(concept) Beleidsnota. Jeugdzaken

(concept) 

Beleidsnota  Jeugdzaken  2000­2005

Coordinerend directoraat Sport &  Jeugdzaken  Inhoudsopgave  SECTOR JEUGDZAKEN  Begripsbepaling 

2 

1.  Inleiding 

3 

2. Algemene doelen 

5 

3. Knelpunten 

7 

4. Beleidsuitgangspunten 

7 

5.Beleidskader 

9 

6.Aktieprogramma 

11 

Bijlage

1  Blz. 

Begripsbepaling  Over de term ‘jeugd’ bestaan de nodige verwarringen wat betreft de vraag welke leeftijd ermee  bedoeld wordt en wat de juiste bovengrens is. Volgens de UNESCO wordt gesteld dat met  ‘jeugdigen’ wordt bedoeld de allesomvattende term voor kinderen en jongeren.  ­  kinderen is de term voor 0­15 jaar  ­  Jongeren is de term voor de leeftijdsgroep vanaf +/­ 16 jaar  ­  Jeugd is de term voor de leeftijd tot volwassenheid 

Het directoraat Jeugdzaken hanteert traditioneel voor ‘jeugdigen’ de groep van 0­30 jaar.

2  Blz. 

1. Inleiding  De jeugd (0­30jr) vormt een aanzienlijk deel van het ontwikkelingspotentieel van ons land. Het is  daarom nodig om dmv een consistent en planmatig beleid te investeren in deze groep Surinamers.  De regering zal erop toezien dat er op systematische wijze aandacht wordt besteed aan de  voorzieningen ten behoeve van de jeugd en aan maatregelen tot het aanpakken van de problemen  waarmee de verschillende groepen onder het jonge deel van ons volk worden geconfronteerd. Onder  de zorg van de overheid vallen ondermeer de opvang van kinderen van werkende ouders, ook na  school, de begeleiding van drop­outs en werkloze jongeren, de bescherming tegen de gevaren van  drugs en alcoholgebruik, mogelijkheden voor studie, arbeid, sport en recreatie. Het beleid zal de  maatschappelijke participatie van jeugdigen  bevorderen. De verantwoordelijkheid voor de  ontwikkeling van jeugdigen naar volwassenheid  ligt niet slechts bij de sociale verbanden waarin ze  opgroeien; ook  de overheid heeft een aanvullende taak hierin. De regering zal bij het treffen van  maatregelen en voorzieningen op de gebieden van werkgelegenheid, huisvesting, rechtspositie en  welzijn, speciale aandacht besteden aan jongeren.  Jongeren zijn trendgevoelig en hebben daarom ook het meest te lijden van slechte sociaal­  economische situaties (o.a.de hoge werkloosheid, teruggang economische ontwikkelingen, etc.).  Maatschappelijke ontwikkelingen hebben  direct invloed op hen en zij hebben recht op de grootste  aandacht en zorg van de overheid  Het directoraat  Jeugdzaken heeft de zorg voor de ontwikkeling en bevordering van een  gecoördineerd en planmatig jeugdbeleid. Het beleid van  Jeugdzaken zal daarom erop gericht zijn  de jonge generatie als geheel de ruimte te bieden zich voor te bereiden op een zelfstandig bestaan.  Vooral de jongeren vanaf 16 jaar zullen prioriteit krijgen.Jongeren in kansarme milieus en  achterstandsgebieden met problematiek op het gebied van onderwijs, drugs, criminaliteit zullen  speciale aandacht krijgen.  Middels het jeugdbeleid zal, onder andere door het buurtwerk met zijn preventieve, begeleidende en  resocialiserende functie, specifieke aandacht aan jongerengroepen  uit sociaal zwakke gebieden  worden besteed, teneinde hen de gelegenheid te geven tot volle wasdom te komen en zodoende als  volwaardige leden van de gemeenschap deel te nemen aan de maatschappelijke processen.  Het algemeen Jeugdbeleid van de regering is het specifiek beleid met betrekking tot de  maatschappelijke positie van de jeugd en gericht op het scheppen van voorwaarden tot haar  ontplooiing , die bestaat uit een aantal hoofdelementen van aandacht voor de jeugd:  opvoeding,ontwikkeling ,ruimte en bescherming.  Bij het directoraat Jeugdzaken valt het accent op aanvullende ontwikkelingen buiten schoolverband,  die nodig zijn om de harmonische mens te doen ontstaan, waarbij karaktervorming,  aanpassingsvermogen, vaderlandsliefde, geloof in eigen kunnen, zelfwerkzaamheid,  organisatievermogen, creativiteit, moraliteit en gezondheidsaspecten (preventie, voorlichting)  centraal staan.  Belangrijk hierbij is de samenwerking met en ondersteuning van particuliere organisaties, die  werkzaam zijn op het gebied van het jeugdwerk, en met overheidsinstanties, die belast zijn met  deeltaken van het jeugdbeleid. Een geintegreerde en  samenhangende beleidsmatige aanpak is  hierbij essentieel.  Naast het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, zijn ook andere ministeries belast met  deeltaken die betrekking hebben op de totale jeugdproblematiek. Het MINOV/Jeugdzaken is belast  met de coordinatie en uitvoering van het Jeugdbeleid.

