15 mei 1997
97-000635
strategische luchtvaartontwikkeling
Concept-GS-besluit: Voortgaande groei luchtvaart alléén binnen harde randvoorwaarden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) stellen harde randvoorwaarden - met name op het gebied van milieu - bij het opvangen van de toekomstige groei van de luchtvaart. Deze stellingname in de dialoog over de Toekomstige Nederlandse Luchtvaart Infrastructuur (TNLI) komt voort uit de doelstelling van GS om voor de strategische ontwikkeling van de luchtvaart een nieuw evenwicht te bereiken tussen economische groei en de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dit blijkt uit de Noord-Hollandse concept-beleidsnota Strategische Luchtvaart-ontwikkeling. Het concept-GS-besluit wordt de komende weken besproken en zal leiden tot een besluit van provinciale staten in juni aanstaande over het NoordHollandse standpunt in de nationale dialoog. GS houden onverkort vast aan de afspraken die zijn gemaakt over de huidige uitbreiding van Schiphol (aanleg van de vijfde baan), onder meer over maatregelen met betrekking tot milieu en bereikbaarheid. Luchtvaart is motor voor werkgelegenheid GS spreken zich uit voor het opvangen van de groei van de luchtvaart. GS voeren hiervoor diverse argumenten aan. Groei boven de nu vastgestelde grens van 44 miljoen passagiers per jaar kan mogelijk een extra werkgelegenheid opleveren van 48.000 arbeidsplaatsen nationaal, waarvan 30.000 regionaal. De luchtvaart heeft een toegevoegde waarde van 13,5 miljard gulden in 1995. De luchtvaart kan worden beschouwd als een - weliswaar 'vuile en geluidsbelastende' - motor voor een relatief schone en geluidsarme economie. De Schiphol-regio genereert landelijk de sterkste economische groei en vormt internationaal de sterkste 'gateway'-functie tot Europa. Niet-opvang van de groei betekent verlies van de mainportfunctie, met de daaraan verbonden werkgelegenheid en internationale positie van de Amsterdamse regio.
2 Harde randvoorwaarden In de visie van GS kan opvang van de groei van de luchtvaart alleen plaatsvinden binnen harde randvoorwaarden. Het gaat daarbij om onder meer de volgende randvoorwaarden met betrekking tot milieu, bereikbaarheid en ruimtelijke omgeving. De 30 Ke-geluidscontour wordt verder teruggedrongen uit Amsterdam en Amstelveen. Deze maatregel vloeit voort uit het voortzetten van de ruimtelijke visie van een compacte stad in een groene omgeving. Ongeacht of Nederland de groei van de luchtvaart opvangt, zal mondiaal het luchtverkeer groeien en zal de luchtvervuiling - ongeacht de locatie - veroorzaakt door het luchtverkeer op mondiaal niveau toenemen (met name het zogenaamde broeikaseffect). Bij opvang van de luchtvaart in Nederland zal de vervuiling, veroorzaakt door het luchtverkeer, moeten worden gecompenseerd. Dit kan gebeuren door in te zetten op vormen van grootschalige milieuvriendelijke energie-opwekking zoals toepassing van wind- en getijde-energie op zee. Een andere mogelijkheid is om op EUniveau de mondiale luchtvervuiling terug te brengen door financieel bij te dragen aan de afbouw van kolengestookte centrales in de toekomstige 'nieuwe' EU-landen (Oost-Europa). Op regionaal/lokaal niveau wensen GS de optredende luchtverontreinigingseffecten te verminderen door te kiezen voor een stelsel van banen in zee. GS willen dat de geluidhinder in de regio Schiphol wordt teruggedrongen zonder dat dit leidt tot vermeerdering van de geluidhinder in geconcentreerde woongebieden buiten de vrijwaringszone (gebied waar geen huizen gebouwd mogen worden). Voor de vermindering van de geluidhinder in de regio Schiphol zetten GS in op een reductie van 35% van het aantal woningen binnen de 