COMPOST NATUURLIJK Inhoud: Wat is compost ? Wat is composteren ? Waarom composteren ? Wat kan je composteren ? Keuze van de methode. Het composteren. Hoe gebruik je compost ? Alternatieven.
WAT IS COMPOST ? Compost is een donker, zwart-bruin, kruimelachtig materiaal dat naar bosgrond ruikt. Het is een humusproduct dat levende organismen en gemineraliseerde plantenvoedende elementen bevat. Het water en nutriënten worden door de compost goed vastgehouden en langzaam en naar behoefte aan de plantenwortels ter beschikking gesteld. Na het gebruik van de compost gaat de afbraak van het organische materiaal ook nog door in of op de bodem. Daarbij worden steeds meer voedingselementen vrijgegeven. Tegelijk wordt ook humus gevormd waardoor een goede kruimelige bodemstructuur ontstaat die water, warmte en voedingsstoffen vasthoudt. COMPOST - Verrijkt de bodem met organisch materiaal en voedt het bodemleven. - Doet een bodemstructuur ontstaan die water, warmte en voedingsstoffen vasthoudt. - Maakt kleibodems lichter en zorgt ervoor dat zandgronden beter water vasthouden. - Brengt de zuurtegraad van de bodem tot op optimale waarde. - Buffert temperatuurverschillen tussen dag en nacht. - Voorkomt erosie van de bodem door wind en water. - Beschermt de planten tegen parasieten en ziekten.
WAT IS COMPOSTEREN ?
Composteren is een versnelde vorm van het natuurlijke verteringsproces, waarbij het er in essentie op neerkomt de micro-organismen en wormen die voor de afbraak zorgen, goed te voeden en te verzorgen. Dit betekent: de organische afvalstoffen goed mengen en ervoor zorgen dat er voldoende vocht en lucht aanwezig is. Maar composteren is in de eerste plaats een wonderlijk en leerrijk tuingebeuren dat je meer inzicht verschaft in de natuurlijke processen die rondom ons plaatsgrijpen.
WAAROM COMPOSTEREN ? Door het keuken- en tuinafval te scheiden, bewijs je niet enkel je tuin een goede dienst; ook het milieu vaart er wel bij. Het organisch afval dat je uit de vuilnisemmer houdt, komt niet op de stortplaats of in de verbrandingsoven terecht. Je hoeft bij thuiscomposteren helemaal niets voor de afvoer en de verwerking van het organisch afval te betalen, zodat zowel je eigen portemonnee als die van de gemeente er wel bij varen.
WAT KAN JE COMPOSTEREN ? Organische afval- of reststoffen zijn materialen van dierlijke of plantaardige afkomst. Onder natuurlijke omstandigheden komen ze op de bodem terecht en worden er verteerd door allerhande bodemorganismen. Alle organische afvalstoffen uit keuken en tuin zijn te verwerken in de composthoop. Materialen zoals mest en bladeren verteren doorgaans snel, houtige bloemstelen en dikke takken veel langzamer. Maar opgepast ! De mens behandelt sommige organische materialen op zodanige wijze dat ze niet meer of veel moeilijker verteren of dat ze de compost belasten met schadelijke stoffen. Hout wordt bijvoorbeeld ingestreken met verf, papier wordt bedrukt met gekleurde inkt die zware metalen bevat. Behandeld hout en gekleurd papier komen dus niet in aanmerking voor verwerking in de composthoop. We zullen er ook steeds op letten alle niet verteerbare stoffen uit ons afval te weren. In de compost leiden ze tot verontreiniging.
Wel composteerbaar organisch materiaal aardappelschillen (bepoederde aardappelen eerst afspoelen), schillen van citrus- en andere vruchten, groenteresten, eierschalen, doppen van noten, theebladeren en -zakjes, koffiedik en -filters, papier van de keukenrol, kleine hoeveelheden etensresten, mest van kleine planteneters (vb.: cavia, konijn,...), snijbloemen en kamerplanten (zonder aarde), versnipperd snoeihout, haagsnoeisel, zagemeel en schaafkrullen, grasmaaisel, bladeren, onkruid, resten uit groente- en siertuin,...
