LEVENDE DIEREN
I.
IB.VTL.ZA.06.02 maart 2016
Zuid-Afrika
Toepassingsgebied
Productomschrijving Paarden
GN-code 0101 21
Land ZA
II. Bilateraal certificaat Code FAVV
Titel van het certificaat
EX.VTL.ZA.06.02 Veterinair certificaat voor uitvoer van paarden naar de Republiek van Zuid-Afrika.
Pagina’s 5 blz.
III. Algemene voorwaarden Erkenning van export naar Zuid-Afrika De operator moet over een import-permit beschikken om paarden te kunnen exporteren naar Zuid-Afrika. De procedure voor het verkrijgen van een import-permit is terug te vinden op de website van de bevoegde overheid van Zuid-Afrika (http://www.daff.gov.za/), onder het menu ‘Import / Export’.
IV. Specifieke voorwaarden Quarantaine voorafgaand aan de export De paarden bestemd voor export naar Zuid-Afrika moeten aan een quarantaine van minstens 30 dagen onderworpen worden voorafgaand aan hun uitvoer. De volgende voorwaarden zijn van toepassing voor wat betreft de quarantaine. - De quarantaineruimte moet op voorhand door de PCE worden goedgekeurd en moet aan de algemene voorwaarden voldoen die beschreven zijn in de algemene instructie inzake quarantaine/isolatie die op de website van het FAVV gepubliceerd is (zie link hieronder). - Elke quarantaine van paarden moet op voorhand schriftelijk aan de PCE worden gemeld. Deze aanvraag tot goedkeuring van de quarantaineruimte en de meldingen van quarantaine moeten tijdig bij de PCE ingediend worden, aan de hand van het aanvraagformulier EX.VTL.QU-IS.aanvraag, dat op de website van het FAVV
1/6
LEVENDE DIEREN
IB.VTL.ZA.06.02 maart 2016
Zuid-Afrika
gepubliceerd is (http://www.favv-afsca.fgov.be/exportderdelanden/levendedieren/ → “Aanvraag goedkeuring quarantaineruimte / isolatieruimte – Melding van het plaatsen van dieren in quarantaine / isolatie”). Elke quarantaine kan op elk moment steekproefsgewijze controle van het FAVV.
onderworpen
worden
aan
een
V. Certificeringsvoorwaarden De eigenaar van het te exporteren paard moet een schriftelijke verklaring op eer afleggen die de verschillende plaatsen weergeeft waar het paard in de laatste 6 maanden voorafgaand aan de uitvoer verbleven heeft (zie voorbeeldverklaring n°1 aan de einde van deze instructie). De plaats waar de quarantaine wordt uitgevoerd komt ook in aanmerking voor de verblijfplaatsen voorafgaand aan de export. Deze verklaring wordt als basis gebruikt voor de certificatie van verschillende punten van het certificaat. Punt 2: het nummer vermelden van het import-permit dat afgeleverd is door de ZuidAfrikaanse overheid. Punt 4.2: het bedrijf van herkomst juist voorafgaand aan de quarantaine vermelden. Punt 4.3: het bedrijf vermelden waar de quarantaine wordt uitgevoerd. Punt 8.1: deze verklaring mag worden ondertekend na controle van de gegevens vermeld in de schriftelijke verklaring van de eigenaar van het te exporteren paard (zie voorbeeldverklaring n°1 aan de einde van deze instructie). Punt 8.2: deze verklaring mag worden ondertekend op basis van de regelgeving, aangezien alle vermelde ziekten aangifteplichtig zijn in België. Punten 8.3 en 8.4: deze verklaringen mogen worden ondertekend na controle van de dierziektestatus van België voor