2014-2015
College voor Zakelijke en Commerciële Dienstverlening
Verkoper Niveau 2 Studiewijzer BOL
Inhoudsopgave DEEL 1: DE SCHOOL ................................................................................................................................. 2 1.1 Kenmerken van de opleiding ......................................................................................................... 2 1.2 Onderwijsovereenkomst (OOK) en Praktijkovereenkomst (POK) ................................................. 3 1.3 Aan- en afwezigheid ...................................................................................................................... 3 1.4 Printen en inloggen ....................................................................................................................... 4 DEEL 2: DE OPLEIDING ............................................................................................................................. 7 2.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 7 2.2 Beroepsbeeld................................................................................................................................. 7 2.3 Wat ga je leren? ............................................................................................................................ 7 2.4 Kwalificatiedossier ......................................................................................................................... 8 2.5 Begeleiding .................................................................................................................................... 9 2.5.1 De mentor/trajectbegeleider ................................................................................................. 9 2.5.2 Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) ..................................................................................... 9 2.5.3 Persoonlijk Actieplan (PAP) .................................................................................................. 11 2.5.4 Begeleidingsteam/UBA......................................................................................................... 13 2.6 Planning ....................................................................................................................................... 13 2.6.1 Vakleer .................................................................................................................................. 13 2.6.2 Rekenen ................................................................................................................................ 16 2.6.3 Nederlands ........................................................................................................................... 19 2.6.4 Sport ..................................................................................................................................... 21 2.6.5Omgangskunde...................................................................................................................... 22 2.6.6 BPV ....................................................................................................................................... 22 2.6.7 Vakantierooster .................................................................................................................... 22 2.6.8 Indeling van de week ............................................................................................................ 23 2.7 Selfservice.................................................................................................................................... 23 DEEL 3 INRICHTING EN PROGRAMMERING .......................................................................................... 23 3.1 Toetsing ....................................................................................................................................... 23 3.2 Voortgangseisen .......................................................................................................................... 24 3.3 Individuele trajecten ................................................................................................................... 24 3.4 Examinering ................................................................................................................................. 24 3.5 Onderwijs en Examenreglement (OER) ....................................................................................... 25 3.6 Toetsreglement ........................................................................................................................... 25 DEEL 4 BIJLAGEN.................................................................................................................................... 25
1
4.1 Verzuim........................................................................................................................................ 27 4.2 Richtlijnen schriftelijk schoolwerk ............................................................................................... 28 4.3 einduitslagprotocol...................................................................................................................... 30 4.4 Examenplan 2012-2013 ............................................................................................................... 32 4.5 Toetstermen .................................................................................................................................. 0
DEEL 1: DE SCHOOL Scalda is een school voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie. Met Scalda zetten wij de lijn door van onze voorgangers ROC Westerschelde en ROC Zeeland met toegankelijk en veelzijdig onderwijs. Dat doen we vanuit elf kleinschalige, vakgerichte colleges en vanuit CIOS GoesBreda, MBO Dans Goes en Maritiem en Logistiek College De Ruyter. De studiewijzer bevat de informatie die nodig is voor dagelijks gebruik door deelnemers en hun docenten. Het is de wegwijzer tijdens de studie. Daarom adviseren we de studiewijzer goed te lezen en te bewaren.
1.1 Kenmerken van de opleiding Naam Deze studiewijzer gaat over de opleiding Verkoper Detailhandel niveau 2. Deze opleiding gaat uit van het kwalificatiedossier verkoper detailhandel 2012 en van het brondocument Loopbaan en Burgerschap (LB). In het kwalificatiedossier en het brondocument zijn de eisen vastgelegd waaraan de opleiding moet voldoen voor het verkrijgen van het diploma. Crebonummer Elke opleiding heeft een nummer. Dit nummer noemen we een crebonummer. Bij de opleiding Verkoper detailhandel niveau 2 hoort het crebonummer 93751. Studieduur De opleiding duurt 1 jaar. De opzet De opleiding verkoper detailhandel niveau 2 is een beroepsopleiding. Je gaat een beroep leren. Elke
2
beroepsopleiding bestaat uit kerntaken, werkprocessen en competenties. Deze staan beschreven in het kwalificatiedossier. De kwalificatiedossiers kun je vinden op de website van het Kenniscentrum handel (www.kchandel.nl). In het kwalificatiedossier van jouw gekozen opleiding staan de kerntaken van het beroep beschreven met de bijbehorende werkprocessen. Ook staat daarin beschreven over welke competenties, jij als toekomstig beroepsbeoefenaar moet beschikken om deze werkprocessen te kunnen uitvoeren. Een competentie is het geheel van kennis, vaardigheden en gedrag in een bepaalde situatie.
1.2 Onderwijsovereenkomst (OOK) en Praktijkovereenkomst (POK) Wanneer je met de opleiding begint sluit je met het Scalda een onderwijsovereenkomst (OOK) af. In dit schriftelijke contract zijn de wederzijdse rechten en plichten vastgelegd. Ook sluit je een beroepspraktijkvorming overeenkomst (POK) af. Hierin zijn de afspraken, rechten en plichten van jou als deelnemer, de praktijk verlenende instelling en de school met betrekking tot de beroepspraktijkvorming vastgelegd. Een nadere uitwerking hiervan staat in het BPV-handboek. Bij de BPV is ook het Kenniscentrum Handel betrokken. Het kenniscentrum Handel is onder meer verantwoordelijk voor de inhoud van de mbo-opleidingen in de detailhandel en de groothandel.
1.3 Aan- en afwezigheid Bij aan- en afwezigheid is de onderwijsovereenkomst het uitgangspunt. Daarin staat dat je: Verplicht bent deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten. Onderwijsactiviteiten zijn bijvoorbeeld alle geroosterde uren, beroepspraktijkvorming, toetsing en individueel gemaakte afspraken en overige schoolactiviteiten. Een inspanningsverplichting hebt. Dat wil zeggen dat we een actieve rol en optimale inspanning van je verwachten met het oog op het behalen van de opleiding binnen de gestelde termijn. We houden je aan- en afwezigheid per uur bij. Het kan voorkomen dat je ziek wordt terwijl je op school wordt verwacht. Om je af te melden bel je het algemene telefoonnummer van je leslocatie en kies je voor de optie ‘ziekmelden’. Dit kan alleen tussen 08u00 en 10u00. Afmelden doe je op de 1e dag van je afwezigheid. Ziekmeldingen worden alleen telefonisch opgenomen. Meldingen via social media of een e-mailbericht worden niet verwerkt. Je kan ook ziek zijn op je stagedag. Je dient je dan zowel op je stagebedrijf als ook op school ziek te melden. Als je tijdens de les ziek wordt kun je bij de beveiliging op de begane grond een rood absentiebriefje halen en invullen. Je docent/mentor/coach parafeert deze waarna je het briefje zelf inlevert bij de servicebalie die vervolgens de melding verwerkt. Dit kan niet achteraf.
3
Bij het niet tijdig of onjuist ziekmelden wordt je als ongeoorloofd afwezig genoteerd. Dit kan gevolgen hebben voor je studie!
Telefoonnummer: 0118 - 55 83 00
1.4 Printen en inloggen
Inloggen Als je aan het leren bent werk je veel achter de computer. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je op de juiste manier inlogt. Natuurlijk wordt ook aangegeven wat je na het inloggen moet doen.
