Colofon
Opdracht Dit procesboek is geschreven als onderdeel van het afstudeerproject ‘Het Landschappelijk Verantwoorde Bedrijventerrein’. Auteurs Dhr. S.J. van der Drift Dhr. B. Gerritsen
(108529) (992163)
Begeleiding Dhr. A. Meijers Dhr. J. Rikken Medium Het document is afgedrukt op ERA pure papier van 100 procent gerecyclede vezels met FSC-certificaat. De productie van het papier is klimaatneutraal. Aantal pagina’s 73 Opgesteld 8 januari 2007, Arnhem Versie 1.0
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
> Inhoudsopgave Procesboek
01 02 03
Inleiding 07 07
Locatiekeuze 08 18
Locatieanalyse 08 08 09 09 09 09
Algemeen Doel en inhoud
Algemeen Resultaat
Algemeen Bestemmingsplan kaart Topografische kaart Geormorfologische kaart Historische kaarten Luchtfoto’s
04
Bestaande locatie 10 10 11 13
Algemeen Bestemmingsplan Aanwezige bedrijven Storende elementen
05
Ontwerptechnieken 15 15 15 16 17
Algemeen Minimale planopzet Rationele planopzet Contextuele planopzet Conceptuele planopzet
06
Groene 18 bedrijventerreinen 18 19
Algemeen EcoPark Emmeloord ABP Amsterdam
20 20 21 21
Fivelpoort Appingedam Hessenpoort Zwolle Het Klooster Nieuwegein IJsseloord 2 Arnhem
07
Massastudies 22 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Algemeen Conclusies Variant 1 Variant 2 Variant 3 Variant 4 Variant 5 Variant 6 Variant 7 Variant 8 Variant 9 Variant 10 Variant 11
08
Indeling bedrijventerrein 34 34 35 35 37
Omsloten gebied Dichtheid en ruimtegebruik Zonering Kavelvoorschriften Bebouwingspercentage
09
Infrastructuur 38 39 39 40 40 41 41 42 42 43
Algemeen Drempel en zebrapad Vluchthaven Variant 1 Variant 2 Variant 3 Variant 4 Variant 5 Variant 6 Variant 7
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
10
Ontwerpproces 44 44 44 44 44 44
Indeling Infrastructuur Zonering Verkaveling Ecologie Beeldkwaliteitsplan
11
Ecologie 46 47 49 49 50 51
Algemeen Bomen Hagen Planten, struiken en kruiden Fauna Bebouwing
12 13
Hemelwater 52
Algemeen
Landschappelijke 54 inpassing 54 54 55 55 56 56 57 57
Algemeen Variant 1 Variant 2 Variant 3 Variant 4 Variant 5 Variant 6 Variant 7 Conclusie
14
Wonen op 58 bedrijventerreinen 61
Algemeen Voorbeeldlocatie
15 16 17 18 19
Verlichting 62
Algemeen
Reclame 63
Algemeen
Opslag 64
Algemeen
Materiaal en kleur 65
Algemeen
Architectuur 66 67 67 67 68
Algemeen Definitie showrooms Definitie loodsen/hallen Definitie kantoren Gevelorden
20 21 22
Vervoer 69
Algemeen
Afstudeer evaluatie 70
Algemeen
Bronvermelding 72 72 72 73
Rapporten Artikelen Boeken Internet
n
> Inleiding procesboek hoofdstuk 1 Algemeen Het procesboek zoals voor u ligt is een onderdeel van het afstudeerproject “Het landschappelijk verantwoorde bedrijventerrein” en presenteert het verloop van de onderzoeken die zijn gedaan voor het maken van het beeldkwaliteitsplan. Stapsgewijs lichten we elk onderwerp toe door middel van omschrijvingen, beeldmateriaal en schetsen. Met onze afstuuropdracht hebben wij ingespeeld op de toenemende verrommeling van Nederland waarmee wij dagelijks geconfronteerd worden. Ons literatuuronderzoek heeft uitgewezen dat deze verrommeling voor veel Nederlanders een grote bron van ergernis is, waarbij bedrijventerreinen opmerkelijk vaak genoemd worden. Het leek ons dan ook een goede keuze om op dit actuele probleem in te spelen door het ontwikkelen van een beeldkwaliteitsplan. Door middel van het beeldkwaliteitsplan willen we een instrument aanbieden dat kan worden gehanteerd om een bedrijventerrein te ontwerpen waarbij landschappelijke inpassing, duurzaamheid en een behaaglijke sfeer de kernwoorden zijn.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Doel en Het doel van het procesboek is te laten zien hoe we tot inhoud bepaalde ideeën en richtlijnen zijn gekomen, die zijn opgenomen in het beeldkwaliteitsplan. Zo bevat het document onder andere massastudies en onderzoeken naar infrastructuur, landschappelijke inpassing en bebouwing. Met het onderverdelen van het afstudeerproject in een hoofdverslag (beeldkwaliteitsplan) en voorstudies (procesboek en literatuurstudie) willen we een duidelijk onderscheid maken tussen het onderzoek en de resultaten. Het beeldkwaliteitsplan wordt door deze onderverdeling een makkelijk te hanteren document met een gerichte inhoud. Naast de motivatie van keuzes zijn er in dit document persoonlijke reflecties van de projectleden opgenomen. We blikken hierin individueel terug op onze rol en bevindingen in het afstudeerproject. We hopen dat we u als lezer van dit procesboek een goed beeld kunnen geven van het proces.
Procesboek |
7
> Locatiekeuze hoofdstuk 2 Algemeen Tijdens de zoektocht naar een interessante voorbeeldlocatie hebben we een aantal bedrijventerreinen in de provincie Gelderland bezocht. Met behulp van de internetsite www. hetvirtuelebedrijventerrein.nl hebben we een eerste selectie gemaakt van bedrijventerreinen die interessant zijn om te gebruiken als voorbeeldlocatie. We hebben hier gekeken naar de ligging, de grote en de leeftijd van het terrein. Na deze selectie hebben we een route uitgestippeld en zijn alle locaties bezocht en beoordeeld. We hebben hierbij foto’s gemaakt van de bebouwing en het omringende gebied.
> Locatieanalyse hoofdstuk 3 Algemeen Om een landschappelijk verantwoord bedrijventerrein te ontwikkelen is een diepgaande kennis van de projectlocatie vereist. Door middel van het bestuderen van kaartmateriaal en luchtfoto’s krijgt men snel een globaal inzicht in de belangrijke kenmerken van het landschap. De verkregen kennis over onder andere bestaande bebouwing, vormen in het landschap, belangrijke objecten, vegetatie en bodemgesteldheid is belangrijk bij het ontwikkelen van een bedrijventerrein dat in harmonie samengaat met haar omgeving. Onder andere de volgende typen kaarten en foto’s zijn belangrijk om goed te bestuderen.
Resultaat Na het bezichtigen van alle bedrijventerreinen hebben we ze naast elkaar gelegd en bekeken welke het meest geschikt Bestemmings- Een bestemmingsplankaart geeft aan wat er op een bepaald was om te fungeren als voorbeeldlocatie. Onze keuze is plan kaart stuk grond in een gemeente mag gebeuren. Er worden onder gevallen op bedrijventerrein De Schalm in de gemeente andere functies, bebouwingshoogten en -percentages, Overbetuwe. De reden hiervan is dat het bedrijventerrein infrastructuur en rooilijnen op aangegeven. meerdere knelpunten met zich mee brengt. Zo is het terrein gelegen aan een drukke snelweg en grenst het tevens met de rand van het dorp Andelst. Een bijkomend pluspunt was de landschappelijke ligging van het terrein. Het bedrijventerrein grenst namelijk aan een uitgestrekt rivierenlandschap. Onze afstudeeropdracht bestaat ondermeer uit een beeldkwaliteitsplan die gehanteerd moet kunnen worden bij de realisatie van een landschappelijk verantwoord bedrijven terrein. Om het beeldkwaliteitsplan bruikbaar te maken voor bedrijventerreinen op uiteenlopende locaties zullen er oplossingen aangereikt moeten worden voor zoveel mogelijk verschillende knelpunten. Doordat de ligging van bedrijventerrein de Schalm veel knelpunten bevat viel onze keuze dan ook op dit terrein.
8
| Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Topografische Een topografische kaart geeft informatie over bestemmingen kaart van de grond. Onder andere wegen, bebouwing, water, landbouwgebieden en bossen worden aangegeven. De kaarten bevatten ook vaak gedetailleerde informatie zoals hoogten
Geormorfo- Een geomorfologische kaart geeft inzicht in de vormen van het logische kaart landschap en de ontstaanswijze ervan. Bijzondere elementen zoals in onze voorbeeld locatie stuwwallen en komgronden worden op deze kaarten aangegeven.
n
Historische Door verschillende historische kaarten naast elkaar te leggen kaarten kan de ontwikkeling van een gebied goed onderzocht worden. Belangrijke historische kenmerken van de omgeving worden herkent en kunnen behouden blijven.
Luchtfoto’s Luchtfoto’s zijn krachtige hulpmiddelen bij locatieanalyses en tegenwoordig voor iedereen toegankelijk. De meest recente ontwikkelingen zijn vaak al terug te zien op de foto’s.
Procesboek |
9
> Bestaande locatie hoofdstuk 4 Algemeen Juiste richtlijnen zijn alleen op te stellen zodra je je ervan bewust bent wat er fout gaat bij veel bestaande bedrijventerreinen. Deze veel gemaakte fouten kunnen vervolgens in de richtlijnen getackeld worden. Om te komen tot een lijst met onderwerpen die vaak mis gaan op bestaande terreinen hebben we onze voorbeeldlocatie geanalyseerd. Dit hebben we gedaan aan de hand van locatiebezoeken en het bestuderen van het bestemmingsplan met een medewerker van de gemeente Overbetuwe. In dit hoofdstuk geven we onze resultaten van het onderzoek. Bestemmings- In het bestemmingsplan voor bedrijventerrein De Schalm van plan de gemeente Overbetuwe zijn per zone verschillende eisen opgesteld. Deze dienen door de bouwer opgevolgd te worden. Naast eisen aan onder andere bouwhoogten, rooilijnen en oriëntaties zijn er eisen gesteld aan de uitstraling van de gebouwen in de verschillende zones. A-Zone: In het gemeentelijk bestemmingsplan worden aan bedrijven gelegen in de A-Zone, hoge eisen gesteld aan de ligging en architectonische uitstraling. Ze zijn gelegen op zogenaamde zichtlocaties. Enkele voorbeelden: gevels van baksteen en glas, veel groen, weinig parkeerplaatsen in het zicht en reclameuitingen geïntegreerd in de architectuur.
10 | Procesboek
B-Zone: In deze zone ligt de nadruk van de architectuur, de inrichting van de buitenruimte en de beplanting vooral op uniformiteit in plaats van individuele expressie. Kantoren in deze zone worden over het algemeen uitgevoerd in baksteen en de aangrenzende bedrijfshallen in sandwichpanelen. De reclameuitingen worden ook hier geïntegreerd in de architectuur en de inrichting en beplanting van de terreinen dienen aan te sluiten bij het groenplan van het openbare gebied. C-Zone: Aan bedrijven gelegen in de C-Zone worden door de gemeente de minste eisen gesteld aan de architectuur. De inrichting en detaillering van de hoofdontsluiting bepalen hier voornamelijk het beeld. De bedrijven zijn uitgevoerd in materialen zoals sandwichpanelen en trespa en stralen weinig uniformiteit uit. De geringe eisen die de gemeente in het bestemmingsplan heeft opgenomen voor bedrijven gelegen in de verschillende zones zijn duidelijk terug te zien in de bestaande situatie. Deze heeft dan ook een goedkope en rommelige uitstraling gekregen. De bedrijfsgebouwen kennen weinig onderlinge relaties met elkaar en de omliggende omgeving waar veel oorzaken voor aan te wijzen zijn. Op de pagina hiernaast zijn de bedrijven opgenomen die aanwezig zijn op onze voorbeeldlocatie en op de pagina’s erna hebben we aan de hand van foto’s een opsomming gemaakt van storende onderdelen.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Aanwezige ACSI Campinggidsen bedrijven ACT Universal BV Almotion Angenita’s kerstpakketten Arkenbout Zeefdruk Armac BV Auto Henry Leenders V.O.F. Bakkersland BV BM constructies Charlie Bunt Sanidrôme D&T Constr. en Machinebouw Dick Methorst Autoschade Eberson Consultancy BV Eddy’s Snackcompany BV Frontier Meubelmakerij Gera van Hunnik Minicars Global Gardening Gunther en Vink Fin,Advies BV Jekatex BV J&F Auto’s BV Kächele-Cama Latex Ned. BV Keijman Reizen Kesteren Groep Köpp Horesca LB Trucks Lineair Techniek Den Bosch BV Look o Look MTI Milieutechnische Insp. Ondernemers De Schalm PMB Montagebedrijf
Buskesdries 13a Wanraay 49a Buskesdries 2a Wanraay 31B Buskesdries 23 Buskesdries 2 Wanraay 37 Buskesdries 9 Wanraay 63 Buskesdries 6 Wanraay 35A Wanraay 31 Buskesdries 11B Wanraay 53 Wanraay 59 Wanraay 13 Buskesdries 2B Wanraay 33A Buskesdries 21 Geurdeland 6 Wanraay 31C Buskesdries 6A Wanraay 2 Wanraay 21 Wageningsestraat 17 Buskesdries 2B Geurdeland 5 Geurdeland 1A Wanraay 4 Wanraay 47
B-Zone C-Zone B-Zone C-Zone B-Zone B-Zone C-Zone A-Zone C-Zone A-Zone C-Zone C-Zone A-Zone C-Zone C-Zone A-Zone B-Zone C-Zone B-Zone A-Zone C-Zone A-Zone A-Zone C-Zone A-Zone B-Zone B-Zone B-Zone B-Zone C-Zone
Pols Juridisch Adviesbureau Reco Handelsonderneming BV Reith & Ten Böhmer Rhinetex Setpoint Sorbo S Print Grafisch Centrum Stefco Techniek Groep Andelst CV Timmer Tuin en Perkplanten Timmers Food Creations TM Essentials BV Tool Time Van der Glind Accountancy Van der Oord Assurantiën Van Gelder Van Hunnik Auto Zetten BV Van Hunnik Trucks & Vans BV Veenstra Vlechtbedrijf BV Vink BV Int.Transportbedrijf VLT Service Center BV W.Jeurissen Meubelbouw Wimselman Auto’s
Wanraay 59A Geurdeland 8 Buskesdries 13B Geurdeland 7 Buskesdries 5 Buskesdries 21A Wanraay 33 Geurdeland 10 Wanraay 35B Wanraay 51 Wanraay 57 Geurdeland 25 Wanraay 59B Wanraay 59A Buskesdries 6 Buskesdries 21B Wanraay 13 Wanraay 15 Wanraay 65 Wanraay 41 Buskesdries 2A Wanraay 59 Wanraay 43
n
C-Zone B-Zone A-Zone A-Zone B-Zone B-Zone C-Zone B-Zone C-Zone C-Zone C-Zone B-Zone C-Zone C-Zone A-Zone B-Zone B-Zone B-Zone C-Zone C-Zone B-Zone C-Zone C-Zone
Procesboek | 11
Opslag van materiaal en materieel op zichtlocaties
Grote zware hekken voor de erfafscheidingen
Grote massa’s zonder zichtlijnen zorgen voor een massief geheel
Het bedrijventerrein vormt een groot contrast met haar omgeving
12 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Storende In de zichtzone langs de snelweg is een poging gedaan elementen architectonisch aantrekkelijke gebouwen te ontwerpen. Door de grote verschillen tussen de gebouwen en de kitscherige en in-het-oog-springende stijlen springen deze echter uit het landschap in plaats van erin weg te vallen. De grote en hoge bouwmassa’s belemmeren het zicht langs en over de gebouwen waardoor het landschap in zijn geheel wordt afgesloten. De bedrijfsgebouwen en bedrijfshallen in de zones die niet te zien zijn vanuit de snelweg zijn opgetrokken uit sandwichpanelen. Door de kleurverschillen tussen verschillende panden, onnatuurlijke kleuren en geprofileerde panelen ontstaat er een groot contrast tussen de bedrijfsgebouwen en haar omgeving. De percelen ogen rommelig door de opslag van grote hoeveelheden materiaal en materieel buiten de bedrijfsgebouwen. Groene afscheidingen zouden een mogelijke oplossing kunnen zijn. De grote opvallende reclame-uitingen op het terrein en op de gevels van bedrijfspanden passen niet in haar omgeving en dragen sterk bij aan het rommelige beeld.
n
De randen van het terrein en veel erfafscheidingen zijn afgebakend met grote zware stalen hekken die een natuurlijke overgang tussen het bedrijventerrein en haar omgeving belemmeren. De bedrijfspanden kennen slechte en opvallende kleurencombinaties. Eenheid zal een veel rustiger beeld opleveren. Veel personenauto’s, bedrijfsauto’s en vrachtwagens staan in het zicht geparkeerd. Dit draagt sterk bij aan een verrommelt beeld. Er zijn geen zichtlijnen van de ene naar de andere kant van het bedrijventerrein door de positionering van de volumes. Van een afstand oogt het totale terrein als één massief blok. Door het grote contrast tussen de goedkope bedrijfsgebouwen en het weidse Betuwse landschap ontstaat een zeer verrommelt beeld. De landschappelijke waarde van de prachtige omgeving is door de matige inpassing van het bedrijventerrein tot op een grote straal rondom het terrein drastisch gedaald.