3  Blz. 

Verschillende aspecten van het Algemeen Jeugdbeleid zijn ook bij andere ministeries ondergebracht  o.a. :  Justitie, Sociale Zaken enVolksgezondheid:  Bij deze ministeries, is er evenwel voornamelijk sprake van ‘Jeugdzorg’, preventief, regressief en  curatief jeugdbeleid,  terwijl bij het MINOV de vorming van de jeugdigen gericht op participatie  aan het ontwikkelingsproces van ons land,  een belangrijke factor is.  ­Taakgebieden en organisatiestructuur van het coordinerend directoraat Sport & Jeugdzaken  Uit het hierna volgende organogram van de organisatiestructuur blijkt dat de directeur van het  directoraat Jeugdzaken voor wat betreft een aantal diensten en afdelingen een coördinerende  functie vervult. 

A.  Taakgebieden  Het directoraat Jeugdzaken heeft als hoofdtaak het uitstippelen van programma’s en activiteiten  die nodig zijn om op systematische wijze het optimaal functioneren van de jeugd in de  samenleving te bevorderen.  Het Directoraat jeugdzaken is verantwoordelijk voor:  ­  de zorg voor en coordinatie van het beleid betreffende de jeugd  ­  de zorg voor de ontwikkeling en vorming van de jeugd buiten schoolverband (aanvullende  optimale ontplooiingsmogelijkheden)  ­  de zorg voor de recreatieve voorzieningen (buurtwerk en andere groepsactiviteiten)  ­  de zorg voor het algemeen welzijn, bewaken en beschermen  van de rechtspositie van  jeugdigen, alsmede opvang­ en begeleidingsmogelijkheden helpen creeren.  ­  het recht op  participatie  van de jeugd aan ontwikkelingsprocessen

4  Blz. 

Bij de uitvoering is het belangrijk de ontwikkelingen te signaleren die van invloed kunnen zijn op  de positie van de jeugd. Alsook het bevorderen van initiatieven mbt de verbetering van het woon­  leef­en werkklimaat van de jeugdigen  B. Organisatiestructuur  Voor de uitvoering van deze taken is het directoraat Jeugdzaken verdeeld in de volgende  hoofdafdelingen  I.  a) Hoofdafdeling Jeugdcentra, belast met buurtwerk, buurtcentra en buitenschoolse  activiteiten  b) Hoofdafdeling Nationale Jongeren Aangelegenheden, die  nationale en  internationale betrekkingen onderhoudt en het Jeugdinstituut, waaronder Jeugd­ en  Jongerenraden vallen, coordineert. Verder begeleidt zij cooperatieve jongeren  (produktie) projekten.  II.  Hoofdafdeling Onderzoek , Informatie & Kadervorming  III.  Hoofdafdeling Administratieve Diensten, belast met personele en financiele  aangelegenheden  De hoofdafdelingen Onderzoek, Informatie & Kadervorming en Administratieve Diensten zijn  ondersteunende diensten, ook ten behoeve van het directoraat Sportzaken.  2.    Algemene doelen  Het directoraat Jeugdzaken heeft tot doelstelling aanvullende optimale ontplooiingsmogelijkheden  te creeren voor jeugdigen, het bevorderen van actief en zelfstandig participeren van de jeugd in het  nationale ontwikkelingsproces. Zij  coordineert en geeft uitvoering aan het nationaal Jeugdbeleid.  Een samenhangend nationaal Jeugdbeleid is voorwaarde voor het realiseren van genoemde  ontwikkelingen en is daarom een der belangrijke doelen.  De programma’s en activiteiten van het directoraat Jeugdzaken zijn bedoeld om op systematische  wijze het optimaal functioneren van de jeugd in de samenleving te bevorderen.  De beleidsdoelen mbt de jeugd buiten schoolverband vallen uiteen in twee categorieën:  1.  vorming en organisatie en  2.  recreatie, opvang, begeleiding en onderzoek.  Bij de uitvoering van de opdracht tot vorming en organisatie van jeugdigen dient zorg te worden  gedragen voor het ontwikkelen, versterken of bewerkstelligen van:  o  Het nationaal bewustzijn en nationale saamhorigheid  o  Het verantwoordelijkheidsgevoel  o  Het gevoel voor sociale rechtvaardigheid en democratische gezindheid  o  Het geloof in eigen kunnen  o  Organisatievorming  o  Kadervorming  o  Groepsvorming­  en opbouwwerk  o  Milieubesef  o  Kennis , informatie, voorlichting  Naast het leveren van een bijdrage in de vorming en organisatie van jongeren, dient het directoraat  ook een centrale rol te vervullen in de recreatie , opvang en begeleiding van  jonge Surinamers en  samenwerking met instanties die werken voor en met jeugdigen  1.  De bevordering van samenwerkingsverbanden met organisaties die werkzaam zijn op het  gebied van jeugdwerk  2.  Het ontwikkelen en  begeleiden van buurtwerkprocessen 5  Blz. 