Internet Log in op het Scalda netwerk via het netwerk GUEST Je kan inloggen met de inlogcodes die je van Scalda gekregen hebt. Je kan nu gebruikmaken van het netwerk. OV-nummer: …………………. Wachtwoord:………………….
Printen
Om te kunnen printen ga je naar de volgende website: https://eduremote.scalda.nl
je komt dan in het volgende venster:
4
Type nogmaals je Scalda wachtwoord en inlogcode in. Je zult wat Plug-inn’s moeten installeren . Doe dat en wacht rustig af tot alles is geïnstalleerd. Dit hoeft maar 1x. De volgende keer is het niet meer nodig.
Je komt nu op de volgende pagina:
:
Klik op het mapje “Algemeen”.
5
Van hieruit kun je op school werken, ook als je zelf geen office licentie hebt. Als je een bestand in Word wilt uitprinten, dan kun je via printen de juiste printer kiezen. Ik dit geval printcorner 5.32.
Je klikt op OK en krijgt dan het volgende beeld te zien: Maggy
6
Je klikt op afdrukken en krijgt dan te zien dan er een bepaald bedrag van je te goed wordt afgeschreven.
Het afgedrukte materiaal kun je daarna direct ophalen bij de printer op de afdeling waar je het uit hebt laten printen.
DEEL 2: DE OPLEIDING 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we uitleggen hoe je opleiding in elkaar zit en wordt er een beschrijving gegeven van de opbouw en organisatie van de opleiding.
2.2 Beroepsbeeld Verkoper Het beroep Klanten goed kunnen adviseren bij hun aankoop is één van je hoofdtaken. Net als het goed presenteren van je producten, het goed omgaan met geld en het zorgen voor tevreden klanten. En als er toch een klacht komt, weet jij die op een juiste manier af te handelen. De opleiding Deze praktisch gerichte opleiding duurt één jaar. Tijdens die periode ga je naar school en loop je één dag stage per week. Leren door te doen is kenmerkend voor deze opleiding, met veel aandacht voor Nederlands, Engels, detailhandel en rekenen.
2.3 Wat ga je leren? Wat je gaat leren staat in het kwalificatiedossier.
7
De vakken die je krijgt zijn: Nederlands, Engels, Rekenen, Loopbaan en Burgerschap, Leren, Branche, Onderwijskunde, Vakleer, ICT en Sport. Nederlands Nederlands is belangrijk. Niet alleen om succesvol te zijn in je beroep, maar ook om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Daarom werk je tijdens je opleiding ook aan je Nederlands. Het gaat daarbij om de volgende vaardigheden: luisteren lezen gesprekken voeren spreken schrijven Moderne vreemde taal (Engels) Behalve Nederlands zijn voor jouw beroep ook vreemde talen belangrijk. Daarom werk je tijdens je opleiding ook aan je Engels Daarbij gaat het om de volgende vijf vaardigheden: luisteren lezen gesprekken voeren spreken schrijven Rekenen Om succesvol te kunnen zijn in jouw beroep is het ook belangrijk dat je goed kunt rekenen. Het te behalen niveau aan het einde van de opleiding is 2F. Vakleer Kerntaak 1: ontvangt en verwerkt goederen Kerntaak 2: Verkoopt en verleent service Kerntaak 3: handelt kassatransacties af Kerntaak overstijgend: Veiligheid, Arbo, Criminaliteit, Calamiteiten en Milieu (VACCM)
2.4 Kwalificatiedossier Het kenniscentrum handel (www.kchandel.nl) heeft voor de opleiding verkoper detailhandel een kwalificatiedossier opgesteld. Hierin staat omschreven wat een verkoper detailhandel allemaal moet beheersen om zijn/haar diploma te behalen. In dat kwalificatiedossier wordt gesproken over kerntaken. De kerntaken en werkprocessen staan hieronder genoemd. Kerntaken van het beroep Tijdens je opleiding leer je een aantal kerntaken. De naam zegt het al: een kerntaak bestaat uit verschillende werkzaamheden of werkprocessen die met elkaar te maken hebben en die kenmerkend zijn voor je toekomstige beroep. Jouw opleiding bestaat uit de volgende kerntaken en werkprocessen:
8
2.5 Begeleiding 2.5.1 De mentor/trajectbegeleider De mentor/trajectbegeleider is je eerste aanspreekpunt. Met hem of haar bespreek je de lopende zaken. Deze doet het volgende:
Hij bespreekt je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) met je tijdens POP-gesprekken Hij bespreekt de resultaten van de voortgangsvergaderingen tijdens PAP-gesprekken Hij houdt contact met je docenten Hij zorgt ervoor dat belangrijke informatie bij jou terechtkomt Hij onderhoudt contact met ouders en begeleiders Als het nodig blijkt te zijn, stuurt hij je naar een andere begeleider of vertrouwenspersoon Hij houdt je studieresultaten bij Hij houdt bij of je je afspraken nakomt
2.5.2 Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) We vinden het erg belangrijk dat iedere deelnemer zich tijdens de opleiding goed ontwikkelt. Daarom voer je gesprekken over je persoonlijke ontwikkeling en de behaalde resultaten aan de hand van afspraken die je met elkaar maakt en die in je POP gebundeld zijn. Naast deze POP-gesprekken
9
kennen we ook nog het PAP-gesprek. PAP staat voor Persoonlijk Actie Plan, maar daarover later meer. POP-gesprekken vinden minimaal drie keer per cursusjaar plaats. Je probeert een antwoord te geven op de volgende vier vragen: 1. Waar ben ik goed in en waaruit blijkt dat? 2. Waarin ben ik niet zo goed en waaruit blijkt dat? 3. Op welke punten wil ik mezelf in eerste instantie verbeteren? 4. Hoe pak ik dat aan? Samen met je studieloopbaanbegeleider bekijk je welke competenties je verder wilt gaan ontwikkelen en hoe je dat het beste kunt doen. Van ieder POP-gesprek maak je een verslag, dat je bij je studieloopbaanbegeleider inlevert. Bij het maken van dit verslag hanteer je de STARR-methode, een methode die erop gericht is doelen, die je jezelf hebt gesteld, haalbaar te maken. Deze methode is op de volgende punten gebaseerd:
10
2.5.3 Persoonlijk Actieplan (PAP)
11
Het persoonlijk actieplan is een plan, dat je samen met je studieloopbaanbegeleider opstelt en waarin de acties worden ondernomen, die je moet ondernemen om je leerdoelen te bereiken. Dit gebeurt over het algemeen aan de hand van studieresultaten en hetgeen daarover in de studievoortgangsvergaderingen door je docenten wordt gezegd. Het accent ligt daarbij op de acties die je gaat ondernemen om je studieresultaten te verbeteren. Je maakt daarover afspraken met je trajectbegeleider en die afspraken worden vastgelegd in een PAP-document, dat je aan de hand van de SMART-methode opstelt. SMART staat voor:
Specifiek wat wil je bereiken? Het doel dat je wilt bereiken moet je helder en gedetailleerd omschrijven. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wat je bedoelt. Voorbeeld: Ik wil over 10 weken de telefoon aan kunnen nemen. Ik ben erg verlegen en durf niet goed de telefoon aan te nemen op mijn BPV. Dit doel heb ik gekozen omdat ik denk dat ik de telefoon wel goed kan aannemen en de klanten vriendelijk en rustig te woord kan staan en daardoor het bedrijf goed kan helpen.