35 Ke-geluidcontour. Dit kan worden bereikt door uitplaatsing naar een andere locatie van de Zwanenburgbaan (35%) of door uitplaatsing van de Aalsmeerbaan (15%) en Buitenveldertbaan (20%) samen. De milieu-effecten (ruimtebeslag, geluidhinder, luchtvervuiling) ten gevolge van de verwachte toename van het wegverkeer bij overschrijding van de 44 miljoen passagiers, moeten volledig worden gecompenseerd door onder meer milieuvriendelijker vormen van vervoer. Er moet een goede bereikbaarheid worden gegarandeerd door onder meer een volledige en tijdige uitvoering van alle verkeer- en vervoersmaatregelen die bij de huidige uitbreiding van Schiphol zijn afgesproken. Daarnaast moeten er ook maatregelen komen voor selectieve bereikbaarheid. Dit betekent onder meer: invoering van rekening rijden; uitvoering locatiebeleid (juiste bedrijf op de juiste plaats); parkeerbeleid; invoering van doelgroepstroken; verbreding A4 bij Schiphol; verbetering N201 (weg Hilversum - Hoofddorp); realisering Hogesnelheidslijn (HSL) in oostelijke en noordelijke richting; ontwikkeling regionet (vertramming Zuid-Tangent, doortrekken Noord-Zuid-lijn naar Hoofddorp); maatregelen goederenvervoer. Opvang van de groei van de luchtvaart mag niet leiden tot blijvende aantasting van wettelijk beschermde natuur- en landschapswaarden. Eventueel verlies aan recreatiemogelijkheden en doorsnijding van routes moeten volledig worden gecompenseerd. Locatiekeuze Voor een locatie voor de opvang van de groei van de luchtvaart hebben GS de volgende uitgangspunten geformuleerd. De locatie moet bijdragen aan de strategie van de provincie die is gericht op concentratie van de verstedelijking. De locatie levert een optimale bijdrage aan de ontwikkeling van de
3 Randstad, inclusief een goede samenhang met de zeehavenontwikkeling in de Zuidvleugel. De locatie heeft toekomstwaarde, dat wil zeggen biedt in principe 'onbegrensde' uitbreidingsmogelijkheden. De locatie draagt bij aan de ruimtelijke en milieukwaliteit van de Randstad. Qua locatie kiezen GS dan - zolang geen verdere gegevens bekend zijn die dit standpunt onmogelijk maken - voor een stelsel van banen op afstand in de Noordzee, met behoud van de economische functies op Schiphol. Daarbij spreken GS de wenselijkheid uit op lange termijn te komen tot volledige uitplaatsing van het hele banenstelsel naar de Noordzee. Bij de situering van de 'banen op afstand' zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Besluitvormingsproces Gezien de grote onzekerheden over de ontwikkeling van de luchtvaart hechten GS aan een flexibel en dynamisch besluitvormingsproces. Op basis van nieuwe inzichten (onderzoek, uitkomsten maatschappelijke dialoog) kunnen - in overeenstemming met provinciale staten - de nu geformuleerde beleidskeuzen en randvoorwaarden worden bijgesteld. De nu voorliggende concept-beleidsnota Strategische Luchtvaartontwikkeling wordt op 27 mei aanstaande besproken in de statencommissie voor de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Op 23 juni besluiten provinciale staten tot het definitieve standpunt van de provincie NoordHolland ten aanzien van de TNLI. Daarbij worden ook de uitkomsten van de lopende maatschappelijke dialoog in Noord-Holland betrokken. Informatie over de Noord-Hollandse luchtvaart-dialoog is onder meer te vinden op de internet-site van de provincie Noord-Holland (www.noord-holland.nl). Daar kan men ook reacties geven op bijvoorbeeld het provinciale standpunt. Inlichtingen: Raimond Fillet tel. 023 514 44 09. E-mail:
[email protected] http://www.noord-holland.nl
4
5
Titel:Pb Strategische luchtvaartontwikkeling. 15-05-1997 Datum:15-05-1997 Nummer:97-000635 Documenttype:Persbericht