5 e JAARGANG, NR. 3, Mei 2010
Nieuw: Opleiding hbov-technische stroom
OPLEIDINGS SPECIAL
In opleiding: Vier aankomende OA’s over studie en werk Competentiegericht onderwijs Erasmus Mc herziet leerplan Laparoscopie: Bijblijven is noodzakelijk
Collega: Opleidingscoördinator Martin Veldhoen: ‘Meer tijd en geld nodig voor goede opleidingen’
Eén telefoontje zet alles in beweging.
Het proces voor en tijdens de operatie wordt steeds complexer.
het voorbereiden van de ingreep makkelijker maken. Daarnaast
Kwaliteit moet de complexiteit bijhouden. Biomet kan hierbij helpen.
stellen wij een zeer ruim assortiment en top bruikleensets met
Door u, voor zover het in ons vermogen ligt, ‘zorg’ uit handen te
bijbehorende handboeken beschikbaar. Ook onze begeleiding
nemen. Onze interne en externe medewerkers hebben kennis
en assistentie kunnen tijdens de ingreep het verschil maken.
en kunde van zaken. Hun snelle en gedegen adviezen moeten
Interesse? Eén telefoontje kan alles in gang zetten. 078 629 29 29
www.biomet.nl
MOBIEL MET
.
Voor de OK chirurgie en de Anesthesiologie zijn wij per direct op zoek naar een enthousiast unithoofd (beide 1,0 fte) die de afdeling de komende jaren verder gaat vormgeven. Onze vraag Je hebt het diploma anesthesiemedewerker/ operatieassistent, aangevuld met een opleiding op hoger managementniveau of gelijkwaardig niveau door een combinatie van opleidingen en werk ervaring. Je bent een leider met lef en een goede gesprekpartner voor professionals. Vanzelfsprekend beschik je over goede communicatieve en sociale vaardigheden. Je bent doortastend en goed in staat de teamleden te betrekken, te stimuleren en te motiveren om ook hen een juiste bijdrage te laten leveren aan de kwaliteit van zorg. Wij bieden een dynamische werkomgeving, waarin volop uitdaging te vinden is. Je komt te werken in een enthousiast team professionals. Ook zijn wij op zoek naar gediplomeerde anesthesie medewerkers en operatieassistenten. Ben je tactvol, accuraat en kun je snel inspelen op verschillende situaties? Vind je het leuk om met mensen te werken en kun je goed in teamverband samenwerken? Ben je daarnaast minimaal 24 uur per week beschikbaar? Ga dan naar www.hagaziekenhuis.nl voor meer informatie.
100784_HZ_AdvUnithoofden_OK.indd 1
Jouw werkkring Leidinggeven aan een team op de OK van ons ziekenhuis is een uitdaging! Vrijwel alle specialismen zijn in onze organisatie vertegenwoordigd. We beschikken onder andere over een cardio chirurgisch centrum, een groot traumacentrum, een orthopedisch centrum, een kinderziekenhuis en een perinatologisch centrum. De dynamiek die dit met zich meebrengt vind je ook op de OK terug. Voor onze OK en voor jou, als toekomstig unithoofd ligt er dus een enorme uitdaging. Jouw vragen Voor meer informatie over deze uitdagende functie kun je contact opnemen met Margret Beliën, sectormanager RVE OK/CSA, via (070) 210 2140 of per email:
[email protected]. De arbeidsvoorwaarden zijn conform CAO Ziekenhuizen. Inschaling gebeurt op basis van opleiding en werkervaring. Jouw sollicitatie Je sollicitatie met curriculum vitae zien wij graag voor 5 juni 2010 tegemoet via: www.werkenbijhaga.nl/ vacatures of per mail naar:
[email protected]. Hier vind je de uitgebreide vacaturetekst en kun je direct solliciteren.
Het HagaZiekenhuis is lid van de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidings Ziekenhuizen (STZ) en biedt vrijwel alle medische specialismen. Ruim 3700 medewerkers en 220 specialisten werken vanuit de kernwaarden Zorgzaamheid, Innovatie en Samenwerking aan zorg met een menselijke maat. Het Ziekenhuis is gevestigd op de locaties Leyweg en Sportlaan, Juliana Kinderziekenhuis en de buitenpolikliniek Wateringse Veld.
19-4-10 9:31
185 x 255 mm_OK Operationeel
HagaZiekenhuis van de unithoofden
Internationaal meetellen Een aantal LVO-bestuursleden heeft in Denver het Amerikaanse con-
Nieuwe opleiding voor de OK
gres voor operatieverpleegkundigen bijgewoond. Het aantal deelnemers: 12.000! Wat een gedreven collega’s hebben wij in Amerika, en
Het is mogelijk én verantwoord om het hoger
natuurlijk is alles ‘very big’ opgezet. Afgezien van de omvang verschil-
beroepsonderwijs voor verpleegkundigen
de het congres op twee punten met het Nederlandse LVO-congres: de diversiteit aan onderwerpen en de inbreng van de beroepsgroepen zelf. Wij zien in Nederland graag presentaties van spectaculaire operatietechnieken en ‘bloed op het projectiescherm’, meestal gepresen-
(hbov) te combineren met de opleiding tot operatieassistent respectievelijk anesthesiemedewerker. Met de opleiding hbov-technische stroom krijg je een diploma op hbo-niveau en kom je in aanmerking voor een BIG-registratie.
teerd door artsen. Maar op dit congres had de beroepsgroep zelf een grote inbreng. Daarnaast hebben onze Amerikaanse collega’s dikwijls een universitaire opleiding, en de meesten hebben een hele rij titels achter hun naam staan. Er kwamen dus niet alleen operatietechnieken ter sprake, maar ook overstijgende onderwerpen als budgettering, arbeidsmarkt en onderzoek. Maar we konden met trots constateren dat we het in Nederland zeker niet slecht doen. De richtlijn die de LVO heeft ontwikkeld voor onbedoeld achterblijven van materialen maakt gebruik van de inzichten van de Amerikaanse veiligheidsgoeroe en chirurg dr. Atul Gawande. Hij ontbrak niet in Denver en gaf – hoe kan het anders
16
– een lezing over safer surgery. Charmaine Betzema had een meetand-greet met hem, waarin ze hem onze richtlijn overhandigde. Hij was zowaar impressed. Deze OK Operationeel staat in het teken van onderwijs en ontwikkeling. Vera Meeusen vertelt uitgebreid hoe het leeftijdsbewust ontwikkelingspalet (LOP) in zijn werk gaat. Martine Kuif en Corrie van Dulm beschrijven hun ervaringen met een laparoscopische cursus. Jeanine Stuart stelt zich voor als bestuurslid van de commissie onderwijs. Paul Meijsen pleit voor de opleiding hbov-technische stroom. Een opleiding waarmee hbo-niveau en BIG-registratie haalbaar zijn voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers. Misschien kunnen wij in de toekomst ook de titels Bachelor of Nursing (BN) en Registered Nurse (RN) achter onze
30 Het leeftijdsbewuste ontwikkelingspalet
naam zetten? Dat zou de (h)erkenning van
Er zijn wel degelijk mogelijkheden op het
onze beroepen vergroten in Nederland en
gebied van loopbaanontwikkeling voor ope-
daarbuiten. We kunnen dus gaan meetellen
ratieassistenten. Het is aan de organisatie om
in meerdere opzichten.
deze mogelijkheden te benoemen en aan de medewerker om te bepalen wat hij kan en
Hennie Mulder Bestuurslid Media
[email protected]
4
OK OPERATIONEEL mEI 2010
wil. Het ‘leeftijdsbewuste ontwikkelingspalet’ (LOP) is speciaal ontworpen om de diversiteit aan mogelijke activiteiten een plaats te geven.
Operatieassistenten in opleiding Waarom wordt iemand operatieassistent?
Competentiegericht onderwijs aan Erasmus Mc
Journalist en fotograaf Valentijn Brandt sprak met vier OA’s in opleiding over hun motivatie,
In 2004 startte de Erasmus MC Zorgacademie
de voors en tegens van het vak en hun toe-
het project ‘Anders leren’, waarbij het reguliere
komstverwachtingen.
onderwijs werd omgeturnd tot competentiegericht leren. Veurink en Van de Fliert zagen als opleiders van de Opleiding Operatieassistent de kans schoon om het hele leerplan te herzien.
22
26
32
36
Kijk op laparoscopieVMS-themaconferentie: verwisseling techniek van en bij patiënten De technologische groei houdt nooit meer op en de mogelijkheden om nieuwe technologie Sinds 2004 zijn alle ziekenhuizen verplicht de
bij operaties te gebruiken evenmin. Laparo-
veiligheid van de zorgverlening in te richten
scopie is sterk in ontwikkeling en heeft als
met behulp een veiligheidsmanagementsys-
‘gesloten operatietechniek’ veel voordelen voor
teem (VMS)
patiënt en ziekenhuis. Martine Kuif en Corrie
Op 12 maart 2010 heeft de eerste landelijke
van Dulm waren de eerste operatieassisten-
themaconferentie plaatsgevonden over ver-
ten die konden deelnemen aan een cursus
wisseling van en bij patiënten.
‘dedicated nursing’ over laparoscopie.
Verder in dit nummer: 4 Redactioneel 6 Nieuws 10 LVO-nieuws 13 LVO-bestuurder 14 Collega 38 Column Paul Meijsen 39 Agenda en colofon
OK OPERATIONEEL mEI 2010
5
Tekst: Menno Goosen
Aantal patiënten Mbo-opleiding voor medewerkers met darmkanker operatieteam Het Opleidingscentrum van het UMC deling van patiënten. Het UMC Utrecht stijgt Utrecht heeft, in samenwerking met ROC zal als eerste ziekenhuis met beide oplei-
In 2009 is bij 11.450 mensen in Nederland darmkanker vastgesteld. Dit blijkt uit voorlopige gegevens op basis van de Nederlandse Kankerregistratie. Het totale aantal nieuwe kankerpatiënten in 2009 is nog niet bekend, maar zal ongeveer 90.000 bedragen, zodat een op de acht nieuwe kankerpatiënten darmkanker heeft. In de periode 2005-2008 is het aantal patiënten bij wie darmkanker is vastgesteld toegenomen van 10.500 tot 11.650. In 2009 was er een kleine daling tot 11.450, net zoveel als in 2007. Een op de twintig Nederlanders krijgt gedurende zijn leven met darmkanker te maken, waarvan ongeveer 40% ook aan de ziekte zal overlijden. Om het percentage sterfte te verminderen heeft de Gezondheidsraad minister Klink geadviseerd te starten met een bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Andere vormen van kanker in het maagdarmkanaal die veel voorkomen in Nederland zijn maagkanker en slokdarmkanker. Het aantal patiënten met slokdarmkanker is de afgelopen vijf jaar sterk gestegen, van 1.520 in 2005 tot 1.900 in 2009. Daarmee was het aantal nieuwe patiënten met slokdarmkanker in Nederland voor het eerst groter dan het aantal patiënten met maagkanker. 6
OK OPERATIONEEL MEI 2010
Midden Nederland, een nieuwe opleiding voor doktersassistenten ontwikkeld. De opleiding bestaat uit twee varianten. Doktersassistenten worden speciaal opgeleid om te ondersteunen bij behandelingen en onderzoeken binnen een operatieteam of een radiotherapeutisch team. De opleiding tot doktersassistent biedt ziekenhuizen vanaf september 2010 de mogelijkheid om medisch ondersteunende medewerkers op te leiden tot een mbo-niveau 4-diploma. De doktersassistent wordt opgeleid om administratieve en organisatorische taken uit te voeren en om ruimtes en apparatuur te beheren en klaar te maken. Binnen de opleiding is veel aandacht voor de opvang, begeleiding en voorlichting van de patiënt en voor het samenwerken met collega’s en specialisten. Na een gemeenschappelijk opleidingsprogramma wordt de student opgeleid voor een van de twee varianten. De doktersassistent operatieve zorg werkt in operatieteams bij geplande, kortdurende ingrepen of behandelingen. De doktersassistent radiotherapie assisteert op een bestralingsunit bij de behan-
dingsvarianten starten. Cathrien van Aar is teamleider Beroepsopleidingen van het Opleidingscentrum UMC Utrecht en medeverantwoordelijk voor het ontwikkelen van de opleiding: ‘Er moest een oplossing komen voor de structurele en steeds nijpendere tekorten in verschillende medisch ondersteunende functies, waaronder de functie van operatieassistent. De huidige opleidingen voorzien onvoldoende in deze behoefte. Het UMC Utrecht heeft, in samenwerking met het Diakonessenhuis, een mbo-functieprofiel ontwikkeld dat aansluit bij de veranderende inhoud en organisatie van het medisch ondersteunend werk. Werkgevers bereiken met dit nieuwe aanbod ook andere doelgroepen.’ De nieuwe opleiding duurt twee jaar en is een leerwerktraject voor kandidaten die een diploma verzorgende mbo-niveau 3 hebben of zijn afgestudeerd op mbo-niveau 4 met een zorggerelateerde opleiding. Verpleegkundigen of doktersassistenten krijgen een maatwerktraject aangeboden. Alle kandidaten solliciteren voor een opleidingsplaats bij een ziekenhuis.
Cardiologen SAZ dichten als eersten hartoor Cardiologen van het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein hebben als eersten een hartoor afgesloten. De ingreep werd uitgevoerd bij een patiënt met ritmestoornissen en boezemdefibrilleren om bloedingen te voorkomen. Dat meldde chirurg Benno Rensing op Radio 1: ‘Een plugje in het hartoor moet voorkomen dat zich gestold bloed ophoopt. Het hartoor wordt wel vaker weggehaald bij klepoperaties, en dat zorgt voor minder kans op bloedingen. Dit is de eerste keer dat we het
hartoor gaan opvullen door te katheteriseren.’ De chirurg verwacht dat de ingreep vlot zal verlopen. ‘Deze ingreep is geschikt voor een grote patiëntengroep, maar we zullen de komende tijd alleen degenen behandelen met een verhoogd bloedingsrisico. Omdat het geld voor de ingreep uit het innovatiepotje van het ziekenhuis komt, is er de komende tijd slechts een beperkt budget beschikbaar om de ingreep uit te voeren.’ [Bron: Radio 1, Zorgpers]
Advies: laat huisarts eenvoudige operaties verrichten De huisarts moet een deel van de taken van het ziekenhuis overnemen. Zo zal hij eenvoudige operaties verrichten, zoals sterilisaties en ooglidcorrecties. Dit toekomstbeeld staat in de discussienota die de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg onlangs presenteerde. De Raad stelt voor om het mogelijk te maken patiënten voor korte duur in de praktijk van hun huisarts te laten verblijven. Verder zou de huisarts van de toekomst spreekuur kunnen houden door middel van een webcam en e-mail. Huisartsen zullen volgens het rapport op termijn zelf medicijnen verstrekken. Ook prikken ze dan bloed voor laboratoriumonderzoek, ma-
Mail naar okoperationeel @y-publicaties.nl
OK Nieuws Het actueelste OK-nieuws vindt u op ken ze röntgenfoto’s en hebben ze echoapparatuur om aandoeningen als galstenen vast te stellen. Door het overhevelen van zorg uit ziekenhuizen naar de huisartsen kan het aantal ziekenhuizen slinken. Dat zijn er nu zo’n 100, maar dat kunnen er 50 worden. Deze kunnen zich dan specialiseren in topzorg. Volgens de Raad voldoet het huidige aantal huisartsen voor de plannen. [Bron: RvZ]
Model voorspelt de beste behandeling voor patiënt met eierstokkanker Artsen kunnen binnenkort beter voorspellen wat de beste behandelstrategie is voor een patiënt met een vergevorderde eierstoktumor. Gynaecoloog Kees Gerestein van het Erasmus MC heeft voor zijn promotieonderzoek modellen gemaakt die voor individuele patiënten voorspellen hoe groot de kans is dat de tumor tijdens een operatie volledig kan worden verwijderd. Ook voorspellen de modellen het risico op complicaties tijdens de ingreep. Nu is het vaak lastig om te bepalen welke behandeling de meeste kans van slagen heeft. Artsen baseren hun keuze op hun eigen ervaring en voorkeur. Bij eierstokkanker zijn verschillende behandelingen mogelijk. In het ene geval is het beter om eerst operatief zo veel mogelijk tumor te verwijderen en dan verder te behandelen met chemotherapie. In andere gevallen is het beter om te
Heeft u nieuws?
starten met chemo. Welke keuze het beste is, hangt onder andere af van de grootte van de tumor en de conditie van de patiënte. Beeldvorming en bloedwaarden voor de operatie zijn belangrijk om de juiste behandelvolgorde te bepalen. Door in het model onder andere dit soort gegevens in te voeren, komt er een voorspelling uit die van belang kan zijn om de beste behandelstrategie te bepalen. De voorspellingsmodellen geven in 70 tot 75 procent van de gevallen het beste resultaat. Dat percentage kan nog verhoogd worden door de modellen verder uit te werken en te verbeteren. Om de modellen te ontwikkelen heeft de onderzoeker gedurende zes jaar patiënten met eierstokkanker gevolgd in verschillende Nederlandse ziekenhuizen. Voor zijn onderzoek heeft hij samengewerkt met het Integraal Kankercentrum Rotterdam (IKR).
www.oknieuws.nl
Zes ziekenhuizen gaan verder onder de naam Santeon Sinds deze maand zijn zes ziekenhuizen samengegaan onder de nieuwe naam Santeon. Vanaf nu werken CanisiusWilhelmina Ziekenhuis Nijmegen, Catharina-ziekenhuis Eindhoven, Martini Ziekenhuis Groningen, Medisch Spectrum Twente Enschede, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam en St. Antonius Ziekenhuis Utrecht, Nieuwegein steeds intensiever met elkaar samen onder de naam Santeon. Elk ziekenhuis houdt zijn vertrouwde naam en identiteit. Door de nieuwe zorgwet van 2006 werd de positie van verzekerden versterkt. Er ontstonden collectieven van verzekerden met een landelijke organisatie en spreiding. Instellingen die landelijk werken en overal in Nederland kwalitatief hoogwaardige zorg eisen. Om antwoord te kunnen geven op deze ontwikkelingen, hebben de zes topklinische ziekenhuizen zich in 2005 verenigd.
