontbreekt) mede in het kader van het Integraal Huisvestingsplan nieuwe prognoses opgesteld. De realisatie van 2012 resulteert in: - een afwijking van het aantal leerlingen ten opzichte van het begrote aantal leerlingen - het aantal leerlingen dat in oktober 2012 middels de jaarlijkse oktobertelling is geregistreerd.. Redenen voor de afwijking tussen begroting en realisatie zijn: - wijzigingen van enkele leerlingenstromen in het (V)SO waar in de prognose geen rekening mee gehouden is; - in het VO is bij de begroting van de reeds gerealiseerde vmbo uitgegaan van de (formeel besloten) capaciteit; - het ontbreken van de woningbouwprognoses in de bevolkingsprognose die als basis dient voor de leerlingenprognose; - een onzekerheidsmarge tussen prognoses op basis van rekenmodellen en de realiteit. Prognoses kunnen de praktijk benaderen, maar nooit voor 100% voorspellen. De afwijking tussen begroting (prognoses) en realisatie, welke kleiner is dan 2%, is in combinatie met bovengenoemde redenen als ‘ruim binnen acceptabele marge’ te beschouwen.
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Totaal (netto) investering
Rekening 2012
28.722
5.907
Afwijking
V 22.815
Toelichting afwijking investeringen: De investeringen zijn in aantal en omvang afhankelijk van de aanvragen die door de schoolbesturen worden ingediend. Grondslag hiervoor is de verordening huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. Investeringen vinden geregeld later plaats dan gepland (o.a. vanwege planontwikkeling of vergunningsprocedures waardoor zogenaamde temporisering optreedt, in totaal voor €13,8 miljoen. De investeringen zijn voornamelijk gebaseerd op normvergoedingen. Indien zich hier afwijkingen voordoen, worden de uit deze investeringen voortvloeiende kapitaallasten via de reserve huisvesting onderwijs afgewikkeld.
- 136 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Een aantal projecten zit nog in de voorbereidende fase, bijvoorbeeld De Korenaer/Rungraaf, Augustinianum, gymzalen VMBO SEN. In 2011 is de realisatie van spilcentrum Grasrijk afgeblazen. Met het schoolbestuur heeft in 2012 een verrekening van de reeds gemaakte (voorbereidings-)kosten plaatsgevonden. Het restant aan investeringsbedragen komt met deze jaarrekening te vervallen, in CP3201 een voordeel van € 3,2 miljoen. Tevens heeft in 2012 een inhaalslag plaatsgevonden, waardoor een aantal kredieten in 2012 financieel zijn afgewikkeld of kredieten zijn niet verlengd (cf. artikel 18 van de genoemde verordening). Van de 83 openstaande kredieten kunnen er in totaal 33 kredieten om die reden worden afgesloten, totaal voordeel bedraagt €7,2 miljoen (inclusief Grasrijk). Vertraging van de fysieke uitwerking van Spil in relatie tot de vastgestelde jaarschijven 2004 t/m 2010 (jaarschijf 2011 niet vastgesteld, zie toelichting afwijking outputindicatoren): Van de lopende spil-ontwikkelingen is een aantal oorzaken te benoemen waardoor er een bepaalde achterstand is ontstaan:
- Als gevolg van de woningbouwstagnatie zijn programma’s van eisen (p.v.e.) van spilcentra te grootschalig van omvang geworden en kan met het doorzetten van het oorspronkelijke programma aanvangsleegstand en exploitatietekorten ontstaan. P.v.e. ’s zijn hierop aangepast.
- De invulling van de maatschappelijke meters in een multifunctionele accommodatie (MFA) ofwel brede ‘Spil’ staat onder druk. Zolang er onvoldoende gebruikers op voorhand in beeld zijn voor de invulling van een MFA ontstaat er aanvangsleegstand en een tekort in de exploitatie.
- Het afstemmen van wissellocaties wordt steeds problematischer door het samenkomen van diverse spilontwikkelingen die als gevolg van vertraging of versnelling op een nagenoeg gelijk tijdstip gerealiseerd kunnen worden. De temporisering die hierdoor optreedt bedraagt €1,1 miljoen. Het resterende verschil betreft nog af te rekenen kosten realisatie Spilcentra.
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
36.107
33.364
V 2.743
Exploitatiebaten
9.593
10.696
V 1.103
N 26.514
N 22.668
V 3.846
V 8.268
V 4.944
N 3.324
N 18.246
N 17.724
V 522
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Voor de post Huisvesting voorzieningen Openbaar Basis, Bijzonder Basis, Openbaar Speciaal, Bijzonder Speciaal en Voortgezet Onderwijs geldt dat de investeringen in aantal en omvang afhankelijk zijn van de aanvragen die door de schoolbesturen worden ingediend. Grondslag hiervoor is de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.
- 137 -
V 258
V 90
V 348
Structureel
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Lasten
Grond & Vastgoed
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Investeringen vinden geregeld later plaats dan gepland (o.a. vanwege planontwikkeling of vergunningsprocedures) waardoor zogenaamde temporisering1 van investeringen optreedt. Het voordeel op de exploitatielasten wat hierbij ontstaat wordt gestort in de reserve huisvesting onderwijs. Voor Huisvesting Sportaccommodaties geldt dat het voordeel voornamelijk is ontstaan doordat er meer klokuren en gymvervoer was begroot dan uiteindelijk is toegewezen. Saneren boekwaarden: in het kader van IHP en ten behoeve van het
N 3.664
N 3.664
opschonen van de begroting onderwijshuisvesting is de boekwaarde van enkele panden volledig gesaneerd, daar er geen enkele zorgplicht meer op deze panden berust (verkocht of gesloopt). Hierdoor ontstaat er een eenmalig nadelig resultaat op de exploitatie onderwijshuisvesting. Voordeel in de baten als gevolg van invordering huren leegstaande
V 269
V 269
leslokalen ingezet voor SPIL-doeleinden. Subsidies: vanuit het Rijk zijn 2 subsidies toegekend die in 2012
N 158
N 158
V 288
V 288
N 250
N 250
V 1.515
V 1.515
volledig afgerekend worden via SISA. Abusievelijk zijn in 2010 de ontvangsten van het Rijk rechtstreeks in de reserve huisvesting onderwijs gestort, terwijl hiervoor een aparte kostenplaats was aangemaakt. Mede hierdoor is in 2010 de inkomsten van het Rijk al verrekend met de reserve huisvesting onderwijs. In 2012 hebben nog eindafrekeningen plaatsgevonden, terwijl er geen begroot bedrag is geraamd. Hierdoor ontstaat er een nadeel. Exploitatie reserve Onderhoud bruikleenscholen en Exploitatie Reserve Schades en vandalisme: het niet bij kunnen stellen van de geprognosticeerde onttrekking cfm 2e turap is een voordeel ontstaan. Reserve huisvesting onderwijs: de apparaatskosten van realisatie spilcentrum Rapenland komen ten laste van de reserve. Hiervoor was geen budget voorhanden, echter de kosten zijn wel gemaakt. Op basis daarvan is besloten de kosten ten laste te brengen van de reserve huisvesting onderwijs. Stelpost kapitaallasten: is ingesteld om de temporisering van investeringen op te kunnen vangen.
1
Het verschil tussen begroting en realisatie ontstaat door de zogenaamde ‘temporisering’ van uitgaven/investeringen. Tijdens de uitvoering/realisatie van deze voorzieningen doen zich ontwikkelingen voor waardoor de uitgaven/investeringen later worden gedaan dan begroot. Een voorbeeld van zo’n ontwikkeling is de vergunningsprocedure waarbij zienswijzen een belangrijke rol spelen. Het effect van de ‘vertragende’ nagenoeg niet te beïnvloeden ontwikkelingen wordt aangeduid met ‘temporisering’ van de uitgaven/investeringen. Concreet heeft dit tot gevolg dat de investering weliswaar begroot is in jaar X, maar de uitgaven pas feitelijk plaats vinden in (bijv.) jaar X+2. Het feit dat deze ‘temporisering’ op voorhand niet is in te schatten, maakt het onmogelijk om begroting en realisatie van uitgaven exact op elkaar af te stemmen.
- 138 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Lasten
Grond & Vastgoed
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Voor het egalisatieresultaat 2012 is per saldo een onttrekking gedaan
V 1.783
V 1.783
uit de reserve huisvesting onderwijs. Realisatie spilcentrum Grasrijk gaat niet door en maakt vanaf november
V 283
V 283
V 283
2011 gebruik van de locatie Spilcentrum Waterrijk. In eerste instantie was het de bedoeling om een aantal units aan te huren. Dit is dus nu niet meer noodzakelijk door ingebruikname pand Spilcentrum Waterrijk. De uitbetaling van de toegezegde sponsorbijdrage van Philips voor de
V 1.000
V 1.000
Internationale School van € 1 miljoen is moeizaam verlopen (wel of niet in natura). De verwachting van de gemeente was dat deze niet meer in 2012 ontvangen zou worden. Daarom is met het slotdossier reserves de begroting gewijzigd. De bijdrage van Philips is tegen de verwachting in toch eind december 2012 ontvangen. In verband met het faillissement van de bouwer heeft de oplevering
V 4.537
V 4.537
van fase 1 vertraging opgelopen, waardoor de tweede termijn betaling niet in 2012 meer heeft plaatsgevonden. De begroting is hierop nog niet aangepast, omdat er vanuit gegaan was dat dit wel in 2012 zou plaatsvinden. Dit leidt tot een voordeel in de lasten. Ten behoeve van inhuur derden was een budgettair neutrale
V 200
N 200
0
begrotingswijziging opgesteld. Zowel de opbrengsten als kosten worden ten lasten van reserve gebracht. De begroting sluit niet aan bij de werkelijke boekingen als gevolg van
N 5.430
N 5.430
bovengenoemde oorzaken. Indien gekozen zou worden om de reserve internationale school conform begroting te muteren, zou dit leiden tot een verkeerd beeld van de reserve. Daarom is besloten om voor het boekjaar2012, de mutaties in het reserve te laten plaatsvinden op basis van werkelijkheid. Ten behoeve van de SiSa-regeling ‘D4 Stimulering aanpassing
N 322
V 322
huisvesting brede scholen 2009’ zal een bedrag van € 322.588 moeten worden terugbetaald aan het ministerie, aangezien een aantal projecten niet conform de regeling zijn gerealiseerd of zelfs zijn uitgesteld Overige afwijkingen: Totaal
- 139 -
V 56
N 56
V1
V1
V 2.743
V 1.103
N 3.324
V 522
V 283
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: CP 3.2.02 Spil Onderhoudsvoorziening SPILcentra In de huurstelling Spil is rekening gehouden met een component voor onderhoud. Deze component dient ter dekking van de toekomstige onderhoudskosten. Er is nog geen voorziening voor deze onderhoudskosten ingesteld voor Spilcentra. Hierdoor worden de middelen voor onderhoud vooralsnog niet meerjarig gereserveerd. Zolang er voor de spilcentra geen onderhoudsplanningen zijn, zijn er ook geen middelen beschikbaar om het onderhoud uit te voeren. Door het niet kunnen reserveren van deze middelen, loopt de gemeente een financieel risico indien binnen afzienbare tijd de eerste grote onderhoudswerkzaamheden plaats dienen te vinden. Schadekans: mogelijk Risico: bestaand Huurcontracten en vaststellingsovereenkomsten De huurpenningen worden ondanks het ontbreken van huurcontracten en vaststellingsovereenkomsten wel geïnd in de vorm van voorschotnota’s. In deze huurcontracten wordt vastgelegd welke onderhoudsverplichtingen voor de huurder zijn en welke voor de verhuurder. De onderhandelingen met betrekking tot de huurcontracten zijn nog in volle gang. Schadekans: mogelijk Risico: bestaand
CP 3.2.03 Ongedeeld VMBO dekking ambities: Er heeft in 2011 een bijstelling van de kaders plaats gevonden m.b.t. de 2 nog te realiseren VMBO’s. Zo wordt er voor minder leerlingen gebouwd. Hiermee wordt ook een bezuiniging gerealiseerd. In de kostenraming is uitgegaan van een bezuiniging op de plannen en een beperkte post onvoorzien. In het MIP 2012 is op basis van de bijgestelde plannen dekking geregeld voor de overige 2 VMBO’s.. Bij de uitwerking van de plannen kan blijken dat de kostenraming te optimistisch was en er onvoldoende budget is. Een risico hierin is bijvoorbeeld de kosten die gemoeid zijn met de transformatie/aanpassing van het VMBO-gebouw aan de Piuslaan, in verband met de monumentstatus ervan. Schade kans: mogelijk Risico: bestaand (gering risico)
CP 3.2.04 Internationale school Eindhoven De voorbereidingen voor de bouw van de Internationale School Eindhoven zijn afgerond. Het project wordt uitgevoerd volgens een DBFMO-constructie, wat inhoudt dat het consortium (de opdrachtnemer) zorg draagt voor de investering in en de exploitatie van het complex. De gemeente en de Stichting Primair en Secundair Onderwijs Zuid-Nederland zijn dus voor lange tijd (bouwtijd + minimaal 30 jaar exploitatie) verbonden aan het consortium. In diverse overeenkomsten zijn afspraken gemaakt om het project zo goed mogelijk te laten verlopen. In de contracten zijn ook vergoedingen voor aansprakelijkheid opgenomen. De gemeente Eindhoven neemt als opdrachtgever enkele risico’s voor haar rekening. Deze risico’s worden zoveel mogelijk binnen het projectbudget afgedekt (conform gemeentelijke systematiek). Een deel van de exploitatierisico’s is, gezien de lange looptijd van deze constructie, niet gedekt. Dit bedrag dient te worden opgenomen in het weerstandsvermogen. Schadekans:
mogelijk
Risico bedrag:
€ 2 miljoen
- 140 -
Onderwijs en Jeugd Raadsprogramma:
3 Onderwijs en Jeugd
Programmaonderdeel:
3.2 Pedagogische infrastructuur fysiek
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Grond & Vastgoed
Nieuwe risico’s: CP 3.2.01 Reguliere onderwijshuisvesting Vanaf 2013 loopt de financiering van de onderwijshuisvesting niet langer via de reserve onderwijshuisvesting. Als gevolg hiervan komen de eenmalige uitgaven en de kapitaallasten van de nieuwe en eerder gedane investeringen rechtstreeks ten laste van exploitatiebegroting. Structurele uitgaven dienen te worden gedekt met structurele middelen. E.e.a. is besloten in de kadernota 2013 en vervolgens is de begroting 2013 aangepast. De raad wordt hierdoor meer directe invloed geboden op het ambitieniveau bij de invulling van de zorgplicht onderwijshuisvesting. De raad bepaalt het totale financiële volume voor onderwijshuisvesting en het college kan, binnen die ruimte, een bekostigingsplafond vaststellen, desgewenst naar onderwijssoort of voorzieningensoort. Op deze wijze wordt het ambitieniveau voor onderwijshuisvesting door de raad bepaald in directe concurrentie met andere beleidsterreinen. Het college heeft vervolgens de mogelijkheid om te sturen op basis van bijv. het integraal huisvestingsplan (IHP), waarvan medio 2013 een dossier met de uitkomsten zal worden aangeboden. Een aantal onderwerpen zal aan bod komen, waaronder: - het uitvoeringsprogramma voor PO, (V)SO en VO - hoe om te gaan met de reserve huisvesting onderwijs (incidentele uitgaven) - is het instellen van een bekostigingsplafond noodzakelijk - doorkijk naar de financiën van onderwijshuisvesting - hoe om te gaan met bovennormatieve kosten, zoals locatie- en apparaatskosten en/of kosten afhankelijk van nog te maken (bestuurlijke) keuzes) Schadekans: waarschijnlijk Risico: nieuw In het IHP voor het PO wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de ontwikkeling omtrent de decentralisatie van groot onderhoud per 1-1-2015. Om een gezamenlijke koers te bepalen in deze overheveling van bekostiging in groot onderhoud, tussen schoolbesturen en gemeente, pleit het decentraliseren van groot onderhoud voor een 0-meting (onderhoudsstatus) per gebouw, waar de functionele en technische staat van het gebouw wordt bepaald en op basis daarvan de onderhoudsstaat. Hierdoor zal spoedig duidelijkheid moeten ontstaan over de kwaliteit van de schoolgebouwen, zodat ook de decentralisatie van groot onderhoud voorspoedig verloopt en de gemeente geen onnodig financieel risico loopt. Schadekans: waarschijnlijk Risico: nieuw
CP 3.2.03 Ongedeeld VMBO dekking btw-verhoging: Per 1-10-2012 is de BTW verhoogd van 19% naar 21%. De kosten van de btw-verhoging zijn niet meegenomen in het budget van beide vmbo’s. Bij vmbo Piuslaan kan dit nog meegenomen worden in het ontwerptraject (geen risico). De aanbesteding van vmbo SCE op SEN loopt echter al. Afhankelijk van de gunning dient bekeken te worden of mede hierdoor een financieel probleem ontstaat (tot ca. 0,5 miljoen euro). Schade kans: mogelijk Risico: nieuw
- 141 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Wat hebben we bereikt Doelstelling: b Eindhovenaren stimuleren tot sport en bewegen; b Sportclubs helpen floreren op een duurzame manier; b Stimuleren van sporttechnologie en –innovatie; b Profilering Eindhoven als sportstad bij uitstek. Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
67
67
70
66
6,4 milj.
6,4 milj.
6,4 milj.
6,4 milj.
7,1
7,2
7
7,2
- % sportparticipatie - bezoekersaantallen sportgebieden - Gem. cijfer kwaliteit voorzieningen*
Toelichting afwijking effectindicatoren: * Elke drie jaar vindt er een kwaliteitsonderzoek plaats voor de sportaccommodaties. Het recentste onderzoek is in 2011 uitgevoerd. Het rapportcijfer opgenomen in 2012 stamt uit het onderzoek van 2011.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Het exploiteren en beheren van
0
De verhuur van de sportvelden is conform planning gerealiseerd.
sportvoorzieningen binnen de drie sport-,
Een aandachtspunt is wel dat de verhuur van tennisbanen onder druk
recreatie- en natuurgebieden; Sportbedrijf
staat. Dit wordt met name veroorzaakt door een terugloop van leden bij
De Karpen, Sportcomplex Genneper Parken
tennisverenigingen.
en Sportcomplex Eindhoven Noord.
Door een herschikking van de beschikbare halcapaciteit vindt er een verschuiving van uren plaats. We signaleren een terugloop in het aantal verhuurde uren aan verenigingen in sport- en gymzalen. Met ingang van augustus 2012 is Sporthal Haagdijk uit de exploitatie genomen.
Het aanleggen van sportoppervlakten, deels
+
Het beleid is in 2009 door de raad vastgesteld middels de sportnota ‘Hé,
boven basisnorm, met kunstgras en / of all
ga je mee?’ Binnen dit kader zijn in 2012 de volgende aanpassingen
weather.
gerealiseerd: - Op Sportpark Strijp zijn 3 gravelbanen omgebouwd naar zandingestrooide kunststof tennisbanen. - Op het Sportpark Aalsterweg is in 2011/2012 het gehele tenniscomplex
- 142 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming omgebouwd naar 6 gravel-, 10 smashcourt- en 2 French Courttennisbanen . - Op Sportpark Heihoef zijn 6 gravelbanen gerenoveerd. - Op het sportpark Meerhoven zijn de tennisbanen omgebouwd naar 6 smash Court tennisbanen. Het aanleggen en onderhouden van
+
kleinschalige sportinfrastructuur en
Er is binnen het gestelde budget en planning 1 Cruijff Court aangelegd in Woensel West. Momenteel zijn er 7 Cruijff Courts in Eindhoven aanwezig.
trapveldjes in de stad. Het bevorderen van sportdeelname middels
+
Samen met verschillende partners (o.a. sportverenigingen, scholen,
het realiseren van een meerjarig sport- en
Welzijn Eindhoven) in de stad wordt onder de naam ‘Sportformule’ een
recreatieprogramma en het, op basis
breed scala aan sportactiviteiten aangeboden, zowel op school als
daarvan, jaarlijks, in coproductie,
naschools in wijken en buurten.
ontwikkelen, faciliteren en uitvoeren van
Het programma is als volgt onderverdeeld:
sportstimuleringsprojecten (w.o.
- Onderwijs (gymlessen op school en aanbieden naschoolse activiteiten),
Sportformule).
- Gebiedsgericht 12+ (sportoriëntatie Voortgezet Onderwijs, wijkactiviteiten, verenigingsondersteuning), - Sportspecifiek (activiteiten op Basis- en Voortgezet Onderwijs en wijk gericht op promotie van sport en doorstroom naar vereniging.) - Verenigingsondersteuning (onder andere ondersteuning van sporttechnisch kader van vereniging) - Speciaal onderwijs (aanbieden van sportactiviteiten zowel op school als naschools. Bevorderen doorstroom naar verenigingen, opzetten schoolsportverenigingen, opleiden technisch kader verenigingen hoe om te gaan met deze doelgroep). Het programma is in hoofdzaak voor kinderen/jongeren tot 18 jaar (zie verder toelichting bij Nationaal Actieplan Sport en Bewegen). Voor de organisatie van die activiteiten worden de combinatiefunctionarissen ingezet. Eindhoven beschikte ultimo 2012 over 25, 6 fte aan combinatiefunctionarissen. Deze combifunctie is gericht op het verbinden van sport en cultuur op brede scholen met sport en cultuur naschools en het verstevigen van het buitenschoolse sport- en cultuuraanbod. Ook worden zij ingezet voor verenigingsondersteuning om verenigingen beter in staat te stellen hun relatie met de omliggende wijk en buurt in te vullen. Een goed voorbeeld van de samenwerking tussen de diverse partijen is bijvoorbeeld Trefzeker (voetbalproject) en de Nationale Sportweek.
Het, samen met de sportverenigingen en andere betrokkenen, ontwikkelen en
+
Binnen het reguliere onderhoud is veel aandacht voor duurzaamheid. Voorbeeld hiervan zijn het plaatsen van 2 zonneboilers, waterbesparende
- 143 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming effectueren van efficiency en / of
investeringen, bewegingsmelders, LED en zuinige verlichting en
duurzaamheidmaatregelen en innovaties
verbeteringen in de isolatie.
m.b.t. accommodaties, energievoorziening,
Daarnaast is er de aanbesteding van de slimme meters geweest.
verlichting en (kunstgras)sportoppervlakken.
Ingebruikname van WKO-installatie Sporthal Strijp.
Het bieden van ondersteuning en
+
In 2012 is een verenigingsjaarplan opgesteld, waaraan ook uitvoering is
belangenbehartiging aan de Eindhovense
gegeven. Een van de aandachtspunten is de ondersteuning van de ESR bij
sportverenigingen.
de tarievendossiers en kostprijsberekeningen. Zie verder de toelichting bij de ‘Arbeidspool Ergon’ en ‘Meerjarig sport- en recreatieprogramma’.
Het leveren van een bijdrage aan de
+
Voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid van buurten worden
gezondheid, leefbaarheid, sociale
in toenemende mate sportactiviteiten als middel ingezet. In welke mate
samenhang, werkgelegenheid en veiligheid
sportactiviteiten op genoemde aspecten een positieve uitwerking hebben
in de stad.
is moeilijk meetbaar. Een 1 op 1 relatie tussen sport en leefbaarheid/ veiligheid van de buurt is niet aan te tonen omdat binnen een buurt ook andere disciplines zoals jongerenwerk, politie, etc., inzet plegen. Voor wat betreft de gezondheid haalt 70% van de Eindhovenaren de norm gezond bewegen. Van degenen die sporten beoordeelt 88% zijn of haar gezondheid als goed tot uitstekend; van diegenen die niet sporten is dat 73%. Sporters voelen zich gezonder dan niet-sporters.
Het aandacht vragen voor
+
Zie toelichting bij ‘Meerjarig sport- en recreatieprogramma’.
bewegingsonderwijs door de inzet van "combinatiefuncties". Het ondersteunen van verenigingen op het
+
Het gebruik van de ‘Arbeidspool Ergon’ waarmee verenigingen
gebied van onderhoud en schoonmaak van
ondersteund worden in het onderhoud en schoonmaak van
sportaccommodaties door de 'Arbeidspool’.
sportaccommodaties is stabiel gebleven. Er is een nieuw contract voor drie jaar gesloten met de Ergon om de Arbeidspool voort te zetten op een voor de verenigingen zelfde wijze.
Het positioneren van Eindhoven voor de
+
Eindhoven staat landelijk bekend als een actieve sportstad waar
organisatie van sportevenementen door
sportparticipatie, innovatie en aandacht voor talentontwikkeling hoog
verstrekking van informatie en het
scoort. De sportparticipatie ligt met 66% hoger dan het landelijke (65%) en
onderhouden van contacten met
het stedelijk (62%) gemiddelde.
organisatoren / bonden etc.
- Eindhoven kent inmiddels een drietal fieldlabs (zwemmen, aangepaste sporten, breedtesport) waar innovaties op het gebied van sport in de praktijk worden uitgetest en doorontwikkeld. - In Eindhoven is een van de vier Centra voor Topsport en Onderwijs gevestigd. Van de volgende sporten zijn de bonden aangesloten: IJshockey, Judo, Zwemmen, Klimmen, Baseball, Schoonspringen. In deze centra worden omstandigheden gecreëerd waardoor de sporters zich
- 144 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming optimaal op hun sportieve ontwikkeling kunnen richten zonder dat dat ten koste gaat van hun maatschappelijke situatie. Eindhoven doet er alles aan om die positie via overlegstructuren, media, de organisatie van aansprekende evenementen en anderszins naar buiten toe uit te dragen. De samenwerking tussen sportbonden, verenigingen en sportformule draagt hier ook aan bij. Het uitvoering geven aan projecten in het
+
In 2012 heeft Sportformule Eindhoven uitvoer gegeven aan 6 projecten
kader van het Nationaal Actieplan Sport en
vanuit het NASB waaronder:
Bewegen.
* Wijksportvereniging Woensel West (ruim 200 leden). Per september zelfstandig verder gegaan. * Sportcoach, ruim 50 cliënten. Enkelen zijn doorgestroomd naar een G voetbal team. * “Kleuters on the move”: 3.500 deelnemende groepsleerkrachten en kleuters met 6.300 contactmomenten. * Fit Kidz: sportcoaches gericht op overgewicht. * Activiteiten Cruijff Court: 3.304 contactmomenten. * Seniorenfit/ De Beweegwinkel.
Het uitvoering geven aan vastgestelde
+
subsidieregelingen.
In totaal hebben 33 Eindhovense amateurverenigingen op de subsidieregeling Sporttechnisch Kader een beroep gedaan; 32 aanvragen zijn gehonoreerd, verdeeld over 22 sportsoorten. Voor de subsidieregeling Bekers en prijzen hebben 46 verenigingen een beroep op de regeling gedaan; 44 aanvragen zijn gehonoreerd.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012*
2012
Verhuurde haluren in sporthallen
26.906
25.993
31.250
26.232
Verhuurde uren in gymzalen
21.104
21.200
21.474
20.886
Kosteneenheden sportparken
2.646
2.661
2.679
2.679
1.537.606
1.506.523
Bezoekersaantallen zwem- en ijssportaccommodaties
1.348.900
1.361.759
45
45
58
Dekkingspercentage (incl. kapitaallasten)
33.3%
33.3%
35,5%
Aantal binnensportacc. gemeente / derden
26/77
26/77
26/77
Zwemvaardigheid basisschoolleerlingen **
54%
Bezettingsgraad binnensportaccommodaties
n.n.b.
n.n.b.
Verleende subsidies Vrijwillig sporttech. kader
34
35
32
Verleende subsidies prijzen en bekers
52
45
44
- 145 -
n.v.t.
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Toelichting afwijking outputindicatoren: * De begrotingscijfers zijn in 2012 op verschillende onderdelen neerwaarts bijgesteld om hiermee de begroting in lijn met de realisatie van de afgelopen jaren te brengen. ** Om de ontwikkeling van de zwemvaardigheid van de Eindhovense basisschoolleerlingen, na beëindiging van het schoolzwemmen per 1 augustus 2011, is met ingang van het schooljaar 2012-2013 het project “Waterdicht” gestart ter bewaking en stimulering van de zwemvaardigheid. In overleg en samenwerking met de Eindhovense schoolbesturen wordt jaarlijks de zwemvaardigheid geïnventariseerd. Ultimo 2012 was deze inventarisatie voor het schooljaar 2102-2013 nog te onvolledig om daarover betrouwbare cijfers te verstrekken. Haluren: Het verschil tussen begrote en gerealiseerde haluren wordt met name veroorzaakt door qfnqme van verhuurde uren door verenigingen, achterblijvende bezetting van de turnhal overdag (blijkt structureel niet realiseerbaar) en de begrote haluren van de Fontys zijn gebaseerd op een volledig jaar terwijl de hogeschool pas in september in gebruik is genomen. Deze bezetting komt nu op gang. Gymzalen: Het aantal verhuurde uren in gymzalen is teruggelopen door minder onderwijsuren (Basisschool De Boog heeft een eigen accommodatie in gebruik genomen) en minder sporturen. Bezoekersaantallen zwem- en ijssportaccommodatie: De gerealiseerde bezoekersaantallen van het Ir. Ottenbad zijn conform de begrote aantallen (lichte plus). Bij de Tongelreep en het IJssportcentrum zijn er met name teruglopende bezoekersaantallen in het recreatiegedeelte.
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 6.885
Totaal (netto) investering
Rekening 2012 2.948
Afwijking
V 3.937
Toelichting afwijking investeringen: De afwijkingen in de investeringen zijn met name toe te schrijven aan:
•
In het kader van de MKBA zijn diverse geplande onderhoudswerkzaamheden in 2012 “on hold” komen te staan. Voor het Ir. Ottenbad heeft dit tot gevolg dat noodzakelijke vervangingsinvesteringen van 457 K mogelijk pas in 2013 uitgevoerd worden. Ook bij IJssportcentrum en ISE.
•
Grootschalig onderhoud bij de sporthal Bisschop Bekkers College is uitgesteld tot 2014, hierdoor is er 241K minder geïnvesteerd. Ook de grootschalige renovatie van de gymzaal aan de Heideveldstraat is uitgesteld, dit i.v.m. ontwikkelingen in de wijk en het eventueel tot stand komen van SPIL-centra.
•
De kredieten die aangewend zijn voor de realisatie van de BIO-massacentrale Ottenbad dienen nog afgewikkeld te worden. Hiervoor staat nog een investeringsvolume “open” van 1.411K.
•
Voor de BIO-massacentrale Tongelreep staat nog een investeringsbedrag van 800 K. Dit is nog niet aangewend in afwachting van de finale afwikkeling.
• •
De eindafwikkeling atletiekaccommodatie Hondsheuvels (207 K) dient nog plaats te vinden. Dit zal in 2013 geschieden. Het krediet voor de vervanging van de energiemeters door slimme meters (114K) wordt in het 1e kwartaal van 2013 gerealiseerd.
- 146 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
36.127
35.911
V 216
Exploitatiebaten
17.395
17.651
V 256
N 18.732
N 18.260
V 472
V 770
V 344
N 426
N 17.962
N 17.916
V 46
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Binnen de gehanteerde contractsystematiek staan diverse
N 106
V 600
taakstellingen sterk onder druk. Middels verdere optimalisering en het
V 220
N 288
op een realistisch niveau brengen van de bezoekersaantallen wordt getracht de taakstellingen toekomstig te realiseren. Daarnaast is met ingang van 2012 bepaald dat resultaten (zowel bedrijfs- als concernresultaten) volledig ten laste cq gunste van de bedrijfsvoering Sport komen. Om vergelijking met voorgaand jaar mogelijk te maken zijn de resultaten voor 2012 nog gesplitst in een bedrijfs- en concernresultaat. Bedrijfsresultaat sector Sport en Bewegen Dit bedrijfsresultaat ) komt tot stand door enerzijds afwijkingen op (genormeerde) kostenbudgetten en opbrengstenbudgetten, gemiddelde opbrengsten per bezoeker Het totale resultaat 2012 voor Sport bedraagt: Bedrijfsresultaat V € 494.000 Concernresultaat N € 67.000 Het behaalde positieve resultaat is vooral veroorzaakt door incidentele voordelen (met name de € 300 .000 voordeel bij Fontys Sporthogeschool) welke zich in 2013 niet of slechts ten dele zullen voordoen. Het behaalde positieve resultaat (en de daarbij horende storting in de reserve) is daarom ter compensatie van toekomstige tekorten. Energie sportsector breed In de begroting 2012 zijn de budgettaire tekorten die in voorgaande jaren ten gevolge van prijsdiscrepanties waren ontstaan, structureel aangezuiverd. Het totaal beschikbare budget voor 2012 bedroeg daardoor bruto € 2.461.000 en onder aftrek van doorbelasting en teruglevering netto € 1.763.000. In de realisatie was op dit totale netto
- 147 -
N 426
0
Structureel
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.3 Sportparticipatie Eindhovense Bevolking
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves budget sprake van een overschrijding van € 295.000 die volledig werd veroorzaakt door de niet (Tongelreep) of slechts een beperkt gedeelte van het jaar (Ottenbad) operationele BIO-centrales. De overschrijding wordt echter volledig gecompenseerd door het, ten gevolge van het niet operationeel zijn, uitgespaarde onderhoudsbudget. Overschrijdingen op de voor Sport en Bewegen beschikbare energiebudgetten worden opgevangen binnen de totale sportexploitatie en structurele tekorten zullen toekomstig worden versleuteld in de sporttarieven. Overige afwijkingen: Totaal
V 102
N 56
V 216
V 256
V 46 N 426
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Een aantal ontwikkelingen vormen een mogelijk risico voor de exploitatie van gemeentelijke accommodaties: - De toekomstige verhoging van de sporttarieven. - De door te voeren bezuinigingsmaatregelen in relatie met de exploitatie van de accommodaties. - De (onzekere) ontwikkelingen van energieprijzen.
- 148 -
V 46
Structureel
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Van Abbemuseum
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Het promoten en toegankelijk maken van hedendaagse beeldende kunstuitingen van kwalitatief zeer hoog, internationaal niveau, teneinde betrokkenheid te vergroten en educatie en recreatie te bevorderen, door middel van het organiseren van tentoonstellingen, presentaties en discussies en het ontplooien van een divers en breed aanbod aan educatieve activiteiten en andere kunstuitingen en het tonen, in stand houden en uitbreiden van de eigen collectie. Tevens projecten buiten de muren van het museum realiseren, waardoor het museum meer verweven raakt met Eindhoven en doelgericht wijkspecifieke projecten kan ontplooien. Inhoudelijke samenvatting programmering 2012 “De stem van de kunstenaar”: Wij begonnen 2012 met de tentoonstelling Spirits of Internationalism - de groepstentoonstelling van 2012 ging over de kunst van Oost-, West- en Zuid Europa tussen 1956-1986. Werken van de collecties van MACBa, MuHKA, Moderna Galerija Ljubljana, Julius Koller Foundation en Sofia Kulik Foundation waren in het museum te zien. De samenwerking voor dit grote project vormde ook de aftrap voor een langdurige samenwerking tussen 10 Europese culturele partners, die nu gezamenlijk een vijfjarige projectaanvraag voor vergaande institutionele samenwerking bij het EU culture programme hebben ingediend en waar begin 2013 een beslissing over valt. De samenwerking binnen het pan-Europese L’Internationale netwerk sluit aan bij het beleidsplan 2013 en bij de ambities van Eindhoven culturele hoofdstad 2018. Met de tentoonstelling “René Daniëls – een tentoonstelling is ook altijd een deel van een groter geheel” , de eerste grote solotentoonstelling van Daniëls sinds 1995 in het Van Abbemuseum in samenwerking met Museo Nacional Reina Sofia, konden wij in Madrid 100.000 bezoekers bereiken en in Eindhoven 30.000. Naast de tentoonstelling werd op de televisie op Ned 2 een documentaire over René Daniëls getoond, twee begeleidende publicaties uitgebracht en een groot zomer- en familieprogramma opgezet. De tentoonstelling en het begeleidende programma plaatsten de Eindhovense kunstenaar René Daniëls nog een keer heel duidelijk waar hij behoort – in de top van Nederlandse hedendaagse kunstenaars. In de oudbouw werd René Daniëls afgelost door “Sources in the Air” - een solo van de opkomende Kroatische kunstenaar David Maljkovic in samenwerking met Baltic in Newcastle, England en GAMeC, Galleria d”Arte Moderna in Bergamo, Italie. Met de solopresentatie van de Israëlische kunstenaar Yael Bartana, die in Venetië in 2011 furore maakte met haar videotrilogie “…and Europe will be stunned” en de solo van de Italiaanse kunstenaar Piero Gilardi haalde het Van Abbemuseum een zeer divers en internationaal aanbod naar het museum en zorgde voor een uitgebreide aandacht in de Nederlandse media voor het museum, de kunstenaars en Eindhoven. De collectie werd op verschillende etages in de nieuwbouw getoond als onderdeel van verschillende tentoonstellingsprojecten. Het grote doorlopende project “Time Machines Reloaded” toonde museummodellen op een opwindende manier en het project “Deze sokken niet wit” toonde de befaamde collectie in context van de jaren 20 van de 20e eeuw. In het Oog presenteerden de Eindhovense kunstenaar Bram Hermens en de kunstenaars Roland Schimmel en Sarah van Soonsbeek hun werk. Sara van Soonsbeek was dan ook de eerste winnares van de in 2012 geïntroduceerde Theodora Niemeijer prijs voor vrouwelijke kunstenaars, die het Van Abbemuseum samen met de Stichting Theodora Niemeijer heeft uitgeroepen. De Stichting Theodora Niemeijer adopteerde Het Oog en tekende een vijfjarig sponsorcontract ter financiering van tentoonstellingen in deze buitenruimte van het Van Abbemuseum. Op 1 december was de grote opening van de tentoonstelling Lissitzky-Kabakov – waarbij de beroemde verzameling van Lissitzky in het museum tegenover de werken van Ilya and Emilia Kabakov getoond wordt. De tentoonstelling is de grootste tentoonstelling ooit in het Van Abbemuseum en beslaat twee etages in de nieuwbouw. Alle grote nationale en internationale kranten wijden berichtgeving aan deze uitzonderlijke tentoonstelling. De tentoonstelling gaat verder reizen naar de Hermitage in St. Petersburg, het Multimedia Art Museum in Moskou en naar Graz in Oostenrijk. Daarnaast waren er nog een veeltal aan kleinere presentaties van de collectie of van tijdelijke interventies in het museum te zien, zoals b.v. de Baldessari presentatie in de Toren, waarbij de constructie van Piet Hein Eek een tweede keer voor een presentatie gebruikt werd of bijzondere presentaties die voortkwamen uit samenwerking met partners als het Eindhovens Dagblad (Eindhoven op de kaart) en de “Materiaalprijs” tentoonstelling over duurzaam design tijdens de DDW 2012. Ook in 2012 hebben wij weer met de organisatie van GLOW samengewerkt. Een van onze curatoren was medecurator binnen het GLOW team voor de standaardroute en het Van Abbemuseum presenteerde zoals de afgelopen twee jaren ‘lichtkunst’ in het museum. Het GLOW
- 149 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Van Abbemuseum
publiek bezocht de side locatie Van Abbemuseum in grote getale. Ook de publieke programma’s binnen en buiten de muren van het museum werden fors doorontwikkeld, zoals b.v. de doorontwikkeling van de wijkprogrammering in Woensel West en de verdieping van programma’s voor scholieren en jongeren. Om het voor families en Eindhovenaren aantrekkelijk te houden naar het museum te komen, was ook in 2012 iedere eerste donderdagavond in de maand het museum gratis toegankelijk. Speciale programmering voorextra evenementen zoals Museumnacht, Hallo Cultuur en Museumweekend behoren tot ons standaard bemiddelingsprogramma en brengen telkens duizenden bezoekers naar het museum. In 2012 introduceerden wij zeer succesvol de Young Art Night voor jonge kunstliefhebbers onder 35 jaar. De eerste editie was buitengewoon succesvol. Meer dan 700 jonge mensen kwamen op het trendy evenement af. In 2012 zetten wij naast het werken in onze grote internationale netwerken vooral ook de samenwerking met collega’s in Eindhoven succesvol voort. Partners waren Muziekgebouw Frits Philips en Capital D voor het MADe programma, de Dutch Design Week, Baltan Laboratories (waar het Van Abbemuseum nu al twee jaren host voor is), Onomatopee, de Fabriek, Designhuis, Glow, EHV 365, Dynamo en het Maxima Medisch Centrum.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
106.741*
96.583
72.500
98.100
Aantal bezoekers add. Projecten in Eindhoven
9.700
10.000
7.500
Aantal bezoekers add. Projecten in buitenland
5.320
85.000
Aantal bezoekers per jaar Tentoonstellingen
20.000 200.000
* In 2010 liep de officiële GLOW route door het Van Abbemuseum, in 2011 en 2012 was dat niet het geval. Het verschil van rond 10.000 bezoekers is daarop terug te voeren.
Toelichting afwijking effectindicatoren: Zowel in 2010 als ook in 2011 en 2012 zijn tienduizenden mensen ook buiten de muren van het museum bereikt door het wijkproject Woensel West en co-operaties met o.a. Flux-S en Piet Hein Eek en in buitenlandse presentaties en tentoonstellingen van de collectie van het museum in Madrid, Antwerpen, Istanbul en Ljubljana.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde productenraming 2012
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
Het exploiteren van een museum en het ontsluiten van moderne kunst middels: -
Het verwerven, conserveren en
+
15 grote en kleine tentoonstellingen en collectiepresentaties, cursussen,
tentoonstellen van de eigen
lezingen, rondleidingen, 4 presentaties in het buitenland (Madrid,
kunstcollectie;
Antwerpen, Instanbul en Ljubljana), presentaties in de wijken (Woensel West, Piet Hein Eek); rond 50 theoretici en onderzoekers als meewerkenden aan tentoonstellingen, lezingen en presentaties
- 150 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Bijgestelde productenraming 2012
Sector:
Van Abbemuseum
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
-
Het organiseren van
+
7.308 leerlingen basis- en voortgezet onderwijs (in 2012 moest het
bemiddelingsactiviteiten zoals
onderwijsprogramma zonder sponsoring doorgaan. Door bezuinigingen
cursussen, rondleidingen, lezingen en
en slimme oplossingen kon het aantal leerlingen redelijk stabiel gehouden
symposia; scholenprogramma,
worden)
kinderkunstclub;
481 rondleidingen, 32 gratis rondleidingen en dagelijkse minirondleidingen 7 themabijeenkomsten en 5 kunstcursussen 3 muziekcursussen/luisteravonden Aanhouden van één gratis donderdagavond per maand gepaard met extra programmering. Opening Korein expositie 7 Workshops pedagogisch medewerkers Korein (januari) (140 deelnermers), 10 Workshops kinderen Korein (200 deelnemers), Strabrecht Expo In Juxtapositie (mei) (200 deelnemers) Activiteiten Rene Daniëls (1020 deelnemers, waarvan 700 met kaartenproject, 4 gastrondleidingen Rene Daniëls) 36 x Kinderkunstclub op zaterdagen 3 gastrondleidingen David Maljkovic Gilardi foto actie (500 deelnemers) Ontvangsten met rondleidingen voor immigranten uit Afghanistan (160 deelnemers, 4 keer per jaar) 2 x per jaar Museum Jeugd Universiteit (90 deelnemers per keer) Twee maanden Zomertoer (590 bezoekers) Young Art Night (700 deelnemers) Doe de Dommel (50 deelnemers) Hallo cultuur (549 bezoekers) Museumweekend (2184 bezoekers)
-
Het voorzien in educatief/promotioneel
+
5 catalogi geproduceerd: René Daniëls - De woorden staan niet op hun
materiaal zoals boeken, catalogi en
juiste plaats, The Polish Trilogy, Piero Gilardi - Retrospective monograph,
brochures;
David Maljkovic – Sources in the Air en Lissitzky-Kabakov - Utopie en Werkelijkheid, Yael Bartana - And Europe will be stunned, ca. 20 essays, interviews en artikelen door de directeur.
