Compensatiemogelijkheden voor verlaagde pensioenopbouw De aanpassingen van het Witteveenkader in 2014, met wellicht nog verdergaande wijzigingen in 2015, zullen voor veel werknemers een verlaging van de pensioenopbouw inhouden. Pensioenregelingen die niet aan de nieuwe kaders voldoen, zullen moeten worden aangepast. Partijen mogen met elkaar in discussie gaan over hoeveel deze verlaagde pensioenopbouw waard is en op welke wijze deze voor de werknemer wordt gecompenseerd. In deze bijdrage verkennen we een aantal compensatiemogelijkheden, waarbij we tevens aandacht besteden aan het gevaar van ongelijke behandeling.
n■ NIEUWE WETGEVING In de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd is vastgelegd dat de AOW-leeftijd met ingang van 1 januari 2013 stapsgewijs wordt verhoogd naar 67 jaar in 2023. In het regeerakkoord is vervolgens overeengekomen dat genoemde leeftijd al in 2021 dient te worden bereikt. Verder zal per 1 januari 2014 een scale pensioenrichtleeftijd van 67 jaar het uitgangspunt zijn voor (collectieve) werknemerspensioenregelingen. De maximale opbouwpercentages gaan met ingang van 2014 met 0,1%-punt omlaag. Inmiddels is op 27 juni 2013 ook het wetsvoorstel Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen door de Tweede Kamer aangenomen.1 Daarin is opgenomen dat de opbouwpercentages met in-
gang van 2015 nog verder en ingrijpender worden verlaagd. Zo gaat het maximale opbouwpercentage voor de middelloonregeling naar 1,75 en voor de eindloonregeling naar 1,55. Ook de opbouwpercentages voor beschikbarepremieregelingen gaan uiteraard mee omlaag. Daarnaast wordt de hoogte van het maximaal scaal pensioengevend loon begrensd op € 100.000. De Eerste Kamer moet zich wel nog buigen over dit wetsvoorstel, dat in 2015 van kracht zou moeten worden.
n■ DE PENSIOENWERELD IN CIJFERS Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) heeft een substantieel aantal actieve deelnemers in verzekerde regelingen en pensioenfondsen een pensioenregeling waarbij het opbouwpercentage 1,75 of meer bedraagt. In de tabellen 1 en 2 worden enkele kerngegevens getoond. Uit deze twee tabellen kan worden afgeleid dat de meerderheid van de pensioenregelingen op basis van uitkeringsovereenkomsten moet worden aangepast aan de verlaagde opbouw. Hoeveel beschikbarepremieregelingen moeten worden aangepast, is niet
Tabel 1. Opbouwpercentages ouderdomspensioen voor actieve deelnemers aan: opbouwpercentage
Aby Gazan en Corey Dekkers Drs. A.D. Gazan MFP FFP (l) en drs. C. Dekkers MFP FFP zijn beiden werkzaam als pensioenspecialist op de afdeling fiscale en juridische zaken van Pensioennavigator BV; met dank aan mr. drs. P.B. van den Bos CPL, advocaat pensioenrecht bij CMS
32 augustus/september 2013 Pensioen Magazine
deelnemers aantal % uitkeringsovereenkomsten pensioenfondsen (2012) minder dan 1,75% 416.000 7,7% van 1,75% tot 2% 2.058.000 37,9% van 2% t/m 2,25% 2.430.000 44,7% meer dan 2,25% 527.000 9,7% uitkeringsovereenkomsten verzekerde regelingen (2011) minder dan 1,75% 19.000 4,2% van 1,75% tot 2% 249.000 55,2% van 2% t/m 2,25% 182.000 40,2% onbekend 2.000 0,4% Bron: DNB. De cijfers van verzekeraars van 2012 zijn nog niet bekend.
