COMMERCIEEL MEDEWERKER BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN EINDTERMEN VANAF 2002/2003
DATUM VAN INDIENING: 01.06.1999 1e WIJZIGING: 01.06.2001 INDIENER: POSTADRES: PLAATS:
Kenniscentrum ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
CONTACTPERSOON: TELEFOONNUMMER: FAXNUMMER:
Drs. L.M.J. Römkens 033 4504646 033 4504666
REGISTRATIECODE:
10761
© ECABO, Amersfoort Amersfoort, 1 juni 2001 Uitgave december 2001 e-BV03.4.2001.02 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
blz.
Rubriek I: Algemeen
1
1. 2A. 2B. 2C. 3. 4. 5. 6A. 6B. 7. 8. 9A. 9B. 9C.
1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 4 4 5
Naam kwalificatie Niveau kwalificatie Onderbouwing niveau-aanduiding Advies t.a.v. leerwegen Relatie met oude kwalificatiestructuren Leerlingwezen en MBO Plaats in kwalificatiestructuur ECABO Overheidsbekostiging Advies t.a.v. omvang beroepspraktijkvorming Vrije ruimte Wettelijke beroepsvereisten Onderliggende beroepsprofielen Deelkwalificaties met studiebelastingsuren, externe legitimering Studiebelastingsuren gehele kwalificatie Deelkwalificaties benodigd voor diplomering
Rubriek II: Aandachtspunten (conform WEB/Format)
6
1. 2. 3A. 3B. 4A. 4B. 5.
6 6 6 6 7 7 7
Maatschappelijk culturele kwalificering Doorstroomkwalificering Wijze bevordering aansluiting HBO Raadpleging HBO Wijze bevordering aansluiting VBO/MAVO Raadpleging VBO/MAVO Verwerking oordeel andere betrokkenen
Rubriek III: Advies Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt
8
1A. 1B. 1C.
8 8 8
Datum en nummer advies ACOA Samenvatting ACOA-advies Verwerking ACOA-advies
Rubriek IV: Implementatie
9
1.
Implementatievoorstel
9
Rubriek V: Ondertekening
10
1A. 1B.
10 10
Naam voorzitter LOB Handtekening voorzitter LOB
Inhoud
blz.
Rubriek VI: Eindtermen
11
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 4 Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3 Eindtermen deelkwalificatie ICT - gebruik 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1 Eindtermen deelkwalificatie Inleiding bank- en verzekeringswezen 4 Eindtermen deelkwalificatie Betalingsverkeer 4 Eindtermen deelkwalificatie Woningfinanciering 4 Eindtermen deelkwalificatie Sparen en beleggen 4 Eindtermen deelkwalificatie Consumptieve kredieten 4 Eindtermen deelkwalificatie Particuliere verzekeringen 4 Eindtermen deelkwalificatie Balans, verlies- en winstrekening 4 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke kredieten 4 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsverzekeringen en commerciële bedrijfsvoering 4 Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 3 Eindtermen deelkwalificatie Marketingplanning 4 Eindtermen deelkwalificatie Algemeen juridische beroepsvorming 4 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2 Eindtermen deelkwalificatie Telebusiness 3 Eindtermen deelkwalificatie E-business 3 Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO Economie & Maatschappij 4 Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
11 12 13 13 13 14 15 15 16 16 17 18 18 19 20 20 21 21 21 22 22 23 25
Bijlage 1: Overzicht beroepskwalificaties ECABO Bijlage 2: Typering deelkwalificaties Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen Bijlage 3: ECDL (Europees Computer Rijbewijs, Syllabus versie 3.0)
RUBRIEK I: ALGEMEEN 1.
Naam van de kwalificatie
ART. 7.2.4./1 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
2A.
Niveau van de kwalificatie
ART. 7.2.2./3 Het betreft een kwalificatie op niveau 4 (middenkaderfunctionaris).
2B.
Korte onderbouwing niveau-aanduiding
ART. 7.2.2./3 De Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen is werkzaam bij een bank, bij een verzekeraar of bij een assurantiebemiddelingskantoor. De medewerker treedt zelfstandig op bij het adviseren over en het verkopen van producten van het bank- of verzekeringsbedrijf. De medewerker bedient met name particuliere cliënten en in voorkomende gevallen het midden- en kleinbedrijf. Het takenpakket vereist dat er regelmatig procedures gecombineerd of bedacht worden. De medewerker onderhoudt zowel in- als externe contacten, die direct invloed hebben op de werkzaamheden van collega's. Er is nauwelijks sprake van hiërarchische verantwoordelijkheid, maar het afbreukrisico van het werk is groot omdat de medewerker verantwoordelijk is voor een juiste advisering van cliënten. Het takenpakket is deels bankrespectievelijk verzekeringsbranchespecifiek. Daarnaast komt de medewerker in aanraking met algemene zaken zoals marketingplanning, commerciële activiteiten en met communicatie in moderne vreemde talen. De medewerker dient derhalve ook te beschikken over veel brancheoverstijgende commerciële kennis, inzichten en vaardigheden waarvan de transferwaarde groot is.
2C.
Advies t.a.v. leerwegen
ART. 7.2.4./3 Zowel de beroepsbegeleidende als de beroepsopleidende leerweg wordt geadviseerd.
3.
Aanduiding van welke opleiding/kwalificatie de kwalificatie een voortzetting vormt
ART. 12.3.16./2 Commercieel medewerker banken (registratienummer 10037) Commercieel medewerker verzekeringen (registratienummer 10038)
1
4.
Plaats van de kwalificatie in de kwalificatiestructuur van het LOB
ART. 7.2.4./1 Zie bijlage 1
5.
Overheidsbekostiging
ART. 1.5.2./2 Wij adviseren de opleiding behorende bij deze kwalificatie voor overheidsbekostiging in aanmerking te laten komen.
6A.
Advies over de omvang van de beroepspraktijkvorming van de kwalificatie in percentages van het totale aantal studiebelastingsuren
FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 60% Voor de beroepsopleidende leerweg: 20%
6B.
De vrije ruimte in percentages van de bruto studiebelasting
ART. 7.4.8.1A FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 15% Voor de beroepsopleidende leerweg: 20%
7.
Wettelijke beroepsvereisten (waaronder richtlijnen Europese Unie)
ART. 7.2.6. Geen
2
8.
Gelegitimeerd(e) beroepsprofiel(en) of vergelijkbare informatiebron(nen)
ART.7.1.3. FORMAT Het in 1995 geactualiseerde interbancaire MBO beroepsprofiel en het in 1996 door het Verbond van Verzekeraars, de Nederlandse Bond van Assurantiebemiddelaars (NBvA) en de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Assurantiën en Assurantieadviseurs (NVA) opgestelde beroepsprofiel.