de vermelde ziekten. Deze controle kan worden uitgevoerd aan de hand van de website van het FAVV. Punt 8.5: deze verklaring mag worden ondertekend na controle van de dierziektestatus van België voor West-Nijlkoorts. Deze controle kan worden uitgevoerd aan de hand van de website van het FAVV. Indien België niet vrij is, moet de sanitaire status van de bedrijven gecontroleerd worden waar de paarden in de 2 maanden voorafgaand aan de export verbleven heeft. Indien het paard tegen West-Nijlkoorts gevaccineerd is, moet de datum van vaccinatie op het certificaat vermeld worden. Deze informatie wordt ingevuld na controle van sectie V van het paardenpaspoort. Punten 8.6 tot en met 8.8: de in deze punten vermelde ziekten zijn niet aangifteplichtig. Deze verklaringen kunnen dus enkel worden ondertekend op basis 2/6
LEVENDE DIEREN
IB.VTL.ZA.06.02 maart 2016
Zuid-Afrika
van een schriftelijke verklaring van de erkende dierenartsen die het te exporteren paard onder hun toezicht hadden gedurende hun verblijf in de bedrijven voor de vermelde perioden (zie voorbeeldverklaring n°2 aan het eind van deze instructie). • Besmettelijke baarmoederontsteking: een verklaring moet afgeleverd worden voor de bedrijven waar het paard heeft verbleven gedurende de 2 maanden voorafgaand aan de export. • Borna-ziekte: een verklaring moet afgeleverd worden voor de bedrijven waar het paard heeft verbleven gedurende de 3 maanden voorafgaand aan de export. • Streptococcus equi: een verklaring moet afgeleverd worden voor de bedrijven waar het paard heeft verbleven gedurende de 6 maanden voorafgaand aan de export. In geval van Streptococcus equi, mag een gunstig resultaat op een test uitgevoerd tijdens de quarantaine, de verklaringen van de erkende dierenartsen vervangen. Punt 8.9: deze verklaring mag worden ondertekend na fysische controle door de certificerende agent tijdens de certificering. Punt 8.10: deze verklaring mag worden ondertekend na controle. De voorwaarden vermeld onder punt “IV. Specifieke voorwaarden” van deze instructie moeten worden nageleefd. Punt 8.11: deze verklaringen mogen worden ondertekend na controle. De resultaten van de laboratoriumonderzoeken dienen door de eigenaar van het paard aan de certificerende agent te worden voorgelegd. Besmettelijke baarmoederontsteking (punt 8.11.5) Er bestaan 2 stammen voor Taylorella (T. equigenitalis – pathogeen – en T. asinigenitalis – niet pathogeen), en de test mag worden uitgevoerd door DGZ of het CODA, aangezien de voedingsbodem die daar gebruikt wordt de groei van beide Taylorella stammen toelaat. • De afwezigheid van bacteriologische groei op de cultuur (cultuur met negatief resultaat) bevestigt de afwezigheid van Taylorella equigenitalis EN Taylorella asinigenitalis. Een negatief resultaat op de cultuur is dus noodzakelijk om naar Zuid-Afrika te kunnen exporteren. • De aanwezigheid van een bacteriologische groei op de cultuur (cultuur met verdacht resultaat), toont de aanwezigheid van Taylorella equigenitialis EN/OF van Taylorella asinigenitalis. Een verdacht resultaat gevolgd door een gunstig resultaat kan dus niet in aanmerking komen voor export naar Zuid-Afrika.