Tabel 2. Jaarlijkse premiestroom van pensioenfondsen (2012) premies premiestroom € 25.600.000.000 middelloon beschikbarepre€ 414.000.000 mieregeling eindloon € 939.000.000 combinatie mid€ 703.000.000 delloon/eindloon
% premie 87,4% 1,4% 3,2% 2,4%
Bron: DNB. De cijfers van de jaarlijkse premiestroom van verzekeraars zijn niet bekend. bekend. Wel heeft DNB gemeld dat in 2011 ongeveer 477.000 werknemers deelnamen in beschikbarepremieregelingen die zijn ondergebracht bij een verzekeraar.
n■ COMPENSATIEPLICHT WERKGEVER De vereiste verlaging van de opbouwpercentages in een pensioenregeling leidt tot een wijziging van de bestaande afspraken over pensioen (de pensioenovereenkomst). Hoofdregel is dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig kan wijzigen. Dit geldt ook voor de pensioenovereenkomst, aangezien deze is aan te merken als onderdeel van de arbeidsovereenkomst. Het uitgangspunt is dan dat een wijziging van de pensioenovereenkomst in tweezijdig overleg, collectief of individueel, tot stand dient te komen. Daarbij zal ook de vraag aan de orde komen of, en zo ja, hoe de werknemer dient te worden gecompenseerd voor de verslechtering van zijn pensioenregeling. Datzelfde zal gelden als de wijziging door een bedrijfstakpensioenfonds wordt doorgevoerd.
Uitgangspunt is dat een wijziging van de pensioenovereenkomst in tweezijdig overleg, collectief of individueel, tot stand dient te komen In bepaalde gevallen kan de pensioenovereenkomst ook van rechtswege worden gewijzigd. Bij de voorgestelde fiscale wijzigingen doet zich dat echter niet voor.2 Een andere mogelijkheid is een eenzijdige wijziging van de pensioenovereenkomst door de werkgever. Bijvoorbeeld wanneer hij een beroep kan doen op een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeids- of (aparte) pensioenovereenkomst, zoals bedoeld in de artikelen 7:613 BW en 19 PW. Dit kan echter alleen als hij hier een zodanig zwaarwichtig belang bij heeft dat dit prevaleert boven het belang van de werknemer; denk aan bedrijfseconomische of organisatorische omstandigheden. Het argument van nieuwe fiscale wetgeving kan in ieder geval niet worden aangevoerd als voldoende
reden voor een eenzijdige wijziging. De fiscale wetgever verplicht de werkgever namelijk niet tot aanpassing van de civielrechtelijke arbeidsvoorwaarden. Bij de eerdere fiscale wetswijziging uit hoofde van de VPL-wetgeving gold verder wel dat niet aanpassen van de pensioenregeling grote fiscale schade zou veroorzaken. Ten aanzien van de huidige wijzigingen wordt echter gesteld dat schade als gevolg van niet aanpassen minder vanzelfsprekend is, aangezien het daardoor ontstane fiscale nadeel in beginsel ook op andere wijze kan worden vermeden.3 Uit jurisprudentie rond de VPL-wetgeving blijkt bovendien dat ook toen al de enkele stellingname van de werkgever dat hij niet hoefde te compenseren omdat de wetswijziging leidde tot fiscale bovenmatigheid in de oude pensioenregeling, niet succesvol was.4
Nieuwe fiscale wetgeving kan niet worden aangevoerd als voldoende reden voor een eenzijdige wijziging Samengevat: als de werkgever op grond van een fiscale wetswijziging de pensioenovereenkomst wenst aan te passen, volstaat die wetswijziging niet als argument voor een beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding. Daarvoor zal veelal nodig zijn dat de werkgever, om de aantasting van de arbeidsvoorwaarde pensioen te compenseren, tevens een passende oplossing, zoals een financiële compensatie, aanbiedt.5 Dit speelt nu nog meer dan bij de VPL-wetgeving al het geval was. Uitgangspunt voor het bepalen van de hoogte van de compensatie zal vermoedelijk wel zijn dat deze kostenneutraal dient te zijn ten opzichte van de oude regeling.6
n■ COMPENSATIEMOGELIJKHEDEN EN DE KANS OP ONGELIJKE BEHANDELING In 2000 is de richtlijn 2000/78/EG ingevoerd. Deze richtlijn heeft geleid tot de in 2004 in werking getreden Wet Gelijke Behandeling op Grond van Leeftijd bij de Arbeid (WGBL). Deze antidiscriminatiewet heeft een halfopen karakter en schrijft derhalve niet limitatief voor wat wel en wat niet mag. Art. 8, lid 3 WGBL bepaalt dat leeftijdsonderscheid wel is toegestaan bij het berekenen van actuariële premies voor pensioenregelingen. Bij het calculeren van premies en koopsommen 1 Kamerstukken II 2012/13, 33 610, nr. 2. 2 Zie ook E. Schop, ‘Wijzigen van arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder pensioen’, Deventer: Kluwer 2007. 3 T. Huijg, ‘Eenzijdige wijziging pensioenregeling door fiscale wetswijziging’, Pensioen Magazine 2013/4. 4 Ktr. Den Haag 11 november 2003, PJ 2005/5 en Hof Den Haag 29 juni 2010, LJN BM9719, r.o. 6. 5 Hof Den Haag 29 juni 2010, PJ 2011/19. 6 Hof Amsterdam 27 juli 2010, LJN BN 9262, r.o. 4.8 en 4.9.