Procesboek | 13
Minimale planopzet
Contextuele planopzet
14 | Procesboek
?
Rationele planopzet
Conceptuele planopzet
> Ontwerptechnieken hoofdstuk 5 Algemeen Eén van onze eerste onderzoeken is het onderzoek geweest naar gangbare structuren van bedrijventerreinen. In de opzetten van moderne bedrijventerreinen onderscheiden we vier verschillende ontwerptechnieken, te weten: de minimale planopzet, de rationele planopzet, de contextuele planopzet en de conceptuele planopzet. Elke planopzet hebben we in de volgende paragrafen kort beschreven en op de pagina hiernaast hebben we ze schematisch aangegeven. Minimale Minimalistische ontwerpen geven een hoge flexibiliteit planopzet en vrijheid om het terrein in te delen. Bij de minimale planopzetten is alleen de hoofdopzet van de infrastructuur bekend. De kavels op het terrein zijn nagenoeg geheel vrij in te delen. Bij terreinen waar een behoefte is naar een soepele uitgiftemogelijkheid zal dit ontwerpprincipe vaak toegepast worden. Het voordeel van dit ontwerpprincipe is dat de opzet zo is gemaakt dat de nog onbekende eisen en wensen van de klant ingewilligd kunnen worden. Een voordeel voor de toekomstige eigenaar is de grote vrijheid die men heeft bij de aanschaf van de kavel. Grote vrijheid betekend een grote kans op rommelige kavels en een slechte integratie in het omliggende landschap. Op deze bedrijventerreinen zal al snel een bonte mengeling van vormen, bouwmassa’s, materialen en kleuren ontstaan. Voor ons project zal de minimale planopzet dus ongeschikt zijn.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Rationele De rationele planopzet is een opzet waarbij de indeling en planopzet de hoofdplanstructuur van een bedrijventerrein volgens een vooraf omschreven principe worden vastgelegd. Dit principe kan bestaan uit een orthogonaal grid, een kamstructuur of een ringstructuur waarbinnen diverse kavels of delen daarvan zijn vastgelegd. Met behulp van uitwerkingsregels ten aanzien van de uitgifte, de bebouwing en het gebruik van de gronden wordt het plan verder uitgewerkt en bepaald. Verrommeling kan door het opstellen van strenge uitwerkingsregels al veel beter voorkomen worden dan bij de minimale planopzet en doormiddel van de hoofdplanstructuur kan ook een goede aansluiting op de omgeving bewerkstelligd worden. Toch schuilt ook hier nog het grote gevaar van een rommelig bedrijventerrein door de grote vrijheid die de bouwer nog steeds heeft. De uitwerkingsregeling waar bepaalde eisen in opgenomen kunnen worden is voor ons project erg interessant.
Procesboek | 15
Contextuele Het woord context in contextuele planopzet zal in de meest planopzet brede betekenis van het woord begrepen worden. Belangrijk bij de ontwikkeling van het ontwerp is situatie ter plaatse. Of het nu gaat om deels verloren of aanwezige landschappelijke elementen of de geologische opbouw van het terrein, er zal te allen tijde rekening moeten worden gehouden met de karakteristieke eigenschappen die het terrein met zich mee brengt. Het plan zal daar waar het kan de karakteristieke eigenschappen van het omliggende gebied versterken. De gedachte achter de contextuele planopzet sluit goed aan bij onze ontwerpvisie: “Het ontwerpen van een bedrijventerrein dat ondergeschikt aan haar omgeving is geïntegreerd.” Met andere woorden: in volledige harmonie met haar omgeving en geen rommelig en storend element. Het fundament van ons ontwerp zal het bestaande landschap zijn en zal hierdoor goed aansluiten bij het gedachtegoed van de contextuele planopzet.
16 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Conceptuele Een conceptueel planopzet wil zeggen dat het plan of concept planopzet min of meer onafhankelijk is van de omgeving waar deze gerealiseerd dient te worden. De concepten kunnen klassieke stijlen met zich meebrengen, maar dit kunnen evengoed moderne varianten zijn. Het uitgangsprincipe kan weliswaar reageren op de context (denk bijvoorbeeld aan de aanplanting van inheems groen), maar het gekozen vormconcept blijft de basis voor de hoofdopzet en de indeling. De conceptuele planopzet sluit niet volledig aan bij onze gedachten die we hebben over het ontwerp maar toch is het interessant om deze wel te behandelen. Door middel van bijvoorbeeld aanplanting van inheems groen en voldoende zichtlijnen naar het achterliggende landschap zullen deze ontwerpen wel degelijk in harmonie met haar omgeving kunnen zijn.
Procesboek | 17
> Groene bedrijventerreinen hoofdstuk 6 Algemeen Het is algemeen bekend dat het wiel in veel gevallen niet voor de tweede keer uitgevonden hoeft te worden. Naast het analyseren van landschappelijk slecht ingepaste bedrijventerreinen hebben we daarom ook gekeken naar terreinen waar dit juist wel goed gedaan is. In de volgende paragrafen worden een aantal belangrijke groene kenmerken gegeven van bedrijventerreinen. De paragrafen worden afgesloten met een opsomming van de pluspunten. EcoPark Bij het EcoPark te Emmeloord is een poging gedaan een Emmeloord duurzaam bedrijventerrein te ontwikkelen. Zo is er onder andere een systeem ontwikkeld om afvalwater te zuiveren en af te voeren. Het gehele terrein is daarnaast ecologisch ingericht en wordt door middel van een vereniging van eigenaren ook ecologisch beheerd. Een groot voordeel hiervan is de garantie van een goed onderhouden gebied en bovendien brengt de samenwerking veel kostenvoordelen met zich mee. Gebieden op het terrein waar toekomstige uitbreiding zal kunnen plaatsvinden zal tot die tijd groen ingericht zijn. Pluspunten: ....vereniging van Eigenaren voor het ecologisch onderhouden van het gebied ....zuivering afvalwater ....ecologische inrichting van het terrein met veel water en groen
18 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
ABP Het Airport Business Park in Amsterdam Osdorp ligt tegen de Amsterdam ecologische verbindingszone tussen het Amsterdamse Bos en Spaarnwoude. Er is hierom gekozen de randen van het Business Park een ecologische invulling te geven. Erg speciaal hierbij zijn de groene vegetatiewanden van de bedrijfspanden op zichtlocaties. Ook is er veel aandacht besteedt aan zichtlijnen. Het typerende vergezicht van het oorspronkelijke polderlandschap wordt op deze manier getracht te bewaren. Op het bedrijventerrein komen veel groene elementen voor zoals bijvoorbeeld hoge terpen met bomen erop. Om van het groen op en rondom het terrein te kunnen genieten zijn er verschillende wandel- en fietsroutes aangelegd en er zijn veel zitplekken. Om het groene karakter van het terrein nog extra naar voren te laten komen is elk bedrijf verplicht minimaal 10% van het kavel in te richten met inheemse planten. Pluspunten: ....Ecologische invulling van de randen van het terrein door toepassing van onder andere groene vegetatiewanden op zichtlocaties. ....Zichtlijnen om het oorspronkelijke weidse karakter te benadrukken. ....Recreatievoorzieningen zoals bankjes, wandel- en fietspaden. ....10% van elk kavel ingericht als natuur met inheemse beplanting.
Procesboek | 19
Fivelpoort Op het bedrijvenpark Fivelpoort is veel plaats ingeruimd Hessenpoort Met het grote bedrijventerrein de Hessenpoort maakte Zwolle Appingedam voor ecologisch groen en blauw. Via een aaneengesloten Zwolle voor de eerste keer de sprong over de vecht. Hoog in het vaandel staan de aanwezige natuur- en landschapswaarden en zone wordt de natuur vanuit het aanliggende natuurgebied cultuurhistorische patronen. De plattegrond van het terrein is verbonden met het terrein. Hiernaast heeft ook de bebouwing gebaseerd op oude lijnen in het landschap zoals oude wegen een belangrijke rol in de flora en fauna van het terrein. Zo zijn en waterlopen. Deze vormen samen de hoofdassen van het er onder andere spouwmuren opengesteld voor vleermuizen, terrein en zijn extra geaccentueerd door de aanplanting van egelhuizen gebouwd en zwaluwdakpannen aangebracht. groen. Het regenwater dat wordt opgevangen op de grote Een speciaal opgerichte Coöperatie zorgt hier voor het lange dakoppervlakten wordt voor een gedeelte afgevoerd naar het termijn beleid. groen en voor het andere gedeelte naar een centrale wateras. Deze ecologisch ingerichte wateras met ecologische oevers Pluspunten: fungeert naast bluswateropslag als leefomgeving voor een verscheidenheid aan dieren. Om te kunnen genieten van de ....koppeling van flora en fauna op het bedrijventerrein met aanwezige natuur is er een wandelpad aangelegd. omliggende natuur via een aaneengesloten ecologische zone. ....grote oppervlakten voor groen en blauw. Pluspunten: ....bebouwing openstellen als schuilplaats. ....coöperatie voor het onderhoud en lange termijn beleid van ....een terreinindeling gebaseerd op de oude lijnen van het het bedrijventerrein. landschap ....centrale ecologisch ingerichte wateras die fungeert als leefomgeving en wateropslag ....voetgangerspad door de “natuur”
20 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Het Klooster Het bedrijventerrein Het Klooster is gelegen aan de voormalige IJsseloord 2 Nieuwegein Nieuwe Hollandse Waterlinie, het gebied dat tijdens oorlogen Arnhem onder water kon worden gezet. Deze historie is ook terug te vinden in het ontwerp. Aan de kant van de waterlinie staan de bedrijven letterlijk in het water. Tijdens het ontwerp van bedrijvenpark Het Klooster is veel overleg gevoerd met lokale groengroepen. Dit heeft tot veel interessante oplossingen geleid. Zo is het oude patroon van slagenverkaveling terug gebracht in het ontwerp en komen er knotwilgen, boomgaarden en grienden voor. Voor fietsers zijn een aantal doorgaande fietspaden over en langs het terrein aangelegd.
n
Groen en water staan bij bedrijventerrein IJsseloord 2 hoog in het vaandel. Direct in het oog springend is de hoge groene heuvel die op een voormalige vuilstortplaats gemaakt is. Deze is voor wandelaars toegankelijk en bied een mooi uitzicht over Arnhem, de IJssel en haar uiterwaarden. Naast wandelpaden loopt er ook een doorlopend fietspad door het terrein. De locatie kenmerkt zich verder door ecologische groenstroken, boomgroepen en een watergang. Bij een aantal bedrijfshallen is het natuurlijke materiaal hout toegepast als gevelbekleding. Ook bij dit bedrijventerrein zorgt een Vereniging Van Eigenaren voor de onderhoudwerkzaamheden.
Pluspunten:
Pluspunten:
....de historie is teruggebracht in het ontwerp door onder andere de slagenverkaveling en de waterlinie. ....groene elementen als knotwilgen, boomgaarden en grienden. ....doorgaande fietspaden op en rondom het terrein
....vereniging van Eigenaren voor het beheer van het terrein ....ecologische groenstroken, boomgroepen en een watergang ....toepassing van het natuurlijke materiaal hout als gevelbekleding. Dit had nog meer gemogen dan dat nu het geval is.
Procesboek | 21
> Massastudies hoofdstuk 7 Algemeen Voordat er goede richtlijnen geschreven kunnen worden over de geschikte indeling van bedrijventerreinen zal er eerst een onderzoek naar verschillende alternatieven plaats moeten vinden. Een goed onderzoeksmiddel hierbij is de massastudie. Door bij de massastudies gebruik te maken van kleine blokjes en een grote plattegrond van de omgeving kunnen er snel en eenvoudig verschillende alternatieven opgesteld worden. Het beeldmateriaal van de opstellingen is vervolgens bewerkt met kleuren waardoor deze duidelijker te lezen zijn. Elk alternatief zal een korte beschrijving bevatten waarin ondermeer wordt aangegeven wat voor soort planopzet en infrastructuur er toegepast wordt. Tevens worden de voordelen en de nadelen aangegeven die indelingen met zich meebrengen. Door tot slot de belangrijkste voordelen en nadelen van verschillende indelingen naast elkaar te leggen kan er een optimaal ontwerp gemaakt worden waar alle pluspunten in verwerkt zijn. Naast indelingen die gebaseerd zijn op de bestaande vorm van het terrein zijn er ontwerpen gemaakt waarbij de vorm van het terrein aangepast is aan zijn omgeving. Conclusies De volgende belangrijkste conclusies zijn naar voren gekomen uit de massastudies: • Het voorbeeldterrein grens aan één zijde aan het dorp Andelst. Om ervoor te zorgen dat er een geleidelijke overgang plaatsvindt met de kleinschalige dorpsbebouwing zijn grote bouwvolumes in deze zone niet gewenst. Ook zijn belastende functies niet aan te raden in deze zone. • Het bedrijventerrein grenst aan een uitgestrekt rivierenlandschap. Om ook hier een goede overgang mee te creëren zullen bouwvolume, materiaalgebruik en 22 | Procesboek
•
•
•
de hoeveelheid toe te passen groen een belangrijke rol spelen. Langs het voorbeeldterrein loopt de drukke A15 waarover het verkeer op hoge snelheid langs het bedrijventerrein komt. Het is van belang dat de bebouwing naast de snelweg zorgt voor een scheiding tussen het terrein en deze drukke weg. Deze scheiding zal ervoor moeten zorgen dat het geproduceerde geluid op de snelweg tegengehouden wordt en dat het zicht vanaf het bedrijventerrein naar de snelweg door de bebouwing ontnomen zal worden. Vanwege de hoge snelheid van het verkeer zullen lange bouwmassa’s het rustigste beeld geven. Om de landschappelijke inpassing te waarborgen dient de bebouwing op een redelijke afstand van de snelweg gesitueerd te worden en een groene uitstraling te bezitten. Wanneer er wordt gekeken naar de infrastructuur kan er geconcludeerd worden dat doorgaande wegen de beste optie zijn op bedrijventerreinen. Doorgaande wegen zorgen voor een goede doorstroom op het terrein en verkleinen de kans op onveilige situaties. Tevens dient de infrastructuur zo aangelegd te worden dat de ecologie van het omliggende landschap tot in de kern kan doordringen. Een ringweg om het terrein is bijvoorbeeld niet wenselijk. Bij de situering van de gebouwen zal rekening gehouden moeten worden met parkeervoorzieningen. Deze zullen bij voorkeur uit het zicht ontworpen moeten worden om een rommelig beeld te voorkomen. In veel gevallen zal dat betekenen dat deze achter het gebouw gesitueerd worden. Parkeren mag nooit zichtbaar zijn vanuit het landschap.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
•
Aangezien het een landschappelijk verantwoord bedrijventerrein wordt zal de een groene invulling van de ruimte een belangrijke rol gaan spelen. Bij de terreinindeling zal hiervoor voldoende ruimte gereserveerd moeten worden. Om de ondernemers geen ruimte afhandig te maken zal er worden gekozen voor een ruimere opzet dan het gangbare bedrijventerrein.
n
Wel zullen we de gedachtegang betreft het parkeren, de eenheid en de lange bouwmassa’s in de snelwegzone meenemen in ons uiteindelijke ontwerp.
Voordelen •
parkeren zal niet in het zicht plaatsvinden maar op beschutte binnenplaatsen
Variant 1 Bij deze rationele planopzet is gebruik gemaakt van een ringweg met daaraan wegen gelegen die de verschillende clusters van bedrijven ontsluiten. Het idee hierachter is dat er op de binnenhoven die ontstaan een parkeergelegenheid gecreëerd wordt. Hierdoor haal je de parkeerplaatsen uit het zicht, wat verrommeling voorkomt. Doordat er in alle gevallen gebruik wordt gemaakt van dezelfde vorm creëer je rust en eenheid op het bedrijventerrein. Het nadeel dat zal ontstaan bij deze vorm is het moeilijke manoeuvreren voor vrachtverkeer. Doordat er wordt gewerkt met doodlopende afritten moet de vrachtwagenchauffeur altijd ergens draaien. Een ander nadeel is dat de indeling van de gebouwen op het terrein niet flexibel is. Omdat de clusters een grote vorm hebben kan er niet veel geschoven worden met de kavels en kan er dus ook niet in alle gevallen goed met de vorm van het terrein mee gebouwd worden. Een positief aspect aan deze grote vormen zijn de lange gevels aan de snelwegzijde. Over de snelweg beweegt men op hoge snelheid waardoor kleine bouwmassa’s een onrustig beeld zullen geven. Dit is bij lange geveloppervlakten minder het geval. Ondanks dat deze oplossing een goede parkeergelegenheid zal bieden en de lange gevels zullen zorgen voor een rustig beeld is het geen optimaal ontwerp voor ons bedrijventerrein.