-
Het in stand houden en uitbreiden van een hoogwaardige bibliotheekcollectie;
+
900 nieuwe monografieën, 1.050 nieuwe thematische en kunstenaarsboeken Omvang totale collectie: - 87.909 monografieën - 90.041 thematische boekwerken - 6.200 kunstenaarsboeken De bibliotheek verwerft ook boeken door middel van ruilcontacten. Dit
- 151 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Bijgestelde productenraming 2012
Sector:
Van Abbemuseum
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming aantal bedraagt ongeveer 650 boeken. Schenking van 13.500 boeken over kunst van de Russische avant-garde (dynamische schenking, die over meerdere jaren verwerkt wordt)
-
Het organiseren van tentoonstellingen
+
met werk van derden;
2 projecten in Het Oog, 1 grote solotentoonstelling, 5 presentaties, 1 grote thema tentoonstelling met werk van derden, 1 grote verzamelaars show met meer dan 100 werken van derden, 2 bibliotheektentoonstellingen, 1 grote amateurtentoonstelling, ca. 10 presentaties in de Studio met het werk van derden
-
Het organiseren van publieke
+
Doorlopend artistiek programma in Edison 76, het wijklokaal in Woensel
programmering buiten de deuren van
West, speciale rondleidingen en ontmoetingen voor immigranten uit
het museum en het initiëren van
Afghanistan, programmering van de Van Abbemuseum Vitrine bij Piet
wijkprojecten met voorkeur in de
Hein Eek, Giant Step programma in samenwerking met alle kleinere
zogenoemde krachtwijken met weinig
culturele instellingen in Eindhoven, internationale projecten met Reina
toegang tot culturele activiteiten;
Sofia in Madrid, MuHKA in Antwerpen, SALT in Istanbul en Moderne Galerija in Ljubljana. (200.000 bezoekers).
-
De uitvoering van een omvattend en
+
ca. 89 brochures, flyers, uitnodigingen, magazines, posters, met totale
breed gericht marketing- en
oplage van rond de 900.000 stuks.
communicatiebeleid om alle hierin
39 mededelingen aan de pers. ca. 2.400 artikelen en berichten in kranten,
genoemde doelgroepen optimaal te
tijdschriften en online media waarmee een lokale en (inter)nationale
kunnen bereiken;
diverse doelgroep bereikt werd. 9 campagnes, waarvan 5 groot (René Daniëls, Zomertoer, David Maljkovic, Piero Gilardi en Lissitzky-Kabakov) en 4 kleinere (Spirits of Internationalism, Yael Bartana, Deze sokken niet wit en Theodora Niemeijer prijs).
-
Samenwerking met een aantal
+
o.a. nauwe programmasamenwerking met Muziekgebouw Frits Philips en
partnerinstellingen in de Gemeente,
Capital D (MADe), Dutch Design Week, Baltan, Onomatopee, de Fabriek,
zoals Muziekgebouw, MU, Glow,
Designhuis, EHV 365, Dynamo, Maxima Medisch Centrum, Stichting
Onomatopee, Flux-S, Baltan
Promotors en Stichting Vrienden van het Van Abbemuseum, Piet Hein Eek
Laboratories, Dutch Design Week,TU/e;
en samenwerking met CKE voor museumlessen. Samenwerking met TU/e op niveau van kennisuitwisseling en brainstormen
-
Actief inwinnen van sponsoren en
+
Het Van Abbemuseum werd in 2012 ondersteund door bijdragen van de
subsidiegevers ter financiering van
BankGiro Loterij, Provincie Noord-Brabant, Stichting Promotors Van
tentoonstellingen en projectactiviteiten
Abbemuseum, Vrienden van het Van Abbemuseum, Brainport
en het educatieve programma (b.v.
Development en Woonbedrijf (MADe) en de bijdragen van MADe members
museumschoolbus);
De afzonderlijke tentoonstellingen worden mogelijk gemaakt door bijdragen van Mondriaan Stichting, BankGiro Loterij, Provincie NoordBrabant, VSBfonds, SNSReaal Fonds, CityDynamiek Eindhoven, Stichting Doen, Ammodo Fonds, Turing Foundation, Stichting Niemeijer, Culture Programme van de EU
- 152 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Bijgestelde productenraming 2012
Sector:
Van Abbemuseum
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
-
Uitwerking nieuwe beleidsplan;
+
nieuw beleidsplan 2013-2017 is in juni en oktober 2012 gepresenteerd en goedgekeurd door de raad
-
Het exploiteren van een
+
Het restaurant werd gemiddeld 2,5 avond per week geboekt voor
museumrestaurant, het verhuren van
ontvangsten of voor evenementen ingezet. De inkomsten uit verhuur zijn
ruimtes aan derden, het verzorgen van
flink gestegen. De groei van de netto-omzet van de verhuur inclusief het
evenementen van derden in de ruimtes
restaurant bedroeg 17 %.
van het museum; -
Het voeren van een boek- en
+
cadeaushop
De museumwinkel laat een groei van de netto-omzet zien van ruim 30 % ten opzichte van 2011 vanwege een aantal zeer aantrekkelijke eigen publicaties en tentoonstellingen.
Bezuinigingsopdracht
+
Het museum heeft in 2012 conform opdracht €175.000 bezuinigd.
Outputindicatoren:
Aantal grote tentoonstellingen per jaar Presentaties eigen collectie * Alternatieve presentaties
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
3
3
5
5
Zie uitleg
Zie uitleg
10
10
40
20
20
20
Aantal leerlingen basisonderwijs
5.200
4.735
4.608
Aantal leerlingen voortgezet onderwijs
3.200
2.640
2.700
Omvang collectie
2.580
2.624
2.660
Langdurige bruikleen (+ werken st. Rene Daniels)
1.217
1.217
1.215
151 Mio
151.5Mio
Verzekerde waarde collectie
151.5Mio
151.5Mio
* Het Van Abbemuseum opende in november 2009 het programma “Play Van Abbe”, een tentoonstellingsprogramma dat de collectie van het museum in het middelpunt stelde en tot augustus 2011 liep. Het programma bestond uit 4 grote tentoonstellingen met de eigen collectie presentatie binnen en buiten museum van 252 werken.
Toelichting afwijking outputindicatoren: Projecten en tentoonstellingen veranderen gedurende het jaar. Alternatieve presentaties kunnen heel veel verschillende vormen aannemen, van klein en incidenteel tot groot en langdurig, daarom kan een inschatting in het begin van het jaar alleen maar een indicatie zijn van wat er minimaal gedaan wordt.
- 153 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Van Abbemuseum
Wat heeft het gekost Investeringen:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
253
Totaal (netto) investering
Afwijking
269
N 17
Toelichting afwijking investeringen: In het kader van de bezuinigingen is er door het Van Abbemuseum 320K bezuinigd op nieuwe investeringen gedurende 2011-2015. Deze jaarlijkse bezuiniging van €79.000 is reeds vooraf in mindering gebracht op de begroting van de kapitaalslasten. Het verschil van €17.000 ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat de begrote bedragen voor de investeringen niet geïndexeerd waren. De werkelijke investeringen vielen hierdoor iets hoger uit om aan de kwaliteitseisen van een publieke instelling zoals een museum te kunnen voldoen.
Exploitatie:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
5.419
6.433
N 1.014
Exploitatiebaten
671
1.924
V 1.253
N 4.748
N 4.509
V 239
V 203
N 77
N 280
N 4.545
N 4.586
N 41
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves CAO-uitkering
N 45
N 45
N 14
N 14
Een extra CAO uitkering, die niet begroot was, heeft geleid tot een tekort van €45.000. Het totaal resultaat wordt hierdoor verklaard. Overig Personeel De berekening van de begrote personeelslasten van de directie leidt naast de COA-uitkering tot nog een tekort van €14.000. Dit heeft het museum gecompenseerd door bezuinigingen op ander gebied. N 26
Bezoekersinkomsten
N 26
Het jaarlijks tekort op bezoekersinkomsten is dit jaar terug gebracht naar €26.000 door de tarieven te verhogen en het aantrekken van meer bezoekers. N 38
Depotruimte Voor onze jaarlijks groeiende collectie was uitbreiding van depotruimte in 2007 strikt noodzakelijk, ook om aan de voorwaarden van verzekeraars en langdurige bruikleengevers te voldoen. In 2007 ontstond de unieke mogelijkheid om het deel van de gezamenlijk
- 154 -
N 38
N 38
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Van Abbemuseum
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves gehuurde ruimte met RABO-bank over te nemen (depot wat al voorzien was van noodzakelijke inrichting voor kunstopslag), waardoor er structureel jaarlijks een tekort ontstaat. Bezuinigingsopdracht
N 58
V 154
N 845
V 1125
V 96
De bezuinigingsopdracht ter hoogte van € 96.000 is ingevuld door extra opbrengsten op gebied van verhuur en verkopen in museumwinkel. De hieraan verbonden kosten zijn hierdoor wel hoger geworden. Door interne efficiency en besparingen op alle overige kosten is de bezuinigingsopdracht geheel ingevuld. Onttrekking uit reserves op basis van realisatie ipv begroting
N 280
0
Deze geldstromen hebben betrekking op het door het Van Abbemuseum verwerven van kunstwerken en het organiseren en realiseren van tentoonstellingen en laten een zeer actief beleid zien. Deze baten en lasten zijn begrotingstechnisch gesaldeerd op basis van inschatting verwerkt. Bij de baten is zichtbaar dat er veel subsidiegelden zijn geworven gedurende 2012 om extra budget te creëren voor de aankoop van kunst en het maken van tentoonstellingen, waardoor de mutaties in de reserves in de praktijk toch erg afwijken van de begroting en er minder onttrokken hoeft te worden. De reserves hebben een egaliserende functie en de mutaties passen geheel in het beleidsinhoudelijke kader van het Van Abbemuseum. College B&W is op 26 juni akkoord gegaan met aanpassing van systematiek aan oorspronkelijke situatie, namelijk onttrekking aan reserves op basis van realisatie. Formalisering door de raad in "eindejaarsdossier reserves". Overige afwijkingen:
N 14 Totaal
N 1014
N 14 V 1253
N 280
N 41
N 38
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Depotruimte Voor onze jaarlijks groeiende collectie was uitbreiding van depotruimte in 2007 strikt noodzakelijk, ook om aan de voorwaarden van verzekeraars en langdurige bruikleengevers te voldoen. In 2007 ontstond de unieke mogelijkheid om het deel van de gezamenlijk gehuurde ruimte met RABO-bank over te nemen (depot wat al voorzien was van noodzakelijke inrichting voor kunstopslag), waardoor er jaarlijks een tekort op huur depotruimte ontstaat.
- 155 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.5 Museum voor hedendaagse kunst
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Van Abbemuseum
Nieuwe risico’s: Gevolgen bezuinigingen In 2013 moet de volgende stap van de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling gehaald worden. Op de al bezuinigde €175.000 moet een additionele €100.000 bespaard worden. De bijdragen van publieke en private fondsen vielen in 2012 gemiddeld 30% lager uit als aangevraagd, gezien ook de fondsen flinke delen van hun budgetten moesten inleveren. Dat levert voor het museum druk zowel op de exploitatie als ook op de tentoonstellingsbudgetten op. Aan de doorontwikkeling van het cultureel ondernemerschap en het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen wordt ook in 2013 hoogste prioriteit gegeven, echter dalen de inkomsten uit publieke en private subsidies sneller als nieuwe inkomstenbronnen duurzaam opgebouwd zijn. Kernexploitatie en budgetten voor tentoonstellingen op peil te houden zal de volgende jaren grote druk op de organisatie leggen.
- 156 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.6 Uitstraling designstad
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Strategie
Wat hebben we bereikt Doelstelling: b De inzet van design t.b.v. sociaal-maatschappelijke doelstellingen en een goede kwaliteit van leven in onze stad zoals veiligheid, sociale cohesie, burgerparticipatie, diversiteit, wonen, zorg, mobiliteit (programmalijn “Quality of Life”);
b
Het stimuleren van de inzet van Design & Technologie in de stad / regio t.b.v. innovatie en het genereren van business waarbij de eindgebruiker / burger centraal staat (programmalijn “Prosperity”);
b
Het ontwikkelen, toepassen en overdragen van kennis, methoden en technieken om als regio te excelleren en onderscheidend te zijn en talent aan te trekken en te behouden (programmalijn “Knowledge”);
b
De inzet van design ten behoeve van een duurzamere gebruik van onze schaarse middelen :mens, natuur, milieu, kapitaal (programmalijn “Resources”);
b b b
Het zichtbaar maken van Design in de openbare ruimte; Het versterken van het profiel van Eindhoven als Designstad; De participatie en zichtbaarheid van studenten en de stad Eindhoven, alsmede de waardering en bekendheid van Eindhoven als Studentenstad vergroten door het stimuleren en ondersteunen van activiteiten op dit gebied;
b
Uitvoeren van de bindende afspraken in de convenanten Woningbouw.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
- Bezoekersaantallen Dutch Design Week ( x 1.000)
150
180
>120
200
- Waardering van de Dutch Design Week
7,8
7,8
8
7,7
- Totale werkgelegenheid designsector
6676
6.903
>7000
nnb
- Aandeel designsector in totale werkgelegenheid
4,6%
4,7%
4,8%
nnb
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Het ondersteunen van de activiteiten Dutch
+
Designweek, Dutch Design Awards en
Dutch Design Week, Dutch Design awards en graduation Show 2012 inhoudelijk zeer succesvol verlopen.
Graduation show van de Design Academy Eindhoven. Het ondersteunen van projecten die passen binnen één of meerdere1 programmalijnen
1
+
In 2012 zijn 13 incidentele designprojecten ondersteund op het gebied van design en educatie, design en zorg, design en veiligheid, design en
Vele projecten dragen bij aan de doelstellingen van meerdere programmalijnen omdat zowel de kennisinstellingen (programmalijn Knowledge), individuele designers en de maakindustrie (programmalijnen Knowledge en Prosperity) betrokken worden bij een project waarin een sociaalmaatschappelijke en/of ruimtelijke vraagstukken centraal staat (programmalijnen Quality of Life en Resources).
- 157 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.6 Uitstraling designstad
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Strategie
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming van de beleidsnota Design in Eindhoven
Openbare ruimte en ter benutting van de economische potentie van
2010-2014 “Creating a Caring Society” en
design. Hiermee is doorontwikkeld op de lijn die in 2011 is ingezet. De
daarmee de Kennis en het talent uit de regio
incidentele projecten 2012 lopen veelal nog door tot in 2013. Een groot
benutten om sociaal-maatschappelijke- ,
aantal van de projecten die in 2011 zijn ontwikkeld is in 2012 succesvol
economische en ruimtelijke vraagstukken aan
afgerond.
te pakken.
Het ondersteunen van (projecten door)
0
Design Coöperatie Brainport / Capital D ontvangt geen basisfinanciering
Design Coöperatie Brainport als verbindende
en is uitsluitend project gefinancierd. Dit is mede de reden waarom de
schakel tussen de partijen binnen het
organisatie eind 2012 in zwaar weer terecht is gekomen (onvoldoende
werkveld Design (overheden,
mogelijkheden om de overhead binnen de projecten te dekken,
kennisinstellingen, ondernemers inclusief
activiteiten waar geen of onvoldoende inkomsten tegenover stonden).
individuele designers, studenten).
Ook was sprake van onvoldoende strakke financiële sturing. Inhoudelijk is de rol van verbindende schakel tussen de partijen in het werkveld zeer goed opgepakt, financieel en qua focus is een herijking nodig. Op dit moment werkt de organisatie aan een nieuw bedrijfsplan waarmee enerzijds de verdiencapaciteit van de Dutch Design Week beter moet worden benut en waarmee anderzijds de organisatie bedrijfsmatig “in control” komt.
Het ontwikkelen van projecten met sterke
+
Er wordt in (Europese) projecten samengewerkt met o.a. Nordrhein
designregio’s in de wereld teneinde kennis
Westfalen / Lancaster / Kortrijk/Parijs en Helsinki. Met Helsinki is daarnaast
uit te wisselen.
sprake van verschillende projecten tussen de TU/e, de Design Academy Eindhoven en de Aalto universiteit en een zeer nauwe samenwerking tussen de Dutch Design Week en de Helsinki Design Week. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden worden onderzocht, in relatie tot innovatie. Een begin is gemaakt in de samenwerking met Taiwan en München.
Bindende afspraken uit convenant
+
Woningbouw t.a.v. huisvesting voor studenten, kenniswerkers en expats ontwikkelen en uitvoeren in samenwerking met uitvoeringspartners.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
-
2
10
13
Aantal designprojecten op gemeentelijke taakvelden( sociaalmaatschappelijke, - economische en/of ruimtelijk)
- 158 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.6 Uitstraling designstad
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Strategie
Wat heeft het gekost Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
1.877
1.645
V 232
Exploitatiebaten
70
58
N 12
N 1.807
N 1.586
V 221
V 295
V 295
V0
N 1.512
N 1.291
V 221
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
V 102
0
Mutaties
Saldo
reserves N.a.v. de tussentijdse rapportages 2012 is middels een
0
V 102
begrotingswijziging het begrote bedrag t.b.v. het vormgeversoverleg in de meerjarenbegroting 2013 gecorrigeerd. In 2012 was het budget nog dubbel in de begroting opgenomen. Overige afwijkingen: Totaal
- 159 -
V 130
N 12
0
V 118
V 232
N 12
0
V 221
Structureel
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.7 Cultuur Totaal
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Economie & Cultuur
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Uitgangspunt voor Cultuur Totaal is, dat het culturele aanbod zo functioneert, dat: 1.
De intrinsieke waarde van kunst en cultuur voor de stad wordt versterkt;
2.
Kunst en cultuur instellingen in de breedte verbindingen aangaan met de stad en tevens bijdragen aan de leefbaarheid en levendigheid van de stad;
3.
Eindhoven zich onderscheidt door het top-niveau van kunst en cultuur;
4.
Culturele talenten gestimuleerd worden.
Effectindicatoren:
b Eindhovenare dat 1 of meer Eindhovense culturele instellingen
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
62%
65%
65%
n.n.b.
38%
28%*
40%
n.n.b.
7
7,4
7,5
n.n.b.
bezoekt
b Eindhovenaren dat zelf cultureel actief is b Tevredenheidscijfer Toelichting afwijking effectindicatoren: *
De gehanteerde omschrijving bij amateurkunst was in 2011 anders dan in voorgaande jaren. Dit heeft het onbedoelde effect gehad dat
de onderzoeksgegevens van 2011 niet goed te vergelijken zijn met die van 2008 en eerder. De term ‘kunstzinnige activiteiten’ die in 2008 nog werd gehanteerd nodigde naar alle waarschijnlijkheid meer respondenten uit hun activiteiten tot ‘kunst’ te betitelen dan de in 2011 gebruikte omschrijving ‘amateurkunst / kunsteducatie’. Bovendien werden in 2011 minder verschillende kunstdisciplines aan de respondenten voorgelegd. In 2013 zal de meting worden herhaald met de beproefde definities uit 2008.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Intrinsieke waarde.
+
De subsidieaanvragen 2012 zijn getoetst op voldoende artistieke kwaliteit.
Culturele activiteiten moeten voldoende
Bij aanvragen waar dat niet het geval was heeft dat geleid tot afwijzing
intrinsieke waarde hebben, dat betekent dat
van de subsdieaanvraag (TAC, Overslag). Onder andere hierdoor is de
ze artistieke kwaliteit moeten hebben en
bezuinigingstaakstelling gerealiseerd.
authentiek moeten zijn. Breedte 1.
In de breedte heeft Eindhoven een kwalitatief en kwantitatief aanbod dat
+
Op dit moment komen er nog geen signalen binnen dat de culturele infrastructuur niet voldoet.
past bij de stad en voor elk wat wils biedt. Eindhoven moet een cultureel
- 160 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.7 Cultuur Totaal
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Economie & Cultuur
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming aanbod hebben dat kwalitatief (functies en artistieke kwaliteit) en kwantitatief (omvang) past bij een stad van het formaat van Eindhoven, een stad met meer dan 200.000 inwoners en een
2.
verzorgingsgebied van ongeveer
Binnen kunst en cultuur is sprake van permanente innovatie en
750.000;
kennisontwikkeling ondermeer door toenemende samenwerking met
Het bevorderen van kennisontwikkeling
anderen binnen en buiten het culturele domein.
en innovatie in het culturele aanbod; 3.
Cultuur geeft identiteit en biedt burgers
Er is nog steeds voldoende Eindhovens aanbod dat aansluit bij de
van Eindhoven en mensen uit de
ecosystemen van de stad.
omgeving plezier, ontspanning en verrijking; Talent 4.
De culturele instellingen ontdekken in
+
In de breedte is er voldoende ruimte en aandacht voor talenten van
de breedte talenten, ongeacht in welke
diverse culturele instellingen (oa CKE, Theaterplan, Tromp,
kunstdiscipline; talenten worden
Muziekgebouw). Incidenteel breken talenten in de als ‘top’ benoemde
begeleid en op het juiste moment
disciplines door.
doorgeleid naar passende opleidingen, eventueel buiten Eindhoven; 5.
Alle talenten die aansluiten bij de specifiek benoemde disciplines in de top moeten de kans krijgen aan Eindhoven verbonden te blijven of te worden door middel van specifieke ondersteuning en/ of activiteiten; +
Top 6.
In Eindhoven worden hoogwaardige
Kandidaatstelling Eindhoven | Brabant Culturele hoofdstad 2018 is het
culturele activiteiten uitgevoerd die een
resultaat van aandacht op innovatie en authenticiteit van de stad, de als
bijdrage leveren aan het
‘top’ benoemde instellingen dragen hieraan bij.
vestigingsklimaat, de uitstraling van de stad op nationaal en internationaal
Innovatie verdient echter meer aandacht dan tot op heden.
niveau en aan Brabantstad Culturele hoofdstad 2018. Met een focus op beeldende kunst, muziek, design en urban culture en met speciale aandacht voor topprogrammering, innovatie, (inter)nationaal onderscheidend en authenticiteit; met de bedoeling een
- 161 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.7 Cultuur Totaal
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Economie & Cultuur
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming bijdrage te leveren aan een interessant vestigingsklimaat. Intensiveringsmiljoen 2012
+
In 2012 zijn de intensiveringsmiddelen ingezet voor diverse doeleinden te weten: Een aantal bestuurlijke projecten, diverse incidentele projecten, E|BCH2018 en een aantal projecten op het gebied van urban en media. De middelen dienden zo flexibel mogelijk ingezet te worden.
Dossier frictiekosten als gevolg van
+
Afbouw kunstuitleen door Krabbedans gerealiseerd.
subsidieverlaging subsidie Krabbedans Dossier domeinen
+
De domeinenaanpak 2012 heeft geresulteerd in realisatie van de taakstelling van € 250.000,-, incidenteel gedekt uit Reserve Jeugd en Innovatiemiddel Sport.
Brabant Culturele Hoofdstad 2018
+
Er is € 408.000 (van € 700.000 voor 2012 en 2013) ontvangen van de provincie voor de zgn. Opmaat projecten. De gemeente moet minimaal eenzelfde bedrag bijleggen als co-financiering. Hierover wordt nog met de provincie gesproken. Tot die tijd worden de ontvangen middelen nauwelijks besteed en schuift de realisatie voor een groot deel door naar 2013. Ook de ontvangen middelen zullen dan via de transitoria meegaan naar 2013. Cofinanciering bedraagt € 10 miljoen voor elke Brabantse stad. Raad heeft ingestemd met een reservering BCH voor € 10 miljoen. Dekking is aangegeven voor € 7,1 miljoen. € 2,9 miljoen is nog niet gedekt.
Bezuinigingen 2012
+
Deze zijn gerealiseerd door de korting van 3% op de subsidies en door het beëindigen van een aantal subsidies op inhoudelijke gronden.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
10
10
9
9
Expositiefunctie (inclusief Van Abbemuseum)
3
3
3
3
Cultuureducatie
3
3
2
2
97
92
95
92
Aantal culturele instellingen met:
b b b b
Podiumfunctie (aantal podia)
Amateurgezelschappen
Toelichting afwijking outputindicatoren: Aantal podia:
Muziekgebouw (2), Effenaar (2), Parktheater (2), Plaza Futura (2), Popei (1)
Expositiefunctie:
Kempenland (t/m 2010), Van Abbemuseum, Krabbedans, MU
Cultuureducatie: Centrum voor de Kunsten Eindhoven, Bibliotheek De bezuinigingen 2012 zijn gerealiseerd.
- 162 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.7 Cultuur Totaal
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Economie & Cultuur
Wat heeft het gekost Exploitatie:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
Rekening 2012
28.348
Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
28.979
N 631
1.019
1.973
V 954
N 27.329
N 27.006
V 323
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Afwijking
V 695
V 695
V0
N 26.634
N 26.311
V 323
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Realisatie bezuiniging Parktheater 2012
N 308
V 296
Exploitatie gemeentelijke bedrijfsvoering functie PopEi
N 673
Mutaties
Saldo
Structureel
-
N 12
-
V 651
-
N 22
-
V 85
N 205
-
N 120
N 90
V90
reserves
In het baten nadeel zit een opbrengst van € 208.000 op het grondbedrijf voor de dienstverlening van de afdeling Archeologie aan de sector Grond en Vastgoed. Deze opbrengst is vervallen in 2012 omdat de opbrengst is gebaseerd op een oude interne verrekeningssystematiek. Daarom vervalt via besluitvorming in de kadernota 2013 de opbrengst vanaf 2013. Over het wegvallen van de baten in 2012 is afgesproken dat de Archeologie € 104.000 voor haar rekening neemt. N.a.v. hieraan zijn de kosten van de afdeling Archeologie incidenteel in 2012 geminimaliseerd. Aan deze taakstelling is tot een bedrag van € 85 .000 voldaan. Projecten portefeuille archeologie. Voor de hogere kosten is dekking
-
aanwezig. Afwikkeling Fonds cultuurparticipatie periode 2009 tot en met 2012
V 197
-
-
V 197
-
Overige afwijkingen:
V 158
V 122
-
V 280
-
N 631
V 954
-
V 323
-
Totaal
- 163 -
Kunst, Cultuur en Sport Raadsprogramma:
4 Kunst, Cultuur en Sport
Programmaonderdeel:
4.7 Cultuur Totaal
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Maatschappij en cultuur
Sector:
Economie & Cultuur
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Structurele opslagkosten van het RHC voor collectie Museum Kempenland en Kunstlicht in de Kunst worden op dit moment nog onderzocht. Deze kosten komen nog voor rekening van de gemeente. Verwacht tekort 2012 van het Muziekgebouw Er is besloten dat het tekort 2012 wordt opgevangen met het EV van het Muziekgebouw. Over de aanpak van het verwachte tekort van de komende jaren zal begin 2013 besluitvorming plaatsvinden.
Nieuwe risico’s: Diverse instellingen hebben aangegeven een negatief exploitatieresultaat te verwachten in 2013. Dit wordt veroorzaakt door uiteenlopende zaken bijvoorbeeld geen of minder subsidies van andere subsidiënten, de economische crisis (lagere publieksinkomsten) of meer specifieke instellingsgebonden oorzaken. Beschikbare culturele budget 2013 is lager t.o.v. 2012. Dit zal consequenties hebben voor de gesubsidieerde culturele activiteiten/ instellingen.
- 164 -
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.1 Parate dienstverlening en crisisbeheersing
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Openbare Orde en Veiligheid
Wat hebben we bereikt Doelstelling: b Voorkomen en zoveel mogelijk beperken van crisissituaties, branden en ongevallen; b In geval van crisis, brand of ongeval, de menselijke en materiële schade zoveel mogelijk beperken.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 (vervolg)
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
Preventieve en repressieve brandweerzorg.
+
Preventieve en repressieve
+
rampenbeheersing. Preventieve en repressieve
+
rampenbeheersing. Verdere samenwerking met de partners in
+
hulpverlening zowel lokaal als bovenlokaal. Vergroten van het veiligheidsdenken en –
+
bewustzijn bij de betrokken partijen (waaronder burgers). Naast samenwerking en veiligheid staan de
+
komende jaren de kernbegrippen kwaliteit, beheer en beheersing voor de brandweer en de rampenbestrijding centraal. RIBnr. 12R5042
Projectuitwerking is ter advisering voorgelegd aan medezeggenschap.
Betreft: Project Veiligheid en Rendement.
- 165 -
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.1 Parate dienstverlening en crisisbeheersing
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Openbare Orde en Veiligheid
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
2.501
2.629
2.290
2.270
10
40
40
77
35
25
25
49
Repressie Basis brandweerzorg Uitrukken specialismen Preventie Adviezen vergunning Aantal meldingen vergunningen Advisering vergunning derden Controle en handhaving bestaande objecten Controle en handhaving evenementen (aantal meldingen; klein en groot) Tijdelijke vergunningen
75
125
125
28
321
566
566
324
1.193
1.870
1.870
1.189
752
600
600
162
230
280
280
*
Toelichting afwijking outputindicatoren: * = geen cijfers beschikbaar Het lagere aantal meldingen/adviezen vergunningen heeft voornamelijk te maken m.b.t. bouwen. Door economische crisis wordt er veel minder gebouwd.
Wat heeft het gekost Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
13.149
13.141
Exploitatiebaten
198
198
N 12.951
N 12.943
V 306
V 306
V0
N 12.645
N 12.637
V8
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
V8 V8
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Overige afwijkingen: Totaal
- 166 -
V8
V8
V8
V8
Structureel
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.2 Veiligheid en handhaving
Portefeuille:
Burgemeester
Sector:
Vergunning Toezicht & Handhaving
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Actieplan Veiligheid Doel van afdeling Veiligheid is het boeken van substantiële voortgang op het gebied van de door de gemeenteraad vastgestelde veiligheidsprioriteiten: Risicojeugd: In 2012 is het aantal overlastmeldingen afgenomen t.o.v. 2011, o.a. door de gebiedsgerichte aanpak Jeugd in Beeld. Er is één criminele jeugdgroep actief. Het aantal jeugdigen verdachten blijft onder de gestelde waarde. De norm voor het begeleiden van jongeren door out-reachend werkers wordt ruimschoots gehaald. Woninginbraken: Doelstelling niet gehaald. We hebben te maken met een forse toename van inbraken in het hele land (zelf Europees), die we nog enigszins hebben kunnen beteugelen door ons gemeentelijk toezicht steeds op de hot spots in te zetten (flexibel toezicht). Auto-inbraken: Doelstelling ruimschoots gehaald. Doel: 3500 aangiften/ feitelijk: 2567. We hebben de verlichting bij parkeerplaatsen in de Binnenstad verbeterd en het flexibele toezicht zetten we naast woninginbraken ook in op auto-inbraken. Fietsendiefstallen: Doelstelling behaald (Doel: 3000/ feitelijk 2984), mede door flexibele inzet toezicht hot spots. Overvallen/straatroof: We hebben ons doel qua overvallen gehaald. Doel: 60/ feitelijk: 51. Naast het preventieve toezicht op hotspots en hottimes hebben we voorlichting en advies gegeven in winkels (Kruisstraat/Woensele Markt, Centrum en Heezerweg). In de periode oktober t/m maart nemen we samen met politie in het kader van het donkere dagenoffensief extra maatregelen. Het voorgenomen doel m.b.t. straatroof is net niet gehaald. Doel: 200/ feitelijk 201. Woonoverlast: In november werd het advies- en meldpunt woonoverlast operationeel. Voorts hebben we Buurtbemiddeling gecontinueerd en het RCF project GALOP (onderzoek en aanpak (woon)fraude, integrale handhaving in twee wijken) is gestart. Geweld: Het aantal tijdelijke huisverboden is fors toegenomen, waardoor deelname aan hulpprogramma’s is vergroot en recidive is afgenomen. Door de ‘Zo Spoedig Mogelijk’ (ZSM) maatregel worden huiselijk geweld zaken sneller afgehandeld. De professionaliteit over het behandelen van eer gerelateerde geweld zaken is vergroot, o.a. door kernteam Eer gerelateerd Geweld. Alhoewel het aantal zaken jeugdprostitutie in de pas loopt met de gestelde norm, blijft de hoeveelheid zorgwekkend. Het Steunpunt Huiselijk Geweld blijft hierop scherp interveniëren. Georganiseerde criminaliteit: In het kader van de hennepaanpak zijn ruim 40 hennepkwekerijen geruimd en in regionaal verband wordt gewerkt aan een gezamenlijk coffeeshopbeleid (spreiding c.q. financiële verantwoordelijkheid). In het kader van de aanpak mensenhandel zijn verschillende werkgroepen actief voor het maken van een plan van aanpak (regio Oost Brabant) en de implementatie/aanpassing van regelgeving. Het team BIBOB heeft diverse onderzoeken gedaan dat tot intrekking of weigering vergunningen heeft geleid. Veilig Uitgaan: Het aantal aangiften uitgaansgeweld is in 2012 ten opzichte van 2011 met 6% gedaald. Dit is een gevolg van diverse samenwerkingsverbanden en inzet instrumenten: ‘Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan’, het strategisch portiersoverleg en het operationeel portiersoverleg. De politie werkt sinds april 2012 met het horecateam, een speciaal getraind en vast team. Er is door de Verenigde Horeca Stratumseind en de gemeente een straatmanager Stratumseind aangesteld. Vergunningverlening (Algemene plaatselijke verordening) Doel van vergunningverlening en toezicht is om de uitvoering van een ontwikkeling/initiatief mogelijk te maken /te faciliteren. Daarbij staan alle klanten centraal: de aanvragers, maar ook hun omgeving. Het vergunningverleningproces is efficiënt ingericht en er wordt actief en vooral interactief gecommuniceerd. Het werkveld en het toetsingskader van vergunningverlening zijn gebaseerd op wetgeving en bestuurlijke kaders. Door middel van een vooruitstrevende legesverordening (vanaf 2012 gebaseerd op Activity Based Costing), een koploperspositie in de verantwoordelijkheidsverdeling en een heldere visie op de keuzes die de stad kan maken indien zij iets wil
- 167 -
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.2 Veiligheid en handhaving
Portefeuille:
Burgemeester
Sector:
Vergunning Toezicht & Handhaving
ondernemen, onderscheidt Eindhoven zich op dit vakgebied. In 2012 is de koers naar een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling en intensieve managementsturing op de kosten en dienstverlening verder ingezet. Uitgaande van de nieuwe rol van de overheid gaan we van government naar governance, van ’zorgen voor’ naar ’zorgen dat’. Er is een zeer nauwe samenwerking op gang gekomen met een vertegenwoordiging van de horeca waarbij gezamenlijk wordt gekeken naar het ‘lean’ maken van de werkprocessen bij de horecavergunningen, naar het gewenste dienstverleningsniveau en mogelijke aanvullende maatregelen om zo te komen tot maatschappelijk gedragen tarieven.
b Eind 2012 is de samenwerkingsovereenkomst ondertekend voor de invoering van het ondernemingsdossier met de partners van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en Stichting Horecaplatform Eindhoven (SHE). Het ondernemingsdossier houdt in dat een ondernemer zijn bedrijfsgegevens op een centrale digitale plaats registreert en dat vervolgens derden, waaronder de gemeente ihk van vergunningverlening of toezicht, die gegevens ophalen in plaats van dat de ondernemer ze steeds opnieuw moet aanleveren. Daarmee bespaart een ondernemer binnen zijn eigen bedrijfsvoering veel tijd en daarmee kosten.
b Samen met marktpartijen is een voorstel uitgewerkt op welke wijze de nieuwe Drank- en horecawet wordt geïmplementeerd. In dit voorstel is vooral in de uitvoering van toezicht gezocht naar een vernieuwende samenwerking tussen de gemeente en de drankverstrekkende partijen. Handhaving Het verbeteren van het naleefgedrag van burgers en bedrijven. Daarmee een bijdrage leveren aan het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid en aan de realisatie van andere beleidsdoelstellingen. De klant staat centraal (‘excellente dienstverlening’). Het toezicht en handhavingsproces dient efficiënt te zijn ingericht waarbij kosten, rekening houdend met de gestelde prioriteiten, zoveel mogelijk worden beperkt en actief wordt gecommuniceerd met klanten. Naast de wettelijke (bevoegd gezag) taken op het gebied van bouwen, wonen en milieu staat de inzet in het teken van de gemeentelijke ambities op het gebied van ‘veiligheid en verloedering’, bestuurlijk aangewezen gebieden en bestuurlijk relevante zaken. Voor ‘veiligheid’ is er een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de actieplannen Integrale Veiligheid , BITE-projecten en inzet binnen de Task Force. Het speerpunt burgerparticipatie is ingevuld door in 20 wijken samen te werken met buurt- en ondernemingsverenigingen. In deze wijken hebben bewoners en ondernemers directe invloed op de toezichtstaken van Stadstoezicht in hun wijk.
Effectindicatoren: 1. VTH werkt continu aan een goede dienstverlening en vergelijkt zich daarvoor met overheden met eenzelfde omvang. 2. Alle vergunningen voldoen aan de uitgangspunten, zoals benoemd in het gemeentelijk kwaliteitshandvest. 3. Leges zijn rechtmatig met als uitgangspunten 100 % kostendekkendheid. Indicatoren voor toezicht en handhaving zijn opgenomen in het Toezicht- en handhavingsprogramma.
- 168 -
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.2 Veiligheid en handhaving
Portefeuille:
Burgemeester
Sector:
Vergunning Toezicht & Handhaving
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Het beoordelen, toetsen van aanvragen en
+
Conform de kaders van de huidige wetgeving en de APV.
het tijdig verstrekken van vergunningen binnen de kaders van de huidige wetgeving en beleid. Inzet conform Toezicht- en
+
handhavingprogramma 2012 sector VTH.
Het programma is grotendeels conform voorstel uitgevoerd. Op onderdelen zijn er wijzigingen in de uitvoering geweest. Zo is bijvoorbeeld in de loop van de 2012 de nieuwe taak “loket gevonden- en verloren voorwerpen” van de politie naar Stadstoezicht overgegaan. Daarnaast heeft nieuwe jurisprudentie m.b.t. omzettingsvergunningen geleid tot een aangepaste handhavingsstrategie.
Toezicht en handhaving op afgegeven
+
Uitgevoerd binnen de gestelde kaders. Handhaving op voorschriften vindt
vergunningsvoorwaarden, geldende
plaats conform uniforme vastgestelde strategieën, bijvoorbeeld
voorschriften en vastgesteld beleid.
“Brabantse Handhavingsstrategie”.
Onderzoek naar mogelijkheden om
+
In 20 wijken is samengewerkt met buurt- en ondernemingsverenigingen
burgerparticipatie i.r.t. uit te voeren
en hebben bewoners en ondernemers directe invloed gehad op de
activiteiten te intensiveren.
toezichtstaken van Stadstoezicht in hun wijk. In 2013 wordt deze aanpak gecontinueerd. Ook wordt steeds vaker de samenwerking met marktpartijen opgezocht, bijvoorbeeld in het kader van het “Projectdossier Drank- en Horecawet”.
Afname overlast en criminaliteit door
+
Het aantal overlastmeldingen is gedaald en jeugd(groepen) zijn in beeld.
jongeren.
De gebiedsgerichte aanpak Jeugd in Beeld is daar mede credit aan. Er is
Vergroten perspectief van jongeren en
één. criminele jeugdgroep actief; die wordt integraal aangepakt. Het
gezinnen op het gebied van financiën,
perspectief van die jongeren wordt vergroot doordat Jeugd in Beeld
scholing, werk en vrijetijdsbesteding.
medewerkers erop af gaan, naar de jongere toe, in de wijk en op hangplekken.
Reductie aantal aangiften
+
vermogensdelicten.
Het aantal, fietsendiefstallen, woninginbraken en overvallen ligt onder de doelstelling. Het aantal woninginbraken heeft een piek gekend door een bende rondtrekkende inbrekers, maar zijn o.a. door de hotspotbenadering weer afgenomen. De doelstelling van woninginbraken zal echter niet meer gehaald worden. Het aantal berovingen ligt enigszins boven de streefwaarde.
Terugdringen van het aantal woonoverlast
+
zaken.
Woonoverlast wordt vanuit de gemeente hoofdzakelijk aangepakt door Buurtbemiddeling (praten), Woonoverlast teams (zorgen en helpen) en VTH (handhaven).
Terugdringen recidive geweld in afhankelijkheidsrelaties.
+
Dit wordt bereikt door een toename van het opgelegd aantal tijdelijke huisverboden, het toepassen van de Zo Spoedig Mogelijk (ZSM)
- 169 -
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.2 Veiligheid en handhaving
Portefeuille:
Burgemeester
Sector:
Vergunning Toezicht & Handhaving
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming maatregelen door politie en OM en een goede analyse op eer gerelateerde geweldzaken . Effectief vanuit de gemeente een bijdrage
+
Dit wordt bereikt door toepassing van de wet BIBOB, inzet van het RIEC en
leveren aan d e bestrijding van de
beleidsontwikkeling en- uitvoering op het gebied van mensenhandel/
georganiseerde criminaliteit om daarmee te
prostitutie, hennep en vastgoedtransacties.
voorkomen dat de onderwereld infiltreert in de bovenwereld en.
Outputindicatoren: Realisatie Beschikte vergunningen
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
2.010
1.906
2.200
2.010
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 100
Totaal (netto) investering
Rekening 2012 -
Afwijking
V 100
Toelichting afwijking investeringen: In de investeringsplanning van 2012 was een vervangingsinvestering van de Handhelds Stadstoezicht (50 stuks) opgenomen. Aanschaf heeft niet in 2012 plaatsgevonden (is doorgeschoven naar de investeringsplanning 2013).
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
14.126
14.753
Afwijking
N 627
2.104
1.592
N 512
N 12.022
N 13.162
N 1.140
V 350
V 445
V 95
N 11.672
N 12.717
N 1.045
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Rekening 2012
- 170 -
Openbare Orde en Veiligheid Raadsprogramma:
5 Openbare Orde en Veiligheid
Programmaonderdeel:
5.2 Veiligheid en handhaving
Portefeuille:
Burgemeester
Sector:
Vergunning Toezicht & Handhaving
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
N 520
0
0
N 520
0
N 250
0
N 250
N 107
N 262
V 95
N 275
N 627
N 512
V 95
N 1.045
Structureel
reserves Ten tijde van de reorganisatie van de sector OOV (Openbare orde en veiligheid) is boventalligheid ontstaan. Deze personeelskosten komen ten laste van het programma-onderdeel 5.2 Openbare orde en veiligheid. Daarnaast is ten tijde van de reorganisatie veiligheid en het opheffen van sectoren kabinet en JZ een benodigde (en ook ingevulde) formatieplaats niet in begroting opgenomen. Binnen de begroting is rekening gehouden met opbrengsten leges
PM
voor bibob-onderzoeken. Deze opbrengsten zijn in 2012 niet gehaald omdat de begroting uitging van het inwerking treden van de nieuwe Prostitutiewet. Deze nieuwe wet is uitgesteld. Een andere reden is dat een belangrijk deel van de inzet was gericht op bibob-onderzoeken die zijn opgestart naar aanleiding van adviezen van onze partners zoals het Openbaar Ministerie. Dit zijn onderzoeken die gerelateerd zijn aan verleende vergunningen en waarvoor geen leges mogen worden gevraagd. Voor 2012 worden de minderopbrengsten opgevangen vanuit andere handhavingsmiddelen. In het eerste kwartaal 2013 zal een dossier worden opgesteld waar inzichtelijk wordt gemaakt of dit financieel risico een structureel karakter heeft en zo ja, op welke wijze dit risico zal worden weggenomen. Overige afwijkingen: Totaal
- 171 -
PM
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.2 Bestuur
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
VB
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Bij het besturen van de stad staan de volgende uitgangspunten centraal: 1.
Het bestuur voldoet aan geldende wet- en regelgeving (rechtmatigheid);
2.