Meetbaar: de handelingen moeten meetbaar zijn. De doelen moeten zo omschreven zijn dat je achteraf kunt meten of je ze hebt gehaald. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een bepaald aantal situaties te omschrijven waaruit blijkt dat je het doel hebt gehaald. Voorbeeld: Ik wil in deze periode 10 tot 15 keer de telefoon aannemen.
Acceptabel: wie moet wat doen om het doel te bereiken? Acceptabel betekent dat jij en andere betrokken mensen het eens moeten zijn met het gestelde doel. Je moet zelf zoeken naar mogelijkheden om je doel te bereiken. Dit kun je in je eentje doen maar ook met behulp van je stagebegeleider. Is hij het niet eens met je doel dan zal het doel waarschijnlijk ook niet gehaald worden. Voorbeeld: De stagebegeleider neemt de telefoon niet zelf meer op, maar laat mij de telefoon opnemen
Realistisch Realistisch betekent dat het doel haalbaar en uitvoerbaar moet zijn. Het moet een uitdaging blijven. Het doel moet passen bij de praktijk.
12
Voorbeeld: De telefoon gaat gemiddeld 1x per dag over. Het is dus haalbaar voor mij om 10 keer de telefoon aan te nemen omdat ik nog 20 dagen stage moet lopen.
Tijdsgebonden Bij het omschrijven van een doel met je bepalen wanneer je begint met naar je doel toewerken en wanneer je klaar bent. Er moet dus een startdatum en een einddatum worden bepaald. De doelstelling moet op korte termijn helder zijn.
2.5.4 Begeleidingsteam/UBA Info
2.6 Planning 2.6.1 Vakleer
Boeken Handelsroute
week 35
data (maandag)
Voldaan
25-aug-14 introductie
LEERWIJZER (Wordt uitgedeeld) 36
1-9-2014 Hoofdstuk 3; vragen en opdrachten Hoofdstuk 4; vragen en opdrachten
37
8-9-2014 Hoofdstuk 6; vragen en opdrachten SchoolOpdracht 6.1
38
15-sep-14 SchoolOpdracht 6.2 en 6.4 Alle opdrachten van de leerwijzer moeten ingeleverd worden
KENNIS VAN DE DETAILHANDEL
13
39
22-sep-14 Hoofdstuk 1 vragen en opdrachten
40
29-sep-14 Hoofdstuk 2 vragen en opdrachten
41
6-okt-14 Hoofdstuk 3 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 3.1 start
42
13-okt-14 Hoofdstuk 4 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 3.1 afronden + inleveren
44
27-okt-14 Hoofdstuk 5 vragen en opdrachten
45
3-nov-14 Hoofdstuk 6 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 6.1 thuis maken + start 6.2
46
10-nov-14 SchoolOpdracht 6.2 vrijdag: formatieve toets Kennis van de detailhandel
GOEDEREN 47
17-nov-14 Hoofdstuk 1 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 1.1
48
24-nov-14 Hoofdstuk 2 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 2.2
49
1-dec-14 Hoofdstuk 3 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 3.1
50
8-dec-14 SchoolOpdracht 3.2 Hoofdstuk 4 vragen en opdrachten
51
15-dec-14 STAGEWEEK
52
22-dec-14 KERSTVAKANTIE
1
29-dec-14 KERSTVAKANTIE
14
2
5-jan-15 SchoolOpdracht 4.2 SchoolOpdracht 4.1
3
12-jan-15 Hoofdstuk 5 vragen en opdrachten vrijdag: Formatieve toets Goederen
4
19-jan-15 vrijdag: Examen Goederen
VERKOPEN EN KASSA 6
2-feb-15 Hoofdstuk 1 vragen en opdrachten
7
9-feb-15 Hoofdstuk 2 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 2.1
8
16-feb-15 Voorjaarsvakantie
9
23-feb-15 Hoofdstuk 3 vragen en opdrachten
10
2-mrt-15 Hoofdstuk 4 vragen en opdrachten
11
9-mrt-15 SchoolOpdracht 4.1 en 4.2
12
16-mrt-15 X-WEEK
13
23-mrt-15 Formatieve toets Goederen
14
30-mrt-15 Examen Goederen
VACCM 17
20-apr-15 Hoofdstuk 1 vragen en opdrachten SchoolOpdracht 1.2
18
27-apr-15 Meivakantie
19
4-mei-15 Meivakantie
20
11-mei-15 Hoofdstuk 2 vragen en opdrachten
15
SchoolOpdracht 2.1 21
18-mei-15 Hoofdstuk 3 vragen en opdrachten
22
25-mei-15 Hoofdstuk 4 vragen en opdrachten
23
1-jun-15 maandag: formatieve toets VACCM vrijdag: summatieve toets VACCM
24
8-jun-15 Verbeteren/inhalen
25
15-jun-15 Verbeteren/inhalen
26
22-jun-15 Verbeteren/inhalen
Opmerking: Elke les begin je met het pakken van je leerspullen en gaat verder bij de opdrachten waar je op dat moment gebleven bent. Elke les zal er kort theorie behandeld worden (klassikaal of individueel). Werk je sneller dan de studiehandleiding dan is dit geen probleem. Raadpleeg deze studiewijzer of het boek. Als je de studiehandleiding in de lessen niet bij kan houden dan is dat je huiswerk. Je zorgt er zelf voor dat je bijblijft met de studiehandleiding.
2.6.2 Rekenen
Startrekenen 2F Startrekenen bestaat uit: 1. Startrekenen Online: een online oefen en toetsprogramma. (www.studiemeter.nl) 2. Startrekenen leerwerkboek: mbo-brede methode rekenvaardigheid op niveau 2F. Per week wordt meestal 1 uur met Startrekenen Online en 1 uur met de boeken gewerkt. Toetsvorm: Schriftelijke toets aan het einde van de Domeinen. Leermiddelen: www.studiemeter.nl / rekenmachine / boek / potlood / pen / schrift / laptop
16
Planning Domein 1: Getallen Leerdoelen: Uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties. Wiskundetaal gebruiken. Berekeningen uitvoeren met gehele getallen, breuken en decimale getallen. Lesweek: 36 37 38 39 40 41 42 44 45 46
Hoofdstuk: 1.1 en 1.2 (optellen en aftrekken) 1.3 en 1.4 (optellen en aftrekken) 2.1 en 2.2 (vermenigvuldigen en delen) 2.3 (vermenigvuldigen en delen) 3.1 (decimale getallen) 3.2 en 3.3 (decimale getallen) 4.1 en 4.2 (breuken) 4.3 en 4.4 (breuken) 4.5 (breuken) 5.1 (toegepast rekenen) 5.2 en 5.3 (toegepast rekenen) Formatieve toets: Getallen, hoeveelheden en maten
Voldaan:
Domein 2: Verhoudingen Leerdoelen: Rekenen met en vereenvoudigen van verhoudingen, rekenen met tabellen, procenten en verhoudingen, kansberekenen. Lesweek: 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4
Hoofdstuk: Hoofdstuk 6 (verhoudingen) 7.1 en 7.2 (verhoudingen en breuken) 7.3 (verhoudingen en breuken) 8.1 (procenten) 8.2 en 8.3 (procenten) Stageweek Kerstvakantie Kerstvakantie 9.1, 9.2 en 9.3 (procentuele afname en toename) 9.4 (procentuele afname en toename) + examentraining A Formatieve toets: Ruimte en vorm
Voldaan:
Domein 3: Meten en meetkunde Leerdoelen: Begrippen binnen de meetkunde, lengte en afstand, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd en temperatuur, schaalverdeling en omrekenen.