3
9A.
Benaming deelkwalificaties met het geadviseerde aantal studiebelastingsuren per deelkwalificatie en de deelkwalificaties die bij examinering extern gelegitimeerd moeten worden.
ART. 7.2.4./1 Benaming deelkwalificaties
Code
Cate-
Aantal sbu’s
Externe
gorie
legitimering
*
bbl
bol
Bedrijfsoriëntatie 4*
50114
A
320
300
nee
MCK 3
50113
A
110
100
nee
ICT-gebruik 3
53261
A
320
300
nee
Zakelijke communicatie 3
50111
A
305
290
nee
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1
50110
A
305
290
nee
Inleiding bank- en verzekeringswezen 4
50168
A
350
330
ja
Betalingsverkeer 4
50167
A
235
220
ja
Woningfinanciering 4
50166
A
235
220
ja
Sparen en beleggen 4
50165
A
235
220
ja
Consumptieve kredieten 4
50164
A
235
220
ja
Particuliere verzekeringen 4
50163
A
465
440
ja
Balans, verlies- en winstrekening 4
50162
A
120
110
ja
Zakelijke kredieten 4
50161
A
235
220
ja
Bedrijfsverzekeringen en commerciële bedrijfsvoering 4
50169
A
540
510
ja
Commerciële beroepsvorming 3
50160
A
320
300
ja
Marketingplanning 4
50147
A
425
400
nee
Algemeen juridische beroepsvorming 4
50109
A
270
250
nee
Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2
50103
B
210
200
nee
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2
50102
B
305
290
nee
Telebusiness 3
52879
B
425
400
nee
E-business 3
55033
B
130
120
nee
Doorstroom HBO E&M 4
50097
B
425
400
nee
Internationale beroepsoriëntatie 3
52706
C
320
300
nee
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan.
9B.
Aantal studiebelastingsuren van de kwalificatie
ART. 7.2.4./5 6400 sbu's (eventueel restant sbu's kan worden benut voor een deelkwalificatie naar keuze)
4
9C.
Benaming deelkwalificaties benodigd voor diplomering
ART. 7.4.3./2 Verplicht Bedrijfsoriëntatie 4* MCK 3 Geautomatiseerde ICT-gebruik 3 Zakelijke communicatie 3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1 Inleiding bank- en verzekeringswezen 4 Betalingsverkeer 4 Woningfinanciering 4 Sparen en beleggen 4 Consumptieve kredieten 4 Particuliere verzekeringen 4 Balans, verlies- en winstrekening 4 Zakelijke kredieten 4 Bedrijfsverzekeringen en commerciële bedrijfsvoering 4 Commerciële beroepsvorming 3 Marketingplanning 4 Algemeen juridische beroepsvorming 4 Verplichte keuze (1 van onderstaande deelkwalificaties) Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2** Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2** Telebusiness 3 E-business 3 Doorstroom HBO E&M 4
Vrije keuze Internationale beroepsoriëntatie 3
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. Het niveau van de te kiezen deelkwalificatie is afhankelijk van de voorkennis van de kandidaat.
5
RUBRIEK II: AANDACHTSPUNTEN (CONFORM WEB/FORMAT) 1.
Maatschappelijk culturele kwalificering
ART. 7.1.3. De maatschappelijk culturele kwalificering is waar nodig geïntegreerd in de algemene en beroepsgerichte deelkwalificaties. Overige relevante eindtermen op dit gebied zijn opgenomen in de maatschappelijk culturele deelkwalificatie (MCK).
2.
Doorstroomkwalificering
ART. 7.1.3. In principe is doorstroming mogelijk naar de andere kwalificaties op niveau 4. Voor gelijkluidende deelkwalificaties op hetzelfde niveau kan vrijstelling worden verkregen.
3A.
Wijze waarop aansluiting HBO bevorderd wordt
ART. 7.2.4./2 Ter bevordering van de aansluiting met het HBO is een aparte deelkwalificatie ontwikkeld, gebaseerd op de eindtermen van de commissie "Doorstroming MBO-HBO".
3B.
Raadpleging vertegenwoordigers HBO
ART. 7.2.4./2 Zie 3A
6
4A.
Wijze waarop aansluiting op VBO/MAVO bevorderd wordt
ART. 7.2.4./2 De aansluiting met VBO/MAVO is bevorderd door structurele afstemming in het kader van: . Praktijkbegeleidingscommissie (PBC) . Veldadviesgroep (VAG) . Landelijke Examen Commissie (LEC) . Referentiegroep Economie, Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) . Samenwerkingsprojecten 4e leerweg
4B.
Raadpleging vertegenwoordigers VBO/MAVO
ART. 7.2.4./2 Zie 4A
5.
Wijze waarop oordeel van eventuele andere betrokken instanties, waaronder eventuele andere betrokken COB's/ LOB's, is verwerkt
ART. 7.2.4./2 De adviezen van de Nederlandse Bond van Assurantiebemiddelaars (NBvA), van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Assurantiën en Assurantieadviseurs (NVA), van het Verbond van Verzekeraars en van de Werkgeversvereniging voor het Bankbedrijf zijn in de eindtermen verwerkt.
7
RUBRIEK III: ADVIES ADVIESCOMMISSIE ONDERWIJS-ARBEIDSMARKT 1A.
Datum en nummer advies ACOA
ART. 7.2.4./2 8 mei 2001, referentie RvM/HR
1B.
Korte samenvatting ACOA-advies
ART. 7.2.4./2 Fase 1 Niet van toepassing Fase 2 De adviescommissie reageert positief ten aanzien van het toevoegen van de deelkwalificatie E-business 3 en het vervangen van de deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - gebruik 3 door de deelkwalificatie ICT - gebruik 3.
1C.
Wijze van verwerking van ACOA-advies
ART. 7.2.4./2 Niet van toepassing
8
RUBRIEK IV: IMPLEMENTATIE 1.
Implementatievoorstel
FACULTATIEF
9
RUBRIEK V: ONDERTEKENING 1A.
Naam voorzitter LOB
ART. 7.2.4./1 H. Hofstee
1B.
Handtekening voorzitter LOB
ART. 7.2.4./1
10
RUBRIEK VI: EINDTERMEN 50114
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.