Pensioen Magazine augustus/septmber 2013 33
comp e ns a t ie moge lijkh e de n
w ord t gebru ik gem aakt van actu ariële factoren . Deze bestaan u it: reken ren te, kosten op slagen en overlijd en s- en arbeid son gesch ikth eid skan sen . De leeftijd van een d eeln em er h eeft een su bstan tiële in vloed op d e kosten van p en sioen regelin gen ; voor ou d ere d eeln em ers is m eer p rem ie versch u ld igd d an voor jon gere d eeln em ers. Dit geld t voor zow el u itkerin gsovereen kom sten als besch ikbarep rem ieregelin gen . Het m eren d eel van d e p en sioen regelin gen is even w el on d ergebrach t bij een bed rijfstakp en sioen fon d s, w aar een d oorsn eep rem ie in reken in g w ord t gebrach t. Deze is voor ied ere d eeln em er gelijk, zod at h et actu ariële versch il p er in d ivid u n iet d irect zich tbaar is. Een verzekeraar d aaren tegen bren gt ied ere d eeln em er een in d ivid u ele koop som of p rem ie in reken in g. Als p artijen beslu iten om d e ‘vrijgevallen ’ p rem ies d irect om te zetten in loon , beteken t d it voor regelin gen w aarbij d e p rem ie op in d ivid u eel n iveau w ord t bep aald , d at d e ou d ere w erkn em er m eer loon zou on tvan gen d an zijn jon gere collega. Dit lijkt rech tvaard ig. Im m ers, d e ou d ere d eeln em er h eeft m eer in kom en n od ig om h et verlies van zijn p en sioen aan sp raak te n an cieren . De u itzon d erin g op h et vereiste van gelijke beh an d elin g ex art. 8, lid 3 WGBL is bij n ad ere besch ou w in g ech ter u itslu iten d van toep assin g op d e p en sioen p rem ie en n iet op h et loon . Daard oor lijkt h et n iet zon d er m eer m ogelijk om rech tstreeks d e actu ariële w aard e van h et gem is aan p en sioen te com p en seren . Dat zou n am elijk w el een s als een vorm van on gelijke beh an d elin g op gron d van leeftijd ku n n en w ord en aan gem erkt. 7 Daar valt alleen aan te on tkom en als er een objectieve rech tvaard igin gsgron d voor bestaat. Deze ‘goed e red en ’ is veran kerd in d e w et via d e objectieve rech tvaard igin gstoets ex. art. 7, lid 1, on d erd eel c WGBL. Hierbij d ien t bed ach t te w ord en d at belon in gsversch illen n iet p er d e n itie verd ach t zijn , ook n iet als h et gaat om gelijkw aard ige arbeid . 8 Persoon lijke arbeid scap aciteiten en om stan d igh ed en ku n n en bijvoorbeeld rech tvaard igen d at een w erkgever al bij h et begin van een arbeid sverh ou d in g aan een w erkn em er een an d er – h oger – salaris betaalt d an aan een collega d ie d ezelfd e of vergelijkbare arbeid verrich t. 9 An d ers gezegd : een w ijzigin gsvoorstel kan op zich leid en tot on gelijke beh an d elin g op gron d van leeftijd , m aar toch zijn toegestaan van w ege een terech t beroep op een objectieve rech tvaard igin gsgron d . Wel is vereist d at p artijen vastleggen w aarom d e geh an teerd e vorm van com p en satie objectief gerech tvaard igd zou zijn . Ook m oet w ord en aan getoon d d at p artijen h et leeftijd son d ersch eid zo veel m ogelijk h ebben p roberen te bep erken . Dit kan volgen s h et College voor d e Rech ten van d e Men s (CvRM) d oor aan te ton en d at eerst, zij h et tevergeefs, n aar op lossin gen is gezoch t d ie n iet leid en tot on d ersch eid of d ie m in d er bezw aarlijk zou d en zijn . Fin an cieel-econ om isch e red en en en een zw aarw egen d d ien st- of bed rijfsbelan g op zich zu llen , u itzon d erin gen d aargelaten , h et leeftijd son d ersch eid in d e regel n iet rech tvaard igen . 10
34 augustus/ september 2013 Pensioen Magazine