OK OPERATIONEEL mEI 2010
7
PALAMIX
Aapje geopereerd door Brandwondencentrum Beverwijk Een aapje uit de dierentuin Artis heeft een huidtransplantatie ondergaan in het Brandwondencentrum van het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Pjotr is een
®
potto, een vrij zeldzaam Afrikaans nachtaapje. Hij had een grote wond op zijn rug die niet genas. De dierenarts van Artis heeft daarom contact gezocht met het Brandwondencentrum, dat gespecialiseerd is in grote huidwonden. Met aanpassingen in de wondbehandeling werd de wond wel kleiner, maar een huidtrans-
plantatie was onvermijdelijk. De artsen hebben stukjes gezonde huid van Pjotrs linkerbil gehaald. Dit is verspreid in kleinere stukjes op de wond aangebracht. De huid bleek enkele dagen na de ingreep goed te zijn aangegroeid, waardoor de wond engsyisstegeworden. veel kleiner Inmiddels e mm ü is Pjotr genezen verklaard.
m
Vac u
Optimaal mengen van botcement: Eenvoudig – veilig – efciënt*
EUS
t
AN HERA Nieuw onderzoekscentrum wil werkingVborsttumoren in kaart brengen voo en r b o tc e m Het Nederlands Kanker Instituut - Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI-AVL) ontvangt 4,5 miljoen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) om een nieuw onderzoekscentrum op te zetten. Het Cancer Systems Biology Centre (CSBC) moet de ingewikkelde regelmechanismen doorgronden die betrokken zijn bij het ontstaan en gedrag van borstkanker. Het centrum brengt verschillende onderzoekslijnen samen om computermodellen te ontwikkelen die gebruikt gaan worden om een betere diagnose te stellen en beter te voorspellen welke behandeling het beste aanslaat. Uniek van dit centrum is dat
de expertise die in het instituut ruim aanwezig is, structureel wordt samengebracht. Onderzoekers Lodewyk Wessels, Roderick Beijersbergen, Jos Jonker en René Bernards bundelen de krachten: vanuit verschillende invalshoeken en expertises leggen ze de link tussen fundamenteel onderzoek en concrete behandeling van patiënten in de klinische praktijk. De onderzoekers kijken niet alleen naar hoe speciaal hiervoor gekweekte cellen in een laboratorium op een bepaald medicijn reageren, ze maken ook gebruik van gegevens uit muizen, patiëntmateriaal en patiëntgegevens. Met deze geïntegreerde aanpak ontwikkelen ze computermodellen die
kunnen voorspellen hoe een tumorcel zich zal gedragen en welke behandeling bij individuele patiënten de meeste kans van slagen heeft. Dat betekent dat vrouwen direct de behandeling krijgen met de grootste kans op succes en dat hen de kosten, pijn en moeite worden bespaard van een behandeling die waarschijnlijk niet werkt. De subsidie van de NWO financiert het centrum de komende vier jaar. Hierna blijft het NKI-AVL de samengevoegde activiteiten financieren. De onderzoekers verwachten dat de kennis die hier wordt ontwikkeld in de toekomst ook op andere vormen van kanker en andere ziekten kan worden toegepast.
PALAMIX® – eenvoudig gebruik voor alle toepassingen
Officiële bescherming tegen prikaccidenten * eenvoudig in slechts een paar stappen naar een homogeen en gebruiksklaar botcement
De Europese Commissie wil verpleegkun- andere werkgevers in de zorgsector gen leveren op het vlak van * veilig betrouwbare vacuümcontrole door vacuümindicator digen beter beschermen tegen mogelijke brengen eerst alle risico’s nauwkeurig in informatie en scholing over aan het luchtslangetje verwondingen door naalden en spuiten. kaart. Dat kan ertoe leiden dat sommige het voorkomen van prik* efciënt een systeem voor alle toepassingen in de gecemenDe commissie ondertekende daartoe al of spuiten zelfs accidenten. Als een verpleegkundige toch teerde prothesiologie door medische een keurinstrumenten aan patronen in juli 2009 eenmet overeenkomst met de worden verboden. Moderne naalden, gewond raakt, dan moet het ziekenhuis verschillende afmetingen en speciale accessoires vakbonden en werkgevers in de ziekenuitgerust met een beveiligingssysteem, verplicht zorg en psychologische bijstand huissector. Ook de Europese worden niet verboden. Nu al hanteren bieden. De overeenkomst tussen de sociaHeraeus Kulzer BV · Postbus 986 · 2003verpleegkundigen RZ Haarlem · Nederland · Tel.:regels +31 (0)23 56 · www.heraeus-medical.com ministers van Benelux Werkgelegenheid hebben bepaalde voor 543 42 le partners en de EU is van toepassing op hun handtekening geplaatst. Het doel is het veilig gebruiken en weggooien van alle personeelsleden in de zorg, ook voor dat bescherming tegen prikaccidenten scherpe medische instrumenten en beverzorgenden, thuiszorgmedewerkers en een officieel recht van verpleegkundigen smet afval. Werkgevers moeten met het schoonmaakploegen. (en artsen) wordt. Ziekenhuizen en nieuwe Europese beleid meer inspannin[Bron: Nursing] 8
OK OPERATIONEEL MEI 2010
Hoogleraar Heelkunde: ‘Ego’s moeten weg uit de zorg’ Goede bestuurders en managers kennen het zorgproces en stellen dat centraal, aldus prof. dr. Erik Heineman in zijn oratie bij het aanvaarden van de leerstoel Heelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Alle werknemers in de zorg hebben de verantwoordelijkheid om van een egosysteem naar een ecosysteem over te gaan. Er is vaak sprake van een stammenstrijd tussen medisch personeel en bestuurders. De spelers in de zorg leven volgens Heineman te veel volgens een ik- of egosysteem. Omdat de zorg complexer wordt en er behoefte is aan integrale en thematische zorg, voldoet dit systeem
niet meer en staan we aan de vooravond van een nieuwe ordening van de zorg, waarin de huidige vakgroepen ten dele achterhaald zijn. Gezondheidszorgsystemen zijn levende systemen, ofwel ecosystemen, stelt Heineman. Een gezondheidszorgsysteem kent namelijk net als een ecosysteem diversiteit, onderlinge afhankelijkheid, individuele groei en beweging. Door te functioneren als een ecosysteem worden prachtige resultaten geboekt waar patiënten, medewerkers en de organisatie beter van worden. Een voorbeeld hiervan is een nieuwe checklist voor operaties, waardoor complicaties en sterfgeval-
len zijn teruggedrongen. Niet wie de baas is mag het zeggen, maar wie het weet mag het zeggen. Bestuurders en managers in een ecosysteem zijn zelf meewerkend voorman en hebben de focus op inhoud en vakmanschap. Zij bedenken niet alleen plannen, maar implementeren die ook. Een ecosysteem is ook een goede manier om de medewerkers zich veilig te laten voelen in hun werkomgeving. Daarin ligt ook een taak voor de managers; zij moeten grootschalige verschijnselen voortdurend vertalen naar de kleinere schaal waarop de medewerkers functioneren.
Eerste Nederlands O-ARM in academisch ziekenhuis Maastricht Het academisch ziekenhuis Maastricht heeft als eerste in Nederland een mobiele CT-scanner. In eerste instantie gaan neurochirurgen en orthopeden ermee werken binnen het Spine centrum dat in Maastricht wordt ingericht. Neurochirurg dr. Henk van Santbrink en orthopeed prof. dr. Lodewijk van Rhijn zijn enthousiast over deze zogeheten O-ARM: ‘Het grote voordeel is dat je nu kunt werken met driedimensionale beelden die je tijdens de operatie kunt maken.’ Ze zetten de O-ARM met name in bij ingewikkelde rugoperaties waarbij veel schroeven en platen worden gebruikt. ‘Het navigatiesysteem van deze scanner zorgt ervoor dat de chirurg aan de hand van realtimebeelden met een ongelooflijke precisie zijn weg vindt. Je ziet je instrumenten op de beelden, die ook nog eens driedimensionaal
zijn. Dit is uitermate belangrijk wanneer je moet werken in de onmiddellijke nabijheid van zenuwweefsel of bij prothesechirurgie.’ De O-ARM maakt tijdens een neurochirurgische ingreep in realtime (30 seconden) beelden, die de ingreep − zonder enige hinder voor de chirurg of de patiënt − beduidend preciezer, veiliger, doeltreffender en dus patiëntvriendelijker maken. ‘De chirurg kan al tijdens een complexe rugoperatie nagaan of zijn werk technisch perfect is uitgevoerd. Nog voor hij de wond sluit, kan hij een driedimensionale botscan maken om te verifiëren of het werk goed is gedaan en bijvoorbeeld alle implantaten correct werden ingebracht’, aldus de twee Maastrichtse chirurgen. Van Santbrink en Van Rhijn benadrukken het multidisciplinaire karakter van de aanschaf die ruim een miljoen euro kostte:
‘Behalve voor invasieve orthopedische en neurochirurgische ingrepen gaan we de O-ARM ook gebruiken in de neurologie en bij pijnbestrijding door de anesthesiologen.’
OK OPERATIONEEL mEI 2010
9
Managersopleiding
Met welk doel voor ogen beginnen leidinggevenden aan hun roeping om niet veel later teleurgesteld de arena te verlaten? Het is voor operatieassistenten ingewikkeld om te werken met een steeds wisselend management en daar maakt het LVO-bestuur zich zorgen over. Ongetwijfeld spelen reorganisaties en budgetproblematiek een grote rol bij de roulatie van leidinggevenden. Maar ook de onervarenheid van de managers is een boosdoener. Een leidinggevende moet niet alleen een afdeling kunnen runnen, hij of zij moet ook verstand hebben van bijvoorbeeld accreditatie en verzekeringen. Bij gebrek aan belangstelling voor de vacature van leiding gevende zie je soms dat een van de medewerkers de functie tijdelijk vervult. Dat lijkt een eenvoudige en goedkope oplossing, maar dat valt in de praktijk vaak tegen. Het is voor het overige personeel ingewikkeld dat een voormalig collega ineens leidinggevend is. Bovendien is er een collega minder op de werkvloer. We zien onze leidinggevenden graag op de werkvloer, maar managers hebben een drukbezette agenda. En voordat je het weet is de tijdelijke leidinggevende opgebrand en begint het circus weer van voren af aan. Er moet een deugdelijke opleiding in Nederland komen zodat de toekomstige leidinggevenden met de juiste bagage en competenties aan hun functie kunnen beginnnen. Een opleiding die ‘voor’ maar vooral ‘door’ managers van operatieafdelingen wordt gegeven. Op dit moment is een aantal prominente en ervaren managers, met ondersteuning van een van de academische ziekenhuizen, bezig om die opleiding vorm te geven. De opleiding Hoger Management voor Operatiemanagers wordt in 2010 gerealiseerd. Deze professionaliseringsslag zal onze beroepsgroep goed doen.
Foto: Valentijn Brandt
Het is dus beter om te spreken van ‘aut viam inveniam aut faciam’: ‘ik zal óf een weg vinden, óf er een maken’. Jacques Henkelman Bestuurslid Onderwijs
10
OK OPERATIONEEL MEI 2010
Charmaine Betzema voorzitter LVO Op de voorjaars-ALV is Charmaine Betzema tot voorzitter gekozen. Zij houdt ook de buitenlandse betrekkingen en PR&V nog in haar portefeuille. Jeanine Stuart wordt secretaris van de LVO. Yvonne Maatjens heeft zich niet herkiesbaar gesteld, en vanaf deze plaats willen we haar bedanken voor haar jarenlange inzet op commissie- en bestuurlijk niveau. Nicole Dreesen heeft zich beschikbaar gesteld als LVO-bestuurslid en is gekozen voor de portefeuille beroepsbelangen. Ze geeft aan dat ze zich hard wil maken voor kwaliteit en veiligheid binnen de OK.
Foto: Valentijn Brandt
Vergilius schreef eens over ‘auri sacra fames’ oftewel ‘de vervloekte honger naar goud’.
LVO-informatie Charmaine Betzema, voorzitter en bestuurslid PR&V,
[email protected] Hennie Mulder, penningmeester en bestuurslid Media Tel.: 040-253 89 21,
[email protected] Jeanine Stuart, secretaris
[email protected] Nicole Dreesen, bestuurslid Beroepsbelangen
[email protected] Monique de Kort, bestuurslid Congres,
[email protected] Jacques Henkelman, bestuurslid Onderwijs
[email protected]
LVO TELEFOONNUMMER: 024-645 47 71 van maandag t/m zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur Adres: LVO, Postbus 552, 9700 AN Groningen Lid worden van de LVO? Surf naar www.lvo.nl of bel met 024-645 47 71. Opzegging van lidmaatschap dient voor 1 oktober schriftelijk te gebeuren – het lidmaatschap wordt dan per 1 januari van het jaar daarop beëindigd. E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] Internet: www.lvo.nl Lidmaatschap opzeggen: Secretariaat LVO Postbus 552, 9700 AN Groningen
Landelijk meldpunt arbeidsomstandigheden op de operatieafdeling De Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers (NVAM) heeft samen met de LVO een landelijk meldpunt opgericht, waar medewerkers van de operatieafdeling hun ervaringen kwijt kunnen. Gaat kwantiteit boven kwaliteit? Is er een hoge werkbelasting door onvoldoende personeel? Heb jij ook een berg verlof- en vakantie-uren over die je niet kunt opnemen? Heb je wel voldoende rust/ hersteltijd na een drukke dienst? Zijn
er in jouw ziekenhuis situaties waar je niet blij mee bent en durf je dat niet te melden om conflicten te vermijden? Kun en wil je tot je 67e jaar blijven werken? We horen graag wat jullie ervaringen zijn, zodat wij eventuele problemen aan de kaak kunnen stellen. Zo kunnen we van elkaar leren. Wij bundelen alle reacties en gaan als dat nodig is in gesprek met werkgevers, politiek, arbeidsinspectie en IGZ. Maar we doen bovenal ons
best om aan te tonen dat er mogelijk oplossingen zijn om deze situaties te voorkomen. Zodat wij met plezier die kwaliteit van zorg kunnen leveren die wij graag willen leveren. Medewerkers op de operatiekamers hebben recht op een veilige en gezonde werkplek. Meldingen via het meldpunt op de website www.lvo.nl worden anoniem behandeld. Je kunt ook je contactgegevens achterlaten als je wilt dat we contact met je opnemen.