Het bestuur zet beschikbare financiële middelen zo doelmatig mogelijk in;
3.
Het bestuur stelt heldere doelen en kijkt of die worden gehaald (doeltreffendheid);
4.
Het bestuur betrekt de burgers bij het besturen van de stad waar dit mogelijk en wenselijk is (burgerparticipatie);
5.
De door het bestuur genomen besluiten zijn voor de burger helder en toegankelijk;
6.
Binnen de externe gemeentelijke communicatie dient de raad meer zichtbaar, herkenbaar en bereikbaar te worden, waarbij wordt aangegeven dat de raad keuzes maakt die voor de bevolking van belang zijn.
Effectindicatoren: Dit programmaonderdeel levert indirect een bijdrage aan alle te realiseren maatschappelijke effecten die bij andere programmaonderdelen zijn benoemd.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
De centraal gestelde uitgangspunten bij het besturen van de stad worden kwalitatief getoetst. De toetsing van de uitgangspunten vindt als volgt plaats: 1.
Rechtmatigheid: controle door de accountant.
2.
Doelmatigheid: college onderzoeken op basis van
Accountantscontrole vindt plaats bij jaarrekening 2012. +
artikel 213a gemeentewet en onderzoeken door de rekenkamercommissie. 3.
Doeltreffendheid: onderzoek door de
+
rekenkamercommissie en beoordelen door de gemeenteraad op basis van jaarrekening en jaarverslag. 4.
Burgerjaarverslag (als paragraaf in het
+
concernverslag opgenomen) met de onderwerpen: -
dienstverlening;
-
burgerparticipatie;
-
klachten;
-
bezwaarschriften.
- 172 -
Burgerjaarverslag wordt in concernverslag opgenomen.
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.2 Bestuur
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
VB
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
De raad bestuurt de gemeente Eindhoven en wordt
+
ondersteund door de griffie.
Uitvoering heeft plaatsgevonden. De gemeenteraad heeft in 2012 de stap naar papierloos vergaderen gezet. Doelen zijn minder belasting van het milieu, betere service aan raadsleden en een grotere kostenbesparing. Een eerste proefneming startte in 2011. De testgroep uit de raad adviseerde pas over te gaan na een gedegen cursorische voorbereiding en na realisatie van een dekkend wifinetwerk in het stadhuis. Medio 2012 was het zover. Na wat aanloopprobleempjes is er nu sprake van een grote gewenning. De besparing die optreedt door minder koeriersdiensten en papierverbruik raad en commissies bedraagt vanaf september in 2012 circa € 19.000,--. Daarnaast treedt er ook een indirecte besparing op doordat nu ook de sectoren stukken digitaal aanleveren. Deze besparing is echter moeilijk te kwantificeren omdat van de sectoren niet bekend is welk deel van de printkosten van toepassing is op stukken die werden toegezonden naar de griffie.
Het college van B&W voert het dagelijks bestuur van de
+
gemeente, bereidt de besluitvorming van de raad voor
De gevolgen van besluitvorming zijn opgenomen bij de diverse programmaonderdelen.
en voert deze uit, is verantwoordelijk voor het functioneren van de ambtelijke organisatie, sluit privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente en voert de rechtsgedingen namens de gemeente. Het college van B&W zorgt voor de representatie en overige vertegenwoordiging van de gemeente Eindhoven richting tal van doelgroepen. Nadrukkelijk wordt ingezet op het verder versterken van
+
In 2012 zijn slagen gemaakt met het verder professionaliseren
het strategisch management van externe bestuurlijke
van de Public Affairs-functie. Niet alleen door het doorzetten
relaties. Dit moet resulteren in voortvarende en
van de Netwerk Academy, maar ook door het aanstellen van een
effectieve beleidsrealisatie door slagvaardige lobby’s
functionaris met PA als belangrijkste onderdeel van het
naar Provincie, Rijk en Europa. Sterke externe profilering
takenpakket. Ook is de samenwerking met Amsterdam en
van Eindhoven maakt hier onverkort deel van uit.
Rotterdam in 2012 opgestart en geïntensiveerd en wordt in G5verband met het rijk samengewerkt op strategisch economische onderwerpen. Tenslotte wordt ism Brainport Development en Capital D actief ingezet op beleidsbeïnvloeding. Dit heeft o.a. geresulteerd in het binnenhalen van CLICK-NL rondom de creatieve industrie. De inzet op Europa is in 2012 verder geïntensiveerd. Dit heeft onder andere geleid tot effectieve beleidsbeïnvloeding met
- 173 -
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.2 Bestuur
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
VB
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming triple-helix partners op nieuwe programma’s zoals Horizon2020 en de nieuwe structuurfondsenprogramma’s. Daarnaast is goed gebruikt gemaakt van de subsidiemogelijkheden in de huidige structuurfondsenprogramma’s.
RIBnr. 12R5012
Er zijn stappen gezet in de vormgeving van de vernieuwing van
Betreft Vernieuwing Regionale Samenwerking
de SRE-samenwerking. Onder andere door het versterken van de subregionale samenwerkingen met de Campusgemeenten en de herijking van het BOR-convenant
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 513
Totaal (netto) investering
Rekening 2012
Afwijking
197
V 316
Toelichting afwijking investeringen: In 2012 is niet het volledige beschikbare budget voor kleine verbouwingen VTA’s opgevraagd en de uitgaven voor de buurtontmoetingsruimte Woensel West zijn nog niet verrekend (V € 274.000). Daarnaast zijn de kosten van het nieuwe communicatiesysteem raadszaal in 2012 voordeliger uitgevallen dan begroot. (V € 42.000). Afwikkeling zal geschieden in 2013.
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
30.998
Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Rekening 2012
Afwijking
32.927
N 1.929
442
1.636
V 1.194
N 30.556
N 31.290
N 734
V 1.273
V 1.273
V0
N 29.283
N 30.017
N 734
- 174 -
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.2 Bestuur
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
VB
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Toelichting afwijking exploitatie
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Begrote kosten Wachtgeldregeling is met vertrek van een wethouder in
N 345
V 259
N 86
2012 overschreden. De ontvangen opbrengsten van voormalige wethouders wordt niet begroot Overschrijding is het gevolg van kosten onderzoeken in het kader van
N 204
N 204
een integriteitmelding. In 2013 komen er ook nog vervolgkosten. De gemeente Eindhoven maakt gebruik van Europese structuurfondsen ter medefinanciering van haar beleid. Het gaat dan om middelen uit de zogenaamde Doelstelling 2- en Doelstelling 3-programma’s. Eén van die programma's is het FOCUS-programma. Het FOCUS-programma (looptijd 1999-2006) is een door het College van B&W beheerd deelprogramma binnen het door het Ministerie van Binnenlandse Zaken beheerde D2-Stedenprogramma. Uitvoering van het programma was opgedragen aan Stimulus Programmamanagement. Met dit programma zijn in het verleden (grote) projecten gefinancierd mbt het versterken van de sociaal-economische structuur van de stad, zoals de verbouwing van het Parktheather, het International Music Master Program, ombouw van een aantal SPIL-centra, Digitolkcentra, de verbouwing van de boerderij in het Wasven en het toenmalige Bedrijfspunt Woensel-West. In totaal is hiermee €40 miljoen geïnvesteerd, waarvan €12,7 miljoen Europese subsidie. Het programma had een looptijd tot en met 2006 met 2 jaar uitloop om projecten af te ronden en af te rekenen. Het D2-stedenprogramma is door de Europese Commissie in 2011 definitief vastgesteld. Vervolgens heeft in 2012 op basis hiervan de definitieve onderlinge verrekening tussen de 9 steden plaatsgevonden. Het nadeel van € 912.000 is opgebouwd uit een aantal componenten. Ten eerste is gebleken dat de Europese subsidie € 628.000 lager is vastgesteld dan voorzien (€ 12,7 miljoen ipv de verwachte € 13,3 miljoen). Het risico ‘bijdragen doelstelling 2-programma’s Europese structuurfondsen’ is eerder vermeld in de begroting 2010, echter hierbij ging het om specifieke risico’s op het gebied van BTW en het zogenaamde interventiepercentage. Deze waren na 2010 niet meer van toepassing. Het risico op lagere subsidievaststelling nooit in de risicoparagraaf opgenomen. Dit was ook niet voorzien. De oorzaak voor het verschil is gelegen in langlopende verschillen van mening tussen de rijksaccountantsdienst de programma-accountants van de deelprogramma’s over de mate waarin uitgaven subsidiabel zijn. Om pragmatische redenen heeft een schikking plaatsgevonden met dit verschil als resultaat voor het FOCUS-programma. Daarnaast heeft er een overschrijding van € 215.000 plaatsgevonden op de programmaondersteuning doordat het programma langer gelopen heeft en doordat de afrekening - mede door de 'gele kaart'-procedure waarbij de lidstaat Nederland in 2007 door de Europese commissie op de vingers is getikt over onzorgvuldigheden in verantwoordingen van Europese gelden met toename van controle-inzet als gevolg hiervan -
- 175 -
N 2.011
V 1.099
N 912
Structureel
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.2 Bestuur
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Toelichting afwijking exploitatie
Lasten
VB
Baten
Mutaties
Saldo
reserves meer inzet heeft gevraagd dan voorzien bij de start in 1999. Tenslotte bleek bij de afronding van het programma dat er voor de periode 19992009 een bedrag van € 69.000 nog niet voldaan was ten behoeve van de initieel overeengekomen kosten mbt de technische bijstand. Netto betekent dit een tegenvaller van € 912.000 voor de gemeente Eindhoven omdat de gemeente Eindhoven voor het FOCUSdeelprogramma de zogenaamde ‘management autoriteit’ was en daarmee (financieel) eindverantwoordelijk voor de programmauitvoering. Deze situatie komt nu niet meer voor. Vanaf 2007 (start van de nieuwe structuurfondsenperiode met het OP-Zuid programma) is de provincie Noord-Brabant management autoriteit en loopt de gemeente geen beheerrisico’s meer. In 2012 heeft de afrekening van 2011 plaatsgevonden voor de
V 182
V 182
V 307
V 307
subsidieregeling stadsdeelgericht werken. Bij deze afrekeningen blijkt dat veel bewonersorganisaties minder geld besteed hebben, dan waarvoor ze subsidie hebben ontvangen. In de meeste gevallen blijkt dit te komen doordat er minder activiteiten uitgevoerd zijn, bijvoorbeeld door slechte weeromstandigheden of te weinig belangstelling. Voor de afrekening van 2011 betreft dit een bedrag van € 182.000 Binnen het klantencontactcentrum is op personeel € 307.000 minder uitgegeven dan begroot. Overige afwijkingen: Totaal
- 176 -
V 142
N 163
N 21
N 1.929
V 1.194
N 734
Structureel
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.3 Publieke dienstverlening
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Publiekscontacten
Wat hebben we bereikt Doelstelling: b Vanuit een efficiënte, correcte bedrijfsvoering bepalen van de identiteit van natuurlijke personen, het vastleggen van hun gegevens in een basisregistratie en het verstrekken van informatie en documenten daaruit.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
2010
2011
2012
7,8
7,5
7
7,4
79%
69%
80%
56%
- Klanttevredenheid - Wachttijd (jaargemiddelde) < 20 minuten in 80% van alle
Realisatie 2012
gevallen (vanuit de Bavak-doelstelling) - ISO-audit1
behaald
-
- GBA-audit
behaald
-
- Reisdocumentenaudit
behaald
-
Toelichting afwijking effectindicatoren: Het voortschrijdend jaargemiddelde (2012) van de wachttijd is dat 56% van de klanten korter dan 20 minuten wacht. Oorzaken zijn (regelmatige) systeemuitval onder andere gedurende de piekmaanden (maart t/m juli) en een toename van het aantal aangevraagde reispapieren vanaf maart 2012 in verband met het vervallen van de geldigheid van kinderbijschrijvingen per 26 juni 2012. Daarnaast heeft de implementatie van de organisatie ontwikkeling ‘Eén Burgerzaken’ een negatieve invloed gehad op de wachttijd. Op basis van de benchmark Publiekszaken2 wordt de dienstverlening aan de publieksbalie gewaardeerd met een 7,4. Daarnaast heeft de gemeente in 2012 de hostmanshipaward3 gewonnen. In 2011 en 2012 zijn geen externe audits gehouden. Omdat de geldigheid van het huidige ISO certificaat loopt tot 1 november 2013 vindt in 2013 een nieuwe externe ISO-audit plaats. Op basis van wet- en regelgeving dient 1 keer per 3 jaar een externe GBA- en reisdocumentenaudit te worden uitgevoerd. Omdat deze in 2010 voor het laatst zijn uitgevoerd vinden in 2013 op diverse terreinen externe audits plaats.
1
De onderdelen Burgerzaken en Belastingen van de sector Publiekscontacten zijn ISO-gecertificeerd (op basis van huidige certificering
tot 1 november 2013). 2
Benchmarking Publiekszaken is een initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Nederlandse Vereniging voor
Burgerzaken en (voorheen) Stichting Rekenschap en wordt uitgevoerd door Quint Result en SGBO Benchmarking. 3
TNS NIPO; onderzoek onder inwoners bij 20 grootste gemeenten.
- 177 -
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.3 Publieke dienstverlening
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Publiekscontacten
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming 1. Zo optimaal mogelijk zorg dragen voor de persoonsinformatievoorziening;
+
2.
+
Gebruik van geregistreerde
persoonsgegevens van rechthebbenden ten behoeve van het verstrekken van informatie; 3.
Verstrekken van de diverse producten
+
op het gebied van burgerzaken; 4.
Organisatie van verkiezingen;
+
In 2012 heeft de organisatie van de Tweede Kamerverkiezingen plaatsgevonden.
5.
Redigeren en uitvoeren van
+
gemeentelijke wet- en regelgeving op het gebied van burgerzaken (bijvoorbeeld straatnaamgeving, Privacy). Als gevolg van de vernieuwing van de Wet
+
De landelijke stuurgroep RNI heeft op 6 december 2012 vastgesteld dat,
GBA wordt op het Inwonersplein een
gezien de wetgevingsplanning die voorlag bij de Tweede Kamer, de
inschrijfvoorziening (loket) geopend voor het
afronding van parlementaire behandeling van het wetsvoorstel BRP niet
inschrijven van niet-ingezetenen in de
op de gewenste termijn was te voorzien. Als gevolg hiervan is de
basisregistratie personen. De
invoeringsdatum uitgesteld. Een nieuwe invoeringsdatum is op dit
inschrijfvoorziening wordt ondergebracht
moment onderwerp van gesprek tussen betrokken gemeenten en het
binnen de sector Publiekscontacten. Datum
ministerie van binnenlandse zaken en hangt met name af van de
invoering is voorzien in 2013.
voortgang van het wetgevingstraject.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
2010
2011
2012
2012
Klantcontacten
200.000
200.000
230.000
201.206
Documentverstrekkingen
110.000
110.000
128.000
107.429
20.000
19.000
17.000
20.012
Inlichtingenverstrekkingen
Realisatie
Toelichting afwijking outputindicatoren: Voor wat betreft het aantal klantcontacten is uitgegaan van het aantal uitgegeven tickets zoals dat uit het klantvolgsysteem volgt. Het daadwerkelijke aantal klantcontacten ligt hoger omdat meerdere klantcontacten per ticket kunnen plaatsvinden. Uitgaande van de productaantallen bedraagt het aantal ca. 218.000. Het aantal klantcontacten in 2012 is hiermee vergelijkbaar met 2011.
- 178 -
Burger en Bestuur Raadsprogramma:
6 Burger en Bestuur
Programmaonderdeel:
6.3 Publieke dienstverlening
Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Publiekscontacten
De toename van het aantal digitale transacties via het digitale loket in 2012 (toename ten opzichte van 2011 met 13.724 transacties tot in totaal 37.324 transacties) heeft niet of slechts marginaal geleid tot een afname van het aantal fysieke baliecontacten. De stijging van het aantal digitale transacties wordt met name veroorzaakt door de meldingen openbare ruimte, waarvan de functionaliteit in 2012 aan het digitale loket is toegevoegd en de stadspas. Omdat deze producten niet via de balie binnenkomen/kunnen worden aangevraagd heeft de toename van het aantal digitale transacties niet geleid tot een afname van het aantal fysieke baliecontacten. De toename van het aantal digitale transacties bij verhuizingen binnen en naar Eindhoven (+ 1.000 ten opzichte van 2011) heeft wel geleid tot een afname van het aantal fysieke baliecontacten. Het aantal is relatief gezien echter gering. In 2013 wordt meer ingezet op de kanaalsturingsmiddelen restrictie en prijsdifferentiatie; ondersteund door communicatie. Daarnaast wordt het digitale productenaanbod vergroot en wordt meer ingezet op het gebruik van zogenaamde zelfservice balies. In dit kader dient tevens vermeld te worden dat inwoners met beperkte computer- en internetvaardigheden door de gemeente geholpen worden bij het ontwikkelen van hun ‘digivaardigheden’. Inwoners worden op het Inwonersplein pro actief benaderd door gastvrouwen om gebruik te maken van de zelfservice balies. Daarnaast kunnen inwoners met beperkte computer- en internetvaardigheden worden doorverwezen naar geschikte opleidingsmogelijkheden. Verwachting is dat het aantal fysieke klantcontacten naar aanleiding van het bovenstaande afneemt.
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
-
Totaal (netto) investering
Afwijking
-
N3
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
8.983
Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
Afwijking
8.758
V 225
5.053
5.148
V 95
N 3.930
N 3.609
V 321
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Rekening 2012
N 298
N 298
V0
N 4.228
N 3.907
V 321
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Overige afwijkingen: Totaal
- 179 -
V 225
V 95
V 321
V 225
V 95
V 321
Structureel
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Het goed adviseren en ondersteunen van het bestuur en het ambtelijke management op het gebied van middelenbeheer (PIOFA) en control teneinde de bestuurbaarheid op het gebied van middelen, inhoud, processen en resultaten binnen de gehele organisatie te vergroten.
Effectindicatoren: Bij programmaonderdeel 7.3 Organisatie en bedrijfsvoering zijn geen effectindicatoren gedefinieerd. Dit programmaonderdeel levert indirect een bijdrage aan alle te realiseren maatschappelijke effecten die bij andere programmaonderdelen zijn benoemd.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering conform
Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012
Raming Het uitvoeren van ondersteunende activiteiten zoals Bestuur- &
Voor verdere informatie over de belangrijkste
Managementondersteuning, P&O, Administratie, Inkoop,
ontwikkelingen met betrekking tot de interne
Huishoudelijke Diensten, informatievoorziening en
ondersteunende en dienstverlenende disciplines
automatisering, Juridische Zaken, Communicatie, Bestuurlijke
(PIOFA+) wordt verwezen naar Paragraaf 2.1 +
informatievoorziening, Service Centrum, Vastgoed en Uitvoering
Bedrijfsvoering van deze jaarrekening
gemeentelijke heffingen. Dit gebeurt op advies en aansturing van de Directieraad. De ondersteunende sectoren Strategie, Kabinet en Control hebben hierin een adviserende en ondersteunende rol.
Wat heeft het gekost Investeringen:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Totaal (netto) investering
5.057
- 180 -
Rekening 2012 5.017
Afwijking
V 41
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
30.856
28.678
V 2.178
Exploitatiebaten
335.721
338.938
V 3.217
V 304.865
V 310.260
V 5.395
V 22.321
V 18.582
N 3.739
V 327.186
V 328.842
V 1.656
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves V 232
Gemeentefonds positief nagekomen resultaat over de uitkeringsjaren
N 377
N 145
2010 en 2011 als gevolg van de definitieve vaststelling van onderliggende statistieken (V € 975.000). Ook voor het uitkeringsjaar 2012 zijn enkele statistieken en verdeelsleutels aangepast (V € 310.000). Voor het uitkeringsjaar 2012 zijn de gevolgen van de Decembercirculaire niet meer verwerkt kunnen worden in de begroting (V € 377.000). Dit geld is gestort in de reserve gemeentefonds, om besteding in 2013 mogelijk te maken (N € 377.000). Tenslotte is rekening gehouden met de vooraankondiging van de tegenvallende afrekening van het accres 2012 (N € 1,43 miljoen). Dit betreft de afrekening van het “trap op – trap af” – systeem. V 1.887
Voordeel bedrijfsvoering ondersteunende sectoren,
V 490
Voordelig saldo HV/ HNW (nadeel bij reservering).
N 1.887 V3
N 493
Stelposten route 2014 + personele aangelegenheid, zie paragraaf 4.2
N 3.434
N 3.434
Overige resultaten 5-rubriek (o.a. loonkosten), zie paragraaf 4.2
V 1.653
V 1.653
- Resultaat deelnemingen o.a. de verkoop van de aandelen BRE zal naar
N 118
N 262
N 380
V 991
V 991
verwachting in 2013 plaatsvinden. Er is nog geen overeenstemming over de voorwaarden in de koop/verkoop. Begroot was de verkoop in 2012. - In de begroting 2012 is € 0,5 miljoen aan (tussentijdse) winstuitkering deelname GR Ekkersrijt geraamd. De Gemeenschappelijke Regeling Ekkersrijt is echter per 1-1-2013 opgeheven. De liquidatie uitkering voor de gemeente Eindhoven van € 1,5 miljoen is in 2012 daadwerkelijk ontvangen, conform raadsbesluit d.d. 18 december 2012. Vanuit de gemeentewet is voorgeschreven dat een post “onvoorziene uitgaven” in de begroting wordt opgenomen. In de begroting is hiervoor € 227.000,-- opgenomen. In 2012 is hiervan geen gebruik gemaakt.
- 181 -
V 227
V 227
Structureel
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
V 357
V 30
V 387
V 1.539
V 1.153
V 2.692
Structureel
reserves - Publiek en media + stadpromotie: strakker sturen op uitgaven, soberdere uitvoering van activiteiten en extra inkomsten Studio - Aanbestedingsvoordelen: meer aanbestedingsvoordeel gerealiseerd dan geraamd - Als gevolg van opheffen IZA is het voordelig saldo uitgekeerd aan deelnemende gemeenten. - Het saldo van de werkelijke rentekosten en opbrengsten voor de gemeente Eindhoven laat een voordeel van € 1.394.000 zien: incidenteel rentevoordeel verstrekte kredieten, meer kortgeldfinanciering (extreem lage rentekosten) en lagere rentekosten langlopende leningen. - De ontvangen omslagrente (interne rente afgedragen door sectoren over hun activa) is € 1.102.000 hoger dan begroot: (dit is een nadeel bij de andere programmaonderdelen). - Beleggingen: naast de aflossing van een garantieproduct (V € 70.000) is in 2012 een bedrag aan extra dividend ontvangen van V € 125.000. Sectoren die aan projecten werken rekenen de uren door naar de
N 3.037
N 3.037
V 1.147
V 1.147
projecten, deze worden afgedekt met projectbudgetten. In de realisatie blijkt een verschil aan door te belasten uren en tarief van ruim € 5,5 miljoen. € 2,5miljoen hiervan is tariefsverschil en wordt afgewikkeld met de daarvoor bestemde reserve (conform begroting), resteert een tekort van € 3 miljoen. Technische begrotingswijziging: resultaat van eerdere wijzigingen vallen vrij in het jaarresultaat (algemene middelen). Storting reserve reserveringen 2012 opleidingsbudgetten en flexibel
N 746
N 746
belonen (voordeel bij overige CP’s). Conform afspraken van juni 2010 met het GO. Het betreft budgetten welke vooral betrekking hebben op opleidingen, flexibel belonen, Carriere-plein en vervoersmanagement. In 2012 is voor een bedrag van ruim € 1,4 miljoen doorgeschoven naar 2013, hiervan was € 746.000 opgenomen als PM post. Stelpost bezuinigingen Don sessies
N 80
N 80
N 193
N 193
Betreft de ingeboekte bezuiniging als gevolg van nog te nemen energiebesparende maatregelen. Voor de energiebesparende maatregelen zullen investeringen noodzakelijk zijn die na de terugverdientijd leiden tot kostenreducties. Kosten Maatschappelijk Beheer Bedrijf Betreft de kosten van een extra impuls in automatisering en sociale innovatie ten behoeve van het opzetten en de verdere implementatie van het Maatschappelijk Beheer Bedrijf.
- 182 -
N 80
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
N 616
V9
N 607
N 23
N 59
N 82
V 78
N 40
V 38
N 113
V 113
-
reserves Sector GV doorberekening indirecte kosten aan Col Prod. De resultaten van enerzijds het Vastgoed en anderzijds het eigen personeel binnen de 5-rubriek van sector GV worden hier doorbelast + overige afwijkingen. Huurderving wordt veroorzaakt door leegstand of gebruik om niet Betreft de aan- en verhuur van het kerkje aan de Bergmanstraat ten behoeve van het Designprogramma. Exploitatie woonwagencentra: De totale exploitatie, zowel huurincasso, beheer als onderhoud, van de woonwagencentra is uitbesteed aan Wooninc. Op basis van werkelijke kosten en opbrengsten wordt het saldo door Wooninc. verrekend met de gemeente. Veiligstellen Energiecentrale TR Beukenlaan: Project is niet begroot. Betreft het veiligstellen van de energiecentrale TR aan de Beukenlaan. De kosten van het veiligstellen worden gedekt uit een bijdrage vanuit de grondexploitatie Natlab, e..e.a. conform aankoopdossier. V 291
Toeristenbelasting
N 237
V 54
Het aantal (te verwachten) overnachtingen 2012 ligt hoger dan begroot. Daarnaast lag het daadwerkelijke aantal overnachtingen over 2011 hoger dan op basis van het voorlopige kohier te verwachten viel. De meeropbrengst 2011 wordt gedeeltelijk gestort in deze reserve. N 67
Oninbaarverklaringen gemeentelijke belastingen.
N 67
Bedrag ligt hoger dan begroot als gevolg van de huidige economische situatie. Onder andere faillissement bouwonderneming en hotel hebben geleid tot toename van het bedrag. Opbrengst dwangbevelkosten. Onroerende zaakbelastingen
V 183
V 183
V 78
V 78
Resultaat voorgaande belastingjaren als gevolg van afhandeling bezwaar- en beroepschriften voorgaande belastingjaren in 2012. Voor wat betreft de woningen is het bedrag aan waardeverminderingen in 2012 lager dan waarvan bij de tariefberekening is uitgegaan. Voor wat betreft de niet-woningen is het WOZ-areaal 2012 hoger dan waarvan bij de tariefberekening is uitgegaan. Lagere doorbelasting indirecte kosten
V 173
Resultaat met name veroorzaakt door lagere personeelskosten als gevolg van organisatie ontwikkeling afdeling Ontwikkeling en Ondersteuning Dienstverlening. Besluitvorming hierover heeft in 2012 plaatsgevonden.
- 183 -
V 173
Structureel
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Lasten
Control
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Eind 2011 heeft de laatste verantwoording plaatsgevonden van het
V 2.080
V 2.080
Grotestedenbeleid. Begin 2013 is de conceptbeschikking ontvangen van het ministerie. Als gevolg hiervan is de juridische grondslag niet meer aanwezig om de voorziening te handhaven, derhalve vindt er een vrijval plaats van € 2,1 miljoen. Diverse resultaten: Totaal
V 228
V 495
V 2.178
V 3.217
V 723 N 3.740
N 1.656
N 80
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Risico op verhoging pensioenpremie ABP, het pensioenfonds voor overheidspersoneel en onderwijs heeft last van een lage dekkingsgraad ten gevolge van een lage rekenrente . Minister Kamp van Sociale Zaken heeft al laten weten dat hij deze rekenrente mogelijk gaat aanpassen. Als de rekenrente niet wordt aangepast, gaan niet alleen de pensioenuitkeringen omlaag, maar moet ook de pensioenpremie flink omhoog. In het ergste geval wordt gesproken over een premieverhoging van 25% in 2014. De gemeente Eindhoven loopt mogelijk hierdoor vanaf 2014 een financieel risico van €3,7 miljoen. Schadekans:
mogelijk
Risico bedrag:
€ 3,7 miljoen
Scheurvorming parkeergarage KBC In de parkeergarage van het KBC is er scheurvorming geconstateerd welke gerepareerd moet worden. De schade bedraagt ongeveer €650.000. Bekeken wordt of deze schade te verhalen is op de aannemer, dit is een juridisch risico die mogelijk financiële consequenties kan hebben. Er is een bespreking geweest met alle partijen welke bij ontwerp en bouw betrokken waren. In dit voortraject waren alle partijen het erover eens dat voordat we nog maar kunnen praten over de schuldvraag de reden en/of oorzaak van de scheurvorming (al dan niet acceptabel) dieper onderzocht moet worden en door alle partijen vastgesteld moet worden. Partijen hebben besloten om een onderzoek te laten verrichten. De Gemeente Eindhoven heeft in overleg een onafhankelijk ingenieursbureau opdracht gegeven om de oorzaak en/of reden vast te stellen van de scheurvorming. Het verslag geeft duidelijk de mogelijke oorzaak aan maar geeft geen uitsluitsel over de schuldvraag. Gemeente Eindhoven heeft het rapport juridisch laten beoordelen. De conclusie is, in grote lijnen, dat aannemers verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de scheuren in de vloeren uitgevoerd als breedplaatvloer en de gemeente (opdrachtgever) zelf verantwoordelijk is voor de scheuren in de in situ gestorte beton. Als alle partijen hun verantwoordelijkheid erkennen zal dat resulteren in een verdeling van de kosten tussen partijen, het is niet reëel te verwachten dat de gemeente Eindhoven 100% terug kan vorderen. Dekking zou eventueel gevonden kunnen worden in de ‘profit sharing’ uit de vaste vergoeding die P1 betaalt en de eventuele ‘profit-sharing’. Schadekans:
onbekend
Financieel risico:
€ 650.000
- 184 -
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
Verbonden partijen In de uitvoering van haar publieke taak maakt de gemeente Eindhoven sinds jaar en dag gebruik van zogeheten deelnemingen (vennootschappen en stichtingen) en gemeenschappelijke regelingen. In de huidige economische omstandigheden kunnen de financiële resultaten van deze partijen onder druk komen staan. De gemeente is dan mogelijk sturend en/of financieel aan zet. Specifiek worden in dit kader het Muziekgebouw en de SRE Milieudienst genoemd. Voor het Muziekgebouw is een sluitende exploitatie voor de komende jaren noodzakelijk om de continuïteit te waarborgen. Bij de SRE Milieudienst loopt, naast de oprichting van de RUD, ook het proces van de afbouw. De uitgevoerde inventarisaties bij de gemeenten en provincie doet sterk vermoeden dat er vanaf 2013 onvoldoende werk is voor al het in te brengen personeel van gemeenten, provincie en SRE Milieudienst in de RUD. Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
pm
Voorziening afwaardering netwerkbedrijven Medio 2010 zijn de aandelen in Endinet verkocht aan Alliander. Het contract voorziet in een verrekeningsproces dat officieel vanaf 1 december 2012 gestart kon worden. De landelijke regulering is inmiddels dusdanig aangepast dat de voorziening zal moeten worden aangesproken. Mochten partijen geen overeenstemming bereiken over de hoogte van de verrekening, dan volgt arbitrage. Schadekans:
Onbekend
Financieel risico:
PM
Achtervang constructie i.h.k.v. Stimuleringsplan Economisch Herstel Meerrijk: Als onderdeel van het Stimuleringsplan Economische Herstel (mei 2009) heeft de gemeente Eindhoven voor het project Meerrijk een achtervangconstructie opgezet. Mede hierdoor kon dit project, ongeacht de crisis, in uitvoering worden gebracht, met de nodige positieve effecten voor de regionale werkgelegenheid in de bouw tot gevolg. Hierbij heeft de gemeente maximaal gebruik gemaakt van de financiële ondersteuningsmaatregelen van de provincie en het Rijk alsmede sturingsinstrumenten die we als gemeente zelf tot onze beschikking hebben. In het geval van Meerrijk betrof het een garantie op de afname van 70 niet-verkochte woningen die overgenomen moesten worden van de ontwikkelaar. Er is een beheersconstructie opgericht, waarbij de woningen door deze entiteit in december 2012 zijn aangekocht. De beheerconstructie bestaat enerzijds uit het oprichten van een BV Meerrijk, anderzijds uit een Investeringsfonds (Stichting). De gemeente is 100% aandeelhouder van de BV. Ter afdekking van de waardevermindering Achtervang constructie Meerrijk is een voorziening ingesteld. Er blijft echter een risico aanwezig dat de ingestelde risicovoorziening financieel niet toereikend zal zijn. Aquaveste: In 2011 zijn 17 woningen als uitvloeisel van de achtervangconstructie gekocht waarvan 1 woning inmiddels is verkocht. Eind 2011 heeft een eerste afwaardering plaats gevonden. In 2012 heeft gezien de kleine verschillen tussen WOZ-waarde en boekwaarde geen afwaardering plaats gevonden. Ook hier blijft het risico aanwezig dat afhankelijk van de waarde ontwikkeling verdere afwaardering noodzakelijk zal zijn. Schadekans: Financieel risico:
mogelijk PM (Meerrijk) PM (Aquaveste)
- 185 -
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
(structurele) verhoging van de proces- en gerechtskosten Er is sprake van een (structurele) verhoging van de proces- en gerechtskosten. Oorzaak is het vervallen van de Fierens marge (oktober 2010). Belanghebbenden maken als gevolg hiervan in zowel bezwaar- als beroepsfases (m.n. WOZ-zaken) steeds meer gebruik van door derden beroepsmatig verleende rechtsbijstand (o.a. inzet taxateurs en no-cure-no-pay bureaus). Als belanghebbenden geheel dan wel gedeeltelijk in het gelijk worden gesteld dient de gemeente op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht, de proceskosten te vergoeden. Schadekans:
mogelijk
Risico bedrag:
onbekend
Nieuwe risico’s: Debiteurenbeheer Op de balans staat bij BA114 Overige vorderingen een bedrag vermeld van 54, 2 miljoen. Dit bedrag is grofweg opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk clientdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. De inschatting is dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. Daarvoor is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen op de balans. De vorderingen op clientdebiteuren is opgebouwd uit diverse soorten regelingen, zoals bijstandsvorderingen, geldleningen, voorschotten en boetes. De aflossing is vaak verspreid over vele jaren vanwege de lage inkomens. De voorziening voor clientdebiteuren wordt berekend op basis van wel of geen aflossingsverplichting, lopende aflossingen en percentages per status van de vordering. Tevens wordt rekening gehouden met het feit dat bij BBZ uitkeringen voor 75% weer verrekend worden met het Rijk. De vorderingen worden echter nog niet jaarlijks opgeschoond op basis van kwijtschelding, verjaring of definitief oninbaar. Hierdoor zal het saldo alleen maar verder oplopen. Begin 2013 is een besluit genomen om een project te starten om een methodiek op te stellen voor afboeking en het debiteurenbestand op te schonen. In het debiteurenbestand komen namelijk ook vorderingen voor, die bijvoorbeeld verjaard zijn of op grond van het bestaande debiteurenbeleid kwijt gescholden mogen worden. Dit zal medio 2013 gereed zijn. De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Alle vorderingen worden nauwgezet gevolgd en grotendeels via de afdeling Invorderen geïnd. Voor de belastingdebiteuren is vanuit het verleden geen voorziening opgesteld. De oninbare vorderingen worden jaarlijks rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.
De Overige debiteuren bestaan uit vorderingen op basis van verhuur woningen of accommodaties, leges, vergunningen, grondverkopen, enz. Alle vorderingen worden permanent gevolgd en waar nodig doorgezet naar een gerechtsdeurwaarder. Voor de overige vorderingen wordt jaarlijks een berekening opgesteld waarbij grote vorderingen individueel worden ingeschat en aan de rest percentages zijn gekoppeld op basis van de ouderdom van de vordering. Soort\dragen x 1 miljoen
Totaal debiteuren
Voorziening dub. Deb.
Te ontvangen
Clientdebiteuren
33,2
20,3
12,9
Belastingdebiteuren
2,9
0
2,9
Overige debiteuren
18,1
2,0
16,1
Totaal
54,2
22,3
31,9
- 186 -
Bedrijfsvoering en Organisatie Raadsprogramma:
7 Bedrijfsvoering en Organisatie
Programmaonderdeel:
7.3 Organisatie en bedijfsvoering
Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector:
Control
Bedrag oninbaarverklaringen gemeentelijke belastingen Verwacht wordt dat het bedrag oninbaarverklaringen gemeentelijke belastingen (resultaat 2012 €67.000 nadelig) als gevolg van de verslechterde economische situatie zal toenemen. In 2010 bedroeg het bedrag oninbaarverklaringen €252.158; in 2011 €274.397 en in 2012 €328.751. Het is de verwachting dat als gevolg van de huidige economische situatie, het aantal faillissementen zal toenemen wat leidt tot een hoger bedrag aan oninbaarverklaringen in 2013. De hoogte van het bedrag in 2013 is onbekend en is mede afhankelijk van het aantal faillissementen. Ook de opbrengst dwangbevelkosten (resultaat 2012 €183.000 voordelig) zal als gevolg van de verslechterde economische situatie toenemen. Huisvesting/HNW Op basis van de uitgevoerde MKBA analyses van de projectenportefeuille van de gemeente Eindhoven is een alternatief om de renovatie van de Stadhuistoren geheel of gedeeltelijk enkele jaren uit te stellen. Gevolg daarvan is een lager/uitgesteld liquiditeitsbeslag de komende jaren, maar ook verminderde capaciteit om partners te huisvesten. Dit laatste geeft als risico dat de opgenomen inkomsten derden in de meerjarenbegroting wellicht niet (volledig) gerealiseerd gaan worden. Bij de 3e tranche van het MIP in 2013 zal hierover een besluit worden genomen. Er is een risico dat vanaf 2014 de huuropbrengsten van Mercado niet meer volledig gerealiseerd gaan worden. Oorzaak is het opzeggen van het huurcontract door UWV/CWI per 30 november 2013. Daarmee vervallen ook de inkomsten daarvan (€ 1,22 miljoen). We gaan op zoek naar nieuwe huurders. Het risico is aanwezig dat we daar niet tijdig of volledig in slagen. Er zijn weinig mogelijkheden om onze kosten (waarvoor de € 1,22 miljoen als dekking geldt) naar beneden te brengen, de gebouwgebonden kosten lopen immers door. Het wegvallen van deze huuropbrengst was nog niet bekend bij het opstellen van het dossier van de ambtenarenhuisvesting en is daarin dus niet meegenomen. De huisvestingsplannen zoals goedgekeurd door de raad in juni 2012, gaan uit van huisvesting nadat de bezuinigingen Route 2014 zijn gerealiseerd. In de praktijk loopt de feitelijke invulling (lees vertrek van de medewerkers) niet synchroon met de realisatie van de nieuwe huisvesting. De huisvesting zal naar verwachting eerder gereed zijn, waardoor er mogelijk aanvullende maatregelen (en dus kosten) nodig zijn totdat de feitelijke invulling van Route 2014 is gerealiseerd. De te behalen voordelen uit huisvesting/hnw zijn nog niet voldoende om de voorfinanciering uit de reserve kapitaallasten geheel terug te betalen.
- 187 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Het realiseren van een aantrekkelijk stedelijk woon- en leefklimaat voor de huidige en nieuwe bewoners van onze stad, waarbij alle dimensies (de pijlers: sociaal, economie, fysiek) in hun onderlinge samenhang betrokken zijn. Aandachtspunten hierbij zijn: A: Meer en beter op de vraag afgestemde woningen door renovatie, woningverbetering respectievelijk nieuwbouw: CPO is hiervan de ultieme vorm. B: Kwantitatief en kwalitatief woningaanbod voor studenten en MOE-landers. C: Transformatie van bestaande gebouwen naar nieuwe functie, herbestemmen van leegstaande kantoren; al dan niet tijdelijk, revitaliseren van winkelstrips, wonen boven winkels en tijdelijk gebruik van gebieden (ruimte), die voorlopig niet tot ontwikkeling komen. D: Duurzaam bouwen en verbouwen en levensloop bestendig ontwikkelen. Ten aanzien van Wijken; de wijkvernieuwing in de ruime zin van het woord: 1.
Verbeteren leefbaarheid
2.
Tegengaan ruimtelijke segregatie
3.
Bevorderen woningdiversiteit
4.
Bevorderen sociale stijging: bij de evaluatie wijkvernieuwing is afgesproken dat we het begrip Sociale Stijging nader gaan definiëren. Hiertoe zal in 2011 een voorstel worden gedaan.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
A: Totaal CPO
160
0
160
176
B: Totaal studenteneenheden*
200
107
200
272
757
887
757
1539 (*)
D: Totaal nultredenwoningen
200
280
200
1329 (**)
D: Totaal zorgwoningen
100
0
100
80
Directe verantwoordelijkheid voor monitoren en beïnvloeden Wonen
B: Eenheden voor MOE-landers C: Totaal bruto productie (zelfstandige eenheden) C: Wonen boven winkels
(*)in 2012 zijn er 61 onzelfstandige eenheden gerealiseerd (**) inclusief zorgwoningen Bron cijfers: Woningbouwmonitor sector GBO
Wijken (verhoudingcijfer iwv-buurt/stedelijk gemiddelde)* 1: Verbeteren van de leefbaarheid % (zeer) tevreden over de kwaliteit van de woningen in de eigen buurt
0,80
Schaalscore verloedering
0,98
- 188 -
0,83
Pm (**)
0,86
Pm (**)
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Schaalscore sociale overlast
Sector:
Gebiedsontwikkeling
0,88
0,71
Pm (**)
Aandeel niet-westerse migranten
0,65
0,64
0,65
Aandeel werklozen (CWI)
0,75
0,78
0,77
2: Ruimtelijke segregatie
4: Sociale stijging Aandeel laag inkomen
0,64
0,85
Pm (**)
Aandeel laag opgeleiden (max vmbo) (in% bevolking, 15-65 jaar)
0,81
0,88
0,91
(*) Toelichting: als in de iwv-buurten 62% van de inwoners tevreden is over de kwaliteit van de woningen in de eigen buurt, en stedelijk is dat aandeel 77%, dan is het verhoudingscijfer 0,81. Het doel is een verhoudingscijfer van 1. (**) cijfers pas eind maart beschikbaar Toelichting afwijking effectindicatoren: We zien een heel licht stijgende lijn bij de nu bekende cijfers. Verschillen te klein om hier conclusies aan te verbinden.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
Als basis hanteren we een ‘Afspraken- en beleidskader’,
+
- Nieuw convenant huisvesting studenten in voorbereiding. Ondertekening 1e kwartaal 2013.
dat voortdurend moet worden onderhouden. Via dit kader geeft de gemeente sturing aan de wijze
- Prestatieafspraken 2012 1e kwartaal 2012 ondertekend.
waarop het woonbeleid wordt ingevuld en uitgevoerd.
- Prestatieafspraken 2013 in voorbereiding. Ondertekening 1e kwartaal 2013. - Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020 met het SRE (de afspraken met het Rijk en de BOR-afspraken zijn hierin verwerkt). Wordt herijkt. Besluitvorming nieuw convenant voorjaar 2013. - Kantorennota in 2012 vastgesteld. - Buurtcontracten 2012 gesloten.
Doelstelling A. Meer en beter op de vraag afgestemde
+
woningen.
Stimuleren en faciliteren Collectief particulier opdrachtgeverschap In 2012 zijn 176 woningen middels CPO gerealiseerd. Meerdere projecten met CPO zijn in voorbereiding (Blixembosch Buiten en Waterrijk) of de haalbaarheid wordt onderzocht (NREterrein). Verder heeft het college in 2012 de randvoorwaarden en uitgangspunten voor CPO in Eindhoven vastgesteld en is in december 2012 door de gemeenteraad een besluit genomen over een financiële stimuleringsregeling voor CPO. Regionale afspraken woonruimteverdeling
- 189 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming In het kader van de herijking van de BOR-afspraken in wordt gekeken naar de mogelijkheid om afspraken te maken over woonruimteverdeling. Eventuele afspraken worden vastgelegd in een nieuw convenant.