Niet composteerbaar timmerhout en grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde en zand, saus, vet, olie, stof uit de stofzuiger, as van de open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal en blik, kattenbakvulling, ...
KEUZE VAN DE METHODE Alvorens aan de slag te gaan zal je moeten kiezen voor een bepaald systeem van composteren. Of je kiest voor een composthoop, compostbak, compostvat of wormenbak is afhankelijk van je eigen voorkeur, je budget, de oppervlakte van je tuin en de grootte van je gezin. Het systeem moet overeenkomen met jouw productie aan afval. Ook een combinatie van verschillende systemen behoort tot de mogelijkheden. Hieronder een korte uiteenzetting van de systemen. Kijk ook eens bij de alternatieven alvorens je een keuze maakt.
HET COMPOSTVAT: (voor de kleinere tuin)
Als je een tuin hebt van minder dan 100 à 200 m2 of als je weinig groenafval hebt omdat je bladeren, gemaaid gras en versnipperde takjes reeds als bodembedekker gebruikt, dan is een compostvat voor jou het beste systeem om zelf compost te maken. Een compostvat is van gerecycleerde kunststof vervaardigd en heeft een inhoud van 200 tot 500 liter. Je kunt er dus optimaal kleine hoeveelheden keuken- en tuinafval in composteren. Vaak kan je het vat goedkoper aanschaffen via je gemeente.
DE COMPOSTHOOP: (voor de grote tuin) Als je een grote tuin hebt met veel bomen, struiken, een grasveld of een behoorlijke groentetuin, dan kies je voor een composthoop. Een composthoop aanleggen is vooral zinvol als per keer dat een hoop wordt opgezet 3 à 4 m3 materiaal kan worden verzameld. Een composthoop opzetten van minder dan 1m2 heeft echter weinig zin. Het aan de lucht blootgestelde oppervlak is dan te groot ten opzichte van het volume en zorgt ervoor dat de hoop veel vocht en warmte verliest.
DE COMPOSTBAK: (voor de grote tuin) Voor de meeste tuinen is de compostbak het meest aangewezen systeem. Composteren in een compostbak of -silo gaat even snel als composteren op een composthoop, maar is iets eenvoudiger en netter. Een compostbak kan je kopen als bouwpakket, maar knutsel je ook snel zelf in elkaar. Maak één of meerdere bakken van zowat 1 m3. De wanden bestaan uit steen, hout of draadwerk bedekt met geotextiel en zijn voorzien van verluchtingsgaten. Zijn die gaten te groot dan kan uitdroging optreden.
DE WORMENBAK: (geen of kleine tuin) Woon je op een appartement of heb je maar een kleine (of geen) tuin, dan is de wormenbak voor jou het ideale systeem. In de wormenbak kan je op eenvoudige wijze je keukenafval (geen vlees) composteren. Alhoewel wormen in alle systemen een belangrijke rol spelen, krijgen ze hier de hoofdrol. Hoewel een wormenbak zelfs in de keuken zou kunnen, geef je hem eerder een plaats op het terras, in de garage of in een beschutte hoek in de tuin. Zeker in de winter verdient het aanbeveling om een warm plekje te zoeken zodat de wormen niet bevriezen.
HET COMPOSTEREN Veel werk vraagt thuiscomposteren niet: zo nu en dan het materiaal omzetten om het te beluchten, de rest doet de natuur. Als je je aan een paar eenvoudige regels houdt, kan er niets mis gaan. Vergeet de praatjes over stank, ratten of zurigheid. Die verhalen komen misschien wel van mensen die ooit eens wat afval op een hoop gooiden, maar nooit van mensen die een echte composthoop opzetten en echt weten waarover ze praten.