Een wijzigingsvoorstel dat leidt tot ongelijke behandeling, kan toch zijn toegestaan vanwege een objectieve rechtvaardigingsgrond Compensati e ten ti jde van de VPL-w etgevi ng Bij d e in voerin g van d e VPL-w etgevin g is d oor d e Tw eed e Kam er u itgebreid stilgestaan bij h et gevaar van leeftijd son d ersch eid bij com p en satieregelin gen . 11 Destijd s w erd al op gem erkt d at com p en seren via een w erkgeversbijd rage in een leven sloop regelin g in begin sel zal leid en tot een on even w ich tige tran sform atie. 12 Daarvoor gold en d e rech tsregels d ie h iervoor zijn besch reven . Uit een oord eel van h et CvRM blijkt verd er d at een w erkgeversbijd rage in een leven sloop regelin g d ie is gebaseerd op een leeftijd safh an kelijke bijd rage van h et besch ikbarep rem iestaffelbeslu it, verbod en leeftijd son d ersch eid op levert.13 Daarbij w as van belan g d at een leven sloop regelin g in essen tie geen p en sioen regelin g, m aar een ‘gew on e’ sp aarregelin g is. Om d ie red en is art. 8, lid 3 WGBL n iet van toep assin g en m oet d e regelin g d e objectieve rech tvaard igin gstoetsin g van art. 7, lid 1, on d erd eel c WGBL d oorstaan . In een an d ere zaak gaf h et CvRM aan d at d e com p en satie voor w ijzigin gen van w ege d e VPL-w etgevin g via een gelijke w erkgeversbijd rage voor ied ere d eeln em er in d e leven sloop regelin g n iet in strijd is m et d e WGBL.14 Het versch il m et d e vorige zaak is d at d aarin een staffelvolgen d e en d u s leeftijd safh an kelijke bijd rage w erd toegezegd en bij d eze tw eed e een voor ied ere w erkn em er gelijke w erkgeversbijd rage. En in n og w eer een an d er oord eel verbood h et CvRM on d ersch eid te m aken op gron d van leeftijd d oor h et h an teren van een extra w erkgeversbijd rage voor d e m ed ew erkers van 45 tot en m et 54 jaar in een leven sloop regelin g.15 De w erkgever d ie h et loon van d e w erkn em er w il verh ogen voor h et gem is aan toekom stige p en sioen op bou w, kan d u s w ord en gecon fron teerd m et h et verbod op on gelijke beh an d elin g. Als d e tegem oetkom in g via h et loon w ord t gebaseerd op d e actu ariële w aard e van d e p en sioen sch ad e, on tstaat h et bed oeld e gevaar van leeftijd sd iscrim in atie. De ou d ere d eeln em er krijgt d an n am elijk een h ogere vergoed in g. Verh oogt d e w erkgever h et loon van ied ere d eeln em er m et h etzelfd e p ercen tage, d an lijkt d e d iscu ssie over on gelijke beh an d elin g bij d eze vorm van com p en satie te w ord en voorkom en . Tegelijkertijd d oem t h ier h et p robleem op d at d an ju ist ou d ere d eeln em ers zich ged iscrim in eerd ku n n en voelen d oord at ze in feite m in d er com p en satie krijgen d an n od ig zou zijn . Maar volgen s h et CvRM is d an toch geen sp rake van leeftijd sd iscrim in atie: ‘Aan gezien h et n og te verw ach ten aan tal d ien stjaren voor ou d eren van w ege h u n leeftijd in h et algem een m in d er groot is d an voor jon geren , zu llen d eze laats-
ten in veel gevallen cu m u latief m eer on tvan gen . Het voorgaan d e beteken t ech ter n iet d at ou d ere w erkn em ers h ierd oor een n ad eel lijd en .’16
Als de tegemoetkoming via het loon wordt gebaseerd op de actuariële waarde van de pensioenschade, ontstaat het gevaar van leeftijdsdiscriminatie Soms geen ver boden onder schei d De soep om tren t leeftijd sd iscrim in atie in com p en satie- en overgan gsregelin gen w ord t n iet altijd zo h eet gegeten als ze wordt opgediend. Zo oordeelde Hof Den Bosch dat de door het ABP ingevoerde VPL-pensioenregelin g en d e d aarbij h oren d e overgan gsbep alin gen voor 55-plussers geen verboden onderscheid op grond van leeftijd opleverde.17 Bovendien werd in een onderzoek u it 2005 aan getoon d d at er in n agen oeg alle on derzochte cao’s sprake was van leeftijdsonderscheid.18 Maar werkgevers met of zonder cao en sociale partners d ie d en ken d at d eze ju