Doelstelling B: Kwantitatief en kwalitatief
+
woningaanbod voor studenten en MOE-landers.
Studenten In 2012 zijn 272 eenheden voor studenten opgeleverd. Op basis van de huidige informatie (o.a. woningbouwmonitor) lijkt de realisatie van 1.000 eenheden in de periode 2010-2015 haalbaar. Daarnaast is in 2012 gestart met evaluatie en herijking convenant huisvesting studenten. In het 1e kwartaal 2013 wordt een nieuw convenant getekend met daarin afspraken over o.a. wenselijke nieuwbouwproductie en stimuleren goed huurder en verhuurderschap. Arbeidsmigranten (MOE-landers) In de prestatieafspraken 2012 zijn met corporaties afspraken gemaakt over realisatie van 200 eenheden. In 2013 worden de eerste eenheden (50-60) opgeleverd (Grafische School). In de prestatieafspraken 2013 worden nieuwe afspraken gemaakt over de huisvesting van lage-lonen-arbeidsmigranten. Daarnaast is medio 2012 een Regionaal convenant gesloten over de huisvesting van lage-lonen-arbeidsmigranten.
Doelstelling C: Transformatie van bestaande gebouwen
+
Op diverse plaatsen in de stad zijn transformatieprojecten in
naar nieuwe functie en herbestemmen van leegstaande
uitvoering (o.a. Strijp S). Verder is Vredenoord is in 2012
kantoren
gesloopt waarmee leegstaande kantoren uit de markt zijn genomen. Diverse andere projecten zijn in voorbereiding of worden onderzocht op haalbaarheid. De NV Wonen boven Winkels is in 2012 geliquideerd. De gereserveerde middelen zijn vrijgevallen. De gemeente is daarmee zelf niet meer initiërend, maar we proberen wel initiatieven uit de markt mogelijk te maken. Zo is de parkeernorm in dit kader aangepast waardoor realisatie van initiatieven makkelijker moet worden.
Doelstelling D: Duurzaam bouwen en verbouwen en
+
levensloop bestendig ontwikkelen
Duurzaam bouwen en verbouwen In de prestatieafspraken 2012 is duurzaamheid benoemd als één van de thema’s die extra aandacht krijgt. Vanuit ieders eigen visie en identiteit levert iedere organisatie haar bijdrage aan het realiseren van de doelen. Gedeelde problematiek wordt gezamenlijk opgepakt.
- 190 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming De lening voor energiebesparende maatregelen voor particulieren loopt. In 2012 is bijna een verdubbeling van het aantal aanvragen geweest t.o.v. 2011 (67 t.o.v. 38). Wat opvalt is een accentverschuiving van besparing naar opwekking. Om particulieren te blijven stimuleren wordt de lening in 2013 gecontinueerd. Levensloopbestendig ontwikkelen Naast geboden thuiszorg en ontwikkelingen binnen woonzorgcentra zijn in 2012 1249 nultredenwoningen en 80 zorgwoningen gerealiseerd. Dit past samen met de cijfers over eerdere jaren binnen het wensbeeld zoals vastgelegd in het programma wonen 2010-2015.
Wijkvernieuwing
+
De wijkvernieuwing is in uitvoering. Naast de fysieke opgave is
1.
Verbeteren leefbaarheid
er ook een sociaal-economische opgave binnen de
2.
Tegengaan ruimtelijke segregatie
wijkvernieuwingsprojecten. In 2012 is daarvoor in overleg met
3.
Bevorderen woningdiversiteit
onze partners de resterende sociaal-economische opgave
4.
Bevorderen sociale stijging
uitgewerkt waarbij het aspect ‘sociale stijging’ centraal staat. De gemeente en de corporaties hebben daarnaast in 2012 gezamenlijk uitvoering gegeven, in overleg met de bewoners, aan de opdracht van de raad om een plan uit te werken voor de toekomst voor het gebiedsgericht werken. Het proces van buurtanalyse, aanwijzen actiegebieden naar een concreet buurtcontract wordt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bewoners, corporaties en gemeente. Onderdeel van de afspraken is het besluit dat alle wijken die extra inzet krijgen voortaan ‘actiegebieden’ heten. Op basis van de werkwijze in het plan van aanpak gebiedsgericht werken zijn de 21 actiegebieden 2013-2014 vastgesteld. Ook is in 2012 is een evaluatie uitgevoerd naar de projecten m.b.t. wijkeconomie. De raad is hierover via een raadsinformatiebrief geïnformeerd. De projecten in het kader van de integrale wijkvernieuwing zijn onderdeel van het MIP. Er is in 2012 een Maatschappelijke Kosten en Baten analyse (MKBA) uitgevoerd om alle investeringen te beoordelen.
- 191 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Wat heeft het gekost Exploitatie:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
Rekening 2012
2.092
Exploitatiebaten Saldo voor mutaties reserves
2.173
N 81
332
166
N 166
N 1.760
N 2.007
N 247
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Afwijking
N 116
N 1.033
N 917
N 1.876
N 3.040
N 1.164
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Krachtwijken:
N 122
N 122
Bij 2e Turap foute inschatting gemaakt van reservering. Bedrag in 2013 vrij laten vallen vanuit reserve De firma Heja is in 2012 failliet verklaard. Er is € 200.000 opgenomen in
N 200
N 200
de voorziening dubieuze debiteuren voor een openstaande vordering op Heja. Afwikkeling realisatie projecten IWV gebeurt via cp8.7.5
N 917
Overige afwijkingen: Totaal
V41
V 34
N 81
N 166
N 917
JA
V 75 N 917
N 1.164
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Aanbesteding Doornakkers Schadekans:
onbekend
Financieel risico:
€ 4 miljoen of meer
In oktober 2009 heeft de Europese Commissie een met redenen omkleed advies uitgebracht aan de Nederlandse staat, waarbij de Europese Commissie zich op het standpunt stelt dat de Nederlandse staat in de context van de gunning van een concessieovereenkomst voor openbare werken door de gemeente Eindhoven de verplichtingen die voortvloeien uit het Europese Verdrag niet is nagekomen. In de Raadsinformatiebrief van 9 oktober 2009 is de raad hierover geïnformeerd. De Nederlandse staat heeft, in overleg met de gemeente Eindhoven, op 7 december 2009 haar reactie aan de Europese Commissie kenbaar gemaakt. Deze houdt in dat de staat namens de gemeente van mening is dat er geen sprake is van een concessieovereenkomst maar van louter een grondverkoop, waarbij de gemeente uitsluitend publiekrechtelijke eisen heeft gesteld. De gemeente heeft het contract dan ook niet aangepast. Zie de Raadsinformatiebrief van 23 november 2009. Op 6 december 2010 heeft de Europese Commissie de zaak aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese gemeenschap. Op 31 januari 2013 heeft de zaak bij het Hof van Justitie gediend. Een uitspraak wordt in 2013 verwacht.
- 192 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Eindhoven Airport e.o. Parkeerbedrijven Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
PM
Op 7 april 2011 is een voorbereidingsbesluit genomen op basis waarvan de vestiging van commerciële parkeerbedrijven rondom het vliegveld niet meer is toegestaan. In februari 2012 is een bestemmingsplan vastgesteld op basis waarvan het bedrijfsmatig aanbieden van parkeerruimte is verboden. Op basis van een beleidslijn worden alleen vergunningen verleend aan parkeerbedrijven die vóór 7 april begonnen waren en ook voor die datum een aanvraag hebben ingediend. Tegen alle overigen wordt handhavend opgetreden. Er zijn al procedures tegen de handhavingsbesluiten aanhangig gemaakt. Deze verlopen tot nu toe positief. Maar vernietiging van handhavingsbesluiten kan leiden tot schadeclaims.
Omzettingsvergunningen Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
PM
In 2007 is een systeem voor omzettingsvergunningen in het leven geroepen, waarbij ook voor bestaande kamerverhuurpanden een vergunningplicht werd opgelegd. De Raad van State heeft in een uitspraak van medio 2012 uitgesproken dat de gemeente die vergunningplicht voor bestaande situaties niet kon opleggen. Mogelijke schadeclaims kunnen nog volgen.
- 193 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.2 Openbare ruimte
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Zorgen voor een bruikbare en mooi ogende openbare ruimte waar bewoners tevreden over zijn en zich betrokken bij voelen. Door uitvoering van diverse projecten, cyclisch- en groot onderhoud aan wegen, verlichting en civieltechnische kunstwerken is een bijdrage geleverd aan het behalen van de doelstelling. De tevredenheid van de bewoners over de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte voldoet aan de doelstellingen en is redelijk stabiel. Als het gaat om de technische staat van de openbare ruimte dan zien we dat we op weg zijn naar het behalen van de doelstelling. Het duurt langer dan verwacht, doordat de budgetten onvoldoende zijn om de achterstanden op het gebied van onderhoud weg te werken. Door toenemend areaal, het achterblijven van de indexering en het besluit om de tekorten op de curatieve middelen te dekken uit middelen voor groot onderhoud, wordt de druk op de onderhoudsmiddelen steeds groter. Mogelijk vertaald in de toekomst zich dit ook in de tevredenheidscijfers.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
-
72%
65%
72% 6,6
Tevredenheid onderhoud openbare ruimte % Eindhovenaren (zeer) tevreden Schoon en netjes : Rapportcijfer
6,4
6,5
6,5
Heel en veilig: Rapportcijfer
6,6
6,6
6,5
6,7
75%
68%
75%
< 6%
3,9%
Tevredenheid inrichting openbare ruimte % Eindhovenaren (zeer) tevreden Outcome basiskwaliteit Niet meer dan 10% onder de basiskwaliteit in de hele stad: Item schoon/netjes Zwerfvuil op verharding
4,7%
6,6%
Onkruiden op verharding
3,7%
2,9%
< 6%
1,9%
7,9%
< 10%
5,3%
9,1%
Graffiti Item Heel en Veilig
6,3%
-
< 10%
2%
Verharding (*)
29,5%
-
< 10%
-
Lichtmasten (armaturen)
30,1%
< 10%
24%
Civieltechnische kunstwerken
(*) nieuwe cijfers in 2013
Toelichting afwijking effectindicatoren: De stad wordt steeds schoner en netter: het percentage dat onder de basiskwaliteit valt neemt steeds meer af. Dit als gevolg van goede controles op de aannemer en diverse projecten op het gebied van zwerfvuil. De technische kwaliteit van de verharding wordt in 2013 weer gemeten. Exacte cijfers zijn op dit moment niet bekend. Wel is duidelijk dat er nog steeds sprake is van achterstanden. Ondanks deze achterstanden zijn de tevredenheidscijfers stabiel. Dit is waarschijnlijk te verklaren door de inhaalslag die we hebben gedaan in de periode 2006-2010 en die nu op straat volledig zichtbaar is.
- 194 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.2 Openbare ruimte
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
In 2012 zijn de volgende activiteiten en projecten uitgevoerd: Opstellen en uitvoeren van een integraal onderhouds-
-
Het uitgevoerde onderhoud levert een bijdrage aan de
en reconstructieprogramma om in de gehele stad tot de
doelstellingen. Er is echter sprake van achterstanden, waardoor
afgesproken basiskwaliteit te komen.
de overschrijdingen op de curatieve middelen oplopen: steeds meer tijdelijke reparaties moeten uitgevoerd worden om gevaarlijke situaties op te heffen. In 2012 zijn de overschrijdingen gedekt binnen het eigen programma. Dit betekent dat er minder geld is voor groot onderhoud en de achterstanden langzaam verder op zullen lopen. In 2013 wordt gezocht naar mogelijkheden om de kosten structureel te verlagen.
Uitvoeren van de speerpunten uit de visie openbare
+
Bij de planvorming van projecten in 2012 is aandacht uitgegaan
ruimte. Bij de uitvoering van projecten ligt de nadruk op
naar de betreffende thema’s o.a. door toepassing van LED bij
de thema’s toegankelijkheid, duurzaamheid (toepassen
vervanging van lichtmasten en het toepassen van
duurzame materialen, toepassen van voegvullingen en
toegankelijkheid, duurzaamheid en burgerparticipatie.
het verminderen van energieverbruik van lichtmasten door toepassen van een duurzamere variant en het toepassen van selectief dimmen) en burgerparticipatie. Meer doen met signalen uit de stad door o.a. specifiek in
+
Zwerfvuil en bijplaatsingen (illegaal bijzetten van afval bij
te zoomen op locatie waar veel meldingen
containers) zijn de grootste knelpunten. In dit kader zijn 4
binnenkomen door nader onderzoek. Dit leidt
zwerfafvalprojecten aangepakt en is de pilot ‘huisvuil en
vervolgens tot het achterhalen van de oorzaak en de
fietswrakken’ opgestart, waarbij onderzocht wordt wat het
benodigde oplossingen.
effect op bijplaatsingen is als afvalzakken op straat door stadstoezicht worden onderzocht. De eerste resultaten zijn positief: het aantal bijplaatsingen neemt af.
Inzetten van nieuwe organisatievormen en
+
Hier is invulling aan gegeven met de pilot S(l)imCity waarbij
instrumenten om flexibeler in te kunnen spelen op
bewoners van 2 buurten de mogelijkheid hebben gekregen om
wensen van bewoners (zoals de buiten beter app) en
zelf aan onderhoudsknoppen te draaien (zelf
maatwerk te leveren.
onderhoudsniveaus bepalen) en een buurtkaart online is waar informatie over de openbare ruimte voor en door bewoners beschikbaar is. De pilot wordt begin 2013 geëvalueerd.
Uitvoeren van pilots op het gebied van het gezamenlijk
+
In dit kader zijn (zwerfafval)projecten uitgevoerd in Genderdal,
dragen van verantwoordelijkheden om specifieke
Vlokhoven Woenselse Heide en Kruisstraat. Gezamenlijk is
problemen op een plek (bv zwerfvuil) aan te pakken.
bekeken welke maatregelen genomen kunnen worden om zwerfafval te voorkomen o.a. door het verplaatsen en/of vergroten van afvalbakken en het bespreken van elkaars verantwoordelijkheden.
- 195 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.2 Openbare ruimte
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
Toepassen van innovatieve technieken bij de inrichting
+
Automatisering van diverse systemen waaronder een kabels en
en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte,
leidingen applicatie, digitalisering van tekeningen
zoals het toepassen van de WAVE (onkruidverwijdering
reinigingsbestek en beheertoets. Dit bespaart tijd en geld. Er
d.m.v. heet water).
loopt een test met reflec-terende klinkers (waardoor minder verlichting nodig zou zijn) en toepassing van slimme verlichting.
Uitvoering geven aan het Programma Licht.
+
In het kader van het programma licht is o.a. uitvoering gegeven aan het Masterplan Light S, is het PLUS-project (kennisuitwisseling) afgerond en zijn diverse onderhoudsprojecten uitgevoerd zoals de Willem Elschotlaan.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
Km weglengte
-
-
1.926
1.926
Aantal stadsdelen
-
-
4
4
Herstraten wegen
Aantal straten
-
-
4
4
Herinrichting wegen
Aantal straten
-
4
2
-
13
12
Schoon houden van de stad Uitvoeren straatreiniging Heel en Veilig houden van de stad Wegmarkering
Onderhoud civieltechnische
Aantal kunstwerken
-
kunstwerken Onderhoud verkeersregelinstallaties Gladheidsbestrijding In stand houden openbare verlichting
Aantal installaties
-
-
15
15
Aantal strooiacties
-
-
20
30
Aantal straten vervangen
-
-
5 straten
4
Toelichting afwijking outputindicatoren: Ten gevolge van de MKBA hebben 2 herinrichtingsprojecten (Broekakkersweg, Dr. Cuijperslaan) vertraging opgelopen. Deze projecten worden in 2013 uitgevoerd. In de begroting wordt rekening gehouden met een gemiddelde van 20 strooiacties per jaar. Afhankelijk van de winter is dit aantal hoger of lager. Dit jaar zijn ten gevolge van het weer 10 extra acties uitgevoerd. Het weer is niet beïnvloedbaar, waardoor we hier geen invloed op hebben.
- 196 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.2 Openbare ruimte
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
96
Totaal (netto) investering
Afwijking
101
N5
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
28.058
27.632
V 426
Exploitatiebaten
3.040
2.767
N 273
N 25.018
N 24.865
V 153
N 857
N 857
V0
N 25.875
N 25.722
V 153
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Overschrijding curatieve middelen (verhardingen, verlichting,
N 259
V 32
N 227
straatmeubilair): Ten gevolge van de achterstanden op het gebied van onderhoud neemt de (financiële) druk op de curatieve middelen toe. Steeds vaker is er sprake van onvoorziene, onuitstelbare werkzaamheden (bijv. reparatie gaten in wegdek) om de veiligheid te waarborgen. Daarnaast is er ook sprake van overschrijding van curatieve middelen t.g.v. aanrijdingen, vandalisme en storten clandestien vuil. Dit zijn zaken waar geen invloed op uit te oefenen is. Door een zachtere winter dan de voorgaande jaren is de hoogte van de overschrijding in 2012 lager. De overschrijding wordt gedekt door de bewust geplande onderschrijding op de middelen voor groot onderhoud. Overschrijding electra verlichting: Door de toename van het accres
N 184
N 184
V 456
V 456
(Meerhoven, Tongelrese Akkers etc) worden er meer kilowatt uur verbruikt. Daarnaast nemen de kosten voor energie meer toe dan de toegepaste gemeentelijke indexering. De overschrijding wordt gedekt door de bewust geplande onderschrijding op de middelen voor groot onderhoud. Onderschrijding middelen groot onderhoud: Ter dekking van de overschrijdingen binnen het programma (curatief CP 8.2.8 en CP8.2.9 en electra CP8.2.9) zijn minder groot onderhoudsprojecten uitgevoerd. De achterstanden nemen hierdoor toe, waardoor kosten in de toekomst verder op zullen lopen. Gladheidsbestrijding: begroting is gebaseerd op gemiddeld 20
N 257
strooiacties. In 2012 hebben er 30 strooiacties plaatsgevonden, waardoor de kosten hoger uit zijn gevallen.
- 197 -
V 35
N 222
JA
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.2 Openbare ruimte
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Onderhoud verkeersregelinstallaties: lagere kosten door minder
V 255
V 255
Vrijval BCF tgv CP 7302
N 63
N 63
Doorberekende indirecte personele kosten.
V 82
V 82
aanrijdingen, minder kosten doordat een deel van het geplande onderhoud samenviel met vervanging, waardoor het onderhoud niet nodig was en slimme toepassing van 2e hands materialen bij oude installaties.
Overige afwijkingen: Totaal
V 396
N 340
V 56
V 426
N 273
V 153
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Staat civieltechnische kunstwerken Programmaonderdeel 8.2 Openbare ruimte Schadekans:
Onbekend
Financieel risico:
PM
Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet aan de huidige verkeersintensiteiten. Ook het Rijk heeft hier middels een brief alle Nederlandse gemeenten hier op geattendeerd. Met de huidige visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses dient hier duidelijkheid over te worden verkregen. Tot en met 2012 zijn 17 risico-analyses uitgevoerd. Hieruit blijkt dat 4 viaducten voor 2018 vervangen moeten worden. De brug Beemdstraat en fietsbrug ’t Werdje zijn reeds geprogrammeerd. Voor vervanging van de bruggen Wolvendijk en Karel de Grotelaan zijn nog geen middelen beschikbaar (€ 1,75 en € 2,25 miljoen). 11 houten (loop)bruggen die op basis van hun levensduur vervangen moeten worden kunnen in de onderhoudsprogramma’s meegenomen worden. Indien de bruggen niet tijdig worden vervangen, zullen de wegen afgesloten moeten worden om de situatie veilig te houden. In 2013 worden weer 10 viaducten geanalyseerd. Aan het eind van het jaar zijn de risico’s van die kunstwerken inzichtelijk en is duidelijk of en zo ja welke maatregelen getroffen moeten worden . Op dit moment lopen we geen acuut risico.
Nieuwe risico’s: Huizingalaan: De onderhoudstoestand van de Huizingalaan is inmiddels dermate slecht dat wekelijks reparaties uitgevoerd worden om de weg open te houden. Dit brengt hoge kosten met zich mee. De kans bestaat dat we de weg gedeeltelijk af moeten sluiten om de veiligheid van de weggebruikers te waarborgen. Dit heeft gevolgen voor de bereikbaarheid van Eindhoven. 26 februari wordt een dossier aan het college voorgelegd, waarin we voorstellen om de voorbereiding van het project af te ronden en de dekking van de resterende investeringskosten ad. €3.000.0000 te betrekken bij de integrale afweging van de kadernota 2014.
- 198 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.3 Groen- en recratievoorzieningen
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Hoofddoelstelling Het ontwikkelen en behouden van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende gebruiks- en natuurfuncties. Het bouwen aan en beheren van groen als essentieel en karakteristiek onderdeel van de aantrekkelijke woon- en werkomgeving van Eindhoven.
Subdoelstellingen 1
Ruimtelijke kwaliteit van de stad
Groene bijdrage aan beleving, imago en identiteit van de stad. Handhaven, versterken en ondersteunen van de ruimtelijke structuur en de aantrekkelijkheid van de stad met groene middelen. Van de ligging in het Brabants landschap, de relaties met de regio, de drie groene wiggen op stedelijk niveau, de structuur van wijkparken en buurtparken, tot de lanen en het fijnmazige groen op pleinen en in de straten.
2
Gebruik van groen, voor recreatie, ontspanning en beweging
Bieden van mogelijkheden tot spelen, wandelen, bewegen en ontmoeten in het groen. Van kleinschalige voorzieningen nabij de woon-, school- en werkomgeving tot ruimere voorzieningen per buurt, stadsdeel, als ook voor de stad en regio als geheel.
3
Natuur en biodiversiteit
Handhaven en versterken van de natuurwaarden uitgaande van de stedelijke context.
4
Samenwerking, educatie en communicatie
Samenwerking met, en het betrekken van anderen, zoals mede -overheden, bedrijven, burgers en belangengroepen versterkt de effectiviteit van het groenprogramma en kan draagvlak en betrokkenheid bij de resultaten aanzienlijk vergroten.
Beheer 2012 Er heeft cyclisch jaarlijks onderhoud plaatsgevonden aan beplantingsvakken, bomen (doel 1), speelvoorzieningen en de kinderboerderij. (doel 2) Zo zijn onder meer het gras gemaaid, onkruid verwijderd, (onder andere om ecologische redenen ) beplantingen gesnoeid ( doel 3) Speelvoorzieningen zijn gecontroleerd en zo nodig op basis daarvan gerepareerd. Er is ongedierte bestreden. En de dieren in de kinderboerderij zijn verzorgd. Er heeft meerjaarlijks onderhoud plaatsgevonden. Onder meer zijn bomen op kwaliteit gecontroleerd en zo nodig gesnoeid, beplantingvakken en bomen zo nodig ingeboet (doel 1,2,3) . Afgeschreven speelvoorzieningen zijn indien nodig in overleg met omwonenden (doel 4) vervangen. Er heeft gecombineerd met investeringen groot onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn in overleg met omwonenden (doel4) speelplaatsen gerenoveerd, (al dan niet met riolerings- of verkeersprojecten gecombineerd) straten opnieuw ingericht met bomen, parkrenovaties voorbereid en deels uitgevoerd. Er heeft curatief onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn er veelal op basis van meldingen van bewoners (doel 4) schades gerepareerd, zijn enkele bomen verwijderd na storm en is er ongedierte bestreden.
- 199 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.3 Groen- en recratievoorzieningen
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Investeringen2012 De ruimtelijke groene structuur van de stad (doel 1) en de gebruiksmogelijkheden van groen (doel 2) zijn gehandhaafd en versterkt door te werken aan verschillende projecten, onder meer: realisatie Catharinaplein, realisatie renovatie Bonifaciuspark, realisatie terreininrichting kinderboerderij, afronding renovatie Philips de Jong Wandelpark, voorbereiding gedeeltelijke renovatie Henri Dunantpark, realisatie renovatie Severijnpark, voorbereiding uitvoering renovatie Ph. van Lenneppark en voorbereiding uitvoering revitalisering van een deel van de straatbomen. De natuur en biodiversiteitsdoelen (doel 3) zijn versterkt door voorbereiding en uitvoering van diverse soortspecifieke verbetereingsmaatregelen en versterking van de ecologische structuur van de stad en verbindingen met het buitengebied. Ook vindt een meerjarig natuurmeetprogramma plaats. Aan samenwerking, educatie en communicatie (doel 4) is gewerkt door bij bovengenoemde projecten burgers te betrekken, inspraak is in verschillende fases van de projecten georganiseerd. Via Trefpunt Groen Eindhoven zijn verschillende belangengroepen betrokken. Bijzonder project in 2012 onder dit doel was het project ‘nieuwe wegen naar biodiversiteit in Endhoven’ dat door burgers zelf is geïnitieerd en waarin door de gemeente is geparticipeerd als een van de partners.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Realisatie
2010
2011
2012
2012
83%
86%
Minimaal
87%
Vergroten tevredenheid m.b.t. groen in woon- en werkomgeving: Tevredenheid over de inrichting en onderhoud van het groen in de woonomgeving (minimaal 70% tevreden)
70% tevreden
Tevredenheid over de speelvoorzieningen in de buurt (minimaal
78%
79%
Min. 70%
41%
45%
Min. 60%
70% tevreden)
78%
tevreden
Tevredenheid met betrekking tot de aanpak hondenpoep (minimaal 60% tevreden)
40%
tevreden
Het duurzaam veiligstellen en ontwikkelen van de hoofdgroenstructuur: Het % bewoners dat jaarlijks een van de grote stadsparken bezoekt
74%
72%
Min 70%
72%
Toelichting afwijking effectindicatoren: Hoewel permanent onder de streefwaarde, liet de tevredenheid over hondenpoep vorig jaar een lichte stijging zien, die samenviel met het gereed komen van het grootste deel van de hondenlosloopterreinen. Nu lijkt de tevredenheid weer af te nemen. (echter nog steeds boven het dieptepunt van de voorgaande jaren). Het is niet bekend hoe dit komt.. Mogelijk speelt een rol dat de bekendheid met het nieuwe hondenbeleid terugzakt.
- 200 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.3 Groen- en recratievoorzieningen
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Werkzaamheden met zwaartepunt op ruimtelijke doelen (1)
b
Het maken en doen uitvoeren van
+
cyclische onderhoudsprogramma’s en
Jaarlijks wordt een onderhoudsprogramma opgesteld en uitgevoerd in overeenstemming met de te bereiken doelen.
renovatieprogramma’s in stedelijk groen.
b
Het uitvoeren van een aantal projecten,
0
waaronder revitalisering van een deel
Meerdere projecten zijn gerealiseerd, waaronder het Catharinaplein. De revitalisering van de bomen is voorbereid. Herprogrammering is
van bestaande bomen, afronden
momenteel onderdeel van besluitvorming. Vooralsnog is de geplande
herinrichting Catharinaplein.
uitvoering van de eerste twee delen in de periode 2013-2015.
b
Participeren in groenimpuls
+
krachtwijken en projecten die
Er wordt vanuit het groenprogramma inhoudelijk en financieel geparticipeerd in de groenimpuls van de krachtwijken. Uitvoering loopt.
geïnitieerd worden vanuit riolerings-, verkeers- of openbare ruimtedoeleinden.
b
Inzet bomenwacht.
+
De bomenwacht fungeert als ogen in het veld voor VTH, controleert compensatieafspraken, regeert op meldingen en meldt zelf en heeft daarmee in 2012 in belangrijke mate bijgedragen aan realisatie van de groendoelen. De bomenwacht is in 2012 voor het laatst bekostigd uit het groenprogramma (groenreserve). Met ingang van 2013 wordt de bomenwacht bekostigd uit leges.
Werkzaamheden met zwaartepunt op gebruiksdoelen (2)
b
b
Het maken en doen uitvoeren van
+
De speeltoestellen en speelplekken zijn gecontroleerd (wettelijke
cyclische onderhoudsprogramma’s ten
verplichting). Waar nodig hebben daarop volgend kleine reparaties
aanzien van de speelplekken en
plaatsgevonden, of zijn toestellen aangemerkt voor verwijdering of
speeltoestellen.
vervanging (en is hieraan uitvoering gegeven).
Voorbereiden herinrichting Dommeldal
+
Voorbereiding loopt op schema (in samenhang met slowlane).
+
De kinderboerderij is feestelijk geopend op 9 mei 2012 door wethouder
de Hogt in samenwerking met SRE, Waalre en Veldhoven (ca. 30% doel 1 en ca. 30% doel3).
b
Afronden nieuwbouw en opening Kinderboerderij Ph. van Lenneppark en
Mary Ann Schreurs. Voorbereiding Stadspoort loopt op schema,
het voorbereiden van de realisatie van
uitvoering vooralsnog gepland in 2013 in samenhang met Landelijk Strijp.
stadspoort landbouw in Landelijk Strijp.
b
De Realisatie van de renovatie van het
+
Renovatie Severijnpark is gereed (nazorg en financiële afronding in 2013) .
Severijnpark. (50% doel 1) en de
Realisatie fase 1 van Philips van Leneppark is gestart. Voorbereding
voorbereiding en start realisatie
volgende fases loopt. Ligt thans ter besluitvorming voor in de MKBA.
renovatie Ph. van Lenneppark. (50%
- 201 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.3 Groen- en recratievoorzieningen
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming doel1).
b
Het maken en doen uitvoeren van
+
Er vindt dageljjks oderhoud plaats aan groen in het buitengebied, mede
cyclische onderhoudsprogramma’s in
gericht op handhaven en versterken van de biodiversiteit. Per gebied zijn
buitengebied (ca. 50% doel 1).
daartoe natuurdoeltypen aangemerkt als meest kansrijk, waarop het onderhoud wordt afgestemd.
b
Het monitoren en registreren van de
+
natuurwaarden.
Monitoring natuurwaarden heeft in 2012 plaatsgevonden volgens planning. Bevat onder meer adviezen voor bijsturing, alsmede stand van zaken, mede als gevolg van eerdere inspanningen. Zo wordt de aanwezigheid vastgesteld van 22 soorten van de Rode Lijst en 75 soorten die als beschermde soort zijn opgenomen in de Flora- en Faunawet.
Werkzaamheden met zwaartepunt op samenwerken, educatie en het betrekken van burgers (doel 4).
b
Het uitvoeren van een aantal projecten,
+
Het poelenadoptieprogramma verloopt succesvol. Bijna de helft van de
waaronder het
scholen is betrokken. De provincie heeft het project deels mede
Paddenpoelenadoptieproject (ca. 30%
gefinancierd en ook andere partijen zijn geïnteresseerd. Ook het
doel 3) en het oeverzwaluwwand-
oeverzwaluweducatieprogramma is succesvol verlopen en wordt naar
project Meerhoven.
verwachting met externe cofinanciering uitgebreid.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Doelstelling
Realisatie
2010
2011
2012
2012
1. Maaien gazons
96%
92%
90%
94%
2. Natuurlijk vuil in groen
96%
96%
90%
98%
3. Onkruiden in boomspiegels
89%
91%
90%
91%
4. Onkruiden in groen
87%
91%
90%
92%
5. Zwerfvuil in groen
95%
93%
90%
96%
6. Hondenpoep in groen
81%
90%
90%
93%
7. Technische staat boomspiegels
80%
88%
90%
83%
8. Technische staat sierbeplanting
94%
88%
90%
91%
9. Technische staat heesterbeplanting
94%
96%
90%
95%
10. Technische staat bosplantsoen
93%
96%
90%
84%
11. Technische staat gazon en grasvelden
75%
91%
90%
96%
- 202 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.3 Groen- en recratievoorzieningen
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat heeft het gekost Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
12.961
12.921
V 40
Exploitatiebaten
595
663
V 68
N 12.366
N 12.258
V 108
V 47
N 32
N 79
N 12.319
N 12.290
V 29
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves Overige afwijkingen: Totaal
V40
V 68
N 79
V 29
V 40
V 68
N 79
V 29
Wat zijn de risico’s Nieuwe risico’s: Met ingang van 2013 is de groenreserve nagenoeg uitgeput. Er zijn echter ook dan nog steeds (structureel) aan groen gelabelde investeringsmiddelen nodig om het groen op peil te kunnen houden. Zonder verdere beleidswijziging lijkt oplopen van de grootonderhoudsachterstanden onontkoombaar. Het gaat dan om zaken als renovaties van parken, straat- en laanbomen en het renoveren van beplantingvakken (al dan niet in combinatie met verkeers- en rioleringsprojecten) en het oplossen van ondergrondse groeiruimteproblemen voor bomen. Bij integrale planontwikkelingen is, zonder aan groen gelabelde gelden, het risico bovendien veel groter dat groen in één van de vele verschillende processtappen wordt ‘wegbezuinigd’. Dit omdat de baten niet direct aan het hoofddoel van het betreffende project zijn te koppelen, maar meer indirect aan de wijk of de stad als geheel.
- 203 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.4 Water
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt Doelstelling: b Beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren van een goede leefomgeving. In 2012 is uitvoering gegeven aan activiteiten en projecten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstelling. De afkoppelprojecten Tempel West en Genderbeemd om wateroverlast te voorkomen en welke tevens een bijdrage leveren aan het reduceren van de vuiluitworp via overstorten en het bestrijden van de grondwateroverlast (mn Genderbeemd) zijn volop in uitvoering. De aanleg van de Gender ter plaatse van Lodewijk Napoleonlaan is gereed. Daarnaast is het deel van de Gender parallel aan het Afwateringskanaal weer watervoerend gemaakt. De aanleg van de Waterstructuur De Burgh (in combinatie met het opknappen van het Bonifaciuspark eo) is in uitvoering. De uitvoering van het project opwaarderen Beaxtrixkanaal is van start gegaan. De waterbodems van het eerste en laatste deel van de Oude Gracht, de J. van Eijckgracht en kleine vijver Henri Dunantpark zijn gebaggerd Daarnaast is invulling gegeven aan het regulier beheer en onderhoud van de oppervlaktewateren die onder de zorgplicht van de gemeente vallen. Een aantal riolen zijn vervangen, oa. In Schutterbos, Kaartmakersring, Asberg, Brahmslaan, Kastanjelaan en Pioenroosstraat, en waar nodig zijn deelreparaties uitgevoerd. Daarnaast is invulling gegeven aan het regulier beheer en onderhoud van het rioolstelsel. Eind 2012 is een samenwerkingsovereenkomst Waterportaal ZuidoostBrabant getekend. Hiermee is samenwerking op het gebied van riolering en water door 11 gemeenten en het waterschap geborgd. Middels jaarplannen wordt hiermee uitvoering aan de afspraken uit het Bestuursakkoord Water over Doelmatig Waterbeheer. Het kostendekkingsplan is geactualiseerd voor 2013. De actualisatie van het kostendekkingsplan zorgt voor een wijziging van het saldo van de voorziening vervangen riolen ultimo 2014 (geprognosticeerd ter grootte van € 3.330.459 ten opzichte van de actualisatie voor 2012). Het verhogen van de rioolheffing (behoudens indexering) in de planperiode 2011-2014 is niet noodzakelijk.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
71%
68%
≥ 70%
66%
92%
89%
-
≥ 80%
88%
87%
86%
-
≥ 80%
86%
2 gebieden
2 gebieden
2 gebieden
2 gebieden
Belevingswaarde van burgers voor de oppervlaktewateren: Burgers tevreden over afvoer regenwater bij flinke regen (minimaal 70%) Burgers tevreden over inrichting openbare ruimte met water (minimaal 80% ) Burgers tevreden over bewaking kwaliteit openbaar water (minimaal 80%) Resterende gebieden met grondwateroverlast: Aantal resterende gebieden met te treffen maatregelen
Toelichting afwijking effectindicatoren: De tevredenheid over de afvoer van regenwater als het flink heeft geregend is, vertoond een lichte afnemende tendens. Dit kan te maken hebben met het feit dat in de zomer 2012 er een aantal stevige buien zijn gevallen. De overige percentages liggen op hetzelfde niveau als voorgaande jaren; de tevredenheid blijft overheersen.
- 204 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.4 Water
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming De doelstelling bereiken we door: 1. Goed functioneren van de riolering
b b
inzamelen en afvoeren afvalwater (afvalwaterzorgplicht) inzamelen en afvoeren overtollig regenwater (hemelwaterzorgplicht)
2. Een goede structuur van oppervlaktewater
b
Beheer en onderhoud oppervlaktewateren, goede waterkwaliteit en -kwantiteit en belevingswaarde
3. Een beheersbaar grondwatersysteem
b
Voorkomen en bestrijden grondwateroverlast (grondwaterzorgplicht)
Er is een meerjarig programma vastgesteld, waarin de activiteiten die volgen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2014 en het baggerplan zijn opgenomen. In het GRP zijn vrijwel alle wateractiviteiten ondergebracht en van een dekkingsplan voorzien. Het betreft de volgende activiteiten:
b
Beheren, onderhouden en zo nodig
+
Deze activiteiten zijn in 2012 uitgevoerd. Nadere specifieke informatie staat beschreven bij de hieronder benoemde projecten/ activiteiten.
vervangen van het rioolstelsel.
Algemeen kan worden gesteld dat de uitvoering van de projecten minder 0
snel gaat dan gepland. Dit door personele capaciteit, afstemming met omgeving en door de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA).
b
Verminderen van water-op-straat en het
+
verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit door het afkoppelen van verhard oppervlak en
0
het verminderen van de werking van de riooloverstorten.
b
Vergroten, versterken van de
+
belevingswaarde door het zichtbaar maken van water, o.a. door de aanleg van waterstructuren die tevens dienen
0
voor opvang en afvoer van regenwater.
b
Aanpak van grondwateroverlast-
+
In uitvoering
+
Saneren waterboden Genderpark is vertraagd vanwege MKBA.
gebieden en inzet van grondwateronttrekkingen ,bijvoorbeeld het duurzaam in stand houden van de drinkwaterwinning aan de Aalsterweg en de winning Vredeoord).
b
Optimalisatie van beheer, onderhoud en inrichting van oppervlaktewateren, bijvoorbeeld door het saneren van de
0
waterbodems.
- 205 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.4 Water
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Daarnaast is het een randvoorwaarde om de
+
Het kostendekkingsplan is geactualiseerd voor 2013. De actualisatie van
rioolheffing tot 2015 niet te laten stijgen
het kostendekkingsplan zorgt voor een wijziging van het saldo van de
behoudens indexering. Dit conform het
voorziening vervangen riolen ultimo 2014 (geprognosticeerd ter grootte
raadsbesluit van 30 november 2010 over het
van € 3.330.459 ten opzichte van de actualisatie voor 2012). Het verhogen
Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2014.
van de rioolheffing (behoudens indexering) in de planperiode 2011-2014
Jaarlijks wordt het kostendekkingsplan
is niet noodzakelijk.
behorend bij het gemeentelijk rioleringsplan geactualiseerd. Hiermee wordt de meerjarenplanning geactualiseerd en een kostendekkingsberekening uitgevoerd. Dit om te bezien of aan de randvoorwaarde van het niet laten stijgen van de rioolheffing kan worden voldaan. In 2012 vinden onder meer de volgende activiteiten plaats:
b
Diverse rioolvervangingen worden
+
uitgevoerd (o.a. Schuttersbos, St Josephlaan, Mendelsohnlaan,
In grote lijnen verloopt de uitvoering van de projecten iets minder snel dan gepland mede in verband met de Maatschappelijke Kosten Baten
0
Analyse (MKBA) die vanwege de bezuinigingen is ingevoerd.
+
Projecten Tempel West en Genderbeemd zijn in uitvoering. Voor
Pioenroosstraat).
b
De afkoppelprojecten Tempel-West, Genderbeemd, Kruidenbuurt Zuid zijn
Kruidenbuurt zuid is planvorming afgerond. De start van de uitvoering is
in uitvoering.
vertraagd o.a door MKBA. 0
b
b
Naast een deel van de Nieuwe Gender (Lodewijk Napoleonlaan - Willemstraat) wordt verder gewerkt aan de waterstructuren De Burgh e.o en Eindhoven-Noord.
De projecten voor het bestrijden van de
+
De aanleg van de Gender ter plaatse van Lodewijk Napoleonlaan is gereed., ter plaatse van de Willemstraat is vertraagd door de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse.(MKBA). De aanleg van de Waterstructuur De Burgh is in uitvoering. Aanleg waterstructuur
0
+
Eindhoven Noord is vertraagd door MKBA.
Project Genderbeemd is in uitvoering.
grondwateroverlast in Genderbeemd (in
In Gijzenrooi worden lokaal (kleinere) maatregelen uitgevoerd en
combinatie met afkoppelproject) en
gemonitored of deze de gewenste effecten hebben.
Gijzenrooi zijn in uitvoering.
b
De grondwaterwinningen Aalsterweg
+
Vredeoord verloopt conform plan. De (ondiepe) grondwaterwinning
en Vredeoord worden middels een
Aalsterweg wordt bedreigd door bodemverontreinigingen. Risico is dat de
gebiedgerichte aanpak in stand
grondwateronttrekkingen moeten worden stopgezet met als gevolg dat
gehouden.
de grondwaterstanden in Eindhoven zuid stijgen waardoor overlast zal
- 206 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.4 Water
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming ontstaan. In samenwerking met Brabant Water, Provincie, Waalre en Waterschap wordt gewerkt aan een oplossing in de vorm van een schermbemaling. Het project opwaarderen Beatrixkanaal is in uitvoering.
0
Project is in uitvoering. Vanwege niet voorziene verontreinigingen van de oevers is er een vertraging in de uitvoering ontstaan die naar verwachting in 2013 wordt ingelopen.
Outputindicatoren:
Kengetallen/prestatie-
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
Indicator
indicatoren met streefwaarden Inspectie en reiniging riolen Reiniging kolken Reiniging en inspectie rioolgemalen Rioolvervanging Afkoppelen verharding Waterstructuur
Km
80 km
140 km
125
80
stuks
162.540 st
162.540 st
162.500
162.500
stuks
489 st
480 st
489
489
Meter
3.684 m
5947 m
9297
7826
Hectare
11 ha
30 ha
25
23,1
Meter
307 m
1000 m
4125
3610
Riooloverstortvolume per jaar (modelmatig)
m3
741.107
730.170
Riooloverstortvolume piek gebeurtenis (idem)
m3
170.830
169.000
Knelpunten water op straat klasse 2 en 3 (idem)
aantal
12
12
Vervangen damwand B-kanaal
Meter
7000
3000
10.917
5071
Baggeren waterbodems**
m3
0 m³
7537 m3
Toelichting afwijking outputindicatoren: Het inspecteren en reinigen van de riolen geschiedt met een bestek met een looptijd van 2 jaar. Hierdoor kan het eerste jaar wat minder worden uitgevoerd; in het tweede jaar wordt dit dan weer ingehaald. In zijn algemeenheid is de uitvoering van de projecten minder snel gegaan dan gepland. Dit door personele capaciteit, afstemming met omgeving en door de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse. De berekende overstortvolumina per jaar en als piekgebeurtenis zijn minder dan volgens begroting. Dit omdat bij de begroting deze hoeveelheden berekend zijn op basis van de situatie begin 2012 i.p.v. eind 2012. Op basis van de praktijkmetingen is in 2012 totaal ca. 702.000 m3 ongezuiverd rioolwater geloosd waarvan ca. 250.000 m3 via het bergbezinkbassin in de Kosmoslaan. De grootste pieklozing had plaats op 11 juli 2012 op welke datum ca. 200.000 m3 is geloosd ten gevolge van een neerslag van ruim 30 mm in ca 7 uur. Vanwege niet voorziene verontreinigingen in de oevers is er een vertraging in de uitvoering van het project opwaarderen Beatrixkanaal ontstaan die naar verwachting in 2013 wordt ingelopen. Hierdoor is er minder damwand in 2012 vervangen dan gepland. Vanwege vertraging van het project Genderpark (vanwege afstemming en MKBA) is het baggeren van de vijver in dit park nog niet uitgevoerd.