HET COMPOSTVAT Plaats het compostvat op een zonnige plek in de tuin en niet te ver van de keukendeur, zodat je er gemakkelijk bij kan. Door zijn donkere kleur absorbeert het vat de zonnestralen. Zonder uit te drogen warmt het materiaal in het vat dan op en wordt de afbraak versneld. De bodemplaat van het vat plaats je best op een harde, vlakke ondergrond, bij voorkeur op enkele tegels. Hierdoor voorkom je dat deze in de grond zakt. De geperforeerde en geprofileerde bodemplaat zorgt voor luchttoevoer onderaan in het vat. Hierdoor kan ook het eventuele overtollige vocht wegsijpelen en kunnen de nuttige bodemorganismen zich een toegang verschaffen tot het verterend materiaal. Op de bodemplaat wordt een tonvormige romp geplaatst, die geen lucht toelaat via de zijkant, zodat het materiaal in het vat niet kan uitdrogen. Onderaan in de romp bevindt zich wel een luik waarlangs je af en toe kan kijken hoever het composteringsproces gevorderd is en waarlangs je de afgewerkte compost kan verwijderen. Bovenaan wordt het vat afgesloten met een deksel dat voorzien is van ventilatiegaten. Om een goede luchtcirculatie te bewerkstelligen bedek je de bodemplaat best eerst met kleine takjes, resten van snijbloemen of uitgebloeide kamerplanten. Het is het beste het vat bij het opstarten ten minste voor de helft te vullen zodat de temperatuur snel oploopt (40 à 50 °C). Belangrijk is dat je 'groene' materialen (= vochtige materialen zoals: bladeren, schillen, gras,...) vermengt met bruine (= droog, verhout, meestal bruin materiaal zoals: snoeihout, gehakseld hout,...). Je vult vervolgens het compostvat dagelijks bij met kleine hoeveelheden keuken- en tuinafval en je vermengt dat met het aanwezige materiaal. Twee à drie keer per week belucht je het compostvat met een beluchtingsstok (zie tekening) die op verschillende plaatsen in de compost wordt gestoken, een kwartslag gedraaid en er vervolgens weer wordt uitgetrokken. Hierdoor wordt alles opgeschud en wordt er wat oude compost naar boven gebracht om het nieuwe materiaal mee te enten. Na enkele maanden kan je oogsten. Dat kan langs het luik, maar handiger is het om hiervoor de volledige mantel weg te nemen. Let er op dat de gaatjes in de bodemplaat niet verstopt zitten, maak ze zuiver alvorens opnieuw op te starten. Het onverteerde materiaal bovenop de compost gebruik je om je vat terug op te starten.
DE COMPOSTHOOP
Kies een beschaduwde plaats voor de aanleg van de composthoop. Voor de onderste laag (oppervlakte minstens 2 m2) van de composthoop gebruik je grof materiaal, zoals versnipperde stengels. Het ideale moment om te starten met je composthoop is daarom na een snoeibeurt in je tuin. De composthoop wordt laagsgewijs opgebouwd tot een hoogte van ongeveer 1,5 m. Bij iedere laag wordt langs de contouren het materiaal als een muurtje opgebouwd en vervolgens binnenin bijgevuld. Op die manier krijgt de hoop een rechte wand. Meng zoveel mogelijk "groen" en "bruin" materiaal onder elkaar. Waterrijke en structuurloze "slappe" afvalstoffen (= groen materiaal), zoals gras en fruitresten, spreid je over de hele oppervlakte van de composthoop uit of meng je met de drogere materialen (= bruin materiaal) zoals houtsnippers en bladeren die je in voorraad hebt. Maak eventueel de hoop bovenaan kuilvormig zodat, tot aan de eerste omzetting nog keukenafval, grasmaaisel e.d. kan toegevoegd worden. Na enkele dagen al stijgt de temperatuur in de hoop tot 50 à 70 °C en soms zelfs meer: het composteringsproces is begonnen. Na enkele weken (hooguit 2 maanden) zet je de composthoop om, waarbij je alles luchtig en duchtig door elkaar mengt. De temperatuur zal nu gedurende een korte tijd opnieuw wat stijgen. Na verloop van tijd zakt de composthoop geleidelijk in, daalt de temperatuur en beginnen wormen de hoop verder te verteren. Bij de tweede omzetting, nog eens enkele weken later, zal je van het oorspronkelijke materiaal niet veel meer terugvinden. Na ongeveer zes maanden begint de composthoop te ruiken naar verse bosgrond. De compost is, na zeven, klaar voor gebruik. Een goed aangelegde composthoop verspreidt weinig of geen geur, zodat burenhinder uitblijft. Als je over voldoende plaats beschikt, is het beter dat je twee of drie hopen per jaar aanlegt, in functie van je hoeveelheid afval.