3.  Het landelijk spreiden van faciliteiten voor recreatie voor de jeugd en herstel en aanpassing  van multifunctionele ontmoetingscentra voor de jeugd.  Nationale en internationale betrekkingen  a) Jeugdigen aanmoedigen tot onderlinge acceptatie van elkaars normen, waarden en  cultuuruitingen  b) Stimuleren tot deelname aan jeugdevenementen middels het organiseren van ontmoetingen  op nationaal en internationaal niveau  c) Het mede onderhouden van buitenlandse betrekkingen met jeugdorganisaties, en het  verzorgen van deze correspondenties.  d) Het bevorderen van het groeps­ en vormingswerk en het bevorderen en in stand houden van  het buurthuis­ en opbouwwerk tbv de jeugd  Daarbij zal aan speciale vier groepen jongeren bijzondere aandacht worden besteed nl.:  a)  Nationale Jeugd­ en Jongerenraden  b)  Jeugdigen met een handicap  c)  Jonge Vrouwen  d)  Jongerenorganisaties  a)  De Jeugd­ en Jongerenraden zijn ingesteld vanwege de regering en zij zullen  maximaal betrokken moeten worden bij nationale ontwikkelingen en hen aldus de  mogelijkheden bieden in alle fasen van het beleid inspraak te hebben. Aan deze  raden zal er verder richting gegeven worden , zodat zij zich blijvend ontwikkelen. Zij  zullen worden ondersteund en begeleid: logistiek, organisatorisch en administratief  bij jeugdaangelegenheden.  b)  Jeugdigen met een handicap. Voor deze groep jeugdigen die door hun handicap  verstoten dreigt te raken van deelname aan  maatschappelijke processen waartoe ze  met hun handicap in staat zullen zijn, moet een positieve discriminatie plaatsvinden  door extra  mogelijkheden te creeren op het gebied van werkgelegenheid,  huisvesting, verdere scholing en vorming en participatie aan evenementen en de  nodige aanpassingen e n voorzieningen ter bevordering van het optimaal kunnen  functioneren in de maatschappij.  c)  Jonge­vrouwen. Ter opheffing van de maatschappelijke achterstand zullen diverse  projecten zoals het tienermoederproject en het a.s.­moederproject worden uitgewerkt  waarin specifieke zaken, die belangrijk zijn voor de toekomst en ontwikkeling van  jonge vrouwen zijn opgenomen (tweede­kans onderwijs, opvang kinderen, huiselijk  geweld, algemeen maatschappelijke zorg, vakonderwijs, huisvesting,  gezondheidsvraagstukken als baarmoederhalskanker, HIV,enz.).  d)  Het alleszins versterken en verhogen van de organisatiegraad van  jongerenorganisaties en inspraak bieden in het beleid.  Het beleid richt zich op de verzelfstandiging* van de jeugd. Er is gekozen voor een positieve  benadering, omdat ervan wordt uitgegaan dat iedere jeugdige op weg naar de volwassenheid  behoefte heeft aan ondersteuning in de vorm van:  verzorging, opvoeding, onderwijs en vorming: de een meer dan de ander op een bepaald gebied en  in een bepaalde fase van diens ontwikkeling. De samenleving moet zich alle moeite en geduld  getroosten bij deze ondersteuning. Het gaat hier immers om de investering in garanties ( de beste  wel te verstaan ) voor de toekomst.  *Verzelfstandiging van de jeugd,  is het proces waarin vaardigheden en attituden worden  verworven om  zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid een bestaan te leiden en anderen  daarvan deelgenoot te maken. 6  Blz. 