- 207 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.4 Water
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
160
Totaal (netto) investering
Afwijking
33
V 127
Toelichting afwijking investeringen: Bovenstaande bedragen hebben betrekking op de aanschaf van een nieuwe rioolbeheerpakket. De aanschaf is vertraagd en is voorzien in het voorjaar van 2013. Daarnaast zijn in 2012 vervangings- en verbeteringsmaatregelen uitgevoerd. In totaal is voor een bedrag van ruim € 12 miljoen geïnvesteerd (inclusief bijdragen derden en subsidies). Dit betreft ruim € 7 miljoen aan rioolvervangingsprojecten en bijna € 5 miljoen aan verbeteringen zoals afkoppelen verhard oppervlak, aanleg waterstructuren en opheffen/voorkomen grondwateroverlast. Deze investeringen lopen via de voorziening riolen en zijn om die reden hierboven niet in beeld.
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
16.870
16.801
V 69
Exploitatiebaten
16.356
16.417
V 61
N 514
N 384
V 130
N 151
N 151
N 535
N 21
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
N 514
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Aan monitoring onderzoek en communicatie is minder uitgegeven dan
V 103
V 103
V 56
V 56
N 135
N 135
begroot. Op basis van de ervaring van de laatste jaren lijkt deze post structureel aan de hoge kant. Bij de begroting 2014 zal hierop worden geanticipeerd. Reinigen en inspectieriolen. Het inspecteren en reinigen van de riolen geschiedt met een bestek met een looptijd van 2 jaar. Hierdoor is er in 2012 minder uitgevoerd, in 2013 wordt dit weer ingehaald. Curatief kolken putten en riolen. De overschrijding wordt veroorzaakt doordat er meer problemen (meer meldingen) worden opgelost. Dit kan niet worden uitgesteld omdat de problemen (wateroverlast, veiligheid) alleen maar groter worden. Op basis van de ervaring van de laatste jaren lijkt deze post structureel aan de hoge kant. Bij de begroting 2014 zal hierop worden geanticipeerd. Het daadwerkelijk aantal objecten in de rioolheffing 2012 voor
V 72
- 208 -
V72
Structureel
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.4 Water
Portefeuille:
Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves eigenaren is groter dan begroot waardoor meer inkomsten (V € 93.000). De rioolheffing van de grootverbruikers is daarentegen wat lager dan begroot (N € 42.000). Daarnaast zijn er inkomsten via nakohieren voorgaande jaren (V € 20.000). In totaal levert dit een positief saldo op de baten van V € 72.000. De afwikkeling van het exploitatiesaldo van het CP 8.4.01 zal conform
N151
N 151
de BBV geschieden naar de reserve “zorgplicht afval- hemel- en grondwater”. Overige afwijkingen: Totaal
- 209 -
V 45
N 11
V 69
V 61
V 34 N151
N 21
Structureel
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.5 Milieu
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Het milieubeleid in Eindhoven is gericht op:
b b b
Integrale verbetering van de lokale milieukwaliteit en bijdrage aan leefbaarheid. Bijdragen aan het oplossen van milieuproblemen op hogere schaalniveaus (o.a. klimaat, duurzaamheid ). Duurzame ontwikkeling van de stad.
Bodem
b b b
De bodem levert geen gevaar voor de gezondheid en ecosystemen, en is geschikt voor de gebruiksfunctie. Bodemverontreiniging kan zich nergens ongecontroleerd verspreiden. Het inzicht in de kwaliteit van de bodem is volledig.
Geluid
b
Minder hinder door het treffen van maatregelen volgens de voorkeursvolgorde 1. aan de bron. 2. in het overdrachtsgebied tussen bron en ontvangen. 3. bij de ontvanger.
Lucht De lucht is schoon en veilig. Externe Veiligheid Risico’s externe veiligheid zijn inzichtelijk, zo klein mogelijk en beheersbaar. Wat is bereikt? Er zijn diverse activiteiten uitgevoerd gericht op een gezonde leefomgeving zoals:
b
De kwaliteit en beleving van de fysieke leefomgeving is voor de milieuthema’s in de stad gemonitored door middel van berekening, meting en peiling van beleving van inwoners. De beschikbare informatie is ontsloten via de gemeentelijke website (Eindhoven/inwonersplein/leefomgeving).
b
Er is actief uitvoering gegeven aan met het rijk gemaakte saneringsafspraken ter beperking van de risico’s, belasting en hinder(beleving) ten aanzien van Bodem, Geluid, Lucht, Externe veiligheid en elektromagnetische straling.
b
Gezondheidseffecten in bestaande situaties en van te realiseren nieuwe ontwikkelingen zijn met GGD in kaart gebracht ten aanzien van de beleving van de luchthaven en de strategische mobiliteitsagenda.
b
Er zijn door initiatieven van derden en integratie van doelen vanuit andere gemeentelijke programma’s innovatieve ontwikkelingen in gang gezet ten aanzien van bodemsanering (toepassing van aardwarmte StrijpR), geluidmonitoring (Stratumseind, Alderstafel Eindhoven), luchtkwaliteit (Innovatief Luchtmeetsysteem AiREAS).
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
hoeveelheid ingeleverd afval
526
511
450
518
waarvan hoeveelheid restafval (kg's/inw)
Afval 203
209
180
207
verwerkingskosten (€/inw)
46
41
40
43
tevredenheid burgers over inzameling (SW >80 %)
91
90
90
90
- 210 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.5 Milieu
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Realisatie
Realisatie Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
280
137
40
44
-
-
4
3
-
-
-
PM1
22
21
20
20
-
-
-
PM1
19
19
20
18
-
32
25
34
1
0
0
0
26
17
20
15
Bodem aantal nog uit te voeren onderzoeken op potentiële spoedlocaties Waarvan spoedeisend te saneren/ beheersen Geluid aantal woningen (en kwetsbare functies) met te hoge geluidbelasting % inwoners dat geluidhinder ondervindt (sw <20%) Lucht aantal woningen (en kwetsbare functies) met te hoge concentratie % inwoners dat hinder ondervindt van vervuilde lucht (sw<20%) % inwoners dat zich onveilig voelt a.g.v. vervuilde lucht in/om Eindhoven (sw < 25%) Risico’s Externe veiligheid en elektromagnetische straling aantal woningen en kwetsbare functies met te hoge risico’s (sw = 0) % inwoners dat zich onveilig voelt a.g.v. risicobronnen (sw <20%)
PM1 De Regionale Verkeers-Milieu Kaart (RVMK) is in de tweede helft van 2012 geactualiseerd. De aantallen worden in 2013 berekend.
Toelichting afwijking effectindicatoren: In 2012 zijn de indicatoren herontwikkeld ten behoeve van de begroting 2013. Die indicatoren zijn bovenstaande tabel opgenomen.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
Uitvoeren regulier afvalbeheer.
+
Volgens planning uitgevoerd. Er is besloten om over te gaan naar een nieuwe gemeenschappelijke regeling . Voorbereidingen daarvoor zijn getroffen.
Uitvoeren van het programma
+
bodemsanering, Wbb.
Volgens vastgestelde werkwijze en planning uitgevoerd. Met het Rijk is in 2009 een convenant afgesloten. Voor medio 2013 moeten de ecologische en verspreidingsrisico’s bekend zijn. Tevens dienen de locaties met humane risico’s voor 2015 gesaneerd zijn. De werkzaamheden liggen op schema.
Inzichtelijk houden van de Geluidsituatie in
+
de stad door middel van meten, berekenen
Metingen langs de Randweg Eindhoven en de rapportage EU-Richtlijn Omgevingslawaai zijn uitgevoerd en geven inzicht in de geluidsituatie.
en belevingsonderzoek. Beperken van geluid (weg, rail, luchtvaart, bedrijven, horeca) en het aantal mensen dat
+
Er zijn raildempers aangebracht aan het spoor ter hoogte van Tongelre. Plaatsing van schermen wordt voorbereid (planning realisatie 2013).
- 211 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.5 Milieu
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
daar hinder van ondervindt.
Met ondernemers en omwonenden zijn voorbereidingen getroffen om geluidhinder Stratumseind beter te monitoren en te handhaven. In het kader van de Alderstafel is: door GGD Gezondheidbelevingsonderzoek uitgevoerd. De resultaten worden begin 2013 via de Alderstafel kenbaar gemaakt. ambtelijk een verkenning uitgevoerd naar het realiseren van een integrale informatievoorziening voor klachten en geluidmetingen rondom de luchthaven. Ter uitvoering van de afspraak met Belangenvereniging Omwonenden Welschap (BOW) heeft Eindhoven Airport voorbereidingen getroffen om de geluidmetingen per 2013 te ontsluiten (1e kwartaal).
Uitvoeren geluidsaneringsprogramma (A- en
+
raillijst). Actualiseren van de saneringsvoorraad in de
Het saneringsproject Leenderweg buiten de Ring is in uitvoering, afronding voorzien voorjaar 2013.
0
Momenteel nog niet actueel. De voorbereiding en besluitvorming over
gemeente met daarbij horende financiering
SWUNG II (gemeentelijke wegen) is door het rijk nog niet afgerond.
ten behoeve van Samen Werken aan de
Daardoor is nog niet bekend welke kaders gehanteerd moeten worden
Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid (SWUNG).
voor de actualisatie. Aan de vertraging zijn geen risico’s verbonden.
Uitvoeren van EU richtlijn omgevingslawaai:
+
update geluidkaarten en plan van aanpak
De rapportage EU-Richtlijn Omgevingslawaai is vastgesteld. Het actieplan (plan van aanpak) is in voorbereiding; besluitvorming 2013.
sanering. Uitvoeren van de programma’s Gevel- en
+
Schermsanering in het kader van onderdeel
geluidhinder spoor (schermen en dempers) in Tongelre. Daarmee is ook
Geluid Begeleiden. Uitvoeren van het programma luchtkwaliteit
Met het Rijk en ProRail is overeenstemming bereikt over de sanering van duidelijk welke woningen aanvullend geïsoleerd moeten worden.
+
en mobiliteit en maatregelen NSL/BSL.
De luchtkwaliteit in de stad is gemonitord door middel van berekening, meting en beleving van burgers. Er is conform planning uitvoering gegeven aan het Nationaal en Brabants samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL resp. BSL) .
Uitvoeren van het Besluit Externe Veiligheid
+
Volgens planning uitgevoerd. De voor uitvoering relevante processen
inrichtingen (BEVI), Wet luchtvaart, NVGS.
(wetgeving; Visie externe veiligheid) zijn beschreven en geborgd.
Implementeren Visie externe veiligheid.
Eindhoven voldoet daarmee per eind 2012 aan de kwaliteitscriteria van Brabant Veiliger.
Voorkomen van het ontstaan van nieuwe
+
risicoknelpunten in Eindhoven.
Er zijn geen nieuwe risicoknelpunten ontstaan. Ter voorkoming van nieuwe knelpunten worden initiatieven voor aanpassingen van bestemmingsplannen en ten aanzien van risicovolle bedrijven expliciet getoetst aan de Visie externe veiligheid.
Risico’s – en het ruimtelijk beslag ervan- zo
+
Dit is conform het beleid en de Visie externe veiligheid uitgevoerd.
+
De risico informatie over Eindhoven is up-to-date bijgehouden op de
klein mogelijk en beheersbaar houden/maken. Het ontsluiten van risico informatie.
gemeentelijke website (onder Leefomgeving/Milieu/Externe Veiligheid)
- 212 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.5 Milieu
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Bijgestelde programmabegroting 2012
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming en op de Provinciale Risicokaart (Brabant Veiliger)
Uitvoeren van VTH taken Wet Milieubeheer
+
Volgens planning uitgevoerd. Per 2013 zal de Omgevingsdienst Zuid-Oost
en Wet bodembescherming (intensivering
Brabant van start gaan. Daarin zal Eindhoven de VTH activiteiten ten
Externe Veiligheid).
aanzien van bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s en Zware Ongevallen (BRZO) en bodemtaken onderbrengen.
Milieu-educatie
+
Volgens planning uitgevoerd. Er is een plan van aanpak voorbereid om natuur en milieu educatie door te ontwikkelen tot natuur en duurzaamheidseducatie.
Milieucommunicatie en –informatie
+
De informatie over het thema Milieu op de gemeentelijk website is uitgebreid met Hoogspanningslijnen en ten aanzien van de overige thema’s up-to-date gehouden (Leefomgeving/Milieu).
MEC
+
Met het dossier “Koersbepaling MEC” heeft besluitvorming plaatsgevonden over het verzelfstandigen van het MEC. Belangstellenden zijn gevraagd zich met ideeën en plannen te melden voor het realiseren van de stadspoort Gennep.
Outputindicatoren
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
Aantal kg restafval per inwoner per jaar
204
212
180
207
Aantal nieuw gerealiseerde hoogbouwcontainers
400
550
200
pm
695
295
138
pm
10
17
Outputindicatoren Afvalbeheer
Outputindicatoren Milieubeheer Bodem Aantal onderzochte locaties Aantal gesaneerde locaties
pm
Geluid Aantal gesaneerde woningen (A-/raillijst) Lucht
25
256
316
-
-
-
-
0
1
0
0
Externe Veiligheid Het aantal nieuwe risicoknelpunten
Toelichting afwijking outputindicatoren: In 2012 zijn de indicatoren tbv Bodem en Geluid herontwikkeld ten behoeve van de begroting 2013. Die indicatoren zijn bovenstaande tabel opgenomen. Toelichting aantal onderzochte locaties Bodem: de begroting betreft een inschatting van wat de gemeente en de markt zou realiseren. In de praktijk is er sprake gebleken van stagnatie in de markt als gevolg van de crisis.
- 213 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.5 Milieu
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat heeft het gekost Investeringen:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
1.335
Totaal (netto) investering
Afwijking
1.164
V 171
Toelichting afwijking investeringen: Het is niet gelukt om het project containerisatie bij de hoogbouw af te ronden. Vanwege beperkt beschikbare ruimte op sommige locaties is hiervoor meer afstemming met toekomstige gebruikers nodig over de exacte locatie. Een deel van de voorgenomen investering in ondergrondse afvalcontainers wordt daarom doorgeschoven naar 2013.
Exploitatie:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 Exploitatielasten
Rekening 2012
32.865
Exploitatiebaten
Afwijking
29.931
V 2.934
25.109
26.733
V 1.624
Saldo voor mutaties reserves
N 7.756
N 3.198
V 4.558
Mutaties in reserves
V 1.442
N 2.126
N 3.568
Saldo na mutaties reserves
N 6.314
N 5.324
V 990
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties reserves
Saldo
Afvalbeheer Marktwerking ( hoeveelheid en prijs afvalstromen) Als gevolg van marktwerking op de prijzen en afwijking van de aangeboden hoeveelheden ontstaat een afwijking op de lasten en baten van de diverse afvalstromen:
b b b b
Nieuw contract GFT met lager tarief: V € 393.000 (lasten)
V 1.103
V 482
V 1.585
V 861
V 271
V 1.132
Lagere inzamelkosten CURE: V € 701.000 (lasten) Hogere inkomsten deelstromen: V € 482.000 (baten) Overig lasten: N € 9.000
Afvalstoffenheffing Eindhoven hanteert 4 tarieven( afhankelijk van de gezinsgrootte). Als gezinnen kleiner worden, komen ze in een lager tarief en betekent dit minder opbrengst afvalstoffenheffing. Het aantal verminderingen over 2012 is minder dan begroot (V € 147.000). Daarnaast voordeel a.g.v. nakohier voorgaande jaren(V € 111.000). Aantal bewoners die voldoen aan de criteria kwijtscheldingen is lager. Hierdoor voordeel op de lasten (V € 861.000).
- 214 -
Structureel
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.5 Milieu
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties reserves
V 841
Reinigingsrecht bedrijven
Saldo V 841
Bedrijven zijn verantwoordelijk voor de afvoer van hun eigen afval .Zij kunnen gebruik maken van de gemeentelijke inzameldienst. In dat geval moeten ze reinigingsrecht betalen waarvoor zij een aanslag ontvangen. In 2012 is met een inhaalslag alsnog reinigingsrecht voor de jaren 2012,2011 en 2010 geïnd. (Gebleken is dat een aantal bedrijven geen overeenkomst had met een privaat bedrijf, maar dat zij gebruik maakten van de gemeentelijke afvalinzameldienst). V 415
Budgetgestuurde milieutaken VTH
V 415
Lagere kosten vanwege m.n. beperkte inhuur (gevolg van conjunctuur) en tragere besluitvorming RUD (V € 295.000). In 2011zijn personeelsleden overgenomen van het huidige SRE. Met deze overname zijn huisvestingskosten en personeelskosten ontstaan. Een deel van het budget dient ingezet te worden ter dekking van deze huisvestingskosten. Dit heeft nog niet zijn beslag gekregen vanwege de huidige vorming van de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant waarbij (een deel van de) personeelsleden naar de Omgevingsdienst zullen gaan. Hierdoor ontstaat op dit PO een voordeel (V € 120.000), maar ontstaat bij de centrale huisvestingskosten een tekort voor hetzelfde bedrag. Budgetgestuurde milieutaken ORVM
b
V 296
V 67
V 363
V 259
N 37
V 222
V 2.934
V 1.624
de kosten voor de opgedragen taken zijn hoger geweest als gevolg van m.n. de uitvoering van het werkprogramma Leefbaarheid van de Alderstafel waarvan Eindhoven de trekker is (N € 50.000 lasten).
b
Regiogemeenten hebben bijgedragen aan in dat kader door GGD uitgevoerd gezondheidbelevingsonderzoek Alderstafel: (V € 67.000 baten).
b
We hebben kortingen en tariefcorrecties over 2010, 2011, 2012 ontvangen
van het SRE waardoor een voordeel ontstaat (V € 346.000 lasten). Overige afwijkingen
b
overige baten & lasten
Voordeel op de lasten wordt grotendeels (V € 202.000) door afwijking interne doorbelasting personele uren, zie hiervoor algemene toelichting.
b
afwikkeling resultaten afval op de reserve afval.
Totaal
- 215 -
N 3.568
N 3.568
N 3.568
V 990
Structureel
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.6 Verkeer en vervoer
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt Doelstelling: 1.
Een betere bereikbaarheid van de stad, door meer gebruikers in minder tijd te faciliteren.
Op basis van diverse beleidsplannen zijn maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid uitgevoerd. Voorbeelden zijn vervanging van verkeerslichten, realisatie van groene golven en reconstructies van wegen. Aanvullende maatregelen zijn in 2012 onderzocht in de Strategische Mobiliteitsagenda, die tot een uitvoeringsplan voor de komende jaren moet leiden. De grote investeringen zijn afgewogen in het MIP. 2.
De verandering van de modal split (de verdeling tussen de verschillende vervoerwijzen auto, fiets en openbaar vervoer) in de periode 2007-2020.
De in 2009 vastgestelde HOV-strategie, OV-agenda en het Actieplan Fiets! vormen de basis voor de verandering van de modal split. Op het gebied van openbaar vervoer is HOV2 het project dat de meeste invloed heeft op de groei van het openbaar vervoergebruik. Dit uitvoering van HOV2 is in 2012 gestart in de Sterrenlaan. Op het gebied van fiets zijn in 2012 diverse projecten uitgevoerd, zoals de aanleg van een fietsstraat in de Woenselse Markt, de aanleg van fietspaden in de Locatellistraat en de Orpheuslaan én de realisatie van een fietsrotonde op de Hovenring. 3.
Een grotere verkeersveiligheid door het zoveel mogelijk opheffen van black spots, het inrichten van duurzaam veilige woonwijken en systematisch aandacht voor kwetsbare deelnemers. Jaarlijks moet het aantal ernstige verkeersgewonden ten opzichte van het voorgaande jaar dalen met 10%.
In 2012 is de reconstructie van het meest onveilige kruispunt van Brabant afgerond. Dat was het kruispunt van de Geldropseweg met de Ring. Daarnaast is in 2012 veel geïnvesteerd in schoolzones die de omgeving rondom scholen veiliger moeten maken. 4.
Minder vervuilend verkeer (binnen de ring). We zetten in op een afname van de hoeveelheid gemotoriseerd (doorgaand) verkeer binnen de ring met 30% in de periode 2008-2015. Dit is noodzakelijk voor een betere luchtkwaliteit conform programmaonderdeel 8.5 (milieu). Daarnaast draagt deze doelstelling bij aan een betere bereikbaarheid van de binnenstad.
Acties op het gebied van het stimuleren van fiets- en OV-gebruik en een betere doorstroming van autoverkeer op de Ring lopen volgens planning. Maatregelen die leiden tot minder (doorgaand) autoverkeer worden op dit moment uitgewerkt in de Strategische Mobiliteitsagenda. Vooruitlopend op het vaststellen van de Strategische Mobiliteitsagenda zijn in 2012 diverse quick wins uitgevoerd ter vermindering van de hoeveelheid vervuilend verkeer binnen de Ring. In 2012 is een extra subsidie voor deze projecten ontvangen die een extra impuls aan de doelstelling moeten geven. Deze maatregelen zullen in 2013 en 2014 uitgevoerd worden.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
nnb
nnb
nnb
nnb
Auto
49%
47%
47%
48%
Fiets
44%
45%
45%
46%
7%
8%
8%
6%
nnb
nnb
nnb
nnb
33%
42%
<40%
31%
Verbeteren bereikbaarheid van de stad Bereikbaarheidsindex Verandering modal split
Openbaar vervoer Verhogen verkeersveiligheid Aantal ernstige verkeersgewonden Percentage Eindhovenaren dat zich wel eens onveilig voelt in het verkeer
- 216 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.6 Verkeer en vervoer
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
113.661
115.412
< 114.000
117.723
75%
88%
90%
90%
Minder vervuilend verkeer binnen de ring Aantal in- en uitrijdende (vracht)auto’s per dag op de 9 invalswegen binnen de ring (in duizendtallen en index, 2008 is basisjaar) % vrachtwagens in milieuzone met schone/ten minste een euro-4klasse motor of een gecertificeerd roetfilter
Toelichting afwijking effectindicatoren: 1. Bereikbaarheid Om de bereikbaarheid van de stad te kunnen monitoren zijn verschillende indicatoren, die iets zeggen over de bereikbaarheid, samengevoegd in een bereikbaarheidsindex. In 2012 is echter gebleken dat het niet mogelijk is om deze indicatoren in een formule te verwerken, met als uitkomst een cijfer die de bereikbaarheid van de stad weergeeft. Daarom worden vanaf de begroting 2013 de indicatoren die betrekking hebben op de bereikbaarheid afzonderlijk in beeld gebracht en zijn er in de jaarrekening 2012 geen cijfers te melden. 2. Modal split De modal split is de verdeling tussen de verschillende vervoerwijzen. De informatie komt beschikbaar uit de inwonersenquête. Uit de gepresenteerde cijfers blijkt dat het aandeel openbaar vervoer achterblijft bij de raming en dat het aandeel auto 1% te hoog is. Naar verwachting wordt deze afwijking na de realisatie van HOV2 weer rechtgetrokken. 3. Verkeersveiligheid Vanaf 2010 is het aantal verkeersslachtoffers slecht geregistreerd, o.a. door automatiseringsproblemen bij de politie. In 2010 zijn er in Eindhoven 67 verkeersslachtoffers geregistreerd en in 2011 waren dat er 23. Deze cijfers zijn echter onbruikbaar en geven geen reëel beeld. Om die reden zijn ze niet opgenomen in de tabel met effectindicatoren. Het percentage Eindhovenaren dat zich wel eens onveilig voelt in het verkeer is ten opzichte van 2011fors afgenomen. Het jaar 2011 lijkt eenmalig (onverklaarbaar) een negatieve uitschieter te zijn. In 2012 lijkt de positieve lijn weer ingezet te zijn. 4. Minder vervuilend verkeer (binnen de ring) Verkeersmaatregelen kunnen in grote mate een bijdrage leveren aan een betere luchtkwaliteit. Met name in het centrumgebied heeft de hoeveelheid verkeer grote invloed op de luchtkwaliteit. De hoeveelheid verkeer binnen de ring wordt jaarlijks gemeten op de belangrijkste invalswegen binnen de ring. In 2012 is de hoeveelheid verkeer binnen de Ring ten opzichte van 2011 toegenomen, terwijl het doel juist gericht is op een afname. Uit een nader analyse van de cijfers blijkt dat deze toename hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door een hele forse toename op de Dorgelolaan en de Kennedylaan. Dit is waarschijnlijk het gevolg van sluipverkeer tijdens de werkzaamheden aan de Orpheuslaan en de Sterrenlaan. Op de overige invalswegen (met uitzondering van de Karel de Grotelaan) is de intensiteit namelijk wel afgenomen, conform de doelstelling. Waarschijnlijk is de toename dus tijdelijk en is dat nog geen reden om extra maatregelen te treffen. Naast de hoeveelheid verkeer binnen de ring is het percentage vrachtwagens met een schone motor een goede indicator voor het in beeld brengen van de luchtkwaliteit. In 2012 bedroeg het percentage schone vrachtauto’s 88%. Dat is net niet het begrote percentage van 90%, maar de afwijking is niet zodanig groot dat bijsturingacties noodzakelijk zijn.
- 217 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.6 Verkeer en vervoer
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming 1
Bereikbaarheid
2
verandering Modal Split
b
Verbetering van de internationale
+
bereikbaarheid van Brainport Regio
Rechtstreekse intercityverbindingen met Düsseldorf, Aachen en Antwerpen/Brussel zijn allen dichterbij gekomen.
Eindhoven per spoor.
b
Uitwerken van het Netwerkprogramma
+
BrabantStad Bereikbaar.
Zowel op het gebied van weg (A2, A58, A67), water (Wilhelminakanaal) als spoor zijn vorderingen geboekt. Structurele verbeteringen zijn deels zekergesteld en worden gerealiseerd in de periode tot 2020.
b
Een bijdrage leveren aan de uitwerking
+
van de Grote Ruit rond Eindhoven en
Voorbereiding voor de project-MER Noordoostcorridor en voor uitvoering van het Rijk van Dommel en Aa loopt.
Helmond; Project Brainport Oost i.s.m. Provincie, SRE, gemeenten en waterschappen.
b
Uitvoeren van het projectplan
+
De ontwikkeling van de SMA verloopt volgens planning. Ook de geplande
Strategische Mobiliteitsagenda
fietsmaatregelen (o.a. fietspad Locatellistraat en fietsroute naar Son), de
Eindhoven (inclusief quick wins) in
OV-agenda (o.a. uitvoering HOV2) en BBZOB (o.a. voorbereiding voor
samenhang met het Meerjaren
doorstromingsmaatregelen op het oostelijk deel van de Ring) zijn conform
Investeringsprogramma met daarin
planning uitgevoerd.
aandacht voor Actieplan Fiets! , OVagenda en Beter Bereikbaar Zuidoost Brabant (BBZOB).
b
Op onderdelen uitwerken van de
+
In samenwerking met Rijkswaterstaat is het voorlopig ontwerp van de
maatregelen uit het vastgestelde
aansluiting Brainport Innovatie Campus afgerond. Het vervolg van dit
Bereikbaarheidsplan Eindhoven Airport.
project zal betrokken worden bij de Verkenning A58, in het startdocument MIRT-verkenning A58 Eindhoven – Tilburg en het projectplan InnovA58, waar Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor is. Ook heeft in 2012 een verkennend onderzoek naar de haalbaarheid van een nieuw station Eindhoven Airport plaatsgevonden. Conclusie is dat nog nader onderzoek naar de haalbaarheid van een nieuw IC-station zal plaatsvinden in het kader van de MIRT-verkenning Brainport Avenue.
b
Deelname aan de Interreg –projecten
+
In het CARMA-project zijn conform planning diverse fietsprojecten
Rock (gericht op internationale
uitgevoerd, zoals de mobility coach (gericht op fietsgebruik ambtenaren),
treinverbindingen), Bapts (gericht op
plaatsen van stadsplattegronden met fietsinformatie, fiets-en-win
hoogwaardig openbaar vervoer) en
buurtacties en er zijn diverse netwerkbijeenkomsten georganiseerd.
Carma (gericht op fietsmarketing).
- 218 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.6 Verkeer en vervoer
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
b
Uitvoeren diverse grote infrastructurele
+
De Hovenring, Meerenakkerweg-Beemdstraat, Orpheuslaan, Heezerweg
projecten die leiden tot een betere
en de Kruisstraat/Woenselse Markt zijn in 2012 conform planning
bereikbaarheid.
gereconstrueerd. Enkele projecten zijn al klaar. Andere worden in 2013 afgerond. De uitvoering van de ontvlechting Noord Brabantlaan en de aansluiting Meerenakkerweg hebben vertraging opgelopen, omdat de uitvoeringskosten hoger uitvielen dan geraamd. Inmiddels zijn daarover afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat, die de extra kosten zal financieren. Start van de uitvoering is nu in 2013 voorzien.
b
Uitvoeren parkeerbeleid.
+
In 2012 zijn nieuwe beleidsregels mbt parkeernormen vastgesteld. De toepassing van de parkeernormen is daardoor soepeler geworden. Verder zijn de parkeertarieven met ingang van 1 januari 2012 met ongeveer 16% verhoogd, is besloten om stadspasparkeren verder uit te rollen en kentekenparkeren op enkele parkeerterreinen in het centrum in te voeren.
3
b
Verbeteren verkeersveiligheid Aanpak black spots door zoveel
+
In het HOV2-project zijn de black spots Kennedylaan/Sterrenlaan en
mogelijk mee te liften met vervanging
Sterrenlaan/Mercuriuslaan aangepakt. Tegelijkertijd met de reconstructie
van verkeerslichten.
van de Orpheuslaan is de black spot Kennedylaan/Orpheuslaan gereconstrueerd. De aanpassing van de black spot Gabriel Metsulaan/Geldropseweg heeft vertraging opgelopen door de vele bezwaren die vanuit de buurt tegen de voorgenomen plannen zijn ontvangen.
b
Herinrichten van schoolomgevingen.
+
Conform planning zijn de volgende schoolomgevingen in 2012 opnieuw ingericht: - Hasselbraam; - De Vierring; - De Schelp; - De Handreiking; - Onder de Wieken. De straten zijn ingericht als schoolzones ter verbetering van de verkeersveiligheid rondom de scholen.
b
4
b
Inrichten van duurzaam veilige
+
In 2012 is onder andere aan de Donizettilaan, de Mendelssohnlaan en de
woonstraten door mee te liften met
Orpheuslaan onderhoud gepleegd. Tegelijkertijd heeft er een
onderhouds- of
herinrichting plaatsgevonden, waarbij de wegen duurzaam veilig zijn
rioleringswerkzaamheden.
ingericht.
Minder vervuilend verkeer ( binnen de ring) Uitvoeren en evalueren van het
+
In 2012 zijn er diverse maatregelen uit het Actieprogramma uitgevoerd. De
Actieprogramma Luchtkwaliteit en
handhaving van de milieuzone was gericht op het stabiliseren van het
Mobiliteit, inclusief het aangescherpte
positieve milieu-effect. Op de meeste wegen binnen de Ring is de
- 219 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.6 Verkeer en vervoer
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming pakket maatregelen voor het Brabants
hoeveelheid verkeer afgenomen, wat een positief effect heeft op de
Saneringsprogramma Luchtkwaliteit
luchtkwaliteit. Uitzondering zijn de Kennedylaan, de Dorgelolaan en de
(BSL), met speciale aandacht voor
Karel de Grotelaan. Extra verkeer op de Kennedylaan en Dorgelolaan is het
aanpak luchtkwaliteit binnen de Ring en
gevolg van diverse wegwerkzaamheden. Voor de toename van het verkeer
de handhaving milieuzone en
op de Karel de Grotelaan is geen verklaring. De verdere uitvoering van de
communicatiecampagne naar
quick wins uit de SMA moet de hoeveelheid verkeer binnen de Ring nog
doelgroepen.
verder verminderen.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
9
10
7
5
57
65
68
70
Bereikbaarheid en modal split Aantal vervangen VRI’s Aantal hectares geasfalteerd fietspad Aantal kilometers HOV-banen
8,1
7,0
9,8
7,3
Aantal toegankelijk gemaakte bushaltes
189
238
245
291
2
10
4
3
40
43
44
41
Verkeersveiligheid Aantal opgeloste black spots Aantal deelnemende BVL-scholen
Toelichting afwijking outputindicatoren: Als gevolg van het MKBA-proces en een bezwarenprocedure hebben de vervangingen van de verkeerslichten op de Willemstraat en de Geldropseweg vertraging opgelopen. Naar verwachting worden deze VRI’s in 2013 vervangen. De uitvoering van HOV2 loopt iets achter op de oorspronkelijke planning. De overige indicatoren verlopen nagenoeg op schema.
Wat heeft het gekost Investeringen:
Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 729
Totaal (netto) investering
Rekening 2012 1.059
Afwijking
N 330
Toelichting afwijking investeringen: Deze investering heeft betrekking op de investeringskosten van het P&R-terrein Meerhoven. De uitvoering van het terrein is later gestart dan in eerste instantie werd verwacht. Het grootste deel van de kosten zijn daarom in 2012 en niet in 2011 gerealiseerd. In 2011 is er een voordeel geweest.
- 220 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.6 Verkeer en vervoer
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
8.191
8.414
N 223
Exploitatiebaten
12.385
11.159
N 1.226
V 4.194
V 2.745
N 1.449
N 917
N 947
N 30
V 3.277
V 1.798
N 1.479
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
N 200
N 1.186
N 23
N 40
N 30
N 93
N 223
N 1.226
N 30
N 1.479
Structureel
reserves Inkomsten betaald parkeren
N 1.386
JA
Onder andere als gevolg van het vervallen van enkele parkeerterreinen en een teruglopend aantal parkeertransacties en het niet tijdig kunnen invullen een bezuinigingsopgave van € 200.000 op de parkeerinkomsten zijn de parkeerinkomsten fors achtergebleven bij de geraamde inkomsten. Overige afwijkingen: Totaal
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Parkeerinkomsten Voor een deel is het tekort op de parkeerinkomsten het gevolg van het vervallen van parkeerterreinen ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen. De begroting is nooit aangepast na het vervallen van de parkeerterreinen, waardoor de inkomsten achterblijven bij het begrote bedrag. Als de economie weer aan gaat trekken, zullen meer huidige parkeerterreinen vervallen door ruimtelijke ontwikkelingen, zoals het Vd Meulen Ansems terrein, het Stationsplein en het terrein Fens. Dit zal een grote invloed hebben op de parkeerinkomsten.
Nieuwe risico’s: Electronisch fietsparkeren Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
PM
De gemeente heeft een aanbesteding uitgeschreven betreffende het ontwerp, de levering en het onderhoud van fietsstallingen met automatische vergrendeling (hierna: fietsklemmen). Het gaat om totaal 480 fietsklemmen. De gemeente heeft bij brief medegedeeld dat zij de levering van de fietsenstallingen niet accepteert en dat zij tot ontbinding van de overeenkomst overgaat. Het belangrijkste argument daarvoor is dat tijdens de gebruikerstest is gebleken dat een aantal fietsenstallingen niet voldoet aan hetgeen wij met de leverancier zijn overeengekomen. Hierover loopt een gerechtelijke procedure. Indien de gemeente deze procedure verliest betekent dit betaling van de gehele projectkosten, terugbetaling van verkregen subsidie en betaling van proceskosten. Uitspraak wordt eind mei 2013 verwacht.
- 221 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Hogere doel: inpassen en sturen van de ruimtelijk-fysieke gevolgen van sociaal-maatschappelijke en economische ontwikkelingen in de stad met het oog op een duurzame, leefbare en veilige stad. Operationele doel: het slagvaardig en klantvriendelijk toepassen van het beschikbare (publiek- en privaatrechtelijke) instrumentarium gericht op het behalen van een optimale (ruimtelijke) kwaliteit. Het is crisis en dat is merkbaar. In 2012 zet de trend door dat plannen gefaseerd en kleinschaliger van aard worden. Er is een verschuiving van visievorming naar programmeren, samenhang aanbrengen en uitvoeren. Er is een Maatschappelijke Kosten en Baten analyse (MKBA) uitgevoerd om alle investeringen te beoordelen. Besluitvorming volgt begin 2013 en werkt door in het Meerjaren investeringsprogramma (MIP). De doorontwikkeling van het ruimtelijk domein loopt door, hierbij is o.a. in 2012 een traject opgestart om te komen tot minder lokale regels in het ruimtelijk domein. Er is in 2012 volop gewerkt aan de actualisering van bestemmingsplannen. Bestemmingsplannen ouder dan tien jaar moeten volgens de wet vóór 1 juli 2013 worden geactualiseerd. In 2012 is ook ervaring opgedaan met bestemmingsplannen die door derden zijn opgesteld. De beweging in het ruimtelijk domein is ook bij de vergunningverlening zichtbaar. Het streven is om aanvragers in de loop van 2013 te kunnen laten kiezen of zij een dienst door de gemeente laten uitvoeren of dat zij deze laten uitvoeren door een gecertificeerd bedrijf. De Meerjarenprognose Grondexploitatie 2012 is vastgesteld. In 2012 is een afboeking geweest mede als gevolg van de economische crisis en teruglopen van inkomsten uit grondexploitatie. Zie ook de paragraaf Grondbeleid hiervoor.
Effectindicatoren: Het programma is voornamelijk instrumenteel (publiekrechtelijke instrumenten voor kaderstelling) en leent het zich niet voor het formuleren van effectindicatoren (BIO, 2007).
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Integrale gebiedsontwikkeling Bovenlokaal niveau
b
+
(Doorloper) uitvoeringsagenda
- De uitvoering van het Rijk van dommel en Aa wordt gekoppeld aan Brainport Oost;
- In 2012 is het handboek en de prestatieafspraak Slowlane getekend.
intergemeentelijke structuurvisie Rijk van Dommel en Aa (SRE);
b
(Doorloper) A2-zone/Brainport Avenue (SRE).
Stedelijk niveau
b
programmeren: bijstelling van het MIP
+
- De voortgangsrapportage van de prioriteitennota is vastgesteld.
in lijn met de begrotingscyclus en
Daarnaast is er een MKBA uitgevoerd, deze vormt een basis voor het
voortgangrapportages van de
MIP;
- 222 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming
- Eindhoven heeft in 2012 succesvol deelgenomen aan de IABR op een
prioriteitennota;
b
digitale en innovatieve manier.
Eindhoven doet met Brainport mee aan de internationale Architectuurbiënalle in Rotterdam.
Majeure gebiedsontwikkelingen
+
Vanwege de economische crisis is er landelijk sprake van een toenemende
Majeure lopende gebiedsontwikkelingen, die
stagnering en fasering van gebiedsontwikkelingen. In Eindhoven stond in
zich in verschillende fasen bevinden, zijn:
2012 herbezinning centraal, onder meer via de MKBA. Er is een wisselend
b b b b b
Meerhoven: bestemmingsplan- en
beeld zichtbaar, sommige plannen zijn op schema en sommige plannen
uitvoeringsfase
worden herzien of gefaseerd.
Landelijk Strijp: planontwikkeling,
- Meerhoven/Waterrijk: plannen worden aangepast a.g.v. crisis, verdere
Strijp S: projectfase
fasering in tijd;
- Landelijk Strijp: planontwikkeling/businesscase over BIC 1e fase en
Strijp R: projectfase (uitvoering fase I); Stationsgebied: deels
groene raamwerk gaande;
- Strijp R: uitvoering eerste fase gestart; - Strijp S: deels uitvoering, deels projectfase; - Stationsgebied: werkzaamheden OV-tunnel starten in maart 2013.
bestemmingsplanfase, deels projectenfase (OV Knoop en Stationsgebied ZO);
b
Tu/e campus: projectfase (W-hal,
Zuidoost planvorming;
- Tu/e: in uitvoering, deels herziening plannen; - Eindhoven airport: uitvoering deels gestart. Voor-bereiding MIRT
Catalist en studentenhuisvesting);
b
Eindhoven Airport: planontwikkeling (irt Alders advies), bestemmingsplan-
onderzoek Eindhoven Noordwest;
- HOV II: 1e fase (noordkant) in uitvoering, 2e fase (zuidkant) nog in
en projectfase
b
HOV II-as, de ruimtelijke inpassing van
planvorming.
de 2e HOV lijn; (Doorloper) Uitvoeringsprogramma interim-
0
Na afstemming op de MKBA en MIP kan het uitvoeringsprogramma
structuurvisie :
worden afgerond. De nota bovenwijks wordt niet voortgezet, omdat nut-
De actualisatie van het
noodzaak onvoldoende is. Bezien wordt of actualisatie van het
uitvoeringsprogramma van de
uitvoeringsprogramma in 2013 wordt gedaan of eventueel uitgesteld (nut/
interimstructuurvisie is in voorbereiding. Het
noodzaak).
betreft een wettelijke taak op basis van de WRO. Stadsdeelniveau Ontwikkelingsvisie Doornakkers: kaders en
+
uitvoeringsprogramma voor
een uitvoerings-programma voor de wijkvernieuwing in Doornakkers voor de komende jaren vastgesteld.
wijkvernieuwing Doornakkers Ontwikkelingsvisie Kronehoef
In oktober is de visie Doornakkers vastgesteld. Hiermee zijn de kaders en
+
In december is de visie Kronehoef vastgesteld door het college.
- 223 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Bestemmingsplannen In 2012 werd gewerkt aan de volgende
+
bestemmingsplannen:
b
Voor 1 juli 2013 moeten volgens de wet alle bestemmingsplannen geactualiseerd zijn. Producten liggen op schema en worden naar
Wettelijke taak: actualiseren van alle
verwachting in de eerste helft van 2013 vastgesteld. Hiernaast lopen de
bestemmingsplannen eens in de 10
reguliere werkzaamheden door zoals herzieningen, verzoeken om
jaar;
planschade en projectbesluiten.
Herzieningen: als een gewenste ruimtelijke ontwikkeling niet past in het bestemmingsplan. Majeure gebiedsontwikkelingen.
+
Er zijn bestemmingsplannen in voorbereiding voor de volgende gebieden:
Met voorrang wordt gewerkt aan het
Vola Galvani (Woensel West), Oud Woensel, HTCE, Landhof 2e fase,
opstellen van bestem-mingsplannen voor
Grasrijk, Groene Raamwerk Landelijk Strijp, Binnenstad.
prioritaire giedsontwikkelingen: Stationsgebied, Strijp S, Meerhoven, Wijkvernieuwing, Onderwijs. Traject minder lokale regels in het ruimtelijk
+
De nut en noodzaak van lokale regelgeving wordt onderzocht en op zijn
domein:
merites beoordeeld. De raad heeft hiervoor in 2012 een nota van
In september 2012 is er binnen de ruimtelijke
uitgangspunten vastgesteld . In het 1e kwartaal 2013 stelt het college de
kolom een onderzoek in gang gezet naar
vervolgaanpak vast. De resultaten worden meegenomen in de toepassing
minder (lokale) regels- minder beleid.
van de Wro- en Wabo-instrumenten.
Vergunningen Dienstverlening: Continue zorg voor de
+
Verbeteren en handhaven van de dienstverlening staan ook in 2012
dienstverlening staat voorop. In 2012 wordt
centraal. Processen zijn lean en mean gemaakt. Het digitaal zaakgericht
dit doorontwikkeld, waarbij aandacht is voor
werken is deels in 2012 ingevoerd en loopt door naar 2013.
vermindering van regelgeving en digitalisering van het vergunningentraject. Pilot Certificering bouwtechnische toets
+
De eerste resultaten van de pilot worden begin 2013 verwacht en
Om de dienstverlening te verbeteren kunnen
voorgelegd aan college en raad. Bezien wordt –mede afhankelijk van
aanvragers straks kiezen of zij een dienst
landelijke wetgeving- of de certificering definitief kan worden ingevoerd
door de gemeente laten uitvoeren of dat zij
in de loop van 2013. Er is ook een vereenvoudiging van het toetsing- en
deze laten uitvoeren door een gecertificeerd
indieningskader voor lichte bouwactiviteiten uitgewerkt binnen de Crisis-
bedrijf. De bouwtechnische toets loopt
en herstel-wet. Deze vereenvoudiging wordt vanaf januari 2013 toegepast.
hierbij voorop als pilot. Minder lokale regels - relatie met aanpassing
+
De mogelijke aanpassing van het welstandstoezicht wordt meegenomen
welstandsnota
in het traject minder lokale regels in het ruimtelijk domen. In het 1e
In september 2012 is er binnen de ruimtelijke
kwartaal 2013 stelt het college de vervolgaanpak vast.
kolom een onderzoek in gang gezet naar minder (lokale) regels- minder beleid.