In Utrecht heeft op 23 maart 2010 de commissie beroepsbelangen deelgenomen aan de Invitational Conference. De commissie was uitgenodigd door de multidisciplinaire kerngroep richtlijnontwikkeling per-operatief proces, waar ik deel van uitmaak. Tijdens de bijeenkomst konden alle betrokken beroepsverenigingen, de NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen), TNO (Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek) en de IGZ nogmaals hun mening geven over de richtlijn ‘Per-operatief proces’. Zoals in het eerste nummer van dit jaar van OK Operationeel al is geschreven, is deze richtlijn gemaakt naar aanleiding van het tweede rapport Toezicht Operatief Proces (TOP) van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De LVO-vertegenwoordigers hebben de gelegenheid gehad de richtlijn op te vragen om hierop te reageren. Hiervan is nagenoeg geen gebruikgemaakt. Andere beroepsverenigingen van medisch specialisten zoals oogheelkunde, radiologie, heelkunde en neurochirurgie hebben ook de gelegenheid gehad om de richtlijn te becommentariëren. Er is weinig wetenschappelijk bewijs met betrekking tot het peri-operatieve proces en daarom is de richtlijn gebaseerd op best practise, bestaande richtlijnen en uitgebreide meningsvorming van deskundigen.
Foto: Edwin Wiekens
Invitational Conference
De LVO-richtlijn ‘Onbedoeld achterblijven van operatiematerialen’ is opgenomen in de richtlijn ‘Per-operatieve zorg’, maar de commissie beroepsbelangen vindt het beter als de LVO-richtlijn apart in de aanbevelingen wordt opgenomen. De opmerkingen die tijdens de bijeenkomst naar voren zijn gekomen, worden beoordeeld en zo nodig wordt de richtlijn aangepast. In het najaar gaat de richtlijn voor autorisatie terug naar de LVO. Yvonne Maatjens, voormalig bestuurslid beroepsbelangen
OK OPERATIONEEL mEI 2010
11
Werken in de zorg van de toekomst? Ligt je hart bij de zorg en voel jij je thuis in een team van bevlogen medisch specialisten en vriendelijk verplegend personeel ? Kom dan in de nieuwe vestiging van de Bergman Kliniek in Naarden werken! 1 juli 2010 openen wij een
Voor deze vestiging zoeken wij personeel met de volgende specialisaties:
nieuwe gespecialiseerde kli-
• Anesthesie medewerkers
niek in Naarden, volledig ge-
• OK assistenten
richt op Houding & Beweging (orthopedie,
wervelkomchi-
rurgie, hand- en polschirurgie, fysiotherapie en revalidatie). De kliniek wordt ingericht met 4 OK’s en heeft circa 40 privé kamers tot zijn beschikking. Er worden kort durende opnames, zoals scopiën en grotere ingrepen met meer-
• Coördinator OK (meewerkend voorman op de OK, bij voorkeur met anesthesie achtergrond)
• Verplegend personeel Werkdagen in de kliniek zijn van maandag t/m zaterdagochtend. Weekenden vrij.
BERGMAN C
L
I
N
I
C
S
daagse opnames (Total hip/ Total knee, etc.) uitgevoerd.
Ben je geïnteresseerd? Neem contact op met de afdeling
De kliniek is centraal gelegen
HR (Carin de Koster) voor meer informatie of een sollicitatie-
en goed bereikbaar langs de
gesprek. E-mail:
[email protected]
A1 bij Naarden.
Tel nr: 088 9000 600 - Website: www.bergmankliniek.nl Bergman. de Beste Behandeling BereikBaar
Bergman OKO adv 185x125 staand-01.indd 1
13-04-2010 09:57:22
ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen biedt gevarieerde zorg via ziekenhuis, ambulancedienst, thuiszorg en woonzorgcentra. Het ziekenhuis heeft een partnership met UZ Gent. De inwoners van Zeeuws-Vlaanderen kunnen voor ziekenhuiszorg terecht op drie locaties. Het ziekenhuis heeft 421 erkende bedden, de zorg wordt geleverd door ruim 1.200 medewerkers en een 90-tal specialisten. De ziekenhuislocaties beschikken over de allermodernste faciliteiten. Bij ZorgSaam staan innovatie en ontwikkeling hoog in het vaandel. Het ziekenhuis wordt door de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen en daarbuiten zeer gewaardeerd en scoort goed bij tevredenheidsonderzoek e.d. Zeeuws-Vlaanderen vormt een prettige woon- en werkomgeving. Er is veel ruimte, volop recreatiemogelijkheden en natuurschoon. Met bruisende steden zoals Gent, Brugge, Antwerpen en Middelburg vlakbij. Meer informatie over ZorgSaam op www.zorgsaam.org Zichtbaar Beter!
Zoekt u een prettige en dynamische werksfeer met ruimte voor persoonlijke en professionele ontwikkeling? Wij nodigen u graag uit om te solliciteren naar de functie van:
Allround Operatie Assistent
m/v
Functie inhoud: U draagt zorg voor het bedrijfsklaar maken van de operatiekamer. Tevens zult u omlopen, assisteren en instrumenteren voor, tijdens en na de operatie bij meerdere specialismen. Functie eisen: U beschikt over het diploma van operatie assistent en bij voorkeur over enige jaren ervaring. U bent bereid in Terneuzen en Oostburg te werken, waarbij de hoofdstandplaats Terneuzen is. Arbeidsvoorwaarden: Het betreft een aanstelling voor onbepaalde tijd. De functie (min. 60% arbeidspercentage) is ingedeeld in FWG functiegroep 55, min. 2180,- euro en max. 3460,- euro bruto per maand op fulltime basis. De overige arbeidsvoorwaarden zijn conform de CAO Ziekenhuizen. Inlichtingen: Inlichtingen worden verstrekt door mevr. M. de Kort, teamleider operatiekamers, op telefoonnummer 0115-688431. Solliciteren: Solliciteren kan bij voorkeur via de online sollicitatiemogelijkheid op www.zorgsaam.org/werken/vacatures Indien dit niet mogelijk is, kunt u een sollicitatiebrief, inclusief CV, richten aan: ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen, Carrièrewinkel, t.a.v. mevr. L. de Zwart, Postbus 73 , 4530 AB Terneuzen. Ook hebben wij een vacature voor Operatie Assistent met als hoofdstandplaats Oostburg. Interesse? Kijk op www.zorgsaam.org/werken/vacatures
‘Ik wil altijd het beste uit mensen halen’
Foto: Valentijn Brandt
Tekst: Astrid van Pelt
Uit een drang om kennis te verspreiden en de wens om mee te werken aan onder meer de organisatie van bij- en nascholingen, stapte Jeanine Stuart (57) ruim drie jaar geleden in de Commissie Onderwijs. ‘Het vak van operatieassistent vind ik nog net zo prachtig als in 1981, toen ik met de opleiding begon in Leiderdorp. Toch sta ik al jaren niet meer fulltime aan tafel. Ik heb nooit de wens gehad het vak te verlaten, wel wilde ik meer. Toen in 1998 de praktijkopleider van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis vertrok, greep ik deze gouden kans dan ook gretig aan en sprong meteen in het gat dat was ontstaan. Ik volgde de opleiding tot praktijkopleider in Leiden, en al tijdens deze periode hield ik mij twee dagen per week bezig met leerlingen en de organisatie van klinische lessen en workshops. Onderwijzen doe ik met plezier, ik ben erg gemotiveerd om het beste uit de leerling te halen. In de hoedanigheid van praktijkopleider ben ik ook lid van de Commissie Onderwijs geworden, nu ruim drie jaar geleden. En omdat hier de drang ontstond me meer met het beleid van de vereniging te willen bezighouden, heb ik me na zo’n twee jaar opgeworpen als bestuurslid van de LVO. Dat werd overigens erg gewaardeerd omdat er een groot tekort aan mensen was. Ik vind het oprecht teleurstellend dat zo weinig mensen zich actief inzetten voor de LVO. Maar het lijkt geen probleem te zijn waar uitsluitend de LVO mee te kampen heeft, meer een algemene trend. De vrijwillige barkeepers voor de lokale tennisverenigingen en de voorleesmoeders zijn net zo moei-
lijk te vinden. Vrije tijd is voor veel mensen toch heilig. Een oplossing voor dit probleem heb ik nog niet kunnen bedenken. De LVO is juist zo sterk omdat het bestuur bestaat uit mensen die nog steeds met beide benen in het vak staan. Wanneer we betaalde krachten van buiten zouden aantrekken, komt de LVO juist verder van de leden af te staan. Maar ik ben er trots op dat we met een team dat louter uit vrijwilligers bestaat toch relatief veel bereiken. Vorig jaar heeft een werkgroep bestaande uit LVO- leden, samen met het CBO, een richtlijn “Onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal” ontwikkeld. Wij hebben op het afgelopen congres veel positieve reacties van de bezoekers ontvangen op de workshop die we hierover gaven. Tijdens die workshop over de richtlijn ontstonden leuke en zinvolle discussies en werden ervaringen uit gewisseld. Als bestuurslid ben ik ook erg tevreden over het niveau van de scholingsdagen en de enthousiaste feedback die we hierop van de leden ontvangen. Het organiseren van evenementen − zoals een workshop voor het congres en de scholingsdagen − is een dankbare taak. Ik wil me als bestuurder niet alleen richten op de actualiteit, maar ook op het beleid voor de langere termijn. Er zijn talloze zaken te noemen waarmee we de komende jaren aan de slag kunnen, zoals een verdere professionalisering en meer samenwerking met andere verenigingen. Op de ledenvergadering in april is er een voorzitter gekozen en dat betekent dat ik nu secretaris van de LVO ben geworden. Dit heeft tot gevolg dat ik iets verder van de Commissie Onderwijs kom te staan, maar men kan mij natuurlijk altijd advies vragen. Mijn bevlogenheid voor het onderwijs is nooit weggeëbd. Sinds kort werk ik als praktijkcoördinator in het BovenIJ ziekenhuis in Amsterdam. Er is niets leukers dan jonge mensen klaar te stomen voor dit fascinerende vak.’
OK OPERATIONEEL mEI 2010
13
14
OK OPERATIONEEL mEI 2010
OK-Collega Martin Veldhoen: ‘Meer tijd en geld nodig voor goede opleidingen’ Hij weet heus dat veel ziekenhuizen het wel goed geregeld hebben, maar over all genomen maakt hij zich behoorlijk zorgen over de kwaliteit van opleidingen van operatieassistenten en anesthesiemedewerkers in spe. Door de grote personeelstekorten op de OK’s en de bijbehorende werkdruk komen de opleidingen in de verdrukking, stelt Martin Veldhoen (49). Hij is anesthesiemedewerker en opleidingscoördinator en docent. Tekst: Marieke Los
Zoals veel van zijn collega’s koos Veldhoen niet meteen voor het vak van anesthesiemedewerker. ‘Halverwege de jaren ’80 ben ik begonnen met de opleiding tot verpleegkundige in het toenmalige Rooms Katholieke Ziekenhuis in Dordrecht, nu het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Tijdens die opleiding liep ik ook stage op de OK. Zo kwam ik terecht in de wondere wereld van de OK.’ Veldhoen legt uit: ‘In die tijd was de OK veel meer dan nu een voor de rest van het ziekenhuis afgeschermd gebied. Als verpleegkundige bracht je je patiënt tot aan de deur en haalde je hem later weer op van de verkoever. Gedurende mijn stage op de OK zag ik ineens wat zich daar allemaal afspeelde. Dat vond ik zeer intrigerend.’ Na een aantal gesprekken met een anesthesioloog nam hij de beslissing om te switchen en de opleiding tot anesthesiemedewerker te gaan doen. Die volgde hij in het toenmalige Zuiderziekenhuis in Rotterdam. ‘Dat was een dynamische afdeling met cardiochirurgie, regelmatig trauma’s en een brandwondencentrum. Een leerzame tijd.’ Fascinerend Zo’n twintig jaar later werkt Veldhoen inmiddels één dag per week als anesthe-
| Foto’s: (incl. cover): Johannes Abeling
siemedewerker in het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht en de rest van de week als opleidingscoördinator en docent in het LUMC te Leiden, voornamelijk voor de opleiding tot anesthesiemedewerker. ‘Ik vind het fascinerend als jonge mensen voor dit vak kiezen en gedurende hun opleiding goede anesthesiemedewerkers worden. Geweldig is het dat ik daar een steentje aan mag bijdragen.’
achterwege. Het is geaccepteerd dat een chirurg-in-opleiding soms twee keer zo lang over een ingreep doet als een ervaren chirurg. Maar als een instrumenterende of een anesthesiemedewerker iets meer tijd nodig heeft, dan is de continuïteit van het programma in gevaar. Het uitbreiden van opleidingen is heel goed, maar we moeten ervoor zorgen dat dit de student ten goede komt.’
Tijd om te leren Gelukkig zijn de opleidingsomstandigheden in het LUMC gunstig, aldus Veldhoen. ‘Maar ik weet dat dat lang niet in alle ziekenhuizen het geval is. Op sommige OK’s is het personeelstekort zo groot dat ze daar veel met detacheerders werken. De begeleiding van de leerlingen kan daar geen prioriteit krijgen. En de leerlingen worden mijns inziens te vaak ingezet als volwaardige OK-medewerkers, wat te zwaar voor ze is en hun opleiding niet ten goede komt.’ Veldhoen legt uit: ‘De druk op studenten is behoorlijk groot. Naast het werken in de praktijk moeten ze veel studeren. Door het toenemende personeelstekort wordt vaak meer nadruk gelegd op het leveren van arbeid dan op het leren van het vak. Een goede evaluatie blijft dan
Onschatbare waarde Mede door de hoge werkdruk, ook voor de leerlingen, komt niet alleen de opleiding in gevaar, zegt Veldhoen. ‘Ik zie dat de uitval ook groot is. Veel leerlingen maken hun opleiding niet af.’ Veldhoen vervolgt zijn betoog: ‘Goede, vakbekwame anesthesiemedewerkers en operatieassistenten zijn van onschatbare waarde. Organisaties zijn gebaat bij tevreden medewerkers die regelmatig gedegen worden bijgeschoold in de nieuwste ontwikkelingen. Daar moet je tijd en geld voor uittrekken. Organisaties die hun medewerkers waarderen zullen dat terugkrijgen door beter gemotiveerd personeel en een hogere kwaliteit rond de operatietafel. De meest moderne hightech operatiekamers zullen nooit optimaal functioneren als de human factor faalt.’ OK OPERATIONEEL mEI 2010
15
Hbo en BIG mogelijk
Nieuwe opleiding voor de OK Het is mogelijk én verantwoord om het hoger beroepsonderwijs voor verpleegkundigen (hbov) te combineren met de opleiding tot operatieassistent respectievelijk anesthesiemedewerker. Met de opleiding hbov-technische stroom krijg je een diploma op hbo-niveau en kom je in aanmerking voor een BIG-registratie. Daarnaast maakt deze opleiding het mogelijk om de opleidingscapaciteit te vergroten en de opleidingskosten te verlagen. Tekst en foto’s: Paul Meijsen, operatieassistent in het Catharina-ziekenhuis en coördinator opleiding OA-AM aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven
O
p initiatief van de ziekenhuizen in Limburg is Hogeschool Zuyd in 2008 gestart met een vierjarige duale opleiding: hbov-technische stroom. De studenten krijgen een hbo bachelordiploma als verpleegkundige én het diploma operatieassistent of anesthesiemedewerker. Fontys Hogeschool Verpleegkunde start in september 2010 ook met deze opleiding. De opleidingen voldoen volledig aan de geldende opleidingseisen (OC&W) en beroepskwalificaties (College Ziekenhuis Opleidingen CZO, VWS, beroepsprofielen). De kwaliteit wordt bovendien ook geborgd door registratie in het BIG-register. Tijdens de eerste twee jaar van de opleiding hebben de studenten nog geen leer-arbeidsovereenkomst. De studie heeft dan vooral een verpleegkundig accent. In het eerste jaar is er een algemene oriëntatiestage OK/verpleegafdeling. In het tweede jaar zijn er verpleegkundige stages bij voor de OK belangrijke patiëntengroepen. Denk hierbij aan een chirurgische afdeling, dagbehandeling, ouderenzorg en revalidatie. De studenten hebben steeds 16
OK OPERATIONEEL MEI 2010
de transfer naar de OK als bijzonder aandachtspunt. In de laatste twee jaar ligt het zwaartepunt op de OK-opleiding en leren en werken de studenten op de operatiekamer. De netto leerarbeidsperiode op de operatiekamer is nauwelijks korter dan bij de huidige inservice-opleiding.