risp ru d en tie en d it on d erzoek hen een rechtvaardiging geven om leeftijdsonderscheid te maken in verband met de nieuwe scale wetgeving, kunnen bedrogen uitkomen. De uitspraak van Hof Den Bosch is toegesp itst op d e con crete feiten en om stan d igh ed en van h et geval. Boven d ien is h et n og steed s onduidelijk of het leeftijdsonderscheid uit het cao-ond erzoek d e objectieve rech tvaard igin gstoets d oor d e rech ter u itein d elijk zal d oorstaan . Daarbij zou overigen s d e aan bevelin g van toen m alig m in ister De Geu s om d e m otiverin g van d it leeftijd son d ersch eid op te n em en in d e cao’s, w el een s een rol ku n n en sp elen .19 Ten slotte merken we nog op dat de individuele oudere d eeln em er altijd n og kan stellen d at, ju ist w an n eer h et com p en satievoorstel geen on gelijke beh an d elin g op levert, d it in p rin cip e tot gevolg h eeft d at d e com p en satie in zijn geval n iet vold oen d e is om h et gem is aan p en sioen op bou w te com p en seren , m et als con sequentie dat het voorstel per saldo toch een te vergaand e aan tastin g van zijn arbeid svoorw aard en op levert.
n■ ANDERE MOGELIJKE VORMEN VAN COMPENSATIE Zoals gezegd zal d e w erkgever d ie een beroep d oet op een een zijd ig w ijzigin gsbed in g, w ellich t een vorm van com p en satie m oeten aan bied en . En h oew el sociale p artn ers of p en sioen fon d sen zo’n een zijd ig w ijzigin gsbed in g veelal n iet n od ig h ebben om w ijzigin gen d oor te voeren , zu llen ook bij d ergelijke on d erh an d elin gen d e m ogelijkh ed en w ord en bezien om h et gem is aan toekom stige p en sioen op bou w te com p en seren . On s in zien s kan een d ergelijke com p en satie h et beste p laatsvin d en bin n en d e bestaan d e p en sioen regelin g. Hiern a w ord en en kele m ogelijkh ed en besp roken . Com p en satie bin n en een p en sioen regelin g vin d t
p laats op actu ariële gron d slagen , even als d e vrijval. Mogelijk zu llen op gron d van art. 8, lid 3 WGBL bij d ergelijke vorm en van com p en satie d iscrim in atievraagstu kken m in d er sn el een rol sp elen . Teven s w ord t d aarm ee zo m in m ogelijk afbreu k ged aan aan d e overeen gekom en arbeid svoorw aard e p en sioen . De deel nemer sbi jdr age ver l agen Als d e d eeln em ers een bijd rage betalen aan d e p en sioenregeling, kan de werkgever besluiten het gemis aan toekom stige p en sioen op bou w te vertalen in een extra verlagin g van d e eigen bijd rage van d e w erkn em ers. De w erkgeversbijd rage w ord t d aarm ee d an n aven an t groter. Door d e verlagin g van d e eigen bijd rage h ou d t d e w erkn em er n etto m eer over. Dit is con form d e lijn d ie DNB voorstaat, n u ze graag ziet d at d e versoberin g van d e p en sioen op bou w gep aard gaat m et een toen ame van het besteedbaar inkomen.20 De werknemersbijd rage w ord t op h et bru toloon in geh ou d en . Om on gelijke beh an d elin g te voorkom en , m oet d e bijd rage in beginsel voor iedereen met hetzelfde salaris gelijk zijn. Ze kan daarom het beste worden uitgedrukt in een percen tage van d e p en sioen gron d slag. Voorbeeld Peter is 52 ja a r en h eeft een m id d elloon regelin g m et een op bou wp ercen ta ge va n 2,25. Vooru itlop en d op 2015 ga a t in 2014 h et op bou wp ercen ta ge n a a r 1,75. Zijn p en sioen gron d sla g bed ra a gt € 50.000. De a a n sp ra a k ga a t d u s va n € 1125 n a a r € 875. De tota le p en sioen p rem ie voor Peter in 2013 bed ra a gt € 11.000 (22% ). Zijn eigen bijd ra ge bed ra a gt d e h elft d a a rva n , d u s 11% . Na verla gin g va n d e p en sioen a a n sp ra a k kom t d e tota le p rem ie op € 8555 (17,11% ). De bijd ra ge va n Peter word t d a n 8,55% . De werkgever beslu it d eze eigen bijd ra ge extra te verla gen m et 5% om h et gem is a a n p en sioen te com p en seren . De bijd ra ge va n Peter kom t d a a rm ee op 3,55% . Bij d eze vorm van com p en satie stijgt h et n etto-in kom en van Peter en d it zal w aarsch ijn lijk n iet leid en tot 7 HR 21 oktober 2005, LJN AT8244. 