3.   Knelpunten (Inventarisatie en analyse probleemgebieden)  3.1.Inventarisatie probleemgebieden  1.  de slechte huisvestingstoestand (onder de jongeren)  2.  de toenemende migratie en urbanisatie (van jongeren)  3.  onvoldoende wettelijke bepalingen ten behoeve van de algemene jeugdzorg/rechten  4.  toename van HIV­besmetting  onder de jonge bevolking  5.  de toename van grensoverschrijdende criminaliteit van de jeugd.  6.  gebrek aan toegang tot onderwijs, gebrek aan tweedekans onderwijs,  nutsvoorzieningen en hygiëne  7.  hoog percentage drop­outs (vroegtijdige schoolverlaters) en daardoor geringe ontwikkeling  van de sociale en intellectuele vaardigheden.  Het drop­out percentage onder jongens is groter.  8.  tienerzwangerschap  9.  prostitutie onder jonge mensen (vooral meisjes)  10. werkloosheid onder jongeren is groter dan in andere leeftijdsgroepen (Bron.PlanBureau)  11. werkloosheid (17­30jr) zonder inkomens  12. toenemende kinderarbeid, die onder meer leidt tot een laag opleidingsniveau.  13. drug(alcohol)gebruikers, gezondheidsproblemen (SOA’s enz) en tienerzwangerschap  3.2.Analyse probleemgebieden  De huidige situatie van de jeugd kenmerkt zich door enkele knelpunten, die een directe en ernstige  bedreiging vormen voor het verzelfstandigingsproces van onze jeugdigen. Maatschappelijke  omstandigheden en verslechterende economische situaties hebben direct invloed op de jeugd die  gevoelig is voor deze trends.  Het een en ander staat met elkaar in verband, zoals bijv. het vroegtijdig schoolverlaten dat kan  leiden tot handelingen, die in een neerwaartse spiraal lopen (drugs, criminaliteit, ongewenste  zwangerschap, SOA’s, werkloosheid, etc.)  Knelpunten mbt de organisatie van het directoraat Jeugdzaken  a)  Het niet beschikken over vervoermiddelen, is een enorm knelpunt van de organisatie .  Hierdoor kunnen voorzieningen niet bereikbaar worden gemaakt voor de doelgroep.  b)  Geen of onvoldoende data tav ‘jeugdvraagstukken’ voor het maken van een samenhangend  Jeugdbeleid.  4.Beleidsuitgangspunten  Uit de samenhang tussen de eerder geformuleerde taken, doelen en probleemgebieden en de sociaal­  economische ontwikkeling waarin ons land zich bevindt , presenteren zich de volgende  beleidsuitgangspunten:  1. Onderzoek  (her)inventarisatie van jongeren­ en buurtorganisaties en onderzoek naar de doelmatigheid en het  functioneren van deze organisaties  ­  (her) inventarisatie van buurt/jeugdcentra en op basis hiervan overgaan tot renovatie en/of  nieuwbouw  ­  tweejaarlijkse consultatie van jongeren en buurtorganisaties  ­  onderzoek naar de leef­ en woonomstandigheden van jeugdigen.  2. Werkgelegenheid  Inventarisatie van mogelijkheden voor werkgelegenheid voor jongeren en het creeren van  kleinschalige cooperatieve werkgelegenheidsprojecten. 7  Blz. 

3. Voorlichting/Informatie  Actieve voorlichting over de jeugdproblematiek op wijk / buurtniveau.  4. Vakantiebesteding  Activiteiten gericht op nuttige besteding van schoolvakanties.  5. Jonge vrouwenwerk (14­20jr)  Ter opheffing van de maatschappelijke achterstand zullen diverse projecten zoals het  tienermoederproject en het a.s. moederproject worden uitgewerkt, waarin specifieke zaken die  belangrijk zijn voor de jonge vrouwen zijn opgenomen (volwassenenonderwijs,  vakonderwijs,opvang kinderen, opvang huiselijk geweld en algemeen maatschappijke zorg, etc)..  Deze werkzaamheden zullen als projekten worden uitgevoerd.  6. Uitwisselingsprogramma’s  Studie, advies, realisatie van nationale en internationale jeugduitwisselingsprogramma’s  7. Ondersteuning  Het beschikbaarstellen van didactisch, creatief en recreatief materiaal aan jeugdorganisaties die  verantwoord besteed moeten worden.Financiële ondersteuning (subsidies) zal gegeven moeten  worden aan daarvoor in aanmerking komende organisaties.  Planning  Om te komen tot een samenhangend ‘Nationaal Jeugdbeleid’, zal worden aanbevolen een nationaal  orgaan in te stellen waarin deskundigen zitting hebben, die constant en continu de beleidsdoelen  formuleren en aanbevelingen doen voor actieplannen ter implementering van het Nationaal  Jeugdbeleid, nl.:  a)“ Een Nationale Adviesraad voor de vorming van de Jeugd , die de regering gevraagd en  ongevraagd zal adviseren en ideeën ontwikkelen met betrekking tot:  ­  het beleid betreffende de jeugd.  ­  de ontwikkeling van de jeugd buiten schoolverband.  ­  de recreatieve voorziening , voorlichting en vorming van de jeugd, enz.  b)Minimaal eenmaal per jaar een consultatie gesprek met de voorzitters van jeugdorganisaties  (nationaal platform)  c)Samenwerken met de Universiteit van Suriname en de Academie voor het doen van  onderzoekingen naar jeugdontwikkelingen.  d)Op nationaal niveau trainen van kaders voor het werken met de jeugd t.b.v. jeugdorganisaties  (‘upgrading’ organisatie niveau ).  e)Samenwerken, begeleiding en registratie van  relevante jeugdorganisaties ter uitvoering van  projecten.  f) Het buurtwerk met zijn preventieve, begeleidende en resocialiserende functie  zal in de komende  jaren ten volle uitgediept worden  g)Reorganisatie landelijke organisatie van het jeugdwerk  Met bovengenoemde activiteiten zal getracht worden om jongeren kansen te bieden zich optimaal te  ontplooien en ter minimalisering van de werkloosheid en de criminaliteit, waaronder drug­ en  alcoholgebruik en prostitutie .Door intensief onderzoek en regelmatig voeling houden met de  samenleving zal ernaar gestreefd worden inzichten te verkrijgen, welke moeten leiden tot de  gewenste verzelfstandiging van de jeugd in: bestuurlijk­politiek, sociaal­ economisch en  sociaal­  cultureel opzicht.  Randvoorwaarden ter uitvoering van het programma