•
de lange gevels aan de drukke snelwegzijde kunnen bijdragen aan een rustig beeld bij passanten
•
eenheid door hetzelfde soort gebouwen
Nadelen •
grote bouwvolumes vormen een groot contrast met haar omgeving
•
lastig manoeuvreren voor vrachtverkeer
•
weinig flexibiliteit door clusters
Procesboek | 23
Variant 2 Bij variant 2 is duidelijk te zien dat er gebruik is gemaakt van een rationele planopzet. In de afbeelding hiernaast is te zien dat er gebruik gemaakt is van een kamstructuur. Eén hoofdas zorgt voor de ontsluiting van veel doodlopende wegen. Zoals bij variant 1 al is aangegeven is het voor vrachtverkeer niet de meest ideale infrastructuur. Wel kunnen er bij deze optie verschillende indelingen gemaakt worden. Wanneer we kijken naar de zonering van de kavels is te zien dat er hier gekozen is om te kijken naar zowel de gebouwgrootte, -hoogte en bouwvorm. Doordat alle vormen, groottes en hoogtes gesorteerd zijn krijgt plan een strak en overzichtelijk uiterlijk, dit kan echter ook beoordeeld worden als saai. Wanneer het gaat om de verkaveling is hier gekozen voor een rug aan rug verkaveling waarbij zowel de diepte als de breedte variabel mag zijn. Dit geeft een minder strak beeld dan wanneer je de breedte, diepte of beide een vaste maat geeft. Parkeren zal gebeuren aan de achterkant van de gebouwen uit de zichtzone om zo een rommelig beeld te voorkomen. Als we kijken naar de verkaveling van het gebied is dit geen verkeerde optie. Een kenmerk van het rivierenlandschap is dat er in de verkaveling rechte strakke lijnen zitten. Dit komt in het ontwerp goed naar voren. Dit is dus iets dat we eventueel kunnen meenemen in ons ontwerp.
24 | Procesboek
Voordelen •
parkeren zal niet in het zicht plaatsvinden maar achter de gebouwen
•
de verkaveling heeft overeenkomsten met de oorspronkelijke verkaveling van het gebied
•
eenheid door het groeperen van verschillende bouwvolumes en -vormen
Nadelen •
veel doodlopende wegen dragen bij aan verrommeling en zijn verkeerstechnisch niet ideaal
•
het terrein is één afgesloten geheel door het ontbreken van een doorlopende weg
•
kleine bebouwing zorgt voor een druk beeld in de snelwegzone
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 3 We hebben hier gekozen voor een conceptuele planopzet. Het resultaat hiervan is een speels ontwerp waarbij de gebouwen verschillende groottes en oriëntaties kennen. Door de gebouwen in groepjes op te stellen krijg je een campusstructuur. In eerste instantie kan deze campusstructuur een beetje rommelige overkomen, maar omdat er ook voldoende ruimtes vrij komen voor ruimtelijk groen en zichtlijnen heft dat elkaar weer op. Dit ontwerp is erg geschikt voor een landschappelijk groen ontwerp. Er is gekozen om één doorgaande weg te ontwerpen die zal zorgen voor de ontsluiting van alle gebouwen. Deze doorgaande weg is handig voor het vrachtverkeer maar zodra de weg ergens geblokkeerd is zal het ontsluitingsproblemen opleveren. Parkeren zal gebeuren op eigen terrein of een gezamenlijke parkeerplaats per cluster gebouwen. Belangrijk is dat het uit het zicht gebeurd. Met dit ontwerp is het bebouwingspercentage minder dan bij een kam- of gridstructuur, maar er is wel meer ruimte voor groene zones. Dit is iets dat ook in ons ontwerp een belangrijke rol zal gaan spelen.
n
Voordelen •
erg veel ruimte voor groene aaneengesloten zones
•
veel zichtlijnen door het gebied
•
speels ontwerp door de positionering en de vormen van de gebouwen
•
parkeren uit het zicht is mogelijk
•
de doorgaande weg zorgt voor een goede ontsluiting van het gebied
Nadelen •
één doorgaande weg kan verkeerstechnische problemen opleveren zodra deze geblokkeerd is
•
laag bebouwingspercentage
•
de vormen en positionering van de bebouwing kunnen een verrommeld beeld geven
Procesboek | 25
Variant 4 Dit ontwerp heeft veel weg van variant 4. Ook hier hebben we te maken met een conceptuele planopzet. Het verschil met variant 4 is dat we hier geen campusstructuur hebben, maar een eilandstructuur. Dat wil zeggen dat er doorlopende infrastructuur om alle clusters heen loopt. Men kan dus altijd rondrijden waardoor keren op de weg niet nodig is. Een voordeel hiervan is dat er geen doorlopende weg komen, waardoor het terrein verder helemaal afgesloten kan worden. Dit is onder andere makkelijk voor de beveiliging van het terrein. Omdat er geen doorlopende weg is kan het terrein ook niet als alternatieve route voor sluipverkeer gebruikt worden, waardoor het terrein minder zal worden belast. Doordat de infrastructuur in deze opzet om de clusters bebouwing heen loopt staan de panden dichter op elkaar. Nadeel hiervan is dat er minder ruimte is voor groen op de kavel. Een ander groot nadeel aan dit ontwerp is de prominent aanwezige infrastructuur. Voor de ontsluiting van de bebouwing is het een groot voordeel maar voor de landschappelijke inpassing is het erg nadelig. Tevens zullen er bij deze opzet veel voertuigen in het zicht worden geparkeerd.
26 | Procesboek
Voordelen •
erg veel ruimte voor groene aaneengesloten zones
•
veel zichtlijnen door het gebied
•
speels ontwerp door de positionering en de vormen van de gebouwen
•
de doorgaande wegen rondom de bebouwing zorgen voor een goede ontsluiting
Nadelen •
de vele infrastructuur op het terrein zorgt voor een stedelijk karakter en een lastige inpassing in het landschap
•
laag bebouwingspercentage
•
de vormen en positionering van de bebouwing kunnen een verrommeld beeld geven
•
parkeren kan alleen plaatsvinden in het zicht wat voor verrommeling zal zorgen
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 5 Dit extreme ontwerp is een conceptuele planopzet. Er wordt hier gekozen om alle bedrijven in één grote heuvel te verwerken. Door gebruik te maken van een groen dak wordt alles weggewerkt. De infrastructuur zal ook volledig worden verwerkt in de groene heuvel. Het bebouwingspercentage is hier groot. Het bebouwingsprincipe is hier een gesloten bouwblok. Alle gebouwen zijn zijdelings aan elkaar gebouwd. Erg realistisch is deze oplossing misschien niet, maar het zou voor grote fabriekshallen wel een goede oplossing zijn. Omdat er op een bedrijventerrein ook veel kantoren en showrooms staan is dit waarschijnlijk niet de meest ideale oplossing. Maar het camoufleren van een gebouw door het toepassen van groen en natuurlijke materialen kan in ons ontwerp een belangrijke rol gaan spelen.
n
Voordelen •
een sterke landschappelijke inpassing door de bebouwing te verwerken in een glooiende groene heuvel met natuurlijke materialen
•
hoog bebouwingspercentage
•
alles is uit het zicht
Nadelen •
daglichtproblemen en luchtproblemen
•
geen ruimte voor reclame en showrooms
•
hoge kosten door constructie en installaties
•
ingewikkelde infrastructuur en moeilijke ontsluiting
•
geen ruimte voor toekomstige uitbreidingen
Procesboek | 27
Variant 6 In plaats van de volledige heuvel van variant 5 is er gekozen om alleen de bebouwing aan de randen te voorzien van groene gevels en groene daken. Het is nog steeds een conceptuele planopzet. Dit plan is beter te realiseren dan optie 5. Grote nadelen zoals de luchtkwaliteit en het gebrek aan daglicht zijn hier minder aanwezig. Alle gebouwen zijn zijdelings aan elkaar gebouwd. De infrastructuur bestaat uit een rondweg tussen de bebouwing door. De parkeergelegenheid wordt aan de binnenzijde van het blok gecreëerd en kan wanneer wenselijk overdekt worden. Er is in deze planopzet geen ruimte voor toekomstige uitbreidingen. Het idee om panden aan de randen te voorzien van glooiende groene daken is interessant en kan nader bekeken worden.
28 | Procesboek
Voordelen •
een sterke landschappelijke inpassing door de bebouwing aan de randen te camoufleren met groene glooiende daken
•
hoog bebouwingspercentage
•
alles is uit het zicht
Nadelen •
ontsluiting op één locatie kan verkeersproblemen opleveren
•
geen ruimte voor reclame en showrooms
•
hoge kosten door constructie en installaties
•
ingewikkelde infrastructuur en moeilijke ontsluiting
•
geen ruimte voor toekomstige uitbreidingen
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 7 Optie 7 is een contextuele planopzet. Er wordt hier gekeken hoe de verkaveling van het gebied loopt en daar wordt vervolgens de indeling van de gebouwen en de infrastructuur op afgestemd. Een brede hoofdweg loopt tussen de gebouwen door en zorgt voor de ontsluiting van het terrein. Deze ontsluiting vind aan één kant plaats en aan de andere kant loopt de weg dood. Dit levert geen ideale situatie op. Ook zal de slingerende weg met strakke hoeken in de praktijk geen fijne situatie opleveren. De bebouwing aan de randen is dicht op elkaar gesitueerd wat ten goede komt aan het percentage bebouwing op het terrein. Het geeft het terrein echter wel een erg gesloten uitstraling en de vele gebouwen op een rij geven een rommelige en kwalitatief lage uitstraling. Het middelgebied is redelijk ruim opgezet waar onder andere voor het parkeren voldoende ruimte is. Dit gebeurd uit het zicht van de buitenwereld wat een voordeel is. Doordat de randen van het gebied volledig bebouwd zijn is het erg lastig een doorgaande ecologische zone tussen het terrein en het buitengebied te creëren.
n
Voordelen •
indeling volgens bestaande verkavelingsvormen
•
hoog bebouwingspercentage
•
parkeren gebeurd uit het zicht van haar omgeving
Nadelen •
saai ontwerp door alle bebouwing op een rij
•
de vele kleine gebouwen in de snelwegzone zorgen voor een rommeling beeld
•
gesloten uitstraling door de dichte bebouwing aan de randen
•
slechte infrastructuur en moeilijke ontsluiting
•
het creëren van een doorgaande ecologische zone tussen het terrein en haar omgeving is niet mogelijk
Procesboek | 29
Variant 8 Bij de eerste zeven varianten hebben we ons beperkt tot de begrenzing van de huidige situatie van de voorbeeldlocatie. In deze variant hebben we het bedrijventerrein tussen de dorpen Andelst en Herveld geplaatst. Het terrein ligt hier in een zone die al redelijk druk is door de oude spoorweg, de betuwelijn en de snelweg. Het voordeel is dat het buitengebied minder belast wordt met bebouwing. Een nadeel is dat het terrein in tweeën wordt opgesplitst door de snelweg. Wanneer we kijken naar de infrastructuur van dit conceptuele plan zien we twee ringwegen. Voor parkeren uit het zicht is in deze opzet niet veel ruimte. Auto’s zullen aan de voorkant van het gebouw of langs de weg geparkeerd moeten worden. De bebouwing is expres in aflopende grote ontworpen in het gebied. De blauwe bebouwing staat in een gebied waar redelijk begroeiing voorkomt in de vorm van bomen en struiken en bovendien ligt deze tussen twee spoorlijnen. Hier is het dus verantwoord om grote bebouwing toe te passen. Het gele gebied ligt direct aan de snelweg. De grote gebouwen in het zicht ervan zorgen voor een rustig beeld. Aan de rand van de bestaande kleinschalige dorpsbebouwing zijn kleine gebouwen geplaatst die voor een goede overgang kunnen zorgen.
30 | Procesboek
Voordelen •
goede ordening van grote en kleinere gebouwen
•
hoog bebouwingspercentage
•
minder bebouwing in het buitengebied
•
heldere infrastructuur
•
lange bebouwing in snelwegzone zorgt voor een rustige uitstraling
•
het creëren van een doorgaande ecologische zone tussen het terrein en haar omgeving is mogelijk
Nadelen •
een terrein opgeslitst in twee delen met de snelweg als grens
•
parkeren verdiend nadere aandacht
•
ter plaatse van het nieuwe gebied zijn een aantal boerderijen aanwezig
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 9 Dit ontwerp heeft veel overeenkomsten met variant 8. Zowel de ligging van het terrein als de kavelverdeling links van de snelweg is hetzelfde gebleven. Het terrein aan de onderzijde van de snelweg is nu aan de hand van een kamstructuur ingedeeld. We hebben daardoor weer te maken met het nadeel van doodlopende wegen waardoor lastige infrastructuur en verrommeling ontstaat. Dit is in variant 8 beter opgelost. Verder zien we dat er bij de zonering van de kavels weer is gekeken naar gebouw groottes. Ook hier hebben we ervoor gekozen de kleinere groene bebouwing te situeren ter plaatse van de overgang met de kleinschalige dorpsbebouwing. Het bebouwingspercentage is redelijk hoog en de indeling volgens de kamstructuur accentueert de oorspronkelijke verkavelingsvorm van het terrein. Verder heeft het dezelfde nadelen als bij optie 8. Het is belangrijk dat we voor aanvang van ontwerpen bekijken wat we als bebouwingspercentage hanteren. Dit is iets waar de structuur van de kavelverdeling op het terrein deels afhankelijk van is.
n
Voordelen •
goede ordening van grote en kleinere gebouwen
•
hoog bebouwingspercentage
•
minder bebouwing in het buitengebied
•
heldere infrastructuur
Nadelen •
een terrein opgeslitst in twee delen met de snelweg als grens
•
parkeren verdiend nadere aandacht
•
ter plaatse van het nieuwe gebied zijn een aantal boerderijen aanwezig
•
het creëren van een doorgaande ecologische zone tussen het terrein en haar omgeving is lastig
•
de bebouwing staat erg dicht bij de snelweg, er is geen groene buffer
•
doodlopende wegen
Procesboek | 31
Variant 10 Bij deze variant maken we gebruik van een extra gebied. Door de snelweg en de kruisende N-weg wordt het terrein opgedeeld in maar liefst drie delen. Een groot nadeel hiervan is dat er ook 3 grote toegangswegen nodig zijn voor de ontsluiting van de terreinen. Bovendien kan het met drie terreinen voor bezoekers lastig zijn om te vinden waar ze moeten zijn. Het is dan ook niet de meest ideale optie wat betreft het voorkomen van zoekgedrag. De ligging heeft wel een aantal voordelen. De zichtlijnen vanuit de rand van het dorp blijven gehandhaafd en het landschap wordt zo min mogelijk aangetast. Langs de rand van het terrein zijn alle kavels zo bebouwd dat de gebouwen met de schuine kant naar buiten gesitueerd zijn en als overgang van het terrein en haar omgeving fungeren. Binnen op het terrein is er sprake van een rug aan rug verkaveling. Er kan zo een hoog bebouwingspercentage gehaald worden. Een nadeel is dat er weinig ruimte is voor groen en parkeren in het binnengebied. Om hier toch ruimte voor te creëren kan er gebruik worden gemaakt van een combinatie van zowel het randen model dan wel het pocketparkmodel. Door de schuine daken aan de rand van het terrein te laten begroeien met gras, bodembedekkers en/of kleine struiken ontstaat er een mooie groene overgang van het landschap naar het bedrijventerrein. Op het terrein zelf kunnen kavels vrijgehouden worden om daar een groenvoorziening te maken. Er kan ook worden gekozen om het bebouwingspercentage op de binnengelegen kavels lager te maken, waardoor er meer ruimte vrij komt voor groen en parkeren. Het idee van de begroeide schuine daken aan de rand van het bedrijventerrein spreekt ons erg aan en is iets wat in ons ontwerp terug kan komen.