8 Zie ook Rap p ort van Stich tin g van d e Arbeid , ‘Je verd ien d e loon !’, 2009/ 1. 9 Rb. Haarlem 3 febru ari 2010, LJN BL3536 10 M. Heem skerk, ‘Leeftijd son d ersch eid bij p en sioen , De gevaren van overgan gsrech t en d e solid ariteit tu ssen gen eraties’, VU Exp ertisecen tru m p en sioen rech t 2005. 11 Kam erstu kken II 2004/ 05, 29 760, n r. 57. 12 Zie ook C.A.H. Lu ijken , ‘Beoogd e p en sioen versoberin g leid t tot gron d ige aan p assin g scale beh an d elin g VUT/ (p re)p en sioen ’, Tijd sch rift voor Fiscaal On d ern em in gsrech t 2005/ 134. 13 CGB, oord eel 2006-62. 14 CGB, oord eel 2006-187. 15 CGB, oord eel 2007-94. 16 CGB, oord eel 2007-16. 17 Hof Den Bosch 29 sep tem ber 2009, LJN BJ9736. 18 E.C. Ju n ger-Van Hoorn & J.J.H. Sch ram a, ‘On d ersch eid n aar leeftijd in CAO’s’, SZW, ju li 2005. 19 Kam erstu kken II 2004/ 05, 28 170, n r. 40, p . 3-4. 20 DNB, ‘Bep erkin g Witteveen kad er kan econ om ie op p ep p er geven ’, DNBu lletin 14 m ei 2013.
Pensioen Magazine augustus/ septmber 2013 35
comp e ns a t ie moge lijkh e de n
on gelijke beh an d elin g. Wellich t w erp t Peter tegen d at d e verlagin g van d e eigen bed rage voor h em n iet toereiken d is. Zou d e w erkgever d aarop beslu iten om d e actu ariële w aard e van Peters p en sioen te vergoed en , d an loop t h ij aan tegen d e WGBL. De AOW-fr a n ch ise ver la gen Een an d ere com p en satiem ogelijkh eid is h et verlagen van d e AOW-fran ch ise. Uiteraard is d it alleen m ogelijk als d e geh an teerd e fran ch ise h oger is d an d e m in im ale Witteveen -fran ch ise, oftew el d e en kelvou d ige AOW-fran ch ise voor sam en w on en d en (2013: € 13.227). Tabel 3 geeft een overzich t van d e geh an teerd e fran ch ises. Daaru it blijkt d at bij m eer d an d e h elft van d e actieve d eeln em ers d eze en kelvou d ige AOW-fran ch ise voor sam en w on en d en w ord t geh an teerd . Bij d e an d eren kan d e AOW-fran ch ise d u s n og om laag. En d aarm ee kan d e verlagin g van d e p en sioen op bou w w ord en gecom p en seerd . Dat kan d an n og w el gep aard gaan m et een h ogere eigen bijd rage. In d exer en va n p en sioen a a n sp r a k en De afgelop en jaren h ebben veel p en sioen fon d sen n iet ku n n en in d exeren . Dat ze d at d e kom en d e jaren w el zu llen gaan d oen , ligt ook bep aald n iet in d e lijn d er verw ach tin gen . De lage ren te en d e alm aar stijgen d e leven sverw ach tin g m aken d at im m ers sch ier on m ogelijk. Volgen s h et Cen traal Bu reau voor d e Statistiek (CBS) zijn d e belan grijkste red en en voor d e h ogere leven sverw ach tin g d e toegen om en m ed isch e m ogelijkh ed en en d e betere gezon d h eid szorg. 21 Een garan tie op een geïn d exeerd p en sioen is d aarom n iet m eer h ou d baar. Het zou d an ook een p assen d e com p en satieop lossin g kunnen zijn om de vrijgekomen middelen aan te wenden voor verbetering van het ambitieniveau van de ind exatie. Daarbij p ast d e kan tteken in g d at d eze m eth od e m eer gesch ikt is bij verzekerd e regelin gen , m ed e om d at fon d sen in 2015 overstap p en op h et reële p en sioencontract. De verlaging van de premie kan jaarlijks w ord en gebru ikt voor h et in d exeren van reed s op gebou w d e rech ten van actieve d eeln em ers. De vorm d ie daar het meest recht aan doet, is een onvoorwaardelijke in d exatie. Deze h eeft even w el als n ad eel d at fon d sen d irect een h ogere reserve m oeten aan h ou d en en