De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profitorganisatie en not-for-profit organisatie omschrijven. De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten en de concurrentiepositie van enkele organisaties. De kandidaat kan een beschrijving geven van het beleid van een organisatie inzake productontwikkeling, financiering en expansie. De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven. De kandidaat kan de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven. De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven. De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven. De kandidaat kan de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch). De kandidaat kan organisatieschema's hanteren. De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren. De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven. De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk). De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. De kandidaat kan de belangrijkste moderne managementtechnieken omschrijven. De kandidaat kan verklaren welke managementtechniek in een bepaalde situatie het meest adequaat is. De kandidaat kan de belangrijkste managementstijlen omschrijven. De kandidaat kan verklaren welke managementstijl in een gegeven situatie de meest adequate is. De kandidaat kan de voortgang van een activiteit/project/proces bewaken. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-beleid en arbo-zorg in een organisatie omschrijven. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een organisatie omschrijven. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen. De kandidaat kan arbo-knelpunten in een organisatie oplossen. De kandidaat kan de relatie tussen de zorg voor kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden in een organisatie omschrijven.
11
50113
Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
De kandidaat kan zijn mening verwoorden over maatschappelijke vraagstukken waarmee hij als burger en werknemer in aanraking komt. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat maatschappelijke en culturele omstandigheden invloed hebben op de opvattingen en het gedrag van personen. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat de media een rol vervullen bij de overdracht van waarden, normen en opvattingen. De kandidaat kan verklaren welke waarden en normen een rol kunnen spelen in intermenselijke relaties. De kandidaat kan aangeven hoe binnen primaire leefverbanden rolpatronen en machtsverhoudingen een rol kunnen spelen. De kandidaat kan voorbeelden geven van culturele verschillen en overeenkomsten tussen en binnen (allochtone en autochtone) groepen in onze samenleving. De kandidaat kan vooroordelen en stereotypen aangeven die bestaan in de beeldvorming van verschillende (allochtone en autochtone) groepen t.o.v. elkaar. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van parlementaire democratie omschrijven. De kandidaat kan de werking van de Nederlandse parlementaire democratie uitleggen. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat omschrijven. De kandidaat kan de werking van het Nederlandse rechtssysteem uitleggen. De kandidaat kan voorbeelden geven van grondrechten en (vormen van) rechtsbescherming. De kandidaat kan de hoofdlijnen van de rechterlijke organisatie omschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon omschrijven. De kandidaat kan de elementaire begrippen van het goederen- en verbintenissenrecht omschrijven. De kandidaat kan het begrip verzorgingsstaat beschrijven. De kandidaat kan de doelstellingen van de belangrijkste sociale verzekeringswetten noemen. De kandidaat kan het begrip (beroeps)ethiek beschrijven. De kandidaat kan de uitgangspunten van de belangrijkste levensbeschouwelijke en politiekideologische stromingen in ons land beschrijven. De kandidaat kan voorbeelden geven van individualisering van de Nederlandse samenleving. De kandidaat kan aangeven op welke wijze zich de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving manifesteert. De kandidaat kan aangeven welke invloed de vergrijzing van de samenleving heeft op de verschillende maatschappelijke gebieden. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de internationalisering van de Nederlandse samenleving zich manifesteert. De kandidaat kan aangeven wat verstaan wordt onder globalisering van de cultuur. De kandidaat kan de gevolgen aangeven van de technologisering van de samenleving voor de hoeveelheid beschikbaar werk, de aard van het werk en de verdeling ervan. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid, en arbeidsparticipatie aangeven. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sociale zekerheid aangeven.
12
53261
Eindtermen deelkwalificatie ICT - gebruik 3
ART. 7.1.3. Voor de eindtermen wordt verwezen naar de eindtermen van het volledige ECDL-diploma. Afronding van de deelkwalificatie ICT - gebruik 3 kan leiden tot verstrekking van het diploma ECDL mits het examen is afgenomen conform de door stichting ECDL gestelde voorwaarden.
50111
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie inwinnen. De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken voeren. De kandidaat kan binnengekomen klachten afhandelen. De kandidaat kan receptionele taken uitvoeren. De kandidaat kan tweegesprekken van uiteenlopende aard voeren. De kandidaat kan omgaan met conflicten. De kandidaat kan eenvoudige onderhandelingen voeren. De kandidaat kan deelnemen aan werkoverleg en vergaderingen. De kandidaat kan een presentatie houden met gebruikmaking van moderne hulpmiddelen. De kandidaat kan informatie vastleggen. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren. De kandidaat kan informatieve teksten samenvatten. De kandidaat kan schriftelijk rapporteren.
50110
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voeren. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie in de moderne vreemde taal met hen voeren. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Nederlands.
13
50168
Eindtermen deelkwalificatie Inleiding bank- en verzekeringswezen 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
De kandidaat kan de historische ontwikkeling van geld beschrijven. De kandidaat kan het wezen en de functies van geld beschrijven. De kandidaat kan aangeven waardoor de maatschappelijke geldhoeveelheid kan veranderen. De kandidaat kan aan de hand van de verkeersvergelijking van Irving Fisher het verband tussen geld en goederen in een economie aangeven. De kandidaat kan bij benadering de omvang van de belangrijkste financiële grootheden aangeven. De kandidaat kan de financiële markten beschrijven. De kandidaat kan de taak van De Nederlandsche Bank beschrijven. De kandidaat kan in grote lijnen de geldmarktpolitiek van De Nederlandsche Bank aangeven. De kandidaat kan de taken van de belangrijkste internationale financiële instituties beschrijven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van het bankwezen beschrijven. De kandidaat kan de kernfuncties van het bankbedrijf beschrijven. De kandidaat kan de kenmerken van de verschillende cliëntgroepen van banken beschrijven. De kandidaat kan de samenhang tussen de begrippen rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit aangeven. De kandidaat kan in hoofdlijnen de organisatiestructuur van de verschillende soorten banken beschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen in het bankwezen aangeven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van het verzekeringswezen beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste verschillen tussen particuliere verzekeringen en sociale verzekeringen beschrijven. De kandidaat kan in hoofdlijnen de organisatiestructuur van het verzekeringsbedrijf beschrijven. De kandidaat kan de verschillen tussen de diverse verkoopkanalen voor verzekeringen toelichten. De kandidaat kan beschrijven hoe het toezicht op het particuliere verzekeringsbedrijf geregeld is. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen in het verzekeringswezen aangeven.