17
Lesweek: 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Hoofdstuk: 10. (Maten en hoeveelheden) 11. (Lijnen en figuren) Voorjaarsvakantie 12. (omtrek en oppervlakte) 13. (Inhoud) 14. (Tijd en snelheid) X-week 15. (Kaarten en schaal) Formatieve toets: Meten en meetkunde
Voldaan:
Domein 4: Verbanden Leerdoelen: Patronen in figuren/getallen/tabellen, rekenen met tabellen, tabellen aflezen en maken, diagrammen aflezen en maken, woordformules Lesweek: 15 16 17 18 19 20 21
Hoofdstuk: 16. (Tabellen en schema’s) 17.1 t/m 17,3 (Diagrammen) 17.4 en 17.5 (Diagrammen) Meivakantie Meivakantie 18. (Formules en grafieken) Formatieve toets: Verbanden
Voldaan:
Opmerking: Elke les begin je met het inloggen op studiemeter of je pakt je leerspullen en gaat verder bij de opdrachten waar je op dat moment gebleven bent. Elke les zal er kort theorie behandeld worden (klassikaal of individueel). Werk je sneller dan de studiehandleiding dan is dit geen probleem. Raadpleeg het boek en www.studiemeter.nl . Als je de studiehandleiding in de lessen niet bij kan houden dan is dat je huiswerk. Je zorgt er zelf voor dat je bijblijft met de studiehandleiding. Je huiswerk wordt elke week gecontroleerd. Bij 3x geen huiswerk gaat er een waarschuwingsbrief naar huis.
18
2.6.3 Nederlands
Bij het vak Nederlands gaat het om 2 onderdelen die allebei belangrijk zijn. Aan de ene kant ga je examen doen voor 5 onderdelen, aan de andere kant werken we aan taalvaardigheid die belangrijk is voor je toekomstige beroep. Bij het vak verkoper werk je veel met mensen, je zult begrijpen dat een goede communicatie dus erg belangrijk is. Vooral met klanten, maar ook met je collega’s. We zullen één blokuur per week werken aan het beroepsgerichte deel en één lesuur per week oefenen we de vaardigheden voor de examens. Er zijn 5 examens op niveau 2F; Leesvaardigheid; Luistervaardigheid; Schrijfvaardigheid; Gespreksvaardigheid; Spreekvaardigheid. De eerste 2 examens zijn van Cito, die maak je op de computer op een andere locatie van Scalda. Dit zijn landelijke examens, daar zul je een uitnodiging voor thuis krijgen. Het examen schrijfvaardigheid doen we klassikaal. Dit bestaat uit opdrachten waarin ook je spelling en grammatica beoordeeld worden. Het examen gespreksvaardigheid doe je in een groepje. Je krijgt hiervoor een opdracht van de docent. Tijdens het examen spreekvaardigheid houd je een presentatie van je stage aan de hand van je branchewerkstuk. Dit doe je alleen voor je docent. Uiteindelijk worden alle cijfers afgerond tot één cijfer voor Nederlands. Hieronder zie je een schema voor de lessen. Het is de bedoeling dat je ‘bij’ blijft. Als je gaat achterlopen is dat je huiswerk. Als je veel gaat achterlopen, is het verstandig met de docent te overleggen. Dan kunnen we de planning misschien aanpassen voor je. Sneller werken mag natuurlijk altijd !
Periode 1: week
beroepsgericht
examentraining
1 sept. 8 sept. 15 sept. 22 sept. 29 sept. 6 okt. 13 okt. 20 okt. 27 okt. 3 nov. 10 nov.
Beroepsthema 1: professioneel werken collegialiteit
Taal Niveau Test (TNT) Lezen oefeningen in boek en Oefeningen op studiemeter.nl
solliciteren assertiviteit HERFSTVAKANTIE zelfstandigheid Met druk en tegenslag omgaan
Beoordeling +portfolio inleveren
19
Periode 2: week
beroepsgericht
examentraining
17 nov. 24 nov. 1 dec. 8 dec. 15 dec. 22 dec. 5 jan. 12 jan. 19 jan. 26 jan.
Beroepsthema 2: communicatie op het werk samenwerken Omgaan met kritiek
luisteren Oefeningen op niveau op studiemeter.nl
Overleggen en vergaderen KERSTVAKANTIE KERSTVAKANTIE Instructie geven
Taalcoach
Problemen oplossen
Beoordelen + portfolio inleveren
Periode 3: 2 feb. 9 feb. 16 feb. 23 feb. 2 maart 9 maart 16 maart 23 maart 30 maart 6 april 13 april
beroepsgericht
examentraining
Beroepsthema 3: klantgericht handelen klantvriendelijkheid klantgerichtheid
spreekvaardigheid gespreksvaardigheid
VOORJAARSVAKANTIE X WEEK ? Toepassen in de praktijk Omgaan met lastige klanten Examens gespreksvaardigheid
Periode 4: week 20 april 27 april 4 mei 11 mei 18 mei 26 mei 1 juni 8 juni 15 juni 22 juni 29 juni
beroepsgericht
examentraining beoordelen
MEIVAKANTIE MEIVAKANTIE schrijfvaardigheid
+ portfolio inleveren
Begeleiden van schrijven van werkstukken
Taalverzorging: spelling en grammatica
Examen schrijfvaardigheid Examen spreekvaardigheid
20
2.6.4 Sport
Sport / LLB kerntaak 7 Ook sport zal dit jaar onderdeel zijn van deze opleiding. De lessen worden verdeeld in 4 thema blokken. Dit zijn: Gezondheid, Samenwerking, Weerbaarheid en Sportoriëntatie. De thema's volgen de vier onderwijsperiodes. Zie hiervoor de jaarplanner. Tijdens deze thema's moeten een aantal opdrachten worden uitgevoerd, waar je een beoordeling voor krijgt, waarbij de nadruk natuurlijk ligt op het thema waarin je bezig bent. Naast het uitvoeren van deze opdrachten is de aanwezigheid en de inzet die je toont bij deze lessen van doorslaggevend belang om een voldoende beoordeling te krijgen. Je moet namelijk minimaal 80% van de lessen aanwezig zijn geweest en daarbij en goede inzet hebben getoond. Dan is er nog iets waar je voor werkt tijdens de sport. Iedereen moet in het begin van het schooljaar een (sport)test maken. De gegevens van deze test moeten worden ingevoerd op een website, www.testjeleefstijl.nl Het inloggen op die site gaat op de volgende manier: Je gaat via je webbrowser naar www.testjeleefstijl.nl. Doe dat op een Windows computer, want op dit moment is het nog niet mogelijk om dat via Apple computers en/of smartphones/ipads te doen. Log in met de volgende codes: Je Ov nummer, zonder de eerste 2 nullen( krijg je bij de start van het schooljaar.), gevolgd door @scalda.nl Wachtwoord: je geboortedatum zonder "19" Dus bijv:
[email protected] Ww: 210594 Daar moet je nog meer testjes maken. Het invullen van de testgegevens die je bij sport hebt gekregen en de overige testen doe je tijdens de LLB lessen. Het verslag daarvan moet je bij de sportdocent inleveren. Meer daarover tijdens de lessen. Bij LLB moet je een heleboel taken doen. Een daarvan is Vitaal Burgerschap. Daar is testjeleefstijl dus een onderdeel van. Ook moet je een aantal praktijkopdrachten hebben uitgevoerd. Daarnaast telt ook hier weer je houding en inzet tijdens de sportlessen mee in de beoordeling. Wil je Vitaal Burgerschap en daarmee LLB voldoende afronden( en dat heb je nodig voor je diploma) dan zal je ook hiervoor dus een goede, positieve houding moeten tonen!! Tot ziens bij de sportlessen! Groetjes, Rob van der Eyk
21
2.6.5
Omgangskunde
Van de lessen omgangskunde kun je verwachten dat onderzoek gaat doen naar wie je bent, waar je goed in bent en hoe het komt dat je reageert zoals je reageert. De lessen zijn gericht op het aanleren van een beroepshouding passend bij verkoper niveau 2. Je leert over jezelf en hoe je jezelf als visitekaartje kunt neerzetten op je stage. Ook is belangrijk hoe we met elkaar omgaan als groep. We zijn allemaal verschillend, maar toch hebben we overeenkomsten met elkaar. Elke periode zullen er opdrachten in de vorm van verslagen, presentaties of toetsen gegeven worden. Deze moeten behaald worden en zijn een voorwaarde om je diploma te kunnen behalen. Onderwerpen waar je aan kunt denken zijn:
Voorbereiding op stage Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik Leren samenwerken Assertief zijn Normen en waarden Feedback geven en krijgen In oplossingen denken
2.6.6 BPV BPV staat voor Beroeps Praktijk Vorming. Hiermee wordt je stage bedoeld. Je loopt per week één dag stage bij je leerbedrijf. Alles over je BPV kun je vinden in het BPV boekje.