Tabel 3. Gehanteerde AOW-franchis es AOW-franchise pensioenfondsen (2012) enkelvoudige AOW voor samenwonenden vast geïndexeerd bedrag anders verzekeraars (2011) enkelvoudige AOW voor samenwonenden vast geïndexeerd bedrag anders
deelnemers aantal
%
3.175.000
55%
1.749.000 874.500
30% 15%
356.000
41%
304.000 208.000
35% 24%
Bron : DNB
36 augustus/ september 2013 Pensioen Magazine
dat toekomstige indexaties afge nancierd moeten zijn. Bij w aard eoverd rach t zal d e reserve in clu sief d e in d exatieverp lich tin g m oeten w ord en overged ragen . Gaan veel w erkn em ers u it d ien st, d an d aalt d e d ekkin gsgraad h ard er, w aard oor d e aan sp raken van d e ach tergebleven d eeln em ers in gevaar kom en .
Het kan passend zijn om de vrijgekomen middelen aan te wenden voor verbetering van het ambitieniveau van de indexatie Een groot voord eel bij d eze vorm van com p en satie is d at d e jaarlijkse vrijval van d e actu ariële w aard e van d e verm in d erd e p en sioen op bou w kan w ord en gebru ikt als koop som voor (extra) in d exatie. Een n ad eel is d at er jaarlijks een bereken in g m oet w ord en gem aakt van d e actu ariële vrijval, d ie n aar alle w aarsch ijn lijkh eid zeer bew erkelijk is. Een tw eed e n ad eel is d at er w ord t geïn d exeerd over d e op gebou w d e aan sp raken . Deeln em ers d ie bijvoorbeeld geen w aard eoverd rach t h ebben laten u itvoeren , lop en d an d e in d exatie m is. In tabel 4 geven w e een voorbeeld van h oe d e actu ariële vrijval kan w ord en om gezet in in d exatie. Door d e verlagin g van d e p en sioen op bou w kom t een actu ariële koop som besch ikbaar van € 13.525 – € 10.519 = € 3006. Wij vin d en d at d it h et u itgan gsp u n t zou ku n n en zijn voor d e h oogte van d e com p en satie. Daarm ee kan voor ied ere d eeln em er een in d exatie van 2,17% w ord en ge n an cierd . Uit d e tabel blijkt d at m et n am e d e d eeln em ers m et h oger op gebou w d e aan sp raken , bijvoorbeeld d oor w aard eoverd rach t of een lan gere d ien sttijd bij d e w erkgever, h iervan p ro teren . Dit zu llen m eestal d e ou d ere d eeln em ers zijn . Toch lijkt on s d eze vorm van com p en satie geen verbod en on d ersch eid op te leveren . De h oogte van d e in d exatie is im m ers gekop p eld aan op gebou w d e rech ten en n iet aan leeftijd . Pa r tn er p en sioen op r isicoba sis (ged eeltelijk ) om zetten in p a r tn er p en sioen op op bou w ba sis Een belan grijk aan d ach tsp u n t is ook n og d e n abestaan d en d ekkin g in p en sioen regelin gen . Net als bij h et ou d erd om sp en sioen w ord en d e op bou w p ercen tages voor h et p artn erp en sioen verlaagd . Veel p en sioen regelin gen ken n en een p artn erp en sioen op risicobasis. Een com p en satiem ogelijkh eid is om d e actu ariële w aard e van d e vrijval van h et ou d erd om sp en sioen te gebru iken om h et p artn erp en sioen op risicobasis om te zetten in een p artn erp en sioen op op bou w basis. Op d eze w ijze blijft d e totale actu ariele w aard e besch ikbaar voor p en sioen . Op d e p en sioen d atu m is h et d an m ogelijk om d e w aard e van h et p artn erp en sioen u it te ru ilen voor een h oger ou d erd om sp en sioen . Dit kan h et verlies aan ou d er-
Tabel 4. Voorbeeld omzetten actuariële vrijval in indexatie geboortedatum
1-1-1958 1-1-1968 1-1-1978 1-1-1989
M/ V
M V M V
salaris
€ 50.000 € 50.000 € 30.000 € 30.000
opgebouwd OP eind 2014 € 7.000 € 5.000 € 3.500 € 1.500
opbouw
brutokoopsom
2013
2015
2,25%
1,75%
2,25%
1,75%
€ 525 € 525 € 175 € 175 € 1.400
€ 6.382 € 5.081 € 1.156 € 906 € 13.525
€ 4.963 € 3.952 € 899 € 705 € 10.519
€ 675 € 675 € 225 € 225 € 1.800
domspensi oen door de ni euw e w etgevi ng eni gszi ns compenseren.