14
Eindtermen deelkwalificatie Betalingsverkeer 4
50167 ART. 7.1.3. 1. 2.
De kandidaat kan de werking van de huidige betalingscircuits in Nederland beschrijven. De kandidaat kan beschrijven hoe het grensoverschrijdende betalingsverkeer in Nederland geregeld is. De kandidaat kan de cliënt informatie verschaffen over de voorwaarden en gebruiksmogelijkheden van particuliere en zakelijke betaalrekeningen. De kandidaat kan de cliënt adviseren bij de keuze van een passende betaalrekening. De kandidaat kan cliëntgegevens verzamelen en registreren ten behoeve van het openen van een betaalrekening. De kandidaat kan mogelijkheden benutten tot verkoop van bancaire producten en diensten die in het verlengde liggen van de betaalrekening. De kandidaat kan actie ondernemen bij een ongeoorloofd debet-saldo. De kandidaat kan de reden van het opheffen van een betaalrekening via de cliënt achterhalen en adequaat reageren op de verkregen informatie. De kandidaat kan betalingsopdrachten administratief (laten) verwerken. De kandidaat kan mutaties verrichten in cliëntenbestanden. De kandidaat kan klachten over de uitvoering van het betalingsverkeer afhandelen. De kandidaat kan informatie verschaffen over vormen van bewaargeving. De kandidaat kan de bewaargeving verzorgen. De kandidaat kan kasopnames en stortingen van zowel binnenlandse als vreemde valuta verzorgen. De kandidaat kan actie ondernemen bij constatering of vermoeden van ongebruikelijke transacties. De kandidaat kan de cliënt doorverwijzen naar interne adviseurs in geval van niet-standaardvragen.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
50166
Eindtermen deelkwalificatie Woningfinanciering 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
De kandidaat kan de cliënt informatie verschaffen over de verschillende hypothecaire kredietproducten. De kandidaat kan de cliënt de financiële, fiscale en juridische consequenties van het afsluiten van een hypothecair krediet uitleggen. De kandidaat kan de (administratieve) afwikkeling van een adviesgesprek verzorgen. De kandidaat kan cliëntgegevens verzamelen en registreren ten behoeve van de beoordeling van de kredietwaardigheid. De kandidaat kan beoordelen of een aanvraag voor een hypothecair krediet voldoet aan de criteria. De kandidaat kan de identiteit van de cliënt en de juistheid en volledigheid van (aanvullende) zekerheden controleren. De kandidaat kan de cliënt wijzen op en informeren over overige producten en diensten die verband houden met of een aanvulling vormen op de transactie die de bank met de cliënt is aangegaan. De kandidaat kan de administratie en berichtgeving rondom hypothecaire kredietovereenkomsten verzorgen. De kandidaat kan het verloop van hypothecaire kredieten bijhouden. De kandidaat kan standaardoplossingsmethoden voor betalingsachterstanden voorstellen aan de cliënt. De kandidaat kan de cliënt doorverwijzen naar interne adviseurs in geval van nietstandaardvragen. 15
Eindtermen deelkwalificatie Sparen en beleggen 4
50165 ART. 7.1.3. 1.
De kandidaat kan de cliënt informatie verschaffen over de verschillende vormen van sparen en beleggen. De kandidaat kan de cliënt de financiële, fiscale en juridische aspecten van het openen van een spaar- of beleggingsvorm uitleggen. De kandidaat kan de cliënt adviseren bij de keuze van een passende spaar- of beleggingsvorm. De kandidaat kan de (administratieve) afwikkeling van een adviesgesprek verzorgen. De kandidaat kan cliëntgegevens verzamelen en registreren ten behoeve van het openen van een spaar- of beleggingsrekening. De kandidaat kan de identiteit van de cliënt en de juistheid en volledigheid van verstrekte gegevens controleren. De kandidaat kan de administratie en berichtgeving rondom spaar- en beleggingsovereenkomsten verzorgen. De kandidaat kan actie ondernemen bij constatering of vermoeden van ongebruikelijke transacties. De kandidaat kan de cliënt wijzen op en informeren over overige producten en diensten die verband houden met of een aanvulling vormen op de transactie die de bank met de cliënt is aangegaan. De kandidaat kan de beheerstaken in het kader van de open bewaargeving van effecten uitvoeren. De kandidaat kan de cliënt doorverwijzen naar interne adviseurs in geval van niet-standaardvragen. De kandidaat kan de reden van het opheffen van een spaar- of beleggingsrekening via de cliënt achterhalen en adequaat reageren op de verkregen informatie.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
50164
Eindtermen deelkwalificatie Consumptieve kredieten 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De kandidaat kan de cliënt informatie verschaffen over de verschillende vormen van consumptief krediet. De kandidaat kan de cliënt de financiële, fiscale en juridische consequenties van het afsluiten van een consumptief krediet uitleggen. De kandidaat kan de cliënt adviseren bij de keuze van een passende vorm van consumptief krediet. De kandidaat kan de (administratieve) afwikkeling van een adviesgesprek verzorgen. De kandidaat kan cliëntgegevens verzamelen en registreren ten behoeve van de beoordeling van de kredietwaardigheid. De kandidaat kan beoordelen of een aanvraag voor een consumptief krediet voldoet aan de criteria. De kandidaat kan de identiteit van de cliënt en de juistheid en volledigheid van (aanvullende) zekerheden controleren. De kandidaat kan de cliënt wijzen op en informeren over overige producten en diensten die verband houden met of een aanvulling vormen op de transactie die de bank met de cliënt is aangegaan. De kandidaat kan de administratie en berichtgeving rondom consumptieve kredietovereenkomsten verzorgen. De kandidaat kan het verloop bijhouden van consumptieve kredieten en eventuele betalingsachterstanden signaleren. De kandidaat kan standaardoplossingsmethoden voor betalingsachterstanden voorstellen aan de cliënt. De kandidaat kan de cliënt doorverwijzen naar interne adviseurs in geval van nietstandaardvragen.