32 | Procesboek
Voordelen •
goede overgang met het landschap door glooiende groene daken
•
hoog bebouwingspercentage
•
minder bebouwing in het buitengebied
•
heldere infrastructuur
•
zichtlijnen blijven bestaan
Nadelen •
een terrein opgeslitst in drie delen met de snelweg als grens
•
parkeren verdiend nadere aandacht
•
ter plaatse van het nieuwe gebied zijn een aantal boerderijen aanwezig
•
hoog bebouwingspercentage zorgt voor weinig groene ruimte
•
3 toegangswegen naar de openbare weg
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 11 Variant 11 kent dezelfde ligging als variant 9 en 10. Wat betreft de bebouwing is hier goed rekening gehouden met de zichtlijnen. De grote rode bebouwing ligt in een gebied waar weinig zichtlijnen zijn doordat er veel bomen en struiken omheen staan. De middelgrote blauwe bedrijven liggen aan de andere kant langs de snelweg waar wel zichtlijnen voorkomen, maar deze hebben nog niet al te veel waarde. Daarnaast liggen de groene relatief kleinere bedrijven die de zichtlijnen die er zijn zo min mogelijk belemmeren. Aan de randen zouden deze kunnen bestaan uit kleinschalige woonwerk functies waardoor er een geleidelijke overgang ontstaat met de kleinschalige dorpsbebouwing. De kavelblokken zijn in een campusstructuur opgesteld en vormen zo in combinatie met planten en bomen een parkachtig karakter. Dit parkachtige karakter is iets wat voor ons ontwerp erg interessant kan zijn. De infrastructuur is duidelijk en helder opgezet. Het zijn allen doorgaande wegen die een goede doorgang en ontsluiting waarborgen. Parkeren op het terrein is iets waar nog veel aandacht aan moet worden gegeven.
n
Voordelen •
landschappelijk karakter door de campusstructuur
•
vrij hoog bebouwingspercentage
•
minder bebouwing in het buitengebied
•
heldere infrastructuur
•
er is rekening gehouden met zichtlijnen
Nadelen •
een terrein opgeslitst in twee delen met de snelweg als grens
•
parkeren verdiend nadere aandacht
•
ter plaatse van het nieuwe gebied zijn een aantal boerderijen aanwezig
•
2 toegangswegen naar de openbare weg
Procesboek | 33
> Indeling bedrijventerrein hoofdstuk 8 Omsloten Bedrijventerreinen worden over het algemeen opgezet met Dichtheid en gebied zo min mogelijk ontsluitingswegen. Het voordeel hiervan ruimtegebruik is dat men goed de controle over het terrein kan houden. Het grote nadeel is echter dat het terrein functioneert als een omsloten grondgebied. Bedrijventerreinen distantiëren zich van de omgeving en staan er vaak met de rug naartoe. Meestal worden bedrijventerreinen omgeven door een strook met struiken en bomen waardoor een poging gedaan wordt het bedrijventerrein te camoufleren. De bewoners uit de nabije omgeving komen vaak nauwelijks in aanraking met het bedrijventerrein als ze er niet zelf werken of als er geen bedrijven gehuisvest zijn waar een bezoek aan gebracht kan worden (bouwmarkten, tuincentra etc.). De betrokkenheid is hierdoor erg laag en het bedrijventerrein is een afgezonderde enclave. Door deze afzondering is onder andere de sociale controle op de bedrijventerreinen erg laag en worden de terreinen niet geaccepteerd door omwonenden. Bewoners in naastgelegen dorpen hebben behoefte aan voorzieningen. Hoewel veel mensen boodschappen doen met de auto is het wonen in de nabijheid van bijvoorbeeld scholen, kinderopvang en een winkel voor dagelijkse boodschappen een belangrijk punt wat betreft de keuze van vestigen. Op bedrijventerreinen is het door onvoldoende klandizie vaak niet aantrekkelijk voor winkeliers om zich te vestigen. Door het dorp of de stad en het bedrijventerrein meer met elkaar te verweven zullen de winkelvoorzieningen hier bestaansrecht krijgen en zal het bedrijventerrein meer geaccepteerd worden.
34 | Procesboek
Bedrijventerreinen kennen geen hoge bebouwingsdichtheid. Dit is onder andere een oorzaak van de lage grondprijs, de extra ruimteclaim van bedrijven voor toekomstige uitbreidingen en de afstanden die bedrijven tot elkaar hebben in verband met brandoverslag en milieueisen. Het komt in de praktijk niet veel voor dat bedrijven ook daadwerkelijk uit gaan breiden. Wanneer er toch een uitbreiding plaats moet vinden is het voor bedrijven vaak aantrekkelijker om een geheel nieuwe locatie te zoeken waardoor leegstand ontstaat. Bedrijven kennen over het algemeen één representatieve gevel waarachter zich de ruimte bevindt waar daglicht vereist/ gewenst is (kantoor). Daarnaast is er vaak een laad- en losgevel. De overige gevels zijn veelal dichte vlakken van materialen als geprofileerde staalplaat. Door deze opzet is het goed mogelijk om bedrijven tegen elkaar te schuiven. Het schakelen van gebouwen kan zowel een positieve als een negatieve bijdrage leveren aan het toonbeeld in de straat. Er zijn verschillende opzetten om een bedrijventerrein te ontwerpen. Om te bepalen wat de beste methode is voor het inpassen van een bedrijventerrein in het landschap hebben we massastudies gedaan. Door gebruik te maken van blokjes kon er eenvoudig geschoven worden en kregen we visueel een goed beeld van de verschillende opzetten.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Op een bedrijventerrein is het onvermijdelijk dat de vormgeving per bedrijfsgebouw varieert. Het karakter en de functie van elk bedrijf is immers verschillend. Door het consequent toepassen van natuurlijke materialen en kleuren in gevelwanden en elementen ontstaat er op het bedrijventerrein toch een zekere eenheid in verscheidenheid. Deze ontwerpfilosofie zal in de verschillende zones binnen het bedrijventerrein gehanteerd worden.
n
bij kantoren en werkplaatsen bij werkplaatsen. Een voordeel hiervan is dat voorzieningen met elkaar gedeeld kunnen worden. Zo kunnen kantoren een gezamenlijk restaurant delen of autobedrijven gebruik maken van één spuitcabine. Dit heeft een positief effect op de uitstraling van het terrein, maar ook voor de sociale contacten op het bedrijventerrein is het een goede impuls. Bedrijven komen meer in contact met elkaar. De indeling van de zones en de bedrijven is erg locatieafhankelijk. De grotere bedrijven zullen meer centraal op het bedrijventerreinen en aan de snelwegzijde gesitueerd zijn terwijl de ruimten naast de bestaande dorpsbebouwing en het landschap gereserveerd is voor kleinschaligere bedrijven.
Zonering Voor het beeldkwaliteitsplan zal er een plankaart van het bedrijventerrein gemaakt moeten worden waar onder andere de infrastructuur, de zones, de bebouwing, en het groen op aangegeven wordt. De richtlijnen die opgesteld worden zijn op deze manier inzichtelijker voor de lezer. Verschillende Kavel- Het is verstandig om naast het type bedrijf per zone ook bedrijven worden op het voorbeeldterrein ingedeeld voorschriften de bouwhoogten en bouwvolumes voor te schrijven. Deze naar hun functie en milieuklasse. Zo is een werkplaats van dragen bij aan een goede inpassing in het landschap. Zo milieuklasse 3 niet gewenst naast de bestaande kleinschalige zal de bebouwing aan de snelwegzijde zoals showrooms dorpsbebouwing maar zal een kleine praktijk hier prima (auto’s, sanitair etc.) en kantoren een langgerekte vorm op zijn plaats zijn. Bedrijven die vallen in de milieuklassen voorgeschreven krijgen. Deze langgerekte vorm sluit 4 t/m 6 zoals vuilverbrandingen en raffinaderijen zullen het bedrijventerrein af van de drukke weg en geeft een op locaties gevestigd moeten worden buiten waardevolle rustig beeld voor het snelle verkeer op de snelweg. De landschappen. Deze bedrijven nemen over het algemeen hoogte is wel beperkt om een te sterke wandwerking te veel ruimte in, zorgen voor een zware milieubelasting en een voorkomen. Gebouwen in de centraal gelegen kantoorzone brengen een rommelig beeld met zich mee. Ze horen thuis op mogen meerdere bouwlagen bevatten en hoger zijn dan industrieterreinen. de omliggende zones. De verschillende voorgeschreven maximum bouwhoogtes en massavormen zijn ontleent naar Categorie 1 t/m 3 blijven over voor de gemengde een studie van bebouwing op bestaande bedrijventerreinen. bedrijventerreinen waar wij ons op richten. Zoals eerder vermeld worden de bedrijven ingedeeld op functie, milieubelasting en grootte waardoor er een goede indeling ontstaat op het terrein. Showrooms bij showrooms, kantoren
Procesboek | 35
36 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Wanneer men toch genoodzaakt is om hoger te bouwen zal Bebouwings- In de zonerichtlijnen zal ook een maximum en minimum er eerst gekeken worden of er de mogelijkheid bestaat om percentage bebouwingspercentage opgenomen worden. Het deels onder de grond te bouwen. Er zal zo meer bouwvolume bebouwingspercentage is verantwoordelijk voor een groot ontstaan zonder boven de vastgestelde maximum deel van de zone-uitstraling. Vooral bij grote kavels kan een bouwhoogte uit te komen. In het geval dat dit niet mogelijk is hoog bebouwingspercentage leiden tot een overweldigende zal er uitvoerig onderzocht worden of er een passende kavel massa wat op die locatie misschien niet wenselijk is. Een te op het terrein aanwezig is waar er zo min mogelijk hinder laag bebouwingpercentage werkt echter grote hoeveelheden ontstaat door hogere bebouwing. De zichtlocaties aan de buitenpandige opslag en activiteiten in de hand. Deze opslag randen van het terrein worden bebouwd met relatief lage en activiteiten kan door het opstellen van richtlijnen wel bebouwing en de hoogte van gebouwen zal naar de kern van tegengegaan worden. Na vergelijking van verschillende het terrein oplopen. bedrijventerreinen is gebleken dat het gemiddelde bebouwingspercentage tussen de 60 en 70 procent ligt. Om Naast bouwhoogtes worden ook de maximum en een bedrijventerrein een open en groen karakter te geven zal minimum breedtes en dieptes van de bebouwing per zone het bebouwingspercentage hier echter onder moeten liggen. voorgeschreven. Er zal ook worden opgenomen wat de toegestane afstand is tot de kavelgrenzen en of de gevels in één lijn moeten liggen of juist moeten verspringen. Er zijn zones waar een rustig straatbeeld gewenst is. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door de voorgevels allemaal op dezelfde rooilijn te plaatsen. Aan de buitenzijde van de landschapszone is dit echter niet gewenst doordat deze indeling een sterke wandwerking creëert. Door de gebouwen wat verder van de weg af te plaatsen en de onderlinge afstand te vergroten ontstaat er een ruimtelijk beeld. Deze extra vrijgekomen ruimte kan besteedt worden aan een groene invulling wat ten goede komt aan het natuurlijke karakter van het bedrijventerrein.
Procesboek | 37
> Infrastructuur hoofdstuk 9 Algemeen Voor een bedrijventerrein is de bereikbaarheid en toegankelijkheid erg belangrijk. Om ervoor te zorgen dat het bedrijventerrein toegankelijk is zal er een goede infrastructuur aangelegd moeten worden. Om tot het juiste wegprofiel te komen zal er onderzoek worden gedaan naar de verschillende mogelijkheden. Door het analyseren van verschillende wegprofielen kunnen de voor- en nadelen omschreven worden. Hierdoor ontstaat er een duidelijk beeld wat de beste infrastructuur voor het bedrijventerrein zal zijn. Het is belangrijk dat er eerst gekeken wordt de soorten verkeer die op een bedrijventerrein aanwezig zijn. Zo zal er in verhouding veel vrachtverkeer voorkomen wat een rol zal spelen in de opzet van het wegprofiel, maar ook de structuur van de wegen op het terrein. De infrastructuur zal niet alleen bestaan uit een breed wegdek, ook fiets- en wandelpaden behoren tot de infrastructuur. Er zal moeten worden gekeken wat voor verkeertechnische maatregelen getroffen moeten worden voor bestuurders, fietsers en voetgangers. Het streven is naar een veilige en overzichtelijke verkeerssituatie voor alle partijen. Bij het ontwerpen van het wegprofiel werd ook gekeken of de ecologie hierin opgenomen kon worden. Zo zullen er als scheiding tussen de rijbaan en het fietspad straatwadi’s aangelegd worden. Hierin wordt het water op een natuurlijke manier gefilterd en afgevoerd. Om ervoor te zorgen dat er voldoende groen langs de infrastructuur van het bedrijventerrein zal zijn is er een bufferstrook ontworpen die opgenomen wordt in het wegprofiel.
38 | Procesboek
Doordat de buffer opgenomen wordt in de openbare ruimte zal deze zone op de juiste wijze beheerd worden en een goede uitstraling krijgen. De ontsluitingen hebben een grote invloed op de toegankelijkheid en bruikbaarheid van het bedrijventerrein. Hier dient dus voldoende aandacht aan gegeven te worden. Het doorsnee bedrijventerreinen kent vaak een minimum aan ontsluitingen op het omliggende wegennet. Het gevolg hiervan is dat de terreinen erg afgesloten zijn en weinig affiniteit hebben met de omliggende omgeving. De makkelijke beveiliging is wel een voordeel aan deze opzet. In de voorbeeldlocatie is gekozen voor een vijftal ontsluitingen. De hoofdontsluiting is gelegen in de entreezone en direct naast de afrit van de A15 gesitueerd. Deze ontsluiting zal toegankelijk zijn voor al het verkeer en door de strategische ligging nabij de op- en afrit zullen de dorpswegen minimaal belast worden door het verkeer van het bedrijventerrein. Om het bedrijventerrein meer te verweven met het aanliggende dorp zijn er 3 ontsluitingen in de woon/werkzone ontworpen. Deze zijn om hinder voor de bewoners te voorkomen niet toegankelijk voor vrachtverkeer. De vijfde ontsluiting ligt aan de andere kant van het terrein in de landschapszone en is aangesloten op de bestaande Engelandweg. In de praktijk zal weinig verkeer deze ontsluiting gebruiken maar zal deze voornamelijk bestemd zijn voor de bewoners van deze weg.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Drempel en Het bedrijventerrein zal voor de verkeersveiligheid en Zebrapad de rust op het terrein een 30 kilometer zone worden. Om deze 30-kilometer-per-uur-grens te bewaken is het verstandig om op lange rechte wegen verkeersdrempels aan te leggen. Deze kunnen gecombineerd worden met voetgangersoversteekplaatsen. Naast de veiligheid en rust op werkdagen zal het bedrijventerrein ook niet geschikt zijn voor snelheidsraces. Deze vinden vaak illegaal op avonden en weekenden plaats.
n
Vluchthaven Voor alle varianten geldt dat het toepassen van vluchthavens op een aantal plaatsen op het terrein wordt aanbevolen. Deze vluchthavens mogen alleen worden gebruikt in het geval van nood of om de informatieborden te raadplegen. Parkeren is op deze plaatsen niet toegestaan. Het toepassen van deze vluchthavens garandeert een goede doorstroming van het verkeer op de wegen en een veilige situatie in het geval van nood.
Procesboek | 39
Variant 1 De eerste variant is een minimale opzet. Deze bestaat uit een dubbele rijweg voor motorvoertuigen. Voetgangers kunnen veilig over de voetpaden aan weerszijden van de weg lopen. Een groot nadeel is het ontbreken van een fietsstrook of fietspad. Om mensen te stimuleren om met de fiets naar het werk te komen zullen deze omstandigheden in orde moeten zijn. De kleine ruimte die deze minimale opzet inneemt kan worden gezien als een voordeel. Variant 2 In tegenstelling tot variant 1 is er in de tweede variant gekozen een fiets(suggestie)strook aan te leggen. Deze fiets(suggestie) strook is een groot voordeel voor fietsers. Het geeft ze een eigen plek op de weg. Een ander voordeel is de betere manoeuvreerbaarheid voor vrachtwagens door de bredere wegopzet. Met name in bochten zal dit erg gewaardeerd worden. Toch zijn de fiets(suggestie)stroken met het vele vrachtverkeer op bedrijventerreinen niet de veiligste oplossing. Variant 2 kent net als de eerste variant een betrekkelijk lage ruimteclaim.