- 224 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Grondbeleid De gemeente werkt in 2012 met de volgende
+
De meerjaren prognose Grondexploitatie (MPG) is zowel bij de 2e Turap
instrumenten:
als bij de jaarrekening geactualiseerd. In 2012 is er in MPG een afboeking
Meerjarenprognose Grondexploitatie (MPG):
geweest mede als gevolg van de economische crisis en teruglopen van
het MPG biedt een actueel en betrouwbaar
inkomsten uit grondexploitatie Voor meer informatie over de majeure
overzicht van lopende planexploitaties en
afwijkingen in de projecten wordt verwezen naar de Paragraaf
planexploitaties in voorbereiding.
Grondbeleid.
Strategische verwerving: de markt, het
+
opraken van uitgeefbare gronden en de
Gezien de crisis en het hoge risicoprofiel van gemeenten is Eindhoven uiterst voorzichtig omgesprongen met strategische verwervingen.
economische crisis vragen om een andere inzet op strategische verwerving. Kostenverhaal / anterieure overeenkomsten:
+
Kostenverhaal vindt plaats via plankostenscan/ anterieure
De gemeenten beschikt via de WRO en grex-
overeenkomsten. De procedures rondom de Wro/grexwet en de kleine
wet over een instrument om kosten te
initiatieven zijn verder aangescherpt.
verhalen op initiatiefnemers. Hier wordt sterk op gestuurd.
Outputindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
4
2
2
4
2
2
2
2
1.150
2.200
2.200
1.781
1
1
1
- Vast te stellen visies - Stadsdebatten - Vergunningen - MIP Toelichting afwijking outputindicatoren:
2012 stond voor de gebiedsvisies vooral in het teken van het afronden van lopende trajecten, daarom zijn er iets meer visies vastgesteld als gepland. In 2012 zijn er minder vergunningsaanvragen binnengekomen als voorzien, o.a. onder invloed van de economische crisis.
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 43
Totaal (netto) investering
Rekening 2012 -
Afwijking
V 43
Toelichting afwijking investeringen: Er was rekening gehouden met een vervanginginvestering bij het gronddepot. Er wordt jaarlijks bekeken of vervanging noodzakelijk is. Dit bleek voor 2012 niet zo te zijn.
- 225 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
98.899
134.118
N 35.219
Exploitatiebaten
93.927
106.235
V 12.308
Saldo voor mutaties reserves
N 4.972
N 27.883
N 22.911
Mutaties in reserves
N 1.195
V 22.036
V 23.231
Saldo na mutaties reserves
N 6.167
N 5.847
V 320
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
V 149
N 344
Mutaties
Saldo
reserves Resultaten van afgesloten planexploitaties Mutaties voorziening nadelige resultaten planexploitaties. Bestaat
N 8.781
V 2.075
V 1.880
V 8.781
0
deels uit verhoging verliesvoorziening en deels uit het afwaarderen van voorraadprojecten. Saldoboeking planexploitaties; In de saldoboeking planexploitaties is
V 14.278
V 8.302
V 22.580
waarneembaar dat er een betere sturing plaatsvindt op kostenniveau en op liquiditeit. Overigens heeft dit geen directe gevolgen voor het jaarresultaat binnen het collegeproduct 8.7.04. (en dus de reserve Bouwgrondexploitatie) aangezien de totale kosten en opbrengsten via de regel "mutatie boekwaarde planexploitaties" geactiveerd worden in de onderhanden werkpositie, totdat het project uiteindelijk financieel wordt afgesloten. Mutatie boekwaarde planexploitaties. Zie vorige regel.
N 22.107
Huuropbrengst bebouwde eigendommen; Er is in 2012 een aanzienlijk
N 22.107
N 406
V 783
N 377
0
N 668
V 96
V 572
0
V 11.650
N 12.750
V 1.100
0
V 1.296
N 1.000
N 296
0
N 377
N 18
V 395
0
hoger bedrag aan huuropbrengsten voor bebouwde eigendommen gerealiseerd dan vooraf begroot. Met name de huuropbrengsten voor Endinet zijn hier debet aan. Kosten bebouwde eigendommen; Tegelijkertijd nemen ook de beheerskosten voor de bebouwde eigendommen toe. Met name het (achterstallig) onderhoud aan een aantal panden zorgt voor hogere kosten. Strategische verwervingen; Er hebben nauwelijks strategische aankopen plaatsgevonden, die dan ook niet geactiveerd worden in de onderhanden werk positie. De geboekte kosten hebben betrekking op de rentekosten van de strategische verwervingen. Voorbereidingskosten; de voorraadprojecten die zijn afgesloten in 2012 worden opgenomen in "resultaat van afgesloten planexploitaties". Onvoorzien. De overschrijding wordt veroorzaakt door de schikking die met de TU/e getroffen is inzake bodemvervuiling. Het college heeft
- 226 -
Structureel
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
Structureel
reserves besloten de post onvoorzien centraal bij te gaan houden in de begroting. De begrote € 0,485 miljoen zal dus verdwijnen uit dit programma. Bijdrage grondexploitaties andere reserves : Reserve
N 2.757
N 2.757
onderwijshuisvesting t.b.v. Castiliëlaan, Financieringsfonds MIP t.b.v. HOV Kastanjelaan en reserve explosieven t.b.v. Strijp S en Meerhoven. Het saldo van de lopende projecten wordt jaarlijks afgewikkeld op de
N 29.383
V 19.565
V 9.934
V 116
N 590
V 51
N 1.114
V 528
V 2.544
0
reserve MNIO. De lasten zijn hoger dan de globale raming. Begrotingstechnisch vindt een hogere afwikkeling van de lopende projecten plaats op de reserve maatschappelijk nut in projecten waardoor een nadeel ontstaat (N € 124.000) daarnaast zijn middelen uit een project vrijgevallen (V€ 240.000) welke op resultaat afgesloten projecten verantwoord had moeten worden. IWV: In de begroting wordt de index op de lasten niet afgeleid uit de
V 641
reserve IWV. Resultaat afgesloten projecten is positiever dan begroot. Voor een deel
N 31
V 1.672
wordt dit afgewikkeld in de reserve Maatschappelijk Nut. Het restant leidt tot een voordeel. Afwikkeling saldo kostenplaats projecten (kosten zijn niet doorbelast
N 2.544
naar projecten maar op de reserve afgewikkeld). In de exploitatie is de erfpacht/rente PSV verantwoord over de periode
V 1.354
N 1.228
N 126
1 juli t/m 31 december. Begroot was een geheel jaar. De vooruit gefactureerde erfpacht/rente is als transitorische post in de balans opgenomen De herclassificatie van ‘Niet in exploitatie genomen gronden’ (NIEGG)
N 653
V 653
en grond – en hulpstoffen heeft geleid tot een correctie € 653.000 ten gunste van de exploitatiereserve bouwgrondexploitaties. Overige afwijkingen: Totaal
V 363
N 13
N 63
V 286
N 35.219
V 12.308
V 23.231
V 320
Wat zijn de risico’s Bestaande risico’s: Tongelresche Akkers Schadekans:
Onbekend
Financieel risico:
PM
Om de voortgang van het project Tongelresche Akkers te verzekeren en de overlast c.q. schade voor bewoners zo beperkt als mogelijk te houden heeft de gemeente de regie naar zich toegetrokken voor het onderzoek naar de oorzaak van de verzakkingen van woonwagens.
- 227 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
De hiermee samenhangende onderzoekskosten, alsmede de kosten voor het herstellen van de verzakkingen, de schadeclaims en de inen externe begeleidingskosten zijn op het project geboekt. We verwachten dat deze kosten geheel of gedeeltelijk op Wooninc verhaald kunnen worden. De raad wordt conform afspraak over de voortgang geïnformeerd.
Risico’s grondbedrijf Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
zie hieronder
Het gemeentelijk grondbeleid en gemeentelijke planexploitaties kennen vaak complexe en langdurige processen. Dat brengt de nodige financiële en andersoortige risico’s met zich mee. Sterker nog, de risico’s van het grondbedrijf bepalen het grootste gedeelte van het benodigde weerstandsvermogen van de gemeente Eindhoven. Zowel op project- als op totaalniveau vindt risicomanagement plaats. De bepaling van de risico’s en de daarvoor benodigde weerstandscapaciteit, wordt voor de lopende projecten gedaan aan de hand van een onderscheid in project- en marktrisico’s. Projectrisico’s zijn direct gekoppeld aan een specifiek project en marktrisico’s zijn projectoverstijgende risico’s als gevolg van externe marktontwikkelingen. Het weerstandsvermogen geeft volgans artikel 11 van de BBV de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de weerstandscapaciteit die de gemeente heeft om de (eventueel) bijkomende niet begrote kosten op te kunnen vangen. Het betreft risico’s die nog niet voorzien zijn in projecten en dus niet financieel vertaald zijn in de planexploitaties en die mogelijk verdeeld tot 2032 kunnen optreden. In onderstaande tabel wordt de benodigde weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2012 weergegeven. Deze is gebaseerd op gecalculeerde risico’s die minimaal afgedekt dienen te zijn in de totaal aanwezige weerstandscapaciteit van de gemeente. Dit betreft dan een achtervang voor het geval deze risico’s daadwerkelijk optreden. Bij iedere nieuwe herziening van de planexploitaties wordt bekeken of en in welke mate (een deel van) de risico’s zich hebben geëffectueerd of zijn komen te vervallen en er wordt bekeken met welke nieuwe risico’s rekening gehouden moet worden.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt als volgt bepaald Benodigde weerstandscapaciteit lopende projecten: 50% van de marktrisico's van lopende projecten 100% van projectrisico's minus reeds gereserveerd in post onvoorzien
Basis risico scenario
Worst case risico Benodigde scenario weerstandscapacteit
Ondergrens
Bovengrens
€ 21.100.000 € 24.000.000
€ 41.600.000 € 24.000.000
€ 31.350.000 € 24.000.000 -€ 8.700.000 € 46.650.000 € 4.800.000
Benodigde weerstandscapaciteit voorraadprojecten:
€ 51.500.000
Totaal benodigde weerstandscapaciteit
Nieuwe risico’s: Lidl Hofdijkstraat Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
PM
In september 2006 is een aanvraag van Lidl om een gebruiksvergunning voor een pand aan de Hofdijkstraat aangehouden. De zaak diende onlangs in hoger beroep bij de Raad van State. De Raad van State heeft op 23 januari 2013 uitspraak gedaan. Daarbij is uitgesproken dat er voor de gemeente geen grond bestond om de aanvraag om een gebruiksvergunning aan te houden. Lidl stelt nu schade te hebben geleden in de vorm van omzetderving, omdat zij ten onrechte geen supermarkt in het pand heeft kunnen exploiteren. In een verwachte gerechtelijke procedure zal worden uitgemaakt in hoeverre de gemeente schadevergoedingsplichtig is.
- 228 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.7 Ruimtelijke kwaliteit
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Planschades Schadekans:
mogelijk
Financieel risico:
onbekend
Indien de waarde van een onroerend goed daalt als gevolg van een planologische verandering, dan kan de eigenaar van het onroerend goed in aanmerking komen voor planschade. De juridische grondslag voor planschade is artikel 6.1. van de Wet op de ruimtelijke ordening en is gekoppeld aan een bestemmingsplanwijziging van maximaal 5 jaar oud. De stadsontwikkeling in Eindhoven verloopt via verdichting van het bestaand stedelijk gebied. Het risico op planschade is niet uit te sluiten. Iedere eigenaar mag een claim indienen. Bij afweging van het planschaderisico gaat het op dit moment om twee soorten bestemmingsplannen. De eerste soort betreft een bestemmingsplanverandering t.b.v. concrete nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het bestemmingsplan wordt herzien om die ontwikkelingen mogelijk te maken. Het gaat daarbij om de wijzigingen waarover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. Bij dit soort plannen gaan wij uit van ruimtelijk verantwoorde ontwikkelingen, waarbij de verschillende belangen zo veel mogelijk al zijn afgewogen. In die afweging is ook het planschaderisico betrokken. Bij ontwikkelingen op terrein van derden is het planschaderisico doorgelegd naar de exploitant. Bij gemeentelijke grondexploitaties draagt de gemeente het risico. De trend is hier dat vastgoedpartijen die de (ontwikkelings)waarde van hun vastgoed zien verminderen en eigenaren, soms daartoe uitgenodigd door adviesbureaus die op basis van deelneming in het resultaat willen adviseren, claims gaan indienen. Dit verhoogt het risico op het aantal claims. De tweede categorie bestemmingsplanveranderingen betreft de (wettelijk voorgeschreven) actualiseringsverplichting van bestaande plannen. In principe is er dan geen sprake van het faciliteren van nieuwe ontwikkelingen ten behoeve van initiatieven van derden. Bij revisie geldt dus als uitgangspunt dat geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk worden gemaakt. De bestaande situatie is zo veel mogelijk uitgangspunt voor de keuze van nieuwe bestemmingen. Omdat de te reviseren oude zogenaamde “mengkraan-bestemmingsplannen” een ruimer karakter hadden houdt conserverend bestemmen een risico in m.b.t. planschade. Binnen de context van mondiger burgers en vastgoedpartijen die geen ontwikkelingsmogelijkheden op korte termijn zien is er sprake van een toenemend risico. Echter, de specifieke omstandigheden zijn bepalend voor de vraag of ook daadwerkelijk tot vergoeding van schade moet worden besloten. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het fenomeen ‘risico-aanvaarding’; zo kan het zijn dat degene die planschade claimt met recht kan worden verweten nalatig te zijn geweest om de mogelijkheden die het oorspronkelijke plan bood tijdig te benutten en dus het risico dat de planologische situatie voor hem nadelig zou kunnen veranderen voor zijn rekening dient te blijven. Het is niet mogelijk om betrouwbare voorspellingen te doen over deze risico’s, laat staan dat deze kwantificeerbaar zijn.
- 229 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
Duurzaamheid
Programmaonderdeel:
8.8 Duurzaamheid
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt Doelstelling: Duurzaam betekent toekomstbestendig. Eindhoven wil een duurzame stad zijn. Een stad waar het prettig wonen, werken en verblijven is, nu en in de toekomst. Om dat te bereiken, moeten de pijlers mensen, milieu en economie (people, planet, profit) met elkaar in evenwicht zijn. Om een duurzame gemeente te worden, moeten alle partijen in de stad hun bijdrage leveren. De gemeente zal hierin een voorbeeldfunctie vervullen en partijen in de stad informeren en stimuleren dit gedrag over te nemen. Het programma werkt aan het realiseren van een duurzaam werkende organisatie en een duurzaam functionerende stad. Het huidige investeringsklimaat, de veranderende rol van de overheid en de huidige situatie in de woningmarkt dragen er aan bij dat er in 2012 respectievelijk vooral gewerkt is aan interne bewustwording en begrip van duurzaamheid, het wijzigen van de koers als het gaat om het realiseren van energieneutraliteit, het verduurzamen van de woningvoorraad van de corporaties, het faciliteren van marktpartijen op het gebied van duurzame mobiliteit en het stimuleren van ondernemers in de stad om duurzaam te ondernemen.
Effectindicatoren In de begroting 2012 zijn voor de vermelde effectindicatoren geen waarden opgenomen dan wel gemeten. In 2012 zijn nieuwe effectindicatoren ontwikkeld. Deze zijn in de begroting 2013 gekwantificeerd. Het betreft de volgende indicatoren: Pijler
Outcome ( effect) indicator
Pijler
Outcome ( effect) indicator
Implementatie
- kennisniveau medewerkers
Mobiliteit
Aantal autokilometers
Duurzaamheid
- aantal organisaties in
personenmobiliteit in
Eindhoven dat werkt aan de
Eindhoven
hand van TNS Energie
Eindhovense stedelijke
Index duurzame voertuigen:
energieneutraliteits index
Aantal elektrische en aardgasvoertuigen in Eindhoven ten opzichte van totaal aantal voertuigen
Energieneutraliteits index
Maatschappelijk
Percentage duurzame inkoop
gemeentelijke organisatie
Verantwoord
door gemeente
Ondernemen Kwaliteit in bouwen
Aantal gelabelde woningen en
en wonen
gemiddelde energielabel van de bestaande woningen in Eindhoven uitgedrukt in gemiddelde Energie-Index
- 230 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
Duurzaamheid
Programmaonderdeel:
8.8 Duurzaamheid
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering
Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012
conform Raming Pijler: Implementeren duurzaamheid in de organisatie Bewustwording op gebied van duurzaamheid bij de gemeentelijke medewerk(st)ers en partijen in de stad.
+
De implementatie pijler is gericht op het aanpassen van gedrag, waarden en regels en procedures in de interne organisatie. Het accent heeft in 2012 gelegen op gedrag en waarden en minder
Implementatie TNS
op aanpassen regels en procedures. In 2013 wordt conform planning het accent verlegd naar het aanpassen van regels en procedures.
Pijler: Energie Aanjagen en oppakken kansen om de stad te
+
Conform planning is het uitvoeringsprogramma Klimaat
verduurzamen
uitgevoerd. De eindevaluatie van het uitvoeringsprogramma
Uitvoeren projecten uit het uitvoeringsprogramma
wordt eind 2013 opgesteld. Voor het vervolg is het
klimaatbeleid
Coördinatiepunt Duurzame Energie ontwikkeld. Voortschrijdend inzicht heeft duidelijk gemaakt dat de ambitie energieneutraliteit enkel te realiseren is met partijen in de stad én regio en dat de meeste potentie voor Eindhoven in zonneenergie ligt. Daarop is besloten om in te zetten op “green deals’ en gezamenlijk met partijen in de stad mogelijkheden te onderzoeken ( en afspraken te maken ) om energie te besparen / op te wekken . Ten behoeve van de gemeentelijke gebouwen vindt op dit moment op een aantal locaties (met name sportfaciliteiten) reeds opwekking van duurzame energie plaats. De exploitatie van 2 daarvan vallen tot op heden onder dit programma ( Biomassa Meerhoven, Warmte-Koude installatie Botenlaan)
Pijler : Duurzaam bouwen en wonen Uitvoeren plan van aanpak kwaliteit in bouwen en
+
De investeringen binnen deze pijler kennen een progressieve
wonen
opbouw. De verwachting is dat de komende twee jaar flink geïnvesteerd wordt in het uitvoeren van acties, nadat de visievorming en pilotfase heeft plaatsgevonden in 2012. Gezien de huidige situatie op de woningmarkt ( het op slot zitten daarvan) en het stilliggen van bouwprojecten / ontwikkelactiviteiten is het accent in 2012 gelegd op het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad van woningbouwcorporaties en het verduurzamen van het eigen vastgoed. Inmiddels is met de woningbouwcorporaties een
- 231 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
Duurzaamheid
Programmaonderdeel:
8.8 Duurzaamheid
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Bijgestelde programmabegroting 2012
Uitvoering
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012
conform Raming visie op’ Duurzaam wonen in Eindhoven’ ontwikkeld en zijn intern pilots uitgevoerd. Als vervolg daarop zijn actieplannen in ontwikkeling en worden intern werkprocessen aangepast in de komende perioden. Pijler: Duurzame mobiliteit Stimuleren duurzame mobiliteit
+
Conform planning uitgevoerd. Het accent ligt op het stimuleren van elektrisch vervoer, autodelen en het gebruik van duurzame brandstoffen. Daarnaast zijn voorbereidingen/ overleggen getroffen/geweest om het woon-werkverkeer van de gemeente en andere werkgevers in de regio te verduurzamen. In 2013 worden de gemaakte plannen ter besluitvorming voorgelegd
Pijler: Duurzaam ondernemen Verankering maatschappelijk verantwoord
+
Conform planning uitgevoerd. Er is geïnvesteerd in het doorontwikkelen van het Keurmerk Duurzame Ondernemer. Het
ondernemen (MVO)
traject dat opgestart is in de vorm van ‘Keurmerk Duurzame Ondernemer’ is verbeterd en uitgebreid. Intern is gefocust op duurzaam inkopen, naast milieu criteria worden nu ook sociale voorwaarden meegenomen in aanbestedingen. Daarnaast is een ecologische footprint en een 0-meting voor de ISO 2600 uitgevoerd..
Outputindicatoren*: Bij de opbouw van de begroting 2012 waren de indicatoren nog in ontwikkeling. De outputindicatoren zoals opgenomen in de begroting 2012 zijn in 2012 doorontwikkeld. Het resultaat daarvan is opgenomen in de begroting 2013. Vanaf 2013 zal met de volgende indicatoren worden gewerkt: Pijler
Output indicator
Pijler
Output indicator
Implementatie
Aantal ambtenaren dat deel
Mobiliteit
Totaal aantal openbare
Duurzaamheid
heeft genomen aan workshops
tankpunten
Aantal externen dat deel heeft
Transitiebrandstoffen en omzet
genomen aan workshops
duurzame brandstoffen op tankstations op gemeentegrond
Energie
Energieverbruik van de stad in
Aantal openbare elektrische
PJ uitgesplitst over sectoren
oplaadpunten
Hoeveelheid opgewekte duurzame
Aantal deelauto’s per 100.000
energie uitgesplitst per techniek
inwoners
- 232 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
Duurzaamheid
Programmaonderdeel:
8.8 Duurzaamheid
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Kwaliteit in bouwen
Aantal en percentage van
Maatschappelijk
Aantal deelnemers/aanvragers
en wonen
gebouwen met GPR >7
Verantwoord
keurmerk duurzaam Eindhoven
Ondernemen
en het aantal verstrekte keurmerken
Aantal (energetisch) duurzaam gerenoveerde woningen/ van het corporatiebezit (per corporatie) Energiebesparing eigen gebouwen en voorzieningen (zoals straatverlichting), Totaal bedrag aan verstrekte leningen in het kader van de energiebesparingslening
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 632
Totaal (netto) investering
Rekening 2012
Afwijking
940
N 308
Toelichting afwijking investeringen: De geplande investering in de biomassacentrale Meerhoven wordt niet gerealiseerd vanwege het feit dat de vanwege herstelwerkzaamheden later wordt opgeleverd (V € 2.282.000) .Echter de begrote inkomst op de investering wordt ook niet gerealiseerd (N € 3.046.000) vanwege de stagnatie in de woningbouw. De inkomst bestaat uit de Bijdrage AansluitKosten (BAK) die de kopers van de woningen betalen. Per saldo ontstaat een nadeel op de investering ( N € 764.000). Op de investering in het Camera/Lan netwerk Biomassa centrale is dit jaar een voordeel gerealiseerd. Een deel van de investering heeft vorig jaar reeds plaatsgevonden ( V € 23.000). De geplande investering in de Warmte-Koude opslag bestaat uit investering in de installatie en investering in het energiedak. De investering in de installatie wordt niet gerealiseerd omdat de installatie nog niet van de school is overgenomen. Hierdoor wordt een voordeel gerealiseerd ( V € 433.000)
- 233 -
Ruimtelijk Raadsprogramma:
Duurzaamheid
Programmaonderdeel:
8.8 Duurzaamheid
Portefeuille:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
3.105
2.789
V 316
Exploitatiebaten
2.290
1.968
N 322
Saldo voor mutaties reserves
N 815
N 821
N6
N 79
N 79
N0
N 894
N 900
N6
Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Exploitatie Biomassacentrale Meerhoven: De exploitatie van de centrale was, na tussentijdse bijstelling per saldo
V 354
N 331
V 23
N 36
V7
N 29
V 316
N 322
N6
op € 0 geraamd, in dit eerste exploitatiejaar is er per saldo een voordeel van €23.000 voordelig gerealiseerd. In het afgelopen jaar heeft de centrale een aantal weken stilgelegen door technische en juridische oorzaken. De afnemers moeten dan op een andere manier van warmte/electra voorzien worden, dit leidt tot hogere kosten (€ 175.000 N). Doordat de centrale nog niet is opgeleverd, wordt het onderhoud nog door de leverancier betaald (€ 348.000 V). Voor de centrale is dit het eerste jaar exploitatie, er zijn nog een groot aantal andere afwijkingen (ca € 180.000 V). Door het stilstaan, is er minder geproduceerd dan vooraf gedacht, hierdoor valt de subsidie lager uit (€145.000 N). Dit, gekoppeld aan de nog latere oplevering van de nieuwe woningen in Waterrijk, leidt ook tot lagere verkoopopbrengsten (€ 185.000). Overige afwijkingen: Totaal
- 234 -
Structureel
Economische Ontwikkeling Raadsprogramma:
9 Economische Ontwikkeling
Programmaonderdeel:
9.1 Economische ontwikkeling
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Economie & Cultuur
Wat hebben we bereikt Doelstelling: De centrale opgave van de regio Zuidoost Brabant/Brainport met Eindhoven als centrumstad is “de transitie van industriële mainport naar toptechnologie- en designregio”. Dit met een minder conjunctuurgevoelige economische groei waarbij de leefbaarheid van de stad behouden blijft en versterkt wordt en een zo groot mogelijk deel van de beroepsbevolking ingeschakeld wordt.
b
De ambitie van de regio Zuidoost Brabant/Brainport is te excelleren als Europese toptechnologie (kennis-) regio waarin innovatie de motor is voor duurzame economische en maatschappelijke ontwikkeling: top 3 europese regio’s en top 10 mondiaal (Brainport 2020);
b
Diversificatie van de economische structuur: transformatie van een regio met een overwegend dominante maakindustrie naar een internationaal georiënteerde kennisregio;
b b b
Zorgen voor een aantrekkelijke(re) stad: goed investerings- en vestigingsklimaat voor bedrijven; Voldoende aanbod aan personeel: verkleinen discrepantie tussen vraag- en aanbod op de arbeidsmarkt; Het stimuleren van ondernemerschap, bijvoorbeeld in het onderwijs, in wijken en het MKB in zijn algemeenheid
Effectindicatoren: Realisatie Werkgelegenheidsontwikkeling (banen) Aantal starters/startende ondernemingen
Realisatie
Begroting
Realisatie
2010
2011
2012
2012
142.600
143.100
144.000
143.320
1.950
2000*
1.900
1.950* 7.520
Werkloosheid
9.195
8.780
5.900
Uitgifte bedrijventerreinen
1,0 ha
1,2 ha
2,5 ha
Toelichting afwijking effectindicatoren: * op basis van eerste 3 kwartalen berekend.
Wat hebben we daarvoor gedaan Bijgestelde programmabegroting 2012 Uitvoering Nadere toelichting op investeringen/realisatie 2012 conform Raming Inzet op het MKB
+
In 2012 is verder gewerkt aan het tot stand komen van de Brainport
Het reguliere werk van de afdeling EZA is,
Innovatie Campus. Een belangrijk bedrijventerrein voor de toeleverende
zowel beleidsmatig als dienstverlenend,
MKB bedrijvigheid voor de sector HTSM (high tech systems and materials).
vooral gericht op de MKB bedrijvigheid. Het
Samen met de partner gemeenten in het stedelijk gebied is het regionale
accountmanagement voor de bedrijven,
1-loket opgezet. Hierdoor hoeven bedrijven niet meer meerdere
horeca, detailhandel, creatieve industrie en
gemeenten langs voor een vestigingslocatie. Ook hier betreft het
kantoren betreft voor het grootste deel
voornamelijk MKB bedrijven.
- 235 -
Economische Ontwikkeling Raadsprogramma:
9 Economische Ontwikkeling
Programmaonderdeel:
9.1 Economische ontwikkeling
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Economie & Cultuur
bedrijven uit het MKB. Deze bedrijven worden geholpen bij hun aanvragen voor grond, informatie over vestigingslocaties en huisvestingsadviezen. Dit gebeurt ook via het (digitale) ondernemersloket. De MKB bedrijven worden onder meer benaderd via ondernemers- en netwerkbijeenkomsten. Ook de activiteiten op het vlak van breedband/ICT zijn gericht op het MKB. Verglazing van bedrijventerreinen komt voor het merendeel ten goede van het MKB die daar gevestigd is. Daarnaast wordt specifiek ingezet op het verbeteren van de aansluiting van het MKB bij de Brainportclusters. Lokaal Innovatieprogramma
+
Het (in december 2011 door de raad vastgestelde) Lokaal Innovatieprogramma stond in 2012 in het teken van “zorg en gezondheid”. Samenwerkingsstructuren zijn ontwikkeld waarop innovatie kan plaatsvinden en partijen elkaar kunnen (blijven) vinden. Zo is in het voorjaar de Coöperatie Slimmer Leven 2020 van start gegaan (71 leden: zorginstellingen, welzijnsorganisaties, woningcorporaties, bedrijven, overheden, gebruikersgroepen /patiëntenorganisaties, etc.). Een samenwerkingsstructuur met de kennisinstellingen is ontwikkeld (convenant “Lokaal innovatieprogramma”) en de eerste stappen zijn gezet om ook voor 2013 een solide samenwerkingsstructuur op het gebied van educatie te ontwikkelen (doorontwikkeling Schoolnet Brabant). I.h.k.v. Slimmer Leven 2020 zijn verschillende innovatieprojecten met regionale samenwerkingspartners en in Europees verband opgepakt, waaronder “Innovate Dementia” (gericht op de ontwikkeling van innovatieve lichtoplossingen ter verbetering van de kwaliteit van leven van patiënten en mantelzorgers in de eigen woonomgeving). Met de kennisinstellingen zijn 8 projecten gestart waarmee innovatieve oplossingen ontwikkeld worden op het gebied van “Zorg en Gezondheid”. De resultaten zullen in de loop van 2013 zichtbaar worden. Voorbeelden zijn een innovatieproject met de TU/e op het gebied van frisse scholen (slimme monitoringsystemen) en een project samen met Sint Lukas en de TU/e alsmede partners in de stad (GGD, scholen, het MEC, etc.) gericht op het ontwikkelen van een interactief spel dat jonge kinderen gezonde vaardigheden aanleert. De verdere uitrol van een open glasvezelnetwerk is in 2012 ter hand genomen en met Cisco is een samenwerking gestart die zich richt om met
- 236 -
Economische Ontwikkeling Raadsprogramma:
9 Economische Ontwikkeling
Programmaonderdeel:
9.1 Economische ontwikkeling
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Economie & Cultuur
behulp van ICT economische en maatschappelijke doelen te realiseren. Concreet wordt samengewerkt op het gebied met zorg (samen met Slimmer Leven 2020), stedelijke ontwikkeling (samen met Park Strijp Beheer) en gemeentelijke dienstverlening. Uitvoering geven aan de vastgestelde
+
kadernota Werken aan werk.
Afgelopen jaar is het BUIG dossier vastgesteld waarbij extra ingezet gaat worden op een intensivering ondernemersbenadering en het stimuleren van werkgeverschap kwetsbare doelgroepen. Het gaat vooral om de groepen 45 + en 27- . Eind 2012 is het regioplan ‘’aan de slag”’ van het Regionaal Arbeidsmarkt Platform (RAP) 1e fase vastgesteld. Ingezet wordt op excellente scholingsinfrastructuur, werkzekerheid, scholing en HRM werknemers, economische participatie werkloze beroepsbevolking en organiserend vermogen. Op die thema’s worden projectvoorstellen ontwikkeld en uitgevoerd zoals werkcheques, stageoffensief etc.
Opstellen economische visie
+
De concept economische visie is opgebouwd uit 4 pijlers: economische structuurversterking (aantrekkelijke stad, ruimte bieden aan economische ontwikkelingen, op peil houden van de bestaande ruimte en internationalisering), versterking ondernemersklimaat (goede dienstverlening ondernemers, stimuleren van de ontwikkeling van kansrijke sectoren), verbetering van de arbeidsmarkt (zorgen voor een goed functionerende arbeidsmarkt) en economische partnerships (samenwerking en opdrachtgevende rol richting economische partijen). De economische visie wordt 1e kwartaal 2013 ter besluitvorming neergelegd.
Wat heeft het gekost Investeringen: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012 272
Totaal (netto) investering
Rekening 2012
Afwijking
96-
V 368
Toelichting afwijking investeringen: Voorgenomen investeringen in breedband worden gefaseerd uitgevoerd. Momenteel wordt een plan van bestedingen opgezet wat na een verwacht akkoord in maart 2013 zal leiden tot benutting van de middelen per medio en ultimo 2013.
- 237 -
Economische Ontwikkeling Raadsprogramma:
9 Economische Ontwikkeling
Programmaonderdeel:
9.1 Economische ontwikkeling
Portefeuille:
Economie, werk en beroepsonderwijs
Commissie:
Economie en Mobiliteit
Sector:
Economie & Cultuur
Exploitatie: Bedragen x €1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2012
Rekening 2012
Afwijking
Exploitatielasten
9.932
9.626
V 306
Exploitatiebaten
4.303
4.484
V 181
N 5.629
N 5.142
V 487
V 341
V 341
V0
N 5.288
N 4.801
V 487
Saldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Mutaties
Saldo
reserves Voordeel als gevolg van extra inkomsten expat center, minder
V 201
V 173
V 374
verstrekkingen kleine stimuleringssubsidies en administratieve correcties. Tevens nog een positief resultaat als gevolg van de restantmiddelen GBSIII Economie. Vrijval BCF t.g.v. PO 73
N 38
Hogere kosten evenementenkasten leidt tot overschrijding. Nadeel op
N 38
N 209
N 26
N 235
V 352
V 34
V 386
V 306
V 181
V 487
Koninginnedag € 50.000 , te krappe begroting city dynamiek. Overige afwijkingen zoals: Voordelige afwijking Lokaal innovatieprogramma, fasering van exploitatie uitgaven en extra ontvangsten clusnet project, te ruim begrote garantie termijn Nanjing Park, ontvangen bijdrage van Reggefiber, breedband en ICT, inzake investeringen. Totaal
- 238 -
Structureel
Jaarrekening
4
4.1 Programmarekening 4.2
Toelichting programmarekening
4.3 Balans 4.4
Toelichting Balans
4.5
Specifieke uitkeringen en BrabantStad
4. Jaarrekening In dit hoofdstuk wordt de jaarrekening van de gemeente Eindhoven weergegeven. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening met toelichting en de balans met toelichting. De jaarrekening is opgesteld conform de op 1 januari 2004 in werking getreden wettelijke voorschriften, vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording 2004.
4.1 Programmarekening Hierna wordt de programmarekening van de gemeente Eindhoven weergegeven. Per programmaonderdeel zijn hier de cijfers van de gewijzigde begroting (begroting nadat hierin de begrotingswijzigingen zijn verwerkt) en de rekeningcijfers weergegeven. In paragraaf 4.2 wordt vervolgens een korte toelichting gegeven. Er wordt per programmaonderdeel aangegeven in hoeverre de rekening afwijkt van de gewijzigde begroting en er wordt ingegaan op een aantal belangrijke incidentele posten die invloed hebben op de baten en lasten van de rekening.
- 239 -
4. Jaarrekening
X €1.000 Euro
Lasten 1
Inkomen 1.1 Inkomensondersteuning 1.3 Werk en Inkomen
2
3=1+2
4
Saldo na
Lasten
Rekening 2012 Baten
bestemming 5=3+4
Saldo voor bestemming
6
17.099
-510
16.589
4.822
-5.028
-206
51.321 6.456
49.972 6.109
-5.837 -6
44.135 6.103
-508
30.541
38.596
-10.305
28.291
26.514
-8.268
18.246
33.364
-10.696
22.668
-17.395
18.732
-770
17.962
35.911
-17.651
18.260
-671 -70 -1.019
4.748 1.807 27.329
-203 -295 -695
4.545 1.512 26.634
6.433 1.645 28.979
-1.924 -59 -1.973
4.509 1.586 27.006
13.149
-198
12.951
-306
12.645
13.141
-198
12.943
14.126
-2.104
12.022
-350
11.672
14.802
-1.591
13.211
Burger en Bestuur 6.2 Bestuur 6.3 Publieke dienstverlening
30.998 8.983
-442 -5.053
30.556 3.930
-1.273 298
29.283 4.228
32.927 8.757
-1.637 -5.148
31.290 3.609
Bedrijfsvoering en organisatie 7.3 Organisatie en bedrijfsvoering
30.856
-335.721
-304.865
-22.321
-327.186
28.678
-338.938
-310.260
2.092 28.058
-332 -3.040
1.760 25.018
116 857
1.876 25.875
2.173 27.631
-166 -2.766
2.007 24.865
12.961
-595
12.366
-47
12.319
12.921
-663
12.258
16.870 32.865 8.191 98.899 3.105
-16.356 -25.109 -12.385 -93.927 -2.290
514 7.756 -4.194 4.972 815
0 -1.442 917 1.195 79
514 6.314 -3.277 6.167 894
16.801 29.931 8.414 134.118 2.789
-16.417 -26.733 -11.159 -106.235 -1.968
384 3.198 -2.745 27.883 821
9.932
-4.303
5.629
-341
5.288
9.626
-4.484
5.142
18.631
-18.631
0
740.853
-732.827
8.026
4.3 4.5 4.6 4.7
Openbare Orde en Veiligheid Parate dienstverlening en crisisbeheersing 5.2 Veiligheid en handhaving 5.1
Ruimtelijk 8.1 Wonen 8.2 Openbare ruimte Groen en 8.3 recreatievoorzieningen 8.4 Water 8.5 Milieu 8.6 Verkeer en vervoer 8.7 Ruimtelijke kwaliteit 8.8 Duurzaamheid Economische ontwikkeling 9.1 Economische ontwikkeling Totaal
20.376 3.176
0 10.587
20.376 13.763
19.313 155.901
19.600
-498
19.102
-556
18.546
6.357
-2.871
3.486
0
3.486
52.291 6.456
-5.665 0
46.626 6.456
4.695 0
41.430
-10.381
31.049
36.107
-9.593
36.127 5.419 1.877 28.348
8= 6+7
16.356 -1.877
Kunst, cultuur en sport Sportparticipatie Eindhovense bevolking Culturele basisinfrastructuur Laboratorium- en designstad Cultuur totaal
-2.138 -157.823
7
-2.957 -157.778
Zorg en welzijn 2.3 Maatschappelijke zorg Inburgering, diversiteit en 2.4 emancipatie 2.5 Welzijn 2.8 Eén in gezondheid Onderwijs en jeugd Ononderbroken ontw.lijn jeugd 3.1 en jongeren 3.2 Pedagogische infrastructuur
22.514 160.999
Gewijzigde begroting 2012 Baten Saldo voor Mutaties bestemming Reserves
728.610
-709.979
- 240 -
X €1.000 Euro
Rekening 2012 Mutaties Saldo na reserves bestemming 9
1.1 1.3
2.3 2.4 2.5 2.8 3.1 3.2
4.3 4.5 4.6 4.7
Inkomen Inkomensondersteuning Werk en Inkomen Zorg en welzijn Maatschappelijke zorg Inburgering, diversiteit en emancipatie Welzijn Eén in gezondheid Onderwijs en jeugd Ononderbroken ontw.lijn jeugd en jongeren Pedagogische infrastructuur Kunst, cultuur en sport Sportparticipatie eindhovense bevolking Culturele basisinfrastructuur Laboratorium- en designstad Cultuur totaal
5.2
Openbare Orde en Veiligheid Parate dienstverlening en crisisbeheersing Veiligheid en handhaving
6.2 6.3
Burger en Bestuur Bestuur Publieke dienstverlening
7.3
Bedrijfsvoering en organisatie Organisatie en bedrijfsvoering
5.1
8.4 8.5 8.6 8.7 8.8
Ruimtelijk Wonen Openbare ruimte Groen en recreatievoorzieningen Water Milieu Verkeer en vervoer Ruimtelijke kwaliteit Duurzaamheid
9.1
Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling
8.1 8.2 8.3
Totaal
10 = 8 + 9
Afwijking rekening – gewijzigde begroting 2012 Baten Saldo voor Mutaties Saldo na bestemming bestemming reserves
Lasten 11 = 1 – 6
12 = 2 – 7
0 10.006
16.356 8.129
3201 V 5.098 V
-556
16033
0
-206
4.594 0
13 = 11 + 12
14 = 4 – 9
15 = 13 + 14
819 V 45 N
4.020 V 5.053 V
581 V
4.020 V 5.634 V
2.501 V
12 V
2.513 V
-
2.513 V
1.535 V
2.157 V
3.692 V
-
3.692 V
48.729 6.103
2.319 V 347 V
172 V 6 V
2.491 V 353 V
101 V -
2.592 V 353 V
-508
27.783
2.834 V
76 N
2.758 V
-
2.758 V
-4.944
17.724
2743 V
1.103 V
3.846 V
3.324 N
522 V
-344
17.916
216 V
256 V
472 V
426 N
46 V
77 -295 -695
4.586 1.291 26.311
1.014 N 232 V 631 N
1.253 V 11 N 954 V
239 V 221 V 323 V
280 N -
41 N 221 V 323 V
-306
12.637
8 V
-445
12.766
676 N
513 N
1.189 N
-1.273 298
30.017 3.907
1.929 N 226 V
1.195 V 95 V
734 N 321 V
-18.582
-328.842
2.178 V
3.217 V
5.395 V
3.739 N
1.656 V
1.033 857
3.040 25.722
81 N 427 V
166 N 274 N
247 N 153 V
917 N -
1.164 N 153 V
40 V
68 V
108 V
79 N
29 V
32
12.290
151 2.126 947 -22.036 79
535 5.324 -1.798 5.847 900
-341
4.801
-30.125
-22.099
69 2.934 223 35.219 316
-
-
181 V
487 V
-
12.243 N 22.848 V
10.605 V
N N V
306 V
- 241 -
V N V N
V V N N
8 V
95 V
N
V
V
130 4.558 1.449 22.911 6
-
151 3.568 30 23.231 -
V
61 1.624 1.226 12.308 322
8 V
1.094 N
734 N 321 V
N N N V
11.494 V
21 990 1.479 320 6
N V N V N
487 V 22.099 V
4. Jaarrekening 4.2 Toelichting programmarekening Verklaring afwijkingen en rekeningresultaat Op hoofdlijnen wordt hierna per programmaonderdeel ingegaan op de geconstateerde afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de rekening. De programmaonderdelen, waar het saldo voor bestemming of na bestemming meer dan € 1,0 miljoen afwijkt van de gewijzigde begroting, worden toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Programmaonderdelen, onderdeel “Wat heeft het gekost?”.
PO 1.1 Inkomensondersteuning
4.020 V
Door achterblijvende aantallen aanvragen ten aanzien van minimaregelingen, met name bij de
2.156 V
onderdelen Bijzonder Bijstand voor eigen bijdrage GGZ en reiskosten woon- werkverkeer, ontstaat een voordeel. Dit ondanks de uitbreiding van maatregelen. In 2012 zijn de programmakosten Meedoenbijdrage en de personele kosten van Schulddienst-
1.332 V
verlening doorbelast aan het partcipatiebudget. Door een succesvolle werk naar werk begeleiding zijn de uitvoeringskosten Zorg en Inkomen lager.