opgebouwd OP eind 2015 € 7.525 € 5.525 € 3.675 € 1.675
n■ CONCLUSIE
van 2015 te betrekken. A nders l open parti jen het ri si co om i n korte ti jd meerdere keren compl exe onderhandel i ngen te moeten voeren. Ti jdens het besl ui tvormi ngsproces over de compensati emogel i jkheden di enen parti jen al ert te zi jn op de di verse ri si co’s, zoal s ten aanzi en van ongel i jke behandel i ng of van i ndi vi duel e benadel i ng van ouderen. Ui tgangspunt voor de hoogte van de compensati e i s dat deze kostenneutraal di ent te zi jn. A l s de premi e w ordt omgezet i n l oon, kan di t het beste i n een voor i edere w erknemer gel i jk percentage van het brutol oon. Wel behoudt de i ndi vi duel e w erknemer het recht om een betere compensati eopl ossi ng te ei sen al s een en ander voor hem ongunsti g ui tpakt. Het l aatste w oord daarover i s aan de rechter. M et name compenseren bi nnen de pensi oenregel i ng kan een passende opl ossi ng zi jn. We hebben l aten zi en dat daarvoor nog steeds een aantal mogel i jkheden bestaat. A l s verbeteri ng van het pensi oen ni et mogel i jk i s, l i jkt het verl agen van de ei gen bi jdrage van de w erknemer een goed al ternati ef. Dat l aatste zou aansl ui ten bi j het voorstel van DNB om de versoberi ng van ons pensi oenstel sel aan te w enden voor een verbeteri ng van het besteedbaar i nkomen.
De jongste w etsw i jzi gi ngen hebben substanti ël e gevol gen voor de pensi oenopbouw. Het i s aan te bevel en om bi j het doorvoeren van de w etsw i jzi gi ng per 2014 daari n tevens de (eventuel e) ni euw e w etgevi ng
21 CBS, ‘Sti jgende l evensverw achti ng en veranderde l eefsti jl ’, 30 mei 2012.
Sp litsen p en sioen r egelin g in een br u to-n ettova r ia n t Ook zou nog kunnen w orden gecompenseerd door gebrui k te maken van de zeer bew erkel i jke excedentpensi oenregel i ng van de soci al e partners en de regel i ng boven de 1,85% te spl i tsen. A l s parti jen van deze tw ee mogel i jkheden gebrui k zouden maken, ontstaat er een dri ekoppi g pensi oenmonster dat scaal verschi l l end w ordt behandel d: één w aarbi j de omkeerregel van toepassi ng i s, één met een nettogedeel te w aarbi j geen vermogensrendementshef ng hoeft te w orden betaal d en één met een nettogedeel te w aarbi j w el vermogensrendementshef ng di ent te w orden betaal d. Wi j verw achten ni et dat veel w erkgevers gebrui k gaan maken van deze compl exe en w aarschi jnl i jk kostbare nettovari anten. Daarom gaan w e er hi er ni et verder op i n. Bovendi en gaan A nouk Bol l en en El i anne Janssen el ders i n di t nummer ui tvoeri g i n op de voor- en nadel en van di t voorstel van de soci al e partners.
indexatie per 1-1-2016 € 163 € 120 € 80 € 36
Pensioen Magazine augustus/ septmber 2013 37