DE COMPOSTBAK Voor een compostbak kies je een beschaduwde plaats. Op de bodem van je bak leg je grof materiaal, zoals versnipperde stengels of gehakseld hout. De compostbak wordt laagsgewijs opgebouwd waarbij je dan lagen "groen" en lagen "bruin" materiaal afwisselt. Waterrijke en structuurloze "slappe" afvalstoffen (= groen materiaal), zoals gras en fruitresten, spreid je over de hele oppervlakte van de composthoop uit of meng je met de drogere materialen (= bruin materiaal) zoals houtsnippers en bladeren die je in voorraad hebt. Tot aan de eerste omzetting kan nog keukenafval, grasmaaisel e.d. toegevoegd worden dat je dan mengt met de bovenste laag. Na enkele dagen al stijgt de temperatuur in de bak tot 50 à 70 °C en soms zelfs meer: het composteringsproces is begonnen. Na enkele weken (hooguit 2 maanden) zet je de compostbak om. Nu zal blijken dat een compostbak met meerdere vakken het gemakkelijkste werkt. Bij dit type schuift de materie telkens een vak op. Bij een bak met 3 vakken zal eerst uit het laatste vak de compost geoogst worden. Daarna wordt dit vak terug gevuld met de materie uit het tweede vak, eventueel gemengd met grove deeltjes die overblijven na het zeven van de compost. Nu kan de inhoud
van het eerste vak overgebracht worden naar het tweede, waarna je in het eerste vak terug opstart. Bij het overbrengen moet de materie goed losgemaakt en gemengd worden. Zorg ervoor dat bij aanhoudende regen de bak afgedekt wordt. Aangezien het volume van een compostbak niet zo groot is, zou door het regenwater de temperatuur ervan te sterk dalen. Een goed verzorgde compostbak verspreidt weinig of geen geur, zodat burenhinder uitblijft.
DE WORMENBAK Zet de wormenbak niet in de zon maar zoek een beschut plekje. Dit kan in de tuin zijn, maar evengoed in een berging of garage. Let er wel voor op dat de temperatuur er niet te extreem hoog of laag is. De compostworm voelt zich het best bij temperaturen van 15 tot 25 °C. Het opstarten van de wormenbak gebeurt als volgt. Leg onderaan in de bak een grondlaag van half verteerde compost waarin zich wormen en andere afbraakorganismen bevinden. Gooi je keukenafval dagelijks in een dunne laag bovenop het reeds aanwezige materiaal. Je kan af en toe wat papiersnippers toevoegen, dit vormt voor de compostwormen een ideaal nestmateriaal. Het duurt altijd een aantal weken vooraleer de wormen het nieuwe organische materiaal beginnen te verteren. Ze eten immers geen vers afval. Eerst dient een bacteriële omzetting plaats te vinden. Niet om het even welke worm komt in aanmerking voor een wormenbak. Enkel de Eisenia foetida is geschikt voor de compostering. Regenwormen (Lumbricus terrestris) overleven niet in de wormenbak. Je kunt de compostwormen vinden bij commerciële wormenkwekers, in hengelsportwinkels of gewoon in de composthoop van je buurman. Wormen houden niet van licht, daarom moet je steeds je wormenbak afsluiten. De manier van oogsten hangt af van het gebruikte systeem. Gebruik je een enkele bak, dan zijn er 3 mogelijkheden: 1. Eens je bak gevuld is, laat je hem rusten tot de wormen hun werk gedaan hebben. Daarna haal je de compost uit je bak. 2. Je wacht tot je bak gevuld is, je haalt het onverteerde materiaal uit de bak, waarna je de compost kan oogsten. Start de wormenbak terug op met het onverteerde materiaal. 3. Van zodra je bak tot op 30 cm van de rand gevuld is plaats je in je bak een emmer met een geperforeerde bodem (of een mand voor vijverplanten).Eens deze emmer gevuld, is de compost onder de emmer klaar. Neem de emmer weg, haal de compost uit je bak en start je wormenbak terug op met de inhoud van de emmer. Bij het gebruik van een dubbele bak (waarbij de twee compartimenten van elkaar gescheiden zijn door een geperforeerde tussenwand) begin je, zodra het ene compartiment vol is, het andere te vullen. Zodra de compostwormen klaar zijn in de ene bak kruipen ze door de gaatjes naar de andere waar ze onverstoord door gaan. Op dat ogenblik kan je de compost uit de niet actieve bak oogsten.