375 V
PO 1.3 Werk en inkomen
5.634 V
In het kader van Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten zijn in 2012 in
4.010 V
Eindhoven het aantal bijstandsuitkeringen gestegen met 1%. De landelijke stijging bedroeg in 2012 2,9%. Hiermee presteert Eindhoven beduidend beter dan landelijk. Het voordeel wat hierdoor ontstaat wordt veroorzaakt door enerzijds lagere uitgaven WWB (3,2 miljoen) en WWIK (0,4 miljoen) en anderzijds door hogere rijksontvangsten (0,4 miljoen). Daarnaast hebben In 2012 minder mensen aanspraak gemaakt op de kapitaalsverstrekkingen in het kader van de regeling BBZ, terwijl meer mensen aanspraak hebben gemaakt op het onderdeel
722 V
Levensonderhoud van de regeling BBZ. Per saldo heeft dit geresulteerd in een voordelig saldo van € 0,4 milj. Een te lage raming van rijksontvangsten inzake Levensonderhoud resulteert in een voordeel van € 0,3 milj. In tegenstelling tot de begroting zijn de verstrekte leningen en ontvangsten van het investeringsfonds Eindhoven in de exploitatie verantwoord. Omdat in 2012 de ontvangsten hoger
345 V
waren dan de uitgaven ontstaat een voordeel.
PO 2.3 Maatschappelijke zorg
2.513 V
Omdat de kosten ten aanzien van werk & activering zijn doorbelast naar het participatiebudget
1.772 V
ontstaat een voordeel. De uitstroom van dak- en thuislozen is in 2012 lager dan verwacht, waardoor de intensiverings-
228 V
middelen niet geheel zijn besteed.. De uitvoeringskosten Stedelijk Kompas zijn afhankelijk van de mate waarin er behoefte is. Deze
172 V
behoefte is vooraf moeilijk in te schatten. In 2012 is de behoefte lager dan geraamd, waardoor een voordeel op de uitvoeringskosten ontstaat.
PO 2.4 Maatschappelijke zorg
3.692 V
Eind 2011 heeft de laatste verantwoording plaatsgevonden van het Grotestedenbeleid. Begin 2013 is de conceptbeschikking ontvangen van het ministerie. Als gevolg hiervan is de juridische grondslag
- 242 -
3.038 V
niet meer aanwezig om de voorziening te handhaven, derhalve vindt er een vrijval plaats. Vanaf 2013 wordt inburgering een eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar, inclusief de kosten. Afdeling Inburgering vervult daarom de vrijgevallen vacatures niet meer op. Dit leidt tot een
472 V
voordelige afwijking in de salariskosten.
PO 2.5 Welzijn
2.592 V
Voordeel ontstaat, omdat in 2012 de in 2010 en 2011 ingezette groei van het aantal klanten hulp bij
725 V
het huishouden en de gedeclareerde uren per klant achterbleef op de prognose. Lagere lasten als gevolg van de aanbesteding hulp bij het huishouden en hogere baten door een toename van de afdracht van de eigen bijdrage resulteren eveneens in een voordeel. De algehele tendens bij voorzieningen is dat het aantal aanvragen en verstrekkingen terugloopt. Ook
629 V
zijn middels aanbestedingen en aangepast beleid, manieren gevonden om goedkoper in te kopen. Het strakker aansturen resulteert in de vrijval van diverse begrotingsposten, waaronder diverse
1.238 V
subsidievaststellingen, personele lasten alsmede een incidentele restpost Lumensgroep.
PO 3.1 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren Effectuering van de wet Harmonisatie Kinderopvang vindt per 1 januari 2013 plaats. De niet ingezette
2.758 V 1.097 V
rijksmiddelen zijn ultimo 2012 gereserveerd voor 2013 en verdere jaren. De gemeentelijke middelen vallen vrij. Een strakker subsidiebeheer heeft geresulteerd in een lagere vaststelling van subsidies over 2011.
176 V
Nadat een bezwaarschrift ongegrond is verklaard, is de subsidie Peuterspeelzalen 2010 lager
123 V
vastgesteld. Voordeel bij e-SMS, omdat een werkwijze wordt gehanteerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van
287 V
bestaande voorzieningen bij combinatie jeugdzorg. Hierbij wordt vooruitgelopen op de decentralisatie jeugdzorg. Binnen de Doel Uitkering Jeugd en Gezin zijn niet alle middelen ingezet doordat de gemeente niet
362 V
alleen kritisch heeft gestuurd op de inzet maar ook vanuit “de hand op de knip” in tijden van schaarste van middelen. Een wijziging in het BTW-regime inzake VIG-coaches, een lagere doorbelasting van de indirecte
435 V
kosten en de afwikkeling van de garantstelling facturatie 2010 inzake ‘kinderopvang plus’ resulteren in een positief resultaat. Daarnaast wordt bij leerlingenvervoer een voordeel behaald als gevolg van de beperking van instroom in het speciaal onderwijs.
PO 3.2 Pedagogische Infrastructuur
522 V
Saneren boekwaarden: in het kader van Integraal huisvestingplan onderwijshuisvesting (IHP) en ten
3.664 N
behoeve van het opschonen van de begroting onderwijshuisvesting is de boekwaarde van enkele
3.664 V
panden volledig gesaneerd, daar er geen enkele zorgplicht meer op deze panden berust (verkocht of gesloopt). Hierdoor ontstaat een eenmalig nadelig resultaat op de exploitatie onderwijshuisvesting. Het nadeel is afgewikkeld met de reserve onderwijshuisvesting Stelpost kapitaallasten: is ingesteld om de temporisering van investeringen op te kunnen vangen.
1.515 V
Het resultaat is afgewikkeld met de reserve onderwijshuisvesting
1.515 N
De uitbetaling van de toegezegde sponsorbijdrage van Philips van 1 miljoen euro is moeizaam
- 243 -
4. Jaarrekening verlopen (wel of niet in natura). De verwachting van de gemeente was dat deze niet meer in 2012
1.000 V
ontvangen zou worden. Daarom is met het slotdossier reserves de begroting gewijzigd. De bijdrage
1.000 N
van Philips is tegen de verwachting in toch eind december 2012 ontvangen. Het voordeel is gestort in de reserve internationale school. In verband met het faillissement van de bouwer heeft de oplevering van fase 1 vertraging opgelopen,
4.537 V
waardoor de tweede termijn betaling niet in 2012 meer heeft plaatsgevonden. De begroting is hierop
4.537 N
nog niet aangepast, omdat er vanuit gegaan was dat dit wel in 2012 zou plaatsvinden. Dit leidt tot een voordeel in de lasten. De geraamde onttrekking uit de reserve internationale school heeft daardoor ook niet plaatsgevonden.
PO 5.2 Veiligheid en handhaving
1.094 N
Boventallige formatie is ontstaan door een reorganisatie binnen OOV en de samenvoeging van de
520 N
sectoren OOV, Kabinet en JZ. Omdat boventallige formatie niet wordt begroot, ontstaat een nadeel. Door uitstel van de prostitutiewet tot 2013 blijven de opbrengsten in verband met leges BIBOBonderzoeken achter ten opzichte van de begroting.
250 N
PO 7.3 Organisatie en bedrijfsvoering
1.656 V
Voordeel van de bedrijfsvoering ondersteunende sectoren en voordelig saldo HV/ HNW is
2.380 V
gereserveerd voor 2013.
2.380 N
In de begroting 2012 is € 0,5 miljoen aan (tussentijdse) winstuitkering deelname GR Ekkersrijt
991 V
geraamd. De Gemeenschappelijke Regeling Ekkersrijt is echter per 1-1-2013 opgeheven. De liquidatie uitkering voor de gemeente Eindhoven van € 1,5 miljoen is in 2012 daadwerkelijk ontvangen, conform raadsbesluit d.d. 18 december 2012. Resultaat op rente en beleggingen.
2.692 V
Sectoren die aan projecten werken rekenen de uren door naar de projecten, deze worden afgedekt
3.037 N
met projectbudgetten. In de realisatie blijkt een verschil aan door te belasten uren en tarief van ruim €5,5 miljoen. €2,5miljoen hiervan is tariefsverschil en wordt afgewikkeld met de daarvoor bestemde reserve (conform begroting), resteert een tekort van €3 miljoen. Vrijval voordelig saldo in de jaarrekening naar aanleiding van meldingen bij 2e tussentijdse
1.147 V
rapportage, onder andere actualisatie kapitaallasten (V1.834), juni/ sept circulaire (N1.083), verkoop aandelen BNG (V258). Storting in reserve reserveringen 2012 van restant opleidingsbudgetten en flexibel belonen
746 N
(voordeel bij overige CP’s). In 2012 is voor een bedrag van ruim 1,4 miljoen doorgeschoven naar 2013, hiervan was € 746.000 opgenomen als PM post en dus niet begroot. Eind 2011 heeft de laatste verantwoording plaatsgevonden van het Grotestedenbeleid. Begin 2013 is
2.080 V
de conceptbeschikking ontvangen van het ministerie. Als gevolg hiervan is de juridische grondslag niet meer aanwezig om de voorziening te handhaven, derhalve heeft vrijval plaatsgevonden. Diverse afwijkingen exploitatie en beheer vastgoed.
924 N
PO 8.1 Duurzame Stedelijke Ontwikkeling
1.164 N
De begrote onttrekking uit de reserve integrale wijkvernieuwing heeft niet conform begroting op dit programmaonderdeel plaatsgevonden, maar bij PO8.7 omdat ook alle kosten daar worden afgewikkeld.
- 244 -
917 N
In 2012 is de firma Heja failliet verklaard. Ten laste van dit programmaonderdeel is voor de afboeking
200 N
van een openstaande vordering op Heja een storting gedaan in de voorziening dubieuze debiteuren.
PO 8.5 Milieu
990 V
Als gevolg van marktwerking op de prijzen en afwijking van de aangeboden hoeveelheden ontstaat
1.585 V
een afwijking op de lasten en baten van de diverse afvalstromen: Bij afvalstoffenheffing is het aantal verminderingen over 2012 minder dan begroot. (V 147)
1.132 V
Daarnaast voordeel a.g.v. nakohier voorgaande jaren.(V 111) Aantal bewoners die voldoen aan de criteria kwijtscheldingen is lager. Hierdoor voordeel op de lasten.(V 861). In 2012 is met een inhaalslag alsnog reinigingsrecht voor de jaren 2012,2011 en 2010 geïnd.
841 V
(Gebleken is dat een aantal bedrijven geen overeenkomst had met een privaat bedrijf, maar dat zij gebruik maakten van de gemeentelijke afvalinzameldienst). Lagere kosten vanwege m.n. beperkte inhuur (gevolg van conjunctuur) en tragere besluitvorming
295 V
RUD (V 295). De gemeente heeft kortingen en tariefcorrecties over 2010, 2011, 2012 ontvangen van het SRE
346 V
waardoor een voordeel ontstaat. De resultaten op afval worden grotendeels afgewikkeld met de reserve afval.
3.570 N
PO 8.6 Verkeer en vervoer
1.479 N
Als gevolg van het vervallen van enkele parkeerterreinen, een teruglopend aantal parkeertransacties
1.386 N
en het niet kunnen invullen van een bezuinigingsopdracht op de parkeerinkomsten, zijn in 2012 de parkeeropbrengsten fors achtergebleven ten opzichte van de geraamde opbrengsten.
PO 8.7 Ruimtelijke kwaliteit
320 V
Planexploitaties Resultaten van afgesloten planexploitaties grondbedrijf.
1.880 V
De voorziening nadelige resultaten planexploitaties is opgehoogd ten laste van de reserve
8.781 N
bouwgrondexploitatie
8.781 V
Het saldo van het onderhanden werk grondbedrijf wordt overgeboekt naar de balanspost
22.580 V
Onderhanden werken.
22.107 N
Projecten Saldi lopende projecten wordt jaarlijks afgewikkeld op de reserve MNIO. De lasten zijn hoger dan de
9.818 N
globale raming. Resultaat afgesloten projecten is positiever dan begroot.
1.641 V
Afwikkeling saldo kostenplaats projecten.
2.544 N
Afwikkeling van lopende en afgesloten projecten ten laste van de reserve maatschappelijk nut
11.364 V
Strategische verwervingen: Rentekosten van de strategische verwervingen.
1.100 N
Er hebben nauwelijks strategische aankopen plaatsgevonden, die dan ook niet geactiveerd worden
1.100 V
in de onderhanden werk positie.
- 245 -
4. Jaarrekening Nadere toelichting belangrijke posten resultatenrekening Personeelskosten Het totaal van de personeelskosten wordt binnen de gemeente Eindhoven bepaald door de kosten van eigen personeel en inhuur derden. Over 2012 zijn de gerealiseerde personeelskosten binnen de gemeente Eindhoven € 0,5 miljoen lager dan begroot, dit is inclusief de nadelige stelpost bezuinigingen op personeel.
(bedragen x € 1.000)
Gewijz. begroting 2012
Realisatie 2012
Geen resultaat
Resultaat
(1)
(2)
(3)
(4 = 1 - 2 -3)
Salariskosten personeel Inhuur personeel Subtotaal Stelpost bezuinigingen Totaal personeel 1)
134.521 22.392 156.913
1)
132.043
-293
2.771 V
17.073
3.681
1.638 V
149.116
3.388
4.409 V
149.116
3.388
1)
-3.884 153.029
3.884 N 525 V
Zowel t.l.v. exploitatie als t.l.v. activa/voorzieningen
Eigen personeel Een forse terughoudendheid bij het invullen van vacatures (113 fte’s op totaal 2064 fte’s) zorgt voor een voordelig bezettingsverschil . Dit compenseert diverse nadelen, per saldo is sprake van een voordeel van € 2,7 miljoen, welke wordt veroorzaakt door:
b
Bezettingsverschil € 6,3 miljoen voordelig. Het saldo van de vacatures en de overbezetting bedraagt 113,2 fte voordelig. Hier staat overigens tegenover dat er voor € 0,6 miljoen ingehuurd ten laste van deze vacatures (zie verderop bij inhuur);
b
Ontwikkeling loonschalen € 2,5 miljoen nadelig. Er was rekening gehouden met een verhoging van de loonschalen van 1,6 %. Uiteindelijk bedroeg de stijging 3,6 %. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door CAO-afspraken en pensioenpremies;
b
Niet geraamde personeelskosten € 0,5 miljoen nadelig. In de begroting zijn voor overwerk, incidentele uitkeringen etc. geen bedragen geraamd;
b
Overige verschillen eigen personeel per saldo € 0,5 miljoen nadelig.
Van de salariskosten werd € 293.000 ten laste van voorzieningen gebracht, per saldo geen exploitatieresultaat; Inhuur Wederom is bij inhuur sprake van een afname. Terughoudendheid heeft geleid tot een lagere inhuurbegroting (€ 22,4 miljoen). Ook bij de besteding van de budgetten is men terughoudend geweest wat heeft geleid tot een uiteindelijk voordeel op inhuur van € 1,6 miljoen. Door een sterke sturing zijn overschrijdingen op het inhuurbudget beperkt tot een minimum. In 2012 is € 17,1 miljoen uitgegeven aan inhuur. Dit is € 5,3 miljoen minder dan de begrote € 22,4 miljoen. Van deze afwijking kan € 3,7 miljoen niet als resultaat beschouwd worden. Hiervan betreft € 2,3 miljoen een voordelige afwijking doordat minder projecten zijn uitgevoerd. Dit leidt niet tot een voordelig resultaat aangezien dit voordeel wordt verrekend met projectengelden.€ 1,1 Miljoen betreft een voordeel bij inbesteding ten laste van het participatiebudget. Dit voordeel vloeit weer terug naar het participatiebudget. Voor HNW/Huisvesting wordt een voordeel van € 530.000 alsnog gereserveerd om in 2013 te worden ingezet. Daarnaast ontstonden ook nadelen, er is € 360.000 ingehuurd ten laste van activa, maar hiervoor is dekking in de vorm van kredieten. Resteert een voordelig resultaat van € 1,6 miljoen. Voornaamste redenen hiervan zijn terughoudendheid bij het inhuren. Zo is er minder ingehuurd (€ 450.000 voordelig) ter compensatie van het financiële nadeel van het achterblijven van drank, horeca en bouwvergunningen. Voor het programma slim Werken is uiteindelijk meer gebruik gemaakt van intern personeel (€ 320.000 voordelig).
- 246 -
Daarnaast heeft de sector IB ingehuurd volgens budget maar doordat dit deels ten laste van activa gebracht kon worden ontstond in de exploitatie een voordeel van € 320.000. Er ontstond een nadeel van € 600.000 doordat werd ingehuurd ter compensatie van vacatures. Dit werd voornamelijk veroorzaakt doordat voor combinatiefunctionarissen wel formatie aanwezig is bij sport en bewegen maar aangezien dit tijdelijke sportprojecten betreft is het niet verstandig om deze personen vast in dient te nemen. Stelpost bezuinigingen Voor personeel is een bezuinigingsdoelstelling geformuleerd van € 3,9 miljoen. Deze wordt gerealiseerd middels de voordelen bij eigen personeel en inhuur. Hierna resteert in totaliteit een voordelig saldo van € 0,5 miljoen. Jaarrekening 2012 ten opzichte van de Jaarrekening 2011 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Eigen personeel
128.048
132.043
Inhuur personeel
21.161
17.073
149.209
149.116
Totaal
Ten opzichte van 2011 zijn de personeelskosten met € 4 miljoen gestegen. Ondanks een daling van het aantal fte’s zorgt een stijging van de loonschalen ervoor dat de loonkosten per saldo zijn toegenomen. Ten opzichte van 2011 is er in 2012 € 4,1 miljoen minder ingehuurd. Terughoudendheid bij het inhuren speelde hierbij een belangrijke rol. Daarnaast zijn door uitstel of vertraging minder projecten uitgevoerd dan in 2011 (€ 2,6 miljoen).
Kapitaallasten materiële vaste activa De kapitaallasten over de materiële vaste activa binnen de gemeente Eindhoven laten over 2012 het volgende beeld zien. (bedragen x € 1.000):
Realisatie 2011
Primitieve begroting 2012
Gewijzigde begroting 2012
Realisatie 2012
Afwijking
(1)
(2)
(3=1-2)
Afschrijvingen
21.433
28.243
21.527
21.381
146 V
Rente
22.328
27.772
22.109
21.969
140 V
Totaal kapitaallasten
43.761
56.015
43.636
43.350
286 V
Extra afschrijving Totaal
724
0
0
3.739
3.739 N
44.485
56.015
43.636
47.090
3.453 N
Gemeentebreed wijkt de realisatie van de kapitaallasten nauwelijks af van de gewijzigde begroting. De reden dat er nauwelijks een afwijking aanwezig is, komt door de tussentijdse wijzigingen bij bulkwijzigingen, 1e en 2e Turap en slotwijziging in het 4e kwartaal. Tussentijds is geconstateerd dat de geraamde investeringen niet conform planning konden worden uitgevoerd (temporisering) onder andere voor Spilcentra, huisvesting onderwijs, aanleg ondergrondse containers en aanleg riolen. Om die reden is via begrotingswijzigingen aan de raad gevraagd om de planning hierop aan te passen. Dit heeft geleidt tot een begrotingstechnische verlaging van de kapitaallasten ten opzichte van de primitieve begroting met € 12,4 miljoen waarvan € 6,7 miljoen aan afschrijvingen en € 5,7 miljoen aan rente. Het voordeel van € 0,3 wordt veroorzaakt door het niet aanpassen van de budgetten voor de nieuwbouw sporthogeschool Fontys als gevolg van een inkoopvoordeel wat binnen sport is gebleven en het later ontvangen van subsidies voor het Transferium die verrekend worden met twee reserves. De extra afschrijvingen waren niet voorzien en betreffen oude niet meer in gebruik zijnde schoolgebouwen. De totale kapitaallasten (inclusief rente reserves en voorzieningen) bedragen €73,2 miljoen ofwel 8% van de totale uitgaven. Dit percentage ligt onder de kapitaallastennorm van 10%.
- 247 -
4. Jaarrekening Niet direct aan programmaonderdelen toerekenbare kosten en opbrengsten Binnen de gemeente Eindhoven worden kosten en opbrengsten zowel in de begroting als realisatie, die niet direct toerekenbaar zijn naar de programmaonderdelen en projecten, per sector verzameld en vervolgens met verdeelsleutels doorbelast naar de programmaonderdelen en projecten. De niet direct aan een programmaonderdeel toerekenbare kosten en opbrengsten worden evenals de direct toerekenbare kosten en opbrengsten begroot. In de realisatie kunnen deze kosten en opbrengsten afwijken van de begrote bedragen en leiden tot een resultaat op de programmaonderdelen dan wel projecten. Voor 2012 is het beeld: gewijzigde afwijking
doorber. nr
ten laste van/
budg.neutr.
ten gunste van
collegeprod.
Exploitatie
begroting
Realisatie
2012
2012
8.407.000
8.049.257
357.743
357.743
13.510.000
13.046.878
463.122
463.122
PO 11
Inkomensondersteuning
PO 13
Werk en inkomen
PO 23
Maatschappelijke zorg
2.108.000
2.029.487
78.513
78.513
PO 24
Inburgering, div. en emancipatiebeleid
2.089.000
2.052.081
36.919
36.919
PO 25
Welzijn
3.393.000
3.356.927
36.073
36.073
PO 28
Publieke gezondheid
1.046.000
1.008.311
37.689
37.689
PO 31
Ononderbroken ontw. jeugd/jongeren
7.285.000
7.011.766
273.234
273.234
PO 32
Pedagogische infrastructuur fysiek
1.749.000
1.793.651
-44.651
-44.651
PO 43
Sportparticipatie Eindh. bevolking
1.398.000
1.345.906
52.094
52.094
PO 45
Museum voor hedendaagse kunst
112.000
112.000
-
-
PO 47
Cultuur totaal
2.455.000
2.341.232
113.768
113.768
PO 51
Parate dienstverl. & crisisbeheersing
67.000
64.824
2.176
2.176
PO 52
Veiligheid en handhaving
7.827.000
7.607.044
219.956
219.956
PO 62
Bestuur
11.270.000
11.213.803
56.197
56.197
PO 63
Publieke dienstverlening
3.770.000
3.686.353
83.647
83.647
PO 73
Organisatie en bedrijfsvoering
12.365.000
14.775.298
-2.410.298
-2.410.298
PO 81
Wonen
1.084.000
1.073.987
10.013
10.013
PO 82
Openbare ruimte (muv water en groen)
5.380.000
5.298.008
81.992
81.992
PO 83
Groen en recreatievoorzieningen
3.050.000
3.019.721
30.279
30.279
PO 84
Water
1.850.000
1.826.998
23.002
PO 85
Milieu
4.834.000
4.708.389
125.611
125.611
PO 86
Verkeer e vervoer
3.693.000
3.588.673
104.327
104.327
PO 87
Ruimtelijke kwaliteit
11.538.000
13.995.940
-2.457.940
PO 88
Duurzaamheid
372.000
384.558
-12.558
-12.558
PO 91
Economische ontwikkeling
3.406.000
3.256.610
149.390
149.390
114.058.000
116.647.702
-2.589.702
TOTAAL
- 248 -
22.958
-2.606.488
-2.583.530
44
148.548
-6.172
Het begrote saldo van de niet direct aan een programmaonderdeel toerekenbare kosten en opbrengsten bedraagt in 2012 € 114.058.000; de realisatie bedraagt per saldo € 116.648.000. Hierdoor ontstaat op de programmaonderdelen een resultaat, omdat in de realisatie ten opzichte van de begroting een afwijkend bedrag wordt doorbelast. In 2012 bedraagt het nadelige resultaat op de niet direct toerekenbare kosten en opbrengsten € 2.590.000. Dit nadeel wordt conform de begrote verdeelsleutel voor € 2.584.000 doorbelast naar collegeproducten, waarvan het saldo grotendeels wordt verrekend met reserves en voorzieningen. Na verrekening met reserves en voorzieningen resulteert nog een nadelig exploitatieresultaat 2012 ad € 6.000. Het nadeel is als volgt opgebouwd:
b b b b b
Personeelslasten:
1.950 V
Inhuur personeel van derden:
1.169 V
Opleidingskosten
315 V
Flexibel belonen
323 V
Stelposten: -
3.231 N
Het niet invullen van de gemeentebrede stelposten taakstellende bezuiniging formatie en taakstellende bezuiniging inhuur derden ( 3.434 N). Hier tegenover zijn voordelen binnen de sectoren vermeld op personeelslasten (vacatureruimte) en inhuur personeel van derden.
-
b
Het niet inzetten van de stelpost facilitaire kosten ( 203 V).
Saldo projecten: -
5.581 N
De doorberekening naar projecten resulteert ten opzichte van de begroting in een nadeel. Van dit nadeel wordt conform begroting het tariefsverschil (2.544 N) afgewikkeld met de daarvoor bestemde reserve; het resterend tekort komt ten laste van het exploitatieresultaat
b
Overige:
2.465 V
Betreft opsomming van saldi voor- en nadelen van diverse grootboekrekeningen, zowel aan de kosten- als aan de opbrengstzijde; -
Vrijval voorziening FUWA (166 V);
-
De vacaturestop resulteert in voordeel op kosten werving en selectie (120 V);
-
Een nieuw contract resulteert in een incidenteel voordeel bij repro, pas vanaf 2013 is dit voordeel in de begroting verwerkt (270 V);
-
Vergoedingen werkzaamheden sectoren CTRL en STR , welke niet zijn begroot (202 V);
-
Doorberekening werkplekken UWV (52 V)
-
Eindafrekening ID-banen (144 V)
-
Ontvangen premiekorting 62+-regeling (224 V)
-
Vervoersmanagement (43 V);
-
Goede begeleiding van werk naar werk heeft geresulteerd, dat nagenoeg alle TDP-ers, welke in 2012 de gemeente hebben verlaten, snel nieuw werk hebben gevonden. Hierdoor zijn de kosten van de WW-uitbetaling lager dan begroot (189 V);
-
Kosten telefonie, software, hardware (349 V)
-
Kosten kantoorartikelen/kosten huishoudelijke dienst (receptie, bewaking, chauffeurdiensten, portikosten, papier) (345 V);
-
Lagere kosten bibliotheek; minder abonnementskosten a.g.v. strakkere sturing (76 V);
-
Kosten verzekeringen; hogere premies, politiek molest verzekering is besloten zonder begrotingsmiddelen (66 N);
-
Catering; winst restauratieve dienst en meer evenementen (71 V)
-
Arbogerelateerde kosten (113 V)
-
Kosten van advies/communicatiekosten (189 V); reis- en verblijfkosten ( 130 N);
-
Overige ( 233 V).
- 249 -
4. Jaarrekening Incidentele baten en lasten In de rekening van baten en lasten zitten diverse incidentele baten en lasten. Deze baten en lasten hebben een eenmalig karakter en doen zich maximaal gedurende drie jaren voor. Diverse van deze posten zijn tussentijds in de gewijzigde begroting verwerkt en hebben geen effect voor het uiteindelijke rekeningresultaat. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de incidentele baten en lasten die in het resultaat voor bestemming zijn verwerkt.
Incidentele baten (bedrag x € 1.000)
Realisatie 2012
PO1.4
Doorberekening personeelskosten schulddienstverlening aan het participatiebudget
462
PO 2.4
Vrijval middelen inzake BDU/SIV
3.038
PO 4.3
Bijdrage rijk, provincie, NOC*NSF tbv Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO)
1.238
PO 6.2
Afwikkeling Focusprogramma (afwikkeling rekening Stimulus)
1.099
PO 6.3
Eenmalige invoeringskosten registratie niet-ingezetenen (R.N.I)
PO 7.3
Liquidatie-uitkering GR Ekkersrijt
PO 7.3
Opheffing IZA, 2e tranche
PO 7.3
Verkoop aandelen BNG
PO 7.3
Vrijval middelen inzake BDU/SIV
PO 8.4
Inhaalslag reinigingsrecht
841
PO 8.5
Ontvangen kortingen en tariefcorrectie SRE 2010,2011 en 2012
346
PO 8.5
Bijdrage regiogemeenten aan gezondheidbelevenis-onderzoek Alderstafel
263 1.500 351 258 2.080
Incidentele lasten (bedrag x € 1.000)
67
Realisatie 2012
PO 4.3
Doorbetaling subsidie van Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO)
1.238
PO 6.2
Afwikkeling Focusprogramma (project Smalle Haven en 18 Septemberplein)
2.011
- 250 -
4. Jaarrekening
- 251 -
4. Jaarrekening 4.3 Balans
ACTIVA
(Bedragen x € 1.000)
31-12-2011
31-12-2012
Materiële vaste activa economisch nut, algemeen
490.751
494.611
Materiële vaste activa economisch nut, in erfpacht Totaal materiële vaste activa
50.155 540.906
50.155 544.766
Vaste activa
B02
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Af: voorziening afwaardering netwerkbedrijven B0311
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen gesaldeerd
B0313
Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen
B0321
Leningen aan woningbouwcorporaties
B0322 B0323 B033
B0312
8.263 0
8.145 0 8.263
8.144
0
0
0
0
70.767
56.254
Leningen aan deelnemingen
0
0
Leningen aan overige verbonden partijen
0
0
Overige langlopende leningen
22.345
36.503
B034
Overige uitzettingen
65.534
52.179
B035
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
0
0
B036
Kapitaalverstrekking aan vakdiensten
0
0
B038
Belegde waarborgsommen
B03
Totaal financiële vaste activa
Totaal vaste activa
0
0
166.909
153.080
707.815
697.846
81.431
33.331
Vlottende activa B3111
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
B3112
Grond- en hulpstoffen
B312
Onderhanden werk
B313
Gereed product en handelsgoederen
B314
Vooruitbetalingen
0
0
B31
Totaal voorraden
205.208
200.569
B111
Vorderingen op openbare lichamen
37.168
33.497
B112
Verstrekte kasgeldleningen
0
0
B113
Rekening-courant met niet-financiële instellingen
B114
Overige vorderingen
B115
Overige uitzettingen
14.000
14.000
B11
Totaal uitzettingen
91.498
84.129
B12
Totaal liquide middelen
668
63.320
B14
Rekening courant saldo tussen vakdiensten
0
0
B21
Overlopende activa (inclusief voorschotten)
11.582
11.188
308.956
359.206
1.016.771
1.057.052
32.409
38.895
Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA Garanties uit waarborgstellingen: - borgstellingen
- 252 -
97
19.992
123.599
147.169
81
77
4.273
4.448
36.057
32.184
PASSIVA (Bedragen x € 1.000)
31-12-2011
31-12-2012
83.974
87.060
Vaste passiva B0411
Algemene reserves
B0412
Bestemmingsreserves (t.b.v. tarieven)
0
0
B0413
Diverse overige bestemmingsreserves
228.899
203.182
B0414
Reserves t.b.v. investeringen/afdekken kapitaallasten
20.798
16.078
B041
Reserves totaal
333.671
306.320
B042
Saldo exploitatie na mutatie reserves
2.774
22.099
B04
Totaal eigen vermogen
336.445
328.419
B05
Totaal voorzieningen
120.136
107.879
B0621
Onderhandse leningen van binnenlandse
2.611
2.339
238.687
301.414
pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen B0622
Onderhandse leningen binnenlandse banken en overige instellingen
B0624
Overige binnenlandse sectoren
15.112
14.044
B0625
Overige leningen buitenland inst fondsen banken
48.600
48.600
B063
Door derden belegde gelden
1.296
1.326
B064
Ontvangen waarborgsommen van derden
1.285
740
B067
Door CS ontv res + vz vakdienst
0
1.165
B06
Totaal vaste schulden
307.591
369.628
764.172
805.926
120.000
85.000
Totaal vaste passiva Vlottende passiva B131
Kasgeldleningen
B132
Postbankrekeningen
B133
Bankrekeningen
B134
Overige schulden
B13
Totaal netto-vlottende schulden
B22
Totaal overlopende passiva
Totaal vlottende passiva
TOTAAL PASSIVA Verplichtingen uit waarborgstellingen: - borgstellingen
- 253 -
0
0
20.229
59.627
41.697
46.051
181.926
190.678
70.673
60.448
252.599
251.126
1.016.771
1.057.052
32.409
38.895
4. Jaarrekening 4.4 Toelichting balans Specificatie per balansrekening – Vaste activa (bedragen in euro’s)
Specificatie van de vaste activa: Omschrijving Gronden en terreinen Gronden en terreinen (opbouw met afs) Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Totaal materiële vaste activa Kapitaal verstrekking aan deelnemingen Leningen aan woningbouwcorporaties
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
31-12-2011 89.141.971
960.000
14.586.270
2.882.378
Bijdragen van
Afschrijving /
Boekwaarde
derden
aflossing
31-12-2012
334.600
89.767.371
1.030.762
16.171.866
95.691
464.785
266.020
560.476 304.763.399
18.840.455
2.477.704
13.613.599
307.512.550
81.610.746
10.924.178
10.924.178
1.542.663
80.068.083
1.142.125
101.854
132.080
1.111.899
49.101.000
8.938.681
8.369.871
49.669.810
540.905.987
42.647.546
-
25.119.266
544.766.366
8.263.363
50.000
168.884
70.767.347
13.667.902
8.144.479
220.027
14.293.890
56.253.430
3.846.233
36.503.349
2.095.952
52.179.196
Overige langlopende leningen
22.344.891
18.004.691
Overige uitzettingen
65.533.874
2.741.274
14.000.000
Totaal financiële vaste activa *
166.909.476
20.795.965
14.388.911
-
20.236.076
153.080.455
Totaal vaste activa
707.815.464
63.443.511
14.388.911
13.667.902
45.355.341
697.846.822
* Bij de financiële vaste activa betreffen de in de kolom desinvesteringen opgenomen bedragen overboekingen naar andere leningnummers c.q. verstrekte kortlopende leningen.
Stille reserve De kunstvoorwerpen van het Van Abbemuseum zijn niet in de balans opgenomen (de verzekerde waarde per 31 december 2012, inclusief bruiklenen, bedraagt circa € 151,5 miljoen). Tevens is sprake van een stille reserve (opbrengstwaarde is hoger dan de boekwaarde) met betrekking tot niet bedrijfsgebonden activa (zoals woningen en diverse overige eigendommen) van € 15,7 miljoen.
Investeringen De investeringen in de materiële vaste activa in 2012 bedragen per saldo € 42,5 miljoen. Dit bedrag wordt gevormd door een groot aantal mutaties van welke hierna een beperkte opsomming volgt
b b
Investeringen in machines, apparaten en installaties: afvalcontainers ( € 1,2 miljoen) Investeringen in bedrijfsgebouwen: sporthal Genneper Parken ( € 4,9 miljoen),Ventoseflat (€ 3,8 miljoen) en Nat. Lab. ( € 1,9 miljoen)
b
Investeringen in grond- weg- en waterbouw: rioleringen ( € 8,9 miljoen) en Beatrixkanaal (€ 2,1 miljoen).
- 254 -
Kapitaalverstrekking aan derden Hieronder wordt een overzicht gegeven van de aandelen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen: (bedragen in euro’s) Boekwaarde
Boekwaarde
Verschil
Omvang
31-12-2011
31-12-2012
Deelneming
Muziekgebouw Eindhoven N.V.
45.378
45.378
100,00%
Parktheater Eindhoven N.V.
45.378
45.378
100,00%
Wonen Boven Winkels Eindhoven N.V. *)
22.500
0
-22.500
50,00%
1
1
100,00%
113.256
90.757
-22.499
11.345
11.345
Specificatie deelnemingen
Meerhoven Meerrijk B.V. **) Meerderheidsdeelneming in nom kapitaal
Enexis Holding NV (voorheen Essent)***)
0,02%
Attero Holding NV ***)
0,02%
Eindhoven Airport NV
555.880
555.880
24,50%
67.500
67.500
12,50%
112.500
112.500
20,00%
6.843
6.843
15,20%
429.000
429.000
0,30%
1.000.000
1.000.000
50,00%
10.000
10.000
50,00%
1.425.000
1.278.615
-146.385
-137.000
-87.000
50.000
Minderheidsdeelneming in nom kapitaal
3.481.068
3.384.683
-96.385
Flight Forum BV/CV (035-09-13)
4.669.039
4.669.039
Totaal deelnemingen
8.263.363
8.144.479
Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V. **) Twice Eindhoven B.V. **) N.V. Brainport Development **) BNG Park Strijp CV Park Strijp Beheer BV Breedband Regio Eindhoven B.V.****) Af: voorziening waardevermindering Breedband ****)
*)
30,70%
50,90%
-118.884
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Wonen Boven Winkels NV van 23 mei 2012 is besloten om de NV op te heffen. In de kadernota 2013-2016 zijn de beschikbare middelen voor WbW ad. € 1,2 miljoen ingezet als bezuinigingsmaatregel voor de programmabegroting 2013-2016 (jaarschijf 2013). Als gevolg van deze opheffing van de NV is het aandelen kapitaal van € 22.500 verlaagt tot nihil.
**)
Conform raadbesluit is Meerhoven Meerrijk BV op 29 november 2012 opgericht. Als onderdeel van het Stimuleringsplan Economische Herstel (mei 2009) heeft de gemeente Eindhoven voor het project Meerrijk een achtervang constructie opgezet. Het betreft een garantie voor de afname van maximaal 70 niet-verkochte woningen, die overgenomen moeten worden van ASR vastgoedontwikkeling. De aankoop van de woningen door de BV heeft op 3 december 2012 plaatsgevonden. Als uitgangspunt geldt alle woningen zo spoedig mogelijk tegen acceptabele prijs worden verkocht. Mocht dit niet lukken dan zal overgegaan worden tot tijdelijke verhuur van de woningen en zal verkoop op een later tijdstip plaatsvinden, zodra de markt dit toelaat.
- 255 -
4. Jaarrekening ***)
In Enexis is het netwerkdeel van het voormalige energiebedrijf Essent ondergebracht. Het commercieel deel van Essent is in 2009 verkocht aan RWE. Voor de afwikkeling van deze transactie zijn een aantal (tijdelijke) BV’s opgericht. Per balansdatum is de gemeente Eindhoven feitelijk aandeelhouder van Enexis Holding BV, Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, Essent Milieu Holding NV, Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV, CBL Vennootschap BV en Claim staat Vennootschap BV. Gezien het geringe belang in elk van deze (tijdelijke) BV's zijn deze deelnemingen samengevat onder de noemer Enexis. Attero Holding NV werd voorheen samengevat onder “Essent”.
****)
De bij de oprichting gedane kapitaalstorting in Breedband ad € 1.425.000 blijkt achteraf te hoog zijn geweest. De te hoge kapitaalstorting van € 146.385 is correct verwerkt in de boekwaarde van Breedband per 31 december 2012. Voor de duurzame waardevermindering in Breedband is een voorziening van € 87.000 gevormd. De (lagere) marktwaarde van de deelneming in Breedband is afgeleid van de meest recente jaarcijfers 2011 van deze vennootschap.
Leningen aan woningbouwcorporaties Van de aan woningbouwcorporaties verstrekte leningen (€ 56,3 miljoen) is € 35 miljoen ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW staat garant indien een woningbouwcorporatie in gebreke blijft met betrekking tot rente- en aflossingsverplichtingen. . Overige langlopende leningen De grootste langlopende leningen betreft een lening van € 14,5 miljoen aan Meerrijk BV.
Overige uitzettingen De gehele beleggingsportefeuille staat tegen nominale waarde op de balans en de hoofdsom van de beleggingen is gegarandeerd op het einde van de looptijd. Voor twee garantieproducten geldt een minimum gegarandeerd rendement.
(Bedragen x € 1.000)
Boekwaarde 31-12-2012
Effecten in verband met duurzame beleggingen Beleggingen:
47.874
betreft 1 garantiebeleggingsproduct van € 15,0 miljoen en 2 garantie-
43.000.000
beleggingsproducten van € 14,0 miljoen (van de 3 garantiebeleggings-producten per 31-12-2011 is er in 2012 één overgeboekt naar kortlopende verstrekte leningen i.v.m. vrijval in 2013) In 2012 is de belegging SOT-NRF 265 opgenomen. Dit betreft een belegging ter dekking van uit te keren subsidies op termijn Obligatie:
Betreft vastrentende staatsobligaties en obligaties van banken.
Nog te ontvangen opbrengsten in verband met garantiebeleggingsproducten.
Totaal BA034 Overige uitzettingen
1.053.322 250.000 7.828.000
52.179.196
- 256 -
Specificatie per balansrekening - Vlottende activa Voorraden
b
B3111 Niet in exploitatie genomen bouwgronden In de voorraden zijn begrepen de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden van het Grondbedrijf voor een waarde van € 33,3 miljoen. In 2012 hebben als gevolg van de nieuwe regelgeving Commissie BBV verschuivingen binnen de categorieën plaatsgevonden. De voorraad niet in exploitatie genomen voorraad gronden bedroeg ultimo 2012 € 50,6 miljoen; ter dekking van de mogelijke verliezen is een voorziening (€ 17,3 miljoen) gevormd.
b
B3112 Grond- en hulpstoffen Als gevolg van nieuwe regelgeving Commissie BBV inzake grondexploitaties is € 19,9 miljoen overgeheveld van B3121 Grondexploitaties.
B 312 Onderhanden werk De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft betrekking op onderhanden projecten ( € 2,2 miljoen) en op de bouwgrondexploitatie (€ 144,9 miljoen). In de prospecties (toekomstige opbrengsten) voor diverse planexploitaties is een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen. Evenals bij balanscodering B3111 is ook hier ter dekking van mogelijke verliezen een voorziening gevormd. De voorziening verliesgevende planexploitaties (stand per 31-12-2012 € 24,4 miljoen) is in mindering gebracht op de boekwaarde. Na de administratieve verschuivingen conform de nieuwe regelgeving bedroeg de stand van de grondexploitaties ultimo 2012 € 169,3 miljoen. In voorgaande jaren is de voorziening verliesgevende planexploitaties opgenomen tegen eindwaarde. In 2010 is ervoor gekozen om de berekende voorziening niet meer tegen eindwaarde maar tegen contante waarde op te nemen. De voorziening is contant gemaakt met de verwachte rentevoet. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken.
Uitzettingen
b
B111 Vorderingen op openbare lichamen De vordering heeft voornamelijk betrekking (€ 29,4 miljoen) op de met de fiscus te verrekenen BTW (waaronder de vordering op het landelijke BTW-compensatiefonds) Daarnaast staat er nog voor een bedrag van ongeveer € 4.,1miljoen open op het rijk, provincie, gemeentes en andere overheidsinstellingen.
b
B114 Overige vorderingen Eind 2012 was de stand van deze vorderingen € 54,4 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk clientdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. De inschatting is dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. Daarvoor is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen van € 22,3 miljoen. Dit resulteert in een netto bedrag van € 32,1 miljoen. De vorderingen op clientdebiteuren is opgebouwd uit diverse soorten regelingen, zoals bijstandsvorderingen, geldleningen, voorschotten en boetes. De aflossing is vaak verspreid over vele jaren vanwege de lage inkomens. De voorziening voor clientdebiteuren wordt berekent op basis van wel of geen aflossingsverplichting, lopende aflossingen en percentages per status van de vordering. Tevens wordt rekening gehouden met het feit dat bij BBZ uitkeringen voor 75% weer verrekend worden met het Rijk. De vorderingen worden echter nog niet jaarlijks opgeschoond op basis van kwijtschelding, verjaring of definitief oninbaar. Hierdoor zal het saldo alleen maar verder oplopen. Begin 2013 is een besluit genomen om een project te starten om een methodiek op te stellen voor afboeking. Dit zal medio 2013 gereed zijn.