Huidige inservice-opleiding Brancheopleiding In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd werken op de operatiekamer losgekoppeld van de verpleegkundige status en ontstond de huidige inservice-opleiding. Momenteel voert het College Ziekenhuis Opleidingen de regie over de inservice-opleiding. Zij doen dit namens de algemene ziekenhuizen (NVZ) en de universitaire ziekenhuizen (NFU). Er is dus sprake van een brancheopleiding, die wel voldoet, maar buiten de branche weinig waarde heeft. De beroepen operatieassistent en anesthesiemedewerker hebben geen wettelijke status, er is geen opleidingstitel of titelbescherming. Iedereen mag dus deze beroepen uitoefenen en werken op een OK.
Kenmerken De ziekenhuizen selecteren vooraf zelf de leerlingen die een opleidingsplaats krijgen voor de inservice-opleiding. De inservice-opleiding heeft dezelfde instroomeisen als het hbo − havo of mbo-niveau 4 − maar het is geen hbo-opleiding. De huidige, driejarige inservice-opleiding kent een theoretisch gedeelte van circa driekwart jaar (27-32 lesweken) en een praktijkleerperiode van ruim twee jaar. De totale opleidingskosten inclusief de arbeidskosten bedragen tussen de 70.000 en 110.000 euro. Gemiddeld valt een kwart van de leerlingen uit tijdens de opleiding. Het financiële risico hiervan komt geheel voor rekening van de ziekenhuizen. Meestal zijn er ook geen reservekandidaten die de vrijgekomen plekken kunnen opvullen. De dubbelrol van leerling en werknemer creëert nogal eens een spanningsveld. Zeker bij een personeelstekort kan de kwaliteit van de praktische opleiding in het gedrang komen. In regulier onderwijs is dit niet zo’n ramp, maar bij inservice-onderwijs is dit gecompliceerder door de arbeidsovereenkomst.
Sommigen halen onterecht de eindstreep wel, anderen onterecht niet. Vanwege de beperkingen van het diploma spreekt men weleens van een fuik- of tunnelberoep. Carrièremogelijkheden zijn schaars. In het buitenland erkent men de Nederlandse diploma’s van operatieassistent of anesthesiemedewerker vaak alleen als diegene ook geregistreerd verpleegkundige is.
Dynamiek Maatschappelijk In de afgelopen veertig jaar hebben zich behoorlijke maatschappelijke veranderingen voorgedaan rondom het opleidingskader van de OK-opleidingen. In 2002 werd in het hoger onderwijs de bachelor-masterstructuur geïntroduceerd. Studies worden hierdoor internationaal vergelijkbaar en de keuzemogelijkheden tijdens en na de studie zijn enorm toegenomen. In 1993 werd de wet BIG aangenomen. De beroepen OA en AM komen hierin niet in aanmerking voor wettelijke regeling. De personeelstekorten in de zorg zijn een feit en de toekomstvoorspellingen zijn nog somberder. De inservice-opleiding blijkt geen afdoende oplossing te bieden voor de huidige arbeidstekorten. De vraag is hoe het verder moet als de vraag naar goed geschoold personeel alleen maar toeneemt. Voor een inhaalslag is het al vijf voor twaalf.
Op de OK Ook op de OK is er dynamiek op allerlei fronten. Er vindt een verschuiving plaats van generalisatie naar specialisatie. Inmiddels zijn er al twee opleidingsinstituten die opleiden voor een tweede deskundigheidsgebied. Daarnaast worden ook doktersassistenten en coassistenten ingezet voor OK-werkzaamheden. Voor laagcomplexe ingrepen wellicht een welkome aanvulling, en een oplossing voor tekorten. Het CZO-
diploma blijkt niet echt nodig te zijn, en daar maken de ziekenhuizen gebruik van. Steeds meer kleine ingrepen verdwijnen hierdoor uit het domein van de operatieassistent. Voor de eerste deskundigen blijft een uitgesproken hightech/highcare/highriskdomein over, waarbij het de vraag is of het theoretisch gedeelte van de inservice-opleiding nog wel voldoende is. Bij een behoorlijk deel van de inservicestudenten die door de ziekenhuizen worden geselecteerd daalt momenteel het technisch inzicht. Vanwege het beperkte aantal lesweken moeten de opleidingsinstituten soms keuzes maken en kan niet alle stof behandeld worden. Allrounders verliezen terrein en specialisatie laat zien dat operatieassistenten het vak niet meer in de totale omvang lijken te beheersen. Het lijkt er nu soms al op dat specialiseren de camouflage is van een zwakke start.
Werkgeversperspectief Langzaam vermindert de uitstroom uit het middelbaar onderwijs. Voor de uitstromers zijn er veel aantrekkelijke opleidingsmogelijkheden. Ziekenhuisopleidingen moeten dus kunnen concurreren met opleidingen voor andere bedrijfstakken. Er zijn daarom in de eerste plaats aantrekkelijke opleidingen nodig om goede schoolverlaters te kunnen werven voor de gezondheidszorg. Zorgberoepen moeten minstens dezelfde uitdagingen en carrièremogelijkheden bieden als de beroepen in andere sectoren. Ook vanuit de visie van goed werkgeverschap zijn de HRM-omstandigheden op de OK niet optimaal. Er zijn verbeteringen nodig om jong talent aan te trekken, maar ook om huidige medewerkers te behouden. Een ander heikel punt is dat de mogelijkheden voor vervolgopleidingen en de interne promotiekansen momenteel gering zijn op de OK. Salarissen op de OK worden vaker beOK OPERATIONEEL mEI 2010
17
paald door schaarste en marktmechanismen dan door functiewaardering. Detacheerders en zzp’ers maken handig gebruik van de situatie, maar dragen per definitie niet bij aan verlaging van de werkdruk of verbetering van de kwaliteit. Een nieuwe opleiding kan de opleidingskosten aanmerkelijk verlagen en de opleidingscapaciteit vergroten, terwijl de kwaliteit aantoonbaar kan verbeteren.
Hbov-technische stroom Win-win Zorgopleidingen hebben veel overlappende vakken waardoor er een win-winsituatie ontstaat in de nieuwe opleiding hbov-technische stroom. Waar mogelijk worden vakken gecombineerd, waar nodig worden ze apart gegeven zonder de samenhang uit het oog te verliezen (zie figuur 1). Concreet leidt dit tot een tijdwinst van 30%, waardoor twee opleidingen die nu samen zeven jaar in beslag zouden nemen, in vier jaar kunnen worden afgerond. De theoretische- en praktische opleidingseisen van beide beroepen worden volledig gerespecteerd. Het verpleegkunde opleidingsdeel is geconcentreerd op de klinische somatische zorg. In het derde en vierde jaar is
volop de tijd voor praktijkleren op de OK (zie figuur 2).
Extra studiebelasting Om de totale opleiding af te ronden zijn 290 in plaats van 240 studiepunten nodig. Voor studenten betekent het dus dat ze een extra studiebelasting hebben en dat er eisen worden geFiguur 2. Opbouw van de opleiding. Van links naar steld aan hun motivatie rechts de maanden, van boven naar de beneden de en capaciteiten. Maar het opleidingsjaren. Jaar 1 en 2 met verpleegkundig is wel een waardevolle accent zijn wit gekleurd. Jaar 3 en 4 zijn OK-groen. investering in twee duurzame diploma’s waarmee ze binnen de zorgsector tijdens hun Een andere interessante mogelijkheid is hele loopbaan nieuwe kansen kunnen dat studenten zich ook rechtstreeks bij de blijven creëren. opleiding kunnen aanmelden. Zij krijgen dan eerst een test voor hun motivatie Aantrekkelijk en aanleg. Gedurende het eerste halfjaar We verwachten dat de hbov-technische bouwen ze een portfolio op en kunnen stroom een grote aantrekkingskracht zal ze hun keuze verder bestendigen. Verhebben op de ‘geschikte’ schoolverlaters. volgens kunnen ze zich tijdens de oriënDe havo-profielen natuur & gezondheid tatiestage in het ziekenhuis presenteren. en natuur & techniek zijn hier notabene Voor beide partijen een veel grondigere speciaal voor bestemd. Schoolverlaters kennismaking dan een sollicitatiedie een meer high tech/high care beroep gesprek. Na de oriëntatiestage kan het in de zorg zoeken, krijgen bij deze opleiziekenhuis een definitieve stageplaats ter ding een brede en techbeschikking stellen. Studenten die toch nische basis, in plaats afvallen voor het OK-gedeelte, krijgen van van een opleiding die het opleidingsinstituut de garantie dat ze vaak onder hun uitdabij goede studieresultaten altijd het hbovgingsniveau ligt. deel kunnen vervolgen.
Figuur 1. Combineren van vakken waar mogelijk en scheiden waar nodig. Vooral in de basisvakken en de beroepsoverstijgende vakken is winst mogelijk.
18
OK OPERATIONEEL mEI 2010
Selectie
Efficiënter opleiden
Ziekenhuizen blijven betrokken bij de selectie van studenten. Zij kunnen studenten vooraf selecteren en bij goede studieresultaten zijn deze studenten verzekerd van een leer-arbeidsplaats op de OK in het derde en vierde jaar.
De ziekenhuizen kunnen goedkoper opleiden dan met de huidige inserviceopleiding. De eerste twee jaar studeren de studenten op eigen kosten met studiefinanciering. Pas in het derde en vierde jaar krijgen ze een leer/arbeidsrelatie met het ziekenhuis. Dankzij hun stage-ervaring in de eerste twee studiejaren kunnen studenten als ze in de laatste twee jaar worden ingezet op de operatieafdeling, snel
zelfstandig en verantwoordelijk zijn voor hun eigen leer/arbeidsproces. Het bezwaar van het aannemen van jonge havisten voor de inservice-opleiding wordt zo ondervangen. Naar verwachting zal de uitval in de laatste twee jaar nihil zijn. In de eerste twee jaar hebben studenten namelijk al laten zien dat ze kunnen studeren en dat ze gemotiveerd zijn. In de inserviceopleiding betekent uitval van leerlingen momenteel een verliespost van 25-30% van de opleidings- en arbeidskosten van de OK-opleidingen.
Meer opleiden
Tot slot Physician assistants (PA) en advanced nurse practitioners (ANP) werken op masterniveau. Zij verleggen de grenzen van hun werkterrein van assisteren naar het zelfstandig uitvoeren van medische taken. Op een operatieafdeling kan hierbij gedacht worden aan het zelfstandig uitvoeren van kleine operaties, of bijvoorbeeld een anesthesiologische specia-
lisatie als sedatiemedewerker. Een niet-hbo-opgeleide operatieassistent of anesthesiemedewerker krijgt slechts via lastige omwegen kansen in bovengenoemde domeinen, terwijl er juist ook op de OK toekomstkansen kunnen liggen. Ook voor de huidige inservice gediplomeerden komen er binnen afzienbare tijd kansen om het hbo-niveau te kunnen behalen, met de daarbij behorende ontwikkeling, professionalisering en internationalisering. Op fronten waar de OK-opleiding in de loop van de afgelopen dertig jaar is verschraald, kan deze haar body weer terugkrijgen. Hier worden niet alleen de patiënten beter van, maar ook de arbeidsmarkt, de professionals en de werkgevers. ▼
Er zijn meerdere argumenten om aan te nemen dat de opleidingscapaciteit omhoog kan gaan. Er zal een lagere uitvalskans zijn en de studenten zijn beter voorbereid zodat ze minder begeleiding nodig hebben. Een veelgehoord kritiekpunt bij de hbov-technische stroom is de iets kortere stagetijd op de OK. Dit is echter slechts 15% en de netto tijd is ruimschoots hoger dan de norm van het CZO. Als de visie op opleiden in ziekenhuizen ook mee evolueert, blijkt waarschijnlijk dat beter voorbereide studenten in kortere tijd dezelfde resultaten kunnen boeken. Een ogenschijnlijk nadeel wordt hierdoor een voordeel. Inzet van de grotere opleidingscapaciteit is vermindering van de tekorten en het gezond maken van de arbeidsmarkt.
De opleidingencombinatie geeft voor de afgestudeerden uitgebreide doorstromings- en carrièremogelijkheden binnen de hele gezondheidszorg. Een van de grootste bezwaren van de huidige zogenaamde brancheopleidingen voor de operatiekamer − de fuikwerking van het beroep − verdwijnt dus.
Hbo en BIG HBO-opleidingen zijn gebonden aan wettelijke eisen. In vier jaar tijd moeten de studenten 240 studiepunten behalen, overeenkomend met een studiebelasting van ruim 6700 uur. Ook de opleidingsinhoud en de onderwijskwaliteit zijn gebonden aan regels en worden gecontroleerd door middel van accreditatie. Verpleegkundigen mogen de internationaal erkende titel Bachelor of Nursing voeren. Een afgestudeerde hbo’er moet beschouwd worden als een beginnende, breed georiënteerde beroepsbeoefenaar. Dus iemand die meer gezien moet hebben dan een branche en een ziekenhuis. Dit houdt in dat pas gediplomeerden iets minder specifieke praktische ervaring hebben als ze afstuderen, maar wel een heel brede ervaring. Dat is nu immers verplicht bij een hbo-opleiding. Na diplomering moeten ze als beginnend beroepsbeoefenaar het laatste stukje zelf ontwikkelen. In feite zijn hier ook aanloopschalen voor. De BIG-wet is een kwaliteitswet. Ze beschermt patiënten tegen ondeskundigen en stelt eisen aan behandelaars. Alleen behandelaars met een publieksrechtelijke oplei-
Geen nieuwe beroepen
dingsregeling worden in het BIG-register opgenomen. De titel of de opleidingstitel
De hbov-technische stroom creëert geen nieuwe beroepen of functieniveaus. Wel zijn afgestudeerden veel wendbaarder tijdens hun carrière als operatieassistent of anesthesiemedewerker en kunnen ze gedurende hun hele carrière nieuwe kansen scheppen. De fysieke en psychische belasting kunnen hierdoor wellicht ook beter beheerst worden omdat er escapes mogelijk zijn in geval van overbelasting.
wordt beschermd en voor enkele beroepen is registratie en tuchtrecht verplicht. Als verpleegkundigen op de OK werkzaam zijn als operatieassistent of anesthesiemedewerker, tellen hun werkzaamheden uiteraard ook mee voor herregistratie. Op de meeste operatieafdelingen in het buitenland kunnen operatieassistenten vaak alleen maar terecht als ze een BIG-registratie als verpleegkundige hebben. Een verpleegkundige status geeft ook toegang tot een scala aan verpleegkundige vervolg opleidingen, zoals SEH, IC, kinderverpleegkunde en ambulance. Een vierjarige hboopleiding zonder BIG-registratiemogelijkheid, zal de beperkingen van het huidige beroep deels in stand houden.