En dan is er nog de stapelbak. Deze bestaat uit een reservoir met daarop een drietal bakken met een geperforeerde bodem. Hierop komt een deksel waarmee het geheel afgesloten wordt. Bij dit systeem wordt eerst de onderste bak gevuld, daarna de middelste en dan de bovenste. Op het ogenblik dat deze laatste gevuld is, is de compostering in de onderste bak gedaan en zijn de wormen, door de geperforeerde bodem, naar de middelste bak verhuisd. De onderste bak wordt uit het systeem gehaald, geledigd en bovenaan teruggeplaatst. Nu kan deze terug gevuld worden, waarna alles zich weer herhaalt. Opgelet!!! Bij een gesloten systeem moet regelmatig het percolaatvocht worden afgelaten. Dit gebeurt langs het daarvoor voorziene kraantje. Het percolaat kan gemengd met water (1 deel percolaat / 10 delen water) gebruikt worden als meststof voor planten. Wegens zijn kwalijke geur is het gebruik ervan binnenshuis sterk af te raden. Open systemen moeten buiten gebruikt worden zodat het percolaatvocht in de bodem kan dringen.
HOE GEBRUIK JE COMPOST ? Compost is een uitstekende bodemverbeteraar, waarmee je in je eigen tuin heel mooie resultaten kan bereiken. Compost komt in aanmerking voor alle teelten: groenten, struiken, gazongras, bomen, eenjarige bloemen, kruiden, vaste planten, ... In plantgaten voor bomen en struiken, als bijmenging in zaai- of potgrond, of bij aanleg van gazon gebruik je enkel fijne, volledig verteerde compost. Uitzeven is dan aangewezen. IN DE GROENTE- EN FRUITTUIN De hoeveelheid compost die je in de groentetuin gebruikt, is afhankelijk van de kwaliteit van de compost, het bodemtype en de vruchtbaarheid van de bodem. Hoeveel compost je gebruikt, hangt dus ook af van de hoeveelheid compost die je in het verleden hebt gebruikt en van de voedselbehoefte van het fruit en de groenten die worden geteeld. Omdat de voedingsstoffen in de compost gedurende vele jaren vrijkomen, hoef je voor weinig eisende wortelgewassen geen compost meer bij te voegen als de voorbije jaren reeds voldoende compost werd toegediend. Dit geldt vooral voor blad- en vruchtgewassen, aardappelen en aardbeien. De compost wordt liefst in het voorjaar oppervlakkig ingewerkt. Bij grote behoefte aan voedingselementen (aardappelen, kolen, tomaten): 4 tot 8 kg/m2. Bij matige behoefte aan voedingselementen(sla, spinazie, andijvie, aardbei): 2 tot 4 kg/m2. Tussen vruchtgroenten zoals tomaat, komkommer of paprika kan de compost ook als mulchlaag van 2 cm dik worden aangebracht. Bij aanplant van kleinfruit en fruitbomen: 20 % compost rechtstreeks in het plantgat mengen. Als verzorging van fruitaanplantingen: jaarlijks 3 tot 5 kg/m2 onder de bladoppervlakte verdelen en eventueel oppervlakkig inwerken. IN DE SIERTUIN Bij de aanleg van een gazon of een siertuin kan je best een flinke dosis compost inwerken. Maar ook een bestaande siertuin reageert dankbaar op compost. Fijne, uitgezeefde compost laat zich goed uitspreiden tussen het gras. In de siertuin dient de bodemverbetering enkele weken op voorhand te gebeuren.