16
50163
Eindtermen deelkwalificatie Particuliere verzekeringen 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
De kandidaat kan de betekenis van de belangrijkste wettelijke bepalingen met betrekking tot verzekeringen toelichten. De kandidaat kan het verzekerd evenement, het gevaarsobject, de verschillende waardebegrippen en de bij de overeenkomst betrokken (rechts)personen beschrijven. De kandidaat kan in veel voorkomende situaties de aansprakelijkheid bepalen. De kandidaat kan bij aansprakelijkheid uitleggen wie vorderingsgerechtigd zijn en uit welke onderdelen de vordering kan bestaan. De kandidaat kan eventuele fiscale consequenties met betrekking tot verzekeringen en verzekerd sparen berekenen en toelichten. De kandidaat kan de financiële risico's m.b.t. bezittingen, aansprakelijkheid, gezondheid en inkomen van een cliënt analyseren. De kandidaat kan, rekening houdend met rechten uit sociale verzekeringen, pensioenvoorzieningen en lopende particuliere verzekeringen uitleggen welke risico's nog niet verzekerd zijn. De kandidaat kan adviseren over verschillende mogelijkheden tot het verzekeren van diverse risico's. De kandidaat kan de voordelen van het onderbrengen van alle verzekeringen bij één adviseur uitleggen. De kandidaat kan, indien noodzakelijk, doorverwijzen naar deskundigen. De kandidaat kan standaardoffertes opstellen. De kandidaat kan offertes vergelijken. De kandidaat kan de administratieve en commerciële afwikkeling van adviesgesprekken verzorgen. De kandidaat kan voor veel voorkomende verzekeringen de hoofdzaken van de dekking en de uitsluitingen opnoemen. De kandidaat kan met behulp van polisvoorwaarden complexere vragen over de overeenkomst beantwoorden. De kandidaat kan voor zowel schade- als levensverzekeringen beoordelen aan welke voorwaarden voldaan moet worden om standaardrisico's te verzekeren. De kandidaat kan informatie verstrekken over de (on)mogelijkheden tot verzekeren van nietstandaardrisico's. De kandidaat kan bij een eenvoudig risico een polis volgens de geldende procedures invullen. De kandidaat kan vragen m.b.t. het invullen van het aanvraagformulier en de verdere acceptatieprocedure beantwoorden. De kandidaat kan volgens de geldende richtlijnen een bewijs van voorlopige dekking en/of een internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart) afgeven. De kandidaat kan het aangaan, het wijzigen (ook van intermediair) en het beëindigen van een verzekering administratief en commercieel afhandelen. De kandidaat kan vragen m.b.t. het invullen van een Schade Aangifte Formulier beantwoorden. De kandidaat kan de cliënt tijdens de schade-afwikkeling begeleiden. De kandidaat kan bepalen of schade volgens de geldende polisvoorwaarden gedekt is. De kandidaat kan volgens geldende procedures kleine schades afwikkelen. De kandidaat kan volgens geldende procedures een expert inschakelen. De kandidaat kan op basis van polisvoorwaarden en wettelijke/fiscale bepalingen de hoogte van de schade-uitkering berekenen. De kandidaat kan op grond van aansprakelijkheid schade verhalen op derden. De kandidaat kan met betrekking tot problemen over schade-afwikkeling of afwijzing van schadevergoeding overleg voeren en informatie verstrekken. De kandidaat kan de administratieve en commerciële afwikkeling van een schade verzorgen en hierover informatie verstrekken.
17
50163 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Particuliere verzekeringen 4
ART. 7.1.3. 31. 32. 33.
De kandidaat kan verzoeken om premievrijstelling afhandelen. De kandidaat kan de gevolgen van afkoop en premievrijmaking toelichten. De kandidaat kan de financiële afwikkeling t.o.v. de cliënt betreffende nieuwe verzekeringen, prolongaties, wijzigingen, royementen en schades uitvoeren en administratief verwerken. De kandidaat kan problemen met betrekking tot (te late) betaling van de premie afhandelen. De kandidaat kan met betrekking tot nieuwe verzekeringen, prolongaties, wijzigingen, betalingsachterstanden, royementen en schades de financiële verplichtingen tussen de verzekeraar en de tussenpersoon vaststellen en administratief verwerken.
34. 35.
Eindtermen deelkwalificatie Balans, verlies- en winstrekening 4
50162 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5.
De kandidaat kan het belang van financiële verslaggeving voor een bank aangeven. De kandidaat kan de structuur van een bankbalans toelichten. De kandidaat kan toelichten hoe een resultatenrekening van een bank is opgebouwd. De kandidaat kan de opbouw en inhoud van maandstaten en jaarstukken van een bank toelichten. De kandidaat kan met behulp van de balans en resultatenrekening de samenhang tussen de kengetallen rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit toelichten. De kandidaat kan beschrijven welke werkzaamheden een bank in het kader van liquiditeits- en solvabiliteitsbeheer volgens voorschriften van De Nederlandsche Bank moet verrichten.
6.
50161
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke kredieten 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De kandidaat kan de vormen van zakelijk krediet beschrijven. De kandidaat kan de instanties beschrijven die (startende) ondernemers informatie en advies kunnen geven. De kandidaat kan de criteria waaraan een kredietaanvraag moet voldoen beschrijven. De kandidaat kan de vermogensbehoefte van een cliënt analyseren op basis van een dossier. De kandidaat kan op basis van een dossier vaststellen welke vermogensbronnen aansluiten bij de vermogensbehoefte van een cliënt. De kandidaat kan de financiële, fiscale en juridische consequenties van het afsluiten van een elementair zakelijk krediet beschrijven. De kandidaat kan op basis van een dossier de juridische status van een kredietnemer en de aansprakelijkheid alsmede de juistheid en volledigheid van gevraagde zekerheden achterhalen. De kandidaat kan de dekkingswaarde van gestelde zekerheden berekenen.
18
50169
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsverzekeringen en commerciële bedrijfsvoering 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
De kandidaat kan het verzekerd evenement, het gevaarsobject, de verschillende waardebegrippen en de bij de overeenkomst betrokken (rechts)personen beschrijven. De kandidaat kan uitleggen tot welk bedrag een bedrijf aansprakelijk kan zijn voor schade aan/door werknemers, door bedrijfsvoering, door een gebrekkig product of aan beroepsmatig vervoerde goederen. De kandidaat kan de risicobeheerfasen (risico-analyse, risicobeheersing en risico-overdracht) toelichten. De kandidaat kan de verschillen tussen collectief en individueel afgesloten verzekeringen beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste (wettelijke) bepalingen met betrekking tot pensioenregelingen toelichten. De kandidaat kan verschillen tussen de meest voorkomende pensioenregelingen uitleggen. De kandidaat kan het belang van de verzekeringsaspecten van employee benefits toelichten. De kandidaat kan eventuele fiscale consequenties met betrekking tot verzekeringen berekenen en toelichten. De kandidaat kan een (gedeeltelijke) inventarisatie maken van de financiële risico's van een eenvoudig bedrijf en/of de ondernemer/directeur-grootaandeelhouder. De kandidaat kan toelichten welke risico's, die niet gedekt zijn door sociale verzekeringen, pensioenvoorzieningen en reeds lopende verzekeringen nog verzekerbaar zijn. De kandidaat kan een eenvoudig bedrijf adviseren over de verschillende mogelijkheden voor het verzekeren van diverse risico's. De kandidaat kan, indien noodzakelijk, doorverwijzen naar deskundigen. De kandidaat kan voor veel voorkomende bedrijfsverzekeringen de hoofdzaken van de dekking en de uitsluitingen opnoemen. De kandidaat kan complexere vragen over de overeenkomst met behulp van de polisvoorwaarden beantwoorden. De kandidaat kan voor zowel schade- als levensverzekeringen beoordelen aan welke voorwaarden voldaan moet worden om standaardrisico's te verzekeren. De kandidaat kan (na overleg) informatie verstrekken over de (on)mogelijkheden tot verzekeren van niet standaardrisico's. De kandidaat kan standaardoffertes opstellen. De kandidaat kan offertes vergelijken. De kandidaat kan het aangaan, het wijzigen (ook van intermediair) en het beëindigen van een verzekering administratief en commercieel afhandelen. De kandidaat kan bepalen of schade volgens de geldende polisvoorwaarden gedekt is. De kandidaat kan op grond van geldende polisvoorwaarden en wettelijke/fiscale bepalingen de hoogte van de schade-uitkering berekenen. De kandidaat kan afwikkeling van de schade begeleiden. De kandidaat kan met betrekking tot problemen over schade-afwikkeling of afwijzing van schadevergoeding overleg voeren en informatie verstrekken. De kandidaat kan de administratieve en commerciële afwikkeling van een schade verzorgen en hierover informatie verstrekken. De kandidaat kan op grond van aansprakelijkheid schade verhalen op derden. De kandidaat kan signaleren wanneer het benaderen van een cliënt (voor een adviesgesprek) zinvol is. De kandidaat kan de cliënt overtuigen van het belang van een adviesgesprek. De kandidaat kan analyses en selecties uitvoeren t.b.v. relatiebeheer. De kandidaat kan verkoopacties organiseren en uitvoeren.