OK OPERATIONEEL mEI 2010
19
Het vinden van een nieuwe baan is een hele operatie. Maar levert je wel een mooie bonus op!
Vind via Interchange je vaste droombaan in binnenen buitenland én ontvang een transferpremie van maximaal 2000,-. Hoe we dat doen? kijk op www.inter-change.nl of bel 010 - 4366301.
Eerste Hulp Bij Overstappen? Elke dag hoort anders te zijn, maar wat als je werk op woensdag niet meer te onderscheiden is van dat op vrijdag? Dan ben je helemaal toe aan TMI, dé detacheerder in de Zorg. Want daar is elke dag anders. Je bepaalt zelf hoeveel je wilt werken en dat steeds op projectbasis in interessante nieuwe omgevingen, maar wel mét een vast contract. Zo sta je elke dag weer voor nieuwe uitdagingen en dat is wel zo interessant. En TMI is altijd op zoek naar de meest gemotiveerde mensen in de zorg, dus meld je nu aan op www.tmi-interim.nl voor Eerste Hulp bij Overstappen. Je kunt ons ook mailen op
[email protected] of bellen op 020 717 35 27.
Eerste Hulp Bij Overstappen? Ga dan snel naar www.tmi-interim.nl
TMI_Ad_210x148,5_kofferindd.indd 1
23-04-2010 16:31:24
We r v i ng • S e le c t i e • I nt e r i m M a n age me nt • D e t ac he r i ng • Pa y ro l l i ng • U i t z e nde n • S t age b e m i dde l i ng • Tra i n i ng
Leukste werkgever in de zorg zoekt: • Operatieassistenten • Anesthesiemedewerkers
Geïnspireerd door mensen
gratis advertentie
Smelt Human Capital • Amalialaan 41B, 3743 KE Baarn • T 035 - 543 00 21 • F 035 - 656 98 76 •
[email protected] • www.smelt.nl
Ik ben leukemiepatiënt
Geef kinderen met een levensbedreiGende ziekte de kracht om kind te zijn. doe een Wens stichtinG nederland, bankrekeninG 36.60.21.222.
“Wauw... De rit van mijn leven”
Operatieassistenten in opleiding
Leren & werken bij Isala klinieken Waarom wordt iemand operatieassistent? OK Operationeel sprak met vier OA’s in opleiding over hun motivatie, de voors en tegens van het vak en hun toekomstverwachtingen. Tekst en foto’s: Valentijn Brandt
Linda Hilboezen Al van jongs af aan wilde Linda Hilboezen (20 jaar) uit Nieuwleusen graag in de medische wereld aan de slag. Ze keek altijd met veel interesse naar medische televisieprogramma’s zoals Ingang Oost. Tijdens haar middelbareschooltijd hoorde ze al via via over de interne opleiding tot operatieassistente. Helaas was er na haar havo-eindexamen nog geen plaats voor haar in Isala klinieken Zwolle. Dus volgde ze eerst de versnelde tweejarige opleiding tot doktersassistente in Zwolle. Toen ze deze opleiding, die normaal drie jaar duurt, had gehaald, kreeg ze na een 22
OK OPERATIONEEL MEI 2010
Linda Hilboezen
nieuwe sollicitatieronde alsnog een opleidingsplek. Het eerste halfjaar van de opleiding werd gegeven in Hengelo (Overijssel) en bestond uitsluitend uit theorie. Dat was zeer zwaar omdat alle vakken in één, hooguit twee pogingen gehaald moesten worden. Met veel doorzettingsvermogen heeft ze uiteindelijk alle vakken goed afgerond. Op dit moment zit Linda in het tweede jaar van de opleiding. De combinatie van overdag werken (om halfacht begint de werkdag) en ’s avonds studeren en de protocollen voor de volgende dag doornemen (vaak tot zeven uur), is ook erg pittig, maar biedt meer afwisseling en uitdaging dan het puur theoretische eerste semester van het eerste jaar. Inmiddels is ze begonnen met haar scriptie, die ze in het derde jaar zal afronden. Het onderwerp is zuurkasten op de operatiekamer. In deze afzuiginstallatiekasten wordt met formaline (formaldehyde) gewerkt. Een zuurkast vermindert de risico’s die het personeel loopt bij het werken met deze vloeistof en is volgens de Arbowet verplicht. In Zwolle zijn op het OKcomplex geen zuurkasten, maar gebruikt men indien nodig de zuurkasten van het lab. Het raamwerk voor Linda’s onderzoek is inmiddels af. De onderzoeksvraag is: hoe groot is de motivatie van het personeel op het OKC om de zuurkast structureel te gebruiken? Linda onderzoekt dit met behulp van enquêtes en observaties. Deze aanpak is inmiddels goedgekeurd door het ziekenhuis, de volgende stap is goedkeuring van de opleiding. In 2013 wordt een heel nieuw ziekenhuisgebouw in gebruik genomen. Dit valt samen met een fusie van de locaties Weezenlanden en Sophia. Eventueel zullen de resultaten van Linda’s onderzoek een bijdrage leveren aan de beslissing wel of geen zuurkasten te gaan gebruiken op het OK-complex. Na afronding van haar opleiding hoopt
Linda in dit ziekenhuis te kunnen blijven werken. Ze heeft het erg naar haar zin in Zwolle en de korte reistijd is ook een groot voordeel. Het leukste aan dit vak is de afwisseling qua specialismes. Elke operatie is weer anders. Het is de uitdaging om te anticiperen op het operatieverloop en om de arts voor te blijven met instrumenteren.
Ria Ruitenberg ‘Iets doen voor zieke mensen’, dat idee sprak Ria Ruitenberg (1967) als kind al aan. Komend jaar is Ria 25 jaar in dienst van het ziekenhuis. Het was geen toeval dat zij in het ziekenhuis ging werken. Haar moeder werkte in de huishouding van het ziekenhuis en als achttienjarige kon Ria daar als vakantiehulp ook aan de slag. Na een aantal jaren kwam ze op de operatiekamer terecht om daar schoon te maken. Daar werd ook het instrumentarium gereinigd en gesteriliseerd. Dat heeft zij 16 jaar gedaan, de laatste jaren als coördinator. De operatiekamer bleef kriebelen, maar met alleen huishoudschool had zij niet de juiste opleiding. Uiteindelijk besloot ze toch te vragen of ze aan de opleiding mocht beginnen. Dat mocht en die kans heeft ze met beide handen aangegrepen. Grootste drempel in de studie vormde de Beroeps Voorbereidende Periode, het uitsluitend theoretische eerste halfjaar. Voor Ria leek het wel alsof er elke week tentamens waren. Met de zorg voor twee Ria Ruitenberg kleintjes thuis en het
heen en weer reizen naar Hengelo was het drukke schema van de opleiding erg zwaar. Natuurkunde en scheikunde waren de zwaarste vakken, maar dankzij haar inzet en de ondersteuning van medestudenten kwam het allemaal goed. Het onderwerp van het onderzoek van Ria is ‘CSA in of uit het ziekenhuis’. De CSA is de sterilisatieafdeling en het wordt steeds gebruikelijker dat de CSA van het OK-complex verdwijnt, omdat de vierkante meters daar erg duur zijn. Soms wordt deze afdeling verplaatst naar een locatie elders in de gemeente. In Zwolle wordt overwogen om deze afdeling elders in hetzelfde gebouw onder te brengen. Hier kleven voor- en nadelen aan, er kan bijvoorbeeld iets fout gaan in de communicatie. Een CSAassistent kan vlekkeloos opnoemen wat er op een basisrooster zit, maar dat kun je van een transportdienstmedewerker niet verwachten. Ook kan het instru-
OK OPERATIONEEL mEI 2010
23
mentarium bij het transport − intern of extern − door trillingen en dergelijke beschadigen. Conclusie van het onderzoek dat Ria, als derdejaars operatieassistent-in-opleiding, inmiddels heeft afgerond, is dat het grote voordelen heeft om de CSA in de buurt van de OK te houden. Voorlopig heeft Ria het in Zwolle erg naar haar zin. In Zwolle gunnen medewerkers elkaar de uitdaging van interessante taken. Ook zijn er goede mogelijkheden om door te leren en te specialiseren, want alle specialismen zijn er voorhanden.
Daniel Reinders Na het afronden van de mavo wilde gitarist Daniel Reinders, inmiddels 26 jaar, graag de muziek in. Hij begon aan de vooropleiding van het conservatorium in Zwolle maar hield het binnen drie maanden voor gezien. Een vriend van hem werkte als verpleegkundige. Hij liep een dagje met hem mee en zag werken in het ziekenhuis wel zitten. Toen hij de interne opleiding verpleegkunde had voltooid en een jaar werkzaam was in de dagelijkse zorg, kwam hij tot de conclusie dat hij graag meer medische taken wilde uitvoeren en minder zorgtaken. Met het oog op de functie van operatieassistent, maar zonder het voor de opleiding tot operatieassistent benodigde mbo 4-diploma, begon hij aan de versnelde avondopleiding tot doktersassistente. Al in het eerste jaar van deze opleiding werkte hij overdag in de Isala klinieken als invalkracht bij de transportdienst. Daarbij vulde hij de voorraden op de verschillende afdelingen aan, zoals pennen en vaatdoeken. Dit was goed te combineren met de lessen ’s avonds. Na een stage kon hij in het tweede jaar van de opleiding op de afdeling preoperatieve screening en polichirurgie aan de slag. Kort voor het afronden van de opleiding tot doktersassistente liep hij tegen de interne vacature van
Daniel Reinders & Anne-Mieke Oppelaar
werp voor haar scriptie bedacht. Het is haar opgevallen dat in het ziekenhuis ook veel medewerkers van 22, 23 jaar met steunkousen rondlopen. Operatieassistant schijnt vanwege het vele stilstaan een van de zwaarste beroepen te zijn die er bestaan. Mogelijk kan er met behulp van bijvoorbeeld elektroden een uitvinding worden gedaan om in de toekomst de spieren nu en dan te activeren om zo spataderen bij het personeel te voorkomen. Ze is van plan hierover ook in gesprek te gaan met een fysiotherapeut. Anne-Mieke is Isala klinieken zeer dankbaar voor de kans die zij op latere leeftijd heeft gekregen. Een reden om ooit in een ander ziekenhuis te willen gaan werken zou kunnen zijn dat in een opleidingsziekenhuis als Isala de interessantere taken vaak worden uitgevoerd door artsen-in-opleiding en co-assistenten, terwijl die ook voor operatieassistenten een grote uitdaging vormen. Voorlopig is dat voor Anne-Mieke echter niet aan de orde, zij heeft het uitstekend naar haar zin in Isala klinieken. ▼
operatieassistent aan. Hij solliciteerde en mocht direct doorstromen in de opleiding. Inmiddels is Daniel derdejaars en is zijn scriptie ingeleverd. Het onderwerp was het verwerken van specifiek ziekenhuisafval, met als onderzoeksvraag: is verwerking in Zwolle efficiënt en in overeenstemming met de richtlijnen, wetten en regels die van toepassing zijn op ziekenhuisafval? Als enige man in de opleiding kan hij andere jongens aanraden voor dit vak te kiezen. De vriend uit de verpleging is inmiddels als cardiofysiologisch laborant werkzaam op de hartcatheterisatiekamer. Samen mogen ze graag kite-surfen zodra het weer het toelaat. Ook is Daniel nog steeds een groot liefhebber van muziek, zijn favoriete stijlen zijn jazz, fusion, pop en metal. Toch heeft hij geen moment spijt dat hij de muziek heeft ingeruild voor de medische wereld. De afwisseling in het werk bevalt hem zeer en het meedenken tijdens de operatie is soms lastig maar boven alles heel erg leuk. ‘Je moet goed kunnen schakelen tussen protocolair denken en out-of-the-boxdenken.’ Hij voelt zich thuis in het vak en de vooruitgang die hij boekt geeft hem veel voldoening.
Anne-Mieke Oppelaar Anne-Mieke Oppelaar (1965) uit Elburg is net begonnen aan de opleiding tot operatieassistent. Toen zij van de mavo kwam was sporten haar grote passie. Ze hield niet van leren en wilde dolgraag naar het CIOS. Dat werd thuis niet erg toegejuicht, dus deed ze de opleiding tot doktersassistente. Na deze opleiding is ze gaan werken als receptioniste bij een opleidingencentrum en in de horeca. Tot het ziekenhuis waar ze stage had gelopen belde of ze kwam solliciteren. Ze werd aangenomen en kwam in een leuke baan terecht. Er werden onder andere ECG’s, ergometrieën en scopiën gemaakt. Later fuseerde het ziekenhuis en werden de taken herverdeeld. Dat was voor Anne-Mieke het moment om alsnog iets in de sport te gaan doen. Ze was al begonnen aan een opleiding tot gymnastieklerares en kon aan de slag als assistent van een schoolarts bij de schoolartsendienst. Met een schoolarts bezocht zij alle kinderen in de omgeving. Dit combineerde zij vier jaar lang met een baan als gymnastieklerares bij verenigingen: ’s morgens assistent-schoolarts, ’s middags gymnastieklerares. Haar gedrevenheid in het werken met kinderen, die lang niet altijd even gemotiveerd waren, werd uiteindelijk een struikelblok, en toen ze een vacature zag in het ziekenhuis kon zij daar twee dagen per week aan de slag als doktersassistente. Na een beroepskeuzetest besloot ze om te solliciteren naar een plek in de opleiding tot operatieassistent. Die kreeg ze, en dat bevalt. Ze kan haar fanatisme goed kwijt in deze studie en heeft het theoretische halfjaar afgerond zonder herkansingen. Stiekem heeft Anne-Mieke ook al een onder-
(advertentie)
“Geweldig... Ze brachten me ook weer thuis!”
OK OPERATIONEEL mEI 2010
25
Competentiegericht onderwijs aan de Erasmus Mc Zorgacademie In 2004 startte de Erasmus MC Zorgacademie het project ‘Anders leren’, waarbij het reguliere onderwijs werd omgeturnd tot competentiegericht leren. Veurink en Van de Fliert zagen als opleiders van de Opleiding Operatieassistent de kans schoon om het hele leerplan te herzien. Tekst en foto’s: Marijke Veurink, trainer en gastdocent Erasmus MC Zorgacademie, en Martijn van de Fliert, opleider Erasmus MC Zorgacademie en operatieassistent Erasmus MC
E
r waren verschillende aanleidingen om over te gaan op het competentiegericht leren. De bij onze organisatie aangesloten ziekenhuizen waren al overgegaan tot competentiemanagement. Hierdoor zagen de ziekenhuizen een kans voor hun studenten om met eerder verworven competenties (EVC) sneller (vervolg)opleidingen af te kunnen ronden. Ook het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO) wilde de erkenning van de theorie en praktijkcomponent laten afhangen van het competentiegerichte opleiden.
Uitgangsprincipes Bij het inrichten van het competentiegerichte onderwijs hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. authentieke beroepssituaties en competenties staan centraal; 2. er is een duidelijke samenhang tussen theorie en praktijk; 3. de student kan in samenspraak met de praktijkbegeleider en de Zorgacademie zijn eigen leerweg bepalen; 4. studenten moeten snel inzetbaar zijn in het werkveld; 5. de student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces; 26
OK OPERATIONEEL MEI 2010
e verwachten een actieve leerhou6. w ding van de student; 7. er is sprake van afnemende sturing; 8. de student reflecteert op het eigen handelen; 9. we gebruiken de elektronische leerweg It’s learning. We wilden heel graag een competentieprofiel gebruiken dat voor alle oplei-
dingen gelijk was. Studenten kunnen dan bij het kiezen van een vervolgopleiding makkelijker overstappen van de ene opleiding naar de andere op basis van eerder verworven competenties (EVC). Uitgangspunt voor ons was ook om de evaluaties van de afgelopen jaren van de studenten te gebruiken. Een van de punten die hierin het meest nadrukke-
lijk naar voren kwamen, was dat de 1e Canmed, vakinhoudelijk handelen (zie tabel 1) prominent in het onderwijs terug moest komen.