3/6
LEVENDE DIEREN
IB.VTL.ZA.06.02 maart 2016
Zuid-Afrika
Samengevat: CEM-analyse
Afwezigheid van bacteriologische groei
Aanwezigheid van bacteriologische groei
Contaminatie
Negatief resultaat
Verdacht resultaat
Resultaat niet interpreteerbaar
OK voor export naar Zuid-Afrika
Additionele analyses nodig om het pathogene karakter van de stam te kunnen nagaan
Bemonstering opnieuw uitvoeren
Niet OK voor export naar ZuidAfrika
De resultaten op de test worden meestal uitgesproken voor Taylorella equigenitalis die de pathogene stam is. Opdat beide stammen vermeld worden op het analyseverslag, is het noodzakelijk dat de volgende tekst op de analyse-aanvraag wordt vermeld: “Analyse CEM in het kader van export naar Zuid-Afrika (rapportering voor T. equigenitalis en T.asinigenitalis)”
Streptococcus equi (punt 8.11.8) De analyses moeten niet worden uitgevoerd indien de verklaringen van de erkende dierenartsen kunnen worden voorgelegd voor de bedrijven waar het paard heeft verbleven gedurende de 6 maanden voorafgaand aan de export (zie punt 8.8.1 van het certificaat). Punt 8.12: deze verklaring mag worden ondertekend na controle van sectie V van het paardenpaspoort. De verklaring die niet van toepassing is, dient te worden geschrapt en de datums van vaccinatie dienen te worden ingevuld. Punt 8.13: deze verklaring mag worden ondertekend op basis van een verklaring van de erkende dierenarts die de behandeling heeft toegediend aan het paard (zie voorbeeldverklaring n°3 aan het einde van deze instructie). 4/6
LEVENDE DIEREN
IB.VTL.ZA.06.02 maart 2016
Zuid-Afrika
Punt 8.14: deze verklaring mag worden ondertekend na fysische controle door de certificerende agent tijdens de certificering. Punt 8.15: van toepassing enkel indien het geëxporteerde paard een merrie ouder dan 18 maanden is; in andere gevallen dient de verklaring geschrapt te worden. Deze verklaring mag worden ondertekend op basis van een verklaring van een erkende dierenarts die bevestigt dat het paard al dan niet drachtig is. De optie die niet van toepassing is moet worden geschrapt. Indien de drachtigheid bevestigd is, moet de datum van de laatste dekking vermeld worden en deze mag niet langer dan 240 dagen geleden hebben plaatgevonden. De operator moet de nodige bewijsstukken voorleggen.
VI. Voorbeeldverklaringen Voorbeeldverklaring n°1: verklaring van de eigenaar
Ik, ondergetekende ………………………………………, eigenaar naar (het) de hieronder vermelde paard(en) verklaar dat gedurende de 6 maanden voorafgaand aan de export, het (de) paard(en) enkel verbleven heeft (hebben) in bedrijven vermeld in het onderstaande tabel: (Noteer de naam en het adres van het (de) bedrijf (bedrijven) en de periode van verblijf voor de 6 laatste maanden vóór verzending) Naam en identificatienr. paard:
Naam en adres van bedrijf:
Periode van verblijf (van … tot ….):
Handtekening: 5/6
LEVENDE DIEREN
IB.VTL.ZA.06.02 maart 2016
Zuid-Afrika
Naam en adres van ondergetekende: Datum van ondertekening:
Voorbeeldverklaring n°2: verklaring van de erkende dierenarts inzake de verblijfsbedrijven van het paard
Ik, ondergetekende ………………………………… (naam), erkende dierenarts met ordenummer …………………. verklaar dat het paard ………………………………… (naam en identificatienr. van het paard) verbleven heeft in het bedrijf ………………. ............................................. (naam en adres van het bedrijf) van …… / …… / …… tot …… / …… / ……en dat: • geen enkel geval van West-Nijlkoorts, van besmettelijke baarmoederontsteking of van infectie met Streptococcus equi werd gemeld of zich heeft voorgedaan op dit bedrijf gedurende het verblijf van het paard; • geen enkel geval van Borna-ziekte zich heeft voorgedaan op dit bedrijf gedurende het verblijf van het paard noch gedurende de 12 maanden voorafgaand aan dit verblijf. Datum en handtekening:
Voorbeeldverklaring n°3: verklaring van de erkende dierenarts behandelingen en analyses uitgevoerd tijdens de quarantaine
inzake
de
Ik, ondergetekende ………………………………… (naam), erkende dierenarts met ordenummer …………………. verklaar dat het paard …………………………………. (naam en identificatienr. van het paard): • binnen de 7 dagen vóór verzending tegen interne en externe parasieten werd behandeld; • onderworpen werd aan een drachtigheidstest gedurende de quarantaine en dat het niet drachtig is, dat het drachtig is en dat de laatste dekking op ......../........../.......... (datum laatste dekking) heeft plaatsgevonden. (dit punt schrappen indien het geëxporteerde paard een merrie jonger dan 18 maand, een ruin of een hengst is) Datum en handtekening:
6/6