Bij aanleg van gazon: 8 tot 10 kg/m2 oppervlakkig verdelen en 10 cm diep inwerken. Gebruik bij voorkeur fijne compost. Bij beplantingen: 8 tot 10 kg/m2 oppervlakkig verdelen en 15 tot 20 cm diep inwerken. Bij grote planten (bomen) wordt 20 % compost rechtstreeks in het plantgat gemengd. Bij bodembedekkers de compost liefst niet inwerken. Tweejaarlijkse verzorging: 2 tot 3 kg/m2 oppervlakkig verdelen tussen de beplanting en licht inschoffelen. Als mulchlaag (dit is een goede bescherming tegen onkruid): 3 tot 5 cm compost oppervlakkig verdelen en niet inwerken. Gebruik het liefst grove compost. IN BLOEMBAKKEN Vullen van nieuwe bakken: meng 40 % compost met gewone tuinaarde en vul hiermee de bakken. Hervullen van oude bakken: meng 20 % compost door de oude grond waarin reeds planten gestaan hebben. Gebruik echter geen grond afkomstig van bakken met zieke planten.
ALTERNATIEVEN VOOR COMPOSTEREN Breng de natuurlijke kringloop in beweging en maak van je tuin een afvalarme tuin. MULCHMAAIEN Tijd voor de aanschaf van een nieuwe grasmaaier ? Overweeg dan eens de aankoop van een mulchmaaier. Bij het mulchmaaien wordt het grasmaaisel fijn versnipperd teruggebracht in het gazon. Je hoeft het niet meer op te vangen en af te voeren, waardoor je bespaart op afval en tijd. De voedingsstoffen keren terug naar het gras en naar het nuttige bodemleven. MULCHEN Een 5 à 10 cm dikke laag dorre bladeren of houtsnippers houdt de bodem vochtig, remt de onkruidgroei, voedt het bodemleven en verbetert de bodemstructuur. Tussen je rododendrons, azalea's of andere zuurminnende planten kan je een 5 cm dikke graslaag aanbrengen, hierdoor zal de bodem lichtjes verzuren (na een week oppervlakkig inwerken). OMVANG VAN BOMEN EN STRUIKEN Hou bij het planten van bomen en struiken rekening met hun uiteindelijke omvang, dan moet je later minder vaak snoeien. SNOEIHOUT Door het snoeihout uit je tuin tot een hekwerk te vlechten, maak je een mooie, rustieke en goedkope afsluiting. De meeste houtsoorten komen hiervoor in aanmerking. Vermijd echter doornige takken. KIPPEN Kippen zijn sterke en levendige dieren die precies graag dát afval lusten dat problemen kan opleveren in het compostvat: onkruid in zaad, grasmaaisel, tafelresten, vlees- en visresten. VASTE PLANTEN Vermijd woekerende soorten. Laat afgestorven plantendelen tijdens de winter ter plaatse
liggen of staan. Door de bodem te bedekken, beschutten ze de ondergrondse plantendelen. De uigebloeide stengels lokken zaadetende vogels. 's Winters vormen de berijmde stengels een prachtig zicht. VERKLEIN JE GAZON Vervang een gedeelte van je gazon door streekeigen beplanting. Hierdoor zal er zich na enkele jaren een leuk vogelbosje ontwikkelen. Je kan ook een gedeelte van je gazon extensief gaan onderhouden zodat er een graslandje ontstaat waarin allerhande bloeiende kruiden verschijnen. Dit gedeelte van je gazon maai je slechts 1 à 2 maal per jaar. Het gazonmaaisel voer je af zodat de bodem verschraalt. Dit gedeelte van je tuin zal je dus ook nooit bijmesten. NATUURLIJK BIJMESTEN Chemische meststoffen hebben vaak het nadeel dat ze zeer explosief werken. Je gazon bijvoorbeeld, zal kort maar krachtig groeien wat een berg maaisel tot gevolg heeft. Na enkele weken is het effect van het bijmesten voorbij en kan je weer in je beurs tasten. Kies daarom voor een natuurlijke bemesting met compost. Compost geeft zijn voedingsstoffen langzaam af, heeft een langdurige werking en verbetert de bodem.