Praktijk en theorie afstemmen We hebben samen met praktijk- en werkbegeleiders van de werkgroepen een begin gemaakt met de opbouw en de inhoud van de opleiding. In de werkgroepen bleek al dat het tot dan toe aangeboden onderwijs, dat verdeeld was in complexiteit (laag-, midden- en hoogcomplex), niet meer voldeed aan de wensen van de praktijk. Uit de werkgroepen kwam naar voren dat het onderwijs moest voldoen aan de volgende eisen: • mimimaal 80% van het onderwijs vakinhoudelijk handelen; • twee startmomenten per jaar; • een verdeling van zes fases van een halfjaar (i.p.v. een verdeling van driemaal een jaar); • fase 1 aanbieden als een basisdeel met daarin veel stage(opdrachten); • specialismen aanbieden als afgeronde leereenheden; • het werken met leereenheden als majors en minors; • na fase 1 een week per maand theoretisch onderwijs op de Zorgacademie; • geen theoretisch onderwijs in de maanden juli, augustus, september en december vanwege de personele (onder)bezetting op de afdeling.
Tabel 1: Canmeds. 1. Vakinhoudelijk handelen 2. Communicatie 3. Samenwerken 4. Kennis en wetenschap 5. Maatschappelijk handelen 6. Organisatie 7. Professionaliteit
Tabel 2: Verdeling leereenheden OA over fasen. Fasen
Leereenheden
1
Leereenheid: Basisvaardigheden OA
2
Leereenheid: Basisvaardigheden instrumenteren en assisteren bij operatieve ingrepen van alle specialismen Leereenheid: Algemene chirurgie Leereenheid: Plastische chirurgie
3
Leereenheid: Orthopaedie Leereenheid: Gynaecologie
4
Leereenheid: Vaatchirurgie Leereenheid: Urologie Leereenheid: Startproject
5
Leereenheid: KNO Leereenheid: Kaakchirurgie en thoraxchirurgie
6
Leereenheid: Oogheelkunde en neurochirurgie
Leereenheid: Eindproject
Tabel 3: Niveaus van Benner (Patricia Benner 2006). Fasen
Leereenheden
Beginner
Een pas afgestudeerde beroepsbeoefenaar die handelt vanuit schoolse vaardigheden.
Gevorderde
De schoolse vaardigheden worden aangepast aan de werkplek.
Startcompetent
Op een zelfstandige manier uitvoeren en aanpassen van werkzaamheden. Een net gediplomeerd operatieassistent.
Vakbekwaam
Iemand die in staat is een situatie te beschouwen als een geheel in plaats van een samenstel van delen.
Expert
raagt de kennis over. De operatieassistent heeft een voorbeeldfunctie en D is een raadgever voor collega-operatieassistenten.
Ontwikkelen competentiegericht onderwijs Wij hebben in samenwerking met Jirka Born en Mary Herboldt-Soudant het onderwijs ontwikkeld. Zij zijn onderwijskundig adviseur bij het Opleidings- en Adviescentrum voor Sport en Zorg, dat verbonden is aan de faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam. We hebben op basis van de Canmeds (tabel 1) een competentieschema ontwikkeld waarin de gedragsindicatoren van de competenties verder geoperationaliseerd zijn in drie niveaus. Op basis van dit document hebben we de leereenheden en de toetsing ontwikkeld. Daarnaast hebben we
ook het studievorderingsbeleid herzien. Het was belangrijk om het theoretische onderwijs op de praktijk af te stemmen, om zo een didactisch en inhoudelijk verantwoorde opleiding te creëren die naadloos aansluit op de eisen van de praktijk. Dit heeft geleid tot het onderstaande leerplan. De leerweg Operatieassistent (OA) bestaat uit 11 leereenheden die gebaseerd zijn op specialismen en uit twee leereenheden waarin een project centraal staat. De verdeling van de leereenheden over de fasen is weergegeven in tabel 2. In elke leereenheid vormt een operatieprogramma samen met de lessen Operatieve Zorg en Techniek (OZT) de rode OK OPERATIONEEL mEI 2010
27
draad. Een leereenheid is opgebouwd uit verschillende leeropdrachten. Elke leeropdracht bestaat uit meerdere onderwijsleersituaties die samenhangen met het onderwerp van de leeropdracht. Elke leeropdracht kan verschillende vakken omvatten die over het thema uit de leeropdracht gaan. Die vakken zijn: anatomie en fysiologie, specialistische chirurgie, natuurkunde, medische techniek, OZT, sociale vaardigheden, organisatie en kwaliteit. De student wordt op deze manier geconfronteerd met authentieke beroepssituaties die de transfer naar de praktijk eenvoudiger maken. Om de transfer te optimaliseren wordt ook een beroep gedaan op het skillslab. Daar kunnen de studenten in een veilige omgeving hun competenties leren. Bij elke leeropdracht en elke onderwijsleersituatie is aangegeven welke gedragsindicatoren en niveaus van Benner centraal staan. Op deze manier wordt voor de studenten duidelijk wat de relatie is met
28
OK OPERATIONEEL MEI 2010
de competenties die ze uiteindelijk moeten behalen (zie de niveaus van Benner in tabel 3).
Flexibele leerweg Omdat de leerweg OA tweemaal per jaar begint, zijn zes verschillende fasen gelijktijdig aanwezig op de Zorgacademie. Dit betekent dat de student, afhankelijk van de mogelijkheden op het stageadres, kan kiezen uit leereenheden van verschillende fasen. Deze persoonlijke leerroute moet de student in overleg met de praktijkbegeleider en de opleider vaststellen. Er zijn grote voordelen voor zowel de student als het aangesloten ziekenhuis: 1. Een leereenheid kan ingepland worden rondom een stageroute van de student. Op deze wijze kan men rekening houden met de persoonlijke leerstijl van de student. Dit betekent dat bijvoorbeeld de leereenheid orthopaedie op de Zorgacademie door de ene student gevolgd kan worden in
fase 3 en door de andere in fase 4. 2. E en ziekenhuisorganisatie kan studenten inschrijven per leereenheid, rekening houdend met de personele bezetting op het operatiekamercomplex (OKC). 3. Doordat studenten verschillende leereenheden volgen van een week per maand, blijft de personele inzetbaarheid op het OKC constant. 4. Bij ziekenhuisorganisaties met verschillende locaties is er sprake van een gelijkmatige spreiding van het aantal studenten per locatie.
Toetsing Iemand die competent is, is bekwaam om bepaalde werkzaamheden te verrichten. Hij bezit de vereiste kennis, beheerst de verlangde vaardigheden en heeft de juiste attitude(n) om met resultaat een bepaalde taak te volbrengen. Een van de uitgangspunten van competentiegericht onderwijs is toetsing in de
praktijk en het loslaten van theoretische toetsing. De Erasmus MC Zorgacademie is van dit uitgangspunt afgeweken omdat de praktijkbegeleiders in de afstemmingsfase lieten weten dat zij behoefte hebben aan theoretische toetsen. Door theoretische toetsing zijn de aangesloten ziekenhuizen verzekerd van een vooraf bepaald basisniveau van theoretische kennis van de studenten. Een student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces en houdt zelf zijn vorderingen bij in een digitaal portfolio. De vorderingen die een student bijhoudt, hebben een direct verband met de kerncompetenties van de competentiekaart. De zeven kerncompetenties (tabel 1) worden gecombineerd getoetst, waarbij we voor de student aangeven welke competenties of gedragsindicatoren er op dat moment getoetst worden. Zowel theoretische als praktische toetsen zijn gebaseerd op authentieke praktijksituaties. Om te bepalen of de student de competenties heeft verworven, hebben we voor elke competentie gedragsindicatoren beschreven. Deze gedragsindicatoren zijn geconcretiseerd in operationalisaties op één van de niveaus van Miller, namelijk weet (knows), weet hoe (knows how), laat zien (shows how) en doet (does). Daarnaast onderscheiden we, gebaseerd op het model van Benner, tijdens de leerweg beginnersniveau (B), gevorderdenniveau (G) en startcompetent niveau (S). Aan het eind van fase 6 moet de student alle competenties op startcompetent niveau hebben behaald.
Implementatie In maart 2008 zijn we gestart met een pilotgroep van zes studenten, allen werkzaam in het Amphia Ziekenhuis in Breda. De gedachte hierachter was om met een kleine groep studenten uit één ziekenhuis het onderwijs te implementeren zodat we eventuele hiaten snel konden signaleren en het onderwijs direct konden aanpassen in samenspraak met de praktijk. Het Amphia Ziekenhuis hield tijdens de sollicitatieprocedure sterk rekening met de competenties van deze studenten omdat zij in een vooruitgeschoven leerweg zouden starten. Tijdens deze vooruitgeschoven leerweg kan de student geconfronteerd worden met onduidelijkheden in het leerplan. Eisen die aan hen gesteld werden, waren onder andere flexibiliteit en het zelf sturing kunnen geven aan het eigen leerproces. Om te zorgen dat theorie en praktijk naadloos op elkaar aansluiten en om de implementatie van het competentiegerichte onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen, werden twee werkgroepen in het leven geroepen; een op tactisch en een op operationeel niveau. Tot op heden komen deze werkgroepen regelmatig bijeen om het ontwikkelde onderwijs te toetsen aan de eisen van het CZO en aan
de vraag en werkbaarheid in de praktijk. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten kan men het ontwikkelde onderwijs bijstellen.
Huidige situatie Op dit moment volgen vier groepen van zestig studenten het competentiegericht onderwijs aan de Erasmus MC Zorgacademie. Na ruim anderhalf jaar is steeds meer duidelijkheid ontstaan rondom het nieuwe onderwijs en de implementatie hiervan voor studenten, praktijk- en werkbegeleiders en opleiders. Volgens Christine van Velzen − praktijkopleider in het Amphia Ziekenhuis − merken de opleiders dat de studenten die het competentiegericht onderwijs volgen sneller aan het instrumenteren toekomen en zich er dus eerder in kunnen bekwamen. In de ‘oude’ leersituatie moesten ze eerst op alle specialismen leren omlopen. Doordat ze eerder leren instrumenteren, leren ze ook sneller om te lopen, omdat ze de logica van het omlopen inzien. Transfers maken is in deze opleiding voortdurend aan de orde. Aandachtspunt is wel om de stages goed af te stemmen op de leerstof van de Zorgacademie, die per specialisme in lesblokken wordt aangegeven. Na een gecompliceerde start ervaren we op dit moment de voordelen van het competentiegericht onderwijs. We zien dat studenten zelf sturing geven aan hun eigen leerproces. Dit blijkt onder meer uit het feit dat zij zich verantwoordelijker voelen voor hun eigen leerproces en een actievere leerhouding laten zien. Door het aanpassen van het leerplan is het accent van de opleiding meer komen te liggen op het vakinhoudelijk handelen. Dit betekent voor de praktijk dat we een generatie studenten op de werkvloer terugzien die een stevige theoretische bagage bezit en een snelle transfer kan maken van bekende naar onbekende situaties. In een wereld die steeds sneller verandert, is dit volgens ons onontbeerlijk. ▼
We hebben bewust gekozen voor een diversiteit aan toetsvormen zodat we voor elke competentie het niveau van de student inzichtelijk kunnen maken. De toegepaste toetsvormen zijn: kennistoets, mondelinge toets, integratieve toets, stageopdracht, projectopdracht, reproductieve vaardigheidstoets, proeve van bekwaamheid, portfolioassessment en een portfolioassessmentgesprek.
Om een fase af te sluiten moet de student een vooraf vastgesteld aantal gedragsindicatoren afronden op niveau B, G en/of S. Vervolgens wordt met een portfolioscan bepaald of het portfolio volledig is, waarna de student naar aanleiding van zijn portfolioassessment een portfolioassessmentgesprek voert met zijn werk- en/of praktijkbegeleider. Dit assessment is bepalend voor overgang naar de volgende fase. Wanneer een student een fase niet kan afsluiten, maakt de flexibele persoonlijke leerweg het zelfs mogelijk een leereenheid versneld opnieuw te volgen, zodat de student zijn opleiding toch in drie jaar kan afronden.
OK OPERATIONEEL mEI 2010
29
Het leeftijdsbewuste ontwikkelingspalet Er zijn wel degelijk mogelijkheden op het gebied van loopbaanontwikkeling voor operatieassistenten. Het is aan de organisatie om deze mogelijkheden te benoemen en aan de medewerker om te bepalen wat hij kan en wil. Het ‘leeftijdsbewuste ontwikkelingspalet’ (LOP) is speciaal ontworpen om de diversiteit aan mogelijke activiteiten een plaats te geven. Het LOP gaat uit van competenties, taakeisen en zorgzwaarte die nodig zijn voor de verschillende activiteiten. Het geeft daarbij de mogelijkheden weer voor een natuurlijke groei van een medewerker. Tekst en figuren: Vera Meeusen MA, hoofd anesthesie Catharina-ziekenhuis, Eindhoven
Ringen rond de kern Het LOP wordt ingedeeld volgens verschillende competentiegroepen met daarbinnen drie niveaus. Een competentiegroep bestaat uit taken, activiteiten en functies die drie tot vier kerncompetenties gemeen hebben. Elke competentiegroep is vervolgens verdeeld in drie ringen. Vertrekpunt van het model is de binnencirkel die gevormd wordt door de functie van gediplomeerd operatieassistent. De eerste ring daaromheen bestaat uit activiteiten die een bepaalde inwerkperiode vereisen. Deze activiteiten worden verricht naast de normale werkzaamheden van de operatieassistent en we noemen ze job-enlargement (taakverbreding). De tweede ring bestaat uit activiteiten die een aanvullende scholing/cursus vereisen. Deze uitbreiding aan activiteiten noemen we job-enrichment (taakverrijking) van de functie van operatieassistent. De derde ring bestaat uit volledig andere activiteiten en/of functies die wel of niet gecombineerd kunnen worden met de functie van operatieassistent. De activiteiten in deze ring kunnen alleen uitgevoerd worden na een aanvullende 30
OK OPERATIONEEL MEI 2010
opleiding. Natuurlijk kan het model nog worden uitgebreid met meerdere ringen. Een medewerker kan nu groeien binnen een bepaalde kerncompetentiegroep door zich te bekwamen in activiteiten beginnend in de eerste ring en eindigend in de derde. Op deze manier moet het ontwikkelingspalet sturing geven aan het loopbaanbeleid. Maar dit is echter nog geen leeftijdsbewust loopbaanbeleid.
Een natuurlijke groei
viteiten die motiveren en perspectief bieden. Door een bepaalde mate van werkdruk en werklast toe te kennen aan alle activiteiten ontstaat inzicht in de zorgzwaarte. Ook de manier waarop de functies worden vervuld, speelt hierbij een rol. Het combineren van twee functies is immers zwaarder dan het uitoefenen van één enkele functie. A = Blijvend deel van het activiteitenpakket (directe zorg op OK: omlopen en instrumenteren). B = Activiteiten die belastend blijken worden afbouwactiviteiten. C = Belastende activiteiten met perspectief worden ontwikkelactiviteiten.
Medewerkers moeten zich kunnen ontwikkelen op een natuurlijke manier, een natuurlijke doorgroei. Dit kan men vormgeven door alle activiteiten te benoemen als afbouw-, ontwikkel- of groeiactiviteiten, afhankelijk van hun zorgzwaarte. Onder afbouwactiviteiten verstaan we die activiteiten die belastend blijken (lichamelijk en/of geestelijk). Ontwikkelactiviteiten zijn activiteiten die belastend zijn, maar wel perspectief hebben. De groeiactiviteiten zijn acti- Figuur 1: Natuurlijke doorgroei.