19
50160
Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
De kandidaat kan de belangrijkste algemeen-economische begrippen omschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen m.b.t. de onderlinge verhoudingen van de productiefactoren omschrijven. De kandidaat kan de eenvoudige economische kringloop beschrijven. De kandidaat kan verschillende economische stelsels en structuren onderscheiden. De kandidaat kan de meest voorkomende begrippen met betrekking tot de handel omschrijven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van de handel beschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen in de handel beschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen groothandel en detailhandel aangeven. De kandidaat kan de verschillende marktvormen omschrijven. De kandidaat kan de elementaire aspecten van consumentengedrag onderscheiden. De kandidaat kan de meest voorkomende marketingbegrippen omschrijven. De kandidaat kan de functie van marketing binnen een bedrijf aangeven. De kandidaat kan de prijsmix omschrijven aan de hand van kosten, vraag en concurrentie. De kandidaat kan de betekenis van prijs-, kruis- en inkomenselasticiteit omschrijven. De kandidaat kan de productmix omschrijven aan de hand van kwaliteit, merk, service, garantie en assortiment. De kandidaat kan de promotiemix omschrijven aan de hand van communicatie, reclame, sponsoring, public relations, free publicity en persoonlijke verkoop. De kandidaat kan de plaatsmix omschrijven aan de hand van directe levering, indirecte levering, intensieve, selectieve en exclusieve distributie. De kandidaat kan interacties tussen de verschillende onderdelen van de marketingmix verklaren. De kandidaat kan de factoren die de aard en de omvang van de concurrentie bepalen verklaren. De kandidaat kan de factoren die het gedrag van afnemers bepalen verklaren. De kandidaat kan de product-marktstrategieën en concurrentiestrategieën omschrijven.
50147
Eindtermen deelkwalificatie Marketingplanning 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan het strategisch planningsproces omschrijven. De kandidaat kan op basis van verzamelde gegevens voorstellen doen met betrekking tot doelmarktkeuze, omzet- en marktaandeeldoelstellingen, marketingmix en productontwikkelingsbeslissingen. De kandidaat kan een marketingplan uitwerken. De kandidaat kan plannen maken voor optimaal gebruik van de marketing/verkoopmiddelen. De kandidaat kan budgetten opstellen voor de afdeling marketing/verkoop. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd informatiesysteem voor de marketing/verkoopplanning. De kandidaat kan in overleg met betrokken afdelingen operationele verkoopplannen maken.
20
50109
Eindtermen deelkwalificatie Algemeen juridische beroepsvorming 4
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12.
De kandidaat kan het begrip recht omschrijven De kandidaat kan de rechtsbronnen omschrijven. De kandidaat kan de meest gebruikte indelingen van het recht hanteren. De kandidaat kan enkele elementaire begrippen uit het staatsrecht omschrijven. De kandidaat kan elementaire begrippen van het personen- en familierecht, erfrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht omschrijven. De kandidaat kan de juridische consequenties van de volgende benoemde overeenkomsten omschrijven: - koopovereenkomst - huurovereenkomst - verzekeringsovereenkomst. De kandidaat kan het algemeen burgerlijk recht toepassen op eenvoudige casusposities. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het ondernemings- en faillissementsrecht omschrijven. De kandidaat kan het ondernemings- en faillissementsrecht toepassen op eenvoudige casusposities. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het burgerlijk procesrecht omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het strafrecht omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen uit het bestuursrecht omschrijven.
50103
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende telefoongesprekken aannemen en telefoongesprekken doorverbinden in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan eenvoudige brieven in de moderne vreemde taal opstellen.
50102
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voeren. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie in de moderne vreemde taal met hen voeren. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Nederlands.
21
Eindtermen deelkwalificatie Telebusiness 3
52879 ART. 7.1.3. 1.
De kandidaat kan de achtergronden van en de ontwikkelingen binnen direct marketing beschrijven. De kandidaat kan de interne organisatie van een callcenter beschrijven. De kandidaat kan de procedures binnen een callcenter beschrijven. De kandidaat kan zich verbaal uitdrukken volgens de aan een agent gestelde eisen. De kandidaat kan relevante telefonische gespreks- en verkooptechnieken toepassen. De kandidaat kan cliënten telefonisch informeren en instrueren. De kandidaat kan computertelefoniesystemen hanteren. De kandidaat kan gespreksresultaten verwerken.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
55033
Eindtermen deelkwalificatie E-business 3
ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan volgens een E-business bedrijfsmodel commerciële en informatieve activiteiten verrichten. De kandidaat kan marketing-, verkoop-, bedrijfs- en afdelingsdoelstellingen met betrekking tot E-business realiseren. De kandidaat kan commerciële activiteiten en informatieve diensten middels een website opzetten. De kandidaat kan teksten voor een website schrijven. De kandidaat kan met behulp van een bestaand softwarepakket een website, met interactiemogelijkheden, voor een bedrijf/organisatie inrichten. De kandidaat kan aangeven wat de invloed is van E-business op de relatie met klanten.
22
50097
Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4
ART. 7.1.3. Algemene vaardigheden 1.
De kandidaat kan een onderzoek opstellen en uitvoeren.
Engels 1. 2. 3. 4.
De kandidaat kan deelnemen aan een Engelstalig gesprek in relevante beroeps- en studiesituaties.* De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in het Engels.* De kandidaat kan Engelse schriftelijke studieteksten samenvatten in het Nederlands. De kandidaat kan Engels gesproken teksten gericht op de studiesituatie samenvatten in het Nederlands. * Alleen indien de kandidaat voor de deelkwalificatie Zakelijke Communicatie MVT niet de Engelse taal heeft gekozen.