8  Blz. 

Voor het op gang brengen van buurtwerk c.q. jeugd­ en recreatieve activiteiten, vorming en  organisatie van jongeren zijn een aantal zaken fundamenteel:  Buurt/jeugdcentra  Het opzetten van een netwerk van buurttehuizen/buurtopvangcentra  De beschikbaarheid van adekwate multifunctionele buurt/jeugdcentra in de  verschillende   kansarme buurten in  stad en meer in het bijzonder de distrikten, is een  noodzakelijke  voorwaarde. Daar waar deze voorzieningen ontbreken,  zal als noodvoorziening  vooralsnog gebruik worden gemaakt van schoolgebouwen of gehuurde particuliere panden.  Dataverzameling  Het analyseren van situaties en problemen vnl. bij o.a. organisaties die zich bezig houden met de  jeugd en het verzamelen van gegevens ter verkrijging van inzicht omtrent de problemen van de  jeugd voor het maken van de juiste beleidsbeslissingen. Verder het registreren van alle instellingen  en verenigingen in Suriname met hun doelstellingen die zich belast hebben met de zorg van de  jeugd  Kader.  Het buurtwerk c.q. de jeugdvormings – en recreatieve activiteiten vergt de inzet van deskundig en  gemotiveerd kader.  De training en bijscholing van het huidige team, de aantrekking van aanvullend deskundig kader en  de werving en training van part­time medewerkers zullen ter hand worden genomen.  Materiaal  Teneinde het buurtwerk adequaat te kunnen verrichten is het noodzakelijk te beschikken over  voldoende materiaal voor sport, spel en creatieve expressie  Vervoer : transport naar lokaties is essentieel voor het contact en de begeleiding van processen.  5. Beleidskader  Het programma benadrukt in deze periode:  1. Buurtactiviteiten, gericht op recreatie en educatie  2.. 0pleiding/training:  ­ Opleiding en bijscholing van’fulltime’ buurt/jeugdwerkers.  ­ Opleiding en training van ‘parttime’ medewerkers t.b.v. buurtwerk/jeugdwerk  ­ Seminars, workshops, congressen.  ­ Kadervorming t.b.v jongeren organisaties voor sociaal zwakke buurten.  In de periode 2000 – 2005 zal het directoraat Jeugdzaken zich toeleggen op het begeleiden en  opzetten van buurtwerkprocessen in sociaal­zwakke buurten in Paramaribo en de districten.  Behalve aan het buurtwerk zal ook aandacht besteed worden aan nationale ’issues’(werkloosheid,  criminaliteit, huisvesting, drugs, onderwijs,milieuvraagstukken, etc.), die projectmatig zullen  worden aangepakt waarbij een nauwe samenwerking tussen overheidsinstanties en particuliere  jeugdorganisaties een belangrijke  voorwaarde is.  Motivatie  Teneinde een verantwoorde invulling te geven aan de doelstellingen van het directoraat Jeugdzaken  en aan de beleidsvoornemens van de regering m.b.t. de jeugd zal in de komende periode het accent  worden gelegd op het buurtwerk.  De motieven die hieraan ten grondslag liggen zijn de volgende:  De betrokkenheid van de bevolking, in casu de jeugd bij het ontwikkelingsproces, is mede  afhankelijk van de wijze waarop deze bereid en in staat is voor de eigen belangen op te komen , zelf  initiatieven te nemen en zich met dit doel voor ogen in organisatorische verbanden aan te sluiten.  Het buurtwerk kan hierbij motiverend en mobiliserend werken. 9  Blz. 