2.6.7 Vakantierooster
Vakantie
Wanneer?
Zomervakantie 2014 maandag 14 juli 2014 t/m vrijdag 22 augustus 2014 Herfstvakantie
maandag 20 oktober 2014 t/m vrijdag 24 oktober 2014
Kerstvakantie
maandag 22 december 2014 t/m vrijdag 2 januari 2015
Voorjaarsvakantie
maandag 16 februari 2015 t/m vrijdag 20 februari 2015
Goede Vrijdag
vrijdag 3 april 2015
2de Paasdag
maandag 6 april 2015
Meivakantie
maandag 27 april 2015 t/m vrijdag 8 mei 2015
Hemelvaartsdag
donderdag 14 mei 2015 t/m vrijdag 15 mei 2015
2de Pinksterdag
maandag 25 mei 2015
Zomervakantie 2015 maandag 20 juli 2015 t/m vrijdag 28 augustus 2015
22
2.6.8 Indeling van de week Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
8.30 uur Les volgens rooster
8:30 uur Les volgens rooster of Schoonheid in Goes
Stage
8:30 uur Les volgens rooster
8:30 uur Les volgens rooster
2.7 Selfservice Op het selfserviceportaal kun je terecht voor je dagrooster, presentiestatus, resultaten, stage en studie. Om het selfserviceportaal te bereiken gaan ze naar de website: scalda.educus.nl/selfservice (zonder www. ervoor). Na de eerste inlog moet het wachtwoord worden veranderd. De gebruikersnaam is altijd het ov-nummer. Studenten, die (nog)geen mail met inloggegevens hebben ontvangen of deze kwijt zijn, kunnen een wachtwoord aanvragen door naar het selfserviceportal te gaan en hun ov-nummer als gebruikersnaam in te vullen en daarna op “wachtwoord vergeten?” te klikken.
DEEL 3 INRICHTING EN PROGRAMMERING 3.1 Toetsing Bij deze opleiding krijg je te maken met twee soorten toetsen: 1. Ontwikkelingsgerichte toetsen 2. Summatieve toetsen (examens) Ontwikkelingsgerichte toetsen Bij ontwikkelingsgerichte toetsen wordt er gekeken naar je voortgang. Dit betekent dat er wordt gekeken naar wat je al kunt en op welke gebieden je je nog beter kunt ontwikkelen. Ook wordt bekeken of de opleiding bij je past. Je hebt verschillende vormen van ontwikkelingsgerichte toetsen. Met behulp van ontwikkelingsgerichte toets resultaten kan dus gemeten worden of je een vak al op het vereiste niveau beheerst. Is dat niet nog niet geval, kun je samen met je trajectbegeleider of docent overleggen hoe je naar dit niveau gaat toewerken. Na een half jaar krijg je een dwingend
23
advies. Haal je het vereiste niveau niet, dan zal het voortgangsoverleg vastleggen welke mogelijkheden je hebt: Het reeds gedane deel van de opleiding overdoen. Een gedeelte daarvan overdoen. Een ander opleiding kiezen. Een andersluidend advies volgen. Summatieve toetsen Summatieve toetsen zijn toetsen die testen of je voldoet aan de eisen uit het kwalificatiedossier. Hier gaat het dus om toetsen op het eindniveau. Ze geven een eindbeoordeling. De resultaten van de summatieve toetsen moeten voldoen aan de eisen van de opleiding om een diploma te halen. In het kwalificatiedossier staat opgenomen aan welke eisen je moet voldoen om je diploma te krijgen.
3.2 Voortgangseisen Resultaten, aanwezigheid, en motivatie spelen een belangrijke rol bij de voortgang van je studie. Uiteindelijk neemt de docentenvergadering van het team de beslissing over je studievoortgang. Bij tekortkomingen kan het voortgangsoverleg besluiten om aanvullende voorwaarden te stellen aan het verdere verloop van jouw traject of, in het ergste geval, een ‘negatief studieadvies’ te geven.
3.3 Individuele trajecten Het komt voor dat leerlingen sneller door de lesstof kunnen dan andere leerlingen uit de klas. Ook komt het voor dat leerlingen meer tijd nodig hebben voor bepaalde opdrachten. Voor deze leerlingen is het mogelijk om samen met de trajectbegeleider een individueel studieplan op te stellen.
3.4 Examinering Inleiding Op een gegeven moment zal blijken dat je alle competenties beheerst. Je hoeft niet meer te leren maar het is tijd om te examineren. Bij een voldoende resultaat van het examen sluit je de opleiding af en verklaren we je bewust - bekwaam. In plaats van examinering wordt ook wel gesproken van kwalificerend beoordelen. Als je via examinering alle kerntaken, werkprocessen en competenties hebt behaald, krijg je het diploma.
De wijze van het examineren Nederlands en rekenen worden geëxamineerd door centrale examens van het CITO aangevuld met schoolexamens. De verschillende onderdelen worden gemiddeld tot een eindcijfer.