Wiskunde 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan tabellen opstellen. De kandidaat kan gegevens uit tabellen verklaren. De kandidaat kan berekeningen uitvoeren met gegevens uit tabellen. De kandidaat kan interpoleren en extrapoleren in tabellen. De kandidaat kan grafieken opstellen. De kandidaat kan gegevens uit grafieken verklaren. De kandidaat kan de begrippen stijging, daling, toe- en afnemende stijging en daling, differentie, differentiequotiënt, hellingscoëfficiënt, schommeling, periodiciteit en trend hanteren. 8. De kandidaat kan formules opstellen bij tabellen en grafieken. 9. De kandidaat kan lineair interpoleren en extrapoleren. 10. De kandidaat kan eerstegraads vergelijkingen oplossen. 11. De kandidaat kan verbanden tussen grootheden uitdrukken in formules. 12. De kandidaat kan de begrippen gebroken lineaire functie, exponentiële functie, exponentiële groei, beginwaarden, groeifactor, groeipercentage, halveringstijd en verdubbelingstijd hanteren. 13. De kandidaat kan verbanden die door een tabel, grafiek of formule zijn gegeven optellen, aftrekken en schakelen. 14. De kandidaat kan een formule in een andere formule substitueren en formules omvormen. 15. De kandidaat kan bepalen welke steekproefmethode in welke situatie geschikt is. 16. De kandidaat kan een aselecte steekproef trekken. 17. De kandidaat kan op grond van steekproefresultaten uitspraken doen over de gehele populatie. 18. De kandidaat kan de belangrijkste maten voor centrale tendentie berekenen. 19. De kandidaat kan de voor- en nadelen van de belangrijkste maten voor centrale tendentie beschrijven. 20. De kandidaat kan de belangrijkste spreidingsmaten berekenen. 21. De kandidaat kan waarschijnlijkheden met betrekking tot een normaal verdeeld verschijnsel bereke- nen. 22. De kandidaat kan kansberekeningen uitvoeren.
23
50097 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4
ART. 7.1.3. Algemene economie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
De kandidaat kan de ontwikkelingen in het consumptiepatroon in de loop van de tijd beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen met betrekking tot consumentengedrag omschrijven. De kandidaat kan de begrippen (collectieve) inkomensvraagcurves, (collectieve) prijsvraagcurves, inkomens- en prijselasticiteit toelichten. De kandidaat kan met behulp van economische theorieën de inkomens- en vermogensvorming en inkomens- en vermogensverdeling in Nederland verklaren. De kandidaat kan de rol van de collectieve sector en van het bedrijfsleven in de economische orde in Nederland beschrijven. De kandidaat kan de werking van de belangrijkste instrumenten t.b.v. de herverdeling van inkomens analyseren. De kandidaat kan de rol van de overheid en van maatschappelijke organisaties bij de herverdeling van inkomens toelichten. De kandidaat kan de financiering van de collectieve sector in Nederland analyseren. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen met betrekking tot de financiering van de collectieve sector toelichten. De kandidaat kan verschillende vormen van economische ordening beschrijven. De kandidaat kan de rol van de overheid en het bedrijfsleven ten aanzien van het allocatieproces beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen op het gebied van economische politiek toelichten. De kandidaat kan het belang van internationale handel voor de Nederlandse economie toelichten. De kandidaat kan de betalingsbalans met haar deelrekeningen beschrijven. De kandidaat kan de gevolgen van overschotten of tekorten op de betalingsbalans toelichten. De kandidaat kan de belangrijkste internationale ontwikkelingen op het gebied van de handel toelichten. De kandidaat kan de werking van wisselkoerssystemen beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen op het gebied van het internationale geldwezen toelichten.
Bedrijfsadministratie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
De kandidaat kan onderhavige berekeningen en handelingen uitvoeren met behulp van een geautomatiseerd systeem. De kandidaat kan de principes van het dubbelboekhouden toepassen. De kandidaat kan opbrengsten, kosten, brutowinst, netto-winst en omzetbelasting berekenen. De kandidaat kan de functies van journaal, grootboek, dagboeken, sub-grootboeken en rekeningstelsel gebruiken. De kandidaat kan de inkopen en verkopen van een handelsonderneming boeken aan de hand van een gegeven rekeningenschema. De kandidaat kan obligoboekingen maken met betrekking tot voor-inkopen en voor-verkopen aan de hand van een gegeven rekeningenschema. De kandidaat kan permanentie toegepast op baten en lasten vastleggen in het grootboek aan de hand van een gegeven grootboekrekeningenschema. De kandidaat kan boekingen met betrekking tot duurzame productiemiddelen vastleggen in het grootboek aan de hand van een gegeven rekeningenschema. De kandidaat kan afschrijvingen van debiteuren en afschrijvingen op incourante voorraden verwerken in het grootboek aan de hand van een gegeven grootboekrekeningenschema. De kandidaat kan inkoopstaten, verkoopstaten en kasstaten invullen en coderen aan de hand van gegeven boekingsdocumenten en een gegeven rekeningenschema.
24
50097 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Doorstroom HBO - Economie & Maatschappij 4
ART. 7.1.3. Mens- en maatschappijwetenschappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan de aard en omvang van het verschijnsel criminaliteit en daarmee samenhangende vraagstukken verklaren. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de verschillende politieke en maatschappelijke instituties en groeperingen betrokken zijn bij het verschijnsel criminaliteit. De kandidaat kan verschillende opvattingen met betrekking tot de oorzaken en aanpak van criminaliteit beschrijven. De kandidaat kan de relevante begrippen op het gebied van communicatie en massamedia toelichten. De kandidaat kan de hoofdelementen van de Nederlandse pers en het Nederlandse omroepbestel beschrijven. De kandidaat kan uitleggen welke functies massamedia vervullen voor de samenleving. De kandidaat kan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatie en massamedia beschrijven.
52706
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. Onderdeel Landenkennis 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De kandidaat kan de topografie van het betreffende land in grote lijnen weergeven. De kandidaat kan de relatie tussen de geologische/klimatologische gesteldheid en de bestaansmiddelen van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan het bevolkingsaantal en de bevolkingssamenstelling van het betreffende land weergeven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. De kandidaat kan de kenmerken van het politiek bestel, de belangrijkste politieke stromingen en de belangrijkste actuele politieke kwesties van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste culturele kenmerken van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de plaats van de eigen opleiding in de onderwijsstructuur van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de huidige economische situatie van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. De kandidaat kan de positie van het betreffende land in de Europese Unie of de relatie van het betreffende land met de Europese Unie beschrijven.