40 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 3 Variant 3 kent twee losse rijbanen, gescheiden door middel van een groenstrook. Ook de voetgangers hebben weer hun eigen plek in de opzet. Fietsers zullen samen met het zware motorverkeer de smalle rijbaan moeten delen. Dit zal voor problemen zorgen doordat er niet kan worden ingehaald. In de praktijk zal dit voor veel irritatie tussen de verkeersstromen leiden. Blijft de fietser op de rijbaan rijden dan zal het motorvoertuig achter hem gestoord worden. Kiest de fietser voor de veiligheid voor het trottoir dan zal dit tot conflicten leiden met de voetganger. Verder is het erg lastig manoeuvreren voor vrachtverkeer in bochten en bij perceelontsluitingen. Kortom: deze variant is niet geschikt.
n
Variant 4 Deze vierde variant heeft veel overeenkomsten met de vorige variant. Het enige verschil is de fiets(suggestie)stroken die hier ontworpen zijn ten behoeve van de veiligheid van de fietser. Door deze fiets(suggestie)strook wordt de rijbaan tevens breder waardoor het voor met name vrachtverkeer makkelijker is om te manoeuvreren in de bochten. Variant 4 is veel geschikter dan de vorige variant maar de losse rijbanen en de fiets(suggestie)stroken zijn nog niet ideaal.
Procesboek | 41
Variant 5 Variant 5 is de meest ruime variant. Dit brengt ons direct bij het grootste nadeel: de hoge ruimteclaim. Naast de hoge ruimteclaim is ook de manoeuvreerbaarheid voor vrachtverkeer matig door de twee smalle rijbanen voor motorvoertuigen. Wat in tegenstelling tot de vorige varianten we een groot voordeel is zijn de vrijliggende fiets- en wandelpaden. Deze zorgen voor veilige situaties en komen ten goede aan de bereikbaarheid van de bedrijfsgebouwen voor deze verkeersstromen. De bereidheid om met de fiets naar het werk te komen zal verhogen. De wegen kunnen door het toepassen van groen fraai ingepast worden in haar omgeving.
42 | Procesboek
Variant 6 In de zesde variant hebben alle verkeersstromingen hun eigen zone. Naast 2 rijbanen voor motorvoertuigen is er een fietspad en trottoir aanwezig. Deze zijn afgescheiden door middel van een groene strook waar eventueel bomen of struiken geplant kunnen worden. De infrastructuur is ruim opgezet met veel verharding. Door het toepassen van veel groen kan dit toch landschappelijk ingepast worden. Het scheiden van de verkeersstromen is een groot pluspunt voor de verkeersveiligheid. Zowel chauffeurs van motorvoertuigen, fietsers en voetgangers zullen met een veilig gevoel gebruik maken van de infrastructuur. Een nadeel van de ruime opzet is de grote ruimteclaim en het grote verharde oppervlakte. Dit laatste kan door middel van het toepassen van veel groen mooi worden ingepast.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Variant 7 Variant 7 lijkt sterk op de vorige variant. Op het vrijliggende dubbele fietspad na zijn er geen verschillen tussen de twee. Dit vrijliggende dubbele fietspad kent een aantal voordelen. De eerste is het ruimtegebruik. Eén dubbel fietspad neemt minder ruimte in beslag dan twee enkele fietspaden. Een ander voordeel is de route van het fietspad. Dit dubbele fietspad kan makkelijker van de rijbaan afwijken en een eigen route kiezen. Bijvoorbeeld door een groene ecologische zone. Er kan worden gekozen het fietspad alleen in zones aan te leggen waar veel werknemers actief zijn. Een fietspad langs een kantoor zal van grotere waarde zijn dan langs een opslagloods.
Procesboek | 43
> Ontwerpproces hoofdstuk 10 Indeling Na het beoordelen van de massastudies hebben we Elke zone zijn eigen karakteristieke eigenschappen gekregen. met behulp van schetsen een ontwerp gemaakt van het voorbeeldterrein. Hierin zijn de belangrijkste voordelen die Verkaveling Na het indelen van de zones is de voorbeeldverkaveling voort zijn gekomen uit de massastudies verwerkt. We hebben ontworpen. Bij de ligging van de gebouwen hebben we eerst de indeling van het terrein bepaald. Hierbij hebben we vooral gelet op de infrastructuur en de omgeving. Zo zullen gekozen om niet uit te gaan van het bestaande terrein maar de representatieve gevels naar de weg gericht zijn en is er door situering aan te passen. De reden hiervan is dat het terrein nu de plaatsing van de gebouwen voldoende ruimte voor opslag lang en uitgestrekt is waardoor het zicht vanaf de snelwegen en parkeren rondom de bebouwing. De gebouwhoogtes lopen geheel ontnomen wordt. Tevens willen we het terrein meer vanaf de rand van het bedrijventerrein op van laag naar hoog laten aansluiten bij het dorp. In de nieuwe indeling kunnen om zo een geleidelijke overgang te maken. veel verschillende zones gecreëerd worden waardoor het beeldkwaliteitsplan bij veel projecten toegepast kan worden. Ecologie Door het terrein in verschillende zones in te delen is het eenvoudiger om een doorgaande ecologische strook tot in het hart van het bedrijventerrein te laten lopen. De ecologische Infrastructuur Vervolgens hebben we de infrastructuur ontworpen waarbij we de bevindingen uit ons onderzoek naar infrastructuur op zone is hiervoor gereserveerd. Dit groene parklandschap zorgt bedrijventerreinen hebben gebruikt in het ontwerpproces. voor een aangename werkomgeving voor de werknemers op Om het terrein goed te integreren in zijn omgeving hebben het bedrijventerrein en omwonenden. we gekeken naar de wegenstructuur rondom het terrein. Zo hebben we de bestaande Engelandweg gehandhaafd in Beeld- Door alle zones met behulp van voorstudies, kaarten het ontwerp. Door de wegen op het voorbeeldterrein aan te kwaliteitsplan en illustraties uit te werken zal het beeldkwaliteitsplan laten sluiten op de bestaande infrastructuur ontstaat er een gerealiseerd kunnen worden. Het uiteindelijke plan is zo doorlopend geheel waardoor het bedrijventerrein verweven ontworpen dat er voor alle voorkomende situaties op zal worden met het dorp. bedrijventerreinen richtlijnen beschreven kunnen worden. Zo zal het beeldkwaliteitsplan in de toekomst voor de meeste bedrijventerreinen een goed te hanteren instrument zijn. Zonering Met behulp van het basisontwerp van de infrastructuur hebben we het terrein ingedeeld in verschillende zones. De functies van de zones zijn afgestemd op de ligging ten opzichte van zijn omgeving. Zo zal de zone langs de snelweg ervoor zorgen dat de geluidshinder van het verkeer geminimaliseerd wordt en zorgt de bebouwing en de vegetatie ervoor dat het zicht naar de snelweg ontnomen wordt. 44 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Procesboek | 45
> Ecologie hoofdstuk 11 Algemeen Bedrijventerreinen bestaan tegenwoordig voor gemiddeld 80% uit verhard oppervlak. Deze 80% bevat het oppervlakte aan asfalt, bestrating en de platte daken van de bedrijfspanden. Door dit hoge percentage verharding zorgt hemelwater voor een hoge belasting op het gemeentelijke rioolstelsel. Daarnaast is er weinig ruimte voor ecologie op het bedrijventerrein. Het groen dat wel aanwezig is bestaat veelal uit bomenlanen en smalle groenstroken langs de rijweg. Om een bedrijventerrein aantrekkelijker te maken en meer in het landschap op te laten gaan zou er beter met het groen omgegaan moeten worden. Goed is om te kijken naar de karakteristieke eigenschappen van het landschap rondom het bedrijventerrein om deze vervolgens terug te laten komen op het terrein. Een voorbeeld hiervan is dat op veel terreinen waterbassins liggen die als landschappelijke vijvers dienst doen als wateropslag. Als we kijken naar het gebied waar het voorbeeldterrein zich bevindt, dan zou in en rond deze vijver een ooibos gecreëerd kunnen worden. Hiermee breng je een karakteristiek element van uit het Betuwse landschap terug op het terrein en heeft hij nog steeds de functie van wateropslag. Een ander voorbeeld is het gebruik van hagen in plaats van hekwerken als erfafscheiding. In ons gebied komen van oorsprong veel meidoornhagen voor die hiervoor geschikt kunnen zijn. Moderne bedrijventerreinen hebben een groenere uitstraling door brede representatieve groenzones. Deze groene ruimte kent naast een representatieve functie geen extra gebruiksfunctie of ecologische functie. Het is aan te raden deze zones beter te benutten dan nu gebeurd.
46 | Procesboek
Een vegetatiedak zou uitkomst kunnen bieden als alternatief voor de grote verharde dakvlakken. Het kan bij hevige regenval de druk op het rioleringsstelsel verlagen en creëert een nieuwe, rijke ecologie. Door het planten van kruiden en sedums ontstaat een prettige en voedselrijke leefomgeving voor onder andere vogels en insecten. Op veel bedrijventerreinen zijn vijvers terug te vinden. In geval van brand kan het water uit deze vijvers worden gebruikt als bluswater. Deze waterpartijen kunnen ook worden ingezet voor recreatiedoeleinden van de naburige bewoners en als plek om te kunnen pauzeren voor werknemers. Door rondom deze vijvers een openbaar toegankelijk park te ontwerpen kan het bedrijventerrein met zowel het landschap als met het dorp of de stad verbonden worden. Het nodigt mensen uit om naar het bedrijventerrein te komen. Door toepassing van ecologisch groen kan de flora en fauna van het omliggende gebied verbonden worden met het bedrijventerrein. Door toepassing van doorlopende groenzones wordt het contrast tussen de omgeving en het bedrijventerrein verlaagd. Op de meeste bedrijventerreinen komt esthetisch groen voor ecologisch groen. Toch heeft ecologisch groen veel voordelen. Zo heeft ecologisch groen bijvoorbeeld minder onderhoud nodig. Er moet natuurlijk wel onderhoud gepleegd worden, maar niet zoveel als bij esthetisch groen. Bijkomend voordeel hiervan zijn de lagere onderhoudskosten. Het ecologische groen mag niet leiden tot onveilige situaties zoals onoverzichtelijke verkeerssituaties of niet of nauwelijks leesbare verkeersborden. Ook onkruid moet niet geheel de vrije loop krijgen. Dit kan een rommelig beeld veroorzaken.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
De voordelen van groene bedrijventerreinen •
Een prettige werkomgeving verhoogt de creativiteit en de arbeidsproductiviteit van de werknemers.
•
Groen is gezond en zorgt het voor een verlaging van het ziekteverzuim.
•
Een behaaglijk bedrijventerrein verkoopt beter en behoudt ook op langere termijn zijn waarde.
•
Een goede landschappelijke inpassing komt ten goede van de uitstraling van een bedrijventerrein. Een belangrijke stap op weg naar het vergroten van het maatschappelijke draagvlak voor
n
Bomen Veel voorkomende bomen in de Betuwe zijn wilgen, essen en populieren. Wilgen en Essen komen vooral voor in grienden. Grienden zijn binnen- of buitendijkse aanplantingen van wilgen of essen, waarbij het hout op laag afgezette stobben groeit. Het oogsten van de grienden leverde veel werkgelegenheid op. Grienden waren vroeger dan ook een belangrijk onderdeel van de industrie in de Betuwe. Het is een leuk idee om te kijken of er op het bedrijventerrein een griend gerealiseerd kan worden als groen element. Zo heeft het de moderne bedrijvigheid een link met de bedrijvigheid van vroeger en is het tevens een mooie landschappelijke verrijking.
bedrijventerreinen. •
Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen staat steeds hoger op de agenda van ondernemers. Een groen bedrijventerrein kan hieraan bijdragen.
Een andere veelvoorkomende boom is de populier. De populier is samen met de wilg typerend voor het zachte ooibos. Het ooibos is een oorspronkelijke biotoop die voornamelijk voorkomt in natte gebieden. Vooral de zwarte populier was kenmerkend. Helaas is de zwarte populier tegenwoordig één van de meest bedreigde boomsoorten in Europa. Uit het Gelderse Poort onderzoek is echter gebleken dat de zwarte populier de laatste jaren weer spontaan tot ontkieming komt. Aangezien hij goed op zijn plaats is in het rivierenlandschap is het een interessant idee om de aanplant hiervan mee te nemen in het landschappelijke ontwerp. Hij kan zowel solitair als in een laan geplant worden.
Procesboek | 47
Van oudsher zorgt de Betuwe voor een groot deel van de fruitteelt van Nederland. Tegenwoordig neemt de Betuwe nog een derde van de fruitteelt van Nederland voor haar rekening. Vroeger stond de Betuwe vol met hoogstamboomgaarden. Onder de hoogstamboomgaarden kon het vee grazen. De hoogstam had echter ook nadelen. Doordat het fruit relatief hoog hing kon men deze niet plukken zonder het gebruik van een trap of ladder. Om hier een oplossing voor te vinden werden er fruitbomen gekweekt die laag aan de grond bleven zodat er zonder hulpmiddelen fruit geplukt kon worden. Deze vinding betekende echter wel het einde van de hoogstamboomgaarden. Een hoogstamboom is opgebouwd uit een stevige onderstam waarbij de eerste zijtakken pas op ongeveer 180 centimeter of hoger uitlopen. De kroon van een hoogstamboom begint dan ook pas op deze hoogte en kan verschillende vormen hebben. De bomen die het meest als hoogstam worden aangeplant zijn appel-, peren-, kersen-, pruimen- en notenbomen. De tussenliggende afstand van de hoogstambomen in de boomgaard is afhankelijk van de fruitsoort en ligt tussen de 6 en 12 meter. De boomgaard vormt een goed leefgebied voor verschillende planten en dieren. Zo zullen er insecten afkomen op de bloesem van de fruitbomen en deze insecten zorgen vervolgens voor de bestuiving. Zowel de insecten als het fruit zorgen er op hun beurt weer voor dat er vogels op de boomgaard afkomen. Het samenspel tussen de flora en fauna draagt bij aan een goed biologisch evenwicht. Door gevarieerde natuur rondom de boomgaard aan te planten zal het een aangename leefomgeving zijn voor veel diersoorten.
48 | Procesboek
Aangezien de fruitteelt een kenmerkend element is van de Betuwe is het interessant om dit op het bedrijventerrein terug te laten komen. Omdat de functie van deze te realiseren boomgaard vooral esthetisch en niet productief zal zijn kan er gekozen worden voor een hoogstamboomgaard. Deze authentieke vorm van fruitteelt komt steeds minder voor vanwege de introductie van de makkelijker te oogsten laagstamfruitbomen maar is wel heel typerend voor de Betuwe.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Hagen Hagen zijn dicht naast elkaar geplante struiken die toegepast worden als afscheiding. Hagen kunnen een strakke uitstraling hebben of juist een weelderige structuur. De hagen in het rivierengebied zijn karakteristiek voor het oude landschap waar de mei- en sleedoornhagen de meest toegepaste soorten zijn. Hagen worden al toegepast vanaf de Romeinse tijd waar ze veel werden gebruikt als erfafscheidingen. Ze bevatten veel informatie over de historie van een gebied. Het toepassen van hagen als erfafscheiding in het voorbeeldterrein is een goed alternatief voor hekwerken. Deze karakteristieke hagen vergen wel enig onderhoud wanneer ze worden toepast als erfafscheiding. Door elk jaar te snoeien hoeft de haag niet al teveel ruimte in te nemen en blijven ze mooi in model. Een voordeel is dat de hagen ook beschutting en voedsel bieden aan verschillende diersoorten. Zo komen er in het voorjaar veel insecten af op de bloesem die deze struiken dragen. Deze insecten trekken vervolgens weer vogels aan. Doordat deze struiken doorns hebben bieden ze bescherming voor vogels (nesten) en andere kleine dieren. Aan het eind van de zomer en aan het begin van de herfst komen er bessen aan de struik die erg geliefd zijn bij de vogels.