24
Engels wordt afgesloten door middel van schoolexamens. De burgerschapscompetenties behaal je door bewijzen te verzamelen in je portfolio. Deze bewijzen behaal je door deel te nemen aan de lessen. Door het maken van opdrachten verkrijg je de noodzakelijke bewijzen. Vakleer wordt afgesloten door schoolexamens, werkstukken en praktijkexamens. Het praktijkexamen en het criteriumgericht interview Het praktijkexamen is een afsluitende toets. Het doel van praktijkexamen is dat je kunt aantonen dat je de kerntaken en de bijbehorende werkprocessen en competenties van de opleiding voldoende onder de knie hebt (volgens de eisen van het kwalificatiedossier). De beoordeling vindt plaats door: 1. observaties, vastgelegd in de nulmeting en de voortgangsmeting, gevolgd door een 2. criteriumgericht interview De aanwezige beoordelaars kijken of jij volgens de eisen van de opleiding op het niveau zit van een ‘beginnend beroepsbeoefenaar’. Is dat het geval dan ben jij volgens de school competent genoeg om je diploma te krijgen. Het praktijkexamen vindt plaats bij een door het Kenniscentrum Handel erkende winkel door een praktijkexaminator. Iedere student heeft recht op een herkansing van het praktijkexamen. Bijzondere procedures Aangepaste examinering Indien er sprake is van een leerbeperking kan bij de schoolexamencommissie een aanvraag ingediend worden voor aangepaste examinering. Toelating als examendeelnemer tot het examen Degene die uitsluitend tot de examenvoorziening wenst toegelaten te worden, kan zich als examendeelnemer laten inschrijven.
3.5 Onderwijs en Examenreglement (OER) Wat is het OER? Het OER beschrijft alle regels en uitgangspunten van het onderwijs en de examinering en geeft daarop een toelichting.
3.6 Toetsreglement Algemene regels 1) Een toets of een toetscluster wordt tweemaal per jaar aangeboden. Indien je verzuimt de toets te maken is deze kans voorbij.
25
Alleen in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld ziekte) kun je een nieuwe kans aanvragen via de examencommissie. Hierbij zal je moeten aantonen waarom je niet aanwezig bent geweest. (dit kan bijvoorbeeld een doktersverklaring zijn). 2) Je bent verplicht aan elke voor jou geplande toets deel te nemen. Tijdens de toets
Je bent op tijd voor de toets. Je hebt aan het begin van de toets de benodigde hulpmiddelen (bijvoorbeeld pen, rekenmachine, laptop) zelf bij je. Als de deur van het toetslokaal dicht is, heb je geen toegang meer tot de toets. Kortom: te laat = niet deelnemen Je mag het eerste halfuur van de toets niet weg. Tijdens de toets wordt alleen gesproken met de surveillant. Communicatie met een klasgenoot leidt onmiddellijk tot uitsluiting van de toets of het examen. Tijdens de toets is het niet mogelijk het toetslokaal om welke reden dan ook te verlaten, tenzij je het werk hebt ingeleverd. Tassen, jassen, smartphones/telefoons e.d. worden buiten het lokaal of voor in het lokaal gedeponeerd. Op je tafel zijn alleen de voor het examen/toets benodigde hulpmiddelen aanwezig. Een smartphone/telefoon kan niet gebruikt worden als hulpmiddel, zoals rekenmachine of woordenboek. Bij fraude maakt de docent hiervan melding bij de examencommissie. In principe wordt de betreffende toets/examen ongeldig verklaard en verlies je de herkansmogelijkheid. Bij een mondelinge toets of een simulatie moet de kandidaat 10 minuten voor tijd aanwezig zijn.
Werkstukken, verslagen, simulaties en praktijkopdrachten
Werkstukken, verslagen, rapporten en andere inleveropdrachten worden voor het uiterste inlevermoment ingeleverd. Daarna is er een tweede inlevermogelijkheid die tegelijkertijd de laatste mogelijkheid is. Het uiterste inlevermoment van de eerste mogelijkheid is altijd op vrijdagavond voor 24.00 uur van de week waarin de toets gepland is. Het ingeleverde moet een serieuze poging zijn om een goed resultaat te behalen.. Als je niet op tijd inlevert, is de laatste mogelijkheid op maandagmorgen 9.00 uur direct na het inlevermoment van de eerste mogelijkheid. Je hebt dan geen recht meer op een nieuwe poging. Voor kandidaten die op tijd hebben ingeleverd, blijft de tweede mogelijkheid bestaan, als ze een onvoldoende hebben. Er wordt dan een nieuwe afspraak gemaakt
Laatste mogelijkheid
Er mag geen gebruik worden gemaakt van een tweede (laatste) mogelijkheid als het resultaat van de eerste mogelijkheid een voldoende (55 of hoger) was.
26
Bij afwezigheid van de eerste mogelijkheid vanwege een geldige reden of als je een onvoldoende hebt behaald voor de eerste mogelijkheid, krijg je nog een laatste mogelijkheid de toets te halen. Als de toets onderdeel is van een toetscluster, kan een van deze toetsen slechts herkanst worden als de cluster onvoldoende is.
Na de toets
Toetsen moeten binnen tien werkdagen zijn nagekeken en aan de kandidaat zijn doorgegeven. Bij werkstukken, verslagen, rapporten e.d. worden de regels van examens gehanteerd: daarvan worden de resultaten binnen twintig werkdagen aan de kandidaat meegedeeld, via het selfserviceportaal en de app. Zodra een docent een examen heeft beoordeeld, geeft hij/zij de resultaten door aan het examenbureau. Nadat de resultaten zijn vastgesteld door de examencommissie, worden ze ingevoerd in de cijferadministratie en zijn ze zichtbaar voor de studenten in het selfserviceportaal en de app.
DEEL 4 BIJLAGEN 4.1 Verzuim
27
Alles over het verzuimbeleid kun je vinden op www.scalda.nl
4.2 Richtlijnen schriftelijk schoolwerk Hieronder wordt beschreven hoe de opleiding wil dat opdrachten en verslagen worden ingeleverd. Als we het hier over hebben bedoelen we het volgende: - Alle opdrachten en onderdelen die hierbij moeten worden ingeleverd - Verslagen en projecten (werkstukken) over een bepaald onderwerp - Stage opdrachten/verslagen Wanneer iets wordt ingeleverd en de onderstaande richtlijnen zijn niet toegepast wordt het niet nagekeken!
28
1. Richtlijnen Lay-out: Werk op A4-formaat Werk in een Word-document, en gebruik in het hele document zoveel mogelijk hetzelfde lettertype en grootte. Gebruik alleen andere lettertypes of lettergrootte als je de tekst wil verduidelijken of mooier wilt maken. Typ je tekst en gebruik de spellingscontrole. Deel alle pagina’s in op dezelfde manier: o Kantlijnen o Onder- en bovenkant o Hou de zinnen kort en werk met alinea’s (enters tussen de tekst) o Wat bij elkaar hoort, moet bij elkaar staan o Nummer de pagina’s Gebruik foto’s en tekeningen (afbeeldingen en plaatjes) als: o Ondersteuning bij de tekst o Verduidelijking o Afwisseling Maak gebruik van duidelijke afbeeldingen en plaatjes (ook met en na kopiëren) Zorg voor een aantrekkelijk verzorgd geheel. 2. Richtlijnen omslag (voorkant, voorpagina, voorblad) Hierop vermeld je: Volledige titel van verslag/opdracht/werkstuk Naam van de maker(s) Datum van inleveren 3. Richtlijnen voorwoord/inleiding Waarvoor/waarom is het verslag/opdracht/leer-/beroepsprestatie geschreven Doel van het verslag/opdracht/werkstuk Wat kan de lezer verwachten 4. Richtlijnen inhoudsopgave Bevat alle onderdelen van het verslag of de opdracht De inhoudsopgave moet logisch zijn 5. Richtlijnen genummerde hoofdstukken De hoofdstukken vormen het belangrijkste deel van het verslag. Geef elk hoofdstuk een titel. Gebruik korte zinnen Gebruik geen internettaal, maar zet informatie om in eigen woorden. Als je teksten overneemt van het internet o vermeld dan duidelijk de bron! o Leesbare tekst > alinea niet langer dan vijf zinnen. 6. Richtlijnen literatuurvermelding/bronvermelding
29
De gebruikte literatuur (boeken) en internetsites die zijn gebruikt (bronnen) worden vermeld. Deze lijst heeft als titel: bronvermelding.