Gebruiksaanwijzingen voor de praktijk
D = Activiteiten met perspectief worden groeiactiviteiten (zie figuur 1). De A-activiteiten kunnen worden uitgevoerd als men voldoet aan de algemene basisvaardigheden die bij het beroep horen, zoals dat wordt getoetst bij de afronding van de opleiding. Deze basisvaardigheden heten daarom ook wel ‘sleutelkwalificaties’ of ‘core skills’. De C-activiteiten worden toegevoegd in de levensfasen van de medewerker waarin hij zich verder wil professionaliseren en op zoek is naar zijn eigen grenzen. Door de werkzaamheden verder uit te breiden, krijgt de groeiende medewerker ‘levenservaring’. Hierdoor ontdekt hij waar zijn talenten liggen, wat zijn drijfveren zijn en welke waarden hij nastreeft. De medewerker ontwikkelt hiermee een zelfbeeld dat richtinggevend is voor zijn verdere loopbaanbeslissingen. Als we de kleurcoderingen van het model van natuurlijke doorgroei plaatsen in het ontwikkelingspalet, krijgen we een leeftijdsbewust ontwikkelingspalet. Het LOP geeft de mogelijke activiteiten voor operatieassistenten, nu en in de toekomst, op een zodanige manier weer dat zij correleren met de bijbehorende competentiekwadranten. Het LOP geeft mogelijkheden aan voor een leeftijdsbewuste opbouw van de loopbaan door zorgzwaarte en perspectief toe te kennen aan de activiteiten. Met de employability-scan kunnen medewerkers in kaart brengen hoe zij hun ontwikkeling willen vormgeven.
De employability van de medewerker De mate waarin een medewerker zich kan/wil ontwikkelen, kan hij vaststellen met de employability-scan (zie figuur 2).
voornamelijk bepaald door de al opgedane ervaring. Deze factor bepaalt hoe divers een medewerker inzetbaar is. Kwantitatieve inzetbaarheid: Inzetbaarheid in duur en tijden: dit zijn de arbeidsuren en arbeidsduur dat een medewerker beschikbaar is.
Flexibiliteit: Dit vraagt om opleidingsbereidheid, omgaan met veranderingen en het overwinnen van weerstanden. Veranderingsgezindheid is een maat waarin men innovatief wil groeien. Deze drie factoren kan men weergeven op een Figuur 3: Het ontwikkelingspalet schaal van 0 (geen beBelangrijk bij de vormgeving en invulreidheid) tot 10 (meeste bereidheid). ling van het LOP is dat de zorgzwaarte bepaald wordt door de medewerkers die Belastbaarheid: bekend zijn met de betreffende activiteiEen medewerker zal zichzelf moeten ten. Het is handig om van tevoren af te afvragen welke belasting hij aankan. Het spreken aan de hand van welke criteria gaat hierbij om zowel fysieke als psychide zwaarte wordt bepaald. Dit maakt een sche belastbaarheid. objectieve indeling makkelijker. Het LOP is een dynamisch model en activiteiten Groeirichting: kunnen toegevoegd of verwijderd worEen medewerker zal een richting moeden naar gelang de situaties die zich ten bepalen waarin hij wil groeien. Het voordoen. Ook de employability van de is hierbij mogelijk om in competentiemedewerker is een dynamisch gegeven richtingen te denken en moet periodiek herzien worden. conform het LOP. ▼
Kwalitatieve inzetbaarheid: Afhankelijk van de gevolgde opleidingen en gedane activiteiten beschikt de medewerker over bepaalde kennis en kunde. De inzetbaarheid wordt dan
Figuur 2: Employability-scan voor de operatieassistent.
Stap 1: maak een groepsfoto van je afdeling en bepaal welke activiteiten door iedereen worden gedaan. Stap 2: Bepaal per activiteit de taak eisen: welke kennis, kunde en gedrag zijn specifiek wenselijk/noodzakelijk. Stap 3: Bepaal per activiteit de zorgzwaarte. Maak hierbij gebruik van de in stap 2 opgestelde taakeisen. Stap 4: Vul het LOP in. De organisatorische mogelijkheden zijn nu bekend en de medewerker kan richting geven aan zijn groei. Stap 5: Maak een employability-scan van jezelf. Stap 6: Spiegel de gegevens die de employability-scan heeft opgeleverd aan het LOP. Een gericht ontwikkelingsproces ziet er nu als volgt uit:
OK OPERATIONEEL mEI 2010
31
VMS-themaconferentie: verwisseling van en bij patiënten Sinds 2004 zijn alle ziekenhuizen verplicht de veiligheid van de zorgverlening in te richten met behulp een veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Vijf belanghebbende verenigingen zijn een samenwerkingsverband aangegaan om een veiligheidsprogramma op te zetten. Ze hebben tien thema’s geformuleerd waarbinnen verbeteringen te realiseren zijn. Op 12 maart 2010 heeft de eerste landelijke themaconferentie plaatsgevonden over verwisseling van en bij patiënten. Tekst: Yvonne Maatjens, voormalig LVO-bestuurslid beroepsbelangen | Foto: I Stockphoto
I
n 2004 aanvaarde de toenmalige minister Hoogervorst de conclusies uit het rapport van R. Willems: Hier werk je veilig of je werkt hier niet. Willems stelde dat door veilig werken het aantal incidenten in ziekenhuizen met 75% omlaag kan. Onderzoek van EMGO-Nivel stelde dat met een VMS onbedoelde en vermijdbare schade met 50% omlaag kan. Een VMS bestaat uit een systematische risicoanalyse, een systeem voor incidentmelding en een verbeterproces. Een aanzienlijk deel van de vermijdbare schade bij patiënten in ziekenhuizen treedt op tijdens het operatieve proces. En dan niet alleen per-operatief maar zeker ook pre- en post-operatief. 32
OK OPERATIONEEL MEI 2010
Tien thema’s De vijf deelnemende verenigingen zijn: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, De Orde van Medisch Specialisten, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland en Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging. Zij formuleerden de volgende tien veiligheidsthema’s: 1. Voorkomen van wondinfecties na een operatie. 2. Voorkomen van lijnsepsis en behandeling van ernstige sepsis. 3. Vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt. 4. Medicatieverificatie bij opname en ontslag.
5. Kwestbare ouderen. 6. Optimale zorg bij acute coronaire syndromen. 7. Vroege herkenning en behandeling van pijn. 8. Highrisk medicatie; klaarmaken en toedienen van parenteralia. 9. Verwisseling van en bij patiënten. 10. Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen. Bij elk van de tien thema’s zijn themaconferenties georganiseerd. De commissie beroepsbelangen heeft deelgenomen aan de eerste themaconferentie.
Doelstellingen Ruim honderd personen: chirurgen, managers, kwaliteitadviseurs, verpleeg-
verwisselingen van patiënt, plaats en zijde, en interventie gedaald. Bij electieve ingrepen wordt daarbij gestreefd naar nul verwisselingen. 2. Voor december 2012 vindt in alle ziekenhuizen een systematische identificatie plaats van de patiënt en verificatie van de gegevens tijdens de verschillende fasen van het operatieve proces om verwisseling van en bij patiënten te voorkomen. 3. Voor december 2012 vindt in alle ziekenhuizen voor de start van de anesthesie ten minste bij alle electieve interventies een gezamenlijke timeout plaats. De interventies vinden plaats in zes fasen (zie kader). De expertteams bevelen het aan om per fase deze interventies schriftelijk vast te laten leggen door de verantwoordelijke met naam en handtekening.
Patiënt vertelt
kundigen en operatieassistenten, uit 32 ziekenhuizen, namen deel aan deze dag. In de ochtend vonden diverse lezingen plaats. Een chirurg vertelde wat men onder verwisselingen verstond: een verkeerde zijde (side), plaats/niveau (site), patiënt, interventie, benodigdheden en verwisseling van patiëntenmateriaal. Met behulp van helder omschreven interventies gedurende het gehele operatieve traject worden de volgende doelstellingen nagestreefd. De doelstellingen zijn per thema ontwikkeld door de expertteams, wetenschappelijke en beroepsverenigingen: 1. Voor december 2012 is het aantal
Er was ook een lezing van een patiënt die vertelde over zijn aangrijpende ervaringen met verwisseling. Zijn visie omtrent verwisselingen was dat alle voorvallen te maken hebben met de cultuur en organisatie binnen een ziekenhuis. Hij is niet boos meer over wat hem is overkomen, hij is de waaromvragen gaan stellen: waarom is de doorlooptijd voor een uitslag, onderzoek en behandeling zo lang, waarom is de foutieve informatie gegeven, waarom heeft verwisseling plaatsgevonden? Er is een gebrek aan overzicht en sturing met weinig tot geen aandacht voor de patiënt. Het ziekenhuis heeft te maken met een (dood)zieke patiënt die veel belevingen (angsten en onzekerheden) doormaakt en verwacht tegelijkertijd dat deze patiënt assertief is. Niet eenmaal, maar steeds opnieuw bij alle contacten die de patiënt met het personeel heeft. Er is immers niet één aanspreekpunt voor de patiënt. Deze patiënt is in gesprek gegaan met
betrokkenen om verbeteringen aan te geven, en die verbeteringen hebben inmiddels ook plaatsgevonden.
Vangnetten Een beleidsmedewerker van een verzekeringsmaatschappij voor de ziekenhuizen gaf aan dat zij zich richten op de claims van patiënten, en dan met name op het voorkomen van de claims. Voor de OK geldt dat zij per 1 januari 2008 verplicht zijn om vangnetten in te voeren. Ten aanzien van verwisselingen worden gemiddeld 1200 claims per jaar en circa 25 verwisselingsfouten per jaar gemeld. Een topje van de ijsberg? Er zijn diverse risicofactoren te noemen, zoals overschrijffouten, onvolledige overdracht en verificatie, en ontoereikende naleving. In nauw overleg met de ziekenhuizen en beroepsverenigingen (zoals de LVO) zijn vangnetten opgesteld. De vangnetten voor verwisselingen zijn: • instellingsbrede afspraken maken; • verschillende verificatiemomenten inbouwen, ook in samenspraak met de patiënt; • de bron van informatie voor de verificatie is het dossier; • terugbrengen van overschrijffouten; • markeren met een pijl (NIET met een kruis); • de verificatie vastleggen door gebruik te maken van de checklist. Na verificatiebezoeken en actieplannen door de verzekeringsmaatschappij op de OK’s zijn er op onderdelen opmerkelijke verbeteringen geconstateerd. Minder verwisselingen van de status is er één van.
Eyeopener voor anesthesiologie Een anesthesiologe gaf een lezing over de problemen ten aanzien van verwisselingen van status, identificatie van patiënt en zijden in het pre-operatieve traject. In haar onderzoek zijn door een onafhankelijke medewerker dossieronderzoeken met checkpunten (ook leesbaarheid) OK OPERATIONEEL mEI 2010
33
Oogheelkundig Medisch Centrum Noord is een overkoepelende organisatie waarbinnen onderzoek wordt verricht en verschillende vormen van oogzorg worden aangeboden: medische oogzorg, optische oogzorg en brilvervangende oogzorg. Het OMC Groningen is een erkend Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC), waar alle reguliere curatieve oogzorg geboden wordt. De werkwijze van het OMC is gebaseerd op multidisciplinaire samenwerking en respect voor de patiënt c.q. cliënt.
ALTIJD PERFECTIE VOOR OGEN
Operatieassistente (18 uur per week) Wat houdt het werk in: Als Operatieassistente ben je verantwoordelijk voor een goede voorbereiding van de operaties. Tijdens de operaties assisteer je de Oogartsen van het OMC Noord. Je begeleidt de patiënten tijdens de operatie. De werkzaamheden omvatten het klaarzetten van alle benodigdheden voor de staaroperatie of lensimplantaties en het steriele assisteren daarbij. Het assisteren bij laserbehandelingen t.b.v. refractiechirurgie en het assisteren bij kleine ingreepjes hoort ook bij de functie. Daarnaast zorg je na afloop samen met je collega’s voor het reinigen en steriliseren van het instrumentarium. En tenslotte ben je mede verantwoordelijk voor de materialen, voorraden, ruimten en apparatuur. WIJ BIEDEN
INLICHTINGEN
Regelmatige werktijden tussen 08.00 en 17.00 uur. Je komt te werken in een team van 8 personen (allen parttimers) en hebt je eigen verantwoordelijkheden. Er heerst een positieve sfeer waar jouw eigen inbreng zeer welkom is.
De werkdagen zijn veelal op dinsdag en woensdag en vrijdagochtend, 1x14 dagen. Op termijn is daarnaast een mogelijkheid tot uitbreiding. Wat vragen wij: Je bent in het bezit van het diploma Operatieassistente (differentiatie chirurgie) en hebt bij voorkeur enige ervaring in de Oogheelkunde. Je bent zelfstandig, maar kan ook goed in een team werken. Je kunt goed met mensen omgaan. Hebt een verzorgd uiterlijk en kan efficiënt werken.
of contact opnemen met mw. J. Rubingh, Hoofd Chirurgisch centrum, tel.nr. 050- 5204394 of 06-10160818 HOE KUNT U REAGEREN
Uw bondige brief met curriculum vitae kunt u richten aan OMC Noord, t.a.v. de afdeling P&O, Postbus 398, 9700 AJ Groningen of e-mailadres
[email protected]
Voor inlichtingen kun je onze website www.omcnoord.nl bekijken
Werken als zelfstandige of liever een vast dienstverband....?
verricht. Voor de vakgroep anesthesiologie waren de resultaten een enorme eyeopener. De conclusies waren onder meer: • checks voor de opname zijn zinvol;
• r egistreren geeft inzicht; • resultaten bespreken met het personeel geeft inzicht en motiveert voor verbeteringen.
Fase1: Op de polikliniek checkt de operateur samen met de patiënt: • juiste patiënt; • juiste plaats en zijde; • juiste interventie.
Gids en implementatie Een zorgmanager uit een groot perifeer ziekenhuis gaf informatie over de praktijkgids. De gids is uitgegeven in de vorm van een boekje en was onderdeel van de informatie van die dag. In de gids zijn maatregelen beschreven die genomen kunnen worden in het pre- en operatieve proces waarmee verwisselingen van en bij patiënten voorkomen kunnen worden.
Fase 2: Bij de pre-operatieve screening checkt de anesthesioloog samen met de patiënt: • juiste patiënt; • juiste plaats en zijde; • juiste interventie; • juiste anesthesietechniek. Fase3a: Bij de opname op de afdeling checkt de verpleegkundige samen met de patiënt: • juiste patiënt; • juiste plaats en zijde; • juiste interventie. Bij de opname checkt de operateur samen met de patiënt: • juiste markering.
Na de pauze waren er workshops waarin de implementatie van VMS aan de orde kwam. Enkele conclusies waren: • implementatie gefaseerd invoeren; • terugrapportage door de resultaten te bespreken of bijscholing te geven motiveert; • de hiërarchie in de communicatie moet verdwijnen. Iedereen moet durven te spreken, ongeacht zijn of haar functie.
Fase 3b: Op de dag voor de operatie of aan het begin van de operatiedag controleert de operateur de:
Veilig vliegen
• juiste prothese, het juiste donororgaan en het specifieke materiaal voor deze patiënt.
De laatste spreker van de dag was een arts die werkzaam is geweest in de professionele luchtvaart. Zoals bekend hebben veel aspecten uit de luchtvaart model gestaan voor veiligheid in de gezondheidszorg. Hij gaf aan dat de luchtvaart veiliger is geworden doordat er een cultuur is van no blaming, no shaming. Men gaat ‘gemakkelijk’ om met fouten in die zin dat men iets probeert te leren van de gemaakte fouten. De schuldvraag is minder interessant. Daarnaast kent de luchtvaart heel veel vaste procedures voor alles waardoor een fout makkelijk te traceren is en heerst er een vlakke hiërarchie. Er is makkelijk te praten met ‘de baas’.