n
Planten, Naast onderzoek naar bomen en hagen die toegepast kunnen struiken en worden op een bedrijventerrein in een bepaald gebied dient kruiden ook de beplanting onderzocht te worden. Ook hier geldt weer dat karakteristieke beplanting uit de omgeving de voorkeur heeft. Dit resulteert in een goede leefomgeving voor de bestaande fauna en zal het bedrijventerrein een uitstraling geven die past bij haar omgeving. Na onderzoek is gebleken dat onder andere de hieronder genoemde planten goed gedijen in de omgeving rondom de projectlocatie. • • • • • • • •
Liggende ereprijs (Veronica prostrata) Wilde ridderspoor (Consolida regalis) Voszegge (Carex vulpina) Veldsalie (Salvia pratensis) Spaanse zuring (Rumex scutatus) Rode bremraap (Orobanche lutea) Kluwenklokje (Campanula glomerata) Rivierkruiskruid (Senecio fluviatilis)
Procesboek | 49
Fauna Bij ons onderzoek naar het landschappelijk verantwoorde bedrijventerrein hebben we ook de fauna onderzocht die aanwezig is in de omgeving van onze projectlocatie. Richtlijnen kunnen immers niet voorgeschreven worden zonder kennis over deze materie. Wat veel mensen niet weten is dat een bedrijventerrein een goed habitat is voor veel dieren en planten. Zo zijn bedrijventerreinen relatief rustig doordat er na vijven en in het weekend weinig tot geen activiteiten plaatsvinden op het terrein. Bedrijventerreinen hebben tevens aanzienlijke oppervlaktes onbebouwde grond. Op veel bedrijventerreinen is water aanwezig in de vorm van sloten en blusvijvers. Deze kunnen aangelegd worden met natuurlijke oevers. Één van de belangrijkste punten is de ligging van de meeste bedrijventerreinen. Ze liggen vaak aan de rand van de stad en het platteland. Dit is gunstig wat betreft het aantrekken van natuur. Er dient te worden onderzocht welke diersoorten er in het landschap rondom het bedrijventerrein voorkomen en in wat voor levensomstandigheden ze goed vertoeven. Bij de aanleg van de groenstructuur op het terrein kan hier rekening mee gehouden worden. In het beeldkwaliteitsplan zijn verschillende diersoorten opgenomen die veel voorkomen in de omgeving van onze projectlocatie. Kikkers, salamanders en padden zullen goed op het bedrijventerrein kunnen leven door de aanleg van water. Dit kan in de vorm van sloten, kanalen of vijvers. Op het voorbeeldterrein zal een parkachtige structuur ontwikkeld worden waarbij de blusvijver ook een ecologische functie vervuld. Het is belangrijk dat er natuurlijke oevers langs de 50 | Procesboek
vijver aanwezig zijn. Het water trekt op zijn beurt ook insecten aan. Deze zijn de voedselbron voor reptielen en amfibieën. Het water trekt ook vogels aan. Vooral de wilde eend is een veel voorkomende gast in vijvers en sloten. Voor de vogels is het ook belangrijk dat er voldoende voedsel te verkrijgen is. Door bomen en struiken aan te planten kunnen ze zaden en bessen eten. Het gebied rondom het voorbeeldterrein wordt gekenmerkt door sleedoornhagen en fruitteelt. Dit zijn twee belangrijke voedselbronnen en dus een goede optie om als groenvoorziening op het terrein te gebruiken. Wanneer we naar het leefgebied van hazen kijken zien we dat deze het liefst in bosranden, windkeringen, ruigtezomen en onder heggen zitten. Ook in hoog gras of tussen de kluiten van een geploegde akker vind je hazenlegers. Struiken en hagen zullen veelvuldig voorkomen op het voorbeeldterrein, omdat we deze als erfafscheidingen toe willen passen. Er zal dus voldoende groen aanwezig zijn wat als leefgebied voor hazen en konijnen kan fungeren. Qua voedsel hebben hazen en konijnen dezelfde voorkeur. Ze eten graag gras, kruiden en loten van jonge bomen en struiken. De aaneengesloten parkachtige structuur die door het terrein zal lopen zorgt voor voldoende voedsel en beschutting.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Bebouwing Niet alleen de natuur kan zorgen voor een goede leefomgeving, ook de bebouwing kan daar een rol in spelen. Het aantrekken van diersoorten kan worden gestimuleerd door naast een geschikte leefomgeving broed- en schuilplekken aan te leggen. Verschillende nestkasten kunnen in de bebouwing worden geïntegreerd waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van een spouwmuur. Deze voorzieningen kunnen zonder veel extra kosten ontworpen worden in de bebouwing. Omdat er op ons terrein verschillende bouwmaterialen gebruikt worden zal er per zone gekeken worden of er mogelijkheid is tot het plaatsen van schuilplekken in de bebouwing.
Procesboek | 51
> Hemelwater hoofdstuk 12 Algemeen Het ministerie van VROM heeft in 2006 het voorstel gedaan om voor bedrijven de zogenaamde ‘afkoppelplicht regenwater’ in te voeren. Het komt erop neer dat bedrijven zelf een oplossing moeten vinden voor de afvoer van grote hoeveelheden regenwater. Omdat de meeste bedrijfspanden een plat dak hebben, vangen ze een geruime hoeveelheid water op. Dit regenwater zou dan niet meer via het riool geloosd mogen worden. Er zal dus een andere oplossing gevonden moeten worden. Zo zijn er tegenwoordig installaties waarbij de toiletten gespoeld worden met regenwater. Dit is een optie, maar niet voldoende om al het opgevangen regenwater af te voeren. Aangezien er in Nederland relatief veel regen valt zal er een oplossing moeten komen om het regenwater goed en effectief op te slaan. Gemiddeld valt er zo’n 810mm regenwater per jaar in Nederland. De ene maand is extremer dan de andere en ook verschild het per provincie, maar 810mm is een gemiddelde hiervan. Op basis van de milieucategorieën van bedrijven kan al in de ontwerpfase worden bekeken welke technieken het beste toegepast kunnen worden. De terreinen van bedrijven uit categorie 1 en 2 kunnen hetzelfde worden beoordeeld als woonwijken. Bij hogere milieucategorieën en de gevallen die in de opsomming hiernaast zijn opgenomen wordt aangeraden om maatwerk te leveren.
52 | Procesboek
• • • • • • •
Bedrijven met veel uitstoot van stof Bedrijven met thermische processen Bedrijven die (uitlogende) materialen buiten opslaan Wasplaatsen in de open lucht Bedrijven met productieprocessen in de buitenlucht Bedrijventerreinen met veel vrachtverkeer Bedrijventerreinen met veel overslag van goederen
Omdat wij in ons beeldkwaliteitsplan aangeven dat er gebruik moet worden gemaakt van vegetatiedaken wordt het verhaal echter iets anders. Een vegetatiedak heeft als voordeel dat neerslag van stof- of roetdeeltjes door de vegetatie opgenomen wordt. Dus daar waar een bitumineuze dakbedekking juist voor extra vervuiling kan zorgen, filtert een vegetatiedak het regenwater. Hierdoor hoeven er ook geen extra zuiveringsmaatregels getroffen worden. Wel kan het ‘gefilterde’ regenwater via een wadi afgevoerd worden. Een wadi is een droge greppel van ± 0,7 meter diep en een breedte van ± 4 à 5 meter. Onder de bodem ligt een drainerende laag van 0,4 meter dikte met daarin een drainageleiding.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Het is belangrijk dat de wadi als natuurelement beheerd wordt. De wadi wordt ingezaaid met een mengsel van gras en wilde planten. Ook worden er her en der lage wilgenstruiken geplant. Door de relatief flauwe helling (1:1,5) is een wadi een aantrekkingsbron voor reptielen, insecten en daardoor ook vogels. Ook bepaalde moeras- en oeverplanten gedijen goed in deze omgeving. Het gefilterde water moet tenslotte nog naar een opslagplaats geleid worden. Vaak zijn er bassin(s) op een bedrijventerrein aanwezig waar het regenwater in opgeslagen wordt. Deze waterbassins worden vaak gebruikt als bluswatervoorzieningen bij een eventuele brand. We kunnen ook nog een stapje verder gaan, door de ecologie nog meer bij dit soort bassins te betrekken. Zo zou er door de taluds mooi aan te planten en er verschillende waterplanten en vissen in te plaatsen een goed biologisch evenwicht gecreëerd kunnen worden . Het wordt dan meer een natuurlijke vijver dan een opslagplaats voor overtollig regenwater. In het voorbeeldterrein zal dit zeker terug te vinden zijn.
Procesboek | 53
> Landschappelijke inpassing hoofdstuk 13 Algemeen Om een goede inpassing te creëren van het bedrijventerrein in het landschap zal er onderzoek gedaan moeten worden naar verschillende overgangsvormen. Door verschillende vormen uit te werken en te analyseren kan er gekozen worden voor een juiste overgang voor het voorbeeldterrein. Om een zo realistisch mogelijk beeld te krijgen hebben we ervoor gekozen om de overgangen in 3D te ontwerpen. Zo kan men uit verschillende hoeken bekijken hoe het zicht richting het voorbeeldterrein eruit komt te zien. Naast de 3D ontwerpen hebben we overgangen op bestaande bedrijventerreinen geanalyseerd. Variant 1 In variant 1 is gekozen om een dijk aan te leggen en deze met gras en planten te laten begroeien. Voor de dijk worden bomen geplant om het zicht enigszins te breken. In een rivierenlandschap zijn dijken veelvoorkomende elementen waardoor dit voor een bedrijventerrein in deze landschappen een oplossing zou kunnen zijn. Een nadeel van een dijklichaam rondom een bedrijventerrein is dat het gelijk een afgesloten geheel wordt. Aangezien wij het bedrijventerrein graag een open en toegankelijk karakter willen geven zal deze overgang geen optie zijn.
54 | Procesboek
Variant 2 In variant 2 is ervoor gekozen om een zo natuurlijk mogelijke buffer te creëren. Dit beeld zal ontstaan door bomen en heesters willekeurig te planten. Er zal dus geen structuur en regelmaat aanwezig zijn in het beplantingsplan. Deze manier van beplanten kan het beste toegepast worden in de landschapszone. Dat de beplanting op sommige plaatsen voor een dichte groenstructuur zorgt is geen probleem, maar het is wel belangrijk dat de beplanting er niet voor zorgt dat de gehele zone een dichte muur van groen wordt. De zichtlijnen vanaf het bedrijventerrein naar het landschap en andersom moeten bewaard blijven. Ook in deze variant is ervoor gekozen natuurlijke gevelmaterialen toe te passen.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 3 Bij deze variant is duidelijk te zien dat er gebruik gemaakt wordt van lage beplantingsvormen met hier en daar een boom. Deze indeling zal voor zowel voor de bufferzone langs de snelweg als voor de buffer langs de landschapzone geschikt kunnen zijn. Door de toepassing van deze groene buffer langs de snelwegzone zal het verkeer op de A15 voldoende zicht hebben op de bedrijfspanden en zal er tevens een groene uitstraling aanwezig zijn. In de landschapszone zal de overgang het bedrijventerrein minder afsluiten dan in de tweede variant. Het is daarom van belang dat de inpassing naast de beplanting in de bufferzone bereikt wordt door de materialisering van de bebouwing. De gevels in de landschapzone zullen bestaan uit natuurlijke materialen als hout en vegetatiewanden.
n
Variant 4 In deze variant hebben we bewust geen beplanting en natuurlijke gevelmaterialen toegepast om aan te tonen hoe kaal en strak een zone eruit zal zien wanneer deze groene elementen niet aanwezig zijn. Bij veel bedrijventerreinen is dit echter wel de realiteit en is het contrast tussen het landschap en het terrein erg groot. Variant 4 is dan ook ongeschikt voor ons het landschappelijk inpassen van bedrijventerreinen.
Procesboek | 55
Variant 5 Langs het voorbeeldterrein loopt een beek(je). Om het karakter van het rivierenlandschap te versterken hebben we gekozen om deze beek mee te nemen in het ontwerp van de bufferzone. Door een laan van bomen mee te laten lopen met de beek versterkt dit het lijnvormige karakter van het landschap. Ondanks het feit dat een laan met bomen karakteristiek is voor het landschap zal het voor de buffer langs de snelwegzone geen optie zijn. Deze bedrijven in de snelwegzone hebben immers niet voor niets een kavel op een zichtlocatie aangekocht. In de buffer rondom de landschapszone zou dit wel kunnen, maar er moet wel gekeken worden naar de onderlinge afstand van de bomen. Het mag geen dichte muur van groen worden. De voorkeur zal echter uitgaan naar een meer open structuur.
56 | Procesboek
Variant 6 Variant 6 heeft veel weg van variant 1. Een verschil is dat er hier een fietspad is gesitueerd op de dijk. Aan weerszijden van de dijk zijn bomen en heesters gepland. Door een fiets- en wandelroute over de dijk te maken zal het bedrijventerrein minder gesloten ogen dan bij variant 1 en krijgt het dijklichaam naast een afscheidende functie ook een gebruiksfunctie. Voor fietser en voetgangers zal de dijk een mooi uitzicht bieden over het bedrijventerrein en het omliggende landschap. Ondanks dat deze variant waarschijnlijk minder gesloten overkomt dan variant 1 is ook dit niet de meest ideale oplossing voor het voorbeeldterrein.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Variant 7 Het voorbeeldterrein is gelegen in de Betuwe, een regio die bekent staat om zijn fruitteelt. We hebben in variant 7 op deze karakteristieke eigenschap van het landschap ingespeeld door de buffer rondom het bedrijventerrein in te richten als boomgaard. Er zal een groene afscheiding van meidoornhagen geplaatst worden met daarachter de hoogstam fruitbomen. Door het toepassen van hoogstam in plaats van laagstam fruitbomen bomen zal er meer zicht van en naar het bedrijventerrein zijn. Deze variant kan goed worden toegepast in de buffer langs de landschapszone. Voor de buffer langs de snelweg zal deze variant minder interessant zijn vanwege zijn relatief dichte groenstructuur.
n
Conclusie De structuur van de bufferzone is afhankelijk van het landschap en van de functie en het uiterlijk van de achterliggende bebouwing. Variant 2 zal de meest geschikte variant zijn voor de landschapszone. Het bedrijventerrein is vanuit het landschap te zien zonder dat dit een storend effect heeft. Omgekeerd kan er vanaf het bedrijventerrein ook naar het mooie open landschap rondom het bedrijventerrein gekeken worden. Het natuurlijke karakter wordt bereikt door de beplanting in de bufferzone en het toepassen van houten gevels en vegetatiewanden. De buffer langs de snelwegzone zal een combinatie zijn tussen variant 2 en variant 5. Het nu al aanwezige beekje zal behouden blijven en deel uitmaken van de bufferzone. Tevens zal de willekeurige manier van beplanten zoals is omschreven in de zesde variant toegepast worden in deze zone. De beplanting zal echter minder dicht op elkaar staan dan de beplanting in de buffer langs de landschapszone waardoor een zeer open structuur zal ontstaan.
Procesboek | 57
> Wonen op bedrijventerreinen hoofdstuk 14 Algemeen Wonen op een bedrijventerrein kan een interessante oplossing zijn voor bepaalde doelgroepen. De vraag naar woningen met een werkruimte wordt steeds groter. Een voordeel van wonen op een bedrijventerrein zijn de kosten. Een kavel op een bedrijventerrein zal stukken goedkoper zijn dan een kavel in een dorp of stad. Het kan om deze reden voor verschillende doelgroepen interessant zijn om op een bedrijventerrein te wonen. De belangrijkste doelgroep zijn degene die een woon- en werkcombinatie zoeken. Dit zijn vaak zelfstandig ondernemers zonder personeel die een ruimte aan huis hebben waar een praktijk, kantoor, werkplaats of opslag gecreëerd wordt. Ook voor grote gezinnen is een woning op een bedrijventerrein een optie. Tevens zal het voor veel starters interessant zijn om een woning te kopen op een bedrijventerrein. Het principe hiervan is om na een tijdje door te stromen zodat andere starters ook een kans krijgen. Het is dus belangrijk om bij het ontwerpen rekening te houden met de verschillende doelgroepen die in aanmerking komen voor een woning op een bedrijventerrein. Bedrijfsgebonden woningen zullen niet zo snel toegestaan worden als bedrijfsgerelateerde woningen. Dit komt omdat mensen die in een bedrijfsgerelateerde woning wonen de geluidsoverlast die op een bedrijventerrein aanwezig is zullen accepteren. Deze mensen zorgen zelf immers ook voor bedrijvigheid op het terrein. Gewone woningbouw zal eerder voor klachten en schadeclaims zorgen waardoor de bedrijven op het terrein niet meer optimaal kunnen functioneren. Het is belangrijk om voor het bouwen van woningen op een bedrijventerrein richtlijnen op te stellen. De stellingen in de kolom hiernaast gelden voor wonen op bedrijventerreinen. 58 | Procesboek
• • •
•
• •
•
De woningen mogen in geen enkel geval de bedrijfsactiviteiten hinderen. De woningen moeten de levendigheid en sociale veiligheid op het bedrijventerrein vergroten. De woningen moeten efficiënt gebruik maken van het achterterrein. De voorterreinen moeten een tuinuitstraling krijgen waardoor opslag niet gewenst is. De maximale geluidsbelasting op woningen zal op bedrijventerreinen overschreden kunnen worden. Belangrijk is om de juiste bedrijven te plaatsen in de omgeving van de woningen. De woningen zullen een overgang vormen tussen de bestaande bebouwing en bedrijfspanden. De woningen moeten een industriële woonuitstraling krijgen en gelijkenissen vertonen met de aanliggende bebouwing. De woningen moeten ruimtelijk en grootschalig worden opgezet maar mogen qua schaal niet veel groter zijn dan de bestaande bebouwing.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Hieronder zijn twee voorbeelden opgenomen van wonen op een bedrijventerrein. In de eerste afbeelding zie je dat men een “traditionele” woning naast een groot bedrijfspand heeft gebouwd. Wat direct opvalt is de woning en het bedrijfspand weinig samenhang hebben met elkaar. Dit levert een erg storend beeld op. In de tweede afbeelding is een voorbeeld te zien van een bedrijfswoning die gecombineerd is met het bedrijf. De stijlen sluiten hier goed op elkaar waardoor er een homogeen beeld ontstaat. Dit homogene beeld zorgt voor een rustig beeld. Door deze woon/werkcombinaties aan de rand van het bedrijventerrein aan de zijde van de kleinschalige bebouwing te plaatsen ontstaat een geleidelijke overgang. Belangrijk is wel dat de bouwstijl van de woon/ werkcombinaties niet teveel afwijkt van de bestaande woningen.
n
De nadelen van wonen op bedrijventerreinen •
Omdat men tussen bedrijvigheid woont kan er enige geluidsoverlast ontstaan. Dit zal meestal alleen overdag zijn tijdens normale werktijden.