4.3 einduitslagprotocol
EINDUITSLAGPROTOCOL VERKOPER DETAILHANDEL (crebo 93751)
ONDERDEEL
Praktijkexamens Praktijkexamen kerntaak 1 Praktijkexamen kerntaak 2 Praktijkexamen kerntaak 3
Uitslag per Bepaling uitslag examen Voldaan als alle praktijkexamens ten minste voldoende zijn.
Uitslag per onderdeel:
Voldaan Niet voldaan
/
ROC-examens (cijfer per examen): Theorie-examen kerntaak 1 Theorie-examen kerntaakoverstijgend (VACCM) Werkstuk algemene kennis van de detailhandel
Voldaan als alle ROCVoldaan examens ten minste Niet voldaan voldoende zijn.
/
Werkstuk branche- en assortimentskennis (of OFE / Detex examen)
Examens Nederlands (oordeel per vaardigheid): Luisteren (2F) Lezen (2F) Gesprekken voeren (2F) Spreken (2F)
Resultaten tellen niet mee voor het behalen van de kwalificatie. Voldaan De 5 bereikte taalNiet voldaan niveaus moeten wel op het diploma worden vermeld.
/
Schrijven (2F)
MVT-examens, taal naar keuze (oordeel per vaardigheid): Voldaan als 3 van de 5 MVT-vaardigheden voldoende zijn. De 5 bereikte taal-niveaus moeten op het diploma worden vermeld.
Voldaan Niet voldaan
/
Leren, Loopbaan en Burgerschap
Voldaan als het portfolio volledig is
Voldaan Niet voldaan
/
Rekenen
Voldaan als het volledig afgerond is
Voldaan Niet voldaan
/
Luisteren (A2) Lezen (A2) Gesprekken voeren (A2) Spreken (A1) Schrijven (A1)
Een deelnemer is geslaagd voor de kwalificatie als alle onderdelen voldaan zijn. EINDUITSLAG KWALIFICATIE VERKOPER DETAILHANDEL : □ GESLAAGD □ GEZAKT
30
31
4.4 Examenplan 2012-2013
bpv
Kerntaak 1: Ontvangt en verwerkt goederen
Kerntaak 2: Verkoopt en verleent service
Kerntaak 3: Handelt verkooptransacties af
Eén praktijkobservatie met twee examenonderdelen:
Eén praktijkobservatie met drie examenonderdelen:
Eén praktijkobservatie met één observatieeenheid:
1. Ontvangt goederen en slaat goederen op (wp 1.1 en 1.2)
1. Verkoopgesprek (wp 2.1, 2.2 en 2.3)
1. Handelt kassatransacties af (wp 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4)
2. Artikelpresentaties en verzorging winkel (wp 1.3, 1.4 en 1.5)
2. Bestellen en klachten aannemen (wp 2.4 en 2.5) 3. Werkoverleg (wp 2.6)
ROC
Criteriumgericht interview Eén theorietoets over de onderwerpen:
Criteriumgericht interview
Criteriumgericht interview
• Ontvangst en opslag van goederen goederenopslag - geleidedocumenten transportmiddelen - voorraadbeheer • Presentatie van artikelen - presentatie displays • Schoonmaken en hygiëne - schoonmaakplan schoonmaakmaterialen en –middelen
ROC
Eén theorietoets over de onderwerpen: veiligheid, arbo, calamiteiten, criminaliteit en milieu (Gelijk aan theorietoets uit examenplan VS-DH en VS-EV)
32
Werkstuk (met presentatie) over de onderwerpen: algemene kennis van de detailhandel, consumentenrecht, detailhandelsmarketing, verkoopbeleid
ROC
ROC
Branche- en assortimentskennis - werkstuk (met presentatie)
ROC/bpv
Moderne vreemde talen Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
Examen luisteren op niveau A2
Examen lezen op niveau A2
Examen gesprekken voeren op niveau A2
Examen spreken op niveau A1
Examen schrijven op niveau A1
Spreken
Schrijven
Nederlands (2F)
ROC/bpv
Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
Examen luisteren op niveau 2F
Examen lezen op niveau 2F
Examen gesprekken voeren op Examen spreken op niveau Examen schrijven op niveau 2F 2F niveau 2F Beoordeling aan de hand van een portfolio Leren, loopbaan en burgerschap
4.5 Toetstermen Toetstermen : Verkoper Crebocode : 93751 Cohort : 2011-2012 Kerntaak 1 ontvangt en verwerkt goederen (theorietoets) onderwerp Specificatie
1. Ontvangst en opslag van goederen
1. inzicht in de relatie tussen kenmerken van goederen en verschillende hulpmiddelen om goederen te vervoeren inzet van pallettruck, steekwagen, rolcontainer, pompwagen, plateauwagen, winkelwagen, dolly, heftruck, rekken 2. inzicht in werkwijze bij controleren van goederen en documenten inzicht in controle aan de hand van vrachtbrief, pakbon, factuur, retourbon, begrip manco inzicht in werkwijze bij kwalitatieve, kwantitatieve en steekproefcontrole kennis van het belang van inventariseren en tellen, gebruik handterminal inzicht in het voorkomen van derving 3. inzicht in de relatie tussen kenmerken van goederen en verschillende verpakkingen inzicht in toepassing van transportverpakking, consumentenverpakking, omverpakkingen, blisterverpakkingen, colli, tray, emballage inzicht in werkzaamheden om goederen verkoopklaar te maken verwijderen van omverpakkingen, prijzen van artikelen, beveiligen van artikelen kennis van betekenis symbolen op omverpakkingen (zie onderstaand)
(of soortgelijke afbeeldingen)
4.