FAQ'S Kan ik al mijn grasmaaisel composteren ? De hoeveelheid gras die je kan composteren is sterk afhankelijk van de hoeveelheid ander tuinafval dat je hebt om te composteren. Je zal het grasmaaisel namelijk goed met bladeren, takjes, stengels,... moeten mengen om een luchtig geheel te verkrijgen. Doe je dit niet dan gaat het maaisel samenklitten en ontstaat een gistingsproces. Probeer daarom de hoeveelheid grasmaaisel te beperken of breng het naar het containerpark. Een andere mogelijkheid is je grasafval op te slaan. Maak een bak van draadwerk en vul deze de hele zomer lang met je maaisel. Zolang je het maaisel laat rusten zal er geen geurhinder zijn. Let wel: de grond rond de bak zal verzuren, de plantengroei rond de bak zal op enkele soorten na afsterven. Hoe zuur is compost ? In tegenstelling tot wat vele mensen denken is compost niet zuur. Compost heeft een gemiddelde pH-waarde van 8 en is dus geschikt om een verzuurde grond (pH-waarde < 7) terug op optimale waarde te brengen. Moet ik zelf wormen in het compostvat doen ? De compostwormen, die in iedere tuin aanwezig zijn, zullen zelf de weg naar je compostvat vinden. Wat is een wachthoop ? Materialen die je niet dadelijk kan composteren worden op een aparte hoop geplaatst tot ze gecomposteerd kunnen worden. Heb je in de herfst bijvoorbeeld veel dorre bladeren, dan kan je deze als mulchlaag gebruiken tussen je planten, maar je kan ze ook op een hoop bewaren tot je ze in de zomer samen met je grasmaaisel kan composteren.
Mag ik schillen van bespoten fruit, bepoederde aardappelen, ... wel gebruiken in mijn composthoop, -vat of -bak ? Heel wat mensen vrezen dat hun compost van slechte kwaliteit zal zijn als zij schillen van bespoten fruit, bepoederde aardappelen, ... in hun vat gooien. Omdat het meestal om vrij kleine hoeveelheden gaat, hoeft u hiervoor niet te vrezen en kan u toch een zeer goede kwaliteit van compost bekomen. Wat doe ik met onkruid of zieke planten ? Door het intens afbraakproces stijgt de temperatuur in de compost en gaan de afbraakorganismen sneller werken. Bij temperaturen boven de 50 °C worden zelfs onkruidzaden en ziektekiemen vernietigd. Deze planten stopt u best midden in de hoop waar de temperatuur het hoogst oploopt. Let wel op voor te veel vocht, want daardoor daalt immers de temperatuur. Heeft mijn composthoop, -vat of -bak starters, versnellers of kalk nodig ? De micro-organismen, die door hun afbraakactiviteit de temperatuurstijging veroorzaken, komen van nature voor op de verschillende afvalstoffen en in de bodem zodat je ze niet extra aan de compost moet toevoegen. Compoststarters of -versnellers zijn dus overbodig. Welk vochtgehalte moet mijn compost hebben ? Een vochtgehalte van ongeveer 50 % is ideaal. Zorg ervoor dat de compost in droge periodes met veel wind voldoende vocht heeft. Daar kan u bv. Voor zorgen door uw koffiegruis of zelfs een beetje water toe te voegen, bv. Het water waarmee u uw compostemmertje uitspoelt. Hoe kan ik geurhinder vermijden ? Een composthoop, -vat of -bak zal absoluut geen geurhinder geven wanneer deze goed onderhouden wordt. Je zal dus voldoende moeten beluchten. Regelmatig omzetten en een goede afwisseling tussen houtige en groene materialen zorgen hiervoor. Bij het opstarten legt u onderaan steviger materiaal zoals takjes of snijbloemen, zodat de lucht ook langs daar bij de compost kan komen. Hoe kan ik fruitvliegjes vermijden ? De oorzaak is meestal de aanwezigheid van fruit- of etensresten bovenaan in het vat. Vliegjes kan u vermijden (beperken) door fruitresten af te dekken met bv. gras, bladeren of papier. Mag ik de uitwerpselen van mijn huisdier composteren ? In de officiële lijst van composteerbare materialen wordt een onderscheid gemaakt tussen mest van planteneters (composteerbaar) en de mest van vleeseters (niet of moeilijk composteerbaar). Alle contact met honden- en kattenuitwerpselen is af te raden. De kans op besmetting is immers zeer reëel (Bij de hond voornamelijk de ascariseieren; bij de kat is toxoplasmose de grote potentiële boosdoener). Daarom is het geen goed idee om ze in de compost te verwerken.