Het buurtwerk richt zich voornamelijk op kansarme (sociaal­zwakke) buurten. Het beleid van de  regering zal mede toegespitst moeten  zijn op het voorrang geven aan groepen met een  maatschappelijke en sociaal­culturele achterstand.  Middels het buurtwerk kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de vorming en  ontwikkeling van buurtbewoners in het algemeen,  en de jeugd in het bijzonder.  Het is belangrijk dat in de buurten zelf  kaders worden ontwikkeld voor het kunnen aanpakken van  hun problemen. Het probleem van vele kansarme buurten is dat kaders ontbreken.  Buurtontwikkelingen:  Het buurtwerk richt zich op:  a.  Het bewust maken van buurtbewoners, voornamelijk de jeugd, van de concrete problemen in  hun eigen woon­ en leefmilieu, die hun ontwikkeling belemmeren;  b.  Het mobiliseren, motiveren, activeren van de doelgroep om mee te werken aan de oplossing  van deze problemen en zodoende de zelfwerkzaamheid en mede verantwoordelijkheid van  de jeugd te bevorderen;  c.  Het bevorderen van de individuele ontwikkeling en ontplooiing van de jeugd middels het  (doen) organiseren van allerhande sociaal­culturele activiteiten, welke aansluiten  bij de  behoeften van de doelgroep en gericht zijn op informatie, educatie, sport, recreatie, training  en vorming en waar nodig het verlenen van hulp en/of het verwijzen naar  hulpverleningsinstanties bij acute noodsituaties van de jeugd ;  d.  Het uiteindelijk bereiken van een situatie van zelforganisatie en zelfbeheer in elke buurt  door o.a. de jeugd.  Essentieel bij het buurtwerk is de integrale benadering van de buurtproblematiek d.w.z.  samenwerking van de verschillende in de buurt actief zijnde overheids­ en particuliere instanties  gericht op de ontwikkeling van de bewoners en de buurt, met de scholen als centrale plaats.  Toevoegsel  Het beleid zal worden bekostigd door middel van:  ­De allocatie van financiële middelen in het kader van staatsbegroting.  ­Reallocatie van bestaande menskracht, eventueel na­, her­ of omscholing.  ­Beschikbaarstelling van materialen, e.d.  ­Het verlenen van diensten  ­Internationale donoren en fondsen.  Voor de verdere ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het beleid, zal de huidige  organisatorische opzet moeten worden uitgebouwd en aangepast. 

6. Aktieprogramma 2000­2005 

Fasering  1  2 

3 

1. VOORZIENINGEN  Recreatieve voorzieningen in buurten  Woningbouwprojekt : Alternatieve woningbouw voor jongeren 

*  * 

Een Nationale Adviesraad voor de vorming van de jeugd. Richtlijnen voor het  beleid; adviserend orgaan van de regering 

*

* 

* 

10  Blz. 

Vervoer voor diverse afdelingen/projektwerkers  voor het  bereiken en het  *  contacten van de buurten in stad en distrikten waar projekten uitgevoerd worden.  Huisvesting Jeugd­ en Jongerenraden  *  Structuren opzetten om te komen tot een samenhangend Jeugdbeleid  .  Beschikbaar stellen van materiaal (creatief, recreatief). 

* 

* 

* 

* 

2.  DATAVERZAMELING/EVALUATIE  Inventarisatie van buurt/jeugdcentra en op basis hiervan overgaan  *  tot renovatie en/of nieuwbouw  ­Consultatie en registratie  van jongeren en buurtorganisaties/buurtinstellingen.  ­Dataverzameling in samenwerking met o.a. de Anton de Kom Universiteit en de  Academie en het doen van onderzoek naar jeugdontwikkeling, zodat op grond  van verkregen data beleid gerichter kan worden bepaald dan worden bijgesteld.  ­Op grond van data analyseren van situaties en problemen:  *  beleid evalueren en eventueel bijstellen  ­Onderzoek naar leef­ en woonomstandigheden van jeugdigen op nationaal  niveau  *  ­Dataverzameling in het belang van beleids­ en actie maatregelen  ­Onderzoek naar ongelijkmatig aantal drop out van jongens  Inventarisatie naar mogelijkheden voor werkgelegenheid en het creeren van  kleinschalige werkgelegenheidsprojecten  Evaluatie functioneren Jeugd­ en Jongerenraden 

* 

Projektevaluatie beleid buurt/jongerenorg. Evaluatie uitgevoerd  beleid/bespreking toekomstige aktiviteiten 

* 

3.  VORMING/TRAINING (educatieve aktiviteiten)  Training en bijscholen van het personeel van Jeugdzaken, ter  verhoging van de kwaliteit van het werk.  Training en upgraden van de kaders van de jeugd­en  jongerenorganisaties in het belang van de kwaliteit van het jeugdwerk en het  behalen van maximaal rendement. 