inzicht in de relatie tussen artikelkenmerken en opslagmogelijkheden artikelkenmerken: omvang, gewicht, aard van de goederen zoals gekoeld of diepvries, fast movers, slow movers, snelloper, langzaamlopers retourgoederen opslagmogelijkheden: vloer, pallet, stellingen, koelcel, vriescel, buitenopslag, indeling van het magazijn vast-, vrij, gemengd locatiesysteem 5. inzicht in het veilig werken bij vervoeren en opslaan van goederen en het voorkomen van derving kennis van arbo, til-instructie, inzicht in gevaarlijke situaties oa. bij gebruik rolcontainer, pallettruck, kartonvermaler, gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
2. Presenteren van artikelen
3. Schoonmaken en hygiene
1. inzicht in werkwijze bij aanvullen van presentaties inzicht in toepassing presentatieplan, facings, schaphoogtes (reik-, oog-, grijp-, bukhoogte, fifo, tht, tgt (te gebruiken tot), spiegelen, hoe te handelen bij afwijkingen) 2. inzicht in de relatie tussen artikelkenmerken en presentatiemogelijkheden eilanddisplay, kopdisplay, schapdisplay, vloerdisplay, wanddisplay, toonbankdisplay, kassadisplay, sfeerdisplay, massadisplay, verkooptafel, buitenpresentatie, frontpresentatie, gesloten vitrine 3. inzicht in opbouw commercieel aantrekkelijke artikelpresentaties kennis van presentaties op basis van prijs-, consumptie-, gebruiks-, productie-, en themaverwantschap, eyecatcher inzicht in verhogen atttentiewaarde door middel van winkellay-out looprichting, kleurstelling, promotiemateriaal, AIDA 4. inzicht in het veilig werken, voorkomen van derving en voorkomen van overlast bij het aanvullen en opbouwen van artikelpresentaties belang controleren van prijs- en tekstkaarten 1. inzicht in toepassing van een schoonmaakplan kennis belang schoonmaakplan en aflezen van informatie uit een schoonmaakplan. 2. inzicht in toepassing schoonmaakmiddelen en materialen afwasmiddel, desinfecteermiddel, allesreiniger, stofzuiger, bezem, dweil, mop, wisser, trekker, zeem 3. inzicht in veilig werken met schoonmaakmiddelen inzicht in gevaarlijke situaties zoals gevaar bij mengen, slipgevaar natte vloer, kennis van logo’s bij gebruik gevaarlijke stoffen
4.
inzicht in het belang van schoonmaken en hygiënisch werken belang desinfecteren, voorkomen van kruisbesmetting, HACCP
1
Toetstermen : Verkoper Crebocode : 93751 Cohort : 2011-2012 Kerntaakoverstijgend Kennis van de detailhandel (werkstuk) onderwerp Specificatie
Algemene kennis van de detailhandel
Consumentenrecht en service
Marketing en verkoopbeleid
1. inzicht in de functies van de detailhandel 2. kennis van branches in de detailhandel 3. inzicht in assortimentskenmerken (smal-breed-diep-ondiep) 4. kennis van indeling in groot-midden-kleinbedrijf 5. inzicht in verkoopsystemen in de detailhandel 6. inzicht in distributievormen in de detailhandel 7. kennis van beroepen en werkzaamheden in de detailhandel 8. kennis van verschillende vormen van overleg in de detailhandel 1. kennis van voorwaarden voor ruilen en retourneren 2. kennis van garantievoorwaarden 3. inzicht in branchespecifieke verkoopvoorwaarden 4. inzicht in branchespecifieke service 5. kennis van klachtenprocedure 1. inzicht in marketingstrategieën 2. inzicht in invulling retailmix en winkelformule 3. inzicht in criteria voor marktsegmentatie 4. inzicht in trends in consumentengedrag en hoe er op in te spelen 5. inzicht relatie retailinstrumenten en koopgedrag 6. inzicht in toepassing concurrentieanalyse
Toetstermen : Verkoper Crebocode : 93751 Cohort : 2011-2012 Kerntaakoverstijgend Branche en assortimentskennis onderwerp Specificatie
Branche en assortimentskenni s
1. inzicht in belang branche- en assortimentskennis 2. kennis van verkoopsystemen in de gekozen branche 3. kennis van distributievormen in de gekozen branche 4. inzicht in relatie vestigingsplaats en de gekozen branche 5. kennis van wettelijke eisen gesteld aan de gekozen branche 6. kennis van milieumaatregelen in de gekozen branche 7. inzicht in de belangrijkste doelgroepen van de gekozen branche 8. inzicht in consumentengedrag in de gekozen branche 9. inzicht in (toekomstige) trends in de gekozen branche 10. inzicht in de assortimentsopbouw van de gekozen branche 11. (beperkte) kennis van artikelen uit de gekozen branche 12. inzicht in artikelpromotie in de gekozen branche (promotieplan
2
en promotiemix) 13. inzicht in de winkelinrichting (winkelinterieur, winkellay-out, family grouping, routing) 14. inzicht in het presentatieplan (displaypresentatie, frontpresentatie) 15. kennis van opleidingen in de gekozen branche 16. inzicht in belang branche- en assortimentskennis
Toetstermen : Verkoper Crebocode : 93751 Cohort : 2011-2012 Kerntaakoverstijgend theorietoets VACCM onderwerp Specificatie 1.
1. Arbo en veiligheid
2. Milieu
kennis van Arbo-wet en inzicht in toepassing van veelvoorkomende Arbo-regels (tilinstructies, controle op Arbo, werktijden) 2. kennis van belang RI&E en meest voorkomende onderwerpen in RI&E (Risico’s inventariseren o.a. op gebied van werkdruk, werksfeer, werktijden, tillen, houding, gevaarlijke stoffen, lawaai & geluid, veiligheid van machines, temperatuur, licht, vocht, kans op vallen, brand, EHBO, kwetsbare groepen (jongeren, zwangeren), Risico’s evalueren en Plan van Aanpak opstellen om risico’s te beperken) 3. herkennen van en handelen bij risico-situaties en ongevallen (zie risico’s bij 1.2) 4. kennis van pictogrammen, gebods-, verbods- en waarschuwingsborden in magazijn en winkel, zoals
1. inzicht in verpakkingsmaterialen en –vormen die minder milieubelastend zijn (bv. recyclebaar materiaal, biologisch afbreekbaar plastic, herbruikbare verpakkingsmaterialen) 2. inzicht in de samenstelling/productiewijze van producten die minder milieubelastend zijn (bv. biologische teelt, duurzame productie) 3. inzicht in maatregelen die genomen kunnen worden ten behoeve van het milieu (bv. verwijderingsbijdragen, voorkomen zwerfafval, verminderen verpakkingsmateriaal)
3
3. Criminaliteit
4. Calamiteiten
4. inzicht in maatregelen die genomen kunnen worden om energie te besparen (m.b.t. verwarming, verlichting, koelen en vriezen, apparatuur, het energie Prestatie Advies, isolatie) 1. inzicht in gevolgen criminaliteit personeel en klanten 2. inzicht in maatregelen ter voorkoming van overval (bv.personeelsinstructie, kassabeheer, geldtransport, afsluitprocedures, winkelinrichting, kluis met tijdslot) 3. inzicht in hoe te handelen bij en na overval (RAAK, wat te doen na overval, inschakelen slachtofferhulp) 4. inzicht in het voorkomen van diefstal (kijken, groeten, beveiliging van artikelen, 5. inzicht in het handelen bij verdachte situaties en diefstal (omgaan en aanhouden van verdachte personen) 1. inzicht in maatregelen om brand te voorkomen (branddriehoek, bouwkundige maatregelen, organisatorische maatregelen) 2. inzicht in hoe te handelen bij brand (blusmiddelen en hun bediening, ontruimingsplan, vluchtwegen, verzamelpunt) 3. inzicht in het voorkomen van en handelen bij andere calamiteiten zoals agressie en vernieling (inschakelen BHV, inschakelen hulpdiensten, 112, 0900-8844, bij agressie STOP – Stoom afblazen, Tot de orde roepen, Opnieuw beginnen, Passen bij herhaling) 4. inzicht in rol en belang van BHV
4