- 257 -
4. Jaarrekening
De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Alle vorderingen worden nauwgezet gevolgd en grotendeels via de eigen belastingdeurwaarders geïnd. Voor de belastingdebiteuren is vanuit het verleden geen voorziening opgesteld. De oninbare vorderingen worden jaarlijks rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. De overige debiteuren bestaan uit vorderingen op basis van verhuur woningen of accommodaties, leges, vergunningen, grondverkopen, enz. Alle vorderingen worden permanent gevolgd en waar nodig doorgezet naar een gerechtsdeurwaarder. Voor de overige vorderingen wordt jaarlijks een berekening opgesteld waarbij grote vorderingen individueel worden ingeschat en aan de rest percentages zijn gekoppeld op basis van de ouderdom van de vordering. (bedragen x € 1 miljoen)
31-12-2011 Totaal
Voorziening
31-12-2012 Te ontvangen
Totaal
debiteuren Clientdebiteuren
31,4
Voorziening
Te ontvangen
20,3
12,9
debiteuren 18,6
12,8
33,2
Belastingdebiteuren
1,8
0
1,8
2,9
0
2,9
Overige debiteuren
24,6
1,9
22,7
18,3
2,0
16,3
Totaal
57,8
20,5
37,3
54,4
22,3
32,1
b
B115 Overige uitzettingen Het saldo ‘overige uitzettingen’ ultimo 2012 heeft alleen betrekking op verstrekte kortlopende leningen.
b
B12 Liquide middelen
(Bedragen x € 1.000) B121
Kassen
B122
Postbankrekeningen
B1247
Kruisposten
B12
Totaal liquide middelen
31-12-2011
31-12-2012
97
78
562
63.192
9
50
668
63.320
Het totaal van de liquide middelen laat per 31 december 2012 een negatief saldo zien. De categorieën met een negatief saldo zijn terug te vinden aan de creditzijde van de balans onder de netto vlottende schulden. Overlopende activa
(Bedragen x € 1.000) 31-12-2011
31-12-2012
B211
Overlopende activa publiekrechtelijke lichamen
1.884
1.089
B213
Overige overlopende activa
9.304
9.782
B215
Voorschotten
99
89
B224
Tussenrekening
B21
Totaal overlopende activa
- 258 -
295
228
11.582
11.188
Het saldo ‘overlopende activa publiekrechtelijke lichamen’ ultimo 2012 heeft vnl. betrekking op een nog te ontvangen bedrag inzake afwikkeling Stimulus Focus (€ 0,9 miljoen) Onder de 'overige overlopende activa' vallen de vooruitbetaalde bedragen voor een bedrag van totaal € 7,3 miljoen, waarvan de grootste posten huren betreft (2 miljoen), erfpacht transactie PSV (€ 1,4 milj.) , de gemeenschappelijke bijdrage inzake de GGD gemeenschappelijke taken( € 0,8 miljoen) alsmede een post van € 0,6 miljoen inzake inzameling restafval. Verder valt daar onder nog te ontvangen rente leningen u/g voor een bedrag van € 1,2 miljoen. Een andere grote post onder de overig overlopende activa betreft de categorie "overige nog te ontvangen bedragen" voor totaal € 1,1 miljoen, waarbij de grootste post een nog te ontvangen bedrag betreft van de Ergon inzake inkoop WSW van € 0,5 miljoen. Bij de voorschotten zijn de grootste posten depotbedrag PTT post (€ 60.000) en voorschotten personeel (€ 29 .000).
Specificatie per balansrekening – Passiva Eigen vermogen /reserves De stand van de reserves is in 2012 met € 27,3 miljoen afgenomen tot een bedrag van € 306,3 miljoen. In de staat van reserves (zie de bijlagen) is een volledig overzicht van de mutaties in de reserves en een bijbehorende toelichting opgenomen. Onderstaand zijn de mutaties in de reserves groter dan € 5 miljoen vermeld.
(bedragen x € 1 miljoen)
Mutatie 2012 -/- = onttrekking
Omschrijving Reserve Onderwijshuisvesting
+ = storting -/- 5
Er heeft een storting plaats gevonden van € 10,0 miljoen uit de saldireserve specifiek en een onttrekking van € 12,0 tbv egalisatie huisvesting onderwijs 2012. -/-13,8
Saldireserve specifiek Er heeft een storting plaats gevonden van € 12,0 miljoen uit de reserve financieringsfonds MIP en een onttrekking van € 10,0 miljoen tbv de reserve huisvesting onderwijs.
-/- 26
Reserve Strategische Impulsen Ten behoeve van de realisatie van VMBO/SEN is een bedrag onttrokken van € 22,2 miljoen.
+ 6,9
Reserve internationale school In de reserve is o.a. een bedrag van € 9,2 miljoen gestort aan bijdragen (Provincie/SRE/sponsors) en een bedrag van € 5,1 miljoen onttrokken voor bouwkosten.
+ 1,2
Reserve integrale wijkvernieuwing Een bedrag van € 7,0 miljoen is onttrokken als saldo van de lopende projecten 2012.
+ 0,7
Reserve bouwgrondexploitaties Er is € 13,4 miljoen in deze reserve gestort mbt resultaat afgesloten projecten. Aan deze reserves is een bedrag onttrokken van € 8,2 miljoen voor extra verlies op strategische verwervingen en € 5,1 miljoen als beheerresultaat 2012.
-/- 5,7
Reserve maatschappelijk nut in ontwikkeling Een bedrag van € 16,7 miljoen is onttrokken als saldo van de lopende projecten 2012.De decentralisatie-uitkering Nationale gebiedontwikkelingen van € 6,8 miljoen is gestort in deze reserve.
-/- 8,3
Reserve maatschappelijk nut projecten Ten behoeve van de deelgrondexploitatie OV-terminal passage is een bedrag aan deze reserve onttrokken van € 12,4 miljoen.
- 259 -
4. Jaarrekening (bedragen x € 1 miljoen)
Mutatie 2012 -/- = onttrekking
Omschrijving
+ = storting + 16,9
Reserve financieringsfonds MIP Ten behoeve van de saldireserve specifiek is een bedrag onttrokken van € 12,0 miljoen. Ultimo 2012 is een bedrag van € 22,2 miljoen gestort. Dit betreft de reservering 2012 VMBO/SEN.
+ 12
Reserve BUIG Het totaal gestorte bedrag in deze reserve van € 12,0 miljoen betreft het BUIG-overschot 2012. Voorzieningen
(Bedragen x € 1.000) Specificatie van de voorzieningen B050 Overige voorzieningen B051 Onderwijsvoorzieningen B05 Totaal voorzieningen
31-12-2011
31-12-2012
118.136
106.416
2.000
1.463
120.136
107.879
Het saldo van de voorzieningen is in 2012 met € 12,3 miljoen afgenomen. In de staat van voorzieningen (zie de bijlagen) is een volledig overzicht van de mutaties in de voorzieningen en een bijbehorende toelichting opgenomen. Onderstaand worden de mutaties in de voorzieningen groter dan € 5 miljoen vermeld.
(Bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
Mutatie 2012 -/- 3,5
Voorziening Riolen De storting in de voorziening van € 4, 8 miljoen is conform de projectbegroting. De onttrekkingen van € 8,9 miljoen zijn voor de dekking aan vervangingsinvesteringen GRP.
+ 4,8
Voorziening verwachte nadelige grondexploitatie In deze voorzieningen zijn stortingen gedaan voor € 8,7 miljoen waarvan de grootste € 8,2 miljoen bedraagt inzake verliesneming op strategische verwervingen. De onttrekking van € 3,9 miljoen heeft betrekking op het verlies van de Deken van Somerenstraat.
Vaste schulden Het saldo van de vaste schulden per 31 december 2012 bedraagt 369,6 miljoen. In 2012 is € 39,3 miljoen van het aan vaste schulden openstaande bedrag afgelost. De rentelasten van de vaste schulden bedragen € 9,3 miljoen voor het jaar 2012. Hierna volgt het gespecificeerde overzicht onderverdeeld naar opgenomen langlopende geldleningen, door derden belegde reserves en ontvangen waarborgsommen.
- 260 -
(bedragen in euro’s) Rente ten Restantbedrag Vermeerdering laste per 31/12/2011 in dienstjaar van dienstjaar
Omschrijving
Aflossing in dienstjaar
Restantbedrag per 31/12/2012
BP 0621 OL van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringen
09208
2.610.541
271.528
2.339.013
BP 0622 OL van binnenlandse banken en overige instellingen
09206
67.936.780
14.022.362
53.914.418
09209
170.750.000
23.250.000
247.500.000
09216
7.000.000
09217
3.411.645
1.053.347
2.358.298
09218
4.700.000
14.200
4.685.800
09219
48.600.000
BP 0624 OL van overige binnenlandse sectoren *
BP 0625 OL buitenland inst fondsen banken BP 062 Totaal onderhandse leningen BP 0631 Door derden belegde gelden
1.296.357
29.411
1.325.768
1.296.357
29.411
1.325.768
09200
4.960
15.000
19.960
09201
1.038.835
51.578
580.625
509.788
09203
45.421
10.000
1.163
54.258
09205
1.418
09211
194.563
25.311
65.074
154.800
1.285.197
101.889
646.862
740.224
09207
09220
BP 065 Totaal overige vaste schulden Totaal generaal
48.600.000 100.000.000
BP 064 Totaal ontvangen waarborgsommen van derden BP 0651 Overige vaste schulden
7.000.000
305.008.966
BP 063 Totaal door derden belegde reserves BP 064 Ontvangen waarborgsommen van derden
100.000.000
307.590.520
38.611.437
1.418
1.164.848
1.164.848
1.164.848
1.164.848
101.296.148
9.341.531
39.258.299
* Onder langlopende geldleningen worden geldleningen verstaan met een oorspronkelijke looptijd van 1 jaar of langer.
- 261 -
366.397.529
369.628.369
4. Jaarrekening Netto-vlottende schulden (Bedragen x € 1.000) 31-12-2011
31-12-2012
B131
Kasgeldleningen
120.000
85.000
B133
Bankrekeningen
20.229
59.627
B1341
Schulden aan publiekrechtelijke lichamen
B1345
Afdrachtposten
B1346
Overige schulden
B13
Totaal netto-vlottende schulden
613
6.034
11.373
10.933
29.711
29.084
181.926
190.678
Het totaal van de liquide middelen laat per 31 december 2012 een negatief saldo zien. Zie ook vlottende activa.
Overlopende passiva (Bedragen x € 1.000) 31-12-2011
31-12-2012
B221
Overlopende passiva publiekrechtelijke lichamen
34.029
30.862
B223
Overige overlopende passiva
35.701
28.112
B224
Tussenrekeningen
943
1.474
B22
Totaal overlopende passiva
70.673
60.448
B221 Overlopende passiva publiekrechtelijke lichamen Onder de balanscodering B221 zit de grootboekrekening 19411 (Vooruitontvangen van publiekrechtelijke lichamen). Onder deze grootboekrekening zijn onder ander de overlopende posten inzake niet bestede middelen Rijk verantwoord, voor een totaalbedrag van € 23,1 miljoen. Hieronder volgt het verloopoverzicht inzake het jaar 2012. De kolom vermeerderingen laat een totaalbedrag zien van € 22,9 miljoen, omdat twee posten - getotaliseerd € 0,2 milj. - geen betrekking hebben op niet bestede middelen van het Rijk. (bedragen in euro’s) Niet bestede middelen van het Rijk
Einde jaar
Vermeer-
Vermin-
Einde jaar
2011
deringen
deringen
2012
Afwik proj MNio 2010 488-00 Geluidsbelastingkaarten
151.326
121.811
151.326
121.811
Afwik proj MNio 2010 654-01 RoCK - WP 1/1Openbaar Vervoersvrz
385.297
310.000
385.297
310.000
Afwik proj MNio 2010 408-01 Verkeersveiligheid
104.796
90.385
104.796
90.385
Subsidie ProvNBr tbv Innosportlab 2011
360.000
Afwik proj MNio 2010 197-03 Geluidssanering - schermen
730.343
Subs SRE tbv Breedband Sted.gebied
360.000 2.304.575
730.343
730.770
730.770
Afwik proj MNio 2010 326-00 Inrichting buitengebied Ehv stadskanaal
1.520.935
1.520.935
Afwik proj MNio 2009 403-00 Plan van aanpak luchtkwaliteit
1.189.431
1.206.541
1.189.431
NASB Cruijff Courts
17.946
17.946
SRE ontv subs MWP
25.000
25.000
NASB 2008-2012
31.671
31.671
- 262 -
2.304.575
1.206.541
(bedragen in euro’s) Niet bestede middelen van het Rijk
Einde jaar
Vermeer-
Vermin-
Einde jaar
2011
deringen
deringen
2012
Subsidiesurplus ProvNBr Schoolnet
40.815
40.815
Ministerie NASB
62.628
62.628
Bijdr gem tilburg inzake talent brabant
70.000
70.000
NASB Fit Kidz
70.264
Gem Tilburg Virtueel Brabant
91.701
8.474
91.701
8.474
Prov NBr: subsidie Leren&Werken
110.670
114.443
110.670
114.443
Wegreconstructie Rotonde Tilburgseweg
125.582
Verkeersmaatregelen werkplannen
233.772
2e HOV lijn; traject Nuenen-WCW
279.179
OOV RIEC
635.864
Rijksbijdrage RMC
656.000
582.000
656.000
582.000
SRE subsidie BSG
744.795
1.323.065
744.795
1.323.065
70.264
125.582 638.611
233.772
638.611
279.179 635.864
Subsidie SISA/BrabantStad
1.860.151
Min SZW meeneemreg.Integratie
2.009.510
1.949.288
1.860.151 2.009.510
1.949.288
Min SZW meeneemreg.Inburgering
2.426.101
1.522.385
2.426.101
1.522.385
Subs.Prov regeling goedk.won.
2.514.000
2.449.000
2.514.000
2.449.000
Afwik proj MNio 2010 403-01 Plan van aanpak luchtkwaliteit
7.624.223
8.226.346
7.624.223
8.226.346
Project 667-00-00 Mensen wensen budget
100.285
100.285
Project 703-00-00 Deklaagvervanging Marathonloop
102.500
102.500
Project 408-02-00 Verkeersveiligheid 2005-2006
185.000
185.000
Project 704-00-01 Herinrichting Donizettiln/Mendelsohnln
65.877
65.877
Project 483-00-05 Herinr.OR Kanaalzone(bedr.terr. De Kade)
331.494
331.494
5 S&B vooruitontv subs Prov NBr
86.207
86.207
68 WRK ProvNB: Serv.Zorg&Welzijn
10.000
10.000
143 MM ProvNBr BrabantStad deltaplan VSV
57.462
57.462
366.467
366.467
80.000
80.000
145 MM MinSoZaWe bijdr OCW 115 VB MinBinnZ ketenintensiveringsregio 38 STR kennisconf. B5 Talent van Brabant 1e tranche ESF-project (jeugdwerkeloosheid)
24.802.770
- 263 -
70.000
70.000
580.776
580.776
22.882.992
24.802.770
22.882.992
4. Jaarrekening B223 Overige overlopende passiva
(Bedragen x € 1.000) Specificatie B223
31-12-2011
31-12-2012
22.188
16.772
1.573
2.709
19413
Overige nog te betalen bedragen
19414
Overige vooruitontvangen bedragen
19416
Aanbetalingen grondverkopen
2.167
294
19421
Nog te betalen rente leningen
3.367
4.162
19427
SRE projecten
1.556
665
diverse
Overige posten
4.850
3.510
B223
Overige overlopende passiva
35.701
28.112
Niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen Specificatie van de gewaarborgde geldleningen: (Bedragen x € 1.000)
Woningbouwgaranties gemeente
Restant per
Restant per
31-12-2011
31-12-2012
Mutatie 2012
15.409
21.631
6.222
Gezondheidszorg
7.236
7.768
532
Cultuur
7.358
7.165
-193
Sport
500
677
177
1.000
987
-13
Kabeltelevisie
318
159
-159
Overige gewaarborgde geldleningengaranties
587
508
-79
32.408
38.895
6.487
Welzijn
Totaal borgstellingen
Voor een nadere specificatie van de gewaarborgde geldleningen wordt verwezen naar de staat van borg- en garantstellingen in de bijlagen.
Overige niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen / rechten Huurverplichtingen/lease- en huurcontracten Overige niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen betreffen langlopende huurverplichtingen in verband met gebouwen voor 2013 € 8,8 miljoen , voor 2014 en 2015 getotaliseerd € 11,5 miljoen en € 44,8 voor de daarna volgende jaren. Financiële verplichtingen inzake meerjarige lease- en huurcontracten (zoals lease printers en programmatuur) bedragen voor 2013 € 0,6 miljoen, voor 2014 en 2015 getotaliseerd € 0,6 miljoen en € 0,1 miljoen voor de volgende jaren.
- 264 -
Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (Nationale Hypotheek Garantie) Op 10 oktober 1993 is de gemeente een overeenkomst aangegaan om tot zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van de stichting jegens geldgevers achtergestelde, renteloze leningen aan de stichting te verstrekken. Uit een persbericht van het NHG is gebleken dat het garantievermogen van het waarborgfonds is in 2012 met € 53 miljoen gestegen tot € 782 miljoen. De hogere verliezen over 2012 zijn dus ruimschoots gecompenseerd door de premie-inkomsten voor nieuwe garanties. Hierdoor is het weerstandsvermogen op peil gebleven. Voor 2013 wordt rekening gehouden met een verdere toename van het aantal verliesdeclaraties en een afname van het aantal nieuwe garanties. Per saldo is de prognose dat, mede door de premieverhoging vanaf 1 januari 2013 voor nieuwe garanties (van 0,70% naar 0,85%), ook in 2013 sprake zal zijn van een positief resultaat voor het waarborgfonds. Aanspraken op de achtervangfunctie worden niet verwacht.
Derivaat De gemeente Eindhoven heeft in het verleden een lening (o/g) met een variabele rente afgesloten voor de herontwikkeling van Strijp S. In 2004 is besloten om de te betalen rente te fixeren door de aankoop van een renteswap (payer swap). De rente is daarmee voor de hele looptijd van de lening gefixeerd op 4,095%. Elk kwartaal betaalt de gemeente Eindhoven de contractueel vastgelegde variabele rente (3 maands Euribor) voor de lening aan de bank. In verband met de afgesloten swap betaalt de gemeente elk kwartaal het verschil tussen de variabele rente (3 maands euribor) en 4,095%. Per saldo betaalt de gemeente in totaal altijd 4,095% rente over de hoofdsom van de lening. De lening en de swap, met identieke hoofdsom, lopen beiden tot 2017. De bank (tegenpartij van de swap) heeft geen breaking clause (ontbindingsmogelijkheid) voor de swap. De gemeente zal de swap aanhouden tot einde looptijd, omdat deze gekoppeld is aan de lening. Dankzij de swap loopt de gemeente geen renterisico meer op de afgesloten lening.
- 265 -
4. Jaarrekening 4.5 Specifieke uitkeringen en Brabantstad Specifieke uitkeringen Met ingang van het verantwoordingsjaar 2006 is door het rijk ten aanzien van specifieke uitkeringen het principe van single information single audit (sisa) geïntroduceerd. Sisa heeft als doel om de verantwoording over en de controle op specifieke uitkeringen van het rijk naar medeoverheden fors te vereenvoudigen. Single information houdt in dat het Rijk bij het vragen van informatie zoveel mogelijk aansluit bij de verantwoordingsmomenten van de medeoverheden zelf. Dit betekent dat in een bijlage bij de jaarrekening de verantwoordingsinformatie dient te worden opgenomen over specifieke uitkeringen. Met single audit wordt bedoeld dat voor de controle door de accountant gebruik wordt gemaakt van de reguliere controle van de jaarrekening door de accountant. SISA is van toepassing op ruim 100 specifieke uitkeringen. Hiervan zijn de volgende uitkeringen voor de gemeente Eindhoven van toepassing. De regelingen worden verantwoord in de bijlage. C3
Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (GSB/SIV)
D1
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
D4
Regeling Brede Scholen 2009
D5
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (AOB)
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009
E9B
Programma Externe veiligheid
E10
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma mooi Nederland
E11B Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) E27B Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer E30
Quick Wins binnenhavens
F3
Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV)
G1C
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
G2
Gebundelde Uitkering
G3
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen 2004
G5
Wet participatiebudget (WPB)
G7
Verzameluitkering Sociale Zaken en Werkgelegenheid
H1
Ministeriele regeling heroïnebehandeling
H4
Verzameluitkering Volksgezondheid Welzijn en Sport
H10
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin Specifieke uitkering via het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), verwoordt in een aparte bijlage
F10
Nota Ruimte Project zone Eindhoven Brainport Avenue
- 266 -
Brabantstad In december 2007 hebben het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de B5 steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg een intentieverklaring getekend. Zij spreken hiermee af dat zij samen gaan investeren in een duurzame toekomst van de grote Brabantse steden. De zes partners investeren samen in projecten waarmee zowel gemeentelijke als Provinciale doelen worden gerealiseerd. De gemeente Eindhoven investeert samen met de Provincie in de volgende projecten:
b b b b b b b b b b b b
Meerenakkerweg Eindhoven één in werk Internationale School Eindhoven Deltaplan Voortijdig Schoolverlaten Vermaatschappelijking van de zorg / slimme zorg Biomassacentrale Ottenbad Verbinding Groene Woud Brabant Schoolnet Herstructurering fysieke Infrastructuur (Strijp S) Strijp S Biomassacentrale Meerhoven Verduurzamen Openbare Verlichting (Ledverlichting)
De Provinciale subsidie is in twee tranches verstrekt en wordt jaarlijks bevoorschot conform geplande inzet. Op twee momenten in het jaar vindt er verantwoording plaats. Verantwoording gebeurt op sisa-achtige wijze. Dit houdt in dat in de jaarrekening van iedere gemeente een overzicht wordt opgenomen met daarin de geraamde en gerealiseerde bestedingen. Voor de verantwoording over het jaar 2012 wordt verwezen naar de bijlagen.
- 267 -
- 268 -
O v erig
5
5.1
Controle verklaring
5.2
Begrippenlijst en afkortingen
5. Overig Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Gemeenteraad van gemeente Eindhoven
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van gemeente Eindhoven gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 en de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 en de Verantwoordingsrapportage Samen investeren 2012.
Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Eindhovenis verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder de verordeningen van gemeente Eindhoven. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaardenen het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365, 5600 HJ Eindhoven T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 18, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Professional Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
- 269 -
5. Overig Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van gemeente Eindhoven. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggevingen de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Eindhoven gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Eindhoven een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder de verordeningen van gemeente Eindhoven.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Eindhoven, 24 april 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. A.E. Gerritsma RA
- 270 -
BEGRIPPENLIJST Financiële begrippen Begrotingswijzigingen
Tussentijdse aanpassing van de begroting waardoor deze actueel wordt gehouden. Op basis van besluitvorming door B&W of Raad.
Belasting Compensatie Fonds
Sinds 2003 kunnen gemeenten en provincies met het btw-compensatiefonds de btw terugvragen die ze
BCF
hebben betaald over uitbesteed werk. Extern ingekochte diensten zijn daarom niet langer duurder dan intern uitgevoerde activiteiten.
Besluit Begroting en
De Gemeentewet en de Provinciewet schrijven voor dat elke gemeente en elke provincie jaarlijks
Verantwoording BBV
begrotings- en verantwoordingsstukken moet opstellen. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) bevat de regelgeving daarvoor.
Bezetting
Bezetting: het daadwerkelijk aantal ingevulde fte’s. Het verschil tussen formatie en bezetting is de nietbezette formatieruimte , ook wel vacatureruimte genoemd. Beide kunnen gerapporteerd worden op peildatum (bijv. sociaal jaarverslag) of als gemiddelde over een periode (bijv. financiële rapportage). Zie ook formatie.
Cyclisch instrumentarium
Middels het cyclisch instrumentarium geeft de raad enerzijds de kaders aan en wordt door het B&W anderzijds verantwoording afgelegd over uitgevoerde activiteiten. Deze Planning & Control-cyclus bestaat uit kadernota en begroting (richtinggevend), tussentijdse rapportage (turap, rapporteren/bijsturen) en concernverslag (verantwoorden).
Economisch nut
Dit betreft projecten of investeringen die een economisch nut hebben en opbrengsten voor de gemeente voortbrengen.
Exploitatie
Ook wel de winst-,verlies- of resultatenrekening genoemd. Uitgaven en inkomsten ten laste van de exploitatie leiden tot een exploitatieresultaat. Daarnaast is ook sprake van uitgaven en inkomsten ten laste van activa (bijvoorbeeld voorzieningen, investeringen) die niet leiden tot een exploitatieresultaat.
Formatie
Formatie: goedgekeurde organisatieomvang, met andere woorden het aantal fte’s waarvoor personeel in dienst mag worden genomen. Zie ook bezetting.
Kapitaallasten
Optelsom van afschrijvings- en rentelasten. Over investeringen (goederen, gebouwen en dergelijke) worden afschrijvingslasten en rentelasten berekend. Afschrijvingslasten zijn de kosten waarmee de waardevermindering van een investering jaarlijks ten laste van de exploitatie worden gebracht. Rentelasten betreft de kosten voor de financiering van een investering.
Kredieten Maatschappelijk nut
Investeringskrediet, ten laste waarvan de investeringen gedaan mogen worden. Dit betreft projecten of investeringen die geen economisch nut hebben (lees opbrengsten voortbrengen) maar gedaan worden omdat er een algemeen belang mee gediend is, liggende in de sfeer van de uitvoering van een overheidstaak.
MKBA
Maatschappelijke kosten-baten analyse bij investeringen. Op basis van analysekader gericht op het in
Primaire begroting
Is de begroting zoals die is vastgesteld door de gemeenteraad voorafgaand aan het begrotingsjaar.
beeld brengen van de legitimiteit, effectiviteit, efficiëntie en risico’s van de investeringen. Omvat tevens amendementen en moties die de Raad heeft aangenomen bij de besluitvorming over de begroting. Ook wel primitieve begroting genoemd. Programmarekening
Financiële verantwoording van het beleid van het afgelopen jaar. Ook wel jaarrekening genoemd.
Rekeningresultaat
Resultaat van het afgelopen jaar waaraan nog geen bestemming is gegeven (de raad beslist hierover). Onderdeel van het eigen vermogen.
- 271 -
5. Overig Temporisering (van
Vertraging bij het uitvoeren van investeringen waardoor de uitgaven later worden gedaan dan begroot.
investeringen) Treasury
Het beheren van de geldzaken bij een gemeente conform de regels die zijn vastgelegd in Wet
VBIC
Verbijzonderde interne controle. Met interne controle wordt gedoeld op de controle-activiteiten die in
financiering decentrale overheden (Wet fido). de administratieve organisatie (AO) zijn ingebouwd als waarborg voor het noodzakelijk gewenste verloop van die AO. Bij verbijzonderde interne controle heeft een control-medewerker, waarneembaar door derden (zoals accountants), een controle uitgevoerd op de naleving van de AO. Vermogenspositie
De waarde van alle bezittingen, verminderd met de waarde van alle schulden.
Weerstandsvermogen/
Betreft het (financieel) vermogen van een gemeente waarmee risico’s opgevangen moeten kunnen
weerstandscapaciteit
worden die mogelijkerwijs kunnen optreden. De verhouding tussen weerstandsvermogen en risico’s wordt weerstandscapaciteit genoemd.
Inhoudelijke begrippen Aanbesteding, inkoop
Conform Europese richtlijnen worden (grote) aankopen door overheidsinstellingen aanbesteed, wat inhoudt dat deze voorgenomen aankopen worden gepubliceerd zodat (alle) leveranciers de mogelijkheid krijgen hiervoor een offerte uit te brengen. Met als doel transparantie van het inkoopproces en lagere prijzen.
Burgerparticipatie
Het betrekken van burgers en bedrijven bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.
Carrière 2014
Mobiliteitscentrum. Faciliteren huidige medewerkers bij hun loopbaan. Met name medewerkers
GWS4all
Dit is een software-applicatie van Centric. De afkorting staat voor Geintegreerd gemeentelijk
waarvan in de komende jaren (2012-214) de taken geheel of gedeeltelijk komen te vervallen.
Welzijnssysteem en wordt binnen de gemeente Eindhoven gebruikt bij het proces van het verstrekken van voorzieningen in het kader van WMO en het verstrekken van uitkeringen.
Grondexploitatie GREX
Begroting die wordt opgesteld om grondkosten en grondopbrengsten van een ruimtelijk ontwikkelingsplan (zoals een nieuw bestemmingsplan) in beeld te brengen.
Het Nieuwe Werken
HNW is er op gericht een aantal belangrijke strategische organisatie-doelstellingen te helpen realiseren, namelijk: een professionele en flexibele organisatie, aantrekkelijk werkgeverschap, kostenbesparingen en duurzaamheid. Omvat o.a. de huisvesting van de ambtenaren, ICT en mens & organisatie.
Leges
Betaling aan de overheid (gemeente) waar een individueel aanwijsbare tegenprestatie van die overheid
Lokale heffingen
Gemeentelijke belastingen, waaronder OZB (onroerende zaken belasting).
tegenover staat. MPG
Meerjaren Prognose van het Grondbedrijf (MPG). Het MPG beoogt een actueel beeld te geven van de Eindhovense situatie op het gebied van financiën, tijdsplanning en programmering van alle planexploitaties (waaronder n ieuwbouwprojecten).
Organisatie & formatieplannen
Betreft strategische organisatie- en formatieplannen om in het kader van Route 2014 invulling te geven aan de bezuinigingsdoelstellingen door vermindering van het aantal formatieplaatsen.
Participatiebudget
M.i.v. 1 januari 2009 zijn de gemeentelijke middelen voor volwasseneneducatie, inburgering en reintegratie gebundeld in het Participatiebudget, met als doel om mensen gemakkelijker aan een baan te helpen en maatschappelijke participatie te bevorderen.
Rekenkameronderzoeken
Onderzoek uitgevoerd door de rekenkamer(commissie) waarmee verantwoording wordt afgelegd aan de raad over (de doeltreffendheid en doelmatigheid) van het gevoerde bestuur en beleid. Met als doel
- 272 -
de raad te ondersteunen in zijn controlerende rol.
Route 2014
Veranderingsproces voor de gemeente Eindhoven met als doel een slanke, slagvaardige, flexibele en wendbare organisatie. Zodat de gemeente is voorbereid op nieuwe taken en veranderende omstandigheden en zodat invulling wordt gegeven aan bezuinigingsdoelstellingen op de personeelskosten.
Slim werken
Ontwikkelprogramma om werkprocessen te herontwerpen (met “lean-management”) zodat diensten en producten sneller, beter en goedkoper geleverd kunnen worden.
Sociaal statuut
Beschrijft de personele kant (medezeggenschap, plaatsingsprocedure en omgang met niet-geplaatste medewerkers) bij organisatiewijzigingen.
SPIL
Een alomvattend concept voor peuterwerk, kinderopvang, basisonderwijs en jeugdgezondheidszorg, bedacht en ontwikkeld in Eindhoven. SPIL stelt kinderen in staat zich veilig en goed te ontwikkelen en voorziet in ondersteuning en begeleiding van zowel kinderen als ouders.
Stedelijk Kompas
Hierin is vastgelegd hoe de gemeente samen met een aantal instellingen voor maatschappelijke zorg en gezondheidszorg er voor gaan zorgen dat de opvang, zorg en leefomstandigheden van dak- en thuislozen verbetert. Doel: daling van het aantal dak- en thuislozen in de toekomst en afname van de overlast en criminaliteit die er mee samenhangt.
Verbonden partij
Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel bestuurlijk als
WIJ eindhoven
WIJ eindhoven is het systeem voor de komende transities (AWBZ, participatiewet en jeugd).
financieel een belang heeft. WNT-normering
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. Topinkomens in de (semi)publieke sector worden vergeleken met het gemiddeld belastbaar jaarloon van ministers. Ten onrechte ook wel “Balkenendenorm” genoemd.
AFKORTINGEN ABBE
Van Abbemuseum
BCF
BTW CompensatieFonds
AIHD
Administratie, Inkoop & Huishoudelijke Dienst
BDU
Brede Doel Uitkering
AOW
Algemene OuderdomsWet
BDU SIV
Brede Doel Uitkering Sociaal Integratie en
APV
Algemene Plaatselijke Verordening
ATB
Automatische Treinbeïnvloeding
BERZ
Beperking Eigen Risico Ziektekosten
AVA
Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders
BERZOB
BEreikbaarheid Zuid Oost Brabant
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BIBOB
Wet Bevordering Integriteits Beoordelingen door
B&W
(college van) burgemeester en wethouders
BAG
Basisregistratie Adressen en Gebouwen
BIC
Bureau Internationale Coördinatie
BANS
Bestuurs Akkoord Nieuwe Stijl
BIO
Beleids Informatie en Onderzoek
BAPTS
Boosting Advanced Public Transport Systems
BITE
Bestuurlijke Interventie Team
BBL
Beroeps Begeleidende Leerweg
BIS
Bestuurlijke Informatie Voorziening
BBZ
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
BBZOB
Beter Bereikbaar Zuid Oost Brabant
BOR
Bestuurlijk Overleg Regiogemeenten
BCB
Brandweer en Crisis Beheersing
BOR
Buurt Ontmoetingsruimten
Veiligheid
Openbaar Bestuur
- 273 -
5. Overig BPI
Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen
DOBA
Dienst Onderwijsbegeleiding Beroep en Arbeid
BPR
Basisadministratie Persoonsgegevens en
DR
Directieraad
Reisdocumenten
DUBO
Duurzaam Bouwen
BPV
Beroeps praktijk vorming
DVM
Dynamisch Verkeers Management
BRE
Breedband Regio Eindhoven
DVO
Dienst Verlenings Overeenkomst
BLS
Besluit locatiegebonden subsidies
EC
Economie & Cultuur
BLISS
Better Lighting in Substainable Streets
ECB
Europese Centrale Bank
BSL
Brabants Saneringsprogramma Luchtkwaliteit
EFRO
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
BSN
Burger Service Nummer
EFX
Eindhoven Fiber eXchange
BSO
Buitenschoolse opvang
EMU
Economische en Monetaire Unie
BTW
Belasting Toegevoegde Waarde
EM
Commissie Economie en Mobiliteit
BUIG
Wet bundeling van uitkeringen
EPA
Energie Prestatie Adviezen
inkomensvoorziening aan gemeenten
EPL
Energie Prestatie Coëfficiënt
BWT
Bouw- en Woning Toezicht
ERA
Eindhovens Referentie Architectuur
BWS
Besluit woninggebonden subsidies
ESF
Europees Sociaal Fonds
BZK
(Ministerie van) Binnenlandse Zaken en
ESMS
Eindhovense Sociaal Maatschappelijke School
Koninkrijksrelaties
ESR
Eindhovense Sportraad
CAK
Centraal Administratie Kantoor
EZ
(Ministerie van) Economische Zaken
CIZ
Centrum Indicatiestelling Zorg
FAO
Facilitaire en Administratieve Ondersteuning
CJG
Centrum Jeugd en Gezin
FB
commissie Financiën en Bestuur
CKE
Centrum voor de Kunsten Eindhoven
FEB
Financieel Economisch Beleid
CMS
Curatief meldingensysteem
FIDO
wet FInanciering Decentrale Overheden
COBSO
Commissie Openbaar Basis en Speciaal Onderwijs
FLO
Functioneel Leeftijds Ontslag
COELO
Centrum voor Onderzoek van de Economie van
FPU
Flexibele Pensioen Uitkering
de Lagere Overheden
FTE
Fulltime-equivalent
Communicatie
GB
Grond Bedrijf
CP
College Product
GBA
Gemeentelijke Basis Administratie
CPB
Centraal Planbureau
GBO
GeBiedsOntwikkeling
CRM
Custom Relation Management
GDC
Gemeentelijk Distributie Centrum
COT
Instituut voor veiligheids- en crisismanagement
GGD
Gemeentelijke GezondheidsDienst
CTO
Centrum voor Topsport & Onderwijs
GGzE
Stichting Geïntegreerde Geestelijke
CTRL
Sector Control
CURE
Centrum Uitvoering Reinigingstaken Eindhoven
GIOS
Groen in en om de stad
en omgeving
GO
Georganiseerd Overleg
CVO
Centraal Verkeers Overleg
GOA
Gemeentelijk Onderwijs Achterstandsbeleid
CVV
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
GOV
Gratis Openbaar Vervoer
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
GP
Gepardonneerde
DBFMO
'design', 'build', 'finance', 'maintain' en 'operate'
GREX
Grondexploitatie
DIV
Documentaire Informatie Voorziening
GRP
Gemeentelijke RioleringsPlan
DKD
Digitaal Klanten Dossier
GS
Gedeputeerde Staten
DNB
De Nederlandse Bank
GSB
Grote Steden Beleid
COM
Gezondheidszorg in Eindhoven en de Kempen
- 274 -
GV
Grond & Vastgoed
MC
commissie Maatschappij en Cultuur
HALT
Preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit
MD
Management Development
HNG
Hypotheekfonds Noord Brabantse Gemeenten
MDRE
Milieu Dienst Regio Eindhoven
HNW
Het nieuwe werken
MEC
Milieu Educatie Centrum
HOME
Historische Openlucht Museum Eindhoven
MEIF
Marcquarie European Infrastructure Fund
HOV
Hoogwaardig Openbaar Vervoer
MER
Milieu Effect Rapportage
HRM
Human Resource Management
MIRT
Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en
IB
Informatisering & Beheer
Transport
IBS
Integraal Belasting Systeem
MJUP
MeerJaren UitvoeringsProgramma
ICOON
Inkoop Concernbreed Op Optimaal Niveau
MM
Mens & Maatschappij
ICSE
International Center for Sustainable excellence
MNIO
Maatschappelijk Nut In Ontwikkeling
ICT
Informatie- en Communicatie technologie
Moe-ers
Midden- en Oost Europeanen
IJSCE
IJsSportCEntrum
MPG
Meerjaren Prognose Grondexploitaties
IOAW
wet Inkomensverzekering Ouderen en
MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers
NAP
Nationaal ActiePlan
IOAZ
wet Inkomensverzekering Ouderen en
NCW
Netto Contante Waarde
gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Zelfstandigen
NEOS
Nieuwe Eindhovense Opvang Stichting
IO-loket
Inkomens Ondersteuningsloket
NOC/NSF
Nederlands Olympisch Comité Nederlandse Sport
IPM
Informatie- en Proces Management
ISD
Inrichting voor stelselmatige daders
ISE
Indoor Sportcentrum Eindhoven
ISI
Informatie Systeem Inburgering
NWA
NetWerk Analyse
ISO
International Organization for standarization
NZA
Nederlandse Zorgautoriteit
ITJ
Intergraal Toezicht Jeugdzaken
NZE
Nationaal Zweminstituut Eindhoven
IV3
Informatie Voor Derden
OB
Ondersteunende begeleding
IWV
Intergrale Wijkverniewing
OC&W
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
IZA
Instituut Zorgverzekering Ambtenaren
OFP
Organisatie & formatieplannen
JGZ
Jeugd Gezondheidszorg
OGGZ
Openbare Geestelijke GezondheidsZorg
JPP
Jeugd Preventie Programma
OOV
Openbare Orde & Veiligheid
JZ
Juridische Zaken
ORVM
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
KAB
KABinet
OV
Openbaar Vervoer
KBC
Kennedy Business Centre
OVAA
Overleg Allochtonen en Autochtonen
KCC
KlantContactCentrum
OVU
Onderlinge Verzekering Overheid
KDV
Kinderdagverblijf
OZB
Onroerende Zaak Belasting
KNAP
Kort Naschools Activiteiten Programma
PaVEM
Participatie van Vrouwen uit Etnische
KWO
Koude- Warmte Opslag
LEA
Lokale Educatieve Agenda
PDC
LED
Light Emitting Diode
PGB
Persoonsgebonden Budget
LHBT
Lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en
PGE
Platvorm gehandicapten Eindhoven
transgender
PI
Penitiaire inrichting
MBO
Middelbaar Beroeps Onderwijs
PIMS
Personeel informatie managementsysteem
Federatie NSL
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
Minderheidsgroepen
- 275 -
Producten en Dienstencatalogus
5. Overig PIOFA PIT
Personeel, Informatie, Organisatie, Financiën en
SLOK
Stimulering Lokale Klimaat Initiatieven
Administratie
SMA
Sociaal Medische Adviezen
Preventie Informatie Team
SMART
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realiseerbaar en
PKB
ParKeer Bedrijf
PM
ProjectManagement
SOP
Stedelijke Ontwikkelings Plan
Tijdgebonden
PMO
Preventief Medisch Onderzoek
SRE
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
PO
Programma Onderdeel
STEP
Stichting Techniek Educatie en Promotie
PO
Primair Onderwijs
STR
Strategie
P&O
Personeel & Organisatie
SVB
Sociale Verzekerings Bank
PPS
Publiek Private Samenwerking
SVE
Stichting Vluchtelingenwerk Eindhoven
PM
Pro Memorie
SWOT
Strengths, Weaknesses, Oppurtunities and
PSZ
Peuterspeelzaal
PUF
Public Utility Fund
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
PC
Sector Publiekscontacten
TEN
Tennishal Noord
RB
Realisatie & Beheer
TNS/NIPO
Nederlands Instituut voor politieke opinie
RBC
Regionaal Breedband Consortium
TTC
Traject toewijzingscommissie
RCF
Regionale Coördinatiepunten Fraudebestrijding
TTOA
Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt
RIB
Raadsinformatiebrief
TURAP
Tussentijdse rapportage
RIE
Risico Inventarisatie en Evaluatie
TU/e
Technische Universiteit Eindhoven
RIEC
Regionaal Informatie en Expertise Centra
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
RI & E
Risico- Inventarisatie en Evaluatie
VB
Veiligheid en Bestuur
RIO
Regionaal Indicatie Orgaan
VBIC
Verbijzonderde Interne Controle
RMC
Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig
VE
Volwasseneducatie
schoolverlaters
VGIS
Vast Goed Informatie Systeem
ROA
Regeling Opvang Asielzoekers
VIP
Vreemdelingen Informatie Punt
RO
Ruimtelijke Ordening
VMBO
Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs
ROC
Regionaal Opleidings Centrum
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
ROCK
Regions of connected knowledge
VO
Voortgezet Onderwijs
RPF
Regionale Platforms Fraudebestreding
VRI
Verkeers Regel Installatie
RSIW
Reserve Specifieke Infrastructurele Werken
VSO
Voortgezet Speciaal Onderwijs
RSS
Really Simply Syndication
VSV
Vroegtijdig School Verlaten
RUD
Regionale Uitvoeringsdienst
VTA
VrijeTijdsAccommodatie
RUK
Regeling Uitkering Kinderopvang
VTB
Verbreding Techniek Basisonderwijs
S&B
Sport & Bewegen
VTH
Vergunningen, Toezicht en Handhaving
SCP
Sociaal Cultureel Planbureau
VVE
Voor- en Vroegschoolse Educatie
SDV
Schulddienstverlening
VVTV
Voorwaardelijke Vergunning Tot Verblijf
SEN
Sportcomplex Eindhoven Noord
VWE
Vluchtelingen Werk Eindhoven
SES
Sociaal Economische Status
WABO
Wet Algemene Bepaling omgevingsrecht
SIIB
Samen investeren in Brabant
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
Sisa
Single information single audit
WEC
Wet op Expertisecentra
SIV
Sociale Integratie en Veiligheid
WIJ
Wet Investeren Jongeren
Threats
- 276 -
WIW
Wet Inschakeling Werkzoekenden
WK
Wereld Kampioenschap
WKK
Warmte Kracht Koppeling
WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
WOM
Werk Opdracht Milieu
WOT
Woonontlastteam
WOZ
Waardering Onroerende zaken
WPO
Wet op Primair Onderwijs
WRK
Sector WeRK
W&S
Werving en selectie
WSNP
Wet Sanering Natuurlijke Personen
WSW
Waarborgfonds Sociale Woningbouw
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WTCE
World Trade Centre Eindhoven
WTV
Woon Tussen Voorziening
WVG
Wet Voorziening Gehandicapten
WVO
Wet op Voortgezet Onderwijs
WWB
Wet Werk en Bijstand
WWIK
Wet Werk en Inkomen Kunstenaars
ZI
Zorg & Inkomen
ZMLK
Zeer Moeilijk Lerende Kinderen
ZZP’er
Zelfstandige Zonder Personeel
- 277 -
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Concernstaf Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Bezoekadres Stadskantoor Stadhuisplein 10 5611 EM Eindhoven Telefoon: 14 040 E-mail:
[email protected] Internet: www.eindhoven.nl
April 2013
gemeente Eindhoven Stadhuisplein 10 Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven Telefoon: 14 040 www.eindhoven.nl
[email protected]