4. NATIONALE & INTERNATIONALE UITWISSELINGEN (ontmoetingen)  Uitwisselingsprogramma’s: studie, advies en realisatie van  nationale en internationale jongerenuitwisselingsprogramma’s  Congres/Workshop organiseren met de Jeugd­ en Jongerenraden, die conform  hun instellingsresolutie toegespitst zijn op o.a.congressen organiseren  Jongerenbeursfestival: informatiebeurs voor en door jongeren.  Informatie over  zaken  betreffende: opleiding, werk, vervolgstudies,  maatschappelijke zorg, gezondheid, economie, criminaliteit, 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 11 

Blz. 

rechtszekerheid, organisatie, cooperaties,  enz.  Activiteiten tbv de jeugd op nationale feest­ en hoogtijdagen om  te komen tot ‘nationbuilding’, liefde voor het eigene  5.ONTWIKKELINGS­ & ONDERSTEUNINGSACTIVITEITEN  Projecten betreffende jonge vrouwen, ter opheffing van de  maatschappelijke  achterstand, w.o. het ‘tienermoederprojekt’, tweedekansonderwijs, vakonderwijs,  maatschappelijke zorg, etc.  ­ Ondersteuning, middels het beschikbaar stellen van didactisch, creatief en  materiaal aan jeugdorganisaties  ­ Het opzetten van een netwerk van buurthuizen (buurtopvangcentra  buurtwerkontwikkeling verder uitbouwen, als continue proces  ­ Netwerkontwikkeling (buurt­Jongerenorg.); kwartaal bijeenkomsten  met jongerenorg. en buurtraden  Projekten Internaats­/Schooltuinen: Scholen voor Speciaal Onderwijs en pupillen  van internaten/­kindertehuizen ‘tuinbouwminded’ maken en daardoor voorzien  in voedselbehoefte  Projekt Ondersteuning NGO’s: voorwaarden scheppen voor uitvoering projekten  tbv de doelgroep  6.  RECREATIE/OPVANG/BEGELEIDING  Projekten Na­schoolse en Buitenschoolse opvang: opvang en begeleiding  leerlingen GLO en VOJ ter opheffing achterstanden, expressie ,  informatie en nuttige vakantiebesteding  ­Projekt Scholierenmoeders: begeleiding jonge schoolgaande moeders  ­Projekt Vroege Stimulatie jonge kinderen van tienermoeders  ­Projekt Tienerzwangerschap en sexueel gedrag op wijkniveau dmv training mbt  sexueel/gezinsplanning in Coronie en Flora  Projekt Vakantiebesteding: zinvolle vakantie besteding voor leerlingen van 5­15  jaar en alleenstaande moeders in sociaal­zwakke buurten  Projekt ouderparticipatie: Ouders en leerkrachten GLO scholen  wederzijds betrekken bij  onderwijsontwikkelingen en activiteiten  7.  VOORLICHTING/INFO  Voorlichting/informatie op wijk/buurtniveau  over zaken hun betreffende  (verhoging kwaliteit levensstandaarden en algemene info over maatschappelijk  relevante kwesties  TV projekt ‘Jeugd in Beeld”: maandelijkse info­programma’s voor de jeugd  Projekt Jongerengids: voor jongeren v.a. 12 j met relevante info voor doelgroep 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

* 

*  * 

*  * 

* 

* 

* 

* 

*  * 

*  *

* 

12  Blz. 

Jaarprogramma  Doel/Doelgroep  2001­2002  Activiteit 

Samenwerking met 

Uitvoerings  periode

Projekt Na­  schoolse opvang 

Basisschool en VOJ  leerlingen opvangen,  begeleiden,informeren,op  heffen achterstanden ,etc.  MULO scholen  Stimuleren van podium­  toneelfestival  kunsten (creativiteit en  expressie) scholieren  Projekt  Educatie,huiswerkbegelei  Buitenschoolse  ding en creatieve en  Opvang  culturele vorming  Projekt Internaats  SO scholen en pupillen  Tuinen/School  internaten/kindertehuizen  tuinen  ‘tuinbouwminded’ maken  en voorzien van groente  Projekt Training  Vergroten vaardigheden  kader Jongeren­  Van kader van jongeren­  en buurt­  /buurtorg. ter ver­  organisaties  hoging kwaliteit v/h werk 

Schoolleiders/leerkrachten,  NolaHattermaninst.,Sucet,  buurtorg/overige overheids­  instanties  Het directoraat Onderwijs  Directoraat Cultuur  NILOM J.C. en IDB  Schoolhoofden & leerkrachten  Buurtorganisaties  Nola Hatterman instituut  Stichting Moestuinen Suriname  (STIMOSUR)  Stichting Tamara 