•
Stankoverlast kan ook voorkomen, al is dit geheel afhankelijk van de werkzaamheden op het bedrijventerrein. Ook vrachtverkeer kan stank- of geluidsoverlast met zich meebrengen.
De voordelen van wonen op bedrijventerreinen •
Door het wonen en werken te combineren krijgt een bedrijventerrein een eigen karakter. Het is niet saai wonen en de sociale binding is groot. ‘s Avonds en in de weekenden is het vaak een oase van rust. Kinderen hebben de ruimte en het bedrijventerrein wordt na vijf uur geen leeg en saai gebied.
•
Doordat er na werktijd nog mensen wonen en recreëren is er een goede sociale controle. Iets wat normaal niet vanzelfsprekend is op een bedrijventerrein.
•
Bedrijventerreinen zijn goed bereikbaar door hun vaak strategische ligging naast drukke doorgaande wegen. Tijdens drukke tijden, vooral ‘s ochtends met het binnenstromen van auto’s en ‘s avonds met de vertrekkende voertuigen, kan filevorming ontstaan. Dit is een omgekeerde beweging in vergelijking met woongebieden waar iedereen ’s ochtends uit probeert te komen en ‘s avonds iedereen terugkomt. Bij het realiseren van woningbouw op bedrijventerreinen beweegt de bewoner zich in omgekeerde richting van het overige verkeer en kan hierdoor snel op het wegennet komen.
Procesboek | 59
60 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Voorbeeld In de huidige situatie is er een duidelijke grens aanwezig locatie tussen het dorp Andelst en het bedrijventerrein. De woningbouw komt tot een abrupt einde en gaat over in grote loodsen en gebouwen veelal gemaakt van geprofileerde staalplaten wat voor een groot contrast zorgt. Om dit contrast te verlagen kan deze grenszone bebouwd worden met hoogwaardige woningen, bedrijfswoningen en kleinschalige bedrijfspanden. Door vanuit de rand van het bedrijventerrein steeds grotere bebouwing toe te staan zal er een geleidelijke overgang ontstaan. Deze geleidelijke overgang zal versterkt worden door het toepassen van veel groen. Omdat een bedrijventerrein zowel geluidshinder als stankoverlast met zich mee kan brengen is het verstandig om bedrijventerreinen waar wonen toegepast wordt te beperken tot milieuklasse 3. Zo zal extreme geluid- en stankoverlast geweerd worden. De aantrekkelijkheid van het wonen op het bedrijventerrein neemt hiermee toe.
n
Openbaar vervoer Dichtbij het bedrijventerrein ligt het treinstation ZettenAndelst. Vanuit dit station vertrekt elk uur, en in de ochtend- en avondspits om het half uur, een trein naar Arnhem en Tiel. Ook rijden er om het half uur bussen langs het bedrijventerrein. Winkels Andelst beschikt over een supermarkt en een aantal kleine ondernemingen en ligt erg centraal waardoor je met de auto of het openbaar vervoer snel in Arnhem, Nijmegen, Wageningen of Tiel bent. Dit zijn vier steden met een groot scala aan winkels en bedrijven. Horeca Buiten de faciliteiten die Andelst en Zetten te bieden hebben is het goed om een Grand Café/restaurant op het terrein te ontwerpen. Hier kunnen zowel de bewoners, het personeel en mensen uit de omgeving komen eten of een kop koffie drinken.
Sport Aan de overzijde van de snelweg ligt een sportpark. Dit sportpark beschikt over een aantal tennisbanen, een binnenzwembad en een tweetal voetbalvelden. Ook aan de kant van het bedrijventerrein zelf is een voetbalclub gevestigd. Deze ligt op loopafstand van het bedrijventerrein. Er zijn dus voldoende mogelijkheden om een sport te beoefenen. Het plaatsen van een fitnesscentrum op het bedrijventerrein is een goede optie om mensen van buitenaf naar het bedrijventerrein te halen. Ook voor mensen die op het terrein werken, is het een goede voorziening om tussen de middag of na het werk even stoom af te blazen en lekker te sporten. Procesboek | 61
> Verlichting hoofdstuk 15 Algemeen Een probleem dat de laatste jaren steeds vaker voorkomt in Nederland is de lichtvervuiling. ‘s Avonds en ‘s nachts worden er gigantische hoeveelheden licht geproduceerd door auto’s en huishoudens. De grootste lichtvervuilers zijn echter toch de infrastructuur, industrie, bedrijventerreinen en natuurlijk de kassen in het Westland. In veel gevallen is dit zelfs vanuit de ruimte zien. Een groot gedeelte van de verlichting heeft geen of weinig nut en is dus verspilling van de steeds schaarser wordende energie. Een ander bijkomend nadeel is dat meer dan 50% van de dieren ’s nachts actief is. Dieren worden vaak aangetrokken of juist afgestoten door licht. Er ontstaat hierdoor een versnippering van de leefgebieden, maar ook kunnen ze makkelijker ten prooi vallen aan andere dieren. Daarnaast ontregelt het de biologische klok die gestuurd wordt door licht en donker. Een goed voorbeeld hiervan is dat vogels eerder gaan fluiten en eerder of later paren, nestelen of trekken. Dit beïnvloedt de overlevingskansen van de soorten sterk. Uit onderzoek is gebleken dat negen van de tien Nederlanders willen dat reclame- en sierverlichting voortaan na 12 uur ’s nachts uit gezet wordt. Dit om energie te besparen, maar ook om lichtvervuiling te voorkomen. 88 Procent van de Nederlanders is het eens met de stelling ‘Bedrijven die zeggen het milieu een warm hart toe te dragen moeten ‘s nachts geen lichtgevende reclamemasten gebruiken.’ Ook kantoren die ’s nachts hun verlichting laten branden zijn een grote bron van ergernis bij de Nederlanders. Deze bevindingen zijn terug te vinden in het onderzoeksrapport van Tangram Advies & Onderzoek. 62 | Procesboek
Ondanks het feit dat veel Nederlanders zich hieraan storen veranderd er nog niet veel. Door bedrijven vaste richtlijnen te geven met betrekking tot het laten branden van verlichting kan lichtvervuiling sterk teruggebracht worden. De verlichting die na 24:00 uur nog brand op een bedrijventerrein is vaak overbodig. Er komen ’s nachts verhoudingsgewijs zo weinig mensen voorbij dat het verlichten van het bedrijfspand of de reclameborden weinig tot geen meerwaarde heeft. Het zal niet alleen de lichtvervuiling tegen gaan, maar het scheelt de ondernemer op jaarbasis ook de nodige onkosten. Dit zou een extra stimulans moeten zijn. Deze richtlijn zal niet alleen op ons bedrijventerrein toepast moeten worden, maar de overheid zal een algemene richtlijn moeten vaststellen.
> Reclame hoofdstuk 16 Algemeen Daar waar men nu nog veel reclame-uitingen ziet in allerlei kleuren en maten zal er in de toekomst, om verrommeling te voorkomen, voor gekozen worden om reclame-uitingen in de gevel te integreren. Het is de bedoeling dat een reclameuiting op een logische plek op de gevel wordt geplaatst. De reclame moet een verrijking van de gevel zijn en passen bij de architectuur. Qua grootte dient de reclame in verhouding met de gevel te zijn. Het opstellen van eisen ten opzichte van reclame-uitingen is nodig omdat reclame-uitingen nu vaak voor verrommeling van het totaalbeeld zorgen.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Ook grote reclamezuilen bij een afrit op de snelweg of bij de entree van een bedrijventerrein zijn veelvoorkomende vormen van verrommeling.
Wanneer er niet goed afgebakend wordt wat toegestaan is zal de ondernemer er vaak voor kiezen om een zo uitbundig en opzichtig mogelijke reclame-uiting te plaatsen. Dit om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen het kunnen zien. Zo zie je veel reclame-uitingen op daken of haaks op gevels. Ook reclamezuilen voor het gebouw en aan de kant van de openbare weg zijn geen uitzondering. Om alles nog opvallender te maken zijn veel reclameborden uitgerust met verlichting. Om een wildgroei aan reclame-uitingen te voorkomen is het verstandig om strikte richtlijnen over reclame op te stellen. Een andere reclame-uiting die steeds vaker te vinden is langs snelweglocaties zijn grote mechanische billboards waar verschillende reclames achter elkaar op verschijnen. Buiten het feit dat deze reclames de bestuurder afleiden is het ook een vorm van verrommeling. De gebouwen waar veel van deze billboards op geplaatst worden hebben vaak geen enkele relatie met de reclame die gemaakt wordt.
Procesboek | 63
> Opslag hoofdstuk 17 Algemeen Buitenopslag vindt vaak plaats aan de achtergevel van bedrijfsloodsen of wordt aan het zicht ontrokken door heggen en schuttingen. De reden hiervoor is dat men buitenopslag over het algemeen associeert met rommelig en smerig. Dit is ook vaak het geval. Bij een goed georganiseerd bedrijf, waarbij buitenopslag of productie een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering is, kan deze opslag aantrekkelijk getoond worden en geeft het zo identiteit aan het bedrijf. Hoe dichter de opslag bij de openbare weg wordt geplaatst, hoe sterker het op de belevingswaarde van de bezoeker overkomt. Indien buitenopslag noodzakelijk is gaat de voorkeur uit naar een locatie uit het zicht en afgescheiden met groen. In de richtlijnen kunnen deze eisen opgenomen worden. Aan de hand van de functie en locatie van het bedrijf zullen er specifieke eisen gesteld worden aan de opslag van materiaal en materieel. Uiteraard zal het bedrijventerrein ook aan de algemene milieueisen moeten voldoen. Daarnaast dient er per zone een vaste plaats aangegeven te worden waar opslag mag plaatsvinden. Zodra elk bedrijf zijn goederen lukraak op het terrein plaatst zal dit een rommelig en ongestructureerd beeld geven. Inpandige opslag is te allen tijde de beste oplossing. Wanneer dit niet haalbaar is kan afscherming van de opslag door een groene buffer een oplossing zijn. Er zou bijvoorbeeld een omheining van haagbeplanting geplaatst kunnen worden zoals in de eerste afbeelding of een groen grastalud zoals in de tweede afbeelding. In plaats van allemaal individuele goederen op eigen terrein te plaatsen is het creëren van een gezamenlijke opslagplaats een ruimte- en geldbesparende oplossing. De opslag op eigen 64 | Procesboek
terrein wordt hiermee geminimaliseerd, wat ten goede komt aan de ruimte voor groen. Ook voor bedrijven met een kleine kavel en weinig opslagcapaciteit is dit een ideale oplossing.
> Materiaal en kleur hoofdstuk 18 Algemeen Bedrijventerreinen worden doorgaans gekenmerkt door sterk op de functie gerichte, grootschalige bebouwing. Vanwege de aard van de werkzaamheden zijn de gebouwen in deze gebieden veelal besloten van karkater. Toch is het van belang een goede balans tussen functionaliteit en beeldkwaliteit te vinden. De vormen van de bouwmassa’s, afwisseling van materialen en situering van bedrijfspanden zal leiden tot een gevarieerd maar toch samenhangend gebied. De groeninrichting op de percelen en openbare ruimten zorgt voor een onderbreking van het vaak stenige beeld. Deze eigenschap kan ook toegepast worden op de bebouwing. Zo kan een vegetatiedak of een groene gevel een positief effect hebben op de omgeving. Een ander kenmerk van de bebouwing op bedrijventerreinen is de gevarieerde samenstelling. Bij bedrijventerreinen is voornamelijk de uitstraling naar de omliggende gebieden (veelal snelwegen) van belang. Omdat de terreinen meestal aan de rand van dorpen en steden liggen, zijn ze vanuit het omringende, open gebied ook goed zichtbaar. Bebouwing met een representatieve uitstraling is hier gewenst, opvallende en contrasterende kleuren moeten vermeden worden. Zo zal er voor het door ons uitgedachte terrein een kleuren- en materialenschema samengesteld worden. Voor elke zone worden specifieke kleuren en materiaaleisen gesteld. Dit zullen echter wel duurzame en natuurlijke materialen moeten zijn. Zo kunnen de gevels van loodsen en hallen wel uit geprofileerde gevelbeplating bestaan, alleen moeten ze dan wel aan een bepaald kleurenschema voldoen hetzelfde profiel hebben. Het gebruik van wit/grijze staalplaten wordt op deze manier vermeden. Deze geven namelijk geen natuurlijk beeld,
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
maar zorgen er juist voor dat de gevel nog meer opvalt. Ook het toepassen van baksteen is onder bepaalde esthetische voorwaarden geen probleem. Op het voorbeeldterrein kiezen we dan ook voor natuurlijke kleuren. Daar waar het kan worden ook natuurlijke materialen toegepast. Onder natuurlijke materialen verstaan we hout, vegetatiegevels en sedumdaken. Om ervoor te zorgen dat de gevels niet te monotoon worden kunnen er een richtlijn worden gegeven om twee verschillende, op elkaar afgestemde, materialen en/of kleuren toe te passen. Ook zal er een maximum hoeveelheid materiaal per gevel moeten worden vastgesteld. Zo kan bijvoorbeeld aangegeven worden dat er maximaal 2/3 van de gevel met één materiaalsoort ingevuld mag worden. Aan gevels die buiten het zicht vallen worden natuurlijk lagere eisen gesteld.
Procesboek | 65
> Architectuur hoofdstuk 19 Algemeen Er worden de laatste jaren steeds meer grote bedrijfshallen Definitie De meeste showrooms tellen één bouwlaag. Vaak hebben ze in het zicht gebouwd. Waar vroeger nog veel bedrijfshallen showrooms een representatieve glazen gevel waarachter het te verkopen verdekt opgesteld stonden achter gebouwen of wegvielen product wordt gepresenteerd. Voor autoshowrooms geldt ook tussen het groen is er van verdekt opstellen tegenwoordig dat er vaak een ruime parkeergelegenheid voor het gebouw weinig overgebleven. De bedrijfshallen staan steeds vaker ligt waar de voertuigen uitgestald staan. Buiten de langs snelwegen in prachtige landschappen. Ondanks showroom is er in de meeste gevallen ook een deze verandering speelt de architectuur bij de bouw kantoorgedeelte, waar klanten geïnformeerd worden en van bedrijfshallen nog steeds een minimale rol. Het gaat waar verkopen plaatsvinden. Vaak is er ook een garage ondernemers erom dat de kosten zo laag mogelijk blijven aanwezig waar auto’s gekeurd en gerepareerd worden. en dat er snel gebouwd kan worden. Het gaat hierbij vooral Zo zijn er meerdere gebruikersfuncties onder één dak. Dit om hallen die gebruikt worden voor opslag, assemblage, is iets waar rekening mee gehouden moet worden. Zoals verpakking, verwerking van orders, doorvoer en distributie. Dit eerder al aangegeven is hebben de meeste gebouwen één zijn gebouwen die makkelijk geprefabriceerd kunnen worden. representatieve gevel. Ook voor showrooms geldt dit vaak. De Een bedrijf zal niet snel een architect inhuren wanneer een overige gevels bestaan uit eenvoudig en relatief goedkoper systeembouwer met een zeer korte voorbereiding, voor een materiaal. Dit compenseert de vaak dure representatieve gevel. lagere prijs een gebouw kan leveren dat aan alle praktische Aan de achterkant van het gebouw bevinden zich meestal één eisen van de opdrachtgever voldoet. Voor een architect zal het of meerdere roldeuren die toegang bieden tot de werkplaats. ook niet interessant zijn om energie te steken in het ontwerpen De werkplaats en de showroom hebben beide een aanzienlijke van een gebouw waarbij het uiterlijk geen belangrijke rol hoogte nodig. Auto’s kunnen op een brug gezet worden en bij speelt, maar het vooral om de functionaliteit gaat. showroom straalt dit klasse uit. Bij andere showrooms (sanitair, meubels, etc.) is er geen sprake van een werkplaats, maar Om na te gaan voor welke bedrijven er ontwerpeisen wordt deze ruimte gebruikt voor opslag. Ook deze opslag zal opgesteld moeten worden zal er gekeken worden wat de een aanzienlijke bouwhoogte vereisen. meest voorkomende bedrijven zijn op een bedrijventerrein. Door van elk bedrijfstype een definitie/analyse te maken is het makkelijker om een eisenpakket samen te stellen. Showrooms, loodsen/hallen en kantoren komen het meeste voor op bedrijventerreinen.