25
52706 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. Onderdeel Organisatie van de arbeid 1. 2. 3. 4.
De kandidaat kan de belangrijkste werkgevers- en werknemersorganisaties noemen. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst in een vergelijkbare werksituatie/functie in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte, zwangerschap en arbeidsongeschiktheid in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan m.b.t. het betreffende land de invloed van de overheid op de arbeidsmarkt beschrijven.
Onderdeel Internationale samenwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan beschrijven waarom internationale samenwerking belangrijk is en wat de doelen van internationale samenwerking zijn. De kandidaat kan de hoofddoelstellingen van de Europese Unie beschrijven. De kandidaat kan de huidige lidstaten van de Europese Unie en de belangrijkste eisen voor toetreding noemen. De kandidaat kan de belangrijkste organen van de Europese Unie beschrijven. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke economische samenwerkingsrelaties bestaan tussen het betreffende land en Nederland. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke afspraken bestaan tussen het betreffende land en Nederland omtrent verkeer van werknemers, dienstenverkeer en vestiging.
Onderdeel Bedrijfsoriëntatie De kandidaat dient voor realisering van onderstaande eindtermen de in het stagebiedende land en/of de stagebiedende arbeidsorganisatie gesproken MVT in redelijke mate te beheersen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De kandidaat kan de doelstellingen, producten en/of diensten van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie omschrijven. De kandidaat kan de organisatievorm van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie beschrijven. De kandidaat kan de organisatie- en verantwoordelijkheidsstructuur van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie (of bij grote bedrijven van de afdeling) schematisch weergeven. De kandidaat kan veiligheids-, gezondheids- en milieu-aspecten beschrijven waarmee de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie te maken heeft. De kandidaat kan de taken beschrijven waaruit het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie is opgebouwd. De kandidaat kan de hulpmiddelen en procedures omschrijven waarmee de beroepstaken in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie worden uitgevoerd. De kandidaat kan de arbeidsomstandigheden beschrijven waaronder het beroep in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie wordt uitgevoerd. De kandidaat kan de in het betreffende land algemeen geldende kwalificatie-eisen ten aanzien van het betreffende beroep noemen. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de wijze van uitvoering van het betreffende beroep en de arbeidsomstandigheden in het betreffende land en in Nederland.
26
52706 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. 10. 11. 12.
De kandidaat kan kerntaken/-activiteiten die behoren tot het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie uitvoeren. De kandidaat kan een verslag maken m.b.t. de in de betreffende arbeidsorganisatie verrichte beroepstaken/-activiteiten. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de mogelijkheden die werknemers hebben om invloed uit te oefenen binnen een arbeidsorganisatie in het betreffende land en in Nederland.
27
Bijlage 1
OVERZICHT LKS ECABO 2002-2003 BEROEPSKWALIFICATIES bedrijfsadministratief
secretarieel - directiesecretaresse/ management assistent
- administrateur
commercieel
logistiek
- commercieel medewerker marketing en communicatie
- medewerker logistiek management-material management
- commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
- medewerker logistiek management-fysieke distributie
ICT - ICT-beheerder - applicatiebeheerder (s) - applicatieontwikkelaar (s) - netwerkbeheerder (s)
juridisch - sociaal juridisch medewerker-sociale zekerheid - sociaal juridisch medewerkerarbeidsvoorziening en personeelswerk - administratief juridisch medewerker-openbaar bestuur
- secretaresse
- secretarieel medewerker
- boekhoudkundig medewerker
- bedrijfsadministratief medewerker
- commercieel medewerker binnendienst
- commercieel administratief medewerker
- administratief medewerker
- logistiek medewerkermaterial management
informatiedienstverlening
orde en veiligheid
- medewerker informatiedienstverlening bibliotheken (s)
4 middenkaderkwalificatie
- assistent bedrijfsarchivaris (s)*
specialistenkwalificatie (s)
- documentaire informatieverzorger overheid en semioverheid (s)*
- medewerker beheer ICT
3 vakkwalificatie
- logistiek medewerkerfysieke distributie - service medewerker ICT
- beveiliger - medewerker vrede en veiligheid - assistent orde en veiligheid - toezichthouder - particulier onderzoeker
* niet bekostigd (categorie andere opleidingen)
1 juni 2001
niveau
2 basisberoepskwalificatie
1 assistentkwalificatie
Bijlage 2
TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) ECABOcode
DEELKWALIFICATIES
beroepsgericht
doorstroom
MCK
Advies SBU (nominaal) beroepsbegeleidend
CAL01.4
Bedrijfsoriëntatie 4*
CAL02.3
MCK 3
ICT01.3
ICT-gebruik 3
CAL04.3
Verplichte keuze**
Vrije keuze
Extern gelegitimeerd
beroepsopleidend
X
320
300
X
X
110
100
X
X
320
300
X
Zakelijke communicatie 3
X
305
290
X
CAL05.3
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1
X
305
290
X
CBV10.4
Inleiding bank- en verzekeringswezen 4
X
350
330
X
X
CBV11.4
Betalingsverkeer 4
X
235
220
X
X
CBV12.4
Woningfinanciering 4
X
235
220
X
X
CBV13.4
Sparen en beleggen 4
X
235
220
X
X
CBV14.4
Consumptieve kredieten 4
X
235
220
X
X
CBV06.4
Particuliere verzekeringen 4
X
465
440
X
X
CBV15.4
Balans, verlies- en winstrekening 4
X
120
110
X
X
CBV16.4
Zakelijke kredieten 4
X
235
220
X
X
CBV09.4
Bedrijfsverzekeringen en commerciële bedrijfsvoering 4
X
540
510
X
X
CCA01.3
Commerciële beroepsvorming 3
X
320
300
X
X
CCA06.4
Marketingplanning 4
X
425
400
X
CJU01.4
Algemeen juridische beroepsvorming 4
X
270
250
X
CAL06.2
Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2
X
210
200
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. 1 te kiezen uit 5
1 juni 2001
X
Verplicht
X
X
TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: (vervolg) Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) ECABOcode
DEELKWALIFICATIES
beroepsgericht
doorstroom
MCK
Advies SBU (nominaal) beroepsbegeleidend
Verplicht
Verplichte keuze**
beroepsopleidend
CAL06.3
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2*
X
305
290
X
CCA10.3
Telebusiness 3
X
425
400
X
CCA11.3
E-business 3
X
130
120
X
COV02.4
Doorstroom HBO E&M 4
425
400
X
COV04.3
Internationale beroepsoriëntatie 3
320
300
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. 1 te kiezen uit 5
1 juni 2001
X X
X
Vrije keuze
X
Extern gelegitimeerd
Bijlage 3