Jan­mrt 2001  Mei­juli 2001­  Nov­dec 2001 

Buurt/Jongerenorganisaties  Buro NGO Forum  Afd. Vorming en Opleiding  S&J 

1 e  kwartaal 2001 

Projekt 

Inspektie VOJ 

Jan­juni 2001 

Begeleiding van jonge 

mrt/april 

Jan­mrt 2001  Mei­juli 2001  Nov­dec 2001  Jan­dec 2001 

13  Blz. 

Scholieren  moeders 

schoolgaande moeders op  Netwerk Jongevrouwenwerk  (12­20jr)  (w.o. St. Lobi)  Overige overheidsinstanties  ­Projekt tiener  Bewustwording  en  St. Lobie  zwangerschap en  training mbt gezins­  NAAM  sexueel gedrag/­  planning en sexueel  gezinsplanning(  gedrag Jongeren Flora &  wijkniveau)  Coronie  Projekt Vakantie  Zinvolle vakantie­  Buurt/Jongerenorganisaties  besteding  besteding schoolgaanden  Nola Hatterman instituut  5 t/m 15 jaar en  Schoolleiders,OD Recreatie­  alleenstaande moeders uit  /Sport, Bedrijfsleven  sociaal­zwakke buurten  Overige overheidsinstanties  Jongerenwelzijns  Jongeren van 12j en  Alle overheidsinstanties  beurs  ouder informeren over  Bedrijfsleven  instanties en aktiviteiten  NGO’s  in belang van hun welzijn  Jongeren­ en Jeugdraden  Netwerkontwik  Verstevigen  Buurt/jongerenorganisaties  keling:kwartaal­  kontakt/verbreden ,  Afd. MINOV  bijeenkomsten  verdiepen basis  Buro NGO Forum  met jongerenorg  samenwerking en  Overige overheidsinstanties  en buurtraden  bevordering participatie  Ressortraadsleden  Projekt  Leerkrachten en ouders  Schoolleiders en leerkrachten  Ouderparticipatie  van lln v/h GLO  Unicef,buurtorg.,ouders &  Begeleiding (MINOV)  Projekt  Informatiegids voor  Alle Overheidsinstanties  Jongerengids  jongeren v.a 12 j. met  NGO’s, IDB  info tbv deze categorie  Jongeren­ en Jeugdraden  Projekten  ­VOS jongeren Curacao­  Jongerenuitwissel  Suriname(2 e  uitwisseling)  ingen (nationaal  en internationaal)  ­Basisschool Galibi­  Paramaribo  ­VOJ lln. ­­Par’bo­  Moengo/Albina/Brokop.  ­Suriname –Nederland,  werkende en studerende  jongeren 

Okt­dec 2001 

Mei 2001 

Paasvakantie  (april)  Grote vakanties  (aug/sept)  3­5 juni 

1 e  t/m 4 e  kwartaal 2001 

Jan t/m aug 2001  1 e  en 2 e  kwartaal  2001 

Schoolleiding & leerkrachten &  12­19 april 2001  leerlingen. VOS scholen  betrokken landen  aug/sept. 2001­  ­schoolhoofden  aug/sept 2001  ­schoolhoofden  Vereniging Mi oso­Mi caz 

juli/aug 2001

14  Blz. 

Dataverzameling 

Projekt  Voorlichting  “De jeugd in  beeld”  Projekt Evaluatie  beleid met buurt­  /jongerenorg  Projekt  Ondersteuning  NGO’s 

Het doen van onderzoek  Universiteit van Surianme  naar jeugdontwikkelingen  AHKCO  STAS Caribe & NAAM  Tv­progr. (1x p/m) :info  ATV, Voorlichting S&J,  aan jeugdigen 12 j en  Onderwijs, Cultuur, Buurtorg.,  ouder over mtsch.  Jeugd­ en Jongerenorg.,  relevante vraagstukken  relevante overheids­ en  gericht op positieve  particuliere instanties, IDB en  gedragsbeinvloeding  STAS Caribe  Evaluatie beleid 2000,  Buurt/Jongeren organisaties  Bespreking beleid/  Parttime medewerkers  Aktiviteiten 2001  Personeel OD Jeugdcentra 

April 2001 

Voorwaarden scheppen  voor NGO om projekten  tbv doelgroep uit te  voeren  De raden 

Buurt/Jongerenorg  Overige org tbv de jeugd 

jan. t/m dec 

Min. van Sociale Zaken  Will Axwijk sportterrein 

maart/april 

STAS Caribe 

april 

Jongerenorganisdaties en  buurtorganisaties,  overige ministeries 

jan­dec 

Huisvesting  Nationale Jeugd­  en Jongerenraden  Evaluatie Jeugd  De raden  & Jongerenraden  Activiteiten rond  Alle jongeren in  nationale feest­  Suriname  en hoogtijdagen 

feb­dec 2001

Jan t/m feb 2001 

15  Blz.