66 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Definitie Bij de gangbare loodsen en hallen wordt er nagenoeg geen loodsen/hallen aandacht besteed aan het uiterlijk van het gebouw. Vaak is het gebouw niet voorzien van een representatieve gevel en prijkt er een opzichtige reclame op de voorgevel. De functie van het gebouw bestaat meestal uit het opslaan van goederen of de productie van goederen. Bij de productie van goederen is het van belang dat er zo min mogelijk geluid naar buiten treedt. Loodsen en hallen met een opslagfunctie hebben in veel gevallen een relatief groot opslagterrein rondom het gebouw. Wat betreft de daglichttoetreding zijn er bij loodsen en fabriekshallen lage eisen van toepassing. Vaak is er geen daglichttoetreding, waardoor er onprettige werkplekken en monotone gevels ontstaan. In sommige gevallen is er kantoorruimte aanwezig. Dit kan inpandig zijn maar je ziet ook vaak een aanbouw naast de hal of loods waar een kantoorfunctie gecreëerd wordt. In de meeste gevallen is het gebouw voorzien van een platdak. Het bouwwerk heeft meestal één en in sommige gevallen twee gebruiksfuncties.
n
Definitie Bij kantoren is het een heel ander verhaal dan bij loodsen kantoren en showrooms. De meeste kantoren bestaan uit meerdere verdiepingen. De kantoorgebouwen hebben maar één functie en dat is het creëren van werkplekken. Er zijn in verhouding tot showrooms en loodsen relatief veel mensen aanwezig. Hierdoor zal de daglichttoetreding een belangrijke rol spelen in het ontwerp van de gevels. Over het algemeen is er dan ook veel glas in de gevel aanwezig. Zo wordt er steeds meer gebruik gemaakt van vliesgevels. Dit geeft een modern en transparant uiterlijk. Ook worden gevels steeds afwisselender qua materiaal en kleuren. Zo is een gevel gemaakt van bakstenen bijna in alle kleuren van de regenboog uit te voeren. Doordat er te weinig richtlijnen worden gesteld aan de bouw zie je een mengeling van stijlen en kleuren op bedrijventerreinen. Het is van belang dat deze eisen opgenomen worden in het beeldkwaliteitsplan van het bedrijventerrein. Ook is het bij het ontwerpen van de gevel belangrijk om rekening te houden met het feit dat er de gehele dag mensen in het gebouw aanwezig zijn en dat deze in een aangename omgeving willen werken. Dit komt ten goede aan het welzijn van de werknemers waardoor de creativiteit en arbeidsproductiviteit toenemen. Kantoren bieden plaats aan veel werknemers. Deze mensen komen veelal met de auto die ergens geparkeerd dient te worden. In veel gevallen wordt er geparkeerd op grote parkeerterreinen naast of rondom de bebouwing. Op een hoogwaardig bedrijventerrein dienen de parkeerplaatsen te allen tijde ingepast te worden met veel groen of geïntegreerd te worden in de bebouwing.
Procesboek | 67
Gevelorden Als er gekeken wordt naar de bedrijfspanden zoals ze nu gebouwd worden, dan zien we dat het vaak een bonte mengeling van kleuren en materialen is. Om ervoor te zorgen dat er een eenheid ontstaat, moeten er afspraken gemaakt worden over het uiterlijk van de bebouwing. Deze afspraken moeten uitgewerkt worden in het beeldkwaliteitsplan. De voorschriften hebben onder andere betrekking op vormen, materialen, kleurgebruik en het gebruik van reclame. Wanneer gebouwen qua vormen, materiaalgebruik, kleuren en reclame veel overeenkomsten hebben ontstaat er een rustige uitstraling. Door onderscheid te maken in gevelzijden kunnen er duidelijke richtlijnen gemaakt worden. De gevelzijden kunnen worden opgedeeld in de 1e, 2e en de 3e orde. De gevelzijden van de eerste orde zijn de gevels die gericht zijn op de interne wegenstructuur en hebben vaak een representatieve uitstraling. Showrooms zijn een uitzondering op deze richtlijn en hebben vaak twee representatieve gevels. Eén gevel gericht op de interne wegenstructuur en de andere naar de snelwegzijde. De gevels van de eerste orde zijn in de meeste gevallen voorzien van een reclame-uiting en ook de entree van het gebouw is in de meeste gevallen ontworpen in deze gevel. Op het terrein voor de gevel is veel ruimte bestemd voor een groene inrichting. De gevels van de tweede orde zijn over het algemeen de zijkanten van de bedrijfsgebouwen. Aan deze zijden worden minder strenge eisen gesteld doordat deze gevel niet in het zicht geplaatst wordt. Het materiaalgebruik van de verschillende orden kan van elkaar afwijken maar moet altijd in harmonie met elkaar zijn. 68 | Procesboek
De gevels van de derde orde zijn gesitueerd aan de achterkant van het gebouw. Omdat deze zijde van het gebouw over het algemeen niet te zien is worden ze vaak met relatief goedkope materialen afgewerkt. Dit veroorzaakt dan ook vaak het grote contrast tussen bedrijventerreinen en het omliggende landschap doordat de laagwaardige achterkanten van de bebouwing aan de landschapszijde gesitueerd zijn en te zien zijn vanuit de wijde omgeving. In het voorbeeldproject moeten er ook aan de gevels van de derde orde strenge richtlijnen gesteld worden.
> Vervoer hoofdstuk 20 Algemeen Goede aan- en afvoerwegen voor zowel goederen als personen zijn een belangrijke vereiste voor het functioneren van een bedrijventerrein. De mate van bereikbaarheid is van grote invloed op de concurrentiepositie van een onderneming. Vervoer kost immers tijd en brengt kosten met zich mee. De vorm van transport is natuurlijk afhankelijk van het bedrijfstype. Zo zal een kantoor andere logistieke eisen stellen dan een fabriek. Met het oog op het landschappelijk verantwoorde karakter van het voorbeeldterrein spelen transport en vervoer een belangrijke rol. Er zijn verschillende maatregelen voorhanden om het vervoer en transport te beperken. Men kan denken aan telewerken, digitaal vergaderen of indien mogelijk, één dag in de week thuis werken. Op het voorbeeldterrein is er een zone waar wonen en werken worden gecombineerd. Deze combinatie zorgt voor weinig tot geen woon-werkverkeer. Tevens kan carpoolen meer gestimuleerd worden door het door de werkgever toekennen van vergoedingen aan hen die één of meerdere collega’s mee laten rijden. Verder kan door middel van het verstrekken van OV-kaarten het gebruik van het openbaarvervoer gestimuleerd worden. Een goede verbinding met het bedrijventerrein is in dit geval wel van belang. De voorbeeldlocatie is voorzien van een treinstation op loopafstand en er zijn enkele busverbindingen die naar de omliggende steden leiden. Met het dichtslibben van de wegen is vervoer per bus niet de meest ideale oplossing. Er zijn tegenwoordig ook andere manieren van openbaarvervoer die het wegennet ontlaten. Zo worden er steeds meer mensen vervoerd over het water.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Een goed voorbeeld hiervan zijn de draagvleugelboten die tussen Velsen en Amsterdam varen en mensen naar hun werk brengen. Per jaar maken hier één miljoen mensen gebruik van. Een ander vergelijkbaar idee is de waterbus die vaart tussen Dordrecht en Rotterdam en het openbaarvervoersysteem in Venetië. Aangezien Nederland een waterland is, is dit iets waarvan in de toekomst meer gebruik gemaakt kan worden. De locatie van het voorbeeldterrein ligt op een steenworp afstand van de Waal en ook de Rijn ligt niet ver van het terrein. Zo zouden er bijvoorbeeld boten kunnen varen vanuit Arnhem en Nijmegen. De boten hebben wel een lagere snelheid dan een auto maar doordat files niet voor vertraging zorgen kan de plaats van bestemming toch sneller worden bereikt. De vraag is of dit voor ons terrein haalbaar is. Onderzoek zal dit moeten uitwijzen. Verder is het goed om mensen die in de buurt van hun werk wonen te stimuleren om met de fiets naar het werk te komen. Het is voor de werknemer een goedkope en gezonde manier van reizen. De werkgever kan dit stimuleren door het introduceren van een fietsplan. Comfortabele en veilige fietsroutes zijn hierbij natuurlijk van belang. Denk hierbij aan fietsen door een groene omgeving, fietstunnels, veilige routes en een goede verlichting. Om dit te bereiken zal een goede samenwerking met de gemeente nodig zijn. Procesboek | 69
> Afstudeer evaluatie hoofdstuk 21 Tijdens deze evaluatie willen wij duidelijk maken wat onze ervaringen en bevindingen waren gedurende het afstudeerproject. Met het maken van deze evaluatie sluiten we een periode van hard werken af, waarin wij met veel interesse en motivatie hebben gewerkt. Dit komt mede door onze affiniteit met het ‘verrommelingsonderwerp’. Het geeft ons dan ook een goed gevoel om door middel van onze afstudeeropdracht een bijdrage te kunnen leveren aan een oplossing van het probleem. Gedurende het project verliep de samenwerking erg goed. We hebben hier dan ook geen opmerkingen over die als negatief beschouwd kunnen worden. Omdat we beiden onze eigen mening over bepaalde onderwerpen hadden zorgde dit wel voor de nodige discussies, maar deze kwamen het verslag alleen maar ten goede. Bart: “In dit soort situaties ben ik echter wel geconfronteerd met mijn gebrek aan assertiviteit. Ik laat me in sommige gevallen te snel overrulen. In de toekomst zal ik daar zeker aan moeten werken.” Sander: “Ik ben er tijdens het afstudeerproject achter gekomen dat ik in sommige gevallen moeite heb werk uit handen te geven. Zelf ben ik behoorlijk perfectionistisch en niet snel tevreden. Ik moet erop letten dat de verhouding tussen de kwaliteit van het product en de tijdsbesteding in evenwicht zijn met elkaar.”
70 | Procesboek
De begeleiding van de heer Meijers en de heer Rikken gedurende de afstudeerperiode was goed en de gesprekken die we hebben gehad waren erg waardevol. Er werd met ons meegedacht en er kwamen in elke vergadering goede tips en suggesties naar voren. Deze begeleiding heeft er mede voor gezorgd dat er een goed product afgeleverd kon worden. We hebben echter wel gemerkt dat we ons soms te snel laten beïnvloeden. Zo dachten we na één van de vergaderingen dat onze afstudeerbegeleiders ons een andere richting in wilden sturen terwijl dit achteraf niet het geval was. Voor aanvang van de afstudeeropdracht hadden wij nauwelijks ervaring met het onderwerp stedenbouw. Onze kennis beperkte zich tot een kleine tweedejaars opdracht. We hebben op dit vlak dan ook veel nieuwe dingen geleerd. Vooral onderwerpen als infrastructuur, het maken van een terreinindeling, landschappelijke inpassing, parkmanagement en ecologie waren erg leerzaam. Aan de hand van deze afstudeeropdracht zijn we tevens in aanraking gekomen met het principe ‘Cradle to Cradle’. Helaas hebben we vanwege de tijdsdrukte dit onderwerp niet volledig kunnen verweven in onze afstudeeropdracht, maar we zullen in de toekomst zeker geïnteresseerd blijven in dit principe.
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Sander: “Naast de vele projectgerelateerde kennis die ik heb opgedaan in het afgelopen semester, heb ik me ook sterk kunnen ontplooien in het gebruik van computerhulpmiddelen. Er is hierdoor wel meer tijd in het afstudeerproject gaan zitten maar dit was het zeker waard. In de komende jaren wil ik me hier dan ook verder in gaan verdiepen.” Bart: ”Tijdens deze afstudeerperiode ben ik tot de conclusie gekomen dat ik op het gebied van het hanteren van computerprogramma’s nog wel het één en ander kan bijleren. Dit werd vooral duidelijk doordat mijn collega wel een aanzienlijke kennis heeft op dit gebied.” Deze afstudeeropdracht heeft onze interesse betreffende ecologisch verantwoord en milieuvriendelijk bouwen versterkt. In de toekomst zullen we ons zeker verder gaan verdiepen in dit onderwerp. Al met al zijn we erg tevreden over de samenwerking en trots op het eindresultaat. We zijn dan ook van mening dat dit een goede afsluiting is van de opleiding bouwkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Procesboek | 71
> Bronvermelding hoofdstuk 22 Rapporten ‘Onderzoeksrapport Lichtvervuiling’ Stichting Natuur en Milieu, oktober 2007 ‘Wonen op een bedrijventerrein’ Ministerie van VROM, 2007 ‘Erfgoedplan Overbetuwe’ ADC Heritage BV, december 2004
‘Themanummer vegetatiewanden’ Tuin & Landschap, juli 2007
Boeken ‘Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020’ Rijks Planologische dienst, 2001
‘Identiteit en diversiteit van Nederlandse landschappen’ Alterra Wageningen, 2005
‘Vademecum bedrijventerreinen’ Stef van der Gaag, 2004
‘Landschapsontwikkelingsplan Beuningen, Druten, Wijchen’ Gemeente Beuningen, maart 2006
‘Living Systems’ Liat Margolis, Alexander Robinson, juli 2007
‘Architectuur & Bedrijventerreinen Het beleidsinstrumentarium’ Ministerie van Economische Zaken, mei 2003
‘Green Office Buildings, A Practical Guide to Development’ ULI - The Urban Land Institute, 2005
‘Verlichting met beleid’ Milieu Federatie, Groningen en Drenthe, 2005
‘Bouwstenen voor een duurzame stedenbouw’ Ir. Frank E. Stofberg, april 1996
‘Bedrijven in het groen’ Landschapsbeheer Nederland, september 2005
‘Regenwasser management - natürlich mit dachbegrünung’ GaLaBau-Service GmbH, 1998
‘Gemeente Overbetuwe: Kadernota visie op ruimte’ Sonsbeek Adviseurs BV, 2004
72 | Procesboek
Artikelen ‘Op een bedrijventerrein hoeft geen prachtige architectuur’ Bedrijventerrein, juli 2006
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
Internet (i1) http://www2.minlnv.nl/thema/groen/ruimte/ols/inftgro03.shtml Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit http://www.bedrijventerrein.biz/Default.aspx?pageID
Beheer & onderhoud www.robbenplaat.com/kaarten/beeldkwaliteit.pdf
Beheer & onderhoud http://www.bam.nl/baminternet/baminternet/index.jsp
Vegetatiewanden http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=49563
Welstandsnota reclame aan/bij gebouwen http://wwwportlandonline.com
Voorbeeldprojecten met straatwadi’s http://www.rpctwente.nl/?id=59478&qid=59478
Criminaliteit beheersing Twente http://www.platformlichthinder.nl/171007.html
Nieuwsbrief lichtvervuiling http://www.xlpark.nl/media/BKP_op_hoofdlijnen.pdf
XL-businesspark beeldkwaliteitsplan www.uitweg.be/nummer-32/uitweg32_04_soortzoektsoort.html
Richtlijnen fietspaden http://www.gaasterlan-sleat.nl/asp/Ruimtelijkeplan/Bestandsbeheer/0150_ bedrijvenlijst.pdf
Categorale bedrijfsindeling 1999
n
http://www.s-hertogenbosch.nl/cms/attachments/96CBA857-8021-0F650A95F74A0E432E9A.pdf
Uitgiftekader Bedrijventerrein Treurenburg-Noord http://www.arcadis.nl/Service+Types/Infrastructure/Stedelijke+ontwikkeling/ Parkmanagement/projects
Parkmanagement http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/redactie_detail. asp?iNTypeID=29&iNID=8488
Vegetatiewanden http://www.platowood.nl/
Verduurzaamd hout http://www.stillerverkeer.nl
VROM en CROW, stil verkeer http://www.optimum2.org/downloads/isev13dec
Parkeervoorzieningen www.google.nl
Zoekmachine www.deviantART.com
Ondersteunend beeldmateriaal gallery.zoom.nl
Ondersteunend beeldmateriaal www.doelbeelden.nl
Referentiebeelden
http://www.chbeheer.nl/index.php?option=com_content&task=blogcategor y&id=30&Itemid
Cultuurhistorisch beheer
Procesboek | 73
74 | Procesboek
ha
et landsc ppelijk ver twoorde bedrijventerrei
n
Procesboek | 75