Fase 4: Op de holding, voordat de patiënt naar de operatiekamer wordt gebracht, controleren de verpleegkundige en de holdingmedewerker: • is het de juiste patiënt; • driepuntsidentificatie door de (wakkere) patiënt of wettelijke vertegenwoordiger, het EPD/de status en het identificatiebandje; • verpleegkundige van de afdeling; • medewerker van holding; • juiste markering; • juiste EPD/status bij de juiste patiënt. Fase 5: Bij de start van de operatie checken de operateur, anesthesioloog, operatie assistent en de anesthesiemedewerker in de TIME-OUT: • juiste patiënt: kloppen de patiëntgegevens (geboortenaam, geboortedatum en eventueel patiëntennummer)?; • juiste plaats en zijde: wat is de te opereren plaats en zijde?; • juiste interventie: kloppen de operatiegegevens?; • juiste benodigdheden: zijn de benodigde materialen en implantaten aanwezig? Fase 6: Aan het einde van de operatie checkt de operateur samen met de operatieassistent: • juiste patiëntmaterialen: • identificatie en markering van het patiëntmateriaal van de interventie (bijvoorbeeld biopten, kweekmateriaal of PA-preparaat); • de juiste (en compleetheid van de bijbehorende) formulieren.
▼
Er is deze dag veel informatie gegeven vanuit diverse invalshoeken. Alle informatie is na te lezen op vsm.nl. Laten we naast alle opgedane kennis van handelingen, procedures en protocollen niet de patiënt en onze collega’s uit het oog verliezen. OK OPERATIONEEL mEI 2010
35
De technologische groei houdt nooit meer op en de mogelijkheden om nieuwe technologie bij operaties te gebruiken evenmin. Laparoscopie is sterk in ontwikkeling en heeft als ‘gesloten operatietechniek’ veel voordelen voor patiënt en ziekenhuis. Martine Kuif en Corrie van Dulm waren de eerste operatieassistenten die konden deelnemen aan een cursus ‘dedicated nursing’ over laparoscopie. Tekst: Marie-José Urlings | Foto’s: hennie mulder
Bijscholing is nodig en maakt het vak interessanter
Kijk op laparoscopie-techniek
S
amen met twaalf Nederlandse cursisten, onder wie twee chirurgen, waren Kuif en Van Dulm in het Franse Elancourt te gast bij de firma Covidien (hechtmateriaal, laparoscopische instrumenten). Twee dagen lang mochten zij zelf zien, horen en vooral
36
OK OPERATIONEEL MEI 2010
ervaren wat de nieuwste laparascopietechnologie te bieden heeft. Het was onthullend, leerzaam en vooral stimulerend. Hun vak krijgt hierdoor nieuwe inhoud en betekenis. Dat willen beiden doorgeven en daarom zijn ze, met de steun van Jurjen Jongbloed (Covidien)
en de chirurgen Colin Sietses en Flip Kruyt (ZGV), zelf de – vertaalde en aangepaste – cursus gaan geven in hun ziekenhuis Gelderse Vallei Ede.
Verder leren In een eerder interview voor OK Operationeel (juni 2009) zei Martine Kuif: ‘Ik maak me sterk (onder meer als LVO-vertegenwoordiger) voor het up-to-date houden van mijn vakgebied, de laparascopie. In die sector hebben zich zo veel veranderingen voorgedaan, dat bijscholing absoluut noodzakelijk is.’ Zij en haar collega Corrie van Dulm aarzelden dus niet toen ze de kans kregen om samen met tien anderen de cursus te volgen in het opleidingscentrum van het Franse Covidien. Een ‘try-out’, want eerder was deze cursus voorbehouden aan chirurgen en arts-assistenten. ‘Toen de laparoscopie-techniek geïntroduceerd werd,’ vertelt het tweetal, ‘hadden veel operatieassistenten het gevoel dat hen iets werd afgenomen. Zo van: ik kan nu alleen nog naar een schermpje kijken.
Met de cursus kregen wij inzicht in hoe het proces verloopt, wat de chirurg doet en wat je als operatieassistent kunt doen. Je ervaart aan den lijve hoe belangrijk het camerawerk is en begrijpt het stampen van een chirurg en zijn vinnige “zie je niet waar ik bezig ben”.’
Het echte werk De theorie kregen de cursisten deels van de chirurgen en deels van Covidien. Met powerpointpresentaties kregen ze letterlijk inzage en inzicht in de laparoscopische ingrepen. Na de middag konden ze ‘in het droge laboratorium’ met simulatieboxen en gewone boxen oefenen. Ze oefenden met verschillende instrumenten om de dieptebepaling en de oog-handcoördinatie onder de knie te krijgen. Op dag twee begon het echte werk en mochten de cursisten in het ‘natte lab’ (met ruim twintig operatie-units) op varkens operaties uitvoeren. Ze leerden om het weefsel met de instrumenten op spanning te houden, de instrumenten in te brengen en om ermee te manouvreren in de buikholtes. ‘Dan besef je pas hoe belangrijk camerawerk is en vooral hoe belangrijk een goed ingewerkt team is. Het is moeilijk om de instrumenten op de juiste plek te krijgen en houden.’
Verder in de navel
Bevrediging in je werk Tijdens de cursus in Elancourt beseften Kuif en Van Dulm dat laparoscopische operaties zeer technisch zijn en dat er heel veel bij komt kijken. ‘Het is heel specifiek en daarom geven wij nu in ons ziekenhuis een basiscursus laparoscopie binnen de algemene chirurgie om de technieken goed te kunnen toepassen. Je moet de laparoscopie niet meteen overal
willen toepassen en je moet goed kijken wat binnen het eigen ziekenhuis en de specialismen past. Wij beperken ons nu tot de algemene chirurgie.’ Hoewel de basiscursus, geënt op wat ze in Frankrijk leerden, een succes is, beseffen beiden dat het nog maar een begin is. Maar wel een heel belangrijk begin. ‘Laparoscopie is leuk, interessant en maakt je vak breder. Je ontdekt je eigen mogelijkheden en het stimuleert je om je te ontwikkelen en nieuwe vaardigheden te leren beheersen. En dat zorgt weer voor nieuwe impulsen en bevrediging in je werk.’ Prettige bijkomstigheid is dat beide chirurgen, Sietses en Kruyt, even enthousiast zijn en meewerken aan de cursus. Ze bieden theoretische ondersteuning en dragen ook in praktische zin hun steentje bij. Ook Jongbloed helpt de beide dames hierbij. ‘De reacties op de basiscursus zijn positief en we willen volgend jaar de stof verdiepen voor operatieassistenten en de cursus uitbreiden, zodat ook arts-assistenten kunnen deelnemen’, besluiten Kuif en Van Dulm. ▼
Kuif en Van Dulm kenden allebei al de voordelen van gesloten opereren: sneller herstel, minder complicaties, minder wond- en longinfecties en een korter verblijf in het ziekenhuis. De laatste jaren is er veel aandacht voor nieuwe technieken die het operatietrauma verder verkleinen zodat de patiënt nog sneller herstelt en geen zichtbare littekens aan de operatie overhoudt. De volgende stap is het opereren via natuurlijke openingen, zoals NOTES (Natural Orifice Transluminal Endoscopic Surgery) en SILS (Single Incision Laparoscopic Surgery). Bij de SILS-techniek maakt de
chirurg een incisie in de navel, waardoor de verschillende trocars ingebracht worden. Het voordeel voor de patiënten is dat er na een aantal weken geen zichtbaar litteken meer is. Het Ziekenhuis Gelderse Vallei is een van de weinige ziekenhuizen in Nederland die deze techniek gebruiken. Opereren met deze techniek vergt extra training en kennis van het gebruikte instrumentarium. ‘We moeten ons wel realiseren dat je niet op alle gebieden specialistisch kunt zijn. Je kunt niet alles en moet daarom keuzes maken. Ook in academische ziekenhuizen wordt meer geclusterd in specialismen.’
OK OPERATIONEEL mEI 2010
37
Welke afslag neem jij in je carrière?
Wij zijn opzoek naar: Anesthesie-assistenten en Operatie-assistenten
Nederland Zwitserland Middenoosten Aruba Nederlandse Antillen
Glad ijs De pijn die heel Nederland leed na de verkeerde wissel van Sven Kramer op de Olympische Spelen zal wel gezakt zijn, maar de televisiebeelden staan bij de meesten van de zes miljoen verbijsterde kijkers nog op hun netvlies. De coach die wel door het ijs kon zakken en Sven die eerst nog onwetend en later tegen beter weten in doorschaatste. We konden live meehuiveren toen de coach het slechte nieuws vertelde en een droom overging in een nachtmerrie. Beiden zullen het zich op hun sterfbed nog herinneren. De volgende ochtend was de wissel natuurlijk hét onderwerp van gesprek. De reacties waren divers. De eerste grappen gingen al rond. Sommigen vonden dat de coach schuldig was en dat hij maar moest opstappen. De sportpsycholoog sprak zelfs over een rouwproces dat coach en sporter te wachten stond. Hij noemde de combinatie van snel moeten beslissen en stress als de belangrijkste verklaring voor de kapitale fout. Hadden ze maar een halve seconde meer tijd gehad om
(TM)
Optiflex (TM) KORMA ICT Solution Werving en Selectie Projectmanagement Interimmanangement Opleidingen/Trainingen
te beslissen. En … waarom uitgerekend nu, terwijl Sven en zijn coach al tienduizenden feilloze wissels hadden gemaakt? Na ons kopje ochtendkoffie liepen we naar de operatiekamers, waar met vallen en opstaan de time-outprocedure wordt ingevoerd. In eerste instantie werd de time-out trouwens bedacht om verwisselingen te voorkomen. Duizenden keren zal de procedure geen bijzonderheden opleveren, tot dat ene moment dat iedereen zijn hart een keer voelt overslaan, maar daarna met de schrik vrijkomt. Als het fout gaat op de OK, gaan bijna alle vergelijkingen met de fatale olympische wissel op. Dat moet overigens voor het operatieteam vele malen erger zijn dan die verwisseling op het ijs. De vergelijking met de coach die het ‘nieuws’ moet vertellen is ook vlug gemaakt. De patiënt kan levenslang met de gevolgen opgescheept zitten en zal dit niet zo gemakkelijk sportief kunnen opvatten. En iemand uit het opera-
Stap in de wereld van Koraal en ervaar het unieke van onze mogelijkheden! Apeldoorn-Tilburg-Den Haag/NL Steinhausen/CH
tieteam zal nog duizenden keren wensen dat hij toch nog een seconde in de status had gekeken. Zo’n time-out is zo gek nog niet en is vooral bestemd voor degenen bij wie het altijd goed gaat. Wie de time-out niet serieus neemt, begeeft zich op glad ijs. Paul Meijsen Operatieassistent in het Catharina-ziekenhuis en docent operatieve zorg en technieken aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven.
38
OK OPERATIONEEL MEI 2010
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2009
38
Colofon OK Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting van de vakbladen OK Magazine en Operationeel. Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO. OK Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.
Redactiesecretariaat Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder. Telefoon: 040-253 89 21. E-mail:
[email protected] [email protected] Kopij voor OK Operationeel kunt u sturen naar beide e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van illustraties van derden is toestemming voor publicatie nodig en vermelding van de bron.
Uitgeverij: Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam Telefoon: 020-520 60 77. E-mail:
[email protected] Uitgever: Ralf Beekveldt Bladmanager: Menno Goosen:
[email protected] Medewerkers: Jennie Lipperts, Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los, Astrid van Pelt, Linda van Pelt, Stan Verhaag. Eindredactie: Floor Jaspers-Gerritsma (ai) Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos Heijnen, Eric van Nieuwland Stockxpert.com, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp. Tekstcorrectie: Marijn Mostart Lay-out: Thomson Digital Traffic: Hans Jansens Druk: BalMedia
Advertenties: Cross Advertising: Nick Konings & Arlan van der Velden Telefoon: 010-409 17 00
[email protected]
Abonnementen: Voor abonnementen, vragen over het abonnement of adreswijzigingen: SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172-476085 E-mail:
[email protected] Toezending van OK Operationeel is voor LVO-leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de volgende abonnementsprijzen per 2009: Jaarabonnement: € 59,50 Losse nummers: € 8,50 Abonnementen buiten Nederland: € 95 Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2010 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.
LVO-activiteiten 5 oktober Algemene ledenvergadering LVO 14 oktober LVO-leerlingendag 18 november LVO-praktijkbegeleidersdag www.lvo.nl Heraeus Medical Palacedemy 24 en 25 juni Cursus botcement en cementeertechniek Wehrheim (Duitsland), tako.van-noord@ heraeus.com, www.palacos.com Amstel Academie 8 en 9 juni Neurochirurgie Traumatologie en bloedvaten 11 maart Start 15-daagse cursus cardiothoracale chirurgie Amsterdam, www.amstelacademie.nl of
[email protected] Covidien Trainingsdagen Wound closure. Data: 18/5, 24/6, 14/9, 14/10, 11/11 en 14/12 Laparoscopy & Stapling. Data: 9/6, 22/9 en 17/11 Energy based devices. Data: 21/10 Zaltbommel, carine.vanhorssen@covidien. com,
[email protected] AO Nederland 13 en 14 september AO-basiscursus voor operatieassistenten Oisterwijk,
[email protected] Synthes Nederland 20 mei Synthes Study Station Spine, Eindhoven 3 juni Synthes Study Station Schouder & elleboog, Maastricht www.SynthesStudyStation.nl Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis 2 oktober Operatieve oncologie in ontwikkeling Amsterdam, www.nki.nl of symposium.ok @nki.nl Biomet-LVO-studiedagen 3 juni Hand en pols 9 september Trauma 7 oktober Knie 18 november Spine Onderwerpen onder voorbehoud. Dordrecht,
www.biomet.nl of 078-629 29 29, Linda Oomsen Leids Universitair Medisch Centrum 25-26 november Bijscholing kaakchirurgie voor operatieassistenten Leiden,
[email protected], www. boerhaavenet.nl ERBE Elektrochirurgie – praktijk en applicaties 14 en 21 september Kennis = veiligheid (2 dagen) 23 en 30 november Kennis = veiligheid (2 dagen) Werkendam,
[email protected] of 0183-50 97 55 Gynco Consultants i.s.m. Skills Lab ZRT Ontwikkelingen gynaecologie op POK en OK; tweedaagse workshop; de dagen kunnen ook afzonderlijk gevolgd worden: dag 1 POK, dag 2 OK Data: 11/6 & 12/6, 16/9 & 17/9, 11/11 & 12/11 Tiel,
[email protected], of 06-204 458 10, of 0344-674533 Strykerschool 21 september Knieartrose: Van vroege interventie tot totale knieprothese 16 november Fracturen van onderbeen en voet: ‘Op je tenen lopen’ Waardenburg,
[email protected] , 0418-569700 Atos Medical 28 mei Nieuwe ontwikkelingen KNO-chirurgie Zoetermeer,
[email protected], 079-5935004 Interster, Sterreneducatie voor de OK 20 mei Voorkomen van infecties & luchtvaart en OK KNO-chirurgie 23 september Knelpunten in de OK & medische hulpmiddelen Wormerveer, www.interster.nl, l.soetendal@ interster.nl Universitair Medisch Centrum Groningen 20 mei Spoedeisende geneeskunde voor OA, AM & Recovey Groningen,
[email protected]
Activiteiten die u via deze rubriek wilt aankondigen, kunt u per e-mail sturen naar Paul Meijsen:
[email protected].
ISSN 1872-6712
OK OPERATIONEEL mEI 2010
39
Een kijkje nemen in ons operatiecentrum wordt zo wel heel makkelijk Vrijblijvend praten met een vakgenoot, over je loopbaan als operatieassistent, anesthesiemedewerker of recovery-verpleegkundige? Over vernieuwing en ontwikkelingsmogelijkheden? Over salaris, opleidingen en verdieping? En meteen een kijkje komen nemen in het operatiecentrum van het UMC Utrecht? Dat kan. En mooier: dat kan wanneer het jou schikt. Reserveer nu online de loopbaantaxi voor een rit naar ons operatiecentrum. Daar breng je je loopbaan sowieso verder mee, in je eigen ziekenhuis of bij het UMC Utrecht. Stap in op loopbaantaxi.nl